Gemeente Reusel - de Mierden
Beeldkwaliteitsplan Lensheuvel
Documentatiepagina Opdrachtgever(s): Titel rapport:
Crijns Rentmeesters Beeldkwaliteitsplan Lensheuvel te Reusel - de Mierden
Rapporttype:
Definitief
Rapportnummer:
208x00411.049508_1
Datum:
11 december 2008
Postbus 4 5280 AA Boxtel Bosscheweg 107 Boxtel
telefoon +31 (0)411 850 400
Contactpersoon
fax 31 (0)411 850 401
opdrachtgever(s):
Dhr. Mat Crijns
Projectteam BRO:
Dhr. Gijs Nouwens
e-mail:
[email protected]
www.bro.nl
Inhoudsopgave Inleiding
3
Stedenbouwkundige uitgangspunten en concept
3
Toetsingscriteria ten aanzien van architectuur
5
Zone 1
6
Positie en kaprichting
6
Hoogte
7
Positie garages
8
Gevelindeling
9
Zone 2 Positie en kaprichting
10 10
Gevelindeling twee onder een kap
11
Positie garages
11
Algemeen voor beide zones
12
Materialisatie
12
Detaillering
12
Toetsingscriteria openbare ruimte
14
Bestrating en openbaar groen
14
Omzoming
15
1
2
Inleiding Voor de locatie aan Lensheuvel 78 te Reusel zijn stedenbouwkundige uitgangspunten en het stedenbouwkundig plan opgesteld. Het plan en de uitgangspunten zijn op 29 oktober 2008 met de welstandscommissie besproken. De commissie heeft de aanbeveling gedaan een document op te stellen waarin helder toetsbare beeldkwaliteitseisen voor de architectuur en openbare ruimte zijn opgenomen. In dit document zal eerst het stedenbouwkundig concept en de daarbij horende uitgangspunten worden besproken. Vervolgens zullen de toetsingscriteria voor de architectuur en openbare ruimte worden beschreven en worden verbeeld. Stedenbouwkundige uitgangspunten en concept De locatie is gelegen op de overgang tussen bebouwde kom en landelijk gebied. De bebouwing aan Lensheuvel zal worden gehandhaafd. De nieuwe woningen zullen worden opgericht achter deze bestaande gebouwen. Vooral het feit dat de nieuwe woningen in de tweede lijn worden opgericht en het agrarisch karakter van de locatie vraagt om een specifiek stedenbouwkundig concept. Om recht te doen aan de plek is gekozen om te refereren aan het boerenerf. Middels dit concept is het bovendien mogelijk om op een gebiedseigen manier, woningen op te richten in de tweede bebouwingslijn. De vorm van het boerenerf heeft een asymmetrische vorm. In het plan refereert de openbare ruimte aan dit boerenerf. Door de woningen niet allemaal in dezelfde rooilijn te positioneren is de vorm van het erf bepaald. Door de woningen wel allemaal dezelfde afstand tot de openbare ruimte te geven is de relatie tussen bebouwing en erf gelegd. Vooral in het oorspronkelijke boerenerf was de relatie tussen bebouwing en erf, vanuit de functie, sterk aanwezig.
3
Het boerenerf heeft een privaat karakter doordat het eigendom was van één familie. In dit ontwerp zal het erf een meer openbaar karakter krijgen. Er zullen immers meerdere families aan het erf komen te wonen. De woningen zijn echter zo gepositioneerd dat direct zicht vanaf Lensheuvel op het erf niet mogelijk is. Op die manier krijgt de openbare ruimte een besloten karakter. Ook is het boerenerf als ruimtelijke eenheid te onderscheiden. In het ontwerp is dit middels een groene omzoming vorm gegeven. Vanaf het boerenerf was het landschap zichtbaar. In het ontwerp is een zichtlijn opgenomen.
0
4
10
20
30
40
50m
Toetsingscriteria ten aanzien van architectuur Het gekozen stedenbouwkundig concept van het boerenerf dient ook in de architectuur en de openbare ruimte te weerklinken. In de commissievergadering zijn de wensen ten aanzien van de architectuur besproken. In algemene zin is het streven een informele sfeer te behalen. In het stedenbouwkundig plan zijn twee zones te onderscheiden. Deze zones zijn afgebeeld op het onderstaande plaatje. Grote verschillen tussen de toetsingscriteria van beide zones zijn er niet. Er dient immers een éénduidige sfeer te worden nagestreefd. De reden voor het opnemen van twee zones ligt in het feit dat zone twee de relatie legt met het achterliggende landschap. De positie van de woningen in deze zone verdient meer aandacht. Ook is in deze zone één twee onder een kap woning aanwezig.
Zone 1
Zone 2
Openbare ruimte en groen
5
Zone 1 Zone 1 beslaat het grootste deel van het plan. Voor deze zone gelden de volgende toetsingscriteria ten aanzien van de architectuur.
Positie en kaprichting De vrijstaande woningen in zone 1 zijn allen met de langste gevel aan de openbare ruimte georiënteerd. Ook hebben ze allemaal op dezelfde afstand, (3 meter) tot de openbare ruimte te worden opgericht. De combinatie van een grote gevelbreedte met de gelijke positie tot de openbare ruimte geeft een directe ruimtelijke binding met de openbare ruimte. De oorspronkelijke functionele en daarmee ruimtelijke verbondenheid tussen bebouwing en erf wordt zo gewaarborgd.
0
10
20
6
30
40
50m
Hoogte De goothoogte van de woningen is gelegen op 4,0 meter. Op deze manier wordt de openheid en kleinschaligheid van het erf gewaarborgd. De nokhoogte is gelegen op 9,0 meter. Bijgebouwen dienen maximaal een goothoogte te hebben van 3 meter en een nokhoogte van 5 meter. De kapvorm is een zadeldak. Hierbij is de toepassing van wolfseinden en schilden ongewenst.
9,0 meter
4,0 meter
7
Positie garages De positie van de garages is weergegeven op
Andere bij- of uitbouwen dienen niet opge-
onderstaande tekening. Alle garages hebben
richt te worden in de zone van onderstaande
een afstand van minimaal 5 meter achter de
tekening. Door 5 meter afstand tot de achter-
voorgevel van de hoofdgebouwen. Op de teke-
ste perceelsgrens aan te houden blijft groene
ning is ook weergegeven aan welke zijde van de
omzoming gewaarborgd.
woning de garages opgericht moeten worden.
0
8
10
20
30
40
50m
Gevelindeling Bij de gevels van de woningen dient een symmetrische indeling voorkomen te worden. Hierbij moet gedacht worden aan ongelijkvormige ramen en het voorkomen van een positie van de voordeur in het midden van de gevel. Eventuele dakkapellen zijn ook een goed middel om symetrie van de gevel te voorkomen. Een dakkapel dient echter een ondergeschikt element van de gevel te zijn. Ook is het wenselijk de gevels van de woningen onderling te laten variëren. Deze variatie wordt voor een deel gerealiseerd door de kavels per stuk uit te geven. Om nog verder uit te sluiten dat gevels op elkaar gaan lijken, is in de onderstaande tekening de positie van de voordeur aangegeven. Bij twee woningen zal de voordeur in de zijgevel, bij de garage komen te zitten. Bij de overige drie in de voorgevel. Hierdoor zullen twee verschillende woningplattegronden worden ontworpen. Een andere plattegrond dwingt een gevarieerd gevelbeeld verder af.
0
10
20
30
40
50m
9
Zone 2 Voor zone twee gelden andere regels met betrekking tot de aspecten; positie en kaprichting, gevelindeling voor de twee-onder-een-kap woning en de positie van de garages. Voor deze zone gelden de volgende toetsingscriteria ten aanzien van de architectuur. Positie en kaprichting In afwijking tot zone 1 worden de twee buitenste woningen haaks op de openbare ruimte gepositioneerd. Op deze manier is het mogelijk tussen de woningen de gewenste openheid met het achterliggende landelijk gebied te realiseren.
0
10
10
20
30
40
50m
Gevelindeling twee onder een kap
Positie garages
Ook voor zone 2 geldt dat symmetrie in
De positie van de garages is zodanig gekozen
gevelindeling voorkomen moet worden. Met
dat de openheid tussen de bebouwing zo
name voor de twee-onder-een-kap woningen
groot mogelijk blijft. De positie is afgebeeld
moet voorkomen worden dat ze een zelfde of
op de tekening op blz 8.
gespiegelde gevelindeling krijgen waardoor repetitie plaatsvindt. Kleine verschillen in verdeling van raampartijen of bijvoorbeeld de positie van de schoorsteen is voldoende om symmetrie te voorkomen.
11
Algemeen voor beide zones Algemeen voor beide zones Voor het plan dient een eenduidig karakter te worden nagestreefd. Het karakter van het boerenerf. De materialisatie en detaillering van de bebouwing zijn hierbij ook belangrijke aspecten. Onderstaande aspecten gelden voor beide zones.
Materialisatie
Detaillering
Op het oorspronkelijke boerenerf was er een
Ten aanzien van de gevelindeling moet een
functioneel onderscheid tussen de woning en
symmetrische indeling worden voorkomen.
de stal of bijgebouw. Voor de woning werd
Dit om een te stedelijk beeld te voorkomen.
een meer duurzaam materiaal gebruikt dan
Ook in de detaillering van de gevels moet om
voor de stal. Bij de materialisatie dient met
die reden gekozen worden voor een ingeto-
dit gegeven rekening te worden gehouden.
gen detaillering. Een uitbundige detaillering
Gezien dit feit dient voor de hoofdgebou-
zou de gewenste soberheid verstoren.
wen baksteen te worden gebruikt. Het is mogelijk de gevel te bekleden met hout of af te werken met stucwerk. Echter baksteen dient het hoofdmateriaal te zijn. Er dient een rode of bruine baksteen gebruikt te worden. De bijgebouwen moeten worden afgewerkt
1
4
7
2
5
8
3
6
9
met bijvoorbeeld hout of pleisterwerk. In dit beeldkwaliteitplan worden verder geen eisen ten aanzien van de materialisatie gesteld. Meer criteria zou het diverse karakter van de bebouwing op het oorspronkelijke boerenerf onvoldoende respecteren. 1 t/m 3 rode baksteen 4 t/m 6 ingetogen detailering 7 t/m 9 materiaal bijgebouwen
12
13
Toetsingscriteria openbare ruimte Ten aanzien van de openbare ruimte moeten de volgende criteria in acht worden genomen.
Bestrating en openbaar groen
kers met verschillende roodtinten. Op onder-
Voor de bestrating moet een vlak profiel
staande tekening is aangegeven welke groene
worden gerealiseerd. Hoogteverschil met
elementen in het openbaar gebied worden
de tuinen moet voorkomen worden even-
gerealiseerd. Twee beukenhagen bij de entree
als een scheiding van rijbaan en voetpad.
van het plan en twee beukenhagen langs het
Hoogteverschil van het maaiveld met de
wandelpad naar de beek. Door deze hagen in
omgeving moet voorkomen worden. Er dient
het openbaar gebied op te nemen is de kwaliteit
een nonchalante uitstraling gerealiseerd te
van deze erfafscheiding gewaarborgd.
worden door te kiezen voor gebakken klin-
14
Omzoming Om het boerenerf als eenheid in het landschap op te nemen is een groene omzoming van het plan meegenomen. Deze groene omzoming bestaat uit een eenduidige beukenhaag van maximaal 1,5 meter hoog. Aan de westzijde van het plan ontbreekt een deel van de groen omzoming om de zichtlijn vanaf het erf op het achterliggende landschap te kunnen realiseren. bestratingsmateriaal
beukenhaag
15
BRO heeft vestigingen in Boxtel | Amsterdam | Tegelen | Genk www.bro.nl