gemeente Midden-Delfland
3.2.2 Verordening Ruimte ‘Visie op Zuid-Holland’ De verordening is vastgesteld door Provinciale Staten van Zuid-Holland op 2 juli 2010 en op 26 juli 2010 in werking getreden. Primaire en regionale waterkeringen artikel 10 Waterveiligheid is een provinciaal belang. Onder andere de primaire- en de regionale waterkeringen zijn daarom op kaart 9 van de verordening vastgelegd. Collectieve waarden zoals veiligheid worden hierdoor beschermd. In de verordening is regelgeving opgenomen voor de regionale en primaire waterkeringen. Voor bestemmingsplannen zijn randvoorwaarden opgenomen die een onbelemmerde werking, instandhouding en het onderhoud van de primaire en regionale waterkeringen mogelijk maken. Dit geldt voor de beschermingszone en de kernzone die hoort bij de waterkeringen zoals opgenomen in de vastgestelde leggers van de waterschappen. In onderhavig bestemmingsplan zijn de in het plangebied gelegen waterkeringen vastgelegd met de dubbelbestemming ‘Waterstaat - Waterkering’.
waterkeringen [http://ruimtelijkeplannen.zuid-holland.nl]
Ecologische hoofdstructuur (EHS) artikel 5 De Ecologische Hoofdstructuur (EHS) bestaat uit de bestaande bos- en natuurgebieden, landgoederen, nieuwe natuurgebieden, robuuste en ecologische verbindingen, de grote wateren en de Noordzee. De realisatie van de EHS is aangemerkt als een nationaal en provinciaal belang met als doel de bescherming, instandhouding en verdere ontwikkeling van de biodiversiteit. Bestemming De EHS dient in 2018 gerealiseerd te zijn. Voor de gebieden die op kaart 3 van de Verordening Ruimte zijn aangeduid als ‘bestaande natuur of prioritaire nieuwe natuur’ of als ‘waternatuurgebied’ worden de gemeenten verplicht gesteld om binnen de in artikel 17 lid 1 van deze verordening gestelde termijn (1 januari 2012) in het bestemmingsplan de bestemming natuurgebied of een daarmee overeenkomstige bestemming op te nemen. Het deel van de EHS dat valt binnen het plangebied van onderhavig bestemmingsplan wordt bestemd als ‘Natuur’.
12
OD 205 stedenbouw onderzoek en landschap
bestemmingsplan Maaslandse Dam
Ecologische hoofdstructuur (EHS) [http://ruimtelijkeplannen.zuid-holland.nl]
Nationale en provinciale landschappen en Rijksbufferzones artikel 6 Maaslandse Dam ligt in een rijksbufferzone Midden-Delfland. Rijksbufferzones zijn open groene gebieden met veelal landbouw en natuur tussen steden. Ze hebben twee belangrijke functies: behoud van het open landschap en ruimte voor recreatie. Als open landschap zorgen ze ervoor dat steden niet aan elkaar groeien (buffer tussen de steden). Daarnaast bieden ze mensen uit de stad een plek om van dat open landschap te genieten, te ontspannen en hun vrije tijd te besteden. De ontwikkelingen in Maaslandse Dam dragen bij aan de verhoging van de landschappelijke kwaliteit van het gebied. Door het saneren van de kassen en het realiseren van programma dat bijdraagt aan de recreatieve beleving van MiddenDelfland, worden in een sterke landschappelijke setting de kwaliteiten van het gebied weer benut en toegankelijk gemaakt voor de recreatieve stedeling.
Rijksbufferzone Midden-Delfland [http://ruimtelijkeplannen.zuid-holland.nl]
Regels voor het gebied buiten de bebouwingscontouren artikel 2 ruimte voor ruimte (lid 2, sub a) Het bestaande beleid voor toepassing van ruimte voor ruimte, waarbij in ruil voor de sloop van kassen of gebouwen onder voorwaarden één of meer compensatiewoningen mogen worden gebouwd, is overgenomen in de verordening.
OD 205 stedenbouw onderzoek en landschap
13
gemeente Midden-Delfland
Gemeenten kunnen deze regeling opnemen in het bestemmingsplan en zonodig verder uitwerken. Er moet sprake zijn van duurzame kwaliteitsverbetering. Dit betekent dat de bestaande bouwmogelijkheden moeten worden wegbestemd, zodat de gesloopte bebouwing niet opnieuw kan worden opgericht. Bij agrarische bedrijven moet sprake zijn van bedrijfsbeëindiging. Glastuinbouwbedrijven kunnen worden voortgezet als ‘gewoon’ agrarisch bedrijf, mits de mogelijkheden voor kassenbouw worden wegbestemd. De regeling is nu ook van toepassing op de sanering van sierteelt. Het gaat daarbij om de teelt zelf. Voor de sanering van de bijbehorende bebouwing en kassen gelden de gebruikelijke voorwaarden. De compensatiewoning kan worden gebouwd op het perceel van de te slopen bebouwing of in de directe nabijheid daarvan. Ook is het mogelijk de compensatiewoning te bouwen op een locatie aansluitend op een bestaande bebouwingsstructuur, bijvoorbeeld in een bebouwingslint of bij een buurtschap. In artikel 3 lid 1 is een ontheffingsregeling opgenomen voor verbetering van de ruimtelijke kwaliteit door fysieke compensatie. De ontheffingsregeling kan onder andere worden toegepast voor maatwerk en gebiedsgerichte toepassing van ‘ruimte voor ruimte’. De ontheffingsregeling maakt een ruimere toepassing mogelijk, waarbij afwijking mogelijk is van de kwantitatieve voorwaarden. Ontheffing van de regels voor het gebied buiten de bebouwingscontouren, ontheffing verbetering ruimtelijke kwaliteit artikel 3 (lid1 ) In dit artikel zijn uitzonderingen opgenomen van de bepalingen voor het gebied buiten de bebouwingscontouren die alleen kunnen worden toegestaan na ontheffing door Gedeputeerde Staten. De provincie stelt zich op het standpunt dat toepassing alleen aan de orde kan zijn, als per saldo de ruimtelijke kwaliteit verbetert door fysieke compensaties, eventueel aangevuld met financiële compensatie. Daar toe is een ontheffingsbepaling opgenomen. Gedeputeerde Staten kunnen gebruik maken van deze ontheffing indiende voorgenomen ontwikkeling gepaard gaat met sanering van bebouwing of investeringen in de kwaliteit van landschap, natuur, water en recreatie. Concreet gaat het daarbij om de volgende ontwikkelingen: Maatwerk en gebiedsgericht toepassing van ‘Ruimte voor Ruimte’. In situaties waarbij de basisregeling zoals opgenomen in artikel 2 van de verordening en die rechtstreeks door gemeenten kan worden toegepast, niet voldoet. Het moet dan wel gaan om ontwikkelingen waarbij per saldo sprake is van een substantiële vermindering van de hoeveelheid bebouwing en een forse verbetering van de omgevingskwaliteit. Toepassingen van ‘rood voor groen’. Vooral in situaties waarbij sprake is van een aanpak van verrommeling of een lage omgevingskwaliteit. Anders dan bij ‘Ruimte voor Ruimte’ hoeft er geen sprake te zijn van een substantiële vermindering van de bebouwing, maar moet er naast sanering van een terrein met lage omgevingskwaliteit tevens sprake zijn investeringen in landschap, natuur of water. Maatwerk bij de ontwikkeling van nieuwe landgoederen. ‘Landelijk wonen’ als variant van ‘rood voor groen’. In de voormalige streekplannen RR2020 en Zuid-Holland West zijn opgaven benoemd voor ‘landelijk wonen’ respectievelijk ‘wonen in het groen’. Het gaat om de ontwikkeling van landelijke woonmilieus in combinatie met het versterken van onder andere ecologische, landschappelijke en recreatieve waarden. Toevoegen van woningen op lege plekken in een bebouwingslint, daar waar dit bijdraagt aan een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit. Combinaties of varianten van voornoemde toepassingen. De formulering van de ontheffingsregeling biedt ruimte aan creatieve oplossingen ter verbetering van de omgevingskwaliteit. [30]
14
OD 205 stedenbouw onderzoek en landschap
bestemmingsplan Maaslandse Dam
3.2.3 Nota Regels voor Ruimte De nota Regels voor Ruimte (die geldt vanaf 1 januari 2007) vormt met de streekplannen het beoordelingskader van Gedeputeerde Staten voor gemeentelijke ruimtelijke plannen. [31] 3.2.4 Cultuurhistorische Hoofdstructuur Het plangebied is in de Cultuurhistorische kaart van Zuid-Holland (CHS) door de provincie aangeduid als een gebied met hoofdzakelijk het kenmerk: hoge trefkans – land en zeer grote kans op archeologische sporen. Voor een klein gedeelte in het westelijke deel van het plangebied geldt het kenmerk ‘middelhoge trefkans – land’ en ‘redelijke tot grote kans op archeologische sporen’ (zie afbeelding). Nader archeologisch onderzoek [21] heeft geresulteerd in een advies om de (middel)hoge verwachtingswaarde voor het plangebied naar beneden bij te stellen en het gebied vrij te geven voor archeologie. (zie ook paragraaf 6.1)
Kenmerk: Hoge trefkans - land Waarde: Zeer grote kans op archeologische sporen Kenmerk: Middelhoge trefkans - land Waarde: Redelijke tot grote kans op archeologische sporen uitsnede Cultuurhistorische kaart provincie Zuid-Holland; Archeologische trefkans in het plangebied.
3.2.5 Regionaal Structuurplan Haaglanden 2020 Op 16 april 2008 heeft het algemeen bestuur van het Stadsgewest Haaglanden het Regionaal Structuurplan Haaglanden 2020 vastgesteld. Het RSP is een integraal plan voor de ruimtelijke ontwikkeling van Haaglanden en het kader voor het regionale beleid op het gebied van milieu, groen, mobiliteit, wonen en economie en voor locale plannen, zoals onderhavig bestemmingsplan. Het vastgestelde Regionaal Structuurplan Haaglanden kijkt naar 2020 (en soms 2030) en omvat de grote lijnen voor de ambities en ontwikkelingen op verschillende terreinen, zoals verkeer, wonen, werken, water, en groen. Het ruimtelijk beleid in de regio haaglanden staat de komende periode ten dienste van drie hoofddoelstellingen: een internationaal concurrerende regio, een goed functionerend regionaal stedelijk netwerk en goede kwaliteit van de woon- en leefomgeving
OD 205 stedenbouw onderzoek en landschap
15
pagina 104
gemeente Midden-Delfland
H 11
Samenvattend: projectenkaart Haaglanden 2020
Kaart 12 Projectenkaart Haaglanden 2020
Binnen deze drie hoofddoelstellingen zijn de volgende deelthema’s relevant voor de ontwikkelingen in Maaslandse Dam;
Groen & water
® 2025
0
1
2 km
Verdichten binnen bestaand stedelijk gebied met name binnen OV-bereik
Strand en duinen grotendeels Natura 2000
Betere benutting bestaand bedrijventerrein
Weidegebied regioparken: behoud en versterking / vitaal platteland / wateropgave
Internationale zone Den Haag internationale woon-, werk- en groene milieus
Oplossen problematiek verspreid glas
Historisch centrum behouden & versterken
Bestaand / nieuw parklandschap stadsparken, stadsrandparken & natuurgebieden
Nieuw woongebied of stedelijke herstructurering / nieuw (internationaal) villamilieu Westlandse Zoom
Parklandschap op overgang stad - land kwaliteitsimpuls noodzakelijk
Stedelijke herstructurering
Groen-blauwe schakel verbinding tussen groengebieden met eigen groenblauwe kwaliteiten
Nieuw bedrijventerrein
Rood-groene inrichtingsopgave
Nieuw hoogwaardig bedrijventerrein als onderdeel TIC-Delft
Proeftuinen / seizoens& calamiteitenberging
Nieuw woongebied met substantiële ruimte voor werken
projectenkaart Regionaal Structuurplan Haaglanden 2020 Infrastructuur
Groen en water Snelweg en afslag bestaand / gepland Op de projectenkaart Haaglanden 2020 staat het gebied Maaslandse Dam Samenvattend als transformatielocatie met als doelstelling ‘oplossen problematiek aangegeven Studie betere inpassing snelwegen projectenkaart A13, N44/A44 verspreid glas’. De ontwikkeling die in onderhavig bestemmingsplanA12,wordt Haaglanden 2020 Bereikbaarheidsopgave voorgestaan beoogd invulling te geven aan deze doelstelling. De wateropgave in A4 van Harnasch tot Leiden het gebied laat zich goed combineren met het ontwikkelen van groene kwaliteiten Overige wegen bestaand / gepland en het tegengaan van landschappelijke verrommeling: het behoud en de ontwikkeling van een robuust groen raamwerk van duinen, weiden, landgoederen, Specifiek infraproject m.n. aansluitingen HWN parken, recreatiegebieden en hun onderlinge verbindingen. Voor zowel de herstructurering duurzaamheid (de biodiversiteit) als de leefbaarheid (de recreatieveVerkenning ofbetekenis) herprofilering bestaande weg lange termijn optie van het stedelijk netwerk is dat van groot belang. De benodigde extra oppervlakte Verkenning nieuwe weg voor water kan goed met de andere functies van het groen gecombineerd lange termijn optie worden, zowel in het stedelijk groen als in het weidelandschap. De waterkwaliteit Hsl & Stedenbaan en bestaande / geplande wordt sterk verbeterd aan de hand van de gemeentelijke waterplannen. stations
11
Hoogwaardig regionaal OV Randstadrail / Netwerk RandstadRail
(tracé lijn 1 deels variabel) Aantrekkelijker en toegankelijker groengebieden Haaglanden profileert zich als groene netwerkstad in de Zuidvleugel.Tramlijn Het gaat dan o.a. om een netwerk met belangrijke groene en cultuurhistorische gebieden Nieuwe hov-busverbinding Westland, Leiden, R’dam, Delft - Zoetermeer zoals Midden Delfland. De aantrekkelijkheid van het groen voor mens, flora en + indicatie HOV-bus fauna moet aanzienlijk verbeteren. Investeringen in parklandschappen, vooral op de overgang van stad naar land, vergroten de toegankelijkheid van de
16
OD 205 stedenbouw onderzoek en landschap
Vestedelijking
Integrale opgave kustzone zeewering, ontwikkeling badplaatsen en groen
Nieuw hoogwaardig werkgebied met ruimte voor wonen
Vlietzone: integrale opgave wonen, werken en groen Omvorming bedrijventerrein tot gemengd stedelijk gebied Binckhorst, Schieoevers Herstructureren (tot hoogwaardig) bedrijventerrein Glastuinbouwgebied duurzaam glas / overig glas (met name herstructurering)
Ontwikkelingszones World Forum versterken & uitbouwen Grootschalige ontwikkellocatie kantoren in combinatie met andere functies Tech. Innovatief Complex (TIC) koppelen OV aan TUD, Delftechpark & Technopolis Nadere integrale uitwerking noodzakelijk Rijswijk-Zuid, Vlietzone
Buiten de regio Verstedelijkingsoptie buiten de regio Valkenburg
bestemmingsplan Maaslandse Dam
groengebieden en maken ze bestand tegen de ruimtedruk vanuit omliggende steden. De weidegebieden in o.a. het Regiopark Midden-Delfland/Oude Leede vormen een waardevol onderdeel van de Haaglandse groenstructuur. De provincie Zuid-Holland onderstreept deze bijzondere kwaliteiten door MiddenDelfland te benoemen tot prioritair gebied. Het gebied blijft hiermee grotendeels gevrijwaard van dichte verstedelijking en glastuinbouw. De Haaglandgemeenten onderschrijven het belang van het groen(-blauw)e netwerk. In het groene netwerk krijgt het belang van waterbeheer volop aandacht. Waar mogelijk worden cultuurhistorische waarden zichtbaar gemaakt en versterkt. Voor de landelijke weide)gebieden zal een beleid worden gevoerd, waarbij de betekenis voor het stedelijk gebied (bijvoorbeeld dagrecreatie, sport en zorgvoorzieningen) wordt vergroot. De gebiedsvisie Midden-Delfland® 2025 geeft daarvoor de richtlijnen aan. Toerisme Haaglanden zet in op uitbouw van zijn sterk economische clusters waaronder toerisme, waarbij in de voorzieningensfeer de detailhandelstructuur en verbreding van het toeristisch en leisure-aanbod wordt versterkt; Transformatie glas Over de transformatie van glastuinbouw en de sanering van verspreid liggend glas de regio Haaglanden wordt het volgende gezegd; “In de periode 2001-2020 transformeert in Haaglanden ongeveer 1.000 hectare glastuinbouw naar andere functies, zoals woningbouw, bedrijventerreinen, water en groen waarvan circa 450 hectare tot 2007. Het areaal glas dat in Haaglanden transformeert is bepaald op basis van eerder vastgesteld beleid. Van de in totaal 1.000 hectare glastuinbouw dat in de regio Haaglanden transformeert, gaat het in Delft/Midden-Delfland om circa 300 hectare (Harnaschpolder, AWZI en verspreid liggend glas).” [32] 3.3
Gemeentelijk beleid
3.3.1 Gebiedsvisie Midden-Delfland® 2025 In september 2005 hebben op initiatief van de gemeente Midden-Delfland circa 125 vertegenwoordigers van het rijk, de provincie Zuid-Holland, omliggende gemeenten, ondernemers, agrariërs, natuurbeheerders, het Hoogheemraadschap van Delfland, het Recreatieschap Midden-Delfland en bewoners met elkaar de gebiedsvisie voor het Midden-Delflandgebied ontwikkeld. De Gebiedsvisie Midden-Delfland® 2025 is het antwoord op de uit 1977 daterende Reconstructiewet die in 2008 afliep. Onder andere deze wet heeft het gebied de afgelopen jaren beschermd tegen de oprukkende verstedelijking in de Zuidvleugel. Mede door deze bescherming is het Midden-Delfland gebied nu één van de laatste nog opengebleven, agrarische cultuurlandschappen in de Zuidvleugel van de Randstad. In de Gebiedsvisie worden sfeerbeelden beschreven die richtinggevend zijn voor toekomstige ontwikkelingen. In Midden-Delfland zijn de natuur en het landschap maximaal beschermd en goed toegankelijk. De cultuurhistorie is alom aanwezig en zichtbaar. De zorg voor het landschap en de dorpen is direct herkenbaar. De verspreid liggende glastuinbouw is verdwenen. De vrijkomende gronden zijn teruggegeven aan het landschap of worden benut voor in het landschap passende bebouwing. Gewenste ontwikkelingen stimuleert de visie als vanzelfsprekend. De groene ruimte en het water zijn samen met de dorpen de elementen die het landschap zijn karakteristieke uiterlijk geven. [4]
OD 205 stedenbouw onderzoek en landschap
17
gemeente Midden-Delfland
3.3.2 Woonvisie Midden-Delfland 2010-2025 De woonvisie is gebaseerd op de recente woningmarktanalyse Midden-Delfland 2009-2025 en bouwt voort op de keuzes en uitspraken in de Gebiedsvisie Midden-Delfland® 2025 en de Visie Vitale Dorpen (2025) en op de op 10 maart 2009 door de raad vastgestelde ‘Startnotitie Woonvisie’. De woonvisie sluit aan op gemeentelijk beleid ten aanzien van duurzaam bouwen en op regionaal woonbeleid en afspraken. In deze paragraaf is een samenvatting van de woonvisie opgenomen met daarin vet gemarkeerd het beleid en de ambities die op de Maaslandse Dam van toepassing zijn. Het beleid op hoofdlijnen samengevat: Midden-Delfland zet in op het versterken van de diversiteit van de bevolking vanuit het streven naar Vitale Dorpen. Dit vraagt met name om het vergroten van de kansen voor starters en jonge (potentiële) gezinnen. Hiervoor is een gevarieerd woonaanbod nodig, met name meer betaalbare woningen in de ‘start- en tussensegmenten’. Midden-Delfland wil ook inspelen op de vergrijzing door een goed aanbod van en afstemming tussen wonen, zorg en welzijn. Midden-Delfland vraagt aandacht voor duurzaamheid en energiebesparing op het gebied van wonen en bouwen. Midden-Delfland neemt de verantwoordelijkheid voor kwetsbare groepen op de woningmarkt. Ambities, prioriteiten en instrumenten Midden-Delfland legt als gemeente een aantal accenten in het woonbeleid en heeft deze geformuleerd in termen van ambities en instrumenten. Ook geeft Midden-Delfland aan hoe belangrijk ze deze ambities vinden. De ambities zijn in volgorde van prioriteit (de belangrijkste eerst): Midden-Delfland zet in op het vergroten van de diversiteit in het woningaanbod, zodat inwoners in Midden-Delfland wooncarrière kunnen maken binnen de gemeente en zoveel mogelijk binnen het eigen dorp. Ook wil Midden-Delfland mensen mogelijkheden bieden om zelf invloed uit te oefenen op de indeling of het ontwerp van de woning. Midden-Delfland wil ruimte blijven bieden aan gezinnen, zeker als het (potentiële) gezinnen zijn die al een binding hebben met de gemeente (bijvoorbeeld hier opgegroeid). Midden-Delfland wil de mogelijkheden voor lokale starters vergroten. Juist deze groep is van belang voor onze vitale dorpen en juist deze groep heeft nu te weinig mogelijkheden. Binnen de gevarieerde groep van starters legt Midden-Delfland het accent op de groep van 21-30 jarigen met een redelijk inkomen en met de intentie om langdurig in Midden-Delfland te blijven wonen. Midden-Delfland wil mensen met een (laag) middeninkomen een blijvend beter perspectief op de woningmarkt bieden. Midden-Delfland zet in op het beter bereikbaar maken van de koopsector. Midden-Delfland heeft daarbinnen in het bijzonder aandacht voor starters. Midden-Delfland wil mensen met een beperkt inkomen een blijvend beter perspectief op de woningmarkt bieden. Het gaat hier om de lage inkomens (de zogenaamde doelgroep) en de (lage) middeninkomens. Daarbij hebben we in het bijzonder aandacht voor de lokale starters. Midden-Delfland zet in op een sociale huurvoorraad van voldoende omvang en kwaliteit en het
18
OD 205 stedenbouw onderzoek en landschap
bestemmingsplan Maaslandse Dam
vergroten van de beschikbaarheid van sociale huurwoningen door stimuleren van de doorstroming. Midden-Delfland speelt in op de vergrijzing door in een gevarieerd woonaanbod voor ouderen (accent op nultredenwoningen) te voorzien in een woonomgeving met voldoende voorzieningen. Mensen met een zorgvraag (deels ouderen, deels mensen met een beperking) moeten zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen. Daarnaast wil Midden-Delfland zorgen voor een voldoende aanbod aan beschermd en verzorgd wonen. Afstemming tussen wonen, zorg en welzijn is daarbij van belang. Midden-Delfland voelt zich ook medeverantwoordelijk voor het huisvesten van kwetsbare groepen. We zetten in op energiebesparing voor alle inwoners, vanuit het oogpunt van duurzaamheid en ter beperking van de (toekomstige) woonlasten. [6] 3.3.3 Milieubeleidsplan Midden-Delfland Het milieubeleidplan is opgesteld voor de periode 2006-2010. Enerzijds geeft het milieuplan richting aan de milieutaken van de gemeente Midden-Delfland en legt het de verbinding tussen de verschillende milieuthema’s. Het biedt daarmee de basis voor het volgens de Wet milieubeheer verplicht jaarlijks op te stellen milieuprogramma. Anderzijds biedt het plan een kader voor andere beleidsterreinen waardoor ‘milieu’ in een zo vroeg mogelijk stadium van de planontwikkeling wordt ingebracht. Aansluitend aan de kernopgave die voor Midden-Delfland® 2025 is geformuleerd, het in stand houden en versterken van het cultuurlandschap met zijn grote landschappelijke waarden, worden de belangrijkste milieuaspecten behandeld. De hoofddoelstelling van het milieubeleid in Midden-Delfland is; ‘het realiseren van een veilige, gezonde en aangename leefomgeving en bijdragen aan een duurzaam Midden-Delfland® 2025’. Om dit doel te bereiken is gekozen voor de volgende aanpak: realiseren en bewaken van een basismilieukwaliteit (gezond, veilig en voorkomen van onnodige hinder); actief bijdragen aan een duurzaam Midden-Delfland® 2025; differentiëren van milieukwaliteiten naar kenmerken van gebieden: gebiedsgerichte aanpak volgens MIRUP; samenwerken en communiceren: externe oriëntatie; beleid en uitvoering sterk richten op de regio en de provincie, niet zelf het wiel uitvinden. [3] 3.3.4 Beleid duurzaam bouwen Het beleid van de gemeente Midden-Delfland richt zich op de categorieën Woningbouw Nieuw, Woningbouw Bestaand, Utiliteitsbouw Nieuw, Utiliteitsbouw Bestaand en Grond-, Weg- en Waterbouw. Voor al deze categorieën gelden de volgende regionale maatregelen: uitsluitend gebruik van FSC hout; het vermijden van zink, koper en lood wanneer uitloging naar het oppervlaktewater mogelijk is; beperking gebruik van PVC. Verder geldt voor alle categorieën altijd de regel van het “gelijkwaardig of beterprincipe”. Ditzelfde geldt voor de instrumenten die ingezet worden om tot het gestelde doel te komen. Er kan met andere instrumenten hetzelfde of een beter resultaat bereikt worden als wat de gemeente Midden-Delfland voorschrijft. Streven naar hogere ambities vormt dan ook onderdeel van het beleid. OD 205 stedenbouw onderzoek en landschap
19
gemeente Midden-Delfland
Hieronder volgen de beleidsdoelen die specifiek gelden voor de in dit plan relevante categorieën; Woningbouw Nieuw en Grond-, Weg- en Waterbouw. Woningbouw Nieuw De ambitie van de gemeente Midden-Delfland voor Woningbouw Nieuw bestaat uit alle basismaatregelen uit de Groenfinanciering aangevuld met minimaal 120 punten uit de keuzemaatregelen van de Groenfinanciering. Hierbij zal gestreefd worden naar de 150 punten uit de keuzemaatregelen, zodat er aanspraak gedaan kan worden op de Groenverklaring. Verder wordt een Energieprestatiecoëfficiënt (EPC) gesteld die in ieder geval 10% lager ligt dan het op dat moment geldende wettelijke niveau. Grond-, Weg- en Waterbouw Het beleid voor Grond-, Weg- en Waterbouw (GWW) betreft alle van toepassing zijnde kostenneutrale vaste en variabele maatregelen uit het Nationale Pakket voor de GWW en alle variabele kosten waarbij de investeerder de meerkosten binnen een redelijke termijn kan terugverdienen. In het Bouwbesluit en de Bouwverordening zijn eisen gesteld voor duurzaam bouwen die voor een ieder gelden. Dit beleid is een extra stap in de bouwtechnische eisen. Gezien de investeringen voor de extra eisen is dit beleid vooralsnog geen standaardeis voor particulieren. Het beleid zal alleen gelden wanneer de gemeente partij is bij de onderhandelingen. In september 2005 is door de raad vastgesteld dat de gemeente een dubo-beleid (duurzaam bouwen beleid) met een EPC (energieprestatiecoëfficiënt) van 10% lager dan de waarde in het bouwbesluit. Hierbij spant de gemeente zich maximaal in om deze EPC zo veel mogelijk in de privaatrechtelijke overeenkomsten met bouwende partijen vast te leggen en te handhaven. In juli 2007 is er een nieuw besluit genomen door de raad, aangezien er nogal eens sprake was van weerstand van ontwikkelende partijen. Naar hun zeggen is de gemeentelijke EPC te streng en daarom moeilijk haalbaar. Toch heeft de raad besloten het beleid niet te versoepelen tot de waarde van het Bouwbesluit. Wel is een ‘afwijkingsclausule’ aan het bestaande beleid toegevoegd; Als bouwende partijen willen of moeten afwijken van de gemeentelijke EPC-norm kan de gemeente, bij hoge uitzondering (geen precedentwerking) en als daar naar het oordeel van de gemeente zwaarwegende redenen voor zijn, met redenen omkleed, afwijken van de EPC-norm van 0,72 en de norm uit het Bouwbesluit (0,8) toepassen. [b] 3.3.5 Welstandsnota gemeente Midden-Delfland Zowel in de kernen als in het buitengebied van de gemeente Midden-Delfland is veel ruimtelijke kwaliteit aanwezig. Daarom is reeds in een vroegtijdig stadium door de voormalige gemeenten Maasland en Schipluiden samengewerkt om tot een eenduidig welstandsbeleid voor de nieuwe gemeente te komen. Dit heeft geleid tot de ‘Welstandsnota gemeente Midden-Delfland’; vastgesteld op 27 april 2004. Een belangrijke pijler van de welstandsnota is het gebiedsgerichte welstandsbeleid. Per gebied is een samenhangend beoordelingskader opgesteld en is het gewenste welstandsniveau aangegeven. Dit welstandsniveau sluit aan bij het gehanteerde ruimtelijke kwaliteitsbeleid en de gewenste ontwikkelingen. Het plangebied Maaslandse Dam is gelegen in welstandsgebied 8; “veenweide”.
20
OD 205 stedenbouw onderzoek en landschap
bestemmingsplan Maaslandse Dam
Aanvullend beleid Voor de hele voormalige gemeente Maasland is een beeldkwaliteitsplan gemaakt. Voor het gedeelte van het gebied ‘veenweide’, gelegen in de voormalige gemeente Maasland, is dit van toepassing. Voor het gebied ‘veenweide’ met de kleinschalige zorgvuldig ingepaste bebouwing geldt een regulier welstandsregime. [7] Actualisering welstand 2009 De welstandnota Midden-Delfland is in 2004 vastgesteld. De nota is in samenwerking met de gemeente Westland tot stand gekomen. De hoofdinzet van deze eerste welstandsnota van de gemeente was het continueren van de bestaande praktijk en advisering. Sindsdien is er een herziening gemaakt van de criteria voor dakkapellen, maar de vele veranderingen die de gebiedsontwikkelingen met zich mee hebben gebracht zijn nog niet verwerkt. De nota is aan herziening toe en wordt daarom geactualiseerd. [5] 3.3.6 Midden-Delfland; Glas uit de polder In september 2006 is dit door het bureau Bosch Slabbers tuin- en landschapsarchitecten vervaardigde rapport uitgekomen. In deze studie zijn binnen het grondgebied van Midden-Delfland verschillende locaties onderzocht. Er is gekeken naar de potentie van die gebieden om, gebruik makend van de ruimte voor ruimte regeling, de compensatiewoningen te realiseren die gebouwd kunnen worden door het saneren van het verspreide glasareaal in de gemeente (ca. 55 ha.). De regeling houdt globaal in dat de sloop van kassen en daarbij de bestemmingswijziging van ‘glas naar gras’ (financieel) gecompenseerd kan worden met de bouw van woningen. Ook wordt in de regeling nadrukkelijk de mogelijkheid geboden voor een gebiedsgerichte toepassing, waarbij gekozen kan worden voor een afwijkende regeling voor een groot samenhangend gebied. In de studie is ook het gebied Maaslandse Dam als kansrijke locatie aangewezen. De totale modellenstudie wordt geïntegreerd in het landschapsontwikkelingsperspectief (LOP). [1] 3.3.7 Gebiedseconomie Midden-Delfland Deze studie richt zich op het in kaart brengen van de gebiedseconomie van Midden-Delfland. Om het gebied in staat te stellen de hoge ambities geformuleerd in de Gebiedsvisie Midden-Delfland® 2025 te realiseren, is inzicht nodig in de huidige gebiedseconomie en de toekomstige ontwikkelingen in met name de agrarische en recreatieve sector. Onderzocht is of de economie van MiddenDelfland genoeg potentie heeft om de kosten van het handhaven van het open cultuurlandschap te kunnen dragen. Daartoe wordt het economische profiel van Midden-Delfland onderzocht en wordt er onder andere ingegaan op de gewenste verdiepingsslag in de toeristische- en recreatieve sector. De bevindingen van dit onderzoek hebben als input gediend voor de uitwerking van de Gebiedsvisie Midden-Delfland® 2025 in het Landschapsontwikkelingsperspectief (LOP). Hierin wordt aangegeven welke activiteiten in welke delen van Midden-Delfland kunnen plaatsvinden en mogen worden ontwikkeld. (zie ook paragraaf 3.3.1 en 3.3.8) [2] 3.3.8 Landschapsontwikkelingsperspectief Midden-Delfland® 2025 (LOP) In het LOP zetten de gemeenten Midden-Delfland, Delft, Rotterdam-Overschie, Schiedam, Vlaardingen en Maassluis samen met het Hoogheemraadschap van Delfland de gezamenlijke koers uit voor de ontwikkeling van het MiddenDelflandgebied tot 2025. In het LOP wordt een concrete vertaling gegeven aan de thema’s uit de gebiedsvisie Midden-Delfland® 2025 (zie paragraaf 3.3.1).
OD 205 stedenbouw onderzoek en landschap
21
gemeente Midden-Delfland
zichtlijn tramkade - Kralingse Polder
ruimtelijke kwaliteit (Landschapsontwikkelingsperspectief Midden-Delfland® 2025)
ontwikkelingsrichting (Landschapsontwikkelingsperspectief Midden-Delfland® 2025)
22
OD 205 stedenbouw onderzoek en landschap
bestemmingsplan Maaslandse Dam
In het LOP zijn de huidige kwaliteiten van het Midden-Delflandgebied in kaart gebracht en is aangegeven op welke plekken deze kwaliteiten in stand gehouden dan wel versterkt dienen te worden. Daarnaast geeft het LOP aan waar ruimtelijke, economische en recreatieve ontwikkelingen in het Midden-Delflandgebied wenselijk en mogelijk zijn om haar functie van authentiek landschap en ‘groene binnentuin’ van de stedelijke omgeving te kunnen blijven vervullen. Het Landschapontwikkelingsperspectief Midden-Delfland® 2025 zal elke vier jaar op nieuwe ontwikkelingen worden geëvalueerd. Het LOP vormt het kader voor de bestemmingsplannen buitengebied. In het LOP worden de volgende kernkwaliteiten van Midden-Delfland benoemd; de agrarische identiteit (koe in de wei); de openheid; het robuuste watersysteem; de robuuste natuur; de cultuurhistorische waarden; de verbinding tussen stad en land. Bovengenoemde kernkwaliteiten dienen met het oog op nieuwe ontwikkelingen (die verband houden met hierna genoemde trends) in het gebied te worden beschermd en waar nodig versterkt. Om het Midden-Delflandgebied vitaal en authentiek te houden en op een aantrekkelijke manier toegankelijk te laten zijn voor de omwonende stedelingen, zijn ook de relevante trends die daarop van invloed zijn in het LOP benoemd; schaalvergroting in de landbouw voor productie voor de wereldmarkt naast productie voor de regionale markt; verandering van het landschap van productiegebied naar gebruiksgebied; vergrijzing, ontgroening en verkleuring van Nederland; een grotere welvaart, die leidt tot meer mobiliteit en andere wensen op het gebied van wonen, welzijn, ‘welness’ en zorg; globalisering versus lokalisering; een grotere internationale concurrentiestrijd, waarin unieke regionale vestigingscondities doorslaggevend zijn; verandering van het klimaat waardoor er meer ruimte voor waterberging nodig is. Om de zes genoemde kernkwaliteiten in stand te houden worden een aantal streefpunten genoemd; versterking van het contrast land – stad; versterking van de relaties met de bredere omgeving; versterking van de relaties met de directe omgeving; versterking van de kwaliteit van de randen; zonering van het recreatief gebruik: stad - rand - land; versterking van het agrarisch kerngebied; versterking van het kerngebied weidevogels; benutting van de kwaliteiten van het land als recreatief uitloopgebied; benutten van de recreatieve potenties van het water; versterking van de oost-west verbinding. Maaslandse Dam In het kader van ‘gras voor glas’ wordt specifiek voor het plangebied Maaslandse Dam het volgende gezegd; het verspreid liggende glas in Midden-Delfland doet afbreuk aan de openheid van het landschap en voegt weinig ruimtelijke kwaliteit
OD 205 stedenbouw onderzoek en landschap
23
gemeente Midden-Delfland
toe. De (niet duurzame) glasbestanden worden waar mogelijk gesaneerd, waarna de locatie wordt herontwikkeld. In een aantal gevallen komt de eigenaar voor financiële compensatie in aanmerking (ruimte voor ruimteregeling). In de Maaslandse Dam zal een unieke ontwikkeling plaats vinden. In dit buurtschap mogen mensen zich alleen vestigen als ze de aantrekkelijkheid van de Maaslandse Dam voor anderen weten te vergroten. In het kader van ‘Rode ontwikkelingen/Nieuwe economische activiteiten’ wordt met betrekking tot Maaslandse Dam het volgende gezegd; voor stedelijke ontwikkelingen is slechts ruimte voor zover zij reeds zijn vastgesteld. Bij het vrijkomen van agrarische gebouwen willen we deze benutten om de dominante functies van Midden-Delfland te versterken. Kleinschalige horeca, recreatie, zorg en innovatieve bedrijvigheid kunnen zich hier vestigen. Voorwaarde is dat het karakter en de schaal van de activiteiten passen bij Midden-Delfland. Nieuwe activiteiten mogen niet leiden tot een grotere druk op ruimte. In Maaslandse Dam wordt het verspreid liggende glas gesaneerd en komt er een bijzonder aantrekkelijk en voor Nederland tamelijk uniek buurtschap. Hier zullen zorg, diensten, educatie, horeca en bed & breakfast, kunst, cultuur en vrijetijdsbesteding elkaar versterken. Randvoorwaarde daarbij is dat de voorzieningen aansluiten bij het agrarische karakter van het gebied en zorgvuldigheid, verantwoordelijkheid en authenticiteit uitstralen (conform de Cittaslow filosofie). Ontwikkelingsperspectief Het Landschapontwikkelingsperspectief Midden-Delfland® 2025 is op polderniveau nader geconcretiseerd. Per polder zijn de ruimtelijke kwaliteiten in beeld gebracht die als grondslag gebruikt zijn bij de uitwerking van de mogelijke ontwikkelingsrichting van de afzonderlijke polders. De aangegeven ruimtelijke kwaliteiten en de ontwikkelingsrichting vormen tezamen het afwegingskader dat op polderniveau gehanteerd zal worden bij het beoordelen van nieuwe initiatieven op hun wenselijkheid. Het plangebied Maaslandse Dam maakt onderdeel uit van de Commandeurspolder. In de afbeeldingen zijn respectievelijk de ruimtelijke kwaliteit van het gebied en de ontwikkelingsrichting van het gebied weergegeven. Voor Maaslandse Dam worden de volgende ontwikkelingen omschreven; het verwijderen van glasopstanden; Maaslandse Dam wordt verder ontwikkeld met rode functies in lage dichtheden in combinatie met kleinschalige recreatieve functies; de bestaande wandelpaden op de Commandeurskade blijven ook in de toekomst openbaar toegankelijk en behouden het kleinschalige karakter. Geen verhard pad over deze kades; er blijft een zichtrelatie vanaf de tramkade door de Maaslandse Dam heen naar de Kralingerpolder (zie afbeelding ruimtelijke kwaliteit); ontwikkelen van een ecologische verbindingszone (EVZ) ten zuiden van de tramkade in ZW-NO richting. Inrichten als bloemrijk grasland voor vlinderpopulaties; recreatieontwikkeling voornamelijk door middel van het versterken van recreatieve routes en kleinschalige ontwikkelingen in de historische linten. [11]
24
OD 205 stedenbouw onderzoek en landschap
bestemmingsplan Maaslandse Dam
3.3.9 Waterplan Midden-Delfland Het Waterplan bestaat uit drie fasen; de Watervisie, het Waterstructuurplan en het Uitvoeringsplan. De watervisie geeft op hoofdlijnen de doelstelling aan op het gebied van waterbeheer in de gemeente Midden-Delfland. De watervisie is door het college van Dijkgraaf en Hoogheemraden (D&H) vastgesteld op 2 oktober 2007. Het waterstructuurplan heeft voorjaar 2009 ter inzage gelegen. Het waterstructuurplan en het uitvoeringsprogramma zijn vervolgens op 8 oktober 2009 vastgesteld door het Hoogheemraadschap. De gemeente Midden-Delfland heeft het Waterplan op 29 september 2009 vastgesteld. De visie die in het Waterplan wordt beschreven leidt tot de volgende punten die worden uitgewerkt in het waterstructuurplan en het uitvoeringsprogramma van het Waterplan Midden-Delfland: Waarborgen veiligheid Verbeteringsprojecten waterkeringen in beeld brengen Aangeven koppelingsmogelijkheden bij verbetering dijken en kades Procesafspraken maken voor ontwikkelingen in en om waterkeringen Waterbergingsopgave inpassen in het gebied Beleid afvoer neerslag in stedelijk gebied Inbedding en uitwerken resultaten ABC-Polderstudies in het waterstructuurplan. De ruimtelijke vertaling van de wateropgave als bouwsteen inbrengen in het LOP In beeld brengen van de mogelijke win-win situaties (bijvoorbeeld combinatie van water, recreatie, natuur) Verbetering waterkwaliteit en ecologie In beeld brengen van de ecologische en waterkwaliteitsdoelstellingen en knelpunten Beschrijven van maatregelen voor de verbetering van waterkwaliteit en ecologie, onderverdeeld in “geen spijt” maatregelen en gewenste maatregelen. Gewenste kwaliteitsmaatregelen als bouwsteen inbrengen in het LOP Omschrijven diffuse bronnenbeleid Samenwerking in de afvalwaterketen De gemeente en het Hoogheemraadschap werken al intensief samen in de afvalwaterketen. Er is regelmatig overleg, er worden samen studies uitgevoerd en er zijn afspraken gemaakt. In het Waterplan worden afspraken gemaakt over: het opstellen van een gezamenlijke afkoppelvisie waarin wordt aangegeven welke wijken geschikt zijn om af te koppelen en hoe moet worden omgegaan met afgekoppeld regenwater; het opstellen van een streefbeeld per zuiveringsregio; het opstellen van een meerjaren-investeringsplan in samenhang met de operationele kosten per zuiveringskring een verdere uitwerking van de gegevensverwerking en de uitwisseling van gegevens van het meetprogramma voor overstorten; hoe invulling kan worden gegeven aan telemetrie en real time control van de gehele keten; hoe de gemeente met het Hoogheemraadschap invulling wil geven aan het verbreed rioolrecht, de zorgplicht en een waterloket.
OD 205 stedenbouw onderzoek en landschap
25