Gemeente Hengelo – kern Hengelo
I&O Research, 2010
Koopstromenonderzoek 2010
Gemeente Hengelo – kern Hengelo
Datum: Kenmerk: Status:
September 2010 Ekoop10/348 Definitief
Koopstromenonderzoek 2010
Gemeente Hengelo – kern Hengelo
Colofon
Opdrachtgever
Gemeente Hengelo Titel rapport
Koopstromenonderzoek 2010 Deelrapportage Gemeente Hengelo – kern Hengelo Kenmerk
Ekoop10/348 Datum publicatie
September 2010 Projectteam I&O Research
Ruud Esselink Gerben Huijgen Thijs Lenderink Projectomschrijving
Onderzoek naar het koopgedrag in de provincie Overijssel en delen van Drenthe en Gelderland Trefwoorden
Koopstromenonderzoek, consumentengedrag, draagvlak, bezoekmotief en beoordeling winkelgebieden
Koopstromenonderzoek 2010
Gemeente Hengelo – kern Hengelo
Belangrijkste resultaten Waar doen inwoners van Hengelo hun aankopen en hoe heeft dit koopgedrag zich de afgelopen jaren ontwikkeld? Hoe waarderen consumenten de winkelvoorzieningen in Hengelo en waarom kiest men voor dit winkelgebied? Dit rapport brengt het koopgedrag voor Hengelo in beeld. De rapportage maakt onderdeel uit van het koopstromenonderzoek dat elke vijf jaar wordt uitgevoerd in Oost-Nederland. Het onderzoek is uitgevoerd door middel van een telefonische en online enquête onder zo’n 32.000 consumenten in 38 gemeenten. Aan de peiling hebben 800 huishoudens uit Hengelo deelgenomen. Het onderzoek is uitgevoerd door I&O Research. Meer toevloeiing dagelijkse artikelen • De meeste inwoners van Hengelo (93 procent) doen de dagelijkse boodschappen in de eigen woonplaats. Bijna driekwart van hen gaat dagelijks of enkele malen per week, de rest één keer per week of minder. • Ten opzichte van 2000 is de koopkrachtbinding voor dagelijkse artikelen gelijk gebleven. Tussen 2005 en 2010 is er echter sprake van een lichte afname. • Het aandeel klanten uit de regio dat de dagelijkse artikelen in Hengelo koopt (de koopkrachttoevloeiing), is tussen 2000 en 2010 met 47 procent gegroeid. De groei komt vooral voor rekening van de periode 2000-2005. • Het totale draagvlak in de dagelijkse sector van Hengelo bedraagt 86.500 en is sinds 2005 met 2 procent afgenomen (1.800 klanten). • In vergelijking met kernen met een vergelijkbaar inwonertal is het aantal klanten voor dagelijkse artikelen in Hengelo gemiddeld. Woninginrichtingbranche levert in, electrobranche groeit • Het totale aantal klanten in de niet-dagelijkse sector van Hengelo bedraagt 126.800. • De positie van de niet-dagelijkse sector in Hengelo is de afgelopen jaren licht vooruitgegaan; 2 procent meer klanten dan in 2005 doen de niet-dagelijkse aankopen in Hengelo. Dit komt door een stijging van de koopkrachttoevloeiing, de koopkrachtbinding van niet-dagelijkse artikelen is gedaald. • De sterkste afname van draagvlak is te zien in de woninginrichtingbranche (-27 procent). Vooral de koopkrachttoevloeiing is hier afgenomen. • De sterkste toename van draagvlak komt voor rekening van de electrobranche, hier groeide het aantal klanten de afgelopen vijf jaar met 35 procent. • Ondanks de afname van het aantal toevloeiende klanten is de woninginrichtingbranche verantwoordelijk voor de grootste relatieve toevloeiing van klanten naar Hengelo. De grootste absolute toevloeiing voor niet-dagelijkse artikelen is te zien bij de electrobranche. • Vergeleken met een aantal referentiekernen is het gemiddelde draagvlak voor de nietdagelijkse artikelen in Hengelo relatief groot. Inwoners en bezoekers van van Hengelo kiezen voor nabijheid • De nabijheid van de winkels is voor inwoners en regiobezoekers een belangrijk argument voor het doen van dagelijkse inkopen in Hengelo. Daarna volgen bij inwoners de aanwezigheid van bepaalde winkels/producten, bereikbaarheid en parkeergelegenheid. Bij regiobezoekers gaat het naast nabijheid om bereikbaarheid, bepaalde winkels/producten en de kwaliteit van het winkelaanbod. Ook als het gaat om winkelen, is nabijheid voor inwoners de belangrijkste reden. Regiobezoekers gaan vooral in Hengelo winkelen vanwege de hoeveelheid winkels.
Koopstromenonderzoek 2010
•
•
Gemeente Hengelo – kern Hengelo
De meeste winkelvoorzieningen in Hengelo worden ruim voldoende beoordeeld. Vooral over de bereikbaarheid van het winkelcentrum en de fietsparkeermogelijkheden is men tevreden. Het aanbod van daghoreca krijgt met een 6,6 het laagste rapportcijfer. Tussen 2000 en 2005 nam de waardering voor veel winkelvoorzieningen iets af, om tussen 2005 en 2010 weer toe te nemen. Enkel de waardering voor het aanbod van daghoreca is de afgelopen vijf jaar gedaald.
Regelmatig bezoek aan warenmarkt; warenmarkt; aankopen via internet en bezoek koopzondagen minder frequent • Ongeveer een vijfde van de inwoners van Hengelo bestelt regelmatig (tenminste één keer per maand) iets via het internet. • Bijna twee op de drie inwoners bezoeken regelmatig een warenmarkt. De meerderheid bezoekt dan de markt in Hengelo zelf. • Ruim de helft van de inwoners van Hengelo bezoekt wel eens een koopzondag. Het grootste deel blijft hiervoor in Hengelo.
Koopstromenonderzoek 2010
Gemeente Hengelo – kern Hengelo
Inhoud 1.
2.
3.
4.
5.
Inleiding
1
1.1 1.2
1 2
Aanleiding Opbouw van het rapport
Huidige koopstromen
5
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
Inleiding Koopkrachtbinding en -toevloeiing Herkomst vreemde koopkracht Koopkrachtafvloeiing Marktaandelen
5 5 6 7 9
De ontwikkeling van de koopstromen
11
3.1 3.2 3.3
11 11 13
Inleiding Ontwikkeling koopkracht Ontwikkelingen herkomst draagvlak 2000-2010
Vergelijking van het draagvlak
16
4.1 4.2
16 16
Inleiding Regionale concurrentiekracht van Hengelo
Beoordeling en bezoekmotief consument 5.1 5.2 5.3 5.4
19
Inleiding 19 Beoordeling winkelgebied Hengelo 19 Bezoekmotief winkelgebied 21 Overige aspecten van het koopgedrag van inwoners van Hengelo 23
Koopstromenonderzoek 2010
Gemeente Hengelo – kern Hengelo
1 Inleiding
Koopstromenonderzoek 2010
Gemeente Hengelo – kern Hengelo
1. Inleiding 1.1 Aanleiding De zesde in een een reeks Het consumentengedrag wordt steeds diffuser. Consumenten doen hun boodschappen veelal dicht bij huis, maar ‘dicht bij huis’ kan ook de grote discountsupermarkt in een aangrenzende plaats zijn. Voor het meer recreatieve winkelbezoek wordt minder vaak het winkelcentrum in de eigen woonplaats bezocht, centra van andere plaatsen hebben vaak meer aantrekkingskracht. Daarnaast speelt internet een groeiende rol in de aan- en verkoop van producten. Maar ook demografische ontwikkelingen als bevolkingskrimp en vergrijzing en ruimtelijke ontwikkelingen (woningbouw en infrastructuur) veroorzaken veranderingen in het aankoopgedrag van consumenten. Dit zijn allemaal ontwikkelingen die winkelcentra en binnensteden raken. Koopstromenonderzoek brengt het koopgedrag van consumenten in beeld, waarmee inzicht wordt verkregen in het functioneren van winkelcentra en aankoopplaatsen. Tussen 1986 en 2005 hebben de provincie Overijssel en de Kamers van Koophandel OostNederland en Zuid-Drenthe in samenwerking met de gemeenten elke vijf jaar een koopstromenonderzoek laten uitvoeren. Deze reeks wordt in 2010 aangevuld met nieuw onderzoek naar het koopgedrag van consumenten in Overijssel en delen van Drenthe en Gelderland. In totaal hebben 38 gemeenten deelgenomen aan het onderzoek en zijn zo’n 32.000 consumenten geïnterviewd. Afbeelding 1.1 Het onderzoeksgebied.
1
Koopstromenonderzoek 2010
Gemeente Hengelo – kern Hengelo
Kracht van het koopstromenonderzoek Koopstromenonderzoek geeft inzicht in het koopgedrag van consumenten. Doordat in OostNederland koopstromenonderzoek vijfjaarlijks plaatsvindt, biedt het onderzoek ook mogelijkheden om veranderingen in het draagvlak voor winkelvoorzieningen in kaart te brengen. Hiermee kan het functioneren van winkelgebieden gemonitord worden. Het vijfjaarlijkse koopstromenonderzoek vormt een basis voor de ontwikkeling of herijking van detailhandelsbeleid. Bovendien kunnen de uitkomsten van koopstromenonderzoek input leveren voor city- of regiomarketing (waarvoor komen bezoekers wel of niet?) en een meer integraal leisure- of vrijetijdsbeleid. Winkelen vormt tenslotte na sporten de meest beoefende vorm van vrijetijdsbesteding. Doel van het onderzoek Het Koopstromenonderzoek Oost-Nederland 2010 stelt zich het beantwoorden van onderstaande onderzoeksvragen ten doel: • Wat zijn de kenmerken van het ruimtelijk koopgedrag in Oost-Nederland en hoe heeft dit zich in de afgelopen vijf jaar ontwikkeld (kwantitatief)? • Welke motieven zijn bepalend voor het koopgedrag, in het algemeen en specifiek per aankooplocatie, en hoe heeft dit zich ontwikkeld (kwalitatief)? De dataverzameling heeft in de periode februari tot en met mei 2010 plaatsgevonden. Het gedrag en de mening van consumenten is in kaart gebracht met behulp van de ‘traditionele’ koopstromenonderzoekmethodiek, waarbij consumenten gevraagd is naar de plaats waar zij artikelgroepen kopen. Deze wordt aangevuld met een kwalitatief deel, waarbij aanvullende vragen zijn gesteld over winkelgedrag (bijvoorbeeld bezoekfrequentie en waardering meest bezochte aankoopplaatsen, marktbezoek en webwinkelen). De opzet van het onderzoek sluit aan bij de vorige metingen van het koopstromenonderzoek. De enquêtes zijn zowel telefonisch als via internet afgenomen. In totaal hebben 31.900 huishoudens deelgenomen aan het onderzoek. In Hengelo zijn in totaal 800 huishoudens ondervraagd.
1.2 Opbouw van het rapport In het rapport worden achtereenvolgens de volgende onderdelen besproken: Hoofdstuk 2: De huidige koopstromen Dit hoofdstuk presenteert de koopkrachtbinding en -toevloeiing voor Hengelo in 2010. Deze koopstromen geven inzicht in de mate waarin de consument zich op het winkelaanbod in deze gemeente oriënteert en welke positie Hengelo inneemt in de regio. Hoofdstuk 2 heeft een kwantitatief karakter. Hoofdstuk 3: De ontwikkeling van de koopstromen Hoofdstuk 3 voorziet in een vergelijking van de onderzoeksresultaten uit 2010 met die van 2005 en 2000. Resultaat is een trendanalyse, waarmee een beeld ontstaat van de dynamiek in het consumentengedrag. Dit hoofdstuk is, net als hoofdstuk 2, voornamelijk kwantitatief van inhoud. Hoofdstuk 4: Vergelijking van het draagvlak Om meer inzicht te krijgen in de verzorgingspositie en - kracht vergelijken we het draagvlak. Hoofdstuk 4 presenteert grafieken met daarin het draagvlak per artikelgroep van Hengelo vergeleken met het draagvlak van omliggende en vergelijkbare plaatsen.
2
Koopstromenonderzoek 2010
Gemeente Hengelo – kern Hengelo
Hoofdstuk 5: Beoordeling en bezoekmotief consument Dit hoofdstuk bespreekt de mening van huishoudens over onder andere het aantal winkels, de bereikbaarheid, de veiligheid en de kwaliteit van winkels van het winkelgebied dat zij het vaakst bezoeken. Ook bevat hoofdstuk 5 het antwoord op de vraag waarom huishoudens voor een bepaald winkelgebied kiezen. Zodoende is dit onderdeel van het rapport kwalitatief van aard.
In de bijlagen is onder meer een begrippenlijst opgenomen (bijlage 2) en is ook meer te lezen over de onderzoeksopzet- en uitvoering, en de vergelijkbaarheid met eerdere edities van het koopstromenonderzoek (bijlage 3). Naast alle kernrapportage voor de deelnemende gemeenten is eveneens een hoofdrapport samengesteld. Dit rapport en aanvullende informatie over het koopstromenonderzoek kunt u vinden op de website www.koopstromen.nl.
3
Koopstromenonderzoek 2010
Gemeente Hengelo – kern Hengelo
2 Huidige koopstromen
4
Koopstromenonderzoek 2010
Gemeente Hengelo – kern Hengelo
2. Huidige koopstromen 2.1 Inleiding Dit hoofdstuk beschrijft het koopgedrag van de consument in Hengelo. Hierbij worden de aankopen onderscheiden naar dagelijkse en niet-dagelijkse artikelen. Deze laatste categorie bestaat uit de onderstaande artikelgroepen: • kleding; • schoenen; • woninginrichting; • huishoudelijke artikelen; • electro; • doe-het-zelfartikelen; • bloemen, planten en tuinartikelen. In dit hoofdstuk speelt het begrip ‘draagvlak’ een belangrijke rol. Het draagvlak is het totaal aantal klanten van een bepaalde aankoopplaats, in dit geval Hengelo. Het draagvlak is de optelsom van het aantal klanten uit Hengelo zelf en het aantal klanten van buiten Hengelo. Deze eerste groep vormt de koopkrachtbinding, wat de mate waarin inwoners van Hengelo hun aankopen doen in winkels die in Hengelo gevestigd zijn, weergeeft. Het andere gedeelte van het draagvlak bestaat uit koopkrachttoevloeiing, die wordt gedefinieerd als de mate waarin inwoners uit andere plaatsen aankopen doen in Hengelo. De omvang en samenstelling van het draagvlak komt in paragraaf 2.2 aan bod. Paragraaf 2.3 gaat nader in op de herkomst van het draagvlak, in beeld gebracht met behulp van een aantal kaartbeelden. Dit hoofdstuk sluit af met de koopkrachtafvloeiing: de mate waarin inwoners van Hengelo artikelen kopen in winkels buiten de kern. De omvang van Hengelo is bepaald aan de hand van het postcodegebied 7551-7559. Het inwonertal bedroeg op 1 januari 2010 80.935 (CBS 2010). In 2005 was dit 81.000. Het inwonertal is hiermee stabiel gebleven.
2.2 Koopkrachtbinding en -toevloeiing Tabel 2.1 presenteert het draagvlak en de koopkrachtbinding en -toevloeiing voor Hengelo. Het totaal aantal klanten (draagvlak) voor dagelijkse artikelen in Hengelo bedraagt 86.500. Het totaal aantal klanten voor niet-dagelijkse artikelen ligt een stuk hoger, op 126.800. De koopkrachtbinding voor dagelijkse en niet-dagelijkse artikelen is in Hengelo respectievelijk 93% en 71%. Het merendeel van de inwoners van Hengelo koopt dus zowel de dagelijkse als nietdagelijkse artikelen in de eigen gemeente. De artikelgroepen waarin de meeste koopkracht wordt gebonden zijn – naast de dagelijkse artikelen – de doe-het-zelf, huishoudelijke en electro artikelen.
5
Koopstromenonderzoek 2010
Gemeente Hengelo – kern Hengelo
Van het totaal aantal klanten voor niet-dagelijkse artikelen is 13% afkomstig uit andere plaatsen dan Hengelo. Voor niet-dagelijkse artikelen is dit 54%. De artikelgroep die verantwoordelijk is voor de grootste relatieve toevloeiing is woninginrichting. De electro artikelen zorgen voor de grootste absolute toevloeiing.
Tabel 2.1 Draagvlakopbouw, per artikelgroep, Hengelo (2010). binding artikelgroep dagelijks
draagvlak
absoluut
toevloeiing %
1)
absoluut
% 2)
oriëntatieoriëntatie-index
86.500
75.000
93%
11.500
13%
107
126.800
57.800
71%
69.000
54%
157
98.200
50.300
62%
47.900
49%
121
- schoenen
104.200
60.700
75%
43.500
42%
129
- woninginrichting
170.900
51.600
64%
119.300
70%
211
- huishoudelijke artikelen
137.300
72.000
89%
65.300
48%
170
- electro
193.700
68.200
84%
125.500
65%
239
- doe-het-zelfartikelen
104.300
77.200
95%
27.100
26%
129
48.800
42.000
52%
6.800
14%
60
niet-dagelijks - kleding
- bloemen, planten en tuinartikelen 1)
mate waarin de bevolking in de eigen plaats koopt, uitgedrukt als percentage van het aantal inwoners
2)
mate waarin Hengelo klanten uit andere plaatsen aantrekt, uitgedrukt als percentage van het draagvlak
In tabel 2.1 is ook de oriëntatie-index opgenomen. Een oriëntatie-index van 100 of groter geeft aan dat de omvang van het draagvlak groter is dan het inwonertal van de betreffende kern. De hoogste oriëntatie-index is die van de electrobranche, gevolgd door de woninginrichtingbranche. De laagste oriëntatie-index hebben de bloemen, planten en tuinartikelen.
2.3 Herkomst vreemde koopkracht In tabel 2.1 zagen we dat het aandeel draagvlak van buiten Hengelo voor dagelijkse artikelen 13% bedraagt en voor niet-dagelijkse artikelen 54%. De herkomst vreemde koopkracht voor dagelijkse artikelen wordt het meest door Enschede en Dinkelland bepaald. Maar ook inwoners van Oldenzaal, Borne, Almelo en Hof van Twente brengen voor dagelijkse artikelen wel eens een bezoek aan Hengelo (figuur 2.1). Voor de niet-dagelijkse artikelen is de herkomst van de bezoekers meer verspreid. Wanneer wordt ingezoomd op de niet-dagelijkse artikelen wordt duidelijk dat klanten van buitenaf meestal uit Almelo, Hof van Twente, Enschede of Borne komen. Maar ook uit verder gelegen gebieden zoals Hardenberg, Hellendoorn en Deventer komt een groep bezoekers (figuur 2.2). De kledingbranche trekt 47.900 klanten van buitenaf aan. Consumenten die hun kleding in Hengelo komen kopen zijn vooral afkomstig uit Hof van Twente, gevolgd door Enschede en Borne (figuur 2.3). Als het gaat over electronica dan hebben inwoners uit Almelo het grootste aandeel in vreemde koopkracht; zij bepalen meer dan 10 procent van het draagvlak (figuur 2.4).
6
Koopstromenonderzoek 2010
Gemeente Hengelo – kern Hengelo
Figuur 2.1
Figuur 2.2
Herkomst draagvlak dagelijkse artikelen.
Herkomst draagvlak niet-dagelijkse artikelen.
Figuur 2.3
Figuur 2.4 Herkomst draagvlak electro.
Herkomst draagvlak kleding.
2.4 Koopkrachtafvloeiing Bijna één op de veertien inwoners van Hengelo (7 procent) schaft dagelijkse artikelen in andere plaatsen aan. Voor de niet-dagelijkse artikelen is dit aandeel hoger, namelijk 29 procent. De artikelgroepen waarvan de koopkrachtbinding het laagst is en waarvoor de meeste inwoners dus naar plaatsen buiten Hengelo gaan, zijn (van laag naar hoog): • Artikelgroep bloemen, planten en tuinartikelen: 48% van de inwoners koopt deze artikelen buiten de eigen woonplaats; • Artikelgroep kleding: hiervoor gaat 38% naar andere plaatsen;
7
Koopstromenonderzoek 2010
• •
Gemeente Hengelo – kern Hengelo
Artikelgroep woninginrichting: 36% schaft meubelen niet in de eigen woonplaats aan; Artikelgroep schoenen: 25% van de inwoners koopt schoenen buiten Hengelo.
In figuur 2.5 is te zien dat inwoners van Hengelo voor dagelijkse artikelen naar Enschede, Haaksbergen, Hof van Twente en Borne gaan. Voor niet-dagelijkse artikelen wijkt de grootste groep inwoners uit naar Enschede (figuur 2.6). In figuur 2.7 en 2.8 is de afvloeiing in de bloemen, planten en tuinartikelen en kledingbranche zichtbaar gemaakt. Voor de bloemen, planten en tuinartikelen geldt dat de grootste groep afvloeit naar Dinkelland. Daarnaast vloeit 5 tot 10 procent van de inwoners hiervoor af naar Enschede. Deze laatstgenoemde stad is voor inwoners van Hengelo ook een populaire plaats om kleding te kopen.
Figuur 2.5 Afvloeiing draagvlak dagelijkse artikelen.
Figuur 2.6 Afvloeiing draagvlak niet-dagelijkse artikelen.
Figuur 2.7
Figuur 2.8
Afvloeiing draagvlak bloemen.
Afvloeiing draagvlak kleding.
8
Koopstromenonderzoek 2010
Gemeente Hengelo – kern Hengelo
2.5 Marktaandelen Tabel 2.2 presenteert de marktaandelen per aankoopplaats. De wijkwinkelcentra Groot Driene, Hasselo en Hengelose Es hebben een belangrijk aandeel voor wat betreft dagelijkse artikelen. Respectievelijk 18, 21 en 12 procent van de totale bestedingen in de dagelijkse sector worden in deze winkelcentra gedaan. Ook huishoudelijke artikelen worden hier relatief vaak aangeschaft. Het centrum heeft een marktaandeel van 15 procent voor dagelijkse artikelen. Het aandeel in nietdagelijkse artikelen is dan ook groter. Voor kleding (91 procent) en schoenen (73 procent) is de oriëntatie op het centrum van Hengelo sterk. Ook bloemen, planten en tuinartikelen worden veelal in het centrum aangeschaft. Westermaat Zuid is de dominante aankoopplaats voor doe-het-zelf artikelen. Het marktaandeel bedraagt 33 procent, vijf procentpunten meer dan het marktaandeel van Plein Westermaat voor doe-het-zelf artikelen. Deze aankoopplaats is vooral belangrijk voor electro (82 procent), woninginrichting (70 procent) en huishoudelijke artikelen (36 procent). In totaal heeft Plein Westermaat een marktaandeel van 45 procent voor niet-dagelijkse artikelen. Dit is groter dan het marktaandeel van het centrum.
Tabel 2.2 Marktaandelen per aankoopplaats naar artikelgroep. Aankoopplaatsen Artikelgroep Centrum
Groot Driene
Hasselo
HengeloHengelose Es
WesterWestermaat Zuid
Plein WesterWestermaat
Overig
dagelijks
15%
18%
21%
12%
0%
1%
33%
niet-dagelijks
34%
1%
2%
1%
1%
45%
17%
- kleding
91%
1%
2%
1%
0%
1%
4%
- schoenen
73%
0%
6%
0%
0%
1%
19%
- woninginrichting
12%
0%
0%
0%
8%
70%
9%
- huishoudelijke artikelen
41%
4%
6%
3%
1%
36%
10%
- electro
8%
0%
0%
0%
2%
82%
7%
- doe-het-zelf
6%
0%
1%
0%
33%
28%
32%
22%
8%
10%
7%
2%
3%
49%
- bloemen, planten en tuin
9
Koopstromenonderzoek 2010
Gemeente Hengelo – kern Hengelo
3 De ontwikkeling
van de koopstromen
10
Koopstromenonderzoek 2010
Gemeente Hengelo – kern Hengelo
3. De ontwikkeling van de koopstromen 3.1 Inleiding In het vorige hoofdstuk is verslag gedaan van de huidige kooporiëntatie op Hengelo, alsmede de oriëntatie van inwoners van Hengelo op andere aankoopplaatsen. De meeste inwoners van Hengelo doen zowel hun dagelijkse als niet-dagelijkse boodschappen in de eigen gemeente. Met name de electro- en woninginrichtingbranche van Hengelo zijn in trek. In dit hoofdstuk worden de huidige koopstromen vergeleken met de resultaten uit 2005 en 2000 en worden zodoende de belangrijkste ontwikkelingen in beeld gebracht. Paragraaf 3.2 beschrijft de belangrijkste ontwikkelingen in koopkrachtbinding- en toevloeiing, waarna paragraaf 3.3 aandacht besteedt aan de veranderingen in de herkomst van het draagvlak, wederom weergegeven in kaartbeelden.
3.2 Ontwikkeling koopkracht In tabel 3.1 worden de absolute en procentuele veranderingen van het draagvlak, de koopkrachtbinding en de toevloeiing weergegeven in de periode 2005-2010. Waar het draagvlak voor dagelijkse artikelen de afgelopen vijf jaar met 1.800 klanten is afgenomen, is dat voor niet-dagelijkse artikelen met 2.900 klanten gegroeid. De afname van het draagvlak voor dagelijkse artikelen is het gevolg van een dalend aantal inwoners dat deze artikelen in de eigen woonplaats koopt – de koopkrachttoevloeiing is juist gestegen. De toename van het draagvlak voor niet-dagelijkse artikelen komt geheel voor rekening van de koopkrachttoevloeiing; het aantal mensen uit andere plaatsen dat deze artikelen in Hengelo koopt, is met 8.300 gegroeid. De binding voor niet-dagelijkse artikelen is daarentegen met 5.400 klanten afgenomen. Van de niet-dagelijkse artikelgroepen heeft de electrobranche de grootste toename van het draagvlak (+ 50.500 klanten). De sterkste afname zien we in de artikelgroep woninginrichting (-64.600 klanten).
Tabel 3.1 Ontwikkeling draagvlak, binding en toevloeiing, per artikelgroep, Hengelo (2005-2010). draagvlak artikelgroep
binding
toevloeiing
totaal
%
absoluut
%
absoluut
%
dagelijkse artikelen
-1.800
-2%
-2.700
-3%
900
8%
niet-dagelijkse artikelen
2.900
2%
-5.400
-9%
8.300
14%
-18.500
-16%
-12.700
-20%
-5.800
-11%
3.400
3%
-2.400
-4%
5.800
15%
-64.600
-27%
-200
0%
-64.400
-35%
- huishoudelijke artikelen
12.300
10%
-1.500
-2%
13.800
27%
- electro
50.500
35%
-3.100
-4%
53.600
65%
- doe-het-zelfartikelen
15.000
17%
2.500
3%
12.500
86%
5.800
13%
7.300
21%
-1.500
-18%
- kleding - schoenen - woninginrichting
- bloemen, planten en tuinartikelen
11
Koopstromenonderzoek 2010
Gemeente Hengelo – kern Hengelo
Tabel 3.2 en tabel 3.3 presenteren de ontwikkeling van de koopkrachtbinding- en toevloeiing voor de afgelopen tien jaar. De uitkomsten voor 2010 worden respectievelijk vergeleken met 2005 en met 2000. De koopkrachtbinding voor dagelijkse artikelen is de afgelopen tien jaar stabiel gebleven. De koopkrachtbinding voor niet-dagelijkse artikelen is ten opzichte van 2000 met 3% gedaald. De grootste toename zien we in de artikelgroep woninginrichting; het aandeel inwoners dat deze artikelen in de eigen woonplaats koopt, is gegroeid met 25%. De sterkste afname van koopkrachtbinding doet zich in de kledingbranche voor (-13%).
Tabel 3.2 Koopkrachtbinding, per artikelgroep, Hengelo (2000, 2005 en 2010). 1 artikelgroep
2000
2005
2010
% ontw. 20002000-2010
dagelijkse artikelen
74.700
77.700
75.000
0%
niet-dagelijkse artikelen
59.400
63.200
57.800
-3%
- kleding
57.500
63.000
50.300
-13%
- schoenen
65.700
63.100
60.700
-8%
- woninginrichting
41.300
51.800
51.600
25%
- huishoudelijke artikelen
72.800
73.500
72.000
-1%
- electro
69.500
71.300
68.200
-2%
- doe-het-zelfartikelen
-
74.700
77.200
3%
- bloemen, planten en tuinartikelen
-
34.700
42.000
21%
In tabel 3.3 valt onder meer de ontwikkeling in de koopkrachttoevloeiing voor niet-dagelijkse artikelen op. Deze is tussen 2000 en 2010 verdubbeld. Deze sterke toename komt vooral door groei binnen de productgroepen woninginrichting (+222%), electro technische artikelen (+180%) en huishoudelijke artikelen (+115%). Ook de toevloeiing voor dagelijkse artikelen is toegenomen, zij het wat minder sterk (+47%).
1
In 2000 zijn 'doe-het-zelf' en 'bloemen, planten en tuinartikelen' samengenomen. Daarom presenteren we voor deze twee branches de ontwikkeling 2005-2010.
12
Koopstromenonderzoek 2010
Gemeente Hengelo – kern Hengelo
Tabel 3.3 Koopkrachttoevloeiing, per artikelgroep, Hengelo (2000, 2005 en 2010). 2 artikelgroep
2000
2005
2010
% ontw. 20002000-2010
dagelijkse artikelen
7.800
10.600
11.500
47%
niet-dagelijkse artikelen
34.300
60.700
69.000
101%
- kleding
57.800
53.700
47.900
-17%
- schoenen
43.000
37.700
43.500
1%
- woninginrichting
37.000
183.700
119.300
222%
- huishoudelijke artikelen
30.400
51.500
65.300
115%
- electro
44.900
81.900
125.500
180%
- doe-het-zelfartikelen
-
14.600
27.100
86%
- bloemen, planten en tuinartikelen
-
8.300
6.800
-18%
3.3 Ontwikkelingen herkomst draagvlak 2000-2010 De vorige paragraaf liet zien dat het draagvlak voor winkelvoorzieningen in Hengelo zich in de afgelopen tijd heeft veranderd. Interessant is te zien vanuit welke omliggende gemeenten zich een verandering in de oriëntatie op Hengelo heeft voorgedaan. De grootste verandering in klantoriëntatie op Hengelo voor dagelijkse artikelen zien we in omliggende gemeenten zoals Enschede, Borne, Oldenzaal en Bad Bentheim Stadt; het aantal klanten uit dit gebied dat de dagelijkse boodschappen in Hengelo doet, is met 500-1.000 klanten toegenomen. Bij de niet-dagelijkse artikelen doen zich veel veranderingen voor. De grootste verandering doet zich in Hengelo zelf voor; de klantoriëntatie is met meer dan 1000 klanten afgenomen. Daar staat tegenover dat de klantoriëntatie op Hengelo in tien omliggende gemeenten met meer dan 1.000 klanten is toegenomen en in nog eens zeven gemeenten met 500 tot 1.000 klanten is gegroeid.
2
In 2000 zijn 'doe-het-zelf' en 'bloemen, planten en tuinartikelen' samengenomen. Daarom presenteren we voor deze twee branches de ontwikkeling 2005-2010.
13
Koopstromenonderzoek 2010
Gemeente Hengelo – kern Hengelo
Figuur 3.1 Verandering oriëntatie dagelijkse artikelen.
Figuur 3.2 Verandering oriëntatie niet-dagelijkse artikelen.
14
Koopstromenonderzoek 2010
Gemeente Hengelo – kern Hengelo
4 Vergelijking
van het draagvlak
15
Koopstromenonderzoek 2010
Gemeente Hengelo – kern Hengelo
4. Vergelijking van het draagvlak 4.1 Inleiding Dit hoofdstuk vergelijkt het draagvlak van Hengelo met het draagvlak van een aantal plaatsen die nabijgelegen en/of qua omvang en structuur vergelijkbaar zijn met Hengelo. Naast een viertal referentieplaatsen positioneren we Hengelo ook ten opzichte van het gemiddelde van kernen van vergelijkbare omvang. Zodoende ontstaat inzicht in de positie die Hengelo momenteel inneemt als het gaat om de regionale concurrentiekracht.
4.2 Regionale concurrentiekracht van Hengelo De figuren 4.1 tot en met 4.9 presenteren voor elke artikelgroep de vergelijking van het draagvlak. Door de omvang van het draagvlak per branche te relateren aan het inwonertal corrigeren we voor verschillen in de bevolkingsomvang van plaatsen. We hanteren hierbij het aantal klanten per 1.000 inwoners. Dit kengetal laat zien of een kern in verhouding tot de omvang van de kern relatief veel of weinig klanten aan zich weet te binden. Bij vergelijking van Hengelo met de andere referentieplaatsen valt op dat Hengelo het grootste draagvlak heeft voor electro en huishoudelijke artikelen. Ook het draagvlak voor de artikelgroep woninginrichting is relatief groot. Daarentegen heeft de bloemen, planten en tuinbranche in Hengelo het kleinste draagvlak. Al met al heeft de gemeente – in vergelijking tot de referentieplaatsen – het op één na grootste draagvlak voor niet-dagelijkse artikelen. Het draagvlak voor dagelijkse artikelen is ten opzichte van de referentieplaatsen gemiddeld.
Figuur 4.1
Figuur 4.2 Vergelijking draagvlak niet-dagelijkse artikelen.
Vergelijking draagvlak dagelijkse artikelen. Hengelo
Hengelo
Enschede
Enschede
Oldenzaal
Oldenzaal
Almelo
Almelo
Emmen
Emmen
kernen > 50.000 inwoners
kernen > 50.000 inwoners 0
500
1.000
1.500
2.000
2.500
0
3.000
Figuur 4.3
500
1.000
1.500
2.000
2.500
3.000
Figuur 4.4 Vergelijking draagvlak schoenen.
Vergelijking draagvlak kleding.
Hengelo
Hengelo
Enschede
Enschede
Oldenzaal
Oldenzaal
Almelo
Almelo
Emmen
Emmen
kernen > 50.000 inwoners
kernen > 50.000 inwoners 0
500
1.000
1.500
2.000
2.500
0
3.000
16
500
1.000
1.500
2.000
2.500
3.000
Koopstromenonderzoek 2010
Gemeente Hengelo – kern Hengelo
Figuur 4.5
Figuur 4.6
Vergelijking draagvlak huishoudelijke artikelen. Vergelijking draagvlak woninginrichting. Hengelo
Hengelo
Enschede
Enschede
Oldenzaal
Oldenzaal
Almelo
Almelo
Emmen
Emmen
kernen > 50.000 inwoners
kernen > 50.000 inwoners
0
500
1.000
1.500
2.000
2.500
3.000
Figuur 4.7
0
Hengelo
Hengelo
Enschede
Enschede
Oldenzaal
Oldenzaal
Almelo
Almelo
Emmen
Emmen
kernen > 50.000 inwoners
kernen > 50.000 inwoners
500
1.000
1.500
2.000
2.500
3.000
0
Figuur 4.9 Vergelijking draagvlak bloemen, planten en tuinartikelen. Hengelo
Enschede
Oldenzaal
Almelo
Emmen kernen > 50.000 inwoners 0
500
1.000
1.500
1.000
1.500
2.000
2.500
3.000
2.500
3.000
Figuur 4.8 Vergelijking draagvlak doe-het-zelf.
Vergelijking draagvlak electro.
0
500
2.000
2.500
3.000
17
500
1.000
1.500
2.000
Koopstromenonderzoek 2010
Gemeente Hengelo – kern Hengelo
5 Beoordeling en
bezoekmotief consument
18
Koopstromenonderzoek 2010
Gemeente Hengelo – kern Hengelo
5. Beoordeling en bezoekmotief consument 5.1 Inleiding Zoals in de inleiding van deze rapportage al werd genoemd, bevat dit onderzoek ook een onderdeel dat kwalitatief van opzet is. Voor het in kaart brengen van het functioneren van winkelgebieden en aankoopplaatsen is het ook van belang zicht te hebben op aanvullende aspecten zoals beoordeling, bezoekmotief en –gedrag. Hoe klanten het winkelgebied beoordelen dat ze het meest bezoeken, komt aan bod in paragraaf 5.2. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen inwoners (afkomstig uit Hengelo) en regiobezoekers (afkomstig uit de omliggende plaatsen). In deze paragraaf is ook ruimte gemaakt voor de veranderingen in het consumentenoordeel ten opzichte van 2000 en 2005. In paragraaf 5.3 worden de belangrijkste bezoekmotieven van inwoners en regiobezoekers (bezoekers uit andere – veelal omliggende – plaatsen) gepresenteerd. Naast bezoekmotief wordt ook ingezoomd op bezoekfrequentie. Tot slot gaat de laatste paragraaf van dit hoofdstuk in op andere aankooplocaties dan winkels, namelijk de warenmarkt en het internet. Ook wordt duidelijk in welke mate inwoners van Hengelo winkels op koopzondag bezoeken.
5.2 Beoordeling winkelgebied Hengelo Aan klanten die voor hun dagelijkse boodschappen of voor het winkelen het vaakst naar Hengelo gaan, is gevraagd om het winkelgebied van Hengelo te beoordelen op de onderstaande negen criteria: • het aantal winkels; • de kwaliteit van de winkels; • het aanbod van daghoreca; • de inrichting en de aankleding van het winkelgebied; • de sfeer/gezelligheid; • de veiligheid van de winkelomgeving; • de bereikbaarheid van het winkelgebied; • de parkeermogelijkheden voor de auto; • de stallingsmogelijkheden voor de fiets. Figuur 5.1 illustreert de waardering voor deze aspecten op een schaal van 1 (zeer slecht) tot 10 (uitstekend). We zien dat het oordeel over de winkelvoorzieningen in Hengelo ruim voldoende is. De bereikbaarheid van het winkelcentrum en de parkeermogelijkheden voor fietsen scoren het hoogst – zowel bij inwoners als regiobezoekers. Daar staat tegenover dat vooral inwoners van Hengelo minder tevreden zijn met het aanbod van daghoreca, de inrichting/aankleding van winkelstraten en de sfeer van het winkelcentrum. Het aanbod van daghoreca krijgt met een 6,6 (regiobezoekers en inwoners gemiddeld) het laagste cijfer.
19
Koopstromenonderzoek 2010
Gemeente Hengelo – kern Hengelo
Figuur 5.1 Waardering winkelvoorzieningen Hengelo, uitgesplitst naar inwoners en regiobezoekers. Bereikbaarheid van het winkelcentrum Aanbod van daghoreca Inrichting/aankleding winkelstraten Parkeermogelijkheden fiets Parkeermogelijkheden auto Veiligheid winkelomgeving Sfeer/ambiance De kwaliteit van de winkels inwoners regiobezoekers
Het aantal winkels 5
6
7
8
9
10
Vergeleken met de waardering voor winkelvoorzieningen in plaatsen van gelijke omvang (meer dan 50.000 inwoners), scoort Hengelo op een aantal aspecten wat lager dan gemiddeld. Het gaat om het aanbod van daghoreca, de inrichting/aankleding van winkelstraten, de sfeer/ambiance en het aantal winkels. Daar staat tegenover dat inwoners en bezoekers van Hengelo een fractie positiever dan gemiddeld oordelen over de veiligheid van de winkelomgeving en de parkeervoorzieningen voor auto’s.
Figuur 5.2 Vergelijking waardering winkelvoorzieningen Hengelo, met gemiddelde waardering kernen > 50.000 inwoners. Bereikbaarheid van het winkelcentrum Aanbod van daghoreca Inrichting/aankleding winkelstraten Parkeermogelijkheden fiets Parkeermogelijkheden auto Veiligheid winkelomgeving Sfeer/ambiance De kwaliteit van de winkels Hengelo kernen > 50.000 inwoners
Het aantal winkels 5
6
7
8
9
Figuur 5.3 geeft de ontwikkelingen in de waardering voor winkelvoorzieningen in de periode 20002010 weer. Tussen 2000 en 2005 nam de waardering voor de meeste aspecten iets af. In de periode 2005 - 2010 voert groei juist de boventoon. Vooral over de bereikbaarheid van het winkelcentrum en de parkeermogelijkheden voor fietsen is men positiever. Enkel de waardering voor het aanbod van daghoreca is de afgelopen vijf jaar gedaald.
20
10
Koopstromenonderzoek 2010
Gemeente Hengelo – kern Hengelo
Figuur 5.3 Vergelijking waardering winkelvoorzieningen Hengelo (2000, 2005 en 2010). Bereikbaarheid van het winkelcentrum Aanbod van daghoreca Inrichting/aankleding winkelstraten Parkeermogelijkheden fiets Parkeermogelijkheden auto Veiligheid winkelomgeving Sfeer/ambiance 2000 2005 2010
De kwaliteit van de winkels Het aantal winkels 5
6
7
8
9
5.3 Bezoekmotief winkelgebied Tabel 5.1 presenteert de belangrijkste redenen van consumenten waarom zij in Hengelo de dagelijkse boodschappen doen dan wel hier winkelen, uitgesplitst naar inwoners en regiobezoekers. Het belangrijkste motief voor inwoners om de dagelijkse boodschappen in Hengelo te doen, is nabijheid/afstand, gevolgd door de aanwezigheid van bepaalde winkels/producten, bereikbaarheid en parkeergelegenheid. Ook voor veel regiobezoekers is nabijheid de voornaamste reden om voor dagelijkse artikelen naar Hengelo te komen. Daarnaast gaan zij naar Hengelo vanwege de bereikbaarheid, de aanwezigheid van bepaalde winkels of producten en de kwaliteit van het winkelaanbod. Verder noemt een kwart van hen parkeergelegenheid en veelheid aan winkels als voornaamste reden. Ook als het gaat om winkelen, noemen de meeste inwoners nabijheid als belangrijkste reden om in Hengelo te blijven. Op de tweede en derde plaats staan de aanwezigheid van bepaalde winkels/producten en bereikbaarheid, en ook de veelheid aan winkels wordt regelmatig genoemd. De voornaamste motieven voor regiobezoekers om in Hengelo te winkelen, zijn de veelheid aan winkels, gevolgd door bepaalde winkels/producten en nabijheid/afstand.
21
10
Koopstromenonderzoek 2010
Gemeente Hengelo – kern Hengelo
Tabel 5.1 Bezoekmotief Hengelo, uitgesplitst naar inwoners en regiobezoekers. dagelijkse boodschappen motief
winkelen
inwoners
regiobezoekers
inwoners
regiobezoekers
Nabijheid / afstand
83%
52%
76%
28%
Gewoonte
16%
19%
28%
14%
Bepaalde winkels / producten
29%
27%
34%
35%
Veelheid winkels
24%
24%
30%
38%
Lage prijs
11%
6%
6%
6%
Kwaliteit winkelaanbod
17%
27%
19%
18%
Bereikbaarheid
27%
32%
31%
22%
Parkeergelegenheid
27%
26%
17%
19%
Sfeer
10%
5%
13%
22%
4%
17%
4%
14%
Overig
In figuur 5.4 en 5.5 is de frequentie waarmee consumenten het winkelgebied van Hengelo bezoeken opgenomen, uitgesplitst naar klanten uit Hengelo en klanten uit de regio. Bijna de helft van de klanten uit de regio (45 procent) komt minstens enkele malen per week naar Hengelo voor de dagelijkse boodschappen. De bezoekfrequentie van inwoners is een stuk hoger; 73% brengt voor dagelijkse artikelen tenminste enkele malen per week een bezoek aan een lokale winkel voor boodschappen.
Figuur 5.4 Bezoekfrequentie Hengelo voor dagelijkse boodschappen, uitgesplitst naar inwoners en regiobezoekers.
regiobezoekers 5%
inwoners
40%
8%
56%
65%
0%
25% dagelijks
27%
50%
75%
enkele malen per week
100%
1 keer per week of minder
Winkelen doet ruim de helft van de regiobezoekers 1 of 2 keer per maand in Hengelo. Een minderheid van 13 procent bezoekt de gemeente minimaal 1 keer per week met dit doel. De bezoekfrequentie van inwoners ligt beduidend hoger; 56 procent winkelt iedere week in de eigen woonplaats en 35 procent gaat 1 tot 2 keer per maand. Slechts 10 procent winkelt minder dan 1 keer per maand in Hengelo.
22
Koopstromenonderzoek 2010
Gemeente Hengelo – kern Hengelo
Figuur 5.5 Bezoekfrequentie Hengelo voor winkelen, uitgesplitst naar inwoners en regiobezoekers.
13%
regiobezoekers
52%
inwoners
34%
56%
0%
35%
25%
minimaal 1 keer per week
50%
10%
75%
1-2 keer per maand
100%
minder dan 1 keer per maand
5.4 Overige aspecten van het koopgedrag van inwoners van Hengelo Behalve winkelen en boodschappen doen in winkelgebieden zijn ook de warenmarkt en het internet belangrijke aankooplocaties. De respondenten hebben hierover vragen beantwoord en de resultaten zijn weergegeven in figuur 5.6. Het uitgangspunt is de consument van Hengelo, de figuur geeft informatie over de frequentie waarmee inwoners van Hengelo een warenmarkt (in Hengelo of elders) bezoeken en artikelen op internet kopen. Ruim een derde van de inwoners van Hengelo bezoekt wekelijks de warenmarkt. Een vergelijkbaar aandeel gaat 1 tot 2 keer per maand. Aankopen op het internet doet men minder vaak; 3 procent koopt iedere week iets op internet en 18 procent doet dit iedere maand. De meeste inwoners winkelen minder dan eens per maand of helemaal nooit via dit medium.
Figuur 5.6 Bezoekfrequentie warenmarkt en frequentie aankopen via internet, inwoners Hengelo.
warenmarkt
34%
internet 3%
0%
31%
18%
20%
41%
25%
minimaal 1 keer per week
16%
37%
50% 1-2 keer per maand
75% minder dan 1 keer per maand
23
100% nooit
Koopstromenonderzoek 2010
Gemeente Hengelo – kern Hengelo
Bijna tweederde van de inwoners van Hengelo gaat regelmatig (minstens 1 tot 2 keer per maand) naar de markt. Het grootste deel bezoekt dan de markt in Hengelo. Een enkeling gaat naar andere plaatsen (tabel 5.2).
Tabel 5.2 Marktoriëntatie inwoners Hengelo, naar gemeenten. gemeente
%
Hengelo
92%
overig
8%
Figuur 5.7 presenteert de frequentie waarmee inwoners van Hengelo koopzondagen bezoeken. Dit kunnen koopzondagen in Hengelo zelf zijn, maar ook in andere plaatsen. De meeste inwoners maken beperkt of geen gebruik van de koopzondag. Eén op de vijf inwoners doet wel regelmatig aankopen op koopzondag; 12 procent gaat iedere maand en 8 procent iedere twee maanden.
Figuur 5.7 Bezoekfrequentie koopzondag, inwoners Hengelo.
koopzondag
12%
8%
0% minimaal 1 keer per maand
33%
47%
25%
50%
1 keer per 2 maanden
75% minder dan 1 keer per 2 maanden
100% nooit
Tabel 5.3 geeft de koopzondagoriëntatie van inwoners van Hengelo weer. Ruim de helft van de inwoners van Hengelo bezoekt wel eens een koopzondag. Het grootste deel blijft dan in Hengelo, 17 procent gaat naar Enschede en 7 procent bezoekt andere plaatsen.
Tabel 5.3 Koopzondagoriëntatie inwoners Hengelo, naar gemeenten. gemeente
%
Hengelo
76%
Enschede
17%
overig
7%
24
Koopstromenonderzoek 2010
Gemeente Hengelo – kern Hengelo
Bijlage 1
Begeleidingscommissie Net als voorgaande jaren is voor deze editie van het Koopstromenonderzoek een begeleidingscommissie in het leven geroepen. De belangrijkste taken van de begeleidingscommissie zijn het bewaken van de voortgang van het project, het fungeren als klankbord voor het onderzoeksteam en het meebepalen van de opbouw van de onderzoeksrapportage. In 2010 maken onderstaande personen deel uit van de begeleidingscommissie: Mevrouw K. Ligthart – Kaalverink Mevrouw J. Elhorst De heer R.J. Siepel Mevrouw A. van Oss - Meijerink De heer E.J.H. Claassen De heer R. van Oosterhout De heer M. Ellenbroek De heer J. Jansen De heer R. Mos De heer T. ten Vergert De heer J. Bosma
Gemeente Enschede Gemeente Almelo Gemeente Ermelo Gemeente Oldenzaal Gemeente Hoogeveen Gemeente Zwolle Provincie Overijssel Kamer van Koophandel Oost-Nederland Kamer van Koophandel Oost-Nederland Kamer van Koophandel Oost-Nederland Kamer van Koophandel Noord-Nederland
25
Koopstromenonderzoek 2010
Gemeente Hengelo – kern Hengelo
Bijlage 2
Begrippenlijst Begrip
Omschrijving
Aankoopplaats
Plaats waar men koopt. Er zijn verschillende soorten aankoopplaatsen, waarnaar onderscheid gemaakt kan worden (stadscentrum, wijkwinkelcentrum) en die de gemeente zelf aanwijst. Bij meer aankoopplaatsen is sprake van aankooplocaties.
Afvloeiing (koopkrachtafvloeiing)
De mate waarin de bevolking buiten de eigen woonplaats koopt. Wordt in dit onderzoek uitgedrukt als percentage van de totale koopstroom vanuit een woonplaats.
Artikelgroepen
In dit rapport wordt het onderscheid gemaakt tussen dagelijkse en niet-dagelijkse artikelen. Dagelijkse artikelen: levensmiddelen, drogisterij artikelen, alcoholische dranken, tabak, schoonmaakartikelen. Niet-dagelijkse artikelen: kleding, schoenen, woninginrichting, huishoudelijke artikelen, doe-het-zelf, electro en bloemen, planten en tuinartikelen.
(Regio(Regio-)bezoeker
De inwoners die niet woonachtig zijn in de bebouwde kom van een gemeente (dit kunnen dus inwoners van andere delen van de gemeente zijn of inwoners van andere gemeenten).
Binding (koopkrachtbinding)
De mate waarin de bevolking in de eigen woonplaats koopt. Wordt in dit onderzoek uitgedrukt als percentage van de totale koopstroom vanuit een woonplaats.
Draagvlak
Het totale aantal klanten van een aankoopplaats, en daarmee de som van de klanten uit binding en klanten uit toevloeiing.
Inkopen doen
Het doelgericht kopen van producten die niet dagelijks nodig zijn (televisie, schoenen, dvd’s).
Klant
Synoniem voor een standaardconsument (zie: “standaard consument”).
Kooporiëntatie
Koopstromen tussen plaats van herkomst en aankoopplaats.
26
Koopstromenonderzoek 2010
Gemeente Hengelo – kern Hengelo
Koopstroom
De mate waarin men in een aankoopplaats bepaalde artikelen koopt, naar herkomst.
OriëntatieOriëntatie-index
De verhouding van het draagvlak ten opzichte van het aantal inwoners van een plaats.
Standaardconsument
Rekeneenheid voor een denkbeeldige consument die zijn bestedingen voor 100 procent in een winkelcentrum verricht. Het daadwerkelijke aantal consumenten ligt vele malen hoger.
Toevloeiing (koopkrachttoevloeiing)
De mate waarin een aankoopplaats koopstromen aantrekt vanuit een andere plaats. Wordt in dit onderzoek uitgedrukt als percentage van het totale draagvlak en uitgesplitst naar herkomst.
Winkelen
Rondlopen in een winkelgebied en een groot aantal winkels bezoeken. Het doen van aankopen is niet de belangrijkste activiteit en de consument neemt geen boodschappenlijst mee.
27
Koopstromenonderzoek 2010
Gemeente Hengelo – kern Hengelo
Bijlage 3
Onderzoeksmethode Methoden Het Koopstromenonderzoek 2010 bestaat uit een kwantitatief gedeelte en een kwalitatief gedeelte. Hieronder wordt voor beide onderdelen kort weergegeven welke methoden zijn toegepast voor het in kaart brengen van de koopstromen (kwantitatief) en de bezoekmotieven (kwalitatief). Kwantitatief: koopstromen De wijze waarop de koopstromen in kaart zijn gebracht is identiek aan de methode die in voorgaande jaren is toegepast. Hierdoor is vergelijking met vorige edities van het koopstromenonderzoek mogelijk. Aan alle respondenten is gevraagd naar de plaatsen waar men bepaalde artikelen koopt, waarbij het inmiddels bekende onderscheid is gemaakt naar dagelijkse en niet-dagelijkse artikelen. In totaal is naar twee aankoopplaatsen gevraagd. Verantwoording gehanteerde onderzoeksmethode Bij het koopstromenonderzoek staat het (regionale) koopgedrag van consumenten centraal. Het koopgedrag is bepaald door middel van een enquête onder inwoners van het onderzoeksgebied. De vragenlijst die in het onderzoek is gebruikt, sluit aan bij de eerdere edities van het koopstromenonderzoek in Oost-Nederland. De vragen over het ruimtelijk koopgedrag zijn in 1995, 2000 en 2010 identiek, maar wijken wel af van die van 2005 als het gaat om de vraag naar aankoopplaatsen. Hieronder wordt toegelicht wat de verschillen zijn en welke gevolgen dat heeft voor de vergelijkbaarheid van onderzoeksresultaten. In 2010, 2000 en 1995 is gevraagd naar de plaats waar men doorgaans iets koopt. De vraagstelling luidt dan bijvoorbeeld voor de kledingbranche: “Waar koopt u doorgaans uw kleding? En waar koopt u ook wel eens kleding?” Op basis van een verdeling in de bestedingen worden de eerst genoemde en de tweede genoemde aankoopplaats in verhouding meegenomen in de berekening van het aantal standaardconsumenten (klanten). In 2005 is het koopgedrag van de respondenten bepaald door te vragen naar de laatste aankoopplaats - ‘Waar heeft u het laatst kleding gekocht?’ Het vragen naar de laatste aankoopplaats brengt grotendeels hetzelfde koopgedrag in kaart als het vragen naar de meest bezochte aankoopplaatsen. De meest bezochte aankoopplaats is veelal de laatst bezochte aankoopplaats. Dit geldt met name voor de branches met hoogfrequente, routinematige aankopen, zoals de dagelijkse sector. Echter geldt dat doordat in 2005 naar één (laatste) aankoopplaats is gevraagd, deze cijfers in een aantal gevallen in een relatief hogere binding en minder toevloeiing resulteren (immers, de respondent heeft niet de kans gekregen een tweede aankoopplaats te noemen). Doordat in 2010 naar twee aankoopplaatsen is gevraagd, is er waarschijnlijk meer regionale spreiding in het aankoopgedrag gemeten. Doordat de methodes niet geheel identiek zijn, dienen de cijfers uit 2010 met enige voorzichtigheid vergeleken te worden met de cijfers uit 2005. De richting van de draagvlakontwikkeling (een plus of een min) kan goed worden bepaald, de exacte omvang van de ontwikkeling, zoals beschreven in hoofdstuk 3, is meer indicatief.
Kwalitatief: bezoekmotieven en waardering winkelgebieden Dit onderdeel geeft inzicht in de mening van consumenten. Net als bij het kwantitatieve gedeelte is naar de twee meest belangrijke aankoopplaatsen gevraagd.
28
Koopstromenonderzoek 2010
Gemeente Hengelo – kern Hengelo
Per plaats is gevraagd naar het bezoekmotief: waarom koopt de consument juist hier zijn artikelen? Ook is aan de respondent gevraagd een oordeel te geven over een aantal aspecten (o.a. bereikbaarheid, sfeer, veiligheid et cetera) van twee van de meest bezochte plaatsen. Veldwerk De dataverzameling heeft in de periode februari tot en met mei 2010 plaatsgevonden in de vorm van telefonische enquêtes en webenquêtes. Ook is gebruik gemaakt van internetpanels. Deze internetpanels betreffen het landelijke PanelClix en bestaande lokale internetpanels van verschillende gemeenten (o.a. Hof van Twente, Enschede en Oldenzaal). Om tot voldoende valide uitspraken te komen is een minimale responsgrootte van 200 per kern/gemeente aangehouden. In de subregionale gemeenten zijn minstens 400 consumenten geënquêteerd en in de regionaal verzorgende gemeenten 800 consumenten. Deze omvang garandeert een betrouwbaarheidpercentage van meer dan 90 bij een onnauwkeurigheid van 5%. Bij steekproefonderzoek zijn dit acceptabele foutenmarges. Tabel 1 Aantal enquêtes per gemeente. soort kern
grootte gemeente/kern
aantal
lokaal verzorgend
< 20.000 inwoners
200
subregionaal verzorgend
20.000 - 50.000 inwoners
400
regionaal verzorgend
> 50.000 inwoners
800
Het totaal aantal geldig afgenomen enquêtes in het onderzoeksgebied bedraagt 29.0003. Omdat koopgedrag niet ophoudt bij gemeentegrenzen zijn in het direct omliggende randgebied (eerste schil gemeenten en Duits grensgebied) 2.900 enquêtes afgenomen om ook de toevloeiing vanuit omliggende plaatsen te kunnen bepalen. Daarmee komt het totaal aantal geldig afgenomen enquêtes uit op 31.900. In totaal is 55 procent van de enquêtes telefonisch afgenomen en 45
procent via internet. Bepaling bebouwde kom kom aankoopplaats De analyses in deze rapportage zijn gedaan op het niveau van een aankoopplaats. Hiermee wordt bedoeld de bebouwde kom en niet de gehele gemeente. Eén gemeente kan dus meerdere aankoopplaatsen hebben en dus meerdere rapportages ontvangen. Door de afbakening van het onderzoek op aankoopplaats-niveau is een heldere operationalisatie van de betreffende aankoopplaats noodzakelijk. Deze operationalisatie is gedaan op basis van postcodegebieden. Voor Hengelo geldt dat de omvang is bepaald aan de hand van het postcodegebied 7551-7559. Het inwonertal bedroeg op 1 januari 2010 80.935. In 2005 was dit 81.000. Draagvlakomvang en draagvlakopbouw Voor het bepalen van de draagvlakomvang van Hengelo is bovengenoemde afbakening niet noodzakelijk. Immers, het totaal van het draagvlak wordt bepaald door binding (klanten uit Hengelo zelf) en toevloeiing (klanten uit andere plaatsen). Het aantal inwoners van de kern is daarom niet van belang.
3
Dit is inclusief gemeentelijke ophogingen van het aantal af te nemen enquêtes (bijvoorbeeld om op wijkniveau uitspraken te kunnen doen).
29
Koopstromenonderzoek 2010
Gemeente Hengelo – kern Hengelo
Het aantal inwoners (en daarmee de afbakening) daarentegen, is wel van invloed op de draagvlakopbouw. Naarmate de bebouwde kom enger wordt afgebakend, neemt het aandeel toevloeiing toe en het aandeel binding af. Andersom zorgt een ruime afbakening er juist voor dat het aandeel toevloeiing kleiner en de binding groter is. Het draagvlak (de omvang) is bepaald aan de hand van de koopstromen die gegenereerd worden door inwoners van het onderzoeksgebied (zie afbeelding 1, inleiding). Koopstromen afkomstig van consumenten woonachtig buiten het onderzoeksgebied (toeristen en recreanten) zijn buiten beschouwing gelaten. Voor de toevloeiing van koopkracht uit het randgebied van het onderzoeksgebied (eerste schil gemeenten en Duits grensgebied) zijn extra enquêtes afgenomen in de betreffende randgebieden. Er is geen correctie aangebracht voor koopkrachtafvloeiing als gevolg van vakantiebestedingen door consumenten uit het onderzoeksgebied. Een voorbeeld Voor Hengelo zijn voornamelijk twee begrippen interessant: de lokale koopkracht en het totale draagvlak. De lokale koopkracht bestaat uit een aandeel binding en een aandeel afvloeiing en geeft informatie over het aandeel van de bevolking dat voor een bepaald artikel winkels in de eigen kern bezoekt en welk aandeel naar een andere plaats gaat. Dit is schematisch weergegeven in figuur 1. Figuur 1 Voorbeeld opbouw lokale koopkracht en draagvlakomvang. 150% Toevloeiing Afvloeiing Binding 54% 100%
50%
12%
88%
88%
Lokale kopers
Alle kopers (lokaal en regionaal)
0%
Het totale draagvlak is ook een belangrijke indicator van de koopstromen in Hengelo. Het totale draagvlak bestaat uit een aandeel binding en een aandeel toevloeiing en geeft informatie over het aandeel van het totaal aantal klanten dat afkomstig is uit Hengelo en welk aandeel afkomstig is uit andere plaatsen. De binding wordt –net als voor de berekening van de lokale koopkrachtuitgedrukt als percentage van de bevolking en de toevloeiing als percentage van het totale draagvlak. Hierdoor zal het totaal niet sommeren tot 100 procent.
30
Koopstromenonderzoek 2010
Gemeente Hengelo – kern Hengelo
Bijlage 4
Binding en toevloeiing Tabel 1 Binding en toevloeiing dagelijkse sector. Kern
Tabel 2 Binding en toevloeiing niet-dagelijkse sector.
%
Kern
%
Hengelo
87%
Hengelo
46%
Enschede
3%
Enschede
9%
Dinkelland
2%
Hof van Twente
7%
Borne
2%
Borne
6%
Hof van Twente
1%
Almelo
6%
overig
5%
Oldenzaal
4%
Dinkelland
3%
Berkelland
3%
Haaksbergen
2%
Rijssen-Holten
2%
Deventer
2%
Wierden
2%
Tubbergen
1%
Hellendoorn
1%
Twenterand
1%
Losser
1%
overig
6%
31
Koopstromenonderzoek 2010
Gemeente Hengelo – kern Hengelo
Tabel 3 Binding en toevloeiing kleding. Kern
Tabel 4 Binding en toevloeiing schoenen. %
Kern
%
Hengelo
51%
Hengelo
58%
Hof van Twente
10%
Enschede
7%
Borne
7%
Hof van Twente
7%
Enschede
7%
Borne
6%
Almelo
4%
Oldenzaal
4%
Dinkelland
4%
Almelo
4%
Oldenzaal
3%
Dinkelland
3%
Haaksbergen
3%
Haaksbergen
2%
Berkelland
2%
Berkelland
1%
Tubbergen
2%
Tubbergen
1%
Wierden
1%
Bronckhorst
1%
Rijssen-Holten
1%
overig
6%
Twenterand
1%
overig
4%
32
Koopstromenonderzoek 2010
Gemeente Hengelo – kern Hengelo
Tabel 5 Binding en toevloeiing woninginrichting. Kern
Tabel 6 Binding en toevloeiing huishoudelijke artikelen.
%
Kern
%
Hengelo
35%
Hengelo
52%
Enschede
16%
Enschede
8%
Almelo
6%
Hof van Twente
6%
Hof van Twente
6%
Borne
5%
Deventer
5%
Almelo
5%
Borne
4%
Dinkelland
3%
Oldenzaal
3%
Oldenzaal
3%
Haaksbergen
3%
Berkelland
2%
Berkelland
3%
Deventer
2%
Hellendoorn
2%
Haaksbergen
2%
Rijssen-Holten
2%
Rijssen-Holten
2%
Dinkelland
2%
Ahaus, Stadt
1%
Twenterand
2%
Wierden
1%
Wierden
1%
Twenterand
1%
Ahaus, Stadt
1%
overig
7%
Tubbergen
1%
Losser
1%
Hardenberg
1%
Nordhorn, Stadt
1%
Zwolle
1%
Lochem
1%
Vreden, Stadt
1%
overig
6%
33
Koopstromenonderzoek 2010
Gemeente Hengelo – kern Hengelo
Tabel 7 Binding en toevloeiing electro. Kern
Tabel 8 Binding en toevloeiing doe-het-zelf. %
Kern
%
Hengelo
35%
Hengelo
74%
Almelo
10%
Borne
8%
Enschede
7%
Hof van Twente
6%
Borne
6%
Dinkelland
3%
Oldenzaal
6%
Enschede
2%
Hof van Twente
6%
Oldenzaal
2%
Berkelland
5%
Almelo
1%
Rijssen-Holten
3%
overig
3%
Wierden
3%
Haaksbergen
3%
Tubbergen
2%
Losser
2%
Twenterand
2%
Hellendoorn
2%
Lochem
1%
Hardenberg
1%
overig
3%
Tabel 9 Binding en toevloeiing bloemen, planten en tuinartikelen. Kern Hengelo
% 86%
Enschede
3%
Borne
3%
Hof van Twente
2%
Bronckhorst
1%
overig
6%
34
Koopstromenonderzoek 2010
Gemeente Hengelo – kern Hengelo
Bijlage 5
Binding en afvloeiing Tabel 1 Binding en afvloeiing dagelijkse sector.
Tabel 2 Binding en afvloeiing niet-dagelijkse sector.
Kern Hengelo
%
Kern
93%
%
Hengelo
71%
Enschede
1%
Enschede
9%
Hof van Twente
1%
Dinkelland
4%
Borne
1%
Oldenzaal
4%
overig
4%
overig
Tabel 3 Binding en afvloeiing kleding.
12%
Tabel 4 Binding en afvloeiing schoenen.
Kern
%
Kern
%
Hengelo
62%
Hengelo
75%
Enschede
17%
Enschede
12%
Oldenzaal
2%
Borne
1%
Wierden
2%
overig
12%
Borne
1%
overig
16%
Tabel 5 Binding en afvloeiing woninginrichting. Kern
Tabel 6 Binding en afvloeiing huishoudelijke artikelen. %
Kern
%
Hengelo
64%
Hengelo
Oldenzaal
16%
Enschede
3%
Enschede
6%
overig
8%
Dinkelland
2%
Zutphen
1%
overig
11%
35
89%
Koopstromenonderzoek 2010
Gemeente Hengelo – kern Hengelo
Tabel 7 Binding en afvloeiing electro. Kern Hengelo Enschede overig
Tabel 8 Binding en afvloeiing doe-het-zelf. %
Kern
84%
Hengelo
3%
overig
13%
Tabel 9 Binding en afvloeiing bloemen, planten en tuinartikelen. Kern
%
Hengelo
52%
Dinkelland
33%
Enschede
9%
Hof van Twente
1%
Almelo
1%
overig
4%
36
% 95% 5%