BIJLAGE1 Gebiedstypenkaart gemeente Hengelo

GELUIDSBELEID GEMEENTE HENGELO

BIJLAGE

1

Gebiedstypenkaart gemeente Hengelo

110623/CE9/032/000309

ARCADIS

41


BIJLAGE

2

Bestemmingsplanprocedure, Wet geluidhinder en vaststelling hogere waarden Toepassing in de praktijk

Bij een procedure in het kader van het vaststellen of herzien van een bestemmingsplan (dan wel bij toepassing van een procedure als bedoeld in artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening) en het aanleggen en reconstrueren van wegen zullen burgemeester en wethouders akoestisch onderzoek laten uitvoeren, gericht op het treffen van maatregelen t.b.v. het realiseren van de voorkeursgrenswaarden voor woningen en andere geluidgevoelige bestemmingen. Als de voorkeursgrenswaarde niet gerealiseerd kan worden, zal er gebruik gemaakt worden van de mogelijkheid om voor woningen en andere geluidgevoelige bestemmingen, een ten hoogst toelaatbare geluidbelasting vast te stellen. Dit zal toegepast worden daar waar door toepassing van maatregelen, gericht op het terugbrengen van de verwachte geluidbelasting van de gevel van de betrokken woningen of andere geluidgevoelige bestemmingen tot de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, onvoldoende doeltreffend zal zijn, dan wel overwegende bezwaren ontmoet van stedenbouwkundige, verkeers- of vervoerskundige, landschappelijke of financiële aard. Burgemeester en wethouders zullen van deze ten hoogst toelaatbare geluidbelasting slechts onder voorwaarden gebruik maken. De voorwaarden zijn afhankelijk van de vraag welke geluidbron het betreft, of het woningen dan wel om andere geluidgevoelige bestemmingen gaat, welk van de twee het eerste aanwezig was en onder welke omstandigheden de woningen of geluidgevoelige bestemmingen dan wel de geluidbron word gerealiseerd. Deze voorwaarden zijn in het uitvoeringsbeleid nader gespecificeerd.

Wettelijk kader hogere grenswaarde

In de Wet geluidhinder zijn normen en grenswaarden opgenomen voor de toelaatbare geluidbelasting van onder meer industrielawaai en wegen railverkeerslawaai. Een geluidbelasting onder de voorkeursgrenswaarde is in het algemeen zonder meer toelaatbaar. De effecten van geluid worden dan aanvaardbaar geacht. Een geluidbelasting hoger dan de grenswaarde is niet toelaatbaar. In het gebied tussen de voorkeursgrenswaarde en de grenswaarde is de geluidbelasting alleen toelaatbaar na een bestuurlijk afwegingsproces. Dit afwegingsproces heeft vorm gekregen in de zogenoemde hogere grenswaarde-procedure. In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op de huidige normstellingen en procedures rond het verlenen van hogere grenswaarden. Procedures voor hogere grenswaarde zijn mogelijk aan de orde wanneer de gemeente een bestemmingsplan vaststelt of wijzigt, waarbij (een gedeelte van) van het plan ligt binnen de zone van een weg, een spoorlijn en/of een gezoneerd industrieterrein. Dit kan zowel een bestaande als een geprojecteerde weg, spoorlijn of industrieterrein zijn. Ook bij de aanleg of wijziging van een weg of spoorweg en bij de aanleg of wijziging van een zoneringsplichtig industrieterrein kan een procedure hogere grenswaarde aan de orde zijn.

110623/CE9/032/000309

ARCADIS

42


Relatie Wet op de Ruimtelijke Ordening Indien in een nieuw bestemmingsplan geluidgevoelige bestemmingen worden vastgesteld, of een bestaand bestemmingsplan wordt herzien (inclusief een wijziging ex artikel 19 WRO) binnen de geluidzones langs wegen, spoor of industrieterreinen dan moet een akoestisch onderzoek worden uitgevoerd. Dit is vastgelegd in de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) en in het Besluit op de Ruimtelijke Ordening (Bro). Artikel 10 WRO geeft aan dat de overheid moet zorgen voor een goede ruimtelijke ordening. Dit houdt in dat in het kader van een bestemmingsplan bekeken moet worden of het vanuit het aspect geluid mogelijk is om een bepaalde functie op een bepaalde plek te bestemmen. In de meeste gevallen dient een akoestisch onderzoek te worden uitgevoerd. Het akoestisch onderzoek voor het bestemmingsplan wordt dan gebruikt voor de hogere waardenafweging. In artikel 15 van het Bro wordt de koppeling met de Wet geluidhinder en de uitvoeringsbesluiten expliciet gelegd. Artikel 15, lid 1 schrijft voor dat in het bestemmingsplan wordt aangegeven hoeveel woningen en gebouwen (komen te) liggen binnen zones. Op basis hiervan kan worden bepaald of en voor welke woningen hogere waarden vastgesteld moeten worden. Als het gaat om een bestemmingsplanwijziging kan worden volstaan met het aangeven van de voor woningen en gebouwen ten hoogste toelaatbare geluidbelasting, welke bij de herziening van het bestemmingsplan in acht moet worden genomen. Als uit het akoestisch onderzoek voor het bestemmingsplan blijkt dat bij geluidgevoelige bestemmingen de geluidbelasting de voorkeursgrenswaarde overschrijdt, dient een hogere grenswaarde te worden vastgesteld. Voor de reconstructie van bestaande wegen en bestaande spoorwegen kan in sommige situaties ook een procedure hogere grenswaarde noodzakelijk zijn, zonder dat sprake is van een herziening van het bestemmingsplan.

De geluidzones van de Wet geluidhinder Wegen, spoorwegen en zoneringsplichtige industrieterreinen kennen een geluidzone. De geluidzone is het afgebakende gebied, waarbinnen de normen en grenswaarden van de Wet geluidhinder en het daarbij behorende uitvoeringsbesluit (Besluit geluidhinder) van toepassing zijn. De breedte van de zone langs wegen is afhankelijk van het aantal rijstroken. De breedte van de zones zijn wettelijk vastgesteld in de Wet geluidhinder. Bij railverkeer zijn de zonebreedtes eveneens vastgesteld per traject. De geluidzones voor gezoneerde industrieterreinen zijn voor ieder afzonderlijk industrieterrein vastgelegd door middel van zonebesluiten met zonekaarten of door middel van bestemmingsplannen of bestemmingsplankaarten. Niet ieder industrieterrein is zoneringsplichtig. Zoneringsplichtig zijn alleen die industrieterreinen waarop bepaalde soorten bedrijven aanwezig zijn of zich kunnen vestigen. Deze categorieën zijn aangewezen in artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer. De gemeente Hengelo heeft 3 van dergelijke gezoneerde industrieterreinen:

§

Twentekanaal

§

Wilderinkshoek

§

Westermaat

110623/CE9/032/000309

ARCADIS

43


Wettelijk kader voor de procedure hogere grenswaarde

Tabel 1 Samenvatting wettelijke kaders Wet geluidhinder

Op 1 januari 2007 is de gewijzigde Wet geluidhinder, zoals op 20 juli 2006 gepubliceerd in het staatsblad 350, in werking getreden. De daarmee samenhangende uitvoeringsbesluiten (Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen, Besluit geluidhinder spoorwegen, saneringsbesluit geluidhinder 1998 en Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen) zijn vervangen door het Besluit geluidhinder. Dit besluit van 20 oktober 2006 is gepubliceerd in het Staatsblad 532. De basis voor de hogere grenswaarde-besluiten wordt dus gevormd door de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder. Het vaststellen of herzien van een hogere grenswaarde loopt synchroon aan een vast te stellen of te wijzigen bestemmingsplan. Ge G ellu uiid db brro on n

Wegverkeerslawaai (VL) Railverkeerslawaai (RL) Industrielawaai (IL)

Reelleevvaannttee aarrttiikkeelleenn W R We ett geelluuiiddhhiinnddeerr g Artikel 81-87, artikel 100 Wgh Artikel 15, 106 en 129 Wgh Artikel 47, 49, 65, 66 en 68 Wgh en artikel 59 Wgh (zones van rechtswege)

UUiittvvooeerriinnggssbbeesslluuiitt Besluit geluidhinder Besluit geluidhinder Besluit geluidhinder

Voorkeursgrenswaarde en maximale grenswaarde voor wegverkeerslawaai

De voorkeursgrenswaarde voor woningen bedraagt 48 dB. Onder deze waarde wordt aan verkeerslawaai in feite geen aandacht besteed. Voor het toestaan van hogere waarden dan de voorkeursgrenswaarde bestaan bepaalde bandbreedtes. Hierbij geldt als hoofdregel: § bij nieuwe situaties gelden strengere eisen dan bij bestaande; § in buitenstedelijke situaties gelden strengere eisen dan in stedelijke situaties; § indien de voorkeursgrenswaarde wordt overschreden, kunnen eisen worden gesteld aan de indeling van de woningen. In de onderstaande tabel zijn de voorkeursgrenswaarden en maximale ontheffingswaarden voor wegverkeerslawaai opgenomen bij nieuwe woningbouw binnen de geluidzone van een bestaande weg en bij de aanleg van een nieuwe weg langs bestaande woningen. Tabel 2 Voorkeursgrenswaarde en grenswaarden wegverkeerslawaai

SSiittuuaattiiee

Geevvooeelliiggee G beesstteem b mm miin ng ge en n

Stedelijk

Woningen Scholen en ziekenhuizen/ verpleeghuizen Andere gezondheidszorggebouwen Woonwagenstandplaatsen Andere geluidgevoelige terreinen Buitenstedelijk Woningen Scholen en ziekenhuizen/ 110623/CE9/032/000309

48 dB 48 dB

63 dB 63 dB

Hooooggsstt H tto oeellaaaattbbaarree biinnnneennnniivveeaauu b 33 dB 28 dB

48 dB

53 dB

33 dB

48 dB

53 dB

28 dB

48 dB

53 dB

48 dB

53 dB (nieuwe bestemming) 63 dB

Voooorrkkeeuurrss-V grreennssw g wa aa arrd de e

48 dB

GGrreennssw wa aa arrd de e

33 dB 28 dB

ARCADIS

44


SSiittuuaattiiee

Geevvooeelliiggee G beesstteem b mm miin ng ge en n verpleeghuizen Andere gezondheidszorggebouwen Woonwagenstandplaatsen Andere geluidgevoelige terreinen

Voooorrkkeeuurrss-V grreennssw g wa aa arrd de e


48 dB

48 dB

53 dB (nieuwe bestemming) 58 dB (bij aanleg / wijziging weg) 53 dB

53 dB

58 dB

Hooooggsstt H tto oeellaaaattbbaarree biinnnneennnniivveeaauu b 33 dB

28 dB

Reconstructie van een weg

Daarnaast kent de wet een afzonderlijke beoordelingssystematiek voor de reconstructie van wegen. Er is sprake van een reconstructie van een weg, indien: § een bestaande weg wordt gewijzigd en § aanliggende woningen een verhoging van de geluidbelasting ondervinden van 2 dB(A) of meer tengevolge van deze wijziging. Het effect van de wijziging wordt daarbij gebaseerd op akoestisch onderzoek, waarbij de akoestische situatie 10 jaar na reconstructie wordt vergeleken met de akoestische situatie vóór reconstructie. In de volgende tabel is een verkorte weergave gegeven van de voorkeursgrenswaarde en hoogst toelaatbare geluidbelasting na ontheffing. Tabel 3 Voorkeursgrenswaarde en grenswaarden reconstructie van een weg

SSiittuuaattiiee Heersende geluidbelasting <48 dB Eerder is een hogere waarde vastgesteld

Niet eerder hogere waardee vastgesteld en geluidbelasting <53 dB

VVoooorrkkeeuurrssggrreennssw wa aa arrd de e

Hooooggsstt H tto oe ella aa attb ba arre e biinnnneennnniivveeaauu b 33 dB

63 dB (stedelijk)

33 dB

48 Laagste waarde van -heersende waarde voor reconstructie - Hogere vasgestelde waarde Heersende waarde voor reconstructe

Eerder is een hogere waarde Hogere wvastgestelde vastgesteld in het kader van waarde door minister sanering VROM Geluidreductie elders, ten minste gelijk aantal woningen een vermindering met dezelfde waarde als de toename t.p.v. reconstructie Niet eerde hogere waarde 53 dB vastgesteld en geluidbelasting >53 dB

110623/CE9/032/000309


58 dB (buitestedelijk) 63 dB (stedelijk)

33 dB

58 dB (buitenstedelijk) 68 dB

33 dB

68 dB

33 dB

68 dB

43 dB

ARCADIS

45


Voorkeursgrenswaarde en maximale ontheffingswaarde railverkeerslawaai

Tabel 4 Voorkeursgrenswaarde en grenswaardden railverkeeerslawaai

De voorkeursgrenswaarde voor woningen ten gevolge van railverkeerslawaai bedraagt, na de inwerkingtreding van de gewijzigde Wet geluidhinder 55 dB, met als dosismaat Lden. Onder deze waarde wordt aan railverkeerslawaai in feite geen aandacht besteed. Voor het toestaan van hogere waarden dan de voorkeursgrenswaarde bestaan bepaalde bandbreedtes. Hierbij wordt in vergelijking met wegverkeerslawaai geen onderscheid gemaakt tussen nieuwe en bestaande situaties en stedelijke en buitenstedelijke situaties. Indien de voorkeursgrenswaarde wordt overschreden, kunnen eisen worden gesteld aan de indeling van de woningen. In de onderstaande tabel zijn de voorkeursgrenswaarden en maximale hogere waarden voor railverkeerslawaai opgenomen voor nieuwe woningbouw binnen de geluidzone van een spoorlijn en bij de aanleg van een nieuwe spoorlijn langs bestaande woningen. SSiittuuaattiiee - Nieuwe woningeen lans bestaand spoor - Nieuwe spoorwegen langs bestaande woningen

VVoooorrkkeeuurrss-grreennssw g wa aa arrd de e 55 dB

Maaxxiim M maallee oonntthheeffffiinnggssw wa aa arrd de e 68 dB

HHooooggssttee ttooeellaaaattbbaarr biinnnnnneennnniivvbbaauu b 35 dB

Voorkeursgrenswaarde en maximale ontheffingswaarde voor industrielawaai

Tabel 5 Voorkeursgrenswaarde en grenswaarde (gezoneerd) industrielawaai

Sinds september 1982 dient op grond van de Wet geluidhinder2) (Wgh) een zone te worden vastgesteld rondom industrieterreinen waarop de zogenaamde grote lawaaimakers zijn of mogen worden gevestigd. Ook terreinen met andersoortige lawaaimakers kunnen worden gezoneerd. In de onderstaande tabel zijn de voorkeursgrenswaarden en maximale ontheffingswaarden voor Industrielawaai opgenomen. SSiittu ua attiie ew wo on niin ng go op pm mo om me en ntt zzo on ne evva asssstte elllliin ng g Woningen /woonwagenstandplaatsen Onderwijsgebouwen, ziekenhuizen en verpleeghuizen Andere gezondheidsgebouwen - geluidgevoelige terreinen

VVoooorrkkeeuurrss-grreennssw g wa aa arrd de e 50 dB

Maaxxiim M maallee oonntthheeffffiinnggssw wa aa arrd de e 55 dB

HHooooggssttee ttooeellaaaattbbaaaarr biinnnnnneennnniivvbbaauu b 30 dB

50 dB

60 dB

35 dB

50 dB

55 dB

30 dB

50 dB

68 dB

In de gemeente Hengelo liggen drie geluidgezoneerde terreinen. Het gaat hierbij om het § Twentekanaal § Wilderinkshoek § Westermaat De zone is een aandachtsgebied rondom een industrieterrein, waarbuiten door de bedrijven op dat terrein gezamenlijk geen hogere geluidbelasting dan 50 dB(A) mag worden veroorzaakt. De zone ligt tussen de grens van het industrieterrein en de vastgestelde zonegrens (voor de goede orde: het industrieterrein zelf maakt dus geen deel uit van de zone.)

110623/CE9/032/000309

ARCADIS

46


Dit betekent dus dat de ruimte tussen de vergunde 50 dB(A)-contour en de vastgestelde zone in feite de beleidsruimte is, die de betrokken overheden hebben ten aanzien van de vestiging van nieuwe bedrijven of uitbreiding van bestaande bedrijven. Met het vaststellen van de geluidzone rond een industrieterrein, is ook de in totaal beschikbare geluidruimte voor dat industrieterrein vastgelegd. Immers, buiten de zone mag de geluidbelasting niet hoger worden dan 50 dB(A). Samengevat: de zone werkt twee kanten op. In de eerste plaats in de richting van de industrie. Op grond van de Wet milieubeheer (Wm) moeten bij het beschikken op een aanvraag voor het verlenen van een milieuvergunning de uit de zonering voortvloeiende grenswaarden in acht worden genomen. We noemen dit het toetsen aan de geluidzone. In de tweede plaats gelden binnen de zone beperkingen voor woningbouw, immers hoe dichter bij het industrieterrein, des te hoger de geluidbelasting. Als hoofdregel geldt hier: buiten de zone zijn er geen belemmeringen voor woningbouw; bij nieuwe situaties gelden strengere eisen dan bij bestaande; binnen de zone (daar wordt de voorkeurswaarde van 50 dB(A) overschreden), worden eisen gesteld aan het binnenniveau in de woningen.

110623/CE9/032/000309

ARCADIS

47


BIJLAGE

3

Maatregellijst Lijst met mogelijke bron-, overdrachts- en ontvangermaatregelen: Tyyppee ggeelluuiidd T Veerrkkeeeerrssllaaw V wa aa aii ((V VLL))

Raaiillvveerrkkeeeerrssllaaw R wa aa aii ((R RLL))

IIn nd du ussttrriie ella aw wa aa aii ((IIL L))

EEvveenneem me en ntte en n

BBoouuw we en ne en n ssllo op pe en n

HHoorreeccaa

VVlliieeggttuuiiggeenn

110623/CE9/032/000309

Brroonnm B ma aa attrre eg ge elle en n Stil asfalt of klinkers Snelheidsverlaging, Stadsranddosering Flankerend beleid (parkeren, openbaar vervoer) Etc.. Raildempers, Snelheidsverlaging, Wijziging treinsamenstelling, Etc.. Geluiddemper, Routewijziging, Gevelisolatie, Toerenregeling, Etc.. Geluidbegrenzers, Sluitingstijd, Gerichte muziek, Etc.. Alternatieve technieken bijv (Schroeven ipv heien) Verkorten bedrijfstijd, Etc.. Geluidbegrenzers, Gevelbeplating, Sluitingstijd, Etc.. Vlootsamenstelling, vliegroutes, Etc

Ovveerrddrraacchhttm O ma aa attrre eg ge elle en n Geluidcherm, Geluidwal, Afschermend bouwen, Locatie verplaatsen, Etc..

Onnttvvaannggeerrm O ma aa attrre eg ge elle en n Gevelisolatie, Vliesgevelconstructie

Geluidscherm, Afschermend bouwen, Locatie verplaatsen, Etc..

Gevelisolatie Vliesgevelconstructie Absorptie balkons

Geluidscherm, Etc..

Gevelisolatie, Etc..

Locatie verplaatsen

Hotelbon, Etc.. Hotelbon, Etc.. Gevelisolatie

Locatie ontvanger verplaatsen

Gevelisolatie, Etc

ARCADIS

48


BIJLAGE

4

Beleidsregels gevelsanering wegen railverkeerslawaai, bestaande woningen 2008 gemeente Hengelo Naast het van toepassing zijnde Hoofdstuk 6 van het Besluit geluidhinder zijn de volgende beleidsregels geformuleerd. Afdeling 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1. Begripsbepaling Voor de toepassing van deze regels wordt verstaan onder a. geluidwerende maatregelen bij bestaande woningen: Alle bouwkundige maatregelen aan de gevels van bestaande woningen met een hoge geluidbelasting vanwege wegen railverkeerslawaai die noodzakelijk zijn om de geluidbelasting in geluidgevoelige vertrekken van deze woningen tot 38 dB terug te brengen. b. A-lijst: de op 25 oktober 2000 door de Minister van Volkshuisvesting en Milieubeheer vastgestelde lijst met bestaande woningen die op 1 maart 1986 een geluidbelasting ondervonden vanwege een aanwezige weg van ten minste 65 dB(A), dan wel 60 dB(A) in geval zij deel uitmaken van een verzameling van woningen waarvan ten minste 1 woning een geluidbelasting op dat tijdstip ondervond van ten minste 65 dB(A). c. Raillijst: de op 25 oktober 2000 door de Minister van Volkshuisvesting en Milieubeheer vastgestelde lijst met woningen die op 1 juli 1987 een geluidbelasting ondervonden vanwege een aanwezige spoorweg van meer dan 65 dB(A). d. sanering verkeerslawaai: sanering van wegen railverkeerslawaai door gevelmaatregelen. e. autonome sanering: in het kader van de sanering wegverkeerslawaai of spoorweglawaai treffen van geluidwerende maatregelen met het uitsluitende oogmerk de geluidbelasting, vanwege een weg of een spoorweg, te beperken; f. gekoppelde sanering: in het kader van de sanering wegverkeerslawaai of spoorweglawaai treffen van geluidwerende maatregelen met een ander oogmerk dan uitsluitend de beperking van de geluidbelasting, vanwege een weg of een spoorweg; g. woning: een gebouw dat voor bewoning gebruikt wordt en daartoe bestemd is en waarvan niet meer dan 30 m2 in gebruik is als kantoor, ondergeschikt aan de woonfunctie en welk kantoor weer eenvoudig terug te brengen in de bestemming wonen. h. geluidgevoelige ruimten van een woning: Slaapkamer(s), woonkamer en keuken met een minimaal vloeroppervalk van 11m2; i. maatregelen: geluidwerende maatregelen aan de uitwendige scheidingsconstructie j. geluidbelasting in dB(A) vanwege een weg: etmaalwaarde van het equivalente geluidniveau in dB(A) op een bepaalde plaats, veroorzaakt door het gezamenlijke wegverkeer op een bepaald weggedeelte of een combinatie van weggedeelten; k. geluidbelasting in dB vanwege een weg: geluidbelasting in Lden op een plaats en vanwege een bron over alle perioden van 07.00-19.00 uur, van 19.00-23.00 uur en van 23.00-07.00 uur van een jaar; 110623/CE9/032/000309

ARCADIS

49


l.

GBa-formulier: formulier t.b.v. berekening toetsbedragen autonome

geluidwerende

maatregelen; m.

GBb-formulier: formulier t.b.v. berekening toetsbedragen gekoppelde geluidwerende maatregelen;

n.

GG-formulier: model gereedmelding project geluidwerende maatregelen t.b.v. dossier.

Artikel 1.2. Prioriteit saneringsmaatregelen 1.

De volgorde waarin het college van Burgemeester en wethouders de woningen van de A- en Raillijst projectmatig saneert geschied in principe op basis van de hoogte van de geluidbelasting, woningen met de hoogste geluidbelasting hebben de hoogste prioriteit;

2.

Burgemeester en wethouders houden bij hun beslissing op grond van het eerste lid rekening met een logische afbakening van een project en eventuele samenloop met woningverbetering (gekoppelde sanering) en bronmaatregelen;

Artikel 1.3. Budgetbeperking 1.

Burgemeester en Wethouders voeren gevelisolatieprojecten uit met door het Rijk

2.

In afwijking van artikel 1.3. lid 1 kunnen Burgemeesters en Wethouders de

beschikbaar gestelde financiële middelen;

financiële middelen ook aanwenden voor het treffen van bron- en overdrachtsmaatregelen; 3.

Het is niet mogelijk om individueel subsidie aan te vragen voor het treffen van geluidwerende maatregelen.

Afdeling 2 Geluidwerende maatregelen bij bestaande woningen Artikel 2.1. Procedure 1.

Burgemeester en Wethouders definiëren één of meerdere gevelisolatieprojecten op basis van in artikel 1.2. genoemde A – en/of raillijst. Hierbij stellen zij de omvang van een project vast.

2.

De bewoners van de woningen die in een project vallen krijgen hiervan schriftelijk

3.

Voor de woningen die in het project vallen wordt een akoestisch en bouwtechnisch

bericht.

onderzoek uitgevoerd met betrekking tot de geluidgevoelige ruimten. Dit onderzoek vormt de basis voor de eventueel te treffen geluidwerende voorzieningen. 4.

Het onderzoek heeft alleen betrekking op de geluidgevoelige ruimten van een woning. Het gebruik ten tijde van de inspectie is maatgevend en is ter beoordeling van de uitvoerend ambtenaar;

5.

De gemeente sluit voorafgaand aan de daadwerkelijke sanering een overeenkomst met de eigenaar af waarin de wederzijdse rechten en plichten worden vastgelegd.

6.

Indien noodzakelijk worden bouwen monumentenvergunningen aangevraagd.

7.

Het aanbrengen van de voorzieningen vindt plaats in opdracht van de Gemeente Hengelo door een door haar geselecteerde aannemer, nadat de benodigde vergunningen zijn afgegeven

8.

Oplevering vindt plaats aan de Gemeente Hengelo.

110623/CE9/032/000309

ARCADIS

50


Artikel 2.2. Werkingssfeer 1. Niet in aanmerking voor subsidie krachtens deze beleidsregels komen geluidwerende maatregelen aan woningen: a. die niet op de A- of Raillijst staan. b. die op de A- of Railijst staan en waarvan het adres een andere functie heeft gekregen dan woonbestemming. c. die liggen aan een weg waarvoor een maximum snelheid van 30 km/uur geldt. d. waarbij in verband met de monumentale waarde van de woning gevelsanering niet tegen redelijke kosten technisch mogelijk is. e. die in zeer slechte bouwkundige staat verkeren of zijn gesloopt f. waarbij de geluidbelasting in de geluidgevoelige ruimten gelijk of lager is dan 43 dB. g. voor zover zij getroffen worden met geldelijke steun, uit hoofde van een andere gemeentelijke, provinciale of rijkssubsidie, of h. die niet door of namens de Burgemeester en Wethouders zijn aangebracht. 2. Tevens komen niet in aanmerking voor subsidie krachtens deze beleidsregels, geluidwerende maatregelen aan woningen, waarvan de eigenaar van de betreffende woning eerder niet heeft ingestemd met de uitvoering van de maatregelen. Artikel 2.3. Maatregelen die voor subsidie in aanmerking komen 1. Geluidwerende maatregelen komen slechts in aanmerking voor subsidie krachtens dit hoofdstuk, voor zover: a. zij niet zijn toe te schrijven aan achterstallig onderhoud; b. zij worden getroffen ten behoeve van een woning waarvan ten minste één geluidgevoelige ruimte een geluidbelasting ondervindt van meer dan 43 dB; c. zij strekken tot een verlaging van de geluidbelasting binnen de geluidgevoelige ruimten van een woning tot 38 dB, dan wel een door burgemeester en wethouders doelmatig geoordeelde hogere waarde van ten hoogste 43 dB, en d.de kosten ervan in redelijke verhouding staan tot kwaliteit, aard en gebruik van de woning of het andere geluidgevoelige gebouw en tot het geluidwerend effect van de maatregelen; e. Meerkosten bij het aanbrengen van de geluidwerende voorzieningen als gevolg van achterstallig onderhoud, extreme scheefstand of door noodzakelijk herstel van de oorspronkelijke situatie komen ten laste van de eigenaar en worden rechtstreeks door de eigenaar aan de aannemer voldaan. f. Uitvoering van extra wensen van de eigenaar voor wijziging van de gevel is mogelijk in overleg met de aannemer, uitsluitend tegen vergoeding van de volledige kosten door de eigenaar. Artikel 2.4. Rechten en plichten 1. De eigenaren en de bewoners moeten gedurende het gehele gevelisolatieproject medewerkers van de gemeente en alle namens de gemeente werkende bedrijven en personen toegang verlenen tot de woning. 2. De eigenaar is verantwoordelijk voor het verkrijgen van medewerking van de bewoner. 110623/CE9/032/000309

ARCADIS

51


3.

Indien de eigenaar of bewoner na het sluiten van de overeenkomst als bedoeld in artikel 2.1, lid 5, in het kader van een project alsnog afziet van gehele of gedeeltelijke uitvoering, komen alle directe en indirecte kosten (onder meer adviesvoorbereidings- en uitvoeringskosten, waaronder begrepen de kosten van de reeds aangebrachte geluidwerende voorzieningen) voor rekening van de eigenaar.

4.

Geluidwerende maatregelen die op basis van deze beleidsregels zijn aangebracht moeten ten minste 5 jaar na de datum van oplevering in tact blijven. Tevens moet de woonfunctie gedurende deze periode gehandhaafd blijven.

5.

De eigenaar van de woning dient de kosten van de maatregelen terug te betalen als niet wordt voldaan aan het gestelde in lid 1, 2 en 4.

Artikel 2.5. Dossiervorming In het aan te leggen dossier dienen - afhankelijk van de fase van uitvoering van het project – ten minste de volgende gegevens zijn opgenomen:

1.

In de fase van de projectvoorbereiding: a. een schriftelijke verklaring, waarin is aangegeven wat de directe aanleiding voor het starten van project is, te weten: - de sanering van verkeerslawaai (autonome sanering) of - de woningverbetering (gekoppelde sanering); b. bij autonome sanering, een schriftelijke verklaring van het college van burgemeester en wethouders, dat noch de gemeente noch de eigenaren of bewoners van de tot het project behorende woningen verwachten deze woningen binnen vijf jaar te verbeteren of ingrijpend te wijzigen aan de gevels waar saneringsmaatregelen zullen worden aangebracht of met betrekking tot deze gevels groot onderhoud uit te voeren, dan wel om deze woningen aan de woonbestemming te onttrekken; c. het rapport met de berekening van de geluidbelasting van de uitwendige scheidingsconstructie van de betrokken woningen; d. het rapport met de berekening van de geluidwering van de uitwendige scheidingsconstructie van de betrokken woningen vóór de uitvoering van de geluidwerende maatregelen; e. voor zover van toepassing, een gemotiveerd standpunt van het gemeentebestuur, dat, gelet op artikel 2.3, lid 1c, wordt ingestemd met een hogere waarde dan 38 dB(A) binnen de geluidgevoelige ruimten van een woning;

2.

In de fase van de projectaanbesteding:

a. het rapport met de berekening van de geluidwering van de uitwendige scheidingsconstructie van de betrokken woningen ná het treffen van de beoogde geluidwerende maatregelen; b. een, met de daarvoor gebruikte gegevens, onderbouwde berekening van de totaal verwachte kosten per woning, onder gebruikmaking van formulier GBa of GBb; c. het bestek, inclusief geveltekeningen en plattegronden, opgesteld op basis van de onder 1 c, d en 2 a bedoelde rapporten, zoals dat aan aannemers is aangeboden; d. een overzicht van de aanvullende bouwtechnische maatregelen, voor zover deze maatregelen zijn opgenomen in het bestek;

110623/CE9/032/000309

ARCADIS

52


e. een verklaring omtrent de staat van onderhoud van ieder tot het project behorende woning en - voor zover het achterstallig onderhoud betreft - een raming van de kosten van de maatregelen om de woning in goede staat te brengen, indien deze maatregelen zijn opgenomen in het bestek; f. de offertes van de aannemers; g. het proces-verbaal van aanbesteding; h. een afschrift van de schriftelijke gunning van het werk aan de gekozen aannemer; 3.

In de fase van de projectuitvoering: a. de facturen van de aannemer, en b. indien er sprake is van meer- of minderwerk: overzichten hiervan, waarbij duidelijk is welke wijzigingen op welke woningen betrekking hebben;

4.

Na voltooiing van het project: a. een schriftelijke gereedverklaring, onder gebruikmaking van het formulier GG; b. het rapport van de akoestische controlemeting volgens het Meet- en rekenvoorschrift geluidbelasting binnen gebouwen, dan wel volgens NEN 5077, “Geluidwering in gebouwen”, uitgevoerd voor minimaal één op de 20 woningen waarvoor maatregelen zijn getroffen, met dien verstande dat per project ten minste één meting wordt uitgevoerd, en met dien verstande dat de te meten woningen representatief moeten zijn voor het project c. indien uit het onderdeel onder b bedoelde controlerapport een overschrijding blijkt van de binnenwaarde, als bedoeld in artikel 2.3, onder c: een toelichting op die overschrijding d. lijst met woningen waarvoor de maatregelen zijn uitgevoerd.

110623/CE9/032/000309

ARCADIS

53


BIJLAGE

5

Begrippen In het kader van de Wet geluidhinder worden de geluidbelasting bepaald ter plaatse van de gevel van

woningen, andere geluidgevoelige gebouwen en geluidgevoelige terreinen. In

artikel 1 van de Wet geluidhinder zijn de relevante begrippen opgenomen.

WONING ANDERE GELUIDGEVOELIGE GEBOUWEN

gebouw dat voor bewoning gebruikt wordt of daartoe bestemd is;

1°. onderwijsgebouwen; 2°. ziekenhuizen en verpleeghuizen; 3°. bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen andere gezondheidszorggebouwen dan bedoeld onder 2º; een gymnastieklokaal maakt voor de toepassing van deze wet geen deel uit van een onderwijsgebouw;

GELUIDGEVOELIGE TERREINEN

1°. terreinen die behoren bij andere gezondheidszorggebouwen dan algemene, categorale en academische ziekenhuizen, alsmede verpleeghuizen, voor zover deze bestemd zijn of worden gebruikt voor de in die gebouwen verleende zorg, of, 2°. woonwagenstandplaatsen;

GELUIDGEVOELIGE RUIMTE

ruimte binnen een woning voor zover die kennelijk als slaap-, woon-, of eetkamer wordt gebruikt of voor een zodanig gebruik is bestemd, alsmede een keuken van ten minste 11 m²;

GEVEL

bouwkundige constructie die een ruimte in een woning of gebouw scheidt van de buitenlucht, daaronder begrepen het dak;

BEGRIP ‘DOVE GEVEL’

In afwijking van artikel 1 wordt onder een gevel in de zin van deze wet en de daarop berustende bepalingen niet verstaan: a. een bouwkundige constructie waarin geen te openen delen aanwezig zijn en met een in NEN 5077 bedoelde karakteristieke geluidwering die ten minste gelijk is aan het verschil tussen de geluidbelasting van die constructie en 33 dB onderscheidenlijk 35 dB(A), alsmede b. een bouwkundige constructie waarin alleen bij uitzondering te openen delen aanwezig zijn, mits de delen niet direct grenzen aan een geluidgevoelige ruimte.

Bij discussie omtrent de begripsbepaling wordt de jurisprudentie hieromtrent gevolgd.

110623/CE9/032/000309

ARCADIS

54


COLOFON


VOOR VERGUNNINGEN WET MILIEUBEHEER EN APV, HOGERE WAARDEN WET GELUIDHINDER EN SANERING BESTAANDE WONINGEN OPDRACHTGEVER:

GEMEENTE HENGELO STATUS:

Vrijgegeven AUTEUR:

ing. M.F.T. Poos Drs H. Aalderink H. Winters

Arcadis Gemeente Hengelo Gemeente Hengelo

GECONTROLEERD DOOR:

ing. M.F.T. Poos VRIJGEGEVEN DOOR:

ing. H.A.M. Wilbers 23 januari 2009

110623/CE9/032/000309

ARCADIS NEDERLAND BV Beaulieustraat 22 Postbus 264 6800 AG Arnhem Tel 026 3778 911 Fax 026 3515 235 www.arcadis.nl Handelsregister 9036504 ©ARCADIS. Alle rechten voorbehouden. Behoudens uitzonderingen door de wet gesteld, mag zonder schriftelijke toestemming van de rechthebbenden niets uit dit document worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie, digitale reproductie of anderszins.

110623/CE9/032/000309

ARCADIS

55

BIJLAGE1 Gebiedstypenkaart gemeente Hengelo

Recommend Documents