P l a n
v a n
A a n p a k
a r c h e o l o g i e
B u r g e m e e s t e r
H .
v a n
s c h o l e n z o n e S l e e n s t r a a t ,
g e m e e n t e
The Missing Link
Opdrachtgever Contactpersoon opdrachtgever Contactpersoon The Missing Link Auteur Autorisatie Datum Versie TML project TML notitie
Gemeente Brielle mevr. A. van Oers Mevr. S. Hornikx Mevr. S. Hornikx Dhr. B. Goudswaard 29 september 2014 2.0 1175.34 659
B r i e l l e
Samenvatting Om een gefragmenteerde besluitvorming en een grote kostenpost zonder toegevoegde waarde te voorkomen is een overkoepelende en integrale benadering voor erfgoed noodzakelijk voor de scholenzone in de Burgemeester H. van Sleenstraat. De te kiezen strategie moet voor het gehele plan gelden. Dat voorkomt dat gedurende de langere ontwikkeltijd de afwegingen iedere keer op faseniveau worden gemaakt en het AMZ-proces gedachteloos doorlopen wordt. Ook worden grote financiële risico's zo vermeden. In dit Plan van Aanpak wordt de eerste stap gezet voor de integrale benadering met waardetoevoeging voor de ruimtelijke ontwikkeling. Dat betekent dat het verhaal van de plek worden verbonden met de agenda van de plek. Het verleden met de toekomst.
moet
Voor de herontwikkeling liggen er mooie kansen in het plangebied. Het erfgoed kan een inspiratiebron zijn voor de branding/marketing van het gebied, voor de binding met huidige en toekomstige bewoners en ondernemers. Om een duidelijk kader te hebben voor het onderzoek en de ontwikkeling stelt The Missing Link voor om voor een integrale aanpak te kiezen, waarbij één of meerdere verhaallijnen worden ontwikkeld. Deze verhaallijnen zijn het selectiekader bij het archeologisch onderzoek en de inspiratiebron voor de maatschappelijke opgave. Om het archeologische traject in goede banen te laten open is het belangrijk een realistisch budget op te nemen in de grondexploitatie. Dit plan kan hierbij helpen. Wij adviseren de volgende stappen te zetten: » Deze methodiek te bespreken tijdens en overleg met de stakeholders en te beslissen hoever men hierin meegaat. Dat betekent dat het verhaal van de plek moet worden verbonden met de agenda van de plek moet gekoppeld worden. Daarnaast moeten financiële kaders » « » »
gesteld worden. Verhaallijnen ontwikkelen; Verder inventariserend onderzoek uitvoeren; Een realistisch budget opnemen in de GREX; Maken van gezamenlijke integrale keuzes; Het Plan van Aanpak voor archeologie verder uitwerken op basis van de gemaakte keuzes.
The Missing
Link
TML659 - Plan van Aanpak archeologie Burgemeester H. van Sleenstraat
2
1. Inleiding De scholenzone aan de Burgemeester H. van Sleenstraat met een oppervlakte van ca. 3 ha wordt herontwikkeld in 5 fasen, (figuur 1). De herontwikkeling start met het voormalige Maerlantcollege (fase 1 en 2). Fase 3 en 4 betreft de herontwikkeling van de locatie van de Maerlantschool en fase 5 de herontwikkeling van de Nieuwe Poort school. De scholenzone bevindt zich binnen de vesting. Deze zone heeft een middelhoge verwachting voor het aantreffen archeologische resten. Verder zijn er drie terreinen die conform het archeologisch beleid behoren een deel van dit gebied tot waarde 'Archeologie 1' (geen vrijstellingsgrens) en waarde 'Archeologie 2'(vrijstellingsgrens 30 m ). Dit betekent dat archeologisch onderzoek 2
verplicht is bij de herontwikkeling van het plangebied. Om een gefragmenteerde besluitvorming en een grote kostenpost zonder toegevoegde waarde te voorkomen is een overkoepelende en integrale benadering voor erfgoed noodzakelijk voor de scholenzone in de Burgemeester H. van Sleenstraat. In dit Plan van Aanpak wordt de eerste stap gezet voor de integrale benadering met waardetoevoeging voor de ruimtelijke ontwikkeling. De risico's en kansen worden benoemd, en er wordt toegelicht hoe een integrale besluitvorming de basis kan zijn voor het verdere verloop van het proces. We kijken naar de nieuwbouwplannen in relatie tot de aanwezige en te verwachten archeologische resten. Daar waar de resten bedreigd worden, moet archeologisch onderzoek worden uitgevoerd om te zien of de resten waardevol zijn en indien dit het geval is zijn maatregelen noodzakelijk. De gemeentelijke beleidsruimte ligt dus in de waardebepaling van de aangetroffen resten en de keuze in de maatregelen.
1. Situatie archeologie Het plangebied heeft een middelhoge archeologische verwachting op de gemeentelijke verwachtingenkaart. Op basis van historisch kaartmateriaal zijn er in de te herontwikkelen zone resten van twee kloosters in de ondergrond te verwachten (Bijlage, figuur 2). Ter plaatsen van fase 1 lag het St. Catherinaklooster. Resten van het Cel leb roede rsklooster zijn te verwachten ter plaatse van fase 4 en 5. In het plangebied wordt dus een belangrijk deel van het Brielse religieuze verleden verwacht. In het plangebied is alleen binnen de contouren van fase 1 en 2 archeologisch onderzoek uitgevoerd. In 2013 zijn de ondergrondse sloopwerkzaamheden van het Maerlantcollege onder archeologische sloopbegeleiding uitgevoerd. Ter plaatse van fase 1 zijn geen archeologische resten aangetroffen, omdat de sloop niet dieper ging dan de aanwezige ophogingslaag. Ter plaatse van de funderingen was enkel ophogingszand zichtbaar tijdens de sloopbegeleiding. Er was tot zeker 1 m -mv ophogingszand aanwezig. In het overige terrein van fase 1 is op basis van de resultaten van een milieukundig booronderzoek ontdekt dat hier een recente klei-ophogingslaag aanwezig was van minimaal 1 m diep. Deze is waarschijnlijk in verband te brengen met de realisatie van de technische school in de 20 eeuw. Het is echter nog onbekend of er onder deze ophogingslaag nog archeologische resten kunnen verwacht worden. Uitgaande van het feit dat het gebied in de ste
binnenstad van Brielle ligt, blijft de middelhoge verwachting conform de verwachtingskaart archeologie van de gemeente Brielle gelden. Onder de ophogingslaag kan het oude loopniveau nog aanwezig zijn. De gemeente heeft besloten dat de bodemingrepen niet dieper dan 1m -mv mogen uitgevoerd worden zonder archeologisch onderzoek. Daarnaast zijn er voorwaarden verbonden aan het plaatsen van heipalen. Binnen de contour van fase 1 zal in principe geen archeologisch onderzoek meer uitgevoerd worden. T h e Missing
Link
TML659 - Plan van Aanpak archeologie Burgemeester H . van Sleenstraat
3
Tijdens de sloopbegeleiding aan de overkant van de straat (fase 2) zijn direct onder maaiveld resten gevonden van het Catherinaklooster. Het betrof de gedeeltelijke gevels van mogelijk twee gebouwen, de restanten van de zuidelijke gevel en drie kamers van een derde gebouw. Deze archeologische sporen zijn beperkt onderzocht; alleen om de waarde van deze resten in te schatten. Bij bodemingrepen dieper dan 30 cm -mv dient hier verder archeologisch onderzoek uitgevoerd te worden. In de deelgebieden fase 3, 4 en 5 is nog geen archeologisch onderzoek uitgevoerd. Op basis van historisch kaartmateriaal en de verwachtingskaart zijn hier echter resten van een klooster (Cellebroedersklooster) aanwezig. Ook resten van een vroegere stadswal en gracht kunnen hier aangetroffen worden.
2.
Proces archeologie
Om de risico's die archeologie met zich mee brengt beter te kunnen inschatten, is het nodig om het proces van de archeologische monumentenzorg (AMZ) te begrijpen. Dit proces (zie afbeelding onder) wordt doorlopen bij ruimtelijke ontwikkelingen, om te voorkomen dat waardevolle archeologie verloren gaat. Het AMZ-proces bestaat uit meerdere stappen en formeel te doorlopen procedures. Het heeft sterke gelijkenis met het uitvoeringsproces voor de bodemkwaliteit. Kenmerkend voor het archeologische proces is dat iedere stap voortbouwt op de resultaten van de vorige. Het proces is onderverdeeld in drie hoofdstappen: Het proces is onderverdeeld in drie hoofdstappen: « Zit er iets (inventarisatie)? (wettelijk verplicht) » Is wat er zit ook belangrijk (selectie)? (op basis van eigen gemeentelijk normstelling) « Moeten maatregelen worden getroffen om het veilig te stellen en zo ja welke (maatregelen)? Inventarisatie De inventarisatiefase is op te delen in drie vormen van onderzoek, met name bureauonderzoek, booronderzoek en proefsleuven. De eerste twee stappen zijn in dit project beperkt van toepassing. Voor de herontwikkeling moeten de aanwezige scholen gesloopt worden. Door de ondergrondse sloop van deze scholen archeologisch te laten begeleiden, tot op het niveau dat er archeologische resten worden aangetroffen, kan er over een aanzienlijk oppervlakte in het plangebied bekeken worden of er archeologische resten aanwezig zijn. De begeleiding wordt uitgevoerd volgens een PvE (Programma van Eisen) voor een begeleiding protocol proefsleuvenonderzoek. Dit betekent dat de aanwezige archeologische resten niet intensief worden onderzocht, maar enkel worden gedocumenteerd om de archeologische vindplaats te kunnen waarderen. Indien de archeologische begeleiding niet voldoende resultaten geeft, kan een bijkomend inventariserend onderzoek (boorof proefsleuvenonderzoek) voor deze specifieke locaties worden uitgevoerd. In de deelgebieden fase 1 en 2 is er reeds een archeologische sloopbegeleiding uitgevoerd.
The Missing
Link
TML659 - Plan van Aanpak archeologie Burgemeester H. van Sleenstraat
4
Bureauondazoeti
Verwachtingen nlei qeKende waardei n v e n t a n isatie saíie
t m x ţ v w
Selectie
Vas'.geslekfe Oŵkentíe waarden
Maatregelen
-Ex stoH.s'.h
n i - ii ļ riļi . . / n 0[R».1..- I
Selectie Op basis van de resultaten van de inventarisatiefase zal de gemeente Brielle een selectiebesluit nemen met betrekking tot de behoudenswaardigheid van de vindplaatsen (selectiefase). Anders dan bijvoorbeeld de wet op de bodemkwaliteit kent de archeologiewet geen inhoudelijke harde "interventiewaarden" om te beoordelen of een maatregel noodzakelijk is. De wet biedt dus de ruimte aan de gemeentes om dit in te vullen met eigen archeologiebeleid.
gebìedsvisie ontwerp
MGT/8ESTUUR DEMOCRATISCH BESLUIT
The Missing Link
TML659 - Plan van Aanpak archeologie Burgemeester H. van Sleenstraat
5
De afweging beperkt zich niet tot wat belangrijk is voor de historische kennisvorming, maar gaat ook over wat de toepassing van die kennis kan zijn voor de nieuwe ontwikkeling. Dit selectiekader biedt kansen voor de gemeente Brielle! Het erfgoed potentieel van dit gebied kan gecombineerd worden met de ruimtelijke ambitie (de agenda) voor het plangebied door een integrale benadering. Dat betekent een beter selectiekader, een duidelijke bijdrage aan het plan en een kostenbesparing. Er zitten mooie verhalen verborgen in het plangebied. Om die verhalen goed te kunnen gebruiken binnen de ontwikkeling is een juiste aanpak van het archeologisch traject nodig. Met behulp van de verhaallijnen als gebiedsconcept kan het verleden met de toekomst worden verbonden en een optimale keuze gemaakt worden uit het erfgoed (objecten, landschappen en archeologie) en de opgaves (ruimtelijk, economisch en sociaal en cultureel) in het plangebied. De verhaallijnen zijn de basis van het selectiekader. Niet alleen kan het archeologisch proces efficiënt doorlopen worden, maar het erfgoed kan ook meerwaarde bieden als inspiratiebron voor de branding/marketing van het gebied en voor de binding met huidige en toekomstige bewoners, omwonenden en ondernemers. De verhaallijn als middel voor de selectie? De geschiedenis van een gebied wordt meestal chronologisch verteld. Logisch want gebeurtenissen volgen elkaar op en zijn alleen zo te begrijpen. Iedere plek en elk gebied kent echter ook thema's en verhalen die steeds weer terugkomen, een rol spelen door de hele geschiedenis heen en nog steeds actueel zijn. Deze verhaallijnen dringen door tot de essentie van een gebied en zijn deel van de eigen identiteit van de bewoners. Verhaallijnen geven het gebied een gezicht (zie voorbeelden in Bijlage, figuur 3). Daarnaast wordt bij ontwikkeling van de verhaallijnen ook de beleidsambities voor het gebied meegenomen. Vanwege de actualiteit van verhaallijnen, kunnen ze een actieve rol spelen bij de ontwikkeling van een gebied en richting geven aan te maken keuzes. Ze kunnen zelfs inspirerend zijn voor de stedebouwkundige invulling en de architectuur. De verhaallijnmethodiek zorgt voor: « «
»
«
«
ordening: een verhaal zorgt voor een ordening van gebeurtenissen en zet deze in een kader. verbinding: een verhaal verbindt mensen met elkaar. Als samen een verhaal wordt gedeeld, schept dat een band. Betekenis en authenticiteit: verhalen geven betekenis aan gebeurtenissen en helpen zich te identificeren met de plek. beleving: verhalen richten zich niet alleen op de ratio maar ook op het gevoel waardoor mensen worden aangesproken en geraakt. sturing: verhalen bieden mensen houvast en geven richting.
IK
erfgoed I g e b i e d s í d e ni tt ii tt ee ii tt
beleidsambitie W
Tijdens de selectiefase wordt de gekozen verhaallijnen uitgewerkt voor het plangebied. Vervolgens kan tijdens een overlegsessie tussen de gemeente, de ontwikkelaar en de bevoegde overheid voor archeologie gekozen worden voor gebiedsspecifieke verhaallijnen en bijhorende selectie. Op deze manier is er sprake van waardetoevoeging en kostenbesparing.
The Missing
Link
TML659 - Plan van Aanpak archeologie Burgemeester H. v a n Sleenstraat
6
k o s t e n
b e s p a r e n
7. langere verdien tijd, later slopen
8. recreatieve/educatieve mogelijkheden
6. < onderhoud > sociale cohesie 5. > v.o.n pms 4. snellere terugverdien tijd 3. > bouwen 2 . < onderzoekskosten 1. > m uitgeefbaar
t w a a r d e
t o e v o e g e n
2
Maatregelfase Indien wordt besloten dat de aanwezige archeologische waarden van belang zijn voor de ontwikkeling van het gebied kan worden besloten tot bescherming ter plaatse, onderzoek (opgraving) of begeleiding. Een opgraving levert kennis op èn geeft input aan de ontwikkeling. De onderwerpen die passen binnen de gekozen verhaallijn kunnen diepgaand onderzocht worden. De verhalen die naar boven komen in het onderzoek, kunnen vervolgens beleefbaar gemaakt worden. Dit kan terugkomen in bijvoorbeeld het ontwerp en de branding van het project. Door de input van het archeologisch onderzoek kan er een spannende en onderscheidende woonomgeving worden gemaakt. Het gemeentelijke beleid biedt voldoende keuzemogelijkheden voor deze aanpak en de gemaakte keuzes zijn goed te onderbouwen.
3. Kosteninschatting Op basis van de bekende gegevens hebben wij voor deze aanpak een kosteninschatting gemaakt. Daarvoor is in theorie het gehele archeologische proces doorlopen en op basis van bestaande ervaringscijfers en de reeds opgedane ervaring ter plaatse, een raming gemaakt. De bedragen betreffen het uitvoeren van het daadwerkelijk uitvoeren van het onderzoek, de directievoering en de bijkomende advisering voor de gemeente. In onderstaande kostenraming zijn twee scenario's opgenomen. Het eerste scenario 'Kostenvermindering en waardetoevoeging' gaat uit van een integrale aanpak (zoals boven beschreven). Beide scenario's zijn een inschatting. Het is mogelijk een veel extremer scenario te kiezen, waarbij veel meer ingezet wordt op toepassing van het archeologisch verhaal. Dit dient een gewogen beslissing te zijn van alle stakeholders, namelijk de betrokken ambtenaren gemeente (projectleider, monumenten Et archeologie, recreatie en/of branding) en de ontwikkelaar.
TML659 - Plan van Aanpak archeologie Burgemeester H. van Sleenstraat
7
In dit scenario wordt in de maatregelfase naast het opgraven (onderzoeken) ook archeologische resten in de grond behouden (bewaren). Door integrale keuzes te maken op basis van verhaallijnen en anders om te gaan met je budget, wordt er ruimte gecreëerd om het erfgoed te gebruiken en in te zetten voor maatschappelijke opgaves.
identiteit
gebruiken
b e v/a r e n
i
onderzoeken
Ter vergelijking is in het kader ook het scenario selectie Traditioneel' opgenomen, waarbij er uitgegaan wordt van een sectorale aanpak die uitsluitend gericht is op kennis en onderzoek. De verschillen zijn dus te verklaren uit de specifieke keuzes die vooral tijdens de selectiefase worden gemaakt. In beide scenario's is een marge gehanteerd van omdat we nog aan het begin van het archeologisch proces staan. Enkel in de gebieden van fase 1 en 2 is al inventariserend onderzoek uitgevoerd. Kosteninschatting archeologie scholenzone Burg. H. v a n Sleenstraat Scenario 'kostenvermindering-waardetoevoegingg' verval m pńjs/m kosten subtotaal 28308 2
1.
2. 3.
Oppervlakte plangebied Inventarisatie subtotaal begeleiding cf proef sleuven uitgevoerd begeleiding cf proefsleuven begeleiding openbare weg+parkeren Selectie Maatregelen subtotaal Onderzoeken bewaren gebruiken
'"*\4* į # \ ;. „ . ^ .
2
Scenario 'tradition eel' verval m* prijs/m 28308
2
kosten
C 56.900 0
9Á 2VA 3Yo 4SYo
2500 5935 750 12800
C6,2 C6,3 C5,7
C 15.400 C 37.200 C 4.300
C 60.100 219Ž 596 7iy 0
2500 5935 1500 20138
C6,2 C6,3 C5,0
C 15.400 C 37.200 C 7.500
17138 3000 0
C 3 8 C 647.000 C 2 C 6.000
C 419.100 299Ź 169Ź lOOYo
Totaal (afgerond) M i n i m u m -709í, M a x i m u m * 70X
8300 4500 28308
C46 C 381.800 C2 C9.000 C l C 28.300
subtotaal
C 653.000 6iy 1194 0
C 476.000 C 143.000 C 809.000
C 713.000 C 214.000 C 1.212.000
Scenario 'kostenvermindering en waardetoevoeging' De kosteninschatting voor dit scenario is C 473.000,- met een marge van 70%. Bij dit scenario wordt en archeologische sloopbegeleiding uitgevoerd, zoals bij fase 1 en 2. Bij de herinrichting van de openbare ruimte, zoals de herinrichting Burg. H. van Sleenstraat dient ook inventariserend onderzoek plaats te vinden als er bodemingrepen plaatsvinden. De vorm en mate van dit onderzoek is afhankelijk van de aanwezige verstoringen (k&l, riolering) en de diepte van de benodigde bodemverstoringen. Indien de diepe bodemingrepen zich beperken tot de verstoorde zones, hoeft geen hier geen of beperkt onderzoek plaatsvinden. Ook kan de informatiewaarde van bijkomend onderzoek in deze zone integraal bekeken worden t.a.v. de onderzoeken in de verschillende deelgebieden. Bijna de helft van het gebied is geselecteerd voor vervolgmaatregelen. Het betreft hier de binnenstad van Brielle betreft en er worden resten van drie kloosters, waardoor er vanuit inhoudelijke oogpunt naar schatting een redelijk deel van het gebied zal geselecteerd worden. De maatregelen bestaan in dit scenario uit onderzoeken, bewaren en gebruiken. De kloosterterreinen en andere interessante vindplaatsen worden gericht opgegraven. Daarnaast wordt TML659 - Plan van Aanpak archeologie Burgemeester H. van Sleenstraat
8
er van uitgegaan dat naast het achterterrein van fase 1 ook op andere locaties de bodem beperkt verstoord wordt, zodat de archeologische resten bewaard kunnen blijven in de bodem. Door de integrale aanpak kan er ook ingezet worden op waardetoevoeging door erfgoed en niet enkel op kennìswinst. De verhaallijnen kunnen ingezet worden als rode draad in marketing, branding, recreatie, het creëren van sociale cohesie en het vertellen van het verhaal aan de inwoners en bezoekers van Brielle. Het erfgoedbudget kan gericht ingezet worden voor al deze aspecten. Denk hier bijvoorbeeld aan het organiseren van een evenement op de braakliggende terreinen, het organiseren van een QR-code route die langs het gebied gaat en zo ook de nieuwbouw promoot. Belangrijk is hiervoor aan te sluiten bij bestaande projecten, activiteiten en media. In dit budget zit ook het opstellen en uitwerken van de verhaallijnen vervat. Dit budget kan aangevuld worden met extra middelen uit ander budgeten van de gemeente en de ontwikkelaar, bijvoorbeeld uit marketing, branding en recreatie. Scenario 'traditioneel' De kosteninschatting voor dit scenario is C 713.000,- met een marge van 70X. Duidelijk is dat door minder te sturen en geen integrale aanpak te kiezen, de kosten voor archeologie aanzienlijk hoger worden. Bij de inventarisatie worden ook openbare ruimte en niet onderzochte parkeerlocaties meegenomen. Hier wordt minder gekeken naar de informatiewaarde van de te verwachten archeologische resten en mogelijkheden voor het bewaren van deze resten. De selectie voor maatregelen ligt bij dit scenario op 71 SS. De maatregelen bestaan vooral uit het uitvoeren van een opgraving. Bij het achterterrein van fase 1 en wat andere beperktere locaties worden de archeologische waarden in de bodem bewaard. Het erfgoed wordt hier enkel gebruikt om verdere kennis te vergaren. Er is geen ruimte in dit (hoge) budget om het erfgoed in te zetten voor andere maatschappelijke opgaven. Bovenstaande scenario's geven aan dat er door goede sturing en een integrale aanpak flink op de kosten kan bespaard worden. Belangrijk is dan ook de archeologie in het plangebied voor het gehele gebied samen aan te pakken met het andere erfgoed. Op deze manier is goede sturing mogelijk. Wij raden aan om te werken volgens dit eerste scenario en een realistisch gespecificeerd budget voor archeologie in de grondexploitatie op te nemen op basis van bovenstaande kosteninschatting. Door deze zaken tijdig af te stemmen met alle partijen en keuzes te maken, worden problemen later in het proces vermeden.
4. Planning De herontwikkeling van het plangebied zal gefaseerd plaatsvinden. Dit betekent dat de werkzaamheden voor archeologie ook gefaseerd zullen uitgevoerd worden. De planning voor het gehele gebied is nog voorlopig. Belangrijk voor de conditie archeologie is om goed te communiceren over de planning en tijdig te starten met archeologisch onderzoek, zodat deze conditie niet tot vertraging moet leiden.
5. Kwaliteit De archeologische werkzaamheden zullen uitgevoerd worden conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA) 3.3 en het archeologiebeleid van de gemeente Brielle.
The Missing
Link
TML659 - Plan van Aanpak archeologie Burgemeester H. van Sleenstraat
9
De werkzaamheden worden efficiënt uitgevoerd. Voor de stoopbegeleiding zal een gezamenlijk PvE worden opgesteld. Ook voor de opgraving zal een PvE voor het gehele gebied worden opgesteld. Dit draagt bij aan de integrale aanpak.
6. Conclusie en advies Om een gefragmenteerde besluitvorming en een grote kostenpost zonder toegevoegde waarde te voorkomen is een integrale benadering noodzakelijk voor de herontwikkeling van de scholenzone aan de Burg. H. van Sleenstraat in Brielle. Dat betekent dat het verhaal van de plek moet worden verbonden met de agenda van de plek. Het verleden met de toekomst. De te kiezen strategie moet voor het gehele plan gelden. Dat voorkomt dat gedurende de langere ontwikkelt!jd de afwegingen iedere keer op faseniveau worden gemaakt en het AMZ-proces gedachteloos wordt doorlopen wordt. Ook worden grote financiële risico's zo vermeden. Voor de herontwikkeling liggen er mooie kansen in het erfgoed. Het erfgoed kan een inspiratiebron zijn voor de branding/marketing van het gebied, voor de binding met huidige en toekomstige bewoners en ondernemers. Om een duidelijk kader te hebben voor het onderzoek en de ontwikkeling stelt The Missing Link voor om voor een integrale aanpak te kiezen, waarbij één of meerdere verhaallijnen worden ontwikkeld. Deze verhaallijnen zijn het selectiekader bij het archeologisch onderzoek en de inspiratiebron voor de maatschappelijke opgave. Om het archeologische traject in goede banen te laten open is het belangrijk een realistisch budget op te nemen in de grondexploitatie. Dit plan kan hierbij helpen. Wij adviseren de volgende stappen te zetten: » Deze methodiek te bespreken tijdens en overleg met de stakeholders en te beslissen hoever men hierin meegaat. Dat betekent dat het verhaal van de plek moet worden verbonden met de agenda van de plek moet gekoppeld worden. Daarnaast moeten financiële kaders » » »
gesteld worden. Verhaallijnen ontwikkelen; Verder inventariserend onderzoek uitvoeren; Een realistisch budget opnemen in de GREX;
» »
Maken van gezamenlijke integrale keuzes; Het plan van aanpak voor archeologie verder uitwerken op basis van de gemaakte keuzes. In dit plan wordt de praktische en beleidsmatige uitwerking van de omgang met erfgoed gekwantificeerd, in de vorm van een begroting en planning, verdere uitwerking maatregelen, organisatievorm, kwaliteit en communicatievorm.
T h e Missing
Link
TML659 - Plan van Aanpak archeologie Burgemeester H. van Sleenstraat
10
Bijlage: Figuren Figuur 1: Deelgebieden scholenzone Burg. H. van Sleenstraat Brielle \ -
'I
s
:
'I
i 1
'i
1
SA -
!
'A
s
4/
" 1
KA
deelgebied " :
I
1
"1 1
deelgebied 3-4
]
:
I
'V v. -
:
1 deelgebied 5
-
\
:
. ;
-
ľ Oh,
V 1
JL
ík
V
SSëoS
Oeelgetied mei ToļfcAjrafie
The Missing
Link
TML659 - Plan van Aanpak archeologie Burgemeester H. van Sleenstraat
Figuur 2: locatie kloosters in plangebied.
vv
V
fíte é '•N!
I
\ !
i
1
I H
ľi
-
š ^
1 1
li
z deelgebied 1
i' mm
;
\ i
I
•Clarissenklooster:
:
!
E
m u
f
.v';
I i'
deelgebied 2
1
f
i
J
ã
í
:
1
1
z
1
1
!
ì I
-
i
•I :
•i L
0
r deelgebied 3-4 i
Cellezusterskloosteŗ
i
:
;
1
1
1
:
11
:
oļ
1
\
\
:
ŗs
n—.
\
deelgebied' 5:
\
:Brìgittenklooster F. t
-
\ w
:
V
\
'1
E
\
\
L [
\
60m
-
\
I i
:
V
•:V:
V V
ik
Deelgebied mei nummer Monumenten gemeente Brielle Topografie
T h e Missing Link
TML659 - Plan van Aanpak archeologie Burgemeester H. van Sleenstraat
12
Figuur 3: voorbeeld verhaallijnen
uitnodigende buitenplaats
maakbaar woonlandschap o
m
m
e
s
t
r
e
k
e
n
F CAJM
VERHAALLIJNEN CASTRICUM
H e e r l y k h y d
O m m e s t r e k e n
uitnodigende buitenplaats
maakbaar (woon) landschap
h e d e n ( w a t v a l t op?)
eenheid
diversiteit
toekomst (beleidsdoelen)
recreatie 6 toerisme
ruimte 6 wonen
verleden (thema)
Centraal staat Heerlykhyd als historische bestuurseenheid en aantrekkelijke verblijfsplaatsvoor toeristen e n dagjesmensen. Heerlyhyd verbindt de verschillende kernen m e t elkaar en benadrukt de overeenkomsten in cultuur e ngezamenlijke historie.
Ommestre(c)keniseen oud Nederlands w o o r d voor o m g e v i n g , streek. Deze v e r h a a l l i j n benadrukt h e t w o n e n in de verschillende buurten, m e taccentuering van de eigenheid v a n d e kernen e n landschappen. Het ontstaan van h e t landschap e n de hiermee samenhangende identiteit van de dorpen staan centraal.
verhalen
Deze verhaallijn k o m t t o t uiting in historische verhalen e n gebeurtenissen zoals deeerste camping, h e t kusttoerisme, de (veelal verdwenen) buitenplaatsen e n kastelen, d e aanwezigheid van Duin e n Bosch, etc.
Verhalen die hier benadrukt w o r d e n gaan over de buurtschappen, ontginning, zandwinning, h e t O e r U , waterbeheer, vroegere meren e nmolens, herkenbare verkavelingstructuren, lintbebouwing, etc.
The Missing Link
« natuurwaarden - bebouwingskarakteristiek » fraaie verblijfsgebieden «uitdragen D N A / profiel
* burgerparticipatie *co-produceren ondernemers
* open gevarieerd landschap «ruimtelijke k w a l i t e i t «waterberging
TML659 - Plan v a n Aanpak archeologie Burgemeester H . v a n Sleenstraat
»stabiel inwoneraantal *voorzieningenop maat »veilige woonomgeving « duurzaamheid
13
I n t e g r a a l
s e l e c t i e a d v i e s
S c h o l e n z o n e
B u r g .
H .
v a n
a r c h e o l o g i e
S l e e n s t r a a t
g e m e e n t e
T h e Missing
Link
Erfşoedmanasers
met ziel en zakelijkheid
Opdrachtgever
Gemeente Brielle
Contactpersoon opdrachtg ever
Mevr. A. van Oers
Contactpersoon The Missing Link Auteur
Mevr. S. Hornikx Mevr. T. Fonds
Autorisatie Datum
Mevr. S. Hornikx 16-7-2015 1.0
Versie TML project TML notitie
1175.34 718
B r i e l l e
Samenvatting Dit document beschrijft het integrale selectieadvies voor archeologie in het plangebied. De scholenzone rond de Burgemeester H. van Sleenstraat in Brielle wordt heringericht. Omdat in het plangebied de bodem wordt vestoord, verplichten de Nationale wetgeving en het gemeentelijk beleid tot archeologisch onderzoek. De gemeente wil deze noodzaak verbinden aan de wens verhalen uit het rijke verleden van Brielle te vertellen en zichtbaar te maken. Zo ontstijgt het archeologisch onderzoek het sectorale doel en krijgt de verworven kennis ook een maatschappelijke betekenis. De integrale benadering leidt tot een beter selectiekader, een duidelijke bijdrage aan het ruimtelijk plan en een kostenbesparing. Dit gebeurt door verhaallijnen in te zetten en deze te verbinden en deze te verbinden aan de ruimtelijke opgaves in het plangebied.
The Missing Link
TML 718 i Integraal selectieadvies Scholenzone Brielle
2
1. Inleiding Brielle is een gemeente met mooie verhalen en veel erfgoed. De vesting is hier een prachtig voorbeeld van. Dagelijks komen toeristen naar Brielle om de rijke geschiedenis te ontdekken en te beleven. Binnen de vesting zijn de vestingwerken, de monumenten en het museum de trekkers. In de vesting zijn echter nog meer verhalen te vertellen. Bijvoorbeeld de verhalen over de archeologische resten die onder de grond zitten. Veel gebouwen en straten in Brielle kennen vijfhonderd jaar oude voorgangers, die alleen terug te vinden zijn op oude kaarten en tekeningen. Met behulp van archeologisch onderzoek kunnen we dit verborgen deel van het verleden terug tot leven brengen. De informatie die wordt verzameld met een opgraving, kan ingezet worden om Brielle nog aantrekkelijker te maken als stad om te wonen, werken en recreëren. Deze ambitie vormt het uitgangspunt van het integrale selectiebesluit archeologie voor de voormalige scholenzone van de Burg. H. van Sleenstraat die herontwikkeld wordt in 5 fasen, (zie bijlage, figuur 1). 2. Inbedding in breder gemeentelijk kader Brielle profileert zich als vestingstad met de leus Stad van nu, sfeer van toen. De identiteit van Brielle leunt zwaar op historie en cultuur, waarbij de stad als hedendaagse verblijfsplaats voor bezoeker en bewoner niet vergeten wordt. De gemeente wil deze onderscheidende functie van Brielle als cultuurhistorische stad ten volle benutten. Hierbij wordt onder meer ingezet op een kwaliteitsimpuls en herinrichting voor een historische en levendige binnenstad, het behoud van het historisch erfgoed en het verbeteren van de entrees van de binnenstad. De entrees of poorten van de stad zijn voor Brielle belangrijk. Om het handelsmerk van Brielle te vermarkten, is een nieuwe werkmethode omarmd die wordt ingezet bij diverse projecten. De drie domeinen zijn 'sfeer van toen', stad van nu' en 'culturele stad'. Doel is het realiseren van een samenhangende aanpak, waarbij verschillende gemeentelijke afdelingen en professionals samenwerken. Een integrale aanpak dus, waarbij verleden, heden toekomst en ambitie samenkomen en de sectoren cultuur, erfgoed en economie nauw samenwerken om het handelsmerk 'Brielle vesting' te verwezenlijken. In dit selectiebesluit is het drie domeinen model als leidraad gebruikt. 3. Verhaallijnen Het aanwezige erfgoed in de voormalige scholenzone is gestructureerd
verhaallijn
en gekoppeld aan de ambities van de locatie, om zo het verleden met het heden en de toekomst te verbinden. Dit resulteert in verhaallijnen Deze verhaallijnen dienen als selectiekader voor het integrale besluit en als inspiratiebron voor de maatschappelijke opgaves. Zij vertellen het verhaal van het gebied zo dat dit makkelijker vertaald en uitgewerkt kan worden naar concrete acties ter ondersteuning van verschillende beleidsambities, zoals die verwoord zijn voor toerisme, ruimte, economie en sociale samenhang.
erfgoed t
sebiedsidentiteit
Ten behoeve van dit onderzoek zijn in een eerder stadium twee verhaallijnen ontwikkeld (zie onder).
The Missing Link
T M L 7 1 f'
I n t e g r a a l s e k x t i e a d v i e : Scholeņzone B/īellr
beleiosambitie
titel
hemelse
fier
poort
h e m e l s e
fundament
p o o r t
i thema verhalen
Zorgzaamheid e n verbondenheid - Brielle stad m e t 7 kloosters - Cellebroedersklooster - Catharinaklooster - armen- e n ziekenzorg - Heilige Geest stichting - Angelus Merula - schutters e nplundering klooster - scholenzone
V -
relicten
kloosters, Catharina kerk, Birgittenpoortje, zegel klooster, Cellebroedersklooster, Catharinastichting Zorg, co-creatie, verbondenheid m e t e n tussen bewoners
funderingen klooster en andere stadsgracht e n vesting
toekomst
o o r t b o u w e n o ps t e r k e t r a d i t i e watergeuzen 80-jarige oorlog haringvisserij e n handel handelsenclaves in het buitenland pesthuis baten bakenheffing ambachtenschool (wederopbouwarch) d eheeren van Maerlant gebouwen,
Mooie w o o n w i j k die past bij d e binnenstad Brielle
van
Verhaallijn hemelse poort Deze verhaallijn verwijst naar de zorgzaamheid en verbondenheid zoals die (voort)bestaan in Brielle. Het leven in de Middeleeuwen was immers hard en kwetsbaar. Een kleine elite was rijk genoeg om zich een luxe levensstijl aan te meten, maar een aanzienlijk deel van de circa drieduizend inwoners had geen vaste bron van inkomsten. Zij moesten elke dag opnieuw vechten voor een leefbaar bestaan. Ziekte en honger lagen in deze maatschappij op de loer. Door een grote zelfwerkzaamheid wist de bevolking zich over het algemeen te redden, al dan niet met behulp van de liefdadigheid van het stadsbestuur en de kerk. In Brielle bestonden tal van instellingen die zorg droegen voor het welzijn van de inwoners. De stad zelf exploiteerde het Heilige Geesthuis, maar ook particulieren stichtten soortgelijke opvangtehuizen. De financiën voor de armenzorg werden verkregen via de bakenheffing op de Maas, private financiering en natuurlijk door de verkoop van aflaten. De vele kloosters in en om Brielle zijn een teken van het rijke religieuze leven. In het plangebied liggen de resten van het Catherinaklooster en het Cellebroedersklooster. Het Catharinaklooster was ooit het grootste klooster van Brielle en het stadsbestuur heeft heel wat te stellen gehad met de leiding. Het kwam in 1549 zelfs tot een rechtszaak waarbij de stad de pater beschuldigde van smokkelarij en belastingontduiking. Het klooster werd ook enige malen geplunderd. De Catharina stichting is ook nu nog actief als zorg- en welzijnsorganisatie, en ook in de toekomst in fase 5 van de te herontwikkelen zone. Het Cellebroedersklooster vormde een orde van monniken die zich inzetten voor de zieken, en hielpen bij het afleggen en begraven van de doden.
The Missing Link
T M I 7iř
;
I n i c - t r s a l s e l e c t ieñrtvie? S r h o l e n ? o n r B r i e l l e
4
De verbondenheid tussen de huidige en toekomstige bewoners van Brielle staat centraal in deze verhaallijn. Hier kan op worden ingespeeld door de specifieke vormgeving van de openbare ruimte in de nieuwe woonwijk. Verhaallijn fier fundament De verhaallijn fier fundament verwijst naar de rijke geschiedenis van Brielle waarbij wordt voortgebouwd op de sterke traditie van de stad. In letterlijke zin wordt voortgebouwd op de eeuwenoude fundamenten van de stad. De stad bestaat in haar huidige vorm al meer dan driehonderd jaar. In 1713 zijn de vestingwerken om de stad neergelegd, zoals we ze nu nog kennen. Terwijl het landschap om het vestingstadje drastisch veranderde, zijn de aarden wallen al drie eeuwen gezichtsbepalend voor Brielle. Brielle is zodoende onlosmakelijk verbonden met haar wallen, waaraan ze haar historische karakter en haar identiteit ontleent. Tussen 1300 en 1400 nam de handel in Brielle een hoge vlucht. Aan de hand van diverse tolvrijheden die de stad ontving, blijkt dat de handelaren over grote afstanden handel dreven. De handel bezorgde de stad flinke rijkdom en macht. De funderingen van oude gebouwen in de binnenstad zijn hier bewijs van. De toekenning van de stadsrechten aan Brielle in 1330 zorgt ervoor dat de stad zich verder kan ontwikkelen tot welvarende handels- en vissersstad. Tevens wordt het toekennen van de stadsrechten beschouwd als het moment waarop de plaatsen Brielle en Maerlant samensmelt. Keuze verhaallijnen Deze verhaallijnen zijn intern besproken met ambtenaren van verschillende afdelingen en een afvaardiging van het Briels museum. Tijdens dit overleg is unaniem besloten dat de verhaallijn hemelse poort beter bij het gebied en zijn toekomstige functie past dan de verhaallijn fier fundament. Dit niet alleen vanwege het thema 'zorg' dat zo duidelijk aanwezig is met de gevonden resten van het Catherinaklooster en het Cellebroedersklooster, maar ook vanwege de scholen die er gestaan hebben en de komst van het verzorgcentrum. Het thema 'zorg' is af te lezen aan het ruimtegebruik, en bepaalt zodoende de identiteit van de plek. De sociale binding is hier van oudsher groot geweest en het is de ambitie deze onderlinge verbondenheid te handhaven. Verder is over het Catharinaklooster en Cellebroedersklooster tot op heden vrij weinig bekend. De verhaallijn biedt dus de mogelijkheid om nieuwe verhalen toe te voegen aan het merk Brielle vestingstad. 4, Stand van zaken archeologie In de scholenzone is inventariserend onderzoek uitgevoerd in de vorm van proefsleuvenonderzoek en archeologische begeleiding protocol proef sleuven. In deelgebied 1, 3 en 4 is de bodem door egalisatie en recente ophoging verstoord tot circa 1m -mv. Tot deze diepte worden geen archeologische resten verwacht. In de deelgebieden 3 en 4 zijn onder de verstoorde laag resten aangetroffen van de voorloper van de huidige stadsgracht. In deelgebied 2 en 5 zijn vlak onder maaiveldhoogte resten van oude bebouwing en vondsten aangetroffen. Het betreft de resten van het Catharinaklooster en het Cellebroedersklooster en hun opvolgers. Vervolgonderzoek zal veel informatie over het verleden van Brielle opleveren. 5. Selectie Op basis van de resultaten van de archeologische inventarisatiefase neemt de gemeente Brielle een selectiebesluit met betrekking tot de behoudenswaardigheid van de vindplaatsen (selectiefase). De gemeente Brielle is verplicht aan de archeologische zorgplicht te voldoen volgens de Wet op de Archeologische Monumentenzorg, maar heeft wel de beleidsruimte om de selectie te baseren op het verhaal dat ze ook graag wil vertellen. Zo is archeologie niet alleen een kostenpost, maar levert het onderzoek ook meerwaarde voor het plangebied en Brielle als geheel.
T h e Missing Link
T M l 7 1 8 - I n t e g i a a t seU-c t i e a d v i e s S c h o l e n z o n e B n e ü e
5
De gemeente kiest ervoor om verhaallijn hemelse poort te gebruiken als kader bij de selectie. Met het ontwikkelen van het plangebied aan de hand van de verhaallijn hemelse poort, kan worden ingezet op de figuurlijke 'toegang' tot deze wijk. De plannen openen het gebied voor nieuwe woonmogelijkheden en publieke functies. Dit laatste wordt al in gang gezet tijdens de werkzaamheden. De verhaallijn hemelse poort geeft inhoud aan het merk Brielle vesting door de zorgcultuur van Brielle en haar kloosters te benadrukken. Dit verhaal wordt in samenwerking met het museum van Brielle verder uitgewerkt en toeristisch ingezet. Deze keuze sluit aan bij het selectiebeleid vanuit sectoraal (archeologisch) oogpunt. De vindplaatsen in deelgebied 2 en 5 zijn ruimtelijk goed bewaard gebleven. In de aangelegde werkputten zijn goed geconserveerde sporen en vondsten aangetroffen. Vervolgonderzoek zal belangrijke aanvullende informatie opleveren over de geschiedenis van de stad. Logischerwijs wil de gemeente inzetten op de verhaallijn hemelse poort, vanwege de aanwezige kloosters. De verhaallijn sluit tevens aan bij de onderzoeksvragen zoals die zijn verwoordt in het selectiebeleid van de gemeente. Religie en cultus vormen namelijk een speerpunt in het archeologisch selectiebeleid (Selectiebeleid gemeente Brielle, 2008). 6. Specifieke selectie archeologie De keuze voor het gebruik van de verhaallijn 'Hemelse poort' brengt het volgende selectiebesluit ten aanzien van archeologie mee: Deelgebied 1: vrij geven Dit deelgebied wordt vrijgegeven. Verhaallijn hemelse poort wordt toegepast in het plan voor de openbare ruimte. Deelgebied 2: opgraven De archeologische vindplaats wordt behoudenswaardig geacht en onderzocht door middel van een opgraving (figuur 3). De aangetroffen resten met focus op het kloosterterrein worden onderzocht waarna het terrein kan worden vrijgegeven voor verdere ontwikkeling. De op te graven zones worden afgestemd worden op het nieuwbouwplan en de nadere begrenzing van de vindplaats. De zone ter plaatse van de betonkelder wordt vrijgegeven. Verhaallijn hemelse poort wordt toegepast in het plan voor de openbare ruimte. Deelgebied 3-4: vri j geven Dit deelgebied wordt vrijgegeven. Verhaallijn hemelse poort wordt toegepast in het plan voor de openbare ruimte. Deelgebied 5: opgraven De archeologische vindplaats wordt behoudenswaardig geacht en onderzocht door middel van een opgraving (figuur 4). De aangetroffen resten worden onderzocht met focus op het kloosterterrein waarna het terrein kan worden vrijgegeven voor verdere ontwikkeling. De op te graven zones worden afgestemd worden op het nieuwbouwplan en de nadere begrenzing van de vindplaats. Verhaallijn hemelse poort wordt toegepast in het plan voor de openbare ruimte.
The Missing
Link
ľMt 7 1 8 - Intecrõal s e l e c t i e a d v i e s S c h o l e n z o n e B r i e l l e
7. Vervolgstappen De verhaallijn zal verder uitgewerkt worden in overleg tussen de gemeentelijke ambtenaren, de museumverantwoordelijke en andere professionals zoals de ontwikkelende partijen en architect, om zo tot een gemeenschappelijke identiteit voor het gebied te komen. Vervolgens wordt onderstaande programma uitgewerkt en uitgevoerd: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Uitvoeren opgraving. De opgraving wordt uitgevoerd op basis van een Programma van Eisen dat vastgesteld wordt door het bevoegd gezag (gemeente Brielle). Communicatietraject tijdens en na archeologisch onderzoek (oa. meegraafdagen, open dag,...) Versterken merk 'Stad van nu, sfeer van toen' door verhaal uit te werken i.s.m. museum. Samenwerking met museum voor het tentoonstellen van de vondsten, aanpassen stadswandeling en organiseren activiteiten t.b.v. recreatie en toerisme. Organiseren educatieve activiteit rondom de opgraving voor Brielse scholen i.s.m. het museum. Inrichten openbare ruimte met verhaallijn hemelse poort als inspiratie.
8. Relevante bronnen - Archeologiebeleid gemeente Brielle. - S. Hornikx a N. Witte,2015: Brielle Burgemeester H. van Sleenstraat Verhaallijnen concept, Woerden. - Museumteksten archeologie van Historisch Museum den Briel, gebaseerd op primaire bronnen uit het stadsarchief Brielle in het Streekarchief Voome-Putte en Rozenburg. - N. Witte 8t S. Hornikx, 2015: Stand van Zaken archeologie Burgemeester H. van Sleenstraat, gemeente Brielle, TML-notitie 709. - Samenvatting Werken met het 'drie domeinen model', Brielle. - T . van Oeffeit (red.), 2008: Brielle, stad van nu, sfeer van toen, Brielle.
T h e Missing
Link
T M L 7 1 8 - I n t e g r a a l s c l e c t i e a d v i e s Schòleivone B r i e l l e
7
BIJLAGE - Figuren Figuur 1: Deelgebieden scholenzone Burg. H . van Sleenstraat Brielle
uv
VI
Ã
\ \ \ 1 '\ \
m
: -
I
IN
íl
z
11
deelgebied 1
i
z \
y
;
:
!
l i .4 I i -
Ī, 11 I i z
deelgebied 2
J
zì
I I I I I i
I
r i
I
-
i I
X
i :
I I t 'li I 2
ÌT
(testgebied 3-4 V/
Į
•-
11
ft
i
z
f İĻ4
iii
!
ş
éSJŬ
; V
i A
,'Y\
X
;
«
O
I I O
\
deelgebied 5
'
:
^
\
-
hm Kt -3v ř
: '.Om
-1
j HM, |
;
|
Deelgebied met nummer Topografie
The Missing Link
TML 718
I n t e g r a a l s e l c n tiearJvīes S c h o l e n z o n e B r i e l l e
Figuur 2: Contouren uitgevoerd archeolog isch onderzoek.
' k
i
.
deelgebied 1
bied 2
i 01
deelgebied 3-4
\ deelgebied 5
;
1
\ ļ
Deelgebied mei nummer
ļ
Conlour bouwplan Opgravingspul Grondsporen Topografie
The Missing
Link
T M L 718
I n t e p r a a l s e l e c t ieadvfeí S r h o l e n z o n e B r i e l l e
!
Figuur 3: Zones geselecteerd voor maatregelen (paars) op nieuwbouwplan en voormalige bebouwing.
Nz
V/S
i
r
deelgebied 1
Mi
y
i i.'
.í
M
!
fĩì/î i
/iíííj 1
V «
1
1
í
V
I I
i
I
1
7
d e e l g e b i e d 3-4
İ
ö
3054 m 2
O
\ 1
Os' ľj
:
Į
Deelgebied mei nummer Conŵur bouwplan Gosc scU-erd gebied (mei oppaiVak in m2) Topograf.o
T A M 7 1 8 I n l & s r a a l s e l e c r i e a d v i e s Sťhclen7one B i i e l l t
10
z
\
y z
7
-
7\ \
\y
z
"7
z Z \ zz
-y
Z
O»-s z
7
z
f.
z 1
zz
z
7
NZ z Z,
S.N.N
îv Z /
ZZ
\
Z \
Z
\ Zy \ \
zZ
z
••C\
\V
\
K f c a C
z
I
i
z
z- / 9
z
\
\
Z/
z z
•ZN
\
\\ X
z
y y\ Zz
Z zz z^
Z
>
s OnderzoekŝUebièd A
;
V yV z z /AU
4592 m 2 z
\
/ Á
-
Z
Z-5
\
z
I
y
Z^
r
v
z
s
XX
\z
4 3 Z 4 Z
z
\
\\zZ
X
zW
:
z
z Sí
z- zZ y y / 3
S
x
M
F
Y
ZN
Z
z
'z
Z
z y
X
Bh z ^ S A X \ yz \ z
z
6
z
z
7
Z
y
i—
Z
z V
'Z
z
Z z
\
Xz
Z
z X
V
ÍN
\
V z Z V
zz
Zz\
Z
Z y
z- z
•y z z
/. z Z
s
3054 m 2
\
zZ
z
\
\
\
V
z
y
z
Z
í.
< \
l
\ \\\
ÇZ
z z"
50m
v.
z ^
C\.zA
8:
^
N
7050Ū
A
Plangebied Contour bouwplan Onderzoeksgebied
!
7
Topografie
70600
ui Z
y r
\
\ s X O ĩ \
70400
z
V
7
7~z
\ I
'J
\
z- z \
z
ã
\
\
r
r
s 7
z
z
ÍZ
ZN
è M V AX , \
v
V
O X
z
SN
z
å
9ss
^Zvx. ••CsN \ A
ZX'
x
' zZ-
Z *
I
( " X
X
/y
X
^
-'
x
y
z\
X
Z X
S
Z /
z
XXv
z
\
N
z
{ í
z
z
N
2
x
1
Z N
\\X
O.
z V
1Z
íį
S3
Z
1
/Ā -XX
z
z
z z' x
\ v
X
(S. N
z^ \
'X. X
5\\ z O n d e r z o e k s g e b i e d A x v- Xx x z z Z\ X X ,z , XX ^ \ ' ĩ zíy \ \ z z
-z
N
\
/A
Z
~1
z
> S
z
zzz
Z N
i
ilü
TE
z
I
z;
V
zí
z
X
vz
V
x
z
zX
z -
\
Z
\
X
z
z
z
z
z y
r
1I
z
X
zz
^ Z NX
Z-ś N ^ z Onderzoeksgebied B w z v yz.z - z / X N N Zz zZ
\ x
^EEl— N
-
s;
»z
r
s z
\
15
z'
z
Zz
x
x
N
\
Z
z /
zZ"
z
z
Z
y
•z
Q.
X Z Z ŹZ y
v
X ' -O
\
v
zZ
1
:
\ V
'V'
zy
z z"
i z-
\
70400
V 7Ũ50D
Contour bouwplan Onderzoeksgebied
Zv
|
Opgravĩngscontour met grondsporen Topografie
\,zz
v
Plangebied
^X/
N
r
70600
7. i Vlo
Programma van Eisen Locatie
Gemeente Brielle
Projectnaam
Opgraving Burg. H. van Sleenstraat, gemeente Brielle
Projectnummer
1175.341
Plaats binnen archeologisch proces 0 IVO - Proefsleuven (IVO-P) met doorstart opgraving 0 IVO - Overig (IVO-O) X Opgraven 0 Archeologische Begeleiding protocol opgraving Opsteller
Naam, adres, telefoon, e-mail
datum
Auteurs
Mevr. S. Hornikx The Missing Link Pelmolen laan 12-14 3447 GW Woerden E-mail:
[email protected]
12-8-2015
paraaf
Dhr. S. van Puffelen The Missing Link E-mail: s.van
[email protected] Senior KNA-archeoloog (controle/goedkeuring)
Opdrachtgever
Dhr. B. Goudswaard The Missing Link Pelmolenlaan 12-14 3447 GW Woerden E-mail:
[email protected] Naam, adres, telefoon, e-mail
30-7-2015
datum
paraaf
datum
paraaf
Dhr. A.. Lodder Gemeente Brielle Postbus 101 3230 AC Brielle E-mail:
[email protected] Goedkeuring bevoegde overheid Naam, adres, telefoon, e-mail X Gemeente 0 Provincie 0 Rijk 0 Overig
Mevr. A. van Oers Gemeente Brielle Postbus 101 3230 AC Brielle E-mail:
[email protected]
TML328, PVE opgraving Burg. H . van Sleenstraat, g e m e e n t e Brielle
CONCEPT 2
1
INHOUD HOOFDSTUK 1 ADMINISTRATIEVE GEGEVENS ONDERZOEKSGEBIED
4
HOOFDSTUK 2 AANLEIDING EN MOTIVERING VAN HET ONDERZOEK
4
HOOFDSTUK 3 EERDER UITGEVOERD ONDERZOEK
5
HOOFDSTUK 4 ARCHEOLOGISCHE VERWACHTING
5
4.1
Regionale archeologische en cultuurlandschappelijke context
5
4.2
Aard en ouderdom van de vindplaats(en)
8
4.3
Begrenzing en oppervlakte van de vindplaats(en)
8
4.4
Structuren en sporen
9
4.5
Anorganische artefacten
4.6
Organische artefacten
9
4.7
Archeozoölogische en botanische resten
9
4.8
Archeologische stratigrafie en diepte van vondstlagen
9
4.9
Gaafheid en conservering
9
.9
HOOFDSTUK 5 DOELSTELLING EN VRAAGSTELLING
10
5.1
Doelstelling
10
5.2
Relatie met NOaA en/of andere onderzoekskaders
10
5.3
Vraagstelling
10
5.4
Onderzoeksvragen
10
HOOFDSTUK 6 METHODEN EN TECHNIEKEN
11
6.1
Voorbereiding
11
6.2
Landmeting
12
6.3
Mobilisatie en demobilisatie
12
6.4
Specificaties veldwerk
12
6.5
Strategie
12
6.6
Structuren en grondsporen
13
6.7
Aardwetenschappen" jk onderzoek
15
6.8
Anorganische artefacten
15
6.9
Organische artefacten
15
6.10
Archeozoölogische en -botanische resten
15
6.11
Dateringstechieken
16
6.12
Beperkingen
16
6.13
Publieksbeleving
16
6.14
Oplevering terrein
16
HOOFDSTUK 7 UITWERKING EN CONSERVERING
TML328, PVE opgraving Burg. H .v a nSleenstraat, g e m e e n t e Brielle
16
CONCEPT 2
2
7.1
Evaluatieverslag
16
7.2
Structuren, grondsporen, vondstspreidingen
17
7.3
Analyse aardwetenschappenjke gegevens
17
7.4
Anorganische artefacten
17
7.5
Organische artefacten
17
7.6
Archeozoölogische en -botanische resten
17
7.7
Beeldrapportage
17
7.8
Selecti e materiaal
18
7.9
Conservering materiaal
18
HOOFDSTUK 8 DEPONERING
.-18
8.1
Eisen betreffende depot
18
8.2
Te leveren product
18
8.3
Inhoud eindrapport
18
8.4
Verschijning en oplage eindrapport
19
8.5
Deponering
19
HOOFDSTUK 9 RANDVOORWAARDEN EN AANVULLENDE EISEN
20
9.1
Personele randvoorwaarden
20
9.2
Overlegmomenten
20
9.3
Kwaliteitsbewaking, toezicht, overleg en evaluatie
20
9.4
Overige randvoorwaarden en aanvullende eisen
20
HOOFDSTUK 10 WIJZIGINGEN TEN OPZICHTE VAN HET VASTGESTELDE PVE
21
10.1
Wijzigingen tijdens het veldwerk
21
10.2
Procedure van wijziging na de evaluatiefase van het veldwerk
21
10.3
Procedure van wijziging tijdens uitwerking en conservering
21
LITERATUUR EN BIJLAGEN
22
Literatuur
TML328, PVE opgraving Burg. H .van Sleenstraat, gemeente Brielle
22
CONCEPT 2
3
HOOFDSTUK 1 ADMINISTRATIEVE GEGEVENS ONDERZOEKSGEBIED Projectnaam Provincie Gemeente Plaats Toponiem Kaartbladnummer Coördinaten
Opgraving Burg. H. van Sleenstraat Zuid-Holland Brielle Brielle Burg. H. van Sleenstraat 37D Onderzoeksgebied A W
X
Y 70527 70567 70630 70580 70578
N 0 Z centrum Onderzoeksgebied B W N 0
CMA/AMK-status Archismonumentnummer
X
Y 70527 70562 70603 70550 70557
Z centrum Nr 16.480: Vesting Brielle n.v.t.
Archiswaarnemingsnummer
26.225
Onderzoeksmelding (art. 46 Mw) Oppervlakte plangebied Oppervlakte onderzoeksgebied Huidig grondgebruik
56.548 66.161 28.308 m
435707 435763 435711 435656 435709
435572 435601 435554 435521 435565
2
Onderzoeksgebied A (voorheen deelgebied 2): 4.592 m Onderzoeksgebied B (voorheen deelgebied 5): 3.054 m Braakliggend, alle bebouwing is gesloopt.
2
2
HOOFDSTUK 2 AANLEIDING EN MOTIVERING VAN HET ONDERZOEK Aanleiding De gemeente Brielle is voornemens de voormalige scholenzone aan de Burg. H. van Sleenstraat te herontwikkelen (figuur 1 en 2). De Maarlandschool, de Nieuwe Poort en het Maerlantcollege zijn al gesloopt hiervoor. In dit gebied zullen woningen en een zorgcentrum worden gerealiseerd. Bij de aanleg- en bouwactiviteiten zullen bodemingrepen plaatsvinden die de aanwezige archeologische resten verstoren. Op basis van het vooronderzoek zijn twee zones voor vervolgonderzoek aangeduid. Dit betreffen onderzoeksgebieden A en B (figuur 3 en 4). In onderzoeksgebied A zijn resten te verwachten van het St. Catherinakloostercomplex en latere bebouwing. Hier worden woningen gerealiseerd. In onderzoeksgebied B worden resten van het Cellebroederskloostercomplex en latere bebouwing verwacht. Hier wordt een zorgcomplex gerealiseerd. De noodzakelijke bodemingrepen zullen 80 cm tot 1 m diep gaan voor de nieuwbouw.
TML328, PVE opgraving Burg. H .v a nSleenstraat, g e m e e n t e Brielle
CONCEPT 2
4
Motivering Door de geplande bodemingrepen worden de aanwezige archeologische verwachtingen/waarden bedreigd. Er is archeologisch inventariserend onderzoek uitgevoerd in de her in te richten zone. Zowel ter plaatse van het voormalige Maerlantcollege (onderzoeksgebied A) als ter plaatse van de voormalige Maarlandschool (onderzoeksgebied B) zijn archeologische waarden direct onder de maaiveld aangetroffen. Op basis van de resultaten van de archeologische onderzoeken is er sprake van een behoudenswaardìge vindplaats in zowel onderzoeksgebied A als onderzoeksgebied B. 1
2
Selectiebesluit De gemeente Brielle acht de vindplaatsen behoudenswaardig. Gezien de aard van de geplande bouw van de woonwijk en het zorgcentrum en ondiepe ligging van de archeologische resten dienen de twee vindplaatsen opgegraven te worden. Naast wetenschappelijke kennis levert deze opgraving ook interessante verhalen op. De gemeente Brielle streeft ernaar om het erfgoed toepasbaar en toegankelijk te maken. De focus bij de opgravingen zal vooral liggen op de resten van de kloostercomplexen. Dit sluit aan bij de verhaallijn "Hemelse Poort" die beschreven staan in het integraal selectiebesluit Scholenzone Burg. H. van Sleenstraat. (zie paragraaf 4.2: Verhaallijnen) 3
4
HOOFDSTUK 3 EERDER UITGEVOERD ONDERZOEK Resultaten uitgevoerd Uitvoerder Uitvoeringsperiode Uitvoeringsmethode Rapportage Bewaarplaats
onderzoek in het plangebied ADC ArcheoProjecten 2013
van vondsten
Archeologische sloopbegeleiding protocol IVO-P Loopik, J . , 2013: Brielle Maerlantcollege begeleiding, 3521, Amersfoort en documentatie
ADC rapport
Provinciaal Depot Zuid-Holland Resultaten uitgevoerd Uitvoerder Uitvoeringsperiode Uitvoeringsmethode Rapportage
onderzoek in het plangebied VUhbs archeologie 2015 Archeologisch inventariserend veldonderzoek door middel van proef sleuven en archeologische begeleiding Kampen, J . C . G . van, 2015: Archeologisch onderzoek op het terrein van de Maarlandschool in Brielle, Amsterdam.
Bewaarplaats van vondsten en documentatie VUHBS/Provinciaal Depot Zuid-Holland HOOFDSTUK 4 ARCHEOLOGISCHE VERWACHTING 4.1
Regionale archeologische en cultuurlandschappenjke context
5
Fysiek-landschappelijke, geologische, geomorfologische en bodemkundige kenmerken Het oppervlak van het plangebied ligt tussen 1.50 en 2.00 +NAP. De ondergrond in het plangebied bestaat uit afzettingen van het Laagpakket van Walcheren (vroeger Afzettingen van Duinkerke lllb) op Hollandveen op afzettingen behorende tot het Laagpakket van Wormer (vroeger afzettingen van Calais). De afzettingen van het Laagpakket van Walcheren zijn hier na 1200 AD afgezet en bestaan
Loopik 2013. Van Kampen 2015. Verwijzen naar collegebesluit. "Fonds 2015. Deels overgenomen u i tW i t t e / H o r n i k x 2015. 1
2
3
5
TML328, PVE opgraving Burg. H .v a nSleenstraat, g e m e e n t e Brielle
CONCEPT 2
5
uit een deklaag van klei of zavel op geulafzettingen (RGD, 1979). Het Hollandveen begint tussen 2 en 3 m -NAP en is tussen 0,5 en 1 m dik. Afzettingen van het Laagpakket van Wormer bestaan uit mariene getijdenafzettingen en kunnen vanaf 4-5 m -NAP worden verwacht. 6
Het landschap van de gemeente Brielle is vooral gevormd in het Holoceen, De basis is echter al in het Late Pleistoceen ten tijde van de 2 laatste Ijstijden gelegd. Tijdens die periode is vanuit de drooggevallen Noordzee zand over onze streken geblazen. Dit zogeheten dekzand is als een deken over het toenmalige landschap verspreid. Hierbij zijn concentraties zand ontstaan, zogenaamde dekzandruggen. Tussen de ruggen lagen depressies, waarin veen kon groeien. Dit veen breidde zich door een verslechterde afwatering en als gevolg van het stijgen van de zeespiegel steeds verder uit. Het landschap was aan het "verdrinken". Rond 7500 jaar geleden verdwenen ook de hoogste delen van het landschap onder water. Vanaf 5500 v.Chr. komt er een einde aan de zeespiegelstijging waardoor weer sedimentatie op kan treden. Op den duur overstromen de hoogst opgeslibde en inmiddels begroeid geraakte delen, de schorren, alleen nog bij zeer hoog water. Door een overschot aan sedimentatie ontstaat een kustbarrière. Hierop ontstaat een reeks van uit zand bestaande strandwallen met duinvorming, ongeveer op de plaats van de huidige Noordzeekustlijn. Alleen door de mondingen van de Maas, Schelde, de Honte en het zwingebied in Zeeuws Vlaanderen werd die barrière doorbroken. In de rest van het gebied zorgde de barrière voor een afname van de afwatering en daarmee de mogelijkheid voor het ontstaan van een uitgebreid veenmoeras, het zogenaamde Hollandveen. Rond 600 v.Chr. krijgt de zee weer vat op de barrière en weet doorbraken te forceren. Het veengebied raakt doorsneden door getijdengeulen, zo ook in het gebied rond Brielle. Dit zorgt tevens in de loop der tijd voor een ontwatering van het veen, waardoor het meer begaanbaar en op den duur bewoonbaar werd. Door ontwatering en oxidatie klonk het veen echter ook steeds meer in. De lagere ligging die hiervan het gevolg was, zorgde voor inbraken vanuit zee. Vanaf de 3e eeuw n. Chr. verliep dit proces steeds sneller en verdronk het veen. Naast deze natuurlijke invloed greep de mens in door afwateringssloten te graven. Het proces van verdroging en inklinking werd hierdoor bespoedigd. Er ontstond weer een getijdenlandschap met op diverse plaatsen veenkussens als eilanden tussen de geulen. Dit veen werd niet afgedekt door een nieuw sediment. Het veen verdween pas in de Middeleeuwen door agrarische activiteiten die verdere oxidatie veroorzaakte. Door afnemende zee-activiteit verlandden de geulen vanaf de 6e eeuw. Deze met zand opgevulde stroken kwamen door inklinking van de omliggende klei en veen sediment-inversieruggen hoger in het landschap te liggen. 7
In de Vroege Middeleeuwen was Voorne voornamelijk een groot onbedijkt veenkussen, omgeven en doorsneden door geulen en veenstroompjes. In de tiende en elfde eeuw werd het veen gedeeltelijk ontgonnen en ontstond een geconcentreerde eerste middeleeuwse bewoning op dit veen. Begin 13e eeuw werd langs de polder Rugge een stuk land bedijkt dat de naam Oosterland kreeg. Binnen deze polder ontstond het dorpje Maerland en iets ten zuiden hiervan tegen deze dijk en aan de mond van de Maas, werd Den Briel gesticht. "Maer" heeft verschillende betekenissen. Het kan afgeleid zijn van mare; stilstaand water, of van Maer, dat paard betekent. De herleiding van Maerland kan dus land in stilstaand water beteken of paarden land. Van belang is dat de Middeleeuwse dichter Jacob van Maerlant in 1260 koster werd in het klooster van Maerlant. 8
Regionale archeologische context Het plangebied is gesitueerd in de historische kern van Brielle, dit is AMK-terrein 16.480. Tijdens de 13de eeuw werd de nederzetting Den Briel gesticht. In 1330 verkreeg de nederzetting stadsrechten. In de 14de en de 15de eeuw was de stad welvarend door de handel die mede mogelijk werd gemaakt door de goede bevaarbaarheid van de Maas en de nabijheid van de rivier de Goote. Aan het 9
6
7
8
9
Leijnse 2012. Bosman et. al. 2008. Leijnse 2012. Deels o v e r g e n o m e n uit W i t t e / H o r n i k x 2015.
TML328, PVE opgraving Burg. H . van Sleenstraat, gemeente Brielle
CONCEPT 2
6
einde van de 15de eeuw slibde de Maas echter dicht en verzande de Goote. Desondanks bleef Brielle zijn functie als regiocentrum behouden. Sinds de 14de eeuw ontstaan er een groot aantal kloosters in Brielle. Voorbeelden hiervan zijn het voormalige St, Catherinaklooster en het Cellebroedersklooster gesitueerd ter plaatse van de inmiddels gesloopte gebouwen van het Maerlantcollege, de Maarlandschool en De Nieuwe Poort. Vrijwel alle kloosters worden verlaten tijdens de 80-jarige oorlog. Na de inname van de stad in 1572 door de watergeuzen worden de kloosters ontruimd, overgenomen en/of gesloopt. Op de kaart van J . van Deventer uit 1559 zijn in het plangebied nog kloosters te zien, op de kaart van Blaeu uit 1649 zijn deze verdwenen (figuur 7). Op de locatie van de voormalige kloosters zijn een aantal gebouwen en tuinen zichtbaar. Op de latere kadastrale kaart van 1810-1811 een beperkt aantal gebouwen aanwezig in en rondom het plangebied. 10
11
Nabij het plangebied zijn diverse archeologische vindplaatsen bekend. Uit archeologisch onderzoek is gebleken dat deze voornamelijk funderingen, waterputten, kuilen en afvallagen betreffen uit de Late Middeleeuwen en de Nieuwe tijd vanaf 1300 na Chr. tot heden. (o.a. ARCHISwaarnemingsnummers 417.286, 26.211, 26.233 en 26.218). Het plangebied grenst aan de westzijde aan de stadsmuur en gracht met een opgaande toren en de latere Post-Middeleeuwse bolwerken inclusief de grachten. In onderzoeksgebied A is één archeologische waarneming bekend: 26.225. Dit is een memo uit 1976 waarin vermeld wordt dat er bij de toenmalige uitbreiding van de technische school funderingsresten werden aangetroffen van het St-Catherinaklooster. Bij de kruising van de Brigittenweg en de M.H. Trompstraat heeft vanaf de 17 eeuw een pesthuis gestaan. In één van de jaarboeken van Jan Kluit, schrijver van de jaarboeken van Brielle aan het begin van de 17 eeuw, dat het pesthuis bestont uit een langwerpig gebouw en een aantal kleine huisjes rondom een tuin. De tuin diende als begraafplaats voor de personen die aan de pest bezweken waren. In 1705 werd in het stadsbestuur besloten niemand meer toestemming te geven om in het pesthuis te wonen. In 1723 werd er toestemming verleent om er een scherm- of exercitieschool in te huisvesten en later werd het ingericht als woonhuis. In de jaren zestig is het gebouw afgebroken. Tijdens de sloopbegeleiding van het Maerlantcollege is ter plaatse van onderzoeksgebied A historisch muurwerk en vloerwerk gevonden behorende tot het St. Catharinaklooster of latere bebouwing. Tijdens het proefsleuvenonderzoek bij de voormalige Maarlandschool en Nieuwe Poort is ter plaatse van onderzoeksgebied B historisch muurwerk gevonden dat waarschijnlijk behorende tot het Cellebroedersklooster. e
e
Verhaallijnen
12
Het aanwezige erfgoed in de voormalige scholenzone is gestructureerd en
verhaallijn
gekoppeld aan de ambities van de locatie, om zo het verleden met het heden en de toekomst te verbinden. Dit resulteert in verhaallijnen. Deze verhaallijnen dienen als selectiekader voor het integrale besluit en als inspiratiebron voor de maatschappelijke opgaven. Zij vertellen het verhaal van het gebied zo dat dit makkelijker vertaald en uitgewerkt kan worden naar concrete acties ter ondersteuning van verschillende beleidsambities, zoals die verwoord zijn voor toerisme, ruimte, economie en sociale samenhang.
erfgoed I
beleidsambitie
gebiedsidentiteit
De verhaallijn Hemelse Poort is gekozen als passende verhaallijnen bij het gebied. Dit is gebruikt als kader voor het selectiebesluit.
1 0
11 1 2
Leijnse 2012. Van der Aa 1841. Deels overgenomen uit Fonds 2015.
T M L 3 2 8 , PVE opgraving Burg. H. van Sleenstraat, g e m e e n t e Brielle
CONCEPT 2
7
Thema Verhalen
Zorgzaamheid e n verbondenheid - Brielle stad m e t 7 kloosters - Cellebroedersklooster - Catharinaklooster - armen- e n ziekenzorg - Heilige Geest stichting - Angelus Merula - schutters e nplundering klooster - scholenzone
Relicten
Kloosters, Catharina kerk, Birgittenpoortje, zegel klooster, Cellebroedersklooster, Catharinastichting Zorg, co-creatie, verbondenheid m e t e ntussen bewoners
hemelse poort Toekomst
Verhaallijn hemelse poort Deze verhaallijn verwijst naar de zorgzaamheid en verbondenheid zoals die (voort)bestaan in Brielle. Het leven in de middeleeuwen is immers hard en kwetsbaar. Een kleine elite was rijk genoeg om zich een luxe levensstijl aan te meten, maar een aanzienlijk deel van de circa drieduizend inwoners had geen vaste bron van inkomsten en moest elke dag opnieuw vechten voor een leefbaar bestaan. Ziekte en honger liggen in deze maatschappij op de loer. Door een grote zelfwerkzaamheid wist de bevolking zich over het algemeen te redden, al dan niet met behulp van de liefdadigheid van het stadsbestuur en de kerk. In de stad bestonden tal van instellingen die zorg droegen voor het welzijn van de inwoners van Brielle. De stad zelf exploiteerde het Heilige Geesthuis, maar ook particulieren stichtten soortgelijke opvangtehuizen. De financiën voor de armenzorg worden verkregen via de bakenheffing op de Maas, private financiering en natuurlijk door de verkoop van aflaten. De vele kloosters in en om Brielle zijn een teken van het rijke religieuze leven. In het plangebied liggen de resten van het St. Catherinaklooster en het Cellebroedersklooster. Het Catharinaklooster was ooit het grootste klooster van Brielle en het stadsbestuur heeft heel wat te stellen gehad met de leiding. Het kwam in 1549 zelfs tot een rechtszaak waarbij de stad de pater beschuldigde van smokkelarij en belastingontduiking. Het klooster werd ook enige malen geplunderd. De Catharina stichting is ook nu nog actief als zorg- en welzijnsorganisatie, en ook in de toekomst in fase 5 van de te herontwikkelen zone. Het Cellebroedersklooster vormde een orde van monniken die zich inzetten voor de zieken, en hielpen bij het afleggen en begraven van de doden. De verbondenheid tussen de huidige en toekomstige bewoners van Brielle staat centraal in deze verhaallijn. Hier kan op worden ingespeeld door de specifieke vormgeving van de openbare ruimte in de nieuwe woonwijk. 4.2 Aard en ouderdom van de vîndplaats(en) In het plangebied geldt een hoge verwachting op het aantreffen van resten van de Late Middeleeuwen en Nieuwe Tijd. Het gaat daarbij in hoofdzaak om bewoningsresten en sporen van het St. Catherinakloostercomplex (onderzoeksgebied A) en het Cellebroedersklooster (onderzoeksgebied B). Ook kunnen er nog restanten van latere (en eventueel vroegere) bebouwing aanwezig zijn. 4.3 Begrenzing en oppervlakte van de vindplaats(en) Begrenzing en oppervlakte van de totale vindplaats (dus ook buiten het plangebied) Beide onderzoeksgebieden bevinden zich in de historische stadskern van Brielle (AMK-nummer 16.480)
TML328, PVE opgraving Burg. H. van Sleenstraat, gemeente Brielle
CONCEPT 2
Begrenzing en oppervlakte van (het deel van) de vindplaats De exacte begrenzing is niet bekend.
binnen het
plangebied
4.4 Structuren en sporen Te verwachten zijn funderingen en kelders van huizen en gebouwen; funderingen en kelders van het St. Catherinaklooster en het Cellebroedersklooster en/of bijgebouwen daarvan en het herbruik daarvan; funderingen van het Pesthuis; sporen van straatjes rondom de kloosters; achterterreinen, akkertjes en tuinen; (afval)kuilen; water -en beerputten; wegen, grachten en greppels; perceleringsgrenzen; mogelijk inhumaties uit de periode van de kloosterbewoning. Mogelijk zijn er ook sporen van het achtererf. 4.5 Anorganische artefacten Te verwachten categorieën zijn aardewerk, bouwmateriaal, (bewerkt) natuursteen, metaal en glas. 4.6 Organische artefacten Deze worden onverbrand enkel verwacht in diepe of van zuurstof afgesloten sporen of onder grondwaterniveau. Bewerkt en onbewerkt hout, bewerkt en onbewerkt botmateriaal en gewei, mogelijk leder, textiel en menselijk botmateriaal uit inhumaties kunnen worden aangetroffen. 4.7 Archeozoölogische en botanische resten Deze categorie betreft pollen, zaden, botmateriaal. Ze worden voornamelijk verwacht onverbrand in diepe (afgesloten) sporen of onder grondwaterniveau. 4.8 Archeologische stratigrafie en diepte van vondstlagen Aan de hand van de onderzoeksresultaten kunnen er vanaf 30 cm -mv archeologische resten verwacht worden. In het noordwestelijke deel van onderzoeksgebied A is mogelijk een ophogingspakket tot 1 meter -mv te verwachten, aan de hand van de onderzoeksresultaten die gedaan zijn bij de sloop van het deel van het Maerlantcollege aan de overkant van de weg. Bij onderzoeksgebied B (de voormalige Maarlandschool en Nieuwe Poort) kunnen archeologische resten verwacht worden vanaf 30 cm -mv in het zuidelijke deel. In het centrale deel kunnen archeologische resten aanwezig zijn vanaf 50 cm -mv. 13
4.9 Gaafheid en conservering De sporen die zijn aangetroffen tijdens de sloopbegeleiding en het proefsleuvenonderzoek zijn goed bewaard gebleven. Het muurwerk is goed geconserveerd en de grondsporen tekenen zich duidelijk in het profiel en zijn eveneens goed geconserveerd. Ook de conservering van de vondsten was goed. Ook van de vondsten in de organische, archeozoölogische en botanische materiaal categorieën was de conservering goed.
Loopik 2013. Het deel aan d e overkant van d ew e g was destijds deelgebied 1 genoemd. Door h e t ophogingspakket zijn archeologische vervolgstappen niet nodig geacht in dit gebied. 1 3
TML328, PVE opgraving Burg. H . van Sleenstraat, gemeente Brielle
CONCEPT 2