Geloof en Trouw Willem Henderson 23 November 2013
Naar aanleiding van de recente gebeurtenissen in de Kerk van God, en de mensen die uit de Kerk gegaan of gedisfellowshipped zijn, ben ik eens gaan kijken naar wat de Bijbel zegt over geloof en de daarmee gepaard gaande trouw. Jezus zegt ‘als Ik wederkom zal ik dan nog het geloof vinden?’ en daar verbind ik trouw aan. Dus m.a.w. ‘zijn jullie dan nog trouw aan Mij, trouw aan alles wat Ik via de Vader aan jullie gegeven heb?’ Denk dan o.a. aan de 57 Waarheden, maar ook het betalen van 10e en het sparen van 2e tienden, de liefde die we moeten hebben voor elkaar in de Kerk, maar ook in de wereld. Zijn wij trouw in onze gebeden, bekering, hulpvaardigheid en leven wij mee met elkaar? Zijn wij trouw aan onze partner? En dit bedoel ik niet alleen fysiek, mee maar ook in de geest. Als mannen andere vrouwen zien, en vrouwen andere mannen zien in de samenleving. Zeker in dit tijdperk van internet en tijdschriften die vol staan met verleidelijke vrouwen, maar ook vol verleidelijke mannen. Het is voor mannen een groter gevecht dan voor vrouwen, dat is zeker. Ik weet het, want ik vecht ook tegen dit soort gedachten en verleidingen. Maar bovenal, zijn wij trouw aan God de Vader die ons geroepen heeft, en die een geweldig plan voor ons heeft? Zij wij trouw aan degene die boven ons zijn geplaatst? Zijn wij wat er ook gebeurt, bereid om door te gaan? De titel van de preek van vandaag is Geloof en Trouw…… Geloof en Trouw. Hebreeën 11: 1 Ik wil nu eerst gaan kijken naar geloof. Dat is het eerste dat wij moeten hebben om die trouw vast te kunnen houden. En met de hulp van Gods geest kunnen wij dit. Laten we eerst eens kijken naar wat geloof is Hebreeën 11: 1 het geloof is de zekerheid van de dingen die men hoopt Dit moet dus met Gods geest gedaan worden. Geloof is een geestelijk iets en kan met ons fysieke verstand niet gezien worden. Als we die geest kwijt raken omdat wij een zonde hebben waar we ons niet van bekeerd hebben, zullen we die zekerheid ook verliezen. Wij moeten onszelf dus eerst onderzoeken of we wel in het geloof staan en alle ongerechtigheid in ons verwijderen. En dan krijgen wij ook, verder in dit vers... het bewijs van de dingen die wij niet zien. Ik wil nu naar Jacobus 2: 14 gaan. Jacobus 2: 14 Wat baat het, mijn broeders, of iemand al beweert geloof te hebben, als hij geen werken heeft? Kan dat geloof hem behouden? het heeft dus geen nut als het niet met werken gedaan wordt. Jacobus zegt in vers 17 Alzo ook het geloof, indien het de werken niet heeft, is bij zichzelven dood. vers 21 Abraham, onze vader, is hij niet uit de werken gerechtvaardigd, als hij Izaak, zijn zoon, geofferd heeft op het altaar? Abraham was bereid Izaak te offeren. Zijn wij bereid onszelf te offeren voor anderen? En dan heb ik het ook tegen mijzelf. Ik weet dat daar aan gewerkt moet worden, want ook daarin schiet ik tekort. Het kost mij moeite om het te doen, en de ene keer gaat het beter dan de andere, maar dat weten wij allemaal. Vers 24 Ziet gij dan nu, dat een mens uit de werken gerechtvaardigd wordt, en niet alleenlijk uit het geloof? Wij worden uit de werken gerechtvaardigd. Vers 26 Want gelijk het lichaam zonder geest dood is, alzo is ook het geloof zonder de werken dood. Dit zijn duidelijke verzen. Wij weten dat de werken die wij moeten doen geestelijk zijn. Met behulp van de Vader en Jezus Christus, die in ons leven, kunnen wij dit geestelijk zien en ook in praktijk brengen. Zij doen het willen en de werken in ons, zoals ook Jezus zei: ‘Ik kan van mijzelf niets doen.’ Hij wist dat alles van de Vader moest komen en Hij vertrouwde daar volledig op. Hij was er van overtuigd, Hij leefde volledig in harmonie met Zijn Vader en was, niet te vergeten, het met alles eens wat de Vader Hem opdroeg om te doen. Zijn offer is daar het mooiste en ongelofelijkste voorbeeld van. Alles wat Hij verder nog gedaan heeft tijdens Zijn leven hier op aarde berustte op geloof en vertrouwen in God. Johannes 11: 1 Laten we eens gaan kijken hoe groot dat geloof en vertrouwen in Zijn Vader was Johannes 11: 1 En er was een zeker man krank, genaamd Lazarus, van Bethanië, uit het dorp Geloof en trouw
1
van Maria en haar zuster Martha. Lazarus was dus ziek. Verderop, in vers 11 Dit sprak Hij; en daarna zeide Hij tot hen: Lazarus, onze vriend, slaapt; maar Ik ga heen, om hem uit de slaap op te wekken. Lazarus slaapt dus. 12 Zijn discipelen dan zeiden: Here, indien hij slaapt, zo zal hij gezond worden. 13 Doch Jezus had gesproken van zijn dood; maar zij meenden dat Hij sprak van de rust des slaaps. Zo kijkt God naar de dood: je slaapt tot Hij je opwekt in de eerste of tweede opstanding. Dan verder lezend 14 Toen zeide dan Jezus tot hen vrijuit: Lazarus is gestorven. 15 En Ik ben blijde om uwentwil, dat Ik daar niet geweest ben, opdat gij geloven moogt; doch laat ons tot hem gaan. 16 Thomas dan, genaamd Didymus, zeide tot zijn medediscipelen: Laat ons ook gaan, opdat wij met Hem sterven. 17 Jezus dan, gekomen zijnde, vond, dat hij nu vier dagen in het graf geweest was. 18 (Bethanië nu was nabij Jeruzalem, omtrent vijftien stadiën van daar.) Vers 19 En velen uit de Joden waren gekomen tot Martha en Maria, opdat zij haar vertroosten zouden over haar broeder. 20 Martha dan, als zij hoorde, dat Jezus kwam, ging Hem tegemoet; doch Maria bleef in huis zitten. 21 Zo zeide Martha dan tot Jezus: Heere, waart Gij hier geweest, zo ware mijn broeder niet gestorven; 22 Maar ook nu weet ik, dat alles, wat Gij van God begeren zult, God U het geven zal. Martha wist, omdat God het haar gaf om te zien, dat Jezus alles kon vragen aan Zijn Vader. 23 Jezus zeide tot haar: Uw broeder zal wederopstaan. 24 Martha zeide tot Hem: Ik weet, dat hij opstaan zal in de opstanding ten laatsten dage. 25 Jezus zeide tot haar: Ik ben de Opstanding en het Leven; die in Mij gelooft zal leven, al ware hij ook gestorven; Martha wist van de opstanding. Ik vraag me wel eens af hoe ze in de wereldse religies dit vers uitleggen als men die onzin over ‘het naar de hemel gaan’ verkopen! Vers 25 Jezus zeide tot haar: Ik ben de Opstanding en het Leven; die in Mij gelooft zal leven, al ware hij ook gestorven; Hier spreekt Jezus over het in Hem geloven en dat is niet in de persoon Jezus geloven, zoals de wereldse godsdiensten dat doen. NEE! Hij bedoelt hier dat wij moeten doen wat Hij zegt: Gods liefde in ons laten ontwikkelen, Zijn barmhartigheid, genade, goedertierenheid, vergevingsgezindheid en trouw (op dat woordje ‘trouw’ komen we later op terug) Wij moeten dus leven naar Zijn geboden en inzettingen. Verder gaand in vers 32 Maria dan, als zij kwam, waar Jezus was, en Hem zag, viel aan Zijn voeten, zeggende tot Hem: Heere, indien Gij hier geweest waart, zo ware mijn broeder niet gestorven. 33 Jezus dan, als Hij haar zag wenen, en de Joden, die met haar kwamen, ook wenen, werd zeer bewogen in den geest, en ontroerde Zichzelven; 34 En zeide: Waar hebt gij hem gelegd? Zij zeiden tot Hem: Heere, kom en zie het. 35 Jezus weende. Ron heeft dit wenen van Jezus uitgelegd. Hij weende/huilde voor heel de mensheid, omdat Hij het plan van God zag en wist dat er nog veel lijden voor de mens in het verschiet lag. Vers 38 iets verderop Jezus dan wederom in Zichzelven zeer bewogen zijnde, kwam tot het graf; en het was een spelonk, en een steen was daarop gelegd. 39 Jezus zeide: Neemt den steen weg. Martha, de zuster des gestorvenen, zeide tot Hem: Heere, hij riekt nu al, want hij heeft vier dagen aldaar gelegen. 40 Jezus zeide tot haar: Heb Ik u niet gezegd, dat, zo gij gelooft, gij de heerlijkheid Gods zien zult? Hier spreekt Jezus weer over het geloof en hoe wij de heerlijkheid van God kunnen zien. En wij kunnen die heerlijkheid zien als wij doorgaan en niet ophouden met ons dagelijks te bekeren, en ons te laten vormen en kneden, totdat God (net zoals Hij tegen Abraham zei): ‘Nou ken ik jou, beërft Mijn gezin ELOHIM.’ Als wij geestelijk gemaakt zijn, dan zullen Wij Zijn Heerlijkheid kunnen zien. Men moet geest zijn om geest te kunnen zien. Daarom staat er dan ook in de Bijbel dat nog nooit iemand God heeft gezien. Wel fysiek, als God Zich fysiek manifesteerde, zoals Hij o.a. heeft gedaan bij Abraham, Jacob en Mozes. Ron heeft dit in het verleden ook aan ons uitgelegd. U hoeft dit niet op te slaan maar in Johannes 14: 9 staat dat Jezus zegt dat niemand ooit God heeft gezien, maar Hij zei ook in Johannes 14: 9 Die Mij heeft gezien heeft de Vader gezien. En daar bedoelde Hij de werken mee en de gezindheid, die van de Vader komt en die wij ook moeten hebben, Geloof en trouw
2
om zo aan de wereld om ons heen te laten zien dat wij anders zijn. Wij moeten als Ambassadeurs van Jezus Christus naar buiten treden om de werken die God in ons doet, dezelfde gezindheid waar Jezus naar refereerde, in praktijk te brengen. We komen nu aan de verzen die ik wilde uitleggen over dat geloof en vertrouwen wat Jezus had. Zie de verzen 41 en 42 van Joh 11. Vers 41 Zij namen dan de steen weg, waar de gestorvene lag. En Jezus hief de ogen opwaarts, en zeide: Vader, Ik dank U, dat Gij Mij gehoord hebt. Hij wist dat Zijn Vader hem gehoord had maar dan: vers 42 Doch Ik wist, dat Gij Mij altijd hoort; maar om der schare wil, die rondom staat, heb Ik dit gezegd, opdat zij zouden geloven, dat Gij Mij gezonden hebt. ... ‘Ik weet dat Gij mij ALTIJD hoort’: Zijn geloof was zo groot dat Hij op voorhand wist dat Lazarus opgewekt zou worden! Wat een geloof, ongelofelijk! Je kunt dat zien als je dit vers verder leest. Hij zegt Ik heb het eigenlijk gedaan ter wille van de schare (de omstanders) omdat zij zouden geloven dat Hij van de Vader kwam. Daar ging het Hem om. Maar dat Lazarus opgewekt zou worden stond voor Hem al vast. Dat was zeker, daar twijfelde Hij niet aan. Geweldig als je de diepere betekenis van deze laatste 2 verzen kunt zien en het geloof dat Hij had toen Hij als mens op deze aarde was. Vers 43 En als Hij dit gezegd had, riep Hij met grote stemme: Lazarus, kom uit! Laten we nu naar Galaten 2: 16 gaan Galaten 2: 16 Doch wetende, dat de mens niet gerechtvaardigd wordt uit de werken der wet, maar door het geloof van Jezus Christus, zo hebben wij ook in Christus Jezus geloofd, opdat wij zouden gerechtvaardigd worden uit het geloof van Christus, en niet uit de werken der wet; daarom dat uit de werken der wet geen vlees zal gerechtvaardigd worden. Daar staat dat wij het geloof VAN Jezus Christus moeten hebben. dus dat moet in ons werkzaam zijn datzelfde geloof wat we zojuist gezien hebben bij de opwekking van Lazarus. Zijn geloof moet in ons werken, dat moet aangewakkerd worden. En wat denken wij dan ja maar, hoe moet dat dan in mij komen? Hoe moet ik dat dan doen? In Efezen 2: 8 staat, je hoeft het niet op te slaan, ik zal het voorlezen: Efezen 2: 8 want uit genade zijt gij zalig geworden door het geloof; en dat niet uit u, het is Gods gave; Wij kunnen en hebben niets van onszelf. Alles wordt ons door God gegeven. Door genade krijgen wij het eeuwig leven en dus moet ook het geloof om daar te geraken van God komen. Hij geeft het ons. Sla nu Openbaring 14: 12 op. Hier wordt Gods ware Kerk beschreven en in die ware Kerk hebben de leden het geloof van ( hiervoor moet u de Statenvertaling hebben ) ... de leden hebben het geloof van Jezus. Openbaring 14: 12 Hier is de lijdzaamheid der heiligen; hier zijn zij, die de geboden Gods bewaren en het geloof van Jezus. Dit staat niet zo in de NBG vertaling, alleen in de Statenvertaling! Het is dus niet alleen ons geloof in Hem, maar Zijn geloof, werkzaam in ons. Wij moeten dus dicht bij God zijn en ons aan Hem overgeven en Zijn wil doen in gebed, vasten, en meditatie. En met meditatie bedoel ik over Zijn plan nadenken en zien hoe prachtig alles is gemaakt in de schepping en wat Hij heeft gedaan om ons tot Hem te brengen, in Zijn familie, het offer wat Hij, God de Vader, heeft gegeven en waar Jezus Christus ook zelf mee heeft ingestemd om als een Lam geofferd te worden. We gaan nu terug naar de verzen die we zojuist gelezen hebben, namelijk: Jacobus 2: 14 - 26 Wayne heeft over deze verzen gesproken in zijn preek van 17 augustus 2013. ik ga nu dat gedeelte waar hij deze verzen behandeld, voorlezen: Jacobus 2: Vers 14 wat baat het, mijn broeders, of iemand al beweert geloof te hebben God gelooft als hij geen werken heeft? Als jij geloof hebt, als ik geloof heb, dan zou ik dat moeten zien in of door wat ik doe. Want ik kan geloof hebben en zeggen dat ik geloof heb, maar als ik dat niet in mijn leven toepas, in mijn omgang met anderen, wat houdt dat dan in? Dan is er iets fout! ...kan dat geloof hem behouden? Nee! Wij moeten wandelen in en leven volgens Gods manier van leven. En dat houdt in dat jij jezelf moet opofferen ten bate van anderen. Wij moeten genadig zijn, barmhartig en geloof hebben. Wij moeten ons geloof uitstralen door onze daden in ons leven. Wij moeten in de geest wandelen, uit onze daden zou men moeten kunnen opmaken dat wij geloof hebben. Vers 15 Indien er nu een broeder of zuster naakt zou zijn, en gebrek zou hebben aan dagelijks voedsel; 16 En iemand van u tot hen zou zeggen: gaat henen in vrede, wordt Geloof en trouw
3
warm en wordt verzadigd; ik hoop dat het allemaal goed komt voor jou en gijlieden zoudt hun niet geven de nooddruftigheden des lichaams, wat nuttigheid is dat? Wat baat het? Wij moeten liefde toepassen in alles wat wij doen. Ik weet dat er mensen hier naar luisteren, die niet in de Kerk zijn, en dit waarschijnlijk niet begrijpen. Maar zo is het nu eenmaal. Het gaat om de geestelijke betekenis, van wat wij doen, waarom wij doen wat wij doen. Er staat gaat henen in vrede, wordt warm en wordt verzadigd; en gijlieden zoudt hun niet geven wat nodig is, wat baat het? Vers 17 Zo is het ook met het geloof: indien het niet met werken gepaard gaat, is het, op zichzelf genomen, dood. Omdat wij het niet toepassen in het leven. Hoe wij leven maakt duidelijk wat wij geloven. De werken zijn de toepassing van gerechtigheid, genade, vergeving, geduld, lankmoedigheid, vriendelijkheid, zachtmoedigheid en liefde... de vruchten van de geest. Wij moeten dit allemaal in ons leven hebben, ten opzichte van anderen, door de manier waarop wij denken, maar het moet ook duidelijk zijn in wat wij doen. Vers 18 Maar zal iemand zeggen: Gij hebt geloof en ik heb werken. Toon mij dan uw geloof zonder de werken, zonder jouw daden, de dingen die jij doet maken duidelijk wat jij gelooft en ik zal staat er verder u mijn geloof tonen uit mijn werken. Door wat ik doe, omdat ik van iedereen houd. Ik zoek niet uit van wie ik wel en niet houd. 19 Gij gelooft, dat God een enige God is, gij doet wel; de duivelen geloven het ook en zij sidderen. Vers 20 maar wilt gij weten, o dwaze mens, dat het geloof zonder de werken dood is? Geloof zonder werken is dood, is nutteloos. De realiteit is dat wij geloof niet kunnen scheiden van onze daden, van hoe wij leven, hoe wij wandelen. Wij moeten in de geest wandelen. Verderop, in vers 26 Want gelijk het lichaam zonder geest het fysieke lichaam zonder de menselijke geest dood is, een lichaam zonder de menselijke geest is dood alzo is ook het geloof zonder de werken dood Het gaat om hoe wij leven, hoe wij wandelen, wij moeten in de geest wandelen. God eist dat wij Hem geloven, dat wij de waarheid geloven. Maar Hij verwacht ook van ons dat wij leven en wandelen in de geest. Wij moeten anderen liefhebben. Wij mogen niet vijandig zijn tegen anderen. En daar draait onze roeping om! Tot zover het citaat uit deze preek van Wayne Matthews. Laten we nu naar een aantal voorbeelden van geloof kijken, gepaard gaande met de werken die voor ons door God zijn opgeschreven. We gaan nu naar Daniel 3. Hier staat een belangrijk voorbeeld van hoe een levend geloof is dat Daniel en zijn 3 metgezellen laten zien gepaard gaande met de werken. Daniel 3: 1 De koning Nebukadnezar maakte een beeld van goud, welks hoogte was zestig ellen, zijn breedte zes ellen; hij richtte het op in het dal Dura, in het landschap van Babel. Vers 5 en tijde als gij horen zult het geluid des hoorns, der pijp, der citer, der vedel, der psalteren, des akkoordgezangs, en allerlei soorten van muziek, zo zult gijlieden nedervallen, en aanbidden het gouden beeld, hetwelk de koning Nebukadnezar heeft opgericht; 6 En wie niet nedervalt en aanbidt, die zal te dierzelfder ure in het midden van den oven des brandenden vuurs geworpen worden. 15 Nu dan, zo gijlieden gereed zijt, dat gij ten tijde, als gij horen zult het geluid des hoorns, der pijp, der citer, der vedel, der psalteren, en des akkoordgezangs, en allerlei soort der muziek, nedervalt, en aanbidt het beeld, dat ik gemaakt heb, zo is het wel; maar zo gijlieden het niet aanbidt; ter zelfder ure zult gijlieden geworpen worden in het midden van den oven des brandenden vuurs; en wie is de God, Die ulieden uit mijn handen verlossen zou? Vers 16 Sadrach, Mesach en Abéd-nego antwoordden en zeiden tot den koning Nebukadnezar: Geloof en trouw
4
Wij hebben niet nodig u op deze zaak te antwoorden. 17 Zal het zo zijn, onze God, Dien wij eren, is machtig ons te verlossen uit den oven des brandenden vuurs, en Hij zal ons uit uw hand, o koning! verlossen. 18 Maar zo niet, u zij bekend, o koning! dat wij uw goden niet zullen eren, noch het gouden beeld, dat gij hebt opgericht, zullen aanbidden. We lezen iets verder in Vers 21 Toen werden die mannen gebonden in hun mantels, hun broeken, en hun hoeden, en hun andere kleren, en zij wierpen hen in het midden van de oven des brandenden vuurs. Weer Iets verder in vers 25 Hij antwoordde en zeide: Ziet, ik zie vier mannen, los wandelende in het midden des vuurs, en er is geen verderf aan hen; en de gedaante des vierden is gelijk eens zoons der goden. Er was een vierde gedaante te zien. God had een engel gestuurd. Dit kunt u lezen in vers 28. Nebukadnezar antwoordde en zeide: Geloofd zij de God van Sadrach, Mesach en Abéd-nego, Die Zijn engel gezonden, en Zijn knechten verlost heeft, die op Hem vertrouwd hebben, en des konings woord veranderd, en hun lichamen overgegeven hebben, opdat zij geen god eerden, noch aanbaden, dan hun God. Als we dit verhaal samenvatten, dan kunnen we stellen dat deze drie zeggen: 1. Onze God kan ons verlossen als Hij dat wil. 2. Hij zal ons zeker verlossen. 3. En als Hij het niet zal doen, dan zullen wij Hem blijven gehoorzamen, en niet u, Nebukadnezar. Wat een levend geloof, ongelofelijk! Stel je eens voor dat jij daar op dat moment had gestaan! Zij wisten eigenlijk niet wat Gods besluit zou zijn. Het was een kwestie van leven en dood. Zij hadden geloof en de werken, zij gingen namelijk de vurige oven in. Ook geestelijk gezien deden zij de werken, want God was met en in hen. Als we Hebreeën 11 lezen, Hebreeën 11 dan zien we daar dat geloof gepaard gaat met de werken. Laten we een paar voorbeelden bekijken. Vers 4 Door het geloof heeft Abel een meerdere offerande Gode geofferd dan Kaïn, door hetwelk hij getuigenis bekomen heeft, dat hij rechtvaardig was, alzo God over zijn gave getuigenis gaf; en door hetzelve geloof spreekt hij nog, nadat hij gestorven is. Abel bracht een offer en gaf een getuigenis, dat hij rechtvaardig was. Vers 9 Door het geloof is hij een inwoner geweest in het land der belofte, als in een vreemd land, en heeft in tabernakelen gewoond met Izak en Jakob, die mede-erfgenamen waren derzelfde belofte. Abraham vertrok. Vers 17 Door het geloof heeft Abraham, als hij verzocht werd, Izaak geofferd, en hij, die de beloften ontvangen had, heeft zijn eniggeborene geofferd, Hij was bereid Izaak te offeren. Vers 24 Door het geloof heeft Mozes, nu groot geworden zijnde, geweigerd een zoon van Faraö’s dochter genoemd te worden; 25 Verkiezende liever met het volk van God kwalijk gehandeld te worden, dan voor een tijd de genieting der zonde te hebben; Mozes trok uit het huis van Farao’s dochter om bij zijn eigen volk te wonen. Vers 31 Door het geloof is Rachab, de hoer, niet omgekomen met de ongehoorzamen, als zij de verspieders met vrede had ontvangen. Rachab hielp, uit geloof, de verspieders. Vers 32 En wat zal ik nog meer zeggen? Want de tijd zal mij ontbreken, zou ik verhalen van Gídeon, en Barak, en Samson, en Jeftha, en David, en Samuël, en de profeten; allen hebben het geloof met de werken gehad. Als je kijkt naar het geloof van bijvoorbeeld Abraham en Sara: zij waren de enigen die God gehoorzaamden. Er was niemand anders in hun tijd. Hetzelfde geldt voor Noach: hij was helemaal alleen in zijn geloof. Noch zijn vrouw, noch zijn zonen en hun vrouwen geloofden God. Stel je eens voor dat je zo’n 120 jaar aan een ark bouwt. Het duurde 120 jaar voordat Noach de ark in ging. 120 jaar.. op je eentje, met dat geloof. Helemaal alleen. Dat is niet makkelijk! Dat is iets heel anders dan wat wij, op dit moment, meemaken. Wij kunnen dit geloof met elkaar delen, wij kunnen elkaar opbouwen, iedere Sabbat dat wij bij elkaar komen. Geloof en trouw
5
Wij zijn met heel weinig mensen, reden des te meer om niet op te geven en door te gaan. Het is zo uniek, dat God jou en mij geroepen heeft, uit alle mensen die op aarde leven. Ga door en vraag God om hulp. Hij heeft iets beter voor ons, iets veel beter dan de wereld om ons heen ons te bieden heeft. God bereidt ons voor, Hij kneedt en modelleert ons, zodat wij als stenen in Zijn Tempel passen. Wij zijn allen uniek en verschillend. En dat maakt Gods plan zo mooi. Ik weet van mijzelf dat ik dat nog te weinig besef en daarom beur ik mezelf op en vraag aan Hem mij te helpen bij mijn bekering, mij te helpen om Zijn plan in mij te verwezenlijken. Wij moeten dit doen: doorgaan en niet opgeven. Wat God ook op jouw pad plaatst, ga ervoor. Hij zal je helpen en de kracht geven die je op dat moment nodig hebt. Ook al sta je voor de Rode Zee, het maakt niet uit. Als God voor je is, wie kan dan tegen jou zijn. Hij is onze rots en burcht, onze Petra. Over dat woord ‘Petra’ hebben we wel eens iets anders gedacht. Met Hem kunnen wij, door het geloof dat Hij ons geeft, de werken doen die we moeten doen. Dus al diegenen die we zojuist aangehaald hebben, hebben die belofte nog niet gekregen. Zij hebben er in geloof naar uit gezien, zij waren vreemdelingen en bijwoners. Zij geloofden en wisten zeker dat zij het eeuwig leven zouden krijgen, want dat is Gods plan. God verloste hen bijvoorbeeld uit de vurige oven, Maar zij wisten dat de mogelijkheid bestond dat het niet in Zijn plan zou passen en dat ze misschien zouden sterven. We gaan nu naar Hosea 2: 18 hier is de N.B.G. vertaling beter, er staat: Hosea 2: 18 Ik, God, zal u Mij tot bruid werven voor eeuwig met andere woorden: voor altijd! De Statenvertaling zegt in vers 19 En Ik zal u Mij ondertrouwen in geloof; Het Hebreeuwse woord voor geloof is: vastberadenheid, stabiliteit, getrouwheid, eerlijkheid, nauwgezetheid. In het Grieks staat er bij geloof: vertrouwen, betrouwbaarheid. Geloof is dus vertrouwen, getrouw zijn. In het Engels is ‘faith’ geloof en ‘faithful’ getrouw. We gaan nu verder kijken naar het woord ‘trouw’. Als wij ons laten dopen nadat wij ‘de kosten berekend hebben,’ beloven wij trouw te zijn aan De Vader en Zijn Zoon Jezus Christus. Wij worden krachtens het gezag van Jezus Christus een verwekte zoon van God in Zijn Familie en daarbij beloven wij als het ware trouw te zijn aan die verbintenis. Als wij op onze weg naar dit doel: Zijn familie, Elohim, falen, dus eigenlijk de verbintenis verbreken, zijn wij ontrouw! En dat is ook wat Israël fysiek deed. Maar wij doen dat dan geestelijk, wij hebben immers Gods geest in ons. Laodicea heeft hetzelfde gedaan: Laodicea werd ontrouw en men keerde terug naar de modderpoel waar zij uit waren geroepen. Jeremia 3: 20 ... Jeremia 3: 20 Waarlijk, gelijk een vrouw trouwelooslijk scheidt van haar vriend, alzo hebt gijlieden trouwelooslijk tegen Mij gehandeld, gij huis Israëls! spreekt de Here. Zoals man en vrouw. God vergelijkt het met een huwelijk. Vers 21 Er is een stem gehoord op de hoge plaatsen, een geween en smekingen der kinderen Israëls, omdat zij hun weg verkeerd, en den Here, hun God, vergeten hebben. Als je van God los bent, vergeet je Zijn plan en raak je alles kwijt wat je van te voren zo duidelijk zag. Je valt in de armen van Satan, die klaar staat om je in die modderpoel te laten zakken, Geef niet op. Blijf onze Vader trouw tot het einde en Hij zal ons rijkelijk belonen. Vecht om Zijn Familie in te mogen gaan. Het is zo prachtig wat ons allemaal beloofd is. God is WEL trouw, daar hoef je niet over in te zitten! Het ligt aan ons zelf! Als we niet dicht bij Hem blijven en lauw worden en het allemaal gewoon gaan vinden. NEE NEE NEE! Dat moeten wij niet doen, wij moeten doorgaan! Het is niet gewoon! Het is ontzagwekkend wat ons gegeven wordt! Het doet pijn om mensen in Gods Kerk, die ons zo dierbaar waren, te zien vertrekken (zeer recent nog!) omdat ze niet trouw meer zijn en het verbond wat ze hebben gemaakt met God, overboord gooien. Ongelofelijk! Ook ik moet mijzelf iedere dag opbeuren en vechten om de verleidingen van deze wereld de baas te blijven. Ik vraag dan: ‘Vader help me, laat me niet in de handen van onze tegenstander vallen. Help me om U trouw te zijn. Geef mij het geloof VAN Jezus Christus en doe met mij wat U wil, want ik wil U!’ We moeten er Geloof en trouw
6
dagelijks om vragen en zoals op zoveel plaatsen in de Bijbel staat: Hij is getrouw en laat ons niet in de steek als wij er maar voor willen gaan, is het God die in ons werkt. Vers 22 Keert weder, gij afkerige kinderen! Ik zal uw afkeringen genezen. Zie, hier zijn wij, wij komen tot U, want Gij zijt de Here, onze God! Keert weder zegt God wat je ook gedaan hebt bekeer je denk anders en doe anders en kom terug bij Mij en Ik zal me over u ontfermen. Verzen te over waar God dit zegt. Het houden van de 10 geboden is natuurlijk het gegeven om trouw te zijn. Jezus heeft daar van gezegd dat wij dat in de geest moeten doen. Hij kwam om de wet te vervullen, dus voller te maken. We hebben het net gehad over onze trouw of ontrouw aan God, maar ook in het huwelijk tussen man en vrouw moet er trouw zijn. Dat beloven ze elkaar, als zij in het huwelijk treden... in voor- en tegenspoed. Velen weten wat mijn vrouw Engelien is overkomen. Ze zit in een rolstoel en kan niet praten. Ik moet er niet aan denken dat ik haar zou verlaten, dus ontrouw aan haar zou worden. Onze ervaring is dat God ons nu dichter naar elkaar toe doet groeien en de situatie is menselijk gezien niet ideaal te noemen, maar God modelleert en kneed ons, zodat wij klaar gemaakt kunnen worden om in Zijn Tempel te kunnen zijn. Dus we gaan samen door en wij proberen zo goed mogelijk ons best te doen. God gebruikt juist de voor ons niet zo fijne momenten en beproevingen in het leven om ons te vormen. Ik wil zo dadelijk een gedeelte voorlezen uit het boekje de Tien Geboden, wat ook op onze website staat, maar eerst nog even dit. Wij weten dat de eerste 4 geboden gericht zijn op hoe wij ons dienen te gedragen ten opzichte van God. Wij weten ook dat de laatste 6 geboden gaan over hoe wij ons jegens onze medemens moeten gedragen. Het 7e gebod gaat over trouw in het huwelijk tussen man en vrouw, en gaat dus over familie, gezin, precies zoals God het geestelijk voor de mens in gedachte heeft. Geestelijk gezien trouwt Jezus Christus met de vrouw, de Kerk In Mattheus 25 staat over dat huwelijk, het huwelijk van Jezus Christus met de vrouw, geschreven: Mattheus 25: 1 Alsdan zal het Koninkrijk der hemelen gelijk zijn aan tien maagden, welke haar lampen namen, en gingen uit, den bruidegom tegemoet. De maagden, Gods Kerk, de bruid van Jezus Christus. Vers 2 En vijf van haar waren wijzen, en vijf waren dwazen. de dwaze maagden waren niet trouw ze werden lauw, de wereld ingezogen. Dit is een wijze les voor ons. Want wat gebeurd er als je niet je dagelijkse bekering en levenswijze in praktijk brengt? Vers 10 Als zij nu heengingen om te kopen, kwam de bruidegom; en die gereed waren, gingen met hem in tot de bruiloft, en de deur werd gesloten. De deur wordt gesloten, je staat buiten, je bent er niet bij, verschrikkelijk! Vers 11 Daarna kwamen ook de andere maagden, zeggende: Heer, heer, doe ons open! Doe open! Vers 12 En hij, antwoordende, zeide: Voorwaar zeg ik u: Ik ken u niet. Ik ken u niet! Stel je eens voor dat Jezus dat tegen jou of mij zegt. Ik moet er niet aan denken, wie wel? Vers 13 Zo waakt dan; want gij weet den dag niet, noch de ure, in dewelke de Zoon des mensen komen zal. Waakt! Wees op je hoede! Bekeer je! Breng deze waakzaamheid in praktijk. Breng in praktijk wat God van ons vraagt, heb liefde voor de broeders in de Kerk en de mensen in de wereld Geef een getuigenis, door je licht te laten schijnen, zoals Jezus dat ook zo mooi verwoord heeft. Het fysieke gezin is een afspiegeling van Gods gezin en in dit fysieke gezin kunnen wij leren en voorbereid worden op Zijn geestelijke Gezin. Het 7de Gebod luidt: Gij zult niet echtbreken!
Geloof en trouw
7
In hoofdstuk 7 (vanaf pagina 40) van het boekje ‘de 10 Geboden’ staat over dit 7de Gebod het volgende geschreven: Het huwelijk als beeld van Christus en Zijn Kerk De huwelijksvereniging zoals deze door God is ingesteld, is heilig. Het huwelijk is zo heilig, dat de Almachtige God het in zijn Woord gebruikt als type van de relatie tussen Christus en Zijn Kerk! Lees Efezen 5: 22-24: „Vrouwen, weest aan uw man onderdanig als aan de Here, want de man is het hoofd van zijn vrouw, evenals Christus het hoofd is zijner gemeente; Hij is het, die Zijn lichaam in stand houdt. Welnu, gelijk de gemeente onderdanig is aan Christus, zo ook de vrouw aan haar man, in alles." Hier laat God zien dat in het christelijke gezin de vrouw zich moet onderwerpen aan haar echtgenoot als het hoofd van dat gezin, precies zoals zij moet leren zich voor alle eeuwigheid aan Christus zelf te onderwerpen! In deze heilige verhouding leert zij de les van eeuwige trouw! Vervolgens worden de mannen toegesproken: „Mannen, hebt uw vrouw lief, evenals Christus zijn gemeente heeft liefgehad en Zich voor haar overgegeven heeft... Zo zijn ook de mannen verplicht hun vrouw lief te hebben als hun eigen lichaam. Wie zijn eigen vrouw liefheeft, heeft zichzelf lief" (vers 25, 28). Jezus Christus diende, hielp en beschermde Zijn Kerk, leidde haar op, en uiteindelijk gaf Hij Zichzelf voor haar. Evenzo moet een man zijn vrouw beschermen, onderhouden, leiden, aanmoedigen, beminnen en zich aan haar overgeven! Een christelijke echtgenoot behoort het hoofd van zijn gezin te zijn. Hij moet die functie evenwel gebruiken om zijn vrouw en kinderen te dienen en te beschermen, te leiden en gelukkig te maken. De Almachtige God stelt hem aansprakelijk voor het op de juiste wijze vervullen van de functie van gezinshoofd! Met het oog op deze grote les en dat grote doel van het huwelijk zegt God: „Daarom zal een man zijn vader en zijn moeder verlaten en zijn vrouw aanhangen, en die twee zullen tot één vlees zijn" (vers 31). In de huwelijksvereniging worden man en vrouw één. Hun verhouding moet een beeld zijn van de eeuwige, liefdevolle en dienende relatie tussen Christus en Zijn Kerk. Daarom mag er niets tussen hen komen. De les van het huwelijk leert ons eeuwige trouw aan Jezus Christus als ons Hoofd! Scheiden van de ons door God geschonken partner betekent dat wij falen de les te leren die God ons juist in het huwelijk wilde laten leren. Het is een verwijt aan de Almachtige God, want het loochent zijn wijsheid bij het instellen van het huwelijk teneinde ons waarlijk tot „één vlees" met onze partner te maken! Hoe kunnen wij ooit voor alle eeuwigheid trouw zijn aan de levende God, indien wij egoïstisch weigeren trouw te zijn aan de partner aan wie wij in dit leven voor slechts weinige jaren zijn verbonden, en verzuimen in het heilige huwelijksverbond de lessen te leren in geduld, vriendelijkheid, lankmoedigheid, zelfbeheersing, liefde en trouw? Tot zover het citaat uit het boekje De Tien Geboden. Versta een aantal dingen die hier gezegd zijn niet verkeerd. Er zijn namelijk omstandigheden binnen Gods Kerk, waarbij echtscheiding een optie kan zijn in iemands leven. Het is duidelijk dat God echtscheiding haat. Maar als iemand niet volgens Gods wegen leeft (ontrouw is aan Gods wegen) ten opzichte van zijn of haar partner, afschuwelijke en/of onrechtmatige daden van ontrouw in een huwelijk pleegt, kan dit leiden tot echtscheiding in Gods Kerk. Dus hoe kunnen wij voor eeuwig trouw zijn aan God, als wij door egoïstische motieven weigeren trouw te zijn aan onze partner. Dat is wat hier staat. Wij moeten ook in of op elkaar kunnen vertrouwen en geloven, en dat doen we door in het huwelijk die trouw in ons dagelijks leven met elkaar te bevestigen door de manier hoe we met elkaar omgaan. Zo kunnen we onze partner meer bemoediging en vertrouwen geven, dat wij trouw aan haar of hem zijn. Geloof en trouw
8
Dat heeft tijd nodig en ik weet dat, omdat mijn vrouw en ik ook samen in het verleden voor we in de Kerk kwamen, uit elkaar zijn geweest. Gelukkig hebben we daarna ons weer verzoend en dat is geweldig, want dit gebeurd niet altijd. Kort daarna werd ik geroepen en later kwam mijn vrouw in de Kerk. Ik ben er van overtuigd dat God ons die ervaring heeft gegeven en ons weer bij elkaar heeft gebracht. Mattheus 5: 27 Jezus heeft gezegd dat wij dit gebod ook in de geest moeten houden dit staat in Mattheus 5: 27 Gij hebt gehoord, dat van de ouden gezegd is: Gij zult geen overspel doen. 28 Maar Ik zeg u, dat zo wie een vrouw aanziet, om dezelve te begeren, die heeft alrede overspel in zijn hart met haar gedaan. Hoe kunnen wij dat geloof van Jezus en de trouw aan Zijn Vader vermeerderen in ons leven? Wij moeten elke dag aan God vragen dit in ons te vormen en ijverig en met overgave dit door Hem aan laten wakkeren zodat Hij en Jezus Christus ten volle in ons kunnen wonen. Spreuken 3: 1... Spreuken 3: 1 Mijn zoon, vergeet Mijn onderwijzing niet, en uw hart beware Mijn geboden, vergeet nooit hoe wij tot de waarheid zijn gekomen, vergeet nooit je roeping, waardoor wij alles konden zien, omdat God onze ogen had geopend. Wij begonnen te zien dat wij niet volgens Zijn geboden leefden en dat er werk aan de winkel was! We moesten iets gaan doen. Vers 2 want lengte van dagen, en jaren van leven, en vrede zullen u vermeerderen. hoe langer je in de Kerk bent des te meer zal je als je ook aan die trouw vast houd, vrede hebben. Vrede gaat gepaard met trouw. Verder in vers 3 Dat liefde en trouw u niet verlaten! Bind ze om uw hals, schrijf ze op de tafel van uw hart, daar hebben we het woord trouw weer. Zorg dat het in je hart geschreven wordt, net zoals liefde, Goddelijke liefde, goedertierenheid. Het woordenboek zegt over goedertierenheid: clementie, compassie, genade, gratie, mildheid, welwillendheid.’ Vecht daar voor en sta toe dat God en Zijn Zoon dit allemaal in ons kan laten groeien. Vraag en bid daar elke dag om en Hij zal het ons geven. ‘Vraagt en het zal u gegeven worden,’ zegt Jezus. Als het in Gods plan past, kunnen wij alles vragen! Verder in vers 4 Dan zult gij genegenheid en goedkeuring verwerven in de ogen van God en mensen. 5 Vertrouw op de Here met uw ganse hart en steun op uw eigen inzicht niet. Daar staat het weer: vertrouw op Hem en niet op jouw menselijk verstand. Gebruik Zijn geest. Vers 6 Ken Hem in al uw wegen, dan zal Hij uw paden recht maken. Hij zal uw paden recht maken. Vers 7 Wees niet wijs in eigen ogen, vrees de Here en wijk van het kwaad; vrees is gehoorzaam zijn aan God. Onderhoud Zijn geboden, dan wijk je automatisch van het kwaad. Dan kan Hij de werken in ons doen. Iedere keer als wij ons bekeren, en volhouden in de levenswijze die wij zijn ingegaan, geeft God ons meer van Zijn liefde en trouw: om ons te brengen naar het doel: de God Familie! Vers 8 het zal medicijn wezen voor uw vlees, en lafenis voor uw gebeente. Dat wijken van het kwaad zal als een medicijn voor ons zijn, het brengt verfrissing en verkwikking voor ons gebeente, voor ons gemoed. Vers 9 Vereer de Here met uw rijkdom en met de eerstelingen van al uw inkomsten. De rijkdom die God ons gegeven heeft komt niet van onszelf, alles komt van Hem. Wij hebben het gekregen en Hij vraagt dat wij daar 1ste Tienden van betalen Dit wordt gebruikt voor de Kerk en de mensen die buiten de Kerk zijn. Onze Vader is een gever, Hij wil dat wij ook onbaatzuchtig zijn. Zoals meneer Armstrong altijd zei zijn er 2 manieren: geven en nemen.
Geloof en trouw
9
Vers 10 dan zullen uw schuren met overvloed gevuld worden en uw perskuipen van most overstromen. Dan zullen wij geestelijk rijkelijk gezegend worden: meer van Zijn geest in ons is belangrijker dan al het fysieke in deze wereld. Meer van zijn geest... is belangrijker! Maar als wij ontrouw worden kan en wil God niet in ons leven en ons die zegeningen geven, waar we zojuist in Spreuken over gelezen hebben. Dan zijn we op onszelf aangewezen en zijn we een makkelijke prooi voor Satan en zijn demonen. Ik, en met mij velen, die de tijd meegemaakt hebben, onder leiderschap van Mr Tkach sr, kunnen zien wat die ontrouw teweeg heeft gebracht. Jezus zei dat de liefde zou verkillen. Ja, natuurlijk, want als je Gods geest niet meer hebt, kun je ook Zijn agapé, de Goddelijke liefde, niet meer ontvangen. Deze mensen gingen weer kerstmis vieren, begonnen onrein voedsel te eten en sommigen gingen zelfs terug naar de kerken waar zij uitgeroepen waren. Dit hebben wij zien gebeuren. Onlangs liep ik nog een echtpaar tegen het lijf, die in Gods Kerk hele goede vrienden van ons waren. Ik vertelde hen dat we weer in de periode van de najaarsfeesten beland waren. Ze keken mij aan en hij vroeg mij: ‘vieren jullie die Feesten nog steeds?’ Ongelofelijk! Het deed mij echt pijn en je voelt je machteloos, want ik wist dat Gods geest plaats had gemaakt voor de menselijke geest, die Satan elke dag weer beïnvloedt. Ongelofelijk, je kan ze niet helpen. Het is weg! Ongelofelijk! Zorg ervoor dat jou dit niet overkomt! Vraag onze Vader om hulp, want het is verschrikkelijk als zoiets met jou gebeuren zou. En zoals Meneer Armstrong altijd zei, iemand die misleid is weet niet dat hij misleid is, anders zou hij/zij niet misleid zijn! En wij worden niet misleid om ontrouw te worden, als we maar iedere dag om vergeving vragen, ons overgeven aan Hem. Als wij een zonde hebben, waar wij ons niet van willen bekeren, bevinden wij ons op glad ijs en kunnen wij ontrouw worden. Satan weet precies wat hij moet doen om jou door de menselijk egoïstische natuur ontrouw te laten worden aan het verbond dat je gesloten hebt, toen jij jezelf liet dopen. Maleachi 2: 10 Laatste boek van het Oude Testament. Laten we eens kijken hoe God tegen ontrouw ten opzichte van Hem en ontrouw in het menselijk huwelijk aankijkt. Maleachi 2: 10 Hebben wij niet allen één Vader? Heeft niet één God ons geschapen? Zoals God op het Loofhuttenfeest van 2005 heeft uitgelegd is er maar EEN Vader, EEN God, niet een drie-eenheid of 2 Gods personen, zoals Meneer Armstrong dacht. Dat was overigens toen de huidige waarheid. En wij volgden in die huidige waarheid. En later, toen Ron van God moest openbaren dat Jezus Christus niet altijd bestaan had, maar een begin had, en dat Hij geboren is uit de maagd Maria, was dat zo klaar als een klontje. Is daardoor meneer Armstrong opeens niet meer Gods apostel en was alles wat hij aan Gods Kerk gegeven had ineens VALS? NEE! Natuurlijk niet! God geeft alles op Zijn tijd en volgens Zijn wil. En dan is het ook duidelijk en ook dan pas kunnen wij het zien. Verder in vers 10 Waarom zijn wij dan trouweloos tegenover elkander en ontheiligen het verbond onzer vaderen? Trouweloos is ontrouw. En de heidense wereldse afgoden achterna lopen en daardoor de weg kwijt raken, net zoals die oude vrienden uit de Kerk, waar ik zojuist over sprak. Zij hebben de wereldse gewoonten meer liefgehad dan God, zij zijn God de Vader, die ons geschapen heeft, ontrouw geworden. Verder in vers 11 daar staat het nog duidelijker: Juda is trouweloos geweest en een gruweldaad is bedreven in Israël en in Jeruzalem, want Juda heeft het heilige des Heren, dat Hij liefheeft, ontheiligd, en heeft de dochter van een vreemde god getrouwd. Trouweloos: geen trouw, geen geloof, geen liefde, genade en barmhartigheid. Want we ze waren andere, vreemde religies gaan aanhangen. Zij hadden zich gemengd met de heidense volken om zich heen, met de daarbij de perverse gewoonten die daarbij hoorden. En God had zich teruggetrokken en ze laten gaan in hun trouweloosheid. Vers 12 De Here roeie de man uit, die zulks doet, wie hij ook zij, uit de tenten van Jacob, ook al brengt hij offer aan de Here der heerscharen. Roeie de man uit: nu wij Gods geest hebben en als wij ons niet willen bekeren van een bepaalde zonde, zijn wij ontrouw en betekent dat de eeuwige dood. Geloof en trouw
10
Verder in Vers 13 In de tweede plaats doet gij dit: gij bedekt met tranen het altaar des Heren, onder geween en gezucht, omdat Hij Zich niet meer tot het offer wendt, noch het uit uw hand aanneemt als Hem welgevallig. Als je ontrouw bent, door een zonde die je niet aanpakt, zegt God dat Hij geen welgevallen heeft aan jouw offer, ons dagelijks gebed. Hij zegt hier dat Hij dat niet aanneemt, met andere woorden, Hij hoort ons niet, Hij luistert niet naar ons. Vers 14 En dan zegt gij: Waarom? Omdat de Here getuige geweest is tussen u en de vrouw uwer jeugd, aan wie gij ontrouw geworden zijt, terwijl zij toch uw gezellin en uw wettige vrouw is. Nu spreekt God over het menselijk huwelijk. Waarom? Omdat God onze Vader getuige geweest is van dat huwelijk. De wereld is vol van ontrouw. Maar in Gods Kerk moeten wij werken aan ons huwelijk, zodat wij geen overspel plegen of wat dan ook, dat tot een scheiding zou kunnen leiden. Houd hier even je vinger, we komen hier zo dadelijk terug. Spreuken 5: 18 De vrouw uit uw jeugd, uw gezellin, de vrouw met wie je getrouwd bent... Spreuken 5: 18 Uw bron zij gezegend, verheug u over de vrouw uwer jeugd: verheug je, ben blij met de vrouw die God op jouw pad heeft gebracht en waar jij sinds je jeugd al mee samen bent, waar je samen alles mee meegemaakt hebt. Vers 19 een liefelijke hinde, een bekoorlijke ree; laat haar boezem u te allen tijde vreugdedronken maken, wees bestendig verrukt over haar liefkozingen. Denk eens terug aan je jeugd, aan de vrouw met wie jij getrouwd bent liefelijke, bekoorlijk, wees blij over haar liefkozingen verblijd je omdat je één bent met elkaar. Vers 20 waarom zoudt gij dan, mijn zoon, afdwalen naar een vreemde, de boezem van een onbekende omarmen? Waarom zou je ontrouw zijn? Vers 21 Want voor de ogen des Heren liggen ieders wegen open, Hij weet alles, Hij ziet alles. Hij weegt al zijn gang je kunt je niet voor Hem verbergen. Adam en Eva dachten dat zij zich konden verbergen voor God, maar God weet en ziet alles, Hij hoort al de gebeden, Hij kent ieders gedachte. Ongelofelijk! Vers 22 zijn ongerechtigheden vangen de goddeloze, in de strikken zijner zonde raakt hij vast je raakt verstrikt in je zonden. Vers 23 Hij sterft, omdat tucht hem ontbreekt, door zijn grote dwaasheid verdwaalt hij je raakt Gods geest kwijt, je sterft geestelijk, omdat God niet meer met je werkt om je te bekeren, je verliest de waarheid en Satan zorgt ervoor dat je steeds verder afdwaalt. We gaan nu terug naar Maleachi 2: 15... Maleachi 2: 15 Niet één doet zo, die voldoende geest bezit, want wat zoekt die éne? Het zaad Gods. Weest dan op uw hoede voor uw hartstocht, en dat men niet ontrouw worde aan de vrouw zijner jeugd. Het zaad Gods is als je Gods geest hebt en niet geestelijk sterft, zoals we net in Spreuken gelezen hebben, en je trouw aan Hem bent. Maar ook trouw aan je partner; je vrouw of man. Je vraagt God iedere dag je te helpen om niet in de verleidingen van deze wereld te trappen. Met andere woorden, als je op je hoede bent, zoals hier staat, en je jezelf in ‘bedwang’ houdt met Gods geest die in je werkt, hoef je niet ontrouw te worden aan de man of vrouw van je jeugd en kan je je ten alle tijden bekeren. Kijk eens in vers 16 Want Ik haat de echtscheiding, zegt de Here, de God van Israël, en dat men zijn gewaad met geweldpleging overdekt, zegt de Here der heerscharen God haat echtscheiding. Hij haat het! Daarom, weest op uw hoede voor uw hartstocht en weest niet ontrouw. Wees op uw hoede en gebruik Zijn geest en de hulp van onze oudste broer Jezus Christus en wees niet ontrouw aan de lieflijke hinde en bekoorlijke ree, zoals we net in Spreuken gelezen hebben. 1 Corinthen 7: 10 Er zijn natuurlijk verschillende situaties waardoor een echtscheiding zou kunnen ontstaan. Daar staat een voorbeeld van in de Bijbel. Paulus spreekt er over in 1 Corinthen 7: 10 Doch den getrouwden gebeide niet ik, maar de Here, dat de vrouw van de man niet scheide. God zegt dat je niet moet scheiden. Vers 12 Maar den anderen zeg ik, niet de Here: Indien enig broeder een ongelovige vrouw heeft, en dezelve tevreden is bij hem te wonen, dat hij ze niet verlate; 13 En een vrouw, die een ongelovigen man heeft, en hij tevreden is bij haar te wonen, dat zij hem niet verlate. De partner die er geen problemen mee heeft dat de andere partner in de Geloof en trouw
11
Kerk is. Vers 14 Want de ongelovige man is geheiligd door de vrouw, en de ongelovige vrouw is geheiligd door den man; want anders waren uw kinderen onrein, maar nu zijn zij heilig. Bij de doop wordt het gezin geheiligd, zoals jij God toebehoort, gaat dat door jou weer terug naar jouw gezin. Zij krijgen als ware een toegangsbewijs tot de waarheid. Natuurlijk moeten ze het wel gebruiken. Net zoals je naar de film gaat maar je toegangsbewijs weg gooit.. dan kom je de film niet in. En zo gaat het ook met diegene die niet ingaat op Gods waarheid en als het ware ‘zijn kaartje weggooit’, hij of zij komt niet in Zijn Kerk. Ze hebben wel toegang, ze zijn geheiligd. Dan komen we nu aan bij de situatie waarin de ongelovige niet meer wil leven met een gelovige. En dat gaat meestal gepaard met een zeer vijandige houding ten opzichte van de Kerk. Dat lezen we in vers 15 Maar indien de ongelovige scheidt, dat hij scheide. De broeder of de zuster wordt in zodanige gevallen niet dienstbaar gemaakt; maar God heeft ons tot vrede geroepen. In de afgelopen twee jaar hebben we veel gehoord over God die mensen uit de slavernij of gevangenschap bevrijdt en de weg van vrede openbaart. Het stuk wat ik wil voorlezen komt uit deel 7 van het artikel ‘Familie, uit slavernij komen.’ Ik zal beginnen met de 7de paragraaf, onder de sectie ‘mannen/echtgenoten, die ‘heersen over’’ Toen de Kerk pas begon, was de ‘tijd’ nog niet gekomen om de familie uit haar gevangenschap te bevrijden. Die bevrijding uit gevangenschap was nog niet mogelijk vanwege de algemene toestand in de wereld en de maatschappij. Het volstond dat mensen de strijd (met de wereld) zouden aangaan door niet op Gods Sabbatten te werken, en door ernaar te streven om een zo verschillend mogelijk leven van de wereld om hen heen te leiden, door te leven naar de Tien Geboden. En nu is de tijd gekomen dat deze zaken in de Kerk beginnen aangepakt te worden, omdat de ‘tijd’ aangebroken is dat de familie uit haar gevangenschap verlost wordt, nu dat het Millennium vlak voor ons ligt. En dus begon God met door middel van de apostelen (die de Bijbelverzen neerschreven en onderwezen) meer kennis (geestelijke kennis) te geven aan de man (echtgenoot) en de vrouw (echtgenote) over hoe zij in eenheid met Hem en met elkaar konden gaan leven. God leidde de Kerk ertoe om terug onder de vloek uit te beginnen komen die de mensheid van ‘in den beginne’ over zichzelf gebracht had – dat de man over de vrouw ging ‘heersen’. God gaf instructies over hoe je een ware ‘geestelijke’ relatie met Hem kunt hebben, door aan een ware geestelijke relatie met elkaar te werken. God openbaarde dat de man in de fysieke structuur van het huwelijk het hoofd van de vrouw dient zijn (niet om over haar te ‘heersen’), maar de uitvoering van Gods regering in een relatie dient geestelijk te zijn. Dit is een aspect in de relatie tussen man en vrouw waar beiden te kort hebben geschoten in het geestelijke begrip van de uitvoering van Gods wegen in de familie. Dan, onder de alinea ‘ware regering versus ‘heersen over’’, ik zal beginnen met de 6de paragraaf: God legde van ‘in den beginne’ vast dat er een regeringsstructuur (orde) zou zijn voor de mensheid in de familie. Het was (zoals Paulus aan de Kerk openbaarde) dat de man het hoofd van de vrouw zou zijn. Gedurende 6.000 jaar was Gods regeringsvorm voor de familie gebaseerd op deze structuur - orde). Het was Gods instrument om families te kunnen leiden en zegenen – bij diegenen die Hij geroepen heeft. Maar Gods wist wat de mensheid van in het begin zou doen, namelijk Hem en Zijn wegen verwerpen. God wist welke strijd en verdrukking hieruit zouden volgen voor het huwelijks- en familieleven. En het was Gods doel voor Zijn volk (zij die door Hem geroepen zouden worden) tijdens dit ‘tijdperk van de mens’, dat zij zouden nastreven om te leven volgens de best mogelijke structuur van het huwelijk en de familie te midden van een perverse, ongehoorzame en volledig door mannen gedomineerde maatschappij. God structureerde het huwelijks- en familieleven om op een specifieke manier geregeerd te worden, tijdens het tijdperk van menselijk zelfbestuur. Wanneer Gods regering door de Messias eenmaal gevestigd is, zal men veel meer diepte en vervulling in het huwelijk en de familie gaan ervaren samen met geestelijke zegeningen doordat Zijn geest krachtig zal werken Geloof en trouw
12
en overvloedig over de mensheid uitgestort zal worden. Mensen zullen en ertoe gebracht worden om te gaan zien en te gaan leven volgens een veel grotere diepte van het geestelijke doel voor het huwelijk en de familie – want die structuur is ‘geestelijk’ van aard – die volledig van Gods geest is. Naarmate God in veel grotere overvloed Zijn geest en de toegang tot de kracht van Zijn geest (Zijn leven) over de mensheid uitstort, om te werken in (transformatie) het leven van de mens, zullen het huwelijksleven en het familieleven uit de geestelijke slavernij gebracht worden. Mannen en vrouwen (in een huwelijksrelatie) zullen ertoe gebracht worden om te gaan ‘zien’, weten en leven naar wat het betekent om het leven te delen (zij aan zij) in eenheid van geest met elkaar. Eveneens zullen zij in die tijd ook veel meer hulp krijgen om dit ook naar God toe te leven. God heeft geopenbaard dat nu en ook in het Millennium de ‘basisstructuur’ voor de familie nog steeds zal zijn, dat de man het hoofd van de vrouw is. Maar zelfs nu is God al reeds begonnen met te openbaren dat Zijn regeringsstructuur in de familie ‘volledig geestelijk’ is en ook geestelijk toegepast moet worden. De ordinatie van vrouwen werpt licht op hoe de ware uitvoering van Gods regering moet werken (functioneren) in de Kerk en binnen de familie. De regeringsstructuur binnen de Kerk gaat volgens ordinatie, en moet altijd geestelijk toegepast worden. Binnen de Kerk is er een orde in de structuur waarmee Gods wegen ‘uitgevoerd’ worden. De meesten onder ons zijn bekend met die structuur die momenteel begint bij een elder, dan een evangelist, een profeet en dan een apostel. Gods mensen beginnen helderder te ‘zien’ dat de uitvoering van Gods wegen (regering, wetten, etc.) geestelijk is, dat zij zo ook toegepast moet worden, dat men daar naar moet leven in de Kerk en in de familie. Ordinatie openbaart ook de manier waarop Gods geest de orde (indeling) van Gods regering kan (en zal) veranderen; niet alleen in de Kerk maar ook in familie. Iemand die van senior elder tot evangelist geordineerd wordt, heeft invloed op de manier (de orde der dingen) hoe Gods geest werkt (Gods wegen beheerd worden) in de Kerk. Elke andere verhoging in ordinatie doet hetzelfde. Hetzelfde geldt in een familie. Als in een familie een vrouw geordineerd wordt tot elder (en de man niet), dan beïnvloedt dit de manier waarop (de order waarin) Gods geest werkt (Gods wegen uitgevoerd worden) binnen een familie. In de zeer nabije toekomst zullen er preken gegeven worden en boekjes geschreven worden die dit principe zullen uiteenzetten, precies zoals dit in het verleden gebeurde op basis van de instructies die Paulus gaf betreffende man en vrouw (in een huwelijksrelatie). Hebreeën 10: 23 En hoe zit het met onze trouw ten opzichte van elkaar in de Kerk? Want als wij trouw zijn aan God kunnen wij met Zijn hulp ook trouw zijn aan elkaar. Laten we naar Hebreeën 10: 23 gaan. Laten wij de belijdenis van hetgeen wij hopen onwankelbaar vasthouden, want Hij, die beloofd heeft, is getrouw. Blijven wij onwankelbaar vasthouden, getrouw, aan hetgeen wij geloven? Zullen wij het niet loslaten door alle waarheid die wij hebben gekregen, door de 57 Waarheden bijvoorbeeld, weg te gooien? Het is geweldig wat wij gekregen hebben. Lees deze Waarheden nog eens, bestudeer ze nog eens. Dit is iets wat ik zelf ook te weinig doe, ik moet mijzelf ook aansporen en aan de Vader vragen om die eerste liefde weer te kunnen hebben. Ik moet om enthousiasme vragen, ik wil heet zijn en niet opgeven. Ik wil doorgaan met dit verbond dat wij samen bij de doop gesloten hebben. Dat ik met God gesloten heb, dat wij met God gesloten hebben. Ik wil dit niet loslaten, ik wil daar niet van scheiden maar steviger in mijn schoenen staan, zodat dat niet hoeft te gebeuren, zodat ik kan doorgaan in de levenswijze die ons wordt onderwezen. Vers 24 En laten wij op elkander acht geven om elkaar aan te vuren. Wij moeten met elkaar praten over hoe wij moeten leven. Wij moeten God in ons laten werken door ons aan Hem over te geven. Hij doet het willen en het werken in ons. Wij moeten acht geven op elkaar, wij in Gods Kerk zijn allemaal verschillend. Wij zijn van allerlei pluimage en wij zouden elkaar in de wereld nooit opgezocht hebben. Maar God heeft ons bij elkaar gebracht en wij moeten dus ook leren elkaar te begrijpen. En hoe meer wij elkaar gaan begrijpen, hoe sterker de band wordt, hoe trouwer wij aan elkaar kunnen zijn ...tot liefde en goede werken. Wij moeten ons focussen op iedereen in de Kerk, wij moeten bekommert zijn om iedereen. Wij moeten elkaar aan moedigen en een voorbeeld zijn, zodat anderen in de gemeente ook aangespoord worden dat ook te doen. Wij moeten rekening met elkaar houden, iedereen erbij betrekken en niet iemand aan de kant laten staan. Stap er op af, betrek hem of haar erbij. En ik weet dat wij dat allemaal doen, dat proberen, er aan werken. Geloof en trouw
13
Trouw zijn en geloven is geweldig, maar het moet wel gebeuren door de werken. Anders is het een dood geloof. Wij zijn één familie, denk daar eens aan als je elkaar ziet. Zie Elohim in de ander, zie de ander als een lid van de God Familie, een kind, een zoon van God. En dan kun je die trouw, die wij voor elkaar moeten hebben, meer aanwakkeren. Dan kun je de Goddelijke liefde, agapé, meer in ons laten ontwikkelen, zodat door ons voorbeeld anderen dit ook kunnen gaan zien en doen. Vers 25 wij moeten onze eigen bijeenkomst niet verzuimen, zoals sommigen dat gewoon zijn, maar elkander aansporen, en dat des te meer, naarmate gij de dag ziet naderen. Als er iets nieuws gezegd wordt, dat ik niet eerder gehoord heb, schrijf ik dat meestal bij het vers in mijn Bijbel. En dat heb ik ook bij dit vers gedaan. Dit vers werd door mij, en anderen, verkeerd geïnterpreteerd. Ron heeft dit vers in een preek aangehaald en zei bij dit vers het volgende: niet verzuimen. Letterlijk betekent dat niet achter laten. Met andere woorden: wees er zeker van dat niemand achtergelaten wordt. Dat niemand aan de kant blijft staan. wij moeten onze eigen bijeenkomst niet verzuimen, zoals sommigen dat gewoon zijn, Wees er zeker van dat iedereen erbij betrokken is, dat iedereen samenkomt. We zien hier dus dat de woorden niet verzuimen niet achterlaten betekent. Dit heeft Ron erover gezegd. En ik wil daar aan toevoegen: wees daar trouw in. Want als wij dit doen behagen wij God daarmee. Hij wil die gezindheid, die ook in Zijn Zoon Jezus Christus was, ook in ons zien. Hij leeft en is bij Zijn Vader, onze Vader, in de hemel, wachtende tot Hij naar deze aarde zal komen om alles te herstellen. Hij is de Enige die dat kan doen, door Zijn offer en opstanding en de liefde die Hij voor alle mensen die ooit geleefd hebben en nog zullen leven, heeft. Hoe prachtig is Gods plan. Mattheus 23: 23... Jezus zegt tegen de schriftgeleerden en Farizeeërs in Mattheus 23: 23 Wee u, gij schriftgeleerden en Farizeeërs, gij geveinsden, want gij vertient de munte, en de dille en den komijn, en gij laat na het zwaarste der wet, namelijk het oordeel en de barmhartigheid en het geloof. Deze dingen moest men doen en de andere niet nalaten. Jullie zijn perfect in het geven van de tienden, en dat moeten jullie ook doen, net zoals wij dat moeten doen. Maar het zwaarste der wet.. kijk eens wat als zwaar wordt aangerekend: het belangrijkste is barmhartigheid en het geloof. In de Statenvertaling wordt dit als geloof vertaald, maar in de NBG vertaling staat trouw. Dat is wat God van ons verlangt. Ik wil jullie even vertellen wat ik al aan meer mensen in onze gemeente heb verteld en dat is dat ik altijd moet denken aan de eerste keer dat ik werd geroepen, Wij waren op vakantie en het toeval.. nee, nee, nee, het was natuurlijk geen toeval... dat ik tegen Engelien zei: ‘doe maar wat Echte Waarheden in de koffer, dan heb ik wat te lezen.’ Ik had ze eigenlijk nooit echt gelezen, meestal bladerde ik ze wat door en dan gingen ze ‘hup’ de vuilnisbak in. Natuurlijk heb ik daar nu spijt van, later heb ik gelukkig al die Echte Waarheden in mijn bezit gekregen. Laat Engelien nou net een van de weinige Echte Waarheden uit 1985 en 1986 die we nog hadden in de koffer doen. En in die uitgaven was het Mysterie der Eeuwen gepubliceerd! Ik herinner met dat de schellen van mijn ogen vielen! Daar zat ik toen, onder een parasol, aan het water, met een grote sigaar in mijn mond. (ja, ik weet het, maar dat wist ik toen nog niet.. ik heb altijd van mijn sigaren gehouden tot dat...) Daar zat ik dus. De ene na de andere ‘oooh!’ en ‘ongelofelijk!’ uitroepende. Ik heb zitten huilen. Ik wist niet wat mij overkwam. Engelien dacht dat ik een zonnesteek had opgelopen.. nee, dat is maar een grapje. Maar ze zei wel dat ik ‘godsdienstwaanzin’ of iets van die aard had. Ik vertelde haar dat ik één ding wel wist: dat het waar was! Net zoals Ron altijd vertelde dat toen hij ‘de Verenigde Staten en Groot-Brittannië in de profetieën’ las.. hij wist dat dit waar was. Ik wist het ook, toen ik daar met een sigaar en een groot glas bier het ‘Mysterie der Eeuwen’ zat te lezen. En ik denk dat wij allemaal zo’n moment gehad moeten hebben. En daar bedoel ik ook mensen mee, die in de Kerk geboren zijn. En dat.. dat mag je nooit vergeten. Daar moet je trouw aan blijven. Daar moet je terug aan blijven denken. Want wat toen waar was, is nu nog altijd waar. Zo simpel is het. Toen Engelien en ik later, onder Joseph Tkach sr. uit de Kerk gezet werden, omdat wij die waarheid vasthielden, en toen kwam een dienaar met ons praten en ik heb hem gezegd dat ik nooit, nooit, nooit de waarheid zou verloochenen Ik zou nooit de heidense doctrines waar men mee op de proppen kwam, geloven. Ik, en met mij Engelien, bleven datgene geloven wat ons door meneer Armstrong geleerd was, dat wij trouw bleven aan datgene wat God ons gegeven had. Geloof en trouw
14
Toen we in de verstrooiing kwamen.. en ik zal een lang verhaal kort maken, kreeg ik een paar cassettebandjes van Ron Weinland in handen. Mijn Engels is nu niet al te best maar toen was het helemaal niets. Ik vroeg aan God dat als dit van Hem kwam Hij dit dan wel voor mij moest vertalen. Ik begreep zo’n 60 – 70% en dat was niet normaal. God liet het mij begrijpen. Dit was in 1999. Het waren de preken ‘Restored and Revived’. Deze staan nog altijd op de website van de Kerk. Ze zijn in 1999 gegeven. En weer zei ik ‘oooo’ en ‘ongelofelijk’... ‘wow!’ Ik vertelde Engelien wat er op die bewuste tapes stond en zij werd ook enthousiast. En nadat Gijs en Mieke deze preken ook gehoord hadden, zeiden zij ook ‘yes, yes! God heeft ons dit laten vinden!’ Daarna hebben wij Ron benaderd en zijn wij in Gods enige ware Kerk gekomen. Want dat dit Gods ware Kerk was, was mij wel duidelijk na deze ervaring. Als dit van God komt dan is dit ook Gods ware Kerk. En nu ik dit verhaal vertel, moet ik weer aan die dienaar denken, die naar ons thuis kwam. Versta me goed: wij kunnen niet zonder Gods hulp. Wij moeten dicht bij Hem blijven, door ons dagelijks gebed en onze levenswijze Maar ik vergeet nooit dat toen die dienaar bij ons thuis kwam, zeiden wij dat we nooit en te nimmer, met Gods hulp, de waarheid zouden verloochenen en wij dus trouw zouden blijven tot het einde toe. Wij zouden trouw blijven aan al de doctrines die ons sinds die tijd gegeven waren Wij zouden trouw blijven aan die roeping, aan die eerste liefde die we toen hadden. We hadden er alles voor over en die eerste liefde moeten wij ook nu weer aanwakkeren. Trouw zijn aan, en dat geldt niet alleen voor die mensen die voor 1994 in de Kerk waren, maar ook voor de mensen die daarna gekomen zijn, ... trouw zijn aan het moment dat je wakker gemaakt bent, dat je in de Kerk van God PKG gekomen bent Toen wij nog in de Wereldwijde Kerk van God zaten zei ik altijd: ‘houd vast wat gij hebt’ verwijzend naar de tekst in Openbaring 3. Geef niet op. Houd vast. Blijf geloven, blijf deze weg volgen, blijf trouw en God zal ons zeker belonen. Maar waarom zijn er dan mensen in Gods Kerk, die wij goed kenden, waar wij van hielden, recent uit de Kerk gegaan? Wij kennen allemaal het verhaal van Laodicea en dat Gods mensen niet meer vurig voor de waarheid waren, het allemaal wat gewoontjes, alles vanzelfsprekend begonnen te vinden en daardoor op een gegeven moment uit de Kerk gingen. Maar ook is het gebeurd dat mensen jaloers waren of hun eigen ideeën hadden over wat God geeft in Zijn Kerk. De Vader geeft alles aan Christus en Hij geeft alles aan diegene die het hoofd in de Kerk is. Op dit moment is dat Ron Weinland, hij is een profeet en apostel, zoals wij allen weten. Maar zo gaat het meestal: Satan begint te stoken, hij weet ieders zwakke plek. Hij trekt je van God en de Kerk weg, hij manipuleert, en je bent het niet meer eens met wat er gezegd wordt. En op dat moment ben je ontrouw! Ik heb het gezien in Gods Kerk. Ik heb gezien dat mensen zelf dingen gingen bedenken. Dat mensen leraar spelen, groepjes vormen om daar hun eigen ideeën te spuien. Zij zijn ontrouw aan datgene dat hen gegeven is. Zij koesteren de waarheid niet meer en bouwen niet verder op die waarheid. Ze geloven het niet meer en zijn ontrouw geworden. 2 Petrus 1: 19 laten we eens kijken wat Petrus daar over geschreven heeft. 2 Petrus 1: 19 En wij hebben het profetische Woord, de waarheid. dat zeer vast is, en gij doet wel, de waarheid is van God gegeven. Het profetische woord, spreken namens God, Gods woorden spreken de waarheid die God ingegeven heeft aan diegenen waar Hij op dat moment mee werkt. Het betekent dus spreken namens God. Verder in dit vers ...dat gij daarop acht hebt, mediteer en bid erover. Houd het vast, koester het. Het is zo prachtig. ...als op een licht, schijnende in een duistere plaats, dit is ons onlangs op de Verzoendag uitgelegd door Wayne. De waarheid is het licht, de duistere plaats betekent zonden en dood. ...totdat de dag aan lichte, en de Morgenster opga in uw harten. Openbaring 22: 16 Houd je vinger even hier, we gaan even kijken wie deze Morgenster is. Openbaring 22: 16 Ik, Jezus, heb Mijn engel gezonden om ulieden deze dingen te getuigen in de Gemeenten. Ik ben de Wortel en het geslacht Davids, de blinkende Morgenster. Hij, Christus, is de Morgenster die wij in ons hart moeten hebben. 2 Petrus 1: 20 we gaan weer terug naar 2 Petrus 1: 20 Dit eerst wetende, dat geen profetie der Schrift is van eigen uitlegging; JE KUNT HET ZELF NIET UITLEGGEN!!! 21 Want de profetie is voortijds niet voortgebracht door de wil eens mensen het moet je gegeven worden, het komt niet Geloof en trouw
15
van een mens, met zijn eigen ideeën. Maar heilige mensen Gods mensen die God apart gezet heeft voor dat doel. Heilige mensen Gods, van de Heilige geest gedreven zijnde, hebben ze gesproken Dit zijn diegenen waar Gods geest in werkt. Daar komt Gods woord vandaan. En als wij dat weten kunnen wij daar trouw aan zijn, in geloof. Kunnen wij vertrouwen hebben dat het zeker van God komt. 2 Petrus 2: 1 we gaan verder in 2 Petrus 2: 1 Er zijn ook valse profeten onder het volk geweest, gelijk ook onder u valse leraars zijn zullen, waar we het net nog over hadden die verderfelijke ketterijen mensen in de Kerk die een leraar willen zijn, mensen die dingen bedenken en groepjes om zich heen verzamelen, waar zij hun ideeën kunnen spuien bedektelijk invoeren zullen, twijfel zaaien door teksten in de Bijbel verkeerd te interpreteren. ...ook den Here, Die hen gekocht heeft, door Zijn offer verloochenende, ontrouw worden en een haastig verderf over zichzelven brengende; Gods geest kwijtraken, zichzelf niet meer bekeren om te kunnen overwinnen. Het verderf de dood. Tenzij men zich natuurlijk bekeert. En als dat niet gebeurt: Zie het laatste gedeelte van vers 9 en de onrechtvaardigen te bewaren tot de dag des oordeels, om gestraft te worden; Terug naar vers 2 En velen zullen hun verderfenissen navolgen, door welke de weg der waarheid zal gelasterd worden. Ze raken de waarheid kwijt. Als je met hen spreekt merk je dat het niet meer klopt, je zit niet meer op één lijn. Dit komt omdat ze niet meer geloven in de structuur van Gods Kerk, men is ontrouw geworden. Vers 20 want indien zij, nadat zij door de kennis van de Here en Zaligmaker Jezus Christus, de besmettingen der wereld ontvloden zijn, en in dezelve wederom ingewikkeld zijnde, van dezelve overwonnen worden, zo is hun het laatste erger geworden dan het eerste. 21 Want het ware hun beter, dat zij den weg der gerechtigheid niet gekend hadden, dan dat zij, dien gekend hebbende weder afkeren van het heilige gebod, dat hun overgegeven was. Als je de waarheid hebt gekregen, door je roeping, en die waarheid verlaat, dan ga je terug de wereld in en is het erger met je gesteld dan toen je de waarheid niet kende. Vers 22 maar hun is overkomen, hetgeen met een waar spreekwoord gezegd wordt; de hond is wedergekeerd tot zijn eigen uitbraaksel; en de gewassen zeug tot de wenteling in het slijk. Dit moeten wij voorkomen. Dit is verschrikkelijk als God dat van ons moet zeggen. Wij moeten dit niet willen en er voor vechten dat het nooit, maar dan ook nooit met ons gebeurd. Bid, vecht, geef je helemaal over aan onze Vader. Wees ijverig. Ga ervoor, blijf trouw en geef niet op! Bid dagelijks en vraag dagelijks: ‘help ons, Vader, laat ons toch Uw gezin bereiken en met U en Uw Zoon verenigd worden. Laat ons trouw zijn aan Uw roeping en ons dagelijks bekeren van al het vuil dat nog in ons zit eruit halen. Geef ons dat geloof, wat ook in Jezus was en is. Het maakt niet uit, wat er ook met mij gebeurt... help mij, zodat ik mij kan bekeren en het vol kan houden!’ 2 Petrus 3: 17 En als wij weten wat er allemaal kan gebeuren, dat wij meegesleept kunnen worden door andere ideeën die anderen aan je willen opdringen, houd dan het volgende vers in gedachten: 2 Petrus 3: 17 Geliefden, daar gij het nu van tevoren weet, weest op uw hoede, dat gij niet, door de dwaling der zedelozen medegesleept, afvalt van uw eigen standvastigheid. Er heeft een zuivering plaatsgevonden in Gods Kerk. Wij hebben daar onlangs voor gevast, en ook om onszelf te onderzoeken en God te vragen om die dingen, waar wij nog problemen mee hebben, met Zijn hulp uit ons leven te bannen, om ons te bekeren Hem te vragen om Zijn agapé in ons meer en meer te laten ontplooien. En als wij Hem dit blijven vragen en alles doen wat Hij verlangt, dan kunnen wij trouw blijven en een levend geloof leven tot het einde van ons leven! Om af te ronden gaan we naar Mattheus 25: 21... Mattheus 25: 21 zijn heer zeide tot hem: Wel gedaan, gij goede en getrouwe dienstknecht, over weinig zijt gij getrouw geweest, over veel zal ik u stellen; ga in tot het feest van uw heer. Vraag God om hetzelfde geloof dat Jezus Christus had, in jouw te vormen. Steef er naar een trouwe echtgenoot of echtgenote te zijn, en ook om een trouwe dienstknecht te zijn! Geloof en trouw
16