RIJKSARCHIEF IN NOORD-BRABANT BESCHRIJVING VAN DE
DOOP-, TROUW- EN BEGRAAFBOEKEN ENZ. IN DE PROVINCIE NOORD-BRABANT DATERENDE VAN VÓÓR DE INVOERING VAN DE BURGERLIJKE STAND
DOOR L. KRUIJFF
Bergen op Zoom
MINISTERIE VAN CULTUUR, RECREATIE EN MAATSCHAPPELIJK WERK ’S-GRAVENHAGE 1965
Algemene inleiding In deze inventaris worden beschreven de kerkelijke doop-, trouw-, dood- en begraafboeken, de schepentrouwboeken met hun bijlagen, registers van de impost op het trouwen en begraven, de registers van aangegeven lijken en overledenen, opgemaakt krachtens de Ordonnantie op het regt van successie, en registers van de impost op de advertenties van geboorten, huwelijken en overlijden. I. ONTSTAAN VAN DE REGISTERS a. De doopboeken Volgens het voorschrift van het Concilie van Trente van 1558 moesten in iedere parochie doop- en trouwboeken worden aangelegd, welke gewoonte later door andere gezindten is overgenomen. Voor het grootste gedeelte der parochiën in Noord-Brabant werd dit voorschrift pas nagekomen in het begin der 17de eeuw. Het oudste doopboek, dat van de r.k. parochie St. Jan te 's-Hertogenbosch, begint in 1565. In de 16de en het 1ste kwart van de 17de eeuw werden veel kinderen uit de wijde omtrek in de parochiekerken van 's-Hertogenbosch gedoopt. In het 2de kwart van de 17de eeuw, de z.g. retorsietijd, toen de katholieken in vele plaatsen hun godsdienst niet openlijk mochten uitoefenen, komen in verschillende doopboeken der parochiën ten plattelande hiaten voor. De kinderen werden dan in schuurkerken of in naburige dorpen gedoopt. Volgens art. 88 van het Echtreglement voor de steden, het platteland, heerlijkheden en dorpen, staande onder de Generaliteit, d.d. 18 maart 1656, gelijkluidend overgenomen in art. 88 van het Echtreglement voor dezelfde gebieden van de Prins van Oranje in Brabant d.d. 24-31juli 1656 moesten door de schepenbanken registers van geboorteakten van onwettige kinderen worden aangelegd. Aan dit voorschrift is slecht de hand gehouden, daar er maar één register, van Dongen, lopende over de jaren 1740-1763 bewaard gebleven is. Volgens resolutie van de Staten van Holland en Westfriesland d.d. 15 juni 1792 moesten de kerkbesturen de doopboeken in duplo houden en tevens vermelden waar en wanneer de kinderen geboren waren. Deze resolutie geldt, voor zover het de provincie Noord-Brabant betreft, alleen voor het voorrnalige Hollandse gedeelte, n.l. het Land van Heusden, het Land van Altena, het deel van het baljuwschap van Zuid-Holland bezuiden Maas en Merwede en de heerlijkheden Geertruidenberg, Zevenbergen en Klundert. Wat 's-Hertogenbosch betreft valt nog te vermelden, dat de doopboeken van de r.k. parochiën over 1565-januari 1630 kort na de inname van 's-Hertogenbosch door de overheid zijn gevorderd. Dit blijkt uit een resolutie van schepenen van ’s-Hertogenbosch van 20 november 1640, waarbij kanunnik Leemput gevorderd wordt enige doopboeken over bovengenoemd tijdvak, die hij ten onrechte nog in zijn bezit had, in te leveren. Pas bij een resolutie van 21 september 1796 zijt genoemde doopboeken weer aan de parochiekerken teruggegeven. In deze inventaris zljn ook opgenomen de impostregisters op de advertenties van geboorten, huwelijken en overlijden, opgemaakt volgens een decreet van het Provinciaal Bestuur van Holland d.d. 5 oktober 1797. Deze registers komen alleen voor in het voormalig Hollandse gedeelte van de provincie Noord-Brabant. b. De trouwboeken Hoewel de Overheid zich blijkens het Eeuwig Edict van keizer Karel V van 4 oktober 1540 reeds bemoeide met het trouwen, dateert het oudste voor Brabant geldende plakkaat van de Staten-Generaal van 3 februari 1640, uitgevaardigd ,,jegens het onordentelijck trouwen der priesteren in Brabandt". Hierin werd vastgelegd, dat geen huwelijk, gesloten voor de rooms-katholieke kerk, voor wettig zou gehouden worden, zonder voorafgaan van de drie proclamatiën voor kerk of stadhuis. De 18de maart 1656 werd het Echtreglement uitgevaardigd, vastgesteld door de Staten-Generaal voor de Generaliteitslanden. Volgens het 4de artikel hiervan moesten de inwoners, wilde hun huwelijk voor rechtsgeldig gehouden worden, trouwen óf voor schepenen óf voor de kerkeraad der Nederduits gereformeerde gemeente. Wat 's-Hertogenbosch betreft werd reeds krachtens een niet bewaard gebleven schepenresolutie van 7 februari 1635 een speciale commissie uit de stedelijke magistraat in het leven geroepen onder de naam van commissarissen tot de huwelijkse zaken. Deze moest volgens schepenresolutie van 22 juni 1635, die ook verloren is gegaan, ondertrouwakten opmaken van alle gezindten.
0031 - DTB Bergen op Zoom_inventaris_1965_GELDEND.doc
Pagina 2 van 9
Volgens een schepenresolutie van 14 april 1712 moesten alle ondertrouwregisters van 's-Hertogenbosch, zowel die van de Nederduits- en Waals-gereformeerde gemeente als die van schepenen naar de kamer van de commissarissen tot de huwelijkse zaken worden overgebracht. Daarom zijn al de ondertrouwboeken van dat jaar af beschouwd als gedeponeerd en ondergebracht onder het hoofd ,,Schepencommissarissen tot de huwelijkszaken". Volgens het 1ste artikel van het Echtreglement van 20 oktober 1796, gearresteerd door de Representanten van Bataafsch Brabant, moesten alle personen, van welke godsdienstige gezindheid zij ook waren, verschijnen voor het gerecht of commissarissen tot de huwelijkszaken. In verband met een op dezelfde dag gedane publicatie moesten extracten uit de kerkelijke trouwboeken betreffende personen, die vóór de komst der Fransen in dit gewest alleen kerkelijk getrouwd waren, aan de municipaliteit worden ingeleverd. In de gebieden, in het oosten van Noord-Brabant gelegen, die niet onder de Generaliteit vielen, zoals het Land van Ravenstein en Megen, Boxmeer, Oeffelt en Gemert, zijn de schepentrouwboeken pas in het begin der 19de eeuw aangelegd. Dit is ook het geval met Luyksgestel, dat bij het tractaat van Fontainebleau van 11 november 1807 bii het departement Brabant gevoegd werd. Volgens de reeds hierboven genoemde resolutie van de Staten van Holland en Westfriesland d.d. 15 juni 1792 moesten ook de trouwboeken in duplo worden gehouden. In deze inventaris zijn ook opgenomen de impostregisters op het trouwen, opgemaakt volgens een ordonnantie van de Staten van Holland en Westfriesland d.d. 26 oktober en 3 december 1695, die uit de aard der zaak, belastingregisters zijnde, beschouwd kunnen worden als een aanvulling op de trouwregisters. Deze registers komen alleen voor in het voormalig Hollandse gedeelte van de provincie Noord-Brabant. Zie voor huwelijken ook hetgeen hierboven vermeld is betreffende de impost op de advertenties. c. De dood- en begraafboeken Op een enkele uitzondering na, waarbij de pastoor de registers opmaakte, hielden de kosters der Nederduits gereformeerde kerk de begraafboeken bij, waarin dus ook de katholieken zijn opgenomen. Deze zijn opgemaakt in de vorm van begraafregisters of als registers van ontvangst van het verschuldigde kerkerecht voor het begraven of het luiden der klokken. In gemeenten, waar geen Nederduits gereformeerde kerk was en die thans tot een andere burgerlijke gemeente behoren dan de kerkelijke gemeente van destijds, zijn de begraafregisters onder het hoofd ,,Koster" geplaatst. Volgens art. 24 van de Ordonnantie eener belasting op het regt van successie d.d. 4 oktober 1805, gearresteerd door het Wetgevend Lichaam van de Bataafse Republiek moest het plaatselijk bestuur een register van aangegeven lijken aanleggen. Dit werd bijna overal opgedragen aan de secretaris onder de naam van gequalificeerde. Deze moest tevens volgens art. 25 van dezelfde ordonnantie uit dit register en uit een door de doodgraver ingeleverde lijst der begravenen een register van overledenen samenstellen. De ordonnantie trad 1 januari 1806 in werking en verviel door de inlijving van ons land bij Frankrijk en de invoering van het Franse belastingstelsel. Evenals de hierboven voor het voormalig Hollandse gebied vermelde impostregisters op het trouwen zljn in de inventaris opgenomen die op het begraven volgens dezelfde ordonnantie; deze vormen een aanvulling op de begraafregisters. Zie voor overlijden ook hetgeen hierboven vermeld is betreffende de impost op de advertenties. d. Registers van de Burgerlijke Stand Een bijzonderheid in deze inventaris vormen de akten van de burgerlijke stand van Megen, Haren en Macharen over 1798-1800, opgemaakt door de agenten van die gemeenten namens de municipaliteit van het kanton van Ravenstein, en die van Luyksgestel over 1800-1808, opgemaakt door de maire als ambtenaar van de burgerlijke stand. Het Land van Megen stond van 1795-1800 onder Frans bestuur; het behoorde tot de landen, die bij het tractaat van 16 mei 1795, het Haags Verdrag, aan Frankrijk verbleven. Hierin werd in 1798 de Franse administratie en rechterlijke organisatie ingevoerd. Megen kwam bij Ravenstein en vormde daarmede het 39ste kanton van het departement van de Roer. Doordat bij het verdrag van 5 januari 1800 bovengenoemd gebied overgedragen werd aan de Bataafse Republiek en deze de oude administratie herstelden verviel hiermede ook de registratie van de akten van de burgerlijke stand. Luyksgestel was bij een decreet van het Comité du salut public van 31 augustus 1795 onder Frans bestuur gekomen. Het werd gevoegd bij het departement van de Beneden-Maas. Hier werd dus ook in 1798 de Franse
0031 - DTB Bergen op Zoom_inventaris_1965_GELDEND.doc
Pagina 3 van 9
administratie en rechterlijke organisatie ingevoerd. Bij het tractaat van Fontainebleau van 11 november 1807 werd Luyksgestel bij het departement Brabant ingevoegd, waarna evenals in Megen en de andere gebieden de Franse wetten door de Nederlandse werden vervangen en o.a. de burgerlijke stand werd opgeheven. Van de andere gebieden, die tijdelijk onder Frans bestuur hebben gestaan, nl. Ravenstein, Boxmeer, Oeffelt en Gemert, zijn dergelijke registers hier niet aanwezig. II. ONTSTAAN VAN DE COLLECTIE In het departement van de Monden van de Rijn waren de schepentrouwboeken ingevolge een arrêté van de prefect van 26 december 1810 naar de mairieën overgebracht. Voorts blijkt uit de correspondentie van verschillende maires met de prefect, dat de overdracht van de doop-, trouw- en begraafregisters naar de mairieën geschied is volgens een arrêté van de prefect van 13 december 1810, hoewel in diens hier nog aanwezige ,,Registre des arrêtés" dit besluit niet werd aangetroffen. Voor het departement van de Twee Nethen, waartoe het arrondissement Breda behoorde, is dit geschied ingevolge een tot de maires gerichte aanschrijving van de onderprefect d.d. 7 januari 1811 nr. 49. De registers, aangelegd volgens de Ordonnantie eener belasting op het regt van successie, werden bij Koninklijk Besluit van 23 januari 1824 gesteld onder bewaring van de ambtenaren van de burgerlijke stand. Krachtens Koninklijk Besluit van 20 juni 1919 (Staatsblad no. 389), ingetrokken en vervangen door dat van 31 mei 1929 (Staatsblad no.269) benevens dat van 18 september 1919 (Staatsblad no. 576), ingetrokken en vervangen door dat van 6 juli 1929 (Staatsblad no. 381) vond de overbrenging naar de rijksarchiefdepots plaats van de kerkelijke doop-, trouw- en begraafboeken, de schepentrouwboeken en de tot die boeken behorende bijlagen, registers van ontvangsten van trouwen en begraven, de tot de zogenaamde gaardersarchieven behorende stukken en de registers der overledenen, opgemaakt krachtens de ,,Ordonnantie eener belasting op het regt van successie" d.d. 4 oktober 1805. Bovengenoemde registers en stukken uit de provincie Noord-Brabant berusten thans op het Rijksarchief in die provincie te 's-Hertogenbosch met uitzondering van die betreffende de gemeenten Bergen op Zoom, Breda, Eindhoven, Helmond, 's-Hertogenbosch, Roosendaal en Tilburg, welke aan de besturen van die gemeenten in bewaring zijn gegeven. III. DE BESCHRIJVING Bij de beschrijving van de in deze inventaris voorkomende stukken deed zich de moeilijkheid voor, dat het gebied van vele schepenbanken, gequalificeerden, Nederduits-gereformeerde gemeenten en van enkele rooms-katholieke parochies in het voormalige Hollandse gedeelte zich over een groter aantal dorpen uitstrekte dan dat van de huidige burgerlijke gemeente. ln zeer vele gevallen echter gingen de dorpen onder één schepenbank in de loop van de 18de eeuw een eigen administratie voor de volontaire jurisdictie voeren en dus ook van de huwelijken. Dit maakte het in 1811 bij de invoering van de kleinere eenheden der burgerlijke administratie gemakkelijk de voor de inrichting van de burgerlijke stand benodigde retroacta af te splitsen. Slechts daar waar geen afzonderlijke secretarieën bestonden, dient men op de plaats, waar de bank gevestigd was, te zoeken. Bij de begraafregisters van de Nederduits-gereformeerde gemeenten, die door de plaatselijke kosters werden bijgehouden, heeft men eveneens in voorkomende gevallen een dergelijke oplossing gezocht en ook de over te nemen stukken uit de archieven van de gequalificeerden lieten zich gemakkelijk splitsen. Dit systeem is ook in de inventaris toegepast en waar nodig hersteld. De indeling van de inventaris is als volgt: De burgerlijke gemeenten zijn geplaatst in alfabetische orde volgens hun huidige samenstelling. Indien dus een burgerlijke gemeente na 1810 opgeheven is, moet gezocht worden in die gemeente, waarmede de oude gemeente samengesmolten is. Voorts zijn eerst beschreven de stukken van de r.k. parochiekerken, vervolgens die van de Nederduitsgereformeerde-, Waals-gereformeerde-, Engelse- en Israëlitische gemeenten en daarna die van de schepenbanken, de gaarders en van de gequalificeerden. De volgorde van de stukken is aldus: Eerst worden de doop-, dan de trouw- en tenslotte de overlijdens- en begraafregisters beschreven. Wanneer in één register verschillende categorieën van akten voorkomen, gaan die registers voorop. Registers van ondertrouw, waarin in margine van de akten ook de trouwdatum vermeld wordt, zijn als trouwregisters beschouwd.
0031 - DTB Bergen op Zoom_inventaris_1965_GELDEND.doc
Pagina 4 van 9
Met hiaten in een regíster van minder dan 3 jaar is geen rekening gehouden. Als er vele grote hiaten zijn, wordt in een noot vermeld ,,Met verschillende hiaten". In vele plaatsen werd pas laat een speciaal schepentrouwboek aangelegd. De oudere akten zijn dan sporadisch te vinden tussen de allerhande akten van de schepenregisters, waarnaar in een noot verwezen wordt. Tot de bijlagen van de schepentrouwboeken behoren allerlei soort akten als huwelijksconsenten, verzoeken om ondertrouw, huwelijksproclamatiën, attestaties van gedane proclamatiën, welke alle samengevat worden onder de beschrijving ,,Bijlagen van de trouwboeken". Alleen in het geval, dat die verschillende soorten akten vroeger afzonderlijk zijn bewaard, worden zij in een apart nummer vermeld. De registers van Bergen op Zoom, Breda en Tilburg zijn beschreven in overleg met de gemeentearchivarissen van die plaatsen.
0031 - DTB Bergen op Zoom_inventaris_1965_GELDEND.doc
Pagina 5 van 9
Bergen op Zoom Rooms-katholieke parochie 1
Doop-, trouw- en doodboek, 1650-1711
1 deel
N.B. De verschillende groepen staan door elkaar. Hierin ook lijsten van te Huijbergen en Essen gevormden, 1694, 1712 en 1721, lijst van leden der Derde Orde, 16511696, lijst van leden der Aartsbroederschap van de H. Franciscus, 1651-1714 en lijst van legaten voor vaste jaardiensten voor overledenen, 1650-1712.
2-3
a.
Akten van doop, 1650-1699
b.
Akten van trouw, 1651-1699
c.
Aantekeningen van overlijden, 1650-1711
N.B. Zie voor 1645-1653 Halsteren inv.nr. 2
Doop- en trouwboeken, 1700-1749 2
1700-1723 a. Akten van doop, 1700-1723 b. Akten van trouw, 1700-1723
3
1724-1749 a. Akten van doop, 1724-1749 b.
4-9
N.B. Zie voor 1639-1648, 1672-1683 en 1695-1701 ook Halsteren inv.nrs. 2-3.
2 delen
N.B. Zie voor 1725-1746 ook Halsteren inv.nrs. 5-7. Van 1747 juli 27 tot 1749 kopie van inv.nr. 4.
Akten van trouw, 1724-1749
Doopboeken, 1747-1810 4
1747-1755
5
1750-1767
6 delen
N.B. Van 1750 tot 1755 febr. Kopie van inv.nr. 4.
6
1768-1780
7
1781-1796
8
1797-1808
9
1809-1810
Nederduits-gereformeerde gemeente 10-26
Doopboeken, 1589-1810 10
1589-1593
11
1597-1603
12
1604-1611
13
1612-1617
0031 - DTB Bergen op Zoom_inventaris_1965_GELDEND.doc
17 delen
Pagina 6 van 9
27-37
14
1618-1626
15
1627-1633
16
1634-1641
17
1642-1649
18
1650-1663
19
1664-1672
20
1673-1682
21
1683-1694
22
1695-1712
23
1713-1728
24
1729-1752
25
1753-1796
26
1797-1810
Trouwboeken, 1585-1809 27
1585-1625
28
1626-1637
29
1638-1647
30
1648-1663
31
1664-1679
32
1680-1697
33
1698-1712
34
1713-1733
35
1734-1750
36
1751-1772
37
1773-1809
0031 - DTB Bergen op Zoom_inventaris_1965_GELDEND.doc
11 delen
Pagina 7 van 9
Waals-gereformeerde gemeente 38
Doop- en trouwboek, 1686-1806 a. Akten van doop, 1686-1806 b. Akten van trouw, 1689-1702
1 deel
39
Doopboek, 1799-1803
1 deel
N.B. Hierin kinderen uit Antwerpen.
40
Trouwboek, 1691-1802
1 deel
Lutherse gemeente 41
Doop- en trouwboek, 1749-1810
1 deel
N.B. Hierin ook lijst van overleden lidmaten, 1749-1775.
a. b.
Akten van doop, 1749-1810 Akten van trouw, 1798-1808
Schepenbank 42-44
Ondertrouwboeken, 1748-1810 42 43 44
45-48
49-52
1748-1799 1799-1808 1808-1810
Trouwboeken, 1748-1810 45 46 47 48
3 delen
4 delen
1748-1799 1799-1808 1809 1810
Bijlagen van de trouwboeken, 1749-1809 49 50 51 52
1749-1797 1798-1801 1802-1807 1806-1809
53
Aangiften voor ondertrouw, 1809-1801
54-55
Begraaflijsten, ingeleverd door de krankenbezoeker, 1657-1804 54 55
1657-1667 en 1671-1700 1701-1737, 1741, 1746 en 1802-1804
3 omslagen 2 omslagen 2 omslagen 1 omslag 1 omslag
4 omslagen 5 omslagen
Krankenbezoeker 56-60
Registers van gestorvenen, 1660-1811 56
5 delen
1660-1700
0031 - DTB Bergen op Zoom_inventaris_1965_GELDEND.doc
Pagina 8 van 9
57 58 59 60
1701-1737 1738-1768 1769-1801 1802-1811
Gequalificeerde tot invordering van de belasting op het recht van successie 61
Register van overledenen, 1806-1810
1 deel
62-63
Registers van begraven en overluiden, 1678-1810, 1814-1823
2 delen
N.B. Registers van ontvangst van kerkenrecht.
62 63
1678-1776 1777-1810, 1814-1823
0031 - DTB Bergen op Zoom_inventaris_1965_GELDEND.doc
Pagina 9 van 9