Reflex
R e l at i e m a g a z i n e v a n E x x o n M o b i l i n d e B e n e l u x J AA R GANG 1 0
NR 1 2010
Gek van Lewis Mobil 1 promotiedag in Brussel
ONDERZOEK Ive Hermans, winnaar ESEP-award ENERGIE The Outlook for Energy, ExxonMobil’s jaarlijkse energieprognose JUBILEUM Raffinaderij Rotterdam 50 jaar
02 Reflex NR 1 2010
TurnAround De ExxonMobil-raffinaderij in Rotterdam behoort tot de modernste in Europa. De fabriek is betrouwbaar en veilig. Om dat zo te houden, is van tijd tot tijd groot onderhoud nodig. Ditmaal aan de Flexicoker. Deze grote thermische kraker zet de zwaarste bodemfracties om in lichtere producten en zorgt ervoor dat de raffinaderij geen zware producten meer produceert. FOTO'S JOCHEM WIJNANDS
Turnaround Rotterdam:
noodzakelijk spektakel
Reflex NR 1 2010 03
S
afety first Behalve noodzakelijk is een zogenoemde Turnaround (TA) ook spectaculair. In een korte periode wordt veel werk uitgevoerd, door tientallen aannemers en gemiddeld zo’n 1.100 extra mensen. Veiligheid is dan ook prioriteit nummer één. Elke dag is er extra aandacht voor het gedrag en het elkaar aanspreken op onveilig werken. Degenen die opmerkelijk presteren worden in het zonnetje gezet. Hoe het met de veiligheid is gesteld, staat op de Safe Act Index en het scorebord voor aannemers. Uitgebreide voorbereiding Een Turnaround heeft een lange voorbereidingstijd. Al anderhalf jaar van tevoren staat vast welke onderhoudswerkzaamheden moeten worden uitgevoerd. De planners gaan daar vervolgens mee aan de slag. Ze bepalen wat voor werk er precies aan vast zit, wat de kosten zijn en wanneer wat moet gebeuren. Voor aanvang van de TA wordt de planning met de betrokken aannemers doorgenomen. Tijdens de Turnaround wordt de voortgang van de werkzaamheden dagelijks gevolgd en waar nodig bijgestuurd.
Uitgekiende ‘mogelijkheid om een power upgrade door te voeren
Spectaculaire hijsklus De werkzaamheden aan de Flexicoker vormden de rode draad en bepaalden daarmee de duur van de Turnaround. Met name de Heater - samen met de Gasifier en de Reactor het hart van de fabriek - is flink onder handen genomen. Het was nodig om het inwendige grotendeels te vernieuwen en om de wanden schoon te maken en van een nieuwe beschermingslaag te voorzien. Daartoe is het ruim 300 ton wegende bovenste gedeelte verwijderd. Een spectaculaire hijsklus, waarvoor een van de zwaarst beschikbare kranen is ingezet. Ook enkele installaties die in verbinding staan met de Flexicoker zijn tijdelijk uit bedrijf genomen.
’
Uitgekiende gelegenheid Het stilleggen van veel installaties is een uitgekiende gelegenheid om projecten uit te voeren. Een van de grotere projecten was de power upgrade: aanpassing van de stroomvoorziening op de raffinaderij aan de veranderde omstandigheden, om zo in de toekomst verdere uitbreiding mogelijk te maken. Het project was ook nodig om een eventuele power dip van buitenaf te kunnen opvangen zonder dat er installaties stil vallen. Op volle toeren De Turnaround is inmiddels afgerond. Alle installaties zijn weer veilig opgestart, zodat de raffinaderij weer op volle toeren kan produceren. Tot aan de volgende onderhoudsbeurt. ■
04 Reflex NR 1 2010
Human Resources Het Women's Interest Network (WIN) is een nieuw initiatief van ExxonMobil om vrouwen te ondersteunen bij hun carrière en persoonlijke ontwikkeling. Sinds kort zijn ook in Nederland en België netwerken actief. FOTO'S GPB
Women’s Interest Network in België en Nederland
WIN-WIN situatie
‘V
indt ExxonMobil dat vrouwen weinig ambitie hebben? Mannen zeggen: “natuurlijk niet”. Maar sommige vrouwelijke collega’s voelen wel degelijk het beeld van weinig ambitie aan zich kleven’, aldus Manja de Jonge. Zij is Short Term Planner bij ExxonMobil Chemical in Rotterdam. In november organiseerden het WIN Rotterdam een enquête onder de hoger geschoolde medewerkers van de Rotterdamse fabrieken.
A-typische carrière Manja de Jonge: ‘Een deel van de vrouwen blijkt zich inderdaad gehinderd te voelen in hun loopbaan. Hoe kunnen we die belemmeringen wegnemen? Het WIN Rotterdam wil daar antwoord op krijgen. We nodigen interessante vrouwelijke sprekers uit met een a-typische, maar wel aantrekkelijke ExxonMobil-
‘
Het WIN gaat onder meer jong vrouwelijk talent coachen in een mentorprogramma
’
carrière. In werkgroepen bespreken we hoe we diversiteit binnen Exxon Mobil kunnen bereiken, juist ook in hogere posities. We hebben drie thema’s: loopbaanontwikkeling, flexibiliteit & beschikbaarheid en de balans tussen werk en privé. Deze thema’s spreken mannen èn vrouwen aan. Mannen vormen inmiddels de helft van ons netwerk, een WIN-WIN situatie.’
Nieuwe mogelijkheden Ook in België is sinds enige maanden een WIN-netwerk actief. Katrijn Verhaert is hoofd Quality Assurance en Business Analysis bij ExxonMobil Chemical in Brussel. ‘Via het WIN kom ik interessante vrouwen tegen. In totaal andere functies, maar dat geeft mij juist inspiratie. Ik heb talloze mogelijkheden ontdekt voor een loopbaan binnen ExxonMobil. Dit vind ik een winstpunt van het netwerk. Het WIN gaat onder meer jong vrouwelijk talent coachen in een mentorprogramma. Doel is om de vrouwen onbelemmerd te laten doorstromen naar de functies die ze ambiëren.’ Carrière en gezin Het WIN-initiatief wil vrouwen ook helpen bij het vinden van informatie over evenwicht in hun werk en privé-leven. Katrijn Verhaert: ‘Vrouwen met een carrière binnen ExxonMobil zijn vaak getrouwd met mannen die eveneens een verantwoordelijke internationale functie hebben. Dit is niet altijd gemakkelijk als je kinderen hebt.’ Manja de Jonge: ‘In onze startbijeenkomst hebben we dit onderwerp bewust nog uitgesteld. We wilden ons vooral richten op thema’s binnen het werk. Maar bij de lunch merkten we al dat dit onderwerp erg leeft. Daar gaan we dus vast meer van horen binnen de werkgroepen.’ ■
Voorbeelden van WIN-activiteiten in België en Nederland • Conferenties en seminars • Online Communicatieplatform / Intranetsite • Lunch meetings • Werkgroepbijeenkomsten • Enquêtes • Career coaching • Mentorprogramma
REDACTIONEEL
COLOFON Reflex is een kwartaaluitgave van ExxonMobil in de Benelux, Afdeling Public and Government Affairs. Hoofdredactie Mirjam de Leeuw Redactie Textuur Tilburg Aan dit nummer van Reflex werkten mee: Arthur Hopstaken Stefan Dewickere Hagar Roijackers Janneke Scheepers Willem Blauw Mascha Prins Jochem Wijnands Ingrid Bon Redactie Franstalige editie Marina Cols Verantwoordelijk uitgever in België Remko Kruithof, ExxonMobil Petroleum & Chemical BVBA, Polderdijkweg, 2030 Antwerpen Vormgeving Mervyn Hall (GPB) Pre-Press GPB, Leiderdorp Druk Koninklijke De Swart, Den Haag Redactieadressen België: Polderdijkweg, 2030 Antwerpen, tel. 03 / 543.35.92 Nederland: Postbus 1, 4803 AA Breda, tel: (076) 529 1333 Luxemburg: Rue de l’industrie 20, 8069 Bertrange Wanneer in deze publicatie de namen Esso, Mobil en ExxonMobil worden gebruikt, duiden deze op zowel de in de Verenigde Staten gevestigde moedermaatschappij als op de tot de ExxonMobil-groep behorende ondernemingen. Aanvraag extra nummers, adreswijzigingen, nieuwe abonnementen, vragen over de inhoud en toestemming voor overname uitsluitend schriftelijk bij de redactie. Het maken van fotokopieën van de inhoud is toegestaan voor educatieve doeleinden, alsook voor informatieverspreiding binnen organisaties. Aan de teksten in dit tijdschrift kunnen geen rechten worden ontleend. Reflex wordt verstuurd in milieuvriendelijke verpakkingsfolie. www.exxonmobil.be www.exxonmobil.lu www.exxonmobil.nl
Reflex NR 1 2010 05
Mirjam de Leeuw (43) is hoofdredacteur van Reflex. Ze werkt als Communications Coordinator voor Public and Government Affairs in het Benelux hoofd kantoor. Sinds 2000 is ze verbonden aan Reflex, tot voor kort als eindredacteur.
Rijke geschiedenis en veelbelovende toekomst ‘Niets is zo mooi als onze bedrijfsactiviteiten met eigen ogen bekijken. Neem de Turnarounds op onze raffinaderijen. Om de paar jaar liggen enorme installaties weken lang stil voor groot onderhoud. Elk onderdeel van de installatie wordt gecontroleerd. En zo nodig gerepareerd. Zelf stond ik eens bovenop de Flexicoker in Rotterdam. Onze onderhoudsmensen onderaan lijken dan wel speldenknoppen. Met eigen ogen zag ik wat een indrukwekkend project de Turnaround is. De beelden op de voorgaande pagina’s spreken voor zich. Al laten foto’s altijd maar een fractie zien van het echte werk: de lasvonken, de geur van smeerolie en de opperste concentratie van onze medewerkers.’ ‘Als hoofdredacteur van Reflex kijk ik uit naar de viering van het 50-jarig bestaan van de raffinaderij Rotterdam, in oktober. In deze editie kijken we kort terug op de rijke geschiedenis. En we hebben dit jaar nóg een jubileum: onze filmsfabriek in Virton bestaat 30 jaar. Komend jaar besteden we in Reflex dan ook aandacht aan deze twee bijzondere verjaardagen.’ ‘Deze Reflex belicht de Outlook for Energy, de energieprognose van Exxon Mobil. Deze wordt elk jaar aangepast, door veranderende omstandigheden en nieuwe inzichten. De recente recessie beïnvloedt bijvoorbeeld de vraag. Tegelijkertijd laten ontwikkelingslanden een snelle economische groei zien. Hoe realiseer je een schonere, betaalbare en efficiënte energievoorziening voor de hele wereld in 2030? The Outlook for Energy laat de lange-termijn trends zien in energievraag en -aanbod, emissies en technologie.’ ‘Onderzoek is een andere constante binnen ons bedrijf. Binnen ExxonMobil doen we zelf intensief aan kennis- en productontwikkeling. Maar we inspireren ook graag onze medewerkers met recente wetenschappelijke ontdekkingen. Zoals die van Ive Hermans, veelbelovende jonge winnaar van onze ESEP-award. Een mooi voorbeeld van onze wisselwerking tussen wetenschap en praktijk.’ Wilt u reageren op onze artikelen? Ik hoor het graag:
[email protected] Mirjam de Leeuw
Hoe reali je een ‘seer schonere,
betaalbare en efficiënte energie voorziening voor de hele wereld in 2030?
’
06 Reflex NR 1 2010
Onderzoek
Winnaar ESEP-award koppelt chemie aan engineering
Licht in de black box
Reflex NR 1 2010 07
‘Wij willen de omzetting van moleculen beter begrijpen. Dit kan leiden tot een hogere opbrengst voor de industrie.’ Ive Hermans ontving in november 2009 de onderzoeksprijs van het European Science & Engineering Programme (ESEP) van ExxonMobil Chemical Europe. Met het prijzengeld bouwt hij microreactoren in zijn onderzoekslaboratorium in Zwitserland. Een gesprek over wetenschap en praktijk. TEKST Hagar Roijackers FOTO'S Stefan Dewickere
M
et de microreactoren gaat u oxidatieproecessen bestuderen. Oxidatie is een reactie met zuurstof. Hoe kan het dat de chemische wetenschap hier nog zo weinig van af weet? ‘Omdat dit soort reacties moeilijk te bestuderen zijn. De intermediairen, de tussenvormen zeg maar, reageren vaak in minder dan een duizendste van een seconde.’ Oxidaties zijn dus eigenlijk een soort black box? ‘Ja. We kijken hoe die intermediairen eruit zien, bijvoorbeeld door letterlijk licht te schijnen in de black box. Daar gebruiken wij een spectroscoop voor.’ (> zie kader op pag. 9)
Hoe kom je van oxidatie naar selectieve oxidatie? ‘Oxidatie op zich is geen kunst, het is een spontaan proces zoals veroudering. Een bekende oxidatiereactie is de verbranding van aardolie: er komt warmte vrij en CO2. Veel moeilijker is het om dit proces halverwege te stoppen. Neem bijvoorbeeld paraxyleen. Bij verbranding wordt deze stof geoxideerd tot CO2. Daarin is een bedrijf zoals ExxonMobil natuurlijk niet geïnteresseerd. Lukt het je echter om dit proces halverwege te stoppen, dan kun je tereftaalzuur bereiden. Daarmee kun je bijvoorbeeld PET-flessen maken. Hoe beïnvloed je de omzetting? Met een zo hoog mogelijke opbrengst, minder afval en minder energieverbruik? Daar zit nu net de moeilijkheid.’
Profiel ESEP-winnaar Ive Hermans (1980) ontving als student al de prijs van de Koninklijke Vlaamse Chemische Vereniging voor beste master thesis. Hij promoveerde in 2006 in de chemie, onder supervisie van professoren Pierre Jacobs en Jozef Peeters. Zijn proefschrift gaat over de selectieve oxidatie van koolwaterstoffen, met name de industriële synthese van nylon. Ive Hermans keek in zijn vormingsjaren verder dan de scheikunde. Zo behaalde hij in 2006 aan de KU Leuven ook een graad in Business Administration. Inmiddels, op 29-jarige leeftijd, leidt hij een eigen vakgroep aan de ETH Zürich. Deze vermaarde universiteit heeft al ruim twintig Nobelprijswinnaars voort gebracht. Zijn onderzoeksgroep houdt zich bezig met katalyse, de omzetting van grondstoffen in stoffen die nuttig zijn voor de industrie. De voornaamste focus van zijn huidige onderzoek is selectieve oxidatie.
08 Reflex NR 1 2010
Onderzoek Bedrijven kunnen op productieschaal wel enkele parameters veranderen, maar niet teveel. Als het mis gaat bij een grote reactor, dan kan gebeuren wat recent in Connecticut is gebeurd.’
‘
Met oxidaties zijn in het verleden ongelukken gebeurd. Hoe beschermt u uw medewerkers? ‘Oxidaties kunnen inderdaad zeer gevaarlijk zijn. We hebben daarom een speciaal uitgerust hogedruk-laboratorium. We willen de verbranding van moleculen in een tussenstadium stoppen. Als dit onverhoopt niet lukt, komt er veel druk en warmte vrij. Er ontstaat een run away-explosie die je onmogelijk nog kunt stoppen. Om nu te voorkomen dat het staal van de reactor ons om de oren vliegt, zijn onze reactoren verbonden met allerhande apparatuur. Zo kan bij een explosie het gas op een veilige manier expanderen. Bovendien staan onze opstellingen in een bunker achter stalen deuren. Mijn medewerkers worden op die manier beschermd bij het uitvoeren van experimenten. Door deze maatregelen kunnen we ook eens gevaarlijkere dingen uitproberen. Maar nog steeds op een relatief kleine schaal. In de industrie staan uiteraard veel grotere reactoren.
Als je een molecuul direct uit de natuur kunt pimpen, dan win je veel voor de industrie
’
U bent nog jong. Velen verwachten van u een veel belovende academische carrière. Op welke terreinen ligt uw interesse nog meer? ‘Het gebruik van hernieuwbare grondstoffen. Gezien de uitputting van fossiele brandstoffen wordt het dringend tijd dat we op zoek gaan naar alternatieven. Veel hernieuwbare grondstoffen worden nu gehypet. Maar vaak betreft het technologie waarbij je overheidssteun nodig hebt om het economisch rendabel te maken. Ik vind het terecht dat een bedrijf als ExxonMobil alleen die technologie steunt die op termijn economisch op zichzelf kan staan, zoals petroleum uit algen. Waarom zou je je bezig houden met technologie waarvan je al op voorhand weet dat het niet economisch haalbaar is?’ U kijkt ook naar een vereenvoudiging van productie processen? ‘Je hebt nu veel stappen nodig voor de omzetting van petroleum naar bijvoorbeeld een parfumingrediënt. Als je nu een soortgelijk molecuul direct uit de natuur kunt extraheren en in een paar stappen kunt pimpen tot een product met vergelijkbare eigenschappen als een parfum molecuul, dan win je veel voor de industrie.’
20 jaar ESEP
Academisch nieuwsgierig De wisselwerking stimuleren tussen Europese wetenschappers en ExxonMobil Chemical. Dat is al twintig jaar het doel van het European Science & Engineering Programme (ESEP). Deze stichting ondersteunt Europese wetenschappelijke bijeenkomsten, organiseert internationale academische symposia en sponsort de tweejaarlijkse ExxonMobil Chemical European Science and Engineering Award.
Eigen onderzoek en ideeën Mauritz Kelchtermans is Lead Specialist in het European Technology Center van ExxonMobil Chemical: ‘Met de activiteiten van ESEP willen we onze eigen onderzoeksactiviteiten stimuleren. Vooral binnen ons technologiecentrum zijn we voortdurend op zoek naar innovaties en verbeteringen.’ Symposium en award Die innovaties kunnen aansluiten bij recente inzichten uit de wetenschap, zegt hij. ‘Elke twee jaar organiseert ExxonMobil Chemical bijvoorbeeld een symposium
rond de uitreiking van de ESEP European Award. Met die award willen we hoogwaardig Europees onderzoek stimuleren met betrekking tot de petrochemische industrie. Denk hierbij aan katalytische processen, karakterisatietechnieken of polymerenonderzoek. We schrijven een wedstrijd uit voor wetenschappers die aan het begin staan van hun carrière. De winnaar van de award krijgt 40.000 euro om te investeren in zijn of haar laboratorium.’
Verfrissende winnaar ExxonMobil Chemical kiest zelf geen
Reflex NR 1 2010 09
In de Outlook for Energy zet ExxonMobil sterk in op energie-efficiëntie. Kan selec tieve oxidatie daaraan bijdragen? ‘Bij oxidaties verbruikt men geen energie, er komt warmte bij vrij. Zelfs bij een gedeeltelijke, selectieve verbranding. Een beter gebruik van deze energie kan de energie-efficiëntie van processen sterk verbeteren. Reactie-engineering speelt daarbij een belangrijke rol. Door een beter ontwerp van reactoren kun je een groter percentage van de vrijgekomen warmte omzetten in energie. Zo verhoog je de energie-efficiëntie voor de hele site.’
Waar gaat het prijzengeld van ESEP naar toe? Aan de ESEP-award is een prijs verbonden van 40.000 euro. Ive Hermans gebruikt dit geld voor de bouw van microreactoren. Hiermee gaat hij oxidatieprocessen bestuderen met een zogenaamde Raman spectroscoop. Ive Hermans: ‘De spectroscoop kan de trillingen in moleculen omzetten in informatie die voor ons als wetenschappers begrijpelijk is. We zien hoe de interacties van de moleculen zijn met verschillende kleuren laserlicht. We zoeken het licht dat ons de meeste informatie geeft over de intermediairen. Vergelijk het met een speelfilm. Die zie je het beste op een wit scherm in een donkere zaal. En niet bij daglicht buiten in het veld. De film blijft hetzelfde, alleen zie je hem in de zaal goed en buiten niet. Datzelfde geldt voor oxidatie. We hopen de bioscoop goed te kunnen nabootsen en de film rustig te bekijken.’
winnaar. Mauritz Kelchtermans: ‘Het Vlaamse Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek beoordeelt de aanvragen. In de jury hebben we wel veto-recht wat betreft de winnaar. Veel wetenschappers zijn namelijk al vroeg verbonden aan een concurrerend bedrijf. Hun vindingen zijn dan al gepatenteerd en samenwerking zou dan haast onmogelijk worden. In de jury van de ESEP-award zitten gerenommeerde wetenschappers uit België, Nederland en Frankrijk. En ook enkele onderzoeksleiders van Total en DSM. Dat levert vaak een verfrissende winnaar op. Zo ook dit jaar. Ive Hermans leidt nu al een eigen vakgroep aan de ETH in Zürich. Indrukwekkend, want deze universiteit is een kweekvijver van Nobelprijswinnaars.’
Academisch uitstapje Wat biedt ESEP aan de medewerkers van ExxonMobil Chemical? Veel, volgens Mauritz Kelchtermans: ‘Onze eigen mensen zijn vaak noodzakelijkerwijze specialistisch bezig. De symposia van ESEP vormen een jaarlijks uitstapje naar een breder vakgebied. Ze komen in contact met de allernieuwste ontwikkelingen in chemisch onderzoek. We halen topwetenschappers naar Brussel om een verhaal te houden over een breed chemisch thema. Dit leidt tot een levendige uitwisseling tussen die academici en de ExxonMobil Chemical-onderzoekers. Onder andere door de activiteiten van ESEP toont ExxonMobil Chemical zich als een dynamisch bedrijf, dat ook academisch nieuwsgierig is.’
Beoogt u dat ook met uw microreactoren? ‘Onze microreactoren hebben twee functies. Ze laten ons toe om gemakkelijker in de black box te kijken: hoe verandert molecuul A precies in molecuul B? De microreactoren hebben daarnaast een betere warmte-uitwisseling dan klassieke reactoren. Dat betekent dat we het hele proces beter onder controle kunnen houden en de warmte beter kunnen gebruiken. Interessante vraag is hoe je dergelijke reactoren kan opschalen naar industriële productie. En dan met name de grootschalige chemische industrie, de commodity chemicals. Daar ligt een belangrijke klus voor de wetenschap en de praktijk. De koppeling tussen chemie en engineering in brede zin, daar zie ik mijn toekomst.’ ■
Mauritz Kelchtermans
10 Reflex NR 1 2010
Mobil Formula 1
Gek 1 december 2009 - Het atrium van de ExxonMobil-campus in Brussel lijkt wel een arena. Honderden ExxonMobil-medewerkers en sportfans wachten er gespannen op Formule 1-wereldkampioen Lewis Hamilton. Catherine Van der Elst, medeorganisator van de dag: ‘Zijn fans stuurden ons weken tevoren al brieven om erbij te kunnen zijn.’ TEKST Janneke Scheepers FOTO’S Stefan Dewickere
L
ewis Hamilton is een grootheid in de Formule 1-sport. Hij is de jongste Formule 1-wereldkampioen ooit. Dat maakt hem razend populair. Zijn bezoek is gekoppeld aan een promotiedag rond Mobil 1, ExxonMobil's topsmeerolie voor automotoren.
In het echt ‘De sfeer was deze ochtend volledig anders dan andere dagen op het werk. Je voelde dat er iets in de lucht hing’, beschrijft Catherine. Toch heeft ze deze enorme belangstelling niet verwacht. ‘Ik heb nog nooit zoveel mensen in het atrium gezien. De vier balkons en de atriumvloer zijn helemaal vol! We hebben 110 stoelen voorzien maar ik denk dat er wel vijfhonderd bezoekers zijn.’ Natuurlijk zijn vooral ExxonMobil-medewerkers aanwezig. Maar ook fans en anderen die zijn gekomen om Lewis in het echt te zien. Als Motorsports Program Administrator is Catherine zelf een fan. ‘Ik ben hem race na race gaan volgen. Hij is een fantastisch sportman.’ Vandaar dat ze hem deze middag graag persoonlijk wil begeleiden.
Reflex NR 1 2010 11
van Lewis
Je voelde dat er iets ‘in de lucht hing
’
Honderd procent gefocust Zoals gepland arriveert Lewis ’s middags. De jonge coureur ziet er stralend uit. Voordat hij het podium op loopt, staart hij een paar seconden de bomvolle zaal in. De kampioen is zichtbaar onder de indruk van de menigte. Maar al gauw staat hij volkomen op zijn gemak voor het publiek. ‘Ik ben honderd procent gefocust om dit jaar tot een succes te maken’, benadrukt de Brit. ‘Ik ga veel trainen om fit te zijn bij de start van het nieuwe seizoen. Je kunt de concurrentie nooit voor lief nemen in de Formule 1. Mijn doel: zo snel mogelijk de beste en winnende auto hebben. Als je vanaf de start van het seizoen wint, heb je een kans om het wereldkampioenschap te winnen.’ Geen verwaande vedette Dan heeft ExxonMobil een verrassing voor hem. In de zaal wacht een bekende aerodynamische vorm, verscholen onder een zwarte doek. ‘De raceauto is een week eerder afgeleverd’, vertelt Catherine. ‘Het is een replica van de auto waarin Lewis debuteerde in Formule 1.’ De coureur onthult de auto en signeert hem op de neus. Nu is er voor alle bezoekers de gelegenheid om Lewis persoonlijk te ontmoeten en zijn handtekening te vragen. Dertig prijswinnaars gaan persoonlijk met hem op de foto.
Dit jaar ben ik procent ‘honderd gefocust
’
Het publiek heeft een topmiddag. Ook Lewis geniet zichtbaar van de waardering en de fans. Het is tekenend voor de bescheiden wereldkampioen. Wie een verwaande vedette had verwacht, komt bedrogen uit. ‘Hij is echt sympathiek’, vindt Catherine. ‘Hij lacht veel, praat makkelijk en heeft een woordje over voor voor iedereen. Lewis maakt indruk op alle bezoekers, gewoon door zo normaal te zijn.’ ■
Lewis Hamilton Lewis Hamilton (25) is een Britse Formule 1-coureur. Hij is zowat achter het stuur geboren. Op zijn zesde begon hij met kartracing, met groot succes. Op zijn twaalfde kreeg hij daarom een development contract bij het team van McLaren. Lewis schreef in 2008 geschiedenis door het Formule 1-wereldkampoenschap te winnen, als jongste coureur ooit. Bij het WK van 2009 eindigde hij als vijfde.
12 Reflex NR 1 2010
Energie in 2030
The Outlook U.S. Energy Demand Energievraag Procent Percent
Hout Wood
Kolen Coal
Olie Oil
Gas Gas
Hydro Hydro
Nucleair Nuclear
Bron: Energy Information Administration Source: Energy
Hernieuwbare Modern grondstoffen Renewables
Inform
100
75
50
25
0
1850
1860 1869 Golden spike set in Transcontinental Railroad
1870
1880 1884 First 1879 First steam turbine commercial incandescent light bulb
1890 1896 Niagara Falls hydroelectric plant opens
1900
1910 1916 First radio tuner
1920 1927 Charles Lindbergh flies across Atlantic
1930
1936 1933 Hoover D Philo Farnsworth complete develops electronic television
1901 First Firstde oil energiemix in de Verenigde Staten van 1850 tot 2030: geen enkele energiebron Verandering1859 van is1907 inFirst staat om de energie van de toekomst te leveren. De energiemix well drilled in Titusville, PA
Jaarlijks publiceert ExxonMobil zijn energieprognoses. Hoe ziet de wereldenergiemarkt eruit in 2030? Welke kansen liggen er voor ExxonMobil? Reflex belicht enkele belangrijke aspecten van ExxonMobil’s Outlook for Energy. TEKST & ILLUSTRATIES EXXONMOBIL
gasolinepowered automobile massproduced
drive-in gas station opened
Reflex NR 1 2010 13
for Energy
mation Administration
1940 1947 First offshore well out of sight of land
1950 1954 Modern silicon solar cell invented
1960 1956 Interstate Highway Bill signed
1969 First flight of the Concorde supersonic jet
1970 1975 Vehicle fuel economy standards (CAFE) enacted by Congress
1980 1979 First commercial citywide cellular network launched in Japan
1980 First U.S. windfarm consisting of 20 turbines built in New Hampshire
1990 1992 U.S. “Energy Star” program introduced
2000
2001 voldoen. Human 2005 U.S. zal zich verder ontwikkelen met wetenschappelijk levensvatbare opties om aan de groeiende vraag te kunnen
Dam ed
R 1952 First commercial jet service
1969 Man walks on the moon
genome sequenced
1991 First commercial lithium battery
evolutie door evolutie Energiebronnen en technologie ontwikkelen zich in de loop van de tijd - en het een heeft invloed op het ander. Als we inzicht hebben in de geschiedenis van energieverbruik en technologische ontwikkeling, kunnen we een beter inzicht krijgen in de toekomstige koers van de energieproblematiek. De historie van energieverbruik in de Verenigde Staten is een voorbeeld van hoe energiebronnen en technologieën in de afgelopen 150 jaar zijn veranderd. 1981 IBM introduces personal computer
In 1850 was hout nog de meest gebruikte brandstof. 50 jaar later, naarmate de mijnbouw zich ontwikkelde, werden kolen de belangrijkste bron van energie. Door de energie die Amerika tot zijn beschikking had, kon het land uitgroeien tot een industriële economie. Nog eens 50 jaar later, toen bussen, auto’s en vrachtwagens de straten begonnen te vullen en luchtvaartmaatschappijen
mandate for ethanol blending into gasoline
2003 First
2010
2020
2009 U.S. natural gas resources now cover about 100 years at current demand due to unconventional gas drilling technology advances (Source: Colorado School of Mines)
reguliere ultra-deepwaterdiensten begonnen aan te bieden, werd well depth olie greaterde thanbelangrijkste brandstof. In die tijd kwamen 3,000 meters aardgas – een generatie eerder nog als nagenoeg waardeloos gezien – en waterkracht op als belangrijke energiebronnen. In de periode tussen 1950 en 2000 zagen we de opkomst en groei van kernenergie, evenals de eerste echte tekenen van moderne, duurzame vormen van energie. In de jaren die voor ons liggen zullen meer nieuwe technologieën enerzijds toegang geven tot nieuwe energiebronnen en anderzijds de vraag opnieuw vorm geven. Zulke ontwikkelingen hebben echter tientallen jaren nodig om een echte revolutie te kunnen ontketenen in de manier waarop wij energie winnen en gebruiken.
2030
14 Reflex NR 1 2010
Cha elec
tricit
llen
ge:
y
Energie in 2030 mee
ting
bas
ic n eed s ll e Challenge:ngmeeting e: me basic needs mod ern eting coo electric k basic ing ity a fuels koken Elektriciteit Moderne nbrandstoffen electricity modern cooking hea eeand d heatingndvoor ting en verwarming s fue
Growing globalendemand Energievraag -besparing door efficiëntie per sector energy demand in each sector will increase . . . . . . but increasing efficiencies
Beschikbaarheid van energie Cha Ava
ilab
le
modern Availa
Ava
g and
le heatin Beschikbaar
Beschikbaar
ble Available
300
ls
cookin
ilab
Available
will help mitigate growth
Biljard BTUBTUs Quadrillion Power Generation
g fuels 200
1.5 Abou with Billion t P No Elec eople tric ity
ble Transportation
Ongeveer About 1.5 1,5Billion miljardPeople mensen withAbo NoutElectricity beschikking 1.hebben 5 Billio geen n Pelektriciteit. with N over eo o Elec ple tricity
Ongeveer About 2.5 2,5Billion miljardPeople mensen Ab No Modern with 2.5 leven moderne Billi ouzonder Fuels on ort Heating ithbrandstoffen Coo wCooking voor koken P king No M eople odverwarming. or H en eati ern ng Fue ls A 2.5 Bill bout io with N n People o Cooki ng or Modern Heatin g Fuel s
60
Industrie
Residential/ Commercial
100
Vervoer 0
2005
2030
2005
2030
Hogere energievraag door Basis energiebehoefte Economic growth drives energy demandgroei Wereldwijd hebben ongeveer 1,5 miljard economische mensen geen toegang tot elektriciteit. Energievraag GDP energy demand in 2005 Dollars Quadrillion Biljard BTUBTUs Zo’n 2,5 miljard mensenTrillions leven zonder Niet-OECD Non-OECD moderne brandstoffen voor koken en verwarming. Voor hen betekent toegang OECD krijgen tot energie hoop, kansen en voorOECD uitgang. Vooral in ontwikkelings- en opkomende landen (die geen lid zijn van Non-OECD de OESO) is er een enorme behoefte aan energie om een grotere economische welvaart te ondersteunen. ExxonMobil verwacht dat de totale vraag naar energie in niet-OESO-landen, zoals China en India, tussen 2005 en 2030 met zo’n 65 procent Energiebesparing door zal toenemen. De vraag naar energie in groeiende efficiëntie OESO-landen zal daarentegen in 2030 Globallicht energy and supply Global energy demand and supply naar verwachting dalendemand ten opzichte Energievraag Biljard BTU van 2005,demand ondanks het feit dat hun econoand supply demand and supply Jaarlijkse Quadrillion BTUs Quadrillion BTUs energie mieën in diezelfde periode gemiddeld met besparing Nietmeer dan 50 procent zullen zijn gegroeid. Oil Oil OESO 400
50
300
40
2005
2030
2005
2030
2030 Energiebesparingen
juist leiden tot een besparing van zo’n 300 biljard BTU* - waarmee dit een van de belangrijkste “energiebronnen” wordt. Zonder die efficiëntiewinst zou het wel eens zo kunnen zijn dat de wereld niet 35 procent maar zo’n 95 procent meer energie nodig heeft dan in 2005.
200
30
20
100
10
0 1980
2005
0 1980
2030
300
250
Huish/Comm
Industrial
Availa
Stroomopwekking
2005
2030
300
Average Growth Rate Per Year 0.8%
250
Average Growth Rate Per Year 0.8%
* ‘British Thermal Units’ (BTU), een eenheid die het mogelijk maakt om energie uit verschillende bronnen met elkaar te vergelijken.
Verschillende bronnen Welke energiebronnen zullen we in 2030 gebruiken om aan de vraag te kunnen voldoen? Olie, gas en kolen blijven de belangrijkste brandstoffen. Onder de fossiele brandstoffen zal aardgas de snelste groei door maken, omdat het overvloedig en op veel plaatsen beschikbaar is en het schoonst brandt. De opwekking van kernenergie blijft toenemen. Het gebruik van wind- en zonneenergie, net als van biobrandstoffen, neemt sterk toe met gemiddeld 10 procent per jaar. Vanwege de lage uitgangspositie zal het aandeel van deze brandstoffen in de energiemix met ongeveer 2,5 procent tegen 2030 relatief klein blijven. Om te kunnen voldoen aan de enorme wereldwijde vraag naar energie zullen we alle economische energiebronnen moeten inzetten en de beschikbaarheid daarvan moeten blijven vergroten. ■
Totale Stijgende vraag groei van de Gas Gas energievraag 1.8% 1.8% In 2030 zal de wereldwijde vraag naar Coal Coal 0.5% 0.5% energie bijna 35 procent hoger zijn dan in 2005. In de vier eindgebruiksectoren zien NietNuclear Nuclear OESO Biomass Biomass 2.3% 2.3% 0.5% 0.5% we de snelst groeiende vraag bij de Wind, Solar, Wind, Solar, Hydro, Geo Hydro, Geo Biofuels Biofuels 2.2% 2.2% 9.6% 9.6% producenten van elektriciteit. Ongeveer 40 procent van de wereldwijde primaire energie zal met het opwekken van elek triciteit gemoeid zijn, waarbij de Global energykolen demand and supply Aandeel per energiebron grootste bron blijven. Twee factoren liggen in de wereldwijde vraag sector by energy type ten grondslagby aan de stijgende vraag van Biljard BTU Quadrillion BTUs Quadrillion BTUs de elektriciteitsmaatschappijen: het wijder Wind, zon, biobrandstoffen, hydro, geo verbreide gebruik van geavanceerde, elekDe volledige -Engelstalige- Energy Outlook is 200
200
150
150
100
100
50
50
0
2005 2030
2005 2030
2005 2030
2005 2030
2005 2030
2005 2030
0 2005 2030
2005 2030
2005 2030
2005 2030
2005 2030
2005 2030
2005-2030
2030
700
700
600
600
Residential/ Commercial
triciteitsintensieve technologieën, en de 500
basisbehoefte en snelle economische
Biomassa
Industrial
400
groei in ontwikkelingslanden. In alle vier de 300
sectoren zou de vraag naar energie nog
500
Nucleair
400
Kolen
200
niet zou verbeteren. Tegen 2030 zal eenPower Generation
100
100
2005
Een exemplaar van het rapport is te bestellen via
[email protected].
Gas
200
verbeterde efficiëntie over de hele wereld
te vinden op www.exxonmobil.com.
300
Transportation
veel dramatischer stijgen als de efficiëntie 0 1980
2005 2005-2030 2030 2005 2030 2030
2030
0 1980
Olie
2005
2030
Reflex NR 1 2010 15
Todd Onderdonk over de nieuwe Outlook for Energy In februari bezocht Todd Onderdonk de Benelux. In De Warande in Brussel en op Clingendael in Den Haag presenteerde hij de Outlook for Energy aan relaties van ExxonMobil uit de energiewereld. Todd Onderdonk, Senior Energy Advisor bij ExxonMobil, is mede verantwoordelijk voor de ‘Outlook for Energy’.
W
at zijn de belangrijkste boodschappen van de nieuwe Outlook for Energy? ‘De wereldwijde vraag naar energie zal in 2030 bijna 35% groter zijn dan in 2005, ondanks drastische effi-
ciëntiewinsten. De groei wordt aangedreven door een snelle uitbreiding in niet-OESOlanden, zoals China en India, waar het energiegebruik met zo’n 65 procent zal stijgen. Vooral de vraag ten behoeve van opwekking van elektrische energie, die tegen 2030 40 procent van de wereldwijde vraag naar energie zal uitmaken, zal zeer groot zijn. Olie en aardgas blijven van essentieel belang, maar andere bronnen, waaronder kernenergie en duurzame energiebronnen, gaan een grotere rol spelen. De wereldwijde CO2-uitstoot zal tegen 2030 met zo’n 25 procent toenemen – wat weliswaar een hoog percentage is, maar de uitstoot groeit aanzienlijk langzamer dan de totale energievraag. Tegen 2030 verwachten we dat de CO2-uitstoot in OESO-landen weer op het niveau van 1980 zal zijn – een drastische vermindering, gezien het feit dat de economieën ongeveer driemaal zo groot zullen zijn als in 1980 en de bevolking met zo’n 30 procent zal zijn toegenomen.’
Wat is het verschil met de Outlook for Energy van vorig jaar? ‘Door de recente recessie ligt de verwachte totale vraag in 2030 iets lager ten opzichte van het cijfer van vorig jaar, aangedreven door de OESO-landen en tot op zekere hoogte weer tenietgedaan door een snellere toename van de vraag naar elektriciteit in ontwikkelingslanden. Voor wat betreft het aanbod wordt een aanzienlijke verandering veroorzaakt door onconventioneel aardgas, waarbij we een substantiëlere groei kunnen zien. Ook verwachten we een enigszins grotere bijdrage van windenergie en biomassa voor de opwekking van elektriciteit.’
Welke investeringen zullen nodig zijn om aan de komende vraag te kunnen voldoen? ‘Het Internationaal Energie Agentschap (IEA) verwacht dat de wereld tussen 2008 en 2030 meer dan 25 biljard dollar zal moeten investeren, waarvan zo’n 11 biljard dollar in olie en aardgas. Voor het overige zal het meeste geld gaan naar elektriciteitsopwekking om aan de groeiende vraag te kunnen voldoen.’ Zijn er nog speciale boodschappen voor Europa? ‘Natuurlijk willen de mensen in Europa hun welvaart behouden in een groeiende wereldeconomie. Daarnaast willen ze betrouwbare en betaalbare energievoorraden die ook nog eens de milieueffecten verminderen. De situatie in Europa is een weerspiegeling van de wereldwijde energieproblematiek: het vinden, ontwikkelen en dagelijks leveren van energievoorraden, het verstandig en efficiënt gebruiken van die energie, en het werken aan een beperking van de milieueffecten, waaronder de uitstoot van broeikasgassen. Deze elementen vormen in essentie een integrale oplossing voor de problemen op het gebied van zowel energie als milieu. Deze aanpak zal biljarden dollars aan investeringen vergen en een niet aflatende inzet voor technologie en innovatie. Ook is daarvoor solide en stabiel overheidsbeleid nodig dat investeringen en technologische ontwikkeling op de lange termijn stimuleert. In onze Outlook verwachten we een aanzienlijke economische groei in Europa, waarvoor in toenemende mate gebruik van efficiëntere technologieën nodig is om de vraag naar energie af te remmen. Samen met een overgang op minder C02-intensieve energievoorraden zal dit ook bijdragen aan een vermindering van de uitstoot.’ ■
16 Reflex NR 1 2010
PANORAMA Nieuws in vogelvlucht van ExxonMobil wereldwijd
Italiaanse onderzoekers duiken in Esso-archief
Het Esso-archief in Rotterdam kreeg onlangs bezoek van twee Italiaanse wetenschappers. Susanna Caccia en Luca Leonardi zijn verbonden aan de bouwkundefaculteit van de Polytechnische Universiteit van Turijn. Ze maken een inventarisatie van architectonisch interessante benzinestations, gebouwd tussen 1920 en 1960. In Italië, maar ook in andere Europese landen.
Rijk en divers Doel van het onderzoek is om Italiaanse overheden te overtuigen van de monumentale waarde van oude benzinestations. Susanna Caccia: ‘Italianen zijn trots en zuinig op hun vele oude historische gebouwen. Ze hebben alleen nog geen oog voor de architectonische schoonheid van de moderne geschiedenis. Wij hopen daar met onze studie verandering in te brengen. De tijd dringt, want veel Italiaanse benzinestations uit de jaren ’30, ’40 en ’50 zijn al vervallen of zelfs gesloopt.’ Luca Leonardi: ‘Andere landen hebben de waarde van oude benzinestations al lang onderkend. De gebouwen staan op de monumentenlijst, worden mooi gerestaureerd en doen tegenwoordig dienst als theehuis of hippe galerie. Amerika spant de kroon, maar dat land heeft natuurlijk ook alleen een moderne geschiedenis.’
ExxonMobil neemt XTO Energy over Voor 41 miljard dollar in aandelen neemt ExxonMobil het bedrijf XTO Energy Inc. over. Door de overname versterkt ExxonMobil zijn positie in de ontwikkeling van onconventionele natuurlijke gas- en oliebronnen. De besturen van beide ondernemingen steunen de overname, die nog goedgekeurd moet worden door de aandeelhouders en autoriteiten. ‘XTO heeft een uitstekende gasvoorraad, enorme technische expertise en uiterst vakkundige werknemers’, aldus Rex Tillerson, directievoorzitter en CEO van Exxon Mobil Corporation. Deze punten vormen een sterke combinatie met de geavanceerde R&D, operationele capaciteiten, mondiale schaal en het financieel vermogen van ExxonMobil. Bob Simpson, voorzitter en oprichter van XTO: ‘Als ’s werelds belang rijkste energiebedrijf biedt ExxonMobil nieuwe mogelijkheden voor de ontwikkeling van aardgas- en oliebronnen op wereldwijde basis.’ XTO heeft 1,26 miljard kubieke meter gasvoorraad in verschillende bronnen. ■
Oude schat ‘We zijn geïnteresseerd in de typologische evolutie van de architectuur tot 1960. Na die tijd streefden de oliemaatschappijen naar eenduidigheid en herkenbaarheid. In de beginjaren van het benzinestation mochten vormgevers nog hun gang gaan. Daar waren veel beroemde architecten bij. Mario Bacciocchi in Italië, Arne Jakobsen in Denemarken, Jean Prouvé in Frankrijk en in Nederland natuurlijk W.M. Dudok’, aldus Susanna Caccia. De Italiaanse bezoekers kregen bij hun zoektocht hulp van Miel en Eileen Citroen, archivaris en documentaliste van het Esso-archief. Ze zijn verrukt van de oude foto’s en schetsen. Luca Leonardi: ‘We vinden nu al meer dan waar we op gehoopt hadden. Veel van dit beeldmateriaal is waardevol voor ons onderzoek. En we blijven nog even zoeken, want we hopen natuurlijk op een oude schat.’ ■
Reflex NR 1 2010 17
‘Boek over hoop’ Julia Samuël leidt een enerverend leven. Toen de voormalige tv-presentatrice kanker kreeg, besefte ze dat het nooit te laat is om je droom te volgen. Julia’s droom is Afrika. Een droom die haar een spiegel voorhoudt. Samen met David Robertson zet Julia zich in voor Drive Against Malaria, dat gesteund wordt door ExxonMobil. Ze schreef er een boek over: ‘Niemand weet waar ik ben’. In dit boek vertelt ze over haar Afrikaanse ervaringen en hoe deze haar kracht geven bij het omgaan met haar ziekte. Al tien jaar zet Julia zich in voor Drive Against Malaria. Deze organisatie richt zich op het bestrijden van malaria in achtergelegen gebieden wereldwijd.
Documentaire Julia raakte als tv-presentatrice onder de indruk van David Robertson, de drijvende kracht achter Drive Against Malaria. Ze besloot een documentaire te wijden aan de organisa-
ExxonMobil investeert wereldwijd in projecten voor verbetering van energie-efficiëntie bij de productie van brandstoffen. In Rotterdam verschijnt een ultramoderne waterstoffabriek van Air Products op het terrein van de ExxonMobil-raffinaderij.
tie. Tijdens haar reis werd ze geconfronteerd met stervende kinderen. Dat deed haar besluiten zich volledig in te zetten voor bestrijding van deze ziekte, volksvijand nummer een in Afrika. ‘Ik wil dat mensen op een andere manier naar Afrika gaan kijken. De Afrikanen zijn krachtig en sterk. Met harten vol warmte. Maar bedreiging door malaria ligt constant op de loer. De strijd tegen deze ziekte moet veel meer aandacht krijgen. Met concrete hulp kunnen we malaria drastisch terugdringen. Als dat lukt, hebben wij al een groot deel van ons doel bereikt. Daar doen we het voor.’ Julia hoopt met haar boek een steentje bij te dragen aan het terugdringen van de moeder- en kindersterfte door malaria. ‘Uiteindelijk is het een boek over hoop.’ Een deel van de opbrengst van het boek komt ten goede aan Drive Against Malaria. ■
Nieuwe Air Products waterstoffabriek verbetert energie-efficiëntie Esso Nederland sloot eind vorig jaar een overeenkomst met Air Products voor de levering van waterstof en de bouw van de nieuwe installatie. Belangrijke voordelen hiervan zijn de stoomintegratie met de raffinaderij en de hoogwaardige productie van waterstof. In Rotterdam wordt waterstof gebruikt bij het verwerken en raffineren van ruwe olie. Met waterstof worden onzuiverheden verwijderd en de productkwaliteit van schone brandstoffen en andere producten verbeterd. De nieuwe fabriek zal waterstof leveren aan de raffinaderij en de aromatenfabriek van ExxonMobil. Naar verwachting is deze in de tweede helft van 2011 operationeel. Andrew Madden, directeur van de raffinaderij Rotterdam: ‘De raffinaderij en de chemiefabrieken in Rotterdam vormen een belangrijk onderdeel van de wereldwijde portefeuille van ExxonMobil. De bouw van deze nieuwe waterstofcentrale is komend jaar een van de belangrijkste projecten hier.’ ■
18 Reflex NR 1 2010
Product in beeld
Van korrel tot zonnep Zonne-energie is niet de corebusiness van ExxonMobil. Toch is het bedrijf indirect betrokken bij de ontwikkeling van de beste zonne panelen. Een schets van de R&D achter het zonnepaneel. ‘Onze combinatie stelt iedereen tevreden.’ TEKST Janneke Scheepers FOTO GPB ILLUSTRATIE INGRID BON
Z
onnecellen zijn kleine cellen die lichtenergie omzetten in elektriciteit. Zonnepanelen zitten er vol mee. De opbouw van zo’n paneel is vergelijkbaar met een sandwich. Iedere laag heeft zijn eigen functie (zie illustratie). De buitenste platen vormen een ondoordringbaar harnas. In het hart van het paneel bevinden zich de kwetsbare zonne cellen. Tussen deze lagen zit een high-tech folie van ongeveer 0,5 mm dik die de zonnecellen afdekt, onder steunt en beschermt. ExxonMobil levert hiervoor de grondstof, het ethyleen vinyl acetaat (EVA) polymeer Escorene™ Ultra. EVA-folie moet veel licht doorlaten en daarom is een hoge transparantie bijzonder belangrijk. Tegelijkertijd moet het materiaal stevig zijn. De folie moet de zonne cellen namelijk isoleren en beschermen tegen vocht en andere omgevingsomstandigheden, voor wel tien tot zelfs dertig jaar. Daarnaast moet de EVA-folie gemakke lijk hechten aan glas. Maar het mag ook weer niet te veel kleven, want dat is lastig bij de verwerking.
Polymeerkorrels Dat zijn nogal wat vereisten om rekening mee te houden. ExxonMobil weet daar alles van, als een van de grootste producenten van EVA polymeer. ‘Het is een soort copolymeer, dat we aanleveren in de vorm van korrels. We produceren het in onze fabrieken in Zwijndrecht en Baton Rouge (VS)’, zegt Francois Chambon, Global PE Differenti ated Product Manager.
Reflex NR 1 2010 19
paneel
Zonnecel
Doorsnee zonnepaneel
Glazen afdekplaat EVA-sheet Zonnecellen EVA-sheet Bodemplaat
Het vinden van de ideale samenstelling van het materiaal is altijd de grote uitdaging. Voor het gebruik in zonnepanelen hebben de chemici van ExxonMobil gezocht naar de ideale balans tussen transparantie, kleefkracht, gladheid en stevigheid. Zonder uiteraard de verhouding tussen prestatie en prijs uit het oog te verliezen. Het resultaat: een heel specifiek type Escorene™ Ultra EVA kunststof. ‘Het sterke punt van ons product is de ideale combinatie van helderheid, wrijving en vernetbaarheid’, aldus Chambon.
EVA-foliën smelten. De foliën zorgen er zo voor dat alle componenten aan elkaar vasthechten. ‘Tegelijkertijd treden ook die fameuze vernettings reacties op’, vertelt Van Hoyweghen. ‘Dit zijn chemische reacties die, bij toevoeging van de gepaste chemicaliën, ervoor zorgen dat alle verschil lende polymeerketens in de EVA-folie als het ware aan elkaar vastgelinkt worden. Daardoor krijg je een heel sterk geheel van ketens die niet meer kunnen bewegen ten opzichte van elkaar.’
Zonnepaneel Danny Van Hoyweghen (Senior Staff Chemist Poly olefins Technology) legt uit waarom die ‘vernetbaarheid’ zo belangrijk is. ‘Een polymeer is een lange streng van kleine, aan elkaar gekoppelde eenheden. Iedere EVA polymeerkorrel die wij produceren bevat talloze van zulke strengen, kriskras door elkaar heen. Door speci ale reacties kunnen deze polymeerketens aan elkaar worden gelinkt tot een stevig netwerk. Ze zijn dus vernetbaar. Maar in onze korrels zitten deze ketens nog niet aan elkaar vast. Dat is belangrijk, want daardoor kunnen onze klanten ons materiaal nog verwerken.’
Het geheel wordt nóg steviger dankzij een andere troef van het Escorene™ EVA polymeer: de hoge wrijvingscoëfficiënt. Die term duidt op de mate waarin een materiaal de tendens heeft om te glijden. Dankzij de hoge wrij vingscoëfficiënt van ExxonMobil’s EVA polymeer gaan de verschillende componenten tussen de EVA-foliën van het zonnepaneel niet schuiven. Zo biedt de EVA-folie voldoende ondersteuning, zonder bij de verwerking en opslag hinderlijk te kleven.
‘
De klanten, dat zijn de producenten van de EVA-foliën. Deze bedrijven transformeren de polymeerkorrels tot de foliën. De foliën komen vervolgens terecht bij de zonnepaneelproducent. Van Hoyweghen: ‘Voor de productie van een zonnepaneel neem je een glasplaat en daar leg je een EVA-folie op. Vervolgens verdeel je daarop de zonnecellen en die verbind je met elkaar. Ten slotte dek je het geheel af met een tweede EVA-folie en de afdek plaat.’
Beter scoren Die balans van eigenschappen is volgens Van Hoyweghen hét sterke punt van Escorene™ Ultra EVA. ‘Het is een combinatie die tegemoet komt aan de behoeften van verschillende klanten. De ene afnemer kiest ons product vanwege de vernetbaarheid. De andere klant omdat zijn foliën dan niet aan elkaar gaan kleven. Onze combinatie stelt in feite iedereen tevreden.’ Hij ziet wat dat betreft de toekomst zonnig in. ‘De markt van fotovoltaïsche modules groeit hard en ontplooit zich volop. Producenten maken steeds grotere panelen en drijven het productietempo op. Ik denk dat ons materiaal daarbij nog beter gaat scoren. Klanten zullen de ideale combinatie van eigenschappen in ons materiaal nog meer waarderen.’
Producenten maken steeds grotere zonnepanelen, waarbij ons materiaal nog beter kan scoren
Vacuümoven Het aldus samengestelde zonnepaneel wordt in een vacuümoven gebracht, waar op hoge temperatuur de
’
Ook Francois Chambon is optimistisch. ‘De vraag naar Escorene™ Ultra EVA is momenteel zo groot, dat onze capaciteit beperkt is. We kunnen de hele wereld nu niet bevoorraden. Daarom investeren we in de fabriek in Zwijndrecht, zodat we volgend jaar nog meer EVA kunnen produceren.’ ■
20 Reflex NR 1 2010
RECRUITMENT
WERKEN BIJ EEN GROOT OLIECONCERN Ellen van den Bosch
‘Ik weet nooit wat de dag me brengt’
‘A Ellen van den Bosch (27) werkt sinds januari 2009 voor ExxonMobil. De site waar ze werkt, RPI, is relatief klein. Ze vervult hier binnen haar functie als Process Engineer drie rollen: Utilities Engineer, Environmental Engineer en Energy Coördinator. Ze is de spin in het web binnen haar unit. ‘Als ik ’s ochtends binnenkom, weet ik nooit wat de dag me brengt.’
ls Process Engineer kijk ik elke ochtend of alles draait zoals het moet draaien. Zijn er storingen, dan los ik die op. Maar het is vooral finetunen en zorgen dat je binnen de specificaties blijft.’ Als Utilities Engineer is Ellen binnen haar unit verantwoordelijk voor de basiselementen die nodig zijn in de fabriek. Zoals water, stroom, elektriciteit en stikstof. ‘In deze functie heb ik ook een milieurol. Ik lever alle cijfers en berekeningen aan rondom emissies als CO2 en NOx.’ Daarnaast is zij ook nog eens Energy Coördinator. Een nieuwe functie waarin ze het energieverbruik van de fabriek in kaart brengt om dit vervolgens efficiënter te maken.
Sfeer
Balans
WIN Naast haar dagelijkse werkzaamheden, is Ellen ook betrokken bij het net opgestarte Women Interest Network (WIN, zie ook pag.4). ‘In Rotterdam zijn daarvoor drie werkgroepen opgericht. Binnen mijn werkgroep ligt de focus op carrièreontwikkeling voor vrouwen. Uit onderzoek blijkt dat veel vrouwen van boven de dertig uitstromen bij ExxonMobil en er zijn weinig vrouwen op managementposities te vinden. Hoe komt dit en wat kunnen we eraan doen? WIN Rotterdam zoekt hier antwoorden op. Ik vind het heel positief dat het bedrijf hier constructief over nadenkt.’ ■
‘Vooraf had ik eigenlijk helemaal geen beeld van dit werk. Maar vrienden zeiden dat dit echt iets voor mij was. Via via kwam ik aan een stageplek en die beviel me goed. Gelukkig mocht ik na mijn afstuderen terugkomen.’ Ellen verwacht nog lang bij haar werkgever te blijven. ‘ExxonMobil is een multinational waarvan ik nu slechts een klein deel zie. Het bedrijf heeft verschillende takken en fabrieken en je kunt je hier ontwikkelen op allerlei gebieden. Ik hoop dan ook nog veel verschillende functies te krijgen die me intellectueel uitdagen.’
Je kunt je hier ‘ ontwikkelen op allerlei
’
gebieden
‘Ik weet nooit hoe mijn dag loopt als ik begin. Op hectische dagen stort ik me op een storing die ik moet oplossen en onderzoeken. Op rustige dagen werk ik aan lange termijnprojecten. Ik moet continu de balans vinden tussen urgente en niet urgente zaken en mijn prioriteiten bepalen. Dat is de grootste uitdaging van deze baan.’ Als onderdeel van haar werk, voert Ellen veel gesprekken met bijvoorbeeld operators en management. ‘Ik werk met verschillende mensen en ben praktisch bezig.’ Iets dat ze al voor ogen had toen ze tijdens haar studie Scheikundige Technologie aan de TU in Eindhoven nadacht over ‘later’.
Reflex NR 1 2010 21
Hoe is het om bij ExxonMobil Benelux te werken? Om wat voor banen gaat het eigenlijk? We vroegen twee jonge medewerkers naar hun ervaringen. Ze vertellen over hun werk en toekomstplannen. TEKST Mascha Prins FOTO'S Willem Blauw
Karen Schols
‘Steeds nieuwe uitdagingen’
K Ze is pas 24, maar toch werkt ze al anderhalf jaar bij ExxonMobil op de Antwerpse raffinaderij als Contact Engineer voor de Alkylatie en Hogere Olefinen eenheid. Eenvoudig uitgelegd: Karen Schols zorgt voor de optimalisatie van een deel van het raffinageproces. Haar baan vindt ze ‘gevarieerd’ en ‘interessant’. Maar ook haar jonge collega’s en het toekomstperspectief binnen het bedrijf maken het werken aangenaam.
aren studeerde voor Burgerlijk Scheikundig Ingenieur aan de Katholieke Universiteit van Leuven. In haar laatste jaar hoorde ze over de ‘Sneak Preview’ van ExxonMobil. Ze meldde zich aan en werd uitgenodigd. Karen: ‘De ‘Sneak Preview’ duurt drie dagen en in die korte tijd kom je veel over het bedrijf te weten. Je bezoekt niet alleen de raffinaderij, maar bijvoorbeeld ook het Europese hoofdkwartier in Brussel. Je praat met heel veel mensen binnen ExxonMobil. Daardoor krijg je een goed beeld van het bedrijf en kom je erachter of je er als persoon past.’
‘
trekt Karen aan. ‘Het bedrijf hanteert een rotatiesysteem waardoor je om de 2 á 3 jaar kunt veranderen van functie. Er zijn verschillende interessante jobs beschikbaar. Iedereen kan hier volgens mij zijn plaats wel vinden. Door het rotatiesysteem blijf je bovendien constant bijleren, zodat er steeds nieuwe uitdagingen zijn.’
Troubleshooting Voorlopig haalt ze echter nog genoeg voldoening uit haar huidige werk. ‘Problemen die zich voordoen, onderzoek ik en los ik op’, vertelt Karen. ‘Troubleshooting noemen we dat hier. Maar ik maak ook nieuwe ontwerpen voor als er iets moet veranderen op de plant zelf. Hiervoor werk ik vaak samen met andere collega’s. Op die manier verzamel ik veel informatie waaruit conclusies getrokken kunnen worden.’
Door het rotatiesysteem blijf je constant bijleren
Sfeer Die Sneak Preview beviel Karen zo goed dat ze besloot om tijdens haar studie te solliciteren. ‘De sfeer sprak me erg aan. Er werken veel jonge mensen, dus ik heb veel gemeen met mijn collega’s. We zien elkaar af en toe buiten het werk. Op vrijdagen gaan we vaak samen nog even wat drinken.’
Rotatiesysteem Niet alleen de collega’s, maar ook het toekomstperspectief binnen ExxonMobil
’
Variatie Ze vervolgt: ‘Ik doe niet de hele dag hetzelfde, dat houdt het boeiend. Het ene moment check ik iets op de field of wissel ik informatie uit met collega’s. Op een ander moment zit ik achter de computer. Het is een toffe baan met veel verantwoordelijkheid en variatie.’ ■
Er werken veel jonge mensen ‘
’
22 Reflex NR 1 2010
JUBILEUM
Raffinaderij Rotterdam
50 jaar De wederopbouw in de jaren vijftig. Esso Nederland groeit als bescheiden verkoopmaatschappij in één klap uit tot de top van Nederlandse industriële ondernemingen. Oorzaak? Het ontstaan van de olie raffinaderij in Rotterdam. Deze site is nog altijd volop in ontwikkeling. FOTO EXXONMOBIL
I
n 1891 sluiten Amerikaanse, Nederlandse en Belgische zakenlieden in Rotterdam en Antwerpen een overeenkomst. Ze gaan in de Benelux petroleum op de markt brengen van Standard Oil, opgericht door de beroemde John D. Rockefeller. Rotterdam krijgt een spilfunctie voor de onderneming. Esso Nederland wordt een verkoop- en distributiemaatschappij.
Geïntegreerde oliemaatschappij Na de Tweede Wereldoorlog verandert dit. Het economisch herstel van Europa laat de vraag naar olie producten enorm stijgen. Om aan deze vraag te voldoen, moet Esso Nederland zelf gaan produceren. De Rotterdamse gemeenteraad keurt in 1947 het Botlekplan goed. In 1955 halen boeren hun laatste oogst van de Welplaat en sluiten zij hun boerderijen. Esso Nederland wordt een geïntegreerde oliemaatschappij met Rotterdam als brandpunt. Er verrijzen fabrieken in smeerolie (1955) en chemie (vanaf 1964). In mei 1960 opent Prins Bernhard met een druk op de knop de raffinaderij. Deze grote fabriek spreekt enorm tot de verbeelding van de na-oorlogse Nederlanders. Niet in het minst door haar duizelingwekkende olie productie en de eigen vloot van moderne supertankschepen.
Modernisering Tijdens haar bestaan is de fabriek regelmatig gerenoveerd. Sinds de laatste grote modernisering, halverwege de jaren tachtig, beschikt de raffinaderij over een zogenaamde Flexicoker. Deze haalt veel zwavel uit ruwe aardolie en andere grondstoffen. Daardoor zijn de producten relatief schoon en de emissies lager dan die van andere raffinaderijen. Het gas dat vrijkomt in het proces, gaat als brandstof naar fornuizen. Goede isolatie en de inzet van warmtewisselaars houdt veel warmte in de fabriek. Met een eigen warmtekrachtcentrale voorziet de raffinaderij voor een belangrijk deel in haar eigen elektriciteitsbehoefte. Integratie RAP en raffinaderij De aromatenfabriek van ExxonMobil, Rotterdam Aromatics Plant (RAP), staat op hetzelfde terrein. In de afgelopen decennia groeide de RAP uit tot een van de grootste aromatenfabrieken ter wereld. Alle bijproducten die ontstaan in het productieproces, gaan terug naar de raffinaderij. De productiecapaciteit voor paraxyleen van de fabriek is het afgelopen jaar uitgebreid met 25 procent en die van benzeen met 20 procent. Deze uitbreiding komt ten goede aan de onderlinge integratie van RAP en de raffinaderij. Een belangrijk gevolg daarvan is dat het energie verbruik per ton product met bijna 10 procent vermindert. ■
Festiviteiten Op 12 mei 2010 is het officieel vijf decennia geleden dat de raffinaderij in gebruik werd genomen. In oktober 2010 is de officiële viering van Raffinaderij Rotterdam 50 jaar. Dan verschijnt een bijbehorend themanummer van Reflex, met historische artikelen en interviews. Bronnen: artikelen ‘Op naar de 50!’, door Miel Citroen, Esso Historisch Archief; artikel Leeuwarder Courant 12 mei 1960, archief Auke Visser; artikel ‘Veertig jarig bestaan Esso-raffinaderij Rotterdam’ door Anton Buys, EssoScope 2000,
1960
Maatschappelijk Jaarverslag ExxonMobil Benelux 2009.
Vrijwilligersfonds
Reflex NR 1 2010 23
Sponsoring openluchtzwembad
‘Samen investeren in de buurt’
E
en plek waar ouders hun baantjes trekken, kleuters leren zwemmen en tieners met elkaar dollen: openluchtzwembad ’t Molengors in Zuidland is sinds jaar en dag een trekpleister. Maar de toekomst van het bad was ongewis. ‘De subsidie van de gemeente hield twee jaar geleden plotseling op. Alleen het openluchtbad in het naburig gelegen Heenvliet kreeg nog financiële steun. Alle bewoners van Zuidland waren het erover eens: ’t Molengors moet open blijven. We gaan er samen onze schouders onder zetten. Prachtig om te zien hoe in deze drukke wereld een zwembad puur op de kracht van vrij willigers kan blijven draaien.’
Gemotiveerd Aan het woord is Mireille Wassenaar, Human Resources assistant bij Exxon Mobil. In haar vrije tijd helpt ze het zwembad bij de externe communicatie. Ze zegt veel profijt te hebben van haar werk bij
ExxonMobil: ‘Bij mijn vrijwilligerswerk profiteer ik van het inzicht en het organisatievermogen dat ik heb verkregen in mijn functies als secretaresse en assistant. Communicatie is ontzettend belangrijk als je alleen met vrijwilligers werkt. Je moet open zijn naar elkaar en goed naar elkaar luisteren. Ook is het belangrijk dat je daadwerkelijk iets doet met de signalen die je uit de groep hoort. Daardoor blijft iedereen gemotiveerd.’ De motivatie voor het werk, van kaartverkoop tot schoonmaak, komt natuurlijk van de tevreden klanten. ‘Alle kinderen uit de buurt komen er zwemmen, ook mijn eigen zoon en dochter. Ik was daarom echt gemotiveerd om iets voor het zwembad terug te doen. Toen ik hoorde dat ExxonMobil een vrijwilligersfonds had, heb ik ons meteen opgegeven.’
Milieubesparend ExxonMobil besloot het zwembad te steunen. En stelde ook een extra bijdrage ter beschikking. Mireille Wassenaar: ‘We
zijn ontzettend blij dat we een sponsor bedrag krijgen van tienduizend euro. Dat gaan we gebruiken voor een milieubesparende maatregel. Door een afdekzeil over ons grote bad te spannen, verlagen we onze stookkosten met wel 30%. Het zeil zorgt ook voor minder bladeren in het bad. We hoeven hierdoor de bodem van het zwembad minder vaak te reinigen met onze zwembadrobot. Ook hebben we minder chemicaliën nodig. Chloor verdampt snel. Als we ’s nachts het bad afdekken, gaat ons chloorverbruik omlaag. Van het geld dat we jaarlijks besparen, kunnen we veel leuke dingen doen. Het is dus geen eenmalige sponsoring maar een maatregel waar we keer op keer plezier van zullen hebben. ’t Molengors kost ons tijd, maar dat is het meer dan waard. Iedereen hier verheugt zich weer op het komende zwemseizoen.’ ■
Outlook for Energy A View to 2030
De weg naar 2030 De zoektocht naar betere brandstofefficiency zou de komende 20 jaar wel eens tot grote The quest for better leiden. fuel efficiency could add up to big gains over the next 20 years. vooruitgang kunnen
Aerodynamica Aerodynamics
Reduction inhet Fuel Consumption Mindering van brandstofverbruik
Advanced Geavanceerde Turbocharging turbocompressor
Percent reductioninin litres kilometres Afnamepercentage liters perper 100 100 kilometer
Motor Engine
Lightweight Lichtgewicht Materials materialen
Cilinder Cylinder uitschakeling Deactivation Verbeterde banden Improved Tires
Transmissie Transmission
Kleppen Camless zonder nokkenas Valves
Carrosserie en Body and accessoires accessories
Continu variabele Continuously transmissie Variable Transmission
Efficiënte Air Conditioning airconditioning Efficiency Stopen startStop and Start systeem System
Total Totaal 0
5
10
15
20
Stel u eens voor dat uw GPS-systeem u in plaats van naar een adres, u 20 jaar verder in de toekomst zou brengen. Dan zou u waarschijnlijk zien hoe tientallen jaren vooruitgang op het gebied van motoren, brandstofsystemen en andere autotechnologieën het brandstofverbruik van onze auto’s veel efficiënter hebben gemaakt dan vandaag de dag het geval is. Deze vooruitgang kan niet door één afzonderlijke technologie gerealiseerd worden. Een combinatie van verschillende innovaties – waarvan een aantal ontwikkeld door ExxonMobil – zou bestuurders echter wel verder kunnen brengen op minder brandstof en daarbij tegelijkertijd de uitstoot verminderen. En hebben we het dan alleen over geavanceerde hybriden? Niet per se. Hoewel hybriden en andere geavanceerde voertuigen een belangrijke en steeds grotere rol zullen spelen, verwachten wij dat de grootste brandstofbesparingen rond 2030 afkomstig zullen zijn van conventionele auto’s – het type waar de meeste Europeanen op dit moment in rijden. ExxonMobil verwacht dat rond 2030 veel meer conventionele auto’s voorzien zullen zijn van brandstofbesparende technologieën, zoals verkleinde
Voor meer informatie, bezoek exxonmobil.com
25
benzinemotoren met een geavanceerde turbocompressor, cilinderuitschakeling en bijzonder efficiënte transmissies. Sommige van deze technologieën worden al toegepast in Europa en het Verenigd Koninkrijk. Ook lichtere materialen en verbeterde aërodynamica en bandentechnologieën zullen hier een bijdrage aan leveren. Hieronder vallen ook de door ExxonMobil ontwikkelde brandstofbesparende voering voor banden en geavanceerde kunststoffen voor auto-onderdelen als bumpers en brandstoftanks. Deze innovaties zijn geen verre toekomstmuziek: vele zijn op dit moment al beschikbaar en samen zouden ze het brandstofverbruik van conventionele auto’s met wel 25 procent kunnen verminderen. Gezien het feit dat conventionele auto’s rond 2030 waarschijnlijk nog steeds de meest populaire keuze onder consumenten zullen zijn, betekent dat een aanzienlijke besparing van brandstof – en vermindering van uitstoot. De zoektocht naar betere brandstofefficiency zal niet stoppen in 2030. Het is een voortdurende missie waarmee miljarden euros aan investeringen, doelmatig beleid en geïnformeerde consumentenkeuzes gemoeid zijn. Maar in 2030 kunnen we wel een stuk verder op weg zijn.