Geen troep op de stoep – In de vuilniswagen U kunt het prentenboek ook op een meer interactieve manier aanbieden. Klik op de knop, zodat het digitale prentenboek opent. Onderin ziet u vijf knoppen. Dit zijn de vijf prenten van het verhaal. Met één klik opent de prent, met een tweede klikt start de animatie. De animatie draait om het vetgedrukte woord in het verhaal. Dit woord komt door de animatie 'tot leven'.
Makkelijke tekst Sil en Lis zitten in de vuilniswagen. Ze zitten voorin. Ze mogen meerijden in de vuilniswagen. Weet je waarom? Sil heeft een tekenwedstrijd gewonnen. Hij had een hele mooie vuilniswagen getekend. Daarom mocht Sil mee met de vuilniswagen, want dat was de eerste prijs. En Lis mocht ook mee. Aan het stuur zit de vuilnisvrouw. ‘Kijk goed,’ zegt ze. Ze wijst naar een schermpje. 'Kijk goed, want op dit schermpje kunnen we de vuilnismannen zien. De vuilnismannen staan achter de wagen. Maar hier op het scherm kan ik ze zien.' Sil en Lis zien het ook. Twee vuilnismannen zien ze op het scherm. Twee vuilnismannen met kliko’s. De kliko’s worden opgetild door de vuilniswagen. Dan keert de vuilniswagen de kliko's helemaal ondersteboven. En zo valt alles eruit. Moeilijke tekst Sil en Lis zitten in de vuilniswagen. Voorin, in de cabine van de vuilniswagen. In de vuilniswagen? Hoe kan dat? Dat komt zo: er was een tekenwedstrijd wie de mooiste vuilniswagen kon tekenen. En die tekenwedstrijd heeft Sil gewonnen. Daarom mocht Sil mee met de vuilniswagen, want dat was de eerste prijs. En hij mocht ook iemand meenemen. Dat was Lis natuurlijk. ‘Kijk goed,’ zegt de vuilnisvrouw aan het stuur en ze wijst naar een schermpje. Sil en Lis zien het ook. Er hangt een schermpje in de cabine. ‘Aan de achterkant van de wagen is een camera,’ zegt de vuilnisvrouw. ‘Die camera filmt wat er allemaal gebeurt. En dat zien we hier op het scherm.’ Sil en Lis kijken. Ze zien de vuilnismannen met de kliko’s. De kliko’s worden opgetild door de vuilniswagen, en dan helemaal leeggeschud. Zo gaan ze alle straten door.
pagina 1 van 5
Makkelijke tekst Ze rijden heel veel straten door. En ze halen heel veel afval op. 'Mag ik bij de vuilnismannen gaan kijken?' vraagt Sil. Sil zit al zo lang in de vuilniswagen, hij wil er wel eens uit. 'Je mag eruit,' zegt de vuilnisvrouw. 'Maar dan moet je wel een hesje aandoen, Sil. Want als je een hesje aandoet, val je goed op. Dan kan iedereen je zien. Dan gebeuren er geen ongelukken.' Sil doet zijn jas uit. En hij doet het hesje aan. Lis lacht. 'Ha ha, het is veel te groot,' zegt ze. 'Dat geeft niet', zegt de vuilnisvrouw. 'Ik plak het vast met plakband. Dan kan het hesje niet afzakken.' Moeilijke tekst 'Mag ik bij de vuilnismannen gaan kijken?' vraagt Sil. Hij zit al zo lang in de cabine, hij wil er wel eens uit. 'Dat mag,' zegt de vuilnisvrouw. 'Maar dan zet ik eerst alles stil. En je moet ook een hesje aandoen, Sil. Want ik wil niet dat er ongelukken gebeuren. As je dat hesje aandoet, val je goed op. Dan kan iedereen je zien.' Ze drukt op een paar knoppen en de vuilniswagen valt helemaal stil. 'Doe je jas eens uit, dan kun je het hesje aandoen.' Het hesje is veel te groot natuurlijk en daar moet Lis om lachen. 'Geeft niet', zegt de vuilnisvrouw. 'Ik heb plakband hier. Als ik hier en hier plakband plak, kan het hesje in ieder geval niet afzakken.' Makkelijke tekst Sil stapt uit. 'Hoi Sil, ik ben Patrick,' zegt een van de vuilnismannen. Patrick draagt een handdoek om zijn nek. Hij pakt de handdoek en veegt het zweet van zijn voorhoofd. 'Pff,' zegt hij. 'Het is warm vandaag.' 'Word je daar moe van?' vraagt Sil. 'Van vuilnis ophalen?' 'Een beetje moe word ik wel,' zegt vuilnisman Patrick. 'Maar ik ben sterk. Dus dan lukt het wel.' 'En stinkt het niet erg veel?' 'Soms stinkt het wel,' zegt de vuilnisman. 'Vuilnis stinkt altijd wel. Ruik maar eens.' De vuilnisman tilt Sil op. Hij laat hem in de bak ruiken. 'Bah,' zegt Sil. Inderdaad, vuilnis stinkt. Dan gaat de deur weer open. 'Ga je mee Sil?' zegt de vuilnisvrouw. 'We moeten verder. We rijden nu naar de stort, want de wagen is vol.'
pagina 2 van 5
Moeilijke tekst Sil klimt uit de cabine en loopt naar de achterkant van de wagen. 'Hé Sil,' zegt een van de vuilnismannen. 'Even voorstellen, ik ben Patrick.' Patrick draagt een handdoek om zijn nek. 'Goed idee om even pauze te nemen,' zegt hij. 'Want het is warm vandaag.' Patrick pakt de handdoek en veegt het zweet van zijn voorhoofd. 'Word je daar moe van?' vraagt Sil. 'Van vuilnis ophalen?' 'Het valt wel mee,' zegt de vuilnisman. 'Je moet sterk zijn. En dan is het goed te doen.' 'En stinkt het niet erg veel?' 'Dat soms wel,' zegt de vuilnisman. 'Vuilnis stinkt. Ruik maar eens.' De vuilnisman tilt Sil op laat hem in de bak ruiken. 'Bah,' zegt Sil. Inderdaad, vuilnis stinkt. Dat heb je met vuilnis. Dan gaat de deur van de cabine weer open. 'Ga je mee Sil?' zegt de vuilnisvrouw. 'We moeten verder. We rijden nu naar de stort, want de wagen is vol.' Makkelijke tekst Ze komen bij een groot gebouw. 'Hier is de stort,' zegt de vuilnisvrouw. 'Hier brengen we het afval naartoe.' Sil en Lis stappen uit voor het gebouw. De vuilniswagen rijdt verder. En Sil en Lis gaan met Patrick naar binnen. Ze nemen de trap helemaal naar boven. Daarboven zijn grote ramen aan alle kanten. Als ze door die ramen kijken, kunnen ze alles zien. Beneden zien ze allemaal vuilniswagens rijden. De wagens storten alle afval op een grote hoop. 'Kijk,' zegt Patrick. 'Op die ene berg ligt al het afval van eten en planten. En op die andere berg wordt het andere afval gestort. Dus het afval wordt gescheiden.' 'Hé Sil,' zegt Lis. Ze wijst naar hem. 'Waar is jouw jas? Jij had toch een jas aan? En nu ben je zonder jas.' Sil schrikt. 'Ik eh... Ik weet het niet,' zegt hij. 'Waar is mijn jas gebleven?' 'Ja, waar is jouw jas gebleven?' zegt Patrick. 'Toch niet bij het afval? Dat je de jas in de vuilniswagen hebt gegooid? Per ongeluk?' Sil haalt zijn schouders op. Hij weet het niet. Hij snapt er niets van. Waar is zijn jas? Ze kijken weer door het raam. 'Daar is onze vuilniswagen!' roept Lis. 'Die gaat nu het afval storten. 'Ik moet goed kijken, denkt Sil. Want misschien zit mijn jas bij het afval. En dan wordt mijn jas ook gestort. Goed kijken, dan kan ik hem zien misschien. Ze kijken alle drie. De bak van de vuilniswagen gaat omhoog. En aan de achterkant valt al het afval eruit. Maar Sil ziet geen jas. De vuilniswagen is nu helemaal leeg en er is geen jas uitgekomen.
pagina 3 van 5
Moeilijke tekst Ze komen bij een groot gebouw. 'Hier is de stort,' zegt de vuilnisvrouw. 'Hier brengen alle vuilniswagens hun afval naartoe.' De vuilniswagen stopt. 'Stappen jullie maar uit,' zegt ze tegen Sil en Lis. 'Want ik moet de vuilniswagen naar binnen rijden. En jullie mogen hier met Patrick naar boven. Ze gaan naar boven. Daar zijn grote ramen, niet alleen aan de voorkant, maar ook aan de achterkant. Door die ramen kunnen ze alles zien. Ze zien allemaal vuilniswagens in en uit rijden. De vuilniswagens storten alle afval op een grote hoop. 'Kijk,' zegt Patrick. 'Al het afval wordt hier gescheiden. Die ene berg daar, met groen en bruin, daar ligt al het afval van eten en planten. En op die andere berg wordt ander afval gestort.' 'Hé Sil,' zegt Lis. Ze wijst naar hem. 'Waar is jouw jas? Je hebt geen jas meer aan.' Sil schrikt. 'Ik eh... Ik weet het niet. Ik ben hem ergens verloren.' 'Waar kan die zijn?' zegt Patrick. 'Toch niet bij het afval? Dat je hem per ongeluk in de vuilniswagen gegooid hebt? Sil haalt zijn schouders op. Hij weet het niet. Hij snapt er niets van. Ze kijken weer door het raam. 'Daar is onze vuilniswagen!' roept Lis. 'Die gaat nu het afval storten.' Ik moet goed kijken, denkt Sil. Want misschien zit mijn jas tussen het afval. Als ik goed kijk kan ik hem ontdekken. Ze zien de bak van de vuilniswagen omhoog komen. En aan de achterkant valt al het afval eruit. Maar hij ziet geen jas. Makkelijke tekst 'Dat was het,' zegt Patrick. 'Nu hebben we alles gezien.' 'Maar mijn jas dan?' zegt Sil. 'Ik heb geen jas. Ik kan niet zonder jas naar huis. Hoe moet dat nu?' Sil is wanhopig. Misschien vindt hij zijn jas wel nooit meer terug! Daar gaat een deur open. En de vuilnisvrouw komt binnen. 'Sil, dit is van jou,' zegt ze. In haar handen heeft ze... de jas. 'Je jas lag nog bij mij in de vuilniswagen,' vertelt ze. 'Op de stoel. Weet je nog dat je het hesje aandeed? Toen heb je je jas uitgedaan.' O ja, natuurlijk. De jas lag gewoon de hele tijd voor in de vuilniswagen. Wat is Sil blij. Hij heeft zijn jas weer terug. Gelukkig. En wat een leuke dag was het.
pagina 4 van 5
Moeilijke tekst De vuilniswagen is leeg en rijdt de hal weer uit. 'Dat was het,' zegt Patrick. 'Nu hebben we alles gezien.' 'Maar ik kan zo niet naar huis,' zegt Sil. 'Zo zonder jas. Ik moet mijn jas terugvinden.' 'Maar waar moeten we zoeken?' vraagt Lis. 'We zijn in zo veel straten geweest!' Dat is waar. Waar moeten ze de jas gaan zoeken? Sil is wanhopig. Misschien vindt hij zijn jas wel nooit meer terug! De deur gaat open en de vuilnisvrouw komt binnen. 'Sil, dit is van jou,' zegt ze. In haar handen heeft ze... de jas. 'Die lag nog in de cabine,' vertelt ze. Die had je uitgedaan toen je het hesje aandeed.' O ja, natuurlijk. De jas lag gewoon de hele tijd in de cabine. Wat is Sil blij. Gelukkig. En wat een leuke dag was het.
pagina 5 van 5