De publiciteit rond de pensioenen is de afgelopen maanden niet minder geworden. De lage dekkingsgraden en de moeilijke financiële situatie bij veel fondsen beperken de mogelijkheden voor toeslagverlening (indexatie). Een aantal fondsen moest zelfs aankondigen de pensioenen en de pensioenopbouw te verlagen. De situatie bij ons fonds wordt in deze uitgave van Pensioencontact nog eens toegelicht.
Het bestuur en ook het College van Belanghebbenden hebben sinds kort een nieuwe samenstelling. In deze Pensioencontact vindt u meer informatie hierover.
Een voorbeeld van een gepensioneerde met een interessante bezigheid is oudDSM’er Gidi Verheyen uit het Zuidlimburgse Buchten. Hij blijkt de afgelopen jaren een schat aan informatie te hebben verzameld over wat er met de radio’s gebeurde die in de tweede wereldoorlog op bevel van de bezetter moesten worden ingeleverd. Het spoor terug naar die radio’s leidde soms tot bijzondere verhalen. Verheyen schreef er zelfs een boek over.
Pensioencontact is een uitgave van Pensioenfonds DSM Nederland
Geen toeslagen, maar ook geen aankondiging van korting
Het pensioenfonds van DSM maakte in januari bekend dat het bestuur besloten heeft in 2012 geen toeslagen (indexatie) te verlenen op de pensioenen van pensioengerechtigden en slapers en op de pensioenopbouw van actieve deelnemers (werknemers van DSM). Deze maand kon het bestuur melden dat er vooralsnog geen kortingen op pensioenen en pensioenaanspraken hoefden te worden aangekondigd. Dit in tegenstelling tot een groot aantal andere fondsen.
Gerrit van Ling ging na zijn pensionering ’zijn droom achterna’ en woont nu met zijn vrouw in Spanje. Hij schreef er een verhaal over voor deze uitgave van Pensioencontact. Columnist Henk maakt ons deelgenoot van zijn afkeer van enquêtes waarmee hij te pas en te onpas wordt geconfronteerd. Deze en andere onderwerpen maken het lezen van Pensioencontact ook deze keer weer de moeite waard. Wij wensen u veel leesplezier.
Jos L. Schneiders Voorzitter Pensioenfonds DSM Nederland
Zowel voor het verlenen van toeslagen als het mogelijk korten, vormt de dekkingsgraad van het pensioenfonds een belangrijke maatstaf. De dekkingsgraad geeft aan in hoeverre het pensioenfondsvermogen op een bepaald moment toereikend is om te voldoen aan de toekomstige pensioenverplichtingen. De dekkingsgraad van PDN steeg in het vierde kwartaal van 2011 van 98% naar 101%. Dit is een voorlopige dekkingsgraad. De definitieve dekkingsgraad voor het einde van het jaar 2011 is medio april 2012 bekend als het jaarverslag van PDN wordt vastgesteld. Bij de vaststelling van dat jaarverslag zijn behalve het pensioenfonds ook andere instanties betrokken. Bij het beslissen over het al dan niet verlenen van toeslagen hanteert PDN de regel dat er geen toeslagen worden verleend zolang de dekkingsgraad lager is dan 110%. Op dit moment
Februari 2012 | No. 60
Voorwoord
Pensioencontact
Korting: wie beslist en welke beleid is er?
Een aantal besturen van Nederlandse pensioenfondsen heeft onlangs kortingsmaatregelen voor hun deelnemers en pensioengerechtigden aangekondigd. Al die pensioenfondsen verkeren in een situatie van ”dekkingstekort”, waarbij zij volgens hun herstelplan niet binnen de gestelde termijn herstellen tot het MVEV (het minimaal vereist eigen vermogen). Volgens De Nederlandsche Bank (DNB) komen op korte termijn uiteindelijk 125 pensioenfondsen met zo’n aankondiging. Het bestuur van een pensioenfonds beslist over het al dan niet toepassen van een korting. Bij het nemen van een kortingsbesluit is de beleidsvrijheid van het bestuur van een pensioenfonds uitermate beperkt door wet- en regelgeving en door eventuele contractuele afspraken tussen sociale partners die zijn geaccepteerd door het pensioenbestuur.
DNB legt aan pensioenfondsen precieze regels over kortingen op, onder meer met betrekking tot het moment van toepassen van een korting en de hoogte van de daarbij te hanteren dekkingsgraden. Indien een fonds nog in herstel is, gelden er speciale DNB regels in relatie tot het ingediende herstelplan. Een pensioenfonds is verplicht om de deelnemers, gewezen deelnemers, pensioengerechtigden en de werkgever schriftelijk over het besluit tot korting te informeren. De korting kan op zijn vroegst worden gerealiseerd een maand nadat iedereen hierover is geïnformeerd. Ook DNB moet hiervan in kennis worden gesteld en zal beoordelen of de financiële situatie van het fonds ertoe noodzaakt om tot korting over te gaan. DSM, vakbonden en PDN zijn overeengekomen dat bij een korting tot en met 10% alle pensioenaanspraken van actieve deelnemers pensioenrechten van slapers en gepensioneerden in gelijke mate worden gekort. Bij een korting van meer dan 10%, gaat het bestuur onderzoeken of er redenen zijn om het deel van de korting boven de 10% op een andere wijze te verdelen. Daar ligt dus een stukje beleidsvrijheid voor het PDNbestuur, zij het dat er dan altijd vooraf overleg is tussen het PDN bestuur en de sociale partners.
Het beleid dat DSM en PDN over de korting zijn overeengekomen, is in de uitvoeringsovereenkomst vastgelegd en is ook in het pensioenreglement te vinden.
is er nog een andere reden om geen toeslagen te verlenen. Door de lage dekkingsgraad is PDN terecht gekomen in een situatie van ’dekkingstekort’. Een pensioenfonds met een dekkingstekort mag geen toeslagen verlenen. Er komt pas een einde aan een dekkingstekort als een fonds aan het einde van drie kwartalen met zijn dekkingsgraad op of boven de 105% uitkomt. Het eerstvolgende moment dat het bestuur van PDN de toeslagverlening weer aan de orde zal stellen, is december 2012. De dekkingsgraad was ook van belang voor een besluit of de pensioenen en de pensioenopbouw gekort (verlaagd) moeten worden. Met een voorlopige dekkingsgraad van 101% zit PDN boven de kritische grens (volgens het herstelplan), waarbij 2
aangekondigd moet worden dat er gekort zal gaan worden. Echter, indien een verslechterde financiële situatie van het fonds dat noodzakelijk maakt, kan het bestuur ook in de loop van 2012 alsnog korting overwegen. In 2009 heeft PDN bij De Nederlandsche Bank (DNB) een herstelplan ingediend, omdat de financiële situatie van het fonds dat noodzakelijk maakte. In dat herstelplan staat onder meer dat eind 2013 de dekkingsgraad van PDN 105% moet zijn. Onlangs heeft het bestuur van PDN de voortgang van dit herstelplan geëvalueerd. Hierbij is gekeken naar de financiële situatie van het fonds per 31 december 2011. De voorlopige dekkingsgraad per die datum was 101%. Een belangrijke conclusie van de evaluatie is dat PDN, uitgaande van die dekkingsgraad, in de twee nog resterende jaren van het herstelplan zonder extra maatregelen zou moeten kunnen toegroeien naar een dekkingsgraad van tenminste 105%. Daarbij dient opgemerkt te worden dat dit gebaseerd is op bepaalde gegevens over rendements- en renteverwachtingen. Het recente verleden heeft ons geleerd dat de realiteit grillig van die verwachtingen kan afwijken. Op basis van deze gegevens is een korting op de pensioenaanspraken van DSM-werknemers en de pensioenrechten van slapers en pensioengerechtigden op dit moment dus niet nodig. Het bestuur van PDN heeft dan ook besloten nu géén korting aan te kondigen. De Nederlandsche Bank zal de komende maanden beoordelen of dat besluit terecht is genomen. Op 31 december van dit jaar is er de wettelijke plicht voor het pensioenfonds om opnieuw te peilen of het herstel van de dekkingsgraad volgens het herstelplan verloopt, of dat er misschien nieuwe maatregelen, zoals korten, nodig zijn.
Betaaldata pensioenen
De pensioenen (met uitzondering van december) worden precies op de 27ste overgemaakt. Als de 27ste echter in een weekend valt, worden de pensioenen eerder uitbetaald. De data voor 2012 zijn: 27 februari 2012 27 maart 2012 27 april 2012 25 mei 2012 27 juni 2012 27 juli 2012
27 augustus 2012 27 september 2012 26 oktober 2012 27 november 2012 21 december 2012
PENSIOENCONTACT
Van Ling ging zijn droom achterna Gerrit van Ling, oud medewerker van DSM, had al heel jong de droom om in een zonnig land te gaan wonen. Voor Pensioencontact beschrijft hij, hoe hij na zijn pensionering die droom in vervulling liet gaan. ”In de hongerwinter van 1944-45 woonde ik als zesjarig jongetje in Haarlem. Het was een koude winter met veel sneeuw, omgezaagde bomen en honger. Die koude besneeuwde en bedreigende wereld deed me toen al verlangen naar een warm, zonnig land. Toen ik later op het gymnasium in aanraking kwam met de klassieke oudheid wist ik: ik ga wonen aan de Middellandse zee, bakermat van onze beschaving. Die droom koesterde ik tot ik na mijn pensioen in 1999, samen met mijn echtgenote Corry, die stap kon zetten. Het werd op basis van onze eerdere vakanties en enig speurwerk ter plaatse de Costa Blanca, Spanje. Goed bereikbaar en ideaal om te overwinteren. Na een paar jaar overwinteren besloten we in 2003 ons huis in Gerrit van Ling Limburg te verkopen en ons volledig in Spanje te vestigen. Zoon en dochter vonden het een goed idee: dan konden ze eens op bezoek komen. En ach, kleinkinderen kwamen er toch niet, ze gingen voor de carrière. Zo belandden we in Albir, een dorpje aan de Middellandse zee, 6 km van Benidorm, 60 km van (vliegveld) Alicante, tussen Spanjaarden, overwinterende Europeanen en bloeiende sinaasappelbomen. Om meteen een door overheid en media in Nederland geschapen karikatuur te ontzenuwen: er zitten geen Nederlanders met pensioen in Spanje die ’potverteren’ op kosten van de Nederlandse belastingbetaler en ’geld van de Nederlandse jeugd zitten te verbrassen’ of (voor hun lol) ’op kosten van de Nederlandse ziekenfondsen’ naar de dokter gaan om zich te laten onderzoeken, een been af te laten zetten, eens een harttransplantatie aan te vragen als ze op een dag even niets te doen hebben. Er zitten dezelfde soort mensen als U op het Vrijthof ziet, alleen zijn de overwinteraars wat ondernemender. FEBRUARI 2012
Echter, de karikatuur kwam minister Hogervorst in 2006 goed uit om alle in het buitenland wonende gepensioneerden, in strijd met alle Nederlandse en Europese regels, uit het ziekenfonds te zetten. Maar oké, dat is een ander verhaal. We betalen belasting in Spanje en zijn er verzekerd. Of de Spaanse gezondheidszorg slechter is of niet, daar wordt zeer verschillend over geoordeeld. Corry en ik beschikken over een goede gezondheid en artsenbezoek komt eigenlijk niet op onze agenda voor. Een geruststelling is wel dat het aan de Costa wemelt van de Nederlandse artsen, die, mits privé verzekerd, zijn te consulteren. De zon die ik zocht zal zeker meehelpen aan een goede gezondheid (daar is iedereen het wel over eens), zoniet dan is daar nog het beroemde Mediterrane menu: groente, fruit, vis, olijfolie en pasta, dit vergezeld door een goed glas wijn. Nu, na een aantal jaren in Spanje, weten Corry en ik dat alles in Europa steeds meer op elkaar gaat lijken: alles is te koop, dezelfde winkels en merken verschijnen, alle talen worden gesproken tot Noors en Russisch aan toe, overal komen meer wetten en regels. De Spanjaarden en hun cultuur zorgen voor het verschil. Ze plannen niets, improviseren alles, afspraken worden niet nagekomen, de economie is zwart en er is een totale minachting voor overheden; ieder voor zich en de zon voor ons allen! Daarom kon ik tegen een klagende Engelsman zeggen: ach John, het is overal even prettig of onprettig maar aan de Costa Blanca heb je er wel altijd de zon bij. Hij kon het niet ontkennen. Die zon komt zoals de lezer merkt nogal prominent terug in mijn verhaal. Dat kan ook niet anders als je altijd in de zon kan zitten en de oliebollen op oudejaarsdag buiten in je T-shirt kunt bakken, hetgeen heel iets anders is dan, zoals ik in Geleen meemaakte op oudejaarsdag 1996, de uitgevallen Salpeterzuurfabriek 5 bij -15°C vorst moest worden ontdooid en weer worden opgestart. Die zon helpt ook de energierekening laag te houden als het in de winter eens minder dan 15°C wordt. Voor de rest kan een
Het woonhuis van Gerrit van Ling in Spanje
3
gepensioneerde het zo duur maken als hij of zij het wil: ga vooral niet op zoek naar Hollandse producten, maar koop maximaal Spaans, dan zult U met Uw pensioen best uitkomen. Genoeg over de zon. Ik noemde al mijn belangstelling voor de klassieke oudheid. Dankzij de vele hedendaagse vertalingen van de klassieken is er veel te lezen en te bestuderen en daar wijd ik me dan ook veel aan maar niet altijd want: Het is maar goed dat we vliegveld Alicante dichtbij hebben om naar Nederland te vliegen. Tegen alle verzekeringen in zijn er nu toch twee kleinzonen, geboren in Nederland, waar ’opa en oma Spanje’ geregeld naar toe moeten. Ook onze dochter liet zich niet onbetuigd: ze vertrok niet lang na ons naar Spanje, bezorgde ons een kleindochter en woont in Barcelona, dus opa en oma op naar Barcelona! Vorig jaar ging kleindochter voor het eerst met kerst naar Nederland. De wereld was wit en koud, kortom de wereld die ik was ontvlucht. Maar kleindochter van zeven was verrukt over zoveel witte schoonheid. Terug in het vliegtuig naar Spanje zei ze: opa, als ik groot ben ga ik in Nederland wonen. En ik wist dat een nieuwe droom was geboren. Een Griekse dichter zei het al 2500 jaar geleden:
’De mens is voor zijn droom, zijn hoop, op zich zelf aangewezen, maar wat er werkelijk gebeurt is zaak van Zeus, de god, die niemand, niemand kent’
Eens zal ik dat mijn kleindochter vertellen.”
Wat doet u op Internet? Internet biedt steeds meer nieuwe wegen voor digitale
communicatie. Bij sommige mensen bestaat het beeld dat vooral jongeren gebruik
maken van het Internet. Niets blijkt minder waar. Ook senioren doen driftig mee. Wat doen die ouderen op het Internet? Op welke manier maken ze er gebruik van? Welke sites bezoeken ze? Hoe hebben ze geleerd ermee om te gaan? Hoe vergemakkelijkt Internet het leven van gepensioneerden? Vragen waar mogelijk interessante verhalen achter schuil gaan. Wat zijn de ervaringen en belevenissen met Internet bij de gepensioneerden van PDN? Pensioencontact wil het graag weten. Bent u ook actief op het Internet? Hebt u vrolijke, vervelende of bijzondere ervaringen gehad? Bent u op een bijzondere manier met Internet bezig? Welke sites vindt u interessant? Deel uw ervaringen met andere lezers van Pensioencontact. Zet uw bescheidenheid aan de kant en stuur een e-mail naar
[email protected]. Misschien staat uw verhaal, uw kijk op Internet of uw tips over internetgebruik dan in de volgende editie van Pensioencontact.
Gerrit van Ling Albir Spanje Gerrit van Ling (72) woont in het Spaanse Albir. Tussen 1974 en 1999 werkte hij in verschillende functies bij DSM. In 1974 begon hij op de locatie IJmuiden als productiechef Ammoniak. In de jaren daarvoor had hij al zes jaar gewerkt als wetenschappelijke medewerker aan de TU Twente en vijf jaar als bedrijfsleider van Trevira grondstoffenfabrieken in Duitsland en Vlissingen. In 1984 verliet hij IJmuiden waar hij op dat moment locatiedirecteur was voor de functie van general manager van UKF-GB in Engeland. In de periode 1989-1999 was Van Ling technoloog in Sittard en locatiemanager DMG in Geleen.
4
Wilt u meer weten?
Internetsite PDN Meer informatie over PDN kunt u vinden op de website: www.pdnpensioen.nl
Pension Desk: 045-5788100 Vragen over uw pensioen kunt u stellen aan één van onze medewerkers. Zij zijn op werkdagen van 09.00 - 17.00 uur beschikbaar op telefoonnummer 045-5788100. Zorg dat u uw administratienummer bij de hand hebt als u belt.
PENSIOENCONTACT
Einde aan transitieperiode van bestuur
In juli 2010 is het bestuur van PDN teruggebracht van 16 naar 10 personen en is de werkwijze van het bestuur aangepast. Om de nieuwe aanpak te testen is een overgangsperiode van anderhalf jaar genomen. Het bestuur heeft in het najaar van 2011 deze nieuwe aanpak geëvalueerd. Na evaluatie is besloten de omvang en de werkwijze te handhaven.
In 2010 zijn de bestuurscommissies opgeheven en zijn alle, voor de besturing van het fonds relevante zaken volledig in het bestuur besproken. De relatie met de uitvoeringsorganisatie DPS verloopt via referenten. Referenten zijn bestuursleden aan wie een of meerdere specifieke aandachtsgebieden zijn toegewezen. Het bestuur blijft ernaar streven de huidige werkwijze verder te optimaliseren en de deskundigheid en bestuursvaardigheid van de bestuursleden te maximaliseren.
Benoemd op voordracht van de Centrale Ondernemingsraad DSM Nederland: De heer A.M.J. de Boer (plaatsvervangend voorzitter) De heer L.A. Muijs De heer P. Rennen
Benoemd na verkiezing uit en door de pensioengerechtigden: De heer J.J. Fransen van de Putte De heer J.F. van Engelen De heer M. Ubachs De Nederlandsche Bank heeft inmiddels de noodzakelijke verklaringen van geen bezwaar verstrekt naar aanleiding van de benoeming van de nieuwe bestuursleden.
SAMENSTELLING BESTUUR Per 13 december 2011 zijn als bestuursleden de heren Van Engelen (namens de werknemers), Heutmekers en Van den Boorn (namens de pensioengerechtigden) afgetreden. De heer Rennen is op voordracht van de COR door het bestuur benoemd als bestuurslid. Na verkiezing uit en door de pensioengerechtigden zijn de heren Van Engelen en Ubachs door het bestuur benoemd als bestuurslid. Na deze wijzigingen zag het bestuur er per 13 december 2011 als volgt uit.
Benoemd op voordracht van DSM Nederland B.V.: De heer J.M.H. Op Heij De heer K.A. Pikaart De heer J.L. Schneiders (voorzitter) De heer G.J.H.M. Wagemans
Het bestuur van PDN. Van links naar rechts: A. de Boer (plv. vz.), J. Fransen van de Putte, M. Ubachs, G. Wagemans, J. Schneiders (vz), J. Op Heij, P. Rennen, J. van Engelen.
Op de foto ontbreken de bestuursleden K. Pikaart en L. Muys.
Foto Annemiek Mommers
Neem abonnement op digitale nieuwsbrief PDN
Enkele keren per jaar verschijnt de digitale Nieuwsbrief van PDN. De nieuwsbrief geeft deelnemers en pensioengerechtigden informatie over de PDN-pensioenen, over PDN zelf of over andere zaken uit pensioenland die het weten waard zijn. Abonneren kan via de website van PDN (www.pdnpensioen.nl). Eerder verschenen nieuwsbrieven zijn ook te vinden op de website van PDN (ga naar >Ge(pre)pensioneerden> Over PDN > Publicaties > Nieuwsbrieven).
FEBRUARI 2012
5
Op het spoor van vooroorlogse radio’s
Wie de huiskamer van Gidi Verheijen (67) in het Zuidlimburgse Buchten binnenstapt, hoeft niet meer te twijfelen over zijn hobby, zijn passie. Eén wand staat vol glazen kasten met oude radio’s. Allemaal exemplaren van voor de tweede wereldoorlog, de pionierstijd van de radio. ’Ik heb er ongeveer tachtig,’ meldt Verheijen trots. ’De meeste spelen, sommige moet ik nog repareren, maar daar ben ik de laatste tijd niet aan toe gekomen.’ Dat Verheijen niet toekomt aan het repareren van oude radio’s is niet zo vreemd als je het verhaal hoort van de man die de laatste jaren dé specialist is geworden rond het onderwerp ’inleveren van radio’s tijdens de tweede wereldoorlog’. Bekende historici als Lou de Jong, Jacques Presser en anderen schreven uitvoerige standaardwerken over de tweede wereldoorlog. Gegevens over de gedwongen inlevering van de radio’s leverden die standaardwerken echter nauwelijks op. Die lacune heeft Verheijen opgevuld. Onderzoek, publicatie van een dik boekwerk en tal van artikelen over dat onderwerp hebben Verheijen de laatste jaren afgehouden van het repareren van oude radio’s. Verheijen ging in 2005 met vroegpensioen. In 1968 was hij bij DSM begonnen als scheikundig technoloog op het Centraal Lab. In de periode voor zijn pensionering was hij secretaris van de divisie Chemische Producten en business-development-manager bij ACN. Eenmaal gepensioneerd kreeg hij de tijd om zich te verdiepen in de geschiedenis van de radio. Een interesse die hij sinds zijn jeugdjaren met zich meedroeg. Als twaalfjarige zette hij al met een bouwpakket van Philips zijn eigen radio in elkaar. Na zijn studie op de Technische Universiteit in Eindhoven was hij een verwoed radioamateur. Van de PTT kreeg hij destijds de officiële machtiging voor zendamateurs. En nog steeds staan op zijn huis antennes die op andere daken ontbreken. Na zijn pensionering kreeg Verheijen meer tijd voor zijn hobby. Hij had toen al zoveel radio’s van zeer verschillende merken, types en afkomst verzameld dat zijn interesse meer uit ging naar de geschiedenis van de radio. Wat was er gebeurd met de radio’s die Nederlanders op
Foto Piet Blaas
6
Foto Gidi Verheijen
bevel van de Duitsers in 1943 moesten inleveren? Wat waren dat voor radio’s? Wie waren de eigenaren? Waar zijn die radio’s terecht gekomen en waar zijn ze nu? Vragen die Verheijen prikkelden om op onderzoek uit te gaan. Eerst in zijn eigen omgeving. In het streekarchief Sittard-Geleen, later in gemeentearchieven in Zuid-Limburg. Meestal vond hij de gegevens die hij zocht. De organisatie achter het inleveren van de radio’s was door de Duitse bezetter opgedragen aan de burgemeesters. Alle gegevens daarover kwamen daarom terecht in de gemeentelijke archieven. Iedere vondst maakte Verheijen nog meer nieuwsgierig hoe het op andere plaatsen zou zijn geweest. Zo zat hij na korte tijd in de archieven van de rest van Limburg. Daarna Brabant, want hoe was het in zijn geboorteplaats Lieshout geweest? Daarna de grote steden in het westen van het land en tenslotte de rest van Nederland. Op wel duizend plaatsen stak hij zijn neus in de gemeentelijke archieven. Via Internet werd informatie opgevraagd bij archivarissen, informatie uitgewisseld en werden afspraken gemaakt voor archiefbezoeken of reserveringen voor hotelovernachtingen. En de gegevens werden systematisch geordend. Inmiddels beschikt hij over een Excel-bestand met meer dan 1000 kolommen en bijna 3000 regels. Dat zijn 3 miljoen cellen met gegevens! JODEN Joden hadden in 1941 hun radio’s moeten inleveren en bij veel radiohandelaren waren in dat jaar alle toestellen gevorderd. De Duitsers hadden een groot tekort aan radio’s om Duitse militairen aan het Oostfront te voorzien van informatie uit Duitsland. De Duitse fabrieken waren helemaal gericht op de productie van oorlogsmaterieel. Daarom was door propaganda-minister Goebbels in 1941 een project opgezet onder de naam ’Ostspende’. Dat project moest ervoor zorgen dat er buiten Duitsland radio’s werden ingezameld om aan het Oostfront te worden gebruikt. In totaal werden er 82.000 radio’s ingezameld, waarvan 21.000 in Nederland, weet Verheijen. RADIO ORANJE Sinds juli 1940 was het verboden om naar buitenlandse zenders te luisteren. Maar veel Nederlanders luisterden toch stiekem naar de BBC of Radio Oranje. De Duitsers namen hun maatregelen en stelden stoorzenders op. Op de middengolf had dat effect, maar door raamantennes te gebruiken en slimme schakelingen (zoals de zogenaamde ’moffenzeef’) kon de storing ongedaan gemaakt worden.
Foto Piet Blaas
Foto Gidi Verheijen
PENSIOENCONTACT
Gidi Verheijen
In 1943 moesten alle Nederlanders uiteindelijk, op last van de Duitse bezetter, hun radiotoestel inleveren. In totaal werden, volgens de gegevens van Verheijen, 825.000 toestellen ingeleverd. Minstens 300.000 eigenaren hielden hun radio verborgen voor de Duitsers. KLEINDOCHTER De vele gegevens die Verheijen heeft verzameld, leidden soms tot bijzondere ontdekkingen. Een anonieme brief bijvoorbeeld die de Duitsers attendeerde op iemand die zijn radio niet had ingeleverd. Een kopie van de brief liet Verheijen zien aan de kleindochter van het slachtoffer van dit verraad. Toen die het briefje zag, herkende ze meteen het handschrift van een familielid. Via Internet kwam Verheijen in contact met een Russische radioverzamelaar die een radio van Nederlandse makelij in zijn bezit had. Die had vragen over het apparaat. Vragen die Verheijen kon beantwoorden. Als tegenprestatie zette die Russische verzamelaar vragen van Verheijen op Russische fora van radioverzamelaars. Daarmee kreeg Verheijen weer interessante informatie over radio’s die via de Ostspende in Rusland terecht waren gekomen en nog steeds in musea en bij particuliere verzamelaars zijn. Ook in andere ’buitenlanden’ heeft zijn onderzoek tal van contacten opgeleverd. In Duitsland, België, Frankrijk en FEBRUARI 2012
Foto Annemiek Mommers
Engeland bijvoorbeeld. In die landen is hij ook lid van verenigingen die zich bezig houden met de geschiedenis van de radio. BOEK Het jarenlange onderzoek van de oud-DSM’er resulteerde in 2009 in een kloek boekwerk met de titel ’Het radiotoestel in de Tweede Wereldoorlog’, dat ook in de Duitse taal verschenen is. Na publicatie van zijn boek werd het voor Verheijen niet rustiger. Tal van heemkundeverenigingen weten hem sindsdien te vinden voor een artikel of een voordracht. Ze willen van hem lezen of horen wat er in bepaald dorp of streek is gebeurd rond het inleveren van de radio’s. Tijdschriften over de geschiedenis van de radio hebben voor de komende jaren al ruimte gereserveerd voor de artikelen die Verheijen nog gaat schrijven. Aan het repareren van zijn oude radio’s komt Verheijen dan ook voorlopig niet toe.
Het boek ”Het radiotoestel in de Tweede Wereldoorlog” is voor € 19,95 (excl. verzendkosten) telefonisch (046-4851847) of via e-mail (
[email protected]) te bestellen bij Gidi Verheijen.
7
Nieuws van het College van Belanghebbenden van PDN OPDRACHT CVB Het College van Belanghebbenden beoordeelt het handelen van het bestuur, over de uitvoering van de pensioenregeling en draagt daarmee bij aan een optimale belangenafweging voor de belanghebbenden.
Frans de Kok: ”Mensen, word actief in VDP”
Het College van Belanghebbenden (CvB) heeft sinds kort een nieuwe samenstelling. In het najaar van 2011 zijn verkiezingen gehouden voor drie zetels van de vertegenwoordigers van de gepensioneerden in het college. Een van de gekozenen is Frans de Kok (63). Geen nieuw gezicht in het College van Belanghebbenden, maar wel voor het eerst gekozen als vertegenwoordiger van de pensioengerechtigden. De Kok ging twee jaar geleden met prepensioen, na 20 jaar voor DSM gewerkt te hebben als bedrijfsjurist en advocaat. De Kok: ”De leden van het CvB vertegenwoordigen alle belangen. Dus in mijn vorige periode als vertegenwoordiger van de werkgever in het college had ik ook oog voor de belangen van de gepensioneerden. Nu zal ik ook niet alleen naar de belangen van de gepensioneerden kijken, maar naar alle belanghebbenden van het pensioenfonds. We zitten in dat college immers zonder last of ruggespraak. Dat betekent dat de leden op basis van eigen inzicht en overtuiging een oordeel vellen”. Dat betekent natuurlijk niet dat de leden van het college geen behoefte hebben om te vernemen hoe de groepen waaruit zij
voortkwamen denken over allerlei pensioenaangelegenheden. En daar schortte het de afgelopen tijd nogal aan, voor zover het de gepensioneerden betrof. Gepensioneerden hadden geen of althans een beperkte achterban. Om dit probleem op te lossen is vorig jaar op initiatief van het CvB de Vereniging van DSM Gepensioneerden (VDP) opgericht. De Kok: ”Ik heb nog in de voorbereidingsgroep gezeten voor die vereniging. Daar heb ik geholpen bij het opstellen van de statuten en reglementen. Behalve dat die vereniging ook een bepaald ’reünie-gehalte’ heeft, kan ze ook voor ’voeding’ zorgen voor de leden van het CvB. Als het goed is, ontstaan er binnen de VDP groepen mensen die geïnteresseerd zijn in pensioenaangelegenheden. Die mensen kunnen niet alleen bruikbare signalen geven aan het CvB. Het kunnen ook de mensen zijn die straks wellicht geschikt zijn om plaats te nemen in het CvB of het fondsbestuur. Daarom zou ik iedereen in de VDP willen oproepen om actief te worden in dat soort groepen binnen de nieuwe vereniging”. NIEUWE SAMENSTELLING VAN CVB Het CvB heeft sinds begin dit jaar een andere samenstelling gekregen. Twee leden die de pensioengerechtigden vertegenwoordigden hebben het college verlaten. Dat waren de heren Appel en Verstegen. De pensioengerechtigden kozen drie leden, te weten: J. Barendse, F. de Kok en H. Breiner-Bosma. Namens de werkgever hebben E. Dormans, J. Dijckmeester en M. van Heeswijk zitting in het college. Deze laatste is nieuw in het college en volgt F. de Kok op die gekozen is om de pensioengerechtigden te vertegenwoordigen. De drie werknemersleden in het college zijn E. Gryson, H. Lukkezen en W. Reinarts.
CONTACT Het College van Belanghebbenden stelt reacties van deelnemers, en pensioengerechtigden bijzonder op prijs. Contact met het College is mogelijk via de e-mail (
[email protected]) onder vermelding van ”College van Belanghebbenden”. Een brief kan worden gestuurd naar het adres: PDN, College van Belanghebbenden, postbus 6500, 6401 JH Heerlen.
8
PENSIOENCONTACT
Prijsindexcijfers voor de indexatie Uit de PDN-vraagbaak
elijks vragen binnen van Bij het pensioenfonds komen dag r hun eigen pensioen of over mensen die iets willen weten ove . Soms zijn de antwoorden op de pensioenen in het algemeen t voor een breder publiek. bepaalde vragen ook interessan oord in de rubriek Dat soort vragen wordt beantw ”Uit de PDN-vraagbaak”.
ing van de toeslagverlening. Vandaag een vraag naar aanleid van januari worden In de brief over toeslagverlening r de prijsindex genoemd. verschillende percentages voo illende prijsindexcijfers? Waarom is er sprake van versch
PDN probeert ieder jaar de pensioenen van slapers en pensioengerechtigden te verhogen met de prijsontwikkeling. Zoals veel pensioenfondsen berekent PDN de prijsontwikkeling in een bepaalde periode aan de hand van de indexcijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). PDN gebruikt daarvoor het indexcijfer met de naam ’Consumentenprijsindex afgeleid’ (CPI afgeleid). Bij de communicatie over toeslagen is PDN verplicht om teksten te gebruiken die door de Autoriteit Financiële Markten (AFM), die toezicht houdt op de pensioenfondsen, zijn voorgeschreven. AFM verplicht pensioenfondsen om in de voorgeschreven teksten het indexcijfer ’CPI niet afgeleid’ te gebruiken. Met andere woorden, PDN is verplicht een percentage te noemen dat afwijkt van het percentage dat wordt gebruikt om de hoogte van de toeslag bij PDN te bepalen.
De Consumentenprijsindex afgeleid (CPI afgeleid) geeft de prijsontwikkeling weer zonder rekening te houden met productgebonden belastingen (zoals BTW en accijns op alcohol en tabak) en subsidies. De Consumentenprijsindex niet afgeleid (CPI niet afgeleid) houdt daar wel rekening mee. De achtergrond om een ’CPI afgeleid’ te hanteren bij pensioenfondsen is onder meer het voorkomen dat de door de overheid bewust beoogde prijsverhogingen door subsidies of accijnzen (mogelijk bedoeld om gedragsveranderingen te veroorzaken) worden gecompenseerd door toeslagen van het pensioenfonds. Stel bijvoorbeeld dat de overheid hogere accijnzen heft op sigaretten om het roken te ontmoedigen. Deze maatregel zal weinig of geen effect hebben als werkgevers en pensioenfondsen die prijsverhoging weer compenseren door een hogere toeslag. Vandaar dat de ’CPI afgeleid’ veel wordt gebruikt door pensioenfondsen om de verhoging van de prijzen te berekenen. AFM vindt dat de communicatie over toeslagen tussen verschillende pensioenfondsen vergelijkbaar moet zijn. Daarom moeten alle fondsen in ieder geval ook het ’CPI niet afgeleid’ noemen, ook al gebruiken ze zelf het ’CPI-afgeleid’ cijfer. Dat dit verwarring kan veroorzaken is duidelijk. Pensioenfondsen hebben AFM daar in het verleden ook op gewezen. Dat heeft echter nog niet tot aanpassingen geleid. Zolang dat zo is, zal PDN in voorkomende gevallen, naast het ’CPI afgeleid’ ook het cijfer ’CPI niet afgeleid’ vermelden.
Wat is het verschil tussen ’CPI niet afgeleid’ en ’CPI afgeleid’? De Consumentenprijsindex (CPI niet afgeleid) geeft de prijsontwikkeling weer van goederen en diensten die Nederlandse huishoudens aanschaffen voor consumptie. Het pakket goederen en diensten dat gebruikt wordt voor het meten van de prijsontwikkeling wordt ook wel (boodschappen)mandje genoemd. De inhoud van dit mandje bestaat onder meer uit voedingsmiddelen, duurzame consumptiegoederen, huur, school- en collegegeld, energiekosten, onroerendzaakbelasting en motorrijtuigenbelasting. FEBRUARI 2012
9
COR, VDP en vakbonden zoeken aspirant-kandidaten voor besturen van pensioenfonds
Dekkingsgraad PDN
Kandidaten die zich hiervoor straks beschikbaar willen stellen, moeten het een en ander weten over pensioenen. Dat is een eis van De Nederlandsche Bank. Om toekomstige kandidaten daarop voor te bereiden, zijn er cursussen en themabijeenkomsten beschikbaar, waarvoor men zich kan opgeven. Wie zich op die manier voorbereidt op een functie binnen het pensioenfonds moet erop rekenen dat cursus en themabijeenkomsten samen ongeveer 4 à 5 dagen per jaar in beslag nemen.
Dekkingsgraad PDN (gebaseerd op marktrente)
De COR, de vakbonden en de Vereniging van DSM Gepensioneerden (VDP) zijn op zoek naar mensen die in de toekomst een plaats in het bestuur van PDN of het College van Belanghebbenden van PDN kunnen bezetten, om daar de werknemers of de pensioengerechtigden te vertegenwoordigen.
De pensioenproblematiek is complex en de economische en financiële belangen zijn groot. Daarom stelt De Nederlandsche Bank steeds hogere eisen aan de deskundigheid van de bestuursleden. Voor een pensioenfonds relevante deskundigheidsgebieden zijn onder meer: risico- en vermogensbeheer, actuarieel en financiën, pensioenregelgeving en communicatie. Kandidaten die zich willen laten scholen, zullen vooraf door een commissie bestaande uit leden van COR, vakbonden en VDP, getoetst worden op geschiktheid.
췽 Op de website van PDN (www.pdnpensioen.nl) is een formulier te vinden om zich op te geven als aspirantkandidaat.
Colofon
Pensioencontact verschijnt drie keer per jaar en is bestemd voor mensen die een uitkering ontvangen van PDN Illustraties Geert Setola Realisatie Afdeling Communicatie DSM Pension Services Foto’s Annemiek Mommers, Piet Blaas en anderen Druk PPM Event & Media Support, Meerssen Redactieadres PDN t.a.v. Harry Coever Postbus 6500, 6401 JH Heerlen
[email protected] www.pdnpensioen.nl 045-5782056 Pension Desk 045-5788100 Voor blinden en slechtzienden is een gesproken versie van Pensioencontact kosteloos verkrijgbaar.
10
Een belangrijke graadmeter voor de financiële gezondheid van een pensioenfonds is de dekkingsgraad. De dekkingsgraad geeft namelijk aan hoe groot het pensioenvermogen is ten opzichte van de pensioenverplichtingen. Eenvoudig gezegd geeft de dekkingsgraad aan of er voldoende geld in kas is om alle pensioenen, nu en in de toekomst, uit te betalen. De dekkingsgraad en de pensioenverplichtingen worden berekend op basis van de marktrente. De cijfers worden elk kwartaal bekend gemaakt. Onderstaande tabel toont de dekkingsgraad vanaf 2007.
1 januari 2007 Ultimo 2007 Ultimo 2008 Ultimo 2009 Ultimo 2010 Ultimo 2011
Dekkingsgraad
Gehanteerde marktrente
147% 150% 198% 111% 109% 101%*
4,2% 4,8% 3,6% 3,7% 3,4% 2,7%
* Bij de berekening van de pensioenverplichtingen per 31 december 2011 is rekening gehouden met de door de DNB gepubliceerde rente (gemiddelde van laatste 3 maanden 2011). De dekkingsgraad van 101% is een voorlopige dekkingsgraad. De definitieve dekkingsgraad voor het einde van het jaar 2011 is medio april bekend bij de vaststelling van het jaarverslag van PDN.
Leden VDP voor het eerst bijeen in Den Bosch
Voor het eerst sinds de oprichting van de Vereniging van DSM Gepensioneerden (VDP) zijn vorig jaar november de leden in Den Bosch bijeen gekomen om te vergaderen. Die vergadering was onder meer nodig om een bestuur te kiezen en de contributie vast te stellen. Ook de plannen van de vereniging voor 2012 en de volgende jaren kwamen aan de orde. PDN-bestuurslid Just Fransen van de Putte beantwoordde vragen over allerlei pensioenaangelegenheden. Een verslag van de vergadering en de vragen aan en antwoorden van Just Fransen van de Putte zijn te vinden op de website van VDP (www.vdpdsm.nl). Daar bestaat ook de mogelijkheid zich op te geven als lid van VDP.
PENSIOENCONTACT
Premie omhoog, premie omlaag Goed om te weten
”Ik heb toch duidelijk in de krant gelezen dat de premie voor de Zorgverzekeringwet (ZVW) is gedaald en niet gestegen. Maar nu zie ik dat meer premie ZVW wordt ingehouden op mijn pensioen.” Jan Schellaert uit Delft is boos. Op de uitkeringsspecificatie die hij in januari van het pensioenfonds heeft gekregen, staan de bedragen vermeld die het fonds inhoudt op zijn pensioen. En daar staat nu een hoger bedrag voor de premie dan het bedrag van vorig jaar. De premie ZVW betaalt iedere Nederlander naast de zogenaamde nominale premie die aan de ziektekostenverzekeraar (bijvoorbeeld Zilveren Kruis Achmea) betaald moet worden. Jan wil nu wel eens precies weten hoe de vork in de steel zit. Hij belt 045-5788100, de Pension Desk van het pensioenfonds. Hij krijgt Erik Hellenbrand aan de telefoon. Schellaert vertelt hem dat hij weet dat de premie voor de ZVW per 1 januari verlaagd is, maar dat hij toch volgens de uitkeringspecificatie van januari een hoger bedrag krijgt ingehouden.
Erik Hellenbrand legt Jan Schellaert echter ook uit dat dit in zijn geval niet leidt tot een lagere premie. Dat komt omdat het maximum bedrag waarover premie wordt berekend, ook is veranderd. Dat is juist verhoogd van ruim 33.000 euro naar meer dan 50.000 euro. Omdat Jan Schellaert een pensioenuitkering heeft die precies tussen die getallen ligt, betaalt hij nu dus meer premie. Mensen die een (bruto) pensioenuitkering hebben lager dan 33.000 euro hebben geen last van de veranderingen, maar Jan Schellaert wel. In het ongunstige geval kan dat leiden tot een jaarlijkse verhoging van ruim 600 euro. Jan Schellaert begrijpt nu wat de verklaring is van het probleem. Gelukkig is hij niet met de uitleg van Erik Hellenbrand. Hij heeft immers te maken met een hogere inhouding op zijn pensioen. Weliswaar betaalt hij niet de maximale verhoging van 600 euro, maar toch wel enkele tientjes per maand meer dan een jaar geleden.
Erik Hellenbrand weet meteen waar de schoen wringt. Hij legt Jan Schellaert uit dat er inderdaad iets veranderd is rond de premie van de ZWV. Vanaf 1 januari 2011 geldt een verlaging, zoals Jan Schellaert terecht constateert. Was dat percentage vorig jaar 5,65 procent van de bruto-uitkering, nu is dat percentage 5,0 procent geworden.
FEBRUARI 2012
11
Column
Hemd van je lijf
De laatste maanden word ik overspoeld met vragenlijsten over de meest uiteenlopende onderwerpen. Ik acht het niet onmogelijk dat iemand, die mij niet zo sympathiek vindt, me heeft aangemeld bij onderzoeksbureaus. Het kan natuurlijk ook zijn dat ik inmiddels zo’n bekendheid ben geworden dat iedereen alles van me wil weten. Dat laatste is met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid niet meer dan een wensdroom. De meest gênante vragen krijg ik op mijn bordje, beter gezegd computerscherm. Zo was een firma gespecialiseerd in lingerie en aanverwante artikelen bijzonder nieuwsgierig naar mijn cupmaat. Onwillekeurig strijk je dan toch even over je trui om vervolgens mijn lief om hulp te roepen. Die zag ook niets bijzonders aan me, maar herinnerde zich dat ze recent een nachthemd had gekocht en toen ons mailadres had gegeven. Probeer je dan maar eens af te melden op de site. Uiteindelijk heb ik een waarschijnlijk niet bestaande allerkleinste maat opgegeven en daarop nooit meer iets gehoord. Een bekend onderzoeksinstituut wil weten waar ik mijn boodschappen doe, naar welke radiozender ik het meest luister, welke kranten ik lees, bij welke bank ik mijn spaarcenten in bewaring heb gegeven en of ik op vakantie ga. Met de spaarcenten kan ik geen verre reizen naar avontuurlijke oorden maken. Maar dat kan en mag ik niet antwoorden. Dus heb ik gemeld dat ik samen met mijn lief ga genieten op de Col des Miauw. Dat is in de omgeving van Heiloo een bekende plek voor verliefden en voor hen bij wie de natuur zijn beloop moet hebben. De Kattenberg dus, gelegen langs de Rijksstraatweg naar Alkmaar, waar ik ooit zelf een kusje heb gegeven aan wie nu al 48 jaar mijn maatje is. Mijn huisarts heeft er een sport van gemaakt om me aan te melden bij wetenschappelijke onderzoeken van een universiteit in de oudste 12
stad van Nederland. Inmiddels moet ik daar bekend zijn als de bonte hond, want uitsluitend om de onderzoekers te helpen, vink ik ’ja’ aan bij de afgrijslijkste ziekten. Volgens mij spellen ze elke dag de pagina’s met overlijdensadvertenties. Ik heb nog nooit van een onderzoeker of van mijn huisarts een reactie gehad, al vraagt de laatste vaker of ik nog wel goed in mijn vel zit en dan kijkt hij licht argwanend. Energieleveranciers kunnen er ook wat van. Ze willen weten of ik hun reclamecampagne heb gezien en zo ja wat ik ervan vind. Daar heb ik nog wel begrip voor, maar als ze na tig plaatjes vragen wat ik me herinner van plaatje 1, dan klap ik dicht. Ik heb ooit meegedaan aan een geheugenonderzoek en dat was lang niet zo vermoeiend. Het laatste onderzoek was bedoeld om te testen of een vragenlijst wel goed was en vooral duidelijk om door ouderen te worden begrepen en ingevuld. Als afsluiting kwam een vlotte meid persoonlijk nog eens een vragenlijst invullen. Mijn lief moest antwoord geven op vragen over mij en omgekeerd. Dat ging vrij vlot zeer tot genoegen van de onderzoekster, die vervolgens constateerde dat de vragenlijst goed in elkaar stak en dat wij een gelukkig stel vormden. We hebben haar beleefd tot buiten de deur begeleid, waarna het enige tijd binnenshuis gespookt heeft. Sinds kort praten we weer met elkaar en een kusje kan er ook nog af.