Voorzitter: dr J.A. van Kemenade Griffier: mr. H.W.M. Oppenhuis de Jong 1. Opening. In de vergadering zijn tegenw oordig de volgende leden, te w eten: mw . S. Akkas, J.N.J.J. Beemsterboer, mw . M. Beens-Jansen, G.J.M.A. Le Belle, mw . J.E.M. Ber man, J. Bezemer, mw . C. Boelhouw er, H.S. de Boer, J.H.M. Bond, E.G. Bouma, C. Bozelie, K.W.C. Breunissen, J. Bron, H.B. Bruijn, mw . A.W.J. Bruins-Brugman, P.J. Bruystens, mw . A.M. Dekker, mw . M.G. Dekker, C.P.J. van Diest, mw . P.J. Dijksteel, R.H.G. van Duijn, mw . E.P. van Gaalen- Haanstra, mw . J. Geldhof, D. Gök, D. Graats ma, C. de Groot, B.J.A. Hakvoort, mw . A.L.M.G. de Jong, M.A. de Jong, mw . N. Klijn, C.H. Koetsier, mw . M.D. Koning-Zijp, G.M.J. Korse, A.F. Kraak, C. Kruijmer, mw . R. Kruisinga, Ph.G. de Lange, A.P. van der Meché, H.M. Meijdam, L.J.P. Mes man C. Mooij, mw . A.M. Nagel, J.R.A. Naw ijn, E. Neef, mw . R.F. Noorderveen, W.F.H. van der Paard, P.J.M. Poelmann, C.F. Poulie, S.D.K. Ramdhani, mw . E.A.S. Rommel, G. Roos, H. van Ruller, mw . M.C. van Schendelen, J.J. Schipper, B.B. Schneiders, mw . M.M. Sluiter, Th.J. Sprenger, Tj.P.J. Talsma, mw . C.H.E. Trautw ein-de Wit, mw . J.M.M. van der Veen-van de Vliet, mw . E.A. Veenis-Kaak, J.H.J. Verburg, R.E. Vis, P.S. Visser, J.Th.G. van der Wardt, mw . H.J. Weeda, F.K. Weima, mw . M.A. Wildekamp, mw . L.P. de Wit-de Rooij, J.H.J. Zegering Hadders, P.A. Zoon en J.N. Zuurbier. Van de leden P. de Baat, mw . A.A.E. Goijert, mw . A.C.J. HumaldaBlok, J. Kastje, P.A. Prins, J.R.A. Raasveld en A.P. Rijpkema is bericht ontvangen, dat zij niet aanw ezig kunnen zijn. 2.
Aan de orde is de installatie van de griffier der Staten.
De voorzitter: Hoew el de nieuw e Provinciew et dit niet meer voorschrijft,
12 februari 2001
geef ik gaarne gevolg aan het verzoek van de griffier, hem in de gelegenheid te stellen de verklar ing en belofte af te leggen. De griffier legt in handen van de voorzitter de verklaring en belofte af, zoals geformuleerd in artikel 70 van de (oude) Provinciew et van 1962. De voorzitter: Ik heet de heer Oppenhuis de Jong van harte w elkom in ons midden. Ik w ens hem alle succes toe in deze voor hem bekende functie in deze voor hem niet bekende provincie. Ik geef hem graag het w oord. De heer Oppenhuis de Jong: Voorzitter, leden van provinciale staten. De grondslag voor de positie van de griffier is gelegen in het feit dat hij de enige provinciale ambtenaar is die in de Provinciew et w ordt genoemd. De beëdiging van de griffier is uit de Provinciew et geschrapt. Ik betreur dit, maar stel het des te meer op prijs dat u mij deze toch in uw kring hebt w illen laten afleggen en mij ook het voorrecht gunt om hier te mogen spreken. Dezelfde Provinciew et heeft de griffier met nadruk gepositioneerd als eerste adviseur en secretaris van de provinciale bestuursorganen en ons een bijzondere relatie toegedacht. Hierbij past een moment van introductie als begin van een naar ik hoop duurzame en vruchtbare periode van samenw erking. De w et draagt aan de griffier de volgende taken op: het terzijde staan van de bestuurscolleges, het bijw onen van de vergaderingen van GS en PS en het medeondertekenen van stukken die van de staten en het college uitgaan. Die taakomschrijving is w el duidelijk en ook w el eenduidig, maar ook summier, in die zin dat zij ruimte biedt voor verschillende invullingen en uitvoeringsvarianten. Zij is ook eenzijdig, in die zin dat zij de griffier uitsluitend positioneert als adviseur en secretaris, maar zijn rol in de ambtelijke organisatie openlaat. Nu draagt de w et juist aan u op om ten aanzien van de taak en de bevoegdheden van de griffier nadere regels te stellen. U kunt dat doen in de eveneens door de Provinciew et voorgeschreven organisatieverordening of
1
in een afzonderlijke instructie van de griffier. Het directe gevolg van dit alles is dat de precieze inhoud van de griffiersfunctie per provincie zal verschillen in de mate w aarin de bestuurlijke w ensen van de staten onderling uiteenlopen. Overigens valt het met de onderlinge verscheidenheid van w ensen wel mee. In bijna alle provincies hebben de staten zich in het afgelopen decennium toegelegd op het besturen op hoofdlijnen. De colleges zijn zich navenant meer verantw oordelijk gaan voelen voor de uitvoering; dit vanuit de zow el in de staten als in het college sterk gevoelde notie dat voor de kiezer het resultaat geldt en niet alleen de intentie. Bovendien ligt het op de weg van de op hoofdlijnen besturende staten om van het college verantw oording op resultaten te vragen. Dit alles leidt in vrijw el alle provincies tot een manifeste roep om duidelijke sturing, sterker management of modern leiderschap. Om dit mogelijk te maken, is het ook noodzakelijk dat u de taak en de bevoegdheden van de griffier en in het verlengde van diens positie ook die van andere leidinggevende ambtenaren in de organisatie helder voor ogen hebt. In de summierheid van de w ettelijke taakomschrijving schuilt ook het gevaar dat de griffier een steeds algemenere en minder gedefinieerde eindverantw oordelijkheid krijgt en zo verantw oordelijk w ordt gehouden voor zaken die hij niet kan sturen of die vooral bestuurlijk w orden gestuurd. Een verdergaande w ettelijke regeling van de bevoegdheden van de griffier kan dit overigens niet helpen voorkomen. De oplossing ligt mijns inziens vooral in de goede afstemming van verantw oordelijkheden en bevoegdheden van GS, van individuele gedeputeerden, van provinciale staten, van de griffier en van andere leidinggevende ambtenaren. Allesbepalend voor een goede sturing is dus vooral hoe u de griffier positioneert ten opzichte van de ambtelijke organisatie. Anno 2001 kunnen w ij voor de organisatorische positionering van de griffier in de praktijk drie hoofdvormen onderscheiden. In alle drie is de griffier adviseur en eerste secretaris van de bestuursorganen. Dat is immers w ettelijk
12 februari 2001
bepaald. De differentiatie zit vooral in de positionering ten opzichte van de ambtelijke organisatie. Wij zien dan griffiers die voorzitter zijn van een ambtelijk managementteam bestaande uit de hoofden van min of meer zelfstandige sector- en stafafdelingen. De griffier is in deze opzet meestal primus inter pares. In dit model is meestal w at spanning tussen het geheel en de samenstellende delen. In het slechtste geval leidt dit tot verkokering aan de top die dan doorw erkt in de gehele organisatie. In de tw eede vorm is de griffier de enige directeur. Hij zit als algemeen directeur w el een vergadering van hoofden van sector- en stafafdelingen voor, maar ook als deze vergadering luistert naar de naam "managementteam", is het vooral een adviserend lichaam. Beslissen doet de algemeen directeur, gehoord het managementteam. Het gaat hier dus in feite om een eenhoofdige leiding. Het derde model is dat van de zogenaamde directieraad, w aarvan de griffier voorzitter is in de rol van algemeen directeur. Het complement van de directieraad w ordt in dit model gevormd door integraal verantw oordelijke hoofden van min of meer zelfstandige sector- en stafafdelingen. In dit model is de griffier in zijn hoedanigheid van algemeen directeur eindverantw oordelijk voor het functioneren van de directie w aarvan een teamprestatie wordt verlangd. U hebt in 1996 gekozen voor dit laatste model. En ik ben op dit model ingestapt en door de staten ook in dit model benoemd. Ik vind het hebben van een model belangr ijk. Het geeft structuur en duidelijkheid, maar in ter men van sturing denkend, is het mijns inziens van even groot belang dat het samenspel tussen gedeputeerde staten, individuele GS-leden, provinciale staten, de griffier en andere leidinggevende ambtenaren goed plaatsvindt; samenspel in de zin van afspraken, houding en gedrag. "Goed" betekent in dit verband afgestemd op de eisen w elke de samenleving in deze tijd aan ons stelt. Dat zijn naar mijn smaak vooral resultaatgerichtheid en de noodzaak om met veel partijen met vaak uiteenlopende belangen samen te kunnen werken. Op deze eisen zullen dus
2
werkafspraken, houding en gedrag moeten zijn afgestemd. Ik spreek hier over feitelijke posities en niet over formele posities. Met andere woorden: de taak- en rolopvatting zijn in mijn ogen belangrijker dan de organisatorische positie. Al moet ik hieraan toevoegen dat het w el prettig is als ze enigszins op elkaar zijn afgestemd en, beter nog, elkaar versterken. In deze opvatting over sturing is collegialiteit in gedeputeerde staten absoluut noodzakelijk. Wanneer deze ontbreekt, is het niet goed mogelijk om tot de portefeuilleoverstijgende coproducties te komen die tegenw oordig w orden gevraagd. Al evenmin kun je zonder collegialiteit strategisch opereren of de ambtelijke inspanningen in de juiste richting sturen. Voor uw staten is in dit concept van sturing heel belangrijk dat u - ook in het nastreven van dualisme - oog blijft houden voor de eenheid en de ondeelbaarheid van de opgaven w aarvoor wij met elkaar zijn geplaatst. Wij - uw staten, het college van GS en de ambtelijke organisatie hebben immers maar één opgave. Welisw aar vanuit verschillende verantw oordelijkheden w erken w ij toch aan een en dezelfde opgave, namelijk het bieden van oplossingen voor regionale maatschappelijke vraagstukken. Mijn voorganger, Cees Versteden, sprak bij zijn afscheid in december de hoop uit dat de staten zullen blijven zeggen w at zij verlangen en verw achten van de organisatie; niet door hen toe te spreken, maar door met hen te spreken, zoals je praat met een bondgenoot, een vriend en medestrijder. Ik onderstreep in dit verband zijn pleidooi om als staten ook op die manier in de ambtelijke organisatie te investeren. Wij moeten het met elkaar doen en w ij moeten het van elkaar hebben. De brugfunctie die de griffier vanouds vervult tussen politiek bestuur en ambtelijke organisatie w il ik ook hier in Noord- Holland als een kernpunt van de griffierstaak blijven zien. Ik w eet mij in de vervulling ervan gesteund door vier collegadirecteuren. De directieraad is immers geheel vernieuw d. Niet alleen door het toetreden van Tjeerd Kampstra,
12 februari 2001
Xander den Uyl en mijzelf, maar ook door een portefeuilleverandering van de zittende leden Ton Jongerius en Peter van der Velde. Ik proef in deze directieraad enthousiasme en prettige, open werkverhoudingen. Wij zijn tot dusver goed ontvangen. Enerzijds door het personeel in de organisatie, bij het nieuw jaarscabaret en in de vele w erk- en kennis makingscontacten, die w ij sindsdien hebben. Anderzijds door het college, dat ons meteen in de eerste w erkweek al zow el aan de dinertafel als aan de collegetafel buitengew oon royaal onthaalde. Wij verstaan onze opdracht om sturing te geven aan de ambtelijke organisatie vooral als de opdracht verantw oordelijkheid te w illen nemen voor het goede verloop van het totale voortbrengingsproces. Dat is dus voor de gehele cyclus van beleidsvoorbereiding en beleidsuitvoering; inclusief alle begrotingsen rekeningactiviteiten en planning- en controlactiviteiten. Wij hebben kennis genomen van alle analyses en probleembeschouw ingen zoals neergelegd in de evaluatie van de reorganisatie (Boer en Croon 1), de statenvoordracht inzake de uitvoering van motie 44-6 en het advies van IPA/ACON over de controlfunctie. Voor veel van de aan deze analyses verbonden conclusies en aanbevelingen is reeds een of andere vorm van implementatie in gang gezet. Wij stellen ons voor als directieraad een werkplan te maken dat duidelijk aangeeft welke resultaten per w anneer op w elke wijze te behalen zijn. Wij achten het van groot belang om hierbij meer te kijken naar de noodzakelijke verandering van houding en gedrag dan naar de beschikbaarheid van instrumenten. Ook w illen w ij door duidelijke prioriteitstelling voorkomen, dat wij te veel en te versnipperde activiteiten ontplooien. Ook menen w ij dat de herkenbaarheid en toegankelijkheid van veranderingstrajecten de kans op duurzaam resultaat verhogen. De hiertoe noodzakelijke eenvoud van dergelijke trajecten is een bijkomend aandachtspunt. Dit alles geldt ook voor de uitvoering van motie 44-6 over planning en control. Het hiervoor toegezegde plan van aanpak is actueel in voorbereiding. Wij hebben ook
3
vastgesteld, dat de betrokkenheid van de directieraad bij een aantal belangrijke werkprocessen in de organisatie met kleine ingrepen aanzienlijk verbeterd kan worden. Kortom: er is veel te doen en er is alle aanleiding om met de belangr ijkste actoren in huis van tijd tot tijd de hor loges gelijk te zetten. Buiten de directieraad en het college zijn dat ook uw staten. Wat mijn ondersteuning van de staten in het bijzonder betreft, merk ik op, dat ik graag met u spreek over de mogelijkheden om de tijdsdruk w aaronder veel van uw werk moet gebeuren te verminderen. Overigens is het voor een goede ondersteuning van belang om uw rolopvatting te kennen. Thans is een wetsvoorstel inzake de dualisering van het provinciebestuur in voorbereiding. Daarin zal niet alleen het monisme w orden vervangen door een formeel dualis me, maar ook zal het aantal statenleden worden verminderd en de mogelijkheid worden geopend om extraparlementaire GS-leden te kiezen. Met al deze voorgenomen w ijzigingen w ordt beoogd, de norm aan te passen aan de inmiddels gegroeide praktijk. Functioneel is dit heel belangrijk, omdat in die gegroeide praktijk een rolverw arring ontstaat doordat in provinciale staten de bestuursfunctie en de controlerende functie op dit moment nog steeds samenvallen. Van deze rolverwarring afkomen en de staten terugbrengen op de kerntaak van de volksvertegenw oordiging is nu het uitgesproken doel. Dat gaat dus om meer aandacht van provinciale staten voor de maatschappelijke effecten van beleid en minder voor de operationaliteit en het beheer. Dit mag logisch en juist klinken, maar is toch niet alom geaccepteerd. Door veel mensen w ordt de kerntaak van de volksvertegenw oordiging nog steeds omschreven als "controleren of de overheidsmiddelen w el doelmatig w orden besteed". Dat is maar de helft van het werk. U kunt dat alleen maar goed controleren als u de doelen ook zelf heeft gesteld, althans de doelen concreet kent. Daarom zal ik mijn directe ondersteunende taak opvatten als het faciliteren van uw staten bij het geven van meer aandacht voor de maatschappelijke effecten van het beleid en minder
12 februari 2001
aandacht voor de operationaliteit en het beheer. Maatschappelijke effecten zijn de toetsstenen voor u. Beheersmatige en financiële aspecten zijn, hoe belangrijk ook, daaraan ondergeschikt en louter instrumenteel. Als uw doelen niet in termen van maatschappelijk effect kunnen worden beschreven, dan hoeven ze ook helemaal niet van een democratisch gelegitimeerd bestuur te komen. Omgekeerd is de bestaansreden van het provinciaal betuur natuur lijk juist die democratische legitimatie in combinatie met de algemene bevoegdheid. Professor Toonen heeft dat zo treffend beschreven bij het afscheid van Cees Versteden. Die bestaansreden maakt het zo boeiend, voor u te w erken. Enkelen van u hebben mij gevraagd, w aarom ik Limburg voor NoordHolland heb w illen verruilen. Mijn antw oord is: om dezelfde reden als waarom ik Noord- Holland voor Limburg zou hebben w illen ruilen na een zo lange ambtsvervulling. De ondertoon in de vraagstelling w as evenwel dat het in Limburg allemaal mooier en beter is. Toen ik zestien jaar geleden naar Limburg trok, was dat een regio met grote problemen. Het w as voor mij aantrekkelijk om daar de schouders onder te zetten. Ik heb met groot plezier en in verschillende functies een bijdrage kunnen leveren aan het oplossen van die problemen. NoordHolland is een provincie met andere, maar ook interessante problemen. Aan de oplossing daarvan te mogen w erken, trekt mij nu, na zestien jaar Limburg, buitengew oon aan. Ik hoop in de uitvoering van de w erkzaamheden mijn kennis making met u nader te mogen verdiepen. Ik dank u zeer voor uw aandacht. (applaus) 3.
Aan de orde is de vaststelling van de notulen van de vergadering van 11 decem ber 2000.
Deze notulen w orden ongew ijzigd vastgesteld. 4.
Aan de orde is de regeling van werkzaamheden.
4
De voorzitter: Ik moet u tot mijn spijt meedelen dat ik om 17.30 uur de vergadering zal moeten verlaten omdat ik vanavond een voorbespreking heb met betrekking tot het deze w eek te houden overhedenoverleg tussen IPO, VNG en de minister over een aantal belangr ijke onderw erpen. Daar moet ik als voorzitter van het IPO in ieder geval bij zijn. De lococommissaris zal mij vervangen. De fractie van de SP zal omstreeks 15.30 uur mondelinge vragen stellen over het chloortransport. Ik geef nu gedeputeerde De Boer het w oord voor een mededeling van zijn kant. De heer De Boer (lid van gedeputeerde staten): Voorzitter! De staten krijgen straks een A'viertje uitgereikt met nadere informatie inzake het agendapunt Toekomstvast openbaar vervoer in NoordHolland-noord. Wij hebben van Verkeer en Waterstaat bericht gekregen over opbrengsten van de kaartverkoop over het tw eede kw artaal 2000. Wij zijn daardoor zeer verrast. Wij hadden een reizigersopbrengst van 6,1 mln. verw acht, maar dit blijkt nu 5,2 mln. te zijn. Deze opbrengst vormt de grondslag voor de rijksbijdrage. Bij elke gulden die de reiziger betaalt, legt het Rijk ƒ1,46 bij. De verminderde opbrengst komt voor rekening van de vervoerder, dus Connexxion. De rijksbijdrage is 1,5 mln. lager en dat bedrag komt ten laste van de opdrachtgever, dus de provincie. Wij w eten absoluut niet w aardoor die opbrengst zoveel lager is dan geraamd. Wij hebben een bezw aarschrift ingediend omdat w ij denken dat er een fout gemaakt kan zijn. Er w ordt gewerkt met het WROOV-model. De reiziger betaalt niet in de bus, maar rekent af door zijn strippenkaart af te stempelen. Ook vanw ege de OV-jaarkaarten en studentenkaarten w orden de nationale opbrengsten uit de kaartverkoop verdeeld. Als het een trend is dat er minder gebruik w ordt gemaakt van het openbaar vervoer in Noord-Holland, zitten w ij echt in de penarie. Dat w eten w ij echter nog niet, want de cijfers over het derde en vierde kw artaal van 2000 zijn nog niet bekend.
12 februari 2001
Er is overlegd met Connexxion over de financiële consequenties. In de voordracht wordt een bedrag van 8,5 tot 10 mln. - afhankelijk van het prijspeil genoemd als afkoopsom voor het in stand houden van het bestaande net. Op 10 juni 2001 gaat de nieuw e dienstregeling in en dan moet de voorgaande periode financieel afgesloten w orden. De onderhandelingen hebben ertoe geleid dat de afkoopsom nu 12,9 mln. bedraagt. Als de staten akkoord gaan met de voordracht, is het lijnennet na 10 juni geherstructureerd. Er is nog een aantal zaken onduidelijk en daarover moet nog verder onderhandeld w orden met Connexxion. De basis hiervoor vormen de vier zogenaamde provinciecontracten. Ten aanzien van Gooi en Vechtstreek w erken wij samen met Flevoland, Gelderland en Overijssel. De statencommissie zal uiteraard nauw keurig op de hoogte worden gehouden van de onderhandelingen voor de periode na 10 juni. De afkoopsom zal w aarschijnlijk 12,9 mln. bedragen, maar alle risico's zijn nog niet bekend. Wij zijn tegen uitstel omdat dan de kosten niet meer zijn te overzien. De voorzitter: Deze brief kan betrokken worden bij het desbetreffende agendapunt dat vanavond zal w orden behandeld. GS meenden de staten zo snel mogelijk op de hoogte te moeten stellen van deze ook voor hen onverwachte ontw ikkeling. De heer Graatsm a (SP): Deze mededeling is zeer handig en heeft ook veel effect. Als tegenw ic ht w il ik voorstellen, de volgende mededelingen daaraan vast te knopen, namelijk een mededeling van de passagiers van lijn 234 ..... De voorzitter: Vanavond wordt het agendapunt behandeld en dan kunt u uw bijdrage leveren. Dit w as een feitelijke mededeling ten behoeve van de voorbereiding van het statendebat. De heer Van Duijn heeft het w oord gevraagd voor een mededeling over zijn politieke positie.
5
De heer Van Duijn ( NH Anders/De Groenen): Voorzitter! Een deel van De Groenen onder de naam "De Groene Brug" heeft besloten toe te treden tot GroenLinks. Ik behoor tot die groep. Op Valentijnsdag zullen w ij gew apend met harten over de brug komen en ons in Utrecht aanmelden als lid. Vanaf dat moment zullen w ij lid zijn van tw ee partijen. De laatste tijd is er op landelijk en op provinciaal niveau steeds meer samenw erking tussen beide partijen. Zij zijn naar elkaar toegegroeid. Het is fijn dat wij nu verdeeldheid verder kunnen vermijden. Welke verandering betekent deze verheugende toenadering voor de positie van de fractie van NH Anders/De Groenen in de staten? Ik zou kunnen besluiten mij met zetel en al aan te sluiten bij de fractie van GroenLinks. De vraag is echter of dit democratisch verantwoord is. De kiezers hebben mij gekozen als lijsttrekker van NH Anders/De Groenen. Dit pleit ervoor, dit in de staten ook zo te houden. Mijn fractie zal echter nog nauw er dan in het verleden al het geval w as, samenw erken met de fractie van onze GroenLinkse zusters en broeders. Vrijw el alle kandidaten van de verkiezingslijst van NH Anders/De Groenen kiezen voor het lidmaatschap van GroenLinks naast dat van NH Anders of van De Groenen. Ik voel mij daardoor gesterkt in mijn huidige rol in de staten in samenw erking met GroenLinks, maar voorlopig onder de bescheiden wapperende vlag van NH Anders/De Groenen. Uiter lijk verandert er dus niet veel, maar innerlijk - en dat is het belangrijkste - des te meer. De voorzitter: Ik heb de heer Van Duijn hierover het w oord gegeven hoew el het een persoonlijk feit betreft. Van belang is echter dat vaststaat dat de heer Van Duijn is toegetreden tot de partij GroenLinks, maar desalniettemin geen deel uitmaakt van de fractie van deze partij in de staten. De heer Graatsm a (SP): Voorzitter! Ik heb zojuist het briefje gekregen dat de heer De Boer heeft aangekondigd. Daar staat in "bij brief van 12 januar i jongstleden". Klopt
12 februari 2001
die datum? In dat geval is dit al een maand bij het college bekend. De voorzitter: 12 februari lijkt mij niet mogelijk. De heer Graatsm a (SP): De post komt hier om 10.00 uur binnen. Het zou w el kunnen. De heer De Boer (lid van gedeputeerde staten): U kijkt alleen maar naar de eerste regel. Als u even verder leest, zal u duidelijk w orden waarom dit nu pas bekend is. De heer Graatsm a (SP): Komt er een andere datum tevoorschijn als ik verder lees? Ik handhaaf mijn vraag. De voorzitter: Leest u rustig verder, want het agendapunt is pas vanavond aan de orde. 5. Aan de orde is de voordracht van gedeputeerde staten inzake de langeterm ijnagenda provinciale staten (zie bijlage 7). De voorzitter: Wij hebben afgesproken de langeter mijnagenda niet alleen in het Seniorenconvent aan de orde te stellen, maar ook ter kennis te brengen van provinciale staten. Het is niet de bedoeling om over procedurele aspecten te spreken, wat dat kan via de fractievoorzitters in het Seniorenconvent. Als er echter politieke aspecten in het geding zijn, is het goed om die nu te melden. De heer Poelm ann (D66): Voorzitter! Ik verzoek om in het vervolg de lege vakjes bij belangrijke onderw erpen zoveel mogelijk alsnog in te vullen. Naar mijn mening moeten tw ee onderwerpen binnenkort aan de orde komen. In de eerste plaats is dit de provinciale rekenkamer. Het algemeen bestuur van het IPO neemt hier aan het einde van de volgende maand een standpunt over in. In de tw eede plaats mis ik de bespreking van de evaluatie baggerspeciebeleid van de commissie Beleidsevaluatie.
6
De voorzitter: De lege vakjes zullen zoveel mogelijk ingevuld w orden. Elke lange w eg begint met een eerste stap, zo zegt een Chinees spreekw oord. De provinciale rekenkamer zal binnenkort in een commissievergadering aan de orde komen. Mevrouw Klijn (lid van gedeputeerde staten): Woensdag komt dit onderw erp in de commissie FSB aan de orde. Morgen bespreken GS de eventuele presentatie hiervan in de staten. De voorzitter: Over de bespreking van het baggerspeciebeleid zullen de staten nader geïnformeerd w orden. Het voorstel w ordt vervolgens voor kennisgeving aangenomen. 6.
Aan de orde is de interpellatie van de fractie van GroenLinks over de financiering van de N201.
De heer Breunissen (GroenLinks): Voorzitter! In december w erd in de bloemenveiling van Aals meer de haalbaarheidsstudie PPS N201 gepresenteerd. De belangrijkste sprekers zeiden allemaal dat 73% van de 680 mln. die de omlegging van de N201 kost, gedekt is. Dit heeft ook de publiciteit gehaald. De gedeputeerde heeft in de nieuwsbrief over de N201 ook aangegeven dat 73% van de kosten gedekt is. Dit heeft ook in Op Dreef, het Financieele Dagblad en andere kranten gestaan. Ik w as razend benieuw d hoe de gedeputeerde die dekking voor elkaar gekregen had. Op pagina 48 van de haalbaarheidsstudie is een tabel ter zake opgenomen. Toen ik die las, w as ik met stomheid geslagen. Er is een provinciale bijdrage van 160 mln. ingeboekt. Ik heb het bij iedereen nagevraagd, maar niemand w eet w anneer de staten, die toch het budgetrecht hebben, 160 mln. hebben uitgetrokken voor de omlegging van de N201. Dat is ook niet gebeurd. GS hebben ook nooit zo'n besluit genomen. Vandaar deze interpellatie. 1. Wanneer hebben provinciale staten en/of gedeputeerde staten besloten, 160 mln. uit te trekken als
12 februari 2001
provinciale bijdrage aan de aanleg van de N201? 2. Wanneer hebben de gemeenteraden en/of colleges van B&W van Haarlemmermeer, Amstelveen, Aalsmeer en Uithoorn besloten, alle opbrengsten uit de grondexploitatie van de op hun grondgebied te ontw ikkelen bedrijventerreinen langs de N201 volgens de haalbaarheidsstudie 250 tot 315 mln. - volledig beschikbaar te stellen voor de aanleg van de w eg? 3. Is de gedeputeerde met ons van mening dat de inkomstentabel op pagina 48 van de haalbaarheidsstudie gebaseerd is op grote onzekerheden? 4. Is de gedeputeerde met ons van mening dat het onverantw oord en misleidend van hem is om in het openbaar te verklaren dat minstens 70% van de aanlegkosten van de N201 gedekt is door opbrengsten, overheidsbijdragen en besparingen? 5. In de haalbaarheidsstudie w ordt als mogelijke financieringsbron voor het nog te dekken tekort van 27% een extra bijdrage van de provincie Noord-Holland genoemd. Welk ongedekt bedrag heeft de gedeputeerde daarbij in gedachten? De heer De Boer (lid van gedeputeerde staten): Voorzitter! In antw oord op vraag 1 wijs ik erop dat gedeputeerde en provinciale staten nog geen definitieve bijdrage voor de w eg hebben vastgesteld. Er is geen statenbesluit en er is ook geen besluit van GS. Mogelijk komt dit binnenkort aan de orde, w ant morgen wordt het bestuursconvenant inzake de N201 w eer in het college besproken. In het door de staten vastgestelde PMI 20012005 is het project in de studiefase opgenomen. In deze fase wordt op basis van een eerste berekening een indicatie van de kosten opgenomen. In de meer jarenplanning van de totale studiefase wordt een indicatie gegeven van de kosten van alle plannen die in de studiefase zijn opgenomen. Naar aanleiding van vraag 2 merk ik op dat op 2 december 1999 door de diverse colleges van B&W en de gemeenteraden is besloten dat voor de bekostiging van de w eg opbrengsten van de te ontw ikkelen bedr ijventerreinen rond
7
de w eg nodig zijn. Daarenboven is besloten, de opbrengsten uit deze gebieden voor zover noodzakelijk te gebruiken voor de realisering van de w eg. Het antw oord op vraag 3 luidt dat de genoemde bijdragen nog niet definitief zijn. Er moet rekening w orden gehouden met de fase w aarin het project zich bevindt. Deze is zodanig dat nog niet kan worden gesproken van bijdragen die niet meer veranderen. Voor de bijdrage die door het Rijk is toegezegd, moet nog het MIT-traject w orden doorlopen. De opbrengsten uit de te ontw ikkelen gebieden staan dan ook nog niet vast. Dat kan ook niet, w ant het betreft een periode van tw intig jaar. Provinciale staten zullen ook nog de definitieve bijdrage moeten vaststellen. Mijn antw oord op vraag 4 is "nee". Bij dit soort grote projecten is het gebruikelijk dat er melding w ordt gemaakt van te verwachten bijdragen voor een project. Dit is nodig om aan te geven dat projecten in de ogen van bestuurders hoge prioriteit hebben. Het project N201plus heeft voor GS prioriteit. Het is een van de speerpunten van beleid uit het collegeprogramma 1999-2003. Ten slotte vraag 5. Op dit moment kan nog niet w orden vastgesteld of de provincie een hogere bijdrage zal verlenen. In de PPS-rapportage is een groot aantal mogelijke financieringsbronnen vermeld, zie de bladzijden 48 en 49. Eén daarvan is een verdere bijdrage van de provincie. Een en ander moet eerst nog onderzocht w orden.
opgenomen in een tabelletje van mogelijke besteding van UNA-gelden. Dit moet echter nog w orden afgew ogen tegen andere investeringen. Enkele w eken geleden is dit punt aan de orde gew eest in de commissie WVV. Toen is namens de PvdA-fractie naar voren gebracht dat een bijdrage bespreekbaar is, maar w el onder een aantal voorw aarden, bijvoorbeeld dat de financiering helemaal rond is. Voorkomen moet w orden dat de provincie moet opdraaien voor een eventueel tekort. Voorzitter! Het is absoluut nog geen gelopen race. Ik had dan ook verwacht dat de gedeputeerde een voorbehoud zou maken in plaats van zijn pontificale uitspraak dat de provincie 160 mln. zal bijdragen. Met die uitspraak heeft hij mensen op het verkeerde been gezet. Dit is ook precies de definitie die van Dale voor misleiding geeft. Daarom houd ik mijn stelling staande dat de gedeputeerde onverantw oorde en misleidende uitspraken heeft gedaan. Ik leg de staten een motie voor w aarin wordt voorgesteld, afkeuring uit te spreken over deze uitspraken.
De heer Breunissen (GroenLinks): Voorzitter! Ik dank de gedeputeerde voor zijn duidelijke beantw oording. Er ligt geen besluit van GS of PS ten grondslag aan zijn uitspraak dat 73% van de kosten gedekt is. Hij maakt echter bij zijn uitspraken geen enkel voorbehoud. Het betreft voorlopig nog een persoonlijke opvatting van de gedeputeerde. In alle kranten heeft gestaan dat 73% van de aanlegkosten gedekt is. Daar is echter nooit aan toegevoegd dat dit nog maar zeer de vraag is. Geen enkele burger w eet dat het voorbehoud is, dat GS en PS daarmee akkoord gaan. Achterin het beleidsplan voor dit jaar is de N201
kennisgenomen hebbend van - de uitspraak van gedeputeerde De Boer in de Nieuw sbrief N201 (nr. 4, 12/200) dat "op voorhand [ ] 70% van de aanlegkosten (van de aanlegkosten van de N201) gedekt (is) door opbrengsten, overheidsbijdragen en kostenbesparingen als gevolg van de PPS-constructie"; - de conclusie van het rapport "PPS Haalbaarheidsstudie N201" dat 73% van de omleggingskosten van de N201 gedekt is, w aarbij onder meer w ordt uitgegaan van een financiële bijdrage van de provincie Noord- Holland van 160 mln.;
12 februari 2001
Motie 1 Door het lid Breunissen w ordt de volgende motie voorgesteld: Provinciale Staten van Noord-Holland, in vergadering bijeen op 12 februari 2001; beraadslagende over de financiering van de N201;
constaterende, dat
8
- noch provinciale staten noch gedeputeerde staten ooit een besluit hebben genomen om 160 mln. ter beschikking te stellen voor de omlegging van de N201; - dat de uitspraak dat op voorhand 70% van de omlegkosten van de N201 gedekt is, niet in overeenstemming is met de feiten; spreken als hun mening uit dat gedeputeerde De Boer met zijn openbare uitspraak onverantw oorde en misleidende informatie heeft gegeven aan de NoordHollandse burgers en andere betrokkenen; en keuren deze uitspraak van gedeputeerde De Boer af, en gaan over tot de orde van de dag. De voorzitter: Naar mij blijkt, w ordt deze motie voldoende ondersteund. Mitsdien maakt zij onderw erp van beraadslaging uit. De heer De Jong (PvdA): Voorzitter! Ik kan mij w el iets voorstellen bij de verontw aardiging van GroenLinks. De stelligheid w aarmee dit verhaal door de gedeputeerde naar buiten is gebracht, is niet geheel overeenkomstig de cijfers. Niet alleen heeft de provincie nog geen toezegging van 160 mln. gedaan, maar ook de uitgaven van het regionaal mobiliteitsfonds zullen nog door het bestuur hiervan moeten w orden bekrachtigd. Of er überhaupt een regionaal mobiliteitsplan komt, is afhankelijk van de beslissing van de Kamer inzake het BOR. Dergelijke voorbehouden hadden gemaakt moeten worden. Daarnaast moet voor een deel van de w eg het streekplan aangepast w orden. Het verhaal w ordt in een context geplaatst die eigenlijk in het streekplan thuishoort, namelijk de planvaststelling, inclusief het tracé. Een en ander kan de kosten nog aanmerkelijk beïnvloeden. Door deze berichtgeving w ordt de indruk gew ekt dat de provincie eventueel voor de resterende 27% zal zorgen. In de commissievergadering hebben w ij hier met nadruk afstand van genomen. Als een
12 februari 2001
PPS-project gestart w ordt, moet de financiering voor 100% geregeld zijn. Er kunnen niet al bestuursconvenanten worden gesloten, terw ijl in het ongew isse wordt gelaten of de resterende 27% gedekt w ordt. Het gaat mij overigens te ver om hier meteen de uitspraak aan te verbinden die in de motie w ordt gedaan. Ik stel w el vast dat de cijfermatige opstelling voorbarig is. De heer Graatsm a (SP): Voorzitter! Als een gedeputeerde een financiële toezegging doet zonder dat daar een statenbesluit aan ten grondslag ligt, is hij dan daarvoor persoonlijk aansprakelijk? De voorzitter: Nee. De heer Graatsm a (SP): Wat jammer nou, anders w as het probleem opgelost. De voorzitter: Dat is niet jammer. Als u een uitspraak doet die niet gedekt w ordt door een statenbesluit, bent u ook niet persoonlijk aansprakelijk. De heer Graatsm a (SP): Ik snap heel goed dat ik geen toezeggingen over financiën kan doen. De heer Mooij (VVD): Voorzitter! Ik heb met stijgende verbazing de bijdragen aan deze interpellatie beluisterd. Iedereen weet dat beslissingen over de financiële dekking door de staten w orden genomen. Bestuurders moeten hun dagelijks w erk kunnen doen. Zij zijn niet direct verantw oordelijk voor hetgeen er in de pers verschijnt. Het gaat te ver als bestuurders niet meer kunnen zeggen w at naar hun mening het gevoelen in de staten over bepaalde projecten is. Het gaat zeker te ver als daar een motie over ingediend wordt. Als w ij op deze manier doorgaan, kan de provincie helemaal niet meer naar buiten treden. De interpellatie zou terecht zijn als de gedeputeerde w as ingegaan tegen een statenbesluit. Daar is echter absoluut geen sprake van. Ik vind het allemaal sterk overdreven.
9
Mevrouw Berm an (D66): Voorzitter! Ook mijn fractie acht het op deze stellige w ijze noemen van bedragen voorbarig. D66 pleit allang voor de aanpak van de N201. Daar staat zij nog steeds achter. Daar moeten dan ook middelen voor beschikbaar gesteld w orden. Het is alleen benauw end dat er nu al bestuursovereenkomsten ter zake w orden gesloten. De staten moeten de vrijheid hebben, een eigen afw eging te maken. Zij mogen niet meegesleept worden in een geheel van bestuurlijke afspraken. De heer De Boer (lid van gedeputeerde staten): Voorzitter! Voor de goede orde ga ik zes jaar terug in de geschiedenis naar het moment dat ik de gedeputeerde w erd. Niet dat dit feit een markant punt is, maar .... De heer Bozelie (GroenLinks): Dat kan altijd nog, mijnheer De Boer. De heer De Boer (lid van gedeputeerde staten): Als de nieuw e weg straks geopend w ordt, heb ik zeker w el w at gepresteerd. Ik w il echter niet op de ontw ikkelingen vooruitlopen. Zes jaar geleden speelde de omlegging bij Uithoorn. Hiervoor vond een streekplanuitw erking plaats. De kosten van die omlegging w erden op 120 mln. geraamd. Het rijk had daarvoor 25 mln. toegezegd, de provincie 25 mln. en de provincie Utrecht 10 mln. Deze financiering stond overigens niet op papier en er lagen ook geen statenbesluiten aan ten grondslag. In die fase w as dus 50% gedekt. In de commissie w erd ik regelmatig gevraagd of al voortgang met dit project w erd geboekt. Daarna heeft er een streekplanherziening plaatsgevonden waarin de omlegging bij Aalsmeer w erd genoemd. De desbetreffende streekplanuitw erking is ook gestart. Uiteindelijk zijn w ij tot de conclusie gekomen dat de aanpak te fragmentarisch was. In plaats daarvan w erd besloten tot een masterplan N201 w aarbij de gehele corridor tussen de A2 en A4 in de beschouw ing wordt betrokken. Dat masterplan is in alle gremia aan de orde gew eest.
12 februari 2001
Bestuurders en private partijen zijn onder leiding van de Hollandse werkgeversvereniging een samenw erking aangegaan. Na het tekenen van de intentieverklaring liepen de w egen van de onderscheiden partijen uiteen. De bestuurders zetten in op een bestuursconvenant en de private partijen op de mogelijkheden van een PPSconstructie. Het bestuursconvenant zal binnenkort in GS en daarna in de staten behandeld kunnen w orden. De private partijen zijn al klaar met hun opdracht en dat heeft geresulteerd in de haalbaarheidsstudie. Dat rapport is opgesteld door private partijen onder leiding van de Hollandse werkgeversvereniging en daarin is een mogelijke financiering van de N201-plus opgenomen. Overigens hebben GS dit rapport voor kennisgeving aangenomen. In de haalbaarheidsstudie staat dat de provincie 160 mln. zal bijdragen aan een project dat 860 mln. kost. In het stuk dat in GS aan de orde zal komen, w orden ook de volledige kosten van de reconstructie van de knooppunten A4 en A9 genoemd. In de haalbaarheidsstudie zijn deze kosten alleen opgenomen voor zover zij toegerekend kunnen w orden aan de N201. Uiteindelijk gaat het geheel ongeveer 1,1 mld. kosten. Het rijk zal een en ander moet aanvullen. Het gaat om een provinciale w eg. In het verleden droeg het rijk daar maximaal 50% aan bij. Voor de N201 zou dit betekenen dat de provincie 50% van 860 mln. moet betalen. Wij zagen al snel in dat dit niets zou w orden. Op grond van het MIT konden w ij vaststellen dat het rijk maar een beperkte bijdrage zou leveren. Uiteindelijk heeft het 200 mln. ter beschikking gesteld in het kader van het BOR, naast de 60 mln. voor het mobiliteitsfonds. Overigens w ordt dit laatste bedrag genoemd in het werkprogramma. In de vergadering van het bestuur van het mobiliteitsfonds in oprichting is dit programma geaccordeerd. Het zal dus w aarschijnlijk w el doorgaan, mijnheer De Jong. Voorzitter! De provincie zal moeten betalen voor het omleggen van een provinciale w eg. Ik vind 160 mln. een hoog bedrag, maar gelet op het totaal van
10
860 mln. is het niet exorbitant hoog. Besluitvorming daarover is nog helemaal niet aan de orde gew eest. Uiteindelijk zullen de staten de vraag moeten beantw oorden of de provincie mee moet betalen aan de omlegging van de N201. Het is heel goed mogelijk dat er bij die gelegenheid om 160 mln. w ordt gevraagd. De heer Breunissen (GroenLinks): Daar gaat het precies om! Het verhaal dat dit bedrag relatief niet zo hoog is, is niet relevant. Kern van de zaak is of u met deze stelligheid naar buiten kunt brengen dat 73% van de kosten gedekt is, inclusief de bijdrage van 160 mln. van de provincie. De staten hebben daar nog geen besluit over genomen en zij beslissen over het budget van de provincie. Dat kan mevrouw Klijn ongetw ijfeld bevestigen. De heer De Boer (lid van gedeputeerde staten): Dat kan ik ook bevestigen. U kunt niet vragen dat aan het begin van een proces een uitspraak van de staten gevraagd w ordt over een mogelijke bijdrage. Wij hadden een jaar of drie geleden de staten niet om een bedrag van 160 mln. voor de omlegging van de N201 kunnen vragen, w ant dan zou terecht om een nadere onderbouw ing w orden gevraagd. Wij moeten eerst een voorstel maken. Daarin moet een opzet zijn opgenomen van alle bedragen die naar verwachting binnengehaald kunnen worden. De heer Breunissen (GroenLinks): Waar is die verw achting op gebaseerd? De heer De Boer (lid van gedeputeerde staten): In het voorstel w ordt bezien wat alle partijen kunnen inbrengen. De heer Breunissen (GroenLinks): U heeft het niet gebracht als een voorstel, maar als een feit. U zegt steeds dat 73% van de kosten al gedekt is. De heer De Boer (lid van gedeputeerde staten): Dat staat in het rapport van de HWV. Daarin zijn de verw achte bijdragen van alle betrokkenen opgeteld. Dat is ook een normale gang van zaken. U suggereert - vooral via de motie - dat er
12 februari 2001
sprake is van een sluipend proces. Het proces schrijdt op de nor male w ijze voort. In het kader hiervan laten w ij al een jaar of vijf met slaande trom en vliegend vaandel iedereen w eten waar w ij mee bezig zijn. Het is niet meer dan nor maal dat op een gegeven moment w ordt bekeken w at partijen mogelijk kunnen bijdragen. U zou het mij kw alijk nemen als er een stuk wordt uitgebracht waarin geen bedragen worden genoemd. Wij hebben mogelijke financiering keurig op een rijtje gezet. Ik heb overigens ook gezegd dat ik het fantastisch vind dat in deze fase van het proces op papier gezet kan w orden dat 73% gedekt is. Dat is een feest. In zo'n fase van een proces komt het nooit voor dat er al zoveel bereikt is. Ik ben er dan ook van overtuigd dat w ij erin zullen slagen om een dekking te vinden voor de resterende 27%. Op het moment dat er een besluit genomen moet w orden, moet de financiering rond zijn. Op de bladzijden 48 en 49 van het rapport zijn veel financieringsmogelijkheden aangegeven. Het project kan bijvoorbeeld goedkoper uitpakken. Om van al die mogelijkheden alleen het mogelijk verhogen van de provinciale bijdrage te noemen, vind ik een beetje flauw . De heer Breunissen (GroenLinks): Voorzitter! De heer Mooij heeft gezegd dat de gedeputeerde een gevoelen van de staten heeft verwoord met zijn uitspraak over de provinciale bijdrage van 160 mln. Waarschijnlijk is een meerderheid van de staten w el voor een bijdrage aan de omlegging van de N201, maar of die 160 mln. moet zijn, is nog zeer de vraag. De heer De Boer (lid van gedeputeerde staten): U heeft gezegd dat de hoogte van het bedrag er niet toe doet, maar dat het om het principe gaat. De heer Breunissen (GroenLinks): In al uw uitlatingen over deze bijdrage heeft u er niet steeds op gew ezen dat het uw inzet betreft. Door het achterw ege laten van het voorbehoud, heeft u de indruk gew ekt dat de staten hiertoe al besloten hebben. In de nieuwsbrief staat dat het project voor 73% gedekt is, zonder voorbehoud. Dat vind ik misleidend, w ant wij w eten niet of de
11
staten 160 mln. hiervoor uittrekken of een ander bedrag. U overschat uw positie. U bent w elisw aar gedeputeerde, maar niet de baas van de provincie. Uiteindelijk zijn dat de staten. Burgers en andere betrokkenen moeten goede informatie krijgen en dat is nu niet gebeurd. De heer De Jong (PvdA): Voorzitter! De gedeputeerde heeft een fantastisch talent om zo te antw oorden dat er steeds meer vragen w orden opgeroepen. GroenLinks wijst erop dat met te grote stelligheid is gesuggereerd dat de provincie al tot de bijdrage van 160 mln. heeft besloten. Ik heb in de commissie al gezegd dat er een groot gevaar schuilt in de PPSconstructie. Er is namelijk helemaal geen sprake van een dergelijke constructie, tenzij de tw eede "P" ook voor publiek staat, dus een publiek-publieke samenw erking. Het gehele bedrag van 860 mln. moet door overheden w orden opgehoest. De gemeenten moeten het geld van de grondverkopen op tafel leggen. Als morgen in GS w ordt besloten, een bestuursovereenkomst met de gemeenten aan te gaan, w ordt de gemeenten in feite toegezegd dat zij bepaalde gebieden verder mogen ontw ikkelen. Er zijn echter nog geen afspraken over de totale dekking. Daarbij komt dat de mogelijkheid w ordt opengelaten dat de resterende 27% door rijk of provincie w ordt betaald. Het rijk is nooit zo ruimhartig in dit soort gevallen, dus ik zie w el aankomen w aar de rekening terechtkomt. Ik vind dit een gevaarlijke manier van politiek bedrijven. Naar mijn mening moet eerst de volledige dekking rond zijn voordat er een bestuursovereenkomst met de gemeenten gesloten kan w orden. Het w as ook beter gew eest als de gedeputeerde minder stellig w as geweest over de provinciale bijdrage. Er is namelijk nog een streekplanuitw erking voor nodig die nog allerlei kosten met zich kan brengen. Dit alles laat onverlet, dat is besloten tot omlegging van de N201. De precieze invulling is afhankelijk van de kosten en van het streekplan. Zonder dat ik een voordracht ter zake heb gezien, wens ik mij daar niet over uit te laten.
12 februari 2001
De heer De Boer (lid van gedeputeerde staten): Voorzitter! De heer De Jong heeft gelijk dat de afw eging nog gemaakt moet worden. Er is nog niet tot de gebiedsontw ikkeling besloten. De intergemeentelijke gebiedsvisie is een bouw steen voor het streekplan. Iedereen realiseert zich dat de staten zich hierover nog moeten uitspreken. In de stuurgroep N201-plus heb ik daar ook op gew ezen. Als de staten onverhoopt niet tot een bijdrage besluiten, is een PPS-constructie vrijw el onmogelijk. In dat geval ben je aanw ezen op middelen uit de publieke sector en dan w ordt het een geheel andere w eg of moet je het gehele project afblazen. Iedereen realiseert zich terdege dat er nog besluitvor ming nodig is. De bestuursovereenkomst is inderdaad geen PPS-constructie. Bij zo'n overeenkomst spreken bestuurders uit dat zij verder w illen gaan om het project N201plus tot een goed einde te brengen. De heer De Jong (PvdA): Ik ben niet tegen PPS-constructies, want die kunnen op een bepaald moment heel nuttig zijn. In dit geval liggen echter alle risico's bij overheden. De provincie draagt het grootste risico en dit w ordt alleen maar groter als er te stellige uitspraken over de provinciale bijdrage w orden gedaan. De heer De Boer (lid van gedeputeerde staten): Bij de gebiedsontw ikkeling en ook bij het bouw en van de w eg worden ook private partijen ingeschakeld. Wij hebben tw ee sporen, namelijk de bestuursovereenkomst en de PPSconstructie, zoals verwoord in het rapport. Na het tekenen van de bestuursovereenkomst zal de PPSconstructie verder opgetuigd w orden. Daar zal nog w el enige tijd mee gemoeid zijn. De heer Van der Paard (PvdA): Nu raak ik het spoor bijster. Dit project is met veel verve verkocht als een PPS-constructie. Nu hoor ik van de gedeputeerde dat daar nog geen sprake van is. Kan gedeputeerde Klijn haar licht over het PPS-karakter van dit project laten schijnen?
12
De heer De Boer (lid van gedeputeerde staten): Dat hoeft niet, w ant dat kan ik ook. De haalbaarheidsstudie betreft het project zelf en over de mogelijkheden om een PPS-constructie op te zetten. De heer Van der Paard (PvdA): Dat rapport van de w erkgevers heb ik gelezen, maar daar staat niet in w at zij financieel bijdragen. Mevrouw Klijn (lid van gedeputeerde staten): Dat staat onder de post kostenbesparing, zijnde 74 tot 111 mln. De heer De Jong (PvdA): Dat is een kw estie van een openbare inschrijving. De voorzitter: Laten w ij ons beperken tot de interpellatievragen. Het gaat erom of de gedeputeerde meer heeft gezegd dan hij van de staten mocht. De verdere uitw erking van de N201 zal op een ander moment aan de orde komen. De heer De Jong (PvdA): Ik begrijp dat u zich vooral tot de gedeputeerde richt. De voorzitter: Mijn oproep geldt u allen. Het onderw erp is voldoende besproken. Over de motie zal aan het eind van de vergadering gestemd w orden. 7.
Aan de orde is het initiatiefvoorstel van de fractie van de Socialistische Partij inzake arm oedebestrijding (zie bijlage 6).
De voorzitter: Ik verzoek een van de initiatiefnemers naast mij plaats te nemen. Mevrouw Boelhouwer (SP): Voorzitter! Wij zijn behoor lijk teleurgesteld over het preadvies van het college. Wellicht is dit naïef, maar een dikke laag bestuurseelt is ook niet alles. Het college stelt dat ons voorstel inkomenspolitiek betekent en dat dit voorbehouden is aan het rijk. Vervolgens wordt opgesomd w at de provincie w el doet op dit terrein. In dat kader w ordt verwezen naar het sociaal beleidsplan dat over morgen in de commissie ZWC w ordt behandeld. Ik heb dit plan bestudeerd en mijn oordeel is dat
12 februari 2001
het vol staat met depressiebevorderend proza. Woensdag zullen w ij hier verder over spreken. Voorzitter! Het zint mij niet dat ons initiatiefvoorstel als inkomenspolitiek w ordt gezien. U heeft een w etenschappelijk verleden en u w eet dat beleidsstukken, onderzoeksverslagen en dergelijke onderbouw d moeten w orden. U w eet ook dat begrippen in dat soort stukken gedefinieerd moeten w orden. Dit preadvies heeft alle kenmer ken van een slecht stuk. Op de universiteit w as het college hier niet mee w eggekomen en bij de SP zeker ook niet. Het is een slecht stuk omdat het begrip "inkomenspolitiek" veelvuldig aan de orde w ordt gesteld, terw ijl er geen enkele definitie van w ordt gegeven. Waar stopt of begint inkomenspolitiek? In de koffiekamer staan schalen met broodjes, krentenbollen en koekjes en is er koffie, thee en frisdrank. Ik en alle andere statenleden kunnen zich daar tegoed aan doen. Dat w ij ons tw aalf uurtje niet zelf hoeven te betalen, scheelt echter w el in de portemonnee en daar hoor ik niemand over. Ik noem een ander voorbeeld. De provincie laat voor ƒ30.000,-- de leden van de commissie ZWC een cursus teambuilding volgen in Barcelona. Alle partijen hebben daar dankbaar gebruik van gemaakt, behalve de SP. De cursus is overigens goed gelukt. De commissie is een hecht team gew orden, bijna een schoolklas. Is dit echter ook geen inkomenspolitiek? Ik heb het dan nog niet eens over de opcenten op de motorrijtuigenbelasting. Bovendien kregen wij vanmorgen een VVV-tijdschrif t dat in de w inkel ƒ6,00 kost. Voorzitter! Ik heb enkele voorbeelden genoemd. Ik ga dus niet over een nacht ijs, als ik tot de conclusie kom dat het college aan standenpolitiek doet. Het heeft geen problemen met inkomenspolitiek als het opkrikken van het inkomen van statenleden betreft. Er ontstaan pas problemen als een groep ter sprake komt die echt inkomensondersteuning nodig heeft. Ik heb het dan over de mensen die aan het begin van de maand de bodem van hun portemonnee al zien. Ik kom ook tot de conclusie dat het college geen enkel
13
verlangen heeft om iets aan de soms schrijnende armoede in de provincie te doen. Ik hoop dat de niet-collegepartijen meer durf hebben en iets van solidariteit tonen met een groep die tot nu toe door de provincie vergeten is. De heer Poelm ann (D66): Voorzitter! Armoede is een serieus onderw erp. De provincie met haar open huishouding kan in theorie alles aanpakken w at zij w il, voor zover dat binnen de w et valt uiteraard. D66 in Noord-Holland is van mening dat inkomensbeleid primair een zaak van het rijk is en dat lokale armoedebestrijding typisch thuishoort op gemeentelijk niveau. De suggestie van de SP om met de poet op tafel de gemeenten langs te gaan, w ijst D66 af. Gemeenten kunnen overigens met hun tarieven- en kw ijtscheldingsbeleid direct sturen. Zij zijn verantw oordelijk voor het lokale democratische bestuur. Wanneer zulks leidt tot initiatieven w aarbij een gemeente ter uitvoering daarvan de hulp inroept van de provincie, moeten de staten goed luisteren en datgene doen w at nodig is om die lokale initiatieven te steunen. Daar is geen fonds voor nodig. Ik zou zeggen: leve de lokale democratie. D66 stemt dan ook in met het preadvies van GS met inachtneming van hetgeen ik zojuist heb gezegd. Ik hoop dat de fractie van de SP het politieke fatsoen w il opbrengen om de instrumenten die ons ter beschikking staan om aandacht voor onderw erpen te vragen zo in te zetten dat w ij niet hoeven te concluderen dat er sprake is van "ordinair politiek jatgedrag". Ik zeg dit vanw ege de serieuze inspanningen van de fractie van GroenLinks op dit dossier en vanw ege de armoedige bijdrage van de SP in de aanloop naar dit debat. Onze fractie staat geheel open om het debat over de armoedebestrijding dat door GroenLinks een jaar geleden zeer serieus is aangezw engeld, voort te zetten. Mevrouw Dijksteel (PvdA): Voorzitter! De PvdA-fractie is van mening dat ar moede bestreden moet w orden. Het probleem met het initiatiefvoorstel is dat het maar de vraag is of je op deze w ijze werkelijk de armoede bestrijdt. Wat stelt het initiatief voor? De oorzaken van het
12 februari 2001
armoedeprobleem liggen op diverse beleidsterreinen. Mijn fractie is daarom voorstander van een integrale benadering van het vraagstuk en w el in het kader van het provinciaal sociaal beleid. Namens mijn fractie stel ik dan ook voor, de discussie over hetgeen de provincie aan concrete activiteiten kan ontw ikkelt, voort te zetten. Wij dienen daarbij te bezien w at er binnen de bestaande infrastructuur - het sociaal beleidskader dat aanstaande woensdag aan de orde komt, de sociale component van de stedelijke vernieuw ing en Cyberpolder - nog meer gedaan kan worden. In dat kader kan w orden nagegaan op w elke w ijze ondersteuning kan w orden geboden, hoe een en ander kan w orden gecoördineerd en of kan worden aangesloten bij bestaande initiatieven, zoals de ar moedemonitor. Uit voorgaande volgt dat w ij geen voorstander zijn van een stimuleringsfonds. De heer Koetsier (GroenLinks): Voorzitter! Tw ee honden vochten om een been en een derde liep er gauw mee heen. Aan die uitdrukking moest ik denken toen ik het initiatiefvoorstel van de SP ontving. Ik hoef niet uit te leggen w ie de tw ee eerste hondjes w aren. Het derde hondje komt in dit voorstel van de SP naar voren. Ik dank de heer Poelmann voor zijn goede w oorden. De fractie van GroenLinks heeft inderdaad het initiatief genomen om ar moedebestrijding als provinciale taak op de agenda te zetten. Aanstaande w oensdag wordt in de commissie ZWC gediscussieerd over het sociaal beleidskader. Als je een initiatiefvoorstel doet, moet je letten op plaats en tijd. De plaats is de commissie ZWC en de tijd is aanstaande w oensdag. Dan zal in een breder kader bezien worden wat de provincie kan doen ter ondersteuning van gemeenten. Wij vinden overigens het preadvies van het college op dat punt erg mager en passief. Zonder op het terrein van de gemeenten te komen en zonder aan inkomenspolitiek te doen, is zeker een actievere rol van de provincie mogelijk. Het initiatiefvoorstel van de SP bevat geen besluitvor ming, maar het is
14
een omschrijving van een project. Wij willen de staten w el een besluit laten nemen en daarom dien ik een motie in, waarin w ordt uitgesproken dat de discussie over de vraag w at de provincie in de richting van gemeenten kan doen ten aanzien van armoedebestrijding aanstaande w oensdag integraal moet worden gevoerd. Er zijn ook andere taken op het gebied van armoedebestrijding, zoals het openbaar vervoer, ouderenbeleid en werkgelegenheidsbeleid. Na deze discussie komt dit thema eventueel terug in de staten. De staten erkennen dat de armoede een belangrijk probleem is. Tien procent van de bevolking van NoordHolland w ordt erdoor getroffen. De SP vraagt daar op zichzelf terecht aandacht voor. Door de w ijze waarop dit voorstel wordt gepresenteerd, lijkt het er vooral op dat de SP haar eigen achterban w il bevredigen en aandacht in de pers w il krijgen. Motie 6-1 Door de leden Koetsier, Van Duijn en De Lange w ordt de volgende motie voorgesteld: Provinciale Staten van Noord-Holland, in vergadering bijeen op 12 februari 2001; kennisgenomen hebbend van het initiatiefvoorstel van de fractie van de SP; overwegende, - dat de zaak van bestrijding van armoede en sociale achterstand aandacht in en betrokkenheid van de staten verdient; - dat een eventuele taak van de provincie ter stimulering van gemeenten tot een effectieve uitoefening van haar taak op het gebied van het terugdr ingen van ar moede en achterstand nadere bestudering en discussie vraagt; - dat een dergelijke discussie gevoerd dient te w orden in het geheel van de invulling van mogelijke taken van de
12 februari 2001
provincie op dit terrein, met andere woorden in een integrale benadering; - dat deze discussie thans aan de orde is in de statencommissie ZWC; besluiten dit onderw erp te betrekken bij de bredere discussie in de commissie ZWC, en gaan over tot de orde van de dag. De voorzitter: Naar mij blijkt, w ordt deze motie voldoende ondersteund. Mitsdien maakt zij onderw erp van beraadslaging uit. Mevrouw Van de Veen-van der Vliet (CDA): Voorzitter! De CDA-fractie sluit zich aan bij de opmerkingen over plaats en tijd. Ook voor ons is dit een zeer belangrijk thema, maar niet op dit moment op deze plaats. Woensdag kan in de commissie uitgebreid over dit onderw erp gesproken worden. Mevrouw Koning-Zijp (VVD): Voorzitter! Wij kunnen ons geheel vinden in het preadvies van het college. Woensdag praten w ij verder. De heer Neef (lid van gedeputeerde staten): Voorzitter! Over het initiatiefvoorstel heb ik niets nieuw s gehoord en aan het preadvies heb ik niets toe te voegen. Ik w acht de discussie in de commissie af. Mevrouw Boelhouwer (SP): Voorzitter! De heer Poelmann heeft gezegd dat w ij voorstellen om met de poet op tafel de gemeenten langs te gaan. Dat klopt niet helemaal. Als een gemeente een aardig voorstel doet, w illen w ij daarmee met de poet op tafel de andere gemeenten langs. Wij w illen een fonds overeenkomstig het Schilstrapotje, maar dan met w at meer bekendheid. Het gaat ons om een extra stimulans om de ar moede te bestrijden. De heer Poelmann zet zichzelf te kijk als hij de SP jatw erk verw ijt. Ik w eet overigens niets van het voorstel van GroenLinks. Deze fractie heeft echter niet het alleenrecht op dit onderw erp.
15
De heer Poelm ann (D66): Heeft u gehoord hoe ik mijn bijdrage ben begonnen? Ik heb eerst gezegd dat het een serieus onderw erp is. Vervolgens heb ik gezegd dat dit allang op de agenda staat. Er zijn conferenties over gehouden en er w ordt serieus w erk gemaakt van de voorstellen ter zake. De SP vertoont politiek jatgedrag omdat zij in de loop van dit proces met een kort-door-de-bochtnotitie dit onderw erp op de agenda zet. De heer Koetsier en de zijnen zijn al anderhalf jaar bezig om draagvlak voor gedegen voorstellen te krijgen.
wordt en dat het daarom niet nu aan de orde kan zijn. Waarom moet armoedebestrijding een plaats krijgen binnen het sociaal beleidskader? Ik ben bij de conferentie over armoede gew eest. Ik ging bijna knock out van alle voorstellen uit den lande om de provincie ar moede te laten bestrijden. De provincies brachten nul komma nul aan ideeën in. Ook in het preadvies staat w eer dat de provincie geen taak heeft op dit gebied. Wij w illen een extra stimulans geven. Dit neemt niet weg dat de w eg via het sociaal beleidskader ook nog open staat.
Mevrouw Boelhouwer (SP): Het probleem met het initiatief van GroenLinks is dat het blijkbaar in de bureaucratische molen terecht is gekomen. De pers w eet er niet eens meer van. Het is prettig dat de SP deze bureaucratie probeert te doorbreken en dat dit onderw erp nu op tafel ligt. Hier moeten dit soort voorstellen besproken worden en niet in de commissies. Ik krijg niet het idee dat hetgeen in commissievergaderingen w ordt gezegd enig effect heeft.
Mevrouw Dijksteel (PvdA): Voorzitter! Ik neem de commissievergadering zeer serieus. Daar komt de eerste inbreng van fracties aan de orde, bijvoorbeeld over startnotities. In de commissie hebben w ij ook besproken op w elke w ijze w ij het beste met dit onderw erp om kunnen gaan. De discussie wordt aanstaande w oensdag op een serieuze manier voortgezet.
De heer Graatsm a (SP): De ter m "politiek jatw erk" stoort mij nogal. Het is niet duidelijk dat dit onderw erp hoog op de agenda van de staten staat. Er is ooit een stuk verschenen waarin staat dat de staten nauw elijks een rol hebben in de armoedebestrijding. Wij stellen nu voor, geld ter beschikking te stellen aan gemeenten die w el een goed beleid op dit punt kunnen voeren. Daarmee breken w ij de discussie w eer open. Het is nogal raar om dan van politiek jatw erk beschuldigd te worden. Armoedebestrijding is niet het eigendom van een of andere politieke partij. De heer Poelm ann (D66): U breekt helemaal niets open. Ik zeg alleen dat er op een buitengew oon zorgvuldige en opbouw ende manier door de fractie van GroenLinks aan dit onderw erp wordt gesleurd. Het is goedkoop, om met zo'n goedkope notitie te w illen scoren. Mevrouw Boelhouwer (SP): Ik vind het vreemd dat steeds gezegd w ordt dat hierover aanstaande w oensdag gesproken
12 februari 2001
De heer Koetsier (GroenLinks): Voorzitter! Het lijkt mij goed dat de SP zich op de hoogte stelt van het initiatief dat in november 1998 naar aanleiding van een motie van GroenLinks is genomen om ..... Mevrouw Boelhouwer (SP): Mijnheer Koetsier! Hoort u w at u zegt? November 1998 en het is nu februari 2001. Dit moet voor u toch aanleiding zijn om even na te gaan of er niet iets fout is gegaan. De heer Koetsier (GroenLinks): Het is inderdaad een lange w eg. Het zou mooi zijn als u ons op die w eg steunt. Met dit soort initiatieven raken w ij verder van huis. De heer Neef (lid van gedeputeerde staten): Voorzitter! Er is ook in tw eede termijn niet gesproken over het initiatiefvoorstel. In het preadvies w ordt een aantal zaken ontkracht. Er zijn binnen de provincie initiatieven genomen. Geld is geen belemmering op dit moment. In het sociaal beleidskader is een aantal stappen opgenomen. Op pagina 2 van het preadvies w ordt hiervan een overzicht gegeven. Mochten er op enig moment zoveel initiatieven naar voren komen dat w ij geld
16
te kort komen, kunnen w ij om aanvullende middelen vragen. Op dit moment kan de 22 mln. die beschikbaar is voor steunfuncties maximaal ingezet w orden voor initiatieven in het kader van dit beleid. Er is eerder gebrek aan ideeën dan aan geld. Het heeft dan ook geen zin, 1 mln. apart te zetten voor w at dan ook. Wij moeten eerst zorgvuldig nagaan w at dit wat dan ook inhoudt.
bezig met het ar moedebeleid. De provincie heeft daar echter alleen nog maar de poedelprijs voor gekregen. Ik zou daar niet zo trots op zijn. Het heeft niets om het lijf als het drie jaar duurt voordat een voorstel een vervolg krijgt. De reactie van de staten heeft mij teleurgesteld. De fracties zijn even sloom en apathisch als de provincie al sinds jaar en dag is.
Mevrouw Boelhouwer (SP): U zegt dat er gebrek aan ideeën is. Wij vragen gemeenten om die in te brengen.
De voorzitter: Aan het eind van de vergadering vinden de stemmingen plaats. 8.
De voorzitter: Om misverstanden te voorkomen, zou ik liever niet w illen zeggen dat de provincie gebrek aan ideeën heeft. De provincie bulkt van de ideeën en daar is voldoende geld voor. De heer Graatsm a (SP): Voorzitter! Ik verzoek om een korte schorsing. De vergadering w ordt van 14.37 uur tot 14.45 uur geschorst. Mevrouw Boelhouwer (SP): Voorzitter! Uit de reacties begrijp ik dat het voor de partijen nogal vervelend is dat sinds 1999 ook de SP in dit zaaltje zit. De heer Koetsier (GroenLinks): Ook in de vorige staten w as uw partij vertegenw oordigd. Mevrouw Boelhouwer (SP): Die vertegenw oordiger had zich teruggetrokken uit de SP. De voorzitter: Betrokkene w as namens de SP in de staten gekozen. In het laatste jaar van de vorige termijn heeft hij zich uit de SP teruggetrokken, maar zijn zetel in de staten behouden. Mevrouw Boelhouwer (SP): Die zat er dus niet. De voorzitter: Hij zat er w el. Hij w as gekozen op het programma van de SP. Hij was alleen geen lid meer van de SP. Mevrouw Boelhouwer (SP): Sinds de vorige eeuw zijn de staten dus al druk
12 februari 2001
Aan de orde is de voordracht van gedeputeerde staten inzake de Cultuurnota 2001-2004 (zie bijlage 3).
Voorzitter: Verburg Mevrouw Van Gaalen-Haanstra (VVD): Voorzitter! De startnotitie van deze cultuurnota is op 13 oktober 1999 in de commissie ZWC aan de orde gew eest en het voorontw erp op 5 juli 2000. Tegen mevrouw Boelhouw er zeg ik dan ook: het duurt even, maar dan komt er ook w at goeds uit! Nadat er op 13 juli 2000 nog een w erkconferentie is gehouden met alle culturele instellingen, die niet resulteerde in beleidsinhoudelijke toevoegingen aan het voorontw erp, is de cultuurnota de inspraak ingegaan. Dat leverde zeer veel reacties op van belangstellenden en belanghebbenden: 79 inspraakreacties en 426 protestbrieven. In de nota w orden zij als gestandaardiseerd aangemerkt. Wij nemen daar enige afstand van, w ant iedere protestbrief is er één. Op 15 november 2000 hebben w ij in de commissie ZWC een eerste reactie gegeven, die niet onverdeeld positief w as. De kerntaken cultuurbehoud, cultuurparticipatie en cultuureducatie, met name de prioriteit voor het bereik van jeugd, ondersteunen w ij van harte. Ook de diverse rollen die de provincie voor zichzelf ziet w eggelegd, onderschrijven wij, te w eten aanjager, partner, kw aliteitsbew aker en spelverdeler. Het nieuw e speerpunt van beleid, namelijk integratie van cultuur met de beleidsterreinen ruimtelijke inr ichting, stedelijke vernieuw ing en economie, w illen
17
wij een ruime kans geven. Wij w achten de resultaten van de evaluatie in 2003 met belangstelling af. Wij hopen dat er positieve resultaten naar voren zullen komen. Echter, de voorgestelde drastische herschikking van de provinciale steunfunctie kunsteducatie w as voor ons in eerste instantie niet acceptabel. Voor een dergelijke w ijziging is een betere onderbouw ing nodig en een draagvlak bij de uitvoerende instanties en gebruikers. Dat hebben w ij nog niet kunnen waarnemen, te meer omdat het basisonderw ijs in het algemeen tevreden is met de ondersteuning en het bereik van dit onderw ijs erg groot is. Ook ten aanzien van het bereik van het voortgezet onderw ijs zijn de steunorganisaties op de goede w eg. Tevens heeft een aantal gemeenten de laatste jaren de culturele activiteiten gereorganiseerd, in samenhang met de steunfuncties. De door het college voorgestelde topdow nbenadering is niet datgene w at de VVD beoogt. De voorgestelde afbouw in vier jaar van 1,1 mln. naar 3 ton subsidie aan de kunstuitleen w as in eerste instantie in de commissie ZWC voor ons ook niet aanvaardbaar. Wij vinden de kunstuitleen van groot belang voor de participatie, met als belangrijkste kenmerk de laagdrempeligheid, en die zou ons inziens negatief beïnvloed w orden door een dergelijk substantiële afbouw van de subsidie. Daarnaast hadden w ij nog enige specifieke kanttekeningen. Vandaag ligt uiteindelijk het voorstel voor ons. Wij moeten constateren dat het college ons grotendeels is tegemoetgekomen. Wij zijn het met het college eens dat een eventuele herstructurering van de provinciale steunfunctie kunsteducatie ter hand genomen dient te w orden, samen met het werkveld, zonder blauw druk van bovenaf en zonder fixatie op het bestaande. Of die herstructurering aan de orde zal komen, hangt af van de bevindingen van de externe deskundige, die het college met onze instemming een onderzoeksopdracht wil geven. Hij heeft tot taak om met het werkveld en de provincie een gezamenlijk werkplan op te stellen voor een
12 februari 2001
eenduidige en efficiënte provinciale aansturing. Flexibele inzet van personeel en regionaal maatw erk kunnen van dat onderzoek deel uitmaken. Wij gaan er dan ook van uit dat die deskundige onafhankelijk is van onze provincie. Wij hebben reeds in de commissie ZWC gezegd dat dit in overleg met het w erkveld moet gebeuren en niet na overleg daarmee. Dat is een essentieel verschil. Anders begrijpen w ij het standpunt van het college niet, dat er geen blauw druk van bovenaf opgelegd w ordt. Overigens is het verwarrend dat op pagina 3 van de voordracht wordt gesuggereerd dat w ij een motie in moeten dienen om een bedrag van 2 ton beschikbaar te stellen, terw ijl in het besluit op pagina 5 onder B, GS worden uitgenodigd, een eenmalige extra bijdrage van 2 ton in het kader van het voorjaarsbericht te regelen. Tevens w ordt in hetzelfde besluit gemeld dat het uitgangspunt hierbij is de centrale provinciale aansturing. Dat bevreemdt ons, omdat, zoals eerder opgemerkt, er geen blauw druk van bovenaf aan de orde is. Dat die centrale aansturing als de meest gew enste optie w ordt beschouw d, is ons duidelijk, maar om dit zo expliciet in het besluit op te nemen, gaat te ver, zeker omdat het onderzoek nog moet plaatsvinden. De provinciale cultuurnota, editie januari 2001, moet op dit punt tekstueel in overeenstemming gebracht worden met de voordracht. Ik heb begrepen dat dit nog niet gebeurd is. Ik verneem nog w el of dit geregeld is. Een tw eede hot item voor de VVDfractie is de kunstuitleen. Het college is ons tegemoetgekomen en w ij zijn het daarvoor erkentelijk. Wij steunen het voorstel om in 2001 het subsidiebedrag vast te stellen op 1,1 mln. Ook het doorvoeren van de korting in 2002 van 3 ton kan op onze instemming rekenen. Het Berenschot-onderzoek over de kunstuitleen w achten w ij, met het college, af. De resultaten daarvan komen medio dit jaar. Echter, over het traject in de jaren 2003 en 2004 w il ik toch helder zijn. Wij stellen voor om, ongeacht de uitkomst van het onderzoek, in de looptijd van deze cultuurnota in ieder geval niet verder af te bouw en dan de 6 ton. Wij gaan dan immers van 1,1 mln. in 2001, minus 3 ton
18
in 2002 naar 8 ton. Resteren voor reshuffeling of bezuiniging nog 2 ton voor de overige tw ee jaar, indien het Berenschot-onderzoek dat uitw ijst. Immers, reshuffeling vindt plaats ten gunste van de culturele planologie. Ik hecht eraan, op te merken dat w at de VVD-fractie betreft de 6 ton in deze periode als een bodembedrag aangemerkt moet w orden. Uiteraard zal het Berenschot-onderzoek sturend zijn voor de jaren 2004-2008. Misschien is de uitkomst dat er meer gedaan kan w orden ten gunste van de culturele planologie. De andere opmerkingen die w ij hebben gemaakt in de vergaderingen van de commissie ZWC zijn voor ons op een acceptabele w ijze verwerkt. Wij w achten het antw oord van het college in tw eede termijn af. De heer Poulie (GroenLinks): Mijnheer de voorzitter! In de nieuw e cultuurnota is gezocht naar een balans. Zo is gekozen voor een voortzetting op hoofdlijnen van de prioriteiten van de oude cultuurnota, in het bijzonder ten aanzien van de kerntaken cultuurbehoud, cultuurparticipatie en cultuureducatie. Verder is gezocht naar de bevordering van een meer gerichte, integrale benadering van cultuur met andere beleidsterreinen, waarbij als speerpunten zijn gekozen: ruimtelijke inrichting, stedelijke vernieuw ing, economie en toeris me. Er is dus gepoogd, bestaand beleid te handhaven en daarnaast is nieuw beleid ontw ikkeld, w aarbij cultuur als bindmiddel en stimulans voor kw aliteit w ordt gebruikt. Dat is positief aan deze cultuurnota. Uitsluitend het continueren van bestaand beleid ten aanzien van de kerntaken is onvoldoende. Vernieuw ing kan plaatsvinden op basis van aanpassingen aan vraag en aanbod. Wij hebben te maken met allerhande cofinancieringen met het rijk. Bij de beoordeling van subsidieverzoeken dienen de neuzen van alle beoordelaars in dezelfde richting te w ijzen. Adviezen van de landelijke Raad voor cultuur hebben dus gevolgen voor de adviesverlening aan provinciale gezelschappen of culturele instellingen. GroenLinks heeft moeite met deze gang van zaken. In de commissie
12 februari 2001
hebben w ij al meerdere malen naar voren gebracht dat w ij van mening zijn dat de provincie een eigen beleidsvrijheid heeft op het gebied van cultuur en dus ook verantw oordelijkheid moet nemen op dit terrein. De noodzaak hiertoe is zonder meer aanw ezig, zeker als blijkt dat de stichting Kunst en cultuur positief adviseert. Nemen w ij het adviesw erk van deze stichting serieus, dan moet dat ook blijken uit het vervolgtraject. Kortom, w ij vinden dat de provincie zelf moet beoordelen, al dan niet naar aanleiding van adviezen van de stichting Kunst en cultuur, w at het belang is van provinciale gezelschappen en culturele instellingen voor de culturele identiteit van NoordHolland. Dus als het advies van de stichting Kunst en cultuur positief is en het advies van het rijk negatief, dan moet de provincie op zoek naar een andere vorm van cofinanciering. Dat dit heel goed werkt, zien w ij aan de w ijze w aarop de subsidieaanvraag van Unieke Zaken is afgehandeld, namelijk een cofinanciering van de provincie en de gemeente Alkmaar. Gefeliciteerd, Unieke Zaken, al is het bedrag w at jullie hebben gekregen, erg gering. Dat zo'n cofinanciering niet iedereen ten deel valt, blijkt uit hetgeen Xynix Opera is overkomen. Zij krijgt via het rijk een bedrag, maar helaas zonder cofinanciering van de provincie en ook niet van Amsterdam, terw ijl uitgerekend Xynix het eerste gezelschap onder de zaaglijn is. Mijnheer de voorzitter! Op het terrein van cultuureducatie en cultuurparticipatie spelen kunstuitleencentra een belangrijke rol. De kunstuitleen is naar ons idee een onmisbare schakel tussen kunst en publiek. Het laagdrempelige karakter van deze instelling onderstreept dit nog eens. Bureau Berenschot doet onderzoek naar de positie en kansen van de kunstuitleen in Nederland. Het is niet ondenkbaar dat het onderzoek zal uitw ijzen dat een bodembedrag voor 2004 vastgesteld moet worden. Het resultaat van dat onderzoek is pas in de loop van dit jaar te verwachten. Maar om nog grotere onzekerheid bij de kunstuitleen te voorkomen, w illen w ij daar niet op wachten en nu al een bodembedrag vaststellen van ƒ600.000,-- voor het jaar
19
2004. Ik dank de VVD-fractie, die ook een dergelijk voorstel doet. Wij dienen op dit punt een amendement in. In de commissie hebben w ij gezegd dat w ij op zich niet tegen centralisatie van de steunfuncties zijn, maar w ij w achten met smart op het externe onderzoek. Wel hebben w ij met nadruk aangegeven dat gezorgd moet worden voor behoud van maatw erk en kw aliteit. Een steunfunctie-instelling vervult nu eenmaal in de regio een makelaarsrol; zij onderhoudt contacten met scholen en culturele instellingen en is goed op de hoogte van de activiteiten in scholen en culturele instellingen. Ik w ijd een enkel w oord aan de speerpunten. Wij vinden dat het onderdeel cultuur als bindmiddel en stimulans voor kw aliteit de komende tijd hoog op de agenda van diverse commissies thuishoort, bijvoorbeeld van de commissie Ruimtelijke Ordening. De beleidsnota over de relatie cultuurhistorie en ruimtelijke inrichting, de nota Belvedere, vinden w ij een voorbeeld van de lijn w aarlangs de discussie gevoerd kan w orden, of misschien gevoerd moet w orden. Wij zijn er dan ook groot voorstander van dat bestaande cultuurhistorische kw aliteiten duurzaam in stand w orden gehouden door een beleidsmatige veranker ing in het ruimtelijk beleid, maar ook in streek- en bestemmingsplannen. Culturele planologie leggen w ij ook uit als het integreren van cultuurhistorie en ruimtelijke inrichting. Wij vinden dat dit onderw erp bespreekbaar moet w orden gemaakt in het kader van de Vijfde nota ruimtelijke ordening. De provincie kan het dus niet laten bij het stellen van een prior iteit, zoals in de paragraaf Actieplan cultuurbereik. Het staat misschien interessant, maar als er vervolgens niets mee w ordt gedaan, hebben w ij over enkele jaren ons cultuurhistorisch erfgoed uitgeleverd aan asfalt en beton. In de cultuurnota w ordt gesteld dat bij de start van alle door de provincie op te stellen strategische plannen een cultuurdebat georganiseerd moet w orden. Daar mee zijn w ij het volmondig eens. Het streekplan NoordHolland-zuid w ordt nu voorbereid. Wij zouden graag nu een afspraak w illen maken over het opzetten van een
12 februari 2001
cultuurdebat in verband met dit streekplan en dienen hierover een motie in. Tot slot nog een enkel w oord over de Stelling van A msterdam. Wij zijn, met de voorzitter en de Stelling van Amsterdam, van mening dat het rijk hier medeverantw oordelijk voor is, gegeven de werelderfgoedstatus. Wij maken ons zorgen over het uitblijven van de financiële vertaling van deze medeverantw oordelijkheid. Wij vragen ons af op w elke w ijze GS kunnen bevorderen dat het rijk hierover duidelijkheid verschaft. Zolang het rijk zijn verantw oordelijkheid niet neemt, kan de provincie de door haar opgerichte stichting niet laten vallen. In het afgelopen jaar kon de stichting gebruikmaken van de inzet van 3,5 formatieplaatsen op het projectbureau. In kort tijd zijn er 2 vanuit de provincie gedetacheerde ambtenaren vertrokken. De opengevallen plekken zijn echter niet opgevuld. Wij vinden deze formatie veel te krap, gelet op de vele taken die de stichting Stelling van Amsterdam moet verrichten om dit nog steeds bedreigde werelderfgoedmonument te behouden en toegankelijker te maken. Wij blijven de stichting steunen en dienen een amendement in op dit punt. Motie 3-1 Door de leden Poulie, Noorderveen, Van Duijn en Geldhof w ordt de volgende motie voorgesteld: Provinciale Staten van Noord-Holland, in vergadering bijeen op 12 februari 2001; beraadslagend over de Provinciale Cultuurnota 2001-2004; overwegende, dat - met betrekking tot de kunstuitleencentra in Noord-Holland, onze eerste zorg uitgaat naar het voortbestaan van de instellingen; - de kunstuitleencentra laagdrempelige instellingen zijn; - voor 2001 de bijdragen die gemeenten krijgen voor de kunstuitlenen, in totaal 1,1 mln., gelijk gebleven zijn; - voor 2002 van de 1,1 mln., ƒ300.000,-wordt overgeheveld naar de Regeling Beeldende Kunsten - Culturele Planologie;
20
verzoeken het college van gedeputeerde staten, voor 2004 al een bodembedrag in te stellen van ƒ600.000,--, nog voor het onderzoek-Berenschot komt met een ander vast te stellen bodembedrag, en gaan over tot de orde van de dag. Motie 3-2 Door de leden Poulie, Breunissen, Noorderveen, Koetsier, Van Duijn en Geldhof w ordt de volgende motie voorgesteld: Provinciale Staten van Noord-Holland, in vergadering bijeen op 12 februari 2001; beraadslagend over de Provinciale Cultuurnota 2001-2004; overwegende, dat - een integrale benadering van de beleidsterreinen cultuur en ruimtelijke inrichting een van de speerpunten van het provinciale cultuurbeleid is; - de cultuurnota de w enselijkheid uitspreekt bij de start van alle door de provincie op te stellen strategische plannen een cultuurdebat te organiseren (p. 27); - de provincie bezig is met de voorbereiding van een nieuw structuurplan voor Noord-Holland-zuid; verzoeken het college van Gedeputeerde Staten, - in 2001 een cultuurdebat te organiseren als bouw steen voor het op te stellen streekplan Noord-Holland Zuid; - en daarbij te betrekken de op de werkconferentie van 13 juli 2000 gedane suggesties voor projecten op het snijvlak van cultuur en ruimtelijke inrichting, zoals groen- en w aterontw ikkeling rond de Stelling van Amsterdam en Visie IJ in/met dijken (p. 55), en gaan over tot de orde van de dag. Amendement 3-1
12 februari 2001
Door de leden Poulie, Noorderveen, Van Duijn, Breunissen en Geldhof w ordt het volgende amendement voorgesteld: Provinciale Staten van Noord-Holland, in vergadering bijeen op 12 februari 2001; beraadslagende over de provinciale Cultuurnota 2001-2004; overwegende, dat - de provincie als (mede)oprichter van de Stichting Stelling van A msterdam een grote verantw oordelijkheid draagt voor de realisatie van de doelstellingen van de stichting; - de uitgedunde personeelsformatie in 1999 in 2000 oorzaak is van allerlei vertragingen in de uitvoering van werkzaamheden van de stichting; - de pogingen van de provincie om het rijk bij de financiering van de Stelling van Amsterdam te betrekken, niet tot gevolg mogen hebben dat het projectbureau nog langer onderbezet blijft en de vertragingen in de uitvoering van w erkzaamheden voortduren; verzoeken het college van gedeputeerde staten, punt 6 onder B als volgt aan te vullen met punt 6a: voor de Stichting Stelling van Amsterdam voor het jaar 2001 een extra bedrag van ƒ100.000,-beschikbaar te stellen voor de aanstelling van een medew erker op projectbasis, en het college te verzoeken hiervoor een passende dekking te vinden. Deze moties en dit amendement, die door een genoegzaam aantal leden zijn ondertekend, maken mitsdien onderw erp van beraadslaging uit. De heer Bruijn (PvdA): Voorzitter! Ik heb in de commissie al gezegd dat het op zichzelf begrijpelijk, maar toch opmerkelijk is dat bij de verdere concretisering van de cultuurnota het om steeds minder onderw erpen gaat. Wij zijn nu al langer dan sinds oktober 1999 bezig met de voorbereiding van deze nota. Met name in de eerste fase, bij de startconferentie, expertmeetings en zelfs bijeenkomsten op ambtelijk niveau, w aarvoor ook statenleden w erden uitgenodigd, w as er in
21
de discussie sprake van een hoog gehalte "groots en meeslepend w il ik leven" of, zo men w il, "sterft gij oude vormen en gedachten". Breed w erd ingegaan op de rol van de provincie in het cultuurbeleid. Uit die tijd stamt de uitspraak van de gedeputeerde, dat w ij in de komende periode veel meer aan beeldende kunst moeten doen, grote kunstprojecten moeten w agen, waarbij er best eens w at mag mislukken. Echter, hoe concreter de nota, des te moeilijker het voor de deelnemers w ordt. Ook directeuren van instellingen, met hun brede invalshoek in de beginfase, en w ethouders van grote steden zetten, toen puntje bij paaltje kw am en de vragen beantw oord moesten worden op welke w ijze de kunstuitleen vernieuw d kan w orden of op w elke w ijze moet w orden omgegaan met de kunsteducatie, al snel hun handtekening onder een protestbrief. Die staat dan naar mijn gevoel w at ver af van de discussie in de beginfase. Dat is misschien begrijpelijk, omdat lokale belangen in deze fase een grotere rol spelen, maar het is w el jammer. Ik kom op de uitgangspunten van de cultuurnota. Mevrouw Van Gaalen heeft al gezegd dat het in belangrijke mate gaat om continuering van bestaand beleid, zeker ten aanzien van belangrijke uitgangspunten zoals cultuurparticipatie met name van jongeren en allochtonen, en cultuurbehoud. In zoverre is er niet zo gek veel nieuws onder de zon. Ook niet nieuw , maar w el w at verder aangezet, is het meer flexibel w illen omgaan met het geld. Dat is op zich goed. De ruim 30 mln. die w ij in de cultuur steken, mag niet geheel zijn vastgelegd in verplichtingen, zodat er jarenlang niets anders mee kan gebeuren. Er moet meer op projectbasis w orden gew erkt, mede via een opdrachtenbeleid. Het is goed dat dit beleid w ordt voortgezet. Verder zijn er w at nieuw e accenten geplaatst, w ant in Nederland rouleert beleid snel. Er w ordt nu ook iets meer gedaan aan het cultuurbereik, dat dicht bij cultuurparticipatie ligt. Wij vinden het bijzonder goed dat er sprake is van een verdergaande integratie, overleg inzake cultuuruitgangspunten en toetspunten op beleidsterreinen zoals ruimtelijke ordening, stedelijke vernieuw ing en economische zaken. Dat is in feite meer de kern van de
12 februari 2001
cultuurnota dan een discussie over een viertal knelpunten, w aarover het de laatste tijd vooral is gegaan, te w eten de kunstuitleen, het steunpunt kunsteducatie, financiering van monumentenkanjers en kleinere zaken zoals Unieke Zaken en Xynix. Er is behoorlijk op het college ingepraat, zow el in de inspraak als in de commissie. In de nota van GS kunnen w ij ons in belangr ijke mate vinden. Ten aanzien van de kunstuitleen is de verleiding groot, over vier jaar geleden te beginnen. Ik doe dat niet vanw ege de tijd. Ik constateer dat w ij er na een subsidiebeleid van de provincie van decennia best aan toe zijn, te bezien of andere vormen om kunst bij de mensen te brengen, gerealiseerd kunnen w orden. Wij vinden dat de huidige subsidie beschikbaar moet blijven, maar w el mag er gekeken w orden naar andere functies. In eerste instantie ging dat w el erg hoekig en kort door de bocht. Inmiddels heeft het college dit enigszins bijgesteld. Wij zijn het in zoverre met de opmerking van mevrouw Van Gaalen eens, dat het eerste jaar voor overleg w ordt gebruikt. Daarna is er een bezuiniging van 3 ton. Vervolgens is er een landelijk onderzoek en dan zien w ij wel verder. Uit de discussie over het onderzoek zal blijken hoe verder moet worden gegaan. Wij hebben daar nu w el ideeën over, maar zij kunnen beïnvloed worden door het onderzoek. Ten aanzien van de kunsteducatie geldt eigenlijk hetzelfde. In de commissie heb ik al aangegeven dat een uitgangspunt, een beginpunt voor de discussie, prima is, maar het mag geen dogma w orden. Als startpunt voor de discussie over de kunsteducatie is voor ons belangrijk dat centrale aansturing door de provincie mogelijk is. Verder kan het wat ons betreft alle kanten opgaan. De komende tw ee jaar moeten benut w orden voor goed overleg. Het verzoek om 2 ton hoeft w at mij betreft niet via een motie gehonoreerd te w orden. Het college moet dit eenmalige bedrag ergens kunnen vinden. Voor Unieke Zaken is naar onze mening een goede regeling getroffen. Ten aanzien van de monumentenkanjers is er om financiële redenen een plafond aangebracht van 2 ton in het
22
Kranenburgfonds. Met name de grote projecten, soms in samenhang met andere, genoemd een "ensemble", komen in de knel. Eigenlijk moet daar extra geld voor beschikbaar zijn. Het college heeft voorgesteld, dit via het FINH te regelen, maar dat blijft toch w el enigszins een loterij. Wij vinden een structurele regeling van belang. Samen met de fracties van de SP, D66, GroenLinks, AOV/OU55+ en het CDA hebben w ij een motie voorbereid. Eindelijk is er een regeling voor de roerende monumenten, maar het mag daarbij niet gaan om een lijst van monumenten. Het is van belang dat voor de roerende monumenten faciliterende voorzieningen in het beleid w orden opgenomen. Met andere w oorden: een oude scheepshelling of een oud station is belangrijker dan een treintje of een bootje op de lijst. Dat voorkomt w aarschijnlijk ook nog problemen. Wij komen hier zeker nog over te spreken. De heer Bozelie (GroenLinks): Vallen archeologische monumenten onder w ater ook onder roerende monumenten? De heer Bruijn (PvdA): Iets dat onder water op de bodem ligt, is niet echt een roerend monument. De heer Bozelie (GroenLinks): Waarom niet? Het kan toch boven w ater worden gehaald? De heer Bruijn (PvdA): Dan w ordt het roerend. Uiteindelijk kan het hier ook onder vallen. De heer Bozelie (GroenLinks): Is er in de cultuurnota aandacht hieraan besteed? De heer Bruijn (PvdA): Nee, er is alleen gezegd dat er beleid ontw ikkeld w ordt. Op dat moment komen de door u gestelde vragen aan de orde. De heer Bozelie (GroenLinks): Ik w acht dat rustig af. De heer Bruijn (PvdA): Voorzitter! Ik heb in het begin van mijn betoog gezegd dat het college meer w ilde w agen op het punt van beeldende kunst. Binnenkort w ordt er
12 februari 2001
35 mln. en w aarschijnlijk meer, uitgegeven aan het provinciehuis. Hoe zit het met de 1%-regeling? Motie 3-3 Door de leden Bruijn, Boelhouw er, Geldhof, Poulie, Bruystens en Akkas w ordt de volgende motie voorgesteld: Provinciale Staten van Noord-Holland, in vergadering bijeen op 12 februari 2001; gehoord de discussie rond de Cultuurnota 2001-2004 met betrekking tot het onderdeel monumentenbeleid; overwegende, dat - al enkele jaren de restauratiebijdrage aan provinciale monumenten, mede om financiële redenen, gelimiteerd is tot een bedrag van ƒ200.000,-- per object; - w erkelijk grote provinciale monumenten, dan w el zogenaamde "ensembles van monumenten" door deze limitering, bij restauratie geen substantiële provinciale steun meer kunnen ontvangen; overwegende, dat het per jaar mogen meedingen in de "race" om de FINHgelden van een tw eetal van dergelijke monumentale "kanjer-projecten" tot een maximum van ƒ1.000.000,-- geen structurele oplossing biedt; verzoeken het college van GS om bij de voorjaarsnota een structurele financiering voor restauratie van maximaal tw ee provinciale "kanjer"-monumenten tot een totaalbedrag van ƒ1.000.000,-- op jaarbasis structureel mogelijk te maken, en gaan over tot de orde van de dag. Deze motie, die door een genoegzaam aantal leden is ondertekend, maakt mitsdien onderw erp van beraadslaging uit. Mevrouw Geldhof (D66): Voorzitter! Voor ons ligt de Cultuurnota 2001-2004, gedateerd 16 januari. Zij is vervolgens op 17 januari in de commissie besproken. Het is slordig dat de aldaar geplaatste kanttekeningen, met name ten aanzien van de kunstuitleen en de steunfuncties, en door de gedeputeerde toegezegde
23
wijzigingen niet verw erkt zijn in het stuk. De kunstuitleen is een pr ima instelling, die brede lagen van de bevolking bereikt. In de commissie is gezegd dat het om gesubsidieerde galer ies zou gaan. Die term vinden w ij onbegrijpelijk. Het voorstel van GS tot afbouw van de bijdrage aan de kunstuitleen van 1,1 mln. tot 3 ton vinden wij ongefundeerd, prematuur en directief. Immers, het rapport van de Federatie kunstuitleen moet nog uitkomen en richting geven aan het beleid. D66 steunt van harte de motie van GroenLinks om in 2004 niet lager uit te komen dan 6 ton. Ik kom op de provinciale steunfunctie kunsteducatie. Na forse kritiek bij de eerste behandeling van de cultuurnota in de commissie op de voorgenomen herstructurering hebben GS die directieve plannen bijgesteld. In de nu aan de orde zijnde nota staat dat recht is gedaan aan de w ens van de meerderheid van de commissie om samen met het veld aan de slag te gaan zonder blauw druk van bovenaf en zonder fixatie op de huidige situatie. Een open aanpak zou je zeggen, maar toch is D66 erg ongelukkig met de zinsnede dat centrale, beleids matige aansturing van de provincie uitgangspunt is. D66 ziet de passages w aarin over centrale aansturing w ordt gesproken graag aangepast w orden. Wij zijn het eens met de voorstellen inzake de vierjar ige budgetfinanciering van de professionele jeugdtheatergroepen. Toch is het buitengew oon jammer dat Xynix Opera net buiten de boot valt, terw ijl deze vorm van jeugdtheater zo'n gew eldige verrijking van het culturele aanbod is. Met kinderopera w ordt een vorm toegevoegd die compleet aanvullend is op de vijf gehonoreerde jeugdtheatergroepen. Ons pleidooi voor Xynix Opera zullen w ij ondersteunen met een amendement, w aarin wordt voorgesteld, ƒ50.000,-- per jaar hiervoor uit te trekken. Amendement 3-2 Door de leden Geldhof, Poulie, Le Belle en Berman w ordt het volgende amendement voorgesteld:
12 februari 2001
Provinciale Staten van Noord-Holland, in vergadering bijeen op maandag 12 februari 2001; overwegende, dat - de provinciale Cultuurnota Noord-Holland 2001-2004 door gedeputeerde staten ter vaststelling w ordt aangeboden; - het financieel uitgangspunt budgettaire neutraliteit van de huidige provinciale begrotingspost voor vierjarige jeugdtheatergroepen is vastgesteld op ƒ2.119.400,-- (begrotingspeil 2001); - dat bij de honorering van de subsidieverzoeken de prioriteitsvolgorde van het door de stichting Kunst en Cultuur uitgebrachte advies is opgevolgd; - dat vervolgens de subsidieaanvraag van jeugdtheatergroep Xynix Opera (muziektheater voor het basisonderw ijs) als eerste niet meer gehonoreerd is; constaterende, - dat Xynix Opera qua doelgroep en kw aliteit beantw oordt aan de gestelde voorwaarden om in aanmerking te kunnen komen voor vierjarige budgetfinanciering van jeugdtheatergroepen; - dat Xynix Opera voldoet aan de gestelde eisen van cofinanciering; - dat Xynix Opera een vor m van jeugdtheater biedt die niet door de w él gehonoreerde jeugdtheatergroepen w ordt aangeboden; besluiten, aanvullend op het in de Cultuurnota 2001-2004 omschreven voorstel aan Xynix Opera een vierjarige budgetfinanciering toe te kennen ter grootte van ƒ50.000,-- per jaar en te verwerken in de voorjaarsbegroting. Dit amendement, dat door een genoegzaam aantal leden is ondertekend, maakt mitsdien onderw erp van beraadslaging uit. Mevrouw Boelhouwer (SP): Voorzitter! Mijn bezw aren ten aanzien van de nieuw e cultuurnota heb ik tot tw eemaal toe in de commissie geventileerd. Ik heb gezegd dat de provincie geen recht doet aan w at er de afgelopen jaren is opgebouw d aan cultuur in Noord-Holland. Ik heb ook gezegd dat de provincie zich blijkens deze nota te
24
eenzijdig r icht op nieuw en anders en tegelijkertijd dat nieuw en anders niet beargumenteert. Het college zegt niet waarom het zo anders moet. Ik heb gezegd dat dit onbegrijpelijk is, omdat uit de ingekomen reacties en uit de recensies van voorstellen in de media blijkt dat w at de provincie niet langer w il subsidiëren ondertussen w el veel publiek trekt. Als laatste heb ik gezegd dat er eigenlijk veel meer eigen geld van de provincie bij moet. De provincie mag de zaken w el op een andere manier regelen, maar daarvoor moet w el een reden zijn. Als die er niet is, moet de provincie voor nieuw e dingen eigen middelen inzetten. Ik heb gew ezen op de 650 mln. UNA-gelden, die vorig jaar april door de provincie op een renterekening of spaarrekening zijn gezet tegen ongeveer 5% rente per jaar. Met de rente geld w eet de provincie eigenlijk niets te doen, w ant dat w is t zij ook niet met de 650 mln. Bezuinigen op de kunst is dus niet nodig. Mevrouw Klijn (lid van gedeputeerde staten): De staten hebben de begroting goedgekeurd. Het bedrag van 24 mln. is opgemaakt aan zaken die voor de burgers in Noord-Holland van belang zijn. Mevrouw Boelhouwer (SP): Dat is dan jammer. Er staat echter nog w el 650 mln. op de rekening. Een bedrag van 2,5 mln., waar ik straks op terugkom, kan daar w el afgeplukt w orden. In de commissie zijn mijn bezw aren en voorstellen beleefd aangehoord. Deze nota verschilt niet van de nota die in de commissie is besproken. Mijn bezw aren zijn niet verw erkt. Dat is niet onbegrijpelijk - w aarom zou men naar mevrouw Boelhouw er luisteren? - maar ik vind het wel onbegrijpelijk als w ordt gedacht aan het publiek in Noord-Holland. Allerlei instellingen en culturele groeperingen hebben bezw aren ingediend. Z ij hebben hun bezw aren wel onderbouw d, in tegenstelling tot de provincie, die niet met argumenten komt. Van een provincie mag je verw achten dat zij de cultuur die leeft onder mensen mogelijk maakt en ook dat zij ervoor zorgt dat nieuw e culturele projecten voet aan de grond krijgen. Ten slotte mag je verw achten dat alle mensen
12 februari 2001
bediend w orden. Maar deze provincie doet dat niet. Zij zet bijvoorbeeld het regionaal theater buiten de deur, terw ijl het jaarlijks wel karavanen publiek trekt. Het college zegt dan dat het passé is, maar dat is niet waar, want dat bew ijzen de publieksaantallen. Ik kan mijn bezw aren wel herhalen, maar dat vind ik en waarschijnlijk ook het college vervelend. Ik houd het voor vandaag op de conclusie dat de provincie niet verder komt dan machtsvertoon in de trant van: w at Neef wil is w et. Hij dringt zonder enige reden het Noord-Hollandse publiek een cultuurw ereld op w aar men niet op zit te wachten, zo blijkt uit de reacties. De cultuur die men w el w il, zet het college te koop, op straat. Als statenlid staat dan de weg van de motie open. Je hoopt dat de hier verzamelde statenleden w at verstandiger en minder despotisch zijn dan het college. Als laatste een smeekbede. De kunst zat lang in het verdomhoekje, w as lang de pispaal. Nu zit Nederland eindelijk weer eens goed in de slappe w as. In deze tijd van "survivallen" in Peru en potige sigaren in het mombakkes, mag de pispaal van voorheen, de kunst, w el w eer eens flink bedeeld w orden, al w as het alleen maar als o zo belangrijk tegenw icht. Voorzitter, dat kan, maar dan moeten de staten w el de motie van mijn fractie steunen. De voorzitter: Ik tw ijfelde even of ik alles wel kon laten passeren, w ant uw bew oordingen w aren wel op het randje. Motie 3-4 Door de leden Boelhouw er en Graatsma wordt de volgende motie voorgesteld: Provinciale Staten van Noord-Holland, in vergadering bijeen op 12 februari 2001; gehoord de discussie omtrent de Cultuurnota 2001-2004; overwegende, dat - een goede verspreiding van kunsten over de provincie de verantw oordelijkheid is van het provinciebestuur;
25
- het provinciebestuur moet garanderen dat op het gebied van de kunsten het adagio geldt: voor elk w at wils; - de subsidies voor cultuur jarenlang op nagenoeg hetzelfde peil bleven; - de cultuur het verdient mee te genieten nu het economisch goed gaat met Nederland; - de provincie tot nu toe slechts 10% eigen geld bijdraagt aan de financiering van de cultuurnota; constaterende, dat - de nieuw e cultuurnota subsidiekranen dichtdraait voor kunstuitingen en instellingen die veel publiek trekken in de provincie; - de nieuw e cultuurnota subsidiekranen dichtdraait voor kunstuitingen en instellingen die van de provinciale adviesraad een positieve beoordeling krijgen; - de nieuw e cultuurnota slechts rekening houdt met de s maak van een deel van de bevolking van de provincie; - de provincie haar keuze voor dat specifieke deel onvoldoende beargumenteert; - de provincie evenmin beargumenteert waarom bepaald soort theater (regionaal) voortaan niet meer meegenomen w ordt in de beoordeling; - het uitgangspunt van de nieuw e cultuurnota budgettaire neutraliteit is; - de provincie jaarlijks ruim 25 mln. rente trekt op de baten van de verkoop van de UNA; dragen het college op, - de eigen bijdrage aan de cultuurnotagelden te verhogen met 2,5 mln.; - met (een deel van) dit bedrag van 2,5 mln. de subsidiekranen open te houden van de instellingen en groepen die tot nu toe, volgens de "oude" cultuurnota, werden gesubsidieerd; met hetgeen resteert van het bedrag de culturele groepen en instellingen te ondersteunen die in de nieuw e nota onder de zogenaamde zaaglijn komen, alsmede die instellingen etc. te ondersteunen van w ie de aanvraag om onduidelijke (zie terug) redenen niet gehonoreerd is,
12 februari 2001
en gaan over tot de orde van de dag. De voorzitter: Naar mij blijkt, w ordt deze motie voldoende ondersteund. Mitsdien maakt zij onderw erp van de beraadslaging uit. De heer Bezemer (RPF/GPV/SGP): Mijnheer de voorzitter! Cultuur is een belangrijke exponent van ons bestaan. Zij is bijna altijd aanw ezig als je haar w ilt zien of horen. De cultuur is zo'n zw aarwegend aspect van ons leven, dat zij ver na ons leven nog geduid kan w orden als een cultuur w aarin w ij geleefd hebben. Eerbied voor de culturen die gew eest zijn, is op haar plaats. Zij geeft blijvend betekenis aan die cultuur en aan de plaats w aar zij voorkomt. Het is daarom belangrijk dat de provincie die cultuurrestanten van voorgaande tijden in beeld w il brengen en beschermen. Maar ook in het heden w ordt cultuur gevormd. Nu kent cultuur een tw eedeling, namelijk dat w at door de cultuurproducenten w ordt voortgebracht door kunstenaars en dat w at bij de maatschappij hoort, de stijl van deze tijd. De politiek schijnt bij het w erk van cultuurproducenten geen opvatting te mogen hebben over w at mooi is of niet. Daar ben ik het niet mee eens. Ik geef toe dat het moeilijk is om het met een groot aantal verschillende mensen eens te worden over een keuze wat mooi is of niet. Maar dat geldt voor elke groep. Bij mij zullen bijvoorbeeld christelijke nor men en waarden bij de beoordeling een rol spelen, maar dat geldt voor iedereen, w ant zelf s een tolerante maatschappij moet grenzen stellen w aar zij niet w il ontaarden in chaos en normloosheid. Voorzitter: Van Kemenade De heer Bezemer (RPF/GPV/SGP): Mijnheer de voorzitter! Mijn fractie heeft waardering voor de nieuw e cultuurnota, hoew el de uitw erking van tw ee nieuw e posten, onderzoek en ontw ikkeling en integratieprojecten, nog feitelijk moet worden ingevuld. De herstructurering van het beeldende kunstenbeleid gaat met pijn gepaard. In de kunstuitleen w ordt gesneden. Dat zal pijn doen. Ik heb met
26
tevredenheid kennisgenomen van de fasering in de afbouw van de kunstuitleensubsidies. Op deze w ijze kunnen deze instituties zich samen met de gemeente tijdig instellen op de nieuw e situatie. Ik vraag daarvoor extra aandacht en, zo mogelijk, extra geld. Het amendement van GroenLinks zal ik dan ook steunen. Mevrouw Akkas (CDA): Voorzitter! Na alle kritiek w il ik het college toch complimenteren met het stuk. In vergelijking met het eerste ontw erp is het helder, beter leesbaar. Het standpunt van de provincie w ordt duidelijk naar voren gebracht. De provincie legt in de huidige nota meer de nadruk op de maatschappelijke dimensie van cultuur, waarin de w ens w ordt geuit, meer flexibiliteit in het cultuurbeleid in te bouw en. Ook het CDA onderschrijft dit aspect. Toch heb ik nog enkele opmerkingen. Ik sta allereerst stil bij de herstructurering van de provinciale steunfunctie kunsteducatie. De provincie acht het van groot belang dat de steunfunctie kunsteducatie haar activiteiten toespitst op de stimuler ing van de kunsteducatie in het basisonderw ijs en het gehele voortgezet onderw ijs. Het huidige bereik van de steunfunctie in het basisonderw ijs is 81%. Het CDA is van mening dat onderzocht moet w orden hoe dit bereik in het basisonderw ijs en het voortgezet onderw ijs vergroot kan w orden. Wij zijn van mening dat het bereik onder scholieren de eerste prioriteit heeft en niet de herstructurering van de bestaande structuur. Gelet op de inhoud van de nota lijkt het erop dat de herstructurering op dit moment vooropstaat. Dat valt onder andere af te leiden uit het daarin opgenomen traject w aarin de centralisatiegedachte in het achterhoofd speelt. Zo w ordt gesteld dat de herstructurering ter hand genomen zal worden in samenw erking met het werkveld. Dat is hartstikke mooi. Dat geldt ook voor de opmerking dat dit zonder blauw druk van bovenaf zal gebeuren. Maar ik vraag mij af op w elke w ijze deze herstructurering moet plaatsvinden zonder fixatie van de bestaande situatie. Ook
12 februari 2001
wordt er al een bedrag van 2 ton gereserveerd voor implementatie van het proces van herstructurering. Met andere woorden: het CDA leidt uit deze uitspraken af dat de centralisatiegedachte al aardig op gang is. Daarnaast w ordt gesteld dat bij een positieve besluitvorming na overleg met het w erkveld, een externe deskundige de opdracht krijgt, een w erkplan op te stellen, als er sprake is van een eenduidige, efficiënte provinciale aansturing. Voor het CDA is het erg onduidelijk. Wij hebben niets tegen een externe deskundige, maar alleen als deze zonder vooringenomenheid, dus zonder het uitgangspunt centralisatie, te w erk gaat. Concluderend. Voor het CDA is het doel belangrijk, namelijk de stimulering van kunsteducatie in het basis- en voortgezet onderw ijs. Dit doel moet worden nagestreefd. Het CDA is dan ook van mening dat met een herstructurering c.q. centralisatie dit bereik niet per definitie gehaald zal w orden, zeker niet als het werkveld heel duidelijk aangeeft, tevreden te zijn over de huidige decentrale situatie. Bovendien is het CDA van oordeel dat eerst het onderzoek afgew acht moet worden voordat überhaupt w ordt overgegaan tot een herstructurering. De oorspronkelijke doelstelling van de kunstuitleen is het dichter bij de bevolking brengen van de beeldende kunst, w aarbij de provincie de eigen verantw oordelijkheid beperkt tot de spreidingsfunctie. De gedeputeerde stelt een gefaseerde afbouw voor tot een basisbedrag van 3 ton. Het is inmiddels duidelijk gew orden dat in beginsel de kunstuitleeninstellingen voor een groot deel zichzelf staande kunnen houden, maar het CDA blijft zich afvragen of dit niet ten koste gaat van de oorspronkelijke doelstelling. Daarnaast heeft het CDA bedenkingen over de hoogte van het bedrag van 3 ton. Ik maak dan ook graag het voorbehoud dat, mocht de oorspronkelijke doelstelling in gevaar komen, de provincie het beleid alsnog bijstelt, indien noodzakelijk gevolgd door een financiële vertaling. Voorzitter! Ik sta nog stil bij het feit dat cultuur vele positieve neveneffecten heeft, zeker ten aanzien van jongeren. Je
27
geeft jongeren naast activiteiten zoals sport een extra reden om van de straat te zijn. Dit brengt mij op het punt dat de provincie meer aandacht moet besteden aan de probleemgroepen en de multiculturele aspecten die cultuurparticipatie en cultuureducatie voor jongeren met zich brengen. Daarnaast moet ook in het oog gehouden w orden dat multiculturaliteit niet alleen voor jongeren, maar ook voor ouderen in de samenleving van belang is. Mede gelet op dat feit dient het multiculturele aspect in breder verband in het beleid betrokken te w orden. De provincie moet zich actief tonen bij het gebruikmaken van cultuur voor minderheden. Het CDA heeft altijd hart gehad voor het Nederlands kindertheater. Wij zijn dan ook erg blij dat deze groep een rijksbijdrage heeft gekregen, w aardoor zij verder kan. Wij w illen hierbij toch een slag om de ar m houden. Mocht het NKT om een of andere reden in de problemen komen, zal de provincie naar de mening van het CDA het NKT alsnog tegemoet moeten komen. Voor de derde keer sta ik stil bij de economische effecten die cultuur in Noord- Holland heeft. Over dit onderw erp is al verschillende malen in de commissie gesproken. Ik houd vast aan dit punt omdat uit een berekening blijkt dat culturele activiteiten Haarlem jaarlijks 50 mln. opleveren. Ik w il dat een dergelijk onderzoek ook in Noord-Holland plaatsvindt, ook al w eet ik dat er uit financieel oogpunt bedenkingen daartegen zijn. Ik verzoek de gedeputeerde dit met zijn collega-gedeputeerde te bespreken en zijn oordeel daar alsnog over te geven. De voorzitter: Ik schors nu de behandeling van de cultuurnota om gelegenheid te geven tot het stellen van mondelinge vragen. 9.
Aan de orde is het vragenhalfuur.
Aan de orde zijn de vragen van de SP inzake chloortransporten. De voorzitter: Ik geef de heer Graats ma de gelegenheid, de vragen kort uiteen te zetten en toe te lichten.
12 februari 2001
De heer Graatsm a (SP): Sinds begin jaren negentig w ordt er per spoor 50.000 ton chloor vervoerd. De kans op een ongeval is gering, maar niet nul. Als er bij een chloortransport een ongeval gebeurt, zijn de gevolgen rampzalig. Ook door Noord- Holland loopt een chloortransport. Burgemeester en w ethouders van de Gooigemeenten hebben zojuist besloten, een brief naar de Tw eede Kamer te sturen waarin zij hun verontrusting daarover uitspreken. Zij vragen de Kamer een einde aan de transporten te maken. Woensdag aanstaande is er een hoorzitting van de commissie VROM. Dat is voor de provincie Noord- Holland een uitgelezen moment om haar bezorgdheid over de transporten kenbaar te maken en zich aan te sluiten bij de gemeentebesturen en de mensen die langs het spoor w onen, met de vraag het transport te stoppen. Is het college bekend met de gevaren van het transport per spoor van 50.000 ton chloor door dichtbevolkt gebied, ook door Noord- Holland? Is het bereid, zijn bezorgdheid aan het parlement, in dit geval de commissie VROM, te melden en deze commissie te laten w eten dat de transporten niet verantw oord zijn in verband met de gevaren en dus moeten w orden stopgezet? Mevrouw Wildekam p (lid van gedeputeerde staten): Voorzitter! Het college is al lang bekend met de gevaren van het transport van chloor per spoor door dichtbevolkt gebied. De kw estie speelt al jaren. Al in 1993 is er overleg gew eest tussen provincies en gemeenten over de risico's en de gevolgen. De toenmalige gedeputeerde De Zeeuw heeft toen steun betuigd aan het standpunt van het college van Zuid- Holland, te w eten uitbreiding van de chloorproductie in de Botlek, zodat chloortransporten kunnen afnemen. Daar mee hebben w ij ons in feite voorstander getoond van geconcentreerde productie. In november heeft minister Pronk in een brief aan de Tw eede Kamer opgenomen dat Noord-Holland een beleid steunt dat is gericht op het ver minderen van de chloortransporten. Die br ief is woensdag aan de orde tijdens de
28
hoorzitting van de Kamercommissie. Het standpunt van Noord- Holland is via de minister opnieuw actueel. Ik heb de genodigdenlijst voor de hoorzitting ontvangen. Zuid-Holland is daarbij aanw ezig. Omdat w ij in het verleden eenzelfde standpunt hebben ingenomen, is het w ellicht goed de delegatie van ZuidHolland te vragen om te benadrukken dat Noord- Holland nog steeds genoemd standpunt inneemt. De heer Graatsm a (SP): Dat is in ieder geval iets. Bent u bereid, de brief van de gemeenten uit het Gooi expliciet te steunen, dus verder te gaan dan hetgeen is gesteld in de brief uit 1993? Mevrouw Wildekam p (lid van gedeputeerde staten): Via de provincie Zuid-Holland zullen w ij nogmaals benadrukken dat w ij de chloortransporten minder gew enst vinden. Wij hebben naast een standpunt ook mogelijke oplossingen aangereikt. Meer kunt u niet verw achten. De heer Bozelie (GroenLinks): Voorzitter! Het lijkt mij dat dit onder een rampenplanscenario valt. Kunt u daar nader op ingaan? Deze kw estie moet bestudeerd w orden in het kader van de rampenbestrijding. De voorzitter: Er zijn voor de chloortransporten in Nederland rampenen rampenbestrijdingsplannen. De meeste transporten komen van Akzo Nobel, maar ook uit Duitsland. Ik herinner mij nog levendig het transport dat elke nacht dw ars door Eindhoven reed. Daartegen is toen al bezw aar aangetekend. Aan de rampen- en rampenbestrijdingsplannen wordt door de producent zeer zorgvuldig meegew erkt. De heer Le Belle (D66): Verdient het geen aanbeveling dat GS aanstaande woensdag inspreken? Zijn zij bereid om donderdag in de statencommissie Milieu, Water en Groen de stand van zaken in de Tw eede Kamer uiteen te zetten? Mevrouw Wildekam p (lid van gedeputeerde staten): Het lijkt mij goed dat w ij aanstaande w oensdag een
12 februari 2001
ambtelijke vertegenw oordiger naar de vergadering sturen, zodat w ij donderdag de resultaten van de hoorzitting in de commissie kunnen bespreken. Wij hebben tot nu toe samen opgetrokken met ZuidHolland. Wij kunnen ons standpunt via die provincie kenbaar maken. Het lukt mij niet, mij daarvoor even vrij te maken. Mevrouw Beens-Jansen (GroenLinks): Voorzitter! U hebt gezegd dat er goede afspraken zijn gemaakt, maar in hoeverre wordt de naleving daarvan gecontroleerd? Wij hebben namelijk gemerkt dat dit een van de grootste problemen is. De voorzitter: De naleving w ordt in het algemeen vrij nauw keurig gecontroleerd. Er zijn over de transporten goede afspraken gemaakt tussen gemeenten en de regionale brandw eer. Het is bekend wanneer zij plaatsvinden en w at de chloorw agens zijn. In het algemeen ben ik van mening dat het verstandig zou zijn, onder andere naar aanleiding van recente rampen, dat verschillende overheden - dit is aan de orde in het overhedenoverleg van deze w eek - jaarlijks handhavings- en veiligheidsrapportages leveren. Dat is overigens nogal een opgave. De handhavingsproblematiek is jaarlijks aan de orde in een handhavingsjaarverslag. Ik ben bovendien van mening dat de totale handhaving geconcentreerd moet w orden in de verschillende overheidslagen. Het zou echter te ver voeren, daarover nu van gedachten te w isselen. Mevrouw Boelhouwer (SP): Heeft Hilversum een rampenplan? Weet u dat er geen enkel rampenplan is bestand tegen een ongeluk met een chloortransport? De voorzitter: Natuurlijk heeft Hilversum rampenplannen. Er is een rampenbestrijdingsplan voor buitengew oon gevaarlijke situaties, zoals aangeduid door de nationale overheid. Daarover rapporteer ik in mijn jaarverslag, waarin een uitvoerig hoofdstuk is opgenomen over rampenplannen en rampenbestrijdingsplannen. Bevestiging van de tw eede vraag, maakt de eerste zinloos. Als het geen zin heeft, hoeft men geen plan te hebben, maar het heeft w el
29
zin. Een rampenbestrijdingsplan is bij chloortransporten van groot belang. De kans op een ramp is uiterst klein, gegeven de grote zorgvuldigheid w aarmee een en ander w ordt omgeven, maar als er een ramp gebeurt, zijn de gevolgen onoverzienbaar. Er moeten dan ook rampenbestrijdingsplannen komen die niet alleen zijn gericht op de bestrijding van de ramp, maar ook op grote evacuaties, met name w aar de treinen door dichtbevolkte gebieden gaan. Aan de orde is de voortzetting van de behandeling van de voordracht van gedeputeerde staten inzake de Cultuurnota 2001-2004. De heer Neef (lid van gedeputeerde staten): Voorzitter! Zo meeslepend en groots als de discussie een jaar geleden is gestart, zo ver zakt het niveau naar aardse problemen met de pecunia. Dat is onvermijdelijk. Ik ben echter blij dat het grootse en meeslepende dat in feite al vier jaar geleden is ingezet, in grote lijnen door de commissieleden in de voorbereiding is onderschreven. Ik heb de bijval in de commissie genoteerd. De sprekers w illen nu nog de puntjes op de i zetten. Dat w ij nu nog maar over vier kleine onderdeeltjes spreken, betekent niet dat de rest van het verhaal daaraan ondergeschikt zou zijn. Ik ben dan ook zo vrij om de complimenten die zijn uitgedeeld over het globale karakter van de cultuurnota in dank tot mij te nemen. De hoofdpunten w aarover nog gesproken is, zijn de steunfuncties kunsteducatie, de kunstuitleen, de monumenten en nog w at losse zaken. Ter voorkoming van misverstanden over al dan niet aangepaste of onjuiste stukken, wijs ik erop dat voordracht nr. 3 overeenkomstig het besprokene in de commissie is. Alle aanpassingen zijn daarin aangebracht. Het is echter niet mogelijk gew eest om op korte ter mijn de nota aan te passen. De enige uitzondering is de bodem van de kunstuitleen van 3 ton, maar daarop kom ik nog terug. De discussie over de kunsteducatie is enigszins verscherpt, alsof er een w ens tot centralisatie zou zijn. Die geur hing er ook omheen. In het oorspronkelijke
12 februari 2001
uitgangspunt w as er sprake van acht steunfunctie-instellingen. Een natuurlijk proces heeft dat aantal teruggebracht tot zeven, de instelling in Hilversum is opgegaan in die in Hoofddorp. Wij ambieerden de fusie niet, maar soms gebeurt dat spontaan. Uitgangspunt w as, is en blijft dat het bereik van de functie overeind blijft met een w at centraler aansturing, zonder dat dit tot centralisatie leidt. Ik ben blij dat w ij zo ver gekomen zijn. Wij zullen, gelet op de toezeggingen in de commissie, na accordering van de voordracht door de staten, de 2 ton bij het voorjaarsbericht regelen. Zij zullen w orden ingezet voor de begeleiding van het proces. Het gaat uiteraard om een onafhankelijke deskundige. Voorkomen moet w orden dat men enerzijds het gevoel heeft dat er een blauw druk is, terw ijl anderzijds anderen nog met de hakken in het zand staan. Wat het bereik betreft, richt het beleid zich niet uitsluitend op de basisscholen. De huidige cijfers zijn een goede input. Wij w illen met het geld een maximaal rendement bereiken voor alle leerlingen in Noord-Holland, ongeacht de eventuele vestiging van een steunfunctie in de buurt. Ik ben ervan overtuigd dat dit proces zal slagen. Misschien w ordt er geanticipeerd op het beschikbare geld, maar de w ijze w aarop dat gebeurt, dient in samenspraak met het veld te w orden nagegaan. Uiteraard zullen uitkomsten in de commissie besproken w orden. Er worden geen stappen in w elke richting dan ook gezet, vooruitlopend op het onderzoek. Adhesiebetuigingen nemen w ij serieus, ook al hebben zij dezelfde inhoud. De insteek van de insprekers, w aarbij ik mij met nadruk de inspreker van de kunsteducatie herinner, w as niet de bestaande situatie te handhaven. Vandaar dat ik in het begin al sprak over de stand van zaken in Hilversum/Hoofddorp. De voorgestelde route lijkt mij begaanbaar voor het behalen van een maximaal rendement in de komende jaren. Aanvankelijk w as er een traject ingezet met niet de kunstuitleen, maar beeldende kunst als subsidietitel. Wij hebben ons een beper king opgelegd door in principe het volume voor de cultuurnota beperkt te houden, dus niet excessief
30
buiten, maar binnen de cultuurnota oud voor nieuw te doen gelden. Uitgaande van dat principe hebben w ij het voorstel gelanceerd, binnen de beeldende kunst de subsidie voor de kunstuitleen van 1,1 mln. af te bouw en naar 3 ton. Over dat aanvankelijke doel ontstond enigszins commotie. Wij w isten toen niet dat er inmiddels op verzoek van de Federatie voor de kunstuitleen een onderzoek w as gestart door bureau Berenschot. Dat zal voor de zomer de resultaten bekend maken. Het doel is niet, te bezuinigen op de beeldende kunst, w ant w ij w illen het geld met nadruk voor de culturele planologie vrijmaken. Gelet op de commotie hebben w ij voorgesteld, een deel van het beleid overeind te houden. In het jaar 2001 is het volume van 1,1 mln. beschikbaar, w elisw aar met verschuivingen, maar die zijn gerelateerd aan w ijzigingen van het inw oneraantal enzovoorts. Voor 2002 w illen w ij de eerste korting van 3 ton doorvoeren. Ik begrijp dat iedereen het hierover eens is. Wat mij betreft, kan het op dit moment daarbij blijven. Ik heb namelijk de FKU toegezegd dat w ij voor de zomer een discussie starten over mogelijke doelen voor de jaren 2003 en 2004. Er kan sprake zijn van een bandbreedte van 8 ton tot 0. Amendementen en moties in de richting van 6 ton korten de kunstuitleen meer dan wij op dit moment voor ogen hebben. De intentie is, geld vrij te maken voor een ander doel binnen de beeldende kunst. Er zijn nog w el degelijk enige verschuivingen, omdat een aantal gemeenten de gelden die zij rechtstreeks krijgen van OC&W niet direct aanw enden voor de beeldende kunst in casu de kunstuitleen. Ik noem met name de gemeenten Zaandam, Haarlem en Alkmaar, medeondertekenaars van de brandbrief. Zij steken het geld in eigen zak. Er zijn variabelen. Het geld is bedoeld ter bevordering van het cultuurbereik en niet voor het in stand houden van de bestaande regeling. Een van de uitgangspunten van de cultuurnota w as het inbouw en van enige flexibilisering. Gehoord de discussie in de commissie, die hier is herhaald, zal de bandbreedte voor het overleg in juni groter zijn als w ij ons niet verder vastleggen dan alleen de korting voor het jaar 2002 van 3 ton. De
12 februari 2001
staten zijn zelf bij de discussie over de invulling. De heer Poulie is ingegaan op de advisering. Hij heeft er terecht op gew ezen dat het college een merkw aardige spagaat moet maken, als de centrale advisering van de Raad voor cultuur X roept en de eigen adviescommissie Y. In feite w orden wij overruled door het veto van het rijk. Ons ongenoegen daarover hebben w ij menigmaal kenbaar gemaakt bij de staatssecretaris. Het systeem moet eigenlijk op de helling. Verschillende politici uit de Tw eede Kamer hebben dit ook gezegd. Ik verw acht dan ook een discussie over dit punt. Wij hebben echter te maken met een afspraak over cofinanciering, te w eten geen positief advies van OC&W dan ook geen subsidiëring. Unieke Zaken kreeg een hoge honorering van onze adviescommissie, namelijk een tw eede plaats, maar kw am uiteindelijk niet voor subsidie in aanmerking. In de commissie hebben w ij met nadruk aangegeven w elke truc w ij daarvoor hebben bedacht. Wij wilden recht doen aan het advies van de provinciale commissie. Met de cofinanciering van Alkmaar hebben w ij voor ƒ45.000,-- een kunstmatig vierjarig project opgezet. In dezelfde advisering stond Xynix net even onder de zaaglijn. Ik wil overigens terughoudend zijn over loftuiting over voorstellingen, producties en groepen. Xynix krijgt van de Raad voor cultuur een positief advies en vangt een vierjarige subsidie van ƒ260.000,--. Nummer tw ee op de lijst krijgt dankzij een truc, de fooi van ƒ45.000,-- op jaarbasis. Nummer zes krijgt, als gevolg van dezelfde cofinanciering, een vierjarige subsidie van ƒ260.000,--. Op basis van mijn prioritering en gemoed, lijkt mij dat er eerder iets moet gebeuren bij nummer tw ee dan bij nummer zes op de lijst, ook al draag ik Xynix een w arm hart toe. Men is echter niet slecht bedeeld via de centrale advisering. Ik hoop dat er binnenkort in de Kamer gediscussieerd zal w orden over de vraag of er voor nationale producten nationale financiering kan komen en voor regionale c.q. provinciale producten een provinciale basisfinanciering, met advisering, zodat deze krampachtige
31
discussie over de cofinanciering niet meer gevoerd hoeft te w orden. Wij hebben in de cultuurnota de relatie met het RO-beleid w illen aankaarten. Het gaat daarbij om de ruimtelijke inrichting, stedelijke vernieuw ing en economie. Belvedere wordt als mogelijkheid genoemd. De inpassing van de Stelling van Amsterdam wordt genoemd als mogelijk object in het kader van het streekplan Noord-Hollandzuid. Enige integratie voorkomt stapeling van functies en bevordert de samenhang. Ik neem aan dat de leden van de commissie RO vanuit die invalshoek zullen proberen, die ontw ikkelingen in de gaten te houden. De Stelling van A msterdam is door de provincie geëntameerd als een provinciaal monument. De autonome instelling heeft enige jaren een aantal boventallige personeelsleden tot haar beschikking gehad. Het beeld mag niet ontstaan dat zij gekort w ordt, omdat de boventallige personeelsleden w eggaan. Ik ontken overigens niet dat er een probleem is, maar de afspraak is gemaakt dat betrokkenen voor de duur dat zij boventallig zijn hun medew erking kunnen verlenen aan de stichting. Als dat is afgelopen, komen er geen nieuw e fte's. In de cultuurnota is ƒ50.000,-- extra uitgetrokken voor diverse projecten van de stichting Stelling van Amsterdam. Mater ieel krijgt men meer geld. Een ander argument om de personele ondersteuning niet voort te zetten, is dat er meer Unescomonumenten zijn, zoals Beemster. Ook daar is een stichting voor opgericht, die geen subsidie ontvangt. Buiten de Unesco-sfeer zijn er voldoende hardw erkende cultuurhistorische verenigingen met al dan niet individuele monumenten dan w el ensembles als object, die op dezelfde grond subsidie zouden kunnen aanvragen. Dat lijkt ons niet het meest geëigende doel. Een principiële keus betreft het trekkingsrecht met mogelijke nieten van FINH-projecten voor provinciale kanjers. In de cultuurnota is met nadruk gekozen voor subsidie tot een bovengrens van 2 ton. Wij constateren dat dit w erkt. In het verleden was er bijna geen bovengrens en gold: w ie het eerst komt, het eerst maalt. Zeker als
12 februari 2001
men 5 ton vroeg, w as men er snel doorheen. Nu kunnen door het instellen van de bovengrens vele monumenten bediend w orden. Echter, alle provinciale monumenten w aarvoor meer dan 2 ton wordt gevraagd, zijn de klos. Het trekkingsrecht bij de FINH, de voorkeur van het college, geeft een kans op nieten. Bestuurlijk gezien, verdient dit geen schoonheidsprijs, maar het biedt w el de mogelijkheid, meerdere w ensen te honoreren. Het voorstel is om 1 mln. beschikbaar te stellen voor minimaal tw ee monumenten van 5 ton, maar er kunnen bijvoorbeeld ook drie voorstellen van 3 ton worden ingediend. Ik w acht af hoe een en ander in de motie is verw oord. Aanpassing van de verordening is mogelijk. De intentie w as om uit te gaan van roerende monumenten. In de verordening staat nu dat er op jaarbasis een ton w ordt vrijgemaakt, w aarvan nader bepaald w ordt hoe daar mee w ordt omgegaan. De suggestie is gedaan om het niet in een vliegtuigje, treintje of bootje te steken, maar te gebruiken ter facilitering van een scheepshelling, stationsgebouw , platform enzovoorts. Het onderzoek kan daarvoor worden aangew end. Pas daarna zullen w ij bepalen of het een roerend monument betreft. Een monument kr ijgt pas subsidie als het op de lijst van provinciale monumenten voorkomt. In een voorzichtig traject w ordt een en ander vastgesteld. Mijnheer Bozelie, archeologische monumenten zijn geen roerende monumenten, ook al blijven zij niet op dezelfde plaats liggen. Van sommige archeologische monumenten zouden w ij willen dat zij w at minder roerend w aren, zodat zij rustig kunnen blijven liggen. Er is sprake van het verschuiven van aardlagen, vaargeulen in het w ad en verslepen en verspoelen, dus er komen wel w at archeologische monumenten vrij, maar het is niet onze bedoeling om archeologie onder w ater als een nieuw speerpuntje op te voeren. De heer Bozelie (GroenLinks): Dat valt mij eigenlijk een beetje tegen. Mijnheer Zoon heeft in de vorige statenperiode uitgebreid gesproken over de archeologische onderw atermonumenten. In zijn optiek waren dat monumenten die door de
32
provincie beschermd zouden moeten worden. Ik pleit ervoor, dat in de beschouw ingen te betrekken. Ik steun de VVD in dat opzicht. De heer Neef (lid van gedeputeerde staten): U steunt dan het college, w ant het beleid is erop gericht, de archeologie in stand te houden. Wij maken daarbij geen onderscheid tussen vondsten onder de grondw aterspiegel en erboven. Wij w illen in ieder geval komen tot de aanw ijzing van een provinciaal archeologisch monument, sprekend over Kronenburg bij Castricum. De procedure loopt en w ij komen hier nog op terug. Over zaken met betrekking tot de onderw aterarcheologie hebben w ij op dit moment geen expertise en deskundigheid. In de discussie met Texel en de VOCgemeenten in het kader van 2002 VOC wordt gevraagd, daar aandacht aan te besteden. Ook met de rijksdienst inzake archeologie en bodemonderzoek zullen w ij contact hebben. Aanbevelingen zijn welkom, w ant ook het Europees Par lement schijnt brood te zien in onderw aterarcheologie. Nogmaals, in ons beleid maken w ij geen onderscheid. In algemene zin ben ik persoonlijk van mening dat bij investeringen de 1%regeling beeldende kunst moet w orden toegepast. Het college heeft recent besloten, bij de nieuw bouw/opbouw op het Houtplein, deze regeling toe te passen. Wij zoeken uit w at het vigerend, versnipperd beleid is in de provincie. In het kader van de uitw erking van de cultuurnota zal ik dat de staten doen toekomen. In de cultuurnota w ordt niet ingegaan op w at mooi en niet mooi is. Het gaat over kw aliteit. Voor de beoordeling daarvan consulteren w ij externen. Ook adviescommissies hebben een bijzondere betekenis. Je moet erop vertrouw en dat zij in staat zijn om kw aliteit in te brengen. Ik laat de heer Bezemer het recht, dingen mooi of lelijk te vinden. Ik doe dat in mijn vrije tijd ook. Voor het overige laten w ij de adviescommissies de onderlinge volgorde bepalen, hoe relatief dat ook is, van de kw aliteit van de verschillende producties, kunstvoorstellingen, beeldendekunstopdrachten enzovoorts. Wij moeten
12 februari 2001
ons daar niet direct mee bemoeien, anders dan in onze vrije tijd. Mevrouw Akkas heeft gesproken over probleemgroepen en het actieprogramma. Het actieprogramma cultuurbeleid, op basis w aarvan de cultuurnota niet budgettair neutraal is, maar met 2,6 mln. w ordt verhoogd, is bij uitstek het forum w aarin de zaken aan de orde komen die mevrouw Akkas bepleit, zow el qua multiculturele aspecten als qua leeftijdgebonden aspecten. Gemeenten kunnen allerlei suggesties doen. Er is volop ruimte. Het is een open budget van 2,6 mln. dat de komende jaren samen met de gemeenten en OC&W beschikbaar wordt gesteld voor allerlei bereikprogramma's zonder cijferfetisjisme over bezoekerspercentages. Wij moeten proberen meer andere categorieën te betrekken bij het theater, de beeldende kunst en de cultuur. Ik ben van mening dat w ij overeenkomstig de w ens van de commissie een en ander ten aanzien van het NKT op een nette manier hebben geregeld. Wij bemoeien ons voor het overige niet rechtstreeks met theaterproducties en -groepen. Wij hebben in de regelingen de voorziening opgenomen dat het NKT en andere nietprofessionele kindertheaters een subsidieaanvraag kunnen indienen binnen het daarvoor uitgetrokken budget, dat meer dan toereikend is. Ten slotte kom ik op de vraag over de economische effecten van het cultuurbereik. In Haar lem is inderdaad onderzoek gedaan naar het economisch effect van cultuur, mede door de provincie gesubsidieerd. In de cultuurnota is geen geld uitgetrokken voor onderzoek in geheel Noord- Holland. Wij zoeken aansluiting met EZ, dus het is belangrijk, aan te geven dat cultuur meer is dan een in zichzelf gekeerd bezigheidstherapietje. Zij heeft ook economische potentie. Ik bekijk graag met collega Verburg of de bestaande spin off ervan in beeld kan worden gebracht. Mevrouw Van Gaalen-Haanstra (VVD): Voorzitter! Ik heb nauw keurig geluisterd naar het uitgebreide antw oord van de gedeputeerde. Hij heeft over de
33
steunfunctie kunsteducatie letterlijk gezegd: alsof er een w ens tot centralisatie zou zijn. Misschien w aren w ij op de heldere gedachte gekomen, dat zo te interpreteren, maar ik verw ijs naar het besluit, onder 8a en b: uitgangspunt hierbij is centrale provinciale aansturing. Het is van tw eeën één: of er is deze wens, of er is deze suggestie, die w ij er dan uit moeten halen. De gedeputeerde heeft in zijn beantw oording bevestigd dat het primair om de inhoud gaat. De zinsnede kan dan ook gew oon uit het voorstel geschrapt worden. Ik hoop voor hem dat een en ander uit het onderzoek zal blijken, maar dat is niet het vertrekpunt. Mevrouw Akkas (CDA): In principe steun ik de opvatting dat die zinsnede er uit moet en er sprake moet zijn van een objectief uitgangspunt van de provincie. Ik vind het w el jammer dat mevrouw Van Gaalen het door mij opgestelde amendement niet steunt, w aarin een tekstuele w ijziging op dit punt w ordt voorgesteld. Mevrouw Van Gaalen-Haanstra (VVD): Ik ga er dus van uit dat de zinsnede geschrapt wordt. De gedeputeerde spreekt ten aanzien van de kunstuitleen over de situatie die zich na 2002 kan voordoen. Het onderzoek kan een bandbreedte in de kunstuitleen opleveren van 8 ton, van 6 ton en uiteindelijk van nul, maar dat is niet aan de orde. Wat de steunfunctie kunsteducatie betreft, geven w ij het primaat aan het onderzoek. Wij w illen daar niet op vooruitlopen. De gedeputeerde heeft toegezegd dat de uitslag van het onderzoek besproken zal w orden in de commissie, dus er zal interactie zijn. Het zou van onzorgvuldigheid van onze kant getuigen om vooruit te lopen op het onderzoek van Berenschot. Wat ons betreft, is het vertrekpunt 6 ton. Die w ens kan de gedeputeerde in ieder geval erbij betrekken. Voor het overige w achten w ij het onderzoek af. De gedeputeerde heeft aangegeven dat de drie grote steden Haarlem, Alkmaar en Zaanstad zich niet inzetten voor het geld dat rechtstreeks wordt doorgesluisd. Echter, uit informatie
12 februari 2001
blijkt dat Zaanstad dat w el doet. De zorgvuldigheid vereist dat w ij dat dan ook niet als zodanig mogen benoemen. Wij hopen dat het onderzoek naar de steunfunctie kunsteducatie in ieder geval zal leiden tot optimalisering, grotere inzetbaarheid en flexibiliteit. Wij w achten dat onderzoek af. De heer Poulie (GroenLinks): Wij stellen bij amendement een bodembedrag voor de kunstuitleen voor van 6 ton. Het is heel plezierig dat de VVD daar ook aan w il vasthouden, maar ik begr ijp ook dat zij ons amendement niet steunt. Heeft het college dan een toezegging gedaan? De VVD w il enerzijds een bodembedrag, maar anderzijds het rapport van Berenschot afwachten. Mevrouw Van Gaalen-Haanstra (VVD): Wij hebben ten aanzien van de steunfunctie kunsteducatie aangegeven dat w ij het onderzoek w illen afw achten. Als w ij ten aanzien van de kunstuitleen een ander standpunt zouden huldigen, zou dat daar enigszins haaks op staan. Wij willen het Berenschot-onderzoek afwachten, maar w ij w illen tevens dat de gedeputeerde in het achterhoofd houdt dat richtsnoer voor de VVD-fractie een bodem van 6 ton zal zijn. De heer Poulie (GroenLinks): Dat is het voor ons dan ook. De heer Bruijn (PvdA): Voorzitter! Wij vinden dat je goed kunt volhouden dat er een extern onderzoek moet komen op basis van objectieve maatstaven, maar dat het tegelijkertijd geoorloofd is om voor het onderzoek als politieke groepering je uitgangspunten aan te geven. Bij de kunstuitleen staan de inhoud en de kw aliteit van het w erk voorop, waarbij zeker de sprong naar het voortgezet onderw ijs van belang is. Dat neemt niet weg dat w ij het onderzoek aan onze uitgangspunten zullen toetsen. Dat kan onder andere centrale sturing zijn. Wij spreken nu ook uit dat een bezuiniging van 3 ton op de kunstuitleen mogelijk moet zijn, maar dat onderzoek w ordt afgewacht om na te gaan of er meer mogelijk is. Wij hebben niet in ons achterhoofd dat het die
34
kant uit moet gaan, maar het is w el eerlijk om als politieke partij te zeggen w at je startpunt in de discussie is. De gedeputeerde heeft mij in feite gevraagd hoe het nu verder moet met de motie inzake de kanjer monumenten. Volgens mij kan dit punt w orden opgelost in combinatie met agendapunt 10, de deelverordeningen. Bij speerpunt 44 zou dan de tekst gew ijzigd moeten w orden. Structurele financiering moet geregeld worden bij voorjaarsnota. De voorzitter: Het is bijna eenzelfde tekst als van de mop van de tw ee mannen in een café waarvan de een zegt 25 en de ander 46, w aarna zij gaan lachen. Niemand w eet waar u het over hebt! Mevrouw Boelhouwer (SP): Voorzitter! Ik dank de gedeputeerde dat hij uitgebreid op mijn punt is ingegaan. Ik heb alleen niet zijn reactie gehoord op mijn stelling dat er geld zat is. Ik ga er dus van uit dat zij onw eersproken is. Is het juist dat er geld zat is? Mevrouw Akkas (CDA): Voorzitter! Ik dank de gedeputeerde voor zijn toezegging, contact met gedeputeerde Verburg op te zullen nemen. Hij heeft gezegd dat er vanw ege de flexibiliteit geen sprake mag zijn van centrale uitsluiting. Decentralisatie leidt tot een flexibele inzet en tot regionaal maatw erk, hetgeen uiteindelijk zal leiden tot behoud van de regionalisering. Kan de gedeputeerde helderheid geven op dit punt? De heer Neef (lid van gedeputeerde staten): Voorzitter! Uitgangspunt voor de kunsteducatie is centrale, provinciale aansturing. Ik ben dat nog steeds van mening. De insteek voor de discussie hierover is echter gew eest dat w ij met de beperkte hoeveelheid personeel, een maximaal effect willen bereiken. Centrale aansturing leidt daarom niet automatisch tot centralisatie, als de aansturing maar eenduidig is. Een of tw ee medew erkers moeten dat kunnen doen in plaats van het moeten bedienen van acht verschillende winkels. Het is uiteindelijk een provinciale instelling. De staten vragen om afrekenbaarheid in beleid. Wij w illen er
12 februari 2001
dan ook voor zorgen dat provinciale instellingen adequaat w orden aangestuurd. Er staat dan ook: eenduidige en effic iënte provinciale aansturing, flexibele inzet van personeel en regionaal maatw erk. Wat de fysieke vertaling naar acht, drie of vijf locaties betreft: het onderzoek zal uitw ijzen op w elke w ijze met de beschikbare gelden en menskracht een maximaal rendement kan w orden behaald uit de steunfunctie en de cultuureducatie-instellingen. Er ligt hier een provinciale verantw oordelijkheid, ook voor de gebieden w aar toevallig geen steunfunctie kunsteducatie is gevestigd. Centrale aansturing is niet synoniem aan centralisatie. Wij kiezen voor een eenduidige, efficiënte aansturing. Dat is wat anders dan één gebouw , één vestiging en van daaruit mensen over de provincie te laten dw arrelen. Wij zitten niet in een schuttersputje en zijn niet gefixeerd op een blauw druk. Het onderzoek moet aanw ijzen w elke kant het op moet. Hetzelfde kan gezegd w orden over de kunstuitleen. Mevrouw Van Gaalen heeft als bandbreedte een bodem van 6 ton aangegeven. Mijn insteek w as 3 ton. In de nota is echter besluitvor ming aan de orde over het eerste en het tw eede jaar, te weten 1,1 mln. en een korting van 3 ton, is 0,8 mln. Op basis van het onderzoek zullen w ij gezamenlijk bezien hoe het traject verder zal lopen. Dit zijn w at voorschotjes op de discussie. Uitgangspunt is dat het geld beschikbaar blijft binnen de beeldende kunst. Ook ik moet oppassen, niet te generaliseren. Alle gemeenten met kunstuitleeninstellingen hadden een petitie gestuurd. Het viel bij mij w at verkeerd dat er ook gemeenten bij w aren die het geld niet eens aanw enden. Als Zaanstad dat wel netjes doorsluist, is dat een gunstige uitzondering. Wij zullen dat nuanceren. Een aanpassing via de deelverordening is mogelijk. Wij zullen dit op een nette manier regelen, zodat de normale aanpassing plaatsvindt. Eerst dient de cultuurnota vastgesteld te w orden en moet er nog gestemd w orden over de moties. Het advies over de moties geef ik na bestudering ervan.
35
De heer Van Ruller (CDA): Kan het w oord "kanjer" vervangen w orden? Er zijn nu tw ee kanjerregelingen. Vergeleken met de andere regeling is dit geen kanjerregeling. De heer Neef (lid van gedeputeerde staten): Dat betreft de semantiek. Voor de staatssecretaris is er sprake van een kanjer als het gaat om meer dan 3 mln. Wij kennen onze plaats en spreken over een kanjer als het om een bedrag van 2 tot 5 ton gaat. Het is behelpen! De heer Van Ruller (CDA): U kunt ook van een knoeperregeling spreken. De heer Neef (lid van gedeputeerde staten): Grote provinciale monumenten. De voorzitter: Over de moties, amendementen en de voordracht zal aan het eind van de vergadering w orden gestemd. 10.
Aan de orde is de voordracht van gedeputeerde staten inzake de vaststelling van negen deelverordeningen, intrekking van twee deelverordeningen en w ijziging van de provinciale m onumentenverordening 1996, alles behorende bij de Cultuurnota 2001-2004 (zie bijlage 4).
De heer Bezemer (RPF/GPV/SGP): Voorzitter! De politiek zou geen opvatting mogen hebben over kunst. In de nieuw e deelverordening voor projecten gericht op vernieuw ing en integratie (pagina 13) is het goed geregeld. In artikel 4 staat dat gedeputeerde staten, als zij dat noodzakelijk achten, de subsidieaanvragen aan een adviescommissie voorleggen om een oordeel te kr ijgen over de artistiekinhoudelijke kw aliteit van het beoogde experiment. In artikel 5, lid 3, staat dat gedeputeerde staten bij hun besluiten tot subsidieverstrekking rekening houden met dit oordeel. Indien dit oordeel negatief is, kunnen gedeputeerde staten besluiten de subsidieaanvraag om die reden af te wijzen. Deze juridische formulering is geheel correct.
12 februari 2001
In de Hoor- en adviescommissie liepen w ij tegen de gesloten constructie aan van bijvoorbeeld de deelverordening professionele podiumkunsten, zie pagina 21. In artikel 4, eerste lid, staat dat een productie van een goede artistiekinhoudelijke kw aliteit dient te zijn. Ter bepaling daarvan laten gedeputeerde staten zich over de subsidieaanvraag adviseren door de adviescommissie. In artikel 5 staat dat subsidie in ieder geval wordt geweigerd indien een adviescommissie blijkens het door haar uitgebrachte oordeel over de artistiekinhoudelijke kw aliteit van oordeel is dat de artistiek-inhoudelijke kw aliteit van de beoogde productie onvoldoende zal zijn. Voorzitter! De kring is gesloten. Een volledig bestuurlijke heroverw eging wordt hiermee onmogelijk gemaakt. Ik nodig gedeputeerde staten uit om de deelverordeningen zo spoedig mogelijk aan te passen aan de gebruikte formuleringen in de door mij aangehaalde eerste deelverordening. De heer Neef (lid van gedeputeerde staten): Voorzitter! Ik w as zo vrij dit onderdeel bij het vorige agendapunt te betrekken. De heer Bezemer slaat de spijker op z'n kop. Het gaat om het juridisch dichttimmeren van iets dat w ij vooral flexibel w illen houden. Wij hebben een regeling gemaakt die ontw ikkelingen die w ij nog niet kennen mogelijk moet maken. Iedereen kent de theatergroep Hollandia die ooit gestart is als experiment. Deze groep heeft ruime subsidie van de provincie gekregen. Destijds w as het in het kader van de Algemene w et bestuurswet nog mogelijk om ruimte te scheppen voor innovatieve ontw ikkelingen. Tegenw oordig moet zelfs iets dat nog niet bestaat in een regeling zijn gevat om daar eventueel toe over te gaan. Deze w orsteling hebben w ij nu op papier gezet. Ik hoop dat w ij er uitkomen. Wat de een gegund w ordt, daar heeft de ander ook recht op. Veel theatergezelschappen maken tegenw oordig meer w erk van de juridische haalbaarheid van de subsidieaanvraag dan van de artistieke prestatie, om het gechargeerd te zeggen. Er w ordt wel veel
36
energie gestoken in het vergaren van subsidie. Wij hebben een modus gevonden die, naar w ij hopen, zal w erken. De intentie is om de flexibele invulling mogelijk te maken. Wij zullen moeten afwachten of w ij nat gaan of niet. Ons uitgangspunt w as dat experimenten mogelijk moeten blijven, maar w ij komen hier ongetw ijfeld nog een keer over te spreken. De heer Bezemer (RPF/GPV/SGP): Ik vond die eerste regeling juridisch gezien zeer goed. De tw eede regeling is in mijn ogen ondeugdelijk. De heer Neef (lid van gedeputeerde staten): Dat heb ik heel goed begrepen. De eerste regeling slaat op vast omschreven producten en de tw eede op nog niet gedefinieerde producten. De voorzitter: Aangezien dit voorstel samenhangt met de cultuurnota, zal hierover ook aan het einde van de vergadering gestemd w orden. 11.
Aan de orde is de voordracht van gedeputeerde staten inzake het provinciaal energie/CO2-beleid voor de periode 2000-2005 (zie bijlage 1). Hierbij zijn tevens aan de orde m otie 55-2 en m otie 55-3 (zie vergadering van 8 september 2000).
Voorzitter: De Boer De heer Le Belle (D66): Voorzitter! Om met de deur in huis te vallen: w ij zijn erg blij met dit voorstel en met deze beleidsnotitie. De gedeputeerde constateerde in september vorig jaar al dat veel van de voorstellen van D66 in deze notitie zijn terug te vinden, zodat w ij w el tevreden moesten zijn. Dat zijn w ij ook, maar toch proberen w ij door middel van het opnieuw op de agenda plaatsen van tw ee moties die vorig jaar september zijn ingediend enkele aanscherpingen te bew erkstelligen. Het college stelt de streefcijfers van het rijk te w illen volgen. Dat is een nobel
12 februari 2001
streven, maar ook de onlangs door de Europese energieministers gemaakte afspraken mogen niet vergeten w orden. Daarbij gaan zij uit van 9% duurzame energie in 2010 en 5% in 2005. In dat licht is 2,5% voor Noord-Holland veel te laag, te meer omdat NUON al 3% heeft bereikt. Ik zal een motie indienen w aarin wordt voorgesteld dit percentage tot 5 te verhogen. Het streven van het rijk is 15 miljoen vierkante meter zonnepanelen in 2020. Vertaald naar de provincie zou dat voor 2005 ten minste 100.000 vierkante meter betekenen en dan leggen w ij de lat heel laag. Als daarna jaarlijks steeds 100.000 vierkante meter w ordt gerealiseerd, komen w ij op uit op 1,5 miljoen, 10% van de rijksnor m. Met 100.000 vierkante meter zonnepanelen wordt energie voor 4000 w oningen geleverd. Daarnaast moet de provincie, om snel vertrouw d te raken met deze vorm van energie, een masterplan zonneenergie ontw ikkelen voor ten minste 250 scholen. Dat past in de actieve rol die de provincie w il spelen. Bij vergelijking van het voorontw erp met de definitieve notitie valt op dat de alinea is geschrapt w aarin het college meedeelde dat de portefeuillehouder Milieu na overleg met het ministerie van VROM besloten zou hebben, vooruit te willen lopen op het maken van klimaatafspraken met gemeenten en provincies, ook als voorbeeld voor andere provincies. Het w as netjes gew eest als de portefeuillehouder dit aan de staten had meegedeeld en tevens had uitgelegd waarom de pagina's over de uitw erking van de gemeentelijke projecten inzake CO2-pakketten uit het ontw erp zijn verdwenen. Op deze pagina's in het voorontw erp w erden de pakketten die aan de gemeenten w erden aangeboden nader toegelicht. Nieuw in het ontw erp en ook niet toegelicht is het project grootschalige glastuinbouw locaties van meer dan 25.000 hectare. Kunnen GS alsnog uitleggen w at daar precies mee w ordt bedoeld? De doelgroep van het in het leven te roepen servicepunt zijn de gemeenten. Wij pleiten ervoor, de doelgroep uit te breiden tot de
37
zorginstellingen, de scholen en het midden- en kleinbedrijf. In het ontw erp staat dat hetgeen je van anderen verw acht zelf ook moet doen. Kan de gedeputeerde concreet aangeven wat zij w il w aarmaken? Wij denken hierbij onder andere aan het drastisch verhogen van het percentage natuurstroom tot de totale hoeveelheid stroom die nodig is voor kantoren en provinciale w egen. Ook op dit punt dien ik een motie in. Hoe is de afgelopen jaren de energiebesparing in het provinciehuis waargemaakt? Ik hoor de vorige gedeputeerde nog zeggen dat daarvan het zonnegeluidsscherm zou w orden bekostigd. Voor de toekomst vinden w ij 2,5% duurzame energie en 10% energiebesparing w el erg mager. Afhankelijk van het antw oord zullen w ij proberen, het streven te verhogen. Ter interactieve verw ezenlijking van een en ander is al eerder toegezegd, een hechte samenw erking te w illen zoeken met onder andere NUON, NOVEM, ECN en het projectbureau Duurzame energie. Dat juichten w ij zeer toe, maar daar vinden w ij in de voordracht niets van terug. Wij raden het college aan, een samenw erkingsovereenkomst met NUON te sluiten naar analogie van de samenw erking tussen het provinciaal bestuur van Groningen en EDON.
energieministers, te streven naar 5% duurzame energie in 2005, en gaan over tot de orde van de dag. Motie 2-1 Door de leden Le Belle, Geldhof, Poelmann en Ber man w ordt de volgende motie voorgesteld: Provinciale Staten van Noord-Holland, in vergadering bijeen op 12 februari 2001; gehoord de beraadslaging over de beleidsnotitie provinciaal energie/CO2beleid 2000-2005; gelet op de breed onderschreven noodzaak bij te dragen aan het terugdringen van de CO2-uitstoot door gebruik van duurzame energie; gezien de voorbeeldfunctie van de provincie voor brede lagen van de maatschappij w aar het gaat om ontw ikkeling en gebruik van duurzame energie; verzoeken het college voor provinciale gebouw en en provinciale w egen als ambitieniveau vast te stellen dat voor het stroomverbruik 100% natuurstroom w ordt aangeschaft,
Motie 1-1 Door de leden Le Belle, Geldhof, Poelmann en Ber man w ordt de volgende motie voorgesteld: Provinciale Staten van Noord-Holland, in vergadering bijeen op 12 februari 2001; gehoord de beraadslaging over de beleidsnotitie provinciaal energie/CO2beleid 2000-2005; gelet op de breed onderschreven noodzaak bij te dragen aan het terugdringen van de CO2-uitstoot door gebruik van duurzame energie; verzoeken het college, in overeenstemming met de afspraken die zijn gemaakt door de Europese
12 februari 2001
en gaan over tot de orde van de dag. Deze moties, die door een genoegzaam aantal leden zijn ondertekend, maken mitsdien onderw erp van beraadslaging uit. Mevrouw Trautwein-de Wit (GroenLinks): Voorzitter! De voorstellen tot terugdringing van de CO2-uitstoot zijn een uiting van het beleid w aarin de provincie haar rol als stimulator en begeleider terecht op zich neemt en haar regisseursrol probeert w aar te maken. Daarbij steekt zij ook nog de hand in eigen boezem en stelt dat zij zelf moet doen w at zij aan anderen vraagt. Goed voorbeeld doet goed volgen, zeggen wij dan. Tevens past in deze regisseursrol het voorleggen van keuzepakketten aan de gemeenten die met behoud van eigen prioriteiten een keuze kunnen maken. Dus
38
geen opgelegd beleid, maar samen en in overleg met de gemeenten - ik zou w illen dat dit bij alle voordrachten vandaag het geval w as - een beleid ontw ikkelen om de CO2-uitstoot te verminderen; en dit alles met behoud van de gemeentelijke verantw oordelijkheid. Uit de nota blijkt dat hier draagvlak voor is bij de gemeenten. Wij hopen dat de ondersteuning die het op te richten servicepunt de gemeenten biedt, succesvol zal zijn. Wij zijn erg benieuw d naar de resultaten. Vooral van het midden- en kleinbedrijf hebben w ij begrepen dat een kontje omhoog op prijs gesteld w ordt. Het terugdringen van de CO2-uitstoot is van het grootste belang. Dat niet iedereen daarvan doordrongen is, blijkt uit de voordracht inzake het openbaar vervoer die later aan de orde komt. Door de verschraling van het openbaar vervoer worden mensen w eer in de auto gedw ongen. Ik loop al heel lang mee in de politiek, maar ik heb zelden in één vergadering tw ee zo conflicterende voordrachten gezien. Verkokering van onze provincie tot op het hoogste niveau of gebrek aan visie? Wie het w eet, mag het zeggen. De voorgestelde doelstelling tot terugdringing van de CO2-uitstoot is geheel volgens de landelijke richtlijnen, maar zeker door de te verw achten toename van het autogebruik zal die achterblijven bij de verw achting verwoord in de nota. Wij zijn het absoluut oneens met VROM om een gedeelte van de CO2besparing in het buitenland te realiseren en w ijzen voorstellen in die richting dan ook af. Afgezien van het afschuiven van onze verantw oordelijkheid is de CO2besparing vooral voor ons land en zeker voor een kustprovincie zo dringend noodzakelijk dat zelfs de overweging om deze in het buitenland te realiseren meer getuigt van een boekhoudersmentaliteit dan van zicht op het probleem. Voorzitter! Met deze kanttekeningen kunnen w ij met de voordracht instemmen. De heer Zoon (VVD): Voorzitter! De zaal is bijna leeg. Behalve de vakgedeputeerde en een w aarnemend voorzitter zit er ook
12 februari 2001
niemand achter de collegetafel, terw ijl er een zeer belangrijk onderw erp aan de orde is. Het is ook jammer dat de griffier de zaal heeft verlaten, w ant ik begin mijn betoog met te refereren aan zijn inleiding. Naast het efficiënt inzetten van middelen moet er ook naar een herkenbaar beleid gestreefd worden. Bij dit alles moeten concrete doelen w orden geformuleerd. Deze voordracht is een voorbeeld van de wijze w aarop w ij te w erk moeten gaan. In de notitie is aandacht besteed aan de afrekenbaarheid. Er w ordt ook een tussentijdse evaluatie toegezegd. Het is jammer dat een deel van de staten mijn betoog niet w il horen, maar dat zij zo. In de voordracht w ordt uiting gegeven aan nieuw beleid met betrekking tot de reductie van de CO2-uitstoot. Volgens de cijfers is er een totale emissie van 33 megaton. Rekening houdend met het uitgangspunt dat - volgens mevrouw Trautw ein vanwege een boekhouders mentaliteit - 50% elders moet worden gerealiseerd, is voor 2005 een doelstelling 2 megaton geformuleerd. In het ook door de VVD-fractie gedragen collegeprogramma is aangegeven dat de provincie Noord- Holland graag een schaalsprong w il maken met betrekking tot het energiebeleid. Het thans geformuleerde beleid w ordt geacht daarvan een uitw erking te zijn. NoordHolland investeert hierin een bedrag van 30 mln., afkomstig uit de container motie. Daarnaast w ordt er gedurende vijf jaar 1,15 mln. aan apparaatskosten uitgegeven. In totaal gaat het dus om ruim 35 mln. Met andere w oorden: NoordHolland investeert fors en zij loopt daarmee voorop. Ik herhaal graag de concrete inspanningsverplichtingen die w orden aangegeven om de staten duidelijk te maken w aarom de VVD-fractie in de commissie Milieu, Water en Groen een enigszins afwijkend opvatting naar voren bracht. Er zijn dr ie sporen. Het eerste is de ondersteuning van gemeenten bij concrete activiteiten. Daarvoor w ordt 10 mln. ingezet. Het tw eede betreft de inzet van 20 mln. voor enkele grote projecten. Het derde spoor is de energie-efficiënte productie van goederen via
39
energiebesparing. Daarvoor w orden geen middelen ingezet. De provincie w il een voorbeeldfunctie vervullen met betrekking tot haar eigen gebouw en, wegen en voorzieningen. Naar de mening van de heer Le Belle gaat dit niet ver genoeg. Ik zie dan ook met belangstelling zijn motie tegemoet. In de commissie hebben w ij er tot tw eemaal toe voor gepleit om de nadruk te leggen op de gebieden w aar het grootste milieurendement te halen is. Met de energie-efficiënte productie van goederen kan een w inst van 1,65 megaton behaald worden, maar daar staan geen middelen tegenover. GS gaan ervan uit dat dit door benchmarking en milieuhandhaving zonder middelen kan w orden bereikt. Wij vinden dat het bedrag van 30 mln. pondspondsgew ijs over de drie sporen moet w orden verdeeld. De heer Le Belle (D66): In de voordracht staat ook dat energie-efficiency zichzelf terugverdient. Daarom hoeven er geen middelen voor te w orden gereserveerd. De heer Zoon (VVD): Daar heeft u gelijk in. Er staat ook bij dat de kosten w el moeten w orden doorberekend. In onze opvatting kan een en ander sneller w orden gerealiseerd als er een stimulans in de vorm van geld w ordt gegeven. De heer Le Belle (D66): Dient u daarover een motie in? De heer Zoon (VVD): Ik zal straks uitleggen w aarom ik dat niet zal doen. Wij w illen 10 mln. beschikbaar stellen voor de energie-efficiënte productie ten laste van het bedrag van 20 mln. voor het tw eede spoor. Wij voelen ons hierin gesterkt door een persbericht van de provincie Noord- Holland over de energiebesparing bij Corus. Als eerste onderneming in Nederland heeft dit bedrijf efficiencyplannen opgesteld die ertoe moeten leiden dat de reductie van 251 kiloton w ordt gerealiseerd. Dit is een zevende deel van de doelstelling voor de energie-efficiënte productie van goederen voor geheel Noord-Holland. Volgens gedeputeerde Wildekamp verdient dit
12 februari 2001
voorbeeld navolging. Er is dus alle reden om hiervoor extra middelen in te zetten. De heer Van Ruller (CDA): Pleit u voor subsidiëring van de maatregelen inzake CO2-reductie bij Corus? Wat zijn daar de internationale effecten van? De heer Zoon (VVD): Eventuele internationale effecten kan ik niet aangeven. Ik w ijs erop dat via een prikkel een aantal grote bedrijven de doelstelling eerder kunnen realiseren. Het centrale doel is een substantiële vermindering van de CO2-reductie. In die categorie is 1,65 megaton binnen de gestelde ter mijn te realiseren. De heer Le Belle (D66): De vraag w as of u Corus met dit doel subsidie w il verstrekken. De heer Zoon (VVD): Op lokaal niveau wordt via servicepakketten een subsidiestroom ontw ikkeld. Mutatis Mutandis moet die ook voor grote bedrijven gelden, dus ook voor Corus. De heer Graatsm a (SP): Corus mag dan ook w el subsidie krijgen om arbeidsplaatsen te behouden. De heer Zoon (VVD): Dat is een geheel ander onderw erp. Het gaat er nu om dat de overheid een bepaalde ontw ikkeling w il stimuleren. Het is beleid dat bovenop het reeds bestaande beleid komt. Dat moet worden gestimuleerd. De heer Graatsm a (SP): Ik begrijp heel goed dat de VVD daarvoor kiest. Ik probeer alleen maar aan te geven dat u wel een bedrijf op dit gebied w ilt subsidiëren - het lijkt w el inkomenspolitiek - maar niet als het gaat om de werkgelegenheid. Met dit laatste mogen wij ons volgens de VVD vooral niet bemoeien. De heer Zoon (VVD): Ik ben bij dat u vindt dat de VVD altijd duidelijke keuzes maakt. Ik ben het verder absoluut oneens met u. Ik heb het niet over subsidiëren van bedrijven gehad. Het gaat om subsidie van beleid om de CO2-reductie te bevorderen.
40
Wij hebben geen behoefte aan een herhaling van zetten. Onze inspanningen zijn erop gericht, grote vissen binnen te halen. Een amendement van deze strekking zal echter niet de vereiste steun krijgen en daarom laten w ij dat achterw ege. Blijft over de vraag of w ij het totale pakket w el steunen. In mijn inleiding heb ik al gezegd dat w ij ook w aarde hechten aan het realiseren van deze schaalsprong. Wij hebben het collegeprogramma tenslotte getekend. Wij zijn en blijven van mening dat de doelstellingen van de provincie ambitieus zijn. Een en ander had echter sneller kunnen w orden gerealiseerd w anneer men ons voorstel had gevolgd. Wij gaan van harte akkoord met het voorstel. Ik hoop dat dit beleid succes heeft en ik w ens alle betrokkenen veel succes. De heer Bozelie (GroenLinks): Op w elke wijze had u het beleid w illen versnellen? Hoe had een VVD-gedeputeerde het aangepakt? De heer Zoon (VVD): Van w elke partij een gedeputeerde is, maakt in principe niet uit, maar ..... De heer Bozelie (GroenLinks): Ik noem maar een democratische partij. De heer Zoon (VVD): De VVD is in inderdaad een grote democratische partij. Wij krijgen de subsidieregeling voor de servicepakketten nog voorgelegd en ook de FINH-voorstellen uit het tw eede spoor. Het is niet aan mij om te beoordelen w elk bedrag ingezet w ordt. Ik spreek vandaag over de hoofdlijnen van het beleid. Ik geef aan dat geld als smeermiddel ingezet kan worden om milieudoelstellingen te realiseren. Het is aan het college om concrete voorstellen te doen. Het gaat mij om een bijdrage om een hoger milieurendement te behalen, niet meer en niet minder. Voorzitter! Ik plaats nog een kanttekening bij een onderdeel. In het ontw erpbesluit is 20 mln. voor cofinanciering gereserveerd. In de onderhavige notitie w ordt een koppeling gemaakt met de criteria voor de FINHvoorstellen ter zake. Deze toevoeging
12 februari 2001
ontbreekt bij het bedrag van 10 mln. voor kleinschalige energieprojecten binnen gemeenten. Ik ga ervan uit dat voor beide sporen dezelfde criteria van toepassing zijn. De heer Graatsm a (SP): Voorzitter! Deze nota is gepriegel in de marge. Wie aan CO2-uitstoot denkt, denkt aan energiegebruik. Wie aan energiegebruik denkt, denkt aan energiebesparing. Dat doet het college ook, zoals in de nota staat. In Neder land w ordt echter een premie gezet op energiegebruik. Hoe meer energie je verbruikt, hoe lager de prijs per eenheid. Daarover staat niets in de nota. In hoog tempo zijn in Europa en in Nederland energieopw ekkingsbedrijven geprivatiseerd. Dit zijn nu particuliere bedrijven die w inst w illen maken. Gelijk blijvende w insten zijn slecht voor de directie. Teruglopende w insten zijn rampzalig voor de directie. De w insten moeten dus stijgen. Dit betekent dat er steeds meer energie verkocht moet worden. Met het oog hierop lijkt mij de reductie van de CO2-uitstoot een gew eldige prestatie. In de nota is ook hier geen aandacht voor. De nota is leuk, maar het blijft gepriegel in de marge als je dit soort punten erbuiten laat. Ook voor genoemde ontw ikkelingen is aandacht nodig. De heer Visser (PvdA): Voorzitter! De wijze w aarop deze voordracht tot stand is gekomen, is een voorbeeld voor de toekomst. Wij hebben eerst de startnotitie grondig besproken. Vervolgens zijn er drie bijeenkomsten gew eest met de doelgroepen. Naar aanleiding hiervan zijn de oorspronkelijke plannen aangepast. In totaal is er in commissieverband drie keer over dit onderw erp gesproken. Het zou dan ook zeer verrassend zijn w anneer er nu plenair ineens nieuw e gezichtspunten naar voren w orden gebracht. De doelstelling van 2,5% in 2005 lijkt heel w einig, maar gelet op hetgeen er nu gebeurt, kan dit toch een behoorlijke inzet w orden genoemd. Ik lees eigenlijk dat er minimaal 2,5% gerealiseerd moet zijn. Als het doel w ordt verhoogd naar 5%,
41
zullen w ij dat w aarschijnlijk niet halen. Dat lijkt mij te veel op symboolpolitiek. De heer Le Belle (D66): Sinds de start van de voorbereidingen is er een jaar verstreken. Inmiddels hebben de gezamenlijke Europese energieministers gezamenlijk uitgesproken hoeveel de onderscheiden landen aan duurzame energie in 2010 moeten zien op te wekken. Ik vertaal dat naar 5% in 2005. Het doel van 2,5% is veel te laag. De heer Visser (PvdA): Ik ga ervan uit dat minimaal 2,5% w ordt gerealiseerd. Als het landelijk beleid w ordt verscherpt, zal de gedeputeerde dat zeker volgen. Zij heeft steeds aangegeven daar versterkt op in te willen zetten. De motie over het gebruik van natuurstroom vind ik zeer sympathiek. Ik ben benieuw d naar de financiële uitw erking. De heer Zoon heeft, evenals in de commissie, namens de VVD een enigszins afw ijkend geluid laten horen. Het is mij echter nog niet duidelijk of hij verder w il gaan dan de w ettelijke nor m. Het is raar om geld te geven aan bedrijven om hen aan w ettelijke nor men te laten voldoen. Voorzitter! Ik heb lof voor de inzet van de gedeputeerde op dit punt. Degenen die mij in de commissie meemaken, w eten dat ik dergelijke woorden niet al te vaak uitspreek. De heer Bezemer (RPF/GPV/SGP): Voorzitter! Als het over de randvoorwaarden van ons bestaan gaat, moeten w ij extra alert zijn. Wij kunnen niet van deze aarde af en daarom moeten w ij er zuinig op zijn, ook met het oog op na ons komende generaties. Het krachtig beperken van de toenemende uitstoot van CO2, die afbreuk doet aan die randvoorwaarde, juichen w ij toe. Het past bij onze positie als rentmeester van de schepping om zo te handelen en te besturen. Ik ben daarom blij dat de provincie Noord- Holland hierin niet achter wil lopen, maar daadkrachtig en effectief bezig is. Het schepje erbovenop klinkt goed. Ook de recente uitkomsten van de internationale benchmar king ten aanzien van Corus w aren positief. Het is ook goed
12 februari 2001
dat er gezocht is naar de juiste helpende hand richting gemeenten. Het aanbod van de CO2-pakketten en het servicepunt steunen w ij dan ook. Kortom, uitstekend uitgezet beleid. De heer Van Ruller (CDA): Voorzitter! Op pagina 3 van de GS-notitie staat dat een zinsnede uit de conceptnota is verw ijderd. Dit betreft de opmerking dat er vraagtekens te plaatsen zijn bij de relatie tussen klimaatverandering en CO2reductie. Deze zin w as het directe gevolg van het optreden van de voormalige VVDwoordvoerder, de heer Van den Berg, die voortdurend deze discussie aanzw engelde. Op zichzelf w as ik het ermee eens dat die opmerking is geschrapt. Het is echter w el jammer dat in de notitie de noodzakelijke relativering ontbreekt. Er zijn kos mische veranderingen w aar w ij geen invloed op hebben. Ook de pr ijsbew egingen, de voorraden fossiele brandstoffen en de kernenergie komen in het stuk nauw elijks aan de orde, terw ijl deze factoren ons beleid behoorlijk in de w ar kunnen sturen. In de nota w ordt volstaan met passages over Corus en over het w eg- en vliegverkeer. De logica in de redener ing heeft een beetje een dw angmatig karakter in de trant van: als w ij die en die maatregelen nemen, heeft dat reductie van de CO2-uitstoot tot gevolg en als w ij dat en dat doen, stimuleren w ij de ontw ikkeling van duurzame energie. Mevrouw Wildekam p (lid van gedeputeerde staten): In de commissie heeft u steeds gezegd dat de redeneertrant in het stuk u zo aansprak. De heer Van Ruller (CDA): Dat is ook zo. Ik geef nu een eindoordeel over de nota. Wij zijn het geheel eens met de opvatting verwoord in de nota, maar het is noodzakelijk om het dw angmatige karakter van de redenering enigszins te relativeren omdat de w erkelijkheid anders is. De voordracht is een voortreffelijke uitw erking van het adagium "think global, act local". Het CDA is er zeer tevreden mee. Wij steunen de voorstellen ook als de uitvoering daarvan moeilijk is. Ik refereer in dit verband aan de opmerking van de
42
heer Zoon aan het adres van de griffier. Ik denk overigens dat de gr iffier de enige in deze zaal is die de notulen van a tot z leest. De provinciale blik richt zich ten aanzien van duurzame energie w at eenzijdig op de productie van w indenergie. Dat ligt ook voor de hand gezien de noodzaak van ruimtelijke reservering. Wij gaan een grote toekomst tegemoet nu w ij de haven- en industriegebieden kunnen benutten. Ook voor de bevordering van zonne-energie is er aandacht. Er w ordt in dit verband in de nota zelfs naar het asfalt verwezen. In het rijksoverzicht van duurzame bronnen w orden echter ook waterkracht en aardwarmte genoemd. Het verblijdt ons zeer dat er in de buurt van Den Helder een getijdengenerator w ordt gebouw d. Hiervoor wordt zelf s geld uit het PAF uitgetrokken. In de buurt van Heerhugow aard is er een project voor de benutting van aardw armte. In de nota wordt aan deze twee vormen van duurzame energie helaas geen aandacht besteed. De heer Zoon (VVD): Het aardige is dat een regulier bedrijf een bijdrage uit het PAF heeft gekregen ter realisering van de getijdengenerator. Ons voorstel w as dus toch zo gek nog niet. De heer Van Ruller (CDA): Dit betreft de ontw ikkeling van nieuw e vormen van energieopw ekking, althans in Nederland. Er is een nieuw e structuur gekomen voor de energieopw ekking en energiehandel. Hierdoor w orden nieuw e behoeften geschapen, ook van de consument. Er is een vergelijking mogelijk met de tijd w aarin de overheid zich met de energieproductie en -distributie ging bezighouden. Ik denk aan de gezamenlijke inkoop of doorverkoop van energie. Ik vraag GS, op dit punt alert te zijn. Ik heb gelezen dat in het kaderw etgebied Arnhem-Nijmegen initiatieven w orden genomen voor gemeenschappelijke inkoop van energie. Men w eet dat w ij steeds bew eren dat de provincies zich de kaas niet van het brood moeten laten eten door kaderw etgebieden. Ik pleit voor een meer openbare verslaggeving over de stand van zaken bij
12 februari 2001
de benchmarking. Ik had die opmerking niet gemaakt als de heer Zoon zijn pleidooi voor het stimuleren van het bedrijfsleven niet opnieuw gehouden had. Ik doel ook op het stimuleren van het bedrijfsleven maar dan op een andere wijze, namelijk het stimuleren van de discussie en van het maatschappelijk ondernemerschap. Voorzitter: Meijdam De heer Van Duijn ( NH Anders/De Groenen): Voorzitter! Het is hard nodig dat er een goed beleid w ordt gevoerd, want de uitstoot van CO2 draagt bij aan het broeikaseffect en dat leidt w eer tot klimaatverstoring. Hier is lang over gediscussieerd, maar de meeste geleerden zijn er nu het toch w el over eens. Het is buitengew oon moeilijk om de uitstoot van CO2 w erkelijk te ver minderen. Tot nu toe is het beleid van het r ijk ter zake steeds op een mislukking uitgelopen, voornamelijk als gevolg van het stijgend energieverbruik. Er komen steeds meer auto's en er w ordt steeds meer gebruikgemaakt van vliegtuigen. De laatste tijd is daar de stroomvretende ICTsector bijgekomen. Duidelijk is dat w ij er zeer hard aan moeten trekken. Er is een snellere groei van de productie van duurzame energie nodig dan de boogde 2,5% in 2005. Hoe vangen w ij anders de toenemende vraag naar elektriciteit vanw ege het stijgende computergebruik op? Worden er genoeg windmolens en zonnepanelen geplaatst om deze groei te kunnen opvangen? Ik ben bang van niet. Ik pleit dan ook voor hardere maatregelen voor energiebesparing, niet zozeer ten aanzien van het gebruik van computers, maar w el voor auto's en vliegtuigen. Gebeurt dit niet, dan zal het energiegebruik blijven stijgen en zal de ontw ikkeling van duurzame energie daar geen gelijke tred mee kunnen houden. Uiteindelijk zal hierdoor het CO2-beleid ook in de toekomst mislukken. Voorzitter: Van Kemenade Mevrouw Wildekam p (lid van gedeputeerde staten): Voorzitter! Er is
43
terecht op gew ezen dat w ij over dit onderw erp al interessante discussies in de commissie hebben gevoerd. Ik beluister gelukkig grote instemming met de voordracht en dat doet mij goed. Wij hebben te maken met een groot mondiaal probleem, w aarover w ij niet slechts grootse en meeslepende standpunten dienen in te nemen. Wij dienen de rol van de provincie om een daadw erkelijke CO2reductie te bereiken nauw keurig vast te stellen. Het is van groot belang dat een verdergaande klimaatverandering zoveel mogelijk w ordt tegengegaan. De reductie van CO2 is daarbij een belangrijk element en de provincie dient daarin dan ook het voortouw te nemen. Ik zeg tegen de heer Graats ma dat wij dit beleid niet vrijblijvend formuleren. Wij zijn afrekenbaar op de resultaten ervan. Voor het eerst hebben w ij geprobeerd, beleid op de lange termijn zo goed mogelijk afrekenbaar te maken. Met het oog daarop w orden de doelstellingen voor 2005 genoemd. Tegelijkertijd kijken wij naar de jaren daarna. Een belangrijk onderdeel van de nota is het stimuleren van bedrijven bij het toepassen van duurzame energie. In dat verband w ordt er gesproken over de schaalsprong. Wij dienen ervoor te zorgen dat duurzame energie voor iedereen betaalbaar w ordt. Hiervoor zetten w ij 20 mln. in. De doelstelling van 2,5% duurzame energie in 2005 komt overeen met het rijksbeleid. Er w ordt beleid ontw ikkeld om op termijn veel meer binnen te kunnen halen. Ik vind het jammer dat de heer Le Belle heeft gemeend, een motie te moeten indienen om deze doelstelling voor de korte ter mijn te verhogen. Naar mijn mening is dat niet realistisch. De heer Le Belle (D66): De energieministers hebben de vijftien lidstaten dw ingend voorgeschreven dat er 9% duurzame energie in 2010 moet zijn gerealiseerd. Vanaf heden is dat rijksbeleid. Dat leidt tot 5% duurzame energie in 2005. Mevrouw Wildekam p (lid van gedeputeerde staten): Wij houden vast aan het rijksbeleid.
12 februari 2001
Het beleid volgt inderdaad drie sporen. In de eerste plaats w orden de gemeenten geholpen om een eigen beleid te voeren. Wij merken in alle contacten met gemeenten dat zij zeker bereid zijn om mee te w erken aan de reductie van CO2, maar dat er vaak een gebrek aan instrumenten is. Er w ordt nu een servicepunt ingericht w aar gemeenten ambtelijk w orden bijgestaan. Daarnaast worden er modules aangeboden w aaruit gemeenten zelf een keuze kunnen maken. Het is jammer dat D66 nu w eer allerlei maatregelen w il opleggen. De wensen van D66 zijn ruimhartig verw erkt in het beleid en nu is er blijkbaar toch een masterplan zonne-energie nodig. Wij bieden gemeenten al de mogelijkheid om scholen van zonnepanelen te voorzien. Als daar weer een nieuw e maatregel bovenop komt, leidt dat alleen maar tot verwarring. Ook de suggestie van zonnepanelen voor 4000 w oningen is een geheel andere benaderingsw ijze dan waarvoor nu gekozen is. Wij hebben er nu juist niet voor gekozen om van bovenaf richtlijnen op te leggen. Gemeenten kunnen via de desbetreffende module het plaatsen van zonnepanelen op w oningen subsidiëren. De heer Le Belle (D66): Het is vreemd dat andere provincies w el doelstellingen hebben w aarin aantallen w oningen genoemd w orden. Wij vragen een actief beleid van de provincie om 250 scholen van zonnepanelen te voorzien. Dat is zow el zeer educatief als innovatief. Op dit punt moet de provincie niet afw achten of gemeenten w ellicht aanvragen indienen. Met alle w aardering voor de notitie hopen wij de provincie te prikkelen om dit toch groots en meeslepend aan te pakken. Mevrouw Wildekam p (lid van gedeputeerde staten): Wij w achten helemaal niet af of gemeenten aanvragen indienen. Op bladzijde 11 w ordt uitgebreid ingegaan op het BA NS. Samen met de rijksoverheid, die ook afspraken w il maken met gemeenten over CO2-reductie en duurzame energie, gaan w ij een beleid voeren. Via NOV EM w orden de gemeenten eenduidig aangestuurd. Er zijn
44
al afspraken over gemaakt. Er is geen sprake van dat w ij afwachten. De heer Graatsm a (SP): U laat de gemeenten kiezen uit mogelijkheden gedekt door een energiebesparingsfonds. Als u dat vervangt door een armoedebestrijdingsfonds komt u uit op het voorstel dat w ij eerder vanmiddag hebben gedaan, maar dat w as een voorstel afkomstig van de pofbroekjes van de SP. U doet in feite hetzelfde voorstel, alleen bevat dit potje tien keer zoveel geld. Ik snap heel goed dat u liever uw schoenzolen opvreet dan dat u "ja" zegt tegen een voorstel van ons. Mevrouw Wildekam p (lid van gedeputeerde staten): Als u gelijkt heeft, dan krijgt u dat ook van mij. In dit geval gaat het om de vraag op w elke w ijze een effectief beleid ter ondersteuning van gemeenten gevoerd kan w orden. Uit de reacties van de gemeenten blijkt dat zij buitengew oon tevreden zijn met deze aanpak van de provincie. Z ij kunnen een eigen beleid voeren binnen het kader van de afspraken die daarover gemaakt zijn. Tevens komt er geld voor stimulerings maatregelen op tafel. Men kan mij straks afrekenen op het gezamenlijk resultaat van provincie en gemeenten. In 2005 moeten w ij meer dan 1 megaton CO2-reductie gerealiseerd hebben. Daar gaan w ij voor. De heer Graatsm a (SP): U bent een kanjer w at dit betreft of eigenlijk een moordw ijf. Als u de term armoedebestrijdingsfonds in uw voorstel opneemt, doet u hetzelfde voorstel als w ij. Daar w il ik even op w ijzen. Mevrouw Wildekam p (lid van gedeputeerde staten): Ik heb begrepen dat woensdag in de commissie over de armoedebestrijding w ordt gesproken. Wij zullen zien hoe overtuigend u op dit punt kunt zijn. Het derde spoor betreft het maximaliseren van de eigen inzet van de provincie. De provincie moet zelf het goede voorbeeld geven. Zij moet heel nauw keurig aangeven w at er de komende tijd w ordt gedaan aan energie-efficiency
12 februari 2001
en duurzame energie. Ook daar kan het college op afgerekend w orden. Dat is overigens ook nieuw . In het verleden zijn er veel discussies geweest - met name met de heer Le Belle - over de vraag w at het college nu precies op dat punt deed. Daarnaast w orden bedrijven gestimuleerd tot energie-efficiency via de eigen instrumenten van de provincie, zoals vergunningverlening. Doordat het ambtelijk apparaat een beetje aanpoot, kan er gratis 1,6 megaton aan CO2reductie gerealiseerd w orden. Ook daarop ben ik af te rekenen. De ervaringen tot nu toe leveren geen enkel bew ijs op voor de stelling dat er via subsidies meer bereikt kan w orden. Er is dus geen reden om het budget van 20 mln. hiervoor aan te spreken. Dit bedrag is nodig om de duurzame energie op ter mijn zoveel mogelijk voor iedereen bereikbaar te maken. Daar zullen w ij het uiteindelijk ook van moeten hebben. Ik neem er kennis van dat mevrouw Trautw ein het niet eens is met VROM dat 50% van de CO2-reductie in het buitenland gerealiseerd moet w orden. Voor ons beleid maakt dat niets uit. Het bedrag van 10 mln. zal via een verordening w orden besteed. Hierover zal nog in de commissie gesproken w orden. Dit geldt ook voor de inrichting van het servicepunt. Het tw eede spoor zal per project in de commissie aan de orde komen. Hierbij zijn zeker ook nieuw e vormen van duurzame energie aan de orde, zoals getijdenenergie. Wij zijn ook alert op de ontw ikkelingen ten aanzien van biomassa. Ik heb het gevoel dat de markt wel degelijk goede voorstellen doet. Daarvoor is het absoluut niet nodig dat w ij ons aan een energiebedrijf binden. NUON is heel goed in staat om met ons te overleggen als het zaken in Noord- Holland wil regelen. Wij w illen de samenw erking zeker niet tot dit bedrijf beperken. Voorzitter: Meijdam De heer Le Belle (D66): Voorzitter! Wij vinden de notitie zo goed omdat er niet alleen aandacht is voor het terugdringen van de CO2-uitstoot, maar ook voor duurzame energie. Ik heb nog geen
45
reactie gehad op mijn opmerking over de glastuinbouw locaties. Mevrouw Trautwein-de Wit (GroenLinks): Voorzitter! Ik kan mij voorstellen dat de gedeputeerde mijn opvatting over de uitw erking van VROM voor kennisgeving aanneemt. Hierin w ordt echter in de notitie ook aandacht aan besteed. Als dit w ordt toegestaan, hoeft Noord- Holland ook maar de helft bij te dragen aan de CO2-reductie. De gedeputeerde is volledig voorbijgegaan aan mijn opmerking over het gebrek aan overeenkomst met de voordracht over het openbaar vervoer. Deze agendapunten hebben echter w el degelijk een relatie. Ik kan nu al zeggen dat w ij de motie van D66 over de 5% duurzame energie steunen. De heer Zoon (VVD): Voorzitter! Ik houd staande hetgeen ik in eerste termijn heb gezegd. Ik voeg er nog aan toe dat jaarlijks gerapporteerd moet w orden aan de commissie over de voortgang van de doelstelling van 1,65 megaton in 2005 via energie-efficiency. Ik ben daar zeer nieuwsgierig naar. De heer Visser (PvdA): Voorzitter! Ik sluit mij aan bij de opmer king van de heer Zoon. De heer Van Ruller (CDA): Voorzitter! Ik dank de gedeputeerde voor de mededeling dat zij alert zal zijn op andere vormen van duurzame energie. Er is echter geen reactie gekomen op mijn opmerking over gezamenlijke inkoop. Dit heeft alles te maken met de rol van de provincie als het gaat om de minder koopkrachtige vraag. Ik zie ook nog niet in welke vorm dit eventueel moet gebeuren, maar de provincie moet hier in de toekomst aandacht voor hebben. De provincies moet ook openbare discussies organiseren bijvoorbeeld over benchmarking. Als bekend w ordt dat bepaalde bedrijven niet voldoen aan de eisen, kan dit leiden tot vormen van maatschappelijk ondernemerschap. De heer Le Belle (D66): Bedoelt u dat alle provincies gezamenlijk stroom inkopen?
12 februari 2001
De heer Van Ruller (CDA): In eerste termijn heb ik het voorbeeld genoemd van het kadergebied Arnhem- Nijmegen. Daar doet men dit al. De heer Van Duijn ( NH Anders/De Groenen): Voorzitter! Ik heb geen antw oord gekregen op mijn vraag of het college de groei van het energiegebruik door het toenemend gebruik van computers denkt op te vangen via eenzelfde groei van duurzame energie. In dat licht is de doelstelling van 2,5% in 2005 te bescheiden. Ook al ben ik er vanavond niet, in de geest steun ik de motie van de heer Le Belle. Mevrouw Wildekam p (lid van gedeputeerde staten): Voorzitter! Ik heb aangegeven dat op korte ter mijn 2,5% duurzame energie realistisch lijkt. Wij hebben allerlei partijen over onze ambities geconsulteerd om daar zeker van te zijn. Het bedrag dat w ij inzetten voor de schaalsprong is vooral bedoeld om op lange ter mijn veel meer duurzame energie op de markt te krijgen. De provincie w il op dat punt een soort katalysator zijn. Het heeft soms jaren nodig voordat projecten tot w asdom komen. De getijdenenergie is daar een goed voorbeeld van. Er zijn ook meer ideeën op dat terrein. De provincie heeft een belangrijke rol in het ondersteunen van de proeven met dit soort energiebronnen. Als die proeven slagen, kan men op grote schaal aan de slag. Met de passage over grootschalige glastuinbouw locaties hebben w ij w illen aangeven w at voor soort projecten in aanmerking kunnen komen voor een FINH-bijdrage. Dit moeten natuurlijk projecten met enige uitstraling zijn. Daarom moet het een glastuinbouw locatie van enige omvang zijn. Het lijkt mij interessant om met de gemeenten te overleggen over gezamenlijke inkoop. Wellicht kan dit tot nieuw e arrangementen leiden. Ik neem deze suggestie graag over. Ik zeg de heer Zoon toe dat ik tussentijds zal rapporteren.
46
De heer Van Duijn ( NH Anders/De Groenen): U kunt het niet maken om mij opnieuw niet te antw oorden. Mevrouw Wildekam p (lid van gedeputeerde staten): Daar ben ik mee begonnen, mijnheer Van Duijn. De voorzitter: De stemmingen vinden plaats aan het eind van de vergadering. 11.
Aan de orde is de voordracht van gedeputeerde staten inzake de provinciale m ilieuverordening, 4de tranche (zie bijlage 5).
Mevrouw Trautwein-de Wit (GroenLinks): Voorzitter! Wij hebben niet zoveel problemen met de voorstellen in deze vierde tranche. De meeste bevinden zich nog op beleidsniveau en pas bij de uitvoering zal blijken of de voorstellen voldoen. Dat is nu nog niet te overzien. Het geheel ziet er goed uit, maar of dat ook zo is, zal pas bij de evaluatie duidelijk worden. Zo nodig kunnen w ij dan de verordening bijstellen. Het abstracte karakter geldt evenw el niet voor één onderdeel, namelijk de zoetw aterbel van Hoorn. In de afgelopen vergadering van de commissie Milieu, Water en Groen heeft dit onderw erp voor veel beroering gezorgd. De staten zijn algemeen van mening dat de zoetw aterbel beschermd moet blijven. Zelfs PWN heeft aangegeven dat de kw aliteit in verband met de mogelijke drinkw atervoorziening in de toekomst niet aangetast mag w orden. De gedeputeerde stelde dat zij als eerste bij EZ op de stoep zou staan als er een boorvergunning w ordt aangevraagd. Tot zover w aren er geen problemen. Iedereen w as het hier terecht over eens. Het gaat om een gigantisch zoetw aterreservoir van goede kw aliteit waarmee de bevolking bij calamiteiten denk aan Tsjernobyl - lange tijd van w ater kan w orden voorzien. Ik ben bang dat dit soort calamiteiten op ter mijn niet uit te sluiten is. Er zijn nogal veel van dit type kerncentrales in het voor malig Oostblok en daar w ordt niet voldoende aandacht aan geschonken.
12 februari 2001
Echter, de Raad van State vond dat de provincie buiten haar boekje w as gegaan om door middel van een streekplan een algeheel boorverbod in te stellen. Ik zal verder niet op de details ingaan. De gehele commissie MWG heeft de w ens uitgesproken dat de bel een zo goed mogelijk beschermde status moet houden, zodat de minister van EZ bij een eventuele booraanvraag een MERprocedure moet instellen w aarbij alle belangen goed kunnen w orden afgewogen. De gedeputeerde stelde voor, onderzoek te doen naar een eventuele provinciale MER. Dit lijkt ons op het eerste gezicht een te licht instrument, maar w ij wachten de nadere reactie van de gedeputeerde af. Gelet op de Wet milieubeheer en het MER-besluit is het van belang dat de bel in de provinciale milieuverordening blijft opgenomen als een gebied w aarvoor met het oog op de w aterwinning regels zijn gesteld ter bescherming van het grondw ater. Om dit te bew erkstelligen dienen w ij een motie in. Motie 5-1 Door de leden Trautw ein-de Wit, Bozelie, Beens-Jansen en Poulie w ordt de volgende motie voorgesteld: Provinciale Staten van Noord-Holland, in vergadering bijeen op 12 februari 2001; gehoord de beraadslagingen over de 4de tranche van de provinciale milieuverordening Noord-Holland en de zoetw aterbel van Hoorn in het bijzonder; gelet op de zeer grote omvang van de bel: ongeveer 6 miljard m3; gelet op het unieke karakter van de bel: de grootste zoetw aterreserve van WestNederland, veilig beschermd diep in de bodem, die bij calamiteiten, w anneer het oppervlaktew ater niet gebruikt kan worden, gedurende lange tijd in de waterbehoefte kan voorzien; mede gelet op het standpunt van PWN dat het "nooit kunnen uitsluiten dat er in de toekomst toch gebruik zal moeten w orden
47
gemaakt van de zoetw aterbel van Hoorn ten behoeve van de drinkw atervoorziening" en het "vanuit het voorzorgsbeginsel gew enst te voorkomen dat de kw aliteit van de zoetw aterbel van Hoorn w ordt aangetast" in verband met mogelijke drinkw atervoorziening in de toekomst; in aanmerking nemend dat de 4de Nota RO Extra (Vinex) bepaalt dat calamiteitenreserves op alle niveaus beschermd moeten w orden; gelet op het brede draagvlak van de staten om genoemde bel de grootst mogelijke bescherming te geven; gelet op het feit dat een calamiteitenreserve valt onder toekomstig waterwingebied, zoals reeds is vastgesteld in de provinciale milieuverordening; stellen voor een MER-regeling in de PMV op te nemen, zodat de beschermde status van de zoetw aterbel gehandhaafd blijft; nodigen het college uit op korte ter mijn met een nadere uitw erking in provinciale staten te komen; nodigen het college tevens uit het WHP-2 in die zin aan te passen, en gaan over tot de orde van de dag. Deze motie, die door een genoegzaam aantal leden is ondertekend, maakt mitsdien onderw erp van beraadslaging uit. Mevrouw Sluiter (D66): Voorzitter! De fractie van D66 onderschrijft de woorden van mevrouw Trautw ein. De vierde tranche is prima op het heikele punt van de zoetw aterbel na. Het is van het grootste belang dat die bel zo goed mogelijk beschermd w ordt. Mevrouw Trautw ein stelt bij motie voor, een MERregeling op te nemen in de provinciale milieuverordening om de beschermde status van de zoetwaterbel te handhaven. Of een MER, die licht of zw aar kan zijn, nu de juiste methode is, is op zichzelf irrelevant. De w ens van de commissie is dat de bescherming van het
12 februari 2001
zoetw aterreservoir gew aarborgd wordt. Hierin heeft de provincie een taak. Wij kunnen een heel eind met de motie van GroenLinks meegaan, maar w ij laten het graag aan het college over om een en ander zo goed mogelijk te regelen. Wij praten al maanden in de commissie over deze bel. De laatste weken is er druk overlegd tussen fracties over dit onderw erp. Het gaat D66 erom dat de zaak goed geregeld w ordt. Wat kan de gedeputeerde precies doen op dit terrein? Als zij voorstelt een onderzoek in te stellen naar een adequate MER-procedure, blijven w ij met het probleem zitten dat niets geregeld is als w ij de verordening aannemen. De huidige provinciale regeling werkt niet. Wij zijn tegen symboolregelingen, maar w ij w illen dat het goed vastgelegd w ordt. Daarop gelet, verzoek ik om een maand uitstel. In die tijd kan een manier gevonden w orden om de bescherming van de zoetw aterbel adequaat in de milieuverordening op te nemen. Met het oog hierop dien ik een motie in. Motie 5-2 Door de leden Sluiter, Le Belle, Poelmann, Berman en Geldhof w ordt de volgende motie voorgesteld: Provinciale Staten van Noord-Holland, in vergadering bijeen op 12 februari 2001; gehoord de beraadslagingen over de 4de tranche van de provinciale milieuverordening Noord-Holland en de zoetw aterbel van Hoorn in het bijzonder; gelet op het unieke karakter van de bel: met 6 miljard m3 de grootste zoetw aterreserve van West-Nederland, veilig beschermd diep in de bodem, die bij calamiteiten, w anneer het oppervlaktew ater niet gebruikt kan worden, gedurende lange tijd in de waterbehoefte kan voorzien; in aanmerking nemend dat de 4de Nota RO Extra (Vinex) bepaalt dat calamiteitenreserves op alle niveaus beschermd moeten w orden;
48
van mening dat de huidige beschermde staat van de bel gehandhaafd moet blijven en aan de bel dezelfde bescherming moet worden verleend als aan een waterwingebied zoals omschreven in de PMV; besluiten de voorgelegde verordening tot wijziging van de provinciale milieuverordening Noord-Holland thans niet vast te stellen en verzoeken het college van GS een verordening aan PS voor te leggen w aarin de bescherming van de zoetw aterbel in Hoorn adequaat is geregeld, en gaan over tot de orde van de dag. Deze motie, die door een genoegzaam aantal leden is ondertekend, maakt mitsdien onderw erp van beraadslaging uit. De heer Bond (CDA): Voorzitter! Ik kan mij bijna geheel aansluiten bij het betoog van mevrouw Sluiter. De voordracht is voor ons geen probleem, met uitzondering van de zoetw aterbel. Wetenschappers zijn het erover eens dat w ater het aardgas van de toekomst is, zo heb ik vorige w eek gelezen. De provincie moet dus zeer zorgvuldig omgaan met een unieke voorraad zoetwater van 6 miljard kubieke meter. Kan de gedeputeerde meer duidelijkheid geven over haar toezegging zoals verwoord op bladzijde 4 van de voordracht? Als de bescherming gew aarborgd kan w orden via het opnemen van een MER-plicht in de PMV zijn w ij gerustgesteld. Hoe zit het met de bescherming gedurende het onderzoek? De heer Bozelie (GroenLinks): Sluit u zich ook aan bij het verzoek om uitstel? De heer Bond (CDA): Dat hangt van het antw oord van de gedeputeerde af. Als dit ons tevreden stelt, gaat het ons te ver om de vaststelling van de gehele voordracht te laten w achten op de uitkomst van het onderzoek. De heer Mooij (VVD): Voorzitter! Enkele jaren geleden heeft mijn partijgenoot Commandeur al gesproken over het belang van bescherming van de
12 februari 2001
zoetw aterbel van Hoorn. Dat dit noodzakelijk is, hoeft nauw elijks meer uitleg. Het is eigenlijk een beetje raar dat wij vandaag hierop terug moeten komen, gelet op hetgeen in de commissie gepasseerd is. Wij dienen ons niet te verdiepen in allerlei details. Er ligt een eenvoudige en gerechtvaardigde vraag op tafel, namelijk adequate bescher ming van de bel opdat deze onverhoopt in geval van nood aangesproken kan w orden. Ik sluit ook niet uit dat over een aantal decennia dit w ater om een andere reden nodig is. Ook ter plaatse is men van mening dat deze behoorlijk omvangrijke watervoorraad van goede kw aliteit beschermd moet w orden. Wij zijn ervan overtuigd dat de oorspronkelijk aangedragen middelen niet haalbaar zijn. De grote vraag is w at er nu wel moet gebeuren om de bescher ming goed te regelen. Deze bel moet in de toekomst zo nodig gebruikt kunnen worden, maar ook de activiteiten in het desbetreffende gebied moeten niet onnodig belemmerd w orden. Dit is het dilemma w aar w ij voor staan. Het is nu nog geen w aterwingebied. Voorkomen moet ook w orden dat er een zodanig regime van kracht w ordt dat het leven in het desbetreffende gebied vrijw el onmogelijk w ordt, om het dramatisch te zeggen. Voorzitter! De gedeputeerde moet vandaag zo groot mogelijke duidelijkheid geven, zodat w ij in het vertrouw en dat dit punt goed geregeld is, de verordening kunnen vaststellen. De heer Graatsm a (SP): Voorzitter! Handen af van de bel heb ik ooit gezegd en dat blijf ik zeggen. De instemming van de SP met deze voordracht hangt daarvan af. Ik dank de klokkenluiders voor de signalen die zij hebben gegeven. Mevrouw Zondervan en de heer Broers uit Hoorn hebben veel w erk verzet om hernieuw de belangstelling voor de zoetw aterbel te kw eken. De heer Visser (PvdA): Voorzitter! Ik sluit mij aan bij de w oorden van de heer Mooij.
49
De heer Van Duijn ( NH Anders/De Groenen): Voorzitter! Deze zoetw aterbel is een grote schat voor de toekomst. Het zou zonder meer verboden moeten w orden om in dat gebied activiteiten uit te oefenen die daar ook maar in enige mate gevaar voor kunnen opleveren. Nu de bescherming niet goed geregeld blijkt te zijn, moet de provincie ervoor zorgen dat voor elke booraanvraag een stevige MER moet worden doorlopen. Als bruidschat bied ik mijn resterende spreektijd aan de fractie van GroenLinks aan. De voorzitter: Dat is bijzonder vriendelijk van u, maar zo zijn de spelregels niet. Uw symbolische geste w ordt ongetw ijfeld zeer gew aardeerd door de fractie van GroenLinks. De heer Bozelie (GroenLinks): Ik vind dit een fantastisch aanbod, w aarvoor dank. Wij hebben die spreektijd echter niet nodig. Mevrouw Wildekam p (lid van gedeputeerde staten): Voorzitter! Evenals de heer Graats ma herhaal ik w at ik in de commissie heb gezegd: niemand kan aan de zoetw aterbel komen zonder dat w ij dat willen. Er zijn geen nieuw e argumenten genoemd. De staten hebben in het kader van het Waterhuishoudingsplan-2 besloten dat de zoetw aterbel geen specifieke bescherming meer nodig heeft. Als uitvloeisel daarvan ben ik begonnen met de voorbereidingen om de provinciale milieuverordening daarop aan te passen. Vervolgens is de discussie over de bescherming in de commissie w eer opgelaaid. Tot nu toe heeft die discussie het volgende opgeleverd. Het algemene beschermingsniveau op basis van onder andere de Grondw aterwet is in principe voldoende. Op dat punt w ordt het college gesteund door PWN. In de laatste zin van de brief van dit bedrijf staat: "naar onze mening w ordt het voorzorgsbeginsel echter in principe voldoende gew aarborgd door het algemene beschermingsniveau van onder andere de Wet milieubeheer, de Wet bodembescher ming en de Grondw aterw et".
12 februari 2001
Vervolgens was de vraag of er toch nog extra bescherming nodig w as met het oog op gasboringen. De Raad van State is volstrekt helder dat een absoluut boorverbod niet mogelijk is. De provincie mag in verordeningen geen regelingen opnemen die verdergaan dan rijksw etten. Daar mee is de huidige tekst van de verordening een dode letter gew orden. Ik heb toegezegd om te onderzoeken of via een andere w eg bijgedragen kan w orden aan een betere bescherming van de waterbel tegen boringen. Ik ben ook bereid om dat uitvoerig te onderzoeken, maar dat kost tijd. Ik moet daarvoor onder andere naar VROM en naar de MER-commissie. Als dit onderzoek iets oplevert, zal ik een nieuw e aanpassing van de milieuverordening ter zake voorstellen. Het niet vaststellen van de milieuverordening biedt geen enkele extra zekerheid. Als de staten w illen dat de verordening een dode letter bevat, lig ik daar op zichzelf niet w akker van. De heer Poelm ann (D66): Wat gebeurt er als nog enige maanden tijd genomen wordt om de zaak goed te regelen? Welke problemen spelen dan? Mevrouw Wildekam p (lid van gedeputeerde staten): Er lopen nu tw ee dingen door elkaar. De aanpassing van de milieuverordening is een gezamenlijke actie van de provincies. In dat kader stelt het college voor, de dode letter van het absolute boorverbod in de verordening te schrappen. Tegelijkertijd zet ik op iets anders in met een onderzoek naar een maatregel die w ellicht w el effectief is. De staten kunnen het boorverbod handhaven, maar het heeft geen betekenis meer. De heer Bozelie (GroenLinks): De Raad van State heeft uitgesproken dat in een streekplan geen bepalingen mogen worden opgenomen die verdergaan dan rijksbeleid. Voor een provinciale milieuverordening geldt dit naar mijn opvatting niet, maar hierover zijn de meningen verdeeld. Juridisch gezien, zijn er zoveel mitsen en maren dat w ij er als eenvoudige statenleden niet meer uitkomen. Wij hebben goed ons best gedaan. Wij hebben ook juristen
50
geraadpleegd, maar zijn niet tot een sluitende oplossing gekomen. Daarop gelet, vind ik dat het college het voorstel moet terugnemen om in alle rust te w erken aan een goede regeling. Als nu de bescherming van de zoetw aterbel af wordt gehaald, krijgen w ij die er nooit meer op. Mevrouw Wildekam p (lid van gedeputeerde staten): Die bescher ming wordt er niet afgehaald. De heer Bozelie (GroenLinks): Dat gebeurt w el. In het w aterhuishoudingsplan is de bescherming al vervallen en in de milieuverordening blijkt het niet geregeld te zijn. Mevrouw Wildekam p (lid van gedeputeerde staten): Mijnheer Bozelie, in de commissie hebben w ij hier heel lang over gepraat. Wij zijn tot de opvatting gekomen dat de uitspraak van de Raad van State de tekst in de provinciale milieuverordening tot een dode letter maakt. Iedereen is tot die conclusie gekomen, inclusief GroenLinks en inclusief de Milieufederatie. De Milieufederatie heeft een brief gestuurd waarin staat dat de redenering van het college deugt. Wij zoeken nu naar een andere oplossing. Voorzitter: De Boer De heer Visser (PvdA): Degenen die zich in de commissie het drukst maken over de zoetw aterbel stappen altijd heen over het feit dat het boorverbod maar voor een deel van die bel geldt. Het onderzoek is nu juist zo interessant omdat het w ellicht mogelijk wordt om de gehele zoetw aterbel onder de MER-plicht te laten vallen. Ik heb moeite met de indruk die gew ekt w ordt dat w ij ertussen genomen worden. De insteek van mijn fractie is dat wij ervan uitgaan dat w ij er niet tussen genomen w orden. Als dit onverhoopt w el het geval blijkt te zijn, heeft dit zeer vergaande consequenties. De gedeputeerde spreekt uit, de w ens van de commissie te honoreren en dan verrast het mij dat zo sterk w ordt ingezet op iets waarvan w ij in de commissie tot de conclusie zijn gekomen dat het een dode letter is.
12 februari 2001
Mevrouw Sluiter (D66): Wij tw ijfelen niet aan de inzet van de gedeputeerde om dit te regelen. Het punt is alleen dat w ij het in alle gevallen goed geregeld w illen hebben. Ik vraag mij nog steeds of een zware MER-procedure de beste oplossing is. Aan het eind van de vergadering moet ik stemmen over een verordening w aarin een regeling die commissiebreed w ordt gew enst, niet is opgenomen. Ik vraag dan ook de gedeputeerde om nog een maand de tijd te nemen, zodat w ij de uitkomsten van het onderzoek bij ons oordeel kunnen betrekken. Het gaat erom dat de bel op fatsoenlijke w ijze beschermd w ordt. De argumenten zijn meerdere malen gew isseld. Alle betrokkenen zijn er de afgelopen w eken zeer druk mee bezig gew eest, maar nu kunnen w ij nog geen goed besluit nemen. De heer Van Ruller (CDA): Ik denk dat er sprake is van een misverstand. In de commissie hebben w ij het idee gekregen dat onze vraag in de voordracht zou worden beantw oord. Dat is niet gebeurd. Dit leidde tot verbazing en allerlei acties. Nu moeten w ij een oplossing vinden. De heer Bozelie (GroenLinks): Als uit het onderzoek blijkt dat een MER-plicht onvoldoende is om de w aterbel te beschermen, is de gedeputeerde dan bereid die bescherming in een of andere verordening alsnog vast te leggen? Mevrouw Wildekam p (lid van gedeputeerde staten): Het onderzoek richt zich op de vragen of een MER zin heeft en op w elk gebied zij van toepassing kan zijn. De heer Visser heeft terecht gezegd dat de huidige tekst op een deel van de bel slaat. Als hierover duidelijkheid is, zullen wij tot aanpassingen overgaan. Ik denk dan aan het w aterhuishoudingsplan. In een provinciale milieuverordening w ordt bestaand beleid vastgelegd. Het huidige beleid is geen bescherming van de zoetw aterbel omdat provinciale staten bij de vaststelling van het waterhuishoudingsplan hebben uitgesproken dat die bescherming niet meer nodig w as. Wij kunnen in de milieuverordening laten staan dat dit een
51
potentieel grondw aterbeschermingsgebied is, maar juridisch gezien betekent dit helemaal niets. Het volgen van het collegevoorstel of besluiten dat de tekst moet w orden gehandhaafd, heeft feitelijk dezelfde consequenties. Ik w il dat onderzoek zo snel mogelijk uitvoeren om vervolgens te kunnen bepalen w at ons te doen staat.
Trautw ein. Ik begrijp dat zij onze motie zal steunen. D66 vindt de w ens van gedeputeerde Wildekamp zeer sympathiek. Wij blijven echter van mening dat een regeling in een verordening moet worden opgenomen, die dan volgende maand aan de staten kan w orden voorgelegd.
De heer Poelm ann (D66): Wij zijn geen juridisch debatingclubje. Ik w il best geloven dat u gelijk hebt. Het lijkt mij echter goed dat de staten een duidelijk signaal geven. Dit kan door de tekst in de verordening te handhaven. Vervolgens wachten wij de resultaten van het onderzoek af. Dan is duidelijk w aar de staten voor staan.
De heer Bond (CDA): Voorzitter! Het antw oord van de gedeputeerde heeft ons gerustgesteld. Kan in de commissie tussentijds gerapporteerd w orden over het onderzoek?
Mevrouw Wildekam p (lid van gedeputeerde staten): Ik heb daarover al mijn persoonlijke mening gegeven, maar ik weet zeker dat dit ook de mening van het college is. Wij blijven voorstellen om zakelijk te handelen. Als de staten vinden dat de huidige tekst gehandhaafd moet worden, ligt het college daar niet w akker van. De vergadering w ordt van 18.07 uur tot 19.00 uur geschorst. Voorzitter: Meijdam Mevrouw Trautwein-de Wit (GroenLinks): Voorzitter! Wij voelen er veel voor om de tekst in de PMV over de zoetw aterbel te handhaven. Dit is geen symboolpolitiek. De oorspronkelijke tekst biedt w el bescherming tegen andere dan olie- of gasboringen, w ant daar heeft de Raad van State zich niet over uitgesproken. Er is gezegd dat het grondw ater voldoende w ordt beschermd door de rijksw etten ter zake. Probleem daarbij is de formulering "in redelijkheid". In dit verband vindt altijd toetsing aan beslissingen in soortgelijke zaken uit het verleden plaats. Wij zetten dan ook vraagtekens bij het beschermingsniveau. Mevrouw Sluiter (D66): Voorzitter! Ik kan een heel eind meegaan met mevrouw
12 februari 2001
De heer Mooij (VVD): Voorzitter! Wij moeten de verordening zonder dode letter vaststellen. Het is de staten onw aardig om dit anders te doen. De gedeputeerde heeft een aantal toezeggingen gedaan die nader uitgew erkt moeten w orden. Zo nodig w ordt de verordening aangepast. Naar mijn oordeel w ordt de bescherming zo goed mogelijk geregeld. De heer Graatsm a (SP): Voorzitter! Biedt deze verordening voldoende w aarborgen? Is gegarandeerd dat niemand die bel kan aantasten? Ik ben daar nog niet van overtuigd. Gezien de voorgeschiedenis had ik meer van de gedeputeerde verwacht. De heer Visser (PvdA): Voorzitter! De gehele commissie w as het erover eens dat de bel beschermd moet blijven. Iedereen wilde ook dat uitgezocht w erd of de basisbescherming voldoende garantie biedt dat de bel intact blijft. Ik vind het jammer dat nu gesuggereerd w ordt dat een aantal leden dit opeens niet meer belangrijk vindt. De overeenstemming in de commissie blijft voor mij overeind. De toezeggingen van de gedeputeerde zijn voldoende. Wij kunnen er niet van uitgaan dat w ij w orden bedonderd. Zo kun je niet met elkaar omgaan in de politiek. De heer Graatsm a (SP): Niemand heeft gezegd dat w ij bedonderd w orden. U zegt dit nu voor de tw eede keer. U moet dat aantonen of herroepen.
52
De heer Visser (PvdA): It takes one to know one. Mevrouw Wildekam p (lid van gedeputeerde staten): Voorzitter! Ik kan niet anders dan in herhalingen vervallen. Niemand kan aan de bel komen zonder dat w ij dat w illen. Als EZ besluit tot een gasboring in het desbetreffende gebied, moet eerst een procedure doorlopen worden. De provincie kan daar altijd tegen in beroep gaan. Een vrijw illige MER kan de procedure verbeteren. Ik ben dan ook bereid om te onderzoeken of die tot de mogelijkheden behoort. Ik moet mevrouw Trautw ein helaas teleurstellen. Ik heb het zojuist nog eens expliciet nagevraagd, maar de bescherming in de milieuverordening gold alleen voor gasboringen. Nu dat niet blijkt te kunnen, is dat een dode letter. Het heeft geen zin om die bescherming daar te handhaven. Uitstel heeft trouw ens ook geen zin. Voor het hypothetische geval dat de rijksoverheid in dat gebied naar gas w il boren, w il ik onderzoeken op w elke w ijze een maximale bescherming geboden kan worden. Ik w eet niet of dit onderzoek binnen een maand afgerond kan zijn, w ant ik w eet niet w at ik op die w eg tegenkom. Als blijkt dat er mogelijkheden tot een betere bescherming zijn, ben ik bereid de verordening zo snel mogelijk aan te passen. De heer Bron (Ned. Mob.): Als er in de grond geboord w ordt, w ordt de bodem poreus. Kan in het onderzoek ook de vraag betrokken w orden of het gevaar bestaat dat in dat geval het w ater heel langzaam w egloopt? Mevrouw Wildekam p (lid van gedeputeerde staten): Dergelijke zaken worden onderzocht in het kader van een MER. De voorzitter: De stemmingen vinden plaats aan het einde van de vergadering. 13.
Aan de orde is de voordracht van gedeputeerde staten inzake Statuten Airport Regions Conference (zie bijlage 2).
12 februari 2001
De heer Koetsier (GroenLinks): Voorzitter! Ik leg de volgende stemverklaring af. Wij hebben bezw aren tegen het lidmaatschap van de Airport regions conference, omdat het gevaar bestaat dat de belangen van luchthavens en overheden met elkaar in strijd komen. Als w ij ons hieraan verbinden, kan er belangenverstrengeling en -strijdigheid ontstaan. Een overheid moet voorzichtig zijn om in een dergelijk overleg te treden. Het is een lobbyclub, ger icht op Brussel. Voordat je het w eet, behartig je uitsluitend de belangen van een luchthaven die w il uitbreiden. Vandaar dat w ij ons tegen dit lidmaatschap verklaren. De heer Van Duijn, die in de geest bij ons is, sluit zich hierbij aan. De heer Graatsm a (SP): Voorzitter! Ik ben het met mijnheer Koetsier eens. Hij zou lid van de SP kunnen zijn, w ant wat hij zegt, is mij uit het hart gegrepen. Het directe nut van dit lidmaatschap voor de inw oners van Noord- Holland is mij totaal niet duidelijk. De meeste grote luchthavens zijn echte groeiers, zoals Frankfurt, München, Charles de Gaulle, Orly en Zürich. Van de laatste plaats heet de luchthaven Kloten, en dat is eigenlijk de enige goede naam voor een luchthaven. Schiphol is ook een groeier. Wat vindt de gedeputeerde van het volgende citaat? "Een luchthaven die de grenzen van de groei heeft bereikt, is niet ten dode opgeschreven. Het is geen kw estie van groeien of stikken. Schiphol heeft een goed ontsloten thuis markt. Een stagnerende luchthaven moet w el een keuze maken in het beleid. Bestemmingspassagiers zijn belangr ijker voor de economische effecten van de luchthaven dan transferverkeer. Een luchthaven met capaciteitsbeperkingen kan dus beter voorrang geven aan bestemmingsverkeer." In dat geval heb je die belangenclub helemaal niet nodig! De heer Verburg (lid van gedeputeerde staten): Voorzitter! Ik neem kennis van de aard van de opmerkingen van de heren Koetsier en Graats ma. Bij het aantreden van de nieuw e Europese Commissie en in het kader van het Verdrag van Nice is voor een zogenaamde single-sky-benadering gekozen. Het is dan ook van belang om
53
luchtvaartbeleid op elkaar af te stemmen. De vereniging, die reeds sinds 1994 bestaat, is indertijd opgericht op initiatief van de provincie Noord- Holland, samen met West Sussex County Council, moet de benodigde autoriteit hebben in Brussel. In Noord- Holland is niet alleen de positie van Schiphol als zodanig aan de orde, maar ook luchtvaartvraagstukken waarmee Brussel zich vroeg of laat wellicht zal bemoeien. Het beleid w ordt niet in Brussel gemaakt, maar hier, dus in overleg met de staten. Brussel zal geen aanvullend beleid voeren. Wij zullen handelen op basis van de door de staten uitgestippelde lijn. De heer Graatsm a (SP): Kent u het citaat? De heer Verburg (lid van gedeputeerde staten): Nee, ik ken het niet. De heer Graatsm a (SP): Het is de mening die Schiphol propageert in een eigen krantje. De voorzitter: De gedeputeerde heeft gereageerd op uw vraag. De heer Graatsm a (SP): Ik help hem even, door duidelijk te maken dat er ook iets anders aan de hand is dan alleen een groeiscenario. De voorzitter: Fantastisch, maar op het moment dat hij hulp nodig heeft, vraagt hij daar gegarandeerd om. De heer Graatsm a (SP): Dat durft hij niet, wedden? De voorzitter: Daar w il ik w el om w edden. De heer Graatsm a (SP): Aan een SP'er vraag je geen hulp, dat is mij allang duidelijk.
Het voorstel w ordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De fracties van de SP en GroenLinks w ordt aantekening verleend dat zij geacht w ensen te worden, tegen het voorstel te hebben gestemd. 14.
Aan de orde is de voordracht van gedeputeerde staten inzake de deelverordening buitenlands econom isch beleid (zie bijlage 9).
De heer Koetsier (GroenLinks): Voorzitter! De heer Kastje heeft in de vergadering van de commissie Economie, Landbouw en Europa een aantal vragen gesteld die ertoe hebben geleid dat in de overwegingen van de voordracht is opgenomen dat het beleidsprogramma een onderdeel vor mt van de eerder vastgestelde economische agenda, die de ondertitel "kw aliteit van de economische groei" draagt. De bedoeling van deze zinsnede is, dat duidelijk w ordt dat ook duurzaamheid, sociaal beleid en de mensenrechten in het buitenlands economisch beleid w orden meegew ogen. De gew one burger w eet niet direct w at er allemaal op de economische agenda staat. Meer expliciet moet dan ook w orden aangegeven dat onder de kw aliteit van de economische groei ook w ordt verstaan duurzaamheid, een sociaal beleid en het Nederlands rijksbeleid inzake mensenrechten. Ik w acht het antw oord van de gedeputeerde af. De heer Verburg (lid van gedeputeerde staten): Voorzitter! De eerste tw ee punten staan op de economische agenda, alleen de kw aliteit van de economische groei staat daar niet met zoveel w oorden op. In de behandeling in de commissie heb ik al aangegeven dat het college het vanzelfsprekend vindt dat in de relaties met het buitenland het rijksbeleid w ordt gevolgd. Ik bevestig dat in deze openbare statenvergadering.
De voorzitter: Wij w el. De heer Koetsier (GroenLinks): Door het antw oord van de gedeputeerde zijn onze bezw aren helaas niet w eggenomen.
12 februari 2001
De heer Graatsm a (SP): Ik leg de volgende stemverklaring af. Dit is een voorbeeld van volkomen onterechte schaamteloze verw ennerij van het bedrijfsleven, ook al gaat het om relatief
54
beperkte bedragen. Ik kan mij niet voorstellen dat ik hier voor zal stemmen. Het voorstel w ordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De fractie van de SP w ordt aantekening verleend dat zij geacht w enst te w orden, tegen het voorstel hebben gestemd. 15.
Aan de orde is de voordracht van gedeputeerde staten inzake de gedeeltelijke intrekking delegatie m ilieutaken Amsterdam (zie bijlage 10).
Het voorstel w ordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 16.
Aan de orde is de voordracht van gedeputeerde staten inzake Toekomstvast openbaar vervoer in Noord-Holland-noord (zie bijlage 8).
De heer De Jong (PvdA): Mijnheer de voorzitter! De PvdA is een groot voorstander van een goed openbaar vervoer in Noord-Holland. Daarom heeft onze fractie op 12 september 2000 een eigen openbaarvervoernota uitgebracht. De eerste voostellen van GS voor het openbaar vervoer in Noord-Holland-noord waren voor ons onder de maat. Te w einig werd uitgegaan van een samenhangend openbaarvervoersysteem, te veel gebieden raakten zonder regulier openbaar vervoer. Te veel w erd geleund op de openbaarvervoertaxi zonder daarvan de consequenties in beeld te brengen. Een budgettair verhaal, in plaats van de positie van de bew oners van het gebied centraal te stellen. De PvdA w il voor iedereen de bereikbaarheid per openbaar vervoer gegarandeerd zien. Op drukke lijnen en op drukke tijden moet dat in de vor m van regulier busvervoer. Voor het overige kan de openbaarvervoertaxi een goede aanvulling vormen, mits de klant binnen tw ee zones met regulier openbaar vervoer verder kan, de openbaarvervoertaxi aansluiting biedt op bus en trein en niet te lange w achttijden heeft. Daar voldeden de voorstellen niet aan. De PvdA is echter
12 februari 2001
vanaf het begin duidelijk gew eest over wat zij w el w il en heeft uitgebreid aanvullende, uitgew erkte voorstellen gedaan. De voordracht bevat op meer dan tw intig punten een aanpassing van het oorspronkelijke voorstel. Laat ik het zo zeggen, die aanpassingen komen mij bekend voor. De afgelopen maanden zijn provinciale staten overstelpt met reacties van inw oners, belangengroepen en gemeenten. Wat kan je daarvan zeggen? Allereerst dat gedeputeerde De Boer erin geslaagd is, de provincie duidelijk op de kaart te zetten. Ten tw eede dat GS meer op de portemonnee dan op de burger betrokken zijn. Ook geeft het aan dat het door de gedeputeerde gevoerde overleg niet toereikend is gew eest en dat de betrokkenen zich in de reacties niet serieus genomen voelden. Als de commissie niet zo sterk op aanvullende voorstellen had aangedrongen, w eet ik niet hoe de voordracht er uit had gezien. Met de veelgenoemde 8,5 mln., inmiddels meer dan 12 mln., lijken GS te investeren in het openbaar vervoer. Dat bedrag is echter bedoeld als afkoopsom voor de tekorten van de dienstregeling vanaf 1999 tot juni aanstaande, en zegt dus helaas nog niets over de toekomst. Van begin af aan heeft de PvdA gesteld dat het sociale aspect bij haar voorop staat. Wij hebben, indien nodig, extra provinciaal geld over voor het reguliere busvervoer. Daarbij hebben w ij gesteld dat het zonder meer in stand houden van de bestaande dienstregeling voor ons geen uitgangspunt hoeft te zijn. Met geld voor lege bussen is niemand geholpen. Wel w aren verbeteringen voor ons een keiharde eis. GS zeggen bij de voorjaarsnota een voorstel te doen voor de financiering. De PvdA ziet het openbaar vervoer als een structurele taak voor de provincie, w aar ook structureel geld voor beschikbaar moet zijn. Daar horen w at ons betreft ook nadrukkelijk de opcenten bij. Het toegezegde overleg van de provincie met de gemeenten en met scholen en belangenorganisaties is voor de PvdA om vier redenen essentieel. 1. Er moet ruimte zijn voor tussentijdse aanpassingen binnen de kaders van het
55
beleid, bijvoorbeeld het overleg in WestFriesland. 2. Er moet tijdig gesproken w orden over de verdere toekomst van het openbaar vervoer in Noord-Holland-noord. 3. Er zijn nog veel flankerende maatregelen nodig, zoals haltes met goede verlichting en w achtgelegenheid. Je moet er veilig naar toe kunnen fietsen. Je moet je fiets er kunnen stallen et cetera. Wij houden de gedeputeerde aan zijn toezegging in de commissie WVV dat op 10 juni zoveel mogelijk flankerende maatregelen zijn afgerond en de rest in gang gezet is. 4. Er is dringend behoefte aan een echte monitoring van het openbaarvervoergebruik. Hierover moet de provincie met de gemeenten per regio regelmatig overleg voeren. Gebiedsgericht werken noemen w ij dat. Het valt op dat er gemeenten zijn die klagen dat de bus verdw ijnt, maar in de afgelopen jaren geen actie hebben ondernomen om het gebruik van het openbaar vervoer te promoten. Zij doen ook geen voorstellen voor hoe het nu verder moet. Ik doe, behalve op GS, ook een beroep op de gemeenten om samen met de provincie het openbaarvervoergebruik te stimuleren. Immers, als het gebruik toeneemt, neemt ook de rijksbijdrage toe en zou het voorstel van GS niet eens nodig gew eest zijn. Zoals gezegd, zijn er inmiddels meer dan tw intig aanvullingen op het oorspronkelijke voorstel gekomen. Er is nu rekening gehouden met forensen. Er zijn nu meer scholierenlijnen, meer reguliere lijnen in West-Friesland en Kennemerland. Verder is de lijn langs de kust van Den Helder naar Alkmaar behouden. Ik hoop overigens dat dit bericht inmiddels de gemeente Zijpe ook heeft bereikt. Ook komt er een bus te rijden tussen Opmeer en Obdam en w ordt een aantal ritten tussen Andijk en Enkhuizen gehandhaafd. Tussen Wieringerw erf en Alkmaar rijdt naast de interliner ook een gew one bus. Er komen extra haltes op Wieringen en langs de A7 komen er haltes in WestFriesland. 's Avonds blijven de bussen langer rijden en op zaterdag w ordt de frequentie beter. De openbaarvervoertaxi
12 februari 2001
kan voortaan vanuit de bus besteld worden. De oproeptijd is een halfuur in plaats van een uur gew orden. De provincie zal er scherper op toezien dat de aansluitingen op bus en trein gehaald worden. Voor de vaste gebruikers van de openbaarvervoertaxi komen er kortingskaarten met nog eens een extra kortingskaart voor mensen met een busof treinabonnement. Kijken w ij naar de bijgeleverde lijnenkaartjes, dan blijven er toch nog w el enkele onduidelijkheden. Mijn bedoeling is altijd gew eest dat reguliere buslijnen en scholierenritten goed geïntegreerd worden. Sommige scholierenritten die in het oorspronkelijke voorstel w aren opgenomen, kunnen nu alsnog door de reguliere bus opgevangen w orden. Elders moet bezien w orden of er geen gaten vallen ten opzichte van de eerdere toezeggingen. De schoolrit van Den helder naar de inmiddels zeer bekende school in Bergen bijvoorbeeld moet natuurlijk w el verzekerd zijn. Dat is ook toegezegd. Een van de buslijnen uit Bergen-Alkmaar is door te trekken naar Schoorl, met de mogelijkheid van aansluiting. Ook moet bekeken w orden of scholierenlijnen, bijvoorbeeld van Warmenhuizen naar Schagen, w el de juiste route volgen en of verdere optimalisering mogelijk is. Ik ga er ook van uit dat de toezegging om samen met de gemeente Hoorn het busvervoer in de Kersenboogerd goed te regelen, snel tot afspraken leidt. Om de zogenaamde pakketten heeft de commissie niet gevraagd en ik al helemaal niet. De gemeenten zullen ook meestal geen pakket w illen, maar een extra lijn. Ik ga ervan uit dat GS daar soepel mee omgaan en positief w illen meedenken met de gemeenten. Ik begrijp dat de gedeputeerde nog in overleg is met de gemeente Medemblik over instandhouding van buslijn 234, inmiddels een van de bekendste buslijnen van deze provincie, die loopt van Wervershoof via Medemblik naar Amsterdam. Als je mee wilt, moet je w el op tijd zijn, w ant hij rijdt één keer per dag. Ik zie overigens ook niet in w aarom die lijn opgeheven moet worden, want er zitten veel reizigers in. Als de treindienst verbetert in het kader van
56
Regionet, w aar wij allen voor zijn, is er sprake van parallelliteit, maar met de huidige inzet zie ik dat nog niet zo goed. Ik verwacht nog steeds dat daarvoor een oplossing w ordt gevonden. Het voorstel voor buurtbussen vind ik absoluut onjuist. Natuurlijk heb ik veel respect voor vrijw illigers die hun vrije tijd opofferen om een buurtbus te rijden. Dat moet ook kunnen. Maar de suggestie dat een normaal betaalde beroepschauffeur vervangen moet w orden door een vrijw illiger, verw erp ik. GS leggen de nadruk op experimenten. Ik hoop dat GS het mogelijke misverstand w illen w egnemen dat deze voordracht in haar geheel een experiment is om de staten nu over de streep te trekken en volgend jaar alsnog de aanvullingen te kunnen schrappen. Voor ons is het gehele plan een experiment; een experiment om met gemeenten en andere groepen tot toekomstvast openbaar vervoer te komen. Als het niet goed genoeg is, moet het met de daaropvolgende dienstregeling nog verder verbeterd worden. Dat uitgangspunt geldt niet alleen voor de Noordkop, maar ook voor Gooi en Vechtstreek en ZuidKennemerland/IJmond. Wat verder opvalt, is de volstrekt onzichtbare rol van Connexxion. Kennelijk is de enige klant voor Connexxion de provincie. Voorstellen om gericht de echte klanten te benaderen en om voorstellen te ontw ikkelen voor een goede afstemming tussen bus en openbaarvervoertaxi, ook qua tarieven, heb ik gemist. Op deze manier komt w at de PvdA betreft, aanbesteding snel dichterbij, maar dan w el op basis van een zeer uitgebreid programma van eisen, opgesteld in samenw erking met de gemeenten. Tot slot. De huidige voordracht bevat ontzettend veel verbeteringen ten opzichte van het oorspronkelijke voorstel. Daar heeft de PvdA zich de afgelopen maanden zeer hard voor gemaakt. Dat was ook nodig. GS hebben in de commissie toezeggingen gedaan om overleg te voeren met de gemeenten, onder andere om per 10 juni aanstaande de meeste flankerende maatregelen uitgevoerd te krijgen. Daar houden w ij GS
12 februari 2001
aan. Wij verw achten van dit overleg met gemeenten dat er ook op korte ter mijn een actieplan w ordt opgesteld om het gebruik van het openbaar vervoer te vergroten. Met die kanttekeningen kan de PvdA instemmen met de voordracht. De heer Graatsm a (SP): U kunt instemmen met het voorstel als er aan enkele voorw aarden is voldaan. Is dat ook uw conclusie uit de brief van uw partijleden uit West-Friesland? Ik maak daar niet uit op dat zij met het voorstel kunnen instemmen. Ik denk dat zij w at strenger zijn. De heer De Jong (PvdA): Zij zijn ook geen statenlid. De heer Graatsm a (SP): Het zijn uw partijgenoten. Zij schrijven een vrij stevige brief aan de staten. U stemt in onder voorwaarden, maar is dat in lijn met de mening van uw partijleden in WestFriesland? De heer De Jong (PvdA): Wij zijn een grote partij met veel leden, vooral in WestFriesland. Ik heb veel brieven van partijgenoten uit West-Friesland ontvangen. Ik heb veel gesprekken daar gevoerd, ook met w ethouders. Met name met het overleg met gemeenten, de ruimte voor tussentijdse aanpassingen, overleg over buslijn 234 en de buslijnen die erbij zijn gekomen, zijn de meesten tevreden. Men heeft ook voor uitstel gepleit, maar dat heb ik niet ingebracht. De financiële situatie van de provincie en het feit dat een deel van het openbaar vervoer in de Kop van Noord-Holland niet goed functioneert, w ant er maken te w einig mensen gebruik van, dw ingen de provincie om in te grijpen. Er mag daarbij niet slechts in het belang van de portemonnee gesnoeid w orden, maar er moet vanuit de reiziger w orden geredeneerd. Er moet een goed samenhangend systeem komen. Ik heb de indruk dat velen zich daarin kunnen vinden. Mevrouw Beens-Jansen (GroenLinks): Een kinderhand is kennelijk gauw gevuld, want in West-Friesland is alleen de
57
spitslijn Andijk- Enkhuizen een echte aanvulling op het eerdere plan. Mijnheer de voorzitter! GroenLinks heeft in december 1997 - ik zeg dit met nadruk tegen de SP-fractie, dan w eet zij hoe lang dingen hier soms duren - het initiatiefvoorstel "Van inspraak naar participatie" ingediend. Dit voorstel is nog steeds niet in deze staten behandeld. Bij de behandeling van het voorstel "Toekomstvast openbaar vervoer in Noord- Holland-noord" w ordt duidelijk waarom niet, w ant ondanks de titel van het collegeprogramma "op de burger betrokken" en ondanks de vele w oorden die w orden gew ijd aan het verbeteren van de onderlinge contacten tussen inw oners en de provincie, laat het college zich weinig gelegen liggen aan die inw oners. Pas in een zeer laat stadium, als de plannen geheel klaar zijn, mogen de inw oners daarvan kennisnemen. Zelfs de gemeenten voelen zich door het college aan de zijlijn gezet. Als het aan GroenLinks had gelegen, w aren de inw oners en gemeenten al bij het maken van de plannen ingeschakeld en had er nu een plan gelegen w at op een groot maatschappelijk draagvlak had kunnen rekenen. De voordracht die het college nu aan de staten voorlegt, heeft dit draagvlak echter niet. Ondanks de vele brieven, emails, telefoontjes en insprekers tijdens de commissievergaderingen, is het voorstel in onze ogen nauw elijks aangepast. Het is ons volkomen onduidelijk w aarom een enkeling gehoor heeft gekregen en vele anderen niet. Waarom kunnen de mensen die gebruikmaken van lijn 234 niet op de steun van het college rekenen? Waarom wordt totaal voorbijgegaan aan de 600 handtekeningen uit Egmond Binnen en aan het uitstekende betoog van de wethouder van Heiloo om bus 166 te handhaven? Waarom krijgt Graft-De Rijp geen reguliere buslijn met Alkmaar? Ik herinner mij nog de eerste commissievergadering over de nota, waarin vrijw el alle partijen aandrongen op die verbinding. Graft-De Rijp viel ook bijna onder het criterium van 5000 inw oners. Volgens het lijstje van het college komt men er daarvoor 300 tekort, maar daar val je toch niet over? Waarom komt er geen reguliere busverbinding tussen de
12 februari 2001
Wieringer meer en Schagen? Waarom is er geen lijndienst meer tussen de Egmonden, Bergen en Schoorl, die nu samen de nieuw e gemeente Bergen vor men? Waarom komt het college niet tegemoet aan de gemeenten, w aaronder ook grotere zoals Alkmaar en Hoorn, die het college om meer tijd hebben gevraagd? GroenLinks dient daarom met een aantal andere partijen, zoals NH Anders/De Groenen, de SP, AOV/OU55+, RPF/GPV/SGP en Ned. Mob., een motie in om in een open overleg met gemeenten en andere belanghebbenden, zoals ouderenbonden en ROV ER, met een beter plan te komen. Voorzitter: Wildekamp Mevrouw Beens-Jansen (GroenLinks): Ik wil niet te veel in herhalingen vervallen en opmerkingen maken die ik al in de commissie, in de krant of op TV gemaakt heb. Bij de eerste presentatie van de notitie hebben w ij onze kritiek gespuid. Na de aanpassingen blijven onze bezw aren echter overeind. In onze visie horen de NS-stations als een spin in een buslijnenw eb te liggen ter bevordering van de zogenaamde ketenmobiliteit. In het voorstel van het college is een aantal stations of alleen in de spits of zelfs geheel niet per regulier openbaar vervoer bereikbaar. Accommodaties om fietsen en/of auto's veilig te parkeren, zijn ook lang niet overal aanw ezig. Wij blijven pleiten voor een fijnmazig net van buslijnen die elkaar bij belangrijke knooppunten kruisen en zoveel mogelijk woonkerken in het noorden van onze provincie met elkaar verbinden. Wij hebben grote moeite met de plannen van het college. Ik ben eigenlijk verschrikkelijk boos. De bezuinigingen van het rijk op de bijdrage van de exploitatie van het openbaar vervoer wentelt de provincie af op het landelijk gebied van Noord- Holland-noord. Wij verbazen ons er enorm over dat, ondanks een aantal experimenten, in het nieuw e besluit nog steeds w ordt vastgehouden aan een vermindering van het aantal beladen uren met 20%. Dat betekent echt een vijfde busverbindingen minder. Het college handhaaft dit uitgangspunt. Wij betw ijfelen
58
de levensvatbaarheid van de experimenten overigens. Een periode van een jaar is in het algemeen te kort om zeker te w eten of een experiment zal slagen. Wij moeten nog maar afw achten hoe de vervoerder en de provincie de experimenten zullen promoten. Zij hebben daarmee immers geen enkele ervaring. Bovendien w ordt als enig vaststaand criterium het gemiddeld aantal reizigers per rit genomen, nu 12 in plaats van het eerder vastgestelde aantal van 20. De sociale criteria die ik in de commissie aan de orde heb gesteld, zoals een lijn w aar veel ouderen gebruik van maken of een lijn die bijdraagt aan de bereikbaarheid van ziekenhuizen, scholen, w inkelcentra of de kust, spelen kennelijk geen rol. De Partij van de Arbeid heeft een goede nota geschreven over openbaar vervoer. Bij de bespreking daarvan in de commissie heb ik opgemerkt dat zij zich w el erg richt op de regio rond Amsterdam. Nu heb ik moeten constateren dat de PvdA ondanks het aanvankelijk geboden verzet, de voorliggende plannen accepteert. De heer De Jong (PvdA): Dat is niet w aar. Ik heb zojuist aangegeven dat het oorspronkelijke voorstel op meer dan tw intig punten is aangepast. Ik heb ook gezegd dat ik mij bijzonder herken in die aanpassingen, ofte w el de meeste ervan heb ik zelf voorgesteld. Volgens mij ligt er een geheel ander plan voor. Als ik zoveel terugzie, kan ik toch niet meer stellen dat het een slecht plan is? Wij hebben zelf voor die verbeteringen gepleit. U pleit voor geen enkel punt en stelt al vier maanden alleen vragen. U komt niet met concrete voorstellen. Dat is misschien het verschil tussen ons. Mevrouw Beens-Jansen (GroenLinks): Wij vinden dit plan slecht. Er zal een totaal nieuw ontwikkelingsplan opgesteld moeten worden voor het openbaar vervoer in Noord- Holland-noord. Misschien slagen wij er dan in, daadw erkelijk een levensvatbaar plan tot stand te brengen. Als slechts wordt uitgegaan van het huidige net, w aarin een aantal lijnen verdw ijnen, getuigt dat niet van visie. Wij zijn voor het ontw ikkelen van een echte visie op het openbaar vervoer.
12 februari 2001
De heer De Jong (PvdA): En die luidt? De heer Beemsterboer (CDA): U vroeg zojuist w aarom bepaalde lijnen er niet komen. Mevrouw Beens-Jansen (GroenLinks): Ik heb dat met nadruk gevraagd omdat ik niet kan inzien w aarom er van Den Helder naar Callantsoog ineens een lijn komt en niet van …. De heer Beemsterboer (CDA): Dat is heel simpel. Daar hebben w ij om gevraagd, u niet. U heeft tot op het moment van vandaag niets gevraagd. Dit is de eerste keer dat u vraagt om verbeteringen van het net. U heeft er niets aan gedaan. Mevrouw Beens-Jansen (GroenLinks): In de stukken kunt u lezen dat ik een aantal goede voorstellen heb gedaan, maar zij zijn niet geaccepteerd. Ik sta hier niet alleen voor GroenLinks, maar voor een groot aantal mensen in de provincie. Z ij hebben veel vragen tot ons gericht. Heel wat partijen hebben daarop geen antw oord gegeven. Ik roep de brief van de PvdA van West-Friesland in herinner ing, waarop de SP al in is gegaan. Het CDA heeft in een heel vroeg stadium uitgesproken dat gemeenten de tijd moeten krijgen om de lijnen in hun omgeving te promoten, na een jaar te beoordelen of de lijnen levensvatbaar zijn en blijven en om pas daarna de nieuw e regeling in te voeren. Helaas heeft het CDA die w oorden ingetrokken. De heer Schipper (CDA): Onze brief van eind november aan het college mag niet verkeerd geïnterpreteerd w orden. Wij hebben het college, omdat w ij voelden aankomen dat er heel w at discussie zou ontstaan, gevraagd om met gemeenten en andere betrokkenen in overleg te treden en na te gaan w elke lijnen voor gemeenten van belang zijn om te behouden. Wij hebben met geen w oord over uitstel gerept. Wij hebben de gedeputeerde slechts opgeroepen om daar ernst mee te maken. Wij constateren dat de gedeputeerde dat op zijn w ijze heeft gedaan. In de laatste
59
commissievergadering heeft hij op ons verzoek volmondig toegegeven dat het beter had gekund. Ik neem aan dat hij daar straks ook nog w el op terugkomt. In het huidige voorstel - en dat is puur w inst is opgenomen dat de gedeputeerde structureel zal overleggen met alle betrokkenen. Mevrouw Beens-Jansen (GroenLinks): Met dat overleg ben ik het van harte eens, maar dat had veel eerder moeten gebeuren. Wij zijn nu aan de late kant. Al met al krijg ik het gevoel dat de collegepartijen zich op pluche voetjes hebben teruggetrokken en de rijen gesloten hebben. Z itting hebben in het college is kennelijk belangrijker dan een goed openbaarvervoersysteem. De heer De Jong (PvdA): Ik heb de indruk dat u een plan presenteert w at geen plan is. Kennelijk moeten w ij tot sint-juttemis wachten op nader overleg op punten waarvoor het college voorstellen heeft gedaan. Het is mij nog steeds niet duidelijk waar u naartoe w ilt. Mevrouw Beens-Jansen (GroenLinks): Voorzitter! De OV-taxi moet straks alle gaten vullen. Ondanks de vele klachten blijft de gedeputeerde erbij dat dit een luxe manier van openbaar vervoer is. Wij blijven erbij dat de taxi te duur is en de gehele procedure te tijdrovend. Pas als hierin verandering komt, zijn w ij bereid, te denken aan de OV-taxi als vervanging van en niet als aanvulling op het reguliere openbaar vervoer. Ik dien tw ee amendementen in, gesteund door een aantal andere fracties. In het eerste w ordt voorgesteld, een gratis telefoonnummer in te stellen voor de OV-taxi, w ant een tarief van ƒ0,22 per minuut vinden w ij veel te hoog. In het tw eede amendement w orden tw ee tarieven voorgesteld voor de OV-taxi, een tarief voor een rit van deur tot deur en een tarief voor een rit van deur tot halte. Ik heb op een rij gezet w elke gevolgen het uitgeklede openbaar vervoer op den duur voor Noord- Holland-noord zal hebben. Meer mensen dan tot nog toe zullen zich genoodzaakt zien de auto te pakken, w aardoor het milieu - uitstoot CO2 - en de leefbaarheid - meer verkeer, dus
12 februari 2001
meer law aai - in het landelijk gebied worden aangetast. Studenten van universiteiten en hogescholen die nu nog thuis w onen, w orden gedwongen te verhuizen of hun opleiding te beëindigen. Maar ook mensen met een laagbetaalde of parttime baan moeten die opzeggen, omdat de OV-taxi voor het dagelijkse woon/werk- en w oon/schoolverkeer te duur is. Ouderen zullen moeten wegtrekken uit de kleinere w oonkernen, omdat daar te w einig voorzieningen aanw ezig zijn met het oog op zo lang mogelijk zelfstandig w onen. Wonen in Noord- Holland-noord w ordt een privilege voor tw eeverdieners met tw ee auto's, die zich dagelijks naar hun w erk in de Randstad spoeden, met als gevolg files van Hoorn tot A msterdam en van Alkmaar tot Haar lem. De heer De Jong (PvdA): Als deze ramp zich binnenkort zal voltrekken, hoe is het dan mogelijk dat er op die trajecten zo weinig mensen gebruikmaken van het openbaar vervoer? Ik ben bijzonder voor de leefbaarheid op het platteland, maar er worden nu enige lijnen opgeheven w aar heel w einig passagiers van gebruikmaken. U zegt dat er enor me files zullen komen tussen Hoorn en Amsterdam, er een CO2probleem ontstaat en alle ouders verlost raken van inw onende kinderen. Of het een probleem is, is nog maar de vraag en ook voor w ie! Mevrouw Beens-Jansen (GroenLinks): U beperkt zich de gehele tijd tot het bestaande lijnennet en de lijnen die nu zullen verdw ijnen, omdat daar mee misschien hier en daar w einig passagiers vervoerd worden. Wij hebben echter constant gepleit voor een nieuw net op basis van een zorgvuldige afweging van de mogelijkheden. Daar is onderzoek voor nodig, maar hier w il niemand daar aan. Dat is dan ook het probleem. Voorzitter: Meijdam Mevrouw Beens-Jansen (GroenLinks): De nieuw e dienstregeling zal uiteindelijk leiden tot minder w erkgelegenheid bij de buschauffeurs. Mochten er onder de toehoorders mensen zitten die denken dat
60
het openbaar vervoer in Noord- Hollandnoord tot nog toe redelijk w as, dan hebben zij het mis. Het openbaar vervoer w erd en wordt stelselmatig uitgekleed. Voorheen was het rijk hiervoor verantw oordelijk, maar de provincie neemt de stripteaseact zonder bezwaar over. Mijnheer De Boer, u maakt als gedeputeerde vaak gebruik van uw dienstauto met chauffeur. Daarom bent u natuurlijk niet zo goed op de hoogte van het openbaar vervoer. Ik geef u daarom hierbij een strippenkaart. Ik verzoek u, met behulp hiervan, op een w illekeurige dag in de w eek van uw woonplaats Edam naar bijvoorbeeld Nieuw e Niedorp te reizen. Te zijner tijd krijg ik dan w el een verslag van dit evenement. Misschien beseft u dan hoe slecht het gesteld is met het openbaar vervoer. De voorzitter: Voor alle duidelijkheid, dit is een geschenk onder de ƒ100,--. Motie 8-1 Door de leden Beens-Jansen, Bron, Van Duijn, Graatsma, Bruystens en Bezemer wordt de volgende motie voorgesteld: Provinciale Staten van Noord-Holland, in vergadering bijeen op maandag 12 februari 2001; kennis genomen hebbende: - van de vele brieven die binnengekomen zijn als reactie op het voorstel: Toekomstvast openbaar vervoer NoordHolland-noord; - van de inspraakreacties tijdens de commissievergaderingen; - van de w ens van insprekers, gewesten en gemeentebesturen tot meer en beter overleg tussen hen en de provincie voordat de plannen w orden doorgevoerd; dragen het college op: - de bezw aren van insprekers, gew esten en gemeenten serieus te nemen; - nieuw e plannen op te stellen in samenw erking en overleg met alle belanghebbenden; - de invoering van een nieuw openbaar vervoersysteem in Noord- Holland-noord
12 februari 2001
met een paar maanden tot uiterlijk een jaar uit te stellen, en gaan over tot de orde van de dag. Amendement 8-1 Door de leden Beens-Jansen, Van Duijn, Graatsma, Bruystens, Bezemer, Ber man en Bron w ordt het volgende amendement voorgesteld: Provinciale Staten van Noord-Holland, in vergadering bijeen op maandag 12 februari 2001; besluiten, aan het besluit van voorstel 8: "Toekomstvast openbaar vervoer NoordHolland-noord" toe te voegen: Het huidige telefoonnummer van de openbaarvervoertaxi wordt omgezet in een gratis te bellen nummer. Toelichting: De openbaarvervoertaxi krijgt vanaf 10 juni 2001 een belangrijke functie in het aanbod van openbaar vervoer. In het kader van de ook "financiële" toegankelijkheid van het openbaar vervoer dient de gebruiker geen extra kosten te hoeven maken om van de taxi gebruik te maken. Het nu geldende tarief van ƒ0,22 per minuut w erkt kostenverhogend. Amendement 8-2 Door de leden Beens-Jansen, Van Duijn, Bron, Graats ma, Bruystens, Bezemer en Berman w ordt het volgende amendement voorgesteld: Provinciale Staten van Noord-Holland, in vergadering bijeen op maandag 12 februari 2001; besluiten, aan het besluit van voorstel 8: "Toekomstvast openbaar vervoer NoordHolland-noord" toe te voegen: Het tarief van de openbaarvervoertaxi wordt gew ijzigd in een tarief van deur tot deur (het huidige tarief) en een tarief van deur tot halte v.v. (het huidige tarief
61
verminderd met ƒ1,50 bij het OV-tarief en ƒ0,75 bij het reductietarief). Overzicht ritprijzen: zones 1-2 3 4 zones 1-2 3 4
OV-tarief deur tot deur deur tot halte ƒ 5,-ƒ3,50 ƒ10,-ƒ8,50 ƒ15,-ƒ13,50 reductietarief deur tot deur deur tot halte ƒ 3,-ƒ 2,25 ƒ 7.-ƒ 6,25 ƒ11,-ƒ10,25
enzovoorts Toelichting: De openbaarvervoertaxi biedt voor reizigers van deur tot deur meer comfort dan voor de reizigers die van de taxi moeten overstappen op bus of trein. Dit verschil moet in de prijs tot uiting komen.
breed w ordt gedragen. In eerste instantie is er slechts gedicteerd in de zin van: dit is het plan en u kunt daar eigenlijk geen veranderingen in aanbrengen. Gemeenten willen w el een inzet plegen. Ook de gemeenten uit West-Friesland hebben duidelijk aangegeven, mee te w illen denken. Zij vinden het belangrijk. Het CDA vindt dan ook belangrijk dat dit gebeurt. Mevrouw Beens-Jansen (GroenLinks): Die gemeenten vragen om uitstel van invoering van de plannen. Dat moet u bekend zijn. De heer Beemsterboer (CDA): Dat is mij bekend. Die gemeenten kunnen w el degelijk meew erken. De gedeputeerde heeft in de laatste commissievergadering aangegeven dat dit hem ernst is. Wij wensen hem daarbij sterkte en succes. Met name voor de gemeenten, de burgers, is het belangrijk dat dit ook daadw erkelijk gebeurt, w ant zij hebben echt inzicht.
Deze motie en amendementen, die door een genoegzaam aantal leden zijn ondertekend, maken mitsdien onderw erp van beraadslaging uit.
De heer Le Belle (D66): Vindt u dat de gemeenten structureel bij deze plannen betrokken zijn gew eest? Hebben zij genoeg kansen gehad om een eigen inbreng te leveren?
De heer Beemsterboer (CDA): Er is ook een heel mooi klooster in Nieuw e Niedorp. Mijnheer de voorzitter Het voorstel "Toekomstvast openbaar vervoer in Noord- Holland-noord" geeft ons geen tevreden gevoel, passend bij een voorstel dat aan zo vele van onze eisen voldoet. Het ver minderen met 12,5% van het aantal beladen uren raakt een groot aantal inw oners van Noord-Holland-noord. Het CDA kan zich vinden in de door het college gevoerde argumentatie. Met name de w ens om de relatie met de gemeenten te verbeteren, vinden w ij een voorw aarde om door te gaan. De inzet van het college om dit sterk te verbeteren, valt te prijzen. Wij w illen echter dat het plan op een aantal punten verduidelijkt en aangescherpt w ordt. Ten eerste noem ik de inspanningsverplichtingen van het college ten opzichte van de gemeenten. Wij hebben op een vroegtijdig moment aangegeven dat het heel belangrijk is dat het openbaar vervoer maatschappelijk
De heer Beemsterboer (CDA): Dit is een vraag voor open doel. Ik heb al aangegeven dat ik dat tot nu toe onvoldoende vind. Ik heb er vertrouw en in dat dit in de toekomst w el gebeurt, zoals aangegeven door de gedeputeerde. Collega De Jong heeft al gezegd dat flankerend beleid voor ons bijzonder belangrijk is. Ik sluit mij dan ook aan bij de woorden die daarover zo-even zijn gesproken. Ook voor ons is het heel belangrijk dat het flankerend beleid helder is op de datum van invoering. Is er op het moment van invoering daadw erkelijk een plan voor de invulling? In de nota w ordt gesteld dat experimenten op een gegeven moment moeten voldoen aan bepaalde evaluatiecriteria. Het college heeft al aangegeven dat het niet strikt noodzakelijk is dat bij een aantal van tien passagiers een lijn w ordt gehandhaafd en bij negen de lijn verdw ijnt. Het is voor ons belangrijk dat niet sec naar het aantal reizigers w ordt gekeken, maar ook naar de sociale
12 februari 2001
62
achtergrond. De leefbaarheid op het platteland is w el degelijk in het geding. Wij vinden het heel belangrijk dat niet alleen wordt gekeken naar de aantallen. De heer Bozelie (GroenLinks): Dit is een belangrijke opmerking. Dient u een motie in op dit punt? De sociale factor van het busvervoer is een van de kernpunten van het beleid. De heer Beemsterboer (CDA): Ik heb geen motie klaarliggen. Ik heb vertrouw en in het antw oord van de gedeputeerde. Ik wacht rustig af. De heer Le Belle (D66): Weet u het antw oord al? De heer Beemsterboer (CDA): Ik verras u. De financiën vor men een moeilijk punt. Wij nemen genoegen met het doorschuiven ervan naar de voorjaarsnota, alhoew el dit voor ons best moeilijk is. Het voorstel om abonnementhouders korting te geven, heeft het college overgenomen. Wij w eten nog niet om w elke abonnementhouders het daarbij gaat. De OV-taxi heeft nogal w at tongen losgemaakt. Ten opzichte van de rest van het land doen w ij het op dat punt nog niet eens zo slecht. In het begin w as het moeilijk, maar de OV-taxi begint nu aardig bekend te raken. Het verheugt ons dat het gebruik ervan behoorlijk toeneemt. Wij wensen dat dit verder zal toenemen. Alle inw oners van Noord-Holland-noord dienen kennis te nemen van dit fenomeen. Los van de inspanningen van de gedeputeerde die ik zo-even heb genoemd ten aanzien van de gemeenten, is het belangrijk dat hij zich inzet voor het openbaar vervoer op het platteland. In de ogen van het CDA kan het niet zo zijn dat het platteland en het stedelijk gebied op dezelfde manier w orden benaderd. In een drukbevolkt gebied is het in onze ogen relatief eenvoudig om een aantal bussen vol te krijgen. Daarin dient onderscheid gemaakt te w orden. Wij hopen dat de gedeputeerde zich daar volledig voor zal inzetten.
12 februari 2001
Gedeputeerde Meijdam heeft kortgeleden gesproken over een HSL-lijn. Hij sprak als eerste over de provincie Friesland w aar deze, naast NoordHolland, moet komen. Het voorstel om deze via de Kop te laten lopen, dus langs Den Oever en de Afsluitdijk, staat ons in principe best aan, w ant het ontsluiten van de Kop en van het NS-vervoer dat in veel gevallen nog op veetransport lijkt, vinden wij een meesterlijke zet. De heer Graatsm a (SP): Denkt u dat een zw eeftrein Noord- Holland ontsluit? Hij stopt er namelijk niet. Bent u zo onnozel of heeft u het niet begrepen? De voorzitter: Ik verzoek u, uw taalgebruik enigszins aan te passen aan de statenzaal. De heer Graatsm a (SP): Heeft u het niet begrepen of bent u zo … Wat is een ander woord voor onnozel? De heer Beemsterboer (CDA): Ik neem aan dat ik het voldoende heb begrepen. De stuurgroep Kop van NoordHolland heeft in een eerder verhaal …. De heer Graatsm a (SP): Mag ik concluderen dat …. De heer Beemsterboer (CDA): Ik geef toch aan dat ik het begrepen heb! Is dat voldoende? De heer Graatsm a (SP): U hoeft niet kw aad te w orden. De voorzitter: Mijnheer Graats ma, u mag niet concluderen, w ant interrupties bestaan uit korte vragen. De heer Beemsterboer (CDA): En ik geef een kort antw oord. De heer Graatsm a (SP): Zo-even w as er een interruptie van mijn buur man van het CDA w aar geen eind aan kw am! De heer Beemsterboer (CDA): Dat w as geen interruptie, maar een verduidelijking.
63
De voorzitter: Als dat is gebeurd, w eet ik zeker dat ik op dat moment de voorzittershamer niet in handen had. De heer Graatsm a (SP): Zo kan ik het ook. De heer Schipper (CDA): Er is bij interrupties ook verschil in kw aliteit! De heer Beemsterboer (CDA): De stuurgroep Kop van Noord- Holland heeft genoemd standpunt in een eerder plan kenbaar gemaakt aan het college. Het CDA is een w arm voorstander van dat idee. Mijnheer de voorzitter! Afsluitend, het CDA is tevreden over de voorstellen die door de gedeputeerde zijn overgenomen. Het heeft met name de PvdA en het CDA zeer veel w erk gekost om de dingen voor elkaar te krijgen waarvan zij het gevoel hadden dat zij moesten gebeuren. In het eerste plan werden ongeveer 16 dorpen die op dit moment w el openbaar vervoer hebben, daarvan uitgesloten, terw ijl dat in het definitieve plan nog voor 4 à 5 dorpen geldt. Ik ben tevreden dat w ij het voor de 11 voor elkaar hebben gekregen, ook al is het misschien w el rottig voor de laatste 4, 5 dat het echt niet gelukt is. Wij w ensen de gedeputeerde toe, dat het openbaar vervoer zal groeien, zoals in het stuk w ordt aangegeven, zodat er een belangrijk draagvlak ontstaat en w ij over een aantal jaren niet opnieuw hier mogen spreken over het volgend toekomstvast openbaar vervoer. Mevrouw Berm an (D66): Voorzitter! Als ik het zo hoor, lijkt het w el of w ij drie gedeputeerden hebben voor vervoer. Om maar met de deur in huis te vallen: de fractie van D66 gaat niet akkoord met de door GS voorgestelde ingreep in het openbaar vervoer in NoordHolland. Wij zijn van mening dat uitstel van de operatie noodzakelijk is. Wij hebben daar redenen voor. Het voorstel is te veel en in te nauw overleg met alleen de vervoerder Connexxion ontw ikkeld en is te veel gebaseerd op het bestaande lijnennet. Wij vinden het jammer dat niet eerst in overleg gemeenten, gebruikers,
12 februari 2001
potentiële gebruikers, maatschappelijke organisaties en de vervoerder is onderzocht w elk basisnet het meest geschikt is voor de verschillende gebieden in onze provincie. In het gehele proces is er w einig aandacht - en zo deze er al w as, was dat veel te laat - voor de inbreng van anderen gew eest. Het onderhandelingsresultaat lijkt een soort keurslijf, een dw angbuis bijna, w aar maar mondjes maat iets aan veranderd kan worden. De vele negatieve reacties op de plannen geven ook aan dat er grote ontevredenheid bestaat en dat het draagvlak onvoldoende is. Wij zouden dat draagvlak graag verbreden en er ook meer tijd voor w illen uittrekken om met de gemeenten die daar met nadruk zelf om vragen, nader in te gaan op het ontw ikkelen van alternatieven voor knelpunten. Wat ons betreft, mag er dan ook w orden afgeweken van de eenuursdoctrine die in het voorstel is opgenomen. Zes of acht keer per dag is voor ons ook een dienstregeling. Ook het beschikbare materieel zou flexibeler kunnen w orden ingezet, aangepast aan de vraag op verschillende momenten van de dag. Verder is er behoefte aan het ontw ikkelen van betere en duidelijker telmomenten. Wij w illen de tijd daarvoor nemen. De resultaten van de evaluatie van de openbaarvervoertaxi moeten van invloed kunnen zijn op het al dan niet schrappen van lijnen, zoals afgesproken. De evaluatie vindt pas deze zomer plaats. Dat w as voor ons een reden om bij de invoering van de openbaarvervoertaxi te pleiten voor een overgangster mijn van tw ee jaar. Die lijn trekken w ij nu door. In samenw erking met gemeenten en met de vervoerder moet er een intensieve stimuler ingscampagne voor het gebruik van het openbaar vervoer w orden opgezet. Wellicht kunnen daar mee de reizigersinkomsten verhoogd w orden, waardoor in een later stadium eventuele ingrepen beper kt kunnen w orden. Een eenmaal geschrapte lijn komt gew oon niet meer terug. Meer reizigersinkomsten leiden ook tot verhoging van de rijksbijdrage. Een toenemend gebruik van de openbaarvervoertaxi kost de gemeente en de provincie echter meer geld. Er is
64
dus een gemeenschappelijk belang om het gebruik van het openbaar vervoer te stimuleren. Een extra argument is de mededeling van Connexxion, onder andere in De Volkskrant, dat het bedrijf als onderdeel van een grootscheepse reorganisatie in landelijke gebieden met weinig passagiers kleinere bussen gaat inzetten om de overcapaciteit aan te pakken. Het bedrijf verwacht daarmee belangrijke kostenbesparingen te kunnen bereiken. Dat is geheel in tegenstelling tot hetgeen ons door de gedeputeerde en de openbaarvervoerdeskundigen van de provincie steeds is voorgehouden. De heer Graatsm a (SP): U heeft het over de mededeling van Connexxion dat het met kleine bussen allemaal veel goedkoper kan, kostenbesparing dus. Beseft u wel w aar die kostenbesparing vandaan komt? Mevrouw Berm an (D66): Dat besef ik. Dat zit hem in de personeelskosten. Aan het personeel van kleine bussen kunnen andere kw aliteitseisen gesteld w orden. Zij vallen onder een andere CAO en zijn dus aanmerkelijk goedkoper. De heer Graatsm a (SP): Zij vallen onder een van de slechtste CAO's in Nederland, de taxi-CAO. Ik kan mij niet voorstellen dat u dat nog meer mensen toew enst dan degenen die nu al met die CAO te maken hebben. Mevrouw Berm an (D66): Ik w ens niets, behalve meer duidelijkheid. Ik vind het een belangrijk gegeven, w ant Connexxion w il dit invoeren. Ik kan mij voorstellen dat men tot aanbesteding w il overgaan. Ik w il dat de provincie zo snel mogelijk profiteert van een kostenbesparing, zodat andere lijnen daarmee overeind kunnen blijven. Wij willen vanw ege dit feitelijke nieuws geen meer jarig contract met Connexxion afsluiten. Een meer flexibele inzet met kleiner materieel levert mogelijk w at op. Ik dien op dit punt een motie in, w aarin verzocht w ordt om uitstel. De mededeling van de gedeputeerde van vanmiddag over de tegenvallende rijksbijdrage is een onverw acht extra argument om voor uitstel te pleiten.
12 februari 2001
De heer De Jong (PvdA): Ik begrijp uw argumentatie niet. Vanmiddag horen w ij dat w ij nog meer geld tekort komen. Dat is voor u een extra reden voor uitstel, maar dan loopt het tekort nog verder op. Hoe ziet u dat? Mevrouw Berm an (D66): De heer De Boer heeft ook aangegeven dat hij deze mededeling niet vertrouw t. Hij denkt dat er fouten zijn gemaakt. Het lijkt mij dat voordat een ingrijpend besluit w ordt genomen, er zekerheid daarover moet zijn. De heer De Jong (PvdA): Hij heeft ook gezegd dat hij denkt dat de inkomsten steeds meer zullen tegenvallen. Bij uitstel moet de provincie meer bijpassen, zonder dat er iets verandert. Mevrouw Berm an (D66): Hij heeft nu al aangegeven dat hij bereid is, extra bij te passen, terw ijl hij tw ijfelt aan de juistheid van de berichten van het rijk. Ik vind dat dit op zijn minst duidelijk moet zijn. De heer De Jong (PvdA): Laat hij dat maar zelf uitleggen. Mevrouw Berm an (D66): Met de aanvullingen op het oorspronkelijke voorstel, die in overleg met de woordvoerders van het CDA en de PvdA zijn overeengekomen, moest het voorstel worden gered. De VVD heeft dat genadiglijk toegelaten. Wij vinden dat daarmee onvoldoende tegemoet w ordt gekomen aan de bezw aren. Wij w ijzen de keuzepakketten, w aaraan de gemeenten 50% zelf moeten bijdragen, af. Dit idee komt als een duveltje uit een doosje. Het is niet overlegd met de gemeenten. Het is principieel onjuist om verantw oordelijkheden, ook al is het maar voor delen van de dienstregeling, bij andere partijen te leggen. Het is inhoudelijk ook inconsequent om substantieel bij te dragen aan de uitvoering van iets w at de provincie zelf afw ijst. Er kunnen ingew ikkelde situaties ontstaan als niet alle gemeenten die door een lijn w orden bediend, w illen meebetalen. De bereidheid om mee te
65
financieren aan de buurtbusprojecten is op zichzelf sympathiek, maar de projecten zijn vanw ege de inzet van vrijw illigers heel kw etsbaar. Dat is dan ook niet de beste oplossing. Wij realiseren ons dat met een verzoek om uitstel, dus voortzetting van het huidige voorzieningenpakket voor bijvoorbeeld een jaar, een grote provinciale bijdrage is gemoeid, maar w ij hebben dat over voor de totstandkoming van een beter basisnet en een beter uitgangspunt voor de openbare aanbesteding. Motie 8-2 Door de leden Berman, Sluiter, Le Belle en Geldhof w ordt de volgende motie voorgesteld: Provinciale Staten van Noord-Holland, in vergadering bijeen op 12 februari 2001 ter bespreking van het voorstel Toekomstvast openbaar vervoer Noord-Holland-noord; overwegende, dat - openbaar vervoer een belangrijke rol speelt in de mobiliteit; openbaar vervoer een belangrijke sociale functie vervult voor grote groepen in onze samenleving; - de aanw ezigheid van openbaar vervoer een belangr ijk, mede bepalend element is voor de leefbaarheid in kleine kernen; - Noord-Holland een groot aantal van dergelijke kleine kernen heeft; - alles in het w erk moet w orden gesteld om verschraling van het openbaarvervoeraanbod op het platteland te voorkomen; hebben kennisgenomen van de mededeling van Connexxion dat dit bedrijf "belangrijke kostenbesparingen" verw acht te bereiken door in landelijke gebieden kleinere bussen te gaan inzetten op lijnen met w einig passagiers; een gegeven dat van belang kan zijn voor de kleine kernen in Noord-Holland en dat niet is verw erkt in het besluit dat heden ter vaststelling voorligt; spreken als hun mening uit dat dit nieuw e feit van zodanige inhoudelijke en
12 februari 2001
financiële importantie is dat het uitstel van de besluitvor ming rechtvaardigt, en gaan over tot de orde van de dag. Deze motie, die door een genoegzaam aantal leden is ondertekend, maakt mitsdien onderw erp van beraadslaging uit. De heer Bruystens (AOV/OU55+): Voorzitter! Diverse regeringen hadden als doelstelling het verbeteren van de kw aliteit van het openbaar vervoer. Zij menen die te bereiken door bij decentralisatie van deze taak naar de provincie, bezuinigingen toe te passen. De provincie heeft de maatschappelijke plicht tot het in stand houden van een optimaal en betaalbaar openbaar vervoer om de leefbaarheid en de bereikbaarheid van stad en platteland in Noord-Holland te garanderen. De decentralisatie van deze taak van het rijk naar de provincies is doorgevoerd onder een drietal bepalingen. Op het moment van decentralisatie w erd er ten eerste een bezuinigingsdoelstelling op jaarbasis overgedragen op de totale rijksbijdrage, hetgeen betekent dat NoordHolland van het r ijk dit jaar 1,4 mln. minder krijgt. Dit bedrag zal volgend jaar ongetw ijfeld nog groter zijn. Ten tw eede wordt de rijksbijdrage niet meer verdeeld op grond van het aantal verreden reizigerskilometers, maar op basis van reizigersopbrengsten, hetgeen zeer slecht uitpakt voor het openbaar vervoer in Noord- Holland-noord. In de derde plaats is kruissubsidie tussen gebieden met goed en minder goed renderend openbaar vervoer door het rijk verboden. Met andere woorden: de overschotten van het ene gebied, die in het verleden w erden gebruikt om tekorten in het andere gebied aan te vullen, tellen niet meer mee. Voorzitter! Uitvoering van deze voorwaarden betekent dat het openbaar vervoer in Noord-Holland-noord zich versneld uit de markt prijst. Je kunt nu eenmaal de kostendekkingsgraad in dat dunbevolkte gebied niet vergelijken met die van w instgevende gebieden rondom Amsterdam. Daarmee w ordt een en ander in een verkeerd sociaal- maatschappelijk perspectief geplaatst. Deze bepalingen zijn onaanvaardbaar. Het is opvallend dat
66
deze gehele discussie eenzijdig is gevoerd op basis van vervoerstechnische en economische afwegingen. Bij de behandeling van dit voorstel is onvoldoende rekening gehouden met de sociaal-maatschappelijke functie die het openbaar vervoer in dunbevolkte gebieden moet hebben. Voorzitter! Ik heb de afgelopen week w eer eens het lijsttrekkersdebat voor aanvang van de provincialestatenverkiezingen van 1999 bekeken, met name de passages w aarin de lijsttrekkers van deze coalitie hun visie gaven op het openbaar vervoer. De PvdA was heel duidelijk: openbaar vervoer heeft hoogste prioriteit en zoals het nu gaat, kan het niet. Experimenten met een deeltaxi, naast lege bussen, is tw ee keer niks, dus die hebben geen zin en kosten handenvol met geld. Dat is een volkomen terechte opmerking. Ook w ij concluderen dat tw ee experimenten naast elkaar een onduidelijk inzicht hebben gegeven in de bezettingsgraad van de bussen. Onduidelijk is ook de opgave als zou op dit moment het collectief vraagafhankelijk vervoer 700 à 800 reizigers per dag vervoeren. In de laatste vergadering van de commissie Wegen, Verkeer en Vervoer is nadere informatie gevraagd over deze getallen. Deze geeft een stijgende lijn aan, maar gemiddeld over de gehele periode bedraagt het aantal ritten nog geen 600 per dag. Wij spreken dan ook onze tw ijfels uit over deze cijfermatige invulling in het voorstel. Wij vragen het college, hierover duidelijkheid te verschaffen. De invulling van het openbaar vervoer in Noord-Holland-noord staat of valt met de invulling van de zogenaamde daluren. Zij hebben een zeer groot nadelig effect op het omslagpercentage van de kostenberekening van het openbaar busvervoer in Noord- Holland-noord. Daar had men de hoogste prioriteit van dit onderzoek moeten leggen, namelijk in hoeverre het omslagpercentage kan worden verbeterd door een reductie van het aantal busritten in de daluren toe te passen, desnoods door een kleinere bus een keer in de tw ee uur te laten rijden of vraagafhankelijk vervoer als alternatief in te schakelen.
12 februari 2001
Voorzitter! Het CDA stelde dat openbaar vervoer als basisbehoefte voor de leefbaarheid van het platteland heel belangrijk is. Wij kunnen vanuit Haarlem wel w at lijnen op de kaart zetten en wegpoetsen, maar w ij vinden het belangrijk dat de regio zijn vervoers- en wensenpakket op tafel legt. Ook daar zijn wij het volkomen mee eens. Zelden hebben w ij een onderw erp behandeld dat zoveel reacties en emoties heeft losgemaakt als dit onderw erp. Wij hebben kennisgenomen van honderden reacties van burgers en overheden. De conclusie is gerechtvaardigd, dat er geen draagvlak is voor deze voordracht bij de inw oners van Noord- Holland-noord. Wij zijn dan ook van mening dat deze reacties onvoldoende meegew ogen zijn, met name de kw aliteit van open en gelijkw aardig overleg met de gemeenten blijkt onvoldoende te zijn. Voorzitter! De VVD w as heel duidelijk: onrendabele lijnen moet je opheffen. Het alternatief is collectief vraagafhankelijk vervoer. Maar de VVD gaat voorbij aan het gegeven dat in de ochtend- en in de avondspits de bussen vol zitten en collectief vraagafhankelijk vervoer tijdens de spitsuren niet te realiseren is. Het is duidelijk dat collectief vraagafhankelijk vervoer het openbaar vervoer veel duurder maakt. Het argument, zoals vaak verw oord, als zou het collectief vraagafhankelijk vervoer iets meer kosten, maar dat je daar mee op elke plek in Noord-Holland kan komen, is misleidend, het is gew oon veel duurder. Trouw ens, elke plek in Noord-Holland kon je 70, 80 jaar geleden al met een taxi bereiken, zonder per persoon een bedrag te moeten betalen. Het collectief vraagafhankelijk vervoer als alternatief dreigt te mislukken. Mensen die hier gebruik van maken, worden naar een bushalte gebracht, moeten daar maximaal een halfuur wachten, moeten dan w eer betalen en zijn dus veel langer onderw eg en veel duurder uit. Speciaal de mensen die geen auto hebben voor het w oon-w erkverkeer, scholieren, ouderen, moeders met kinderen en ga zo maar door, zijn hiervan de dupe. Het huidige fijnmazige openbaar vervoer moet gehandhaafd w orden en voor de zogenaamde daluren moet er een
67
oplossing komen, w aarbij het collectief vraagafhankelijk vervoer niet vervangend kan zijn. De heer De Jong (PvdA): Het kaartje waarop de spitsuren zijn aangegeven, dus de lijnen voor forenzen, scholieren enzovoorts, maakt duidelijk dat dit voor een groot deel overeenkomt met het huidige net in de Kop van Noord- Holland. U w ilt op de daluren bezuinigen, maar w at is dan precies het probleem? De heer Bruystens (AOV/OU55+): Wij zijn het ermee eens dat naar de daluren overdag en in de avonden gekeken moet worden. Tijdens de spitsuren moet het bestaande fijnmazige openbare net worden gehandhaafd, niets meer en niets minder. De heer De Jong (PvdA): Het aanbod van de provincie tijdens de spits komt ongeveer overeen met w at er nu ook is in de Kop van Noord-Holland. Waar mee hebt u dan nog een probleem? De heer Bruystens (AOV/OU55+): U w ilt lijnen schrappen. De heer De Jong (PvdA): Ik heb alleen maar lijnen toegevoegd. De heer Bruystens (AOV/OU55+): Als het bestaande openbaar vervoer w ordt gehandhaafd en er komen zelfs extra lijnen bij, ben ik snel klaar. Het huidige fijnmazig openbaar vervoer moet gehandhaafd w orden en voor de zogenaamde daluren moet er een oplossing komen, w aarbij het collectief vraagafhankelijk vervoer geen vervangend vervoer kan zijn, maar een aanvulling. Voorzitter! Afsluitend. Het ingezette beleid van deregulering en het afstoten van taken in de jaren tachtig en negentig door de rijksoverheid mag nooit doel op zichzelf zijn. Wij moeten voorkomen dat er een tendens ontstaat om over in plaats van met de bevolking te beslissen. Het in de jaren tachtig en negentig ingezette beleid van kostenbeheersing, niet alleen bij het openbaar vervoer maar ook op allerlei andere gebieden zoals zorg en onderw ijs, hoe begrijpelijk toen w ellicht
12 februari 2001
ook vanw ege de economische situatie waarin Nederland zich bevond, is nu niet meer nodig. Maar w ij w orden nu w el geconfronteerd met de resultaten en de naijleffecten van dit beleid op allerlei beleidsterreinen. Wij zullen ervoor moeten oppassen, niet door de bodem van de beschaving heen te zakken. De economische situatie is nu van dien aard dat dit soort bezuinigingen in de zachte sector uit het verleden door de tijd achterhaald zijn. Ook de provincie realiseert zich dat hoe langer hoe meer, als je bedenkt hoe ruimhartig er geld w ordt uitgegeven door de provincie bij de uitbreiding van bijvoorbeeld duizenden ligplaatsen in de jachthavens en het IJsselmeer. Is het niet vreemd dat w ij enerzijds dit jaar de verhoging van de opcenten reduceren met ƒ34,--, terw ijl anderzijds een groot aantal openbaarvervoerlijnen w ordt geschrapt en het openbaar vervoer duurder en klantonvriendelijker w ordt, omdat de provincie er geen extra geld op in w il zetten, terw ijl zij door het verkopen van allerlei nutsbedrijven zeer ruim in haar geld zit; geld opgebracht door de afnemers van de nutsbedrijven, namelijk de inw oners van Noord-Holland? Tegen die achtergrond zijn w ij van mening dat een overheid zich ongeloofw aardig maakt, als zij praat over het verbeteren van de kw aliteit van het openbaar vervoer, maar tegelijkertijd een groot aantal lijnen opheft. Wie kan dat uitleggen aan de inw oners van Noord-Holland? Wij kunnen dat niet, omdat w ij door de totaal veranderde economische situatie in Nederland te lang loyaal zijn gew eest aan het rigide kostenbeheersingsbeleid van deze overheid. Mijn fractie zal dan ook tegen dit voorstel stemmen en dient hierover een motie in, meeondertekend door GroenLinks, Ned. Mob., NH Anders/De Groenen en RPF/GPV/SGP. Motie 8-3 Door de leden Bruystens, De Lange, Beens-Jansen, Bezemer, Van Duijn en Bron w ordt de volgende motie voorgesteld:
68
Provinciale Staten van Noord-Holland, in vergadering bijeen op maandag 12 februari 2001; kennis dragend van de verontrustende ontw ikkelingen in het openbaar vervoer Noord- Holland-noord; in de w etenschap dat de economische situatie in Nederland dermate veranderd is dat dit soort van bezuinigingen door de tijd achterhaald is; dat bij behandeling van dit voorstel onvoldoende rekening is gehouden met de sociaal-maatschappelijke functie die het openbaar vervoer in dunbevolkte gebieden moet hebben; van mening dat handhaven van bestaand fijnmazig openbaar busvervoer in NoordHolland-noord tijdens de spitsuren, de kw aliteit van het openvaar vervoer in geheel Noord- Holland ten goede zal komen; verzoeken het college om bestaand fijnmazige openbaar busvervoer tijdens de spitsuren in Noord- Holland-noord te handhaven en in de zogenaamde daluren een reductie op het aantal busritten toe te passen, aangevuld met collectief vraagafhankelijk vervoer, en gaan over tot de orde van de dag. Deze motie, die door een genoegzaam aantal leden is ondertekend, maakt mitsdien onderw erp van beraadslaging uit. De heer Graatsm a (SP): Voorzitter! De aap is uit de mouw , beter nog: de draak is uit de mouw . In de toelichting op het allereerste voorstel w as er nog een klein regeltje gew ijd aan w aar het eigenlijk om gaat, maar in dit voorstel erkent het college volmondig dat het om de aanbesteding gaat. Het openbaar vervoer in Noord-Holland moet met kunst- en vliegw erk, met hamer en sikkel, geschikt gemaakt w orden voor de aanbesteding, en dat zal men in Noord-Holland w eten. Ik zit hier nog niet zo lang, maar ik heb nog nergens zoveel reacties op binnen zien komen als op dit voorstel. Op al die
12 februari 2001
reacties gaat het college niet in. Zij w orden op een grote hoop geschoven. Vervolgens zegt het college: w ij hebben goed geluisterd, dit is ons voorstel en daarmee basta. Wat is het belang van de aanbesteding? Het is de eerste stap op weg naar de marktw erking. Het college zegt dat mar ktw erking tot een verbeterd, renderend openbaar vervoer leidt, met meer service. Dat is puur bijgeloof, w ant het is nog nergens bew ezen. Ik verw ijs naar het rapport van de FNV "openbaar vervoer proeftuinen". Op die plekken in Europa w aar wordt gew erkt met aanbesteding en marktw erking, is men nagegaan hoe dat uitpakt. De conclusie is dat het openbaar vervoer er niet beter van wordt, want er moet per se w inst gemaakt worden door de bedrijven die via aanbesteding het vervoer regelen. Er wordt dan ook ingeleverd op de investeringen. Ook de service gaat achteruit. Wij zien dat nu al in NoordNederland, omdat w ij w eten w at er met NoordNed is gebeurd. Verder w orden de arbeidsvoorw aarden van het personeel slechter. Het kan goedkoper door toepassing van een andere CAO, dus over de ruggen van de w erknemers. Slechtere arbeidsvoorw aarden leiden altijd tot minder service, dus het gaat ook nog eens over de ruggen van de passagiers. Het college kiest voor het in stukken knippen van Noord-Holland: Amsterdam, het ROA, heeft het lekker voor elkaar, NoordHolland-noord moet maar met w at minder genoegen nemen. Het Gooi komt straks aan de beurt, vervolgens Alkmaar en dan nog het Kennemerland en dan zijn w ij rond. De overheid, de provincie, bemoeit zich niet meer met het openbaar vervoer, maar krijgt w el de klachten te verw erken. De politici w orden erop afgerekend dat het openbaar vervoer zo slecht is. Dan klinkt vervolgens de roep om meer overheidsbemoeienis, maar pas nadat het is w eggegeven. Als de tube eenmaal is leeggeknepen, krijg je de pasta er nooit meer in. Wat straks uit handen w ordt gegeven via aanbesteding is het college kw ijt. De heer De Jong (PvdA): Past Arriva een andere CAO toe dan de rest van het streekvervoer? Waarop baseert u dat het
69
openbaar vervoer in het noorden achteruit is gegaan? Volgens mij is er in die gebieden sprake van groei van het aantal reizigers. De heer Graatsm a (SP): Dat is nog niet bekend, w ant het telsysteem loopt achter. Ik verw ijs naar de zojuist door de gedeputeerde uitgereikte brief. In NoordNederland w ordt op het spoorvervoer winst gemaakt, maar er w ordt minder service verleend. De w inst gaat naar de firma Arriva. Winst kan ook gebruikt worden om het openbaar vervoer te verbeteren. De heer De Jong (PvdA): Mijn vraag is of er door NoordNed en Arriva een andere CAO w ordt gehanteerd dan bij Connexxion en vroeger de NS. Is het personeel met gelijkluidende arbeidsvoorw aarden overgestapt? De heer Graatsm a (SP): Ik w eet dat niet. De heer De Jong (PvdA): Dan moet u dat ook niet suggereren. De heer Graatsm a (SP): Ik heb het over een rapport van de FNV. Men is nagegaan wat de gevolgen zijn van aanbesteding in Europa, te w eten een verslechtering van de arbeidsvoorw aarden. Als er in NoordHolland overal taxibusjes zullen rijden, gebeurt dat onder de taxi- CAO en dat is een verslechtering van de arbeidsvoorw aarden. Noord- Holland kr ijgt te maken met grote verschillen. Een politieke reden daarvoor is er niet. Uiteindelijk gaat het alleen om het geld. Noord- Holland heeft minder geld over voor het openbaar vervoer. Er w orden ook bezuinigingen door het rijk opgelegd, maar men heeft boter op het hoofd, w ant ook die bezuinigingen zijn geregeld door de PvdA, het CDA en de VVD, met steun van D66. Dat is dus geen argument. De PvdA en het CDA claimen het voorstel verbeterd te hebben. Ik denk dat het anders in elkaar zit. Niemand hier kan onder het verzet van Noord- Holland uitkomen, verzet dat er nog steeds is. Wij steunen dat zo lang dat mogelijk is. Wij w illen niet dat dit voorstel wordt aangenomen. Eerst moet er met alle
12 februari 2001
betrokkenen in Noord- Holland een discussie worden aangegaan over verbeteringen in het openbaar vervoer. Het college mag deze discussie niet in het keurslijf van de aanbesteding persen. De brief die vanmiddag is uitgereikt, kan ik niet anders zien dan als een staaltje van manipulatie. Al op 12 januari w ist de gedeputeerde dat er iets aan de hand w as. Nu pas, vlak voordat de vergadering begint, meldt hij dat. Hij heeft al tw ee eerdere kansen gehad w aarop hij dit kon melden, namelijk in de commissievergaderingen van 26 januari en van 2 februari. Onder grote belangstelling is er op een van die data over het openbaar vervoer gesproken, maar hij hield zijn mond. Om nu op het laatste moment met een dergelijk punt te komen, kan ik niet anders zien dan manipulatie. Bovendien bew ijst de brief dat niemand in Noord- Holland precies weet hoeveel mensen er in het openbaar vervoer zitten. De telcijfers en het systeem deugen niet. Dat is nattevingerw erk. Nu pas w ordt w orden de inkomsten van een jaar geleden bekend. Ik moet het eerste bedrijf nog tegenkomen dat mededelingen doet over de inkomsten over het eerste kw artaal van 2000. In het openbaar vervoer wordt dat echter geaccepteerd. Niemand kan iets met de geboden pakketkeuze, w ant er zijn enige losse lijnen op een hoop gegooid, w aaruit gegrabbeld mag w orden. Het resultaat van het overleg met de gemeenten is niet bekend. Ik snap dan ook niet hoe ik daar "ja" tegen zou kunnen zeggen. Uitstel van deze operatie is heel belangrijk, omdat iedereen daardoor de kans krijgt om na te denken over de vraag w at een goed openbaar vervoer is. Ik vind dat de buslijn 234 gehandhaafd moet w orden, maar dat geldt ook de lijnen 158, 150, 160, 162 en 166, w ant er resteert slechts een minimaal net. Het college heeft de keuze nooit voorgelegd tussen enerzijds het huidige net gebruiken als basis voor verdere ontw ikkeling en om in overleg met gemeenten, scholen en ziekenhuizen verbeteringen daarin aan te brengen of anderzijds het hoofd in de schoot leggen en onze redding te zoeken in de marktw erking, die nog nergens iets heeft
70
opgeleverd. Het college doet het laatste. De SP kiest ervoor, het huidige net als basis te behouden en om dit te verbeteren. Het gaat niet aan, een financieel praatje te houden. Het gemak waarmee w ordt gemeld dat de omlegging van een enkele provinciale w eg misschien wel 1,1 mld. zal kosten, steekt schril af bij de paar armzalige miljoenen die het college in het openbaar vervoer w il steken. Wij kunnen het niet eens zijn met dit voorstel. In een van de vergaderingen in Alkmaar hielden demonstranten een bord voor zich waarop stond: met deze De Boer geen goed openbaar vervoer. Ik sluit mij daar van harte bij aan. Deze De Boer draait de bus een loer! De heer Bezemer (RPF/GPV/SGP): Mijnheer de voorzitter! Veel is al gezegd. Centraal dient te staan dat ook NoordHolland-noord bij Noord- Holland hoort. Dat gebied mag niet verw orden tot onze periferie. Dat geldt ook voor de inw oners en de bestuurders aldaar. Wij hebben die indruk w el gemaakt, gelet op alle reacties, zow el van de besturen als van de burgers, de reizigers. Ook is extra aandacht nodig voor de zwakkeren in onze samenleving; burgers die bij een uurdienstenregeling nog in een bus zitten, zitten daar niet zonder reden. Het is beter om het in te zetten mater ieel aan te passen dan om met een bijna lege bus rond te rijden. Een provincie hoeft het geld niet over de balk te gooien, zelfs geen rijke provincie. Geld mag echter bij de afw eging op provinciaal niveau niet altijd de doorslag geven. Mijnheer de voorzitter! Er zijn al veel moties en amendementen ingediend. Ook ik zal een amendement indienen. Wij moeten kleine gemeenten niet extra zw aar belasten als zij extra OV-pakketten w illen, zoals in de voorstellen w ordt aangegeven. In mijn amendement w ordt voorgesteld, de 50%-bijdrage in de kosten te verlagen tot 25%. Amendement 8-3 Door de leden Bezemer, Bron, Bruystens, De Lange en Kruijmer w ordt het volgende amendement voorgesteld:
12 februari 2001
Provinciale Staten van Noord-Holland, in vergadering bijeen op 12 februari 2001; gezien de voordracht van gedeputeerde staten over Toekomstvast openbaar vervoer in Noord-Holland-noord; gehoord de beraadslagingen over dit onderw erp; overwegende, dat 1. de gemeenten die op openbaar vervoer zijn aangew ezen en daar in de nieuw e regeling minder in w orden voorzien, meestal kleinere, minder draagkrachtige gemeenten zijn; 2. de bereidheid van gedeputeerde staten om op experimentbasis gedefinieerde aanvullende pakketten toe te voegen die voor 50% op rekening van de gemeente worden uitgevoerd; 3. deze 50% een onoverkomelijke drempel zal blijken te zijn voor deze gemeenten, afgezien nog van de coördinatieproblemen aangezien een lijn meestal langs meerdere plaatsen gaat; spreken uit, dat de 50% w ordt verminderd tot 25%. Dit amendement, dat door een genoegzaam aantal leden is ondertekend, maakt mitsdien onderw erp van beraadslaging uit. De heer Kruijmer (fractie-Kruijmer): Mijnheer de voorzitter! Er is reeds veel gesproken over het toekomstvast openbaar vervoer van de provincie; in de commissie, in de media, met de gemeenten en in allerlei andere organisaties. Voor mij is dat een reden om te volstaan met enkele globale opmerkingen. Zoals het college in zijn voorstelt aangeeft, is de aanleiding voor dit onderw erp tweeërlei. De eerste aanleiding is de financiële toestand van het openbaar vervoer. Te veel bussen rijden leeg of vrijw el leeg rond in NoordHolland-noord. Dat is een zeer slechte besteding van overheidsgeld. In feite is dat geld van de burger. Vriend en vijand van het toekomstvast openbaar vervoer moeten dit onacceptabel vinden. Dat kan niet zo doorgaan. Die situatie moet zo snel
71
mogelijk veranderen. Wat dat betreft, ben ik niet voor uitstel, w ant dat lost niets op. Invoering betekent dat w ij er door monitoring des te eerder achter komen op welke w ijze het openbaar vervoer in de praktijk uitw erkt en op w elke w ijze w ij, indien nodig, gefundeerd aanpassingen kunnen invoeren. Een tw eede aanleiding is gelegen in de w ens van het rijk, meer mar ktw erking in te voeren in het openbaar vervoer. Deze marktw erking heeft w einig te maken met de gangbare opvatting over marktw erking. Echte mar ktw erking w il zeggen dat een aantal bedrijven eenzelfde dienst aan de burger biedt, in vrije concurrentie met elkaar, hetgeen borgstaat voor de kw aliteit. De burger is vrij te kiezen van welk bedrijf hij een dienst afneemt. Maar dat is in dit geval geheel niet aan de orde. Bij dit openbaar vervoer gaat het om een monopoliepositie van één bedrijf, te w eten Connexxion. Voor de consument c.q. de burger valt er niets te kiezen. De kw aliteit komt niet door concurrentie tot stand, maar moet door controle van de provincie bew aakt w orden. Er zou in de toekomst eventueel sprake kunnen zijn van marktw erking, en w el bij de aanbesteding van het openbaar vervoer. Maar deze aanbesteding vindt om de vijf jaar plaats. Om de vijf jaar mogen de verschillende vervoersmaatschappijen hun prijskaartje afgeven. Daar kunnen w ij ook niet veel van verwachten. Kortom, de beoogde marktw erking moeten w ij bij het openbaar vervoer met een grote korrel zout nemen. Als w ij toch willen spreken over marktw erking, moeten w ij kijken naar het gehele terrein van vervoer, zow el het openbaar vervoer als het particulier vervoer, ofte wel: trein, bus en taxi enerzijds en de privé-auto anderzijds. Hier is zeker marktw erking. De burger heeft, financieel daartoe in staat, massaal gekozen voor de comfortabele en snelle auto, inclusief de files. Dat is de situatie in ons land en dus ook in Noord- Holland. Daardoor gaat het financieel ook zo slecht met het openbaar vervoer. Dat neemt niet weg dat mijn fractie vasthoudt aan het uitgangspunt dat er voor iedere burger openbaar vervoer moet zijn, hetzij regulier, hetzij vraagafhankelijk. Juist voor ouderen, gehandicapten, en voor de burgers die om
12 februari 2001
wat voor reden dan ook geen gebruik kunnen of w illen maken van de auto, is dit openbaar vervoer een onmisbare voorziening. Aan dit uitgangspunt is in het voorstel van het college voldaan. Dat is heel goed. In de discussie over het openbaar vervoer is enerzijds sterk het sociale karakter ervan naar voren gekomen en de relatie met de leefbaarheid op het platteland. Uiteraard is er een relatie. Terecht vinden gemeenten dat een heel belangrijk aspect. Maar anderzijds geeft het college in zijn voorstel duidelijk aan dat het aandeel van het openbaar vervoer in de totale mobiliteit van de burger maar zeer gering is. Nogmaals, de relatie tussen openbaar vervoer en leefbaarheid is aanw ezig, maar w ij moeten een en ander wel in de juiste proporties blijven zien. Wij constateren met instemming dat het college tegemoet is gekomen aan veel bezw aren van gemeenten en groepen burgers via w ijziging van en aanvullingen op het oorspronkelijke voorstel. Bij enkele onderdelen in het voorstel w ordt nog aangegeven dat er geen dekking aanw ezig is. Echter, voor een enkele w eg, de N201, heeft het college een subsidie van meer dan 160 mln. in gedachte. Ik maak mij over de financiën voor het openbaar vervoer dan ook geen zorgen. Het sociale karakter en het leefbaarheidskarakter van het openbaar vervoer hebben direct te maken met het welzijn van de burger. Op iedere begroting van de gemeenten staat w el een fiks bedrag voor allerlei activiteiten op het terrein van w elzijn. De gemeenten zullen eraan moeten w ennen dat daar ook een bedrag bijkomt of in de plaats van andere zaken gebruikt zal moeten w orden voor het openbaar vervoer van hun inw oners. Ik zie dat echter voor de langere ter mijn. Om nu al gemeenten 50% te laten betalen voor extra aanvullingen op het voorstel van het college, vind ik te veel. Dit openbaar vervoer is sinds jaren de verantw oordelijkheid van het r ijk en de provincie. Dat staat er nu, omdat de bakens te laat verzet zijn, financieel slecht voor. Daarom vinden w ij het niet terecht, nu de helft van het tekort op de extra aanvulling bij de gemeenten neer te leggen. Wij w illen een beduidend lagere
72
bijdrage van de gemeenten. Wij vinden 25% voldoende. Het is aan de gemeenten, welke extra aanvullingen zij w ensen. Daarna kan dit in goed overleg met de provincie verder uitgew erkt en ingevoerd worden. De provincie heeft de laatste jaren zoveel zaken met evenzoveel miljoenen ondersteund. Ik vind het dan ook volkomen terecht dat de provincie, zeker gezien haar grote financiële mogelijkheden, ook voor het openbaar vervoer een flink bedrag uittrekt voor de eerste jaren van de overgang naar een volledig uitbesteed openbaar vervoer. Het openbaar vervoer is voor veel burgers een onmisbare voorziening. De heer Bezemer heeft al een amendement daarover ingediend. Ik w acht de reactie van het college daarop af. Voorzitter! Gedeputeerde De Boer heeft met dit voorstel zeker niet de w eg van de minste w eerstand gekozen. Het heeft hem niet aan kritiek ontbroken. Toch ben ik ook van mening dat w ij deze w eg op moeten om tot een beter openbaar vervoer te komen in Noord-Holland-noord en uiteindelijk in geheel Noord-Holland. Of het toekomstvast openbaar vervoer zonder meer een succes w ordt, durf ik niet met zekerheid te zeggen, maar ik ben er wel van overtuigd dat w ij het met passen en meten, zeker in de eerste jaren, tot een succes kunnen maken. Mevrouw Dekker (VVD): Voorzitter! Voor ons ligt een zw aar, maar gedw ongen besluit ten aanzien van het openbaar vervoer Noord-Holland-noord. Een gedw ongen besluit omdat de rijksbijdrage is verminderd en er te veel maatschappelijke kosten zijn gemoeid met het huidige lijnennet. De provincie moet dit probleem oplossen. De oplossing is gezocht in de richting van het opheffen van onrendabele buslijnen en het voorkomen van parallelliteit met bijvoorbeeld de lijnen van de Nederlandse Spoorw egen. De knelpunten voor de kleinere kernen in Noord-Holland w orden opgelost met de OV-taxi. Het resultaat van de oplossing is dat de maatschappelijke kosten op een aanvaardbaar niveau worden gebracht. Gevolg hiervan is dat, ondanks intensief overleg, niet alle burgers, gemeenten en maatschappelijke
12 februari 2001
instellingen tevreden zijn. Om zoveel mogelijk tegemoet te komen aan deze bezw aren, zal een aantal buslijnen blijven rijden voor een jaar, als zogenaamde experimenten. Na een jaar moet aan de hand van vooraf geformuleerde criteria blijken of deze bussen kunnen blijven rijden of alsnog zullen w orden opgeheven. De toezegging van de gedeputeerde om spoedig met deze criteria te komen, is voor de VVD van groot belang. Graag willen w ij w eten wanneer deze criteria in de commissie besproken zullen w orden. Naast eerdergenoemde punten speelt ook de actualiteit van de vergoeding voor de periode tot 10 juni aanstaande. De VVD kan zich vinden in de oplossing, te weten het afkoopbedrag van 12,9 mln. voor Connexxion. Wel zijn w ij benieuw d naar de afspraken voor de periode vanaf 10 juni, w anneer een nieuw lijnennet vraagt om nieuw e afspraken met Connexxion. De heer Poelm ann (D66): De gedeputeerde heeft toch gezegd dat hij een en ander nog eens goed gaat bekijken, omdat hij niet kan geloven dat het om die getallen gaat. Gaat u nu al akkoord met het afkoopbedrag? Mevrouw Dekker (VVD): Wij steunen het uitgangspunt van een knip, te w eten voor 10 juni en erna, w anneer er sprake is van een nieuw e situatie. Wij staan natuurlijk achter de poging van de gedeputeerde om het bedrag in positieve zin gecorrigeerd te krijgen. Een minpunt in de voordracht is de hoeveelheid ongedekte bedragen, die pas ingevuld kunnen w orden bij het voorjaarsbericht. In principe is de VVD tegen dergelijke constructies, maar gezien het maatschappelijk draagvlak om extra te investeren in experimenten, gaan w ij hier mee akkoord. De heer Le Belle (D66): Welk maatschappelijk draagvlak bedoelt u? Mevrouw Dekker (VVD): Ondanks het intensieve overleg zijn nog steeds niet alle gemeenten, belanghebbende en burgers tevreden. Om die reden steunt mijn fractie het voorstel, extra lijnen te laten rijden
73
waarvan redelijk duidelijk is dat zij onrendabel zijn. Wij w illen die met extra promotie van gemeenten toch een tw eede kans geven. Dat bedoel ik met maatschappelijke draagvlak. Naast dit minpunt, maakt de VVDfractie de gedeputeerde complimenten voor zijn besluit om over te gaan tot gestructureerd overleg met de belanghebbenden en voor de gecreëerde mogelijkheid voor kortingskaarten voor de OV-taxi voor abonnementhouders. Voorzitter! Afrondend. Een zw aar, maar gedw ongen besluit, w aarbij naar onze mening de verschillende belangen zodanig zorgvuldig zijn afgew ogen dat het een goed besluit is. De heer De Boer (lid van gedeputeerde staten): Voorzitter! In aanvulling op de bordjes die ook ik heb gezien op de bijeenkomst in Alkmaar zeg ik: geen toekomstvast openbaar vervoer zonder Hen de Boer ! Ik onderschrijf de opmerking van de heer De Jong dat de commissie een belangrijke rol heeft gespeeld in het proces uitmondend in deze statenvoordracht. Zij, maar ook het college werden daarbij gevoed door vele burgers die opbelden en br ieven en e- mails stuurden. Ook bestuurders van gemeenten hebben zich danig gew eerd. Ik noem ook belangenverenigingen en dorpsraden. De burger is duidelijk betrokken bij dit onderw erp en in die zin is dat een verw ijzing naar het collegeprogramma. Meerdere sprekers hebben naar voren gebracht dat de sociale aspecten van belang zijn en dat de afweging niet alleen op financiële gronden mag w orden gemaakt. Ik ben het daarmee eens. Wij hebben dat ook geprobeerd. Dat komt w ellicht het beste tot uitdrukking in de aanvullingen. Zij hebben niet betrekking op de meest rendabele lijnen en ritten, anders w aren zij w el opgenomen in het eerste plan. Het sociale aspect speelt daarbij dus een belangrijke rol. Tijdens de commissiebehandeling heb ik mij verdedigd tegen de kritiek op het overleg. Ik heb tevens gezegd dat ik, als velen dit als onvoldoende hebben ervaren, dit betreur. Wij zullen proberen, dat beter te doen bij het structureel
12 februari 2001
overleg. Het is geen statisch geheel waarin zaken voor een lange periode worden vastgelegd. Een zekere flexibiliteit is van belang. Met de regio en gemeenten moeten eventuele w ijzigingen w orden besproken. Wij schromen niet, verbeteringen aan te brengen. Ik heb daar overigens geen w ekelijkse w ijziging van het dienstrooster bij voor ogen, w ant dan snapt het publiek het helemaal niet meer. De heer Le Belle (D66): Op w elke termijn denkt u dat aanpassingen mogelijk zijn? De heer De Boer (lid van gedeputeerde staten): Ik w il mij daar niet op vastleggen. Wij zullen dat in overleg met de regio moeten bekijken. Er kunnen niet onbeperkt w ijzigingen w orden aangebracht, w ant dat w ordt bijvoorbeeld een rommeltje in het boekje dat Connexxion uitgeeft, maar een zekere flexibiliteit moet mogelijk zijn. Misschien moet er bijvoorbeeld op een gegeven moment het besluit w orden genomen, een lijn iets anders te laten lopen. Dat is ook na een jaar mogelijk. Mevrouw Berm an (D66): Het lijkt mij zinvol, af te spreken dat dit alleen gebeurt als er sprake is van een nieuw e dienstregeling en niet tussendoor. Een van de kw aliteitseisen van het openbaar vervoer is de betrouwbaarheid. De heer De Boer (lid van gedeputeerde staten): Daar heeft u in zekere zin gelijk in. Ik begrijp overigens dan uw opmerking niet dat bussen niet per se tw ee keer per uur hoeven te rijden en dat acht of tien keer per dag ook voldoende is. Ook dat is een aspect van betrouw baarheid. Wij hebben voor het uitgangspunt gekozen dat de basislijnen tw ee keer per uur rijden. De reiziger hoeft dus niet altijd in het boekje te turen, w ant als hij op de hoogte is van één tijdstip, kan hij dat doorberekenen. Ook dat is betrouw baarheid ten opzichte van de reiziger, die w eet dan w anneer de bus er aankomt. Mevrouw Berm an (D66): Het gaat met name om de vaste reizigers die bijvoorbeeld in Nieuw e Niedorp of Oude Niedorp w onen. Zij w eten dondersgoed na
74
het uitkomen van een nieuw e dienstregeling op w elke tijdstippen er zes of acht keer per dag een bus rijdt. Uw opmerking over in het boekje kijken, vind ik flauw ekul. De heer De Boer (lid van gedeputeerde staten): Wij hebben het over een flexibele opstelling en eventueel tussentijdse wijzigingen. Het gaat dan om onrendabele trajecten, die niet voldoen aan de verwachtingen, met w einig reizigers. Mevrouw Beens-Jansen (GroenLinks): Is mijn conclusie juist dat experimenten niet eens een looptijd van een jaar krijgen? De heer De Boer (lid van gedeputeerde staten): In de voordracht is voor de experimenten een looptijd van een jaar opgenomen. Mevrouw Beens-Jansen (GroenLinks): U zegt dat er tussentijds een lijn kan w orden opgeheven omdat zij onrendabel is. De heer De Boer (lid van gedeputeerde staten): U luistert niet goed. Ik heb gezegd dat het bespreekbaar is om in overleg met de regio iets anders te doen. Mevrouw Beens-Jansen (GroenLinks): U zegt dus dat experimenten binnen een jaar beëindigd kunnen w orden. De heer De Boer (lid van gedeputeerde staten): Als een regio in overleg met bevolking en de provincie aangeeft dat het beter is om het anders te doen, w aarom zouden w ij dat dan niet doen? Mevrouw Beens-Jansen (GroenLinks): Het is mij duidelijk. De heer De Boer (lid van gedeputeerde staten): Nogmaals, de experimenten hebben in pr incipe een looptijd van een jaar. Wij moeten veel aandacht besteden aan flankerend beleid. Alle knelpunten zullen w orden nagelopen. Ik streef ernaar, op 10 juni een aantal ervan opgelost te hebben. Het gaat daarbij om fietsenstallingen, verlichting enzovoorts, dus ook maatregelen die met sociale
12 februari 2001
veiligheid te maken hebben. Ik zeg de heer Beemsterboer toe, per 10 juni een overzicht te verstrekken van w at er nog moet gebeuren en w anneer. In de monitoring zal het reizigersverloop zichtbaar w orden. Een aantal sprekers heeft gepleit voor het erbij betrekken van gemeenten. Het CDA heeft reeds bij brief gevraagd om in samenw erking met gemeenten het gebruik van het openbaar vervoer te stimuleren. Het is daarbij niet de bedoeling dat die stimulans zich alleen richt op het huidige lijnennet. Van het nieuw e lijnennet, waarvan de experimenten onderdeel vormen, moet meer gebruik w orden gemaakt. Ik ben niet van plan, in te gaan op allerlei lijnen die in de betogen zijn genoemd. Ik maak er voor één een uitzondering, namelijk lijn 234 van Medemblik naar Amsterdam. Het begrip "lijn" is daarbij w at ruim geformuleerd, want het gaat om een buslijn 's morgens naar Amsterdam en 's middags w eer terug. Ik heb overleg gevoerd met de drie wethouders van de gemeenten die daar min of meer bij betrokken zijn, mevrouw Deutekom en de heren Kaay en Louw . Wethouder Louw van Medemblik zal nagaan in hoeverre hij contact kan leggen met de gebruikers van de bus. Wij zijn nieuwsgierig of men reist met een jaarkaart of een strippenkaart, zodat w ij de inkomsten kunnen inschatten. De kosten zijn ons bekend. Op basis van die kennis kunnen w ij, in overleg met de gemeenten, een goed besluit nemen. De heer Bozelie (GroenLinks): U hebt besloten, de lijn te saneren. Uit onderzoek is dus al gebleken dat er te w einig mensen gebruik van maken. U komt nu terug op dat besluit. Wat zijn uw bew eegredenen? Was dat de overtuigingskracht van de drie wethouders of van het publiek, of w ellicht die van mij? De heer De Boer (lid van gedeputeerde staten): Absoluut, dat kan niet missen, maar u niet alleen. Mevrouw Dekker (VVD): Mijnheer Bozelie ziet, buiten de kosten, de parallelliteit over
75
het hoofd, dus het feit dat er nog andere mogelijkheden zijn.
De heer Graatsm a (SP): De duvel is uit de doos.
De heer Bozelie (GroenLinks): Wat is parallelliteit?
De heer De Boer (lid van gedeputeerde staten): U bent de duvel?
De heer De Boer (lid van gedeputeerde staten): Parallelle lijnen spelen een belangrijke rol. Tevoren is geconstateerd dat naar onze inschatting deze tw ee busritten niet kostendekkend zijn. Ik w eet niet w at er met de na aankomst lege bus verder gebeurt, maar 's middags moet die weer terug naar Medemblik. Daarbij komt dat de bus dezelfde route volgt als het spoor.
De heer Graatsm a (SP): Als ik de duvel ben, bent u de doos. Als u een goede reden had lijn 234 op te heffen - die had u niet, w ant deze is nergens aangegeven - loont verzet blijkbaar, w ant er is een kansje dat de lijn mag voortbestaan. Wilt u die herhalingsoefening ook toepassen op een aantal andere lijnen, w aarvan iedereen in Noord- Holland het recht van voortbestaan bepleit?
De heer Bozelie (GroenLinks): Dat is onzin. De heer De Boer (lid van gedeputeerde staten): Hetzelfde traject kan met de trein gevolgd w orden. De heer Bozelie (GroenLinks): De vele lijnen tussen Hoorn en Amsterdam w orden ook niet opgeheven, ook al lopen zij parallel aan de spoorlijn van Pur merend en diverse andere plaatsen richting Amsterdam. De heer De Boer (lid van gedeputeerde staten): Dat is niet w aar. De afstand Edam- Pur merend is een kilometer of tien. De bussen rijden langs Edam en Monnikendam. De heer Bozelie (GroenLinks): Dat is ook parallel, de lijn staat er zeker niet haaks op! De heer De Boer (lid van gedeputeerde staten): Gezien de omvang van ons land, loopt alles dan parallel. De heer Bozelie (GroenLinks): U maakt het mooier dan het in w erkelijkheid is. Het gaat mij erom dat, als u uiteindelijk besluit, een lijn w eg te halen, daar een reden voor moet zijn. U hebt mij die nog niet duidelijk gemaakt. U hebt het over enige cijfers en parallelliteit, maar het gaat om de kostendekkendheid.
12 februari 2001
De heer De Boer (lid van gedeputeerde staten): Dat is al gebeurd. De heer Graatsm a (SP): Nee, u hebt dat alleen ten aanzien van lijn 234 gedaan. Nu blijkt dat dit niet helemaal goed is gegaan. Welke garantie hebben de mensen in Noord- Holland dat uw standpunt over allerlei andere goed bezette lijnen, waarvan heel Noord-Holland w il dat zij blijven rijden, goed is afgew ogen? In goed overleg moeten zaken tevoren bekeken worden en niet achteraf. De heer De Boer (lid van gedeputeerde staten): U heeft het stuk niet goed gelezen. Lijn 234 is een van de lijnen uit pakket A, w aarin nog meer lijnen zijn opgenomen. De heer Graatsm a (SP): Er kan ook gekozen w orden voor pakket B. De heer De Boer (lid van gedeputeerde staten): Het is een lijn uit het pakket A. Gelet op de vele brieven, e-mails en telefoontjes en de behandeling in de commissie, hebben w ij de lijnen die er uitsprongen in pakket A opgenomen. Mevrouw Berm an (D66): U hebt het over een gestructureerd overleg met gemeenten. Ik had de indruk dat u bij een gunstig resultaat bereid w as, de lijn in stand te houden. U hebt het nu over de pakketten en ik concludeer daaruit dat u dit alleen bereid bent te doen als de
76
gemeenten 50% bijbetalen. Wat w ilt u nu echt met deze lijnen? De heer De Boer (lid van gedeputeerde staten): Naar aanleiding van de discussies in de commissie, de vele brieven e- mails en de discussie met de drie w ethouders een vierde w ethouder, die verhinderd w as, heeft mij een brief gestuurd w aarin hij aangaf, het idee te steunen - is er afgesproken dat er zo goed mogelijk gekeken zal w orden naar de kosten van de lijn. Wij moeten echter ook naar de opbrengsten kijken, de bekende WROOVsystematiek. Als de lijn kostendekkend is, is er niets aan de hand. De lijn is dan opgenomen in pakket A. In dit geval lijkt het mij verstandig, de financiële situatie te bekijken en in de commissie de uitkomst te bespreken. De commissie moet dan ook een nadere uitspraak doen over de parallelliteit. Dat kan een reden zijn, de lijn op te heffen. Mevrouw Beens-Jansen (GroenLinks): Als er zo lang is gesproken over het voorstel, neem ik aan dat de gedeputeerde minimaal op de hoogte is van de kostendekkendheid van lijnen. Hij weet dat niet van deze lijn. Ik vraag mij af wat hij van de andere lijnen w eet. De heer De Boer (lid van gedeputeerde staten): Wij hebben een idee van de kosten. Er is een bedrag geraamd voor de lijnen uit pakket A. Wij hebben op grond van de beschikbare gegevens in ons hoofd hoe het zit, maar er is ons iedere keer, door de w ethouders, maar ook door anderen, gezegd dat de lijn kostendekkend is. Wij w illen er daarom nog eens naar kijken. In dit geval is nader onderzoek een haalbare kaart, omdat het om 30 mensen gaat die 's morgens van Medemblik naar Amsterdam gaan en 20 mensen die teruggaan. Als men zich nu afvraagt w aar die 10 zijn gebleven, dan mag men dat zelf bedenken! Mevrouw Dekker (VVD): Waarschijnlijk gaan zij met de trein terug. De heer De Boer (lid van gedeputeerde staten): Bij deze lijn speelde de parallelliteit een belangrijker rol dan de
12 februari 2001
eventuele financiële consequenties. Die keuze is ook door de staten gemaakt, als onderdeel van de uitgangspunten van de nota Vervoer op streek, waarin is opgenomen dat parallelle lijnen voorkomen moeten w orden. Daar hebben wij ons aan gehouden. Verschillende sprekers hebben zich uitgesproken tegen buurtbussen en gew ezen op de kw etsbaarheid ervan onder andere omdat gew erkt w ordt met vrijw illigers. In de regionale bijeenkomsten zijn verzoeken terzake binnengekomen. Bestuurders, maar ook inw oners hebben gevraagd of de bestaande buurtbus zou verdw ijnen. Dat is niet het geval. Vervolgens is er gevraagd of er een mogelijkheid is, meer buurtbussen te laten rijden. Die is er. Als een regio of een gemeente dat w il, zijn w ij bereid daarvoor te betalen. Het is duidelijk dat Connexxion meer aandacht moet besteden aan marketing en communicatie. Men stelt een plan op om aan het nieuw e systeem bekendheid te geven. Het is juist dat er snel een plan van eisen moet w orden opgesteld voor de aanbesteding. Aanbesteding per 1 januari 2003 houdt in dat de voorbereidingen nu gestart moeten w orden. De "nieuw e" vervoerder moet op tijd w eten w aar hij aan toe is. De heer Graatsma gelooft niet in aanbesteden en denkt dat het allemaal veel slechter w ordt. Wij kunnen daar lang over discussiëren, maar ik verschil met hem van mening. Ik kan mij zelfs voorstellen dat voor hetzelfde geld meer diensten aangeboden kunnen w orden. Wij hoeven hier niet over te discussiëren, want wettelijk is bepaald dat w ij hieraan moeten voldoen. Wij moeten dat dan ook zo goed mogelijk proberen te doen. Mevrouw Beens heeft om uitstel gevraagd zodat er tijd is om met zijn allen goed na te denken over een nieuw lijnenstelsel. Dat klinkt plausibel, maar het openbaarvervoersnet kent een traditie. Het deugt niet in die zin dat w ij veel te ruim in ons jasje zitten, maar je mag hopen dat men in de loop van de tijd w aarin het net werd opgebouw d en gedeeltelijk ook w eer is afgebroken, gekeken heeft naar de behoefte. Ik kan mij niet voorstellen dat uitgaande van een blanco situatie, een
77
nieuw openbaarvervoersnet er totaal anders uitziet dan het huidige basisnet. Ik geloof daar niet in. Mevrouw Beens-Jansen (GroenLinks): Ik kan mij dat w el voorstellen, w ant daarin zouden de stations zijn opgenomen. De heer De Boer (lid van gedeputeerde staten): In het verleden is er ook w el van zo'n principe uitgegaan, maar nu is gekeken naar de bezetting van de bussen. Het heeft geen zin, een lege bus naar een station te laten rijden. Dat is het algemene uitgangspunt. De heer Graatsm a (SP): U kunt zich niet voorstellen dat anderen met een beter voorstel kunnen komen. Is dat ook de houding w aarmee het overleg w ordt ingegaan? De heer De Boer (lid van gedeputeerde staten): Ik heb niet gezegd dat er geen ander plan te bedenken is. Wij zijn uitgegaan van het bestaande systeem. Wij zijn nagegaan w elke lijnen voldoende bezet zijn en w elke lijnen zelfs verstevigd moeten w orden. Ook in de basislijnen zijn verbeteringen aangebracht. De slechte lijnen zijn er uitgehaald of er w ordt gepoogd, deze een andere route te laten volgen. De heer Graatsm a (SP): Toch w aren de lijnen 234, 166, 162 en ga maar door, de klos. Dat is niet overtuigend. De heer De Boer (lid van gedeputeerde staten): Behalve bij de 234, zaten er in de andere lijnen te w einig mensen. De heer Bruystens (AOV/OU55+): Lijn 158 heeft in 1999 gemiddeld per dag 459 mensen vervoerd. Dat is gemiddeld 20 personen per rit. In de voordracht staat dat een lijn rendabel is als er minimaal 20 mensen in zitten. Waarom w ordt er alsnog op die lijn reductie toegepast? In de lijn Den Oever naar station Anna Paulow na worden 's middags vier extra bussen ingezet voor de firma Oosterom, om werknemers van dat station naar Wieringen te vervoeren.
12 februari 2001
De heer De Boer (lid van gedeputeerde staten): Ik ben niet van plan om in te gaan op lijnen die tijdens deze discussie uit de mouw worden geschut. De heer Bruystens (AOV/OU55+): Ik heb dit al tw ee keer eerder aan u gevraagd, maar ik heb nog steeds geen antw oord gehad. De heer De Boer (lid van gedeputeerde staten): Wij hebben afgesproken dat er bij voldoende aanbod van passagiers gereden w ordt. Dat blijft zo. Over de vraag van mevrouw Beens over Graft-De Rijp kan ik kort zijn. De gemeenten Scher mer en Graft-De Rijp zijn het met elkaar eens gew orden over de route van de bus. Mevrouw Beens-Jansen (GroenLinks): Dat betreft de spitsbus en niet de reguliere buslijn. De voorzitter: Ik stel voor dat de gedeputeerde de gelegenheid krijgt, zijn beantw oording af te ronden en de discussie te beperken tot hoofdzaken. De heer De Boer (lid van gedeputeerde staten): Mevrouw Beens heeft gezegd dat de OV-taxi te duur is en de procedure te tijdrovend. Hij is niet te duur, maar w el duurder dan de bus. De procedure is niet tijdrovend, w ant je hoeft nergens te wachten. Je moet w el op tijd bellen. Dat het even duurt voordat de taxi komt, is inherent aan het systeem, maar dat heeft niets te maken met tijdrovendheid. De heer Beemsterboer heeft gezegd dat men in de regio het idee heeft dat alles gedicteerd is en het geen zin heeft, veranderingen naar voren te brengen. Ik heb in de besprekingen met gemeentebestuurders aangegeven dat w ij van mening zijn dat dit voorstel, w aarin onrendabele ritten en lijnen vervallen, goed mogelijk is. Voorkomen moet w orden dat in de discussie elke gemeente haar eigen buslijnen w eer probeert op te voeren. Er valt echter w el te praten over creatieve ideeën en andere routes. Een goed voorbeeld daarvan is het gesprek met de drie w ethouders. Zij hebben
78
creatieve ideeën ingebracht. De echte specialisten zitten in de regio. De leefbaarheid op het platteland is een landelijk aandachtspunt, onder andere via IBO. Een van de uitgangspunten van het Verdi-akkoord, gericht op decentralisatie, w as speciale aandacht voor het platteland. Dat is er nog niet van gekomen. Sterker nog, het probleem is toegenomen door het vervallen van de kruissubsidies. Landelijk w ordt daarvoor actie gevoerd. Wij volgen dat op de voet. De heer Beemsterboer (CDA): Zit het college er bovenop? De heer De Boer (lid van gedeputeerde staten): Wij zijn betrokken bij het proces. Mevrouw Berman pleit voor uitstel, onder andere omdat het financieel nog niet duidelijk is. Dat heeft te maken met de afkoopsom. Mevrouw Berm an (D66): U suggereert dat ook in de brief, maar besluit vervolgens niet tot uitstel. De heer De Boer (lid van gedeputeerde staten): In de afkoopsom van 12,9 mln. voor de periode tot 10 juni kan misschien op basis van een bezw aarschrif t nog verandering in komen, maar dat moet worden afgew acht. Daarop hebben w ij verder geen invloed. Bij uitstel ben je nog veel meer geld kw ijt. Met uitstel met een jaar is een bedrag van 20 tot 30 mln. gemoeid. Ik ontraad dat ten sterkste. Mevrouw Berm an (D66): Wij hebben andere argumenten aangevoerd voor uitstel. Ik ben benieuw d naar uw reactie op de berichtgeving van Connexxion over de inzet van kleine busjes in de landelijke gebieden. De heer De Boer (lid van gedeputeerde staten): Taxichauffeurs die in het openbaar vervoer met dit soort busjes rijden, krijgen een toeslag. De heer Graatsm a (SP): Dat zou w el moeten, maar het is de vraag of zij deze krijgen.
12 februari 2001
De heer De Boer (lid van gedeputeerde staten): Die krijgen zij, die toeslag is geregeld. De heer Graatsm a (SP): Als u daarmee suggereert dat er verder niets aan de hand is, zit u er ver naast. Het ergste in de taxiCAO zijn de w erktijden, de pensioenvoorziening, de V UT, de vakantieregeling enzovoorts. De heer De Boer (lid van gedeputeerde staten): Wij hadden het over het salaris. Voor het bespreken van het gehele arbeidsvoorw aardenpakket van taxi- en buschauffeurs zitten w ij hier in de verkeerde zaal. De heer Graatsm a (SP): De uitkomst is dat het 35% goedkoper is, maar dit w ordt bereikt over de ruggen van de werknemers. De taxi- CAO is een van de slechtste in Nederland. Mevrouw Berm an (D66): Daar hebben w ij toch goede vakbonden voor ! De heer De Boer (lid van gedeputeerde staten): In de krant heeft een stukje gestaan over het gebruik van kleinere bussen door Connexxion. Als door de inzet van kleinere bussen het systeem goedkoper w ordt, moet dat gebeuren. Het grote probleem is echter dat dit soms voor daluren geldt, maar niet tijdens de spits. Als grote bussen in de daluren niet gebruikt w orden, kost dat ook geld. Wij hebben geprobeerd, het basislijnennet zodanig in te r ichten dat er altijd meer dan zes mensen in de bus zitten. Zoveel kunnen er niet in een klein busje. Mevrouw Dekker heeft gevraagd om criteria voor de experimenten. Wij zullen een poging doen, criteria op papier te zetten en te bespreken in de commissie WVV. Een te strikte formulering is niet goed, w ant dat gaat ten koste van de flexibiliteit. Wij mogen ons echter niet alleen baseren op een aantal van gemiddeld tw aalf passagiers. Ik denk hierbij aan groei, ouderen enzovoorts. De heer Beemsterboer heeft gevraagd hoe het zit met de kortingskaart in relatie tot de OV-taxi. Wij gaan ervan uit dat iedereen een kortingskaart kan kopen.
79
Degenen die een jaarabonnement voor de trein of de bus hebben, kunnen ook een kortingskaart kopen, maar voor een lager bedrag. OV-jaarkaarthouders krijgen al korting. Studenten met een OV-jaarkaart kunnen een kortingskaart kopen. Mevrouw Dekker (VVD): Wanneer zijn de criteria beschikbaar? De heer De Boer (lid van gedeputeerde staten): Voordat het nieuw e systeem ingaat, dus voor 10 juni aanstaande, moeten zij in de commissie behandeld zijn. De heer Le Belle (D66): Ik kom nog even terug op de kleine busjes. Connexxion is daar zelf mee gekomen en w il dat systeem in het kader van de reorganisatie op poten zetten om de overcapaciteit te lijf gaan. Als het vervoer daardoor goedkoper w ordt, moet dat met beide handen aangepakt worden. De heer De Boer (lid van gedeputeerde staten): Wij hebben het met beide handen aangegrepen en contact gezocht met Connexxion. Men heeft toen gezegd, daarmee te beginnen in het kader van de reorganisatie. Zij gaan dit echter niet onderzoeken in Noord- Holland-noord, omdat dit geen zin heeft. De heer Le Belle (D66): Daar komt u nu opeens mee. De heer De Boer (lid van gedeputeerde staten): Dat is w el een leuke uits mijter. De heer De Jong (PvdA): Voorzitter! Voor de PvdA is altijd het uitgangspunt gew eest dat er regulier busvervoer moet zijn op drukke lijnen en drukke tijden. Aanvankelijk zat dit niet in het plan, maar dankzij de meer dan tw intig aanvullingen na stevige druk vanuit de commissie begint het er nu aardig op te lijken. Ik begrijp het betoog van de heer Bruystens niet helemaal, w ant er gebeurt nu precies waar hij om vraagt. Als het CDA en de PvdA niet zoveel druk hadden uitgeoefend, met name op het overleg met de gemeenten, zou het voorstel onvoldoende zijn aangepast. Er kan niet
12 februari 2001
genoeg benadrukt w orden dat de uitvoering van het gehele plan ook in de komende tijd afhankelijk is van een goed overleg met gemeenten. Dit geldt ook voor het invoeren van de flankerende maatregelen op korte ter mijn. Wat ons betreft, moet er een concreet plan zijn dat op 10 juni voor een deel al in uitvoering is. Die voorzieningen moeten zo snel mogelijk gerealiseerd w orden. Het nieuw e plan mag geen valse start maken. Voor ons is het gehele plan een experiment. Er w ordt nu afgesproken dat dit voor 1 jaar geldt. Als echter per 1 januari 2003 aanbesteed moet w orden, zal er het komend najaar daarover gesproken moeten w orden. Dan moeten de criteria bepaald w orden. Op dat moment moet het overleg met de gemeenten, de belangengroepen en de scholen al substantieel resultaat hebben opgeleverd. In het najaar moeten er dus reeds afspraken gemaakt w orden. Daarna houdt het natuur lijk niet op, w ant het blijft een structureel overleg per regio. Experimenten hoeven niet door keiharde criteria onderbouw d te worden. Uit experimenten kun je leren op w elke wijze toekomstvast openbaar vervoer bereikt kan w orden. In veel gevallen is daar langer dan een jaar voor nodig. Bij de volgende dienstregeling komen w ij hier ongetw ijfeld w eer over te praten. Er is een duidelijke monitoring nodig en er moeten afspraken gemaakt w orden over tussentijdse aanpassingen. Het is voor ons niet zo'n punt dat de gedeputeerde nog niet precies alle kosten kan ramen. Er mag echter geen sprake zijn van gelegenheidsfinanciering. Voor ons is het openbaar vervoer een structurele taak, w aarmee de provincie kan bew ijzen dat zij ondanks financiële druk in staat is om het openbaar vervoer overeind te houden. Per saldo geeft de provincie meer aan het openbaar vervoer uit - per jaar 1 mln. extra voor de bus en 1 mln. voor de openbaarvervoertaxi - dan op basis van de rijksbijdrage nodig is. Dit is het bew ijs dat Noord-Holland een investerende provincie is, ook in het openbaar vervoer. Wij hebben niet tot aanbesteding opgeroepen vanw ege het aanbesteden, maar om niet over een of tw ee jaar voor
80
verrassingen geplaatst te w orden en omdat w ij de huidige exploitant, Connexxion, nog niet hebben zien uitblinken in een goed plan op grond van marketing en klantgericht denken. Het vervoerbedrijf zelf heeft geen tussentijdse voorstellen ter verbetering van het plan gedaan. Dat geeft te denken. Als het zo moet, kun je net zo goed tot aanbesteding overgaan. Het argument van de parallelliteit snijdt geen hout. Het spoorvervoer in Noord- Holland mag zich gelukkig in een grote belangstelling verheugen. De PvdA heeft in haar nota dan ook gepleit voor een behoorlijke intensivering van de treindiensten. GS zijn dat met ons eens. Het college doet dan ook mee aan Regionet. Onlangs w erd in een presentatie gesteld dat binnen een paar jaar de frequentie van de treindienst HoornAmsterdam verhoogd moet w orden in de vorm van extra sneltreinen. Tot dat moment kan de spitslijn gehandhaafd worden. In goed overleg met de gemeente moet een oplossing voor dit probleem gevonden w orden, w ant zo ingew ikkeld is het niet. Voorzitter! Uit het lijnenkaartje blijkt dat er in bijna alle kernen op drukke tijden regulier busvervoer is. Met name in de daluren hebben w ij veel aanvullingen kunnen realiseren. Met de toezeggingen over het overleg met gemeenten inzake een echt toekomstvast openbaar vervoer, kunnen w ij de voordracht steunen. Mevrouw Beens-Jansen (GroenLinks): Voorzitter! De PvdA acht het gehele plan experimenteel, maar vervolgens blijkt het toch structureel te zijn. Dit lijkt mij niet te rijmen. De heer De Jong (PvdA): Het is ook een kw estie van goed luisteren. Het openbaar vervoer is voor ons een structurele taak van de provincie en w ij zijn voorstander van een goede structurele oplossing van de problemen. Dit is een eerste zet. Over een of tw ee jaar kunnen er nog veranderingen in aangebracht w orden. In die zin is het plan een experiment. Het doel is uiteindelijk een structureel goed openbaar vervoer.
12 februari 2001
Mevrouw Beens-Jansen (GroenLinks): Volgens ons leidt dit plan niet tot een goed structureel openbaar vervoer. Op dat punt verschillen w ij van mening. Wij hebben weinig vertrouw en in de marketingvaardigheden en promotieactiviteiten van Connexxion. Wij hebben ook w einig vertrouw en in de regering en in het college van GS die alleen met de mond belijden dat het openbaar vervoer belangrijk is. In het verkeer- en vervoersplan Van A naar B voor 2001 tot 2020 staat: "het openbaar vervoer zal de bereikbaarheid en de vitaliteit van stedelijke gebieden verbeteren en blijft, w aar nodig, een sociale functie vervullen". Vergeet het maar ! De heer Beemsterboer (CDA): Voorzitter! In eerste ter mijn heb ik ons volledige verlanglijstje gegeven. Wij hebben vertrouwen in de gedeputeerde. Wij hopen dat hij voortgang zal boeken in de gesprekken met de gemeenten. Hij heeft gezegd dat de onderhandelingen met de gemeenten in West-Fiesland hoopgevend zijn. De desbetreffende gesprekken vonden plaats vlak nadat hij in de commissie te horen had gekregen dat hij beter zijn best moest doen. Hij heeft nu een goede aanzet gegeven, maar w ij zullen hem kritisch volgen.. De heer Graatsm a (SP): Betekent dit dat het CDA akkoord gaat zonder dat het wenslijstje vervuld is? Wilt u alleen op basis van goed vertrouwen verder? Is controle niet beter? De heer Beemsterboer (CDA): Mijnheer Graatsma, ik kan mij niet voorstellen dat de begrippen "controle" en "vertrouw en" voor u en mij dezelfde inhoud hebben. Mevrouw Berm an (D66): Voorzitter! Het is jammer dat ons pleidooi voor uitstel geen gehoor vindt bij de gedeputeerde. Een groter draagvlak is altijd meegenomen. De gedeputeerde heeft aangegeven w at de betekenis van goed overleg met de regio is. Ter plaatse w eet men het beste w at er nodig is. Dat had hij eerder moeten bedenken. Als hij met die houding aan het
81
proces was begonnen, w at het draagvlak zeker groter gew eest dan nu. De inzet van kleine busjes door Connexxion is niet onze w ens. Dit betreft een reorganisatieplan van de uitvoerder. Volgens onze informatie is Noord- Holland in dit verband w el degelijk in beeld, misschien niet nu maar dan toch zeker later. Het is de opmaat naar de aanbesteding. Een besparing van 35% op die lijnen levert natuurlijk een substantieel bedrag op. Er is ons veel aan gelegen als de provincie op een eerder moment het geld onder goede kw aliteitsvoorw aarden kan inzetten. Wij zien dan ook graag dat de gedeputeerde op dit punt actie onderneemt. De heer De Boer (lid van gedeputeerde staten): Bent u nu ineens niet meer voor uitstel? Moeten w ij volgens u het geld dat wij daarmee uitsparen, inzetten voor verbeteringen? Mevrouw Berm an (D66): Ik heb niet alleen een financiële reden om voor uitstel te pleiten. Ik ben bereid de extra kosten daarvan te accepteren in de verw achting, een beter plan op tafel te kunnen leggen, ook in het kader van de aanbesteding. Lijn 234 krijgt veel aandacht omdat zij de uitzondering vormt op de regel van het schrappen van onbezette lijnen, w ant deze lijn is redelijk goed bezet. De gedeputeerde w il geen parallelle lijnen. Ik vind echter dat w ij ook moeten voorkomen dat passagiers vaker moeten overstappen, dat zij een langere reistijd hebben en dat zij duurder uit zijn. Deze kw aliteitsaspecten zijn van groot belang voor het daadw erkelijk gebruik van het openbaar vervoer. De heer Bruystens (AOV/OU55+): Voorzitter! Ik heb goed naar het betoog van de heer De Jong geluisterd. Ik vraag mij af w at hij nog van het overleg met gemeenten verw acht. Wij hebben tientallen brieven van gemeenten gehad, die er bepaald niet om logen. Gezien de ervaringen uit het verleden zie ik deze voordracht slechts als een tussenstap. Ik ben bang dat w ij in de toekomst met de verdere afbouw van het openbaar vervoer geconfronteerd worden.
12 februari 2001
De heer Graatsm a (SP): Voorzitter! Het verhaal van de heer De Boer gaat een beetje langs mij heen. Hij maakt een politieke keuze. Het is maar net hoeveel geld je voor het openbaar vervoer over hebt: w il je het of w il je het niet. De gedeputeerde w il het niet en verzint allerlei argumenten, zoals aantallen passagiers en kostendekkingsgraad. Over een paar jaar zullen de rekenmethodes w el w eer veranderen, zoals zij de afgelopen tijd iedere vijf jaar veranderd zijn. Dan beginnen w ij w eer opnieuw en ondertussen kw ijnt het openbaar vervoer weg. Verzet loont. De schaamteloosheid waarmee de heren De Jong en Beemsterboer de resultaten van dit verzet aan hun partijen toeschrijven, verbaast mij. Het enige dat geleid heeft tot een paar schamele veranderingen is het massale aanhoudende verzet uit Noord- Holland. Daar kon niemand omheen. De heer De Jong (PvdA): In de eerste commissievergadering, nog voordat er überhaupt een plan in de inspraak is gebracht, heb ik al een reeks voorstellen gedaan om het plan aan te vullen. De gedeputeerde heeft toen gezegd dat hij die w elw illend zou meenemen in de inspraak. Wij hebben dit bepaald niet klakkeloos aangenomen. Ik w il w el eens weten hoe u bij uw verhaal over bezuinigingen komt. Om het huidige lijnennet in stand te houden, komen w ij miljoenen te kort. Dan is er nog geen cent bezuinigd. Op voorstel van PvdA en CDA wordt nu 3 mln. extra voor de bus uitgetrokken en 2 mln. voor de OV-taxi. Legt u maar eens uit dat w ij bezuinigen! De heer Graatsm a (SP): Ik ben er niet van onder de indruk. De heer De Jong (PvdA): Dan kunt u er beter over ophouden. Als u er toch niet van onder de indruk bent, hoeft u niet elke keer vragen aan mij te stellen. De heer Graatsm a (SP): Ik ben niet onder de indruk van die paar maffe verbeteringetjes. Die zijn niet doorgevoerd omdat u de stukken zo goed hebt gelezen,
82
maar omdat betrokkenen in Noord- Holland consequent en keihard verzet hebben gepleegd. Zoveel reacties heb ik nog nooit bij elkaar gezien.
b.
Brief van het Bew onerscomité Polder Best te Stompetoren van 15 januari 2001 inzake de asbestaffaire Pilkes.
De heer Beemsterboer (CDA): Wat is uw positieve bijdrage aan het verbeteren van het geheel gew eest? Volgens mij niets.
c.
Afschrift brief van de Werkgroep commerciële jachthavens Zuidelijke Randmeren van 16 januari 2001 aan de gemeenteraad van Huizen, inzake de reconstructie van de Huizer haven.
De heer Graatsm a (SP): Wij w illen het huidige uitgeklede lijnennet gebruiken als basis voor verbeteringen. Dit dient te gebeuren in overleg met gemeenten, met scholen en passagiers. De heer Beemsterboer (CDA): Denkt u nu echt dat w ij daar niet naar geluisterd hebben? Doordat w ij ernaar geluisterd hebben, zijn er veranderingen gekomen! De heer Graatsm a (SP): U vroeg w elke verbeteringen ik heb voorgesteld en dat gaf ik aan. Daar bent u het niet mee eens want die passen niet in uw politieke kraam. De heer Bezemer (RPF/GPV/SGP): Voorzitter! Ik beveel mijn amendement met w armte in de aandacht van de collegepartijen aan. Het is een verstandig voorstel. Mevrouw Dekker (VVD): Voorzitter! Het standpunt van de VVD is bekend. Wij hebben zoveel vertrouw en in het systeem dat ik de gedeputeerde graag begeleid op zijn tocht richting Nieuw e Niedorp. De heer De Boer (lid van gedeputeerde staten): Voorzitter! Er zijn mij in tw eede termijn eigenlijk geen vragen meer gesteld. De voorzitter: De stemmingen vinden plaats aan het eind van de vergadering. 17.
Aan de orde zijn de ingekomen stukken.
a.
Brief van de Actiegroep Leefbaar Heerhugow aard van 29 november 2000 inzake het bestemmingsplan Buitengebied Alton III van de gemeente Heerhugow aard.
12 februari 2001
De heer Le Belle (D66): Kunnen de brieven genoemd onder a en b voorzien van een conceptantw oord van GS in de desbetreffende commissie w orden behandeld? De voorzitter: Brief a is akkoord. Bij het tw eede verzoek maak ik het voorbehoud van instemming van de gedeputeerde. De heer Kruijmer (RPF/GPV/SGP): Ik zie graag dat de brief genoemd onder c in een commissie w ordt behandeld, al w eet ik niet precies w elke. FSB, WVV en ELE komen hiervoor in aanmerking. De voorzitter: Onder voorbehoud van instemming van de desbetreffende gedeputeerde is dat akkoord. Mij dunkt dat dit onderw erp in de commissie ELE thuishoort. De vergadering w ordt van 21.45 uur tot 21.55 uur geschorst. Besluitvorm ing Toekomstvast openbaar vervoer in Noord-Hollandnoord. De voorzitter: Ik geef het w oord aan gedeputeerde De Boer voor het oordeel over de moties en amendementen. De heer De Boer (lid van gedeputeerde staten): Voorzitter! Men zal begrepen hebben dat w ij niet voor motie 8-1 zijn, want daarin w ordt om uitstel gevraagd. Hetzelfde oordeel geldt voor moties 8-2 en 8-3, w aarin in feite ook om uitstel w ordt gevraagd. Ten aanzien van amendement 8-1 merk ik op dat er inderdaad veel klachten over de telefonische bereikbaarheid zijn. Ik
83
ben bereid nogmaals te onderzoeken of er vanw ege lange w achttijden aanvaardbare tarieven in rekening w orden gebracht. Een tarief van 44 cent per minuut lijkt mij niet onoverkomelijk. In de commissie zal ik hierop terugkomen. Ik verzoek de indieners dan ook dit amendement in te trekken. Het college is tegen amendement 8-2. Er w ordt alleen maar verw arring door geschapen. Het verschil tussen "van deur tot deur" of "van deur tot halte" is mij ook niet helemaal duidelijk. Wij zijn tegen amendement 8-3. Wij hebben een koppeling gemaakt met de GDU. Gemeenten moet ook 50% van de kosten van bijvoorbeeld de aanleg van een rotonde betalen. Nu gaat het er niet direct om, een percentage te noemen, maar het lijkt mij redelijk dat een gemeente substantieel aangeeft prijs te stellen op de lijnen die in de pakketten worden genoemd. De voorzitter: Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen over amendement 8-1. Mevrouw Beens-Jansen (GroenLinks): Voorzitter! Wij handhaven ons amendement. Mevrouw Dekker (VVD): Voorzitter! De VVD stemt tegen dit amendement. Zij is tevreden met de handreiking van de gedeputeerde om te onderzoeken of er winst te halen is met het terugdringen van de w achttijden. De heer De Jong (PvdA): Voorzitter! Wij houden de gedeputeerde graag aan zijn toezegging om de w achttijden en de totale kosten te onderzoeken. Wij bespreken het resultaat hiervan binnenkort in de commissie. Wij hebben dan ook geen behoefte aan het amendement. De heer Schipper (CDA): Voorzitter! Ik sluit mij bij de vorige spreker aan. In stemming komt amendement 8-1. De voorzitter: Ik constateer, dat de aanw ezige leden van de fracties van D66, Ned. Mob., RPF/GPV/SGP, AOV/OU55+,
12 februari 2001
Groenlinks en de SP voor dit amendement hebben gestemd en die van de fracties van de PvdA, het CDA, de VVD en de heer Kruijmer ertegen, zodat het is verworpen. In stemming komt amendement 8-2. De voorzitter: Ik constateer, dat de aanw ezige leden van de fracties van D66, Ned. Mob., RPF/GPV/SGP, AOV/OU55+, Groenlinks en de SP voor dit amendement hebben gestemd en die van de fracties van de PvdA, het CDA, de VVD en de heer Kruijmer ertegen, zodat het is verworpen. Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen over amendement 8-3. De heer De Jong (PvdA): Voorzitter! De gedeputeerde heeft gezegd dat gemeenten substantieel bij moeten dragen. Ik neem aan dat in de onderhandelingen dat het uitgangspunt zal zijn en niet een vast percentage. Daarop gelet, hebben w ij geen behoefte aan dit amendement. In stemming komt amendement 8-3. De voorzitter: Ik constateer, dat de aanw ezige leden van de fracties van de heer Kruijmer, Ned. Mob., RPF/GPV/SGP, AOV/OU55+, Groenlinks en de SP voor dit amendement hebben gestemd en die van de fracties van D66, de PvdA, het CDA en de VVD ertegen, zodat het is verworpen. In stemming komt motie 8-1. De voorzitter: Ik constateer, dat de aanw ezige leden van de fracties van D66, Ned. Mob., RPF/GPV/SGP, AOV/OU55+, Groenlinks en de SP voor deze motie hebben gestemd en die van de fracties van de PvdA, het CDA, de VVD en de heer Kruijmer ertegen, zodat zij is verworpen. Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen over motie 8-2. De heer Graatsm a (SP): Voorzitter! Wij kunnen niet voor een motie stemmen
84
waarin feitelijk w ordt gevraagd, een slechtere CAO toe te passen. In stemming komt motie 8-2. De voorzitter: Ik constateer, dat de aanw ezige leden van de fracties van D66, Ned. Mob., AOV/OU55+ en Groenlinks voor deze motie hebben gestemd en die van de fracties van de PvdA, het CDA, de SP, de VVD, RPF/GPV/SGP en de heer Kruijmer ertegen, zodat zij is verw orpen. Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen over motie 8-3. In stemming komt motie 8-3. De heer Graatsm a (SP): Voorzitter! In deze motie w ordt in feite hetzelfde voorstel gedaan als de gedeputeerde doet. Daar zijn w ij niet voor. De voorzitter: Ik constateer, dat de aanw ezige leden van de fracties van D66, Ned. Mob., RPF/GPV/SGP, AOV/OU55+ en Groenlinks voor deze motie hebben gestemd en die van de fracties van de PvdA, de SP, het CDA, de VVD en de heer Kruijmer ertegen, zodat zij is verworpen. Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen over de voordracht. Mevrouw Berm an: Voorzitter! D66 zal tegen het besluit stemmen. In stemming komt het voorstel. De voorzitter: Ik constateer, dat de aanw ezige leden van de fracties van de VVD, de heer Kruijmer, RPF/GPV/SGP, het CDA en de PvdA voor het voorstel hebben gestemd en die van D66, Groenlinks, de SP, AOV/OU55+ en Ned. Mob. ertegen, zodat het is aangenomen. Besluitvorm ing interpellatie GroenLinks. De voorzitter: Er is een motie van afkeuring ingediend. Het college stelt voor, deze motie af te w ijzen omdat het noch de
12 februari 2001
overwegingen noch het dictum inhoudelijk en procedureel juist acht. Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen over motie 1. De heer De Jong (PvdA): Voorzitter! De PvdA is het niet eens met het dictum van de motie. Ik heb al aangegeven dat ik w el de overw eging kan steunen dat de gedeputeerde met te grote stelligheid heeft gesuggereerd dat er al geld beschikbaar is, terw ijl daarvoor nog een afweging in bredere context in de staten nodig is. Mevrouw Berm an (D66): Voorzitter! Mijn fractie is blij dat tijdens de interpellatie aan de orde is gekomen dat de gedeputeerde De Boer voorbarig is gew eest. Dat is voor ons voldoende. Wij stemmen tegen de motie. De heer Mooij (VVD): Voorzitter! Wij steunen de motie niet. Gedeputeerden mogen best aangeven w elk beleid zij willen voeren. In stemming komt motie 1. De voorzitter: Ik constateer, dat de aanw ezige leden van de fracties van Groenlinks en de SP voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen. Besluitvorm ing initiatiefvoorstel Socialistische Partij. De voorzitter: Voor de reactie van het college op motie 6-1 geef ik het w oord aan gedeputeerde Neef. De heer Neef (lid van gedeputeerde staten): Voorzitter! Het college heeft geen bezw aar tegen aanvaarding van deze motie. Wij gaan door met hetgeen w ij al doen, namelijk behandeling van het armoedebeleid in de commissie ZWC. De voorzitter: Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen over motie 6-1.
85
Mevrouw Boelhouwer (SP): Voorzitter! Wij zijn tegen deze motie. Hier mee w ordt het ongetw ijfeld 2004 voordat er w at gebeurt en dan haalt mijnheer Koetsier zijn tienjarig jubileum w el, met of zonder God Almachtig. Wij w erken daar niet aan mee. De voorzitter: Ik stel vast dat de staten het overnemen van deze motie door GS aanvaarden. De fractie van de SP w ordt aantekening verleend dat zij geacht w enst te w orden, tegen de motie te hebben gestemd. Besluitvorm ing Cultuurnota 2001-2004. De voorzitter: Voor het oordeel van GS over de moties en amendementen geef ik het w oord aan gedeputeerde Neef. De heer Neef (lid van gedeputeerde staten): Voorzitter! Het college is van mening dat amendement 3-1 geen steun behoeft. De motivering daarvan is in eerste en tw eede termijn gegeven. Het college acht amendement 3-2 overbodig. Deze instelling heeft al via de Raad voor cultuur een subsidie van ƒ260.000,-- toegezegd gekregen. Bovendien is het amendement in strijd met ons streven, de volgorde in de prioriteitsstelling te handhaven. De heer Poelm ann (D66): Overbodig betekent in ons jargon toch dat u dezelfde mening bent toegedaan? De heer Neef (lid van gedeputeerde staten): In dit geval zeker niet! Het advies van het college luidt: tegen amendement 3-2. Van motie 3-1 hebben w ij het gevoel dat zij overbodig is, gelet op hetgeen in eerste en tw eede termijn is gezegd. De discussie over de uiteindelijke hoogte van het bedrag dat voor de kunstuitleen zal resteren, w ordt al gevoerd. Ik heb met mijn collega van Ruimtelijke Ordening overlegd en w ij zijn in die zin laaiend enthousiast over motie 32 dat al aan het gevraagde w ordt voldaan. Ik noem de Belvedere-discussie over de
12 februari 2001
Stelling van Amsterdam in het kader van het streekplan Noord- Holland-zuid. Mochten er uit dat debat nog aanvullende onderw erpen naar voren komen, dan kan dat nuttig zijn. Een debat op zichzelf is echter geen bouw steen voor een streekplan. Motie 3-3 betreft de provinciale kanjers. Het college verzoekt de indieners, deze motie aan te houden. De financiële consequentie van de motie, te w eten 1 mln., kan dan betrokken w orden bij de afweging in het kader van het voorjaarsbericht. Het college is tegen motie 3-4. De heer Poulie (GroenLinks): Voorzitter! Wij trekken motie 3-1 in. Er is nu een basisbedrag van ƒ800.000,--, w ant er worden in de cultuurnota geen bedragen meer genoemd voor de jaren 2003 en 2004. Mocht de uitkomst van het onderzoek door Berenschot negatief zijn, zal gedeputeerde Neef een voorstel moeten doen. Hij w eet nu dat de staten in meerderheid hun voorkeur hebben uitgesproken voor een bodembedrag van f.600.000,--. De voorzitter: Aangezien motie 3-1 is ingetrokken, maakt zij geen onderw erp van besluitvorming meer uit. De heer Bruijn (PvdA): Voorzitter! Het is goed, een onderscheid te maken tussen de procedurele en de inhoudelijke kant van motie 3-3. Wij hebben geprobeerd een oplossing te vinden door het college te verzoeken een en ander via de voorjaarsnota te regelen, maar dat is niet gelukt. De motie w ordt breed gesteund. Dit kan betekenis hebben bij het debat over de voorjaarsnota. Gelet op de reactie van de gedeputeerde houden w ij motie 3-3 aan. De voorzitter: Aangezien motie 3-3 is aangehouden, maakt zij geen onderdeel van besluitvorming meer uit. In stemming komt amendement 3-1. De voorzitter: Ik constateer, dat de aanw ezige leden van de fracties van D66, GroenLinks, de SP en de heer Kruijmer
86
voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fractie ertegen, zodat het is verworpen. Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen over amendement 3-2. De heer Graatsm a (SP): Voorzitter! Ik begrijp dat Xynix nu van D66 is. Deze instelling is een beetje gejat uit de lange rij mogelijkheden. Het is zeer selectief, maar onder het motto 'beter iets dan niets" stemmen w ij voor de motie. In stemming komt amendement 3-2. De voorzitter: Ik constateer, dat de aanw ezige leden van de fractie van D66, GroenLinks en de SP voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen. In stemming komt motie 3-2. De voorzitter: Ik constateer, dat de aanw ezige leden van de fracties van D66, GroenLinks en de SP voor deze motie hebben gestemd en die van het CDA, de PvdA, RPF/GPV/SGP, AOV/OU55+, de VVD, de heer Kruijmer en Ned. Mob. ertegen, zodat zij is verw orpen. In stemming komt motie 3-4. De voorzitter: Ik constateer, dat de aanw ezige leden van de fractie van de SP voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen. In stemming komt het voorstel. De voorzitter: Ik constateer, dat de aanw ezige leden van de fractie van de SP tegen het voorstel heeft gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is aangenomen. Besluitvorm ing vaststelling negen deelverordeningen, intrekking twee deelverordeningen en w ijziging van de provinciale m onumentenverordening 1996, alles behorend bij de Cultuurnota 2001-2005.
12 februari 2001
De voorzitter: Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen. De heer Graatsm a (SP): Wij vinden de cultuurnota onvoldoende en aangezien dit voorstel daarmee samenhangt, zijn w ij daartegen. In stemming komt het voorstel. De voorzitter: Ik constateer, dat de aanw ezige leden van de fractie van de SP tegen het voorstel hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is aangenomen. Besluitvorm ing provinciaal energie/CO2-beleid 2000-2005. De voorzitter: Voor de reactie van het college op de moties geef ik het w oord aan gedeputeerde Wildekamp. Mevrouw Wildekam p (lid van gedeputeerde staten): Voorzitter! Het college acht het gevraagde in motie 1-1 niet realistisch. Het college verzoekt de indieners motie 1-2 in te trekken. Ik zeg toe de voor- en nadelen op een rijtje te zetten en in de commissie hierop terug te komen. Het gaat te ver om deze motie zonder meer aan te nemen. Ik heb al gezegd dat een programma voor zonne-energie op alle Noord- Hollandse scholen indruist tegen de systematiek van de energienota. Wij bieden de gemeenten de mogelijkheid om met onze hulp eventueel scholen te kiezen. Wij zijn dan ook tegen motie 55-2. In reactie op motie 55-3 kan ik melden dat er al een Noord-Hollands platform voor duurzame energie is. Hierin hebben marktpartijen zich verenigd. Het college heeft er geen behoefte aan, zich daarbij te voegen. Het is juist verstandig om enige afstand te houden in verband met het beoordelen van subsidie- of investeringsaanvragen. De voorzitter: Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen over motie 1-1.
87
De heer Zoon (VVD): Voorzitter! Mijn fractie stemt tegen deze motie, overigens ook tegen de andere moties bij dit agendapunt. Wij zijn het eens met de opvattingen van de gedeputeerde. De heer Van Ruller (CDA): Het CDA onderschrijft de woorden van de heer Zoon. De heer Visser (PvdA): De motie komt sympathiek op ons over. Ik heb al gezegd dat w ij de nor m van 2,5% in 2005 als een minimum beschouw en. Het is onverstandig om een onrealistisch doel te formuleren en daarom stemmen w ij tegen de motie. In stemming komt motie 1-1. De voorzitter: Ik constateer, dat de aanw ezige leden van de fracties van D66, de heer Kruijmer, de SP en GroenLinks voor deze motie hebben gestemd en die van de fracties van de PvdA, het CDA, RPF/GPV/SGP, AOV/OU55+, de VVD en Ned. Mob. ertegen, zodat zij is verworpen. De heer Le Belle (D66): Voorzitter! Wij houden motie 1-2 aan tot aan de begrotingsbehandeling. De voorzitter: Aangezien motie 1-2 is aangehouden, maakt zij geen onderw erp van besluitvorming meer uit. In stemming komt motie 55-2. De voorzitter: Ik constateer, dat de aanw ezige leden van de fracties van D66 en de SP voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verw orpen. In stemming komt motie 55-3. De voorzitter: Ik constateer, dat de aanw ezige leden van de fracties van D66 en de SP voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verw orpen. In stemming komt het voorstel.
12 februari 2001
De voorzitter: Ik constateer, dat de aanw ezige leden van de fracties van de PvdA, het CDA, de SP, de heer Kruijmer, RPF/GPV/SGP, de VVD en D66 voor het voorstel hebben gestemd en die van de fracties van AOV/OU55+ en Ned. Mob. ertegen, zodat het is aangenomen. Besluitvorm ing provinciale m ilieuverordening 4de tranche. De voorzitter: Voor het oordeel van GS over de moties geef ik het w oord aan collega Wildekamp. Mevrouw Wildekam p (lid van gedeputeerde staten): Voorzitter! Het college stelt voor, beide moties af te wijzen. Er is een onderzoek naar de mogelijkheid van een MER toegezegd. De PMV zal, zo nodig, direct daarna w orden aangepast. Op dit moment is het onmogelijk om daar een uitspraak over te doen. Het college is dus tegen de motie van GroenLinks en zeker tegen die van D66 w aarin staat dat de gehele verordening moet w orden aangehouden. De heer Poelm ann (D66): Voorzitter! Van gedeputeerde Wildekamp begrijp ik dat motie 5-2 verder gaat dan motie 5-1. Wilt u die eerst in stemming brengen? De voorzitter: Dat is geen probleem. Mevrouw Trautwein-de Wit (GroenLinks): Voorzitter! Wij handhaven onze motie. Wij hebben hier lang in de fractie over gesproken. Wij zijn echter tot de conclusie gekomen dat de motie een belangrijke signaalfunctie heeft. In stemming komt motie 5-2. De voorzitter: Ik constateer, dat de aanw ezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, behoudens mevrouw Beens-Jansen, D66, AOV/OU55+ en Ned. Mob. voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen. In stemming komt motie 5-1.
88
De voorzitter: Ik constateer, dat de aanw ezige leden van de fracties van GroenLinks, D66, de SP, AOV/OU55+ en Ned. Mob. voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verw orpen. Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen over het voorstel. De heer Poelm ann (D66): Voorzitter! Wij besluiten deze toch w el sterk oppositionele dag met de mededeling dat wij tegen de verordening zullen stemmen. De bescherming van de zoetw aterbel is nu niet goed geregeld. Overigens houden w ij de gedeputeerde aan haar toezeggingen. Mevrouw Trautwein-de Wit (GroenLinks): Voorzitter! Wij stemmen ook tegen de voordracht, ongeveer om dezelfde redenen als D66. Wij zijn van mening dat het niet verstandig is dit element ineens uit de verordening te halen. De heer Graatsm a (SP): Ik sluit mij hierbij aan. De heer Bruystens (AOV/OU55+): Dat geldt ook voor onze fractie. In stemming komt het voorstel. De voorzitter: Ik constateer, dat de aanw ezige leden van de fracties van de PvdA, het CDA, de heer Kruijmer, RPF/GPV/SGP en de VVD voor het voorstel hebben gestemd en die van de fracties van GroenLinks, D66, de SP, AOV/OU55+ en Ned. Mob. ertegen, zodat het is aangenomen. Sluiting 22.30 uur.
12 februari 2001
89
Titel:PS-notulen d.d. 12-02-2001 Datum:12-02-2001
12 februari 2001
90