“GEDREVEN OM TOEGANKELIJKHEID OOK ÉCHT TOEGANKELIJK TE LATEN ZIJN” Interview met Job Haug
Toegankelijkheidsprijs Utrecht Hoe kom ik terug op de arbeidsmarkt? Op de fiets voor het goede doel Jaargang 9, nummer 2, september 2015 1
Inhoud Toegankelijkheidsprijs Utrecht: verleiden in plaats van dwingen
6
Interview met de wethouder
Interview met Job Haug Toegankelijkheid
Op de fiets voor het goede doel
20
door Azië
Boogh magazine Boogh, Hendriklaan 7 3481 VR Harmelen 085 40 14 795 Jaargang 9, nummer 2, september 2015 Hoofdredactie: Loes Spierts Redactie: Pieter Houtman, Liesbeth Emming, Felice Ghering, Jep Stokla Anuschka Kruidhof, Loes Spierts (op de foto’s van links naar rechts) Vormgeving: Anuschka Kruidhof Fotografie: Redactie Kopij volgend nummer: inleveren voor 26 oktober 2015
16
Hetty van Oldeniel Toegankelijkheid
4
Column: De Regenboog door Pieter Houtman
8
Stelling door locatie Leidsche Rijn
9
Do’ & Don’ts Toegankelijkheid in de praktijk
10
Prikkels Laat je prikkelen...
14
Boogh Culemborg heeft haar deuren geopend ...in een historisch pand
18
Be d Bloemetje van VECOZO voor Boogh
Op de cover: Job Haug Adverteren? Stuur dan een mail naar
[email protected] voor meer informatie.
2
Werknemers met een beperking
Column: Prikkels in het openbaar door Felice 23 Ghering
Boogh magazine is ook digitaal beschikbaar op www.boogh.nl.
Lezers die niet langer prijs stellen op toezending van Boogh magazine of juist meer exemplaren willen ontvangen, kunnen contact opnemen met
[email protected].
12
Hoe kom ik terug op de arbeidsmarkt?
Heeft u nieuws? Laat het weten aan
[email protected]
ank
t!
VECOZO is in 2002 door een aantal zorgverzekeraars opgericht met als doel veilige, snelle en uniforme communicatie in de zorg mogelijk te maken. Vanaf 1 juli 2015 zijn er aanpassingen beschikbaar om digitale berichten zoals indicaties, beschikkingen en declaraties op een meer uniforme wijze en nog veiliger te versturen. De zorginstellingen dienen de overgang naar het nieuwe format te laten plaatsvinden voor 31 december 2015. Omdat Stichting Boogh op 1 juli de eerste zorginstelling was die dit format - met dank aan de softwareleverancier TTS - is gaan hanteren, heeft Boogh op donderdag 30 juli een bloemetje ontvangen van VECOZO.
3
belangrijk dat mensen regie houden over hun eigen leven en zolang als mogelijk autonoom blijven. Voor de overheid is het een nieuw begrip, met als gevolg dat de tijd van de zorgzame staat voorbij is; get used to it! Vandaag de dag verwacht de overheid dat burgers zelf initiatieven nemen. Voor cliënten betekent deze omwenteling afstand doen van rechten en zekerheden. In deze fundamentele verandering van het spel, de spelers en de spelregels hoor ik alleen weinig over kwetsbaarheid van mensen en hoe we daar blijvend aandacht aan geven. Het vraagt gezamenlijke verantwoordelijkheid en een goed samenspel tussen cliënt, mantelzorger, gemeente en zorgaanbieder.
Toegankelijkheid Toegankelijkheid is het thema van dit nummer. Een tot de verbeelding sprekend thema. In dit artikel pas ik het thema toegankelijkheid toe in het kader van bereikbaarheid, beschikbaarheid en betaalbaarheid van zorg voor burgers met een beperking. Ik put hierin bovenal uit de dagelijkse praktijk; zaken waar cliënten zoal tegenaan lopen.
Invoering WMO
In december 2014 - toen ik op alle Boogh locaties cliënten en mantelzorgers informeerde over de invoering van de WMO - merkte ik dat wij allen onvoldoende voorbereid waren op de snelle omwenteling die ging komen. De snelle omwenteling hangt samen met het gegeven dat we leven in een tijd waarin het besef doordringt dat ‘het hebben van dingen’ niet zaligmakend is. Bezit maakt plaats voor toegang. Eigendom voor netwerk. Alleen voor samen. Toegang wordt belangrijker dan kunnen kopen. Delen wordt een economische en sociale opgave. Het is een slim principe wanneer je met elkaar zorg wilt kopen. Ofwel, benutten in plaats van bezitten.
Participeren is voor Boogh heel gewoon
Voor Boogh is het ‘moderne’ begrip participeren niets nieuws onder de zon. Al 38 jaar vinden wij het enorm 4
In 2009 is de fiscale aftrek van bijzondere zorgkosten beperkt. De Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg) en de landelijke inkomensregeling Compensatie Eigen Risico (CER) zijn in dat jaar ingevoerd met als doel chronisch zieken en gehandicapten hiervoor te compenseren. Verondersteld werd dat deze groepen hoge zorgkosten maken. Een chronische ziekte is een ziekte die lang aanhoudt of blijvend is. Voorbeelden zijn: diabetes, reuma, neurologische aandoeningen, niet aangeboren Hersenletsel, psychische aandoeningen e.d. Anders dan bij een handicap, hoeft een chronische ziekte niet per se te leiden tot een zichtbare fysieke afwijking of beperkingen in het functioneren. Afhankelijk van de definitie worden bepaalde handicaps ook als chronische ziekte gezien. Per 1-1-2014 is de CER afgeschaft en is Wtcg komen te vervallen voor AWBZ cliënten. Per 1-1-2015 vervallen ook de vergoedingen en kortingen ook voor Wmo cliënten. Daarmee wordt ook de Wtcg afgeschaft. Reden van de afschaffing is dat de CER en vooral de Wtcg te ‘ongericht’ zijn. Tegemoetkomingen zouden te vaak terechtkomen bij mensen die het geld niet nodig hebben. Vanuit de aanname dat gemeenten dichterbij de mensen staan en dus beter in staat zijn tot identificatie van de doelgroep, werd besloten de gemeenten verantwoordelijk te maken voor een compensatieregeling die in de plaats komt van Wtcg en CER.
Brief van het CAK
Ter illustratie wil ik het volgende voorbeeld noemen. Ten tijde van mijn ronde op alle Boogh locaties in december 2014, ontvingen cliënten ook de brief van het CAK, waarin het afschaffen van de Wtcg regeling centraal stond. Deze brief markeerde het moment waarop cliënten voor het eerst een afweging moesten maken of ze zich de toegang tot begeleiding konden blijven veroorloven. Ondanks de noodzaak voor de cliënt en het sociaal systeem om met hulp van Boogh de situatie thuis te kunnen blijven handhaven.
Inmiddels zijn er maanden verstreken tussen de uitspraak om gemeenten verantwoordelijk te maken (eind 2014) en het daadwerkelijk ontwikkelen van beleid. Maanden waarin (kwetsbare) burgers onrustig en onzeker worden. Mensen gaan op zoek naar zekerheden. Helaas zijn die zekerheden niet te vinden, omdat er geen externe communicatie plaatsvindt.
Duidelijkheid
Pas vrij recent zijn de kaders duidelijk geworden waarbinnen de gemeenten de middelen dienen in te zetten, namelijk: 1. Vergoedingen of tegemoetkomingen kunnen beschikbaar worden gesteld binnen de kaders van de WMO of de Bijzondere Bijstand; 2. Middelen moeten worden ingezet om maatwerk te leveren ter bevordering van zelfredzaamheid en participatie, rekening houdend met aannemelijke meerkosten.
Compensatie
Een voorlopige conclusie is dat gemeenten alle inkomensgroepen willen compenseren. Hierin wordt een relatie gelegd tussen zorggebruik en compensatie. Door de verdeling komen de middelen ten goede aan een brede doelgroep ongeacht inkomensniveau, maar profiteren de minima het meest. Dit is geheel in lijn met de kaders die gelden voor de inzet van de compensatiemiddelen. Het TransitieBureau Wmo van het ministerie van VWS beschrijft deze lijn als een logische oplossingsrichting. Bovendien zorgt dit beleid ervoor dat de doelgroep wordt bediend zonder uitbreiding van uitvoeringscapaciteit. Dit past in het uitgangspunt dat beleid zo ‘uitvoeringsarm’ mogelijk wordt toegepast. Navraag bij het CAK wijst uit dat 90% van de gemeenten kiest voor een vergelijkbare inzet van de compensatiemiddelen. Voor de burgers die begeleiding en zorg nodig hebben is het dus van groot belang om in eigen gemeente te kijken welke regeling van toepassing is of zal worden!
Slotwoord
Kortom, we moeten ons gezamenlijk blijven inspannen om de toegang voor en de toeleiding naar zorg en begeleiding, in de verschillende wetgevingen (WMO, ZVW, WLZ en participatiewet), zo optimaal mogelijk te laten verlopen. Onze doelstelling hierin is de realisatie van een optimale match tussen vraag en dienstverlening, de betaalbaarheid hiervan en de zo effectief mogelijke inzet van middelen. Een belangrijke gezamenlijke ontwikkelopgave voor de tweede helft van 2015!
Vrije keuze voor de cliënt Zorgverzekeringswet (ZvW) Wat betreft de toegankelijkheid: zorgverzekeraars zullen goede zorg dichtbij huis willen behouden, anders stappen verzekerden massaal over. Voor huisartsen en andere paramedici blijft de vrije keuze behouden. De echte bedreiging voor de toegankelijkheid van de zorg komt van een andere hoek: namelijk het verhoogde eigen risico. Die werkt voor mensen met lage inkomens nu al zo afschrikwekkend dat zij cruciale zorg mijden. Door verzekeraars toe te staan het eigen risico verder te verhogen in ruil voor een lagere premie, is het doel van solidariteit voorbij geschoten. Welvarende, gezonde mensen betalen weinig, en minder bedeelden het volle pond. Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) Het rapport van de vierde meting van de Monitor Sociaal Domein (in opdracht van de branche vereniging VGN in mei uitgevoerd door BMC) toont nog aan¬hou¬dende zorg onder aanbieders: nog te weinig kennis bij wijkteams, te strakke sturing op algemene voorzieningen en aanhoudende stijging van administratieve lasten. Het rapport biedt de resultaten van een digitale vragenlijst en achttien verdiepende interviews die in april onder de leden van de VGN zijn uitgezet. De belangrijkste conclusies uit het rapport zijn: • De monitor laat zien dat voor met name nieuwe cliënten de organisatie van de toegang en de toeleiding tot zowel de WMO als de Jeugdwet, niet optimaal verloopt. Een voorbeeld hiervan is dat in sociale wijkteams onvoldoende expertise aanwezig is van hersenletsel, waardoor tijdige onderkenning uitblijft. Daarbij weten cliënten niet waar ze zich moeten melden en blijkt niet altijd uit de beschikking wat er van de aanbieder wordt verwacht. Bovendien komt de beschikking niet altijd bij de aanbieder terecht. • De VGN-leden constateren dat gemeenten vaak (te) strak sturen op het gebruik van algemene voorzieningen; een enkele gemeente koopt zelfs geen maatwerk¬voor¬zieningen in. Aanbieders benadrukken dat hierdoor het risico op escalatie groot is, omdat niet tijdig adequate hulp wordt ingezet. • De administratieve lasten voor aanbieders zijn enorm en ook nog eens verder toegenomen. Het proces van facturatie en declaratie verschilt per gemeente en er wordt nog veel gefactureerd en gedeclareerd met Excel-bestanden. Het laatste vloeit voort uit de gebrekkige werking van iWmo en iJeugd. • De door de gemeenten betaalde tarieven in het sociaal domein zijn in veel gevallen te laag, waardoor het bieden van zorg en ondersteuning niet kostendekkend is. • Er is nog geen zicht op hoe gemeenten gaan sturen en toezicht houden op kwaliteit.
Hartelijke groet, Hetty van Oldeniel Directeur-bestuurder Boogh 5
Toegankelijkheidsprijs Utrecht: verleiden in plaats van dwingen
VN gehandicaptenverdrag door Pieter Houtman, Anuschka Kruidhof en Felice Ghering
Nog steeds is het in onze maatschappij niet altijd vanzelfsprekend dat er door iedereen rekening gehouden wordt met de ander; een fenomeen dat we helaas ook nog te vaak zien bij de toegankelijkheid van openbare gebouwen. En openbaar, zo meldt de Dikke van Dale, betekent toch echt ‘voor iedereen toegankelijk’. De gemeente Utrecht heeft op 12 mei jongstleden voor het eerst de Toegankelijkheidsprijs uitgereikt. Op deze manier wil de gemeente instellingen, organisaties en bedrijven stimuleren om hun gebouwen en activiteiten toegankelijk en bruikbaar te maken voor iedereen.
Dat de gemeente Utrecht oog heeft voor mensen met een beperking komt onder andere voort uit de beslissing die in 2007 genomen is om de zogenaamde Agenda 22 te hanteren. Utrecht bereidt zich hiermee voor op het VN-gehandicaptenverdrag, dat naar verwachting in 2015 door het rijk geratificeerd zal worden. Agenda 22 is een werkmethodiek die ontwikkeld is door de Verenigde Naties (VN) en is een opdracht van de VN aan overheden om in hun beleid ervan uit te gaan dat mensen met een beperking recht hebben om deel te nemen aan de samenleving. Voor de gemeente Utrecht houdt dit in dat bij alles wat de gemeente doet, voorkómen moet worden dat mensen met een beperking (onbedoeld) worden uitgesloten.
Bewust omgaan met toegankelijkheid
De redactie van BooghMagazine vroeg aan Christiaan Zandstra, mede-organisator van de Toegankelijkheidsprijs Utrecht, waarom nu juist Het Harmonieorkest Vleuten de prijs - een geldbedrag en de wisseltrofee - gewonnen heeft. Christiaan legt uit dat het de vakjury (vertegenwoordigers van SOLGU*, LFB* en Cosbo*) al direct opviel dat het bestuur van het orkest heel bewust en verantwoordelijk bezig is om het voor iedereen mogelijk te maken een optreden van het orkest bij te wonen. Op de locaties waar gespeeld wordt, wordt bijvoorbeeld gelet op de bereikbaarheid en op de aanwezigheid van toegankelijke toiletten. Lukt het niet om mensen met een beperking naar een geschikte locatie te vervoeren, dan gaat het orkest - eventueel in aangepaste bezetting - naar het publiek toe.
Breed draagvlak
Naast de vakjury kon het publiek via de website zijn stem uitbrengen op een van de zeven genomineerden. Het harmonieorkest bleek een grote trouwe achterban te hebben en schoof met de publieksstemmen van de derde door naar de eerste plaats. Het harmonieorkest heeft inmiddels het prijzenswaardige initiatief genomen om met de tweede** en derde** prijswinnaars een gezamenlijk optreden te verzorgen.
Aanleiding voor de prijs
Margriet Jongerius, wethouder Welzijn, Zorg en maatschappelijke ondersteuning (Wmo), vertelt ons dat de prijs is ingesteld omdat de gemeente bedrijven en instellingen wil stimuleren om meer voorzieningen te realiseren voor mensen met een beperking. De gemeente wil dat de openbare toegankelijkheid een vanzelfsprekend onderdeel wordt bij alle activiteiten die de gemeente Utrecht subsidieert. 6
Door het uitreiken van de prijs gaan steeds meer mensen met elkaar in gesprek over hoe je nog meer toegankelijk kunt zijn in de praktijk. En die voorbeeldfunctie heeft het ook daadwerkelijk. Zo had het Harmonieorkest er bijvoorbeeld nog nooit bij stilgestaan dat er ook mensen zijn die auditief niet zo sterk zijn en wel een orkest bij willen wonen, en dat bracht hen weer op een idee. Dat willen we bevorderen, dus positief insteken. En door de prijs volgend jaar weer in te zetten, creëren we een klimaat en aanpak in de stad om steeds toegankelijker te zijn.”
Commerciële bedrijven
Uiteraard is het zo dat de gemeente het liefst zou zien dat alle organisaties en bedrijven - waaronder banken en horeca - rekening houden met de toegankelijkheid voor mensen met een beperking. De wethouder realiseert zich dat het voor een ondernemer in de historische binnenstad niet altijd eenvoudig is om de toegankelijkheid voor mensen met rolstoel of rollator te optimaliseren. Ondanks dat de wethouder geen directe invloed uit kan oefenen op organisaties die geen subsidie ontvangen, hoopt zij door de toegankelijkheidsprijs en de houding van de gemeente ten aanzien van toegankelijkheid, ook anderen te verleiden om hun steentje bij te dragen.
Andere gemeenten in de provincie Utrecht Het beleid van de andere gemeenten in de provincie Utrecht valt buiten de reikwijdte van de gemeente Utrecht. Wel hoopt wethouder Jongerius dat door het beleid in de gemeente Utrecht de omliggende gemeenten aangestoken worden.
Vergrijzing
Wethouder Jongerius benadrukt dat het de wens is van de gemeente om zoveel mogelijk mensen zo lang mogelijk vanuit hun eigen woning te laten deelnemen aan de maatschappij. De verminderde mobiliteit van ouderen - voortbewegen met behulp van stok, rollator of rolstoel - is zeker een extra reden om ervoor te zorgen dat de voorzieningen in de stad Utrecht toegankelijk zijn voor een zo groot mogelijke groep mensen. Want, zo geeft wethouder Jongerius aan, ik vind het heel erg belangrijk dat iedereen zo lang mogelijk zelfstandig -niet afhankelijk van derden- regie kan houden op z’n eigen leven.
Christiaan Zandstra
Toegankelijkheid is subsidievoorwaarde
Het breder trekken van de aandacht voor toegankelijkheid vind je terug in de Algemene Subsidieverordening rondom de subsidieaanvragen voor (sociale) activiteiten in de stad Utrecht. In de Algemene Subsidieverordening is de voorwaarde opgenomen dat organisaties moeten kijken hoe het met de toegankelijkheid gesteld is en dat zij actie moeten ondernemen waar dit tekortschiet. De regel is dat alle activiteiten waar subsidie voor verleend is, voor alle Utrechters toegankelijk moeten zijn. Dit geldt niet alleen voor de activiteiten die onder welzijn vallen, maar is ook van toepassing op bijvoorbeeld culturele en sportevenementen. Bij toegankelijkheid gaat het om rekening houden met ‘de ander’. Bijvoorbeeld iemand die zich anders beweegt omdat hij of zij in een rolstoel zit, minder of niets ziet, of dingen door een autistische stoornis anders opvat.
Wethouder Margriet Jongerius
Controlerend orgaan/sancties
Op onze vraag of er sancties zijn wanneer de genomineerden hun goede bedoelingen niet vasthouden in de toekomst, antwoordt wethouder Jongerius: “Wij zetten initiatieven in het zonnetje en dat doen we bewust. We gaan geen vermanende vinger ophouden, maar we willen juíst mensen op het podium zetten, zo van hier gaat het goed en dit kan als voorbeeld dienen voor anderen.
* SOLGU: Stichting Stedelijk Overleg Lichamelijk Gehandicapten Utrecht LFB: belangenorganisatie voor en door mensen met een verstandelijke beperking (LFB) Cosbo: Ouderenbond Utrecht ** Tweede prijs: Sencity van Stichting Skyway Derde prijs: PM Dance http://www.utrecht.nl/welzijn/toegankelijk-utrecht/ toegankelijkheidsprijs
7
Toekomst van de Toegankelijkheidsprijs
De toegankelijkheidsprijs is een jaarlijks terugkerende prijs, waarbij de wisseltrofee van jaar op jaar aan de nieuwe winnaar overgedragen zal worden. Kandidaten die zich voor 2015 hadden ingeschreven, mogen voor de prijs van 2016 gewoon weer meedoen. Zo hoopt de gemeente dat steeds meer bedrijven en burgers zich bewust zullen worden van het belang om de toegankelijkheid voor mensen met een beperking te vergroten, zodat met steeds meer recht van spreken gezegd kan worden: onze stad is van iedereen.
Column De Regenboog Inmiddels weten de meeste mensen die met Boogh te maken hebben of in het verleden hebben gehad, niet anders als dat Boogh, Boogh heet met als toevoeging terug in je kracht. En toch zullen er met mij, nog een beduidend aantal mensen zijn die ooit bij Regenboog zijn begonnen. Destijds spraken we nog in termen als activiteitencentrum. Maar de tijden veranderen en Regenboog is daar in mee gegaan. Terwijl in eerste instantie de vernieuwing nog werd gezocht in het logo, is later de “Regen” van boog afgehaald en is Regenboog, Boogh gaan heten, opgewaardeerd met een h. Regenboog paste in het zorgbeeld van de jaren zeventig, kom binnen en wij ‘zorgen’ voor u. Laat duidelijk zijn dat Boogh, ondanks de naam Regenboog, toen al wars was van die verzorgende insteek en zich toen al krachtig positioneerde. Althans, ik was er toen nog niet bij, maar daar ga ik op basis van de werkwijze van Boogh vanuit. Inmiddels bewegen we ons in 2015 en ligt de naamgeving Regenboog ver achter ons. Desalniettemin, werpt de vraag zich bij mij op waarom het merendeel van de samenleving zich nog steeds vastklampt aan de - toch wel- kneuterigheid van de zorg in de jaren zeventig. Waarmee ik bedoel dat er nog vaak iets van gedurfdheid ontbreekt in de naamgeving van zorg (gerelateerde) diensten. Zo is zorginstelling of dagopvang nog steeds een vertrouwde term in Nederland, maar óók binnen het zorglandschap zelf. En dat vind ik jammer en onterecht voor mensen die, vandaag de dag, gebruik maken van zo’n voorziening. Zij krijgen naar mijn idee nog te vaak (onbedoeld) een ‘stempeltje’ op. Een tijdje geleden was ik voor een magazine afspraak bij Boogh LR, waarnaar ik buiten even een telefoontje wilde plegen in verband met het vervoer naar huis. Tot ik, nam ik aan, een schoolgaande jongen voorbij zag fietsen. Hij liet zich al fietsend ontvallen, ‘daar zit iemand van Boogh een spelletje te spelen’ alsof ik aan het gamen was met mijn telefoon. Dat gaf mij op dat moment het gevoel van de dagopvang zoals veel mensen daar nog over kunnen denken. Namelijk, dat je vooral bezig gehouden wordt. Gelukkig kon ik mezelf troosten met de gedachte dat we bij Boogh die truttigheid van ‘de dagopvang’ allang ontstegen zijn!
De wisseltrofee is ontworpen door Anuschka Kruidhof en uitgevoerd door KIM kunststof en edelsmid Nyncke Schepen. 8
Stelling:
“Er wordt tijdens de bouw van woningen en gebouwen voldoende rekening gehouden met rolstoeltoegankelijkheid.”
Lezers worden geconfronteerd met een prikkelende stelling. Ditmaal cliënten en medewerkers van de locatie Leidsche Rijn.
Brenda van Leersum – cliënt Boogh Utrecht Leidsche Rijn “Ik ondervind dagelijks hinder en met name tijdens het winkelen. Het is op de eerste plaats al lastig om een winkel binnen te komen en als je eenmaal binnen bent, staan de winkels overvol. Het is een uitdaging om met een rolstoel door de paden te manoeuvreren. En net als ieder ander moet ik op een gegeven moment naar het toilet. Een ergernis is dat openbare toiletten, zoals die in Utrecht ‘Hoog Catharijne’, niet rolstoeltoegankelijk zijn. Mijn rolstoel past niet eens door de deur. Het dragen van een luier is een optie, maar voor een volwassen vrouw zoals ik, is dat geen prettig alternatief. Gelukkig is het openbare toilet in ‘Winkelcentrum Overvecht’ wel goed bereikbaar met een rolstoel. Maar al met al is het frustrerend dat met deze ergernissen weinig rekening wordt gehouden. Het is een beperking van mijn vrijheid en die van velen met mij.”
Wilma Looman - begeleider Boogh Utrecht Leidsche Rijn “Als je met cliënten in rolstoel naar buiten gaat begrijp je de frustratie”, zegt Wilma. “Losliggende stoeptegels, achterstallig onderhoud, smalle deuren, te hoge drempels, producten die te laag of te hoog in schappen staan en ga zo maar door. Doordat ik acht jaar in de zorg werkzaam ben, let ik erop. Al heb ik wel het idee dat er meer rekening met rolstoelers wordt gehouden dan vroeger, maar lang niet genoeg. Bij sommige gemeenten is er een meldpunt voor dit soort ergernissen. Het is goed om die te melden. Tijdens het wandelen is het mijn taak ervoor te zorgen dat cliënten zo min mogelijk last ondervinden van obstakels. Om deze reden bezoek ik dan ook graag het ‘Máxima Park’ in Utrecht Leidsche Rijn. Het park wordt omzoomd door een breed en verhard pad ‘Het Lint’. Daar kun je goed wandelen met een rolstoel.”
De redactie maakt hierbij van de gelegenheid gebruik om het vorige lezerspanel nogmaals hartelijk te bedanken voor hun getoonde inzet in voorgaande edities!
Fonz Stomphorst – cliënt Boogh Utrecht Leidsche Rijn “Daar ben ik het helaas niet mee eens!”, zegt Fons stellig. “Ik heb heel wat gebouwen bezocht in Utrecht, waar je als rolstoeler niet in komt. Vooraf wordt aangegeven dat het gebouw toegankelijk is, maar dat blijkt in de praktijk niet zo te zijn. Ik vraag me regelmatig af waarom hier geen rekening mee wordt gehouden tijdens de bouw.”
Martine Wallenburg – stagiair Boogh Utrecht Leidsche Rijn “Ik houd ontzettend van winkelen”, begint Martine, ex-patiënt en stagiair bij Boogh Utrecht Leidsche Rijn. Ondanks dat ik maar een korte periode in een rolstoel heb gezeten, kan ik beamen dat winkelen en een rolstoel nauwelijks samengaan. Ik let er nog steeds op als ik in de stad ben. Het is frustrerend dat je een winkel niet eens in komt vanwege een trapje of een drempel. Bovendien staan de paden te vol. Het maakt me soms boos. Waarom denken mensen hier niet beter over na tijdens de bouw? Maar ook oude gebouwen mogen toegankelijker worden. Zo ook de school van mijn kinderen.”
Mirjam Visser – cliënt Boogh Utrecht Leidsche Rijn “Sinds januari woon ik in een modern wooncomplex in Vleuterweide. De bewoners in het complex hebben een lichte beperking in verschillende vormen. Daarom verbaasd het mij dat het complex niet voldoende rolstoeltoegankelijk is. Mijn vriend is rolstoelgebonden en kan mijn voordeur vanwege de smalle gang niet bereiken. Het laatste stukje leg hij schuifelend af. Bovendien past mijn scootmobiel niet in de schuur. Ik woon er graag, maar ik kom tot de conclusie dat hier onvoldoende over nagedacht is”, aldus Mirjam. 9
Toegankelijkheid in de praktijk Netjes!
Goed initiatief. Niet vergeten telefoon mee te nemen!
Redactielid Felice Ghering test de binnenstad van Utrecht op toegankelijkheid. De praktijk blijkt weerbarstig. Een rondje langs kantoren, opleidingsinstituten, apotheken en bioscopen levert een paar interessante plaatjes op. Het is een bonte verzameling geworden van ....
Do’s & Don’ts
Blinden, succes!
Zo hoort het!
Hopen dat je niet teveel haast hebt als je hier naar buiten wilt.
Simpele en doeltreffende oplossing.
10
Duidelijk!
Verboden op je billen het pand te verlaten!
Hoe kom je hier binnen of hoe bel je hier aan als je slecht ter been bent? 11
“Hoe kom ik terug op de arbeidsmarkt?” Voor werknemers met een beperking is de arbeidsmarkt niet altijd even toegankelijk. De begeleiding van Boogh arbeidsreintegratie bestaat onder andere uit het vinden van geschikte werkervaringsplekken. Door Jep Stokla
De vraag hoe je terugkomt op de arbeisdsmarkt, houdt veel cliënten van Boogh Arbeidsre-integratie bezig. Gezien de veranderingen in hun leven is terugkeren op de arbeidsmarkt geen sinecure. Het werk dat cliënten voorheen deden, lukt niet meer of is door langdurige uitval weggevallen. Het is een proces waarbij meer komt kijken dan gewoon weer aan het werk gaan. Ilse Claessen, loopbaancoach en trainer bij Boogh Arbeidsre-integratie, somde vorig jaar in Boogh magazine prangende vragen op die spelen bij cliënten. Vragen als wat kan ik nog, wat ben ik nog waard en hoe ga ik dat allemaal organiseren? Veel vragen en onzekerheden maken de stap naar een betaalde baan groot. In deze situatie is het inzetten van een werkervaringsplaats nuttig. Cliënten kunnen zo zelf ervaring opdoen en inzicht krijgen in hun mogelijkheden en wensen. Een werkervaringsplek kan bovendien resulteren in een betaalde baan of in vrijwilligerswerk. Dat klinkt mooi, maar hoe werkt dat in de praktijk? In deze editie spreekt Boogh magazine met twee cliënten die daar meer over weten. Een van hen is Yvonne Vivié. Zij heeft op eigen kracht een baan verworven als vrijwilliger bij Boogh Amersfoort.
Medisch-technische ervaring, maar werkt ook graag met mensen
Voordat Yvonne een hersenbloeding kreeg, had ze 24 jaar werkervaring opgedaan bij een klinisch chemisch laboratorium en bij een ICT-bedrijf. Als gevolg van haar hersenbloeding kwam aan deze carrière een einde. Yvonne kwam terecht bij het revalidatiecentrum De Hoogstraat waar ze vooral fysiek werd uitgedaagd, met succes, maar langdurig nadenken bleef helaas lastig. Door haar werkgever McKesson en de ARBO-dienst werd Boogh ingeschakeld. Yvonne kon op vrijwillig basis één ochtend in de week als kook-begeleidster aan de slag. Aangezien Yvonne graag met mensen werkt, is dit een mooie opstap.
“Ik kijk uit naar een nieuwe uitdaging” “De waardering voor mijn werk is fijn, maar uiteindelijk wil ik als vrijwilliger aan de slag bij een hospice, waar mensen begeleid worden in de eindfase van hun leven. 12
Yvonne Vivié
Boogh helpt mij om daar terecht te komen. Ik zou daar klussen kunnen doen als bijvoorbeeld het schoonhouden van het perceel of koken. Ik ben tevreden met hoe het gaat. Het heeft geen zin om te klagen, want daar heb je alleen jezelf mee. Je moet accepteren wat er is gebeurd. Je afvragen waarom het jou moest overkomen lost niets op. Je moet door, een ander oplossing is er niet”, aldus Yvonne.
communicatie. Tijdens een poging in 2013 tot omscholing als verzorgende-IG merkte Suzanne dat haar letsel studeren bemoeilijkte. Ook solliciteren bleek niet eenvoudig. Op papier was ze gezond, maar ze ondervond tegenslag als ze eerlijk vertelde wat haar overkomen was. Werkgevers waren terughoudend. Met de hulp van Ilse Claessen kon ze in maart voor 4 uur per week starten als redacteur bij Vilans. Die uren zijn onlangs uitgebreid. Naast haar werkervaringsplek bij Vilans schreef Suzanne onder een pseudoniem een blog over NAH, die te lezen is op nahderbekeken.wordpress.com. Met name het aan de blog gekoppelde Twitter-account wordt goed gelezen. Het pseudoniem bood haar bescherming omdat ze ondervonden had dat eerlijkheid niet altijd wordt beloond. Suzanne heeft lang getwijfeld of ze dit pseudoniem wilde blijven gebruiken. De naam was immers gemeengoed geworden. Toch kiest ze nu voor openheid, mede dankzij de mening van haar huidige werkervaringsplaats-verstrekker Vilans. Volgens Vilans maakt Suzanne door het schrijven van een blog een kracht van haar beperking. Het gaf haar de doorslag om uit de anonimiteit te stappen. Medio oktober loopt haar contract bij Vilans af. Suzanne hoopt in oktober als communicatiemedewerker te starten bij BooghGoed in Harmelen, waarvoor kennismakingsgesprekken plaatsvinden. Deze werkervaringsplek sluit goed aan op haar journalistieke achtergrond. Een functie als deze is dan ook hard nodig, want uit Neuro Psychologisch Onderzoek (NPO) blijkt dat ze vrijwel gezond is. Suzanne zegt zelf hierover: “Boogh
Arbeidsre-integratie speelt een essentiële rol tijdens de gesprekken met BooghGoed. Ik ben blij met deze hulp en kijk uit naar een nieuwe uitdaging. Uiteindelijk wil ik graag betaald aan het werk in een baan die past bij mijn studie. Een werkervaringsplek bij BooghGoed is een stap in de goede richting.”
“De grote meerwaarde van een werkervaringsplek” Werken aan de toekomst
Tot slot van het artikel nog even terug naar Ilse Claessen. “Er zijn in de afgelopen tijd een aantal zaken helder geworden voor Suzanne en dat is de grote meerwaarde van een werkervaringsplek. Cliënten krijgen meer inzicht in hun kwaliteiten, maar ook in de randvoorwaarden en in de taken die minder goed gaan. Met deze kennis kan iemand gerichter op zoek naar die ene passende, duurzame baan. De specifieke begeleiding geeft Suzanne en ook Yvonne het gevoel en de zekerheid dat zij nog wel degelijk vaardigheden bezitten die passen bij hun passie. Alleen is het in de huidige arbeidsmarkt niet zo eenvoudig om een betaalde baan te vinden. Voorlopig is ondersteuning hierbij belangrijk en daar gaan Suzanne en ik keihard voor!” Suzanne Smit
De weg naar herstel
De tweede cliënt die meer kan vertellen over werkervaringsplaatsen is Suzanne Smit. Nadat zij begin 2008 was aangereden door een auto, waarvan de bestuurder het rode licht had gemist door de laaghangende zon, raakte Suzanne in coma. Helaas met als gevolg dat Suzanne haar toekomstplannen moest bijstellen. Ze werd behandeld op de trauma-afdeling in het VU-ziekenhuis in Amsterdam. Daar is ze letterlijk weer op de been geholpen, die op maar liefst vijf plaatsen gebroken was. Nadat ze uit het ziekenhuis was ontslagen, werd ze opgenomen in het revalidatiecentrum De Hoogstraat in Utrecht. Haar weg naar herstel was lang. Vooral de ontkenningsfase heeft lang geduurd. De kennis om verder aan haar toekomst te werken, bleek bij De Hoogstraat niet specifiek genoeg te zijn. Uiteindelijk kwam Suzanne bij Boogh Arbeidsre-integratie terecht. Hier leerde ze wat NAH in haar situatie betekent.
Journalistieke ervaring
Ondertussen heeft Suzanne een lang traject achter de rug en wil ze terug in haar eigen vakgebied, journalistiek en 13
Voice of memo recorders
Heb je moeite met schrijven? Ben je vergeten wat je moest halen als je in de supermarkt bent? Kom je wel eens terug van een gesprek met een ziekenhuisarts, verzekeringsarts of andere autoriteit en ben je achteraf alles vergeten? Neem dan je boodschappenlijstje of het gesprek op met behulp van een memo- of voice recorder. Je kunt er veel steun aan hebben. Ze zijn in verschillende merken en kwaliteiten verkrijgbaar. Het is netjes om toestemming voor een opname te vragen, maar het is niet verplicht. De Philips DVT 2700 is een wat duurdere variant, speciaal ontwikkeld om memo’s op te nemen. Door de ruisonderdrukking klinken je opnamen altijd helder, of je nu in een drukke of rustige omgeving opneemt. Het apparaatje is klein en gemakkelijk te bedienen. Je verbindt de DVT 2700 via de meegeleverde USB-kabel met je computer (geen speciale software nodig), en je kunt direct je opgeslagen memo’s terug luisteren. De meegeleverde spraakherkenningssoftware maakt het uitwerken van gesproken memo’s super gemakkelijk. Het apparaatje heeft een intern geheugen van 4 GB, wat goed is voor maar liefst 44 dagen aan opnamen. Als dat niet genoeg is, breid je het geheugen uit met een MicroSD-kaart.
BOEK
Bgoed Waxinelichtjeshouders XL
Een set van drie betonnen waxinelichtjeshouders met een koperkleurige rand. Voor buiten op het terras of om de sfeer in huis te verhogen! Voor de complete set,
€12,50 www.booghgoed.nl
In de oude binnenstad van Utrecht is het voor veel openbare gelegenheden niet eenvoudig om een rolstoeltoegankelijke toilet aan te leggen. De gemeente Utrecht heeft onlangs drie extra ruime openbare toiletten geplaatst. De maximale ‘zittijd’ is 20 minuten. Het bedieningspaneel is op rolstoelhoogte en de instructies voor het bedienen van dit toilet zin ook in brailleschrift aangebracht. Deze toiletboxen zijn te vinden op de Mariaplaats (zie afbeelding), het Janskerkhof en op het plein bij winkelcentrum De Gaard. Booghgoed heeft een serie robuust
behulpzaam personeel 14
Zoek en vind een geschikt restaurant Op www.dinnersite.nl kun je
Bgoed
PRIKKELS!
prikkelvriendelijk
In ‘Het kan wel’ trekt Emile Roemer erop uit om antwoorden te vinden op actuele maatschappelijke vraagstukken. Het is een boek waarin de SP’er omschrijft welke bezoeken en ontmoetingen hem hebben geïnspireerd, waaronder de ontmoeting met cliënten en medewerkers van Boogh. In zijn boek wijdt Roemer een volledig hoofdstuk aan Boogh, wat te vinden is op pagina 133. In het hoofdstuk worden cliënten geciteerd en levensverhalen gedeeld. Roemer geeft aan dat het bezoek veel indruk op hem heeft gemaakt. ‘Het kan wel’ leest als een politiek reisverslag. Het is verrassend vlot en toegankelijk geschreven. Wanneer je geïnteresseerd bent en ‘Het kan wel’ wilt lezen, kun je het boek lenen van Hetty van Oldeniel, Barbara Stam of Petra Aalders. Bovendien is op iedere Boogh locatie een leenexpemplaar te vinden.
Of koop het op www.bol.com €13,95
www.smart-tech-news.eu
rolstoelvriendelijk
Boogh uitgelicht in boek ‘Het kan wel’ van Emile Roemer
Achtkantige schaal, verkrijgbaar in
Uit
verschillende formaten en kleuren.
Vanaf € 9,95 www.booghgoed.nl
De snelste weg naar een aangepast toilet
Met de HogeNood app vind je met je smartphone direct het dichtstbijzijnde openbare toilet. In de app kan je aangeven dat je op zoek bent naar een rolstoeltoegankelijke voorziening. HogeNood laat je de route ernaartoe zien, geeft de voorzieningen weer en geeft reviews van voorgaande bezoekers. HogeNood is via de gebruikelijke app stores gratis te downloaden voor iPhone, Android en Windows smartphones.
www.hogenood.nu
Bgoed
afgewerkte schalen van keramiek gemaakt. Ze zijn verkrijgbaar in drie verschillende formaten (S, M en L) en in twee kleuren (bruin/taupe en lichtblauw). Ga op www.booghgoed.nl naar de afdeling ‘servies’ en maak je keuze. Serveer er brood of borrelhapjes op, of gebruik hem bijvoorbeeld als fruitschaal.
€9,95 www.booghgoed.nl
meerdere zoektermen combineren om bijvoorbeeld een restaurant te vinden dat én rolstoeltoegankelijk is én waar rekening gehouden wordt met dieetwensen. Of je kan op zoek gaan naar een restaurant dat én in een uitgaansgebied ligt én waar in de directe omgeving een invalidenparkeerplaats is. Als je de site binnenkomt, zie je direct een lijst met 15 verschillende zoekopties. Klik je deze aan, dan krijg je per zoekoptie weer een lijst met nog meer keuzemogelijkheden.
Nieuwe website Boogh Arbeidsre-integratie.
Boogh Arbeidsre-integratie heeft een nieuwe website! De vorige site was sterk verouderd en hard toe aan een nieuw jasje. De vormgeving sluit nu mooi aan bij de corporate website van Boogh, die in het voorjaar een volledige restyle heeft ondervonden. Bovendien is er kritisch naar beeld en tekst gekeken, met als gevolg dat teksten zijn geactualiseerd of aangepast. De website is te vinden via domeinnaam www.arbeidsreintegratie.nl of via de link
www.boogh.nl/boogh-arbeid/ Neem gerust een kijkje!
Web
15
“GEDREVEN OM TOEGANKELIJKHEID OOK ÉCHT TOEGANKELIJK TE LATEN ZIJN”
door Pieter Houtman en Felice Ghering
Job Haug werkt als beleidsmedewerker ‘Toegankelijkheid, Mobiliteit en Huisvesting’ voor het Solgu (Stedelijk Overleg Lichamelijk Gehandicapten Utrecht). Vanuit zijn functie behartigt hij de belangen van mensen met een beperking door continue in contact te staan met verschillende diensten en afdelingen van de Gemeente Utrecht. Daardoor is hij in staat invloed uit te oefenen op beleid. In een interview vraagt Boogh magazine de gedreven beleidsmedewerker naar zijn kijk op de hedendaagse toegankelijkheid. Job steekt van wal: “Ik heb het gevoel dat we op het gebied van toegankelijkheid nog steeds in een prehistorische fase zitten. In de afgelopen vijfentwintig jaar heb ik in opdracht van de Provincie Utrecht de lokale gehandicaptenorganisaties met kennis en praktische adviezen ondersteund. In opdracht van mw Poortenaar gedeputeerde van de Provincie Utrecht heb ik samen met vele vrijwilligers een kenniscentrum opgezet (zie www. batutrecht.nl) dat met behulp van brochures, wenkenbladen (blad met voorbeelden, maten en tekeningen) en films de toegankelijkheid probeert te bevorderen. Doordat de taakstelling van de Provincie is veranderd, kwam hier vier jaar geleden een einde aan. Gelukkig kwam er een baan vrij bij het Solgu, zodat ik mijn werk lokaal kan blijven voortzetten. En dat is hard nodig!” Op de vraag wanneer zijn missie bij het Solgu geslaagd is, antwoordt hij: “Toegankelijkheid is in onze maatschappij nog lang niet vanzelfsprekend. Wij zijn zo conservatief dat we niet openstaan voor ‘inclusief denken’, een manier van denken waarbij niemand op voorhand wordt buitengesloten. We hebben hier te maken met een cultuuromslag.”
Loveseats
Als voorbeeld van ‘inclusief denken’ geeft de beleidsmedewerker een aantal mogelijkheden voor het toegankelijk inrichten van theaters. “In een theater zou de eerste rij kunnen bestaan uit losse stoelen, zodat er onbeperkt plaats is voor rolstoelgebruikers en zij ook op een prettige wijze naast hun vrienden of partner kunnen zitten. En de laatste rij zou meer beenruimte kunnen hebben, zodat lange mensen de laatste rij prefereren en zo meteen niet meer met hun lange lijf het zicht van andere bezoekers verstoren. Veel stellen vinden het heerlijk om knus tegen elkaar aan te zitten. “Loveseats” zijn daar een goede oplossing voor en dat is meteen een goede oplossing voor mensen met obesitas. Zij geven 16
regelmatig aan dat de armleuning in de weg zit. ‘Inclusief denken’ maakt ontwerpers creatief en opent de weg naar een scala van kostenloze kwaliteitsverbeteringen!”
“In ons polderland vergeten wij vaak het doel ” Polderen versus logica
“Een pakkend voorbeeld van een systeem dat niet echt werkt, is het toegankelijk maken van bussen en bushaltes. Hoewel er veel geld in geïnvesteerd is, maakt slechts een beperkt aantal mensen met beperkingen gebruik van de bus. De wetgever heeft bedacht dat het voldoende is wanneer slechts de helft van de haltes wordt aangepast, waarbij men helaas alleen heeft gekeken naar het aantal instappers en niet naar de locatie van de bushalte zelf. Bushaltes bij verpleeghuizen, gezondheidsinstellingen en begraafplaatsen zijn daardoor bijvoorbeeld niet aangepast, omdat daar te weinig instappers zijn. In ons polderland vergeten wij vaak het doel. Onze politici zijn dol op compromissen, ook al werken die vaak niet”, merkt Job scherp op. “Bij al mijn werkzaamheden stel ik voortdurend de vraag: doet het wat het moet doen? Ik streef ernaar dat processen bij de Gemeente Utrecht zo worden ingericht dat alle diensten zich voortdurend afvragen of hun oplossingen werken. Dit met het doel dat geen enkele burger uitgesloten wordt. Bovendien stuur ik erop aan dat ieder project geëvalueerd wordt, niet alleen vanuit het idee dat ontwerpers en uitvoerenden zo van hun fouten kunnen leren, maar ook opdat ze enthousiast worden wanneer iets goed functioneert.”
Beperkte controle op (woningbouw) projecten
Controle op de uitvoering en het resultaat van de vele projecten die in het leven worden geroepen, blijkt in de praktijk lastig. Job geeft aan dat hij alleen controles uitoefent als het zin heeft. Zo heeft de beleidsmedewerker een uitgesproken mening over architecten: “Ondanks dat er bij een bepaalde grootte van een gebouw rolstoeltoegankelijke toiletruimten verplicht zijn, besteden architecten hier nauwelijks of geen aandacht aan.
“Woningcomplexen met trappen... discriminerend!” Uit onderzoek blijkt dat bij nieuwbouw driekwart van de rolstoeltoegankelijke toiletten ongeschikt is voor rolstoelgebruikers. En de vereiste toegankelijke ingang van nieuwe woningen wordt nog steeds vaak geblokkeerd door een trap, terwijl de Rijksoverheid al sinds 1993 streeft naar bezoekbare woningen voor iedereen. Het Solgu heeft onlangs het filmpje ‘One door for all’ op You-Tube geplaatst (https://youtu. be/4S4VYBM9v3Q). In het filmpje komen vijftien woningcomplexen met trappen in beeld, waarvan een aantal in opdracht van woningbouwcorporaties. “Schandalig en discriminerend”, vindt Job Haug. “Omdat Solgu niet in staat is om alles te controleren, doe ik veelal een beroep op onze achterban. Zij vormen onze ogen en oren. De laatste jaren zet de Gemeente Utrecht sterk in op ‘inclusief beleid’ op de terreinen waarop zij zelf actief is: de inrichting van de openbare ruimte, het ontwerp en de inrichting van nieuwe gemeentelijke gebouwen, maar ook om bijvoorbeeld de voorzieningen bij culturele evenementen. Om ontwerpers te prikkelen mag ik sinds een halfjaar architecten uitnodigen om samen met ervaringsdeskundigen op stap te gaan om de problematiek aan den lijve te ervaren. Helaas moet ik erkennen dat het contact met de architect hierin doorgaans moeizaam tot stand komt.”
Felice Ghering
Als mensen hun buren niet ontmoeten zal er ook geen mantelzorg zijn Job zegt hierover: “Ja, deze uitlating heb ik gedaan omdat er wordt verlangd dat mensen langer thuis wonen. Ik vind dat er dan ook meer aandacht moet zijn voor ontmoeting vlakbij huis. Je kan wel zitbanken in parken plaatsen, maar ontmoeting vindt plaats wanneer mensen samen iets beleven en ergens over kunnen praten. Zo’n bankje moet neergezet worden op een plek waar activiteit plaatsvindt. Bovendien vereist de wens om mensen langer thuis te laten wonen een aangepaste woonomgeving: geen drempels, veilige voetpaden, veilige oversteekplaatsen, bushaltes dichtbij huis, winkels zonder drempels en geen drangers op deuren. Kortom, er is nog veel werk te verzetten om toegankelijkheid ook écht toegankelijk te laten zijn.”
“...onze achterban. Zij vormen onze ogen en oren.” Hoewel door het Solgu in principe geen individuele vragen beantwoord worden, staat Solgu hier wel voor open, omdat zij gemerkt hebben dat een individuele vraag vaak de vraag van een grote groep mensen vertolkt.
Jacques Bertens
Job Haug17
Boogh Culemborg heeft haar deuren geopend in historisch pand
kun je denken aan creatief en productmatig werken voor webwinkel BooghGoed, maar ook diverse computeractiviteiten, vorming en educatie. Er wordt per cliënt gekeken wat hij of zij wil bereiken en welke vorm van begeleiding het beste past om dit voor elkaar te krijgen. Bovendien biedt Boogh Culemborg behandeling aan mensen met hersenletsel in de chronische fase.
Maakt Booghkring ook gebruik van de nieuwe vestiging in Culemborg?
“Dat klopt, één keer per maand. Om precies te zijn iedere tweede woensdag van de maand. Booghkring biedt hogeropgeleiden met hersenletsel intellectuele uitdaging, in een aangepaste en prikkelarme omgeving. De ruimtes zijn hiervoor zeer geschikt.”
Wat zijn de reacties van de cliënten op de verhuizing?
“Onze cliënten zijn enthousiast. Alleen al de beschikking over meer vierkante meters is een verademing. Maar een verhuizing wordt ook als spannend ervaren. Boogh en haar cliënten zijn door de andere huurders van het pand gastvrij ontvangen en dat is een goed begin.”
Vanaf half augustus is Boogh Culemborg niet meer te vinden aan de Admiraalvlinderlaan, maar aan de Constantijnlaan in Culemborg. Het historische pand waar Boogh haar intrek heeft genomen, is volledig gerenoveerd en getransformeerd naar een eerstelijns zorgcentrum. Boogh Magazine sprak met regiomanager Petra Aalders over de aanleiding van de verhuizing en is benieuwd hoe deze ‘move’ uitpakt. Door Loes Spierts
Waarom is Boogh Culemborg verhuisd naar het Gezondheidscentrum?
“De verhuizing was nodig om drie redenen. Op de eerste plaats omdat de ruimte in BonVie aan de Admiraalvlinderlaan te klein werd. Ten tweede omdat de uitstraling van de ruimte in het gebouw niet matchte met de uitstraling van wie we als Boogh willen zijn. Er hing een sfeer van een seniorenhuis en dat is niet wenselijk. Ten derde was Boogh onvoldoende zichtbaar omdat we achterin het pand gehuisvest waren. Na een paar mooie jaren in BonVie wil Boogh Culemborg meer. Een pand is in feite een ontmoetingsplek die moet passen bij je activiteiten. Het werd dan ook tijd voor actie, nieuwe plannen en een passend activiteitenaanbod. En dat kan allemaal in de nieuwe locatie.” 18
Wat zijn de voordelen van de nieuwe huisvesting ten opzichte van de oude locatie?
“We zitten in het volledig gerenoveerde pand in het hart van het Gezondheidscentrum, tezamen met verschillende disciplines uit de gezondheidszorg. In het pand zijn onder andere een grote fysiotherapiepraktijk, huisartspraktijken, een podotherapeut en een nieuwe apotheek gehuisvest. Hierdoor kunnen we elkaar versterken en is wederzijdse doorverwijzing eenvoudig en overzichtelijk, voor zowel patiënt als voor de zorgverleners. Boogh is daardoor zichtbaarder geworden. Wij juichen de samenwerking met andere zorgaanbieders dan ook van harte toe. Bovendien beschikken we over drie prachtige ruimtes, met veel lichtinval. Met als gevolg een uitgebreider en passend activiteitenaanbod voor onze cliënten.”
Hoe groot zijn de drie ruimtes en is de locatie rolstoeltoegankelijk?
“Iedere ruimte is 29M² groot. Er wordt tussen ruimte 1 en 2 een nis gemaakt en tussen 2 en 3 een smal raam. Hierdoor is het mogelijk om in contact te komen met elkaar. En qua rolstoeltoegankelijkheid is het gebouw dik geslaagd! Een cliënt in rolstoel heeft het gebouw met succes getest. Rolstoeltoegankelijkheid was één van de voorwaarden voordat we onze handtekening zetten onder het huurcontract.”
Hoe wordt de nieuwe locatie ingericht?
“Op verzoek van de cliënten worden de ruimtes voorzien van kunst. Daarnaast overwegen we om één of meerdere
vitrinekasten te plaatsen, waarin fraaie objecten geplaatst worden, die gemaakt zijn door cliënten. De kleuren van de muren blijven neutraal en de meubels zijn grijs. Kortom, het wordt een mooi en rustig geheel, met aandacht voor de prachtige werken van cliënten.”
Sinds wanneer is Boogh Culemborg open in het nieuwe pand?
“Vanaf 15 augustus zijn we operationeel in de nieuwe vestiging. Woensdag 19 augustus ontvingen we de eerste groep. Vooralsnog zijn we vanaf die datum iedere woensdag en vrijdag aanwezig. Op termijn verwachten we op meerdere dagen cliënten te kunnen ontvangen.”
Wat voor activiteiten vinden er binnen Boogh Culemborg plaats? En voor wie?
“Voor elk wat wils. Er wordt een breed scala aan activiteiten aangeboden voor cliënten met hersenletsel, een lichamelijke beperkingen of chronisch ziekte. Hierbij
“Wat ben ik blij met de nieuwe locatie! Ik denk dat Boogh Culemborg door de intrek in het Gezondheidscentrum meer naam en faam krijgt in het ‘Culemborgse’ en daarbuiten. Dit met het oog op groei, zodat we meer cliënten kunnen helpen en ondersteunen”, aldus Petra Aalders, regiomanager Boogh Culemborg.
Hersenz Boogh Culemborg is aangesloten bij Hersenz. Hersenz richt zich op het professionaliseren, standaardiseren en gekwalificeerd aanbieden van behandelprogramma’s. Gezamenlijk brengen we expertise in en komen we in afstemming met alle andere betrokken organisaties tot een zo optimaal aanbod van behandelprogramma’s voor onze cliënten, afgestemd op de vraag.
19
Op de fiets voor het goede doel
De 71-jarige Vera Hordijk woont in Loenen, leeft single en heeft twee volwassen zonen, twee kleindochters en een kleinzoon. In 2003 loopt Vera bij een verkeersongeluk hersenletsel op. Vijf jaar later besluit zij om alleen op fietsvakantie te gaan. Door Anuschka Kruidhof en Felice Ghering
Hoe zag jouw leven voor het hersenletsel eruit?
“Ik was leerkracht op een ZMLK-school in Alphen aan de Rijn en studeerde aan de Sociale Academie in Driebergen. Ik koos voor de richting maatschappelijk werk. Een van mijn leerlingen, Annelies van zeventien, vertrouwde mij in die tijd toe: ‘Ik zou liever gewoon zijn en net als andere kinderen naar een gewone school gaan.’ Ik kon me daar op dat moment wel iets bij voorstellen, maar sinds mijn ongeluk begrijp ik pas echt hoe Annelies zich toen voelde. Na de afronding van mijn opleiding werd ik medewerkster bij het Utrechtse MeidenWegloophuis, coördinator Buitenlands Vrouwen Centrum Yasemin in Driebergen, Trajectbegeleidster Werkgelegenheid voor Turkse en Marokkaanse meiden en jonge vrouwen eveneens in Driebergen - en coördinator VluchtelingenWerk Utrechtse Heuvelrug.” 20
Wanneer liep je hersenletsel op?
“In november 2003 fietste ik ’s avonds naar een bijeenkomst van de improvisatie-theatergroep. Vlak voor de Smeets Brug in Utrecht ging het mis. Een vrouw die haar hond uitliet, hoorde een harde klap en zag dat twee mannen op een scooter wegreden, terwijl een fietser half op het fietspad, half op straat achterbleef. Dat was ik, ik was met mijn hoofd op een trottoirband terechtgekomen. Met een ambulance werd ik naar het UMC gebracht, waar mijn schedel is gelicht. Na vier dagen werd ik stabiel genoeg bevonden om naar het Diaconessenziekenhuis vervoerd te worden. De dag erna kwam ik uit mijn coma.”
Wat waren de gevolgen van jouw hersenletsel?
“Na een week was ik weer aanspreekbaar. Ik was mijn evenwicht kwijt en moest opnieuw leren lopen en praten. Stukje voor stukje ging het beter. Een maand later was ik weer thuis. Alleen, waar niemand mij met mijn ongemakken zag worstelen. Twaalf jaar later kamp ik nog steeds met de gevolgen. Mijn korte termijngeheugen werkt bijvoorbeeld niet altijd mee. Ik vind het moeilijk om mijn dag in te delen en om me voor te bereiden op dingen die gedaan moeten worden. Het voeren van een gesprek met mensen die ik matig ken, vind ik lastig. Ik vind het moeilijk om de lijn van een gesprek vast te houden en op tijd inbreng te leveren, wat me onzeker maakt. Aan de ene kant ben ik graag alleen, rustig met mezelf en tegelijkertijd vind ik gezelschap ook heel prettig.”
Hoe ben je bij Boogh terechtgekomen?
“Voor mijn revalidatie kwam ik terecht in de Hoogstraat. Na zeven maanden kreeg ik daar de kans om een nieuwe sport te leren. Ik ging tennissen en ontmoette daar Herma die mij over Booghkring vertelde. Ik nam contact op met Boogh en kon bij Margreet Timmer mijn verhaal kwijt over mijn afgenomen vermogen om overzicht en inzicht te hebben, dat ik mezelf opnieuw moest leren kennen en hoe ingewikkeld dat allemaal voor me was. Margreet meldde me voor ambulante ondersteuning aan bij Professionals in NAH en nodigde me uit voor een bezoek aan de dagrevalidatie bij Boogh in Leidsche Rijn. Een mooie plek, maar niet voor mij: te veel indrukken, te veel geluid, te onrustig. Ik gaf me wel op voor de bijeenkomsten van Booghkring, dat past beter bij me. Eens per maand komen we bij elkaar. De groep is klein en dat bevalt me goed. De bijeenkomst wordt altijd ingeleid door een spreker die iets vertelt over zijn werk of hobby, bijvoorbeeld een architect die samengewerkt heeft met Rietveld, een archeoloog of een wijnkenner. Na de lezing is er tijd voor discussie en wordt er gezamenlijk gegeten. Het is fijn om mensen te ontmoeten die in een herkenbare situatie terecht zijn gekomen en met een leven voor en na hersenletsel om moeten leren gaan. Die herkenning doet me goed, fijn dat je niet alles alsmaar uit hoeft te leggen. De kracht is om elkaar te ontmoeten, te delen en er te mogen zijn in je eigen nieuwe nu.”
Met welk doel ben je gaan fietsen?
reisbelevenissen aan als ze mij samen voor in totaal 1 euro per kilometer zouden sponsoren. Het lukte en in totaal fietste ik 888 euro bij elkaar voor Mama Cash, een organisatie die wereldwijd vrouweninitiatieven ondersteunt. Een jaar later was ik weer terug in Bangkok. Ik fietste naar Cambodja, een reis vol tempels, oerwouden en eeuwenoude boomwortels. Ik bezocht onder andere The Killing Fields en de gevangenis van Phnom Penh. Vervolgens reed ik verder in zuidelijke richting naar Vietnam, waar ik de rivier Mekong de Chinese Oceaan in zag stromen. Om de Mekong-delta over te steken nam ik verschillende pontjes. Zo zette ik mijn reis voort naar Ho Chi Minh City, waar het drukke verkeer op straat om me heen krioelde. Van daaruit vloog ik terug naar Amsterdam. In 2013 maakte ik een tocht van 2600 kilometer. Ik was drie maanden onderweg. Ik fietste van Chiang Mai weer een stuk langs de rivier, het was een prachtige weg, maar wel een met veel grote brokken steen, en vaak ging de weg heuvel op en dan vervolgens racete ik weer heel hard de heuvels af. Via de grensstreek van Laos ging ik naar het midden van Thailand en trapte van daar door naar Singapore, dat helemaal in het zuiden van Maleisië ligt en waar arm en rijk samensmelten. Omdat ik daar geen slaapplek kon vinden heb ik bij een groot busstation op de grond geslapen, met mijn fiets voor me.”
Vera’s fietsroutes; ” het oude jaar uit en het nieuwe jaar in”
“In 2008 besloot ik een maand te gaan fietsen in het zuiden van Thailand. Van Bangkok naar Phuket, maar liefst 1600 kilometer. Klein beginnen, dacht ik, dit kan ik aan, beetje glooiende weg langs de kust. Door tsunamigebied gefietst. Vroeg op, onderweg af en toe de zee induiken en om een uur of vier een slaapplek zoeken. Het viel niet altijd mee om van tevoren goed in te schatten hoever ik die dag zou komen. Een goede ervaring. Ik had de smaak te pakken. 2009 was mijn pensioenjaar. Om te wennen aan mijn werkloos leven ging ik twee maanden fietsen. Ik vertrok eind 2009 naar Thailand. Dit keer startte mijn fietstocht in het noordelijke Chiang Mai en volgde ik de rivier Mekong in zuidelijke richting. Halverwege stak ik de rivier over en fietste ik in oostelijke richting naar Laos. Daar ben ik onder andere in de stad Pakse geweest. Via het Bolaven-plateau met zijn vele woeste watervallen ging ik in zuidelijke richting tot de grens met Cambodja. Van daaruit fietste ik naar Bangkok. In december 2010 vloog ik weer naar Chiang Mai. Deze keer fietste ik rechtstreeks naar Bangkok, een tocht van 888 kilometer. Daar ontmoette ik Sallo Polak die zijn tv-carrière achter zich liet om zijn droom waar te maken. Als 18-jarige deed hij tijdens een wereldreis de belofte aan zichzelf om ooit terug te komen en iets voor de kinderen van vluchtelingen te doen. Inmiddels helpt hij jongeren met giften zodat ze kunnen studeren. Voor mij was het mijn eerste tocht waarvoor ik mij liet sponsoren. Familie, vrienden en kennissen bood ik mijn 21
Wat betekent het fietsen voor de gevolgen van jouw hersenletsel?
“Fietsen voor een goed doel geeft me een fijn gevoel. En voor mij is het ook fijn dat mijn NAH even op de achtergrond raakt. Als ik fiets, hoef ik even niets te weten, kan ik zonder schroom vragen stellen en mensen helpen me onderweg graag. Ze zijn benieuwd naar Nederland, naar sneeuw, naar het onderwijs, op welke leeftijd wij trouwen, kinderen krijgen. Ze willen weten wat voor werk ik doe, vragen of ze mijn haar mogen voelen of mijn huid aan mogen raken. Iedere dag heb ik wel iets bijzonders beleefd. Zo merkt een monnik die met een ritueel bezig is mij op en vraagt waar ik vandaan kom. Als ik “Nederland” roep, is “Amsterdam” zijn antwoord. Uit zijn kwast ontvang ik al fietsend zijn zegen. En een meisje van een jaar of zes wil me in Cambodja een gekopieerde Lonely Planet verkopen. Ik heb dat boek al. De teleurstelling op haar gezichtje is groot. Ik vraag haar met me te gaan eten en ze fleurt helemaal op. Met de kaart in haar hand wijst ze aan wat ze wil.”
Niet eng om na je ongeluk weer op de fiets te kruipen en dan ook nog eens alleen te gaan fietsen in het buitenland?
“Nee, ik weet uit ervaring dat je ook van alles kan overkomen in Utrecht. Tijdens mijn fietstochten heb ik ook al wel wat ongelukjes meegemaakt, maar het grote verschil is wel dat ik daar met een helm op fiets!”
Ga je nog een keer zo’n grote fietstocht maken?
“Ik hoop het wel, waarschijnlijk pak ik eind van dit jaar weer het vliegtuig. Ik ben nog op zoek naar een goed doel. Vanaf 1 euro kan je me sponsoren. Tijdens mijn reis krijg je dan zo om de week een verslagje van mijn belevenissen via mail of facebook toegestuurd. Als je hier belangstelling voor hebt, stuur dan je mailadres naar
[email protected]. Zodra mijn reisplan compleet is, laat ik je weten wat het goede doel is en hoe je je bijdrage kan storten.”
Wil je meer weten over of een bijdrage storten voor het werk van de organisatie van Sallo Polak, ga dan naar http://www.philanthropyconnections.org. 22
Column Prikkels in het openbaar Van mijn zus kreeg ik laatst een uitnodiging om samen uit te gaan eten. Gezellig, maar een avondje uit kan vanwege mijn hersenbeschadiging behoorlijk zwaar zijn. De foto’s op de website van het restaurant bevestigen mijn vermoeden: een markthalachtige ruimte met veel hoge, gordijnloze ramen, een harde vloer en heel veel ijzeren stoeltjes. Mijn gedachten gaan terug naar een paar jaar geleden, toen ik met mijn kinderen op weg was naar Venetië. In de vertrekhal van Schiphol - achter de douane - ging het mis. Ik werd overvallen door het felle licht, de knipperende reclameborden, het onophoudelijke geblaat van de roltrapmevrouw (mind your steps), piepende kofferwieltjes, krassende stoelpoten en het gerammel van kopjes en bestek. Mijn gevoel voor wie en waar ik was, wat ik daar deed en wat ik zou kunnen gaan doen, was van het ene op het andere moment totaal verdwenen. Mijn kinderen zetten me op een stoel en haalden wat te eten. Toen mijn hersens de overkill aan prikkels verwerkt hadden, was er weer ruimte om te bedenken waarom we daar ook alweer waren. Dat werd rennen naar de gate... Daar aangekomen zagen we nog net het vliegtuig van de slurf af de donkere nacht in rijden. Niet leuk. Sensorische integratietraining heeft me in de maanden daarna beter met prikkels uit de omgeving (licht, geluid, beweging) om leren gaan. Niet dat daar het probleem voor goed mee opgelost is, maar ik heb prikkels leren negeren, uitzetten of ik loop er met een grote boog omheen. Voor een restaurant betekent dit bijvoorbeeld een tafel in een rustig hoekje reserveren. Niet te dicht bij de bar, de ingang of de keuken, zodat ik zo min mogelijk last heb van bewegende en pratende mensen, kletterend bestek en geklapper van deuren. En ja, vast heel ongezellig: zodra ik aan tafel zit, blaas ik het flakkerende kaarsvlammetje uit. Obers snappen dat niet en komen dan een voor een in het voorbijlopen de kaars weer aansteken! Wat is wijs? Op de uitnodiging van mijn zus ingaan en de dag erna tollend op de bank doorbrengen of thuisblijven? Maar ja, ik wil er wel graag bij zijn. Met zonnebril op en oordopjes in? Nee, geen optie, dat is niet sociaal en zeker ook voor mij niet zo gezellig. Aan het restaurant vragen of ze voor die ene avond dopjes onder de stoelen willen plakken, zachte vloerbedekking in het restaurant willen leggen en gordijnen op willen hangen, lijkt me - zeker op korte termijn - niet haalbaar. Mijn nichtje die er ook bij zal zijn, studeert Industrieel Ontwerpen in Delft en had het laatst over projectonderzoek naar iets voor de horeca. Ik vraag mijn zus om een tafel in een rustig hoekje van het restaurant te reserveren. En dan vraag ik meteen een plaatsje naast Maxe, dan kan ik het er nog eens met haar over hebben! 23
24