jaargang 3
Confederatie Gespecialiseerde Aannemers
nr. 3 - 2007
AR B EI DSZAKEN KRANT VOOR DE G ES P EC IALI S E ER DE AAN N EM ER In dit nummer
Langere aanvulling voor herbeoordeelden
3 VCA*-
■ Mensen in de WAO die door de herbeoordelingsoperatie van de overheid een lagere of geen WAOuitkering meer krijgen, kunnen voortaan maximaal twaalf maanden een aanvulling krijgen op hun inkomen. Deze periode was maximaal zes maanden. De aanpassing geldt zowel voor mensen die nu al een tegemoetkoming krijgen, als voor nieuwe aanvragen. Minister Donner van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft daarvoor de Tijdelijke Regeling Inkomensgevolgen herbeoordeelde arbeidsongeschikten (TRI) aangepast.
Meer tijd Met deze aanpassing maakt de minister een begin met de uitwerking van de WAO-aanpassingen uit het coalitie-akkoord. Mensen met een WAO-uitkering van wie de TRI binnenkort afloopt zouden dan geen baat hebben van de aanpassingen in het coalitie-akkoord. De aanpassing van de TRI gaat gelijk in en biedt mensen meer tijd voor reïntegratie en goede ondersteuning.
Meewerken Mensen in de WAO kunnen na herbeoordeling hun uitkering verliezen of een lagere uitkering krijgen als blijkt dat zij meer passend werk kunnen doen. Door de TRI krijgen zij nog een periode een aanvulling tot het niveau van hun oude WAO-uitkering. Voorwaarde is wel dat deze (ex-)mensen in de WAO geen recht hebben op een WW-uitkering, of dat die korter duurt dan twaalf maanden. Een andere belangrijke voorwaarde is dat zij meewerken aan het vinden van een baan. De aanpassing van de TRI geldt ook voor mensen met een WAZ-uitkering (zelfstandigen die arbeidsongeschikt zijn) en jonggehandicapten met een Wajong-uitkering.
certificering van start
4 Overheid verzaakt voorbeeldfunctie
8 Samen op weg naar beter bouwen Karl Otter: “Ik durf de stelling wel aan dat zzp’ers de meest gemotiveerde productiemensen van de bouwplaats zijn”
LID BOORINFO HEKELT BEELDVORMING ZZP’ERS
Gedreven door passie voor het vak Een ondernemer zonder personeel is een vakidioot die zijn kennis graag wil uitdragen. Goudzoekers verdwijnen vanzelf; zeker als ze het vak niet beheersen. Wie halfwas zzp’ers werk aanbiedt, moet niet klagen over kwaliteit. Paternalisme is onverdraaglijk. Enkele stevige uitspraken waarmee Karl Otter zijn ergernis onder woorden brengt. Het gaat over vooroordelen en beeldvorming over zelfstandige ondernemers die geen personeel in dienst hebben. In de vorige uitgave van Gazet hebben we het gehad over de soms wat problematische verhouding tussen ondernemers met personeel en zzp’ers, de zelfstandigen zonder personeel. De laatsten hebben een éénmansbedrijf en bieden productiecapaciteit aan waarvan onder meer GA-bedrijven gebruikmaken als ze het met eigen personeel niet meer kunnen bolwerken. Om het dilemma inzichtelijk te maken, zijn twee voorbeelden gegeven die rechtstreeks uit de praktijk genomen zijn.
“Goudzoekers verdwijnen vanzelf; zeker als ze het vak niet beheersen ” Onverbloemd zijn daarbij de pijnpunten in de relatie benoemd vanuit het perspectief van de ondernemer met personeel. Uiteindelijke doel van het artikel: bevorderen van meer ondernemerschap in de houding jegens de zzp’er. Wie in klare taal het gezichtspunt van één partij wil belichten, ontkomt niet aan subjectiviteit. Sterker nog: hij bedient zich van de subjectiviteit om zijn punt helder te krijgen. Dat was ook Karl Otter opgevallen.
“Een beetje te subjectief, naar mijn oordeel. De praktijkvoorbeelden in het artikel geven een wel zeer eenzijdig beeld van de werkelijkheid.” Otter heeft onder de naam Lutra renovatiewerken een betonboorbedrijf dat zich ook bezighoudt met chemische verankeringen. Hij is zelfstandig ondernemer zonder personeel, maar herkent zich op geen enkele wijze in het beeld van zzp’ers dat in het artikel geschetst wordt. “De voorbeelden >> Vervolg op pagina 2
Pemba-regeling afgeschaft ■ Vanaf 1 januari 2008 betalen alle werkgevers die verzekerd zijn bij het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) een gelijke premie voor de lopende WAO-uitkeringen. Momenteel hangt de hoogte van deze premie voor een werkgever nog af van het aantal van zijn werknemers dat in de WAO is gekomen, de zogeheten Pembaregeling. Het wetsvoorstel van minister Donner van Sociale Zaken en Werkgelegenheid dat de afschaffing van de Pemba regelt, ligt in de Tweede Kamer. Verder regelt het wetsvoorstel dat er geen premiedifferentiatie komt voor volledig en duurzaam arbeidsongeschikten in de WIA, de opvolger van de WAO. Het vorige kabinet besloot de Pemba voor de WAO af te schaffen en zo’n regeling niet te treffen voor volledig en duurzaam arbeidsongeschikten in de WIA.
GAzet 3-2007 | 1
“Als je kunt leven met mijn uurtarief hebben we een deal. De rest is flauwekul”
>> Vervolg van pagina 1 geven een karikatuur en bevestigen vooroordelen. Alsof het de gemiddelde zzp’er vooral te doen is om zo snel mogelijk in een bolide van een ton rond te rijden. Ik ken dergelijke lieden niet. Je vindt ze in ieder geval niet in de gelederen van Boorinfo, onze branche vereniging (www.boorinfo.nl) die ook lidvereniging is van Conga. Daar ontmoet ik alleen maar gedreven ondernemers met èn zonder personeel. Net als die anderen, heb ik gekozen voor zelfstandigheid, omdat ik van mijn vak houd. Je hebt een bepaalde visie op het vak en die wil je uitdragen in het werk dat je aflevert. En als je opdrachtgevers kunt vinden, heb je een boterham. Lukt dat niet, dan moet je iets anders verzinnen. Zo simpel ligt het. Als er een categorie halfwas zzp’ers rondloopt met de enige ambitie de wereld in te kijken vanachter het stuur van een fonkelnieuw exemplaar uit de 5 serie van het bekende Duitse automerk, dan komt dat doordat er opdrachtgevers zijn die hen werk verschaffen. Gebeurt dat niet, dan lost het probleem zich vanzelf op. Na drie jaar is voor die gasten de pret sowieso voorbij, want dan staat de belastingdienst op de stoep. Ik begrijp dus het probleem niet zo goed. De GA-klagers hebben zelf de sleutel in handen om misstanden op dit vlak uit de wereld te helpen.”
Veilig werken Karl Otter is nog niet klaar met zijn betoog. Zonder te hoeven nadenken kan hij een profiel schetsen dat een totaal ander beeld oproept van de zzp’er dan er blijft hangen na lezing van het
Colofon Uitgever: Conga (Confederatie Gespecialiseerde Aannemers) Dukatenburg 90-03, 3437 AE Nieuwegein Contactpersoon: Truus Remkes Telefoon: 030-6381938 Fax: 030-6342040 E-mail:
[email protected] Webadres: www.conga-ic.nl Ontwikkeling en realisatie: MCP bv Simonsplein 15, 7001 BM Doetinchem Telefoon: 0314-327523 Contactpersoon: Ad van der Salm Bladmanagement: Jasper Bosman (MCP bv) Telefoon: 0314-327523 Hoofdredactie: Arie Grevers Redactie: Arie Grevers, Henk Stam Eindredactie: Truus Remkes Fotografie: Joke Mulder-Mijdenga Illustraties: Hennie Vaessen, Coert de Boe Vormgeving: Klaas van Wieren, Margreet Hondebrink (MCP Studio bv) © 2007. MCP. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatisch gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Uitgever en auteurs verklaren dat deze uitgave op zorgvuldige wijze en naar beste geweten is samengesteld. Evenwel kunnen uitgever en auteurs op geen enkele wijze instaan voor de juistheid of volledigheid van de informatie. Uitgever en auteurs aanvaarden geen enkele aansprakelijkheid voor schade, van welke aard dan ook, die het gevolg is van handelingen en/of beslissingen die gebaseerd zijn op bedoelde informatie. Gebruikers van deze uitgave wordt met nadruk aangeraden deze informatie niet geïsoleerd te gebruiken, maar af te gaan op hun professionele kennis en ervaring en de te gebruiken informatie te controleren.
2 GAzet 3-2007 |
afhaakt. In dit verband ben ik ook helemaal niet bang voor de Polen. Laat ze maar komen en hier hun bedrijfjes starten. Ze moeten aan dezelfde eisen voldoen als wij en als we een jaar verder zijn nemen ze hetzelfde uurloon. Dat is een kwestie van tijd.”
Geen vaderlijke zorg
artikel uit de vorige Gazet. “De meeste zzp’ers zijn vakidioten. Ze hebben doorgaans fors geïnvesteerd - bij mij gaat dat al snel om enkele tonnen - in de gereedschappen en daar zijn ze dan ook buitengewoon zuinig op. Ze willen alles weten over hun vak. Een tikkeltje eigenwijs misschien, maar wel op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. Maakt niet uit of het nu gaat om de techniek of de wet- en regelgeving op het terrein van persoonlijke beschermingsmiddelen en arbeidsomstandigheden. Velen beschikken zoals ik over VCA 1 en 2. Kom daar bij de gemiddelde werknemer van een aannemer eens om. Ik durf de stelling wel aan dat zzp’ers de meest gemotiveerde productiemensen van de bouwplaats zijn.” De ondernemer uit Apeldoorn zegt te beschikken over voldoende wapenfeiten die deze stelling onderbouwen. “Ik kom op bouwplaatsen waar strikte regels gelden voor het gebruik van persoonlijke beschermingmiddelen. Ik zorg er dus voor dat ik goeie spullen heb en die ook draag. De hoofdaannemer of gespecialiseerde aannemer heeft die ook wel, maar het komt voor dat die gewoon ongebruikt in de keet blijven liggen. En dan krijg je toch een rare situatie op de bouwplaats. Veilig werken is voor ons een tweede natuur. Daar hebben we eigenlijk helemaal geen wetgeving voor nodig. Want als ik van de steiger val, heb ik behalve een gebroken been ook een inkomstenprobleem. Een loondienster zit enkele maanden thuis terwijl hij gewoon doorbetaald wordt.”
Zelfreinigend Dat zijn praktijkvoorbeelden vanuit het perspectief van de zzp’er. Maar dat doet natuurlijk niets af aan de voorbeelden uit het gewraakte zzp-artikel. Die zijn ook direct aan de praktijk ontleend. “Kaf onder het koren heb je overal. Dat geldt ook voor GA-ondernemingen. Er zijn altijd mensen die het minder nauw nemen. Maar dat lost zich vanzelf op. De praktijk is wat dat betreft genadeloos zelfreinigend. Een goudzoeker is geen ondernemer en dat betekent, dat hij bij de eerste de beste tegenstand
In het verlengde van zijn opvattingen over het zelfreinigende vermogen van de markt, hekelt hij de paternalistische houding van menige opdrachtgevende aannemer. “Ze stellen de meest vreemde eisen en vragen naar allerlei documenten, waar ze volgens mij helemaal niets mee te maken hebben. Of, zoals ik in het artikel mocht lezen, je mag tegen een schappelijk prijsje gebruik maken van hun boekhoudkundige programma. Aardig aangeboden, maar daar moet ik dus helemaal niets van hebben. Ik heb weinig behoefte aan vaderlijke zorgen. De verhouding is een puur zakelijke: zij hebben een capaciteitsvraag en die kan ik op vakkundige wijze leveren tegen een bepaald uurtarief. Als je daarmee kunt leven, hebben we een deal. De rest is flauwekul.” Otter toont zich in alles een gemotiveerde en zelfbewuste ondernemer met passie voor het vak dat hij uitoefent. In diverse branches wordt inmiddels een onderscheid gemaakt tussen de zelfstandige zonder personeel
(zzp) en de ondernemer zonder personeel (ozp). Het ondernemersprofiel dat Otter schetst, sluit aan bij wat men verstaat onder een ozp-er. Karl Otter: “Het maakt mij eigelijk niet zoveel uit hoe je het noemt. Ik ben ondernemer met een specialisme. Een erkend specialisme dat een gezicht heeft gekregen door de oprichting van de brancheorganisatie Boorinfo. Een goeie club, die zich inzet voor onze belangen en voor zaken die er echt toe doen. Of je nou personeel hebt of niet, zzp’er bent of ozp’er.”
Winst investeren Karl Otter heeft inmiddels een vaste klantenkring opgebouwd,
die zijn inbreng op waarde weet te schatten. Hij is er kind aan huis en men vraagt advies als het om zijn specialismen gaat. “Daar gaat het mij uiteindelijk om. Je bezit kennis en hebt een visie. En die wil je inzetten en delen. Natuurlijk, ik moet ook aan de kost komen. En dan is een uurloon van vijftig euro helemaal niet overdreven - voor een uurtje werk van een gemiddelde automonteur betaal je toch ook al snel zeventig euro. Echt rijk word ik er niet van. De winst gaat voornamelijk naar aankoop en onderhoud van materieel en niet naar een cabriolet. Privé rijd ik al heel lang in een achttien jaar oude BMW. En ik hoop dat die nog een tijdje meegaat.”
Voor zijn werk rijdt Karl Otter in een custom-build VW LT46, voorzien van een haakarmsysteem met diverse verschillende opbouwen. Zijn privé auto is achttien jaar oud. Dus niks scheuren in een gloednieuwe Mercedes, maar verstandig investeren in een goed bedrijfstransportmiddel!
Minder regels voor buitenlandse dienstverleners Buitenlandse dienstverlenende bedrijven uit de Europese Unie (EU), die in Nederland werknemers willen inzetten, hoeven binnenkort niet langer een kopie van het identiteitsbewijs van deze werknemer te overleggen aan het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI). Dit heeft het kabinet besloten op voorstel van minister Donner van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Tot nu toe moeten dienstverleners wel een kopie van het identiteitsbewijs van deze werknemers aan het CWI overleggen. Dit is een onderdeel van de meldingsplicht, het zogenaamde notificatiesysteem. Het kabinet
heeft ook besloten dat kopieën van een verblijfs- en werkvergunning hier alleen nog maar nodig zijn voor werknemers uit niet EUlanden, de zogenaamde ‘derde landen’. Uiteraard moet er dan in het eigen land van dienstverleners wel een dergelijke vergunningsplicht gelden. Deze situatie doet zich bijvoorbeeld voor bij
Oekraïense werknemers van een Poolse dienstverlener die in Nederland komen werken. Verder worden de regels ook in andere opzichten eenvoudiger. Asielzoekers die stage lopen voor een beroepsopleiding, hebben daarvoor niet langer een tewerkstellingsvergunning nodig. De administratieve lasten worden daardoor verlaagd. Daarnaast sluit het beter aan bij de voorwaarden die gelden voor andere buitenlandse studenten. De ingangsdatum van de maatregelen moet overigens nog worden bepaald.
HOOFDAANNEMERS EISEN BORGING VEILIGHEID PER 1 JANUARI 2008
Traject VCA*-certificering voor GA’s van start Gespecialiseerde aannemers in de bouw met personeel dienen per 1 januari 2008 in het bezit te zijn van het VCA*-certificaat. Wie daar niet aan kan voldoen, loopt het risico door VCA**gecertificeerde hoofdaannemers te worden uitgesloten van opdrachten. VCA is bedoeld voor aannemers (opdrachtnemers, contractors), die bij opdrachtgevers werkzaamheden verrichten die risicovol zijn of waarbij sprake is van risicovolle omstandigheden. Er wordt bij VCA onderscheid gemaakt tussen VCA* en VCA**. De eerste houdt zich bezig met veiligheid op uitvoerend niveau, de laatste ook met beleid, structuur en planvorming rond veiligheid. Het VCA*-certificaat is bedoeld voor bedrijven met minder dan 35 werknemers, die niet als hoofdaannemer optreden. Bij de meeste gespecialiseerde aannemers is dat het geval. De VCA*-checklist wordt in het VGM-systeem (Veiligheid, Gezondheid, Milieu) van het bedrijf opgenomen. Per 1 januari 2008 moeten VCA**-gecertificeerde hoofdaannemers borgen dat hun onderaannemers voldoen aan de eisen van VCA*. Er is nog wel onderzocht of er een ander veiligheidssysteem kon worden geïntroduceerd op het niveau van VCA*, maar dat is volgens coördinator Truus Remkes van Conga onvruchtbaar gebleken. “Het bleek met name moeilijk om een certificerende instantie te vinden die daar een handtekening onder wilde zetten. Bovendien: waarom zou je een nieuw systeem optuigen als je toch op VCA-niveau moet zitten. Dat kost veel geld en moeite.”
Betaalbaar certificeren Om lidbedrijven van Conga behulpzaam te zijn bij het certificeringstraject is een standaard
VCA-Handboek ontwikkeld. Bovendien worden de bedrijven begeleid door middel van workshops en krijgen zodoende inzicht in de eisen van VCA. Zij zijn daardoor goed in staat om de VCA-verplichtingen binnen het bedrijf door te voeren en de procedures te bewaken en indien nodig aan te passen. De bedrijven zijn dus niet meer afhankelijk van een extern deskundige. De kosten van de eigenlijke certificering kunnen zo in de hand worden gehouden omdat de certificerende instelling vooraf kennis heeft genomen van het standaard VCA-handboek en weet dat de bedrijven op professionele wijze in het voortraject zijn ondersteund. Het hele traject bestaat uit het samenstellen van een VGM-Checklist en een VCA*handboek, workshops, individuele begeleiding, een proefaudit en als laatste de eigenlijke certificering. De totale kosten voor het traject inclusief certificering bedragen ongeveer € 2000,- per bedrijf. De eerste groep van ongeveer 15 bedrijven is inmiddels gestart en verwacht wordt dat zij eind september VCA*-gecertificeerd zullen zijn.
NCK en Conga SCM Opleidingen in Roermond zal de bedrijven gaan begeleiden, inclusief de workshops. Conga heeft voor haar leden met het Nederlands Certificatie Kantoor (NCK) in Sliedrecht een contract afgesloten voor de eigenlijke certificering. Het staat Congaleden overigens vrij om voor
‘Druk bezig met uitzetten beleid’ Een van de hoofdaannemers die vanaf 2008 met de wijziging te maken krijgt is Bouwbedrijven Jonge in Landgraaf, onderdeel van Volkert Wessels. KAM-coördinator Ronald Gielissen meldt dat het bedrijf op dit moment druk bezig is beleid uit te zetten. Zo zijn de gespecialiseerde aannemers inmiddels geïnformeerd over het feit dat de VCA* eraan komt. Ook beraadt het bedrijf zich er op wat te doen als er zich per 1 januari GA’s melden die niet gecertificeerd zijn. De reacties uit de markt zijn wisselend. Gielissen: “Er zijn bedrijven die er direct mee aan de gang willen, maar anderen voelen de druk nog niet en denken dat het nog geen vaart loopt. Daarnaast zijn er nogal wat kleine bedrijven voor wie het kostenaspect zwaar meetelt. Voor hen zijn we in overleg met begeleider SCM om te kijken naar alternatieven. Vooral voor bedrijfjes die één of twee mensen in dienst hebben, drukt het op de begroting.” Het Landgraafse bouwbedrijf, met zelf 470 werknemers in dienst, wil de GA’s graag aan zich binden, maar dat moet wel veilig gebeuren, dus met certificaat. Gielissen heeft er overigens vertrouwen in dat dat uiteindelijk ook gaat gebeuren, maar hij verwacht wel een flinke rol van de Conga. “Zij zullen hun leden op hun verantwoordelijkheid moeten wijzen. Bovendien ligt er een rol voor alle grote hoofdaannemers. Pas als zij allemaal dezelfde eisen stellen aan GA’s, kan de introductie van VCA* een succes worden.”
Uiteraard hoeft u na 1 januari 2008 niet de hele dag op de steiger met uw certificaat te lopen zwaaien, maar de hoofdaannemer zal wel van u verlangen dat u kunt aantonen dat u VCA*-gecertificeerd bent
een andere certificerende instantie te kiezen. Daarvan zijn er ongeveer 30. Voordeel van NCK is dat Conga met hen prijsafspraken heeft kunnen maken
over de uitvoering van de controle bij de bedrijven. Bovendien richt NCK zich met name op hetmidden- en kleinbedrijf en daarbij specifiek op de sectoren bouw,
aannemerij en transport. NCK heeft overigens een volstrekt onafhankelijke positie ten opzichte van Conga, SCM en de te certificeren bedrijven.
Certificering onafhankelijk Wat houdt deze onafhankelijke certificering in? Jan-Willem Ottevanger van NCK: “Een certificerende instantie toetst of een bedrijf voldoet aan alle eisen van VCA*. Hiervoor wordt een con-
tract afgesloten voor drie jaar: in het eerste jaar wordt het handboek van het bedrijf beoordeeld en wordt een controle op het bedrijf en op een projectlocatie uitgevoerd. In de twee daaropvol-
gende jaren wordt alleen een bedrijfs- en projectbezoek uitgevoerd. Belangrijk is daarbij dat het bedrijf kan aantonen dat aan de eisen is voldaan. Wanneer tijdens een audit afwijkingen van de norm worden geconstateerd, krijgt het bedrijf altijd maximaal drie maanden de tijd om deze afwijking op te lossen. Bij de eerste audit is het een voorwaarde dat eventuele afwijkingen worden opgelost voordat het certificaat kan worden verstrekt. Dat certificaat is drie jaar geldig. Bij de controlebezoeken na 1 en 2 jaar worden de eisen uit de norm opnieuw gecontroleerd. Wanneer op dat moment een afwijking wordt geconstateerd, heeft men ook weer drie maanden de gelegenheid om dit op te lossen.”
GAzet 3-2007 | 3
VRAAG &ANTWOORD Maandelijks beantwoordt Conga tientallen vragen van leden. Ook niet-leden krijgen met deze rubriek een kijkje in de keuken. Valt een vakantiewerker onder de CAO voor de Bouwnijverheid? Nee, de vakantiewerker valt niet onder de CAO voor de Bouwnijverheid. De vakantiewerker moet minimaal het minimumloon verdienen. Verder heeft de vakantiewerker recht op het wettelijk aantal vakantiedagen (20 vakantiedagen op jaarbasis) en op 8% vakantietoeslag. Hoe oud moet iemand zijn om vakantiewerk te mogen verrichten in de bouwnijverheid? De vakantiewerker moet minimaal 16 jaar zijn. De vakantiewerker mag lichte werkzaamheden verrichten en geen gevaarlijk werk doen. Verder mag de vakantiewerker niet op hoogte werken en geen machines bedienen. Houdt hier ook rekening mee met uw Risico Inventarisatie en Evaluatie (RIE). Mag ik een Poolse timmerman of metselaar inlenen via een Nederlands Uitzendbureau? Van 1 mei 2007 zijn de grenzen geopend voor werknemers uit Polen en andere landen uit Midden- en Oost-Europa die op 1 mei 2004 tot de Europese Unie zijn toegetreden. Het is dus niet meer noodzakelijk om een tewerkstellingsvergunning voor deze groep werknemers aan te vragen. De Poolse werknemers hebben wel recht op toepassing van het Nederlands recht en de afspraken die zijn gemaakt met de uitzendsector in de CAO voor de Bouwnijverheid (artikel 91 en bijlage 15). Zij hebben dus dezelfde rechten als de Nederlandse uitzendkracht. Let op: veel Polen worden met name door buitenlandse uitzendbureau’s als zzp’er aangeboden. Wij adviseren u om goed te controleren of deze Poolse zzp’ers aan alle voorwaarden voldoen. Er worden namelijk veel Poolse zzp’ers aangeboden die niet beschikken over o.a. de volgende belangrijke documenten: • Inschrijving KvK thuisland of Nederland • VAR WUO – Belastingdienst (Heerlen). • BTW-nummer
Ook een vraag? Mail hem! Het woud aan regels wordt steeds dichter. Ziet u ook even door de bomen het bos niet meer en heeft u een vraag over bijvoorbeeld wetgeving, arbo, de cao of reïntegratie? Mail de vraag dan aan Conga (
[email protected]) en laat uw collega’s in de branche meeprofiteren van het antwoord. Een helder antwoord vindt u in de eerstvolgende editie van Gazet. Leren van elkaar, dat is ondernemen!
4 GAzet 3-2007 |
PIM DE RIDDER (NVK): “NOODZAAK REGELGEVING BETER UIT TE LEGGEN ALS MINISTERIES MEEDOEN”
Overheid verzaakt voorbeeldfunctie Het ouderwetse leuren. Categorisch afwijzen van participatie in convenant arbeidsomstandigheden. De beperkte taakopvatting van de Arbeidsinspectie. En zo nog een paar van die zaken. De overheid laat volgens Pim de Ridder forse steken vallen. Hij verwacht het goede voorbeeld, maar ziet het tegenovergestelde. “Een voorbeeld. We zitten met de partners op het ministerie van Sociale Zaken aan tafel om afspraken te maken over convenant arbeidsomstandigheden. Behalve de Conga zijn de vakbonden en Bouwend Nederland van de partij. Ook de architecten zijn uitgenodigd, want een steekhoudend arbobeleid begint aan de tekentafel. Bovendien vertegenwoordigen zij de private opdrachtgevers. Deze dragen immers de verantwoordelijkheid voor een goede risicoanalyse en -evaluatie. Maar, wie ontbreekt? Precies, de opdrachtgevende overheid zelf, in casu het ministerie van Vrom, waaronder Rijksgebouwendienst valt. Een ander loket dan Sociale Zaken. Voor ons aanleiding voor een uitnodiging aan het adres van Vrom om deel te nemen aan het overleg. Daar kwam geen enkele reactie op. Ook na een herhaald verzoek wordt niet thuis gegeven. Ik vind dat eigenaardig. Wij moeten onze achterban uitleggen hoe we op een goede manier gestalte kunnen geven aan de arbeidsom-
standigheden en de overheid verzaakt zijn voorbeeldfunctie op dit punt. Ze willen kennelijk geen bindende afspraken maken over de eigen verantwoordelijkheden. Dat valt - op zijn zachtst gezegd moeilijk te rijmen. Terwijl de Rijksgebouwendienst beslist wat kan opsteken in het gremium dat voor het convenant bijeenkwam. Onze bedrijven merken dat bijvoorbeeld als ze onderhoud moeten plegen aan kitvoegen op plaatsen waar je eigenlijk niet bij kunt komen. Dan is er volgens ons in de ontwerpfase niet goed nagedacht over de arbeidsomstandigheden.” Leuren Pim de Ridder, secretaris van de Nederlandse Vereniging van Kitverwerkende bedrijven (www.nvkit.org), is voor de Conga afgevaardigde geweest bij het overleg over het arbo-convenant. En hij vindt dat het voorbeeld niet op zich staat. Keer op keer laat de overheid na een voorbeeldfunctie te vervullen waar dat juist zo voor de hand ligt. “Zo zou het toch op de weg van de overheid liggen leurgedrag tegen te gaan. Maar de praktijk geeft een ander beeld. Op overheidsprojecten wordt de hoofdaannemer geen strobreed in de weg gelegd om te gaan leuren nadat hem een project is gegund. Gewoon domweg het ouderwetse leuren. Dus eerst met de scherpe prijzen van de GA’s een project in de wacht slepen om dan vervolgens nog eens een keer de markt op te
Pim de Ridder: “Ik bepleit flexibilisering van de werktijden voor de ambtenaren van de Arbeidsinspectie”
gaan voor het onderste uit de kan. Ik vind, dat de overheid daar best een daad kan stellen en zeggen: ‘zo gaan we niet met elkaar om. De GA’s die meegeschreven hebben, gaan ook door na gunning.’ In België heb je zo’n systeem. We hebben deze kwestie natuurlijk ook aangekaard bij de informateur in de aanloop naar de vorming van dit kabinet. We hebben hem gevraagd de kans te pakken en nu een cultuurslag te maken. En we zullen niet nalaten de overheid erop te wijzen dat ze ook op dit punt een voorbeeld dienen te geven waar de markt zich in positieve zin aan spiegelen kan.” Vrijspel op zaterdag Enigszins vergelijkbaar is de praktijkervaring met de Arbeidsinspectie. Die is alles behalve voorbeeldig. “Ja, dat vind ik. Onze bedrijven
houden zich doorgaans keurig aan de voorschriften. De inspecteurs komen dan langs in hun werktijden en constateren dat dat het geval is. Wat ik wil zeggen: het is een tamelijk zinloze exercitie om bonafide bedrijven te controleren of ze wel voldoen aan de voorschriften. Want, wanneer en door wie worden de veiligheidsregels met name overtreden? Ja precies: in het weekend en door de zwartwerkers. Maar dan zie je de inspecteurs niet. Ik bepleit dus flexibilisering van de werktijden voor de ambtenaren van de Arbeidsinspectie.” En zo kan Pim de Ridder nog wel even doorgaan te wijzen op lacunes in wat volgens hem een primaire taak is van de overheid: het goede voorbeeld geven. “Dat zou toch enorm helpen om de burger te overtuigen van de noodzaak van naleving van de opgelegde regels.”
Overlijden Conga secretaris Mr. R.M.M.G. van Bergen
Op 26 april 2007 is, totaal onverwacht, overleden Mr. R.M.M.G. van Bergen, secretaris van de Confederatie Gespecialiseerde Aannemers (Conga) en van de vereniging AVM, HHD, VNV, VOGA, MKB-Bouw en MKB-infra. Van Bergen was de drijvende kracht achter het samenwerkingsverband van alle brancheorganisaties in de GA-sector. Met zijn zeer lange ervaring in de bouwsector, was hij van onschatbare waarde voor de gespecialiseerde aannemers en hun organisaties. Begonnen als secretaris van het
KNOV, één van de voorgangers van MKB-Nederland, waar hij gedurende 13 jaar onder meer verantwoordelijk was voor de belangenbehartiging van de brancheorganisaties in de Bouw, keerde van Bergen, na enkele jaren de directie te hebben gevoerd van het College van Belastingadviseurs, terug in de Bouw. Daar legde hij de grondslag voor het samenwerkingsverband (Conga) van de verschillende brancheorganisaties in de GA-sector. Conga is als koepelorganisatie in de afgelopen jaren snel gegroeid en telt inmiddels 8 brancheorganisaties. Een andere grote verdienste van Van Bergen was, dat hij erin slaagde een samenwerkingsovereenkomst te sluiten tussen Conga en de brancheorganisaties Ondernemersorganisatie MKB-Bouw en de Vereniging van Infrabedrijven MKB-Infra. Als secretaris van genoemde organisaties ontpopte Van Bergen zich als onvermoeibaar voorvechter van het beter op de bouwkaart zetten van de GA. Dat de positie van de GA-sector juist de laatste jaren sterk is verbeterd, is voor een niet onbelangrijk deel zijn verdienste.
Arbeidsinspectie alert op kwartsstof ■ De Arbeidsinspectie is bezorgd over de risico’s die bouwvakkers lopen door het inademen van de kankerverwekkende kwartsstof. Uit onderzoek van Stichting Arbouw, een arbo-instituut voor de bouw waarin werkgevers en werknemers samenwerken, bleek vorig jaar dat 100.000 bouwvakkers last hebben van stof. Ongeveer 10.000 van hen lopen serieus gevaar door blootstelling aan kwartsstof. Inademen van te hoge concentraties kwartsstof kan leiden tot ademhalingsproblemen, longziektes en kanker. De Arbeidsinspectie gaat tot half oktober controleren op ruim zeshonderd bouwplaatsen of werknemers voldoende worden beschermd tegen de risico’s van de zeer fijne stof die vrijkomt bij het frezen, slijpen en schuren van baksteen, natuursteen
of gasbeton. Bovendien bekijkt ze de komende maanden of de afspraken uit het Arboconvenant in de praktijk worden toegepast. Zo moet vrijkomend stof bij bepaalde werkzaamheden worden weggezogen of worden vermengd met water. Gasbetonblokken moeten weer met een speciale blokkenschaar op maat worden geknipt. Bouwvakkers dienen ook mondkapjes met een speciaal filter te gebruiken als zij bijvoorbeeld gevels schoonspuiten.
LID-ORGANISATIES BREIDEN SERVICE EN LEDENVOORDELEN STERK UIT
BAAS&BEDRIJF
Ongeval versnelt ontwikkeling richting ondernemerschap
Vakmensen zelf opleiden Wie de website van het familiebedrijf Takkenkamp bv in Zelhem bezoekt, www.takkenkamp.com, kan kiezen tussen de Nederlandse taal en de Duitse taal. Die keuzemogelijkheid lijkt te wijzen op internationale activiteiten van de gebouwschilspecialist.
Gerlach (links) en Rick Takkenkamp
Maar de omzet - bijna tweederde in restauratie/onderhoud/renovatie, de rest nieuwbouw - wordt bijna uitsluitend in Nederland gerealiseerd. Waarom dan toch de informatie over het bedrijf ook in het Duits aangeboden? Dat heeft volgens Gerlach Takkenkamp een topografische achtergrond. “Ons bedrijf ligt niet ver van de grens. Op tachtig kilometer afstand begint het Ruhrgebied, zeg maar gerust: de Randstad van het westelijk deel van Duitsland. Daar ligt dus potentie. Op dit moment is het echter niet erg interessant om werk over de grens aan te nemen. Maar goed, je weet maar nooit hoe het balletje in toekomst rolt. Per slot van rekening hebben we in de jaren zestig en zeventig wél hele goede zaken gedaan bij onze Oosterburen. Om die reden houden we de Duitse deur op een kier.”
veertig - ben ik van de steiger gestapt en heb me toegelegd op het ondernemerschap. Wat ik er voorheen in de avonduren een beetje bij deed management, beleidsvisie ontwikkelen en acquisitie - werd vanaf die tijd mijn hoofdtaak. En toen ging alles in rap tempo. Ik wil niet beweren dat het zonder het ongeval niet zover gekomen was, maar het heeft in ieder geval de boel in een stroomversnelling gebracht. We hebben ons ontwikkeld van puur productiebedrijf voor voegwerken tot een onderneming die de totale gebouwschil aanpakt en marktpartijen op dat punt adviseert. Het dienstenpakket is uitgebreid met kozijnherstel en een stukje metsel- en schilderwerk. Er is flink geïnvesteerd in materieel. Nieuwe bedrijfsauto’s kwamen en het steigerwerk hebben we nu helemaal in eigen hand.”
Vanaf zijn veertiende Gerlach Takkenkamp heeft twee jaar geleden het stokje overgedragen aan zijn zoon Rick, de derde generatie Takkenkamp. Gerlach heeft na veertig jaar een punt gezet achter zijn carrière, die nog niet helemaal teneinde is, want hij houdt intensief contact. Zijn werkzame leven begon overigens al op zijn veertiende. Toen stonden ze nog met zijn tweeën aan de muur; nu werken 75 mensen bij het bedrijf. Wat is er intussen gebeurd?
Groei “Een langzame en gestage groei, die - vreemd genoeg - een extra impuls kreeg nadat me een ernstig verkeersongeval overkomen was. Ik ben toen bijna een jaar uit de running geweest en had alle tijd van de wereld om na te denken over de toekomst en de richting van het bedrijf. Toen - ik was
Stuk voor stuk vaklieden Ook certificering (VCA, KOMO en ISO) hebben volgens de oud-directeur bijgedragen aan het succes. En niet in de laatste plaats prijst hij zich gelukkig met een gemotiveerde club medewerkers. “Stuk voor stuk vaklieden, waarvan het merendeel door
“Ongeval heeft ontwikkeling richting ondernemerschap versneld” onszelf is opgeleid. We hebben een aantal gediplomeerde leermeesters in dienst die altijd wel enkele leerlingen onder hun hoede hebben. En alle medewerkers maken elk jaar gebruik van de twee opleidingsdagen. Dat is bij ons verplicht. Alleen zo kunnen we het niveau vasthouden en voldoen aan de eisen van onze certificaten.”
Conga biedt zekerheid en rugdekking Vanaf het begin van de jaren negentig is de overheid stelselmatig de sociale zekerheid aan het ontmantelen en de verantwoordelijkheden en risico’s aan het overdragen aan de werkgever. De consequenties zijn dat werkgevers geconfronteerd worden met een woud aan regels, onduidelijke financiële risico’s en een onoverzichtelijke markt. In het midden- en kleinbedrijf groeit daarom bij werkgevers de behoefte aan een deskundige partij die hen op weg helpt bij de gewijzigde regelgeving, die bovendien de financiële risico’s inzichtelijk en beheersbaar kan maken en de vele producten op elkaar af kan stemmen. Leden van allerlei branches verwachten daarom steeds meer toegevoegde waarde van hun brancheorganisatie. Collegiaal contact en collectieve belangenbehartiging is niet meer voldoende, maar leden gaan steeds meer op zoek naar financiële en administratieve voordelen. Bovendien dienen die voordelen toetsbaar te zijn. Dat geldt uiteraard ook voor Conga. Daarom hebben de bij Conga aangesloten organisaties voor de leden een flink servicepakket samengesteld, dat bestaat uit: • Ledenbulletins/website: deskundigheidsbevordering en informatieverstrekking; • Bijeenkomsten: saamhorigheidsgevoel/contacten met collega’s; • Telefonische helpdesk: hulp bij vragen/problemen; • Onderscheidend vermogen: kwaliteitslabels/garantieverklaringen; • Branche-arrangementen: inkoopvoordelen/ledenvoordelen.
lopen nog door tot 31 december 2008. Voor Conga-leden is een korting bedongen die varieert tussen 5 en 7,5% op de basisverzekering en tussen 10% en 15% op de aanvullende verzekeringen. Arbeidsongeschiktheid Speciaal voor de DGA en de zelfstandige is er een mantelovereenkomst met de Goudse gesloten. De leden krijgen op dit zeer uitgebreide product een korting van 12,5%. Integraal pakket verzuimloket Het integrale verzuimloket-pakket behelst ook administratieve en financiële afstemming. Werkgevers geven bij één loket, de arbodienst, de personeelsgegevens door, inclusief de ziekmeldingen. De salarisen personeelsmutaties worden éénmaal per jaar aan de verzekeraars doorgegeven voor de aanpassing van de polis. De zieke werknemers worden direct gemeld voor de schade-uitkering. Door deze administratieve koppeling kan de werkgever volstaan met één melding. De ziekmelding wordt door de verzuimmanager begeleid en deze zorgt voor een adequaat reïntegratieproces. De verzuimmanager zorgt ook voor de financiële afstemming tussen werkgever, inkomens- en zorg-ver-
Belangstelling? Wordt lid! Alleen leden van de bij de Conga aangesloten organisaties kunnen gebruik maken van het pakket dienstverlening en de bijbehorende ledenvoordelen. Heeft U belangstelling voor het lidmaatschap, dan kunt u een informatiepakket aanvragen bij één van de organisaties. Hun gegevens vindt u op de laatste pagina van deze GAzet.
zekeraars. Op dit moment wordt er met diverse partijen gesproken om dit model in te vullen. De partijen waarmee gesproken is - de bestaande verzekeraars waar een overeenkomst mee loopt - zijn enthousiast en onderschrijven het hierboven beschreven model.
Nog meer voordeel Op dit moment onderhandelt de heer Olthof van Meeus met verzekeraars om te komen tot Congaraamovereenkomsten voor een CAR-verzekering, Pensioen DGA en een WGA-verzekering. In de nabije toekomst wordt de ledenservice nog verder uitgebreid met onder meer websites (abonnementskosten en webontwerp), incasso, rechtsbijstandverzekering, kilometerregistratie (black box), mobiele telefonie en autoverzekering.
Verzuimloket en VCA* Inmiddels zijn twee branchearrangementen tot stand gebracht, te weten het verzuimloket (pilot, invoering 1 januari 2008) en het VCA*-project (zie ook pagina 3). Over het verzuimloket zijn inmiddels de volgende ontwikkelingen te melden: Ziekengeld Er bestaat een mantelovereenkomst met Cordares Verzekeringen. Deze overeenkomst loopt nog een paar jaar, maar Cordares heeft op verzoek van ons inmiddels toegezegd een aangepast voorstel uit te brengen. Er loopt een onderzoek of er naast Cordares Verzekeringen een tweede verzuimmantel gesloten kan worden. Er worden gesprekken gevoerd met de Amersfoortse, de Goudse en Nationale Nederlanden. De uitgangspunten voor een mantelovereenkomst zijn een transparante premiestelling, een korting voor leden en een aantal bouwspecifieke voorwaarden, zoals de werkgeverslasten. Zorg De Conga heeft drie mantels op het gebied van Zorg. Drie verzekeraars die mede op basis van de regionale spreiding, premiestelling, naamsbekendheid en kwaliteit geselecteerd zijn. Deze overeenkomsten
Vereenvoudiging Werkloosheidswet Het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) zal de tijdelijke doorbetaling van loon en andere aanspraken van een werknemer van een failliet bedrijf beëindigen als deze weer aan het werk gaat.
betaling van loon en andere aanspraken, zoals vakantiegeld en pensioenpremies, als hun werkgever failliet is of om andere redenen niet meer kan betalen. Het wijzigingsvoorstel heeft betrekking op dit deel van de WW.
Hervat de werknemer het werk parttime, dan eindigt de doorbetaling voor het aantal uren dat iemand werkt. Op voorstel van minister Donner van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft de ministerraad ermee ingestemd de Werkloosheidswet (WW) in deze zin te vereenvoudigen. De maatregel zorgt voor minder uitvoeringskosten voor het UWV en minder administratieve lasten voor bedrijven waar deze werknemers weer aan de slag gaan. De WW biedt - naast de uitkering bij werkloosheid - werknemers een tijdelijke garantie op door-
Als iemand weer aan het werk gaat, moet het UWV nu inkomensgegevens opvragen bij de nieuwe werkgever om het loon te verrekenen met de uitkering. Dat hoeft straks niet meer. In 2006 kregen circa 25.000 mensen loon doorbetaald, van wie er naar schatting 5.000 tijdens deze uitkering weer aan het werk kwamen. De regeling geldt maximaal 13 weken voor het opzeggen van de dienstbetrekking. Tijdens de opzeggingstermijn is doorbetaling maximaal 6 weken gegarandeerd. Deze termijnen blijven gelijk.
GAzet 3-2007 | 5
“Je geeft mensen verantwoordelijkheden waarvoor ze opleiding en ervaring missen”
FAILLIET GAAN IS EEN HEL, MAAR DE RASONDERNEMER KAN ER OOK WAT VAN OPSTEKEN
Leer uzelf kennen
Wie durft te praten over zwarte bladzijden uit de geschiedenis van zijn onderneming is een moedig ondernemer. René Gommers (links) is er zo één. Hij ging failliet, maakte een analyse en begon opnieuw. Raadsman Wil van den Broek stond hem terzijde. Een goed gesprek over het faillissement. En tips ter voorkoming. Augustus 2005. Er is schijnbaar nog niks aan de hand. René Gommers, directeur van de Gommers Bouwgroep uit Nijmegen, gaat met zijn gezin op vakantie. Nog nooit zo vakantie gevierd merkt zijn vrouw nog op. Meestal is er op het allerlaatste moment nog wel wat te regelen of zo. Maar
mensen, voor je klanten en voor je leveranciers. De directe aanleiding van het faillissement was duidelijk. Dat ging om een totaal verkeerd ingeschatte, (te) ingewikkelde dakdekkersklus. Maar als ik in het verleden wat andere keuzes gemaakt had, waren de gevolgen daarvan te overzien geweest.”
“Om te redden wat er nog te redden viel heb ik toen privé kapitaal ingezet. Konden we weer even vooruit. Maar uiteindelijk was er geen houden meer aan” deze keer niet. Dus zonder zorgen genieten van zon, zee en strand. Dat blijkt echter de bedrieglijke opmaat voor wat er in de maanden onmiddellijk na die fijne weken gebeurde. In snel tempo stapelden de problemen zich op, wat na drie maanden uitmondde in het definitieve faillissement van de gehele groep. Alle drie de onderdelen, het dakdekkers-, installatie- en het bouwbedrijf, moesten de poorten sluiten. Hoe kon het gebeuren dat een gezonde onderneming, die met 75 medewerkers de jaren voorafgaande aan het debacle nog prachtige cijfers liet zien, plotseling in de problemen kwam? “Die vraag heeft mij natuurlijk enorm beziggehouden. Niet in de laatste plaats om het gevoel dat je gefaald hebt. Voor je eigen
6 GAzet 3-2007 |
Rasondernemer René Gommers is inmiddels weer uit het dal geklommen en leidt opnieuw een bedrijf onder zijn eigen naam dat zich met dezelfde activiteiten bezighoudt als het bedrijf dat in 2005 op de fles ging. Weliswaar op een wat bescheidener schaal met een personeelsbestand van hooguit 25 man. “Ja, dat is één van de eerste lessen die ik getrokken heb. Ik ben het soort ondernemer dat graag zelf de touwtjes in handen houdt. En dan zit er een grens aan wat je nog kunt overzien. Groeien kan, maar niet zonder een professioneel managementteam dat afgestemd is op de behoeften van de onderneming.” Het besluit om opnieuw te starten is volgens Gommers’ raadsman Wil van den Broek van Poelmann Van
den Broek advocaten uit Nijmegen verstandig geweest. “René is een rasondernemer, die niets liever doet dan zijn eigen zaak runnen. Zijn faillissement is het resultaat van een paar verkeerde beslissingen en een ongelukkige samenloop van omstandigheden. Dan zeg ik: zo snel mogelijk herstarten. Stap naar de curator en koop je eigen failliete boedel op. Je hoofd staat er misschien niet naar en het kan lastig zijn een kredietverstrekker te vinden. Maar als je een doorstart ambieert, is dat de meest verstandige beslissing. Je kunt dan het onderhanden werk afmaken met nieuwe contracten waarin overigens wel dezelfde voorwaarden staan als in de oude. Verder kun je de vaste klanten blijven bedienen, enzovoort. Als je aarzelt, ben je de vaste klanten kwijt, hebben je beste mensen inmiddels een andere baan en is de investering vele malen hoger.” Foute beslissing Nog even terug naar die fout ingeschatte klus en de verkeerde keuzes in het verleden. Wat is daar nog meer over te vertellen en wat is ervan geleerd? Gommers: “Vooropgesteld dat het achteraf natuurlijk altijd gemakkelijk praten is, zijn er toch op een aantal punten aanwijsbare fouten gemaakt. Dan moeten we even een stukje terug in de geschiedenis. Het bedrijf is 33 jaar geleden op-
gericht door mijn vader. Hij hield zich vooral bezig met installatietechniek voor corporaties. Het bedrijf ging over in handen van mijn broer; hij heeft een forse slinger gegeven aan het bitumineuze dakdekken. Nadat hij veel te jong gestorven is, ben ik in het bedrijf gestapt. Dat was eind jaren tachtig. Ik had inmiddels een behoorlijke bagage: MTS-bouwkunde met diploma aannemer b&u en een ruime ervaring als calculator.” Rond 1985 kwamen de eerste timmerlieden in dienst, die aanvankelijk wat onderhoudswerkzaamheden deden in het verlengde van de overige activiteiten. In de loop der tijd ontwikkelde de bouwpoot zich mede dankzij omvangrijke stadsvernieuwingsprojecten tot een volwaardige onderneming. De jaren negentig zijn de jaren van gestage groei en in 2000 besluit René in overleg met zijn toenmalige accountant alle activiteiten onder te brengen in één bv. De Gommers Bouwgroep bv is een feit. “Al onze activiteiten onder één paraplu. Dat vond ik wel een goede marketinggedachte. Met die onderneming kun je dan zo ongeveer alles aan wat er bijvoorbeeld in een doorsnee renovatieproject om de hoek komt kijken. Gewoon lekker helder met één aanspreekpunt voor opdrachtgevers.” “Niet verstandig geweest”, oordeelt Wil van den Broek. “De oorzaak van het faillissement lag bij het dakdekkersbedrijf. De andere twee waren gezonde poten en deze werden nu meegetrokken doordat alle activiteiten in één onderneming waren ondergebracht. Je doet er verstandig aan de risico’s te spreiden. Onbegrijpelijk overi-
gens dat de toenmalige accountant geen tegengas gegeven heeft.” Overschrijding loonkosten 2005 was dus het jaar van het onheilbrengende project. “Het ging om een aanbesteding van een dak dat uit zes lagen is samengesteld. Een complex dak, waarvan de feitelijke moeilijkheidsgraad niet goed af te lezen was uit bestek en tekeningen. Dat bleek vooral tijdens de uitvoering. Allemaal ambachtelijk handwerk. Dat kost tijd, veel tijd. Zeker drie keer zoveel als we hadden begroot. Een overschrijding op loonkosten van bijna vier ton. Bij de hoofdaannemer hoef je niet aan te kloppen. Grote bouwondernemingen hebben de boel helemaal dichtgetimmerd, daar is geen speld tussen te krijgen. Om te redden wat er nog te redden viel heb ik toen privé kapitaal ingezet. Konden we weer even vooruit. Maar uiteindelijk was er geen houden meer aan.” Wil van den Broek: “Twee belangrijke opmerkingen zijn hier op zijn plaats. Steek nooit privé kapitaal in een zinkend schip. Dat is weggegooid geld en in alle gevallen onverstandig. Ik begrijp wel dat je alles wilt doen om de onderneming te redden. Het is per slot van rekening een beetje je kindje. Je bent er emotioneel bij betrokken. Op dit punt kan de partner van de eigenaar/directeur een belangrijke rol spelen. Want, voor zo’n overboeking van privé naar zaak moet de partner toestemming verlenen. Volgens Burgerlijk Wetboek art 1:88 is dat zelfs een vereiste. Als zij het hoofd koel houdt en niet parafeert, blokkeert ze de overboeking en voorkomt misère aan het thuisfront.
Hoe voorkom je faillisement? Faillissementen zijn niet uit te bannen, maar je kunt volgens mr. Wil van den Broek wel de kans verkleinen dat je de poorten vroegtijdig moet sluiten. Een aantal tips lijken open deuren, toch ziet de raadsman in zijn beroepspraktijk maar al te vaak dat het stukloopt op juist die vanzelfsprekende zaken. Groeien is goed, maar laat het management wel meegroeien. Probeer nooit uw zinkend bedrijf te redden met privé kapitaal. Voorkom gelijksoortige opdrachtgevers. Spreid risico’s en breng verschillende bedrijfsactiviteiten onder in aparte bv’s . Maak een reële inschatting van wat u aankunt. Overweegt u een herstart? Doe dat dan direct na het faillissement. Vertrouwen is goed. Vertrouwen gebaseerd op inzicht, overzicht en controle is beter. Schrijf niet in op werk dat te complex is en waarover u onvoldoende gegevens krijgt aangereikt. Maak af en toe tijd vrij om achterover te leunen en eens van een afstandje naar uw bedrijf te kijken. Werk continu aan ondernemerschap en overschat uw eigen capaciteiten nooit. Leer uzelf als ondernemer kennen. Meer info: www.poelmannvandenbroek.nl
De tweede opmerking betreft de inschrijving op het werk. Wees uiterst voorzichtig als je van tevoren al weet dat het een ingewikkeld karwei wordt. Vraag nadere details of een 3D-uitwerking. Zorg er in ieder geval voor dat je helemaal begrijpt wat je begroot. Laat desnoods de calculatie controleren door een extern bureau. Of zie af van inschrijving als je geen inzicht kunt krijgen; ook al staat zo’n besluit haaks op het karakter van de ondernemer. Die wil immers zoveel mogelijk werk uitvoeren en voelt zich uitgedaagd door een project dat een beroep doet op het vakmanschap. De meeste ondernemers zijn geneigd tot overschatting van de eigen mogelijkheden. Mijn advies: maak een reële inschatting van wat je aankunt.” René Gommers: “De groei van de onderneming was zo vanzelfsprekend dat je helemaal niet stilstaat bij het feit dat er best eens een kink in kabel kan komen. Als alles voor de wind gaat, denk je dat je met je team ook alles aankunt. Je
“De meeste ondernemers zijn geneigd tot overschatting van de eigen mogelijkheden” geeft mensen verantwoordelijkheden, waarvoor ze opleiding en ervaring missen. Dat gaat allemaal zo vanzelfsprekend, want er gaat immers nooit iets verkeerd?! Zo kon het dus gebeuren dat mijn bedrijf geleid werd door een team dat te licht was voor die taak. Ikzelf incluis; ik had mijn handen vol aan acquisitie en onderhouden van contacten. Veel te weinig tijd om overzicht te behouden en controle uit te oefenen. Dat komt nu niet meer voor.” Gelouterd De zaken gaan weer goed. René Gommers heeft de verschillende activiteiten ondergebracht in afzonderlijke bv’s. De orderportefeuille is gevuld; een goede mix van werken in onderaanneming en direct voor de principaal. En natuurlijk voert hij weer dakdekkerswerk uit voor de grote hoofdaannemers. Maar met de nodige voorzichtigheid. “Als je bij die jongens als laatste nog aan tafel zit, dan weet je dat er twintig anderen duurder waren dan jij. Op dergelijke werken is nauwelijks winst te behalen. Ik wil te allen tijde voorkomen dat ik afhankelijk wordt van de grote bouwbedrijven. Dat wil zeggen dat ik streef naar een gemêleerd opgebouwde klantenkring. Woningcorporaties, particuliere opdrachtgevers, bouwbedrijven uit de mkb-sfeer en dan kan daar best een hoofdaannemer tussenzitten uit de Nederlandse top vijf. Dus ook op dit punt beoog ik een stukje risicospreiding.” Gommers heeft door het faillissement veel opgestoken. In die zin is die periode een belangrijke fase geweest in zijn ondernemerschap. “Iedereen die failliet gaat, moet door een hel, maar als je doorpakt, kom je er als gelouterd ondernemer uit. Een ondernemer die dichter bij zichzelf staat.”
COLUMN
Liefde maakt blind
Rechtbanken bieden mediation Sinds 1 april van dit jaar bieden alle rechtbanken in Nederland mediation aan. Dat is een vorm van bemiddelen, waarbij een verschil van mening of een geschil via uitpraten en onderhandelen wordt opgelost. In de praktijk blijkt dat vaak veel beter te werken dan een gang naar de rechter. De mediator wordt door de partijen gezamenlijk benoemd. Elke mediation vindt plaats op basis
van vrijwilligheid en vrijblijvendheid van alle daarbij betrokkenen. Niemand is verplicht tot mediation. Een geslaagde mediation wordt afgesloten door de ondertekening door de partijen van een vaststellingsovereenkomst. Daarin wordt de gezamenlijk bereikte overeenstemming vastgelegd. Het grote voordeel van mediation boven rechtspraak (naast de kosten) is het feit dat de partijen die een geschil hebben zelf de oplossingen aandragen, en
niet opgelegd krijgen. Vaak moeten partijen door met elkaar. Mediation opent dan weer de weg voor samenwerking. Mediatiors zijn overigens niet in dienst van de rechtbank. Wanneer de partijen voor mediation kiezen, schakelt de rechtbank een mediationbureau is. De eerste afspraak volgt vaak binnen enkele weken, de hele doorlooptijd is gemiddeld slechts zeven weken. Meer informatie is te vinden op www.mediationnaastrechtspraak.nl
Andere regels voor werken in België ■ Sinds 1 april van dit jaar moeten alle buitenlandse werkgevers en buitenlandse zelfstandigen die in België willen werken zich vooraf melden bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.
Steeds meer Poolse starters Het aantal Polen dat in Nederland een bedrijf opzet, neemt explosief toe. Vorig jaar was sprake van 3350 Poolse startende ondernemers. Ten opzichte van het jaar daarvoor betekent dat een stijging van 30 %. In 2003 waren er slechts 190 startende Polen. Eén en ander blijkt uit Startersprofiel van de Kamer van Koophandel. De meeste Polen beginnen een bouwbedrijf. Vorig jaar
begonnen 90.000 allochtone en autochtone personen een nieuw bedrijf. Bijna een op de drie starters is een vrouw. De gemiddelde leeftijd van de startende ondernemers was vorig jaar 37 jaar. Overigens begonnen niet alleen veel Polen in de bouw. In totaal werden er vorig jaar ongeveer 16.000 bouwbedrijven opgericht. Dat is een stijging met meer dan een derde ten opzichte van het jaar daarvoor. Veel mensen beginnen een klussenbedrijf.
Deze verplichting is opgenomen in de wet Landenoverschrijdend Informatiesysteem ten behoeve van Migratie Onderzoek bij de Sociale Administratie (LIMOSA). België wil met deze nieuwe wet de eerlijke concurrentie bevorderen en het zwartwerken tegengaan. De buitenlandse ondernemer of de zelfstandige die zich niet aanmeldt, riskeert een boete die ligt tussen de € 500,- en € 2500,-. Het aanmelden kan elektronisch via de website www.socialsecurity.be. Naast de aanmeldingsprocedure is ook meer informatie te vinden over bovengenoemde wet en andere regelgeving omtrent het werken in België. Als de aanmelder de vragenlijst heeft ingevuld, krijgt hij een ontvangstbewijs. Dit bewijs moeten de ondernemer en de werknemers altijd bij zich dragen, zodat ze kunnen aantonen dat er is aangemeld. De aanmelding geeft naast informatie over de buitenlandse ondernemer ook informatie over de activiteiten, de plaats waar de activiteiten plaatsvinden en voor welke opdrachtgever de werkzaamheden worden verricht. Verder moet worden vermeld welke werknemers er komen werken en voor welke periode.
Onlangs werd mij gevraagd mee te denken in een, naar snel bleek, zeer trieste situatie. Het begon allemaal enkele jaren geleden. Vader had min of meer genoeg van alle beslommeringen van zijn bouwbedrijf. Zijn zoon leek de ideale opvolger. Het was het begin van het einde. Om elke schijn van bevoordeling te voorkomen werd aan een accountant gevraagd de waarde van de aandelen vast te stellen. Deze accountant stelde de waarde vast op € 400.000. En zo verkocht de ‘Holding van vader’ de aandelen aan de ‘Holding van zoon’. De Holding van de zoon bleef de koopsom schuldig. Door de plotseling optredende ‘slechte economie’ kon deze BV al snel niet meer aan haar rente- en aflossingsverplichtingen voldoen. En toen stond vader voor een keuze: Moet ik invorderingsmaatregelen nemen of probeer ik het bedrijf (lees: mijn zoon) te helpen? Vader hielp zijn zoon. Hij vertelde zijn zoon dat zijn BV de rente en aflossing niet meer hoefde te betalen. Hij ging zelfs nog verder. Om acties van de bank en de crediteuren te voorkomen liet vader zijn Holding garant staan voor de schulden van het bedrijf. Maar het bleek vergeefs. Het economische tij keerde niet en uiteindelijk klopten de bank en de crediteuren bij de Holding van vader aan. De Holding van vader kon niet anders dan de schulden (€ 700.000) te betalen. Vader dacht dat hiermee de schade geleden was. Niets bleek minder waar. Een jaar later kwam de fiscus bij hem langs. Er werden één grote fout geconstateerd. De fiscus vond dat de Holding van vader niet zakelijk heeft gehandeld. In feite was de garantstelling en het kwijtschelden van de koopsom ingegeven door vader uit liefde voor zijn zoon. Hierdoor mocht de Holding van vader de betaling uit hoofde van de garantstelling (€ 700.000) én de niet inning van de koopsom voor de aandelen (€ 400.000) niet ten laste van haar fiscale resultaat brengen. Bovendien was door de onzakelijkheid volgens de fiscus sprake van een winstuitdeling met een aanslag van € 275.000 als gevolg. Door de hoge belastingaanslagen moest vader uiteindelijk ook nog eens een pand dat hij in privé bezat te gelde maken. Een hard gelag uiteraard. Als buitenstaander kun je je afvragen wat vader hier nu eigenlijk fout heeft gedaan. Veel vaders zullen de neiging hebben hun zoon te willen helpen. Maar soms gaat die neiging te ver. Dan is het beter eerst met een fiscalist te praten.
Mr. F.J. Kerkhof Fb Alfa Accountants en Adviseurs te Wageningen
[email protected]
GAzet 3-2007 | 7
Reageren? Heeft u vragen of opmerkingen over onderwerpen uit deze krant? Stuur uw reactie naar Conga o.v.v. GAzet, Dukatenburg 90-03, 3437 AE Nieuwegein, of per e-mail naar:
[email protected]
GA en ontwerper samen op weg naar beter bouwen Architect Quanjel weet het zeker. De bouwkundig ontwerper zal in de nabije toekomst steeds vaker een beroep doen op kennis en inzicht van de GA. Daartoe is het wel noodzakelijk dat men elkaars wereld leert kennen. Er staat een bijzonder interessant interview met architect Emile Quanjel in Gevel & Dak journaal nummer 2-2007. Het gaat over de samenwerking tussen architect en gespecialiseerde aannemer. Op dit moment praat de GA niet mee in de ontwerpfase van een bouwproject. Een ongewenste situatie, vindt Quanjel. Want juist de GA’s beschikken over praktische kennis van product, materiaal en detaillering. Kennis die je nog nauwelijks aantreft bij hoofdaannemer, doordat deze zich opwerpt als projectmanager/regisseur. Een soort veredelde portier, die aangeeft wanneer de verschillende GA’s de bouwplaats op kunnen. Logistiek en organisatie zijn z’n disciplines. Voor de inhoudelijke techniek moet je niet meer bij hem zijn. In dat perspectief is het dus raar dat de hoofdaannemer vaak betrokken wordt bij de ontwerpfase en de GA
niet. Wil je een echte efficiëntieslag maken, dan moet je die situatie dringend veranderen, aldus Quanjel. Volgens hem is hij beslist niet de enige architect die daar zo over denkt. De behoefte aan input van de mensen die het gebouw uiteindelijk maken is groot. De Conga is blij met steun uit de hoek van de ontwerpers voor een visie op beter bouwen die ze zelf al jaren uitdraagt. Ook in de Gazet hebben ondernemers uit de achterban de kwestie met enige regelmaat aan de orde gesteld. Want zij lopen in de praktijk vaak aan tegen detailleringen die niet te maken zijn of die je beter niet kunt maken.
Nadat hij met roken was gestopt, was Eelco toch wel ettelijke kilootjes aangekomen. Zijn vrouw waarschuwde hem met enige regelmaat, dat hij zijn voedingspatroon beter in de gaten moest houden. Ze had natuurlijk volkomen gelijk. Hij kon nu weer kilometers fietsen, zonder buiten adem te raken. Maar om nu te gaan werken aan dichtslibbende aderen en oververhitte hartkleppen, kon ook niet de bedoeling zijn. Toch vond Eelco het allemaal verdraaid ingewikkeld worden. Pakweg 15 jaar geleden kon hij zijn afspraken met relaties nog probleemloos nakomen. Tegenwoordig was hij al blij, dat de ochtendspits niet automatisch overging in de avondspits. Onlangs voerde hij nog het volgende mobiele telefoongesprek: “Hallo Kees. Ja, ik had over een half uurtje bij je zullen zijn, maar dat kun je wel vergeten. Ik sta hier op de dijk Lelystad-Enkhuizen en er is zojuist een ongeluk gebeurd. Ja, de hele boel staat muurvast. Nee, ik weet niet hoe lang het gaat duren. Wat? Of ik kan keren? Voorlopig geen schijn van kans. Ja, als het mogelijk is, doe ik dat natuurlijk. Kan ik altijd nog over Almere en Amsterdam rijden. Of misschien over Emmeloord, Joure en de Afsluitdijk. Ik zal eens wat met TomTom gaan pielen. Ja, reken er maar op, dat het gauw 3 uurtjes later wordt. Dag Kees.” Soortgelijke gesprekken voert Eelco tegenwoordig met enige regelmaat.
Boorinfo B.V. is een snelgroeiende brancheorganisatie voor betonboorbedrijven met als doel een landelijk netwerk van samenwerkende betonboorbedrijven te realiseren. Goede bedrijfsvoering is meer dan alleen vakmanschap. Informatie: De Meerpaal 5 6916 DE Tolkamer Tel.: (0316) 54 74 57
[email protected] www.boorinfo.nl
HHD
Architect Emile Quanjel: “De behoefte aan input van de mensen die het gebouw uiteindelijk maken is groot”
Broodje pomp
Boorinfo
Bovatin De Bond van Aannemers van Tegelwerken In Nederland (Bovatin) richt zich op belangenbehartiging voor de leden, met veel aandacht voor het bevorderen van hun vakbekwaamheid en economische zelfstandigheid. Leden kunnen verder terecht voor individueel advies. Informatie: Postbus 85 7460 AB Rijssen Tel.: (0548) 53 85 05
[email protected]
Inlevingsvermogen Quanjel vindt het hoog tijd dat we werken aan een sfeer waarin het volstrekt normaal wordt dat de architecten een beroep gaan doen op de GA’s. Over en weer vergt dat
AVM Het doel van de Algemene Vereniging van Metselwerken (AVM) is belangenbehartiging in de ruimste zin van het woord. Op dit moment wordt de prioriteit gelegd bij de maatschappelijke, financieel-economische, juridische, zakelijke en gezondheidsbelangen. Informatie: Dukatenburg 90-03 3437 AE Nieuwegein Tel.: (030) 603 27 97
[email protected] www.avmmetselwerken.nl
begrip van elkaars denk- en werkwijze. Een belangrijke stap op weg naar meer begrip is de ontwikkeling van een database waaraan hij werkt; een gegevensbestand waarbij
bouwpraktijk en ontwerp in elkaar grijpen. Het bouwdeel dak staat als eerste op de agenda. Met dank aan Gevel & Dak journaal
COLUMN MIKE MORTEL Soms is het een ongeluk en soms is het ‘gewoon’ een verkeersinfarct zonder duidelijke oorzaak. Zeker 3 keer per week kan hij zijn huiselijke avondmaal wel vergeten. Hij luistert naar de aardige jongens en meisjes van de verkeersinformatie en hoort dat het ‘iets’ drukker is dan normaal en dat er 420 kilometer aan files staat. Op ‘zijn’ traject komt dat neer op 26 kilometer. Eelco vraagt zich af, of je van dit soort dagelijkse berichten ook een maagzweer kan oplopen. Zoals het er nu uitziet, schiet het avondeten erbij in en wordt het toch weer een ‘broodje pomp’. Ook zal hij de restanten van de ettelijke koppen koffie van vandaag toch ergens moeten lozen en wordt het dus een korte stop bij een tankstation. Hij wil namelijk niet het risico lopen, als wildplasser te worden opgepakt. Hij had dit jaar al 4 prenten te pakken van de fanclub van Koos Spee. De dieseltank gevuld van zijn auto met roetfilter en na de sanitaire handelingen te hebben verricht, spoedt Eelco zich naar de gekoelde rekken, kiest 2 broodjes ‘Bacon and Eggs’ en een halve liter melk. Even verder lagen de kroketten en frikandellen achter het glas, zij aan zij, in een kartonnen bakje. Eelco aarzelde een ogenblik, maar met ijzeren zelfbeheersing passeerde hij die bruine lummels, zonder ze nog een blik waardig te gunnen en rekende af. Hij gunde zichzelf nog een kwartiertje op de parkeerplaats, zette een cd op van Bruce Springsteen en gaf zich volledig over aan zijn ‘broodjes pomp’ plus zijn halve liter uit de witte motor. Het ging erop lijken dat het vandaag een ‘vroegertje’ zou worden en dat hij voor de eerste keer deze week zo rond de klok van 9 uur thuis zou zijn. En dat wegrestaurant? Daar ging hij in het weekend wel met zijn vrouw heen. Dan was het rustiger op de weg en konden ze er ook de tijd voor nemen. Hij vreesde dat het ‘broodje pomp’ niet meer was weg te denken uit zijn dagelijkse leven.
Het Hellende Dak (HHD) is een landelijk opererende vereniging voor bedrijven die zijn gespecialiseerd in het aannemen en uitvoeren van daken die worden voorzien van hellende bedekkingen. HHD werkt nauw samen met de Stichting Opleiding Hellende Daken. Informatie: Dukatenburg 90-03 3437 AE Nieuwegein Tel.: (030) 634 34 54
[email protected] www.hhd.nl
NVK
De Nederlandse Vereniging van Kitverwerkende bedrijven (NVK) behartigt de belangen van ondernemers die (bijna) uitsluitend op professionele wijze kitten verwerken. De belangenbehartiging beslaat een breed terrein. Informatie: Postbus 41 1483 ZG De Rijp Tel.: (0299) 68 26 12
[email protected] www.nvkit.org
VNV
De Vereniging Nederlandse Voegbedrijven (VNV) maakt zich sterk voor de kwaliteit van voegwerk, een duidelijke juridische positie van haar leden ten opzichte van opdrachtgevers en een goede en gedegen opleiding. Informatie: Dukatenburg 90-03 3437 AE Nieuwegein Tel.: (030) 638 19 38
[email protected] www.vnv-voeg.nl
VOGA Het Verbond Ondernemers Gespecialiseerde Aanneming (VOGA) is een landelijk opererende vereniging voor betonstaalverwerkende bedrijven. Om het belang en de kennis over wapeningsstaal onder de aandacht te brengen, werkt VOGA nauw samen met de RBW, VEST en NSPB in de Stichting Promotie Wapeningsstaal - SPW. Informatie: Dukatenburg 90-03 3437 AE Nieuwegein Tel.: (030) 638 19 39
[email protected] www.voga.nl
VSB
De Vereniging van Steiger-, Hoogwerk- en Betonbekistingsbedrijven (VSB) vertegenwoordigt naar opdrachtgevers, overheden, instellingen en organisaties de belangen van de leden. De vereniging bepleit een rationeel en realistisch beleid, dat de leden in staat stelt om hun slagkracht te behouden. Informatie: Postbus 190 2700 AD Zoetermeer Tel.: (079) 353 12 66
[email protected] www.vsb-online.nl
8 GAzet 3-2007 |