Projectverslag en nazorgplan
Gedeelde verantwoordelijkheid ‘Samen Doen! In Aalburg’ In opdracht van:
Wijk en Aalburg
Samantha van Breugel
[1571998]
[
[email protected]]
Voorwoord De afgelopen maanden is gewerkt aan het project gedeelde verantwoordelijk, ook wel ‘Samen Doen!’. In dit verslag zullen de verschillende fasen worden doorlopen waarin een overzicht is gemaakt van de activiteiten en werkzaamheden en de bijbehorende resultaten. In de loop van de tijd is toegewerkt naar een symposium voor inwoners. Waar het symposium een inspirerende avond was en waar, zoals aangegeven in de pers, ‘het vuurtje brandt’, is het van belang dat dit vuurtje ook blijft branden. In het nazorgplan wordt in kaart gebracht hoe het vervolg van het project zal worden opgepakt. Hierin worden enkele aanbevelingen gedaan om een goede voortgang van het project te verzekeren en zijn enkele praktijkvoorbeelden uitgewerkt waarmee het project een vervolg zal krijgen.
Samantha van Breugel
2
Inhoudsopgave 1. Voorbereiding .......................................................................................................................... 4 2. Realisatie ................................................................................................................................. 5 2.1 Brainstormbijeenkomsten medewerkers ..................................................................................... 5 2.2 Van gedeelde verantwoordelijkheid naar ‘Samen Doen!’ ............................................................ 5 2.3 Praktijkvoorbeelden en do’s and don’ts ....................................................................................... 6 2.3.1 Wetenschappelijke aanbevelingen ........................................................................................ 7 2.3.2 Praktijkvoorbeelden ............................................................................................................... 7 2.3.3 Algemeen ............................................................................................................................... 8 2.4 Brainstormsessies dorpsraden en sleutelfiguren.......................................................................... 8 2.5 Persconferentie ............................................................................................................................. 9 2.6 Symposium .................................................................................................................................... 9 2.7 Vervolg van het project ............................................................................................................... 10 2.7.1 Initiatieven ........................................................................................................................... 11 2.7.2 Samenwerkingsverband Regio Eindhoven .......................................................................... 11 3. Monitoren en bijsturen ........................................................................................................... 11 4. Nazorg.................................................................................................................................... 12 4.1 Aanbevelingen............................................................................................................................. 12 4.1.1. Algemeen ............................................................................................................................ 12 4.1.2 Intern ................................................................................................................................... 12 4.1.3 Communicatie ...................................................................................................................... 13 4.2 Praktijkvoorbeelden en mogelijkheden ...................................................................................... 13 4.2.1 Gele kaarten-project ............................................................................................................ 14 4.2.2 Sociale databank .................................................................................................................. 14 4.2.3 Tot slot ................................................................................................................................. 15
3
1. Voorbereiding In 2012 werden in de gemeente Aalburg al de eerste stappen genomen tot het project ‘gedeelde verantwoordelijkheid’, onder leiding van burgemeester Fons Naterop. Dit vanuit de wens van de burgemeester om de leefbaarheid te verbeteren door taken uit het publieke domein uit te zetten naar de samenleving in het kader van gedeelte verantwoordelijkheid. Daarbij werden ook regelmatig de bezuinigingen genoemd als oorzaak voor het tot stand komen van het project. Waar het project vorig jaar echter niet van de grond kwam, was de wens vanuit de burgemeester groot en is gezocht naar een samenwerking om het project deze keer wel van de grond te krijgen. Om het project daadwerkelijk vorm te geven zijn in de voorbereidende fase een aantal stappen doorlopen. Zo is een projectopzet opgesteld waarin na het vaststellen van de huidige stand van zaken onder andere de probleemstelling en het gewenste resultaat zijn geformuleerd. Van hieruit is de projectopdracht verder gespecificeerd in de volgende opdrachten: 1. Brainstormbijeenkomsten met medewerkers van de gemeente Aalburg. 2. Inventarisatie van goede praktijken elders. 3. Praktische uitwerking en concretisering van de mogelijkheden tot ‘samenredzaamheid’. 4. Organisatie van een symposium / inspiratiebijeenkomst binnen de gemeente Aalburg voor burgers en maatschappelijke instellingen. 5. Nazorgplan over verder vorm geven van dit project en toepassing in de praktijk en mogelijkheden vertalen in acties. In de voorbereidende fase is tevens de projectgroep gevormd. Deze bestaat naast mijzelf uit de volgende personen: Begeleidingsgroep gemeente Aalburg Naam Dhr. Fons Naterop
Mw. Anita Hilbink Dhr. Kees Noorloos
Functie Burgemeester, bestuurlijk aanspreekpunt en initiatiefnemer Hoofd sector Grondgebied, ambtelijk aanspreekpunt Gemeentesecretaris Beleidsmedewerker Welzijn en projectleider, sector Inwoners Hoofd sector Inwoners Communicatieadviseur
Insidean: kennisinstituut Naam Mw. Dr. Asha Nagesser
Functie Mede-oprichter Insidean, ondersteuning symposium
Dhr. Henri Gelevert Dhr. Bas Duijster Mw. Anne-Marije Edeleman
Universiteit van Tilburg, studenten Bestuurskunde Naam Daisy van de Kleut Master bestuurskunde UvT Jonne de Boer Master bestuurskunde UvT Harold van de Velde Master bestuurskunde UvT Bati Goedhart Master bestuurskunde UvT Robert van Nunen Master bestuurskunde UvT
4
2. Realisatie Gedurende het project is met de projectgroep aan diverse projectactiviteiten gewerkt.
2.1 Brainstormbijeenkomsten medewerkers In januari is gestart met een drietal brainstormsessies met allerlei medewerkers vanuit de gemeente Aalburg. Daarbij is gekeken naar de verschillende taken en producten vanuit de gemeente waarbinnen mogelijk kansen liggen voor inwoners om zelf een grotere rol te gaan spelen. Voor deze brainstormsessies is gebruik gemaakt van een inspiratiedocument. Uit de drie bijeenkomsten is naar voren gekomen dat inwoners over het algemeen al heel actief zijn en zich vrijwillig inzetten voor de samenleving. Toch zijn er zeker verschillende kansen waarbij de burger zich nog meer kan inzetten wanneer gekeken wordt vanuit de taken van de gemeente. Met name groenvoorziening, speeltuinbeheer, veiligheid, buurtpreventie en gladheidbestrijding werden door de medewerkers gezien als mogelijke taken waarbinnen de burger een grote rol kan gaan spelen. Maar ook minder voor de hand liggende taken zijn voorgesteld: denk aan pre-mediation, het bemiddelen bij kleine burenruzies of andere juridische zaken, het betrekken van de burger bij de gemeentelijke website en kleine activiteiten als het zelf bijvullen van hondenpoepzakjes. Waar de ideeën nu nog vooral vanuit de gemeente zelf komen, is de vraag of dit wel is wat de burger wil. Tijdens deze gesprekken is dan ook benadrukt dat de gemeente niet te veel moet invullen voor de burger. Er moet juist ook gekeken worden waar de kansen liggen, wanneer gekeken wordt vanuit de burger zelf.
2.2 Van gedeelde verantwoordelijkheid naar ‘Samen Doen!’ Bij het van start gaan van het project werd tijdens enkele eerste brainstormsessies al snel duidelijk dat het project vanuit de gemeente werd gezien als een plan waarbij taken en verantwoordelijkheden vanuit de gemeente deels naar de burger worden overgedragen. Dit in het kader van de bezuinigingen. Hierin zijn enkele veranderingen van essentieel belang geweest voor een goede voortzetting van het project. Waar de bezuinigingen inderdaad gezien kunnen worden als een van de oorzaken die hebben geleid tot opzetten van dit project, heeft het verleden al geleerd dat deze bezuinigingen naar de burger toe niet moeten worden benoemd, noch worden ontkend. De bezuinigingen zijn namelijk alleen van belang voor de overheid zelf, maar niet voor de burgers. De eerste reacties uit de praktijk waren dan ook dat inwoners al onroerendezaakbelasting (OZB) betalen en dan ook verwachten dat de gemeente allerlei werkzaamheden in de wijk zal verrichten, denk bijvoorbeeld aan groenonderhoud. Waarom zouden zij zelf de handen uit de mouwen gaan steken? Maar er is meer. De ontwikkelingen van de laatste jaren laten zien dat er een verandering heeft plaatsgevonden, gekeken naar de relatie tussen de burger en de overheid. Waar de overheid zich eerst nog beperkte tot informeren, kwam vanaf de jaren zestig het recht op meedenken steeds meer naar voren. Gekeken naar de laatste ontwikkelingen wordt, in het kader van gedeelde verantwoordelijkheid, van de inwoners een nog grotere betrokkenheid verwacht. Door de burger een grotere rol te geven binnen de maatschappij, wordt niet alleen de betrokkenheid vergroot, ook krijgen bewoners de kans zich te ontwikkelen en kan de leefbaarheid van de wijk verbeterd worden (Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, 2012). Niet alleen intern, ook voor de inwoners zelf vraagt het project ‘Samen Doen!’ om een zekere ‘cultuuromslag’. Waar inwoners gewend zijn dat alles voor hen geregeld wordt, vindt een verandering plaats naar een situatie waarin de inwoners eerst zelf aan zet zijn: ‘Wat vinden we, wat willen we en hoe gaan wij dat oplossen?’ (Insidean, 2013).
5
Vanuit bovenstaande ontwikkelingen en na afloop van de medewerkers brainstormsessies is met de projectgroep dan ook gesproken over het benaderen van de inwoners uit de gemeente Aalburg. Waar de benaming ‘gedeelde verantwoordelijkheid’ vrij abstract is wordt daarbij tevens al snel de link gelegd met bezuinigingen. Gezocht is naar een juiste vertaling van waar het project precies om gaat, op een wijze die voor burgers meer aanspreekt. Een vertaling van gedeelde verantwoordelijk naar ‘Samen Doen!’, waarbij wordt ingespeeld op de ervaringsdeskundigheid van de inwoners zelf. ‘Jullie weten toch veel beter wat er speelt in de wijk?’ Samen met de studenten uit Tilburg is dan ook de volgende tekst opgesteld: Wat houdt het in? De titel zegt het al: ‘Samen DOEN in Aalburg!’ Natuurlijk gebeurt er al heel veel in Aalburg. Denk bijvoorbeeld alleen al aan de vele vrijwilligers die onze dorpen rijk zijn. De gemeente wil graag aansluiten bij deze betrokkenheid en de kansen aangrijpen om samen projecten uit te voeren. Kortom, de kracht van inwoners benutten. Dit wordt ook wel ‘gedeelde verantwoordelijkheid’ genoemd. In de praktijk blijkt het niet altijd even logisch te zijn dat inwoners betrokken worden bij plannen van de gemeente. Dit vergt ook een andere rol voor ambtenaren om inzet van inwoners voor hun eigen dorp te stimuleren. Het is aan inwoners, buurtverenigingen, ambtenaren, bestuurders, dorpsraden, kerken en vrijwilligers om na te denken over zaken die samengedaan kunnen worden. Dus niet alleen samen nadenken, maar ook samen doen! Waarom doen we dit? Uit de praktijk blijkt dat inwoners uit Aalburg heel goed in staat zijn om zich actief in te zetten voor zaken die het eigenbelang overstijgen. Inwoners zijn er ervaringsexpert in hun eigen woon- en leefgebied. Dat maakt het niet meer vanzelfsprekend dat de gemeente alles zelf moet doen. Natuurlijk blijven er altijd formaliteiten die een gemeente moet blijven doen, zoals het uitgeven van een rijbewijs of een paspoort. Maar er zijn ook zaken die inwoners met behulp van de gemeente samen kunnen doen. Denk bijvoorbeeld aan IDOP, een dorpsontwikkelingsplan die al in vier kernen ontwikkeld is. Niet alleen wordt er gezamenlijk nagedacht over het plan, maar ook de uitvoering wordt samen gedaan. Dit heeft grote voordelen voor inwoners én de gemeente. Alleen ga je snel maar samen kom je verder! Wie doen er aan mee? Iedereen! Het is dus niet iets van alleen de gemeente of alleen de inwoners. Dat is de kracht van dit idee: samen DOEN. Met studenten van de Tilburg University en de Hogeschool Utrecht werkt de gemeente toe naar een symposium op donderdag 21 maart 2013. In de tussentijd gaan wij de dorpen in om te horen welke onderwerpen u van belang vindt om samen te doen. Iedereen komt aan bod: buurtverenigingen, ambtenaren, dorpsraden, inwoners, kerken en vrijwilligers. Tijdens het symposium hopen we dat we gezamenlijk een aantal projecten kunnen benoemen die inwoners en de gemeente samen gaan uitvoeren. Kortom, ‘Samen Doen!’ vraagt om een omslag in de manier van denken. Vanuit de gemeente is dat om niet langer zelf te bedenken wat burgers wel zelf kunnen gaan doen, maar de ideeën van onderop laten komen. Wat willen burgers zelf en waar geven zij zelf in aan dat zij dat op kunnen pakken?
2.3 Praktijkvoorbeelden en do’s and don’ts Naast een vertaling om het project voor burgers interessant te maken, is gezocht naar tips en do’s en don’ts rondom gedeelde verantwoordelijkheid om het project op een juiste manier op te pakken. Gekeken is hierbij naar wetenschappelijke publicaties, maar ook naar voorbeelden uit de praktijk.
6
2.3.1 Wetenschappelijke aanbevelingen Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) benadrukt in de publicatie ‘Een beroep op de burger’ de verantwoordelijkheid en trots en eigenaarschap van de burger. Zij raden aan burgers te laten kiezen in plaats van ‘keuzes’ die worden opgelegd door de overheid (Veldheer, Jonker, Noije, & Vrooman, 2012). Dit sluit aan bij het besluit dat is genomen tijdens de brainstormsessies. De Raad voor het openbaar bestuur (Rob) geeft in het rapport ‘Loslaten in vertrouwen’ met name enkele aanbevelingen voor politiek en bestuur, en ambtenaren. Zo zouden politiek en bestuur met name sturing moeten geven, waarbij de kennis en ervaringen van de burgers nodig zijn om maatschappelijke doelstellingen te bereiken. Publieke taken moeten daarbij worden losgelaten. Voor de ambtenaren ligt de nadruk voortaan op communicatie, een nieuwe manier van denken en een veranderende rol: meer loslaten, faciliteren en stimuleren, en dus minder regisseren en reguleren (Raad voor het openbaar bestuur, 2012 ). Tenslotte geeft de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid aan meer vanuit burgers gedacht moet worden en burgers vertrouwen moeten krijgen door vanuit de overheid ruimte te bieden. Een probleem wat nu vaak nog zichtbaar is zijn de negatieve beelden die beleidsmakers hebben van burgers en hun geloof in de beperkte vaardigheden (Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, 2012). 2.3.2 Praktijkvoorbeelden Een drietal voorbeelden uit de praktijk geven aan dat gedeelde verantwoordelijkheid ook in de praktijk heel goed mogelijk is. Onder andere in Rotterdam en Breda wordt al buurtpreventie toegepast. Energie en ideeën van bewoners worden daarbij ingezet en staan centraal. Om buurtpreventie in goede banen te leiden, is een intensieve investering in het beginstadium nodig om voor een snelle verzelfstandiging te zorgen. Ook een centraal buurtcontactpersoon, de zogenoemde ‘stadsmarinier’ is nodig om voor duidelijkheid te zorgen. Tenslotte nog wordt medewerking verwacht van de politie en daarbij een klantgerichte benadering: ‘wat wil de buurt dat ik doe’, en, ‘waar kan ik hen in ondersteunen?’ (Gemeente Breda, 2012). Een ander voorbeeld is buurtbemiddeling. Al in meer dan 160 gemeenten worden vrijwilligers getraind waarna zij ingezet kunnen worden bij kleine ruzies als muziek-, stank-, en huisdieroverlast. Vaak wordt gezocht naar een neutrale bemiddelaar, bijvoorbeeld iemand uit een ander dorp of andere wijk (Jansen, Meijer, & Bongers, 2010). Vervolgens nog groenonderhoud, een voorbeeld dat ook binnen de gemeente Aalburg als eerste onderwerp werd benoemd waarbij inwoners deels verantwoordelijkheid kunnen nemen. In de gemeente Epe maakt de gemeente het voor burgers, dorps- en buurtverenigingen en commerciële partijen mogelijk om openbaar groen te onderhouden en in te richten. “De reden dat burgers willen participeren in het onderhoud van openbaar groen is meestal het feit dat de inwoner een hoger onderhoudsniveau haalt dan de gemeente met haar beperkte budget. Verder leidt deze vorm van participatie tot een woon- en leefomgeving die voldoet aan de specifieke behoeftes van de betrokken straat, buurt of wijk.” (Gemeente Epe, 2011) Aangeraden wordt om daarbij spelregels op te stellen om de kwaliteit te waarborgen en mogelijk ook een win-win situatie te creëren.
7
Ook in de gemeente Waalwijk, een gemeente op zo’n 12 kilometer afstand van Wijk en Aalburg, is adoptiegroen mogelijk. Daar worden burgers aangesproken met het bericht over hoe ze vinden dat hun straat eruit ziet. Kan het beter? Dan bestaat de mogelijkheid om zelf gemeentelijk groen te onderhouden. De gemeente wil hiermee de betrokkenheid stimuleren van bewoners bij hun woonomgeving. Om de kwaliteit te waarborgen heeft de gemeente Waalwijk een aantal voorwaarden opgesteld. Zo moeten er minimaal drie personen een verzoek tot groenonderhoud indienen en hier actief in meewerken, en zijn bewoners zelf verantwoordelijk voor het afvoeren van afval. Kosten tot €12,50 per m2 kunnen worden betaald uit het wijkbudget (Gemeente Waalwijk, 2013). Binnen de gemeente Aalburg zal gekeken kunnen worden welke voorwaarden hiervoor opgesteld worden en welke passend zijn voor de gemeente. Tijdens de brainstormsessies werd al het idee geopperd om de medewerkers buitendienst in te zetten als coach voor de bewoners. Bij bovenstaande praktijkvoorbeelden wordt inderdaad aangegeven dat deze medewerkers mogelijk ingezet kunnen worden om vaktechnische begeleiding te geven bij de keuze en wijze van onderhoud van het groen. 2.3.3 Algemeen Tenslotte nog zijn enkele algemene aanbevelingen gedaan. Zo is het belangrijk dat zowel intern als extern eenzelfde boodschap wordt uitgedragen. Het benoemen van bezuinigingen wordt afgeraden, daarentegen is aangegeven dat het indien toch benoemd dit ook niet ontkend of bevestigd moet worden. Al deze bevindingen zijn door de studenten gepresenteerd tijdens een bijeenkomst met de gehele werkgroep. Ook intern is tijdens verschillende vergaderingen en overleggen binnen diverse afdelingen en met het managementteam deze boodschap verspreid middels een presentatie. Het is duidelijk dat het nog veel tijd zal vergen voor de gehele organisatie deze manier van denken zal overnemen, maar het begin is er en de eerste medewerkers zijn om.
2.4 Brainstormsessies dorpsraden en sleutelfiguren Na het maken van een vertaling van het project richting de inwoners zijn afspraken gemaakt met de dorpsraden en sleutelfiguren uit verschillende dorpen: Eethen, Genderen, Meeuwen, Veen en Drongelen. Waar in de overige twee dorpen, Babyloniënbroek en Wijk en Aalburg nog gewerkt wordt aan het opzetten van een dorpsraad, is besloten deze twee dorpen bij de voorbereiden de gesprekken nog buiten beschouwing te laten. Bij de gesprekken is na een korte voorstelronde verteld over het project ‘Samen Doen!’, met als input de tekst die eerder is opgesteld. Gevraagd is daarna aan de aanwezigen welke beelden zij hadden bij het project, wellicht vanuit de media. Tijdens deze gesprekken werd duidelijk dat waar iedereen eerst wat sceptisch is, na een duidelijke uitleg al snel meer begrip ontstaat voor het project en er vele ideeën zijn over hoe hier vorm aan gegeven kan worden. Wel is duidelijk dat er verschillenden waar te nemen zijn binnen de verschillende dorpen. Zo zijn in Veen de mensen door de week veelal van huis en bestaat er een mentaliteit vanuit de gedachte ‘zeg me wat het kost en doe het’ in plaats van de schouders eronder. In Meeuwen bleek uit het gesprek dat de kleine gemeenschap al erg actief is in het doen van vrijwilligerswerk. Zij gaven echter aan wel open te staan voor het overdragen van taken. In Drongelen en Eethen werd weer anders gereageerd op het project. In Eethen werd aangegeven dat er al heel veel gebeurd en dat de grens al bereikt is, waar in Drongelen de mensen juist heel graag dingen zelf willen doen, maar de gemeente hen in hun ogen juist tegenwerkt. Genderen bleek het meest actieve dorp van de vijf. Zij willen heel graag werken aan het verbeteren van de leefbaarheid van de wijk en vinden het geen enkel probleem om daarvoor zelf de handen uit de mouwen te moeten steken.
8
2.5 Persconferentie Om in de aanloop naar het symposium over gedeelde verantwoordelijkheid op 21 maart het project al de nodige publiciteit te geven, heeft op 14 februari een persconferentie plaatsgevonden. Hierbij waren diverse kranten aanwezig, waaronder het Altena Nieuws, het Nieuwsblad, het Kontakt, het Brabants Dagblad en het Algemeen Dagblad. Uit de artikelen blijkt dat de pers het moeilijk vind om het project op de juiste manier te zien. Waar de krantenkoppen eerst vermelden ‘Burger moet meedoen’ en ‘Hand ophouden verleden tijd’ vermelden andere krantenkoppen gelukkig beter waar het echt om gaat: ‘We gooien het niet over de schutting’ en ‘Ask what you can do for Aalburg’.
2.6 Symposium In voorbereidende gesprekken is met verschillende dorpsraden en sleutelfiguren gesproken over het project. Waar eerst nog wat sceptisch gereageerd wordt, is duidelijk dat na een goede uitleg van het project de moeilijkheden en drempels snel en eenvoudig vertaald worden in kansen en mogelijkheden. Thema’s als groenonderhoud en het onderhouden van speelvoorzieningen worden veel genoemd, maar ook het inrichten van rotondes, veiligheid en omzien naar elkaar. Na deze gesprekken is toegewerkt naar een symposium ofwel inspiratiebijeenkomst voor alle inwoners uit de gemeente Aalburg. Het doel van het symposium was om de inwoners van Aalburg enthousiast te maken voor het project waarna gezamenlijk een aantal projecten benoemd kunnen worden, die inwoners en de gemeente samen gaan uitvoeren. In het draaiboek, dat is opgesteld als hulpmiddel in de aanloop naar het symposium zijn het programma voor die dag en de concrete activiteiten verder uitgewerkt. Door middel van de regionale kranten, maar ook social media en persoonlijke uitnodigingen voor scholen, verenigingen, kerken, woningcorporaties en sleutelfiguren is bekendheid gegeven aan het symposium. In de regionale krant het Kontakt werd voorafgaand aan het symposium ook een special opgenomen. Onderdeel daarvan is onder andere een column, geschreven door de studenten om mensen op te roepen aanwezig te zijn bij het symposium. Tijdens het symposium op 21 maart is vooraf nog even onduidelijk hoeveel aanwezigen er zullen zijn. Waar het aantal aanmeldingen rond de 40 bleef, stroomde de zaal gelukkig al snel vol. Na een uitgebreide introductie en opening door burgemeester Fons Naterop komen tijdens het symposium een vijftal ‘experts’ aan het woord en vertellen nog eens vijf inwoners door middel van een video over het project. Een bijeenkomst vol positiviteit, waarbij binnen de grote groep al veel ideeën en mogelijkheden worden voorgesteld. Na een korte pauze gaan de aanwezigen in kleine groepen uiteen, waar onder leiding van de studenten nog meer concrete ideeën en projecten worden geopperd. Onderstaand een selectie van mogelijke projecten en ideeën:
Betere kaarten van de gemeente Aalburg (via internet, maar ook op papier) Glasvezel Meer doen met kinderen en kunst. (bijv. schilderen etc.) Activiteiten voor ouderen uitbreiden (bijv. groepje die activiteiten organiseert in tehuizen, maar ook daarbuiten) Sociaal vangnet voor jongeren / (eenzame) ouderen/zieken Breedbandnetwerk Ondernemers die elkaar vinden in een netwerk en vervolgens gezamenlijk iets kunnen betekenen voor de maatschappij Duurzaamheid, met name collectieve zelflevering van stroom Veiligheid in de wijk, bijv. goede verlichting
9
Betere samenwerking op de arbeidsmarkt met onderwijs, overheid en ondernemers Sociale preventie (bijv. omzien naar de medemens) Jongerencentrum inrichten voor en door jongeren. Nu gebeurt er niets. Wandelpad aanleggen in Drongelen bij De Wiel ‘Aankleding’ ruimtelijke ordening woongebied Blokland Coördinatie bestrijding eenzaamheid Coördinatie aanspreekpunten Verzamelen van zwerfafval Onderhoud groen eigen woonomgeving Onderhoud van een monument Aankleding entree dorp en de aankleding van de rotondes Gevaarlijke kruispunten Buurtpreventie “Gele kaarten” Inwoners kunnen deze kaarten uitdelen als er situaties zijn waar zij zich aan ergeren, met name parkeerproblematiek scoort hoog. Het is een laagdrempelige en redelijk anonieme manier om de (buurt)bewoners te wijzen op dingen die fout gaan.
Na afloop wordt afgesloten met de boodschap om aan te slag te gaan met de ideeën en projecten waar vanuit de gemeente nog op terug wordt gekomen. Benadrukt wordt hierbij ook dat de gemeente in de toekomst ook een andere rol zal gaan spelen: namelijk een faciliterende rol. De inwoners staan er niet alleen voor, we gaan het samen doen! Tijdens het symposium wordt in ieder geval duidelijk dat de nieuwe gedachtegang bij een groot deel van de inwoners al leeft. “Als er een ding duidelijk is, is het wel dat het thema 'Samen doen' waarmee Aalburg aan de slag wil, bij de inwoners leeft. Dat bleek wel uit de grote opkomst donderdag”, schrijft het Brabants Dagblad (Tilborg, 2013). Ook andere kranten schrijven over het symposium: ‘Op zoek naar de oerdrang van Aalburg’ en geschreven wordt over de frisse start van het project ‘Samen Doen!’.
2.7 Vervolg van het project Na het symposium op 21 maart is het van belang geweest zo snel mogelijk het directe vervolgtraject in kaart te brengen. Daarin zijn de volgende stappen genomen: Een week na het symposium zijn de aanwezigen bij het symposium, maar ook de geïnteresseerden die hebben aangegeven helaas niet aanwezig te kunnen zijn bij het symposium per email benaderd. Daarin is de boodschap opgenomen dat inwoners uit de gemeente Aalburg tot 18 april ideeën kunnen opsturen in de vorm van een project waarin ‘Samen Doen!’ centraal staat. Na de 18e zullen de ideeën worden bekeken en beoordeeld en zal voor enkele projecten een geldbedrag worden gegeven. Zie het als een stimuleringsbedrag om enkele projecten van de grond te krijgen. Er is een bedrag van €2500,- beschikbaar. Na de 18e zullen de ideeën worden bekeken en beoordeeld en zal voor enkele projecten een geldbedrag worden gegeven. Zie het als een stimuleringsbedrag om enkele projecten van de grond te krijgen. Er is een bedrag van €2500,- beschikbaar. Ook in de krant is het volgende bericht geplaatst:
10
2.7.1 Initiatieven Op 23 april is met de projectgroep gesproken over deze projecten. Over het algemeen werd geconcludeerd dat de resultaten wat teleurstellend zijn en dat het idee van ‘Samen Doen’ bij enkele van deze projecten nog onvoldoende naar voren komt. Daarbij zijn de projecten veelal slechts eenmalige projecten. Besloten is om in ieder geval de projecten vanuit Genderen op te pakken omdat hierin het thema ‘Samen Doen’ het beste naar voren komt. Ook het initiatief om het Bloklandterrein in Wijk en Aalburg op te knappen zal worden opgepakt. Vanuit de gemeente wordt een positieve terugkoppeling gegeven aan alle initiatiefnemers. 2.7.2 Samenwerkingsverband Regio Eindhoven Has van Helvoort, streekmanager bij Samenwerkingsverband Regio Eindhoven (SRE) was tijdens het symposium aanwezig als expert. Hij heeft veel ervaring met projecten waarbij burgers samenwerken met de gemeente. Hij heeft spontaan aangeboden twee projecten te willen begeleiden. Vanuit de gemeente Aalburg zal dankbaar gebruik worden gemaakt van dat aanbod.
3. Monitoren en bijsturen Waar bij het van start gaan van het project ‘gedeelde verantwoordelijkheid’ een projectopzet werd opgesteld, is het projectproces over het algemeen precies zo verlopen als vooraf is opgesteld. Een activiteit die bij het opstellen van de projectopzet nog niet werd benoemd, maar wel noodzakelijk leek te zijn voor een goede voortgang van het project was het maken van een vertaling van waar het project over gaat voor de burgers. De term ‘gedeelde verantwoordelijkheid’ is erg abstract en door een link te leggen met de bezuinigingen als doel spreekt het project voor de
11
inwoners op geen enkele wijze aan. Door in te spelen op de ervaringsdeskundigheid en het verbeteren van de leefbaarheid is geprobeerd op deze wijze het risico van het project, na een al eerder mislukte poging, zo veel mogelijk beperkt te houden. Waar voorafgaand echter nog gedacht werd aan een resultaat waarbij antwoord wordt gegeven op de vraag binnen welke thema’s en diensten de burger een grote(re) rol gaan spelen en hoe dit in de praktijk gebracht kan worden, bleek dit echter niet zo eenvoudig als vooraf gedacht. Vanuit de brainstormsessies met zowel medewerkers als inwoners zijn enkele diensten en producten benoemd waar kansen liggen, maar de wensen van verschillende inwoners uit de verschillende dorpen over hoe in de praktijk hiermee aan de slag te gaan verschillen zoveel dat niet een bepaalde werkwijze kan worden vastgesteld. Zo wil het ene dorp graag zelf met ideeën komen, waar in een ander dorp wordt aangeven dat de gemeente maar met een lijstje moet komen met de mogelijkheden en bijbehorend een bedrag wat daar tegenover zal staan. In het hoofdstuk nazorg wordt verder uitgewerkt op welke wijze het project zal worden voortgezet.
4. Nazorg Na het plaatsvinden van het symposium in maart is het van belang middels een nazorgplan verder vorm te geven aan het project. Binnen welke thema’s en diensten kan de burger een grote(re) rol gaan spelen en hoe wordt dit precies in praktijk gebracht? In de praktijk is gebleken dat het lastig is om concrete thema’s en diensten te benoemen. Dat zou namelijk niet aansluiten bij de wensen van de burgers. Besloten is om in eerste instantie te gaan werken vanuit de wensen van de inwoners met de eerste initiatieven die zijn ingestuurd. Wel is het van belang dat het project voortgezet wordt, waarin van de gemeente een belangrijke, met name faciliterende, rol wordt gevraagd.
4.1 Aanbevelingen Gedurende het project zijn al een aantal belangrijke zaken naar boven gekomen die van groot belang zijn om het vervolg van het project op een goede manier te hervatten. 4.1.1. Algemeen De eerste aanbevelingen hebben betrekking op het project in het algemeen.
Bij ‘Samen Doen!’ staat het samen doen centraal. Dus niet alleen de gemeente, of de inwoners alleen, van belang is om samen aan de slag te gaan. Centraal staan de wensen en ideeën van de inwoners zelf. Aan de gemeente de taak om te faciliteren en de projecten in juiste banen te leiden. De aanpak van het project is gericht op een verbetering van de leefbaarheid. Dit kan zowel fysiek zijn, als sociaal (VNG, 2009). In alle gevallen moet er bovendien sprake zijn van een win-win situatie voor zowel de overheid als de inwoners.
4.1.2 Intern Een belangrijke stap is om binnen de gemeentelijke organisatie de medewerkers, het management team en de rest van de organisatie te mobiliseren om met het project aan de slag te gaan en op de hoogte te brengen van de recente ontwikkelingen en de invloed van deze ontwikkelingen op de taken en verantwoordelijkheden vanuit de gemeente. 4.1.2.1 Aanspreekpunt Allereerst is er een vast aanspreekpunt nodig vanuit de gemeente Aalburg. Een contactpersoon voor de inwoners en iemand waarbij alle ideeën terecht komen. Voorlopig is Anne-Marije Edelman
12
hiervoor aangesteld. Er moet worden gekeken of ook in de toekomst Anne-Marije hiervoor de contactpersoon zal blijven en zo niet, wie mogelijk deze taak op zich kan nemen. 4.1.2.2 Medewerkers Intern is al een eerste slag gemaakt om de gedachtegang van de medewerkers te veranderen. ‘Samen Doen!’ vraagt namelijk om een aantal veranderingen. Zo zullen de wensen en ideeën van inwoners zelf bij het project centraal staan. Daarbij worden de bezuinigingen niet langer benoemd en gezien als de oorzaak die heeft geleid tot het starten van dit project. Maar juist de gedachte dat inwoners ervaringsdeskundige zijn in hun eigen dorp of buurt benadrukt het belang van de kracht van de inwoners. In een publicatie van de VNG, ‘Een stap verder met wijkgericht werken’, wordt dit benoemd als het benaderen van de bewoners als ‘gebruiksverantwoordelijkheden’ voor de eigen woon- en leefomgeving. Dat wil zeggen delen en bevorderen van zeggenschap en verantwoordelijkheden (VNG, 2009). Een bijeenkomst in de vorm van een workshop voor medewerkers zou een eerste antwoord kunnen zijn om de gedachtegang van de medewerkers te beïnvloeden. Een middel dat daarbij kan helpen is het werkboek ‘Help een burgerinitiatief’, ontwikkeld door het Instituut voor Publiek en Politiek, het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en vele anderen. “Het boek helpt gemeenten om in te spelen op de energie en kansen die initiatieven van burgers kunnen bieden en om van losse projecten tot een vanzelfsprekende manier van werken voor de hele gemeente te komen” (Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, 2011). In de toekomst zal de veranderende gedachtegang, die binnen de organisatie dan breed zal zijn vertegenwoordig, een goede basis zijn voor het faciliteren van projecten waarbij ‘Samen Doen’ gesteld zijn. Wanneer bewoners met klachten of verzoeken bij de gemeente aankloppen, kan dan direct worden ingespeeld op het principe van ‘Samen Doen!’. Namelijk, wat kun jij er zelf aan doen, en op welke manier kan de gemeente daarbij ondersteunen. 4.1.2.3 Raad en college Naast de medewerkers is ook contact en uitwisseling tussen raad en college en de wijk belangrijk. In actie met burgers!, een deelproject van het Actieprogramma Lokaal Bestuur biedt een publicatie genoemd ‘Burgerparticipatie. Spoorboekje voor raad en college.’ In deze publicatie zijn verschillende ervaringen, praktijkvoorbeelden, tips en suggesties te vinden, wat antwoord geeft op veelgestelde vragen van raad en college. Bijvoorbeeld: “hoe benut u de ideeën en denkkracht van de inwoners van uw gemeente zonder het algemeen belang uit het oog te verliezen?” en “Welke rol heeft of neemt u zelf in dit proces?” (VNG, 2012). 4.1.3 Communicatie Gedurende dit project en bij de contacten met dorpsraden en sleutelfiguren is naar voren gekomen dat deze mensen steeds meer het gevoel krijgen dat wel erg vaak een beroep op hen wordt gedaan door de gemeente. Twee telefoontjes op een dag, maar ook meerdere bijeenkomsten in een week: er wordt veel van ze gevraagd. Dit is doorgegeven aan de afdeling communicatie waar gekeken zal worden naar een oplossing hiervoor. Geadviseerd wordt dat voortaan voorafgaand aan het inplannen van buurt- en andere bijeenkomsten toestemming gevraagd moet worden aan een centraal persoon. Deze zal een agenda bijhouden met alle afspraken en bijeenkomsten. Ook kan worden gekeken of medewerkers onderling twee afzonderlijke telefoongesprekken met verschillende vragen kunnen combineren.
4.2 Praktijkvoorbeelden en mogelijkheden Naast de concrete initiatieven die vanuit de inwoners zijn gekomen, waarvan een drietal zullen worden opgepakt, is het belangrijk het project ook op lange termijn verder vorm te geven. De vraag is daarbij wie hierin het initiatief moet nemen. Waar eerder nog is gezegd dat de initiatieven vanuit de inwoners moeten komen, laten de eerste initiatieven echter zien dat deze nog minimaal zijn. In
13
de praktijk zijn dan ook voorbeelden te vinden van gedeelde verantwoordelijkheid waarin van de gemeente een eerste stap wordt verwacht. Zo werd eerder groenonderhoud al genoemd als een veelvoorkomend voorbeeld wanneer het gaat over gedeelde verantwoordelijkheid, en tevens een voorbeeld dat binnen de gemeente Aalburg veel genoemd is. Het is een voorbeeld waarin van de gemeente een eerste stap wordt verwacht. De suggestie sluit echter aan bij de ideeën die tijdens de gesprekken als een zijn geopperd waardoor deze kansrijk lijken zijn voor de gemeente Aalburg. 4.2.1 Gele kaarten-project Ook verkeersoverlast of hinderlijk parkeren werd door de inwoners enkele keren benoemd als een probleem, waarin zij wel eigen verantwoordelijkheid willen nemen. De gemeente Waalwijk kent het gele kaarten-project, een initiatief van gemeente, politie en Veilig Verkeer Nederland, waarbij bewonerscomités, buurtpreventieteams, scholen of Verenigingen van Eigenaren de mogelijkheid krijgen om gele kaarten achter de ruitenwissers van voertuigen te doen en dit te registreren. Mogelijk zou ook dit een idee kunnen zijn wat ook binnen de gemeente Aalburg kan worden toegepast. 4.2.2 Sociale databank Een idee dat enkele keren is geopperd door bewoners uit de gemeente Aalburg is het opzetten van een sociale databank, waar vraag en aanbod in kaart kan worden gebracht, maar ook door middel van netwerken de handen ineen geslagen kunnen worden. De gemeente Aalburg kent momenteel al de vrijwilligerscentrale. Enkele voorbeelden van vragen die daarop staan zijn als volgt: “Een oudere mevrouw zoekt iemand die haar tuintje wat bij wil houden. Bijvoorbeeld keer per twee weken wat bladeren opruimen en vegen.”
één
“Een meneer uit Meeuwen vraagt iemand die af en toe eens met hem het dorp ingaat met de rolstoel.” De website van de vrijwilligerscentrale wordt echter onvoldoende benut. Gekoppeld aan ‘Samen Doen!’ zou de website van de vrijwilligerscentrale nieuw leven ingeblazen kunnen worden en kan vraag en aanbod in kaart worden gebracht. Een voorbeeld uit de praktijk is de Makkie, een programma in de Indische Buurt in Amsterdam waar vraag en aanbod in kaart door middel van een website in kaart wordt gebracht1. Een initiatief van onder andere de gemeente en de woonstichting Eigen Haard. Gevraagd wordt bijvoorbeeld om hulp om een binnentuin te onderhouden, mee te helpen in het buurthuis om mee te helpen met een schoonmaakactie in de buurt. In ruil voor wat hulp kunnen zogenoemde ‘makkies’ worden verdiend, die kunnen worden ingewisseld bij lokale ondernemers en organisaties in de buurt. Gekeken zou kunnen worden naar de toepassing van een soortgelijke databank in de gemeente Aalburg. Het feit dat het idee werd benoemd door inwoners uit de gemeente laat zien dat er wel daadwerkelijk kansen voor zijn. De huidige website van de vrijwilligerscentrale bestaat daarbij al en met enkele aanpassingen en het geven van meer bekendheid aan het bestaan, kan eenvoudig een databank worden gecreëerd voor Aalburg. In een eerste gesprek met dhr. Piet Pruijssers en dhr. Ton Hartman is positief gereageerd op het voorstel. Zij gaven aan al langere tijd op zoek te zijn naar een manier om de vrijwilligerscentrale nieuw leven in te blazen en toegankelijker te maken voor diverse doelgroepen. Door de inwoners 1
http://www.makkie.cc/
14
ook zelf de mogelijkheid te geven berichten te plaatsen is de vrijwilligerscentrale niet langer een tussenpersoon, wat door sommige wel eens als drempel werd ervaren, maar neemt de vrijwilligerscentrale, in samenwerking met de gemeente hierin een faciliterende rol in. In het gesprek is bevestigd dat de vrijwilligerscentrale in gesprek gaat met burgemeester Fons Naterop om gezamenlijk te komen tot een concreet project waarbij de vrijwilligerscentrale een sociale databank wordt. 4.2.3 Tot slot De eerste stap die genomen zal worden is om aan de slag te gaan met die ideeën die door inwoners zelf zijn ingediend en waarbij een financiële vergoeding de uitvoering van het project zal stimuleren. Aan de gemeente de taak waar mogelijk te faciliteren en inwoners te blijven motiveren zelf aan de slag te gaan. De aanbevelingen die in dit verslag zijn meegenomen zullen daarbij dienen als richtlijnen. De concrete voorbeelden die genoemd zijn, zijn concrete voorbeelden uit de praktijk die aansluiten bij ideeën die tijdens het symposium en bij de eerdere gesprekken zijn benoemd door inwoners uit de gemeente Aalburg. Op het idee van de sociale databank werd erg positief gereageerd, dit project wordt dan ook voorgesteld en aangedragen als vervolgproject.
15