gebiedsvisie
De Dollard een schitterende uithoek
H
et is een uithoek, maar wat voor een! Aan de rand van Nederland ligt een ongerept natuurgebied van meer dan duizend hectare kwelder en zevenduizend hectare droogvallend wad, doorsneden door geulen. Het weidse landschap is het domein van talloze waden watervogels. De Dollard is onderdeel van de Waddenzee, een van de grootste en mooiste natuurgebieden van Europa. Binnen dit grotere geheel neemt ze een aparte positie in. Wat de Dollard uniek maakt is vooral de ontmoeting van zout en zoet. Het zeewater mengt zich hier met het zoete water uit de rivieren de Eems en de Westerwoldse Aa. In het brakke getijdenlandschap voelen planten als de zeeaster en vogels als de kluut zich bij uitstek thuis. De kwelders en het wad zijn beschermd natuurgebied. Een groot deel ervan is in beheer bij de Stichting Het Groninger Landschap. Behalve slikken en kwelders beheert de Stichting twee andere terreinen die bij de Dollard (4200 hectare) horen, het ene oeroud, het andere piepjong. De Punt van Reide is een oude oeverwal van de Eems
die eeuwenlang bewoond is geweest. Nu ligt de landtong er verlaten bij, een oase van rust voor vogels. De Polder Breebaart bestaat als natuurgebied pas een paar jaar. In 2001 is het zeewater tot de polder toegelaten, zodat een soort binnendijkse kwelder is ontstaan. In de toekomst verwacht de Stichting er nog een gebied bij te krijgen: de Binnen Aa, het laatste deel van de Westerwoldse Aa van Nieuweschans tot de monding in de Dollard bij Nieuwe Statenzijl. Het Groninger Landschap beheert deze gebieden zo dat de unieke natuur en de cultuurhistorische waarden behouden en versterkt worden. Bovendien bieden wij mensen zo veel mogelijk de gelegenheid om van het landschap en de natuur te genieten. Het bezoekerscentrum de Reidehoeve, de vogelkijkhut in Polder Breebaart en de vogelkijktoren de Kiekkaaste aan de rand van het wad bij Nieuwe Statenzijl spelen daarin een belangrijke rol. In deze gebiedsvisie presenteren wij onze plannen voor de inrichting en het beheer van de gebieden in de komende jaren en de doelen die wij daarbij voor ogen hebben.
Het Tij Gekeerd H e r s t e l p l a n v o o r het waddengebied Een gezamenlijk initiatief van acht Nederlandse natuurbeschermingsorganisaties
Het Tij Gekeerd: natuurherstel waddengebied Samen met zeven andere natuurbeschermingsorganisaties die betrokken zijn bij de Waddenzee heeft Het Groninger Landschap in 2005 een plan uitgebracht voor natuurherstel in het hele Nederlandse waddengebied, onder de titel ‘Het Tij Gekeerd’. Het bevat een strategische visie voor investeringen in het gebied uit het Waddenfonds dat door de regering in het leven is geroepen. De initiatiefnemers zetten in op vijf programma’s: Rijke Zee, Gezonde Kwelders, Natuurparels Binnendijks, Levendige Eilanden en Beleving en Draagvlak. Voor zover de maatregelen uit deze programma’s van toepassing zijn op de Dollard hebben ze een plek gekregen in deze gebiedsvisie.
Een schitterende uithoek
Het open wad: natuurbeheer regelen Met de Waddenzee is iets merkwaardigs aan de hand. Zij wordt alom erkend als een van de belangrijkste natuurgebieden van heel West-Europa. In het overheidsbeleid voor de Nederlandse Waddenzee staat de natuur officieel voorop. En toch is er geen instantie verantwoordelijk voor het natuurbeheer van het open wad, terwijl dat voor natuurgebieden op het land – ook die aan de randen van het wad – als vanzelfsprekend geregeld is. Intussen bemoeien allerlei instanties zich met het wad vanuit verschillende deelbelangen. Door die versnippering is de natuurkwaliteit van het wad de laatste jaren achteruitgegaan; denk maar aan het verdwijnen van de mosselbanken en het verzanden van de bodem door de kokkelvisserij. Het herstel van de waddennatuur is gebaat bij een eenduidig natuurbeheer. De commissie Meijer, die de regering heeft geadviseerd over het waddenbeleid, stelt voor de terreinbeherende natuurbeschermingsorganisaties hierin een grotere rol te geven. Die organisaties hebben de handschoen opgepakt. Het Noord-Hollands Landschap, It Fryske Gea, Het Groninger Landschap, Vereniging Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer bieden aan een grotere rol te vervullen in het natuurbeheer van het wad, vergelijkbaar met de rol die zij op het land hebben bij de invulling van de ecologische hoofdstructuur.
Kwelders: inzetten op variatie Kwelders zijn de gouden randen van het wad. Ze ontstaan waar de bodem hoog genoeg is opgeslibd om plantenwortels houvast te geven. In de Dollard heeft de mens een handje geholpen door het aangevoerde slib vast te houden tussen dammen. De begroeiing zelf is volledig natuurlijk en bestaat uit planten die bestand zijn tegen regelmatige overstroming met zeewater. Dat water is hier minder zout dan elders in de Waddenzee en dat resulteert in een plantengroei met een eigen karakter. Kenmerkend zijn de uitgestrekte zeeastervelden die delen van de kwelders in de nazomer lila kleuren. Ook riet gedijt in deze brakke omstandigheden. Op de kwelders broeden grote aantallen tureluurs en andere weidevogels. Tienduizenden eenden, ganzen en steltlopers brengen er de winter door of onderbreken hun trek om er uit te rusten en bij te tanken. Bij hoog water vormen de kwelders een veilige rustplaats voor wadvogels die bij laag water op het drooggevallen wad hun voedsel zoeken. Vanwege hun functie als broed-, rust- en voedselgebied vormen de Dollardkwelders een vogelgebied van internationale betekenis.
Beweiding: niet te veel, niet te weinig
korte ‘grasmat’ ontstaan. De huidige veedichtheid zorgt voor een mozaïek van intensief begraasde stukken met een korte begroeiing en plekken met een hogere, ruige plantengroei. In dat mozaïek vinden alle soorten planten en dieren hun plek. Ganzen en weidevogels zoals de tureluur zoeken hun voedsel op de delen met een korte begroeiing, terwijl de hogere begroeiing aan veel soorten broed- en schuilplaatsen biedt. Om een natuurlijker systeem van kreken en plassen te bewerkstelligen onderhoudt Het Groninger Landschap de vroegere greppels niet meer. Het in- en uitstromende water zoekt nu zijn eigen weg. Zo zijn natuurlijke, grillige patronen ontstaan van hoge en lage, natte en drogere terreindelen en dat is goed voor flora en fauna. Dit beheer voldoet goed. De plantengroei is gevarieerder geworden en kenmerkende soorten zijn toegenomen. Ook karakteristieke broedvogels als de tureluur en wintergasten als de brandgans varen er wel bij. Het huidige beheer wordt voortgezet. Om een aantal natte delen van de kwelder voor de koeien bereikbaar te maken worden extra dammen aangelegd. Doordat de dieren er nu niet kunnen komen, dreigen deze delen dicht te groeien met riet.
Het Groninger Landschap wil de grote verscheidenheid aan planten en dieren behouden en zo mogelijk vergroten, en de kwelders hun natuurfunctie optimaal laten vervullen. De belangrijkste voorwaarde daarvoor is een afwisselende structuur van de begroeiing. Voor die afwisseling zorgen de koeien die van mei tot oktober op de kwelders grazen. Het aantal koeien, gemiddeld 0,7 per hectare, is zorgvuldig gekozen. Als er minder koeien zouden grazen zou het gebied verruigen, bij grotere aantallen zou een te eenzijdige
Omdat verwerving in eigendom de beste garantie is voor een goed natuurbeheer wil de Stichting, als de mogelijkheid zich aandient, ook het westelijke deel van de Dollardkwelders verwerven. In dat geval zullen wij hier hetzelfde beweidingsregime instellen als op onze huidige eigendommen. Uit oogpunt van behoud van cultuurhistorie zullen wij daar het onderhoud van de greppels voortzetten. Daardoor blijft de geschiedenis van de landaanwinning in het terrein zichtbaar.
Punt van Reide: een baken van rust De Punt van Reide (53 hectare) is een van de meest markante stukjes Groningen. De smalle buitendijkse landtong is het enige wat is overgebleven van het Reiderland, ooit een welvarende streek aan de Eems, die tussen 1300 en 1550 door de zee is verzwolgen. Twee wierden aan het uiteinde van de Punt herinneren aan vroegere bewoning. In de Middeleeuwen hebben hier zelfs dorpen gelegen en tot in de negentiende eeuw hebben er enkele boerengezinnen geleefd. Nu heeft de natuur er het rijk alleen. De plantengroei is kenmerkend voor een hoge kwelder die nog maar af en toe zeewater te verduren krijgt. Er zijn broedkolonies van noordse stern en visdief en er nestelen veel tureluurs. De Punt is ook een toevluchtsoord voor grote aantallen wadvogels tijdens hoogwater. Het aangrenzende wad is een kraamkamer voor zeehonden.
Beheer voortgezet Beweiding is ook hier het belangrijkste middel van beheer. Al vele jaren grazen er ieder zomerseizoen schapen. Sinds 2004 hebben ze versterking van koeien gekregen, die voor meer variatie in de structuur van de begroeiing zorgen. De begroeiing van de wierden wordt gemaaid,
Een schitterende uithoek
zodat de glooiingen goed zichtbaar zijn. Daardoor komt de cultuurhistorische betekenis van de vroegere woonheuvels tot zijn recht. De beweiding en het maaibeheer hebben bijgedragen aan een toename van kenmerkende plantensoorten als lamsoor, zeealsem en Engels gras en gunstige broedresultaten van karakteristieke vogels als kluut, tureluur, kokmeeuw en visdief. Wij zetten dit beheer dus de komende jaren voort.
Ruim baan voor pioniers De Punt van Reide wordt tegen afslag beschermd door een kade van basaltblokken. Aan de zuidoostkant is in het verleden een stukje van de oeverbescherming weggehaald, zodat hier vaker zeewater binnenstroomt. Daardoor is een stuk ‘jonge’ kwelder ontstaan met pionierplanten zoals zeekraal die tegen regelmatige overstroming bestand zijn. De variatie in de begroeiing is daardoor toegenomen. Om de oppervlakte jonge kwelder met zijn waardevolle begroeiing verder uit te breiden willen wij een tweede inlaat aanbrengen. Hierover gaan wij in overleg met Rijkswaterstaat, die verantwoordelijk is voor de oeverbescherming.
Breebaart: eb en vloed in de polder In de Polder Breebaart (57 hectare) hebben Het Groninger Landschap en het waterschap Hunze en Aa’s samen iets unieks gerealiseerd: het eerste binnendijkse getijdengebied in Nederland. Sinds 2001 stroomt bij ieder opkomend tij zeewater de polder in door een buis in de dijk en een uitgediepte voormalige wadgeul; bij afgaand tij loopt het via dezelfde route weer terug. Eb en vloed zijn daarmee terug van weggeweest, want voor de inpoldering in 1979 maakte dit gebied deel uit van de Dollardkwelders. Een volledige terugkeer naar vroeger is het niet, want het getijdenverschil in de polder blijft tot gemiddeld veertig centimeter beperkt. Daarvoor zorgen kleppen in de buisopening die automatisch op het goede moment open en dicht gaan. Vissen kunnen door de duiker heen en weer zwemmen tussen zee en polder. Dankzij een aangelegde vispassage kunnen ze ook vanuit de polder het zoete binnenwater bereiken en vice versa. De voortdurende wisselingen in de waterstand zorgen er in combinatie met beweiding voor dat het gebied open blijft. Met de aanleg van dit natuurgebied wilden wij meerdere doelen bereiken: • de harde grens tussen zout en zoet verzachten en zo de kenmerkende planten en dieren van brakke leefmilieus nieuwe kansen geven; • bedreigde broedvogels nieuwe broedplaatsen bieden; • rust- en voedselgebieden voor trekvogels creëren; • vismigratie tussen de zee en het zoete binnenwater mogelijk maken. In de eerste jaren na de ingebruikneming in 2001 heeft het gebied aan al deze doelstellingen meer dan voldaan. Zo heeft het vanaf het begin als een magneet gewerkt op vogels. Het aantal broedende kluten nam spectaculair toe en er vestigden zich kolonies van kokmeeuw, visdief en noordse stern. Grote groepen steltlopers, ganzen en eenden wisten het gebied al
snel te vinden om er te rusten, te overtijen of voedsel te zoeken. Regelmatig zijn er lepelaars en andere bijzonder vogelsoorten te zien. Op de lage, vochtige plekken hebben zich brakwaterplanten gevestigd als zeekraal, schorrenkruid en goudknopje. De duiker en de vispassage worden frequent gebruikt door vissen die migreren tussen zoet en zout. Toekomst: geul open houden Dit beginsucces betekent niet dat we tevreden achterover kunnen leunen. Integendeel: zonder ingrepen kan de huidige kwaliteit van het gebied niet in stand worden gehouden. De voornaamste bedreiging is het dichtslibben van de geul. Bij iedere vloed komt namelijk met het zeewater meer slib de polder in dan er bij eb weer uit gaat. Dit proces brengt bijna alle doelstellingen in gevaar: de vissen krijgen het moeilijk; slikranden waar steltlopers hun voedsel vinden verdwijnen, net als de natte zones met pionierplanten; en de eilandjes in de geul, waar de meeste broedvogels nestelen, worden steeds makkelijker bereikbaar voor belagers (‘predatoren’) zoals de vos. Om dit probleem te ondervangen willen we de geul tussen de inlaat en de vispassage periodiek uitbaggeren. Naar verwachting zal dit eenmaal in de vijf à zes jaar nodig zijn. Daarbij zorgen we ervoor dat rond de broedvogeleilandjes water van voldoende diepte en breedte aanwezig is. Zo maken we het predatoren zo moeilijk mogelijk. Op de eilanden houden we geschikte omstandigheden voor de broedvogels in stand. Belangrijke soorten als kluut, visdief en noordse stern nestelen op plekken met een korte begroeiing en stukken kale bodem. Hiervoor zorgen we door een combinatie van beheersmaatregelen, zoals beweiding (uiteraard buiten het broedseizoen) en het vaker opzetten van het waterpeil in de winter. De eilanden komen dan vaker onder water en dat remt de plantengroei.
Binnen Aa: nieuwe natuur Via de sluis van Nieuwe Statenzijl mondt de Westerwoldse Aa uit in de Dollard. Het waterschap Hunze en Aa’s gaat het laatste stuk van het gekanaliseerde riviertje, van Nieuweschans tot Nieuwe Statenzijl, herinrichten om er een grote hoeveelheid extra water te kunnen bergen in natte perioden. Dit gaat samen met de ontwikkeling van nieuwe natte natuur. Het gebied tussen de dijken wordt plaatselijk verbreed. De oevers worden afgevlakt en de oeverlanden worden verlaagd. Enkele oude meanders worden hersteld en er worden ‘meestromende nevengeulen’ gecreëerd. Het riviertje krijgt een meer natuurlijk peilverloop met hoge waterstanden in de winter en een geleidelijk dalend peil in de zomer. Er zal zich een natuurgebied ontwikkelen met stromend en stilstaand
water, rietlanden en wilgenbosjes. Een ideale omgeving voor vogels als lepelaar, waterral en rietzanger. Het plan voorziet ook in fietspaden, een vogelkijkhut, kanomogelijkheden en voorzieningen voor vaarrecreatie. De nieuwe natuur zal de aantrekkingskracht van het Dollardgebied voor recreatie vergroten. Bij dit grensoverschrijdende project is een groot aantal overheidsinstanties en maatschappelijke organisaties in Nederland en Duitsland betrokken, waaronder Het Groninger Landschap. Na de inrichting van het gebied krijgt de Stichting het natuurgedeelte in eigendom en beheer overgedragen. Het Waterschap Hunze en Aa’s zal in dit gebied zorgdragen voor een visvriendelijk sluisbeheer, een initiatief dat de Stichting toejuicht.
Beleving Ook voor de meeste Groningers is de Dollard niet naast de deur. De ligging aan de rand van het land draagt bij aan de betovering van het gebied: de reis erheen is al een avontuur. Het uitgestrekte open landschap versterkt het gevoel dat je de bewoonde wereld achter je laat. De bekroning is het uitzicht vanaf de dijk, over de kwelders met hun vogelmassa’s, en daarachter de glinsterende wildernis van het wad. Het Groninger Landschap wil mensen optimaal in staat stellen te genieten van natuur, landschap, rust en ruimte. Daarom hebben wij bijvoorbeeld bij Nieuwe Statenzijl, vlakbij de grens met Duitsland, midden in het waddenlandschap een vogelkijkhut op palen neergezet. Deze hut, de Kiekkaaste, staat op de grens van kwelder en wad en biedt een ongekend uitzicht. Nergens anders in de wijde omtrek kun je zonder boot zo dicht bij het wad komen en van dichtbij het getij beleven en de vogels observeren. Het vlonderpad door het rietland naar de hut, het Marcelluspad, is een belevenis op zich.
Een schitterende uithoek
Een ander attractiepunt, met een concentratie aan voorzieningen, is de Polder Breebaart. Aan de rand van dit gebied ligt het bezoekerscentrum van Het Groninger Landschap voor de Dollard, de Reidehoeve. Het centrum wordt gerund door een team van vrijwilligers en is ieder weekend ‘s middags geopend. Een tentoonstelling en een korte film geven een beeld van het gebied. Bij het centrum bevindt zich een onderzoeksruimte, die met name door schoolklassen wordt gebruikt. Onder deskundige begeleiding kunnen kinderen hier het bodem- en onderwaterleven zien en ervaren. Vanuit het torentje hebben bezoekers een mooi uitzicht over het getijdengebied. Vanuit de vogelkijkhut in het gebied zelf vlakbij het bezoekerscentrum laten de vogels zich goed bekijken. Vanuit het bezoekerscentrum voert een wandelpad door het natuurgebied naar de zeedijk. Hier heeft men een prachtig uitzicht over de Punt van Reide en de kwelders. De kwelders van de Dollard zijn ook op andere plaatsen vanaf de dijk uitstekend
te overzien en te beleven. Om de rustende en broedende vogels en zeehonden niet te verstoren is de Punt van Reide zelf niet vrij toegankelijk, evenmin als de kwelders. In deze gebieden organiseren we wel regelmatig excursies onder leiding van deskundige gidsen. Het toekomstige natuurgebied Binnen Aa gaat mogelijkheden bieden voor wandelen en fietsen. Wensen Met het pakket aan voorzieningen in en rond de Polder Breebaart bieden wij bezoekers nu al een ruime keus. Toch zien wij in dit deel van het gebied nog mogelijkheden voor uitbreiding en verbetering. Dit zijn de wensen die we in
de komende jaren willen verwezenlijken: • een wandelroute rond de hele Polder Breebaart; • verkeersluw maken van de Dallinge weersterweg ter plaatse van de Reidehoeve en de binnendijk van de Polder Breebaart; • een parkeergelegenheid aan de noord of noordwestzijde van de Polder Breebaart; • een doorgang door de dijk naar de vogelkijkhut in de Polder Breebaart, zodat je niet eerst de dijk over moet om de kijkhut te bezoeken. Ook gaan we onderzoeken of een tweede vogelkijkvoorziening mogelijk is op een locatie met een gunstige lichtval vroeg op de dag.
Plannen op een rij Open wad -
De Stichting Het Groninger Landschap vervult een grotere rol als beheerder van het open wad tussen de Duitse grens en de Eemshaven (inclusief de wadplaten Hond en Paap in de Eems)
Dollardkwelders - - - De Stichting Het Groninger Landschap zet zich in voor het natuur- en landschapsschoon in de provincie Groningen door aankoop, inrichting en beheer van gebieden. Ruim 7600 hectare natuurgebied is in beheer en de Stichting heeft meer dan 16.000 donateurs (Beschermers). Natuur en landschap wordt toegankelijk gemaakt zodat mensen ook daadwerkelijk van de natuur kunnen genieten. Rijksstraatweg 333 9752 CG Haren t (050) 313 5901 f (050) 313 8979
[email protected] www.groningerlandschap.nl
Beweiding in huidige vorm voortzetten Kwelders open houden door dammen voor vee aan te leggen. Het vee houdt uitbreiding van het riet tegen. Als de mogelijkheid zich voordoet westelijke deel kwelders en slikken verwerven
Punt van Reide - -
Beweiding en maaibeheer in huidige vorm voortzetten Extra inlaat aan zuidoostkant maken (oeverbescherming verwijderen) om pionierzone kwelder te vergroten
Polder Breebaart - - - -
Geul open houden door baggeren Eilandjes geschikt houden voor koloniebroeders (begroeiing kort en open houden; predatie tegengaan door voldoende breed en diep water rond eilanden) Mogelijkheid vismigratie behouden Peilbeheer en begrazingsbeheer voortzetten en waar nodig aanpassen
Binnen Aa -
Verwerven en inrichten (in samenwerking met Waterschap Hunze en Aa’s)
Beleving - - - - -
Meewerken aan recreatieve voorzieningen Binnen Aa (paden, vogelkijkhut) Rondwandelmogelijkheid Breebaart realiseren Parkeerplaats bij Breebaart aanleggen Toegang vogelkijkhut Breebaart verbeteren Mogelijkheden voor tweede vogelkijkvoorziening Breebaart onderzoeken