Raad VOORBLAD Onderwerp Agendering
Behandelwijze
Gebiedsgericht geurbeleid kleine kernen gemeente Berkelland x
Commissie Bestuurlijk Domein
x
Gemeenteraad
0
Commissie Ruimtelijk Domein
0
Lijst ingekomen stukken
0
Commissie Sociaal en Economisch Domein
0
Informerende Commissie
0
Bespreken
0
Kennis van nemen
0
Kaderstellen
0
Controleren
x
Vaststellen door gemeenteraad
Overlegpunten / Beslispunten
1. Kennisnemen van het verslag van de ter inzage legging van de Conceptverordening geurhinder en veehouderij gemeente Berkelland. 2. Kennisnemen van het memo over het geurbeleid. 3. Vaststellen van de Verordening geurhinder en veehouderij gemeente Berkelland (inclusief de bijbehorende beleidsnotitie Gebiedsgericht geurbeleid voor de zeven kleine kernen van de gemeente Berkelland). 4. De datum van inwerkingtreding als volgt te bepalen: voor de kernen Beltrum, Geesteren, Haarlo, Noordijk, Rekken en Rietmolen treedt de verordening nu in werking en voor de kern Gelselaar treedt de verordening in werking op een nader door het college te bepalen tijdstip.
Context
Gemeentelijke bevoegdheid om afwijkende geurnormen vast te leggen in een verordening. Van belang voor besluitvorming op grond van de Wet milieubeheer (milieuvergunningen) en de Wet ruimtelijke ordening (bestemmingsplannen).
Financiële gevolgen
Geen
Achterliggende stukken (ter inzage)
1. B&W-besluiten van16 september 2008 en 28 oktober 2008 2. Verslag ter inzage legging Conceptverordening geurhinder en veehouderij gemeente Berkelland (inclusief kopieën schriftelijke inspraakreacties) 3. Verordening geurhinder en veehouderij gemeente Berkelland 4. Beleidsnotitie “Gebiedsgericht geurbeleid voor de zeven kleine kernen van de gemeente Berkelland”
1
Opmerkingen van de agendacommissie (invullen door griffie) Portefeuillehouder
Wethouder J.H. Vennevertloo
Meer informatie bij:
M. Daalwijk, afdeling Technisch Ontwerp en Realisatie telefoonnummer 0545 – 250286
Gezien door griffie
ja
2
MEMO Aan Van
: :
Gemeenteraad College
Datum:
:
14 oktober 2008
Onderwerp
:
Geurbeleid kleine kernen
Inleiding. In de vergadering de Commissie Ruimtelijk Domein van 3 september 2008 is het Geurbeleid behandeld. Dit leidde tot een aantal vragen uit de commissie. De afspraak geldt daarover een memo te schrijven met heldere uiteenzetting. Wij hebben gekozen deze memo aan te bieden bij de presentatie van een raadsvoorstel tot vaststelling van geurbeleid tijdens de raadsvergadering van 9 december 2008. De vragen uit de commissie betroffen: Waarom wordt de datum van inwerkingtreding opgeschort. Leidt dit tot rechtsongelijkheid ten opzichte van agrariërs die ook aanspraak kunnen maken op de ontstane ruimte? Is geurbeleid wel te combineren met een duurzame ontwikkeling van de agrarische sector? Er ontstaat namelijk weer ruimte voor agrariërs aan de kernranden. Het geurbeleid lijkt vooral bestemd voor het mogelijk maken van woningbouw en niet voor de agrarische sector In aanvulling op de ontstane discussie hebben wij zelf de volgende aanvullende vragen gesteld: Kan worden bereikt dat het ontwerpbestemmingsplan voor Gelselaar (locatie Heinemans) ter inzage wordt gelegd en de raad gelijktijdig het geurbeleid integraal vaststelt en in werking laat treden? Dit tegenover een gefaseerde inwerkingtreding. Is het mogelijk met agrarisch bedrijf Zieverink in Gelselaar afspraken te maken die ertoe leiden dat het geurbeleid nu integraal wordt vastgesteld en in werking treedt zónder dat dit bedrijf nieuwe ruimte gaat benutten? Wij geven eerst uitleg over de Wet geurhinder en veehouderij. Daarna volgt gedetailleerde uitleg per kern met aanduiding van problemen en mogelijkheden. Tenslotte gaan we bij punt 9 in op de gestelde vragen.
1. De veranderingen.
3
In 2007 is de nieuwe Wet geurhinder en veehouderij van kracht geworden. Deze wet is anders opgezet dan de voorgaande wet. We hebben nu nog 2 omgevingscategorieën in plaats van 5 onder de oude wet. Ook is er ruimte voor eigen beleid van gemeenten. De variaties in normen zoals we die onder de vorige wet kenden zijn dus grotendeels vervallen. De standaardnormen die gelden zonder eigen beleid zijn strenger dan onder de oude wet. De wetgever heeft geen (geur)ruimte weggeven waar dat niet nodig is. Ook het verschil tussen grote kernen met een strengere norm en kleine kernen met een minder strenge norm is hierdoor verdwenen. Voor beide geldt nu dezelfde strengere norm van “binnen de bebouwde kom”. Van een gemeente wordt verwacht dat zij maatwerk verricht om waar nodig de normen voor haar grondgebied in te vullen. Dit moet vastgelegd worden door eigen beleid op te zetten met een daarbij behorende geurverordening. 2. De gevolgen. De wettelijke norm is strenger geworden, dus wordt het invloedsgebied van een bedrijf veel groter. Als bij het onderstaande voorbeeld het lichtgele gebied de geldende geurnorm weergeeft (tot en met 3) in plaats het donkergele/oranje gebied (tot en met 6), dan is duidelijk dat de invloed ineens veel groter wordt. Dit terwijl er in werkelijkheid niks gewijzigd is aan bedrijf en omgeving.
. Dit heeft een belangrijk gevolg. Men mag geen nieuwe woningen bouwen binnen de geurcirkel van een bedrijf. Dit is vaste jurisprudentie van de Raad van State.
4
Als een perceel nu binnen deze grotere gele cirkel komt te vallen mogen daar dus geen nieuwe woningen meer worden gebouwd. Zelfs als een dergelijk perceel in een dorp tussen bestaande huizen ligt. Met deze geurcirkels over een kern ontstaan dus gebieden waar je geen woningen meer zijn toegestaan. De ontwikkelingen in een dergelijk kern komen voor een deel stil te liggen. Dit is ongewenst in het licht van de leefbaarheid en duurzaamheid van de kernen. Het is in de praktijk veelal niet nodig het zover te laten komen. Voor de agrariër betekent het voorgaande dat zijn bedrijf “op slot zit” wat betreft uitbreiding. Ook als hij ruimte maakt door emissiearme stallen toe te passen. Hij mag in een overbelaste situatie maar een deel van die ruimte weer invullen. De huidige situatie belemmert daarmee een aantal agrariërs. Ook bedrijven op grotere afstand van de kernen zien hun geurcirkel opschuiven naar de kern. En daarmee nemen hun bouwmogelijkheden af. Dit staat de ontwikkeling van bedrijven op grotere afstand van de kern in de weg, terwijl deze wel kunnen worden gezien als duurzame locaties voor de agrarische sector. 3. De mogelijkheden die de Wet bedoeld heeft. 3.1. Aanpassen van de geurnormen. In de Wet is een bandbreedte opgenomen voor beleid over de geurnormen. Voor binnen de bebouwde kom is deze: niet minder dan 0,1 en niet meer dan 14 odeur units per m3 lucht. Voor buiten de bebouwde kom is deze: niet minder dan 3 en niet meer dan 35 odeur units 3.2. Aanpassen van de vaste afstanden. Voor de vaste afstanden is een bandbreedte opgenomen van: minimaal 50 meter en maximaal 100 meter. 3.3. Maatwerk. Het is de bedoeling van de wetgever dat de gemeenten, vanuit een strengere startwaarde, met hun beleid de geurnormen afstemmen op hun specifieke situatie. 4. De gevolgen van de nieuwe wet voor Berkelland. Gevolgen voor de agrariërs: Veehouderijen in de omgeving van onze kleine kernen zien hun mogelijkheden inkrimpen. Dit kan zijn omdat ze hun geurcirkel die voorheen de kern niet bereikte nu zien groeien tot aan de kern. Daardoor verdwijnen hun uitbreidingsmogelijkheden. Ook kan dit zijn omdat hun geurcirkel nu tot in de kern reikt i.p.v. tot aan de kern. Dat levert hen een overbelaste situatie op en heel moeizame en beperkte uitbreidingsmogelijkheden. Gevolgen voor de kernen: Voor de kern is alle ruimte weg binnen de geurcirkels, die nu ineens over de kernen lopen. Binnen die cirkels zit alles op slot wat betreft woningbouw. Het invullen van vrijkomende lege plekken met woningen is daar uitgesloten. Het mogelijk maken van ontwikkelingen die betaald worden uit het bouwen van woningen is ook van de baan. Bijvoorbeeld bij het verplaatsen van een bedrijf uit de kern naar elders plus het bebouwen van de vrijkomende ruimte. De zaken per kern op de rij gezet levert het volgende beeld op:
5
BELTRUM
Over het blauwe gedeelte van de kern liggen geurcirkels. In deze gedeelten is geen ontwikkeling wat betreft woningbouw meer mogelijk. Ook geen opvulling lege plekken of vervanging van bedrijfsgebouwen door woningen. Huidige situatie. De volgende veehouderijen liggen met hun geurcirkels over de kern: 1 Avesterweg 3, overbelaste situatie als er geen geurbeleid komt. 2 Kuipersdijk 2, overbelaste situatie als er geen geurbeleid komt. 3 Zieuwentseweg 2, overbelaste situatie als er geen geurbeleid komt. 4 Ringweg 1, overbelaste situatie als er geen geurbeleid komt. Vastlopende woningbouwprojecten in blauw gebied: a. Woningbouw op het voormalige ABCTA-terrein aan de Meester Nelissenstraat 49 te Beltrum. Dit leidt tot het schrappen van +/- 36 woningen en een financiële schade door de al aangegane verplichtingen m.b.t. bedrijfsverplaatsingen. De geplande inkomsten uit de grondverkoop vallen weg, ten nadele van de gemeentelijke exploitatie. Na vaststelling geurbeleid: Veehouderijen 1 t/m 4 blijven met geurcontour van 6 OU weer buiten de kern grenzen. Zij zijn hun belemmerende overbelaste situatie weer kwijt. Woningbouw project ligt niet meer binnen een geurcirkel. Ruimtelijke ontwikkelingen binnen de kern worden niet meer onnodig gefrustreerd.
6
GEESTEREN
Over het blauwe gedeelte van de kern liggen geurcirkels. In deze gedeelten is geen ontwikkeling wat betreft woningbouw meer mogelijk. Ook geen opvulling lege plekken of vervanging van bedrijfsgebouwen door woningen. Huidige situatie. De volgende veehouderijen liggen met hun geurcirkels over de kern: 1. Morsweg 1, overbelaste situatie zonder geurbeleid. 2. Oude Diepenheimseweg 15, overbelaste situatie als er geen geurbeleid komt. Vastlopende woningbouwprojecten in blauw gebied: • Op dit moment lopen er geen projecten in de blauwe gebieden. Na vaststelling geurbeleid: Veehouderij 2 blijft met geurcontour van 6 OU weer buiten de kern grenzen. De invloed van veehouderij Morsweg 1 neemt af door de kleinere vaste afstand van 75 meter. Met geurbeleid verbetert dit niet omdat men niet aan de 100m vaste afstand en ook niet aan de 75 meter kan voldoen. Ruimtelijke ontwikkelingen binnen de kern worden niet meer onnodig gefrustreerd.
7
GELSELAAR
Over het blauwe gedeelte van de kern ligt een geurcirkel. In deze gedeelten is geen ontwikkeling wat betreft woningbouw meer mogelijk. Ook geen opvulling lege plekken of vervanging van bedrijfsgebouwen door woningen. Huidige situatie. De volgende veehouderijen liggen met hun geurcirkels over de kern: 1. Tieberinkweg 5/7, overbelaste situatie als er geen geurbeleid komt. Dit betreft de geurcontour van de vleeskalveren. Voor de melkrundveehouderij is er geen beperking. Hier ontstaan problemen met de 100m vaste afstand ten opzichte van het plan Heinemans en is de norm 75 meter nodig om dit vlot te trekken. Er is uitvoering bekeken en gecontroleerd of dit geen beperkingen veroorzaakt bij Tieberinkweg 5/7. Er is ook een geluidmodel gemaakt om te bekijken of zich vanuit die invalshoek geen beperkingen kunnen voordoen. Dit was niet geval. Vastlopende woningbouwprojecten in blauw gebied: • Ter plaatse van de Dorpsstraat 21 en 27 (plan Heinemans en Te Winkel) De woningen op het deel Heinemans komen te vervallen zonder gebiedsgericht beleid. Met de betrokkene is in 2004 een raamovereenkomst aangegaan t.b.v. gebiedsontwikkeling. Dat zou zonder nieuw geurbeleid komen te vervallen. De schade die de heer Heinemans leidt zal hij op onze gemeente willen verhalen. Na vaststelling geurbeleid: Veehouderij Tieberinkweg 5/7 blijft met geurcontour van 6 OU weer buiten de kern grenzen. Met de 75 m vaste afstand wordt ook het plan Heinemans mogelijk zonder Tieberinkweg 5/7 te beperken. Woningbouw project ligt niet meer binnen een geurcirkel en met de 75 m vaste afstand kan ook voldoende afstand gehouden worden tot Tieberinkweg 5/7. Toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen binnen de kern worden niet meer onnodig gefrustreerd. Ontwikkeling van Tieberinkweg 5/7 wordt niet onnodig belemmerd.
8
HAARLO
Over het blauwe gedeelte van de kern liggen geurcirkels. In deze gedeelten is geen ontwikkeling wat betreft woningbouw meer mogelijk. Ook geen opvulling lege plekken of vervanging van bedrijfsgebouwen door woningen. Huidige situatie. De volgende veehouderijen liggen met hun geurcirkels over de kern: 1. Avinkweg 1, overbelaste situatie als er geen geurbeleid komt. 2. Haneveldsweg 6, overbelaste situatie als er geen geurbeleid komt. 3. Eibergseweg 46, overbelaste situatie door de 100m vaste afstand. Met de 75 meter norm, neemt de invloed een stuk af. Zit wat betreft locatie te dichtbij om daar een blijvende oplossing voor te vinden met het beleid. Vastlopende woningbouwprojecten in blauw gebied: • woningbouw aan De Garver te Haarlo. Dit leidt tot 3 woningen minder en een financiële schade ten laste van de ontwikkelende partij (gemeente). • de bouw van appartementen aan de Eibergseweg 47 te Haarlo (locatie De Mölle). Dit leidt tot 4 woningen minder en een financiële schade ten laste van de ontwikkelende partij (gemeente). • een combinatie van wonen en werken in het evangelisatiegebouw aan de Borculoseweg 17 te Haarlo. Dit leidt tot 1 woning minder en een financiële schade ten laste van de ontwikkelende partij (particulier). Na vaststelling geurbeleid: Veehouderijen Avinkweg en Haneveldsweg blijven met geurcontour van 6 OU weer buiten de kern grenzen. De invloed van Eibergseweg 46 neemt met de 75 m vaste afstand ook af. Woningbouw projecten liggen niet meer binnen een geurcirkel. Toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen binnen de kern worden niet meer onnodig gefrustreerd.
9
NOORDIJK
Over het blauwe gedeelte van de kern liggen geurcirkels. In deze gedeelten is geen ontwikkeling wat betreft woningbouw meer mogelijk. Ook geen opvulling lege plekken of vervanging van bedrijfsgebouwen door woningen. Huidige situatie. De volgende veehouderijen liggen met hun geurcirkels over de kern: 1. Borgersteeg 1, overbelaste situatie als er geen geurbeleid komt. Met geurbeleid neemt de overbelaste situatie enorm af. Beide aanpassingen, de 6 OU norm en de 75 meter vaste afstand dragen hier aan bij. Bedrijf zit zo dicht aan de rand van de kom dat hier geen beleid oplossing voor te maken is. 2. Hilversweg 32, overbelaste situatie als er geen geurbeleid komt. Met de 75m norm raakt het geen bebouwing meer met de vaste afstanden. Vastlopende woningbouwprojecten in blauw gebied: • Op dit moment lopen er geen projecten in de blauwe gebieden. Na vaststelling geurbeleid: Veehouderij Borgersteeg heeft weinig invloed meer in de kern, maar doordat het zo dicht op de kern ligt is de overbelaste situatie niet helemaal weg te werken. Hilversweg 32 raakt zijn overbelaste situatie kwijt door de 75 m norm. Toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen binnen de kern worden niet meer onnodig gefrustreerd.
10
REKKEN
Over het blauwe gedeelte van de kern liggen geurcirkels. In deze gedeelten is geen ontwikkeling wat betreft woningbouw meer mogelijk. Ook geen opvulling lege plekken of vervanging van bedrijfsgebouwen door woningen. Huidige situatie. De volgende veehouderij ligt met de geurcirkel over de kern: 1. Rekkense Binnenweg 24, zonder geurbeleid een overbelaste situatie. Met geurbeleid neemt dit af tot bijna niets. Bij een volgende bedrijfsverandering is dat dan weg te werken. Vastlopende woningbouwprojecten in blauw gebied: • Woningbouw ter plaatse van Den Borgweg 4 Dit leidt tot 1 woning minder en een financiële schade ten laste van de ontwikkelende partij (gemeente). • Woningbouw ter plaatse van Den Borgweg 10. Dit leidt tot enkele woningen minder en een financiële schade ten laste van de ontwikkelende partij (particulier). Na vaststelling geurbeleid: Veehouderij Rekkense Binnenweg 24 ziet zijn geurcirkel krimpen tot net de rand van de bebouwde kom. Bij een volgende bedrijfswijziging kan dit weggewerkt worden en profiteert ook dit bedrijf van de ruimte omdat het nog gedeeltelijk traditionele stallen heeft waar nog veel emissiewinst te halen is met nieuwe stalsystemen. De beide woningbouw projecten vallen nu buiten de cirkel en kunnen doorgaan. Toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen binnen de kern worden niet meer onnodig gefrustreerd.
11
RIETMOLEN.
Over het blauwe gedeelte van de kern liggen geurcirkels. In deze gedeelten is geen ontwikkeling wat betreft woningbouw meer mogelijk. Ook geen opvulling lege plekken of vervanging van bedrijfsgebouwen door woningen. Bij deze kern is dit niet aan de orde. Huidige situatie. De volgende veehouderijen liggen met hun geurcirkels over de kern: • Er vallen geen geurcirkels over de kern. Vastlopende woningbouwprojecten in blauw gebied: • Niet van toepassing. Na vaststelling geurbeleid: Omliggende veehouderijen kunnen uitbreiden en komen niet de kern tegen als eerste belemmering. Krabbeweg 9 profiteert hiervan. Heeft nog goede uitbreidingsmogelijkheden voordat het de zuidwestkant van Rietmolen aantikt met haar geurcirkel.
12
5. Het beleid vaststellen. Zoals uit de kaartjes blijkt zitten nu een aantal veehouderijen in de problemen en daarmee ook de kern waarover zij hun geurcirkel leggen. In totaal 13 veehouderijen raken door de nieuwe norm uit de Wet geurhinder in de problemen omdat ze in een overbelaste situatie terecht komen. In totaal acht woningbouwprojecten liggen in deze nieuwe, grotere geurcontouren. Als deze niet doorgaan wordt er ook aan deze kant van de ruimtelijke ontwikkelingen fors schade geleden. Dit schaadt de leefbaarheid. Naast deze direct getroffen bedrijven en projecten zien ook een groot aantal andere veehouderijen op grotere afstand hun mogelijkheden ernstig inkrimpen. Hun geurcirkels rukken ineens fors op naar de grenzen van de kernen en daarmee verdampt een groot deel van hun toekomstige ontwikkelingsmogelijkheden Om dit op te lossen is gekeken bij welke waarde in odeur units de geurcirkels weer buiten de kernen komen te liggen en wanneer dit nog verantwoord is. Sommige bedrijven liggen zo dicht bij een kern dat hier geen mouw aan te passen is. Bij de waarde van 6 OU verkleinen de geurcirkels zodanig dat de blauwe gebieden zo goed als weer wegvallen van de kern. Met 6 OU als norm zitten de kleine kernen in tussen het strenge 3 OU van de grote kernen en de 14 OU voor het buitengebied. De norm komt overeen met de categorie 2 norm voor kleine kernen zoals die onder de voorgaande wet gold. Bij de aanpassing, ofwel het herstel van de balans zoals die er was onder de voorgaande wetgeving, blijven nog een aantal knelpunten over. Deze lopen vast op de vaste afstand van 100 meter. Hier is verder gekeken of hier nog ruimte gevonden kan worden zodat bedrijven niet onnodig beperkt worden en de kern niet onnodig belast wordt en onnodig beperkt in ruimtelijke ordening zin. Bij een vaste afstand van 75 meter komt hier ruimte in. Dit zit weer tussen de strenge norm van 100 meter voor grote kernen en de 50 meter voor buitengebied in. Bij het bedrijf Tieberinkweg 5/7 in Gelselaar is zorgvuldig gekeken of dit eventueel een geluidproblemen oplevert. Maar ook daar blijft ruimte over voor nieuwe ontwikkelingen van het bedrijf. 6. Het moment van beleid in laten gaan. Bij het vaststellen van het geurbeleid ontstaat ruimte in de geurbelasting van een agrarisch bedrijf naar de naast omgeving. Deze ruimte gaat naar boeren én kernen. Bij kernen in de vorm van ruimtelijke ontwikkelingen voor woningbouw. Bij agrariërs door het afschudden van het nu bestaande strenge regime van overbelaste situaties en het teruggeven van de ontwikkelruimte zoals die onder de voorgaande wetgeving aanwezig was. Ook wordt maatwerk geleverd door middel van de 75m vaste afstand als nieuw onderwerp. Er zijn 2 situaties van woningbouwprojecten die aan de rand van een kern plaatsvinden. Dit zijn: Dorpsstraat 21 en 27 (plan Heinemans en Te Winkel) in Gelselaar. De Garver in Haarlo. Deze plannen liepen onder oud regime vast op de regelgeving. Bij De Garver bij Haarlo betrof dit de geurcirkel. Bij Gelselaar betrof dit de geurcirkel én de vaste afstand van 100 meter.
13
Haarlo: Als de verordening meteen ingaat, geeft dit ruimte voor de nu nog uitgesloten woningbouw ontwikkelingen op het restant van het plan De Garver. Het agrarisch bedrijf Kuipersdijk 2 krijgt iets ruimte wat betreft de geurcontour. De bestaande woning Borculoseweg 20 is de beperkende factor en niet De Garver. Belangrijker is dat de overbelaste situatie voor Kuipersdijk 2 wegvalt. Hier is dus geen extra bescherming van de vrijkomende ruimte nodig. Gelselaar: Als de verordening meteen in gaat, kan het bedrijf aan de Tieberinkweg 5/7 deze ruimte bij wijze van spreken grotendeels wegnemen door prompt een milieuaanvraag voor een uitbreiding in te dienen. Snel dan de gemeente een ontwerpbestemmingsplan ter inzage kan leggen. Als wij deze ruimte beschermen door te wachten op het ontwerpbestemmingsplan dan kan dit plan door gaan zoals dat beoogd is. Desondanks kan het bedrijf Tieberinkweg 5/7 nog een stukje uitbreiden. De tak melkrundvee van dit bedrijf ondervindt in geen geval geurbeperking omdat hier de vaste afstand geldt waaraan het bedrijf voldoet. De begrenzing zit juist in dieren als vleeskalveren waarvoor wel de geurcontour maatgevend is. Hier moet in het kader van geurbeleid een duidelijke keuze gemaakt worden. In feite is de keuze voor woningbouw in het verleden al gemaakt. De toenmalige gemeente Borculo is in 2004 een raamovereenkomst aangegaan voor de realisatie van woningbouw op de voormalige veehouderijlocatie Dorpsstraat 21 (Heinemans). Deze overeenkomst verplicht de gemeente om binnen haar mogelijkheden hiervoor alles in het werk te stellen. In paragraaf 9 wordt het advies te kiezen voor integrale invoering van eigen geurbeleid verder toegelicht. 7. De gevolgen van het beleid niet vaststellen. Als het geurbeleid niet vastgesteld wordt dan heeft dit gevolgen. Agrariërs: Elf bedrijven zitten door de nieuwe wetgeving stevig op slot waar dit voorheen niet zo was. Deze kunnen niet of nauwelijks nog uitbreiden. De schade daardoor per bedrijf verschilt. Kernen: Negen projecten kunnen niet doorgaan. Het gaat om invloed op bouwplannen van in totaal circa 67 woningen. Gevolg is financiële schade voor particulieren en gemeente. Voor de gemeente gaat het om een bedrag dat kan oplopen tot circa 700.000,=. Voor particuliere initiatiefnemers gaat het een lager bedrag. 8. Tieberinkweg 5/7 bij Gelselaar. Het bedrijf Tieberinkweg 5/7 heeft momenteel een milieuvergunning voor het houden van zowel melkrundvee als vleeskalveren. Voor het melkrundvee gelden vaste afstanden, ongeacht het aantal stuks vee. Voor de vleeskalveren zijn berekeningen nodig met een computermodel. De uitkomsten daarvan leiden tot geurcirkels. De omvang van deze geurcirkels is afhankelijk van de soort en aantal dieren (plus de wijze van huisvesting). Het geurbeleid en de realisatie van het plan Heinemans hebben uiteraard een bepaald effect op de uitbreidingsmogelijkheden van dit bedrijf. Om meer inzicht te verkrijgen in deze effecten zijn de volgende drie situaties uitgewerkt:
14
1. De huidige situatie. De momenteel vergunde bedrijfsvoering en uitbreidingsmogelijkheden, zonder dat sprake is van geurbeleid en woningen in het plan Heinemans. 2. De situatie na vaststelling van het geurbeleid, zonder rekening te houden met het plan Heinemans. Dan is sprake van een minder strenge geurnorm (voor de vleeskalveren) en een kleinere minimaal aan te houden afstand (voor het melkrundvee). De uitbreidingsmogelijkheden worden daarbij bepaald door bestaande woningen in de kom Gelselaar en niet door de nieuwe woningen. 3. De situatie na vaststelling van het geurbeleid, waarbij rekening is gehouden met toekomstige woningbouw in het plan Heinemans. De uitbreidingsmogelijkheden worden daarbij bepaald door de nieuwe woningen. Hieronder worden deze drie situaties verder uitgewerkt. Daarbij is een onderverdeling gemaakt naar melkrundvee en vleeskalveren. Dit in verband met de verschillende wijze van beoordeling van deze diersoorten (vaste afstanden vs. geurcirkels). Huidige situatie (geen geurbeleid en geen woningen in het plan Heinemans) Melkrundvee: het bedrijf wordt niet in de uitbreidingsmogelijkheden beperkt door de bebouwde kom Gelselaar. Het bedrijf voldoet aan de minimaal aan te houden afstand van 100 meter. Vleeskalveren: het bedrijf zit “op slot” voor wat betreft de aan te houden afstand. Het huidige vergunde aantal van 300 stuks is gelijk het maximaal haalbare. De uitbreidingsmogelijkheden worden geblokkeerd door de woning Diepenheimseweg 2. Verschuiving van het emissiepunt en het gebruik van een luchtwasser zijn maatregelen die kunnen leiden tot een groter te vergunnen aantal vleeskalveren. Situatie na vaststelling geurbeleid, zonder plan Heinemans Melkrundvee: het bedrijf wordt niet in de uitbreidingsmogelijkheden beperkt door de bebouwde kom Gelselaar. Het bedrijf voldoet aan de minimaal aan te houden afstand van 75 meter. Vleeskalveren: het bedrijf kan uitgaande van de vergunde positie van de stal (plus het stalsysteem) uitbreiden tot circa 650 vleeskalveren. De uitbreidingsmogelijkheden worden daarbij beperkt door de woning Diepenheimseweg 2. Door verschuiven van het emissiepunt (in afwaartse richting van de kom) kan dit aantal nog verder toenemen. Hetzelfde geldt bij het toepassen van een luchtwasser op de stal. Situatie na vaststelling geurbeleid, met plan Heinemans Melkrundvee: het bedrijf wordt niet in de uitbreidingsmogelijkheden beperkt door de bebouwde kom Gelselaar. Het bedrijf voldoet aan de minimaal aan te houden afstand van 75 meter. Vleeskalveren: het bedrijf kan uitgaande van de vergunde positie van de stal (plus het stalsysteem) uitbreiden tot circa 400 vleeskalveren. De uitbreidingsmogelijkheden worden daarbij beperkt door de nieuwe woningen in het plan Heinemans. Door verschuiven van het emissiepunt (in afwaartse richting van de kom) kan dit aantal nog verder toenemen. Hetzelfde geldt bij het toepassen van een luchtwasser op de stal.
15
Conclusies: De melkrundveehouderij wordt niet beperkt in de uitbreidingsmogelijkheden door de bebouwde kom van Gelselaar. Nu niet en straks niet. Het plan Heinemans zorgt weliswaar voor woningen op kortere afstand van het bedrijf, maar de na inwerkingtreding van het geurbeleid kleinere aan te houden afstand (75 in plaats van 100 meter) zorgt ervoor dat het bedrijf ook dan gewoon kan uitbreiden. Bij de inrichtingsschets voor de nieuwe woonwijk is rekening met de afstand van 75 meter, zodat het bedrijf hierdoor na inwerkingtreding van het geurbeleid niet in de problemen komt. Ook op het gebied van geluid zijn op deze afstand geen problemen te verwachten. Dit blijkt uit geluidsberekeningen die samen met het bedrijf Zieverink zijn opgesteld en doorgenomen. Voor wat betreft het aantal vleeskalveren kan het bedrijf momenteel niet verder uitbreiden (behalve door het emissiepunt te verplaatsen of een luchtwasser te installeren). Door het geurbeleid ontstaan ruimere mogelijkheden voor het aantal te houden vleeskalveren. Logischerwijs zijn deze mogelijkheden ruimer zonder woningbouw in het plan Heinemans. 9. De vragen. 9.1 oe zit het nu met de intrede datum, waarom wordt deze opgeschort? Is dit geen rechtsongelijkheid tot de agrariërs die ook aanspraak kunnen maken op de ontstane ruimte? Zoals aangegeven kan het direct in werking laten treden leiden tot stagnering van het project Heinemans. Het bedrijf Tieberinkweg 5/7 profiteert wel degelijk ook van vergroting van de mogelijkheden. Het is niet zo dat dit bedrijf voordeel onthouden wordt. 9.2 Is dit wel een duurzame ontwikkeling? Er ontstaat namelijk weer ruimte voor agrariërs aan de kernranden. Moet je dat wel willen? Er is een knelpunt ontstaan bij de kernen, voor de kern en de agrariërs terwijl er niets aan de omgeving of de bedrijven is veranderd. Dit tast zowel de duurzaamheid van de kernen en de duurzaamheid van een aantal bedrijven aan. Met de verordening zitten de kernen en de agrarische bedrijven elkaar niet onnodig meer in de weg. Dat daarbij niet allemaal duurzame situaties voor agrariërs ontstaan is een probleem wat er al was en hier niet anders door wordt. Als we de balans opmaken is de duurzaamheid daarmee toch wel aangetoond. 9.3 Is dit niet alleen opgezet voor de woningbouw en niet voor de agrariërs? Zoals al aangeven worden de belangen van kernen en agrariërs geholpen met deze ontwikkeling. Het is echter geen éénzijdig probleem van de kernen zoals wel gebleken is. Het lost zowel problemen van kernen als agrariërs op. 9.4 Kan worden bereikt dat het ontwerpbestemmingsplan voor Gelselaar (Heinemans) ter inzage wordt gelegd en de raad gelijktijdig het geurbeleid integraal vaststelt en in werking laat treden? Ja, dat is mogelijk. In theorie is dit ook de mooiste en meest overzichtelijke oplossing bij invoering van geurbeleid. Er kleeft echter ook een nadeel aan deze oplossing. Het moment waarop de ter inzage legging van het ontwerp bestemmingsplan Heinemans in Gelselaar plaatsvindt bepaalt op die manier namelijk ook het moment waarop voor andere kernen de ontwerpbestemmingsplannen voor daar lopende projecten ter inzage kan worden gelegd. Er vindt op deze manier koppeling van projecten plaats waarbij Gelselaar de beslissende schakel wordt. Dat is niet aan te raden.
16
Was de locatie Heinemans nu het enige project van onze gemeente of van derden, dan is invoering ineens een prima keuze. De vorderingen in dat plan bepalen dan de termijn van inwerkingtreding van geurbeleid. We hebben echter ook andere plannen lopen. Enkele daarvan zijn mede afhankelijk van ons geurbeleid om doorgang te kunnen vinden. Met name het betrekkelijk grote project voor woningbouw in Beltrum aan de Meester Nelissenstraat (na bedrijfsverplaatsingen) en de bouw van enkele woningen op de locatie De Mölle in Haarlo zijn actueel. In beide gevallen is het opstellen van een ontwerpbestemmingsplan in voorbereiding. Het streven is deze gereed te hebben medio 2009. Dan moet ook het geurbeleid zijn intrede hebben gedaan. Beide projecten hebben naast het aspect van de volkshuisvesting een gemeentelijk financieel belang. Bij vertraging gaat voor ons de factor rente spelen. Daarnaast zijn we aan de dorpsvertegenwoordiging in zekere zin uitleg verschuldigd. In beide kernen mag zich het betreffende project op aandacht van die zijde verheugen. Men rekent er op dat daar zo spoedig mogelijk gebouwd zal worden. Deze locaties kunnen dus afhankelijk van de stand van zaken in Gelselaar. De voortgang daar is dan allesbepalend. Geen aangenaam vooruitzicht. Daarom is het wenselijk nu te kiezen voor gescheiden invoering. 9.5 Is het mogelijk met agrarisch bedrijf Zieverink in Gelselaar afspraken te maken die ertoe leiden dat het geurbeleid nu integraal wordt vastgesteld en in werking treedt zónder dat dit bedrijf nieuwe ruimte gaat benutten? Het principe bij geurbeleid is dat meer ruimte kan ontstaan voor een agrariër óf voor een woningbouwproject (beide kan ook!). Als dhr. Zieverink al een afspraak met de gemeente Berkelland wil maken, dan is dit een afspraak binnen het privaatrecht. Het naderhand aanvragen door hem van méér ruimte ten behoeve van zijn bedrijf is een handeling naar het publiekrecht. Privaatrechtelijke afspraken kunnen bevoegdheden die binnen het publiekrecht vallen niet zomaar beperken. Een afspraak geeft daarmee geen zekerheid voor de gemeente. Het heeft dus weinig zin een constructie te bedenken die betrokkene niets biedt en ook niet in zijn belang is. 9.6 Kan de gemeente bij gefaseerde inwerkingtreding van het geurbeleid (Gelselaar op termijn, de overige kleine kernen met directe ingang) rechtsongelijkheid verweten worden? Mogelijk leeft in dit de gedachte dat gescheiden invoering van geurbeleid in strijd is met het gelijkheidsbeginsel. Het aan de orde stellen van dit beginsel uit het bestuurrecht is begrijpelijk, maar vraag is of dit terecht gebeurt. Zijn de situaties in Gelselaar enerzijds en andere kernen anderzijds wel volledig met elkaar vergelijkbaar? Het gelijkheidsbeginsel moet bij wetgeving zorgvuldig worden toegepast. Wetgevers, waaronder de gemeenteraad, mogen verschillende groepen aanwijzen die zij verschillend behandelen. Voor het onderscheid moeten wel goede, zakelijke redenen zijn aan te voeren. De verordening is het gemeentelijke wetgevingsproduct. De Wet geurhinder een veehouderij maakt een gebiedsgerichte aanpak mogelijk. Er zijn zakelijke, goede gronden aan te voeren om gebieden verschillend te behandelen. In deze notitie is dit aangegeven. Conclusie bij paragraaf 9: Het is wenselijk en verdedigbaar het geurbeleid zo spoedig mogelijk door de raad te laten vaststellen. Het is daarbij mogelijk te kiezen voor directe invoering in de kleine kernen met uitzondering van Gelselaar. Daar kan het college de datum van invoering bepalen.
17
Raadsvergadering
:
9 december 2008
Agendanummer
:
(college) voorstelnummer
:
46 / 26
Onderwerp
:
Gebiedsgericht geurbeleid kleine kernen gemeente Berkelland
Borculo, 13 november 2008 Geachte raad, 1. Kader Het wettelijk kader wordt gevormd door de Wet geurhinder en veehouderij. Het voorstel blijft binnen de in deze wet gestelde kaders. Het beleidsvoornemen valt te herleiden tot algemeen beleid milieu (FCL 67230000). 2. Samenvatting De Conceptverordening geurhinder en veehouderij heeft in de afgelopen periode de inspraakprocedure doorlopen. Dit heeft geleid tot een beperkt aantal inspraakreacties. Deze reacties geven geen aanleiding om de verordening aan te passen. Het voorstel is om de definitieve verordening in ongewijzigde vorm vast te stellen. Ons voorstel is eerder geagendeerd voor de raadsvergadering van 16 september 2008. U hebt besloten dit onderwerp uit te stellen. Dit gebeurde om ons in de gelegenheid te stellen de vragen over dit onderwerp tijdens de Commissie Ruimtelijk Domein van 3 september 2008 te beantwoorden. Deze antwoorden zijn nu beschikbaar in de vorm van het memo van 14 oktober 2008. Dit leidt niet tot een andere inhoud van de nu voorliggende concept-verordening. Wel is de invoeringsdatum gewijzigd. 3. Argumentatie Bij raadsbesluit van 15 april 2008 is de Conceptverordening geurhinder en veehouderij vastgesteld. Deze conceptverordening komt kortweg neer op een afwijkende normstelling voor geurhinder van veehouderijen. Uitgekomen is op een geurnorm van 6 odour units en een minimaal aan te houden afstand van 75 meter. De afwijkende normstelling is uitsluitend bedoeld voor de kleine kernen van Berkelland. a. Inspraakreacties Van 23 april 2008 tot 5 juni 2008 hebben de conceptverordening en bijbehorende stukken ter inzage gelegen. Dit heeft geleid tot een beperkt aantal inspraakreacties. Van de inspraakreacties (inclusief de beoordeling daarvan) is het bijgevoegde verslag gemaakt.
18
Uit het verslag komen twee hoofdpunten naar voren: 1. de vrees voor overlast en klachten bij het hanteren van een afstand van 75 meter tussen agrarische bedrijven en woningen (waardoor agrarische bedrijven in de problemen komen); 2. een voorkeur voor het zoeken naar duurzame oplossingen. Beide punten komen in het verslag uitvoerig aan de orde. Met de in de verordening opgenomen waarden is sprake van een goede balans tussen ontwikkelingsruimte en een acceptabel geurhinderniveau. Weliswaar kan zich in de praktijk enige geurhinder voordoen, maar niet in zodanige mate dat daardoor het woon- en leefklimaat onaanvaardbaar verslechtert. Verder belemmert het geurbeleid op geen enkele wijze het zoeken naar duurzame oplossingen voor agrarische bedrijven. Wel biedt het geurbeleid deze bedrijven veelal iets meer ademruimte. Al met al heeft de inspraak niet tot zodanig nieuwe gezichtspunten geleid, dat er een noodzaak bestaat tot het aanpassen van de verordening. b. Vragen tijdens de vergadering van de Commissie Ruimtelijke Ordening en Domein van 3 september 2008. Tijdens behandeling in de commissie bleven een aantal vragen bestaan over de invoering van een eigen gemeentelijk geurbeleid. Deze vragen hebben betrekking op de uitbreiding van agrarische bedrijven in relatie tot het begrip duurzaamheid en verder op invoering ten gunste van woningbouwprojecten bóven de belangen van de agrarische sector. Wij hebben het antwoord op deze vragen in de memo van 14 oktober 2008 samengevat en aan de ter inzage liggende stukken toegevoegd. c. Tijdstip van inwerkingtreding. Een verdere vraag van de commissie heeft betrekking op de datum van invoering. In ons voorstel voor uw vergadering van 16 september 2008 gingen wij uit van invoering op een door ons te bepalen tijdstip. Op dit moment stellen wij vast, dat de invoering van gemeentelijk geurbeleid nu al mogelijk is voor de kernen Beltrum, Geesteren, Haarlo, Noordijk, Rekken en Rietmolen. Zoals toegelicht in de memo is de situatie bij deze kernen helder. Voor zowel agrarische sector als voor woningbouw in en bij de kernen ontstaat weer enige ruimte. Er doen zich daar geen knelpunten voor. d. Afwijkend tijdstip van inwerkingtreding voor Gelselaar. De invoering voor de kern Gelselaar leent zich naar onze mening wel voor latere invoering. De reden om de verordening later in werking te laten treden heeft te maken met een actueel project voor woningbouw in deze kern, de locatie Heinemans. De toenmalige gemeente Borculo is in 2004 een raamovereenkomst aangegaan voor de realisatie van woningbouw op de voormalige veehouderijlocatie Dorpsstraat 21. Deze overeenkomst verplicht de gemeente om binnen haar mogelijkheden hiervoor alles in het werk te stellen.
Bij het per direct inwerking laten treden van de geurverordening voor ook Gelselaar, bestaat het risico dat het nabijgelegen veehouderijbedrijf Tieberinkweg 5/7 een aanvraag om milieuvergunning indient. Uitbreiding van de intensieve veehouderijtak kan echter weer leiden tot een vergroting van de geurcirkel tot het oude niveau. Bij de verlening van de milieuvergunning mag namelijk geen rekening worden gehouden met de voorbereiding van een bestemmingsplan ten behoeve van woningbouw. Dit mag pas als voldoende zeker is dat de bouw van woningen ook daadwerkelijk zal kunnen plaatsvinden. De ter inzage legging van een ontwerpbestemmingsplan is hiervoor minimaal vereist. Zover zijn de voorbereidingen in Gelselaar nog niet gevorderd.
19
Om het project Heinemans niet te belemmeren is opschorting van het geurbeleid voor de kern Gelselaar noodzakelijk. Het blijkt juridisch geen probleem om de inwerkingtreding in twee fasen te laten verlopen. Deze datum blijft voor Gelselaar dan afhangen van de voortgang in het project Heinemans. De geurverordening kan voor de overige kleine kernen direct na publicatie inwerking treden. 4. Financiële consequenties / dekking Het beleidsvoornemen heeft geen financiële consequenties in directe zin. Het omgekeerde is wel het geval. Zonder eigen geurbeleid raken een aantal al lopende woningbouwprojecten in de knel. Dit is in de memo van 14 oktober 2008 uitgebreid toegelicht. 5. Conclusie Gebiedsgericht geurbeleid is een voorwaarde om de gewenste ruimtelijke inrichting van de kleine kernen vorm te geven. Met de voorgestelde geurnorm en minimale afstand zijn zowel veehouderijbedrijven als de kleine kernen gebaat. De gevoerde inspraakprocedure heeft wat dit betreft niet tot nieuwe inzichten geleid. De verordening kan zonder verdere inhoudelijke wijzigingen worden vastgesteld. De inwerkingtreding moet in de tijd naar voren worden geschoven.
Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van Berkelland, de secretaris, de burgemeester,
drs. A.G. Dekker.
mr. H.L.M. Bloemen.
20
Raadsvergadering
:
Agendanummer
:
9 december 2008
De raad van de gemeente Berkelland; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 13 november 2008; gelet op het bepaalde in artikel 6 van de Wet geurhinder en veehouderij; besluit: vast te stellen de: VERORDENING GEURHINDER EN VEEHOUDERIJ GEMEENTE BERKELLAND
Artikel 1
Begripsbepalingen
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: geurhinder: gevolgen voor het milieu door de emissie van geur; veehouderij: inrichting die tot een krachtens artikel 1.1 lid 3 van de Wet milieubeheer aangewezen categorie behoort en is bestemd voor het fokken, mesten, houden, verhandelen, verladen of wegen van dieren; Wet: de Wet geurhinder en veehouderij. Artikel 2
Aanwijzing gebieden
1.
Als “deel van het grondgebied” als bedoeld in artikel 6 lid 1 van de Wet worden aangewezen de bebouwde kommen van de volgende kernen: a. Beltrum, b. Geesteren, c. Haarlo, d. Noordijk, e. Rekken, f. Rietmolen, g. Gelselaar.
2.
De in lid 1 en artikel 3 van deze verordening bepaalde begrenzing en waarden zijn gebaseerd op de bij deze verordening en als zodanig gewaarmerkte beleidsnota “Gebiedsgericht geurbeleid voor de zeven kleine kernen van de gemeente Berkelland”.
21
Artikel 3
Waarden voor de geurbelasting
1.
Binnen de op grond van artikel 2 lid 1 aangewezen gebieden is een andere waarde van toepassing dan de desbetreffende waarde genoemd in artikel 3 lid 1 van de Wet.
2.
Met inachtneming van het gestelde in artikel 6 lid 1 van de Wet bedraagt binnen de op grond van artikel 2 lid 1 aangewezen gebieden de maximale waarde voor de geurbelasting van een veehouderij 6,0 odour units per kubieke meter lucht.
3.
Met inachtneming van het gestelde in artikel 6 lid 3 van de Wet bedraagt binnen de op grond van artikel 2 lid 1 aangewezen gebieden de afstand tussen een veehouderij waar dieren worden gehouden van een diercategorie waarvoor niet bij ministeriële regeling een geuremissiefactor is vastgesteld en een geurgevoelig object in de bebouwde kom minimaal 75 meter.
4.
De in lid 2 en 3 aangegeven waarde en afstand geldt alleen voor zover het betreft: a. geurhinder vanwege tot die veehouderijen behorende dierenverblijven; b. een geurgevoelig object binnen de bebouwde kom.
Artikel 4
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking: a. voor de in artikel 2, lid 1 onder de letters a tot en met f genoemde kernen: op de dag na die van de bekendmaking. b. Voor de in artikel 2, lid 1 onder de letter g genoemde kern: op een door het college van burgemeester en wethouders te bepalen tijdstip. Artikel 5
Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: “Verordening geurhinder en veehouderij gemeente Berkelland”.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 9 december 2008. de griffier,
de voorzitter,
22