DOMEIN MCI MEERJARENPLAN 2011-2014
DOMEIN MCI
HOGESCHOOL VAN AMSTERDAM DOMEIN MEDIA CREATIE EN INFORMATIE MEERJARENPLAN 2011 - 2014
VOOR WOORD Het HBO in transitie, de topsector creatieve industrie in opkomst, Amsterdam een populaire internationale vestigingsplaats en de vraag of de Euro de crisis overleeft. Uitdagingen en kansen ten tijde van het publiceren van dit meerjarenplan voor ons domein. Het Domein Media, Creatie en Informatica (DMCI) is een nieuw domein dat met haar opleidingen midden in de ontwikkeling van de Creatieve Industrie staat. Een sector die grote groei doormaakt en, met name in de metropool regio Amsterdam, sterk wordt gestuurd door de digitale revolutie. Hierdoor ontstaan nieuwe ondernemingen en organisaties en vestigen meer en meer internationaal opererende ondernemingen zich in deze regio. Dat biedt kansen. Tegelijkertijd zijn de grenzen van de groei van hoger onderwijs instellingen bereikt en worden we uitgedaagd om kwalitatief hoogwaardige opleidingen te bieden die toekomstgericht zijn en om het maximale uit het talent te halen dat bij ons komt studeren. Studenten die bij hun afstuderen weten wat het beroepenveld van hún toekomst is, die kunnen reflecteren en vormgeven, die ondernemend zijn ingesteld en die tegelijkertijd gevoel voor 'craftmanship' hebben ontwikkeld. Dit is uitdaging voor onze organisatie en ook een pure noodzaak voor onze maatschappij: om te zorgen dat we de samenleving een toekomstige generatie ondernemers, professionals, leiders en vormgevers kunnen bieden die ervoor zorgt dat onze welvaart zich blijft ontwikkelen. Als kennishandelsland, met een leidende rol in Europa en als partner in de internationale economie. Ik dank mijn voorgangers die het domein hebben opgebouwd tot wat het nu is: een toonaangevende instelling met een geweldig team van docenten en ondersteuning. En met plezier en vertrouwen verbind ik mij aan het realiseren van dit plan voor de komende jaren.
oktober 2011, Geleyn Meijer
2 ! HOGESCHOOL VAN AMSTERDAM
INLEIDING EN AMBITIE – 5
HOE ZIEN WIJ DE SECTOR CREATIEVE INDUSTRIE EN IT – 6
PIJLERS ONDER ONS ONDERWIJS – 9
VISIE, MISSIE EN WAARDEN VAN HET DOMEIN MCI – 11
ONDERWIJS – 12
ONDERZOEK – 16
MAATSCHAPPIJ – 18
BEDRIJFSVOERING – 20
VOORTGANGSBEWAKING – 22
BRONNEN – 22
MEERJARENPLAN 2011/14 DOMEIN MCI " 3
4 ! HOGESCHOOL VAN AMSTERDAM
INLEIDING EN AMBITIE Je ambitie bepalen en vervolgens bedenken welke
Voordat gekeken wordt naar de komende jaren be-
stappen je moet zetten om die ambities te verwe-
schrijven wij eerst hoe het domein zijn rol in de wereld
zenlijken. Daar gaat dit domeinplan over. Onze
van de creatieve industrie en IT ziet. Vervolgens wordt
ambitie is helder. Wij willen:
onze visie op onderwijs beschreven. In het proces van totstandkoming van dit plan is naast vele gesprekken
TOPSTUDENTEN, die ernaar streven om het beste uit
die hebben plaatsgevonden ook een analyse gemaakt
zichzelf te halen en zich daar ook voor willen inzetten.
van onze sterke en zwakke kanten en de bedreigingen
Wij leiden studenten op, stimuleren en coachen ze om
en kansen die vanuit de buitenwereld op ons afkomen.
top-professionals te worden. Onze studenten zijn er
Op grond van deze analyse hebben wij voor de komen-
trots op dat ze bij de HvA gestudeerd hebben.
de periode drie belangrijke speerpunten geformuleerd:
TOPDOCENTEN, die studenten stimuleren in hun ont-
RENDEMENT; wij zien het als onze taak om studenten
wikkeling, zichzelf blijven ontwikkelen en goed op de
die voldoen aan de toelatingseisen in vier jaar tijd op te
hoogte zijn van wat er speelt in het werkveld en de
leiden tot beginnende vakmensen. Wij zorgen ervoor
maatschappij.
dat in 2015 70% van de studenten de propedeuse bin-
TOPPARTNER, zijn voor het bedrijfsleven, waarbij we
de studenten afgestudeerd.
nen twee jaar haalt. Na vier jaar hoofdfase is 90% van een balans zoeken tussen opleiden en de kansen op de arbeidsmarkt en waarbij wij als gids fungeren ten aan-
GROEI IN KWALITEIT EN POSITIE; als toonaangevende opleiding voor de topsector Creatieve Industrie (vast-
zien van toekomstige beroepen omdat wij onze studengesteld door kabinet januari 2011) en de clusters Createn ook opleiden voor beroepen die er nu nog niet zijn. tieve Industrie en ICT/eScience van de Economic DeveTOPLOCATIE, voor onze opleidingen. De wereldstad
lopment Board Amsterdam.
Amsterdam met zijn bloeiende internationale en cultu-
ORGANISATIE; voor het realiseren van alle doelen die
rele karakter is onze thuisbasis.
wij ons stellen is het een voorwaarde dat de organisatie
TOPINFRASTRUCTUUR, onze infrastructuur voor informatieverwerking is state of the art. Wij adapteren het “nieuwe werken.”
en alle processen die zich daarbinnen afspelen zo optimaal mogelijk verlopen. Wij zorgen er daarom voor dat in 2015 de onderwijslogistieke processen en bedrijfsvoeringsprocessen zodanig geregeld zijn dat zij het
In dit domeinbrede meerjarenplan wordt een beeld geschetst van de ontwikkelingen en activiteiten binnen het domein Media, Creatie en Informatie (DMCI) voor de periode 2011-2014 die wij willen inzetten om onze
onderwijs en de organisatie op adequate wijze ondersteunen. Dat studenten en medewerkers dit waarderen zal blijken uit het rapportcijfer in de STM en MTM, dat in 2014 minimaal een 7.3 is.
ambitie te realiseren. Dit meerjarenplan maakt deel uit
Vanuit onze ambitie, onze kijk op de sector creatieve
van de keten van sturen en verantwoorden binnen de
industrie en IT, de pijlers onder ons onderwijs en onze
HvA. Hierbij is een van de uitgangspunten het
speerpunten hebben we vervolgens de doelen beschre-
instellingsplan 2011-2014 “Oog voor talent” van het
ven die wij ons op de gebieden onderwijs, onderzoek
college van bestuur. Dit meerjarenplan op zijn beurt is
en maatschappij stellen voor de periode 2011-2014.
de inhoudelijke onderbouwing van het convenant tus-
Het geheel wordt afgesloten met een hoofdstuk over
sen college van bestuur en de domeinvoorzitter waarin
de bedrijfsvoering om de doelen te kunnen realiseren.
wordt afgesproken op welke wijze het domein uitvoering geeft aan het instellingsplan.
MEERJARENPLAN 2011/14 DOMEIN MCI " 5
HOE ZIEN WIJ DE SECTOR CREATIEVE INDUSTRIE EN IT Het onderwijs van het domein bevindt zich in de
de creatieve industrie, maar ontbeert het commer-
creatieve industrie en IT. De meerwaarde van het
ciële element en valt dientengevolge buiten ons
onderwijs ligt in mogelijkheden die ontstaan op
aandachtsgebied. De IT is een opzichzelfstaande
het snijvlak van de creatieve industrie en IT. De
sector, maar wel sterk verweven met de creatieve
creatieve industrie voegt een kwaliteit toe aan
industrie.
een product of dienst. Het kan gaan om creatieve
In het algemeen kunnen we stellen dat consumenten
en vormgegeven producten, innovatieve toepas-
zich willen onderscheiden; iets bijzonders, iets persoon-
singen of concrete maatschappelijke bijdragen. De
lijks willen. Onder invloed van de IT zijn nieuwe bedrijfs-
zes belangrijkste deelsectoren binnen de creatieve industrie zijn: media, reclame, architectuur, industrieel en grafisch ontwerp, gaming en mode.
takken gecreëerd en zijn ook de marktstructuren en productieprocessen in bedrijven en organisaties sterk
2
veranderd. De creatieve industrie en IT vormen een
Gemeenschappelijk kenmerk is dat in al deze deel-
groeiende sector (zeker in Amsterdam), maar kunnen
sectoren een commercieel en bedrijfsmatig ele-
zich verbeteren wat betreft ondernemerschap en com-
ment zit. De kunstensector kan deel uitmaken van
FIG.1: DE CREATIEVE INDUSTRIE EN IT 6 ! HOGESCHOOL VAN AMSTERDAM
mercieel inzicht. Het aantal banen in de creatieve indu-
DMCI is een van de zeven domeinen van de HvA. Op
strie en IT is de afgelopen jaren sterk gegroeid. In
dit moment worden vijf opleidingen aangeboden: Tech-
Amsterdam werkten in januari 2009 bijna 38.000
nische Informatica, Informatica, IAM (Communica-
mensen in de creatieve industrie en IT. De jaarlijkse om-
tion & Multimedia Design), Media Informatie en
zet in de Noordvleugel is gegroeid tot boven de 20
Communicatie en AMFI (Technisch Commerciële
miljard euro. Amsterdam (kenniscentum Creative Cities)
Confectiekunde). Onderzoek is geclusterd in het kennis-
wil de sector versterken en hulp bieden aan startende
centrum Create-IT. Onderstaand het geheel van onze
en groeiende ondernemers. De uitdagingen en de
sectoren en de rol die onze opleidingen daarin spelen.
kansen liggen op het snijvlak van de creatieve industrie
In de deelsectoren die DMCI met zijn opleidingen be-
en IT. De creatieve industrie en IT zijn beide groeisec-
dient, zijn de volgende ontwikkelingen waar te nemen:
toren. De toename wordt met name veroorzaakt door de groei van het aantal starters. Belangrijke trends zijn :
MEDIASECTOR
-
Belevingswaarde wordt steeds belangrijker als toe-
In de mediasector staan de traditionele mediaproducen-
gevoegde waarde voor producten en diensten.
ten onder sterke druk van de nieuwe media. Digitali-
2
-
-
-
De creatieve industrie wordt steeds belangrijker als
sering en crossmedialisering zijn belangrijke ontwikke-
stuwende kracht voor de Nederlandse economie,
lingen. De sector is hard op zoek naar nieuwe bedrijfs
omdat de arbeidsintensieve maakindustrie naar het
modellen. De sector beschikt over grote uitgeverijen en
buitenland is vertrokken.
is sterk in de productie van tv-formats. Belangrijke
Duurzaamheid wordt belangrijker in de hele keten.
trends zijn: de consument bepaalt wat en wanneer er
De ontwikkelingen in de IT zijn de motor achter de
geconsumeerd wordt, toenemende interactiviteit en
samenwerking en het scheppend vermogen binnen
toenemende convergentie van de verschillende media
de creatieve industrie.
kanalen. Een voorbeeld hiervan is het samenvloeien van
Het doen van onderzoek wordt steeds belangrijker.
televisie en internet.
FIG.2: DEELSECTOREN IN DE CREATIEVE INDUSTRIE EN IT DIE DOOR HET DOMEIN WEL EN NIET BEDIEND WORDEN MEERJARENPLAN 2011/14 DOMEIN MCI " 7
MODESECTOR
IT-SECTOR
De modesector is een dynamische en internationale
In de IT vinden diverse technologische ontwikkelingen
branche. Bedrijven moeten meerdere keren per jaar met
plaats die nog weinig impact hebben op de samen-
nieuwe collecties komen. Merkidentiteit en imago zijn
leving. In de nabije toekomst zijn miljarden mensen en
uiterst belangrijk in het genereren van meerwaarde en
apparaten met elkaar verbonden via het internet en zijn
onderscheid. In de mode bestaan verschillende business
alle diensten mobiel te gebruiken. Er treedt een ver-
modellen naast elkaar. Duurzaam ontwerpen, produ-
schuiving op van het gebruik van programma’s die op
ceren en distribueren is een belangrijk aandachtspunt.
personal computers draaien naar het afnemen van diensten in ‘the cloud’. IT-hardware wordt nog sneller,
RECLAME, MARKETING EN COMMUNICATIE
kleiner en goedkoper, wat nieuwe toepassingen mogelijk maakt. Dit zal tot gevolg hebben dat de samenleving steeds verder digitaliseert, iets wat zich nu al uit in
Het werkveld reclame, marketing en communicatie is
de opkomst van toepassingen als YouTube, e-books,
constant in beweging. Technologische ontwikkelingen
twitter en pervasive games. De IT heeft door zijn com-
op het gebied van digitale media helpen consumenten
plexiteit, omvang en internationale karakter behoefte
met zoeken naar innovatieve en goedkopere oplossin-
aan professionals – vakkundige IT’ers – die in staat zijn
gen om hun behoeften te bevredigen. Voor de profes-
de verbinding te leggen met andere deelsectoren.
sionele marktspelers – aan zowel bureau- als klantzijde – is het dan ook belangrijk om in te spelen op de mediashifts als timeshift, placeshift, formatshift en crowdsourcing. Het bereiken van de doelgroep verschuift van massamediaal richting persoonlijke communicatie. En van éénrichtingsverkeer naar interactie. Om een dialoog aan te gaan met je doelgroep is relevantie onontbeerlijk. Om de relevantie te kunnen bepalen is uitvoerig onderzoek naar inzichten van de doelgroep belangrijk. Met de verkregen inzichten kan vervolgens door de merk- en communicatiespecialisten de boodschap en de crossmediale strategie worden geformuleerd.
8 ! HOGESCHOOL VAN AMSTERDAM
ONZE OPLEIDINGEN Kijkend naar onze opleidingen kunnen we concluderen dat we een groot deel van de creatieve industrie en IT bedienen. De trends en ontwikkelingen in de industrie bieden kansen voor samenwerking en vernieuwing binnen het domein en daarbuiten. Als domein willen wij groeien in kwaliteit en positie met toonaangevende opleidingen voor de creatieve industrie en de clusters Creatieve Industrie en ICT/eScience van de Economic Development Board Amsterdam.
PIJLERS ONDER ONS ONDERWIJS Onze ambitie is dat wij vanuit onze visie op
zoek een onderdeel van elk curriculum. Onderzoeksme-
onderwijs studenten opleiden tot topprofessionals
thoden en -technieken worden toegepast op specifieke
die streven om het beste uit zichzelf te halen en
vragen vanuit het werkveld, waardoor vakkennis wordt
zich daar voor inzetten. Ons domein omvat vier
verdiept en uitgebreid. Studenten kunnen zich aanslui-
opleidingen, alle met eigen onderwijsdoelen, on-
ten bij lectoren en kenniskringen voor het meewerken
derwijsvisie en geschiedenis. Gemeenschappelijk
aan onderzoek – onderzoek dat voor de regio van be-
zoeken we uitdrukkelijk aansluiting bij de ontwik-
lang is. Studenten kunnen in onze labs onderzoeken,
kelingen die de eenentwintigste eeuw kenmer-
experimenteren, werken aan nieuwe toepassingen en
ken. Nadere beschouwing van de vormgeving van
nieuwe inzichten ontwikkelen. Zo leveren wij studenten
en visie op onderwijs levert een aantal constanten
af die met gerichte vakkennis zelfstandig kunnen wer-
op – de zes pijlers onder ons beroepsonderwijs.
ken in en een bijdrage kunnen leveren aan de beroepspraktijk. Onze studenten zijn: professioneel, kunnen
PIJLER 1: DE B IN HBO Wij leiden professionals op voor en samen met de creatieve industrie en IT. Wij zijn praktijkgericht en sluiten aan bij de wensen van de praktijk. Kernvraagstukken uit de praktijk zijn vertrekpunt voor het onderwijs. De ontwikkelingen in de markt gaan zo snel dat wij moeten opleiden voor toekomstige beroepen. Als hbo
een project starten, leiden en voltooien binnen de gestelde tijd; creatief, kunnen ontwerpen en vernieuwende oplossingen bedenken; communicatief, kunnen zich uitdrukken in woord en beeld; onderzoekend, hebben onderzoeksvaardigheden en zijn op de hoogte van ontwikkelingen op het vakgebied; proactief, zijn initiatiefrijk in het succesvol tot stand brengen van een
hebben wij hier een gidsfunctie. Dit vereist naast een
product; multidisciplinair, kunnen samenwerken met
goed begrip van de kernvraagstukken ook begrip van
professionals uit verschillende disciplines; methodisch,
de ontwikkelingen. De student leert omgaan met veranderingen binnen het vakgebied en zijn rol daarin.
werken gestructureerd en kunnen reflecteren op de opdracht, hun product en hun rol.
Docenten zijn en blijven op de hoogte van ontwikkelingen in de creatieve industrie en IT en zijn daar (deels) werkzaam. Ons onderwijs staat middenin de beroepspraktijk met realistische projecten met externe opdrachtgevers. Stages zijn een belangrijk onderdeel. Ons onderwijs is actueel én toekomstgericht. Studenten leren trends spotten, nieuwe opvattingen en nieuwe toepassingen volgen en deze zelf creëren.
PIJLER 3: LEER- EN WERKVORMEN Ons onderwijs is praktijkgericht, met aandacht voor de individuele student en gevarieerde werkvormen. De student leert (zelfstandig) te leren. De opleiding faciliteert en begeleidt. Door de inhoud en opzet van de opleiding voelt de student zich gekend en op zijn plaats. Hij krijgt de kans zichzelf te ontwikkelen op een manier die
PIJLER 2: KENNISCREATIE EN ONDERZOEK Studenten leren specifieke vakkennis – kennis die nodig is om in de creatieve industrie en IT te functioneren als beginnend professional. Studenten leren beroepstaken uit te voeren door kennis op te doen en te oefenen met beroepsvaardigheden. Reflectie is een middel om dat leerproces te bevorderen. Daarnaast is toegepast onder-
aansluit bij de creatieve industrie en IT en zijn persoonlijke aspiraties en interesses. Het onderwijs stimuleert die ontwikkeling van persoonlijke interesses en talenten door keuzemogelijkheden in het curriculum met opleidingsvarianten, minoren, excellentietrajecten en crossovers in het domein. De student wordt gecoacht op die keuze- en ontwikkelmogelijkheden. Werkvormen sluiten aan bij het specifieke vakgebied. Er zijn hoor- en
MEERJARENPLAN 2011/14 DOMEIN MCI " 9
werkcolleges, workshops en practica met aandacht
en floreren. Voor het domein betekent dit dat er een
voor vakkennis en beroepsvaardigheden. In stages en
internationale omgeving gecreëerd moet worden waar
projecten creëren studenten hun kennis in de praktijk.
studenten uit vele landen onderwijs volgen dat hen toe-
Toets- en beoordelingsmomenten passen bij de onder-
rust voor de ‘nieuwe wereld’. De opleidingen van het
wijsvorm. Assessments worden ingezet om de compe-
domein zullen daarom relaties aangaan met universi-
tenties te meten. De student leert als een professional
teiten uit de hele wereld en uitwisseling van studenten
verantwoording te nemen voor proces en product.
en staf organiseren. Daarnaast zal er samengewerkt
PIJLER 4: KENNIS EN COMPETENTIELEREN
nale verbanden. De behoefte aan Engelstalig onderwijs
worden met buitenlandse opdrachtgevers in internatio-
Alle opleidingen hebben competenties vastgesteld die
zal de komende jaren hierdoor toenemen.
den als beginnend professional. Competenties zijn een
PIJLER 6: ONDERNEMERSCHAP
geïntegreerd geheel van kennis, vaardigheden en attitu-
Een onmiskenbare trend in de samenleving is aandacht
een student moet beheersen om gekwalificeerd te wor-
de. Hiermee wordt tegemoet gekomen aan de behoef-
voor ondernemerschap, waarbij ondernemerschap op
te van het werkveld aan medewerkers die aantoonbaar
twee manieren wordt gebruikt. Allereerst om aan te
professioneel zijn opgeleid. De opleidingen hebben
duiden dat bedrijven in toenemende mate niet alleen
besloten om de kennis niet alleen te integreren in com-
meer medewerkers in dienst hebben, maar steeds meer
petenties, maar deze ook afzonderlijk een plaats te
gebruik maken van mensen die werken vanuit een ei-
geven in het programma door het vaststellen van een
gen bedrijf. De tweede betekenis is dat bedrijven steeds
body of knowledge. Dit is in lijn met het beleid van de
meer van al hun medewerkers verwachten dat ze een
hbo-raad, die voor een aantal opleidingen een body of
ondernemende houding ten toon spreiden, dat wil zeg-
knowledge heeft ontwikkeld. De extern vastgestelde
gen initiatief en durf tonen. Deze trend doet zich niet
body of knowledge vervult een belangrijke rol in het
alleen bij bedrijven voor, maar ook bij andere instellin-
kunnen vaststellen van het hbo-niveau van een oplei-
gen en zelfs bij de overheid. Wij willen onze studenten
ding. Dit is niet het enige argument om een body of
voorbereiden op deze nieuwe organisatie van de ar-
knowledge vast te stellen. Van een professional die op
beidsmarkt door ondernemerschap vanaf het eerste jaar
bachelorniveau functioneert, mag een gedegen vakken-
centraal te stellen in het lesprogramma en door de
nis verwacht worden en dient de professional te be-
competentie ondernemerschap in de docententeams en
schikken over kennis van de maatschappij waarin dat
onder leidinggevenden te versterken.
vak beoefend wordt. Deze kennis betreft bijvoorbeeld beroepsethiek, geschiedenis van het vak en maatschap-
ONZE ONDERWIJSVISIE
pelijke context zoals trends in de samenleving.
We gaan uit van de volgende uitgangspunten:
PIJLER 5: INTERNATIONALISERING
-
aan zitten; inhoud en werkvormen worden voor een groot deel bepaald door het werkveld; t.a.v. toekomstige beroepen heeft het hbo een gidsfunctie.
Hoger beroepsonderwijs zonder internationale gerichtheid is onbestaanbaar in een globaliserende wereld. De
-
projecten en stages.
der specifiek gebonden aan een land of regio. Naast -
die in deze wereld werken, hier moeten zij functioneren
10 ! HOGESCHOOL VAN AMSTERDAM
Beroepsonderwijs dat past in de eenentwintigste eeuw is internationaal georiënteerd.
zijn de standaard. Dit proces is nog lang niet ten einde gekomen. Onze studenten gaan tijdens en na hun stu-
Professionals beschikken over kennis die het directe vakgebied overstijgt.
nigde Staten komen landen als China, India en Brazilië op. Globalisering en vernieuwing van de wereldmarkten
Studenten doen niet alleen kennis op uit boeken en colleges, maar creëren ook kennis in de praktijk in
hebben. Producten en bedrijfsculturen zijn steeds minklassieke spelers op de markt als Duitsland en de Vere-
Naast de overdracht van kennis is kenniscreatie een doel van het hedendaagse hoger beroepsonderwijs.
Europese Unie kent één interne markt waar alle inwoners en bedrijven zonder belemmering toegang toe
Beroepsonderwijs moet dicht tegen het werkveld
-
Ondernemerschap is een wezenlijke waarde in het hedendaagse hoger beroepsonderwijs.
VISIE, MISSIE EN WAARDEN VAN HET DOMEIN MCI In de vorige hoofdstukken zijn onze ambitie, onze
CREATIVITEIT verwijst naar het idee dat in deze kennis-
kijk op de creatieve industrie en IT en onze pijlers
maatschappij creativiteit de economische drijfveer is in
onder het onderwijs beschreven. Op grond hier-
alles – het scheppen van onderscheidende en unieke
van komen wij voor DMCI tot de volgende visie:
concepten en producten. Creativiteit verwijst ook naar (technologische) vernieuwing. Ook van onze studenten en docenten verwachten we creativiteit en inventiviteit.
Het domein is dé partner van en voor de creatieve industrie en IT in Groot-Amsterdam.
IDENTITEIT verwijst enerzijds naar de ontwikkeling van de student tot een professional met een persoonlijke visie die tot uitdrukking komt in zijn concepten en pro-
Onze missie die hierbij aansluit luidt:
ducten en anderzijds dat deze producten een betekenis leveren in de vormgeving van de identiteit van de consument. Identiteit impliceert ook kwaliteit (van onder-
Wij leiden professionals op voor en samen met de creatieve industrie en IT, met een focus op internationaal en intercultureel Amsterdam. Onze afgestudeerden zijn onderzoekend, onafhankelijk, ondernemend en kunnen uitstekend samenwerken met anderen. Zij ontwikkelen onderscheidende concep-
wijs) en mogen excelleren (studenten). ONDERNEMERSCHAP verwijst naar het exploiteren van de commerciële waarde van concepten en producten en naar een gezonde bedrijfsvoering. Ook van onze studenten en docenten verwachten we een ondernemende instelling.
ten, producten en diensten met een commerciële en maatschappelijke waarde.
BETROKKENHEID verwijst naar de maatschappelijke en culturele relevantie van concepten en producten voor de lange termijn, denk hierbij onder andere aan
Voor ons domein en het onderwijs dat er wordt
het begrip duurzaamheid. Maar betrokkenheid zegt
gegeven zijn de waarden creativiteit, identiteit, onder-
ook iets over zorgzaamheid (richting student) en
nemerschap en betrokkenheid van groot belang:
betrouwbaarheid.
MEERJARENPLAN 2011/14 DOMEIN MCI " 11
ONDERWIJS Onze ambitie is dat onze topdocenten onze stu-
waarden. Ook zetten we ons in om iedere student
denten opleiden tot topprofessionals. Hoewel wij
tijdens de rit op zijn niveau aan te spreken en in zijn
van mening zijn dat onderwijs en onderzoek on-
ontwikkeling te begeleiden. Deficiëntie- en excellentie-
losmakelijk met elkaar verbonden zijn, hebben wij
programma’s horen daar vanzelfsprekend bij. Van stu-
er voor de leesbaarheid voor gekozen om de doe-
denten verwachten wij dat zij zich optimaal inzetten om
len voor beide onderwerpen in afzonderlijke
hun studie op succesvolle wijze af te ronden. Niet alle
hoofdstukken te beschrijven. Onderstaand de doe-
opleidingen binnen dit domein zullen op dezelfde wijze
len die wij voor de komende periode hebben met
vorm geven aan dit subdoel. Elke opleiding heeft eigen
ons onderwijs.
kenmerken en daardoor ook een eigen studentenpopulatie. AMFI hecht aan een gedegen selectie om de
“Oog voor talent” is de titel van het instellingsplan van de HvA. Ook wij zien talentontwikkeling en vakmanschap als hoofddoelen bij ons onderwijs. Hiertoe zetten wij in op differentiatie van ons onderwijsaanbod en zorgen wij voor een portfolio dat aansluit bij het werkveld waarvoor wij opleiden. Daarnaast organiseren wij excellentie- en honourstrajecten voor onze beste studenten, zijn er enerzijds deficiëntieprogramma’s voor studenten die nog kennis en vaardigheden missen en anderzijds
meest getalenteerde studenten binnen te halen. Daarnaast heeft de opleiding vergaande doelstellingen ten aanzien van internationalisering. Dit laatste heeft zij gemeen met Informatica. IAM wil zich nadrukkelijk richten op maatschappelijke instellingen en MIC kan vanwege hoge studentenaantallen profiteren van schaalvoordelen. Met deze vier benaderingen kan DMCI erin slagen de studentenpopulatie een afspiegeling te laten zijn van de (Amsterdamse) samenleving.
doorstroomprogramma’s voor studenten die na hun hbo-bachelor een universitaire master willen behalen.
De overheid heeft het standpunt dat een student recht
Bij dit alles vinden wij het uitermate belangrijk dat stu-
heeft op vier jaar hoger onderwijs. Dit gaat gepaard
denten binnen de daarvoor gestelde tijd afstuderen. We
met een veranderende bekostiging. Zowel studenten als
nemen maatregelen om hen daarbij te stimuleren. Tot
instellingen van hoger onderwijs moeten hierop antici-
slot is er veel aandacht voor internationalisering en het
peren. Het is belangrijk om goed te onderzoeken waar
ontwikkelen van interculturele vaardigheden.
het werkveld de komende jaren om vraagt. Dit is reden om ons portfolio de komende periode zorgvuldig te be-
PORTFOLIO
kijken en waar nodig nieuwe varianten of opleidingen te starten of het onderwijs van de opleidingen aan te
Onderwijs in ons domein is toegankelijk voor iedereen die geïnteresseerd en gekwalificeerd is. Wij zijn ons bewust van onze maatschappelijke taak om jonge mensen uit alle sociale lagen en met verschillende vooropleidingen kansen te geven zich te ontwikkelen en het beste uit zichzelf te halen. Werkenden die zich verder willen kwalificeren bieden we (deeltijd)onderwijs op maat.
passen. Dit doen wij mede in het licht van ons doel om de toonaangevende opleidingen voor de creatieve industrie en IT aan te bieden. Hiermee willen we bereiken dat onze studenten, met hun eigen achtergrond, vooropleiding en ervaring, aantrekkelijk en op hen toegesneden onderwijs krijgen. Wij gaan onder meer onderzoeken of de afstudeervariant Game Development als
Differentiatie van ons onderwijsaanbod is nodig om al
zelfstandige opleiding kan worden aangeboden. Daar-
deze groepen (blijvend) te inspireren, te motiveren en te
naast onderzoeken we de mogelijkheden voor het
laten presteren. Eenheid van aanbod en collectiviteit
ontwikkelen van een hbo-master en wordt de samen-
doet geen recht aan de diversiteit. Iedere student – of
werking met de UvA geïntensiveerd.
het nu een vwo’er, havist, mbo’er, werkende, autochtoon of allochtoon betreft – heeft recht op een onderwijsaanbod toegesneden op zijn capaciteiten, behoeften en ambities. Daartoe ontwikkelen we een zo flexibel mogelijk aanbod, binnen de gegeven randvoor-
DMCI heeft in 2015 een evenwichtig aanbod van reguliere opleidingen, minoren, deeltijdopleidingen, duale opleidingen, een associate degree, en een professionele master. Tevens worden leergangen en trainingen aangeboden op kostendekkende basis. Tot slot hebben we
12 ! HOGESCHOOL VAN AMSTERDAM
een strategische keuze gemaakt voor het aanbieden ons internationaliseringsbeleid. De gemaakte keuzes
AFSTUDEREN BINNEN DE NOMINALE STUDIEDUUR
doen recht aan de diversiteit van de verschillende oplei-
Vanuit financieel perspectief is het belangrijk dat stu-
dingen. Aan het ontwikkelen van ons onderwijsaanbod
denten binnen een termijn van vier jaar afstuderen: de
liggen de volgende elementen ten grondslag:
student krijgt vier jaar studiefinanciering, de opleiding
− We erkennen de diversiteit van de verschillende
moeten zo zijn ingericht dat, zoals ook in het conve-
van Engelstalige opleidingen en minoren – in lijn met
krijgt vier jaar bekostigd. De opleidingen in het domein opleidingen en laten de specifieke kleuren bestaan – als je kleuren mengt, krijg je grijsbruin. We gaan met elkaar in gesprek om van elkaar te leren. − DMCI heeft een brede visie op excellentie; deze gaat verder dan de vwo’er een uitdagend curriculum te bieden. Het gaat erom de excellentie in elke student te vinden. Dat kan ook betekenen dat we studenten die erin slagen naast hun studie een
nant met het college van bestuur is vastgelegd, 90% van de hoofdfasestudenten zich uitgedaagd voelt om binnen vier jaar af te studeren. Op dit moment haalt geen van de opleidingen in het domein dit resultaat. Dit betekent dat opleidingen hun beleid op in- en doorstroom moeten aanpassen en acties moeten uitzetten om het studiesucces van studenten te bevorderen. De aanpassingen moeten leiden tot onderstaande punten.
eigen onderneming te starten, extra faciliteren. Of de allochtone student die bij binnenkomst nog een
− Elke opleiding heeft een duidelijk beleid rond in- en
deficiëntie op taalgebied heeft uiteindelijk te laten
doorstroom, met aandacht voor het binnenhalen
afstuderen in een communicatievakgebied. Excellen-
van de juiste student.
tie gekoppeld aan vakmanschap, dat is het beste uit de student halen. − Voor aankomende studenten: in principe selecteren we niet aan de poort, hooguit op motivatie.
− Elke opleiding heeft – voor zover het past in het beleid van de opleiding – een aandeel in subsidietrajecten als SoS, CCCT, Surf, et cetera om de in- en doorstroom te ondersteunen en te bevorderen.
We sluiten convenanten met ROC’s om aansluiting
− Er is per opleiding een studieloopbaanplan, waarin
voor mbo’ers te vereenvoudigen. Wel onderkennen
wordt beschreven: hoe studenten van propedeuse
we risicogebieden bij studenten – dat doen we al
tot afstuderen worden begeleid, hoe langstuderen
voor de poort.
wordt voorkomen en hoe langstudeerders op een
− Studenten met achterstanden bieden we – al dan niet voor eigen rekening – extra deficiëntieprogramma’s. Excellente studenten en studenten
kwalitatief goede manier worden ‘weggewerkt’. − De opleiding legt in het managementcontract vast hoe zij voldoet aan het 13 punten-SLB-model.
met een relevante vooropleiding kunnen een ver-
− Studiebegeleiding is een onderdeel waar docenten
sneld programma volgen. Extra-gemotiveerde en
zich in kunnen bekwamen. Er zijn specialisten in
excellente studenten bieden we een excellentie-
langstudeerders.
en honoursprogramma – zowel intra- als extracurriculair. Studenten die willen en kunnen door-
− Er is een maal per jaar uitwisseling van best practices op domeinniveau.
stromen naar een wetenschappelijke master bieden
− Er wordt in kwartaalrapportages vanuit het domein
we een doorstroomprogramma. We ontwikkelen
gezorgd voor managementinfo, zodat opleidings-
een professionele master. Ondernemende studenten
managers in hun blok/semester evaluaties kunnen
kunnen participeren in een valorisatieprogramma
aangeven of het in- en doorstroombeleid leidt tot
of krijgen hulp bij het starten van een eigen
verbetering van studiesucces.
onderneming. − We willen ons ook richten op de werkende student;
RIJKE ONDERWIJSOMGEVING
we bieden hiervoor een flexibel programma dat
Binnen onze industrie heerst geen 9-tot-5-mentaliteit,
toch goed aansluit bij ons reguliere programma.
out of the box-denken is een belangrijke competentie.
Met een passend portfolio en passende differentiatie in onderwijsaanbod alleen zijn we er nog niet. Wij willen ook graag dat onze studenten hun studie in de daarvoor gestelde tijd van vier jaar afronden.
Een rijke onderwijsomgeving waarbij het ook buiten de lesuren en de leslokalen gonst van de activiteit en creativiteit bereidt beter voor op de beroepspraktijk. Wij willen hiermee stimuleren dat studenten een actieve en creatieve houding aannemen ten aanzien van hun
MEERJARENPLAN 2011/14 DOMEIN MCI " 13
eigen ontwikkeling. Indirect leidt dit subdoel ook tot
ons onderwijs te versterken en meer buitenlandse
positieve effecten op reputatie van het domein.
studenten te werven. Voor een hoogwaardige beroeps-
Bij een rijke onderwijsomgeving hoort het stimuleren van studieverenigingen en buitenschoolse activiteiten door en voor docenten en studenten zoals introductieactiviteiten, evenementen en projectafsluitingen. Daarnaast stellen wij graag onze ruimtes beschikbaar voor initiatieven uit de creatieve industrie en IT. Een voor-
praktijk kijken studenten naar de onderwijsinstelling die nationaal en internationaal de hoogste kwaliteit te bieden heeft. Internationale samenwerking en een internationale instroom van studenten bevordert het internationale niveau van onze opleidingen – een van de graadmeters voor onze internationale positie.
beeld hiervan is de Spin Award die in het Singelgracht-
Met zijn internationale bedrijven, de creatieve industrie,
gebouw wordt gehouden. Voor studenten die zoeken
Schiphol en de multiculturele samenleving heeft Am-
naar verbreding en verdieping buiten de kaders van hun
sterdam een sterk internationaal profiel. Het onderzoek
eigen opleiding zijn er de excellentie- en honours-
binnen ons kenniscentrum Create-IT sluit hierop aan.
programma’s. Daarnaast horen er opleidingsoverstijgen-
Kennis internationaal ontsluiten, kennis genereren en
de activiteiten bij voor alle studenten zoals het project
delen op internationale congressen versterkt het net-
Students in Motion.
werk en de kennis van onderzoekers. Als het onderzoek
Dit alles bieden wij aan in een fysiek aantrekkelijke onderwijsomgeving met zichtbare labs als het medialab en het digital life-lab, en alle faciliteiten die de Amstelcampus zal bieden. Wij zorgen ervoor dat de infrastructuur voor onze informatieverwerking state of the art is.
binnen het domein zich kan meten met dat van internationale “peers”, stijgt het niveau en daarmee de waardering van het onderzoek binnen het domein. Daardoor wordt het domein een belangrijke speler in het internationale netwerk. Als domein streven wij naar een uitstekende internatio-
INTERNATIONALISERING
nale reputatie, zowel voor het domein als geheel als
Zoals bij de onderwijsvisie is beschreven is internationa-
voor de individuele opleidingen. Wij bereiken dit door
lisering een van onze pijlers. Het domein leidt op voor
internationale samenwerkingsverbanden aan te gaan
de creatieve industrie en IT in Groot-Amsterdam. Deze
met hoogwaardige onderwijsinstellingen in het buiten-
regio is in Nederland de kosmopolitische en multicultu-
land, met daarbij een uitwisseling van onze studenten
rele omgeving bij uitstek, waarin mensen met uiteenlo-
en docenten. We streven ernaar dat in 2015 10 procent
pende achtergrond wonen en (samen)werken. Dit ver-
van onze studenten participeert in een internationale
eist dat onze studenten, tijdens stages en later in een
studie of stage. De Bologna-doelstelling van 20 procent
internationale werkkring, met collega’s en opdracht-
van de afgestudeerden dient op domeinniveau in 2018
gevers adequaat kunnen communiceren. Dit geldt voor
te zijn gerealiseerd.
alle opleidingen binnen het domein. Wat is een mode
Ook ons onderzoek vindt deels in internationaal ver-
label – hoe Hollands het ook is – als het niet in het
band plaats. Onze lectoren publiceren in internationaal
buitenland kan produceren? Informatietechnologie leidt
hoog aangeschreven tijdschriften. Wij nemen deel aan
op voor veelal internationale bedrijven als Philips, Cisco,
internationale netwerken en bezoeken en spreken op
IBM, KPN. Mediaprofessionals krijgen te maken met
wereldwijde congressen. Ten minste één van de leden
technologische ontwikkelingen en regelgeving met een
van de OAR van iedere opleiding is afkomstig uit een
internationale dimensie. Ook de modes, hypes en
internationaal opererende organisatie en/of heeft een
trends waarmee onze afgestudeerden te maken krijgen,
internationale achtergrond.
zijn grensoverschrijdend. Kortom, als we onze studenten de beste uitgangspositie willen bieden voor een succesvolle loopbaan in een internationale context, dienen we hen – naast een kwalitatief ijzersterke bacheloropleiding – de bijbehorende internationale competenties bij te brengen.
In het onderwijs van iedere opleiding binnen het domein wordt in ten minste 30 studiepunten aandacht besteed aan de Europese en mondiale ontwikkelingen in het vakgebied. Elke student leert de vaardigheden aan om in een interculturele en internationale omgeving te kunnen opereren (interculturele en Engelse taal-
We kunnen de grote aantrekkingskracht van de locatie
vaardigheden). Waar mogelijk wordt door middel van
Amsterdam en ons populaire portfolio gebruiken om
gastcolleges, projecten, studiereizen en participatie van
het domein maximaal en internationaal te profileren,
buitenlandse studenten een internationale leeromge-
14 ! HOGESCHOOL VAN AMSTERDAM
ving geboden. Er komen meer internationale onderdelen zoals Engelstalige minoren, masters of opleidingen. Wij bereiken hiermee dat 5% van onze studenten uit het buitenland afkomstig is. Onze eigen studenten kunnen een bijzondere internationale aantekening behalen op het Diploma Supplement. Ze komen hiervoor in aanmerking als ze voor tenminste 25% van de studie in een internationale leeromgeving participeren, hetgeen
KWALITEITSZORG Het domein heeft ambitieuze plannen voor de komende jaren. Voorwaarde voor het realiseren van onze ambities is dat de kwaliteit van ons onderwijs en onderzoek aantoonbaar uitstekend is. Wij zien kwaliteit als een cyclisch proces waarbij de PDCA-cyclus (Plan, Do, Check, Act) continu wordt doorlopen. Belangrijk is dat je in beeld hebt of je waarmaakt wat je belooft.
impliceert dat de student gedegen kennis heeft van ten minste één vreemde taal, ten minste één semester in-
Kwaliteitszorg is de waarborg dat de opleiding continu
ternationale ervaring heeft – waar mogelijk maar niet
aantoonbaar goed is en blijft, en ruim voldoet aan de
noodzakelijk door middel van studie (minor) en/of stage
basiseisen in het beoordelingskader accreditatie. Kwa-
in het buitenland. Maar bijvoorbeeld ook door middel
liteitszorg is hierbij een middel/meetinstrument en geen
van online projecten met studenten van een of meer
doel. Optimale kwaliteit van opleidingen en onderzoek
buitenlandse partnerinstellingen of door middel van een
is belangrijk om onze doelstellingen te bereiken en de
stage in een internationale/interculturele omgeving (een
bekostiging door de overheid veilig te stellen.
internationaal bedrijf, een multiculturele organisatie,
Alle opleidingen in DMCI kunnen hun kwaliteit en ni-
enzovoort), en in ten minste één (groeps)studiereis naar
veau aantoonbaar garanderen, zodat zowel studenten
het buitenland participeert. Natuurlijk zorgen wij ervoor
als het beroepenveld ervan verzekerd zijn dat het afstu-
dat onze docenten zodanig geschoold zijn – onder
deerniveau van de betreffende opleiding hbo-waardig
meer op het gebied van Engels – dat zij toegerust zijn
is. Daarbij kan het domein eveneens de kwaliteit van
voor deze ontwikkelingen. De kwaliteitsmedewerkers
onderzoek vanuit het kenniscentrum aantoonbaar ga-
van het domein c.q. de opleidingen zullen de interna-
randeren, dit geldt zowel voor de kwaliteit van de lecto-
tionale en interculturele dimensie/kwaliteit van modules
raten, als voor de labs. Om dit te verwezenlijken zorgen
meenemen in de evaluatiesystematiek.
we er als domein voor dat wij beschikken over en gebruik maken van:
ENGELS Engels is voor ons domein dé internationale voertaal. Iedere afgestudeerde van ons domein moet zich uitstekend kunnen uiten in het Nederlands en in het Engels. Hij mag geen problemen ondervinden met Engelstalige boeken en rapporten en hij moet een presentatie in het Engels kunnen geven. Engels wordt dan ook voor alle opleidingen een toelatingsaanbeveling. Voor studenten met onvoldoende beheersing van het Engels (bijvoorbeeld vanuit het mbo) wordt het volgen van een cursus Engels verplicht. Daar waar dit relevant is voor het
− Samenhang tussen het instellingsplan, het domeinplan, het convenant en de managementcontracten met de daarbij behorende rapportages; − Interne en externe evaluaties en beoordelingen voor zowel opleidingen als onderzoek; − Heldere communicatielijnen en vastgestelde taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden; − Een set van criteria waarmee een opleiding haar accreditatiewaardigheid aantoont; − Procedures voor de analyse en bespreking van resultaten van evaluaties en rendementen.
werkveld worden studenten gemotiveerd om hun afstudeeropdracht in het Engels te schrijven. Daarnaast onderzoeken we of een domeinbrede eis gesteld kan worden aan het niveau Engels, bijvoorbeeld dat studenten die in het derde jaar een internationaal semester willen volgen aan het eind van het tweede jaar het Engels op minimaal B2-niveau moeten beheersen. Ook onderzoeken we de mogelijkheid van een gezamenlijk aanbod op het gebied van interculturele competenties. Het onderzoek hiernaar en de besluitvorming hierover is afgerond in juni 2011. Implementatie vindt plaats in de periode 2012-2014.
MEERJARENPLAN 2011/14 DOMEIN MCI " 15
ONDERZOEK Wij leiden onze studenten zodanig op dat zij capa-
lectoraten vast. De lectoraten Gaming en Cross-
bel zijn om de beroepen van de toekomst te ver-
media en Branding worden zo voorbereid. Binnen
vullen. Om deze vooruitgeschoven positie op de
AMFI loopt de voorbereiding voor het lectoraat
arbeidsmarkt te realiseren is onderzoek en part-
Fashion & Sustainability. De aanvraag voor het
nership met het bedrijfsleven essentieel. Onze am-
lectoraat Digital Archiving is al in een vergevorderd
bitie om toppartner te zijn, sluit hier goed bij aan. Wij zijn van mening dat onderzoek bijdraagt aan
stadium en kan in 2011 starten. − Onderzoeksprojecten moeten aantrekkelijk zijn
de verbetering en innovatie van de beroepsprak-
voor docenten en studenten en moeten aansluiten
tijk, aan de kwaliteit van het beroepsonderwijs en
bij het curriculum. Onderzoek dat enkel in dienst
van de studenten. Praktijkgericht onderzoek is een
staat van kennisvermeerdering komt maar ten dele
essentiële voorwaarde om het beroep blijvend op
(en indirect) ten goede aan de student. Dergelijk
een hoog niveau uit te kunnen oefenen. Voor stu-
onderzoek past beter bij de universiteit.
denten moet de relatie tussen onderwijs en onder-
− Onderzoek, onderzoeksprojecten en de labs moeten
zoek duidelijk zijn: zij moeten leren begrijpen wat
goed zichtbaar zijn voor de buitenwereld. De labs
de functie van praktijkgericht onderzoek is en zij
zijn bij voorkeur geplaatst binnen de opleidingen en
moeten leren praktijkgericht onderzoek te doen.
zijn goed zichtbaar. Het kenniscentrum zorgt voor uitstekende communicatie naar de doelgroepen
Wij zorgen voor vier duidelijke onderzoekslijnen en een uitstekende wisselwerking tussen onderwijs en onderzoek. Daarnaast zoeken wij naar manieren om de opgedane kennis te valoriseren. Recent hebben wij het onderzoek binnen ons domein organisatorisch geconcentreerd in het kenniscentrum Create-IT.
door middel van een goed opgetuigde en actuele website, een kennisbank met publicaties, een maandelijkse nieuwsbrief en door middel van seminars en workshops, zodat studenten, docenten en het beroepenveld ons weten te vinden. − Het kenniscentrum biedt ondersteuning aan docenten bij bijscholing op het gebied van onder-
KENNISCENTRUM CREATE-IT
zoeksmethoden, waardoor er meer afstemming
Bij het opstarten van het kenniscentrum Create-IT
komt in de begeleiding van afstudeerders en het
hebben wij de volgende uitgangspunten gehanteerd.
niveau van afstudeerscripties zal stijgen.
-
Onderzoek en onderwijs zijn beide primaire activiteiten en gaan hand in hand. Onderzoek
ONDERZOEKSPROGRAMMA
wordt volledig geïntegreerd in het curriculum. Dit
Een belangrijke voorwaarde voor succesvolle binding
kan alleen als de keuze voor de onderzoekspro-
tussen onderwijs en onderzoek is een onderzoekspro-
gramma’s en de keuze voor nieuwe lectoraten van-
gramma dat past binnen de context van het domein.
uit het onderwijs en de praktijk worden gestuurd.
De keuze voor het programma is gemaakt in samen-
Het kenniscentrum speelt een rol in bacheloronder-
spraak met het onderwijs en de beroepspraktijk. De vra-
wijs op het gebied van methoden en technieken,
gen komen primair uit de praktijk en worden vertaald in
uiteraard passend bij de opleidingen en de beroe-
onderzoeksopdrachten. De uitkomsten van het onder-
pen waar we voor opleiden. De keuze voor een pro-
zoek komen ten goede aan de praktijk en curriculum-
gramma en het schrijven van nieuwe aanvragen van
vernieuwing. Het onderwijs voedt vanuit de kennis en
lectoraten is een gezamenlijke verantwoordelijkheid
ervaring van docenten. De relatie onderwijs, onderzoek
van het kenniscentrum en de opleiding(en). De aan-
en praktijk wordt steeds als uitgangspunt genomen.
vraag wordt voorbereid door het kenniscentrum in overleg met de opleidingen (HvA en UvA) en de praktijk. Het domein managementteam (DMT) stelt het programma en de aanvraag voor nieuwe
16 ! HOGESCHOOL VAN AMSTERDAM
Uiteraard moeten er keuzes gemaakt worden om voldoende inzet aan een onderwerp of thema te besteden, zodat er duidelijke en bruikbare uitkomsten beschikbaar komen. Een programma is drie of vier jaar houdbaar en
zal dan moeten worden herzien, op basis van de the-
het kenniscentrum en de opleidingen jaarlijks een con-
ma’s en vragen die de praktijk en het onderwijs aandra-
ferentie over praktijkgericht onderzoek in DMCI.
gen. Hierbij wordt rekening gehouden met actualiteit en urgentie, met een zekere spreiding over de onderdelen van het beroepenveld en het onderwijs, en wordt terughoudend omgesprongen met al te modieuze onderwerpen. Met de keuze van een duidelijk programma – maximaal drie of vier deelprogramma’s – zijn we beter zichtbaar voor de beroepspraktijk. De lectoraten
Alle studenten krijgen vroeg of laat te maken met onderzoek. Onderzoek en onderzoeksprojecten worden al in het eerste jaar opgenomen in het curriculum. Lectoren dragen bij aan het bacheloronderwijs. Een deel van de studenten krijgt de kans om te participeren in een onderzoeksproject, een honourstraject en om eventueel door te stromen naar een (onderzoeks)master.
worden in het onderzoeksprogramma ingebed. Lectoren werken samen aan projecten. Hierdoor worden we ook een aantrekkelijke partner bij grote opdrachten.
KENNISVALORISATIE
Er zijn vier deelprogramma’s vastgesteld: 1. Cross-
ons onderwijs, maar moet ook ten dienste staan van sa-
media, archiving, discovery, 2. Trends, brands &
menleving en economie. Het proces van kenniscreatie is
identity, 3. IT in daily life en 4. Design & culture.
goed ontwikkeld. Ons vermogen om kennis om te zet-
Nieuw aan te vragen lectoraten vallen binnen het on-
ten in innovaties is nog ondermaats. Voor de komende
derzoeksprogramma. Lectoraten die buiten het pro-
jaren is een Amsterdamse kennisagenda opgesteld,
gramma vallen of aan de rand verkeren, worden afge-
waarin de stad, het beroepenveld en kennisinstellingen
bouwd. Extern gefinancierde onderzoeksprojecten val-
gaan samenwerken. Het is de bedoeling dat we onze
De kennis die wij ontwikkelen komt niet alleen terug in
len ook binnen het programma. Een project wordt aan-
kennis beter beschikbaar stellen voor samenleving en
gevraagd door de lector en wordt gestart na goed-
economie. Wij ontwikkelen modellen waarmee we
keuring in het DMT. Ook promovendi kiezen een onder-
onze kennis het beste kunnen valoriseren.
werp dat binnen een van de programma’s past. We willen de kennis uit onze onderzoeksprojecten beschikbaar stellen aan het beroepenveld en het onder-
ONDERZOEK IS INGEBED IN HET ONDERWIJS
wijs zelf. Kennisontsluiting is een speerpunt. Daarnaast
Voor ons zijn onderzoek en onderwijs onlosmakelijk
producten en diensten ook te gelde maken met behulp
met elkaar verbonden. Onderzoek draagt bij aan ken-
van nieuwe business modellen, zodat we op termijn
willen we de kennis en ervaring, de nieuwe concepten,
nisopbouw voor onderwijs en beroepenveld. Studenten
ook eigen inkomsten genereren. Ondernemerschap en
die participeren in onderzoeksprojecten ontwikkelen
ondernemend gedrag bij studenten en docenten wor-
vaardigheden (adaptieve vermogens) die hen in staat
den daarbij gestimuleerd.
stellen te anticiperen op de snel veranderende beroepspraktijk. Alle studenten leren praktijkgericht onderzoek te doen – zij leren onderzoeksresultaten te interpreteren, op waarde te schatten en oordeelkundig te gebruiken. Studenten met belangstelling voor de theoretische onderzoekskant kunnen zich hierin verdiepen. De opleidingen maken in hun opleidingsplan zichtbaar hoe de voor hen relevante onderzoekslijn verankerd is in het
Voor kennisontsluiting hebben we een goed toegankelijke kennisbank nodig (op internet). In deze kennisbank worden alle producten van studenten, docenten, promovendi, onderzoekers en lectoren opgeslagen en voor de buitenwereld vindbaar en doorzoekbaar gemaakt. We sluiten aan bij ontwikkelingen bij de HvA (bijvoorbeeld HvA-kennisbank). De kennisbank, die reeds uitstaat bij ICT, zal eind 2011 operationeel zijn.
curriculum. Hierbij wordt een aantoonbare verbinding gelegd met lectoren en het kenniscentrum. Lectoren
Studenten die een eigen bedrijf willen starten, kunnen
besteden 20% van hun aanstelling aan onderwijs. Pro-
terecht bij het Amsterdam Center for Entrepreneurship
grammering en planning van de labs komen tot stand
(ACE). Het wordt mogelijk om af te studeren op je
in overleg tussen opleidingen en kenniscentrum. Do-
eigen bedrijf. UvA en HvA willen ondernemende stu-
centen en studenten kunnen in labs experimenteren,
denten ondersteunen door middel van advies en huis-
onderzoek doen en producten ontwikkelen. Om de dis-
vesting (bv. flexruimten op het Science Park of op de
cussie over hoe praktijkgericht onderzoek ingebed moet
Amstelcampus). Een gemeenschappelijke minor onder-
worden in het domein levend te houden, organiseren
nemerschap hoort daar bij.
MEERJARENPLAN 2011/14 DOMEIN MCI " 17
MAATSCHAPPIJ Wij zitten op een toplocatie midden in de wereld-
uit de beroepspraktijk. Wij sluiten daarbij aan bij de
stad Amsterdam. Als domein willen wij een zicht-
normen van de brancheorganisaties ten aanzien van
bare meerwaarde zijn voor onze directe omgeving
duurzaam en verantwoord ondernemerschap.
en de stad zelf. Onze studenten vinden gemakke-
Daarnaast zijn wij zorgvuldig in het kiezen van (inter-
lijk stages en werkplekken, het werkveld is graag
nationale) stageplekken. Wij willen niet geassocieerd
bereid een bijdrage te leveren aan ons onderwijs
worden met bedrijven die onethisch handelen – bijvoor-
en ons kenniscentrum is een knooppunt van con-
beeld kinderarbeid, uitbuiting en milieuverontreiniging.
tacten met betrekking tot maatschappelijk relevant toegepast onderzoek. Met onze oud-studenten onderhouden wij betekenisvolle contacten. Het domein is zich bewust van zijn maatschappelijke betekenis en laat dit zien in zijn onderwijs, onderzoek en in de bedrijfsvoering. Diversiteit is daarbij een van de sleutelwoorden.
Bij al onze opleidingen is het onderwerp “ethisch handelen” terug te vinden in het curriculum. Om het onderwerp zichtbaar en nadrukkelijk in het curriculum te laten terugkomen, is bij al onze opleidingen “ethisch handelen” terug te vinden in de competenties. Een belangrijk onderdeel van maatschappelijk verantwoord ondernemen, is duurzaamheid. Afgestudeerden
DIVERSITEIT Wij leiden op voor de creatieve industrie en IT in GrootAmsterdam, een gebied dat zich kenmerkt door diversiteit. Onze beroepsproducten en concepten zijn een afspiegeling van deze divers samengestelde maatschappij. In het onderwijs is veel aandacht voor interculturele vaardigheden. Wij besteden extra aandacht aan het begeleiden en stimuleren van allochtone studenten, onder andere door het SoS-project. Voor studenten van het
van ons domein hebben de kennis en vaardigheden om maatschappelijk bewust te opereren en kunnen als onderdeel daarvan vorm geven aan een duurzame samenleving. Als organisatie dragen wij bij aan duurzaamheid door bij de inrichting en het gebruik van faciliteiten aan te sluiten bij de richtlijnen over duurzaamheid van de HvA. Het gaat daarnaast ook om heel praktische zaken zoals het digitaal inleveren van werk in plaats van op papier, het gebruik van kraanwater in
mbo zijn er aansluitings- en doorstroomprogramma’s
plaats van flessenwater en dubbelzijdig kopiëren.
mbo-hbo. Om goed invulling te geven aan het onder-
Met tijdens de opleiding verworven kennis, hun maat-
werp diversiteit is het van belang dat onze docenten
schappelijke bewustzijn en hun oog voor duurzaamheid
beschikken over interculturele vaardigheden. Wij willen
gaan onze studenten een bijdrage leveren aan de eco-
graag dat ons personeelsbestand net als onze studen-
nomische en culturele bloei van de creatieve industrie
tenpopulatie een afspiegeling is van de maatschappij.
en de IT in de regio Amsterdam.
Bij werving van nieuwe medewerkers houden wij hier rekening mee.
MAATSCHAPPELIJK VERANTWOORD ONDERNEMEN
ECONOMISCHE EN CULTURELE BLOEI REGIO AMSTERDAM Het hoger beroepsonderwijs staat met één been in de beroepspraktijk en met één been in het onderwijs. Voor
Maatschappelijk verantwoord ondernemen is binnen de
het domein van en voor de creatieve industrie en IT
deelsectoren media, mode en informatica een belang-
geldt dat het met één been staat in een aantal van de
rijke waarde. Wij willen dat onze studenten op de
beroepsvelden die onderdeel zijn van de creatieve indu-
hoogte zijn van de maatschappelijke denkbeelden bin-
strie en met één been in het (creatieve) onderwijs. Als
nen de beroepspraktijk, zodat zij enerzijds in staat zijn
hbo-instelling is het de verantwoordelijkheid van zowel
bewuste keuzes te maken en anderzijds in staat zijn
het onderwijs als het beroepenveld om op gepaste wij-
denkbeelden te plaatsen en uit te wisselen met collega’s
ze professionals van de toekomst op te leiden.
18 ! HOGESCHOOL VAN AMSTERDAM
Het domein is uitstekend geïnformeerd over en betrokken bij wat er gebeurt in de creatieve industrie en het beroepenveld weet waar het domein voor staat. Ook in de IT weten wij onze weg te vinden en kan men ons vinden voor het bouwen van het onderwijs en het verkrijgen en verstrekken van opdrachten. Er is nauw contact met de gemeente over ontwikkelingen van de culturele en economische groei van de creatieve industrie. Om dit te bevorderen zit in elke onderwijsadviesraad een vertegenwoordiger van de stad Amsterdam. Bij de introductie van nieuwe studenten krijgt Amsterdam een prominente rol. Daarnaast wordt in elke opleiding een aantal studiepunten vrijgemaakt voor activiteiten van studenten bij maatschappelijke organisaties. Er komt een domeinbreed Studium Generale met aandacht voor de economische en culturele bloei van de regio. In de nieuwe Amstelcampus creëren wij een ontmoetingsplek voor studenten en vertegenwoordigers van de stad met als werktitel “Nieuwspoort aan de Amstel”. Veel van onze alumni zijn werkzaam in de regio Groot-Amsterdam. Om hen bij ons onderwijs en domein betrokken te houden, ontwikkelen onze opleidingen allemaal een alumnibeleid. Ook de onderzoeksactiviteiten zijn ingebed in de stad en de creatieve industrie en IT. Zoals de opleidingen betrokken zijn bij de totstandkoming van het onderzoeksprogramma, wordt hierbij ook uitgegaan van de behoefte van werkveld en maatschappij. Soms komt de behoefte binnen via een directe vraag van een bedrijf. Soms zal het onderzoeksprogramma proactief inzetten op een bredere, niet altijd al gearticuleerde vraag in de maatschappij, zoals in het geval van digital life. Ook bij de uitvoering wordt de maatschappij betrokken: als mede-uitvoerder, als omgeving en daarmee toeschouwer of doelgroep, als inspiratiebron. Door de inbedding van onderzoek in het onderwijs leiden wij kritische studenten op en leveren afgestudeerden af die in hun werk- en leefomgeving in staat zijn autonoom te denken en te handelen. Verder is kennisvalorisatie een belangrijk issue in het domein. Dit is van belang voor zowel het domein zelf, waar wij kennis ontwikkelen, bijeen brengen en beschikbaar maken: hoe komt de kennis terecht, waar kan zij het beste benut worden? Voor studenten, afgestudeerden en de creatieve industrie en IT: hoe kunnen wij inkomsten genereren voor kennis en producten? Ons uitgangspunt is zo veel mogelijk beschikbaarheid, maar tegelijk willen wij nadenken over business modellen voor het beschikbaar stellen van kennis en producten.
MEERJARENPLAN 2011/14 DOMEIN MCI " 19
BEDRIJFSVOERING De plannen voor onderwijs en onderzoek, implice-
de vraag van studenten en arbeidsmarkt te bedienen.”
ren een goed werkende facilitaire organisatie – de
Door het rapport over de afstudeertrajecten en het ni-
bedrijfsvoering. Deze bestaat op dit moment uit
veau van het hoger onderwijs staat het hoger onderwijs
de afdelingen personeel & organisatie, planning &
volop in de belangstelling van de politiek en het maat-
financiën, marketing & communicatie, informatie-
schappelijke debat. Wat hiervan de consequenties zul-
management, onderwijslogistiek en kwaliteit &
len zijn, is nog niet te overzien.
accreditatie en wordt geleid door de bedrijfsvoer-
De laatste ontwikkeling waar we rekening mee houden
der. In de afgelopen periode is een aantal veran-
is de roep van studenten om flexibiliteit. Meer dan
deringen doorgevoerd, met als doelen harmonisa-
voorheen willen studenten gefaciliteerd worden in het
tie van bedrijfsprocessen in verschillende opleidin-
doorlopen van een flexibel onderwijsprogramma. Tijde-
gen, transparantie en schaalwinst. De afdeling on-
lijke onderbrekingen, in combinatie bijvoorbeeld met de
derwijs & kwaliteit is per 1 september 2011 op-
nadruk op EVC, hebben impact op de bedrijfsvoering.
gezet en valt onder de domeinvoorzitter. De afdeling kwaliteit & accreditatie daarin ondergebracht.
INTERNE ONTWIKKELINGEN
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe de bedrijfs-
Het college van bestuur heeft de intentie uitgesproken
voering wordt ingezet bij het realiseren van de beschre-
een intensievere samenwerking te willen in de bedrijfs-
ven doelen en welke accenten daarbij worden gelegd.
voering van UvA en HvA. Er is een plan “Bedrijfsvoering
Jaarlijks wordt een jaarplan opgesteld waarin de
UvA/HvA” gelanceerd. Met ingang van studiejaar 2011-
plannen voor de bedrijfsvoering concreet worden vast-
2012 zijn de lestijden van alle domeinen gelijkgetrok-
gesteld. In het programmaplan “Als de gesmeerde blik-
ken; elk domein hanteert een rooster van 50 minuten.
sem II” (2011), dat de basis vormt voor de jaarplannen,
Dit is een cruciale stap naar meer gezamenlijk roosteren
wordt dit verder per discipline uitgewerkt.
binnen de Amstelcampus en wellicht naar samenwerking met de UvA. De ambitie van de HvA is om mede-
EXTERNE ONTWIKKELINGEN
werkers en studenten zo goed mogelijk te bedienen via
In de visie van het huidige kabinet heeft een hoge-
één dienstverleningsloket per locatie. Dit geldt voor de
school recht op vier jaar bekostiging per student, aan-
onderwijsbureaus, maar op termijn ook voor klanten-
gevuld met een jaar. Vanuit deze visie dient een student
service en andere functies zoals studentzaken. De ver-
die ervoor kiest langer te studeren, zelf te investeren in
schillende onderwijsbureaus worden aangestuurd door
zijn studie. Tot en met 2014 zullen de hogescholen en
één hoofd onderwijslogistiek. Afhankelijk van waar
universiteiten gezamenlijk ongeveer 400 miljoen euro
onze opleidingen gehuisvest worden, past de bemen-
moeten bezuinigen. Vanuit de kabinetsplannen kunnen
sing van de onderwijsbureaus zich daar op aan.
we daarnaast de volgende ontwikkelingen vaststellen:
De interne organisatie van DMCI is een stap verder
− mogelijkheden voor selectie aan de poort;
ontwikkeld. Ons domein kent vanaf september 2011
− meer differentiatie op basis van specifieke kenmer-
drie clusters en een kenniscentrum. De nieuwe domein-
ken van instroomgroepen; − meer nadruk op eigen verantwoordelijkheid van stu-
voorzitter geeft leiding aan deze eenheden en de nieuwe stafdienst onderwijs & kwaliteit.
denten met betrekking tot de studieduur waar-
De ambities op het gebied van internationalisering
binnen ze recht hebben op bekostigd onderwijs.
vragen om meer internationale bedrijfsvoering. Hierbij
Het rapport-Veerman is met enthousiasme ontvangen
kan gedacht worden aan een bureau internationali-
door instellingen voor hoger onderwijs. De commissie
sering voor het hele domein.
stelt dat het hoger onderwijs veel en snel beter moet:
Wij stellen – t.o.v. andere domeinen – door de aard van
“De studieuitval is te hoog, talent wordt te weinig uit-
de opleidingen hoge eisen aan IT en audiovisuele voor-
gedaagd en er is te weinig flexibiliteit om de gevarieer-
zieningen en besteden daar relatief veel middelen aan.
20 ! HOGESCHOOL VAN AMSTERDAM
WAAR STAAN WE VOOR? Vóór alles geldt dat we proberen zoveel mogelijk middelen vrij te maken voor onderwijs - het primaire proces staat centraal. Wat betekent dat? De exacte uitwerking van het kabinetsbeleid is nog niet bekend, maar zeker is dat wij als onderwijsinstelling in toenemende mate worden afgerekend op het studiesucces van onze studenten. Aangezien ons domein veel langstudeerders en stabiele studentaantallen kent, zijn
opgesomde plannen, steeds met het doel zo doelmatig mogelijk met onze middelen om te gaan. Hieronder valt ook de administratie van de projecten vanuit het kenniscentrum en andere projecten zoals Sirius. Kortom bedrijfsmatig werken en faciliteren liggen in elkaars verlengde. Hoe bedrijfsmatiger de stafafdelingen gaan werken, hoe effectiever de facilitering kan geschieden en hoe meer middelen beschikbaar blijven voor het onderwijs en het onderzoek.
de gevolgen voor ons domein aanzienlijk. Het is daarom noodzakelijk om – naast strategischer te sturen op
PERSONEEL
studiesucces – als organisatie bedrijfsmatiger te gaan
Toponderwijs wordt gemaakt door topdocenten, die
werken. Bedrijfsmatiger werken kent vele aspecten.
studenten stimuleren in hun ontwikkeling, zichzelf blij-
Onze medewerkers zijn onze belangrijkste asset en de
ven ontwikkelen en goed op de hoogte zijn van wat er
daaraan verbonden kosten zijn de grootste rechtstreeks
speelt in het werkveld en de maatschappij.
te beïnvloeden begrotingspost. Daarnaast besteedt
De vraag waar we als domein in toenemende mate
DMCI veel middelen aan IT en AV. Ook op deze begro-
voor staan is: hoe binden we die topmensen uit onder-
tingsposten kunnen we invloed uitoefenen.
wijs, markt en wetenschap aan onze opleidingen en
In de jaarplannen zal per discipline daarom vooral aan-
ons kenniscentrum? en hoe behouden we onze huidige
dacht moeten zijn voor het efficiënter inzetten van
docenten? Het enige antwoord op deze vraag luidt: als
mensen en middelen. Welke slimme methoden kunnen
deze topdocenten zich verder kunnen ontwikkelen door
we ontwikkelen teneinde zoveel mogelijk geld naar het
hun werk bij ons domein. Het gaat in moderne, profes-
onderwijs te kunnen laten stromen? Dit kan op ver-
sionele organisaties niet meer alleen om interessant, be-
schillende manieren, maar zeker is dat ons domein veel
langwekkend of goed betaald werk, maar ook om ont-
processen nog in viervoud (oude instituutsprocessen)
wikkeling en ontplooiing van medewerkers. Een functie
uitvoert. Harmonisering daarvan biedt schaalvoordeel.
bij DMCI moet een positieve stap in je carrière zijn, je
Daarnaast hebben de verschillende stafafdelingen als
mag mee voorop lopen in de ontwikkelingen in de
leidend principe alleen een opdracht uit te voeren na
creatieve industrie en IT. Je neemt deel aan de opleiding
een akkoord van de budgethouder. Dit zijn allen leden
van studenten voor beroepen die er nog niet zijn, je
van het DMT. De verandering in werkproces en bijbeho-
werkt in een team dat hierop is gericht en hiervoor
rend gedrag is een thema bij de jaarplannen van alle
wordt ondersteund. Om deze docenten binnen te
bovengenoemde stafafdelingen.
kunnen halen en geheel of gedeeltelijk, voor korte of lange tijd te kunnen binden aan onze opleidingen en
In het jaarplan M&C wordt vooral aandacht voor het werken in opdrachtgeverschap van de budgethouder. De inhoudelijke rol van de afdeling wordt in overleg
onze reeds aanwezige toppers te behouden, voeren we strategisch personeelsbeleid waarin aandacht is voor de volgende onderwerpen:
met de nieuwe domeinvoorzitter vormgegeven. De afdeling Informatiemanagement zet een volgende stap
− Strategische personeelsplanning;
in het professionaliseren van het functioneel beheer en
− Uitstekend ondersteunend personeel;
gaat proberen een nog groter deel van de bestellingen
− Scholingsmogelijkheden;
via aanvraag tot bestelling (ATB’s) te laten verlopen.
− Samenwerking met docenten zowel binnen het
Harmonisering van IT zal ook een belangrijk onderdeel
domein als daarbuiten;
zijn. De afdeling zal een regierol bij het inkoopproces
− Aandacht voor de levensfase van docenten;
spelen. In het jaarplan Onderwijslogistiek zal het accent
− Persoonlijke groei door intervisie en coaching;
vooral liggen op het harmoniseren van het secundair
− Verhouding onderwijzend/ondersteunend personeel.
proces. Een belangrijk voorbeeld hiervan is de implementatie van het project Roosteren nieuwe stijl en de consequenties van de invoering van SIS en Syllabus+. In het jaarplan P&F gaat het over de ondersteuning van de
MEERJARENPLAN 2011/14 DOMEIN MCI " 21
VOORTGANGSBEWAKING In dit domeinplan is beschreven wat het domein
In de kwartaalrapportage van het domein wordt aan-
de komende jaren wil gaan doen. Het is belangrijk
dacht besteed aan de voortgang van het domeinplan.
de voortgang van de activiteiten continu te moni-
Daarvoor zijn voor de drie speerpunten van ons domein
toren. Dit gebeurt op drie niveaus.
– groei in kwaliteit en positie als toonaangevende opleiding voor de creatieve industrie en IT, rendement
− In het vierjaarlijks convenant worden aan de hand
en organisatie – een aantal KPI’s geformuleerd waarvan
van kritische prestatie indicatoren (KPI’s) afspraken de monitoring in de kwartaalrapportages plaatsvindt. gemaakt tussen de domeinvoorzitter en het college van bestuur over de doelen die het domein gaat be-
− In 2014 is het hoofdfase rendement na 4 jaar 70%.
reiken. Deze doelen dragen bij aan het realiseren
− Het rapportcijfer van studenten in de STM is in 2014
van het instellingsplan van de HvA 2011-2014 dat uitgangspunt geweest is voor dit domeinplan. − In het jaarlijks af te sluiten managementcontract maken opleidingsmanagers en domeinvoorzitter afspraken. Uitgangspunt hierbij is het domeinplan. − Tussen iedere medewerker en zijn leidinggevende worden jaarlijks afspraken gemaakt over inzet en
een 7.3. − Het rapportcijfer van de medewerkers in de MTM is in 2014 een 7.3. − Jaarlijks vindt met elke opleiding en het kenniscentrum een gesprek plaats over de kwaliteit van de opleiding respectievelijk het kenniscentrum aan de hand van een aantal vastgestelde criteria.
takenpakket. Hierbij zal het managementcontract van de betreffende opleiding of dienst leidend zijn.
BRONNEN 1.
Oog voor talent, Instellingsplan 2011-2014 van de Hogeschool van Amsterdam http://www.hva.nl/documenten/instellingsplan-hva-2011-2014.pdf
2.
Verkenning Creatieve Industrie, publicatie nr. 09OI18 ministerie Economische Zaken en het agentschap SenterNovum, juni 2009
3.
De waarde van Creatie, innovatieprogramma van de creatieve industrie, Amsterdam, augustus 2010 http://api.ning.com/files/kQD7kiWnQp-HluL4dkRIRjHjCi2X00p-kmOzu8rUKBft9mizIeyAl*YOI5KOPtEasuJ1ZkteI8bEWsyAIpDDbhywHK2crSM/WvC_light_los.pdf
4.
Strategisch beleidsplan internationalisering domein MCI vastgesteld d.d. 1 februari 2011
Op 28 juni 2011 heeft de domeinraad DMCI ingestemd met dit meerjarenplan.
22 ! HOGESCHOOL VAN AMSTERDAM