Algemene beschouwingen 17 oktober 2013 Uitgesproken tekst geldt Geachte voorzitter, leden van de raad, college, aanwezigen op de publieke tribune en toehoorders op internet, “Laat andermans cynisme geen reden zijn om zelf op te geven”. Dit is in het Nederlands wat één van de drijvende krachten in ons afdelingsbestuur een paar dagen geleden twitterde. Een mooie uitspraak, die goed past bij D66 en dit college. Een uitspraak die ik nog een paar keer zal aanhalen, voorzitter. Deze raadsperiode loopt langzamerhand af: dit zijn de laatste algemene beschouwingen voor de verkiezingen in maart. Een mooi moment voor een terugblik, alvorens vooruit te kijken naar 2014. In 2010 pleitte D66 voor het overboord gooien van de overbezorgde overheid. In 2011 spraken we over voorbij de crisis durven kijken, en in 2012 over het belang van zelf de toekomst maken. Terugkerend thema van onze algemene beschouwingen is de positieve houding van veel Delftenaren en het stadsbestuur. Ook vanavond. We bewijzen in Delft elke dag dat we ongelooflijk veel kunnen. Een dikke 6000 leerlingen op de basisschool, zo’n 7000 middelbare scholieren en circa 20.000 HBO of TU studenten werken iedere dag in Delft aan hun toekomst.
Er zijn meer dan 5000 bedrijven en instellingen in Delft. Alleen al in de ruim 500 winkels werken ondernemers keihard aan hun zaak. We ontvangen jaarlijks zo’n kwart miljoen toeristen en zo zou ik nog wel even door kunnen gaan. Er is alle reden om te vertrouwen op de kracht van Delft. En ook het college heeft bewezen door hard werken veel te kunnen bereiken: Er is een sluitende jaarrekening, o.a. doordat de tekorten op uitkeringen zijn weggewerkt Er komt een internationale basisschool Ondanks de vastgoedcrisis ligt er stevig plan voor de Spoorzone Last but not least: Delft krijgt een technisch VMBO en MBO. Straks heeft Delft dus technisch onderwijs op alle niveau’s. Een doorzettershouding is overal belangrijk, en zeker voor een college van burgemeester en wethouders. Laat andermans cynisme geen reden zijn om zelf op te geven, dat hoef je het Delftse college niet te vertellen. Ja, het zijn lastige tijden, door de economische teruggang belandt er minder geld in de gemeentekas. Maar juist in lastige tijden komt de kwaliteit van een stadsbestuur naar voren. Een stadsbestuur moet in krappe tijden extra hard aan de slag. Hervormen, bezuinigen en investeren. En dat is precies wat dit college heeft gedaan. Met D66 als grootste partij zijn de afgelopen jaren de uitgaven verminderd: in plaats van meer dan 3500 euro per Delftenaar in 2009 geven we in 2014 ongeveer 3100 euro uit. En dan blijkt dat de Delftse daadkracht nauwelijks overschat kan worden: als het
tegenzit, zetten we gewoon een tandje bij, ik noem drie voorbeelden: Vastgoedeigenaren, winkeliers en horeca hebben de handen ineen geslagen onder de vlag “Tussen de Geveltjes” Buurthuis Voorhof II draait op bewonersinzet Schoolbesturen hebben zelf bepaald wat prioriteit kreeg bij educatieve activiteiten Voor al deze Delftenaren was het cynisme van anderen geen reden om zelf op te geven. Over het derde voorbeeld van daadkracht, de educatieve activiteiten, wil D66 graag verder spreken in de commissie. Zo willen we helderheid over hoe het nu zit met rijksgeld en gemeentegeld voor bewegingsonderwijs. En hoe we nu precies taalachterstanden bij peuters aanpakken. De drie voorbeeld geven aan dat ondanks de economische crisis er reden is voor optimisme. Optimisme dat u wellicht niet in alle bijdragen vanavond terughoort, maar dus wel bij D66. Voorzitter, na deze terugblik dan nu de begroting 2014. De hoofdlijnen van de begroting steunen wij, te beginnen met de kenniseconomie. Daar zet D66 met het college blijvend op in. Want die zorgt voor werk op alle niveau’s. Op alle onderwerpen, dus ook bij kenniseconomie, zien we graag concrete doelen met een heldere rol voor de gemeente. Zoals bijvoorbeeld investeren in bereikbaarheid van Delft Zuid-Oost, snellere verblijfsvergunningen voor kenniswerkers, of internationaal onderwijs. Wij zien overigens ruimte voor niet alleen een internationale basisschool, maar op termijn ook internationaal voortgezet onderwijs. Daar spreken we in de begrotingscommissie graag over verder.
D66 wil in de commissie ook bespreken hoe we bedrijven aantrekken. Wat doen we via de regionale ontwikkelingsmaatschappij, en wat via de Technologische InnovatieCampus Delft? Laten we de euro’s zo efficiënt mogelijk besteden, voorzitter. Ik noemde al de kennisbedrijven en opleidingsinstituten. Maar ook de woningmarkt is een belangrijk onderdeel van de kenniseconomie. En in Delft zijn nog te weinig woningen voor kenniswerkers. Er werken namelijk wel veel mensen in de Delftse kenniseconomie, maar met wonen zit het anders. Cijfers van het CBS en het kwaliteitsinstituut Nederlandse gemeenten laten zien dat de hoogopgeleide beroepsbevolking vaak buiten Delft woont. Met 16% inwonende hoger opgeleide beroepsbevolking zit Delft onder het gemiddelde van gemeenten met 50k-100k inwoners, onder het gemiddelde in Zuid-Holland, en onder het Nederlandse gemiddelde. De oorzaak is eenvoudig: Delft heeft nog te weinig woningen voor kenniswerkers. Het college is al bezig met uitbreiding, en wat D66 betreft gaan we daarmee door. Met als prioriteit de Spoorzone en de Harnaschpolder. En als we het aanbod voor kenniswerkers gaan uitbreiden, laten we dat innovatief doen. Een mooie innovatie in Amsterdam stamt uit 1908. Ja u hoort het jaartal goed. Het concept werkt zo: bewoners leggen geld in, bijvoorbeeld 6 maanden huur, en worden daarmee wel lid van een kleine coöperatie maar geen eigenaar van hun woning. De inleg krijgen mensen weer terug als ze verhuizen. Op deze manier realiseert stichting Co-Op huurwonen in Amsterdam anno 2013 woningen met een huur tussen 700 en 1000 euro, modale huur dus. Ideaal voor startende kenniswerkers. Een soortgelijke constructie bestond al in 1908, in zekere zin zijn deze Amsterdammers dus bezig met creating history.
Voorzitter, als we bouwen in de Spoorzone en Harnaschpolder, gaat dat wat D66 betreft duurzaam en met voldoende groen. Duurzaam in de zin van energieverbruik spreekt bijna voor zich: duurzame bouw verdien je terug met energiebeparing. Maar ook in de zin van bruikbaarheid moeten we duurzaam bouwen. Woningen die makkelijk geschikt gemaakt kunnen worden voor alle leeftijden, dus ook senioren, zijn op lange termijn meer waard. Duurzaam bouwen dus, en ook met voldoende groen in de wijk. Want groen is niet alleen esthetisch mooi, maar ook financieel handig. Zoals afgelopen weekend weer duidelijk werd, is afvoer van regenwater in een versteende omgeving knap lastig. Met meer ruimte voor bomen en planten wordt de druk op het riool minder, omdat regenwater langzaam de grond in zakt. Dit scheelt rioolinvesteringen, investeringen door het hoogheemraadschap en overlast. En een groene omgeving maakt de huizen ook nog eens meer waard. Tot zover de eerste hoofdlijn van de begroting, de kenniseconomie, inclusief de woningmarkt. Nu volgt de tweede, de sociale visie. Behalve kenniseconomie steunt D66 ook de sociale visie, die ik voor het gemak even vertaal om het lucratieve Scrabble-woord participatiesamenleving te vermijden. Die vertaling luidt: Op 1 staat wat een volwassene zelf kan, op 2 hulp uit de omgeving en overheidshulp krijgt een bescheiden derde plaats.
Als die overheidshulp bestaat uit een uitkering, vindt D66 het principe van een tegenprestatie nuttig om dichtbij de arbeidsmarkt te blijven. Gisteren stond nog een mooi voorbeeld in de krant hoe onbetaald werk bij basisschool de Horizon heeft geleid tot betaald werk. Overheidshulp op een bescheiden derde plaats dus: eerst de eigen mogelijkheden en omgevingshulp benutten. Deze sociale visie wordt nog belangrijker in 2015, omdat de gemeente dan extra verantwoordelijkheid krijgt overgedragen van de landelijke of provinciale overheid. We worden verantwoordelijk voor onder andere: De niet-medische begeleiding van mensen met een psychiatrisch stoornis Kinderen met een serieuze problemen thuis Jongeren met een beperking die werk zoeken D66 wil dat bij deze decentralisaties (excuses voorzitter, toch nog 1 jargonwoord) alles draait om de mensen met een hulpvraag , de directe familie/verzorgers en eventueel betrokken werkgevers. Professionele zorgverleners of reïntegratieexperts zijn er voor de mensen, niet andersom. Zoals gezegd, de sociale visie betekent dat gemeentelijke hulp aan volwassenen op een bescheiden derde plek staat. Voor kinderen zit het natuurlijk anders: daar trekt de gemeente soms noodgedwongen een sprintje naar de eerste plek, als niemand anders het belang van het kind goed kan behartigen. Na de twee hoofdlijnen uit de begroting, kenniseconomie en de sociale visie, voorzitter, wil ik het onderwerp bereikbaarheid benadrukken. Delft gaat een nieuwe fase in met de Spoortunnel. Het kan niet vaak genoeg gezegd worden dat het hele traject tussen Den Haag en Rotterdam 4-sporig moet worden, dus voorzitter, bij deze.
Ook tramlijn 19 naar de TU is een langgekoesterde wens die werkelijkheid wordt. Goede samenwerking in de regio is cruciaal om het project goed af te ronden. Zowel de aanleg van spoortunnel als lijn 19 bewijzen de veerkracht van Delftenaren: we vinden onze weg , ondanks de opbrekingen en omleidingen. En de volgende bereikbaarheidsuitdaging komt er al aan: het vervangen van de Sebastiaansbrug. Goede communicatie is daarbij cruciaal. Naast wegen en spoor is parkeren ook onderdeel van bereikbaarheid. Zowel fiets- als autoparkeren moet goed geregeld zijn. Afgelopen vrijdag lazen we dat Delft gaat snoeien in de parkeerautomaten. D66 vindt dat een goed idee, zeker in vergunningsgebied. Navraag leert dat het plan is om van 121 naar 90 automaten te gaan, een kwart reductie. Rotterdam kondigde vorige maand aan van 2900 naar 350 automaten te willen, meer dan driekwart weghalen dus. Laten we deze verschillende benaderingen eens uitdiepen in de begrotingscommissie. Voorzitter, ik rond af. D66 kijkt met vertrouwen naar de Delftse toekomst en de laatste begroting van dit college. En het is mijn hoop dat u na 10 sprekers vanavond in ieder geval één ding mee naar huis neemt: Laat andermans cynisme geen reden zijn om zelf op te geven.