Begroting 2016
Vastgesteld door de raad van toezicht en het bestuur d.d. 10/12/2015 Met een positief advies van de medezeggenschapsraad d.d. 08/12/2015 versie 1.0
Hoogezand, 23 november 2015
Geachte leden van de raad van toezicht en leden van de medezeggenschapsraad, Hierbij presenteer ik aan u de conceptbegroting 2016. De bekostigingsbrief voor de begroting is wederom opgesteld conform het model dat wij sinds het jaar 2012 gebruiken. Uitgangspunt daarbij is dat de totale begroting wordt opgebouwd uit deelbegrotingen:
Directie Vmbo en pro Havo en vwo Bedrijfsvoering Huisvesting Financiën
Binnen de deelbegrotingen zijn de keuzes bepaald door de beleidsvoornemens van de betreffende eenheid. In 2016 zijn de gevolgen van de loonmaatregelen uit het nieuwe cao vo 2015-2017 verwerkt in de begroting. In november 2015 heeft het dr. Aletta Jacobs College het pand aan de Laan van de Sport 6 aangekocht. Per 31 december 2015 wordt de aanschaf op de balans opgenomen onder materiële vaste activa. Na ingebruikname in 2016 start de afschrijvingsperiode. Met de afschrijvingslasten per jaar (aanschaf en verbouwing) is in de begroting rekening gehouden. Tegelijk met deze begroting presenteer ik u ook de meerjarenbegroting. Mede namens de overige leden van het directieberaad,
Ineke de Roo Bestuurder/Algemeen directeur
2
Doelstellingen die de grondslag vormen voor de begroting binnen het financiële kader:
Algemeen Onze primaire doelstelling is het verzorgen van een breed aanbod van voortgezet onderwijs in de gemeente Hoogezand-Sappemeer en omgeving. In 2015 is een nieuw strategisch beleidsplan voor de komende vier jaar opgesteld. Dit strategisch beleidsplan is vertaald in concreet beleid in de verschillende sectoren en budgeteenheden van de school.
A. Wat willen we in 2016 bereiken? De financiële doelstelling in 2016 is nog steeds het vergroten van het eigen vermogen. Op basis van consistent financieel beleid en het feit dat de school in control is, heeft de Inspectie van het onderwijs in 2015 het verscherpte toezicht opgeheven. Doelstelling is om het consistente beleid te handhaven en in control te blijven. De exploitatierekening moet blijven voldoen aan de afspraken die in 2012 met de raad van toezicht zijn gemaakt. Wij verwachten in 2019 de financiële ratio’s (met name solvabiliteit en weerstandsvermogen) op voldoende niveau te hebben gebracht. Daarnaast willen we op andere beleidsterreinen het volgende bereiken: (voor de realisatie van alle hieronder beschreven doelen zijn middelen in de begroting 2016 opgenomen)
I. Strategie 1.Strategisch beleidsplan In 2015 is er een nieuw strategisch beleidsplan voor de komende vier jaar tot stand gekomen. Dit strategisch beleidsplan is leidend voor alle sector- en teamplannen.
2.Onderwijsaanbod In de sector vmbo zal in 2016 voor de beroepsgerichte afdelingen het programma ingrijpend wijzigen. Deze wijziging hangt samen met de verandering van het eindexamen voor vmbo basisberoepsgericht en kaderberoepsgericht. Bij de keuze voor de aan te bieden vakken, is rekening gehouden met de ligging van Hoogezand en de arbeidsmarkt. De programmawijziging in het vmbo brengt kosten met zich mee. Deze kosten zijn meegenomen in de deelbegroting vmbo en pro.
3.Provinciaal onderwijsaanbod De gesprekken op provinciaal niveau met als doel een gezamenlijk antwoord te formuleren op de aankomende krimp in de provincie zijn gaande. De doelstelling was om in de loop van 2015 tot concrete afspraken te komen. Dat doel lijkt in grote delen van de provincie gehaald te worden. Het tempo waarin deze afspraken tot stand komen wordt beïnvloed door de situatie waarin de individuele schoolorganisaties zich bevinden. Om de nadere krimp in leerlingenaantallen op te vangen zal de mogelijkheid van samenwerking met andere onderwijspartners onderzocht worden.
4.Samenwerking met andere scholen Er wordt door het dr. Aletta Jacobs College samengewerkt met diverse andere scholen. In Hoogezand wordt er samengewerkt met de CSG Rehoboth. Het gaat hierbij vooral om de doorstroom van Rehoboth-leerlingen naar het dr. Aletta Jacobs College zo goed mogelijk te laten verlopen. Eén van de beleidsmedewerkers P&O van het dr. Nassau College in Assen is één dag per 3
week gedetacheerd naar het dr. Aletta Jacobs College ter ondersteuning van de directie op P&O vraagstukken. In de sector havo/vwo wordt er met de sector havo/vwo van het dr. Nassau College een intervisietraject voorbereid.
5.Stafdiensten De komende jaren zullen er OOP-medewerkers met pensioen gaan of mogelijk op andere wijze de school verlaten. Bij vertrek van een medewerker wordt steeds kritisch gekeken of samenwerking met een andere school voor VO zinvol en kostenbesparend kan zijn. Ook wordt er kritisch gekeken of volledige vervanging in alle taken noodzakelijk is.
6.Aardbevingen Hoogezand is één van de aardbevingsgemeenten. De inwoners van de gemeente worden regelmatig opgeschrikt door lichte of zwaardere aardbevingen. Doordat de stichting dr. Aletta Jacobs College eigenaar is van onderwijshuisvesting, zal de school bij eventuele schade of verbouw van de huisvesting zelf contact moeten zoeken met de Nederlandse Aardolie Maatschappij. De directie stelt zich ten doel om contact met de NAM en de Nationaal Coördinator Groningen te leggen en te onderhouden, om zo vroegtijdig de belangen van de school ten aanzien van de huisvesting te behartigen.
7. Ontwikkeling leerlingaantallen In het schooljaar 2015-2016 hebben we een groei in leerlingenaantal van circa 60 leerlingen gehad. Naar verwachting is dit voorlopig het laatste schooljaar met groei van het leerlingenaantal geweest. In mei weten we de nieuwe instroomcijfers en kunnen op basis daarvan bepalen wat dit voor het beschikbare aantal fte’s betekent. Voor 2016 gaan we in de prognoses uit van een daling van het aantal leerlingen (ca. 35), dat is gebaseerd op de gegevens van het basisonderwijs. Er zijn minder leerlingen in groep 8 en daardoor zal er minder instroom zijn. Wanneer we minder leerlingen hebben, zullen we minder fte’s in kunnen zetten. Een daling van 35 leerlingen betekent een beperkte daling in fte’s (max. 3) en kan opgevangen worden door natuurlijk verloop (einde contract van medewerkers met een tijdelijk dienstverband en medewerkers die de pensioengerechtigde leeftijd bereiken). I.a I.b I.c
I.d
Onderwijsaanbod: keuze vakkenaanbod vmbo bepalen Provinciaal onderwijsaanbod: samenwerking met andere school voor voortgezet onderwijs onderzoeken Samenwerking met andere scholen: Binnen havo/vwo; intervisie met havo/vwo afdeling van het dr. Nassau College realiseren. Stafdiensten: samenwerking op gebied van personeel en organisatie met school voor VO binnen de provincie
01-02-2016
31-12-2016
II. Onderwijs 1.Vmbo en pro 1.1 Vernieuwde vmbo bovenbouw (examens) In 2016 gaan we in de bovenbouw van het vmbo van start met de nieuwe examens. In plaats van sectoren zijn er profielen en in plaats van een vast aanbod binnen de praktijkvakken kunnen scholen er voor kiezen om keuzemodules aan te bieden. Op dit moment zijn we de keuze betreffende het 4
aanbod van de keuzemodules aan het afronden. Voor de verbouw van de praktijklokalen die nodig zijn voor het vernieuwde examen is in de begroting tweemaal een bedrag opgenomen: €100.000,en €35.000,-. Deze bedragen zullen ingezet worden voor het herinrichten van lokalen en voor de aanschaf van nieuwe materialen die bij de verplichte en keuzemodules horen. Tevens zal een deel van het scholingsgeld ingezet worden voor het inschakelen van externe ondersteuning en scholing betreffende didactiek binnen het vernieuwde vmbo (bovenbouw). 1.2 Koppeling ondersteuning en lesinhoud binnen Profijt (praktijkonderwijs) Sinds 2 jaar wordt op het praktijkonderwijs gewerkt aan digitalisering van de ondersteuning en de lesinhoud. Dit jaar zal een volledige koppeling gemaakt worden tussen beide binnen het systeem Profijt. Dit betekent vooral dat leerpunten binnen handelingsplannen van de leerlingen gekoppeld kunnen worden aan opdrachten. Vooral het feit dat het één systeem is, zal het gebruik prettiger maken. Eén systeem betekent herkenbaarheid. Voor de begeleiding om dit proces af te ronden zal vooral scholingsgeld ingezet worden. Vervolgens zal ook ingegaan worden op de didactiek en het efficiënt lesgeven, verbeterpunten naar aanleiding van het bezoek van de Inspectie. Het systeem zal variatie in de didactiek en differentiëren makkelijker maken. 1.3 Kwaliteit Op het gebied van kwaliteit zullen we trajecten van eerdere jaren voortzetten (taal-en rekenbeleid, werkwijze intern team ondersteuners, ondersteuningsteam Aletta-breed, examencijfer). Daarnaast zal meer aandacht besteed worden aan de kwaliteit van toetsen, professionalisering van de docenten, kwaliteit van (digitale) lessen en contacten binnen de school en met externen. Wat betreft de kwaliteit van toetsen zullen we sector breed, het ene team sneller dan de andere, de toetsen onder de loep nemen. Het docententeam werkt individueel en in teamverband aan professionalisering. In het team vmbo bovenbouw gaan we dit schooljaar echt van start met Icalt, een methode waarnaar de RUG onderzoek doet en waarmee docenten inzicht krijgen op welk niveau zij lesgeven en op welke vlakken zij zich kunnen of zouden moeten scholen. Het gaat hierbij om de zone van naaste ontwikkeling. De lessen worden beoordeeld (intern en extern) middels stappen/treden binnen kwaliteit. Voor het meedoen aan dit project krijgen we begeleiding van de RUG en ook een bijdrage van €17.500,-. De scholingen die hier achter vandaan zullen komen, worden betaald uit de scholingsgelden. Binnen de gehele organisatie blijven we de mogelijkheden op het gebied van ict onderzoeken. Vooral het team vmbo onderbouw zal dit jaar op allerlei vlakken onderzoek doen naar mogelijkheden van ict binnen de lessen (bijvoorbeeld differentiatie en motivatie). Er worden andere scholen bezocht en diverse bedrijven uitgenodigd om in gesprek te gaan over hun aanbod. Voor de kwaliteit binnen de sector zijn we afhankelijk van goede communicatie. Dit geldt zowel intern als extern. We stellen ons ten doel ouders veel te betrekken door goede communicatie en korte lijnen vanuit school. 1.4 De sectiebudgetten In de budgetten die de afzonderlijke secties hebben, zijn geen grote aanpassingen te vinden. Daar we als directeuren ook van secties veel vragen (meer dan voorheen toen bijna alles in de teams werd ontwikkeld), is er binnen de begroting van het vmbo en pro onder de sectiebudgetten een post algemeen opgenomen. Dit budget ligt bij de directeur en kan ingezet worden als een sectie om
5
budget vraagt betreffende de doelstellingen die in het sectorplan genoemd worden. Denk hierbij aan: het niveau van toetsen, sectiewerkplan en leren van elkaar. In het kader van het vernieuwde vmbo (zie ook 1.1) zullen nieuwe zaken aangeschaft moeten worden. Nieuwe examens, nieuwe modules zorgen immers voor nieuwe lessen en lesmaterialen. 1.5 Doorlopende zorg- en leerlijn vmbo bb kb Op dit moment is voor leerlingen de overgang van vmbo onderbouw naar bovenbouw vrij groot. In de onderbouw zijn over het algemeen de klassen kleiner (om het laten wennen aan de school te vergemakkelijken en achterstanden makkelijk weg te kunnen werken), wordt er gewerkt met minder handen voor de klas (niet elke les een andere collega, wat in de bovenbouw niet te realiseren is i.v.m. bevoegdheidseisen), meer mentorlessen en meer lessen in de deelschool. Elk schooljaar wordt gepoogd de overstap kleiner te laten zijn. Dit gaat met kleine stappen. In 2016 zal er een werkgroep in het leven geroepen worden, waarschijnlijk begeleid door een externe, die zal kijken naar de mogelijkheden om de overstap sneller kleiner te laten worden. Er is hiervoor €5000,opgenomen onder overige personele kosten. Tevens zal hier waarschijnlijk wederom in het formatietraject rekening mee gehouden moeten worden. II.a
Werkgroep overstap ob naar bb vmbo
2016
2.Havo en vwo 2.1 Onderwijs In 2016 blijft de nadruk liggen op de inhoudelijke verbetering van de lessen. In 2015 is via het schoolbrede strategisch beleidsplan, het sectorplan “Hoger willen springen” en de teamplannen gewerkt aan samenhangende planvorming. Hierdoor zal bundeling van krachten en richting beter mogelijk zijn. Ook in de afstemming met het vmbo in de sectorplannen zijn in 2015 stappen gezet. De richting in de onderwijsontwikkeling is vastgelegd: - meer naar gepersonaliseerd onderwijs; - het hoger laten springen van leerlingen; - meer sturen op ambitie en motivatie van leerlingen; - meer sturen op (leer)attitude en metacognitie; - leerlingen meer aan het stuur van het leren zetten. In het sectorplan definiëren we heel precies wat dit betekent bij het kijken naar het primaire proces. Daarmee geven we richting aan het professionele gesprek over de kwaliteit van het primaire proces: Het gaat om het (zichtbaar) leren van de leerling en de mate waarin hijzelf daar verantwoordelijkheid in draagt en initiatief in toont. We stimuleren het professionele gesprek in teams en secties. We bevorderen het ontstaan van professionele leergemeenschappen en bevorderen daartoe experimenten. Daar zijn vooralsnog geen extra kosten aan verbonden. Daarnaast blijven we de leerlingresultaten en doorstroomcijfers nauwgezet volgen. Op dit moment staan alle indicatoren op groen. Het is de ambitie om dit minstens zo te houden. In 2016 zetten we meer in op onderwijskundige samenwerking binnen de secties. Doel is om op het terrein van de vakleerlijn docenten meer te laten uitwisselen, delen en samenwerken. In het sectorplan is gekozen voor het bevorderen van het model van de professionele leergemeenschap, voor intervisie binnen de secties of bovenschoolse intervisie.
6
Het strategisch beleidsplan staat voor een breed scholingsideaal (bijv. ook culturele en sportieve opvoeding). Het staat ook voor een ideaal om het onderwijs in de les meer te verbinden met de samenleving buiten de school. De wereld de klas inhalen maakt het onderwijs meer betekenisvol, waardoor de leerlingen beter gemotiveerd raken. De verbinding van vak aan samenleving helpt leerlingen bovendien bij hun eigen talentontdekking en hun keuzeproces. In dit kader ondernemen we in 2016 enkele acties:
We ontwikkelen in samenwerking met JETNET een vijftal activiteiten die aansluiten bij ons ‘de wereld in de les’ uitgangspunt. JETNET, een organisatie die de techniek en technische beroepen onder de aandacht van leerlingen wil brengen (techniek, in de meest brede betekenis van het woord), verbindt ons aan het bedrijf YACHT, dat bewust een relatie met een school in het noorden wil opbouwen. We participeren in het Globe-netwerk (onderzoeksmatig onderwijs). Voor activiteiten ‘de wereld in de les’ maken we voor het komende jaar, ter ondersteuning van de secties voor de sector €4000,- vrij in de komende begroting. Ter ondersteuning van een versterking van de profielwerkstuklijn is €500,- opgenomen in de begroting om onderzoekskosten voor leerlingen te kunnen bekostigen. Tegen dezelfde achtergrond breiden we het internationaliseringsprogramma uit. We nemen een uitwisseling naar Polen op in het curriculum van de bovenbouw. Ook hiervoor nemen we in de begroting enige ruimte op. In de begeleiding van leerlingen komt het ontwikkelen van de eigen persoonlijkheid en de zelfreflectie centraler te staan. Om deze verandering in het mentoraat te bewerkstelligen is gekozen voor het digitale begeleidingsportfolio Droomloopbaan (DLB). Daarin is begeleiding en LOB geïntegreerd vanuit een nieuwe visie op mentoraat en LOB. In 2015 is gestart met een pilot in de gehele sector met DLB. Ook in het vmbo probeert men DLB uit. In de begroting van havo/vwo is het gehele bedrag van €7.100,- voor de licentie van DLB opgenomen onder onderwijslicenties. Dit bedrag is ongeveer even groot als de besparing op de vroegere decaanmethode (Qompaz).
2.2 Kwaliteit Alle medewerkers van de sector havo/vwo maken ook in 2016 deel uit van een intervisiegroep. We organiseren dit nu langs de lijn van secties/groepen van secties (zie boven). Bovendien is er het voornemen om uitwisselingmogelijkheden te creëren met een collega-school om het traject van kijken bij elkaar in de klas buiten de eigen school mogelijk te maken. De verkennende gesprekken op dit punt zijn gaande. De kosten die dit met zich meebrengt halen we uit het budget voor scholing. In het schooljaar 2015-2016 organiseren we vier keer een sectormiddag. Dit zijn scholings- / trainingsmiddagen waarvoor we, wanneer nodig, externe trainers inschakelen. Het budget voor ingehuurde scholing zal niet verhoogd worden. Het ‘samen beter‘ vertalen naar de studiedag is tevens een manier om van de school/sector een lerende organisatie te maken. De opbrengsten van met name de vakken Duits en Frans blijven achter. Daarom zijn we in samenwerking met de Rijksuniversiteit een ontwikkeltraject aangegaan. Dit wordt bekostigd uit de subsidie voor het project ‘Van Zwak naar Sterk’. Deze participatie in dit extern gesubsidieerde project brengt verplichtingen met zich mee (leerling enquêtes en Icalt-observaties). In 2016 zullen we starten met een nieuwe gesprekkencyclus waarin het 360 graden instrument van Kwaliteitsscholen geïntegreerd is, ter opvolging van Keiwijzer. Dit zorgt voor een besparing van zo’n €30.000 ten opzichte van 2014. In 2015 waren er al geen kosten meer voor Keiwijzer. De oudertevredenheidsmeting uit 2014 is onbevredigend omdat het onvoldoende eenduidige informatie geeft. De tabellen zijn niet in overeenstemming met de opmerkingen en de respons is van 7
een te laag niveau. In de havo/vwo onderbouw ontwikkelen we momenteel een manier om de oudertevredenheid te meten waarop we data verkrijgen waar gerichte acties op gebaseerd kunnen worden. Ook de onderbouwteams in het vmbo doen dergelijke proeven. Of dit leidt tot het hanteren van een andere tool, is momenteel nog niet bekend. In het budget kwaliteitszorg nemen we een bedrag van €2000,- op voor deze tool. 2.3 Ontwikkeling teams en ontwikkeling teamleider Het afgelopen jaar is de cohesie binnen de teams versterkt. Op dit punt gaan we op de huidige weg voort. De teambijeenkomsten staan in de komende jaren altijd in het teken van ‘samen leren’. Vaker dan voorheen zullen we werken en leren als een geheel gaan beschouwen. Ook staan we een meer gedifferentieerdere aanpak voor: leren in teams kan op veel verschillend manieren waarbij niet iedereen dezelfde weg bewandelt. Voor de teamvorming van het MT havo/vwo en voor de persoonlijke ontwikkeling van de nieuwe teamleider zullen middelen beschikbaar gesteld worden binnen het budget scholing en overige personeelskosten.
3. Ondersteuning 3.1 Passend onderwijs Op 1 augustus 2014 is passend onderwijs in werking getreden. Veel op het gebied van het passend onderwijs wordt door samenwerkingsverbanden geregeld. Voor het dr. Aletta Jacobs College gaat het dan om het ‘Samenwerkingsverband Groningen Ommelanden (20.02)’. De veranderingen maken het noodzakelijk om medewerkers te scholen. De kosten voor scholing komen ten laste van het scholingsbudget. De transitie naar passend onderwijs betekende ook een inkrimping van Rec-3 en Renn-4 organisaties. Het personeel van deze organisaties moet herplaatst worden. De verantwoordelijkheid daarvoor ligt bij de scholen die aangesloten zijn bij het samenwerkingsverband. Er is daarvoor een tripartiete akkoord gesloten. De uitvoering van het akkoord is in volle gang. Het dr. Aletta Jacobs College heeft gedeeltelijk aan de tripartiete verplichting voldaan door een Renn-4 medewerker in dienst te nemen. Er ligt nog een kleinere verplichting om een Rec-3 medewerker over te nemen. De eerste twee jaar brengt overname geen kosten met zich mee. Daarna wordt in drie jaar de vergoeding voor overname afgebouwd en komen de kosten voor de overgenomen medewerker volledig ten laste van de school. Jaarlijks wordt bepaald of er vorderingen zijn gemaakt in het realiseren van de ambities met betrekking tot passend onderwijs. Hiervoor wordt de monitor van de nulmeting opnieuw ingezet. Mogelijk vloeit hier een scholingsbehoefte uit voort. De kosten voor de scholing komen ten laste van het scholingsbudget.
3.2 Interne ondersteuning Er is een nieuw schoolondersteuningsplan, daarin staat o.a. de ondersteuningsstructuur van de school beschreven. Er zijn ondersteuningsfunctionarissen aan teams gekoppeld en er zijn functionarissen met een meer integrale rol. Door de invoering van passend onderwijs is de vraag naar ondersteuning en hulp bij verwijzing toegenomen. De nog over te nemen functionaris Rec-3 zal ingezet worden om in de toegenomen vraag naar ondersteuning te voorzien. Door de invoering van passend onderwijs ligt de zorg voor leerlingen met een ondersteuningsvraag meer dan in het verleden bij de school. We willen in 2016 de mogelijkheid van een tussenvoorziening in de school onderzoeken. In een dergelijke tussenvoorziening komt de extra ondersteuning door professionals vanuit het speciaal onderwijs of ambulante begeleiding samen met het onderwijs vanuit de school. Op deze wijze kan het leertraject van leerlingen met een specifieke extra ondersteuningsvraag op of in de nabijheid van de school vervolgd worden.
8
3.3 Samenwerking met het primair onderwijs Binnen het lokaal onderwijs beraad van de gemeente Hoogezand-Sappemeer werken wij intensief samen met het primair onderwijs. Dit overleg wordt gevormd door de directeuren van de scholen. Thema’s zijn het reken- en taalbeleid, samenwerking met de bibliotheek, de overdracht tussen het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs en de ondersteuning voor en aan leerlingen. Daarnaast wordt in de gemeente Hoogezand-Sappemeer het bestuurlijk overleg van zowel het primair als het voortgezet onderwijs gevoerd in de lokaal educatieve agenda. Hierin wordt de huisvesting en het ondersteuningsaanbod van de aangesloten besturen met elkaar afgestemd. Vanuit deze overlegstructuren is de afspraak gekomen om OSO als instrument te gebruiken bij de doorstroom van leerlingen uit het primair onderwijs naar het voortgezet onderwijs. Met alle toeleverende basisscholen in Hoogezand, Slochteren en Menterwolde zijn er contacten als het gaat om de overstap van leerlingen naar onze school. Jaarlijks bezoekt een teamleider of directeur iedere toeleverende basisschool. Sinds 2013 voert onze school beleid ten aanzien van hoogbegaafde leerlingen binnen het havo/vwo. In het kader van de samenwerking met het primair onderwijs wordt aan de bassischolen de ruimte geboden om met de hoogbegaafde basisschoolleerlingen op het dr. Aletta Jacobs College te komen. Docenten van onze school verzorgen gastlessen.
3.4 Samenwerking met het vervolgonderwijs De aansluiting van het VO op het vervolgonderwijs is niet altijd goed. Om deze aansluiting te verbeteren wordt er samenwerking gezocht. Daarnaast streven we er naar leerlingen een goede keuze voor het vervolgonderwijs te laten maken, zodat zij minder geneigd zullen zijn van studierichting te wisselen. Om de leerlingen te helpen de keuze voor een vervolgopleiding bewuster te maken, voeren we een digitaal portfolio in voor iedere leerling en proberen in ieder vak aandacht te genereren voor keuzes maken voor de toekomst.
3.5 Internationalisering In het strategisch beleidsplan hebben we beschreven dat internationalisering onderdeel van het onderwijsprogramma is. In de eerste helft van 2016 wordt daarom een internationaliseringsplan opgesteld.
3.6 Maatwerk Op weg naar gepersonaliseerd leren vindt er in toenemende mate maatwerk in het onderwijs plaats. We willen ruimte bieden voor proeven om meer gepersonaliseerd te gaan werken. Er is daarvoor een bedrag van €50.000,- opgenomen op de post maatwerk-/projectgroep.
3.7 Cultuur Het dr. Aletta Jacobs College is een cultuurschool. We willen onze leerlingen de mogelijkheid bieden om zich ook op het gebied van cultuur te ontwikkelen. Dat gebeurt in de lessen en in verschillende projecten en activiteiten. Jaarlijks is er een bedrag van €4000,- beschikbaar als cultuursubsidie voor secties of teams die een plan indienen om de ontwikkeling van leerlingen op dit gebied te bevorderen.
9
II.b
II.c II.d
II.e II.f II.g II.h
Passend onderwijs: voortgang realisatie ambities passend onderwijs per sector meten door inzet monitor passend onderwijs Interne ondersteuning: mogelijkheid interne tussenvoorziening onderzoeken Samenwerking met primair onderwijs: aanbieden gastlessen voor hoogbegaafde leerlingen van het bijzonder basisonderwijs Samenwerking met vervolgonderwijs: invoer digitaal portfolio voor alle leerlingen Internationaliseringsbeleid: opstellen plan Maatwerk: stimuleren proeven maatwerk Cultuur: jaarlijks cultuursubsidie inzetten
31-12-2016 31-12-2016
31-12-2016 01-08-2016
4. Kwaliteit 4.1 Inspectie De kwaliteit van het onderwijs binnen alle afdelingen van onze school wordt door de Inspectie als voldoende beoordeeld. Dat betekent voor ons, dat we deze kwaliteit borgen en gedegen kwaliteitszorg blijven inzetten. De Inspectie werkt vanaf 2016 met een nieuw toezichtkader en een nieuwe opbrengstenkaart. We willen op de nieuwe opbrengstenkaart op alle indicatoren ‘boven de norm’ scoren en streven er naar om op onderdelen ook ‘ruim boven de norm’ te scoren.
4.2 Opbrengstgericht werken In de sectorplannen en teamplannen staat beschreven dat er opbrengstgericht gewerkt wordt, om de kwaliteit van het onderwijs te waarborgen. Er zijn doelstellingen ten aanzien van de opbrengsten per sectie geformuleerd. Zo ook ten aanzien van de verschillende rendementen en de centraal examenresultaten per afdeling. Secties en teams krijgen regelmatig een rapportage van de bijdrage die zij als sectie of team geleverd hebben aan de opbrengsten. Secties analyseren jaarlijks hun opbrengsten en resultaten en maken zo nodig een plan van aanpak. Voor leerlingen van het praktijkonderwijs worden de opbrengsten anders bepaald. Het streven is dat elke leerling die na afronding van het praktijkonderwijs de school verlaat, uitstroomt naar werk of een vervolgopleiding.
4.3 Tevredenheid Jaarlijks worden er tevredenheidsonderzoeken onder leerlingen en ouders uitgezet. De rapportages van de tevredenheidsonderzoeken worden besproken binnen teams en schoolleiding. Er volgt een terugkoppeling van de resultaten in Vensters voor Verantwoording en waar er aanleiding toe is, worden er acties uitgezet. Met name de veiligheidsbeleving van de leerlingen heeft daarbij de aandacht. Het thema zal geagendeerd worden in de sectoren, en op personeelsbijeenkomsten.
II.i II.j
Inspectie: alle indicatoren ‘boven de norm’, SE-CE verschil ‘gering’ Tevredenheid: veiligheidsbeleving leerlingen agenderen in sector en bij personeelsbijeenkomsten
31-12-2016 31-12-2016
10
III.
Personeel
1.Professionalisering In ons strategisch beleidsplan 2015-2019 beschrijven we dat we streven naar meer gepersonaliseerd leren. Dat vraagt een andere aanpak van lessen. We bieden graag de ruimte om te experimenteren en vragen van docenten dat zij zich bekwamen in de manieren van werken die gepersonaliseerd leren ondersteunen. Daarnaast sturen we op de professionalisering van schoolleiders. We hebben met iedere schoolleider afgesproken dat hij of zij een opleiding onderwijskundig leiderschap volgt of gaat volgen, wanneer hij of zij nog geen schoolleidersopleiding voltooid heeft. De kosten voor scholing van docenten en schoolleiders komen ten laste van het scholingsbudget. Door inzet van de schoolopleiders investeren wij in het opleiden van (nieuwe) collega’s, dit traject wordt ook aan jonge/beginnende docenten aangeboden. Wij participeren in 2015 in twee projecten vanuit de rijksuniversiteit en de lerarenopleidingen:
Inductietraject voor beginnende leraren Professionele leergemeenschappen voor reeds in dienst zijnde leraren
Deelname aan deze projecten vraagt een tijdsinvestering van verschillende medewerkers die via het taakbeleid wordt gerealiseerd. Vanuit de projectorganisatie worden wij hiervoor gefaciliteerd. Het beschikbare budget voor scholing is gebaseerd op een budget per werknemer, zoals dat in de cao is verwoord (€600,- per fte docent en €500,- per fte onderwijs ondersteunend personeel). Daarnaast volgt iedere medewerker ook teamscholing. Volgens het cao VO dient 10% van de lumpsum van een school (in tijd en geld) ingezet te worden voor scholing. Het dr. Aletta Jacobs College voldoet aan deze norm.
2.Bevoegdheden Met iedere onbevoegde medewerker zijn afspraken gemaakt over het halen van een bevoegdheid binnen de daarvoor afgesproken termijn. Deze afspraken worden bewaakt. Op 1 januari 2016 zijn er 5 onbevoegde docenten in dienst en met allen zijn bindende afspraken gemaakt over de datum waarop zij bevoegd zijn.
3.Convenant leerkracht De gevolgen van convenant leerkracht zijn merkbaar. Docenten die in het kader van dit convenant een andere functie hebben gekregen, worden in de loop van 2015-2016 beoordeeld. Wanneer een docent met een LC of LD aanstelling vertrekt zal er (afhankelijk van het leerlingenaantal van de school) een vacature voor een LC- of LD-functie ontstaan. Deze vacatures dienen te worden vervuld om aan de functiemix-eisen te blijven voldoen. Er is een procedure vastgesteld voor werving en selectie voor LC- en LD- functies. Jaarlijks wordt bepaald of de school nog aan de functiemix-eisen voldoet.
11
III.a
III.b III.c
Professionalisering: schoolleiders dienen een opleiding onderwijskundig leiderschap te hebben afgerond of starten daarmee c.q. er zijn afspraken gemaakt over de start van een dergelijke opleiding Bevoegdheden: bindende afspraken met onbevoegde medewerkers jaarlijks over de termijn waarbinnen de bevoegdheid gehaald moet zijn Convenant leerkracht: check of de school nog aan de functiemix jaarlijks percentages voldoet wordt uitgevoerd en waar nodig actie ondernomen
IV.
Huisvesting
1.LO-zalen In 2016 krijgt de school de beschikking over 2 nieuwe gymzalen voor de LO-lessen. Het programma van eisen voor de nieuwbouw is opgesteld door de eigenaar in overleg met de school, als hoofdgebruiker. Het beheer van de LO-zalen zal geheel in handen zijn van het sportcentrum. Dat is nieuw, voorheen beheerden we als school een deel van de ruimten. Het dr. Aletta Jacobs College betaalt een gebruikersvergoeding conform de huisvestingsvergoeding van de gemeente HoogezandSappemeer. Er is een meerjaren gebruiksovereenkomst met het sportcentrum gesloten. Het gebruik van vier zalen kost jaarlijks ongeveer €120.000,-. Omdat het dr. Aletta Jacobs College geen verantwoordelijkheid meer heeft voor de zalen vervallen alle noodzakelijke exploitatie- en onderhoudskosten. Daarmee vallen €20.000,- voor onderhoudskosten, €12.000,- voor schoonmaakkosten, bijdrage voor energiekosten (€23.000,-) totaal €55.000,- per jaar weg. Daarmee betekent deze gebruikersvergoeding, naar verwachting, een kostenverhoging van €65.000,- per jaar voor het dr. Aletta Jacobs College. We kunnen nu gegarandeerd 40 weken per jaar beschikken over zeer goed geoutilleerde sportzalen.
2.Onderhoud Het meerjarenonderhoudsplan wordt gevolgd en de kosten hiervan lopen via het investeringsbudget. In 2016 wordt er een nieuw meerjarenonderhoudsplan opgesteld. Er vloeien in 2016 weinig kosten voort uit het huidige plan. De kosten voor huisvesting hangen samen met onderhoud (opfrissen trespa beplating) aan de buitenkant van het pand en het vervanging van lichtarmaturen door LED-verlichting. De kosten lopen deels via de jaarlijkse exploitatiekosten en groot onderhoud via investeringen (componentenmethodiek). In de begroting is onder huisvestingkosten een bedrag van €141.000,- opgenomen voor algemene onderhoudskosten. Van dit bedrag is circa €120.000,- regulier. Het betreft in het algemeen meerjarige onderhoudscontracten. Het overige is geraamd voor algemeen onderhoud. Bepaalde terugkerende grote onderhoudsuitgaven, vaak opgenomen onder een voorziening onderhoud, worden via de zogenaamde componentenmethode als investering doorgaans in 5 jaar afgeschreven. In 2016 zijn er geen uitgaven voorzien die vallen onder de componentenmethode.
3.Locatie Van Heemskerckstraat en Laan van de Sport 6 De overdracht van het voormalige Huis van de Sport heeft op 10 november plaatsgevonden. Voor er verbouwd kan worden, zal er inzicht moeten zijn ten aanzien van wat er gedaan moet worden om het pand aardbevingsbestendig te verbouwen. De uitslag van de bouwkundige keuring, die door de NAM is uitgevoerd, wordt in januari/februari 2016 verwacht. Aansluitend kan dan het bestek 12
worden opgesteld. Daarna kan de verbouwing worden aanbesteed. Voor de aankoop van het pand heeft het dr. Aletta Jacobs College een lening afgesloten bij het ministerie van Financiën. De lening bedraagt €750.000,- en de looptijd is afgestemd op de looptijd van de lening van het pand aan de Laan van de Sport 4. Bovengenoemde financieringslasten zijn meegenomen in de begroting. Afhankelijk van de duur van het bouwkundig onderzoek en de duur van de verbouwing zal het praktijkonderwijs in 2016 verhuizen naar het pand aan de Laan van de Sport 6.
IV.a IV.b
V.
Onderhoud: opstellen nieuw meerjaren onderhoudsplan Locatie van Heemskerckstraat: verhuizing naar Laan van de Sport
2016 2016
Bedrijfsvoering
Ten opzichte van 2015 zijn er op het vlak van bedrijfsvoering geen grote wijzigingen. De verwachte prijsstijgingen zijn doorberekend en meegenomen in de begroting.
VI.
ICT
In 2015 is er in de gehele school een dekkend WiFi-netwerk aangelegd. In 2016 zullen we investeren in de werkplekken van docenten en in computerlokalen voor toetsen. We zullen in 2016 de leerlingen stimuleren een eigen ‘device’ mee te brengen. Bij het opstellen van de boekenlijst voor 2016-2017 zullen we secties vragen in het opstellen van de boekenlijst rekening te houden met de ontwikkeling richting gepersonaliseerd leren. Wanneer het mogelijk is om per leerling €50,- te besparen op de leermiddelen (minder leermiddelen op de boekenlijst) kunnen we m.i.v. schooljaar 2016-2017 een subsidie van €50,- voor ouders beschikbaar stellen als zij een nieuw ‘device’ voor hun kind willen aanschaffen. Om in de overgangsfase naar volledig digitaal werken het gebruik van digitale middelen mogelijk te maken in de verschillende deelscholen zullen we iPad klassensets inzetten, die door docenten geleend kunnen worden. We streven er naar om per deelschool een klassenset beschikbaar te hebben en daar is in de investeringen rekening mee gehouden. In 2016 zal er een ict beleidsplan opgesteld worden, dit beleidsplan wordt o.a. gevoed door inbreng vanuit teams en secties. Mogelijk is hierbij extra ondersteuning nodig. Er is daarvoor een bedrag opgenomen bij inhuur derden. We willen secties stimuleren om ervaring op te doen met digitaal leermateriaal en zullen daarvoor financiële mogelijkheden bieden. In de begroting 2016 is daarom, zoals eerder vermeld, een bedrag van €50.000,- opgenomen bij de post maatwerk projectgroep om de stap richting digitaal werken en/of maatwerk te faciliteren. Dit bedrag wordt ingezet om binnen secties docenten vrij te maken om (digitaal) lesmateriaal te ontwikkelen of een eerdere overstap naar digitaal/gepersonaliseerd lesmateriaal te faciliteren.
VI.a VI.b VI.c VI.d
Stimuleren en faciliteren inzet digitaal/gepersonaliseerd lesmateriaal in tijd en geld: €50.000,iPadsets in deelscholen inzetten Stimuleren bring your own device Opstellen ict beleidsplan
31-12-2016
31-12-2016
13
VII.
Financiën
1.Vorming eigen vermogen Bij de aankoop van het pand aan de Laan van de Sport 4 in maart 2012 is vastgelegd hoe wij in ieder geval tot en met 2018 de vermogenspositie van de stichting dr. Aletta Jacobs College zullen verbeteren. Er is een jaarlijks bedrag afgesproken dat in de begroting op voorhand wordt opgenomen om toe te voegen aan het eigen vermogen. Voor 2016 stellen wij voor €275.000,- als taakstellend budget op te nemen. Daarnaast zal er €35.000,- als strategisch budget opgenomen worden.
14
Begroting 2016 TOTAALOVERZICHT BEGROTING 2016
BEGROTING 2015
PROGNOSE 2015
BEGROTING 2014
JAARREKENING 2014
JAARREK.
Rijksvergoedingen 3.1.1 Normatieve rijksbijdrage OCenW 3.1.2 Overige subsidies OCenW
€ 10.409.000 € 1.094.000
€ 11.125.000 € 1.094.500
€ 11.174.158 € 1.114.678
€ 10.858.000 € 1.159.100
€ 10.886.023 € 1.143.338
€ 10.574.087 € 1.544.966
Totaal Rijksvergoedingen
€
11.503.000
€
12.219.500
€
12.288.836
€
12.017.100
€
12.029.361
€
12.119.053
Deelnemersbijdragen
€
50.000
€
45.000
€
45.000
€
45.000
€
42.240
€
35.150
Overige baten 3.5.4 Decentralisatie Huisvessting 3.5.7 Overige vergoedingen
€ €
1.065.000 1.600.000
€ €
1.039.300 136.000
€ €
1.041.300 140.113
€ €
1.046.800 165.000
€ €
1.044.814 207.393
€ €
1.044.490 378.154
Totaal overige baten
€
2.665.000
€
1.175.300
€
1.181.413
€
1.211.800
€
1.252.207
€
1.422.644
TOTAAL BATEN
€ 14.218.000
€ 13.439.800
€ 13.515.249
€ 13.273.900
€ 13.323.808
€ 13.576.847
Personele lasten 4.1 Salariskosten incl sociale lasten 4.1 Overige personele lasten
€ €
9.749.100 639.200
€ €
9.168.110 553.400
€ €
9.312.121 523.028
€ €
9.080.159 423.900
€ €
9.094.600 526.985
€ €
9.201.583 734.476
Totaal personele lasten
€
10.388.300
€
9.721.510
€
9.835.149
€
9.504.059
€
9.621.585
€
9.936.059
Afschrijvingslasten
€
970.000
€
975.000
€
1.010.000
€
993.100
€
975.723
€
791.097
Huisvestingslasten 4.3.1 Huur 4.3.3 Onderhoud 4.3.4 Energie en water 4.3.5 Schoonmaakkosten 4.3.6 Heffingen
€ € € € €
127.500 141.000 178.000 224.000 35.000
€ € € € €
9.500 137.500 178.000 233.000 30.850
€ € € € €
13.180 137.500 184.500 224.400 31.450
€ € € € €
9.500 125.500 183.000 235.000 39.000
€ € € € €
13.443 123.804 226.043 224.194 26.040
€ € € € €
15.562 125.421 210.823 204.235 29.498
Totaal huisvestingslasten
€
705.500
€
588.850
€
591.030
€
592.000
€
613.524
€
585.539
Overige lasten 4.4.1 Administratie- en beheerslasten 4.4.2 Kosten onderwijs
€ €
568.700 916.500
€ €
546.350 886.995
€ €
538.750 815.412
€ €
481.250 914.680
€ €
527.923 914.680
€ €
535.419 973.211
Totaal overige lasten
€
1.485.200
€
1.433.345
€
1.354.162
€
1.395.930
€
1.442.603
€
1.508.630
TOTAAL LASTEN
€ 13.549.000
€ 12.718.705
Rentelasten en rentebaten 5.1 Financiele baten 5.2 Financiele lasten
€
€
€
(388.500)
€
Renteresultaat
€
(388.500)
RESULTAAT BEDRIJFSVOERING
€
Taakstelling meerjarenraming
RESULTAAT NA TAAKSTELLING
BATEN
2013
LASTEN
€ 12.790.341
€ 12.485.089
€ 12.653.435
€ 12.821.325
(442.500)
€
(442.500)
€ €
(480.100)
€ €
(464.800)
€ €
(493.686)
€
(442.500)
€
(442.500)
€
(480.100)
€
(464.800)
€
(493.686)
280.500
€
278.595
€
282.408
€
308.711
€
205.573
€
261.836
€
275.000
€
275.000
€
275.000
€
300.000
€
€
5.500
€
3.595
€
7.408
€
8.711
€
-
-
-
205.573
€ €
-
261.836
15
TOELICHTING OP DE BEGROTING 2016
Inkomsten 1. Rijksbijdrage personeel (3.1.1) Met ingang van het kalenderjaar 2016 wordt de ondersteuningsbijdrage pro en lwoo, voorheen onderdeel van de rijksbijdrage personeel, ontvangen via het samenwerkingsverband Groningen Ommelanden (20.02). In de begroting 2016 is de ondersteuningsbijdrage opgenomen onder ‘overige vergoedingen’. Om vergelijking mogelijk te maken tussen 2016 en 2015 volgt het volgende overzicht: 2016
2015
Begroting
Begroting
Opgenomen onder rijksbijdrage*
8.837.000
Opgenomen onder overige vergoedingen
1.427.000
Totaal
10.264.000
9.655.000
9.655.000
Opmerking: Het bedrag aan ondersteuningsbedragen is een, door het SWO in hun begroting gefixeerd bedrag voor het jaar 2016. *Deze bedragen zijn opgenomen in de bepaling onder punt 3.1.1 normatieve bedragen OCW
In totaal wordt in 2016 ten opzichte van de raming in 2015 een bedrag van €609.000,- meer ontvangen. Dit wordt veroorzaakt door een stijging van het leerlingenaantal met circa 60 leerlingen in het schooljaar 2015-2016. Daarnaast is met terugwerkende kracht de GPL 2015 per 1 januari 2015 aangepast. Vervolgens is de GPL 2016 per 1 januari 2016 aangepast. Opbouw stijging GPL 2015 De stijging per 1 januari 2015 bestaat uit twee elementen: In de eerste plaats is dat de kabinetsbijdrage voor 2015 die is opgebouwd uit +1,1% loonruimte, -0,56% pensioenpremieontwikkeling en -0,1% ontwikkeling overige sociale premies. Per saldo is dat +0,44%. Daarnaast is er extra loonruimte van +1,0% gerelateerd aan de loonruimte-overeenkomst. Opbouw stijging GPL 2016 De stijging per 1 januari 2016 is opgebouwd uit +1,6% loonruimte in het kader van de loonruimteovereenkomst, +0,44% gerelateerd aan de premieontwikkeling en -0,36% vanwege de bezuiniging van het lenteakkoord. De GPL leraren gaat extra omhoog in het kader van het convenant leerkracht, namelijk met +0,18%.
Dit leidt tot de volgende GPL bedragen: GPL
GPL
GPL
DIR
OP
OOP
Gpl 2015
92.691
76.048
44.566
GPL 2015 aangepast
94.035
77.151
45.213
GPL 2016
95.645
78.613
45.987
16
In het schooljaar 2015-2016 is er een toename van ongeveer 60 leerlingen. Dit geeft een toename van de personele rijksbijdrage 2016 van circa €336.000,-. De overige toename is toe te rekenen aan de aanpassingen van de GPL. 2. Rijksbijdrage materieel (3.1.1) De rijksbijdrage materieel stijgt in 2016 met circa €102.000,- ten opzichte van 2015. (Van €1.470.000 in 2015 naar €1.572.000 in 2016). Deze bedragen zijn opgenomen onder 3.1.1. De diverse tarieven zijn in 2016 naar beneden bijgesteld als gevolg van een correctie wegens een eenmalige verhoging in 2015. Dit ter voorkoming van structurele doorwerking in de volgende jaren. Per leerlingen-categorie gelden verschillende vergoedingsbedragen. De toename van de vergoeding is grotendeels toe te rekenen aan de stijging van het aantal leerlingen en een aanpassing van de ondersteuningsbedragen. 3. Overige subsidies OCW (3.1.2) De overige OCW-vergoedingen blijven in 2016 per saldo gelijk aan de begroting in 2015. Wel zijn er naast diverse kleinere verschuivingen een aantal nader toe te lichten verschillen:
De vergoeding prestatiebox is per leerling verhoogd. Daarnaast is er de toename van het aantal leerlingen. Verwacht wordt een hogere bate van circa €71.000,-; De door de school te ontvangen bedragen per leerling inzake leermiddelen is gedaald van €307,55 naar €304,80 (zie opmerking bij de rijksbijdrage materieel). Door toename van het aantal leerlingen ontvangen we meer. Per saldo wordt €13.000,- meer ontvangen; We verwachten van de gemeente in 2016 een lagere bijdrage voor maatschappelijke stage (€11.000,- minder).
De ‘leerlinggebonden financiering’ ontvangen we met ingang van 2016 via het samenwerkingsverband en is in de begroting 2016 opgenomen onder overige vergoedingen. De overige vergoedingen OCW dalen hierdoor met €85.000. 4. Overige vergoedingen (3.5.7) Onder vergoeding huisvestingsprogramma is een extra bedrag van €26.000,- opgenomen. Dit betreft de te verwachten jaarlijkse bijdrage huisvestingskosten van de gemeente voor het pand aan de Laan van de Sport 6. Onder ondersteuningsbijdrage lwoo/pro is een bedrag opgenomen van €1.427.000,-. Dit betreft de vergoeding van het samenwerkingsverband. Tot en met het jaar 2015 was dit bedrag opgenomen in de rijksvergoeding.
Uitgaven 5. Directe personele kosten De totale directe personeelslast in de begroting 2016 is gebaseerd op de werkzame reguliere formatie in september 2015. In de periode tot het moment van samenstelling van de begroting hebben er nog een aantal personele mutaties plaatsgevonden. Hier is in de berekening rekening mee gehouden. Daarnaast is er rekening gehouden met nog openstaande vacatures. De totaal opgenomen directe loonkosten hebben betrekking op 142,1 fte. De verdeling naar kosteneenheid is als volgt:
17
DIRECTIE ALGEMEEN HAVO VWO VMBO PRO BEDRIJFSVOERING HUISVESTING
FTE 1,8 46,1 78,2 8,5 7,5 142,10
De totale directe loonkosten bedragen:
(bedra gen x € 1.000)
Directe Loonkosten Vervangings kosten LBP Maatwerkprojectgroep Reserv. Uitwerking Loonakkoord Subtotaal Detacheringen en Uitkeringen Totaal
Begroot 2016 Begroot 2015 Prognose 2015 9.531 8.934 9.066 173 157 218 100 110 100 50 55 9.909 9.201 9.384 -160 -33 -72 9.749 9.168 9.312
De vervangingskosten worden geraamd op 2% van de directe loonkosten in de onderwijssectoren. De te verwachten kosten inzake levensfase bewust personeelsbeleid worden geschat op €100.000,-. Het geraamde bedrag (€50.000) voor de maatwerkprojectgroep betreft extra middelen voor ontwikkeling van gedigitaliseerd/maatwerk leren. Over de financiering van de loonsverhoging per 1 januari 2016 is nog geen akkoord. Met name het pensioenpremie gedeelte (ABP) is erg onzeker. Zekerheidshalve nemen wij een bedrag van €55.000 op, als dekking van mogelijke extra kosten voor de werkgever. De vergoeding wegens detacheringen van medewerkers neemt toe. 6. Overige personele kosten: (4.1) De overige personele kosten dalen met ongeveer €87.000,-. De jaarlijkse kosten voor de WGA verzekering stijgen met €20.000,-. Het totale scholingsbudget komt in 2016 uit op circa €216.000,-In 2015 was €54.000,- geraamd. Derhalve is er een stijging van circa €63.000,-. Voor alle medewerkers wordt een scholingsbudget van €600,- (OP) of €500,- (OOP) opgenomen. Daarnaast is er in 2016 extra opleidingsbudget voor versterking van het schoolmanagement, onder andere de schoolleidersopleiding. De participatie in de kosten van werkloosheidsuitkeringen stijgen met ongeveer €20.000,-. De dotatie aan de voorziening ambtsjubilea daalt met ongeveer €22.000,-. In 2016 zijn er aanzienlijk minder ambtsjubilea dan in 2015. 7. Afschrijvingslasten: De jaarlijkse afschrijvingslasten worden vastgesteld vanuit de MVA-administratie. De jaarlijkse afschrijvingen dalen als gevolg van volledige afschrijving op reeds eerder in de administratie opgenomen investeringen. Voor de vaststelling van de jaarlijks afschrijvingslast in 2016 is rekening gehouden met de overname van het pand aan de Laan van de Sport 6 en de afschrijvingslasten inzake de voorgenomen investeringen in 2016, een bedrag van €400.000,-.
18
8. Huisvestingskosten: Huurkosten (4.3.1) De huurkosten stijgen met €118.000,-. Na de verbouwing en aanpassing van de gymlokalen neemt de gemeente de sportzalen volledig in eigen beheer. Met de gemeente is een huurovereenkomst gesloten voor het gebruik van de sportzalen. Voorheen was de school verantwoordelijk voor de schoonmaak, het onderhoud voor binnen en buiten en de energiekosten. Onderhoud (4.3.3) In de raming voor 2016 wordt een stijging van de totale onderhoudskosten voorzien van €3.500,- ten opzichte van de begroting 2015. Er is rekening gehouden met de verwachte realisatie in 2015 en een lichte prijsverhoging in 2016. Groot onderhoud, zoals schilderwerk en vervanging van installaties wordt door toepassing van de componentenmethode onder investeringen opgenomen. Energie (4.3.4) Bij de raming van de energiekosten (gas en elektra) voor het jaar 2016 wordt rekening gehouden met de prognose voor het jaar 2015. In de prognose is nog rekening gehouden met een half jaar doorberekening van de gemeente inzake energiekosten sportzalen, gemiddeld €12.500,- per maand. Daarnaast wordt rekening gehouden met het seizoenspatroon (van m.n. het gasverbruik). Er wordt een totale uitgave van €178.000,- verwacht. Schoonmaak (4.3.5) De schoonmaakkosten dalen met circa €9.000,- . De schoonmaakkosten van de sportzalen komen niet meer voor onze rekening. Dit is een voordeel van €15.000,-. De jaarlijkse prijsstijging bedraagt circa €6.000,-. Heffingen etc. (4.3.6) De raming voor 2016 is gebaseerd op de meest recente aanslagen. 9. Administratie & beheer: (4.4.1) Verwacht wordt dat de uitgaven voor administratie & beheer in 2016 stijgen met circa €22.000 ten opzichte van de begroting 2015. In deze categorie kosten, speelt de jaarlijkse prijsverhoging een voorname rol. Ten opzichte van de begroting 2015 nemen de bestuurskosten in 2016 met circa €4.500,- toe. In de prognose van 2015 wordt dit ook al zichtbaar. Het wordt veroorzaakt door toepassen van de BTW-regeling. De verzekeringspremie voor de schoolverzekering valt circa €1.500,hoger uit. Er is een hogere premie dan voorheen aangekondigd. De totale licentiekosten in 2016 bedragen €123.000,-. Dit is een stijging van €3.000,-. Dit betreft met name prijsstijgingen. De bijdrage in de kosten van de catering stijgen, ook als gevolg van prijsstijgingen, met circa €5.000,-. 10. Kosten onderwijs: (4.2.2) De kosten onderwijs worden per onderdeel door de afdelingen, vaksecties en budgethouders, vastgesteld en geraamd. De uitkomst is dat het totaal begrote bedrag in 2016 circa €28.000,- lager uitvalt dan in het jaar 2015. De grootste stijger zijn de kosten van schoolboeken met circa €25.000,-. Dit is voornamelijk het gevolg van de stijging van het aantal leerlingen. Momenteel worden de schoolboeken opnieuw aanbesteedt. Het nieuw af te sluiten contract loopt vanaf schooljaar 20162017. De verwachting is dat de totale kosten binnen het thans geraamde bedrag zullen blijven. Door toename van het aantal vavo-leerlingen in het schooljaar 2015-2016 vallen de totale kosten voor 2016 €17.000,- hoger uit dan in 2015. De vergoeding voor vavo-leerlingen stijgt met ongeveer
19
hetzelfde bedrag. Wegens een andere opzet zijn de kosten voor beroepenkeuze en voorlichting in 2016 nihil. Ten opzichte van de begroting 2015 is dat een voordeel van circa €10.000,-. 11. Rentelasten: (5.1 en 5.2) De totale rentelasten in 2016 bedragen €387.000,-. Eind 2015 is een nieuwe lening van €750.000,opgenomen ter financiering van de aankoop en de verbouwing van de locatie aan de Laan van de Sport 6. Naast de reguliere aflossing van €335.000,- op de lening RC gemeente HoogezandSappemeer is er in 2015 een extra bedrag van €1.000.000,- afgelost. De reguliere aflossing 2016 RC gemeente Hoogezand-Sappemeer zal naar verwachting op 1 juli 2016 plaatsvinden. De raming van de rentelasten in 2016 is, rekening houdende met bovenstaande, als volgt:
Rente lening ter financiering van locatie Laan van de Sport 4:
€355.000,-
Rente lening ter financiering van locatie Laan van de Sport 6:
€
Rente lening rekening courant gemeente Hoogezand-Sappemeer
€ 29.000,-
3.000,-
Per saldo dalen de rentelasten met circa €54.000
20