NR.5 2 NOVEMBER 2015
onafhankelijk universiteitsblad
Bouwen met bamboe
Studentenproject in Nicaragua Eelco de Groot:
‘Congo zette mijn leven op zijn kop’ Security
Staying safe in today’s world
Nieuwe studentenvereniging
GAMER ZOEKT GEZELSCHAP
2 november 2015
8 REPORTAGE
SAMEN GAMEN Een studentenvereniging speciaal voor gamers. Is daar behoefte aan? Jazeker, vindt de Delft Student E-sport Association. Ook gamers zoeken elkaar graag op.
12 INTERVIEW
EELCO DE GROOT TBM-fellow Eelco de Groot wil studenten leren hoe ze zich kunnen verplaatsen in anderen. “Techniek alleen is niks, het moet de mens dienen.”
VERDER 04 06 15 16 17 22 27 30 31
Column Nieuws Master Sport Lifestyle Cyber Security Desgevraagd Survival Guide Science
18 REPORTAGE
BAMBOEHUIS Drie bouwkundestudenten maakten een bamboehuis in Nicaragua om de bevolking te laten zien dat bamboe prima materiaal is om duurzaam mee te bouwen. Hun project krijgt navolging.
Delta
TU Delft
COVER Eric Wong is een van de oprichters van de Delft Student E-sport Association. Ze spelen en kijken computergames. De foto is bij hem thuis gemaakt, dat leek me de meest logische plek om te gamen. Met wat extra blauw licht lijkt hij te worden verlicht door zijn monitor, en met een fish-eye lens zie je lekker veel van de kamer. (Fotograaf Sam Rentmeester)
COLOFON REDACTIE Frank Nuijens (hoofdredacteur), Saskia Bonger, Tomas van Dijk, Dorine van Gorp, Connie van Uffelen, Jos Wassink, Katja Wijnands
FOTO’S Marcel Krijger, Sam Rentmeester BLADCONCEPT EN VORMGEVING Maters & Hermsen, Leiden
Winnaars
Na 3200 kilometer door Australië won de Delftse zonnewagen Nuna 8 op 22 oktober na een bloedstollende race de World Solar Challenge 2015. Solar Team Twente zat er nog geen drie minuten achter. Het Twentse team lag tot de laatste dag aan kop, tot de Delftenaren wisten te passeren en in de 180 kilometer die nog restten, de totale voorsprong kon vergroten tot 8 minuut 20. Derde werd het Japanse team Tokai.
LAY-OUT Liesbeth van Dam, Saskia de Been REDACTIE-ADRES Universiteitsbibliotheek, Prometheusplein 1, 2628 ZC Delft, 015 278 4848,
[email protected] ADVERTENTIES H&J Uitgevers, 010 451 5510,
[email protected] DRUK Mediacenter Rotterdam Oplage 8.000 Jaargang 48 ISSN 2213 8838 Meld je aan voor de wekelijkse nieuwsbrief op de website. MEER INFORMATIE OP www.delta.tudelft.nl/colofon.
Zelfverdediging
Wat doe je als je 's avonds laat op straat tegenover een overvaller of aanrander komt te staan? De unit sport en cultuur hield vorige week een korte cursus zelfverdediging, in de verlaten hoeken van het Mekelpark. delta.tudelft.nl/30637
Studentenkosten REAGEER!
Universiteiten mogen studenten niet verplichten tot kosten voor digitale leermiddelen, vindt de studentenraad, maar de universiteit wil er ook niet voor automatisch opdraaien. Wie dan wel? Dat is de vraag. De TU zal het probleem aankaarten bij het ministerie. delta.tudelft.nl/30577
Lekkage
Bij EWI sprong afgelopen weken twee keer een waterleiding. Liftschachten liepen onder water en de hoogbouw kon deels niet meer worden verwarmd. Het gebouw is oud en toe aan renovatie. Daarop vooruitlopend vinden er dit najaar onderhoudswerkzaamheden plaats. delta.tudelft.nl/30605 en 30580
Wetenschapsagenda De Nationale Wetenschapsagenda klinkt misschien als het zoveelste plan om de wetenschap te sturen, maar is echt vernieuwend, bezweert voorzitter Beatrice de Graaf. “Deze agenda is een ijzersterk bod.” delta.tudelft.nl/30626
4.342
Onder het motto ‘Verleg je grens, voor je medemens’ haalden vier leden van studentenvereniging Virgiel 4.342 euro op voor Artsen Zonder Grenzen. De hulporganisatie hield vorig weekend in het Amsterdamse Bos ‘Survival games’, waar de uitbraak van een besmettelijke ziekte werd gesimuleerd. De Virgilianen namen hieraan deel en werden gesponsord. Het grootste gedeelte van het bedrag werd door leden van Virgiel gedoneerd tijdens een avond waar leden drankjes konden bestellen voor het goede doel. Dat leverde meer dan 3.300 euro op.
Foto: Hans-Peter van Velthoven
MEDEWERKERS AAN DIT NUMMER Jorinde Benner, Aldo Brinkman, Ailie Conor, Brandon Hartley, Auke Herrema, Job Hogewoning, Desiree Hoving, Folkert van der Meulen Bosma, Heather Montague, Thomas Platzer, Molly Quell, Jimmy Tigges, Stephan Timmers, Caroline Vermeulen, Marco Villares
4
Column Thomas Platzer Nieuw Ik begon aan deze column en dacht heel even: waarom moeite doen? Als het er om gaat deze plek te vullen met precies voldoende letters, dan kan ik ook elke keer dezelfde column plaatsen. Ik heb wel vaker een boek herlezen of een oude film opnieuw bekeken. Waarom willen we elke keer iets nieuws hebben? En als ik er dan toch zo over nadenk: waarom bouwen we niet overal dezelfde huizen? Het lijkt er op dat een huis in jarendertigstijl erg populair is. Laten we vanaf vandaag gewoon altijd dat ene huis gebruiken. Dat doet McDonalds ook en het scheelt ze een hoop geld. Dezelfde prullenbakken op straat. Dezelfde tegels. Hetzelfde speeltuintje door heel Nederland. Waarom willen we anders en nieuw? Omdat ons brein het wil. Onze hersenen zijn afgesteld op de kick van nieuw. Nieuwe veters, nieuwe vriendin, gelukkig nieuwjaar. Van nieuwe ervaringen gaat ons beloningssysteem kwispelen, zeggen onderzoekers: hé, dit kennen we nog niet. Lijkt onze hippocampus te roepen: er op af, want daar zijn nieuwe zaden/noten/vlees/ seks/beschutting (streep door wat niet van toepassing is). Onze grijze massa vindt nieuw spannend. Maar ergens zit er een schroefje los in de massa. Een collectief rammelend schroefje. Want elk jaar boeken honderdduizenden mensen hun zomervakantie op dezelfde Franse camping als altijd. Fuck de hippocampus, zeggen ze hardop voordat ze bij zoover. nl op ‘boeking bevestigen’ klikken. Ook ik ga niet vrijuit. Ik ga regelmatig uit eten in hetzelfde eetcafé waar ik honderd procent garantie krijg op een grijsgedraaide menukaart: superburger, kipsaté, zalmmoot. The Voice is wederom een knallend succes. Jurassic Park 4 bracht meer geld in het laatje dan zijn drie voorgangers. Ligt dat ook aan ons brein? Ja natuurlijk. Datzelfde brein dat in een roes raakt bij fonkelnieuw, wordt minstens zo dronken van oude wijn in nieuwe zakken. Maar steeds dezelfde oude zak, daar kom je niet mee weg (5 december uitgezonderd). Dan haakt het brein af en gaat je pesten met déjà-vu’s en tip-of-the-tongueervaringen. En zo houden de hersenen ons bezig. De hele economie draait op deze breinparadox. Onze hersenen willen nieuw dus bedenken we steeds wat nieuws. Een nieuw kantoorontwerp. Een nieuwe smartphone. Een nieuw formaat knoopcelbatterij. Nieuws bedenken is hard werken en zo verdienen we ons geld. Hard werken vraagt om ontspanning op bekend terrein. Dus geven we ons geld uit aan filmsequels en eetcafés. Aan vertrouwde vakanties en Bigmac-menu's (nu, met vernieuwde receptuur!). We zijn slaven van een oneindige strijd tussen hersenschors en reptielenbrein. En nu ik hard heb gewerkt aan een splinternieuwe column, vind ik dat ik wel een stukje appeltaart heb verdiend. Zelfgebakken appeltaart. Volgens een oeroud recept. Thomas Platzer is alumnus werktuigbouwkunde en eigenaar van trainingsbureau Creactor. Hij probeert mensen te leren hoe ze vindingrijk, origineel en vernieuwend kunnen blijven in hun werk.
Brand, een ongeluk of een ontruimingsoefening. Als er iets gebeurt op de campus is de bedrijfshulpverlener of BHV’er de eerst verantwoordelijke om handelend op te treden. Er zijn op de TU Delft vierhonderd collega’s die dit belangeloos doen. Maandag 2 november worden ze tijdens de landelijke BHV-dag in het zonnetje gezet in de Botanische Tuin onder het motto ‘Koester je BHV’ers, je kunt ze een keer nodig hebben’. Will Sneekes, al twintig jaar BHV’er bij de TU, over het belang van de bedrijfshulpverlening. 1. BHV’ers zijn onmisbaar voor de TU.
JA 3. Elke week zijn er incidenten waarbij we hulp bieden.
JA
2. Als BHV’er moet je elk hoekje en gaatje van de TU kennen.
NEE 4. Collega’s en studenten volgen onze instructies altijd op bij calamiteiten.
NEE
Op welke stelling wil je terugkomen? “Op stelling 2. Als BHV’er ben je niet alleen verantwoordelijk voor je eigen faculteit maar voor alle calamiteiten op de campus en zelfs ook gewoon op straat. Als je iets ziet gebeuren, ben je verplicht om dit te melden en hulp te bieden. Je kent de basis van EHBO, weet hoe je een brand moet blussen, hoe je samenwerkt met hulpdiensten en hoe je een gebouw ontruimt. Er gebeurt elke week wel iets, zoals flauwvallende studenten die niet goed voor zichzelf zorgen en fietsongelukken in het Mekelpark.” (DvG)
Delta
Cijfer
4.054 Ondanks de invoering van het leenstelsel kwamen dit jaar meer eerstejaars naar Delft. Met 4.054 studenten op de teller (peildatum half oktober) was de stijging zelfs acht procent ten opzichte van vorig jaar. Een grote stijger is werktuigbouwkunde met dertig procent, iets dat ongetwijfeld te maken heeft met de afschaffing van de numerus fixus bij deze studie. Andere forse stijgers zijn bouwkunde (27 procent), life science & technology (ook 27 procent) en molecular science & technology (56 procent). De drie
TU Delft
De week van...
Steven van ’t Klooster, masterstudent offshore & dredging engineering (3mE en CiTG) ontving vorige week een Océ Scholarschip ter waarde van tienduizend euro. “Ik ben niet alleen blij met het geld maar vooral ook met de persoonlijke begeleiding die vast zit aan deze beurs”, zegt hij. In de komende twee jaar krijgt hij van printgigant Océ cursussen op het gebied van techniek, projectmanagement en een coach die hem helpt met studie- en carrièrebegeleiding. Van ’t Klooster kreeg de beurs na een uitgebreide selectieprocedure, evenals vier studenten van andere universiteiten. “Nu de studiefinanciering is afgeschaft, bieden steeds meer bedrijven kansen aan studenten”, legt hij uit. “Voor bedrijven is het pr en talent scouting, voor studenten een welkome financiële ondersteuning en een mooie manier om het bedrijfsleven te leren kennen.” Hij is overigens niet verplicht om na zijn studie bij Océ te gaan werken. (Foto: Océ)
opleidingen die nog wel een fixus hebben (industrieel ontwerpen, luchtvaart- en ruimtevaarttechniek en klinische technologie), blijven allemaal onder hun maximum.
delta.tudelft.nl/30606
Tweet
Sagar Boers, marketing manager YesDelft: “YesDelft heeft de vierde plaats bemachtigd in de Europese ranglijst voor universitaire bedrijfsincubators. Vorig jaar stonden we nog op negen. Utrechtinc haalde ook de top tien met de achtste plek. Dat is goed voor Nederland, we zijn het enige land met twee start-up versnellers in de top tien. Dit betekent internationale erkenning voor de manier waarop wij ondernemerschap en innovatie stimuleren. We zijn hier heel trots op, het was echt een champagne-moment, we hebben geproost op deze mooie score. Nu staan we op de shortlist voor de wereldwijde ranking die in december wordt bekendgemaakt.”
Bouwkundeprofessor dr. Jantien Stoter (3D geo-information, urbanism) heeft een ERC Starting Grant ontvangen van 1,5 miljoen euro. Zij kreeg dit geld voor haar vijfjarige onderzoeksprogramma ‘Urban modeling in higher dimensions’. Stoter ontwikkelde een 4D-datamodel dat niet alleen driedimensionale data omvat maar ook specifieke gedetailleerde niveaus van stedelijke objecten als gebouwen en wegen. Het maken van gedetailleerde modellen is nu tijdrovend en ingewikkeld. Stoters vierdimensionale model moet dit probleem voorgoed oplossen. De ERC Grant is bedoeld voor onderzoekers hun die hun diensten al bewezen hebben en toonaangevend worden op hun vakgebied. (Foto: TU Delft)
5
6
Nieuws
‘Foodsharing Delft draait om bewustwording’
Vlam in de pan De afgelopen weken is in Delftse studentenhuizen verschillende keren brand ontstaan doordat de vlam in de pan was geslagen. De brandweer roept studenten op zich te verdiepen in hoe te handelen als zoiets gebeurt.
H
Simon Göß: “Van het restaurant bij Sport en Cultuur krijgen we al etenswaren.” (Foto: Simon Göß)
Simon Göß, onderzoeker aan de faculteit Techniek, Bestuur en Management, is bezig Foodsharing Delft op te zetten, een platform dat het weggooien van etenswaren moet tegengaan. Hij is op zoek naar vrijwilligers. Hoe kwam je op het idee voor Foodsharing? “Foodsharing is groot in Duitsland. Er is een website waarop mensen voedsel delen, bijvoorbeeld om hun koelkast leeg te maken als ze op vakantie gaan. Ook zijn er afspraken met supermarkten. Vrijwilligers halen daar etenswaren op die over de datum of beschadigd zijn en die anders weggegooid zouden worden. Het eten komt in een openbare koelkast te staan, waar mensen het uit kunnen halen. Het kan ook via de website worden aangeboden. In Duitsland bestaan ongeveer honderd Foodsharing-groepen. Er zijn vergelijkbare organisaties in Amsterdam en Wageningen, maar er was nog niks in Delft.”
Ook voedsel dat over de datum is? “De houdbaarheidsdatum is geen punt. Na die datum is veel eten nog zeker tien à vijftien dagen goed. De vrijwilliger die het eten van een supermarkt ophaalt, kan zelf zien en ruiken of het goed is. Hij tekent vervolgens een aansprakelijkheidsdisclaimer, waarmee wij de verantwoordelijkheid voor de etenswaren op ons nemen.”
Komt dat eten in een publieke koelkast in Delft? “Als het concept goed loopt, zou ik een koelkast willen plaatsen op de campus. In de Library of de aula, waar veel mensen komen. Ook om voorbijgangers bewuster te maken van hoeveel eten er wordt weggegooid. In Nederland is dat veertien tot vijftien procent van het totaal. Dat is 2,4 miljard euro waard.”
we elkaar juist kunnen helpen. Supermarkten mogen de Voedselbank geen eten geven dat over datum is, terwijl de Voedselbank zelf daar wel wat relaxter in is. Via ons zouden ze daar toch aan kunnen komen als ze niet genoeg hebben. Krijgen ze juist te veel, ook dat komt voor, dan kunnen ze dat via ons kwijt.”
Hoe ver ben je met de oprichting van de Delftse groep? “Er is een Facebookgroep met ongeveer 150 leden en er zijn een paar studenten die als vrijwilliger werken. Ik ben op zoek naar meer mensen, vooral Nederlanders, die met me mee kunnen gaan op bezoek bij supermarkten. Ik spreek geen Nederlands en ik kan me voorstellen dat het meer vertrouwen wekt als er Nederlands sprekend iemand bij me is.”
Moeten vrijwilligers studenten zijn? “Niet alleen maar. Studenten zijn een paar jaar in Delft. Voor de continuïteit zou ik er graag andere Delftenaren bij hebben.”
Hoe lang blijf je nog in Delft? “Ik ben in oktober 2014 afgestudeerd bij sustainable energy technology. Daarna ben ik een half jaar in China geweest voor een stage. Nu onderzoek ik voor de TU de duurzame ontwikkeling van steden in de Randstad en het Rijn-Ruhrgebied. Dat moet in december uitmonden in een publicatie. Daarna ga ik terug naar Duitsland.”
Zit je de Voedselbank niet in de weg? “Ik heb overlegd met de Voedselbank en ik denk dat
[email protected]
et liep de afgelopen weken het ergste uit de hand toen een student een pan op het vuur was vergeten, aldus brandveiligheidsadviseur Marjolein Ernst van de Delftse brandweer. De vlam sloeg in de pan. De student probeerde de pan in de gootsteen te zetten, verbrandde zijn handen en inhaleerde rook. Hij moest naar het ziekenhuis. De reactie van de student verbaasde de brandweer. “Het is bekend dat water bij een vlam de gevolgen groter maakt”, aldus Ernst. Wel is het volgens haar een normale reactie voor wie niet weet wat te doen. “Vandaar dat wij brandveiligheid in studentenhuizen weer eens onder de aandacht brengen.” Ernst vertelt dat keukenbranden de belangrijkste oorzaak zijn van branden in woningen. “Studenten zetten iets op en vallen in slaap.” Een vlam in de pan ontstaat als olie of ander vet door oververhitting spontaan gaat branden. Dat gebeurt geregeld met frituurpannen, maar het kan ook met koekenpannen of wokken mis gaan. De gebruikte warmtebron maakt daarbij niet uit. Om oververhitting te voorkomen, adviseert de brandweer in de keuken te blijven als er hete pannen op het fornuis staan en het hoofd erbij te houden. “Gaat de bel of telefoon? Schakel eerst het fornuis uit. Zet geen (frituur)pan aan als je moe bent of alcohol gedronken hebt. Bestel of haal dan liever wat te eten.” Verder benadrukt de brandweer dat studenten hun afzuigkap niet moeten vergeten als ze schoonmaken. Want zit er te veel vet in, dan kan de afzuigkap bij een vlam in de pan of een steekvlam gemakkelijk in brand vliegen.
WAT ALS HET MIS GAAT? • Doof het vuur met een deksel of ovenplaat • Schakel gas of elektra en de afzuigkap uit • Laat de pan minstens een uur afkoelen • Niet doen: met water blussen • Niet doen: lopen met de hete pan • Is het vuur overgeslagen op afzuigkap of keukenkastje? Bel 112 • Heb je het vuur zelf gedoofd? Bel 112 voor een nacontrole door de brandweer. In november organiseert de Landelijke Studentenvakbond een campagneweek over brandveiligheid in studentensteden. De week eindigt op 13 november in Delft. De Delftse studentenvakbond VSSD is bezig het programma van die dag in elkaar te zetten.
Delta
Toveren met een ‘4D-printer’ 3D printen met een vierde dimensie erbij? TU-studenten toonden op de tentoonstelling Advanced Prototyping hoe hun 3D-producten in de tijd veranderen.
D
e ‘4D-printer’ in de hal van de faculteit Industrieel Ontwerpen trok dinsdag 27 oktober veel bekijks. Vooral van kinderen, want wat is de truc van 4D printen? Je spant in een 3D-printer een stukje stof strak, je print daarop met plastic een figuur, dan maak je de stof los zodat die in zijn oude vorm wil terugspringen, maar hé: door het plastic floept die stof in een heel andere vorm. Een zadel bijvoorbeeld, of iets wat op een armband lijkt, afhankelijk van de vorm en de dikte van je plastic patroon. Omdat de kinderen vooraf geen idee hadden in welke vorm een printje zou schieten, stonden ze te popelen om het stukje stof zelf los te knippen. Het was voor de groep studenten zelf ook gewoon ‘uitproberen’ welke vorm hun printjes zouden aannemen, vertelt vierdejaars IO-student Max Sampimom. Ze deden er voor hun minor advanced prototyping vier weken onderzoek naar in samenwerking met de Mechanical Metamaterials groep van FOM-instituut Amolf en Leiden Institute of Physics. Hun doel was een vierde dimensie – tijd – toe te voegen aan een 3D print. “We probeerden een 3D-print te maken die na verloop van tijd ver-
7
TU Delft
vormt”, legt Sampimom uit. Daarvoor probeerden ze printjes op een aantal verschillende synthetische stoffen te laten binden. “Panty's met een dikte van 60 denier bleken het beste te werken.” Door het plastic in een patroon op sommige plekken wat dikker of dunner te printen, is te controleren hoe een product zich zal ontvouwen. Zijn er straks wellicht tenten die zichzelf opzetten? Vooralsnog denkt Sampimom meer aan vormgeving voor kleding. “In de toekomst zijn er misschien stoelen die zichzelf opbouwen. Of, nog groter gedacht: huizen.” Op de tentoonstelling was meer spannends te zien. Wat te denken van een geprint kipfiletje? Met wat zeewier, bouillon en tot moes gekookte witte bonen kan dat, bleek uit een samenwerkingsproject met de Universiteit Wageningen en de Vegetarische Slager. Het ging niet om de smaak maar om de vezelige structuur van het vlees, vertelt student bouwkunde Aaron Bislip. “Dat was de grootste uitdaging voor ons.” (CvU)
Het volledige artikel: delta.tudelft.nl/30638
Sneller de zaal in bij tentamen Studenten hoeven vanaf komende tentamenperiode geen tentamenticket meer te laten zien. In 44 zalen zijn kaartlezers opgehangen, waar studenten hun campuscard kunnen scannen. De doorstroming bij de deur moet daardoor sneller verlopen. Het kastje kan drie dingen aflezen van de campuskaart: staat de student bij de juiste TU-opleiding ingeschreven, is hij of zij aangemeld voor het tentamen en staat hij of zij bij de goede zaal. De kaartlezer maakt het tentamenticket overbodig. Dat krijgen studenten in hun e-mail nadat zij zich voor een tentamen hebben aangemeld. Ze mogen het uitgeprint meenemen of het op hun mobiel aan de surveillant laten zien. Beide manieren kosten veel tijd, vertelt Marloes Rodenrijs van FlexDelft, die de surveillanten inroostert en begeleidt. Na een succesvolle proef bij Industrieel Ontwerpen in 2014 zijn de kaartlezers de afgelopen weken getest bij kleinere tentamens aan de Drebbelweg en bij Civiele Techniek en Geowetenschappen. Ook die tests verliepen
‘Meteen duidelijk of student aan TU is ingeschreven’ voorspoedig, aldus ict-projectmanager Germaine Poot. “Er is minder discussie mogelijk, omdat meteen duidelijk is of een student goed aan de TU staat ingeschreven. Dat was in het verleden soms niet zo.” Studenten kunnen al met al veel sneller doorlopen. Want kloppen de gegevens van een student, dan piept het kastje eenmaal en licht er een groen lampje op. Is er iets niet in orde, dan gaat er een rood lampje branden en zijn er twee piepjes te horen. De student komt dan uit de rij, waarna de surveillant op zijn papieren lijst checkt of de student is aangemeld voor het tentamen. Is dat niet zo, dan is het mogelijk alsnog mee te doen, mits er plek is. De tentamens beginnen aanstaande maandag. Het tentamenticket is dan ook nog bruikbaar, voor het laatst, als een soort overgangsperiode. (SB)
Terwijl de printer al een nieuw kipfiletje maakt, kunnen belangstellenden proeven. (Foto: Saskia Bonger)
‘We doen dit
Een studentenvereniging voor gamers. De Delft Student E-sport Association lijkt in een behoefte te voorzien. In een bomvol cultuurcentrum keken game-fanaten samen naar het wereldkampioenschap van League of Legends. “Het is net als voetbal kijken.”
9
voor de sfeer’
D
e unit sport & cultuur, op één van de laatste mooie zondagen van het jaar. De lucht is strak blauw, de zon verblindend, de wind schraal. Voetballers en hockeyers in korte broeken en lange sokken slepen met grote tassen van de parkeerplaats naar de sportvelden. Spierkracht gaan ze gebruiken, zweten zullen ze. Hoe anders is het in het cultuurcentrum. In een donkere theaterzaal heeft zich een opgewonden publiek verzameld. Honderdvijftig jongens - de meisjes zijn op één hand te tellen - zitten rij aan rij voor een groot scherm. Zij gaan niet sporten, ze gaan sport kijken. E-sport welteverstaan. Haarscherp zien
ze hoe professionele gamers met namen als Rekkles, Sneaky en Incarnation op het wereldkampioenschap van het computerspel League of Legends in Parijs elkaar te lijf gaan. De wedstrijden, compleet met voor- en nabeschouwingen, worden in Parijs aan elkaar gepraat door Amerikaanse commentatoren.
ARENA Harder en harder schreeuwt één van hen als de strijd op het scherm verhitter wordt. Hij zweept het publiek op, in de arena in Parijs én in deze zaal in Delft. Het gejuich zwelt aan als het Europese team Fnatic dat van Amerika (Cloud9) steeds verder terugdringt. Want ja, Amerikanen en Europeanen doen het dit jaar voor het eerst
echt goed tijdens het WK. Zou de Chinese en vooral ZuidKoreaanse hegemonie voorbij zijn? Het zou best kunnen, nu gamen in de VS en Europa steeds serieuzer wordt. De oprichting van de eerste studentenvereniging voor gaming, de Delft Student E-sport Association (DSEA), komt niet uit de lucht vallen. Dit evenement is het tweede dat ze organiseert en de kaarten zijn al dagen van tevoren uitverkocht.
POLSBANDJES DSEA-bestuurslid Eric Wong (student technische bestuurskunde) overziet de zaal vanaf zijn tafel bij de deuropening, waar vrijwilligers in witte verenigingsshirts het polsbandje controleren van iedereen
die naar binnen wil. Hij glimlacht als het publiek juicht nadat één van de champions op het scherm is uitgeschakeld. Aan dit evenement is duidelijk behoefte, een behoefte die hij en zijn vrienden Kevin An en Chun Cheung Wong, nu allebei voor hun studie in het buitenland, hebben aangevoeld. “De sfeer, daar doen we dit voor”, zegt hij nauwelijks verstaanbaar. Gejuich overstemt zijn woorden. Een paar dagen eerder vertelde hij hoe hij en zijn studievrienden op het idee kwamen van DSEA. “We wilden samen gamen en zochten tien mensen om mee te doen. Is daar een platform voor, dachten we. Dat was er dus niet.”
Lees verder op pagina 10
Yasuo
ERIC WONG Studie: Technische natuurkunde Favoriete champion: Azir, want ‘mechanisch moeilijk’. “Je moet heel veel oefenen om hem te besturen.” Speelduur per week: 10 uur
Azir
CHUN CHEUNG WONG Studie: Technische natuurkunde Favoriete champion: Yasuo, ‘vanwege zijn dynamische speelstijl’. Speelduur per week: 7 uur
KEVIN AN Studie: Technische natuurkunde Favoriete champion: Kha’Zix, want met hem kun je ‘gemakkelijk spectaculaire (mis)plays maken, onafhankelijk van hoe slecht je team is’. “Dit maakt het altijd leuk om te spelen wanneer de match niet al te serieus wordt genomen.” Speelduur per week: 4 tot 8 uur
Kha’Zix
Dat was november 2014. De drie vrienden besloten dat platform zelf op te richten. Een half jaar later zaten ze bij de Kamer van Koophandel en werd het officieel: de eerste studentenvereniging voor e-sports in Nederland was een feit. De interesselijst voor lidmaatschap telt inmiddels ongeveer tachtig namen. Er is overleg met de unit sport en cultuur van de TU over de toekomst. Sportmanager Niels Hemelaar denkt dat de DSEA ‘veel gaat betekenen in de toekomst’. “Gaming is een enorme groeimarkt, dus we willen de vereniging dolgraag bij ons hebben.” Alleen, in welke vorm, dat is de vraag. Want is de DSEA een sportvereniging, of niet? “Dat zou betekenen dat we een sponsorovereenkomst tekenen en dat de leden een sport-
kaart moeten hebben. Maar is dat wel de meest handige vorm? We hebben besloten dat we die sponsorovereenkomst op de lange baan schuiven, totdat er meer duidelijkheid is.” S&C is momenteel druk met het maken van haar eigen toekomstplannen, met het oog op de nieuwbouwplannen. “In december weten we meer. In de tussentijd helpen we de vereniging waar we kunnen.”
TOERNOOIEN Zoals met het organiseren van evenementen. Het eerste was een League of Legends-toernooi in maart 2015. Dat trok meteen 150 gamers. Voor 31 oktober staat het kijken naar de finale van het wereldkampioenschap van League of Legends op het programma. Verder is de DSEA van plan iedere twee weken een
clubavond te houden en voor januari staat er weer een toernooi, ditmaal van het spel Super Smash Bros, gepland. De vereniging wil proberen om toernooien tussen Nederlandse universiteiten te organiseren, naar Amerikaans, Engels en Scandinavisch voorbeeld. Is gamen niet een veel te solitaire bezigheid om een florerende studentenvereniging omheen te bouwen? Wong denkt van niet. Volgens hem is een game als League of Legends juist sociaal. “Je ontmoet mensen met dezelfde interesses doordat je speelt in teams en via Skype samen overlegt over de strategie.” Studenten en andere bezoekers in het cultuurcentrum bevestigen dat. Neem Alexander van Geel, masterstudent bij Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek. Gezeten op de eerste rij juichen
hij en zijn vrienden – gestoken in zwarte T-shirts, met op de voorkant de tekst ‘Old & Young Gaming’ en op de achterkant een afbeelding van een ‘champion’ uit League of Legends – om het hardst. Op de gang vertelt Van Geel tussen twee wedstrijden in dat hij en zijn vrienden niet veel bakken van het spel. “Maar daar gaat het ook niet om. We spelen meer voor de lol dan voor het winnen. We kennen elkaar van de middelbare school. Via het spelen van League of Legends houden we contact.”
VRIENDINNEN Nadat ze een vriend op pad heeft gestuurd voor wat broodjes, vertelt studente elektrotechniek Hann Truong dat ze veel mensen via de game heeft leren kennen. “Ik speel vooral voor de gezelligheid. Via Skype overleg
Tekst: Saskia Bonger Foto vorige pagina: Sam Rentmeester
Delta
ALEXANDER VAN GEEL
Sona
Studie: Luchtvaart- en ruimtevaarttechniek Favoriete champion: Sona, omdat ‘ze veel utility heeft en onverwacht veel schade kan doen’. “Het karakter heeft een leuk imago vanwege het muziek-thema. De legendary skin DJ Sona ziet er gewoon heel vet uit.” Speelduur per week: 5 à 6 uur
Tahm Kench
MILJOEN DOLLAR WINST
DAAN JONKER Studie: Middelbare school Favoriete champion: Tahm Kench. “Hij is leuk om te spelen, want hij gaat niet zo snel dood. Op dit moment is hij heel sterk.”
Leona HANN TRUONG Studie: Elektrotechniek Favoriete champion: Leona, omdat ze ‘leuke skills heeft en tanky is. “Ze heeft veel armor en springt vaak als eerste in het gevecht.” Speelduur per week: “Een tijdje wat minder, maar nu ben ik weer aan het opbouwen. Eerst speelde ik iedere avond een paar uur.”
je over tactiek en praat je over andere dingen.” Op een evenement als in het cultuurcentrum was ze nog niet eerder. “Ik vind het leuk hier, omdat er allemaal mensen zijn met dezelfde interesse. Ik heb ook wel vriendinnen die gamen, maar zij spelen minder vaak en zijn daardoor minder ver.” Daan Jonker, middelbaar scholier uit Den Haag, is met zijn vrienden op de fiets naar Delft gekomen, de stad waar hij volgend jaar aan zijn studie, ‘misschien technische natuurkunde’, hoopt te beginnen. Jonker is sinds drie jaar verslingerd aan League of Legends. Niet voor niets zit hij op het diamond-niveau, wat bijna het allerhoogste is. “Ik ken veel mensen die het spel spelen, van school en via het spel zelf. We chatten veel met elkaar. Het is
nog niet zo groot en zo onderdeel van de cultuur als in ZuidKorea, maar gamen wordt ook hier steeds groter.” Toch zijn er nog maar weinig van dit soort evenementen in Nederland, op wat pogingen van bioscopen na. Vergeleken met bijvoorbeeld Engeland, waar tienduizenden mensen bijeenkomen in grote stadions, was het allemaal kleinschalig en is de bijeenkomst in het cultuurcentrum minuscuul. De Amerikaanse filmcrew van het bedrijf achter League of Legends, Riot Games, die vandaag opnames maakt voor het eigen Youtubekanaal AllChat, is juist daarom naar Delft gekomen. “Wij willen de passie en de opwinding laten zien en die is er ook in een kleine gemeenschap als deze”, vertelt één van de producenten. De crew maakt opnames van het
11
TU Delft
juichende publiek en interviewt op de gang enkele bezoekers.
PEACE PIGEON Zo ook You Tube-beroemdheid Peace Pigeon, in het dagelijks leven een jongen met rossig haar genaamd Tim Duijf. Hij promootte het Delftse evenement op zijn kanaal en binnen vijftien minuten was het uitverkocht, vertelt Eric Wong als hij Duijf in de gang tegen het lijf loopt. Volgens Duijf is het ‘een unieke kans’ voor de DSEA dat de crew van Riot Games er is. Het levert immers gratis publiciteit op. Voordat hij daarover kan uitweiden, moet hij voor de camera komen voor een interview. In de zaal is inmiddels een nieuwe wedstrijd begonnen. Laurens Prins, student commerciële economie in
League of Legends is in 2009 uitgebracht door het Amerikaanse Riot Games. Het spel is momenteel het grootste in zijn soort, multiplayer online battles arena’s (Moba). Volgens het bedrijf zijn er dagelijks 27 miljoen spelers. In League of Legends spelen twee teams van vijf champions tegen elkaar. Iedere speler kiest zijn eigen champion, op basis van persoonlijke voorkeur. De ‘damage’ die een champion kan doen speelt een belangrijke rol: ‘physical’ of ‘magic’. Spelers kopen skins om het uiterlijk van hun champion aan te passen. De champions hebben ieder hun eigen taak, ten dienste van de teamstrategie. Om goed te kunnen spelen, is het nodig om alle champions – het zijn er meer dan 120 – te kennen. Het einddoel van de game is om de Nexus, de thuisbasis, van de tegenstander te vernietigen. Die twee bases staan in de twee uiterste hoeken op de plattegrond, de map. League of Legends, en gamen in het algemeen, is vooral groot in ZuidKorea. Daar hebben de professionals een sterrenstatus en verdienen ze miljoenen. Op 31 oktober was de finale van het wereldkampioenschap van League of Legends, dat zich in grote arena’s in verschillende Europese steden heeft afgespeeld. Het winnende team (nog niet bekend toen dit blad naar de drukker ging) kreeg een miljoen dollar mee naar huis.
Rotterdam, maar wonend in Delft en vrijwilliger voor de DSEA, voorziet de gebeurtenissen op het scherm van zijn eigen commentaar om uit te leggen wat er gaande is. Prins is speler van het eerste uur en doorziet meteen de tactiek van de teams in Parijs. Toch vindt hij het mooi dat de Amerikaanse commentatoren hun analyses de zaal in schreeuwen. “Als je het spel vaker speelt, snap je natuurlijk wel wat er gebeurt. Het is net als kijken naar voetbal: het commentaar voegt een extra laag toe. Net als het kijken met een groot publiek.” <<
12
Delta
TU Delft
‘DRAAGVLAK ONTSTAAT NIET DOOR GOED TE REKENEN’
Voor grote projecten in de olie-, gas- en mijnbouwindustrie ontbreekt nogal eens maatschappelijk draagvlak. Eelco de Groot, onlangs aangesteld als fellow, wil studenten leren dat hier meer voor nodig is dan goed rekenen. Of: hoe het door oorlog geteisterde Congo een ‘Delftse jongen’ richting politieke besluitvorming duwde.
Tekst: Connie van Uffelen Foto’s: Sam Rentmeester
Delta
U werkt bij Royal HaskoningDHV als zogeheten social license to operate-expert. Wat houdt uw werk in? “Ik zorg voor het verkrijgen en behouden van maatschappelijk draagvlak voor projecten in de olie-, gas-, mijnbouw- en windindustrie. De technische risico’s zoals ontploffingsgevaar, emissies en bodemvervuiling beheersen bedrijven goed, maar de sociaal-politieke risico’s zijn voor veel bedrijven lastig. Dat komt doordat dat per definitie een politiek en communicatiedomein is.”
Wat doet u concreet? “Belangrijke actoren bij het proces betrekken. Ze laten begrijpen wat voor hen de impact is, positief en uiteraard ook negatief. Er zijn veel voorbeelden waarbij zaken werden overdreven. Shell stond in 1995 bijvoorbeeld op het punt het afgedankte olieplatform Brent Spar te laten afzinken in zee toen Greenpeace een campagne begon om het platform aan de wal te laten ontmantelen. Een duurdere operatie, maar Shell heeft vanwege die campagne besloten dat te doen. Aan wal bleek dat het wel meeviel met de hoeveelheid olie die er nog in zat en dat het voordeliger was geweest - en voor het milieu zelfs beter - als de Brent Spar was afgezonken. Politiek gezien was dat echter geen haalbare oplossing. Het was een emotionele discussie doordat de kritische actor – Greenpeace - laat in het proces werd betrokken en er veel kabaal over kon maken. Mijn inschatting is dat wanneer dit soort actoren vroeg in het proces waren betrokken, er misschien een ander besluit zou zijn gevallen. Een besluit dat beter was geweest voor alle partijen.”
U bent onlangs aangesteld als fellow bij Techniek, Bestuur en Management. Wat gaat u precies doen? “Ik ga adviseren over een aantal vakken in het curriculum van de masteropleiding engineering and policy analysis. Dan kan de opleiding beter aansluiten bij de wensen van het bedrijfsleven en misschien ook wel van de overheid, want daar heb ik zelf veel mee te maken. Verder ga ik als gastdocent lesgeven vanuit mijn ervaring, om zo de aansluiting met de praktijk te concretiseren.”
Weet u al wat beter zou kunnen in het curriculum? “Wat me opvalt, is dat er relatief veel aandacht is voor analyse van processen en wat minder voor het daadwerkelijk oplossen van problemen. Onenigheid beslechten, toezicht houden: dat zijn belangrijke onderdelen om draagvlak te houden, maar daar wordt minder of nauwelijks aandacht aan besteed. Ik vind het opmerkelijk dat communicatie geen vak is hier. Risicocommunicatie of crisismanagement zou een vak verdienen, vind ik.”
Wat moeten studenten weten nadat ze les van u hebben gehad? “Ik ben tevreden als studenten niet van binnen naar buiten denken, maar ook in staat zijn om van buiten naar binnen te denken. Dat ze zich kunnen verplaatsen in mensen die anders denken dan zij, andere belangen hebben, maar desalniettemin relevante en gelijkwaardige actoren zijn. Draagvlak ontstaat niet wanneer je zegt dat jij er heel goed aan hebt gerekend. Je zult meer moeten doen anno 2015. Burgers zijn geïnformeerd, willen betrokken zijn en willen het begrijpen. We hebben het dan over alle projecten die significante impact hebben op de omgeving. Dus ook over windmolens, havens, wegen en luchthavens. Alles wat groot en omstreden is. De 2020 milieudoelstellingen waar die Urgenda-rechtszaak onlangs over is geweest, worden niet gehaald in Nederland. Niet omdat het geld er niet is. Niet omdat de
‘Techniek alleen is niks, het moet de mens dienen’
TU Delft
13
windturbines niet modern genoeg zijn. Het ligt maar aan één ding: mensen willen het niet in hun achtertuin. Dat toont maar weer aan dat wanneer mensen last hebben van iets, je een complex besluitvormings- en onderhandelingsproces in zult moeten gaan. Als studenten dat begrijpen, ben ik tevreden. Het heeft geen zin om iets technisch goed op orde te hebben en kritiek te veronachtzamen. Kijk maar naar CO2-opslag: je krijgt het niet voor elkaar, hoe goed er ook over is nagedacht.” U hebt een jaartje industrieel ontwerpen in Delft gestudeerd. Waarom maakte u die studie niet af? De Groot lacht. “Destijds kwam maar vier procent van de industrieel ontwerpers terecht in de ontwerpafdeling van een bedrijf. Ik realiseerde me dat ik niet tot die vier procent beste ontwerpers zou behoren en dus net als de anderen terecht zou komen in managementfuncties. Ik dacht: dan kan ik maar beter bedrijfskunde gaan studeren. Dat ben ik gaan doen bij de TH Rijswijk (inmiddels de Haagse Hogeschool, red.), maar ik bleef in Delft wonen ook toen ik sociologie studeerde in Amsterdam.”
Waarom koos u voor sociologie? “Het vak techniek en maatschappij sprak me in Delft erg aan. Techniek alleen is niks, het moet de mens dienen. Ik vond dat we vrij weinig aandacht hadden voor het begrijpen van de maatschappij. Dat ik sociologie ging studeren leidde tot veel gefrons bij mijn vrienden in Delft. Zij snapten er helemaal niets van dat ik zoiets vaags ging doen. Daarna ben ik bij it-consultant Accenture gaan werken en tijdens een sabbatical voor Artsen zonder Grenzen.”
Waarom ging u bij Artsen zonder Grenzen werken? “Ze hadden mensen nodig die spullen op de juiste plek krijgen en dat goed administreren. Dat kon ik en ik heb altijd graag iets willen doen voor de armen. Een stukje schuldgevoel misschien en wat avontuur. Ik had nog nooit een teen in Afrika gezet en ging daar wel eens even een project runnen. Een groot ondervoedingsprogramma. Van 2000 tot 2001 heb ik voor Artsen zonder Grenzen in Congo gewerkt. In Kisangani, waar ‘Heart of Darkness’ is geschreven, het boek dat heeft geleid tot de film Apocalypse Now. Mijn hele wereld stond op zijn kop. Congo was in oorlog met Rwanda. Ik heb vervelende dingen meegemaakt. Dat was zo’n game changer dat ik dacht: ik ga niet meer Peoplesoft implementeren bij Accenture, ik moet hier wat mee.”
Wat maakte u mee in Congo? “Ik zag ondervoede mensen die dood zijn gegaan. Ik heb het leger zien marcheren. Ik heb horen schieten. Omdat het zo onveilig is, zit je in een compound met bewaking. Je rijdt van die compound naar het kantoor van Artsen zonder Grenzen en van daar naar twee of drie restaurants of bars en soms naar een andere non-gouvernementele organisatie (NGO) die daar werkt. Lees verder op pagina 14
14
Delta
TU Delft
‘Uiteindelijk luisteren bedrijven alleen naar bewijs en niet naar mooie theorieën’ Dat is je leven: bijna een gevangenis. Geen vrijheid. Bijzonder als je daar aan wordt overgeleverd. Zeer leerzaam.”
Wilde u daarna niet meer terug naar uw baan? “Ik heb het geprobeerd, maar ik trok het niet meer. Dat is hoe je kunt veranderen in één jaar. Ik heb geprobeerd iets te vinden bij een NGO in Nederland. Dat lukte niet, dus moest ik weer terug naar de it. Dat is dan opeens zo irrelevant… In een grijs pak en een dasje werken aan it-systemen: het kon me totaal niet meer boeien.”
Wat hebt u toen gedaan? “Een half jaar later kon ik bij SenterNovem (een overheidsinstantie rondom innovatie, energie, klimaat en milieu –red.) aan de slag. Ik hield me bezig met Letland en de uitbreiding van de Europese Unie, maar Congo had me zo geïntrigeerd dat ik bij het Afrika Studiecentrum van de VU wilde promoveren op het gebied van Afrikaanse filosofie van de techniek. Heidegger en Mudimbe. Ik wilde begrijpen waarom wetenschap en vooral techniek maar niet wil aanslaan in Afrika. Het zit hem niet in de intelligentie, maar in een andere denktrant. Na tien maanden waren mijn fondsen op en moest ik weer gaan werken. Ik ben bij Cordaid begonnen als medewerker noodhulp en richtte me anderhalf jaar later als beleidsmedewerker op grondstoffen. Een van de oorzaken van die smerige oorlog in Congo was het slechte bestuur rondom grondstoffen zoals diamanten. Die zijn veel geld waard en makkelijk te smokkelen. Er was geen goede wetgeving, geen belastingsysteem. Het is puur wetteloos. Ik wil bijdragen aan een goed bestuur van die grondstoffensector door kennisoverdracht en verbeterde regelgeving. Vanaf 2011 tot 2014 heb ik meegeschreven aan internationale niet-bindende regelgeving waarbij de bank de lener – een olie- of mijnbouwbedrijf – vraagt of er aan allerlei dingen is gedacht. Heb je de bevolking erbij betrokken? Levert het haar banen op? Hanteer je milieustandaarden? Mijn finest hour was misschien wel dat ik de grondwet van Equatoriaal Guinee in opdracht van de Wereldbank heb mogen laten updaten. Een grondwet: mooier kan het niet.”
CV Na een jaar industrieel ontwerpen aan de TU Delft besloot drs.ing. Eelco de Groot verder te gaan met bedrijfskunde en sociologie. Hij begon in de it bij Accenture, maar gooide het roer radicaal om na een sabbatical bij Artsen zonder Grenzen in Congo. Hij werkte tien jaar voor ontwikkelingsorganisatie Cordaid waar hij zich specialiseerde
in de relatie tussen grote ondernemingen en gemeenschappen bij olie- en mijnbouwprojecten in ontwikkelingslanden. Sinds vorig jaar werkt hij bij Royal HaskoningDHV als sociaalpolitiek expert. Hij was onder meer lid van de raden van bestuur van het Extractive Industry Transparency Initiative en Better Coal.
Meewerken aan een grondwet lijkt me eervol. “Absoluut. Congo-Kinshasa vond ik ook heel eervol: daar heb ik aan de mijnbouwwet mee geschreven. Eerst akkoorden met die gemeenschap sluiten en dan beginnen met je mijnbouw. Heel relevant. Als ik tegen mensen zeg: stap uit je comfortzone, dan moet je het na tien jaar zelf ook maar eens doen. In mei vorig jaar ben ik naar HaskoningDHV gegaan. Ik wilde zien wat er allemaal van terechtkomt. De weerstand zit hem toch vaak in anders handelen dan je altijd hebt gedaan. Wat maakt toch dat de grondstoffenindustrie steeds dezelfde fout maakt: onvoldoende rekening houden met wat er leeft in de omgeving?”
Waarom maakt de industrie steeds dezelfde fouten? “Het komt volgens mij door de bedrijfscultuur die uitgaat van het vermogen dingen op te lossen. ‘Als wij slimmer en sneller rekenen dan een ander, hebben wij een concurrentievoordeel. Dat doen we al 130 jaar…’ Het gelijk van langjarige existentie. Verder is de identiteit van iemand verknoopt met de wijze waarop hij denkt. Als je dan opeens anders moet gaan denken, wankelt je identiteit. De industrie weet niet goed hoe dat anders denken moet en is het er intern niet over eens. In de boardroom hebben politieke adviseurs en communicatie-experts geen doorslaggevende stem, want dat is in die bedrijfscultuur ‘de zachte kant’. In zulke termen wordt gedacht. Zolang die bedrijfscultuur blijft heersen, zal je in dergelijke projecten steeds op je bek gaan.”
Hoe zet u maatschappelijk draagvlak op de agenda? “Essentieel is dat je laat zien hoe duur het is. Dat is een taal die iedereen snapt. Uiteindelijk luisteren bedrijven alleen naar bewijs en niet naar mooie theorieën. Het is geen onwil, maar onvermogen. Onvermogen om zich adequaat te verhouden tot maatschappelijke weerstand.”
Wilt u dat studenten vanuit gemeenschappen leren kijken of wilt u ze reputatiemanagement voor bedrijven aanleren? “Ik wil hierin geen keuze maken. Ik wil dat studenten vanuit de overheid, vanuit het bedrijf én vanuit de gemeenschap kunnen denken. Je moet je in deze drie actoren kunnen verplaatsen om uiteindelijk in het faire midden uit te komen. Als je dat goed doet kost je dat als bedrijf veel minder geld, hebben mensen een baan en heeft de overheid inkomsten. En als je het een beetje netjes doet, is het ook goed voor het milieu.” <<
TU Delft
‘Hoe duur ook, uiteindelijk plet je bh je borsten altijd’
de
Master Lidewij van Twillert Geen borst voelt zich fijner dan in de 3D geprinte bh van industrieel (mode)ontwerper Lidewij van Twillert. Tenminste, dat hoopt ze, want aan dat compleet op maat gemaakte stukje lingerie gaat een bodyscan en héél veel rekenwerk vooraf. Oké, 'stukje lingerie' is wat dunnetjes om de bh's van Lidewij van Twillert (25) te omschrijven. Kunstwerken zijn het, eigenlijk zonde om onder je kleding te dragen. Na een bodyscan, die werkt op basis van een met bouwkundestudent Simon Luitse geschreven script, lift de computer de borsten op zo'n manier dat ze niet worden platgedrukt. Daar ontwerpt Van Twillert een kunststoffen geraamte omheen dat de hele borst omsluit, en vervolgens 3D uit de printer rolt. Daarmee is het ontwerp al flink veranderd ten opzichte van de oorspronkelijke bh met alleen driedimensionale beugels, waarop ze in juni afstudeerde. Wie op zoek is naar een spannend push-up niemendalletje mag ergens anders winkelen. Evenmin vind je kantjes en ander 'tuttig gedoe' in de ontwerpen van Van Twillert. “Ik heb altijd al een grote interesse gehad in mode, maar het blijft een uiterlijk ding. Ik wil mode meer diepgang geven door de techniek te belichten.” Dus zijn haar bh's vrouwelijk, maar gedekt. “Ik laat me inspireren door de jaren dertig tot en met zestig. Dat is een beetje per ongeluk ontstaan, nadat ik het lingeriekostuum ontwierp voor de hoofdpersoon in de Virgiel-musical Cabaret. Ik raakte bevlogen door vintage kleding.” De moderne belijning komt overigens voort uit de data van de bodyscan en volgt de curves van de borst. Daarmee is niet alleen de pasvorm, maar ook het uiterlijk gebaseerd op de persoonlijke bodyscan. Toch is esthetiek niet het eerste criterium van haar bh's. Het kan maar duidelijk zijn: de huidige bh's vindt ze ondingen. “Ontzettend veel vrouwen klagen over het slechte comfort van de beugels. Hoe duur je bh ook is, uiteindelijk plet hij je borsten altijd.” Haar 3D-cups zijn een genot om te dragen, vindt ze zelf. “Ik heb mijn bh tijdens de Dutch Design Week in Eindhoven de hele week gedragen. Zelfs wanneer ik wegliep van mijn stand, spraken mensen me erop aan.” Ook de media hebben haar ontdekt. Een beetje overweldigend, vindt ze, zeker nu haar bedrijf Mesh - vernoemd naar het bestandsformaat dat 3D scans aanlevert in een mesh-structuur van kleine driehoekjes - daardoor een razendsnelle vlucht neemt. Van Twillert heeft inmiddels een aanstelling aan de TU om verder te werken aan een naadloze bh voor dagelijks gebruik. Die moet zo'n twee- tot driehonderd euro kosten. “Vrouwen geven toch al snel honderd euro uit aan een bh. Als je ervan uit gaat dat iedere vrouw er wel een stuk of tien in de kast heeft liggen en er uiteindelijk altijd maar twee van draagt, is het nog goedkoper ook.” (JB)
meshlingerie.nl
ONDERWERP: ‘Creating a custom fit bra using 3D body scanning technologies’
EINDCIJFER:
8,5
Foto: Sam Rentmeester
Delta
SPORTZAKEN
UIT DE KUNST Sebastian Arts
Puntje-kontje varen
SPECS
Geboortejaar
Vrieskou teistert ontzettend gave wedstrijd, bronzen medaille blijkt van zilver en denkers lopen hard.
1992
Studie:
Master werktuigbouwkunde
Cursus:
Acoustic guitar, individueel
Waar, bij wie
Boris Mogilevski, unit cultuur (S&C)
Andere cursussen
Volgde groepsles voor beginners
Waarom deze cursus? “Voor de ontspanning. Ik heb geen ambities, hoogstens om beter te worden en misschien een keer voor mijn ouders of vriendin te spelen.”
“In China had ik een gitaar met nylonsnaren gekocht voor 300 euro. Dit is een Richwoodgitaar, met stalen snaren, die ik aanschafte toen ik terug in Nederland was. Die geeft een wat warmer geluid. Een instapgitaar, van 160 euro, niet zo duur. Ik hoor het verschil niet zo met duurdere gitaren.” “Ik gebruik nooit een plectrum, speel voornamelijk finger picking.”
Had je al ervaring? “Ik heb een jaar in China gezeten als uitwisselingsstudent. Door gitaarles te nemen, hoopte ik ook mijn Chinees te verbeteren. De leraar heeft mij ook muziektheorie bijgebracht, was best pittig.” Hoe lang duurt de cursus? “Zeven weken, elke week een half uur. Dat is genoeg om mij te motiveren om te oefenen. Ik heb wel een beetje structuur nodig.” Wat leer je? “Ben net begonnen met arrangementen te spelen, voor het eerst volledige nummers. Dat je de baslijn en melodie tegelijk speelt.” Zit er vordering in? “Ik ga langzaam vooruit.” Repertoire? “Bij voorkeur oude pop- en rocknummers. Beatles, Sting. Boris is goed in eigen arrangementen schrijven voor bestaande liedjes, daar luister ik graag naar. Ben een beetje mijn weg aan het zoeken. Ik zou graag liedjes van de Dire Straits willen spelen, maar die zijn nog te moeilijk voor mij.”
Vervelende aspecten? “Toen ik begon vond ik het iets onnatuurlijks hebben. Het is vrij lastig om het goed te leren, maar dat komt misschien doordat ik later begonnen ben.” Hoe vaak oefen je? “Ik probeer elke dag een halfuurtje te spelen, maar heb daar lang niet altijd tijd voor.” (JT)
Foto: Sam Rentmeester
Raad je deze cursus aan? “Ja, Boris is een goede docent die in de eenop-een-lessen veel aandacht voor je heeft. Hij leert je de logica ergens achter, hoe je iets aan moet pakken. En hij heeft een goed gevoel voor humor.”
Voor zover bekend is het nog niet Olympisch, maar de combinatie van een potje schaken en een stukje hardlopen is in opkomst. Twee weken geleden werd alweer voor het tweede achtereenvolgende jaar de chess run gehouden. Een alternatieve duathlon, georganiseerd door de Delftsche Schaak Club en burgeratletiekvereniging AV’40. Sebastiaan Smit prolongeerde zijn titel door op beide onderdelen (vijf kilometer hardlopen en zeven partijen snelschaak) vierde te worden. De hoogst geklasseerde TU-student Sten Goes eindigde als vierde overall. Roeien is wel een Olympische sport. ‘Onze Chantal blikt in Boston’, luidde twee weken geleden de nieuwsgierig makende mededeling op de Facebookpagina van Proteus. Gedoeld werd op de dubbele winst die Chantal Achterberg daar boekte in zowel de dubbeltwee als de dubbelvier tijdens de races over 4800 meter op de Head Of the Charlesregatta. Ook de lichte vrouwenacht, met Lagaaister Mirte Kraaijkamp in de gelederen, kwam als snelste over de finish. De Head Of the Charles is met 11 duizend roeiende atleten in 1900 boten de grootste tweedaagse roeiwedstrijd ter wereld. Elke vijftien seconden werd er gestart: een drukte van belang op het water. ‘Op sommige punten was het letterlijk puntje-kontje varen’, aldus skiffeur Maarten van Blokland op Proteusheavyweights.nl. Tot zijn teleurstelling werd hij slechts vijftiende (door materiaalpech), maar desondanks keek hij terug ‘op een ontzettend gave wedstrijd’. Overigens was het behoorlijk afzien, want de temperatuur schommelde rond het vriespunt. Tot slot nog een verheugend bericht voor Laga. ‘Bronzen EK-blik blijkt zilver’, meldde Coen Eggenkamp op Nlroei.nl. ‘Nadat oud-Lagaaier Steven Snijders eerder dit jaar al uitvond dat een volgens de roeigeschiedenisboeken behaalde medaille bij het EK in 1932 helemaal niet was gewonnen, komt hij nu tot de conclusie dat een vermeende bronzen plak uit 1924, eigenlijk zilver moet zijn.’ Snijders deed de ontdekking toen hij alle strofes van het zogenaamde Laga-gebed (in rijm geschreven regels over successen die de corporale Delftenaren in de geschiedenis hebben gehaald) langs liep. ‘Over het EK in 1924 in Zürich, waar de Olympisch kampioenen van dat jaar, Rosingh en Beynen, naast goud in de twee-met stuurman, ook brons gepakt zouden hebben las hij: “Omdat de drollen beter gleden, werd de stuurmanloze twee tweede”.’ Die drollen bleken bij nader onderzoek geloosd te zijn door toeschouwersboten, maar tevens realiseerde Snijders zich dat overzichten in gedenkboeken van een bronzen plak melding maakten. Dat zou hij graag veranderd zien als er rond het honderdjarig bestaan van de roeibond over twee jaar een nieuw gedenkboek verschijnt. Tips?
[email protected]
Delta
TU Delft
WAT Museumnacht Delft WAAR Binnenstad WANNEER: Vrijdag 6 november van 20.00 uur tot middernacht TOEGANG Prijs: € 10 in de voorverkoop, € 12 op de dag zelf (passe-partout) PARTYPROGNOSE
17
Hazenpeper Het is weer zover: het jachtseizoen is geopend. Een tijd om dankbaar gebruik van te maken, om eens iets anders op je bord te krijgen in plaats van de gebruikelijke kip, koe of varken. Uiteraard begrijp ik dat mensen het zielig vinden om te jagen. Echter, jagen is juist een belangrijk deel van het in stand houden van een gezonde wildpopulatie in Nederland. Om in technische termen te spreken, jagen is het enige wat ervoor zorgt dat het jager-prooimodel niet uit dempt. Echter, omdat dit een kookcolumn is en geen opiniestuk, gaan we snel door naar het recept. Hazenpeper Nodig: braadpan; grote schaal; snijplank; mes. Ingrediënten: hazenbouten (1 pp); rode wijn; kruidnagel; laurier; wortel; ui; azijn; bloem; zilveruitjes; boter en olie; zout en peper. De Fransen noemen dit lièvre a la royale, haas op koninklijke wijze. Een toepasselijk recept voor een royaal gerecht. Begin een dag van tevoren door een marinade te maken van rode wijn, ui, wortel (beide fijngesneden),
Museumnacht Delft Gekleed in witte papieren overall en infinity-brilletjes trokken ze de afgelopen weken door de stad, de leden van het promoteam van de Museumnacht Delft. Het thema: blik op oneindig.
H
et blijft een gouden greep, een museumnacht. Het grote publiek dat musea op een doorsnee zondag liever links laat liggen, staat opeens te trappelen voor een bezoekje als er dj's zijn. En wat te denken van Theater De Veste dit jaar, dat voor de gelegenheid is omgetoverd tot het Magistrale Museum der Vaginale Verbeelding, van kunstenares Yvonne Beelen. Hoe dan ook een naam om te houden, al is het maar vanwege haar workshops 'Kom kutje kleien' in het Natuurhistorisch Museum in Rotterdam. Organisatoren Nina Voets van Club Ciccionina en René Jacobs van galerie De Kunstkop zijn er druk mee. “De Museumnacht groeit elk jaar een beetje, van 2300 in 2010, naar 3700 vorig jaar”, zegt Jacobs. “Ik doe niet mee aan al die belachelijk opgepompte bezoekersaantallen van andere evenementen. Die 3700 waren er ook echt, en hebben allemaal een passe-partout gekocht. We scoren goed in vergelijking met andere museumnachten.” Gooi er een beetje mooi weer bij
en er zouden dit jaar weleens vierduizend man kunnen komen opdagen, verwacht de organisator. Die moet je natuurlijk wel elk jaar weer weten te boeien. Het kiezen van een thema is elke keer weer een dingetje, maar nu was één ding duidelijk: “We wilden graag aanhaken op de grote Jan Schoonhoven-tentoonstelling van de grootste van onze 28 deelnemers, Museum Prinsenhof. Zo kwamen we uit op oneindig.” Het jaarlijkse Tussenruimteproject, dat kunst tentoonstelt in tijdelijke ruimtes, toont dit jaar juist kunst in ruimtes die gewijd zijn aan de eeuwigheid; namelijk de kerken in Delft. Na de openingsact van Nakamato en Benoits, een licht- en geluidshow op het Agathaplein, kun je je eigen route samenstellen. Lopen hoeft niet: de drie kwibussen rijden je rond. Je kunt je voeten immers maar beter sparen, nu de afterparty terug is op zijn vertrouwde locatie: Theater De Veste. (JB) museumnachtdelft.nl
kruidnagel, laurier, een scheutje azijn en een beetje water om op te vullen. Doe de haas liefst 24 uur in de marinade en zet het in geheel in de ijskast. Haal een dag later de poten uit de marinade, dep droog en bedek met een beetje bloem. Braad de bouten aan in de braadpan op middelhoog vuur tot ze mooi goudbruin zijn. Blus vervolgens af met genoeg van de marinade tot de poten onder staan. Zet op een laag pitje en laat gedurende ten minste twee uur stoven (niet koken!) Pluk het vlees van de botten en damp het overgebleven vocht in tot een dikke saus. Voeg de zilveruitjes en stukken hazenvlees op het laatste moment weer toe. Serveren met puree en groente naar keuze.
Masterstudent civiele techniek en amateurkok Job Hogewoning was in 2011 verliezend finalist van het kookprogramma MasterChef Holland.
Door de spleet in het dak aan de lijzijde waait de opgewarmde lucht weg zodat koele lucht wordt aangetrokken. Groot golfplaten dak naar zuidoosten, de meest voorkomende windrichting.
Grote veranda als belangrijkste sociale ruimte.
Kleine beschutte woonkamer in centrum van het huis.
Dakgoot over hele lengte voor opvang regenwater.
Huis gebouwd op palen vanwege aantrekken koele lucht door zwevende vloer.
Muren ontlenen hun stevigheid aan bamboe strips, maar het stucwerk zorgt ervoor dat de muren zwaar en solide ogen.
Bouwen met bamboe Omdat ze hun bouwkundeopleiding te weinig toegepast en duurzaam vonden, besloten ze zelf maar een project op te zetten. De studenten van Bambú Social brengen duurzaam bouwen tot bloei in Nicaragua. Binnenkort vertrekt de tweede lichting. Toilet zo ver mogelijk weg van opvang regenwater als drinkwater.
H
et is zes uur ‘s morgens als Sheila Oroschin in een tuk tuk over een modderweggetje door de bossen van Nicaragua hobbelt, op weg naar een bamboeplantage. Het is de laatste dag van haar bezoek met een delegatie van ondernemers uit Maastricht die in de Nicaraguaanse zusterstad El Rama het duurzaam ondernemen willen versterken. Met duurzaam bouwen is het niet best gesteld, heeft Oroschin als voorzitter van de Maastrichtse ondernemersvereniging al gezien. Mensen wonen hier in armoedige huisjes van golfplaat of beton, terwijl de bamboe in hun achtertuin groeit. Pas op de laatste avond ontmoet ze een manager van een bamboeplantage met wie ze op de valreep nog een bezoek inplant. Hotsend over de bosweg vertelt manager Raul Santos waarom er niet met bamboe gebouwd wordt. Nicaraguanen zien bamboe als materiaal voor de armen. Ze gebruiken het alleen als steigermateriaal in de bouw, want dat het sterk en goedkoop
is, dat weet iedereen. Wandelend als een dwerg tussen de huizenhoge groene bamboestengels op de plantage van El Recreo, krijgt de Maastrichtse ondernemer opeens een idee. Ze klapt haar laptop open en haalt foto’s omhoog van bamboehuizen uit Indonesië, India en Thailand. Ze laat ze aan Santos zien: strakke lijnen, sierlijke vormen, prachtige veranda’s. Wat nou ‘materiaal voor de armen’? Bamboe is het nieuwe goud voor duurzaam bouwen, vertelt ze de manager, die een beetje beduusd staat te kijken. Dan belt ze haar zoon, Max Verhoeven. Die studeert bouwkunde aan de TU Delft. Uit onvrede met de opleiding, die hij niet praktisch en duurzaam genoeg vindt, is hij op zoek naar een duurzaam bouwen-project. “Alle stukjes vielen als een puzzel in elkaar”, herinnert zijn moeder zich van dat gesprek. Ze maakte met de overrompelde manager Santos de afspraak dat ze een half jaar later, in augustus 2013, terug zou komen. Maar dit keer met drie Delftse studenten in haar gevolg.
Lees verder op pagina 20
20
Op de bamboeplantage loop je als een dwerg tussen de groene stammen door.
“We vroegen ons af waarom we niet gewoon iets gingen dóen met duurzaamheid”, zegt Laurens van der Wal. “We waren op zoek naar een doel waarvoor wij een deel van de oplossing konden zijn”, vult Juan Carlos Gaviria aan. Zij vormden samen met Max Verhoeven het begin van het bamboeproject in Nicaragua, aanvankelijk onder de naam Shortsighted Architecture, wat later Bambú Sociál werd. De minor international entrepreneurship & development bood de mogelijkheid om hun eigen project te ontwikkelen. Voor Verhoeven en Van der Wal was dat een
Voor het gebruik moeten de suikers uit de stengels worden gespoeld om rot te voorkomen.
kans, hoewel ze er naar schatting de dubbele tijd instaken dan de twee keer drie maanden die er voor stonden. Maar voor Gaviria, die in het eerste jaar van zijn master bouwkunde zat, was dat geen optie. Hij stelde voor op bamboebouw af te studeren, maar de opleiding vond het project niet wetenschappelijk genoeg. Hij heeft het werk voor El Rama daarom naast zijn studie gedaan. In augustus 2013 trokken de drie studenten met Sheila Orochin naar El Rama in Nicaragua. Zoals afgesproken. De stad met vijftigduizend inwoners ligt in een bocht van de Rio Escondido, zo’n zestig kilometer van de oostkust van
‘De straathonden hadden al snel door dat de bamboe veranda het koelste en coolste plekje van de stad was’
het Midden-Amerikaanse land. Ooit was daar oerwoud, tegenwoordig mogen de inwoners geen bomen meer kappen omdat de bossen, of wat daarvan over is, verkocht zijn. Werden vroeger de huizen van hout gebouwd, tegenwoordig zijn de huizen een soort ‘pizzaovens’ van (slecht) beton en golfplaat, en verdwijnt het tropisch hout in de export.
WORKSHOPS De TU-studenten organiseerden workshops met leeftijdgenoten van de plaatselijke universiteit Bicu (Bluefields Indian & Caribbean University). Ze brachten hen in contact met (verloren gegane) kennis over bouwen met bamboe. En ze lieten hen een gedroomd huis tekenen, waarbij ze hen doorvroegen naar hun keuzes. Waarom eigenlijk beton? Waarom een stenen vloer? Waarom de huiskamer zo klein in het midden en de veranda zo groot? Verhoeven en Van der Wal voegden de ideeën van de Nicaraguaanse studenten samen tot een
Tekst: Jos Wassink Foto’s: Bambú Social Illustratie: Sylvia Machgeels
schetsontwerp voor een huis van bamboe. Terug in Nederland onderhielden ze wekelijks contact met Bicu en met de gemeente El Rama om de bouw voor te bereiden. In januari 2014 vertrokken drie Delftse studenten, samen met hun stagiair Floor van Eijden en de Utrechtse student watermanagement Ties Temmink, naar El Rama om het bamboehuis te bouwen.
KALE BOUWPLAATS Een kale loods van 40 bij 15 meter in het centrum van de stad was voor een half jaar hun onderkomen. Het was hun werkplaats, woonkamer en slaapverblijf - alles ineen. De eerste klus was dus om wat tussenwanden te maken, bedden te regelen en een keuken in te richten. Een nabij gelegen hotel was zo vriendelijk om gebruik van douche en toilet aan te bieden. De oorspronkelijke bouwplaats bevond zich tien kilometer verderop het bos in. Dat betekende: achterop een bus springen en een uur lang hobbelend en slippend over modderige wegen meerijden. De Bicu universiteit, die de bamboewoning als gastenverblijf had gepland, zag het bezwaar van de locatie in, en ging akkoord met een nieuwe bouwplek in El Rama zelf, aan de voet van een heuvel. Vanaf dat moment lagen woonverblijf, werkplaats en bouwplaats allemaal vlak bij elkaar. Gemakkelijk, maar ook niet ideaal. Van der Wal herinnert zich: “We zaten middenin het dorp. Er was altijd reuring en geen privacy. Er was veel druk en stress om het project af te krijgen. Het was veel intensiever dan ik had gedacht.” Een belangrijke tegenslag was ook dat, omdat
Delta
21
TU Delft
men niet gewend was om met bamboe te bouwen, er geen goede manier was om de bamboe schoon te spoelen. Vóór het gebruik moeten alle suikers er uitgespoeld om vraat en rot te voorkomen. Dat kost weken. Ook kan het sterke, maar fragiele bamboe slecht tegen het ruwe handwerk van de macho ambachtslieden. “Je moet bamboe met liefde behandelen”, vat Gaviria de culturele kloof samen. Ondanks de tegenslagen legden de studenten en hun groeiende groep medewerkers (in de piektijd werkten er dertig mensen aan mee) in augustus 2014 de laatste hand aan het huis. Gaviria, die zich zorgen maakte over de natuurlijke ventilatie, herinnert zich het moment dat het laatste gevelpaneel dichtgesmeerd werd. Op dat moment kon de wind er niet meer doorheen, en kwam de verkoelende trek door de vloer op gang, precies zoals Verhoeven het had bedoeld. “Opeens trok er een briesje door de vloer. Wat een heerlijke opluchting was dat.” Het bamboe gebouw, dat in gebruikgenomen werd als bibliotheek van Bicu, werd al gauw een attractie. De Delftenaren mochten erover vertellen op de nationale televisie en studenten van de Universidad CentroAmericana uit de hoofdstad Managua kwamen op excursie. De straathonden hadden geen uitleg nodig. Die hadden al snel door dat de bamboe veranda het koelste en coolste plekje van de stad was.
SOCIALE WONINGBOUW
zorgen dat het bamboehuis geen eenmalige gebeurtenis zou blijven. Met Verhoeven en IO-studente Sylvia Machgeels maakte hij een Spaanstalige handleiding hoe te bouwen met bamboe (‘Un manual de construcción sostenible con bambú’, 184 bladzijden). Ook richtten ze in augustus 2015 de stichting Bambú Social op als begin van de voortzetting van woningbouw met lokale materialen. Gaviria begeleidt een tweede groep studenten die naar El Rama vertrekt voor een follow-up. Bouwkundestudenten Sophie Hengeveld, Thomas Hebbink en student civiele techniek Marie-Louise Greijmans vertrokken op 1 november in het kader van een minor international entrepreneurship & development naar El Rama om bouwen met bamboe aantrekkelijk te maken voor de sociale woningbouw. Nu al is een eenvoudig huis van bamboe goedkoper dan een betonnen equivalent (zevenduizend versus tienduizend dollar), maar dat verschil kan en moet groter, vinden de studenten. Ook willen ze prefab technieken ontwikkelen waarmee een woning aan veranderende gezinssamenstellingen kan worden aangepast. De gemeente El Rama wil een paar huizen schenken aan de allerarmsten. Zo werkt daar een sociaal vangnet. De gemeente kan echter geen architect betalen, dus maken studenten van UCA de ontwerpen. “En alle ontwerpen die ik gezien heb, maken gebruik van bamboe”, constateert Gaviria tevreden. <<
Terug in Nederland maakten Verhoeven en Van der Wal hun minor af (eindcijfer 9,5) en ontplooide Gaviria activiteiten die ervoor moesten
bambusocial.com
Sylvia Machgeels, Arie van Ziel, Laurens van der Wal, Diana Jimena González, Juan Carlos Gaviria Moreno, Karin Swambach, Ties Temmink, Jezabel Mejías Reyes, Max Verhoeven, Floor van Eijden, Sofia Caycedo, Henky Borgstein, Jan van Mulken, Sheila Oroschin en Sherman Tam.
22
Delta
TU Delft
Security: how much is too much? Fourteen years removed from the September 11th attacks, our lives are dominated by security measures. Stepping on board a commercial flight often requires passing through a full body scanner. Security cameras can be found everywhere from university campuses to street corners. In a world where various government agencies attempt to track our phone calls and emails, where do we draw the line?
O
n August 21, 2015, a gunman opened fire while on board the Thalys, a high-speed train heading from Amsterdam to Paris. He was subdued by other passengers and fortunately there were no fatalities. Those who were able to prevent his attack were later hailed as heroes while officials all across Europe scrambled to come up with an appropriate response. In the days that followed, pundits and politicians alike wondered: do we need more security measures in the continent’s train stations? At this moment, it’s still possible to ride on the Thalys without having your luggage or body scanned in the same manner you would in an airport. You can also pass through the gates at Delft’s railway station and freely travel across the Netherlands without having to worry about anything beyond getting pestered by a conductor for your ticket. But this still begs the question: should more be done to secure Europe’s train stations and, if so, what? Many might argue that forcing daily rail commuters to have their bags scanned before they board a train would present a logistical nightmare of epic proportions. This sort of measure could create bottlenecks in busier hubs and convince more and more passengers to drive to work instead, thus creating frustrating rush hour traffic jams on the Netherlands’ highways. Worst of all, these measures might not actually prevent another terrorist attack. Employing workable security measures that won’t dramatically im-
‘I would prefer to learn clear and rational steps that I could take if I ever ended up in a situation like that’
pact the lives of everyday citizens is a colossal task that government officials around the world have been grappling with for years now. On the topic of making train stations safer, Dr. Pieter van Gelder from TU Delft’s Safety and Security Institute suggested employing heightened methods only at certain times. “If there are indications for imminent threat, we should indeed increase the security,” he said. “Not only with more police surveillance (and dogs), but also by using high tech surveillance, such as cameras and other types of sensors.”
ARMED GUARDS Others have argued that placing armed guards on trains would be an effective method of combating would-be terrorists, but TU Delft Programme Manager Klaas Pieter van der Tempel is skeptical. “No doubt it would be nice to have a heavily armed soldier or police officer on your train if it comes under attack,” he said. “But consider the chance of that happening and the sheer amount of trains riding around the country at any moment. I doubt that it’s possible to protect everyone. And what sort of message would this send to society?” But how best to avoid gridlock and chaotic scenes in train stations around the country? “There is still a challenge here for developing better non-intrusive sensoring techniques, which can keep the flow [of passengers] ongoing,” Van Gelder said. “[We need] pattern recognition algorithms that respect the privacy of people while detecting strange patterns in baggage, behavior, etc. To increase human surveillance is very difficult, given the limited resources. There is a need for better surveillance technology.” As Van Gelder noted, logistical quagmires and the limits of existing technology make devising effective security systems incredibly difficult. Perhaps one of the best methods to combat terrorism in the present day are everyday people themselves. “We should also realize that the public has a role in keeping safety and security at high levels, and not only the government and the railway sector,” Van Gelder said. “Public participation such as 'social con-
Text: Brandon Hartley Illustration: Stephan Timmers
trol' and helping each other in case of incidents really helps, as was shown in the Thalys incident for instance.” On the other hand, the average rail commuter is hardly a rugged counter terrorism agent a la Jack Bauer or James Bond. Perhaps providing the public with basic defence training through television programmes or government sponsored classes would be a step in the right direction. “Personally, I would prefer to learn clear and rational steps that I could take if I ever ended up in a situation like that on [a train],” Van der Tempel said. “Do you run? Yell? Counter-attack? Pull on the emergency brakes and storm out through the nearest door or window? I’m not an ex-Marine and I’ve never even slapped anyone in the face before. Right now I have no idea.”
BIG BROTHER The debate over how to best secure borders while keeping tabs on the communications and recruitment methods of terrorist cells rages on. Many advocates are arguing for increased measures while the other side is concerned with infringements on civil liberties and western society turning into something straight of George Orwell’s dystopian novel 1984. The efforts of government agencies to zero in on terrorist networks via the mass surveillance of phone and internet traffic has been especially criticised in recent years. “Massive surveillance without privacy preservation techniques is indeed needlessly invasive,” Dr. van Gelder said. “Although targeted surveillance in case of reasonable suspicion, which may prevent possible attacks, is in my view absolutely justifiable.” Van der Tempel is even more critical of these measures. “The way we implement these programmes now has made our government and the military industrial complex that supplies it into a literal security state, where everyone is a potential suspect,” he said. ”But how much do we know about the ones watching us? Where is the transparency? One thing I know is that I’d rather die in a free country than be safe in a virtual tyranny.” As the Netherlands and
23
other European nations face concerns beyond national security like austerity proposals and infrastructural maintenance, is it time to roll back some of their more costly security measures? “If you would stop the body scans at airports now, you would attract potential terrorists. It is some kind of gridlock where we can’t get out since we have introduced it,” Dr. van Gelder said. As with any government policy, once it’s put into practice it can be very difficult to repeal it.
MORE SUBSTANTIAL THREATS Doing so can be like trying to stuff a genie back into a bottle, as any American politician grappling with components of the controversial USA Freedom Act will tell you. If this topic weren’t already complex enough, there’s also the question of whether or not there are things that pose a greater threat to Europe’s citizens than terrorists. “This may sound odd, but I would like to see the government protect civilians from much more substantial threats in our society than religious fanatics,” van der Tempel said “Irresponsibility and lack of accountability in the financial sector, ubiquitous marketing to children (obesity is not just an American thing anymore), media manipulation through monopolies and corporate control, the weapons industry, harmful pesticides, fossil fuel subsidies, and so on. One of the biggest killers is the traffic accidents, about 600 each year,” Van Gelder said. “But also preventable accidents in hospitals lead to an estimated 1,000 casualties, or more, each year. Maybe those are two domains where more tax money should go. Autonomous vehicles might be a development which may reduce the victims in traffic significantly. The same in the healthcare sector, by using more robotics and clever information technology solutions.” Needless to say, the debates over these procedures and methods are likely to continue for years to come. The challenges faced by officials are countless and resources are finite. Perhaps the biggest question of all remains: should we be focusing our attention elsewhere? <<
24
SUDOKU VARIATION
Voor advertenties bel met:
T (010) 451 55 10 F (010) 451 53 80
Solution Delta Sudoku 3
E
[email protected]
H & J Uitgevers Postbus 101 2900 AC Capelle aan den IJssel
Neem contact op met Hennie de Ruyter of Mireille van Ginkel voor nadere informatie.
Delta Magazine
Lees ’m online www.delta.tudelft.nl
© 2015 www.sudoku-variations.com
In a regular Sudoku, every row, column and block of 3x3 cells must contain the digits 1 through 9 exactly once. This InfinityDoku contains the shape of the mathematical infinity symbol in three colours, blue, pink and yellow. Every horizontal and vertical combination of a yellow, blue and pink group must also contain the digits 1 through 9 exactly once. Further, in the centre section, the sum of the
Why is the Architecture faculty called BK? What is sugar called in Dutch? What does a person do for a midnight snack in Delft? Why is the food at the Aula so bad? Okay, we can't help with the last one, but TU Delta has answers for the rest and more. We are proud to announce the launch of our very first e-book – Delft Survival Guide. Free to download and accessible on any online reader, this is a compilation of the hugely popular Survival Guide series published in TU Delta. The book is your handy reference guide to Delft. From eating out and public transport, to understanding Dutchisms. So grab your copy today!
digits in the following is the same: -the vertical blue, pink and yellow groups of cells - each horizontal group of one blue, pink and yellow cell - the two diagonal groups of one blue, pink and yellow cell
If you love to solve more of these challenging Sudoku variations please visit www.sudokuvariations.com
Foto: Sam Rentmeester
DE STARTER
Delta
In de serie De starter vertellen ondernemers van de ondernemersbroedplaats YesDelft over hun leermomenten, verkeerde inschattingen en fouten.
B
oerrigter is oprichter van Calendar42. Zijn bedrijf ontwikkelde een softwareplatform dat mensen hun planning uit handen neemt. Vooral ondernemingen zijn geïnteresseerd. Calendar42 is niet Boerrigters eerste bedrijf. Toen hij nog industrieel ontwerpen studeerde, had hij al een ontwerpbureautje. Daarna begon zijn tweede ‘avontuur’, zoals hij dat zelf noemt: de van oude autobanden in Zuid-Afrika gemaakte teenslippers Plakkies werden een grote hit, zo groot dat hij zijn studie stop zette. Het Plakkies-avontuur eindigde in 2010. Boerrigter en medeoprichter Arnoud Rozendaal stapten uit het bedrijf, dat inmiddels zeventig mensen in dienst had. Tegelijkertijd veranderde het bedrijf van naam. Dat Plakkies nu Kadangas heten, komt doordat de jonge ondernemers een juridische fout hadden gemaakt. De naam was niet goed vastgelegd. “Die naamsverandering was niet de bedoeling”, vertelt Boerrigter. “Zaken doen in het buitenland is complex. Je moet jezelf blijven verdiepen als ondernemer, maar je moet je ook financieel en juridisch goed laten adviseren.” Na de Plakkies keerde Boerrigter terug naar de collegebanken, maar al snel ging ‘het weer kriebelen’. Samen met Jasper Hartong ging hij denken over het product waarmee ze konden gaan ondernemen. “De
combinatie van de snelle ontwikkeling van digitale apparaten, de vlucht die informatievoorziening nam en de gedragsverandering in het omgaan met informatie vonden we fascinerend.” De twee signaleerden dat mensen steeds meer afspreken op de korte termijn, vaak via Whatsapp. “26 Procent van de appjes die mensen sturen, heeft te maken met afspraken plannen. Zit je in een whatsapp-groep, dan word je daar gek van.” Vanuit die gedachte startte de ontwikkeling van de technologie die Calendar42 nu verkoopt. Het was allerminst een pad zonder hobbels. Boerrigter houdt geregeld lezingen en colleges over ondernemen. “Ik zeg dan ook: ondernemen kent veel lows. Het is een andere mindset. Ons is, onder meer tijdens de studie, geleerd dat dingen in één keer goed moeten zijn. Maar zo werkt ondernemen niet. Van de honderd aannames die je doet, zijn er 99 fout. Ik ben de hele dag bezig aannames te valideren.” Zolang je daarbij niet te groot inzet, ga je niet al te hard op je gezicht, is Boerrigters ervaring. “De kunst is de impact van fouten zo klein mogelijk te houden.” Zo dacht Calendar42 in eerste instantie aan consumenten als belangrijkste afzetmarkt. “Dat bleek al snel lastig. Er zijn al zoveel apps op de markt. Maar terwijl we onderzoek deden, hoorden we al vrij snel van bedrijven: kunnen we dit niet binnen onze organisatie gebruiken?” En dat loopt goed. Van verzekeraars en banken, tot zorginstellingen en de overheid; Calendar42 heeft afnemers in de meest uiteenlopende marktsegmenten. Boerrigter praat erover in onversneden ondernemerstaal, ook over de toekomst. “We zijn gemaakt voor de exit”, zegt hij. En lachend: “Wat ik daarmee bedoel? We worden overgenomen of gaan naar de beurs.” (SB)
Geen klokkenluider Een vriendin vertelde me een raar verhaal. Ze is promovenda en komt van origine niet uit Nederland. Recent deed ze mee aan een internationaal onderzoek waarin wordt gekeken hoe goed elke universiteit voor haar internationale gasten zorgt. De uitkomst lijkt mij interessant, want zelfs als autochtoon zie ik veel ruimte voor verbetering. Waarom is er bijvoorbeeld zo weinig hulp bij het invullen van papierwerk? Waarom spreken zo weinig medewerkers van universiteiten fatsoenlijk Engels? En waarom heeft de Nederlandse overheid er geen prioriteit van gemaakt om highly skilled immigrants na hun promotieonderzoek hier te houden? Helaas zullen we nooit weten hoe goed de universiteit voor mijn internationale vriendin zorgt, omdat ze de vragenlijst niet eerlijk in mocht vullen. Ze moest namelijk eerst op training van haar universiteit. Doel was het bevorderen van het imago van die universiteit. Nu zou ik als een Trouw-journalist die een sharia-driehoek heeft ontdekt ‘Uni zet aan tot liegen’ kunnen verkondigen, maar ik weet te weinig. Dus ik vraag mijn vriendin of ze wil praten met een journalist van haar universiteitskrant. “Ik weet niet of ik er wel over mag praten.” En zo loopt dat spoor dood. Ik weet niet genoeg om uit te zoeken wat hier echt aan de hand is, maar als het waar is wat mijn vriendin zegt, stimuleert die universiteit fraude met onderzoeksresultaten. Of dat onderzoek nou wetenschappelijk, sociaaleconomisch, of onbelangrijk is, maakt niet uit: elke universiteit moet ethisch en moreel gedag stimuleren. Wat te doen? Ikzelf krijg niets meer te horen, de journalist aan wie ik het doorspeelde kreeg ook nul op het rekest, en ook een nauwe collega van mijn vriendin kan me niet verder helpen. Een ervaren journalist zou zeggen: ach joh, je moest eens weten hoe vaak ik dat tegenkom en misschien zelfs: laat het gaan. Ik heb te weinig om een punt te maken maar ik weet te veel om het te laten liggen. Dus dan maar deze oproep: weet je hier meer van? Neem contact op met je onafhankelijke universiteitskrant. Misschien dat dit kwaliteitsonderzoek dan ook met kwaliteit onderzocht wordt. Aldo G.M. Brinkman is promovendus bij de onderzoeksgroep organic materials & interfaces (OMI) bij chemical engineering (Technische Natuurwetenschappen) en blogger bij de Scheikundejongens.
COLUMNALDOBRINKMAN
IO-alumnus Michel Boerrigter: “Ondernemen kent veel lows. Het is een andere mindset.”
Het hoeft niet in één keer goed te zijn. Als IO-alumnus Michel Boerrigter iets van ondernemen heeft geleerd, dan is het dat. “Aannames zijn 99 van de honderd keer fout.”
25
TU Delft
IN MEMORIAM Prof.dr. Simon de Vries Op 21 september overleed onverwacht biochemicus en Antoni van Leeuwenhoekhoogleraar prof.dr. Simon de Vries (63). Vijf dagen eerder was hij in de vroege avond in zijn woonplaats Amsterdam nog naar de sportschool gegaan. In de kleedkamer kreeg hij een hartaanval en verloor het bewustzijn, voorgoed naar later bleek. Simon laat zijn vrouw, zoon, dochter en vier kleinkinderen achter. Simon studeerde scheikunde aan de Universiteit van Amsterdam, waar hij ook promoveerde in 1983 bij de nestor van de Nederlandse biochemie E.C. Slater op een proefschrift ‘Pathway of electrons in QH2 cytochrome c oxidoreductase’. Het enzym met deze moeilijke naam is een voorbeeld uit de klasse van energietransductie (ET) complexen: misschien wel de meest gecompliceer-
de biomoleculen op aarde. Met deze voorliefde voor het meest complexe is Simon zijn hele carrière behept gebleven. Een postdoc-positie op de University of Pennsylvania in Philadelphia bij biofysicus Les Dutton werd gebruikt om zich methodieken eigen te maken om zijn complexen in actie op atomair niveau te kunnen volgen. Terug in Amsterdam stonden Simons volgende jaren in het teken van de toepassing van de opkomende moleculaire biologie op ET complexen in het Swammerdam Institute of Life Sciences eerst als postdoc bij Les Grivell en vervolgens als onafhankelijke KNAW fellow. In 1992 kwam hij als UD-er in de Delftse Enzymologie groep van Hans Duine. In 2001 volgde zijn benoeming tot Antoni van Leeuwenhoekhoogleraar vanwege uitzonderlijke wetenschappelijke prestaties op het gebied van de enzymologie. Simon was ook een bevlogen do-
cent. Hij stond in 1999 aan de wieg van de life science and technology-opleiding, waarin hij tot vorige maand actief was als docent, track coördinator en voorzitter van de examencommissie. De laatste tien jaar in onze onderzoeksgroep (die tegenwoordig de sectie biokatalyse heet) gebruikte Simon zijn snelle brein om apparaten te ontwikkelen die snel genoeg waren om de individuele deelreacties van zijn ET complexen op microseconde tijdschaal te ontrafelen.
(advertentie)
How do you make a lithography system that goes to the limit of what is physically possible? At ASML we bring together the most creative minds in science and technology to develop lithography machines that are key to producing cheaper, faster, more energy-efficient microchips. Our machines need to image billions of structures in a few seconds with an accuracy of a few silicon atoms. So if you’re a team player who enjoys the company of brilliant minds, who is passionate about solving complex technological problems, you’ll find working at ASML a highly rewarding experience. Per employee we’re one of Europe’s largest private investor in R&D, giving you the freedom to experiment and a culture that will let you get things done. Join ASML’s expanding multidisciplinary teams and help us to continue pushing the boundaries of what’s possible.
www.asml.com/students /ASML
@ASMLcompany
Een belangrijke pilaar in dit werk was zijn samenwerking met Albert van den Berg in Twente op snelle vloeistofmengkamers. Simon was trots op zijn onlangs als ‘very important paper’ in Angewandte Chemie verschenen artikel waarin hij beschreef hoe zijn apparaten gebruikt waren om de kinetiek van electron tunneling te meten in het meest complexe van alle ET complexen: NADH ubiquinone oxidoreductase. Hiermee is de stroom nog lang niet opgedroogd. Binnenkort verschijnt in Nature een paper uit een samenwerking van Simon met Mike Jetten in Nijmegen en anderen over de werking van een multi-eiwit complex dat de raketbrandstof hydrazine maakt. Er staan nog drie promoties op de rol. En collega’s in de sectie biokatalyse staan klaar om zijn levenswerk voort te zetten. Prof.dr. Fred Hagen, sectie biokatalyse, afdeling biotechnologie.
Delta
27
TU Delft
DESGEVRAAGD
Stelling
Een belangrijke, vaak vergeten oorzaak voor de groei van een stad is de toestroom van buitenlandse migranten en de instroom van grote aantallen vluchtelingen, betoogde hoogleraar Friso de Zeeuw vorige week in de Volkskrant. Maar waarin moeten die vluchtelingen dan wonen?
‘Hoe realistisch een virtuele omgeving ook is, zolang de trainee weet dat hij of zij zich in een simulator bevindt, zal hij of zij de taken niet waarnemen zoals in een echte omgeving.’
I
Uit proefschrift ‘Improving trainees’ performances while under stress using real-time feedback’
n Amsterdam, Rotterdam en Den Haag, is de helft van de inwoners van allochtone afkomst. De verwachting is dat dit aandeel zal toenemen, zeker met de instroom van grote aantallen vluchtelingen’, schreef prof.mr. Friso de Zeeuw, die niet alleen praktijkhoogleraar gebiedsontwikkeling aan de TU Delft is, maar ook directeur nieuwe markten bij BPD - het voormalige Bouwfonds, de organisatie die woongebieden ontwerpt en ontwikkelt. Vluchtelingen komen dus voornamelijk in de grote steden terecht. Waarom? “Hun voorkeur gaat uit naar waar al familie of kennissen wonen. Daarnaast is er een sociale infrastructuur waar ze zich tot aangetrokken voelen, waaronder een moskee, halalsupermarkten en belwinkels. In de derde plaats is er in een stad meer kans op werk. De vluchtelingenstroom zal de grote steden alleen maar verder doen groeien”, licht de Zeeuw desgevraagd telefonisch toe. Het nadeel aan grote steden is alleen: hoe vindt een vluchteling snel een woning als de druk op huurwoningen al enorm groot is? Wat dat betreft kunnen ze beter niet in ‘het rompertje’
gaan wonen. Dit is de term die de praktijkhoogleraar bedacht voor het deel van ons land waar de groei zich concentreert en dat de vorm heeft van het
‘Voor drieduizend euro heb je een waterdicht kartonnen onderkomen’ meest gebruikte kledingstuk voor baby’s. Hierin zitten het grootste deel van de Randstad, midden-Brabant en het westelijk deel van Gelderland. Daarbuiten is beschikbaarheid en betaalbaarheid van woningen vaak beter. Maar we moeten ook snel nieuwe (tijdelijke) woonruimtes creëren. “Voor twintigduizend euro heb je al een complete inbouwunit die tien jaar meegaat en die je in een leegstaand kantoor zou kunnen zetten”, zegt De Zeeuw. Emeritus hoogleraar productontwikke-
ling en bedenker van het energieneutrale concept house prof.dr.ir. Mick Eekhout heeft een goedkopere oplossing, die minder lang meegaat. “Kartonnen onderkomens kosten drieduizend euro, als je ze waterdicht maakt en er een isolatielaag aan toevoegt.” Na één of twee jaar kan zo’n vertrek thuis weer gerecycled worden. “Maar je zou ook verblijven van houtskeletbouw kunnen neerzetten, vergelijkbaar met het door ons ontwikkelde energieneutrale appartement, waarvan het prototype in het Rotterdamse Heijplaat staat. Dergelijke woningen heeft Nederland direct na de Tweede Wereldoorlog uit Noorwegen ontvangen en staan nog steeds in Zeeland en Noord-Holland.” Omdat er nog wel iemand moest opstaan om van karton een goed tijdelijk onderkomen te ontwerpen en te maken, is Eekhout bezig een consortium samen te stellen. “We moeten voorbereid zijn, want er is in Nederland nog genoeg ruimte om vluchtelingen op te vangen”, zegt hij. Waar die kartonnen huizen precies komen te staan is volgens hem vooral een kwestie van politiek. “Daarom moeten bouwkundigen, civiele techneuten en sociale wetenschappers van de TU Delft zich nu al buigen over de vraag hoe zo’n nieuwe tijdelijke samenleving moet functioneren.” (DH)
IRIS COHEN ingenieur in interactive intelligence “Zodra trainees weten dat ze zich in een veilige simulator bevinden en er geen of nauwelijks fysieke gevolgen zijn van een verkeerde actie, zullen hun handelingen net wat riskanter zijn dan in de echte wereld. In een van mijn onderzoeken heb ik de prestaties van studenten bij de marine in een simulator geanalyseerd. Dit was een erg realistische 'high fidelity'-simulator. We konden subjectief (met een vragenlijst) en objectief (met hartslagmetingen) zien dat de proefpersonen de situaties als stressvol of spannend ervaarden. Toch waren er momenten waarop een handeling werd uitgevoerd die op een echt schip niet zouden voorkomen. Denk aan onderling giebelen, het voeren van korte privégesprekken, of nonchalance bij fouten die in het echt not done zijn, zoals per ongeluk over een boei heen varen.” (TvD)
28
News
Text: Marco Villares Illustration: Marco Villares
It's not all rubbish
English pages
Have to attend a Dutch colleague’s birthday party? We explain the basics in the Survival Guide. And, don’t miss the feature in English on page 22 about urban security.
Like many organisations, TU Delft is trying to tackle waste by developing technologies that can sort and recycle materials. But to reduce, reuse and recycle we first have to understand what happens to our rubbish. Working with the Logistics & Refuse Disposal department, last year a project group of TU Delft MSc Industrial Ecology students mapped the waste streams generated on campus as part of a sustainability evaluation. Once we throw something away it is conveniently and regularly removed. Thus we generally have little grasp of the quantity of waste we generate. In the Netherlands people typically throw away 1kg per day of all kinds of substances, resulting in around 400kg per
person per year. This is just household waste, which is around 10% of the total waste generated by all human activity, such as all industrial and energy production. In 2012, the Netherlands generated 8 million tonnes of domestic waste and 52 million tonnes of industrial waste. TU Delft's share is over 1,500 tonnes per year. The Dutch government introduced a landfill ban in 1995 for 35 waste categories including all combustible and biodegradable waste to reduce the reliance on landfill disposal in a country with limited space. A landfill tax makes burying waste more expensive while at the same time encouraging recycling, composting and incineration as more attractive waste management options. Ultimately the government aims to transition to a circular economy and achieve full recycling of all waste. The streams are classed into sorted and unsorted waste. Sorted waste is recycled and since landfills are largely banned, unsorted waste is incinerated to generate electricity. Dutch incineration plants also recover the heat generated from waste incineration as much as is technically and economically feasible. Some campus waste streams are generated at a regular rate and some depend on specific one off projects.
‘The e-waste stream is small because discarded computers get a second life in Africa’
Construction and demolition waste is not counted due to this. Plant waste from the campus grounds is all composted and is also not counted. Siebe Trompert of the project group said, “The e-waste stream is small because discarded computers get a second life in Africa through a reuse programme. We didn't count the 1000 odd computers shipped to Africa each year as waste, but what happens when they are discarded there is conveniently not considered. Unfortunately, this could be problem shifting.” While in the city people are encouraged to sort plastic for recycling using the plastic hero containers, on campus plastic ends up in the unsorted stream. Since it is light and bulky it is not economical to sort. Trompert added that the study showed potential for improvement in reducing the amounts of waste generated. Some streams are generated by people, others by processes. Where individuals can make the greatest difference is throwing away less paper and cardboard. In 2012, industrial design students of the Trashure Hunters project took two random samples from general bins of unsorted rubbish on campus, finding that around half is paper and between 10-20% is plastic and biodegradable waste, which could be recycled. “More attention should go to reducing the size of the unsorted stream by evaluating options for sorting waste on campus with dedicated bins” Trompert said.
Delta
29
TU Delft
Exploring the Internet of Things Imagine a world where someone with a serious health condition could step into a friend’s house and have their thermostat automatically adjust the temperature to a level that will help them feel comfortable.
O
r a scenario where a cell phone grid goes down during a major disaster but emergency personnel can still communicate with one another via wifi and Bluetooth enabled devices. These are each situations that Dr. Yunus Durmuş considered while working on his dissertation at TU Delft. As part of the Department of Electrical Engineering, Mathematics, and Computer Science, he earned his PhD in early October for his
dissertation entitled ‘Autonomous Cooperation in The Internet of Things’. While conducting his research, Durmuş examined multiple components of the Internet of Things (IoT). This is the term that has been given to a field that encompasses the incorporation and collaborative abilities of electronics, sensors, and software across various networks. Future advancements in IoT could help these components learn from each other and share information in order to make tasks simpler and help improve the quality of life of people all over the world. British technological pioneer Kevin Ashton coined the term in 1999 when wifi-connected devices were still at least a half decade away from becoming common household products. Now IoT is slowly becoming commonplace as well and, according to one estimate, over 50 billion different devices and objects could make use of this technology by the year 2020. While working
on his dissertation, Durmuş studied everything from heart monitors to light bulbs to see how they could collaborate with one another and complete different tasks. “It can be a thermostat, it can be heart monitors, smartphones, TVs, and more,” Durmuş said. “When they share their resources with each other they will be able to create better applications for consumers.” In addition to working on software that might help a heart monitor exchange information with a thermostat in order to adjust a room’s temperature to accommodate someone’s needs, he also examined how wifi and Bluetooth enabled devices might be able to dispatch messages during an emergency or a period of network failure. The applications of this technology could be far reaching. Durmuş plans to further explore the potentials of IoT as he continues his career. (BH)
Fellowship for women scientists opens recruitment phase As of October 12 applications are open for the Delft Technology Fellowship. It's exclusively for women scientists, with the aim of increasing their number among TU Delft’s top faculty members.
T
his marks the third intake since the fellowship was established in 2012. There are currently 20 fellows, many of them are internationals. Caroline Kohlmann, coordinator of the Delft Technology fellowship explained that the pro-
gramme is part of TU Delft’s drive to increase the number of women in top positions at the university. The university’s goal is to have women represent 20% by 2020, adding that Delft Women in Science (DEWIS), a group closely linked with the fellowship, would like to see more. There are ten fellowships available for women scientists from all over the world, as assistant professors, associate professors and full professors. Candidates are required to have a PhD, some international experience, and a wide skill-set ranging from strong research capabilities to soft skills. Following a lengthy decision making process, fellows will be appointed in June of 2016. Despite being a relatively new pro-
gramme, the fellowship has been well received so far. Darinka Czischke and Queena K. Qian, both fellows and assistant professors at the TU Delft Department of Architecture and the Built Environment, emphasised their appreciation of the length of the fellowship (five years) and the fact that it allows the fellows to pursue their own line of research. Czischke: “This is one of the few fellowships in Europe that allows you to study whatever you want, which is a dream for any researcher.” She added that the five year period, where other prestigious fellowships may be only 2, allows her to focus on developing her research instead of worrying about the near future. Qian emphasised that the programme’s tenure track is important,
however there is still room for improvement. Women scientists are considerably underrepresented in top positions all around the world, and the two fellows highlighted some of the reasons why this may be. Czischke mentioned structural obstacles embedded in legal frameworks which act as a barrier to women - parental leave for example - as well as informal obstacles, such as the perception of women and their abilities particularly in science, which is traditionally a male dominated field. “I think the fellowship has helped me realise, as a female scientist, what I can do,” said Qian. Applications are open until January 2016. (AC)
30
Text: Caroline Vermeulen Photo: Marcel Krijger
DELFT SURVIVAL GUIDE Surviving birthdays Birthdays in the Netherlands are a big deal, and there are some typical traditions that accompany the celebrations. CALENDAR Have you ever been to a Dutch person’s home and visited the WC only to find a birthday calendar hanging there? In order not to risk forgetting a loved one’s special day, there’s a reminder every time nature calls. Designed in such a way that it can be used year after year, with just the month and date, its very existence demonstrates the importance of the event.
TREATING It may be your birthday, but you will be expected to treat colleagues at work, and kids will need to treat the teachers and other pupils in some way at school. Cakes or chocolates will suffice. You will foot the bill, and are unlikely to be the recipient of gifts in either situation.
Outside the house of someone celebrating their 50th birthday, a display of Sarah.
SARAH AND ABRAHAM
THE PARTY
Embarrassing photos and posters plastered around the neighbourhood, and life-sized dolls of greying men and women displayed in front of homes can only mean one thing: one of the residents is turning 50. The idea is that at the grand age of 50 you’ve acquired the maturity and wisdom of the biblical figures of Sarah and Abraham who are believed to have lived until 127 and 175 respectively. Cards and decorations depicting the pair are widely available for celebrating this particular milestone, referred to as ‘seeing’ Sarah or Abraham.
Don’t think you can get away with not hosting a party, or be prepared to be considered anti-social if you do attempt to ignore the occasion. Dutch birthday parties are typically an open house with several generations of family, friends and neighbours present. As such, it won’t be a wild affair. Gifts will be presented and opened immediately - flowers, chocolate, wine or even cash will suffice.
CONGRATULATIONS There’ll be no slipping in to sit quietly and enjoy proceedings. You will be expected to make your way around the room to shake hands with
Be sure to shake hands with everyone and congratulate family members
everyone, three cheek kisses are necessary for guests that you know well. Be sure to congratulate members of the family, and close friends, on the guest of honour becoming a year older. For example, it’s your girlfriend’s birthday so you would greet her mother like this: “Congratulations with your daughter!” She will reply: “Congratulations with your partner!” and so on. Regionally things vary; best practice seems to be to observe before acting. In other cultures the word ‘congratulations’ is often reserved for weddings, births and christenings but certainly not here.
THE CIRCLE In order to achieve maximum gezelligheid, chairs will often be arranged in a circle in the living room. Having congratulated everybody, you will be invited to take a seat in the circle.
This makes mingling almost impossible, so choose your chair strategically because you’ll be stuck there for a while making small talk with your neighbours.
FOOD AND DRINK Once you’re seated you’ll be offered a beverage: coffee or tea. Once the majority of guests have arrived, you’ll be offered a piece of cake. This will provide some conversation material: “Lekker!” After another round of coffee and tea, the savoury snacks will come out, such as sausage and cheese. Only at this point is it acceptable to ask for a wine or beer. Your invitation will likely have stated a start and finish time for the festivities, which should indicate whether you can expect to be fed a meal or not.
Delta
31
TU Delft
SCIENCE Team Hanson deals with local realism Surely, two distant objects cannot influence each other without communicating, right? Ronald Hanson and his team showed that this view of nature is outdated. Their publication in Nature (October 21, 2015) asserts the reality of quantum weirdness.
T
heir experiment works with two electrons at a large (1.3 km) distance which are entangled with a clever trick. A partially transparent mirror entangles two photons that are themselves entangled with the distant electrons. Once the electrons are retroactively entangled, they can be used in a quiz-like experiment called the Bell-test. Due to the entanglement, the measurements of the photons coming from the distant electrons (as 'answers to the quiz questions') will be strongly correlated. In an earlier article (delta.tudelft.nl/28423) Delta covered the experiment in more detail. The statistics of the measurements should reveal whether or not the electron spins show more coherence than could be anticipated by chance. Last year, we published an article to explain the experiment from the start.
More news on delta.tudelft.nl/science
Solar cell stability
Bas Hensen (left) and Ronald Hanson at one of the test set-ups. (Photo: Hanson Lab)
In its latest publication in Nature, the team writes just a few entanglements happened every hour. So for their 245 measurements to occur, it was quite a wait. The result means that entanglement at a distance is real. Or, as Hanson explained at the presentation of his experiment: "As soon as you perform a measurement, that determines the state of each particle. No communication is necessary to achieve this: the effect is instantaneous. You just have to dare to let go of the idea of locality." The result impressed colleagues from science, but it didn’t surprise them. Scientists are used to the quantum weirdness of nature, but so far no one has proven the point so concretely. The Australian
physicist Howard Wiseman said in Science that the experiment is “a milestone in quantum physics”. The Austrian teleportation expert Anton Zeilinger called the experiment in Nature “ingenious and beautiful”. The most probable application of firm and proven entanglement at a distance could be an unhackable internet, said Popular Science magazine: “Entangled particles sent over such a network would be protected against hackers; an eavesdropper could not tap into the information without making her presence known”. (JW)
delta.tudelft.nl/30619 delta.tudelft.nl/28423
Autonomous flap for smart wind turbines PhD researcher Lars Oliver Bernhammer has designed an autonomous flap for smart wind turbines that functions as an add-on for load alleviation purposes.
T
he amount of energy produced by wind turbines in Europe is steadily increasing, but the process is anything but constant. Smart wind turbines actively control their load: they measure vibrations, use flaps to change aerodynamic forces, which damp the blades. This improves their effi-
SHORT
ciency and life-cycle cost. But what happens when they break? The whole blade needs to be replaced. Bernhammer, PhD candidate in the Faculty of Aerospace Engineering, has developed an innovative autonomous flap as part of his thesis. The autonomous flap is a plug-andplay unit, which only requires a simple clip attachment to the blade. It functions as its own energy source through vibration harvesting, exploiting aeroelastic instabilities. It contains sensors and a controller, and is self-actuated; when the controller is switched on the blade can be brought to a standstill. “Since only very few load cases contribute
to structural damage, the overall damage can be reduced,” said Bernhammer. Bernhammer collaborated with the Technical University of Denmark, Technion in Israel and Sandia National Labs in the USA. The autonomous flap has been patented, although there is no immediate economic interest, and Bernhammer successfully defended his thesis on October 12, 2015. He now plans to move to Denmark to work in industry doing more applied research in the field. (CV)
delta.tudelft.nl/30602
Research done by TU Delft PhD candidate Mirjam Theelen may improve the stability, the cost and efficiency of Copper Indium Gallium Selenide (CIGS) solar cells. Also a Solliance & TNO researcher, Theelen's work accelerated and monitored the degradation of these cells that have an estimated 25-year lifespan. It was known that adding a small amount of sodium greatly improves efficiency. However, during the accelerated lifetime tests she carried out, Theelen discovered that sodium negatively affects the cell's long-term stability. She also found out that water and CO2 in combination degrade the cells.
Stratos’ record
The record of 21,5 kilometres for amateur rockets is in the pocket. Still, the target was 50 km - more than twice as high. What went wrong? Press officer Christ Akkermans said the engine burned the full 20 seconds, as it was supposed to. The speed was just a little smaller than it should have been (2500 km/hr instead of 3000 km/ hr). And the rocket splashed into the ocean further away than planned. From these observations, it seems that the rocket's orbit was flatter than intended. Analysis of the flight data will begin when the team returns to Delft. delta.tudelft.nl/30621
Record efficiency
Dr. Hairen Tan from the Faculty of EEMCS has achieved a world record in thin-film silicon solar cells with an initial efficiency of 14.8%. Tan used a novel modulated surface textured substrate for tandem solar cells in order to scatter and absorb light more efficiently. Micrometre-scale large surface features, obtained by etching a glass substrate, are combined with nanoscale features of a transparent electrode. Prof. Miro Zeman, Tan’s PhD supervisor, said that surface textures will be tested in the production environment. delta.tudelft.nl/30566
28
30
31
It's NOT all rubbish
Birthdays
Team Hanson deals with local realism
MAIN
Contents International
SURVIVING
SCIENCE
AVOCATIONS
Haider Hussain
S
ometimes life can take an unexpected turn, as Haider Hussain has learned firsthand. Interested in astronomy and space since childhood, he came to TU Delft from India to do a bachelor’s in aerospace. But after his second year, a chance encounter changed the course of his career path. “I was watching way too many movies,” he said. “It started to get out of hand so I decided I should do something about it.” To channel his budding interest in movies, Hussain began writing scripts for short
films. Having never even touched a camera, he started watching tutorials online on filmmaking. One day while cycling through campus, Hussain saw some people using professional film equipment so he stopped to talk to them. He expressed his interest and, to his surprise, they offered him a job. Now working for Kinetic Vision while he finishes his degree, Hussain was given the opportunity to learn the trade in a hands-on environment. “It was like Pandora’s box,” he said. Using the equipment at work, Hussain has made sever-
al short films, doing everything himself from writing to filming to editing. Initially, he said his ideas came from mimicking other filmmakers he liked. In the future he would like to make films about science fiction, merged with romance, that are contemplative. Hussain is currently working on a feature film that he plans to pitch to production companies. Dissatisfied with the way things are in the world today, Hussain said, “I would like to influence people through film to think about problems and ask questions.” Text: Heather Montague Photo: Sam Rentmeester