Tante Beb Greeve Vrolijk lachend zit de 87 jarige tante Beb op een slee die over een metershoge sneeuwmuur wordt voorgetrokken. Haar neven Albert en Jan Bausch, ook al niet meer zo jong, sleuren haar met opgestoken plumeau de helling op. Dit feest attribuut, plus wat flessen boerenjongens, boerenmeisjes en een citroentje hebben zij terloops tijdens de zoektocht naar het adres op de Kleiweg gekocht. Het moet voorkomen worden droog te staan. Ze zijn op weg naar het tachtigjarige verjaardagsfeest van An Greeve, boven aan de dijk, op de Erasmussingel, omgeven door groene kroostrijke sloten. Zij woont nog steeds in het oude hoge huis van de tuinders familie Greeve. Zo moet het vroeger in deze tijd van het jaar.geweest zijn Ruim zestig jaar geleden. Nu is het Januari1995. De sloten zijn stijf bevroren. Sneeuw bedekt de koeienstront in de polder met een maagdelijk wit tapijt. Het is in de jaren twintig heel levendig geweest in het grote huis op de dijk is ooit verteld. Mevrouw Greeve, ook Mensje genoemd, heeft er de wind goed onder bij haar vier zonen: Dries, Koos, Cor, Jo en haar twee dochters -Catherine en Marie Een aantal van de Greeves lopen op vrijersvoeten. De ijstijd is er heel gezellig met ijspret op de sloten en de Bergse Plas. Er zijn wedstrijden hardrijden en kunstschaatsen, er is muziek en er zijn hete polkebrokken. Wanneer de jongens verre tochten naar Delft maken en terug komen met " het bewijs", een breekbaar Delfsblauw cadeau, dan bruist het huis van leven. Het huisorkest waarin Beb de mandoline bespeelt, brengt de stemming er goed in. Gedanst wordt wanneer Cor zijn viool pakt en met Koos op zijn accordeon een romantische tango speelt. Dries zorgt op zijn donkere gitaar voor een straffe en mathematisch aandoende percussie. Dit speelt Beb in haar hoofd wanneer zij door het koude wit, het huis van de van Doren,s voorbij, op het karakteristieke huis afglijdt. Ze is nog fit maar beseft bezig te zijn aan haar laatste hoofdstuk. Haar altijd al breekbare botten maken de hulp van een stok nu zeer noodzakelijk. De slee is een uitkomst. Het was anders onbereikbaar geweest.! Van de familie Greeve is zij met Ans en Jo van de bloemen en jarige Ans van Cor nog de laatste der mohikanen. Een grote schare Rotterdamse vrienden is al tot een enkele overgeblevene uitgedund. Het is een heerlijke dag geworden in het oude tuinders huis dat warm gestokt was. Vroeger is het in dit enkel steens huis koud en vochtig. De verwarming is nooit aan. Kachels moeten het doen. Van verre heeft het bezoek de slee met tante Bep erop zien aankomen. De neven hebben ook een rode vlag aan een lange stok opgestoken. Een absolute hoogtepunt is de vondst van haar oude mandoline. Deze is jarenlang verborgen en geconserveerd gebleven achter het stevige Jutenbehang. De jonge echtelieden, Peter en Anja de Koning-Greeve die ook in het huis wonen, weten weinig over de geschiedenis van de familie. Van een huisorkest hebben zij nooit gehoord, oude muziek bladen hebben zij opgeruimd. Vader Cor is te lang en te vroeg overleden. Nicht Anja speelt niet meer op de piano in de hoek. Zij heeft toch iets muzikaals meegekregen lachen wij en wellicht zullen haar kinderen de viool onder de kin nemen. In het Limburgse dorpje Swalmen waar Beb nu al weer 27 jaar woont is zij na de verstoorde droom van Koos, actief in het verenigingsleven.Zij is creatief en productief in de weer met poppen voor Polen en zwachtels voor de doktors zonder grenzen. Het is een hele toeloop van mensen bij haar verzamelplek. 1
Haar huis aan de Leenakker 20. De garage puilt uit en de buren Coenen kunnen het maar amper bijhouden. In 1969 dacht zij met haar Koos en Catherine met haar Jo stil te gaan rentenieren in een nieuw huis. De verkoop van de tuin aan de gemeente Rotterdam is eindelijk na kennelijk diplomatisch talent en geduld van Cor, afgehandeld. Met de erfenis bouwen zij een huis. Het heeft niet zo mogen zijn want binnen enige jaren overlijden Koos in1970, Catherine in1972 en Cor in 1973) aan een typische Greeve kwaal Het wordt nu K genoemd maar vroeger was ”iets met de longen. In 1926 is hun vader Johannis Greeve op jonge leeftijd aan "pleuritis" in Apeldoorn overleden. Weduwe Mensje bleef achter met een groot tuiniersbedrijf, op zieke grond dat nooit gezond gestoomd zal worden. Het stichten van het tuinders dorp Schiebroek is pioniers werk vol passie geweest. Uit Berkel is Greeve voor de slechte grond in dat moeras gewaarschuwd. De neefjes uit Limburg kregen er altijd galbulten na een kort verblijf. Maar dat werd dan aan slechte water van Rotterdam geweten. Bep, heeft zij na de tegenslag, nooit gedacht aan een terugkeer naar Overschie. Daar leeft haar familie, haar kennisen. Zij heeft er een vruchtbaar en hard werkzaam leven achter de rug. Te vaak wordt vergeten hoe slopend het leven met die groentewinkel was. Hoe Koos in de vroege morgen om vier uur al naar de veiling gaat . Elke dag inkopen voor het bedrijf van zijn familie. Beb doet de winkel. Koos met zijn zwagers Aad -en Toon van Etten venten, met paard en wagen, elk een wijk uit. Haar vader Toon, krachtig, groot postuur, dominant en altijd aanwezig, heeft voor zijn kinderen het beste voor gehad. Zijn schoenen, maat 52, worden altijd apart verpakt afgeleverd. Zo groot was deze van Etten. Hij is vanuit de haven opgeklommen, een echte selfmade man. Van schillenboer naar een groenteboer. Heel succesvol, hard voor zichzelf en sober voor een ieder. Het was voor allen, zonder uitzondering, een tijd van hard werken Bij de broers van Etten zijn het de kinderen die extra beslag leggen op hun spaarzame vrije tijd en het geld. Bij Beb en Koos ontbreken nakomelingen. Er wordt daarom veel en extra verantwoording op ze gelegd in dit familie bedrijf. Dag en nacht zwoegt het altijd optimistische echtpaar Greeve-van Etten. De oorlogstijd is ook voor hun afgrijselijk in het verwoeste en ontregelde Rotterdam. Zij doen veel aan burenhulp en de tuinderij in Schiebroek fungeert als draaischijf voor vele activiteiten. Van de maandelijkse bonnen kan men nauwelijks leven. De tuin is natuurlijk een uitkomst in deze barre tijd. Er is zelfs tabak geteeld en de bonenleveranties naar Limburg gingen gewoon door. Ieder is onderweg om op eigen manier te overleven. Een ernstige waarschuwing kreeg Koos toen hij werdt opgepakt door de Gestapo en terecht komt in de gevreesde gevangenis van Scheveningen. Hij wordt uiteindelijk veroordeeld tot een dwangarbeiderskamp in het Duitse Kassel, vlakbij Roermond Daar wonen Jo en Catherine.De oorlog loopt dan op haar einde maar de staart is een helse marteling voor het volk. Direct na de bevrijding valt Koos sterk vermagerd, letterlijk vel over been, bij Jo Bausch in Roermond binnen. Die zijn dan juist teruggekeerd vanuit de evacuatie in Friesland. Hun huis is leeg geplunderd en kapot geschoten. Nieuwe kracht geeft de vrijheid en de aankomende lente . In de naoorlogse jaren gaat het Beb en Koos ook maatschappelijk in de Overschiese dorpstraat 263 redelijk voor de wind. Zij zijn gerespecteerd lid van de Middenstand en natuurlijk de RK kerk. Paard en wagen wordt verruild voor een heuse kleine vrachtauto Er komen machines die het aanbod in de winkel verlevendigen. Een Berkel Patent weegwerktuig en een aardappelen schrapmachine doet de intrede. De technologie verricht wonderen. Vreemd genoeg wat blijft, is het gebrek aan tijd! Het kinderloze gezin is met Beb als middelpunt een gastvrije plek voor ieder en vooral kinderen.De neefjes Jan, Appie Bausch, Jan Greeve en Hans van de Werf lopen dikwijls 2
ventend met de wagens mee. Leren dat de klant koning is en zij kennen al vroeg het verschil tussen postelein en Schiese spinazie. Er worden dan voorzichtig al uitstapjes gemaakt naar Limburg. Daar wordt genoten van de natuur. Zij zijn verkikkerd op kamperen, toen een opkomende volks hobby. Zij rusten intensief en uitdrukkelijk, luid snurkend, in het dennenbos of onder korenscharen uit. Toch lijkt het of zij zich schamen voor deze luxe. Zij worden zeer sober, bang om weer in armoede te vervallen. Er mag niet vergeten worden dat deze generatie nog een rotsvast vertrouwen heeft in kerk en een maatschappij. Spaarzaamheid wordt gepredikt. Koos is lid van het oranje comité, collectant van kerk, rode kruis, de missie, noem het maar op. Ook is hij betrokken bij de oprichting van een bridgeclub in Overschie, dat nog een dorp is. Zij zijn, zoals velen, erg koningsgezin en actief in de buurt.. Hun 25 jarige huwelijksfeest met de pontificale mis door heerbroer Dick is een hoogtepunt, waar eens niet op de kleintjes is gelet. Pension Bep In 1960l ontdekt Beb een gat in de markt! Al zijn de mouwen nog zo opgestroopt in Rotterdam. Er blijft en chronisch tekort aan woningen! In deze wederopbouwtijd ontstaat “ pension Beb.” Velen zullen er nog nostalgische herinneringen aan bewaren. De van Boxtarts , Zijlstra,s , Scheffers , Slocks. Zij komen van ver om Rotterdam te herbouwen. Zij vinden bij tante Beb een gezellig onderdak. Van luxe is geen sprake en van veiligheidseisen heeft niemand gehoord. De met gordijnen afgezette slaapkotjes op een grote zolder bieden beperkte privacy. Verder is er alleen de grote huiskamer en tante Beb. Zij is gelijktijdig in de winkel of in de keuken in de weer met het bereiden van een avondmaal met groenten en producten die in de winkel niet meer te verkopen zijn. Dampende pannen op tafel, erwten, bonen soep , stampot met veel spek. Stevige kost dat is in deze tijd het credo. Vol pension kost in 1963 honderd vijf -en dertig. gulden per maand en voor een week moet 33 piek betaald moet worden. Gezellig is het met al die mannen. Beb is altijd vrolijk en druk in de weer. Eindelijk heeft zij een groot gezin. Er wordt wat afgelachen op die avonden wanneer haar jongens thuis zijn. Geklaverjast wordt er in competitie verband, op zijn Rotterdams, dat is de regel Amsterdammers blijven protesteren. Tussen speelt het echtpaar nog bridgedrives met de bridgeclub. Toch moet die Koos nog altijd om vier uur weer op Daarom was het voor Koos een hele verademing, de realisatie van zijn droom "leven in Limburg " Hij was moe. Helaas heeft hij er nauwelijks van kunnen genieten. In Swalmen weet Beb na het overlijden van Koos in 1970, zich opnieuw een plaats in het dorpsleven te bemachtigen. Zij is een spil in de ouderen vereniging Heideroosje en gaat als een van de weinige nog steeds trouw naar de kerk.Van tijd tot tijd neemt zij het vliegtuig en bezoekt haar schoonzusje Naomi in Zuid Afrika. Daarmee was haar broer, de aanbeden en bewonderde missie pater, tot groot verdriet nog mee in het huwelijk getreden. Zij was professor en hij werd bibliothecaris van een universiteit. De donkere tijden van dit land heeft Beb meegemaakt. Onmachtig om aan het veranderingsproces iets bij te dragen want na het overlijden van Dick kon Namomi geen verblijfsvergunning voor Nederland krijgen. Het is een geheel getob gebleven. In de voortschrijdende jaren ziet zij veel van haar geliefden heen gaan. Haar broers Aad, Toon, Nelis en Dick, haar buurman Jo Bausch, en vrienden die haar gevolgd zijn naar Swalmen. Beb blijft opvallend kwiek en overleeft velen zonder kwalen. 3
Met neef Jan Bausch en zijn Wilma, waar zij de kerst in 1996 doorbrengt, gaat zij nog keer terug naar Overschie. Tal van haar bekende pension gasten in het land worden nog bezocht. Haar plotselinge overlijden komt onverwacht. Zeker voor haar vriendin Greetje Bontebal die bij haar logeerde. Linne 1995, A.J.Bausch
[email protected] Ga blij eenvoudig en godsdienstig door het leven en eis niet teveel van je levensreis. Het favoriete slopwoord tante Beb. Naschrift. Na haar overlijden blijkt dat ze een niet onaanzienlijke erfenis heeft nagelaten aan 41 neven-en nichten. Jan Bausch heeft hiervan een kleine bungalow op wielen gekocht. Met deze woonmobiel, hij noemde haar “tante Beb”,is hij heel Europa doorkruist.
foto genomen in 1965
4
5