Sportbeleid
Sint-Truiden is vooral bekend als monumentenstad, als fruitstad, als toeristische stad en zeker ook als sportstad. Als eerste stadsdienst koppelde Toerisme Sint-Truiden reeds langer toerisme aan fruit. Nu dat in het sportmilieu meer en meer het accent gelegd wordt op sport en gezondheid, zal het stedelijk sportbeleid de komende 6 jaren gefocust worden op sport, fruit en gezondheid. Vandaar ook het fruitige logo en de slogan van de beleidsnota sport: ‘DOOR SPORT EN BEWEGEN, GEZONDER DOOR HET LEVEN’. Met deze slogan willen wij nog meer mensen aanzetten om te sporten. Dat betekent geenszins dat er momenteel te weinig mensen aan sport doen. Maar wij willen diegenen, die zich nog niet bewust zijn van de gevaren van het niet-sporten voor de gezondheid, aanzetten om te ‘bewegen’. Het aantal sportclubs, dikwijls recreatieve clubs, stijgt. Deze sluiten niet noodzakelijk aan bij de sportraad. Het aantal actieve leden in sportclubs bedraagt momenteel 14 865. Dit is 38,7% van de Truiense bevolking die op een regelmatig basis aan sport doet. Het aantal sport- en ontspanningsorganisaties, onder andere fitnesscentra, wellnesscentra, enzovoort stijgt. Deze centra sluiten niet aan bij Sportraad Sint-Truiden. De cijfers van deze centra zijn onvolledig en worden momenteel onderschat op 5 031 deelnemers. We hebben totaal geen overzicht van de joggers, de wandelaars, de zwemmers, sport in de jeugdbeweging, sport in de socio-culturele verenigingen, sport in bedrijven, enzovoort. We nemen dus aan dat minstens 45% van de inwoners gemiddeld twee à drie keer per week aan sport doet. Het moet dus de ambitie zijn om in de toekomst meer mensen aan het sporten te krijgen met het verder zetten van het huidige ondersteuningsbeleid van sportclubs, met het ondersteunen van de andersgeorganiseerde sport, met het stimuleren van de toegankelijkheid, met de renovaties van bestaande sportinfrastructuur, met het inplanten van nieuwe sportaccommodaties, met doelgerichte sportpromotieactiviteiten en met een sterk communicatiebeleid. Vergeten we niet te vermelden dat een stijging van de sportdeelname realiseren niet kan zonder de inzet van de personeelsleden van de sportdienst, ook niet zonder de tomeloze inzet van de vele vrijwilligers in de sportraad en in de sportclubs én zelfs niet kan zonder de inzet van de personeelsleden en de vrijwilligers in de commerciële sector. --De SPORTRAAD is een adviesverlenende instantie waarbinnen sportclubs, scholen en zelfs professionele sportorganisaties hun stem kunnen laten horen over het te voeren beleid. De sportraad is het klankbord van deze sportorganisaties. Bijgevolg blijft de sportraad als structuur zeer belangrijk om mee te denken over beleidsvoorstellen en ook om het gevoerde beleid te evalueren. Hij ‘draagt’ mee het sportbeleid. In het voorbereidingsproces van dit sportbeleidsplan was de sportraad dan ook de klankbordgroep. We deden namelijk een beroep op deze bijzondere leden omwille van hun ervaring als bewoner, als clubsporter, als individuele sporter, als clubbestuurder, als sponsor, … in hun woonomgeving, in de sportclub, in de sportcentra, … Zij zijn de eerstelijnsmensen (front-office vrijwilligers) binnen de (niet-)georganiseerde sportwereld. Zij staan temidden van de bestuurders, de sporters, de toeschouwers. Zij ontvangen als eersten vele vragen, inlichtingen, zelden felicitaties maar spijtig genoeg wel ook klachten. Enkele minpunten zijn dat het quotum ‘eenderde van de bestuursleden moet een vrouw zijn’ niet behaald wordt en de adviezen in principe niet rechtsgeldig zijn en dat er nog steeds drie plaatsen vacant zijn in de raad van bestuur van de sportraad. We moeten dus dringend een afwijking op bovengenoemd quotum aanvragen bij de minister. Blijkbaar is het vinden van vrijwilligers een algemeen probleem dat zich voordoet in iedere gemeente Sportbeleidsplan 2008-2013 -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
1
en bij vele sportclubs. We moeten dus vrijwilligers en vooral dan vrouwen oproepen om lid te worden van de sportraad. --Regelmatig vernemen we van clubbestuurders dat het moeilijk is om nog VRIJWILLIGERS te vinden. Wekelijks zijn vele mensen uren in de weer om trainingen en wedstrijden goed te laten verlopen, de accommodatie proper te houden, de truitjes te wassen, secretariaatstaken te vervullen, sponsoring te zoeken, enzovoort. Uit onderzoek blijkt dat de Vlaming gemiddeld over meer vrije tijd beschikt met uitzondering van de actieve beroepsbevolking. Dit deel van de bevolking moet in principe minder werkuren presteren dan vroeger en toch heeft men minder vrije tijd (overuren, bijscholingen, netwerken, files). Deze groep heeft dus geen tijd in tegenstelling tot jongeren en 50-plussers. Meestal gaan ook beide ouders nog uit werken en wordt er meer flexibiliteit op het werk gevraagd. De oma’s en opa’s die tijd en geld hebben omdat ze uitzonderlijke economische tijden gekend hebben, vangen de kinderen liever niet op na de schooluren. De sportclub is dus een soort van kinderopvang geworden. Daardoor heeft de sportclub met zijn vrijwilligers een belangrijke maatschappelijke functie en draagt het vrijwilligerswerk ertoe bij dat de georganiseerde sport betaalbaar blijft voor veel mensen. Anderzijds stelt de overheid ook steeds meer eisen aan de sportclubs. Zij moeten rekening houden met de wetgeving op de geluidshinder, de privacy, de voedselhygiëne, de vrijwilligers, de billijke vergoeding, de kinderopvang, de organisatie van actieve ontspanningsreglementen, de milieureglementen, enzovoort. Steeds minder vrijwilligers moeten meer opdrachten vervullen. En de (jonge) vrijwilligers zelf willen wel consumeren maar beperken hun inzet tot kortstondige engagementen (bv chauffeur voor buitenwedstrijd). Zij willen geen langdurige verbintenissen (bv bestuurslid) hetgeen bevestigd wordt door de huidige maatschappelijke trend van individualisering. De vrijwilliger engageert zich nog enkel op de momenten die voor haar/hem het beste uitkomen. Het zal dus een opgave zijn voor de sportdienst om de noodzakelijke vrijwilligers te vinden en daarbij tussenpersoon tussen de sportclub en de vrijwilliger te spelen. Nog belangrijker dan vinden van zal het waarderen, het belonen van de bestaande vrijwilligersgroep zijn. Een verjaardagskaartje, een dag van de vrijwilliger, een bloemetje bij ziekte, … kan wonderen doen. --Ook de baliebedienden, de kassiers, de redders, de toezichters, … zijn front-office BEROEPSPERSONEEL. Zij zijn het eerste aanspreekpunt voor klanten. De klanten stellen steeds meer eisen en klachten zijn soms overdreven. Toch moeten onze personeelsleden klantvriendelijk blijven onder alle omstandigheden. Meestal blijft de eerste indruk die men van iemand of van een dienst heeft, hangen. De kwaliteit van het onthaal is dus zeer belangrijk. We moeten onze medewerkers regelmatig de kans geven om bijscholingen op maat te volgen en dit afhankelijk van de functie die zij vervullen. Onze medewerkers kunnen de directie door dat intensief contact met klanten, informeren over hoe we de werking en de dienstverlening kunnen verbeteren. Een verbetering hiervan leidt normaal gezien tot een beter comfort van zowel de klanten als van het personeel. Om dit te bereiken is geregeld overleg nodig tussen directie, beleid en personeel. We moeten dus werken aan een efficiëntere interne communicatie onder andere via teamvergaderingen, door middel van een afsprakennota voor interim-redders, door het uitwerken van een onthaalbrochure voor nieuwe sportmedewerkers, door het invoeren van logboeken. De medewerkers blijven motiveren is een van de belangrijkste taken van de directie (vorming, middelen zoals modern wagenpark, kledij, fijne werkomgeving). Zeker in een periode van besparingen waardoor ook de personeelsbezetting onder druk staat, is dat geen evidentie. Interim-redders moeten Sportbeleidsplan 2008-2013 -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
2
doelbewust ingezet worden onder andere door een herschikking van de openingsuren van het zwembad samen met de automatisering van de toegangsbalie tot het zwembad. Momenteel werken er voldoende arbeidskrachten op de sportdienst. In de loop van de volgende jaren gaan er een aantal medewerkers op pensioen die dan ook tijdig vervangen moeten worden. --Ook voor de sportclubs en -organisaties is het van belang dat ze een vast aanspreekpunt hebben binnen de sportdienst waar ze met vragen, problemen, voorstellen en ideeën terechtkunnen. De kwaliteit van de KLANTVRIENDELIJKE SERVICEVERLENING moet verbeteren. Dit willen we bereiken door het centraliseren van één aanspreekpunt in de inkomhal van het sportcomplex Sint-Pieter waar actuele en praktische informatie gegeven moet worden. Ook reservaties van sportaccommodaties en inschrijvingen aan cursussen, initiaties, … kunnen centraal gebeuren. Een minpunt is dat de overige sportcomplexen niet aangesloten zijn op het netwerk en dat de richtlijnen vooral qua reservaties en onderhoud telefonisch of per fax moeten meegedeeld worden aan onze medewerkers. Soms bestaat er bij de klanten ook ongenoegen over de manier van inschrijven (vroeg aanwezig om eerst te kunnen inschrijven, onduidelijkheid of een telefonisch inschrijving voorgaat op een inschrijving ter plaatse, onduidelijkheid of een niet-betaalde inschrijving voorgaat op een later betaalde inschrijving). Hierover moet er duidelijkheid komen en ook zal er in de toekomst ingeschreven kunnen worden via de website. Denken we ook nog aan de snelle afhandeling van de meldingskaarten en het jaarlijks overleg met de gebruikers van de sportcomplexen en met de leerkrachten LO. --Klanten willen juiste en praktische informatie. Zij willen geïnformeerd worden over het nut van sporten en over de mogelijkheden om aan sport te doen. Ook sportclubs willen zich voldoende kenbaar maken en hebben daartoe niet altijd de gepaste middelen. De EXTERNE COMMUNICATIE zal via algemene kanalen maar ook doelgericht gebeuren. De bestaande communicatievormen zoals de website, het stedelijk infoblad, de toeristische gids, de E-nieuwsbrief, de sportagenda, de ABC-sportgids, de vakantiebrochure, de seniorenbrochure en de activiteitenfolder van het zwembad blijven bestaan. Algemene boodschappen kunnen aangekondigd worden op het plasmascherm in het sportcomplex Sint-Pieter. Verder wensen we specifieke informatie voor jongeren te verspreiden via de jeugddienst; voor personen van vreemde origine via de integratie-/preventiedienst. We wagen een poging om jeugdinformatie te verspreiden via een E-nieuwsbrief voor de klasverantwoordelijken van het middelbaar onderwijs, een moeilijk te bereiken groep. En tenslotte engageren we ons om samen met de welzijnsdienst een brochure met sportmogelijkheden voor personen met beperkingen te ontwerpen. --Wie zijn deze PERSONEN MET BEPERKINGEN eigenlijk? Een moeilijk te achterhalen groep. We zijn van mening dat er specifiek een enquête moet afgenomen worden over de noden binnen deze doelgroep waarbij we rekenen op reacties en waardoor we ook weten wie de geïnteresseerde personen zijn. Sport en bewegen is voor deze doelgroep niet zo evident. De drempel om sportactief te worden/zijn is hoog. We denken niet alleen aan de beweging op zich maar ook aan vervoer, de kostprijs, de toegankelijkheid van de sportcomplexen. Het sportcomplex Nieuw Sint-Truiden en turnzaal KA zijn volledig toegankelijk. In het sportcomplex Sint-Pieter wordt de balie nog aangepast en worden leuningen langs het hellend vlak geplaatst.
Sportbeleidsplan 2008-2013 -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
3
Verder willen we lang- en kortdurende samenwerkingsverbanden (bv Haspengouwwandeldag, Belgisch kampioenschap tennis) tussen sportdienst, sportclubs, sportfederaties en de provincie Limburg stimuleren. In 2007 startten we samen met diverse partners fitness en atletiek voor personen met beperkingen waarbij de sportdienst vooral een ondersteunende rol had. Bedoeling is om deze initiaties te verlengen tot een permanente sportbeoefening voor personen met beperkingen. Dikwijls is de kostprijs een obstakel voor deze doelgroep. We willen daarom een inventaris maken van sportclubs die een G-werking hebben of die volledig toegankelijk zijn voor personen met beperkingen. Daarbij maken we ook de financiële maatregelen tot lidmaatschap bij een sportclub bekend en dit samen met het sociaal huis. Deze inventaris moet dus leiden tot een doelgerichte brochure. --G-sport staat ook voor GEÏNTEGREERD SPORTEN. We vinden dat we een taak hebben in het aanbieden van projecten voor het bevorderen van de reïntegratie in de maatschappij. Dikwijls zijn het maatschappelijk kwetsbare personen met problemen (alcoholisme, criminele feiten) of zelfs personen met een handicap die we via projecten begeleiden (bv onderhoud visvijver, administratie, strooien van houtsnippers, koerierdienst). Sport kan ook een middel zijn om bepaalde doelgroepen op een gezellige en laagdrempelige manier te integreren in het bestaande sportaanbod onder andere via streetsoccer, J-Day, de zwembadregeling voor bewoners van het asielcentrum. --MAATSCHAPPELIJK KWETSBARE JONGEREN EN DIKWIJLS OOK ALLOCHTONE JONGEREN zijn weinig te vinden in de reguliere sportclubs. Omdat we weinig contact hebben met deze jongeren en de juiste toenaderingskanalen niet kennen, zijn het dikwijls de collega’s van de integratieof preventiedienst die de contacten leggen en activiteiten uitwerken. De sportdienst vervult daarbij enkel een ondersteunende rol dikwijls in het gratis ter beschikking stellen van sportinfrastructuur. Ook bij deze doelgroep is het van belang dat er een inventaris wordt gemaakt bij welke sportclubs deze jongeren welkom zijn. Dikwijls zijn de projecten kleinschalig en lopen ze in buurten (bv Kick it via de preventiedienst, streetsoccer). ---
Sportbeleidsplan 2008-2013 -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
4
SPORTEN IN BUURTEN bij jongeren gebeurt vooral op speelpleinen in de wijken. Jongeren vinden dat er te weinig speelruimte is in deelgemeenten en in het centrum. Wanneer er vraag is, plaatsen we samen met de jeugddienst dan ook sporttoestellen op speelpleinen. We denken ook aan het aanleggen van een minipitchterrein in de randgemeenten, aan het ter plaatse brengen van de mobiele streetsoccer- en streetbasketbalinstallaties, aan het renoveren van het polyvalent veld Nieuw Sint-Truiden en aan het openstellen van de grasvelden Sint-Pieter als sportpark (bestemming via de dienst ruimtelijke ordening). Uiteindelijk is het de bedoeling om niet-clubgebonden jongeren, meestal ook de minst sportieve jongeren, te bereiken. Op dit ogenblik is het niet duidelijk of deze kinderen ook effectief bereikt worden. We moeten dus meer achtergrondinformatie verkrijgen via de jongerenbegeleider. Ook volwassenen kijken uit naar sporten en sociaal contact in de buurt. De laatste jaren werden veel petanquevelden aangelegd waarbij de bewoners de materialen van de stad kregen en zijzelf de velden aanlegden. Dit initiatief blijft voor herhaling vatbaar maar enkel op vraag van de bewoners. Gelijktijdig met de aanleg kunnen de bewoners ook meedoen aan het intrastedelijk petanquetornooi waarbij de verschillende buurten strijden om de felbetwiste beker. Ook kunnen de bewoners via de buurtcheque van 125,00 EUR initiatieven opzetten. Wij denken bv aan een 10-lessenreeks figuurtraining waarbij de school in de buurt de turnzaal ter beschikking stelt en de bewoners de lesgever betalen. Alleen zijn wij er niet van overtuigd dat buurtbewoners weten dat deze mogelijkheid bestaat. Op dit vlak is er werk aan de winkel. --Een laagdrempelig sportaanbod bestaat er ook voor de SENIOREN. Zoals in de meeste gemeenten moeten we rekening houden met een vergrijzingstendens. Onze stad heeft een eerder oudere bevolking. Slechts 24,8% van de Sint-Truidense bevolking is jonger dan 25 jaar. Het belang van sporten en bewegen bij ouderen is dan ook groot. Senioren willen geen geld uitgeven (spaarzaam) en hebben veel tijd om te sporten. Zij willen waardig oud worden en er jong en dynamisch blijven uitzien. Dus jong sterven zo laat mogelijk (trendwatcher Herman Konings). Op die manier kunnen zij ook langer zelfstandig blijven en hun tijd invullen met beweging en sociale contacten. Sportief actief zijn of bewegen wil zeggen dat de senioren buiten moeten komen. Zo is sport een ideaal middel om het sociale isolement te doorbreken. Het sportaanbod moet dus breder zijn dan alleen maar bewegen. Een gezellige babbel op tijd en stond moet erbij zijn. Wij willen in de toekomst de bestaande initiatieven en de speerpuntactiviteiten handhaven en senioren aanzetten tot een permanente en gezonde beweging (aquagym, zwemmen, wandelen, fietsen, sport aan zee, trektocht, …). Nieuwe initiatieven kunnen enkel nog genomen worden in samenwerking met private partners en dit naast de reeds bestaande samenwerking (fitness, yoga, dans, bowlen, …). Ook blijven we inspelen op campagnes van de hogere overheid zoals de Gordel, Sint-Truiden fietst en de Limburgse seniorensportdag. --De hogere overheid promoot eveneens evenementen voor de JEUGD (DAS-beurs, Vlaamse veldloop, de Limburgse jeugdsportdag, jeugdolympiade). Sportdienst Sint-Truiden blijft op deze acties inspelen. Jongeren vormen een zeer belangrijke doelgroep omdat uit onderzoek blijkt dat de fysieke conditie van jongeren achteruit gaat en zwaarlijvigheid toeneemt.
Sportbeleidsplan 2008-2013 -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
5
Verder begint ook de DROP-OUT vanaf de leeftijd van 15 jaar. Ten eerste moeten wij de jongeren bereiken via de specifieke kanalen van de jeugddienst. Ten tweede proberen we de jongeren aan te zetten tot een permanente sportbeoefening door het starten met een kleinschalig project in de fitnesswereld. --Niet alleen bij jongeren is er sprake van een bewegingsachterstand. Wie meer dan de zijn dan de eerste partners van de sportdienst om kinderen aan te zetten om te sporten? Naast de naschoolse sportactiviteiten die we blijven behouden (diverse tornooien), blijven we zeker ook de schoolsportactiviteiten herhalen die tijdens de schooluren plaatsvinden (vijfkamp, veldloop, zwemspelen, zwemestafettes). Tijdens deze activiteiten bereiken we namelijk alle kinderen en niet enkel de meest sportieve kinderen. Ook ondersteunen we het inzetten van gekwalificeerde trainers van sportclubs tijdens de lessen lichamelijke opvoeding. Op deze manier kunnen de leerlingen kennismaken met een aantal sporten (handbal, schermen, weerbaarheid) en komen de leerkrachten tot meer variatie in hun lessen. En tot slot brengen we de mobiele streetsoccerinstallatie naar de scholen zodat leerkrachten hun lessen LO aantrekkelijker kunnen maken. --In de vakanties, wanneer de scholen gesloten zijn, worden we geconfronteerd met het probleem van KINDEROPVANG. Hoewel we in eerste instantie dachten aan kwalitatief sportonderricht via sportkampen, sportdagen en sportacademie, zijn we er intussen van overtuigd dat niet alleen sportclubs aan kinderopvang doen maar ook de sportdiensten. Het waarom werd reeds uitgelegd onder het item ‘vrijwilligers’. We vinden dat deze organisaties behouden moeten blijven samen met het inzetten van gekwalificeerde clubtrainers en jobstudenten die volgens een prioriteitenregeling worden aangeworven. --Sportfederaties en de hogere overheden stellen steeds meer kwalitatieve eisen op gebied van begeleiding. Regelmatig veranderen de spelregels in het sportlandschap waardoor sommige clubs het moeilijk hebben om aan deze eisen te voldoen. Daarom wensen we een deel van de kosten van trainersopleidingen te dragen. Dit is mogelijk via het jeugdtrainingsreglement en ook via het subsidiereglement kadervorming. Deze reglementen zijn niet cumuleerbaar. Met het SUBSIDIEREGLEMENT kadervorming willen we blijven inspelen op de vorming en bijscholing van clubbestuurders, scheidsrechters, vrijwilligers, … Bovengenoemde reglementen zijn reeds een voorloper van de impulssubsidies die we in 2009 kunnen bekomen van de Vlaamse overheid. Mogelijk moet het jeugdtrainingsreglement transparant gemaakt worden. Daarnaast organiseren sportraad en sportdienst samen met het Vlaams Instituut voor Sportbeheer en recreatiebeleid (ISB), de provincie Limburg en Sportac nog vormingen en infoavonden voor clubbestuurders in de stad zelf (over doelgroepen, oprichten van een G-afdeling, oprichten van een seniorenafdeling). De stad Sint-Truiden ondersteunt reeds vele jaren vele sportclubs. Het verenigingsleven en het buurtleven spelen een belangrijke rol in het bestrijden van de verzuring en het individualisme in onze maatschappij. Mensen hebben nood aan sociaal contact, bevestiging, geborgenheid, enzovoort. Door
Sportbeleidsplan 2008-2013 -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
6
lid te worden kan de club deze noden invullen. Bijgevolg verdienen de sportclubs onze aandacht en onze steun. Momenteel zijn er zes subsidiereglementen. De sportdienst is niet geneigd om nog bijkomende reglementen te maken tenzij dit noodzakelijk zou zijn in het kader van de impulssubsidies. De werkingssubsidies worden momenteel verdeeld op basis van een aantal criteria (aantal actieve leden, aantal jeugdleden, aantal trainers, …) en zijn eigenlijk een beloning voor de prestaties van het afgelopen jaar. Om te kunnen overleven zullen sportclubs zich meer moeten baseren op een doelgericht beleid. Meestal richten zij zich op 1 à 2 doelgroepen (jeugd en volwassenen). De discussie moet geopend worden of de werkingssubsidies op basis van andere criteria moeten verdeeld worden, ook al omdat er reeds vele projectsubsidies bestaan (infrastructuur + zonevreemde terreinen, organisaties met bijzondere uitstraling, verplaatsingskosten internationale wedstrijden, auspiciën, huur niet-stedelijke sporthal, grasmaaier, ontleningsbeleid materialen). Door zich te richten op een ruimer recreatief aanbod en door de sporttechnische opleiding van de trainers hebben sportclubs de sleutel in handen om de drop-out mogelijk tegen te gaan. Topsport wordt enkel ondersteund via het reglement over de reiskosten naar internationale wedstrijden. Ook personen met beperkingen en hun begeleider kunnen hierop een beroep doen. Niettemin is topsport een interessante hefboom voor de stadspromotie. Topsport geeft de stad een positief imago en vormt een aantrekkingspool voor talloze bezoekers wat uiteraard een economische weerslag heeft. Maar de keuze is duidelijk: topsport is een keuze van de sportclub zelf waarbij de sportdienst in bepaalde gevallen ondersteunend kan werken (ontleningsbeleid materialen). --Het SPORTAANBOD is de laatste jaren sterk veranderd. De sportclubs hebben steeds meer concurrentie gekregen van andere vormen van sport en bewegen: de health- en fitnessclub, het wellnesscenter, joggen, skeeleren, fietsen, … Mensen hebben een drukke agenda en willen bv niet iedere woensdag om 19.00 uur zich engageren. Mensen willen sporten op momenten die hen goed uitkomen. Recreatief sporten op maat, gecombineerd met wellness en kinderopvang, is de toekomst. Uit onderzoek blijkt trouwens dat de helft van de sportende Vlamingen niet is aangesloten bij een sportclub. Ze gaan op eigen houtje sporten of spreken af met vrienden. Ze plannen precies zoals het hun uitkomt. Verder werd onderzocht dat er een direct verband bestaat tussen sport en de leefomgeving. Mensen die in een fiets- of wandelvriendelijke omgeving wonen, zullen effectief meer wandelen en fietsen. Mensen die door hun werkgever aangemoedigd worden om naar het werk te fietsen, zullen dit ook meer doen. Mensen die thuis over veel sportkledij beschikken, zullen ook meer sporten waarbij de afstand tot de sportaccommodatie een beperkte rol speelt. Mensen die dus in een sport- of bewegingsvriendelijke omgeving wonen of werken, zullen meer sporten en bewegen. Tenslotte zijn er nog nooit zoveel sportende vrouwen geweest. Fitness staat aan de top omdat vrouwen vaker alleen sporten dan mannen. Zij willen liever niet sporten in competitie of clubs, maar houden meer van expressieve vormen zoals dans, aerobics en hun watercomponenten als aquatraining, aquaspinning, … Ook het individualisme in de sport is in Sint-Truiden merkbaar. Opvallend is dat louter recreatieve, individuele sporten zoals aerobics, start to run, start to walk, fitness, joggen, verdedigingssporten en alpinisme, vroeger niet voorkwamen en nu vaste klant op het programma zijn. In het aanbieden van sport wil Sportdienst Sint-Truiden geen concurrent zijn van de sportclubs of van private partners. De sportdienst zorgt voor initiaties, cursussen in samenwerking met de sportclubs of de private partners waarbij het de bedoeling is dat geïnteresseerden doorstromen naar de sportclub of de private partner (sportkampen, fitness, yoga, figuurtraining, … bij 50-plussers). Sportbeleidsplan 2008-2013 -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
7
Toch bestaan er lacunes in de georganiseerde sportwereld die de sportdienst probeert in te vullen. Bv start to run overdag, figuurtraining overdag, aquagym, aquatraining, aquaspinning. Daarbij is de kwaliteit van de sportinfrastructuur en van de begeleiding van groot belang. --Tegenover de snelle, virtuele wereld staat dat mensen willen ontspannen ofwel via sporten in de openlucht of in de natuur. Sportdienst Sint-Truiden moet samen met Toerisme Sint-Truiden en de technische dienst de INFRASTRUCTURELE MOGELIJKHEDEN aanbieden om sporten in openlucht mogelijk te maken. We denken aan de realisatie van het mountainbikenetwerk en het mountainbikepark, aan de aanleg van een fit-o-meter op het domein Speelhof, aan het onderzoek van een paardenroutenetwerk, aan het herstellen van de Finse piste en aan het plaatsen van een infobord met de wandel- en loopwegen aan de hoofdingang van het domein Speelhof. Niet alle sporttakken kunnen in Sint-Truiden beoefend worden en dat is ook niet noodzakelijk. Voor de inplanting van nieuwe sportaccommodaties zijn dikwijls grote ruimten nodig en dit is niet evident. Zo moet de dienst ruimtelijke ordening opnieuw op zoek gaan naar een uitbreiding van de recreatiegebieden. Ook moet er gedacht worden aan een herinvulling van het recreatiegebied Gelinden. Bij nieuwe sportaccommodaties moet, volgens ons, in de mate van het mogelijke, een multifunctioneel gebruik van de accommodaties nagestreefd worden. Oplossingen moeten gezocht worden voor de schermclub, de judoclub (verouderde zaal), de petanqueclub, de gymnastiekclub, de dansacademie en de tafeltennisclub. Dit kan via nieuwbouw maar evengoed via renovatie van bestaande gebouwen en de daaraan verbonden infrastructuursubsidies.
Anderzijds is er ook vraag naar een voetbalcentrum, een pro-golf, een indoor- en outdoor klimmuur, een sporthotel en naar rugby- en baseballvelden. Zie ook de toekomst van een recreatief sportcentrum onder het item ‘sportaanbod’. Onderzocht zal moeten worden wat realistisch mogelijk is en volgens welke formule deze accommodaties kunnen gerealiseerd worden (stadsmiddelen, Publiek Private Samenwerking (PPS), Autonoom Gemeentebedrijf (AGB), subsidies). Meer dringend is de regularisering van de zonevreemde sportterreinen, vooral dan van voetbalterreinen. Momenteel is de stad begonnen met de onteigening van een aantal gronden. Bedoeling is in de komende jaren een aantal velden opnieuw aan te leggen. BJK Sint-Truiden en Voetbalkring (VK) Zepperen zijn de eerste kandidaten die via de infrastructuursubsidies het voorbeeld zullen geven aan hun volgers. Verder is het noodzakelijk om een kunstgrasveld aan te leggen om de winterproblemen van de verschillende voetbalclubs op te lossen en om de overbespeling van het B-veld Sint-Pieter te vermijden. --Wie de sportaccommodaties ook uitbaat, de stad, de sportclub of de particulier, steeds moeten de accommodaties beantwoorden aan alle normen van veiligheid. We denken aan het aankopen van een hartdefibrillator, aan het oplossen van het klimatisatieprobleem in het overdekte buitenbad, aan de controle van de zittribune en van de sportmaterialen, het invoeren van een jaarlijkse evacuatieoefening, …
Sportbeleidsplan 2008-2013 -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
8
Maar ook de steeds maar stijgende energiekosten moeten beperkt worden: studie over het installeren van zonnepanelen, het hergebruiken van het suppletiewater van het zwembad voor het vullen van toiletpotten en voor het besproeien van voetbalvelden én het verminderen van het gasverbruik door het optimaliseren van de cascaderegeling van de ketels. Willen we de kwaliteit van onze sportinfrastructuur hoog houden, dan moeten we ervoor zorgen dat de sportaccommodaties in goede staat behouden blijven. Momenteel zijn er voldoende werkingsmiddelen zowel voor het BEHEREN EN HET EXPLOITEREN VAN DE SPORTACCOMMODATIES als voor de werking van de sportdienst. Een goede exploitatie van stedelijke sportaccommodaties hangt nauw samen met een hoge bezettingsgraad. We blijven promotionele inspanningen doen om de zwembadcapaciteit te verhogen (verjaardagszwemmen, inkleden speciale feestdagen, 10-beurtenacties, …) en proberen ook het comfortgevoel van de zwembadbezoeker te verhogen door het moderniseren van de inkomhal, het herschikken van de openingsuren op vraag van gezinnen en individuele zwemmers, het aankopen van ligzetels, het verven van de zwembad- en omkleedruimten. Buiten door de atletiekclub en een aantal scholen wordt de atletiekpiste weinig gebruikt door individuele sportbeoefenaars. We wensen dus een gratis gebruik van de atletiekpiste in te voeren op vaste uren zowel ’s avonds als in het weekend. Een duidelijke communicatie naar het publiek dringt zich op. Ook is het belangrijk dat de bezoekers van andere sportcomplexen een beter comfortgevoel krijgen: installeren van douches en berging in turnzaal Oud Atheneum, het vernieuwen van de toiletten in sporthal KA, het verven van sporthal Sint-Pieter, het renoveren van de buitenkleedkamers Sint-Pieter, het plaatsen van interne en externe infoborden in de sportcomplexen, het verbeteren van de parking in sportcomplex KA en in het kasteeldomein Terbiest. Het spreekt vanzelf dat het retributiereglement dat de toegangsprijzen bepaalt, geëvalueerd moet worden en wel met bijzondere aandacht voor de jeugdsport. --Het is duidelijk dat we het in het algemeen besluit gehad hebben over volgende vragen: - voor wie is het SPORTBELEID bedoeld? (bevolking, doelgroepen en subsidieerbaarheid) - welke noden zijn er op infrastructureel gebied? (CONCEPT met een duidelijk onderscheid tussen enerzijds lokale clubnoden cfr schermclub, tafeltennisclub, … en lokale individuele noden cfr mountainbikenetwerk, fit-o-meter,… en anderzijds bovenlokale noden cfr pro-golf, sporthotel, …) Om te eindigen met een derde luik: SPORT EN TOERISME. De rode draad doorheen de beleidsnota sport is de campagne sport/fruit/gezondheid. Steeds meer mensen hebben last van overgewicht en zwaarlijvigheid; zowel jongeren als volwassenen. Men denkt nog te weinig aan de gezondheidsrisico’s bij het inactief zijn en te veel aan de inspanningen die beweging en sport inhouden. Maar bewegen kan ook leuk zijn. Je moet met mate beginnen en geleidelijk aan opbouwen. Inmiddels is onomstotelijk aangetoond dat sport en beweging een heilzaam effect hebben op de lichamelijke en geestelijke gezondheidstoestand. Elke dag een half uur sport of Sportbeleidsplan 2008-2013 -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
9
beweging helpt mensen om zich beter in hun vel te voelen. Sport is ook ontspannend en werkt op die manier voor velen als uitlaatklep om stoom af te laten of om te ontstressen. De ideale strategie is bewegen combineren met een gezonde voeding. De externe communicatie moet dus sterk gevoerd worden. De inwoners moeten het gevoel krijgen dat wie gezond wil zijn, moet sporten. Want met een sportief imago laat je zien dat je je leven onder controle hebt en dat je een gezonde geest in een gezond lichaam hebt. Promotie voeren voor een gezonde en permanente sportbeoefening betekent in feite het overtuigen van zoveel mogelijk Truienaren van de waarden van permanent sporten en/of bewegen. Om dit te bereiken moeten we diverse middelen inzetten: het voorzien van een logo op de voorgevel van sportcomplexen, het hangen van fruitige spandoeken in het zwembad, allerlei (start to)-cursussen, het verspreiden van folders met loop-, fiets- en zwemschema’s, het uitwerken van een brochure met bewegingstips zodat mensen effectief gedurende een half uur per dag thuis of op kantoor aan beweging kunnen doen, aangevuld met permanente sportadressen en aangevuld met voedingstips, het uithangen van 12 grote fruitige spandoeken in combinatie met water en een aparte website voor het zwembad. De samenwerking met Toerisme Sint-Truiden ligt voor de hand: in de eerste plaats als partner voor het aanzoeken van de fruitveilingen, in de tweede plaats voor het uitwerken van arrangementen (mountainbike, combinatie sport, wellness en overnachtingen) en in de derde plaats voor het voeren van publiciteit via de toeristische kanalen. --Samenwerken met andere diensten heet tegenwoordig INCLUSIEF WERKEN. Verschillende diensten werken samen rond de vakantiebrochure. De cultuurdienst heeft in het verleden ook al eens een tentoonstelling georganiseerd in de rand van een topsportevenement. Maar waarom ook geen tentoonstellingen in de inkomhal en de cafetaria van het sportcomplex Sint-Pieter of een concert in het zwembad. Wij zijn daar voorstander van zolang dit niet ten koste gaat van de normale werking van de sportaccommodaties.
--Het publiek kan van deze beleidsnota kennisnemen via het internet. Gedrukte exemplaren liggen ter inzage in de sportcomplexen. De sportraad, de meewerkende stadsdiensten, de diverse hogere overheden en de leden van de stuurgroep ontvangen een exemplaar. Sportclubs ontvangen de nodige info tijdens de algemene vergadering van de sportraad. We zijn ervan overtuigd dat we met dit sportbeleidsplan over een sterk werkinstrument beschikken om de vooropgestelde doelstellingen te bereiken. Uiteraard beseffen we ook dat deze nota slechts voorlopig definitief is omdat vraag en aanbod in de sportwereld snel evolueert. Alles in deze nota binnen 6 jaar realiseren zal waarschijnlijk niet mogelijk zijn. Maar we hebben een visie en weten waar we met de sport naartoe willen evolueren! Namens de stuurgroep André Dehertog Christian Wijnrocx Johnny Vangrieken Jo Lesuisse Nadine Beirinckx Roland Vandenborne Trudo Cleeren Redactie Nadine Beirinckx
Sportbeleidsplan 2008-2013 -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
10