AG25
Dokters-, apothekers- & tandarts assistentenopleidingen 25 jaar jong
Stoere studenten Motorcross Western riding Mannen tussen de meiden
calibris Stagiair van nu, medewerker van morgen
jouw talent jouw baan
02
03
AG 25
AG 25
Minister Marja van Bijsterveldt ‘Zonder mbo staat Nederland stil’
In dit nummer 04 25 jaar AG-onderwijs, een mijlpaal
23 Hoog bezoek
05 Stage aan de costa Doktersassistente Debby de Voigt liep stage in Spanje.
24 Doktersassistente op de motor Britt van der Wekken kreeg het motorcrossen met de paplepel ingegoten
06 Minister van onderwijs Marja van Bijsterveldt geeft haar visie op het mbo en met name de AG-opleidingen. 10 Wereldkampioene in de apotheek Lisanne Olyhoek verdeelt haar tijd over de opleiding Apothekersassistent en haar grote hobby en passie: western riding. 13 Kenniscentrum Calibris Schakel tussen opleiding en praktijk 14 Van assistente tot tandarts Monique Heldens-in ’t Zandt: “Niets is onmogelijk.” 16 Stoere mannen 19 Professional aan het woord Een ontmoeting tussen leerlingen AG en dokters-, apothekers- en tandartsassistenten. 20 Hoe komen we aan meer stageplaatsen? Calibris heeft de knelpunten geïnventariseerd
26 Hoe het ooit begon... 27 www.youchooz.nl 28 Duizendpoot op het roc ROC Mondriaan loopt als een rode draad door het leven van Annet Hilgeman. 30 Effectiever stagiairs begeleiden COMPETENT DA maakt begeleiden van stagiairs in de huisartsenzorg efficiënter, effectiever en aantrekkelijker. 32 Bewuste keuze voor studie en kindje Manal Rustom (19) deed haar studie in twee jaar en werd ondertussen moeder 34 AG Context Online platform voor het AG onderwijs 35 Beste leerbedrijf AG
04
05
AG 25
AG 25
AG25 25 jaar AG onderwijs
een mijlpaal
In de afgelopen jaren zijn er duizenden Assisterenden in de Gezondheidszorg afgestudeerd. Stuk voor stuk bijzondere en unieke mensen, die vaak als puber vol verwachtingen en met de bij de leeftijd behorende tegenzin kwamen en als verantwoordelijk aankomend beroepsbeoefenaar vertrokken. Verreweg de meeste gediplomeerden vonden direct een baan in de praktijk. Je komt ze gewoon in de buurt tegen in de apotheek, bij de huisarts, het ziekenhuis of elk halfjaar bij de tandarts. Ze zijn niet langer degenen die de schoolbanken bevolkten, maar vraagbaak, bron van informatie en gastvrouw of gastheer in de praktijk. Hun betrokkenheid bij de opleiding is nog groot, vaak begeleiden zij op hun beurt weer nieuwe studenten tijdens de stage. Het zijn betrokken assistenten die bijna allemaal tevreden terugkijken op hun opleiding. Kanjers vaak ook. Ze hebben er hard voor moeten knokken om al die Latijnse namen te leren of de anatomie van het menselijk lichaam te doorgronden... De praktijklessen waren veruit favoriet. Logisch ook, daar hebben ze hun job van gemaakt. Door het competentiegericht opleiden creëren we een onderwijsland waarin school en BPV-adressen gezamenlijk optrekken om assistenten op te leiden. De leerbedrijven zijn hierbij van onschatbare waarde. Alleen wanneer zij stagiaires gastvrij opnemen en serieus begeleiden, kunnen we goed voorbereide young professionals afleveren. Dit magazine gaat over de wereld die AG heet en laat daarmee zien hoe dynamisch, afwisselend, attractief en veelzijdig het beroep is van apothekersassistent, dokters assistent en tandartsassistent.
Het jubileumcomité wenst u veel leesplezier!
Ramon van den Berg (Calibris), Chris Hengeveld (Alfa), Wim Brittijn (Zadkine), Marja Ettes (ROCvA) en Karin van Nieuwenhuijzen (Kellebeek)
Doktersassistente Debby de Voigt (22) liep stage in Spanje. Ze denkt er nog met veel plezier aan terug.
Stage aan de costa
‘het is een ervaring die ze je nooit meer afnemen’ Waarom wilde je een buitenlandstage? Het leek mij leuk om in Benidorm (Spanje) stage te lopen, omdat daar veel Nederlandse toeristen overwinteren. Die vinden het natuurlijk fijn om door een Nederlandse assistente te worden geholpen. Het leek mij ook erg leuk om drie maanden zelfstandig te wonen. En je leert een andere cultuur van dichtbij kennen. Het is een ervaring die ze je nooit meer afnemen.
In wat voor praktijk liep je stage?
dat vond ik wel jammer. Maar daardoor had ik wel meer tijd om mee te helpen met de andere artsen.
Wat was het hoogtepunt tijdens je stage? Ik heb een aantal bekende Nederlandse mensen ontmoet toen ik stage liep in de privékliniek in La Nucia, een dorpje net buiten Benidorm.
Dat was in een privékliniek. Daar zaten verschillende artsen, zoals een dermatoloog, chirurg, internist, huisarts, cardioloog en radioloog. Ook was er een afdeling voor nierdialyse. Ik heb daar dingen gezien en gedaan die je normaal niet als stagiaire in tien weken meemaakt. Door deze stage weet ik hoe bepaalde onderzoeken en behandelingen gaan, zoals een colonscopie, nierdialyse, consult bij een internist, verwijderen van aambeien en bloedprikken.
Zou je het andere studenten aanraden om in het buitenland stage te lopen?
Moest je wennen aan werken in Spanje?
Heb je een leuke baan gevonden na je studie?
Dat viel wel mee. In Spanje beginnen ze ongeveer rond 9 uur ’s morgens met werken en ‘s middags rond half vier was ik klaar. Ze kijken er niet zo naar de tijden. De bus was ook nooit op tijd, dus iedereen kwam op zijn gemak naar het werk. Door de taal kon ik niet goed telefoongesprekken voeren,
Ik zou iedereen aanraden om op buitenlandse stage te gaan omdat je er zo veel van leert. Je gaat een uitdaging aan waar je niet ieder jaar de kans voor krijgt. Je moet natuurlijk wel een beetje zelfstandig zijn, want je moeder zit ongeveer 2000 kilometer verderop.
Ja, ik werk sinds twee jaar in een praktijk in Gameren, met twee huisartsen en vier doktersassistentes. Ik vind mijn werk erg leuk, maar ik had ook niet anders verwacht. Je zit vaak aan de telefoon of de computer en je werkt met patiënten.
«
06
07
AG 25
AG 25
Hart voor het mbo, dat heeft minister Marja van Bijsterveldt zeker. Maar ze kijkt ook kritisch naar de ontwikkelingen. “Het roc moet flexibel zijn ten aanzien van stages.”
Zonder mbo
staat Nederland stil
Minister van onderwijs Marja van Bijsterveldt
“Vriendelijke dienstbaarheid, dat is wat ik zelf graag zie bij een apothekersassistent, doktersassistent of tandarts assistent”, zegt Marja van Bijsterveldt, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. “Vriendelijkheid is ontzettend belangrijk. Het zit in kleine dingen maar het stelt mensen gerust waardoor ze hun problemen opener bespreken. Op die manier worden ze beter geholpen en zijn ze eerder genezen. De assistenten staan aan de poort, ze zijn hét visitekaartje.” De minister spreekt haar woorden zorgvuldig uit in een zeer ontspannen sfeer in haar werkkamer. Geen moment krijg je het gevoel dat andere werkzaamheden op haar wachten. Het mbo-onderwijs gaat haar erg aan het hart. Zo zeer dat het een van haar drijfveren is om zitting te nemen in het nieuwe kabinet. “Onderwijs gaat over mensen en ik hou van mensen. Ik had al het voortgezet onderwijs en mbo in mijn portefeuille en ik heb gemerkt dat daar het hart van het onderwijs ligt. De verandering van adolescent in jong volwassene geeft een extra dimensie aan deze vorm van onderwijs. Ik heb me sterk gemaakt voor het bestrijden van voortijdig schoolverlaten, dan zie je pas wat speelt rondom kinderen en jongeren. Veel politici hebben kinderen op havo en vwo, voor mij is er een wereld opengegaan door een kijkje
te nemen in het mbo-onderwijs, de beroepskant is zo bijzonder. Ik ben verliefd geworden op deze vorm van onderwijs, ik zie dat het werkt.”
Doen wat je belooft De minister komt uit de zorg en vindt dat ze veel gehad heeft aan die opleiding. Ze glimlacht. “Iedereen in de politiek zou zo’n opleiding moeten hebben. Je leert om wat je belooft, uiteindelijk ook te doen. Een patiënt in bed is afhankelijk van jou. Ik ben niet voor een verzorgingsstaat, maar je moet wel dienstbaar zijn in de politiek. Het gaat niet om structuur en bureaucratie, het gaat om mensen. In die zin ligt mijn huidige baan in het verlengde van mijn opleiding.” Zonder mbo staat Nederland stil, vindt de minister. “Vooral mkb’ers hebben dat goed in de gaten. Ze hebben vaak vanuit het mbo hun bedrijf opgestart en werken met mbo’ers. Bij het Rijk is iedereen academisch geschoold, hbo en universitair. Maar de samenleving draait uiteindelijk op het mbo, een ongelooflijk belangrijke vorm van onderwijs.”
Taal en rekenen Toch gaat het ministerie scherper naar een aantal opleidingen kijken en worden er Europese eisen gesteld aan taal en rekenen. “Taal is heel erg belangrijk, het
hele leven is ermee doorspekt. Studenten moeten voorbereid worden op het burgerschap. We denken niet gelijk aan een waanzinnig hoog niveau, maar ze moeten wel een en ander goed kunnen begrijpen. Een mbo-student moet bijvoorbeeld in staan zijn in haar of zijn latere leven formulieren in te vullen”, klinkt het zachtjes. De woorden komen rechtstreeks uit haar hart. “Met een mbo-4 opleiding kan een student doorstromen naar het hbo. Daar komen de problemen boven water als te weinig taalkennis of een te laag rekenniveau aanwezig is. Voor mbo-1 is geen plicht gezet, je moet weten waar je grenzen liggen. Mbo-2 en 3 is vmbo-niveau, niveau 4 moet wat taal en rekenen betreft havo-niveau worden.” In de wet worden data genoemd, in 2014 moeten mbo-4 opleidingen aan een aantal eisen voldoen. Daarom moet vroegtijdig met proefexamens begonnen worden om zicht te houden op de voortgang. Twee jaar geleden is geld vrijgemaakt om dat goed aan te pakken. roc’s moeten zich echt richten op deze inhaalslag, te beginnen met de niveau-4 opleidingen. “Voor bbl-opleidingen moeten meer verplichte onderwijsuren komen. Die uren zijn nodig om te voorkomen dat er geen tijd is voor met name Nederlands en rekenen.
»
08
09
AG 25
AG 25
‘Ik ben verliefd geworden op het mbo, ik zie dat het werkt’ Er wordt al extra geïnvesteerd in schakelklassen en summer courses, hoewel dat natuurlijk tussen primair en voortgezet onderwijs is. Er moet een lat liggen, anders springt men niet zo hoog”, zegt Van Bijsterveldt. ‘We gaan ook bij doorstroom naar het hbo meer domeingericht kijken, schakels moeten verbeterd worden.’
Samenwerken met vmbo De minister gelooft in doorlopende leerlijnen. Als voorbeeld noemt ze het experiment leergang vmbo-mbo-2, dat inhoudt dat de bovenbouw van de basisberoepsgerichte leerweg in het vmbo wordt samengevoegd met een mbo- opleiding op niveau 2. Hierdoor ontstaat er een geïntegreerde beroepsopleiding op de eigen school van de vmbo-leerling met zicht op een mbo-diploma. De eerste leergangen zijn gestart in schooljaar 2008-2009. “Het experiment duurt tot 2013 en gaat geweldig goed. Ik bekijk nu of dat verder uitgebreid kan worden. Als mbo met vmbo wil samenwerken, kun je heel mooie dingen doen.” Taal en rekenen zijn niet de enige problemen bij doorstroming naar het hbo. Het huidige mbo-onderwijs is competentiegericht. Dit betekent dat behaalde competenties beoordeeld worden met ’behaald’ of ‘heeft progressie geboekt’. Dat bemoeilijkt helaas de doorstroming naar het hbo, waar naar cijfers wordt gevraagd, vooral bij opleidingen waarin leerlingen zich moeten inloten. “Zeker een punt dat meegenomen moet
worden, waar we naar moeten kijken”, vindt de minister. “In beginsel is er nu nog een open doorstroming tenzij er numerus fixus op zit.” De minister heeft veel zorgen over de mbo-examens. “Het moet echt anders. Dit kabinet geeft aan dat ze meer centraal willen toetsen. We willen meer zicht krijgen op de examinering. Gezamenlijk examenproducten te ontwikkelen middels SteAG is een prachtig initiatief van de AG-opleidingen. Met keurmerken zijn de ROC’s een heel eind op weg.” “Betrokkenheid van het bedrijfsleven bij de examens is belangrijk. Zij kunnen beoordelen welke mensen ze nodig hebben, wat een student moet kennen en kunnen. Het moet niet te bureaucratisch worden. Dat wil VNO-MKB ook niet. Het zal nooit helemaal perfect zijn, maar het moet zo optimaal mogelijk”, aldus Van Bijsterveldt.
Goede stageadressen Het is bekend dat het steeds moeilijker wordt goede stageadressen voor mbo- studenten te vinden. Het werkveld is bereid te investeren, maar geeft wel een grens aan. Sommige bedrijven vragen een vergoeding, huisartsen en apothekers worden terughoudender. Jongeren van nu eisen meer, hebben een rugzakje, regisseren hun eigen loopbaan. Om dit systeem vol te kunnen houden, moet het roc flexibel zijn ten aanzien van stages. Er moet evenwicht zijn tussen kennis en kunde voor studenten op stage gaan. “Studenten moeten niet als volslagen
nieuwelingen stage gaan lopen”, vindt de minister. “Misschien moeten studenten het eerste jaar minder stage lopen, de roc’s moeten dat goed inschatten. De Nederlandse samenleving investeert veel in opleidingen, onder de 18 jaar wordt geen collegegeld betaald, ik meen dat de bijdrage vanuit de samenleving 6000 euro per jaar per leerling is. Calibris, het kenniscentrum voor leren in de praktijk in Zorg, Welzijn en Sport, o ndersteunt bedrijven ook. Alle kenniscentra samen krijgen 98 miljoen voor 2011 en daarvan is 18,8 miljoen voor Calibris.” “Ook de werkgever zal iets moeten toevoegen om tot een goed functionerende medewerker te komen. Een must voor de zorg, het is immers voor behoud van de eigen beroepsgroep. Het kan en mag niet zo zijn dat er in de toekomst geen gediplomeerde assistent meer rondloopt. Uiteindelijk is het een gedeelde verantwoordelijkheid waarover scholen en de beroepsgroep samen moeten nadenken. In andere sectoren worden leermeesters ingezet die een a antal uren jongeren begeleiden op hun stageplaats. Misschien een oud-apothekersassistente die met pensioen is en tegen een kleine vergoeding wel leerlingen wil begeleiden”, geeft de minister als suggestie mee.
Dertig-plussers Haar thee is koud geworden, het gesprek zit er bijna op. Toch neemt de minister in een open sfeer alle tijd om uit te leggen waarom in het regeerakkoord staat dat
baar gesteld op de begroting van VWS en daar zit dus ook opleidingsgeld bij. Er zijn dus genoeg middelen die er voor zorgen dat werkgevers mensen om kunnen laten scholen. Vanuit de kamer kwam de vraag om toch nog eens naar deze 30-plusregeling te kijken. Hoe we werkgevers, werknemers en het mbo-veld bij elkaar kunnen brengen. Als ik een keuze moet maken tussen geld weghalen bij het primair onderwijs of bij 30-plus, dan gaat primair onderwijs toch echt voor. Als er een tekort aan werknemers in de zorg gaat ontstaan, zullen werkgevers ongetwijfeld mensen uit andere werk velden halen. Vanwege vergrijzing en ontgroening moeten ook werkgevers keuzes maken. Zij moeten in de toekomst zelf verantwoordelijkheid nemen voor scholing van hun mensen. Het is belangrijk dat op de regionale markt gekeken wordt hoe werknemers op een goede manier ingezet kunnen worden.”
Leven lang leren
30-plusser geen gebruik meer mogen maken van bekostigd mbo-onderwijs. De paradox van de bezuinigingen in de zorg, een dreigend tekort aan dokters assistenten waardoor zij-instromers nodig zijn en de leus ‘een leven lang leren’ zijn haar bekend. Naast cultuur en kinder opvang riep de 30-plusmaatregel in de kamer een forse discussie op. “Het is geen lichtvoetige afweging”, zegt de minister. “Wij doen heel veel voor jongeren, we willen dat ze een start kwalificatie halen, we doen er alles aan om voortijdig schoolverlaten te voorkomen. Iemand kan als 27-jarige nog een opleiding
van twee of drie jaar volgen. Daarna is het eigen verantwoordelijkheid en natuurlijk van werkgevers die immers veel mogelijkheden hebben om groepen mensen te scholen. In heel veel branches zijn O&O fondsen (opleidings- en ontwikkelingsfondsen) die veel te weinig ingezet worden. We nemen de WVA (Wet Vermindering Afdracht loonbelasting) voor onze rekening. Vanuit bedrijfsleven en zorg kunnen en moeten ook initiatieven ontplooid worden. Het kabinet heeft voor de zorgsector (VWS) extra geld vrijgemaakt voor zorg en scholing van personeel. Er is een bedrag van 820 miljoen beschik
De minister erkent dat zorg, techniek en groen drie richtingen zijn die niet gemakkelijk door de private markt opgeleid kunnen worden. Ze is blij dat ze nog eens goed naar de drie eerder genoemde richtingen mag kijken. “Maar”, zo zegt ze, “er zullen dan wel een aantal uren vastgesteld moeten worden. Bbl-uren moeten strenger gecontroleerd worden. Scholen met relatief weinig lesuren krijgen nu nog een te groot deel van het budget. Neem van mij aan, de komende drie maanden zijn we hier echt wel mee bezig. Het is wel belangrijk dat de kwaliteit overeind blijft bij alle veranderingen. En met kwaliteit bedoel ik niet alleen verbetering maar ook in een stabiele lijn voortgaan.” “Een leven lang leren, wie wil het niet?”, zegt ze, terwijl er al handen geschud worden. “Gelukkig gebeurt dat vaak al op eigen kracht. Dat is het bewijs dat het kan. En uiteraard wens ik het jubilerende AG een leven lang leren toe.”
«
10
11
AG 25
Lisanne Olyhoek (18) uit Penningsveer vond medicijnen altijd al interessant. Ze verdeelt haar tijd over de opleiding Apothekers assistent en haar grote hobby en passie: western riding.
wereldkampioene
in de apotheek
AG 25
“Altijd als ik in de apotheek kwam, leek het me leuk om mensen te helpen met hun kwaaltjes en hun daarin advies te geven”, vertelt Lisanne Olyhoek. Ze ging naar de havo, maar maakte die niet af. Na vijf jaar stapte ze over naar de opleiding voor apothekersassistent aan het Nova College in Haarlem. Een goede keus want Lisanne heeft het erg naar haar zin. Als ze over ‘haar school’ vertelt, doet ze dat bijna in superlatieven. “Het is een heel kleine school, we hebben maar tien lokalen”, vertelt Lisanne. “Dat betekent dat iedereen elkaar kent en dat je, als je iemand nodig hebt of er iets moet gebeuren, het meestal vlug geregeld is.” Dat de klassen klein zijn stoort Lisanne helemaal niet. “Dat is juist gezellig”, vindt ze. Tel daar bij op de aardige docenten, de leuke en interessante lessen en heel veel praktijk en het zal duidelijk zijn dat Lisanne haar draai gevonden heeft.
Praktijkgericht De opleiding voor apothekersassistent is een competentie gerichte opleiding. Met competentiegericht leren wordt geprobeerd om met de al aanwezige kennis en vaardigheden nieuwe competenties te ontwikkelen en te verbeteren. Competentiegericht onderwijs richt zich meer op de praktijk
en juist dat ligt Lisanne wel. “Ik loop al sinds het eerste schooljaar stage. Ik vind dat echt hartstikke leuk. Ik loop twee dagen in de week stage. Op de andere drie dagen ga ik naar school. In de apotheek mag ik nu alles al doen. Natuurlijk wordt het allemaal wel gecontroleerd voor ik iets aan een patiënt meegeef of voor ik iets anders doe. Ik vind het echt prettig dat ik al zoveel mag doen, want zo krijg je een heel goed beeld van wat je later in de apotheek te wachten staat, wat het beroep inhoudt”, legt ze uit. “Deze manier van leren past bij mij en ook de WAP-uren (Werken Aan een Prestatie) zijn fijn. Daar kan ik al veel huiswerk in maken en zo ben ik daar thuis weer minder tijd aan kwijt”, lacht ze.
Western riding Extra tijd kan Lisanne wel gebruiken. Thuis wacht immers haar paard RB Express Olena op haar. RB Express Olena is een twaalfjarige American Paint Horse, een ras dat speciaal bedoeld is voor western riding. Lisanne rijdt al twaalf jaar paard, waarvan de laatste acht jaar western riding, een sport die in Nederland niet zo bekend is. Op de manege waar Lisanne destijds reed, deden ze aan die manier van paardrijden. Lisanne zag dat wel zitten en is vanaf dat moment gaan western riding.
‘elke dag trainen is hard werken’
»
12
13
AG 25
AG 25
‘zodra ik mijn diploma heb, ga ik gelijk aan de slag’ “Western riding is paardrijden op een heel ontspannen manier”, legt Lisanne uit. “Het is de manier waarop cowboys rijden. Er zijn wel overeenkomsten met de normale dressuur, maar vooral de teugels worden wat losser gelaten. De paarden lopen er wel alert, maar meer ontspannen bij. Het paard moet veel meer reageren op de commando’s. Er zijn ook onderdelen die veel spectaculairder zijn dan bij de dressuur. Op het onderdeel ‘reining’ bijvoorbeeld, schuift het paard op een bepaald moment als het ware met zijn achterwerk over de grond. Western riding bestaat uit wel 26 verschillende onderdelen. Het is dus een hele brede sport. Zelf beoefen ik zes van de 26 onderdelen met mijn eigen paard. Als ik wedstrijden rijd, dan rijd ik ook in een spijkerbroek met cowboylaarzen en een cowboyhoed. Maar het is niet dat ik de hele dag cowboytje loop te spelen hoor”, lacht ze. Het is hard werken, Lisanne traint bijna iedere dag. Soms neemt ze wel eens een dagje rust, maar dan gaat ze toch even wandelen met haar paard. “Je moet een paard gewoon iedere dag verzorgen. Gelukkig staan onze paarden thuis dus kan ik er heen wanneer ik wil”, vertelt Lisanne.
Wereldkampioenschap Het vele trainen heeft Lisanne geen windeieren gelegd. In juni 2010 deed ze mee aan het WK in Amerika. Alleen leden van het Nederlands jeugdteam, waar Lisanne deel van uitmaakt, worden hiervoor geselecteerd. “Naast dat lidmaatschap wordt er ook gekeken hoe je de laatste jaren hebt gepresteerd op wedstrijden”, vertelt Lisanne uit. En dat zit wel goed. In 2007 werd ze twee keer Nederlands kampioen en in 2008 werd ze maar liefst vier keer Nederlands kampioen. Verder heeft ze in die jaren heel goed gepresteerd op wedstrijden en ook veel internationale prijzen gewonnen. “Ik had mijzelf genoeg bewezen om mee te mogen naar Amerika”, lacht ze. Behalve de Nederland ploeg, deden er teams mee uit Duitsland, Canada, Australië, Oostenrijk, Zweden, Groot-Brittannië en Amerika. “Als je dan van gastland Amerika wint, is dat gewoon ongelooflijk”, glundert Lisanne. “Ze wisten namelijk amper van het bestaan van Nederland af.” Een heuse wereldkampioen dus, die in Amerika net als de andere ruiters niet op haar eigen paard reed. Pas een half uur voor de wedstrijd mochten de ruiters voor het eerst op hun
wedstrijdpaard zitten. “Het gaat er in de wedstrijd juist om hoe goed je kunt rijden. Het is moeilijker om op een vreemd paard te rijden, maar zo kan de jury beter beoordelen of je goed kunt rijden of niet. Op de dag van de wedstrijd krijg je pas je proef die je uit je hoofd moet leren en later op de dag aan de jury moet laten zien”, licht Lisanne toe.
Vrij van school De meeste wedstrijden die Lisanne rijdt, zijn op zondag of in de zomervakantie. Maar als het nodig is krijgt Lisanne de volledige medewerking van het Nova College. “Twee keer in het jaar is er een meerdaagse wedstrijd en dan krijg ik gewoon vrij. Zolang het op school goed gaat natuurlijk”, lacht ze. Maar ze doet ook concessies. Als ze een wedstrijd heeft in het weekend voor de toetsweek slaat ze die meestal over, hoe jammer ze dat ook vindt. Gelukkig is het trainen voor Lisanne wel altijd goed te combineren met haar opleiding en met haar sociale leven. Ik train bijna altijd ’s middags, dus dan heb ik ’s avonds nog genoeg tijd over voor vrienden en huiswerk.” Binnenkort is Lisanne te oud voor de jeugdklasse. Dat betekent niet dat ze stopt met Western riding. “Ik ga dan gewoon verder maar dan individueel en niet meer met een jeugdteam. Gelukkig kom ik mijn teamleden nog heel vaak tegen op wedstrijden dus zijn we toch altijd nog een beetje een team”, zegt ze. Als Lisanne eenmaal werkt, denkt ze haar hobby te kunnen blijven doen. “Omdat de wedstrijden op zondag zijn en omdat ik altijd ’s avonds nog kan trainen”, legt Lisanne uit. Zoals ze er nu over denkt gaat Lisanne, zodra ze haar diploma heeft, meteen als apothekersassistente aan de slag. “Maar misschien denk ik daar volgend jaar heel anders over en wil ik nog verder studeren”, zegt ze lachend. Ze kan iedereen aanraden apothekersassistente te worden. “Het is een heel leuke opleiding met veel praktijk. Je leert ontzettend veel over medicijnen”, zegt ze. “En dat kun je zelfs in het dagelijks leven heel goed toepassen, ook als je niet in de apotheek aan het werk bent. Je zit bovendien met heel veel m eiden op school, dus je houdt er ook nog vriendinnen aan over. En het is natuurlijk gewoon heel leuk om mensen te h elpen,’ besluit ze.
«
Kenniscentrum Calibris Schakel tussen opleiding en praktijk Als kenniscentrum voor leren in de praktijk in Zorg, Welzijn en Sport is Calibris verantwoordelijk voor erkenning van leerbedrijven en vaststelling van kwalificaties. Omdat leren in de praktijk steeds belangrijker wordt bij de opleidingen AG, is Calibris een belangrijke partner.
Goede stagiair, werknemer van de toekomst Een leerbedrijf moet tijd investeren in stagiairs, maar dit is zeker de moeite waard. Want een goede stagiair is de werknemer voor de toekomst. En met de dreigende krapte op de arbeidsmarkt, is dat mooi meegenomen. Wat moet je als leerbedrijf bieden? Ten eerste de motivatie om het beroep over te brengen. Daarnaast moet één van de assistenten bereid zijn en ook tijd krijgen om de stagiair te begeleiden. Hiervoor biedt Calibris een tweedaagse training aan. Als aan deze voorwaarden is voldaan, staat niets een succesvolle stage meer in de weg. Wilt u zich aanmelden als leerbedrijf? De procedure is zeer eenvoudig (digitaal). Kijk daarvoor op www.calibris.nl/Bedrijven.
In het verlengde van de wettelijke taken van het kenniscentrum ligt een expertise die veel meer omvat. Calibris verkent de markt. Brengt landelijk en regionaal betrokken partijen bijeen. Initieert m aatschappelijk relevante projecten. Ontwikkelt innovatieve en effectieve oplossingen. Alles gericht op één doel: meer balans en dynamiek op de arbeidsmarkt. Zo levert Calibris een waardevolle bijdrage om beroepspraktijk en beroepsonderwijs soepel op elkaar te laten aansluiten. Landelijk gezien houdt het kenniscentrum zicht op de arbeidsmarkt. Hoeveel assistenten zijn er over drie jaar nodig? Leiden we nu genoeg mensen op? Zijn er genoeg stageplaatsen beschikbaar om dat te realiseren? Om aankomend studenten (jongeren maar ook zij-instromers) te interesseren voor het vak van dokters-, apothekers- en tand-
artsassistente, doet het kenniscentrum veel aan promotie en voorlichting. Zo kunnen jongeren veel informatie vinden op de portal www.calibris.nl/student en op www.youchooz.nl. Wanneer mensen zich goed kunnen oriënteren op het vak van assisterende en een weloverwogen keuze maken voor de opleiding, voorkomt dat voortijdig schoolverlaten en problemen bij het vinden van een stage of baan. Ook de leerbedrijven kunnen hun voordeel doen met het kenniscentrum. Calibris begeleidt niet alleen het leerbedrijf rondom de stagiairs, maar biedt ook advies over bijvoorbeeld personeelsbeleid. In de regio heeft Calibris een makelaarsfunctie. Dat betekent dat zij scholen, leerbedrijven en stagiairs bij elkaar brengen. Als er knelpunten zijn, helpt Calibris deze op te lossen.
«
14
15
AG 25
AG 25
Van assistente tot
tandarts
Monique Heldens-in ’t Zandt begon haar loopbaan als tandartsassistente. Maar al tijdens haar studie daarvoor werkte zij keihard aan een andere droom: tandarts worden.
Monique Heldens-in ’t Zandt heeft altijd liefde voor de gezondheidszorg gevoeld. “Als kind rende ik al de buurt af met mijn dokterskoffertje en wilde ik dokter of zuster worden. In de tijd dat ik een opleiding moest kiezen, zat ik op een middag bij de tandarts in de wachtkamer. Tijdens het wachten keek ik naar het werk van de assistentes. Dat sprak mij aan. Toen wist ik welke richting ik op w ilde”, lacht Monique.
Ze volgde in Venlo van 1988 tot 1991 de opleiding voor tandartsassistent. Van de allereerste les tandheelkundige kennis was Monique zeer onder de indruk. “Tandarts Ebbing legde uit hoe je een goede vulling in een tand maakt. Zijn verhaal boeide mij enorm. Dat bleef bij alle tandheelkundige lessen het geval.” In het tweede jaar van haar opleiding liep Monique stage bij tandarts Kruijtzer in Horst. Ze mocht met hem mee naar de open dag voor de tandartsopleiding in Nijmegen. Ze werd gefascineerd door de lange zalen vol tandartsstoelen en de studenten tandheelkunde die demonstreerden hoe een vulling, gebit of kroon wordt gemaakt. “Het leek mij in één woord geweldig om daar te studeren”, zegt ze. Monique kan zich nog goed herinneren dat ze stiekem een informatie boekje over de opleiding meenam en op weg naar huis in de bus koortsachtig de toelatingseisen bestudeerde. “Ik had dan wel een mavo- en havo-diploma, maar alle exacte vakken liet ik op de mavo al vallen. En die bleken nu hard nodig, maar dan op vwo-niveau.” Monique ontdekte dat ze via een speciaal toelatingsexamen misschien toch aan de universiteit in Nijmegen zou kunnen studeren. Daarvoor moest ze dan wel een avondopleiding volgen om de exacte vakken op het gewenste niveau te brengen. “Die dag ging er een vuurtje in mij branden”, zegt ze enthousiast. “Ik wilde zó graag tandarts worden! Ik had een lange weg te gaan dus, maar het was niet onbereikbaar.” Overdag volgde Monique de opleiding
voor tandartsassistente. Daarnaast volgde ze drie avonden per week lessen in Nijmegen. Ze durfde niemand te vertellen waar ze mee bezig was omdat ze bang was te worden uitgelachen. “Ik moest eerst maar eens zien te slagen voor mijn tandartsassistent-opleiding”, zegt ze daarover. Toen tandarts Kruijtzer Monique aan het einde van het derde jaar een vaste baan als assistente in zijn praktijk aanbood, moést ze hem wel vertellen wat haar toekomstplannen waren. “Hij vond het geweldig, steunde mij enorm. Ik heb één jaar bij hem in de praktijk gewerkt totdat ik mijn voor bereidingen om tandheelkunde te gaan studeren had afgerond.”
Rollen omgedraaid Na vijf jaar kwam Monique bij Kruijtzer terug, maar nu als tandarts.” Twee jaar later hebben we samen besloten de rollen om te draaien”, vertelt Monique. “Ik bouwde toen een nieuw praktijkpand op een andere locatie in Horst en nam het personeel en de patiënten van tandarts Kruijtzer over. Daar heeft hij nog acht jaar bij mij als tandarts gewerkt. Het is een heel bijzondere relatie waarin wij beiden grote veranderingen doormaakten en waar ik met veel plezier op terugkijk.”
Zelfde assistente Ook de assistente die haar 22 jaar geleden als stagiaire inwerkte bij tandarts Kruijtzer, Petra Verheijen-Verstraaten, werkt nog altijd in de praktijk. “Ik was in die tijd vaak erg onzeker over mijn presteren en Petra stak mij dan regel matig een hart onder de riem. Inmiddels
‘Ik durfde niemand te vertellen waar ik mee bezig was’
ben ik dan wel haar ‘baas’ geworden, maar we kunnen samen nog hartelijk lachen over die tijd dat ik als assistente onder haar hoede begon”, zegt Monique. “Met veel waardering volg ik de bezig heden van de assistentes”, vervolgt ze “Als ik zie hoe zij de touwtjes in handen hebben in de behandelkamer, zorgen voor een snelle doorstroom, vooruitkijken en de zaken blijven overzien als er druk op de ketel staat, vind ik dat ontzettend knap. Ik weet hoe moeilijk het kan zijn.”
Mooi beroep Monique vindt niet alleen tandarts, maar ook tandartsassistente een mooi vak: “Het is een boeiend en veelzijdig beroep, waarin veel van de eigen talenten ontplooid kunnen worden. Patiënten informeren, adviseren, geruststellen, organiseren, kennis hebben van wat er speelt, inspelen op onvoorziene situaties, samen met collega’s een geolied team vormen, het komt allemaal aan bo d”, somt de tandarts op. “Het geeft zo’n goed gevoel om te zorgen voor anderen die een beroep op je doen. Het vak is door de ontwikkelingen in de laatste jaren alleen maar boeiender geworden. En mocht je binnen het beroep willen doorgroeien dan is er van alles te beleven”, zegt Monique. Ze doelt op de moderne tandheelkundige praktijk waar steeds vaker vraag is naar preventie-assistentes die zelfstandig aan de stoel behandelingen uitvoeren. Daarnaast is het mogelijk juist meer in de administratieve of organisatorische hoek te werken tot officemanager aan toe. En wie niet in een algemene tand artsenpraktijk wil werken, kan terecht in het ziekenhuis een gespecialiseerde kliniek of een instelling. ‘Er zijn veel interessante banen te vinden,’ zegt Monique. ‘Uiteraard bestaat ook de mogelijkheid een vervolgopleiding tot mondhygiënist of tandarts te kiezen.’ Dat dat laatste heel bijzonder is, wuift Monique een beetje weg. ‘Doorstromen van mbo naar wo is inderdaad niet gangbaar. Daar zit nog een trapje tussen, maar het is niet onmogelijk. Laat je niet leiden door wat gangbaar is.”
«
16
17
AG 25
AG 25
Stoere mannen
‘Ik zoek afwisseling’ Joep van der Veen is 18 jaar en zit in het eerste jaar van de opleiding apothekersassistent. Joep: “Eerst zat ik op de laboratoriumopleiding, maar de hele dag in een laboratorium zitten was het niet echt voor mij. Ik heb toen allerlei testjes gedaan en daarna kon ik een goede keuze maken voor apothekersasssistent. Je werkt met medicijnen, hebt administratieve taken en je werkt met mensen. Die afwisseling zoek ik. Ik zit met alleen meisjes in de klas, maar dat is helemaal niet erg. Ik kan juist goed met ze opschieten. Mijn vrienden moest ik wel uitleggen wat een apothekersassistent doet. Ze dachten dat je de hele dag achter de balie staat. Maar als ik dan uitleg dat je met m edicijnen werkt, dan vinden ze het best OK.”
‘Het maakt niet uit dat ik de enige jongen ben’ Jordi Wijkstra (26) is zich aan het omscholen tot doktersassistent. Jordi: “Vanwege rugklachten is dat beroep voor mij te zwaar geworden. Ik ging op zoek naar minder zwaar werk waarbij ik toch iets met mijn zorgachtergrond kon doen. Mijn vriendin is doktersassistente en gaf me de tip: doktersassistent is dat niet iets voor jou? Het is toch iets met zorg en minder belastend.” “Ik heb een leuke groep op school. De meeste mensen zijn even oud of ouder dan ik ben. Het maakt niet veel uit dat ik de enige jongen ben in de klas. Omdat je met volwassenen bent, ga je op een leuke manier met elkaar om.” “Het is wel jammer dat ik nog geen stageplek heb. Er is zoveel vraag naar assistenten, maar stagiairs nemen ze niet aan. Ze hebben liever tweede- of eindejaars. Een eerstejaars heeft natuurlijk meer begeleiding nodig. Maar als ze niet opleiden, wordt het tekort nog groter”, stelt Jordi. De opleiding zelf vind Jordi erg leuk: “Ik kan merken dat ik nu op niveau 4 zit, ik leer veel meer over ziektes, dat maakt het voor mij interessanter.”
Als je van je werk houdt, dan ga je er elke dag met plezier weer naartoe
‘Ik ben voor dit beroep geboren’ Apothekersassistent Güray Kuruba (39) was al vroeg gefascineerd door de apotheek. Güray: “Als jongetje in Turkije mocht ik wel eens bij de apotheek in mijn dorp binnenkomen en achter de balie kijken. Ik vond de witte schort van de apotheker heel interessant. Toen ik op mijn zestiende weer in Nederland kwam, sprak ik niet zo goed Nederlands. Daarom koos ik ervoor om naar de lts te gaan, dat was qua taal makkelijk. Daarna begon ik aan de mts. Maar als ik dan elektricien zou zijn, zou ik niet met liefde naar mijn werk gaan. Daarom ben ik naar een andere opleiding gaan zoeken en moest ik weer aan de apotheek denken. De opleiding voor apothekersassistent was voor mij het hoogst haalbare. Ik kwam in een klas met ruim dertig jonge meiden. Op de eerste dag heb ik gelijk
gezegd dat ik kwam om te studeren en verder niet in de meisjes geïnteresseerd was. Want toen ik de klas binnenstapte, als man, al wat volwassener en van Turkse afkomst, hoorde ik wel wat gegiechel. In het begin was het moeilijk, maar we zijn goede vrienden geworden. Ik was wel een beetje de gangmaker van de klas.” Güray vertelt verder: “Toen ik mijn diploma haalde, had ik genoeg gestudeerd. Ik was 25 en wilde aan het werk. Het was makkelijk om een baan te vinden. Ik ben gewoon apotheken langs gegaan en gevraagd of ze werknemers zochten. Bij de derde was het raak. Dat was apotheek Noord in Waalwijk, ik werk daar nu bijna vijftien jaar. In het begin maakte ik vooral medicijnen klaar en mocht ik nauwelijks aan de balie werken. Daarvoor was mijn Nederlands nog niet goed genoeg. Maar later werkte ik steeds meer aan de balie. Het mooie is dat ik er voordeel van heb dat ik man ben en van Turkse afkomst. In mijn cultuur zijn beleefdheid en respect voor ouderen heel belangrijk. Daarom help ik mensen altijd heel correct. Zowel de Turkse als de Nederlandse mensen zijn altijd heel tevreden. Als ik niet aan de balie sta, vragen ze toch vaak naar me. Misschien denken ze wel, hij is een man, hij zal wel de apotheker zijn”, lacht Güray. Ook de taal is geen belemmering meer. “Sterker nog, het is ook een voordeel dat ik Turks spreek. Ga maar na. We hebben een grote Turkse gemeenschap. En het zijn vaak ouderen die naar de apotheek komen. Deze eerste generatie heeft nooit tijd en geld gehad om Nederlands te leren. Dan is het fijn dat ik ze in het Turks zaken kan uitleggen.” Güray houdt van zijn vak: “Ik heb het gevoel dat ik voor dit beroep geboren ben. Je geeft mensen niet alleen medicijnen mee, maar je leeft mee en laat weten dat je begrip voor ze hebt. Als ik mensen goed geholpen heb, zie ik een licht in hun ogen, ze zijn blij. Mensen bedanken je niet alleen met de taal, maar ook met hun ogen. Als ik dat een paar keer per dag zie, dan heb ik niet alleen mijn geld verdiend, maar doordat mensen dankbaar zijn, voel ik ook veel voldoening. Als je van je werk houdt, dan maak je er wat van, dan ga je er elke dag met plezier weer naartoe.”
«
19 AG 25
Eerstejaars ontmoeten professionals Het Kellebeek College uit Etten-Leur organiseerde een ontmoeting tussen de eerstejaars leerlingen AG en dokters-, apothekers- en tandartsassistenten. Dat hierbij ook oud-leerlingen zaten, maakte de cirkel rond.
Tips van de professional Maak er het beste van, toon inzet op school en op stage, maar maak ook lol op school. Doorzetten, jezelf positief opstellen en jezelf blijven. Geniet van je schooltijd, volg al je lessen; pas als je gaat werken zul je merken hoeveel je daaraan hebt. Zorg dat je het eerste jaar veel kennis opdoet, dan gaat het tweede jaar als vanzelf en blijf je er lol in houden. Al is de ene stageplaats leuker dan de andere: je leert er altijd van.
In september 2010 was het zover: de eerstejaars leerlingen AG vragen m ensen uit het werkveld het hemd van het lijf. Negen enthousiaste apothekers-, doktersen tandartsassistenten komen naar het Kellebeek College, waarvan zes oud- leerlingen. Het enthousiasme onder deze assistenten spat ervan af. Ze genieten er van om zich weer tussen de schoolmuren te begeven. Eerstejaars leerlingen hebben vragen geformuleerd en vuren deze in groepjes af op hun tafelgenoot, de ervarings deskundige. Om het kwartier wisselen de mensen uit het werkveld van tafel en staan de volgende groep leerlingen te woord. Door deze vragenrondes krijgen de leerlingen een beeld over hun toekomstig beroep. De vragen gaan over het beroep, salaris, over vervolgopleidingen en ook zijn er vragen naar bruikbare tips voor de opleiding. Er wordt veel gelachen en er zijn onderlinge onderonsjes met een soort positief samenzweerderig idee, zo van: welkom bij de club van assisterenden.
De professionals die vandaag voorlichting geven, zijn nog steeds betrokken bij de opleiding. Een apothekersassistent uit het werkveld heeft nog regelmatig contact met het roc in de vorm van werkveldoverleg, een voormalig tandartsassistent bezoekt de school als consulente van een bedrijf in tandheelkundige materialen en een doktersassistent geeft advies over stage. Veel assistenten zijn rechtstreeks betrokken bij de stagebegeleiding en kijken al reikhalzend naar de leerlingen uit.
Positieve bijdrage Elke genodigde levert een positieve bijdrage aan deze bijzondere introductiedag. Het mes snijdt aan twee kanten: de school kan verbindingen leggen naar bijvoorbeeld ontwikkelingen in de tandtechniek en de ziekenhuisapotheek, er is contact met s tageadressen, maar vooral het doel van deze bijzondere ontmoetingen wordt bereikt, doordat de leerlingen veel bruikbare tips van de professionals krijgen.
«
20
21
AG 25
AG 25
Om de verwachte tekorten van gediplomeerd assisterenden (apotheek, huisartspraktijk, tandartspraktijk) op te vullen, moeten er meer leerlingen opgeleid worden. Die leerlingen willen wel, maar een gebrek aan stageplaatsen lijkt de zaak te dwarsbomen. Is daar wat aan te doen?
Hoe komen we aan meer
stageplaatsen?
In 2009 is de studentenstroom voor Zorg en Welzijn met ruim 3 procent toegenomen. Maar de opleidingen Assisterenden Gezondheidszorg (AG) laten een heel a nder beeld zien. Zo is de instroom van nieuwe studenten Doktersassistent en Tandartsassistent in 2009 met respectievelijk 11 procent en 14 procent sterk toegenomen, dus ruim boven het gemiddelde voor Zorg en Welzijn. Bij de opleiding tot Apothekersassistent heeft de dalende trend van het aantal studenten, zoals deze zich in de afgelopen jaren heeft voorgedaan, zich echter voortgezet (- 7 procent). Wat betekenen deze ontwikkelingen voor de stagebehoefte van de AG-opleidingen?
Is het stageaanbod toereikend of heeft men problemen met het vinden van een geschikte stageplek? Om op tijd te signaleren waar zich problemen voordoen, heeft Calibris vorig jaar voor het eerst direct bij de roc’s de knelpunten geïnventariseerd. Zij hebben aangegeven bij welke opleidingen het vinden van een geschikte stageplek een probleem is. Calibris heeft de resultaten van deze peiling in oktober 2009 in een barometer weergegeven.
Tekort aan stageplaatsen Uit deze peiling blijkt dat er in het hele land een tekort aan stageplaatsen is voor
doktersassistenten. Soms is het probleem zo ernstig dat studenten worden geweigerd of studenten op niet geschikte stage plekken terechtkomen. Alleen de regio Groot-Amsterdam is een welkome uitzondering op de regel. Voor apothekers- en tandartsassistenten zijn er over het algemeen makkelijker stageplaatsen te vinden, alhoewel er regionale verschillen zijn. Bijvoorbeeld Friesland en Drenthe hebben te weinig stageplaatsen voor apothekers assistenten. Zuid-Oost Brabant en Noord- en Midden-Limburg bieden juist weer ruim voldoende stageplaatsen voor tandartsassistenten.
Opleidingen
Apothekersassistent
Studenten roc’s 2008 2. 600 Studenten roc’s 2009 2. 400 Studenten particulier 530 onderwijs 2009
Opleidingen
Doktersassistent
00 Studenten roc’s 2008 3.3 00 Studenten roc’s 2009 3.7 00 Studenten particulier 1.2 onderwijs 2009
Bron IBG 2009 en bewerking Calibris
Er zijn grote verschillen tussen de roc’s wat betreft de ontwikkeling van de inen uitstroom van studenten Apothekersassistent. Ongeveer de helft van de roc’s signaleert dat zij minder inschrijvingen krijgen. Onvoldoende bekendheid met het beroep bij de potentiële studenten, een te weinig positief imago van de branche en een gebrek aan stageplaatsen zouden hierbij een rol spelen.
Goede kans op werk Het aanbod van doktersassistenten schiet de komende jaren tekort om in de verwachte vraag te voorzien in de huisartsenzorg. Hetzelfde kunnen we over de apothekersassistenten zeggen.
Opleidingen
»
Tandartsassistent
Studenten roc’s 2008 Studenten roc’s 2009 Studenten particulier onderwijs 2009
Stagiair van nu, medewerker van de toekomst
1.400 1.600 230
22
23
AG 25
Afgelopen jaar zijn ongeveer 170 gediplomeerden te weinig via het onderwijs beschikbaar gekomen. Als het aantal studenten de k omende jaren niet gaat toenemen, zal dit tekort in 2014 zijn verdubbeld. Er wordt in toenemende mate stage gelopen door dokters assistenten in ziekenhuizen, waar voldoende stageplaatsen worden geboden. Er is echter geen zicht op de arbeidsmarktbehoefte aan doktersassistenten op poliklinieken en eventueel andere assisterende functies bij onderzoek en behandeling in het ziekenhuis. De tandartsassistenten vormen binnen de Assisterenden Gezondheidszorg een aparte groep. De jaarlijkse instroom van nieuwe assistenten blijft ver achter bij de benodigde. Hoewel een mbo-diploma wenselijk is, heeft het merendeel van de tandartsen assistenten in dienst met een andere achtergrond. Bij het aantrekken van jonge assistenten gaat de voorkeur van de meeste tandartsen wel uit naar gediplomeerden met een mbo-opleiding Tandartsassistent.
AG 25
Samenwerken voor stageplaatsen Om meer stageplaatsen te kunnen bieden voor doktersassistenten, heeft Calibris het project Stagesamenwerking in het leven geroepen. De verschillende partijen, waaronder Calibris, LHV, VHN en NVDA en roc’s hebben de huisartsen benaderd en willen met dit stagesamenwerkingsverband laten zien dat door gezamenlijk verantwoordelijkheid te nemen in het organiseren van stages, de kwaliteit en de kwantiteit van de stageplaatsen toeneemt en er een betere aansluiting komt tussen opleiding en werkveld. Het stagesamenwerkingsverband heeft een coördinator die aanspreekpunt is voor de begeleiders in de huisartsenpraktijk. Hij ondersteunt en helpt de begeleider bij het vergroten van zijn deskundigheid waardoor de kwaliteit van opleiden verbetert en de begeleider meer plezier krijgt in het opleiden van doktersassistenten. De coördinator is dus de schakel tussen de opleiding en in dit geval de huisartsen uit het stagesamenwerkingsverband. Door het gebrek aan stageplaatsen in huisartsenpraktijken hanteren regionale opleidingscentra (roc’s) nu soms zelfs een leerlingenstop. Zij kunnen anders niet garanderen dat alle doktersassistenten in opleiding een stageplaats krijgen. Een groep leerlingen kan stagelopen in de ziekenhuizen. Omdat stagiairs na afronding van de opleiding vaak aan de slag kunnen op hun stageadres, is het niet waarschijnlijk dat van deze groep veel assistenten in een huisartsenpraktijk gaan werken. Daarom is het belangrijk dat huisartsenpraktijken zelf stagiairs blijven opleiden. Want de stagiair van nu is de medewerker van de toekomst. Het project Stagesamenwerking kan hindernissen wegnemen bij het begeleiden en opleiden van stagiairs, waardoor er meer doktersassistenten opgeleid kunnen worden. Alleen zo kan het dreigende tekort aan assistenten het hoofd geboden worden. Meer weten over het project Stagesamenwerking? Stuur dan een mail naar
[email protected] (Ineke Bosch, Landelijk projectleider Stagesamenwerking).
«
Hoog bezoek
Koningin Beatrix opent het nieuwe pand van het Horizoncollege in Alkmaar in 2008. Door het hele gebouw presenteren de verschillende opleidingen zich. Hier krijgt de koningin uitleg van twee leerlingen van de opleiding Tandartsassistent.
«
24
25
AG 25
AG 25
‘Ik heb inmiddels al twee keer stage gelopen en vind het echt een geweldig beroep’
“Ik voel me eigenlijk helemaal geen topsporter. Motorcrossen is voor mij normaal”, zegt Britt. “Maar als ik erover nadenk, ben ik toch eigenlijk wel een topsporter. Die ook nog school erbij doet. Ik heb er wel over gedacht om naar het Johan Cruyff College te gaan, maar de opleiding sloot niet bij me aan. Toen ben ik naar de havo gegaan, maar na een week had ik het daar wel gezien. Zij gaven me duidelijk te verstaan dat ik daar kwam om te leren en dat ik dus mijn bijbaantje en mijn sport maar moest vergeten!” Nu is ze zielsgelukkig met de opleiding tot doktersassistente. “Ik had daar eerst totaal niet aan gedacht. Wel wilde ik altijd al iets doen met mensen en met het menselijk lichaam. En ook iets met administratie. Toen ontdekte ik deze opleiding. Ik had nooit verwacht dat ik het zó leuk zou vinden!”
Doktersassistente
op de motor
Als zes weken oude baby was ze al met haar ouders op het circuit. Op haar derde reed ze quad en op haar vierde reed ze haar eerste wedstrijd. Britt van der Wekken heeft het motorcrossen dus zo ongeveer met de paplepel ingegoten gekregen. En wie nu denkt dat het dan dus wel een heel stoere jongensachtige meid is, heeft het lelijk mis. Britt is een leuke, spontane jonge vrouw van 18 lentes jong en studeert voor doktersassistente bij het Kellebeek College.
Britt doet mee met de wereldtop en dat vinden ze op school ook heel bijzonder. Motorcross is best een dure sport en Britt prijst zich dan ook gelukkig dat ze een groot aantal sponsors heeft. Sinds vorig jaar is daar een wel heel bijzonder sponsor bijgekomen: het Kellebeek College sponsort haar helm. “Dat vind ik echt héél leuk. Mensen reageren ook heel enthousiast als ik vertel dat mijn school me zo goed steunt. Niet alleen met die helm, maar ook met het feit dat ze zoveel mogelijk rekening houden met mijn wedstrijden.” Haar klasgenoten vinden het wel apart wat ze doet. “Soms is het lastig, omdat ik veel weg ben. Maar ik zorg altijd dat ik mijn deel van een project gewoon doe. Alleen ben ik er niet altijd bij met de presentatie. Dat is wel eens jammer, maar mijn klasgenoten begrijpen het gelukkig wel.” Britt zorgt zelf wel dat ze niets mist. “Soms ga ik dan naar de docent voor uitleg over wat ik niet begrijp of vraag ik wat ik misschien gemist heb en nog kan inhalen. Maar meestal vraag ik vooraf
wat er op het studieprogramma staat als ik naar een wedstrijd moet. Dan zorg ik dat ik mijn spulletjes in orde heb. Vaak maak ik de toetsen een dag voordat ik wegga. De docenten vertrouwen mij daar volledig in. Als je laat zien dat je je best doet, krijg je er ook veel medewerking voor terug. De meeste docenten vinden het trouwens helemaal geweldig wat ik doe. Dat is wel leuk.” “Het is natuurlijk de droom van ieder kind om ooit wereld kampioen te worden. Mijn streven is om bij de top 10 van de wereld te komen. Op dit moment sta ik 15e in de tussenstand van de WK-wedstrijden. Er komen dit jaar nog twee wedstrijden, één in Tsjechië en één in Italië, en daarin wil proberen om nog wat hoger op de ranglijst te komen.” Meedoen met de wereldtop betekent veel trainen. Britt: “In het weekend en op woensdag ben ik meestal de hele dag of middag op de motor bezig. Verder werk ik drie keer per week zo’n anderhalf uur aan mijn conditie. Dat kost dus best veel tijd en ik wil mijn studie natuurlijk ook goed doen. Zonder de steun van mijn ouders en mijn vriend zou ik dat nooit kunnen. Zij doen echt heel veel voor me en daar wil ik ze heel erg voor bedanken! En natuurlijk de school.” Wat betreft het motorcrossen is Britt heel reëel: “Ik wil het zeker blijven doen en ook veel wedstrijden rijden, maar mijn geld ermee verdienen? Ja, het kan wel, maar dan werk ik toch liever als doktersassistente. Ik heb inmiddels al twee keer stage gelopen en vind het echt een geweldig beroep. De omgang met mensen, ze geruststellen als ze in paniek zijn. Op mijn stageplek hebben ze me zelfs al een baan aangeboden!”
«
Bron Talent 2010, ROC West-Brabant
26
27
AG 25
AG 25
Het laboratoriumwerk werd uitgevoerd in de keukens je ook iets opleveren. In ons huidige curriculum zou het niet meer mogelijk zijn dat een leerling aan het eind van het tweede jaar van de opleiding Apothekersassistent overstapt naar het derde jaar van de opleiding Tandartsassistent. En dan ook nog in een keer slaagt!
Hoe het ooit begon... In dit artikel een terugblik op de start van de AG-opleidingen in Friesland. In 1979 start een project op zes scholen in Nederland. Voor de school in Friesland bevatte het project deopleiding Ag en Ab. Het jaar eervoor (het nuljaar) is gebruikt om het curriculum vorm te geven. Voor het eerst is er een mbo-opleiding voor apothekers-, dokters- en tandartsassistenten, bekostigd door het Ministerie van Onderwijs.
Een enthousiaste groep docenten start met drie groepen leerlingen. Het eerste leerjaar krijgen alle leerlingen dezelfde vakken. Dat varieert van Nederlands, Engels, gezondheidsleer, huishoudkunde, rekenen, omgangskunde tot meer specifieke vakken als recepteren, dispenseren, farmaceutisch rekenen, geneesmiddelenkennis, laboratoriumwerk, verpleegkunde, tandheelkundige kennis en anatomie en assisteren aan de stoel.
Hoofdbrekens Het uitvoeren van al die praktijkvakken levert de directie nog wel wat hoofdbrekens op. De school kent keukens, scheikundelokalen en theorielokalen, maar een aparte AG-afdeling moet nog worden gebouwd. Na het eerste jaar worden er
In een groepsintake is een van de vragen: “Waarom wil je d oktersassistent worden?” Een van de nieuwe leerlingen antwoordt: “Dat vind ik wel handig, voor als ik later met een dokter trouw!”
praktijklokalen ingericht, hoewel dit wel in etappes gaat. Het laboratoriumwerk wordt eerst nog uitgevoerd in de keukens, dus onze lesassistent poetst elke keer flink om de urine en feces te verwijderen. Alle leerlingen krijgen de praktijk en theorie van alle drie de richtingen, daar zijn ze niet zo blij mee. Pas na het eerste jaar volgt de definitieve keuze voor de afstudeerrichting. Het blijkt dat de grootste groep na het eerste jaar kiest voor de opleiding Doktersassistent en dat er twee kleine groepjes overblijven voor de richting Tandartsassistent en Apothekersassistent. Wanneer het eerste jaar van de tweede lichting start, is er al gekozen voor een gezamenlijk eerste halfjaar. In januari valt de beslissing of een leerling verder gaat als doktersassistent, apothekersassistent of tandartsassistent. Ook deze keuze geeft grote problemen in de klassengrootte. Ineens zijn er in januari twee klassen DA en twee halve klasjes AA en TA. De derde lichting AG kiest vooraf de studierichting.
Samen opleiding vormgeven Het heeft wel iets bijzonders om samen met leerlingen vorm te geven aan een nieuwe opleiding. Zo’n eerste lichting is in alles proefkonijn. Dat kan soms lastig zijn, maar kan
Het is ook bijzonder om met een heel team docenten elke week een dag(deel) bij elkaar te zijn om verder het programma te ontwikkelen. Vele landelijke vergaderingen in Utrecht hebben we bijgewoond. Ook menig cabaretstukje is later gewijd aan de soms oeverloze vergaderingen die zijn gevoerd. Er is veel belangstelling voor deze nieuwe opleiding, we kunnen maar een deel van de geïnteresseerden plaatsen. De reden is het beperkt aantal stageplaatsen. Het werkveld is nog niet gewend aan deze nieuwe vorm van opleiden, hiervoor is of altijd zelf opgeleid of er zijn assistenten verkregen die door een particulier instituut zijn geschoold. Toch staan veel mensen uit het werk-
veld wel open voor deze nieuwe opleiding en leveren zij ook een bijdrage in het vormgeven van het onderwijs. In 1982 diplomeert de eerste lichting. Alle apothekersassistenten hebben een tweede kans nodig om te slagen, gelukkig lukt het daarna wel. Van de dokters- en tandartsassistenten slagen de meesten wel in een keer. Twee tandartsassistenten worden speciaal verwacht in Den Haag om uit handen van de minister van Onderwijs het diploma te ontvangen.
traditie voortgezet Landelijk is afgesproken dat gediplomeerden een speld krijgen bij hun diploma. Een rode voor de doktersassistenten, een groene voor de apothekersassistenten en een blauwe voor de tandartsassistenten. Achterop een letter van de plaats (in ons geval de L van Leeuwarden) en een nummer. Dit nummer geeft de volgorde van afstuderen aan. Na 25 jaar worden deze spelden nog steeds gebruikt.
«
Welke opleiding kies jij? Wil jij straks werken in de sector zorg en welzijn? Maar weet je nog niet precies welk beroep of welke opleiding voor jou de beste is? Kijk dan op de www.YouChooz.nl, de landelijke voorlichtingssite over opleidingen en beroepen in zorg en welzijn. Op deze website vind je informatie over ruim 160 opleidingen van mbo- tot universitair niveau. Al surfend krijg je een idee wat een opleiding en een beroep inhoudt. En wil je meer weten? Het mooie is dat je al je vragen kunt mailen naar ChoozGuides. ChoozGuides zijn professionals werkzaam in het betreffende beroep, studenten of docenten. Dus wil je meer informatie van een professional, jouw toekomstige collega? Ook die kun je via de site een mailtje sturen.
28
29
AG 25
AG 25
ROC Mondriaan loopt als een rode draad door het leven van Annet Hilgeman. Eerst volgde ze er twee opleidingen, voor apothekers- en voor doktersassistent. Na een aantal jaren kwam ze terug om les te geven. Nu staat ze weer voor een nieuwe stap in haar carrière.
Duizendpoot
op het roc
“Het apothekersvak heeft me altijd getrokken. Werken met medicijnen sprak me aan. Ondanks dat ik de havo volgde, wilde ik toch graag de opleiding tot apothekersassistent volgen. Ik begon aan deze opleiding in 1997 bij ROC Mondriaan. Mijn diploma heb ik in twee jaar tijd gehaald. Tijdens de opleiding heb ik twee keer stage gelopen bij een apotheek. Toen merkte ik al snel dat ik de voorlichting aan patiënten het leukst vond. Het directe contact sprak me erg aan. Daarom besloot ik na mijn opleiding Apothekersassistent, ook de opleiding tot doktersassistent te volgen. Mijn stages heb ik in een ziekenhuis gelopen. Daar merkten ze dat ik veel kennis had van geneesmiddelen en al snel mocht ik daar recepten schrijven en advies geven. Ook deze opleiding heb ik binnen twee jaar afgerond. Al tijdens mijn schooltijd vond ik het docententeam erg prettig. De begeleiding van studenten was altijd goed. Vandaar dat ik, na het behalen van mijn diploma, geïnformeerd heb naar een baan als instructeur. Helaas had je om les te mogen geven, minimaal vijf jaar werkervaring nodig. Voor de zekerheid heb ik destijds toch mijn telefoonnummer achtergelaten.
Ik ging werken in een ziekenhuis en vervolgens in een apotheek. Ik zou net na vijf jaar – het was inmiddels 2005 - bij het Westeinde ziekenhuis een vast contract krijgen, toen ik een telefoontje kreeg: ROC Mondriaan had personeel nodig en ze hadden mijn telefoonnummer gevonden. Dat was een moeilijke keuze: een vast contract of een nieuwe uitdagende baan als instructeur, waar ik geen ervaring mee had. Uiteindelijk heb ik de gok gewaagd en dat is me zeer goed bevallen. Mijn vroegere docenten werden toen dus mijn collega’s. Toch was dit niet ongemakkelijk, daarvoor is het team te hecht en gezellig. Direct bij mijn start als instructeur kreeg ik de praktijklessen toebedeeld. Dankzij mijn ruime ervaring in het werkveld kon ik theorie en praktijk goed koppelen en dus ook uitleggen aan studenten. Ook heb ik samen met een collega een workshop geneesmiddelen opgezet voor de opleiding Doktersassistent. Zowel tijdens mijn opleiding als tijdens de eerste jaren dat ik instructeur was, werd er EGO-onderwijs gegeven: Eindterm Gericht Onderwijs. Langzaamaan hebben we vervolgens
CGO-onderwijs ingevoerd: Competentie Gericht Onderwijs. Bij dit type onderwijs wordt de nadruk meer gelegd op vaardigheden. Dit vraagt vaak een grote zelfstandigheid van de student, wat in een toekomstige baan natuurlijk weer goed van pas komt. Soms is het lastig, niet alle studenten zijn van nature zo zelfstandig. Ik vind ROC Mondriaan vooral heel goed in het begeleiden van studenten op hun stage en de contacten die ze onderhouden met instellingen. Als school heb je een verantwoordelijkheid naar beiden. Je kan niet zomaar een student stage laten lopen bij een instelling en maar hopen dat het goed gaat. De begeleiding is zo belangrijk. Ik merk dat dat zeker de laatste jaren heel goed gaat.
wegens personeelstekort gesloten Ondanks dat ik het naar mijn zin had bij ROC Mondriaan, bleef het werkveld kriebelen. Tijdens lessen speel ik vaak de patiënt en ik merkte vooral op die momenten dat ik het contact met patiënten miste. Op een dag liep ik langs een apotheek bij mij in de buurt, toen ik zag dat daar een briefje op de deur hing: ‘Wegens personeelstekort zijn wij de maandagmiddag gesloten’.
‘natuurlijk ga ik zelf ook stagiaires begeleiden’ Ik heb toen de stoute schoenen aangetrokken en gewoon gebeld. Met mijn ervaring als instructeur waren ze direct enthousiast en kon ik eigenlijk meteen terecht. Toen heb ik de knoop doorgehakt en besloten te stoppen bij ROC Mondriaan. In januari 2011 begin ik bij de apotheek. Spannend, maar ik ga met dubbele gevoelens weg. Ik ga mijn vaste mentorgroep missen, maar bovenal mijn collega’s. Maar omdat ROC Mondriaan zulke goede contacten heeft met het werkveld, weet ik zeker dat ik ook na 1 januari nog nauw betrokken blijf bij het onderwijs. Dit ga ik onder andere realiseren door mij beschikbaar te stellen voor gastlessen bij AG en natuurlijk zal ik ook zelf stagiaires gaan begeleiden.”
«
30 AG 25
‘COMPETENT als doktersassistent in de huisartsenzorg’ is een begeleidingsinstrument dat de beginsituatie en leervorderingen van de stagiair tijdens de stage in kaart brengt als handvat voor de praktijk, stagiair en het roc. COMPETENT DA maakt b egeleiden van stagiairs in de huisartsenzorg efficiënter, e ffectiever en aantrekkelijker.
Effectiever
stagiairs begeleiden
COMPETENT als Doktersassistent is ontwikkeld op verzoek van
3. Onderwijsinstellingen krijgen inzicht in de actuele leer
landelijke (branche)partijen van huisartsen, huisartsenposten,
vorderingen van de stagiair op de stageplek. Dit brengt binnen-
doktersassistenten en roc’s (zoals LHV, LVG, NVDA en Labag).
en buitenschools leren dichter bij elkaar.
Stage- en arbeidsmarkttekorten in deze branche in combinatie met de wens tot kwaliteitbevordering van opleiden waren voor
Calibris beoogt bij het begeleiden van stagiairs met COMPETENT DA
Calibris belangrijke argumenten dit instrument te ontwikkelen.
een brug te slaan tussen werkveld en onderwijsinstellingen.
Het stage-instrument is ontwikkeld in samenwerking met doktersassistenten, andere vertegenwoordigers vanuit de huisartsenzorg,
COMPETENT is op vele manieren te benutten om de effectiviteit
roc-docenten en ontwikkelaars vanuit Calibris. Het heeft geresulteerd
en efficiëntie van begeleiden te vergroten. Een paar opties:
in een ‘eerste versie COMPETENT DA’. Alle betrokkenen hebben
- COMPETENT kan gebruikt worden om ‘een foto te maken’ van
vanuit hun eigen deskundigheid een waardevolle bijdrage geleverd. Het beroepsprofiel en het kwalificatiedossier van de dokters assistent zijn in COMPETENT DA geborgd. Het instrument bevat de beroepsvaardigheden, werkprocessen en competenties die ontwikkeld worden tijdens de opleiding tot doktersassistent.
de beginsituatie (wat weet/kan de stagiair al bij de start van de stage); - Als praktijk kun je COMPETENT gebruiken om concreet te maken wat een stagiair beheerst en waarin nog ontwikkeling wenselijk is; - De werkbegeleider (gediplomeerde doktersassistent) in de praktijk kan COMPETENT gebruiken om objectieve feedback te
COMPETENT is voor:
geven aan de stagiair.
1. Werkbegeleiders. Zij hebben met dit instrument een handvat om ontwikkeling van beroepsvaardigheden en competenties
Vanaf september worden 5 landelijke pilots gedraaid met het
bij stagiairs objectief en meetbaar te maken. Hierdoor kunnen
nieuwe stage-instrument De planning is dat in de zomer van
doktersassistenten die begeleiden, gerichter feedback geven
2011 COMPETENT DA voor alle door Calibris erkende huisartsen-
aan stagiairs en hen coachen.
praktijken en onderwijsinstellingen beschikbaar zal zijn.
2. Stagiairs. Zij krijgen inzicht in welke competenties en beroepsvaardigheden zij beheersen en welke zij nog moeten ontwikkelen.
«
Via Calibris, de betrokken branchepartijen en het Labag worden de betrokkenen hierover op de hoogte gehouden.
32
33
AG 25
AG 25
Bewuste keuze
voor studie en kindje Een studie apothekersassistente volgen terwijl je zwanger bent en bevalt van je eerste kindje, en die studie dan ook nog volbrengen in twee jaar in plaats van drie. Dat verzin je niet. Manal Rustom (19) heeft het gedaan en niet veel studenten zullen het haar nadoen. Manal maakt haar keuzes in het leven heel bewust. En dan gáát ze er ook voor. Zo heeft ze er, samen met haar man uiteraard, heel bewust voor gekozen om op relatief jonge leeftijd moeder te worden.
“Ik kom uit een Palestijns gezin. Mijn ouders hebben er voor gekozen om hun kinderen niet in een vluchtelingenkamp in Libanon op te laten groeien. Daar ben ik hen heel dankbaar voor. Ze hebben ons altijd gestimuleerd om te gaan studeren. Hier in Nederland krijg je kansen en die moet je met beide handen aangrijpen, vind ik. Een vrouw hoort niet thuis te z itten, ook als ze kinderen heeft. Daar denkt mijn man gelukkig precies zo over. Hij steunt mij in alles wat ik doe. Tijdens mijn studie heeft hij me alle ruimte gegeven en ook veel voor onze baby gezorgd. Hij werkt zelf als cardiologisch verpleegkundige en weet dus wat het is om te studeren. Op school vonden ze het blijkbaar nogal
bijzonder wat ik deed. Zelf had ik dat eigenlijk niet zo in de gaten. Ik was zwanger en deed twee jaar van mijn studie in één jaar. Ik besefte pas wat ik heb bereikt, toen ik werd genomineerd voor de Topperverkiezing. Anderen lieten mij zien dat het best uitzonderlijk is wat ik gedaan heb. Ik wil gewoon altijd doorgaan. Ik ben niet zo gauw tevreden over mezelf en weet dat ik meer kan. Tot drie weken voor de bevalling ben ik nog naar school gegaan. Ze moesten me op het laatst zo ongeveer naar huis sturen, o mdat ze vonden dat ik mijn rust nodig had. Toen ben ik maar thuis verder gegaan. Twee weken na de bevalling was ik weer op school. Ik wilde immers wel mijn examens doen.
Het Kellebeek College heeft mij alle ruimte en steun gegeven om de studie in mijn eigen tempo te doen. Daar ben ik ze heel dankbaar voor. Maar ik denk dat als je zelf laat zien dat je echt iets wilt, de docenten daar ook alle medewerking aan willen geven. Doordat ik een ander traject heb gevolgd, heb ik niet zo veel lessen met mijn medestudenten gevolgd. Dat vond ik wel jammer, maar ja, dat kon niet anders. Ze hadden wel begrip voor mijn situatie. Als klasgenoten om uitleg vroegen, kon ik ze gelukkig wel h elpen. En ondanks dat ik ze niet zo vaak zag, heb ik echt heel veel kaarten gekregen na de geboorte van mijn zoontje. En heel veel cadeautjes! Als ik klaar ben met mijn opleiding, ga ik de school verschrikkelijk missen.”
Manal is er gewoon een beetje triest van. Een ander zou misschien denken: ‘hè, hè, nu heb ik eindelijk wat meer tijd voor leuke dingen’. “Dat heb ik zeker, maar toch ga ik het missen! Ik blijf gewoon 27 uur per week in de apotheek werken. Verder heb ik nu wel weer tijd om me te gaan bezighouden met de geschiedenis van mijn volk. Dat heb ik vroeger ook gedaan. Ik ben van plan om alle boeken die ze in de bibliotheek hebben over het Palestijnse volk te gaan lezen en bestuderen. Ik vind het belangrijk dat ik die geschiedenis ken. Ik ben trots op mijn volk, net zoals mijn vader trots is op mij. En ik ben heel blij dat ik in Nederland de kans heb gekregen om me te ontwikkelen. Eigenlijk vind ik dat
‘Anderen lieten mij zien dat het best uitzonderlijk is wat ik gedaan heb’ de opleiding apothekersassistent een hbo-studie zou moeten zijn. Je hebt veel contact met artsen over de – vaak onleesbare – recepten en je moet veel kennis hebben over medicijnen. Jij moet zorgen dat de patiënt de juiste medicatie mee naar huis krijgt. Ik voel dat als een
grote verantwoordelijkheid. Misschien ga ik over een tijdje een vervolgstudie doen. Farmaceutisch management of farmakunde lijkt me wel wat.”
«
Bron Talent 2010, ROC West-Brabant
34
35
AG 25
Online platform voor het AG onderwijs Colofon Het jubileummagazine AG25 is een gezamenlijke uitgave van: - De AG-opleidingen van de roc’s in Nederland - Calibris, Kenniscentrum voor leren in de praktijk in zorg, welzijn en sport. www.calibris.nl
AG context is dé digitale bron voor (aankomende) apothekers-, dokters- en tandartsassistenten. Met AG context vinden leerlingen snel en
Beste leerbedrijf AG In het kader van het 25-jarig bestaan van de opleiding Assisterenden Gezondheidszorg (AG), organiseert Calibris, kenniscentrum voor leren in de praktijk in Zorg, Welzijn en Sport, de verkiezing Beste Calibris Leer bedrijf AG. Met deze prijs brengt Calibris het praktijkleren in de AG-sector onder de aandacht en worden de leerbedrijven in het zonnetje gezet.
eenvoudig, betrouwbare informatie. AG context bevat naast boeken en - Bohn Stafleu van Loghum onderdeel van Springer Media www.bsl.nl
tijdschriften ook videomateriaal, (interactieve) toetsen, een woordenboek, casuïstiek en diverse extra modules. De belangrijkste voordelen van AG context voor u op een rij - Leerlingen kunnen in AG context zelfstandig betrouwbare informatie vinden - AG context biedt een goede voorbereiding op de praktijk - AG context is geschikt voor elke onderwijsvorm
Coördinatie en redactie: Simone van Kester Andrea Linschoten Vormgeving:
Kijk nu op: www.agcontext.nl Meer informatie? Neem contact op met de Docentenservice van Bohn Stafleu van Loghum via (030) 638 38 00 of per email
[email protected].
VerheulCommunicatie BV, Alphen aan den Rijn Aan AG25 werkten verder mee: Ramon van den Berg Wim Brittijn Grieta Eshuis Marja Ettes Chris Hengeveld Greet de Jong Karin van Nieuwenhuijzen
26 november 2010 wordt bekendgemaakt wie het Beste Calibris Leerbedrijf AG 2010 is
Adriënne Nijssen Patty Melissen Hans Oostrum Fotografie
Stagiaires bepalen wat zij een goed leerbedrijf vinden. Zij m aken een kort filmpje van het leerbedrijf en sturen dit naar hun docent. Het roc draagt van alle filmpjes de beste twee voor bij de jury. Uit deze voordrachten nomineert de jury vervolgens drie leerbedrijven. De jury bestaat uit vertegenwoordigers van de AG-opleidingen, de branche organisaties en Calibris. De genomineerden worden op een speciale website g epresenteerd: www.bestecalibrisleerbedrijf.nl. Op basis van de filmpjes en de persoonlijke toelichting van de stagiair,
kan vervolgens iedereen eenmalig zijn stem uitbrengen op zijn favoriet. Op het moment van schrijven is de winnaar nog niet bekend. Tijdens het congres ter gelegenheid van het 25 jarig bestaan van de opleiding Assisterenden Gezondheidszorg op 26 november 2010 in Lunteren wordt bekendgemaakt wie het Beste Calibris Leerbedrijf AG 2010 is. Weten wie gewonnen heeft? Kijk na 26 november 2010 op www.bestecalibrisleerbedrijf.nl. De winnaar ontvangt een sculptuur en een oorkonde. De stagiair van het winnende leerbedrijf wint een mooie camera.
AG 25
AG opleidingen bij jou in de buurt
Naam
Plaats website
Albeda College
Rotterdam
www.albeda.nl
Alfa-college
Groningen
www.alfa-college.nl
Da Vinci College
Dordrecht
www.davinci.nl
Hoornbeeck College
Amersfoort
www.hoornbeeck.nl
Koning Willem I College
s’- Hertogenbosch
www.kw1c.nl
Noorderpoort
Groningen
www.noorderpoort.nl
Regio College
Zaandam
www.regiocollege.nl
Rijn IJssel
Arnhem
www.rijnijssel.nl
ROC Arcus College
Heerlen
www.arcuscollege.nl
ROC Aventus
Apeldoorn
www.aventus.nl
ROC Eindhoven
Eindhoven
www.roceindhoven.nl
ROC Flevoland
Almere
www.rocflevoland.nl
ROC Friese Poort
Leeuwarden
www.rocfriesepoort.nl
ROC Gilde Opleidingen
Roermond
www.gildeopleidingen.nl
ROC Horizon College
Alkmaar
www.horizoncollege.nl
ROC ID College
Zoetermeer
www.idcollege.nl
ROC Midden Nederland
Utrecht
www.rocmn.nl
ROC Mondriaan
Den Haag
www.rocmondriaan.nl
ROC Nijmegen
Nijmegen
www.roc-nijmegen.nl
ROC Nova College
Haarlem
www.novacollege.nl
ROC Tilburg
Tilburg
www.roctilburg.nl
ROC van Amsterdam
Amsterdam
www.rocva.nl
ROC van Twente
Hengelo
www.rocvantwente.nl
Kellebeek College
Etten-Leur
www.kellebeek.nl
ROC Zeeland
Middelburg
www.roczeeland.nl
Zadkine
Rotterdam
www.zadkine.nl