Lef met LANDER
J A A R V E R S L A G
2 0 1 2
Inhoudsopgave JAARVERSLAG*
Inhoudsopgave JAARREKENING
Met vertrouwen de toekomst in
5
Inleiding
23
Missie en beleid
6
1. Rechtmatigheid
24
De buitenwereld
7
2. Bestemming resultaat 2012
25
10
3. Balans
26
Organisatie
12
4. Programmarekening
28
Financiën
17
Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling 5.
29
Toezicht
18
6. Toelichting op de balans
32
Vooruitblik
19
7. Toelichting op de programmarekening
38
8. Verslaglegging AWBZ-activiteiten van de Gemeenschappelijke Regeling LANDER over het jaar 2012
43
9. SISA-bijlage: realisatie WSW
45
10. Controleverklaring
46
Afkortingenlijst
49
* Tevens dienende als sociaal jaarverslag.
INHOUDSOPGAVE
JAARVERSLAG 2012
Samenwerking
3
SAMENSTELLING ALGEMEEN EN DAGELIJKS BESTUUR op 31 december 2012
Buren Mevrouw G. van der Donk-van Andel (DB) De heer M. Hofman De heer J. van Rijswijk Culemborg De heer J. Marringa De heer H.C. van Oorschot (DB) De heer J.P. Roefs
Neder-Betuwe De heer H. Dorenbos Mevrouw S.A. Mathijssen De heer V.M. van Neerbos (DB) Neerijnen De heer J. Krook (DB) De heer L.D. van Lith De heer C. Nijhoff
Geldermalsen Mevrouw H. Boer Rookhuiszen-de Joode Mevrouw K. de Heus-van Wijk De heer W. Hompe (DB)
Tiel Mevrouw L.H.K. Metiary Mevrouw C.A.A. van Rhee-Oud Ammerveld (DB-voorzitter) Mevrouw I.C.M. Son-Stolk
Maasdriel Mevrouw J.C.G.L. van de Braak-van Hooft De heer J.J.T.M. Leijdekkers (DB) De heer C.J.A.M. Tijssen
Zaltbommel Mevrouw B. Rachak De heer G.B. van ’t Zelfde De heer C.A.H. Zondag (DB)
JAARVERSLAG 2012
4
Adviserende DB-leden Mevrouw M.D. den Ouden De heer R.J.M. Matser
Werkgebied LANDER werk & participatie
CULEMBORG
BUREN NEDER-BETUWE
GELDERMALSEN TIEL
NEERIJNEN
ZALTBOMMEL MAASDRIEL
SAMENSTELLING ALGEMEEN EN DAGELIJKS BESTUUR
MET VERTROUWEN DE TOEKOMST IN Het valt niet mee om terug te kijken op het jaar 2012, met zo veel in het verschiet voor 2013! Alles lijkt samen te komen in dat komende jaar: - (inmiddels zekerheid over) verdere zware bezuinigingen WSW - helderheid over de nieuwe Participatiewet - besluitvorming over de toekomst van WSW-Nieuw Beschut - en als laatste – maar niet minste – de koers inzake de regionale samenwerking op werk & inkomen. Mevrouw C.A.A. van Rhee-Oud Ammerveld Voorzitter
Maar zo’n snelle stap zou niet terecht zijn. Het jaar 2012 was een heel bijzonder jaar in de geschiedenis van LANDER. De organisatie vormde zich om naar “Participatiewet voorbereid”. Gepaard gaande met grote inspanningen en onzekerheid voor alle personele lagen, inclusief de medezeggenschap. Met een vermindering van de (semi-) ambtelijke bezetting met circa een derde, in combinatie met een kwaliteitsslag in de vorm van selectie en ontwikkelplannen. Begrijpelijkerwijze vergezeld door de nodige stress, onzekerheid en onrust. Hetgeen ook aan de doelgroepen van LANDER absoluut niet ongemerkt voorbij ging.
5 JAARVERSLAG 2012
Het stemt tot grote tevredenheid dat de organisatie, beter gezegd: de mensen in de organisatie, dit goed heeft verwerkt en de winkel goed open heeft gehouden, en dan ook nog eens ruim binnen de begrotingsdoelstellingen is gebleven. Dit geeft groot vertrouwen voor de verwerking van de komende forse veranderingen.
Namens het algemeen bestuur, Mevrouw C.A.A. van Rhee-Oud Ammerveld Voorzitter
met vertrou w en de toekomst in
MISSIE EN BELEID
Reeds begin 2011 stelde het bestuur van LANDER het (aanvullende) beleidsplan ‘Tijd voor Prioriteit’, vast voor de periode 2012-2013. Met als bijzondere focus de forse korting op de SW-rijkssubsidie en de sterke terugloop van het aantal WWB-trajecten. De uitvoering van het beleidsplan heeft inmiddels geleid tot zodanige stroomlijning van de organisatie, qua volume en opzet, dat deze “wetswijziging voorbereid” en “laag kostenniveau” combineert. De nieuwe - de WWNV opvolgende Participatiewet levert nieuwe uitdagingen op, die in het nieuwe beleidsplan voor 2014 e.v. een plaats zullen moeten vinden. Voor een korte vooruitblik wordt verwezen naar de betreffende paragraaf in dit jaarverslag op pagina 19. De missie van LANDER bleef onveranderd van kracht: LANDER biedt werk aan mensen die niet op eigen kracht een baan kunnen vinden of begeleidt hen naar een plek op de reguliere arbeidsmarkt. Iedereen komt zo aan het werk, bij voorkeur op een werkplek bij een werkgever of anders bij een van de onderdelen van LANDER.
Voor LANDER zijn belangrijk de Wet sociale werkvoorziening (WSW), de Wet werk & bijstand (WWB), de voormalige Instroom- en Doorstroom-regeling (I/D), de voormalige Wet inschakeling werkzoekenden (WIW), de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA), de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (WAJONG) en de algemene Wet bijzondere ziektekosten (AWBZ). In de praktijk van alledag doet de regeling er niet zo veel toe. In principe kan voor iedere cliënt of medewerker hetzelfde instrumentarium worden gebruikt. Afhankelijk van de individuele wensen en behoeften van (aspirant-) werknemers en werkgevers probeert LANDER regelingen zo flexibel mogelijk toe te passen. Bovendien werkt LANDER waar nodig met andere partijen samen om uitplaatsing te realiseren.
Met keurmerk!
JAARVERSLAG 2012
6
LANDER als ontwikkelaar In de ontwikkelorganisatie wordt als het ware gewerkt met één standaard aanpak: – Diagnose in de vorm van self-assessment (doel: achterhalen van de echte drijfveren van cliënten). – Assessment in een ‘echte werksituatie’, via de instrumenten die LANDER daarvoor heeft, zoals het Werkportaal. Het gaat om het doen van waarnemingen in een echte werksituatie om te beoordelen welke kansen een kandidaat heeft. – Beschut werk kan het eindresultaat zijn indien uit het assessment blijkt dat (verticale) arbeidsontwikkeling niet meer mogelijk is. Verticale arbeidsontwikkeling is hier dan in feite niet meer nodig en mag van de kandidaat dan ook niet gevraagd worden. Verhoging van loonwaarde blijft wel een doel. – Een kandidaat kan (tijdelijk) terecht komen bij onderdelen van LANDER zelf omdat er nog aan werknemersvaardigheden of vakvaardigheden gewerkt moet worden wil iemand op termijn bij een werkgever aan de slag kunnen. LANDER Werken/Leren is hier de ‘specialistische werkgever’ die arbeidsontwikkeling biedt zodat plaatsing bij reguliere werkgevers binnen twee jaar wel mogelijk is. Bovenliggend doel is immers uitstroom. – Een kandidaat kan rechtstreeks naar een werkgever als direct na het doorlopen van het Werkportaal plaatsing bij een werkgever mogelijk is. Dit kan bijvoorbeeld bij een indicatie begeleid werken, waar duidelijk is dat plaatsing bij een werkgever binnen drie maanden haalbaar is.
missie en beleid
LANDER heeft de toekenning voor het keurmerk Blik op Werk. Dit keurmerk wordt uitgegeven door de stichting Blik op Werk en is een hoogwaardig en onafhankelijk betrouwbaarheidskeurmerk, dat basisgarantie biedt voor kwaliteit. Het Blik op Werk-keurmerk is ontwikkeld voor dienstverleners die bijdragen aan de inzetbaarheid en inburgering van werkenden en niet-werkenden in Nederland. Het keurmerk maakt de markt transparant en borgt de kwaliteit van werkzaamheden. Centraal in het keurmerk staat de cliënt die gebruik maakt van de dienstverlening. Dienstverleners komen alleen in aanmerking voor het keurmerk als hun cliënten tevreden zijn over de geleverde dienstverlening en als ze hun afspraken zijn nagekomen. Ook de tevredenheid van opdrachtgevers en hun mening over het nakomen van afspraken, weegt zwaar mee in de beoordeling. Voor cliënten van LANDER biedt het keurmerk de garantie dat zij haar afspraken nakomt. Voor inkopers en casemanagers van gemeenten, UWV en verzekeraars of werkgevers is het keurmerk een duidelijk selectie- en gunningscriterium.
Met goed instrumentarium LANDER werkt op gestructureerde wijze aan arbeidsontwikkeling. Daarbij hoort een systematische inzet van diagnose, assessment en meting van loonwaarde, met Dariuz® Wegwijs in waardering. Het Dariuz-instrumentarium is volledig in de interne begeleidingsprocessen van LANDER geïmplementeerd. Uitvoerders op jobcoachniveau zijn daarvoor op maat gecertificeerd.
DE BUITENWERELD
Dariuz® is een samenhangend pakket. Het is samengesteld uit het beste van het Diagnose Methode Activeringspotentieel (DMA), de Vragenlijst Prestatiemogelijkheden (VPM) en de ATLANDER-norm®. Het systeem is heel gebruiksvriendelijk, met de cliënt of (SW-)medewerker als uitgangspunt. Het is opgezet volgens de criteria van het keurmerk Gewone Taal. Bovendien is Dariuz® breed inzetbaar door de combinatie van wetenschappelijke onderbouwing en de praktijkkennis van professionals. Nu én in de toekomst. De kwaliteit van de methode blijft gewaarborgd en up-to-date door unieke training en certificering voor professionals. Het bijzondere van Dariuz® is het integrale karakter. Door de integrale opzet wordt informatie over de cliënt of (SW-)medewerker direct in concrete vervolgstappen vertaald, terwijl de professional zelf de regie over het traject houdt. Door de web based applicatie wordt alles in een uniek normbestand vastgelegd. Efficiënt benchmarken noemen we dat.
www.dariuz.nl
Zat men op de goede plaats?
Voor 31 december van het verslagjaar stond de doelstelling dat minimaal 33% van de doelgroep bij derden werkt (in detachering en begeleid werken). LANDER haalde deze doelstelling: zij kwam uit op 33,2%, een verbetering met circa 2 procentpunten ten opzichte van de situatie per ultimo 2011. Voorts was het doel om per 31 december 2012 op maximaal 38% binnen uit te komen (in de industrie). Per ultimo 2012 realiseerde LANDER deze doelstelling, met de behaalde 43,0%, niet.
Figuur: Verdeling binnen / buiten / derden 2012
Wet sociale werkvoorziening (WSW) De laatste wijziging van de WSW is van 2008. Deze kostte veel energie, maar is in de regio zonder problemen verwerkt. In 2010 werd de SW-sector geconfronteerd met een per 1 januari 2011 ingaande zware korting op de rijkssubsidie per SE. Een korting die LANDER vanaf het jaar 2011 ruim € 1,5 mln per jaar kost. Bij het aantreden van het kabinet Rutte I werd duidelijk dat vanaf het jaar 2013 de rijkssubsidie in stappen verder verlaagd zal worden naar € 22.050 per SE in 2015. Bij het aantreden van Rutte II werd de pijn niet verzacht, maar over meerdere jaren gespreid. Vanaf 2019 moet met ruim € 5.000 minder subsidie per SE worden gewerkt dan het niveau van 2010. De bestaande dienstverbandverplichtingen blijven bestaan, evenals de cao. Voor (de deelnemende gemeenten in) LANDER is dit een structurele daling van de subsidie met ruim € 5 mln per jaar, waartegenover per WSW-er gelijkblijvende (WSW–dienstbetrekkingen) verplichtingen blijven bestaan. Dit alles legt een grote negatieve druk op het zogenaamde ”subsidieresultaat”. Vanwege de stop op de WSW-instroom zal het volume aan WSW-ers vanaf 1 januari 2014 teruglopen (zie hierna bij Participatiewet).
Wet werk & bijstand (WWB) en het Participatiebudget Met het participatiebudget (PB) hebben gemeenten meer ruimte eigen beleidsafwegingen te maken, toegesneden op de lokale en regionale praktijk. Gemeenten hebben meer mogelijkheden om maatwerk aan de burger te bieden en zijn vrij in de keuze van instrumenten. Ook participatiebudgetten ontkomen niet aan financiële ingrepen van de rijksoverheid. Huidige beeld voor het jaar 2013 is dat – na eerdere inkrimping – sprake is van enige stabilisatie van de daling van de gelden in het participatiefonds (althans het deel dat bestemd is voor re-integratie). Maar verdere aanzienlijke daling ligt met de komst van de PW in het verschiet. Het feit dat gemeenten structureel minder geld hebben respectievelijk terughoudend zijn met opdrachten was bij LANDER zeer goed merkbaar. De WWB-opdrachten droogden nagenoeg op.
de buiten w ereld
7 JAARVERSLAG 2012
Natuurlijk blijft regulier werk, zo nodig met een loonkostensubsidie, het hoogste doel. In lijn met de doelstelling van brancheorganisatie CEDRIS beschouwt LANDER het ‘buiten’ de muren van de LANDERvestigingen werken en het gedetacheerd werken van SW-ers bij werkgevers (‘derden’), als waardevolle (en soms maximaal haalbare) stappen in de arbeidsontwikkeling. Waarbij uitdrukkelijk wordt ingezet op maximalisering van de gerealiseerde loonwaarde.
Zelden is de opdracht van de Gemeenschappelijke Regeling (GR) zo in beweging geweest als nu en in de nabije toekomst.
De Participatiewet
Two ticks to match
Alhoewel de Participatiewet (PW) veel overeenkomsten heeft met de eerder verwachte Wet Werken naar Vermogen (WWNV) zijn een aantal essentiële wijzigingen te melden. Anders dan in de WWNV hebben gemeenten niet meer de verplichting vrijgevallen plaatsen in de werkvoorziening op te vullen, voor wat betreft het zogenaamde “nieuw beschut”. Daarnaast kan voor iedereen die onder de PW valt het systeem van loondispensatie (betaling onder minimumloon) worden toegepast. Wat ongewijzigd blijft ten opzichte van de WWNV is de instroomstop van de WSW oude stijl, per 1 januari 2014.
LANDER neemt deel aan de pilot “het stimuleren van de omslag van SW-bedrijven naar arbeids-ontwikkelbedrijven” van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, met daarin specifiek aandacht voor de ontwikkeling van de dienstverlening aan werkgevers. LANDER wil hierdoor meer en goede matches met werkgevers tot stand brengen door gebruik te maken van de (verzamelde) vraag naar competenties van werkgevers en de (verzamelde) beschikbare competenties van werknemers. LANDER ontwikkelde daartoe met partners een geautomatiseerd uitvraagsysteem bij werkgevers “two ticks to match”, dat deze vraag vervolgens verbindt aan de competenties van werknemers. Deze functionaliteit is in 2011 als module toegevoegd aan Dariuz. Zij wordt onder meer gebruikt in enkele pilots “jobcarving”. In het afgelopen verslagjaar hebben diverse bedrijven In Nederland de module gekocht en is eind 2012 de doorontwikkeling van de module gestart.
Regionaal Sociaal Akkoord Rivierenland
JAARVERSLAG 2012
8
In november 2011 is een akkoord getekend over het plaatsen van 200 werkzoekenden met een achterstand op de arbeidsmarkt. Dit akkoord moet een stimulans geven aan een nog hechtere samenwerking tussen werkgevers en de bemiddelaars. Het akkoord is getekend door LANDER werk & participatie en de partijen: VNO-NCW Rivierenland, Programmaraad Participerend Rivierenland (namens de gemeenten), Provincie Gelderland, UWV WERKbedrijf en de vakbonden ABVAKABO FNV en CNV Publieke Zaak. Voor het concretiseren van het akkoord is het MVO Platform Rivierenland opgericht. Dit is een platform van, voor en door werkgevers dat duurzaam blijft investeren in werk- en stageplekken voor groepen die het niet zonder steun redden op de arbeidsmarkt. Dit platform ontwikkelt activiteiten om de doelstelling van 200 banen/werkervaringsplaatsen te behalen voor deze doelgroep. Natuurlijk zijn al veel mensen uit de doelgroep werkzaam bij werkgevers. Met deze afspraken wordt een begin gemaakt met structurele samenwerking tussen werkgevers en gemeenten en uitvoerders om in de toekomst duurzame plaatsen te realiseren. Dit sluit naadloos aan op de komende PW. Het is zeer verheugend te kunnen melden dat per eind verslagjaar reeds zo’n 150 plaatsingen waren gerealiseerd, waarvan een groot deel via de betrokkenheid van het accountmanagement van LANDER.
Sociaal ondernemen In zijn algemeenheid kan worden geconstateerd dat de omgeving van LANDER steeds meer openstaat voor “maatschappelijk ondernemen”, onder andere door inzet van doelgroepen van LANDER. LANDER stimuleert en ondersteunt dit, en profiteert graag, voor haar doelgroepen. In 2011 is LANDER met zes andere SW-bedrijven, zes grote bedrijven (waaronder Heijmans en van Gansewinkel), en TNO, begonnen met de bouw van de “Prestatieladder Socialer Ondernemen” (PSO). Met de PSO kan objectief worden vastgesteld in welke mate een bedrijf bijdraagt aan de werkgelegenheid van mensen met een kwetsbare arbeidsmarktpositie. In juni 2012 is een web based tool operationeel geworden waarmee werkgevers direct kunnen meten of ze in aanmerking komen voor een certificaat. In het voetspoor van enkele grote gemeenten past LANDER haar inkoopbeleid begin 2013 aan en worden voor het leveren van goederen en diensten bedrijven uitgenodigd die een PSO-certificaat hebben. Eind 2012 waren 22 bedrijven gecertificeerd (waaronder 2 bedrijven met meer dan 5.000 medewerkers) en liepen nog 21 aanvragen en audits. De certificering van bedrijven is eind 2012 functioneel ondergebracht bij Blik op Werk.
Marktbewerking Met de nieuwe organisatie van LANDER is de marktbewerking breder in de organisatie neergelegd. Naast het vaste accountmanagersteam zijn de jobcoaches en praktijkbegeleiders, die dagelijks over de vloer komen bij werkgevers, nog veel meer gespitst op baan- en werkopeningen. Dat betekent naast de aandacht voor begeleiding van
D e buiten w ereld
9 JAARVERSLAG 2012
Team Accountmanagement LANDER
de cliënt/medewerker ook het gesprek met de werkgever over ontwikkelingen en bedrijfsvoering. Hierin stelt LANDER zich op als partner van de werkgever in de personeelsvoorziening. Naast de individuele plaatsingen is er meer aandacht gekomen voor groepsplaatsingen. In deze vorm wordt een groep medewerkers van LANDER bij een werkgever geplaatst, bijvoorbeeld door de volledige bemensing van een productielijn. Hiermee ontzorgen we de werkgever. Daarnaast kunnen wij met onze ervaring met in-/verpakken en montage de werkgever adviseren in het slimmer inrichten van het proces.
Daalderop, waar circa 35 LANDER-medewerkers zijn geplaatst. De accountmanagers van LANDER zijn getraind in het toepassen van functiecreatie. Functiecreatie is een methode waarbij werkprocessen worden herontworpen en taken herschikt. Hiermee worden eenvoudige taken gebundeld en komen functies beschikbaar voor de doelgroep van LANDER. De hoger opgeleide medewerker kan zich nog meer richten op taken op zijn niveau en expertise. Met name in sectoren waar, op termijn, personeelstekort wordt verwacht, is dit een interessante optie. Momenteel loopt een pilot bij een grote zorginstelling.
Groepsplaatsingen bieden de mogelijkheid om ook medewerkers te detacheren, die het in een individuele plaatsing (nog) niet zouden redden. Bij circa 12 bedrijven heeft LANDER inmiddels een dergelijke groepsplaatsing. Een mooi voorbeeld is onze samenwerking met Itho
Al onze inspanningen hebben geleid tot zodanige nieuwe uitplaatsingen, dat daarmee onze doelstelling van een netto-groei van de detacheringen en loonkostensubsidieplaatsingen met 55, bijna is behaald. Deze groei past bij onze ambities, ook in deze economische laagconjunctuur.
D e buiten w ereld
SAMENWERKING Partners in dienstverlening Het past in de strategie van LANDER om de dienstverlening te versterken door deze over te hevelen naar reguliere marktpartijen. Hierdoor stelt LANDER zich steeds meer op als intermediair en begeleider. Met AVRI is een pilot gestart. Met deze pilot is het complete Groenteam in de gemeente Buren onder aansturing gekomen van AVRI. Door de samenwerking met AVRI ontstaat meer efficiency in het onderhouden van de openbare ruimte en daarom kunnen onze medewerkers ook andere taken gaan uitvoeren. In 2013 wordt deze pilot geëvalueerd en wordt bepaald of deze aanpak breder in de regio kan worden toegepast. Voor de schoonmaak wordt samengewerkt met een aantal regionale schoonmaakbedrijven. Zowel door onderling uitwisselen van werk, als door inbreng van schoonmaakexpertise.
Werkgeversadviespunt Rivierenland
JAARVERSLAG 2012
10
In de werkgevers-marktbenadering wordt intensief samengewerkt met de adviseurs van het Werkgeversadviespunt Rivierenland (WAPR). Door deze samenwerking en afstemming vormen we voor werkgevers zoveel als mogelijk een gezamenlijk loket voor de vraag om personeel. Daarnaast vergroten we door de uitwisseling van vacatures en baanopeningen de kansen voor alle doelgroepen in de regio. De accountmanagers van LANDER vormen koppels met de WAPR-adviseurs in de subregio’s. Daarnaast draaien zij mee in overleggen en trainingen. Het voornemen blijft bestaan om op termijn het accountmanagement van LANDER te integreren in het WAPR. Dit hangt mede samen met de besluiten die worden genomen in het proces Regionale Infrastructuur Werk en inkomen (RIW).
systeem van cliëntdiagnose, assessment en loonwaardebepaling, door middel van een via internet toegankelijke web-applicatie gecombineerd met trainings- en certificeringsomgeving van gebruikers. Ook in het verslagjaar is er weer fors in het systeem geïnvesteerd. Zo is op verzoek van gemeenten gestart met het bouwen van de Dariuz WegWijzer. Doel van deze module van Dariuz is een snelle eerste indeling van de populatie naar cliëntstromen: direct werk, loondispensatie, leer/werk traject en beschut werk. In de loop van 2012 konden gemeenten het systeem gaan gebruiken voor de eerste indeling van klanten. In 2012 werd het ook mogelijk om een volledige bestandsanalyse uit te voeren met de data die via Dariuz verzameld zijn. Zo kunnen Dariuz-gebruikers uitspraken doen (op bestandsniveau) van de afstand tot de arbeidsmarkt, obstakels bij het zoeken en vinden van werk, kwalificaties, attitude en motivatie van klanten. LANDER heeft hier weer de nodige kennis voor ingebracht. De verkoopvooruitzichten van Dariuz lijken gunstig. Zeker nu in de komende Participatiewet loondispensatie naar verwachting over de volle breedte kan worden toegepast. Daarbij moet altijd een loonwaardemeting worden uitgevoerd. Dit is een belangrijk product van Dariuz.
TNO
LANDER is sinds 2011 aangesloten bij Locus. Locus is een stichting van CEDRIS en Divosa, die als doel heeft het verbeteren en afstemmen van de dienstverlening vanuit regionale/lokale uitvoering naar landelijk opererende werkgevers. Voorbeelden zijn de samenwerking met de NS en Jumbo Supermarkten. Voor LANDER heeft dit nog niet geleid tot concrete plaatsingen. Locus is ook platform voor kennisdeling en in die zin van toegevoegde waarde.
LANDER en TNO hebben een samenwerkingovereenkomst, met als doel wetenschappelijk onderbouwde systemen op het vlak van arbeidsontwikkeling in de praktijk te testen. Beide partijen wisselen, op voorhand, informatie uit over de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van kennisontwikkeling ten aanzien van re-integratiemarkt en kwaliteitsverbetering. Ook kunnen gezamenlijk projecten worden opgestart. In 2012 hebben we, samen met TNO en anderen, twee projecten uitgevoerd. Het project PSO – samen met 6 reguliere bedrijven – is uitgevoerd en opgeleverd in dat jaar. In 2012 is ook het project prestaties en presentaties (resultaten in beeld brengen van SW-bedrijven) opgestart, uitgevoerd en opgeleverd aan SBCM. Beide projecten zijn van cruciaal belang voor het verbinden van werkgevers aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt en het transparant maken van prestaties van SW-bedrijven.
Dariuz
Containercleaning
Dariuz, een minderheidsdochter van LANDER, biedt – in eerste instantie aan de SW-sector, maar vanaf 2012 steeds meer ook aan gemeenten – een volledig samenhangend en uitgebalanceerd
Samen met AVRI heeft LANDER in 2009 een bedrijf voor het reinigen van (huishoudelijke) vuilcontainers opgezet. In het verslag jaar bediende een speciaal reinigingsvoertuig ruim 500 huishoudens.
Locus
samen w erking
11
Secunda Kringloopwinkel Secunda, een gezamenlijke dochter van LANDER en AVRI, deed het ook in 2012 bijzonder goed: maar liefst zo’n 907 ton (stijging met ruim 20% ten opzichte van 2011) aan goederen werd van de afvalhoop gered en hergebruikt. En daarbij werd ook nog behoorlijk winst gemaakt. In het verslagjaar werden de verkoop- en opslagruimte fors uitgebreid.
RIW De gemeenten Tiel, Neerijnen, Neder-Betuwe, West Maas en Waal, Maasdriel, Zaltbommel, Culemborg en Geldermalsen, het UWV en LANDER hebben de handen ineen geslagen. Zij werken samen aan één regionale infrastructuur voor werk en inkomen (RIW),
als logische uitwerking van de regionale visie op het sociaal domein. Deze samenwerking heeft eind december 2012 haar eerste vruchten afgeworpen. De betrokken partijen hebben ambtelijk hun akkoord gegeven aan het inhoudelijk model en eind van het verslagjaar besloten dit voor te leggen aan de colleges (en het dagelijks bestuur van Lander) en gemeenteraden (en het algemeen bestuur van LANDER). Dit goedkeuringsproces loopt nog, en is bij een aantal van de genoemde gemeenten reeds positief afgesloten. Het algemeen bestuur van LANDER heeft voor wat betreft dit inhoudelijk model geen eigen besluitvorming nodig geacht, gelet op het karakter van het model, en “lift mee” met de besluitvorming bij de deelnemende gemeenten. Onderdeel van het aan gemeenteraden voorgelegde besluit was om de volgende opdrachten aan een ambtelijke projectgroep RIW (waarin ook LANDER is vertegenwoordigd) te geven: - Gebruik dit inhoudelijk model als kader voor de verdere uitwerking van een samenwerkingsmodel (organisatie), waarin de structuur, sturing en financiële effecten worden verwerkt. - Gebruik bij het uitwerken de financiële uitgangspunten uit het inhoudelijke model als randvoorwaardelijk kader. Inmiddels is de verkenning naar een optimaal organisatorisch model in volle gang.
samen w erking
JAARVERSLAG 2012
Helaas moesten we eind 2012 constateren dat het concept onvoldoende afnemers trekt, ondanks intensieve marktbewerking. De samenwerking zal dan ook in de loop van 2013 worden beëindigd.
ORGANISATIE
JAARVERSLAG 2012
12
Inleiding
SMART resultaatgericht
LANDER is als organisatie vooral naar buiten gericht. De interne organisatie volgt de behoeften van die omgeving. In het verslagjaar is de organisatie – langs de lijnen van “Tijd voor prioriteit” – aangepast op de komende wetswijziging. Dit heeft geleid tot een organisatiewijziging, geeffectueerd in het voorjaar van 2012, die uitgaat van het leidende principe dat LANDER als kerntaak heeft om alle groepen die niet volledig in staat zijn om het wettelijk minimumloon te verdienen en die onder de Participatiewet vallen een aanbod te doen. Uitgangspunt van de organisatiewijziging is ‘extern werken tenzij…’. Met optimale kwaliteit, zo laag mogelijke kosten en zo effectief mogelijk. Samen met andere partijen in de regio willen we komen tot een zo ‘lean en mean’ mogelijke uitvoering, opdat de beschikbare budgetten vooral kunnen worden ingezet voor het maatschappelijke doel.
In 2012 is het ‘Resultaatgericht Werken’ verder uitgerold in de organisatie. Bij deze methode worden medewerkers aangestuurd door concrete doelstellingen en resultaten te formuleren. De missie, visie, en strategische doelstellingen van onze organisatie vormen hierbij uitgangspunt. In 2013 zal dat verder worden uitgebouwd door de introductie van een scorecard.
Om deze missie en doelstelling optimaal te dienen en de gewijzigde omstandigheden zo goed mogelijk het hoofd te bieden, is de organisatie vormgegeven rond een primair proces (zie het schema bij het hoofdstuk Missie en beleid) dat zich richt op de optimale route van cliënten richting de plek die bij hen past. Dit volgens het leidende principe van ‘extern werken tenzij…’.
Werkbedrijf bijgesteld Met de organisatie-aanpassingen conform ‘Tijd voor Prioriteit’ zijn nieuwe teams ontstaan en zijn nieuwe functies benoemd. Tijdens de ‘verbouwing’ bleef de ‘winkel’ uiteraard gewoon open. Dit heeft wel voor een flinke (in)spanning gezorgd bij zowel het staf- en kaderpersoneel en regelmatig ook bij de WSW-medewerkers. Iedereen heeft zijn weg moeten vinden in nieuwe werkprocessen en nieuwe samenwerkingsverbanden. Hiermee staat er nu een organisatie die sterk gericht is op de doorstroom van medewerkers naar externe werkgevers. Voor de groep met de grootste afstand tot de reguliere arbeidsmarkt is een beschutte werkomgeving beschikbaar.
Figuur: organigram (vanaf voorjaar 2012)
DIRECTIE Arbeidsmarkt & Productontwikkeling
MT-ondersteuning
F&I (Financial Control)
P & O/HRM (Social Control) Werkbedrijf
Accountmanagement/ werkgeversbenadering Op termijn naar WAPR
Werkportaal
1 2 3 4
advisieur onderzoek medew. onderzoek psycholoog administratief medewerker
O rganisatie
1 jobcoach 2 praktijkbegeleider
Team Extern werken
• jobcoach
Bedrijfsbureau
Team Werken & Leren
• jobcoach • praktijkbegeleider • voorman
Team Beschut werken WMO/AWBZ • praktijkbegeleider Beschut • voorman
Reorganisatie
Personeel en cliënten
2012
2011
1.012
996
893
880
74
73
191
295
WWB-medewerkers (personen per ultimo)
2
33
WWB-loonkostensubsidie (personen per ultimo)
3
9
WWB-trajecten zonder dienstverband (gemiddeld)
56
71
WIW-medewerkers (personen per ultimo)
10
18
I/D (personen per ultimo)
14
22
(Semi-)ambtelijke medewerkers (fte per ultimo)
80
91
In het eerste kwartaal van 2012 heeft het grootste deel van de personele herinrichting als gevolg van ‘Tijd voor Prioriteit’ plaats gevonden. Vanwege de forse krimp en de keuze voor kwaliteit van staf- en kaderpersoneel bij de werving & selectie, was op voorhand al duidelijk dat gedwongen ontslagen niet waren uit te sluiten. Dertien (semi-)ambtenaren zijn per 1 april 2012 niet benoemd in een nieuwe functie. Vanuit het Mobiliteitsbureau werd/wordt samen met hen gezocht naar een passende functie binnen of buiten LANDER en wordt indien dit niet lukt de ontslagprocedure opgestart. Twee medewerkers zijn inmiddels geplaatst binnen de organisatie. In 2012 is inmiddels aan zes medewerkers eervol ontslag verleend. Begin 2013 volgt nog voor drie andere medewerkers eervol ontslag. Van twee medewerkers loopt de re-integratiefase nog tot in 2014. Uiteraard zijn de inspanningen erop gericht ook deze twee medewerkers zo snel mogelijk te plaatsen in een passende functie binnen of buiten de organisatie.
Huisvesting 13
Inmiddels is in het kader ‘Tijd voor Prioriteit’ de huisvesting van de afdeling Business Post te Tiel op 31 december 2012 gesloten. Het pand aan de Morsestraat te Tiel van team Werkportaal wordt per 1 april 2013 verruild voor een beter toegesneden pand (eveneens gehuurd) aan de Stephensonstraat te Tiel. Hier is tevens extra kantoorruimte beschikbaar, waardoor in oktober 2013 ook het Beursplein Tiel op twee kantoortjes na zullen zijn verlaten. LANDER blijft daar uitdrukkelijk wel als ketenpartner aanwezig. De vestiging aan de Unieweg te Zaltbommel staat in de openbare verkoop.
WSW- medewerkers Aantal se (gemiddeld) Aantal fte in dienst (gemiddeld) Aantal fte begeleid werken (gemiddeld) Wachtlijst WSW (per ultimo) Trajecten naar Werk
Ziekteverzuim Het ziekteverzuimpercentage 2012 onder de SW-doelgroep is ten opzichte van 2011 gestegen van 11,0 naar 11,7%. LANDER heeft in 2012 een onrustig jaar achter de rug. Door de reorganisatie zijn leidinggevenden vertrokken of van afdeling of team gewisseld. Overdracht naar een nieuwe leidinggevende heeft geleid tot onrust en spanningen bij de doelgroep. Daarnaast maken doelgroepmedewerkers zich zorgen over hun toekomst. Welke consequenties heeft de Participatiewet (daarvoor de WWNV) voor hun baan? Worden tijdelijke dienstverbanden van SW-medewerkers op termijn nog omgezet in een dienstverband voor onbepaalde tijd? Deze ontwikkelingen hebben een negatief effect op het ziekteverzuim gehad. Bij de (semi-)ambtenaren is het verzuimpercentage met 4,6 procentpunt gestegen tot 7,8%. Een groot deel van dit verzuim bestaat uit medewerkers met langdurig verzuim (langer dan 42 weken).
organisatie
JAARVERSLAG 2012
Het laatste kwartaal van het jaar moest ook een forse inspanning worden geleverd om de uitbreiding van de WSW-taakstelling te organiseren. Daarom is binnen het team Werken & Leren aan het einde van het verslagjaar een aparte diagnoseafdeling ingericht, die de ruimte heeft om nieuwe medewerkers goed op te vangen en in beeld te brengen. Dit is een tijdelijke aanvulling op het Werkportaal voor nieuwe instroom. Eind 2012 heeft de afdeling Business Post zijn deuren gesloten. Alleen de koeriersactiviteiten blijft LANDER uitvoeren. Voor de meeste postmedewerkers was het een moeilijk afscheid. Met hun inzet en loyaliteit hebben medewerkers en begeleiders tot het einde toe kwaliteit geleverd voor onze klanten, waarvoor grote waardering op zijn plaats is. Het grootste deel van de opdrachten kwam van de gemeenten in de regio. Deze gemeenten hebben het postwerk aanbesteed, waarna het postwerk bij PostNL terecht is gekomen, helaas zonder sociale paragraaf. De doorstroom van onze postmedewerkers naar PostNL is – ondanks een landelijk convenant – nog niet op gang gekomen, omdat PostNL zich zelf regionaal nog oriënteert op het anders organiseren van zijn werk. Met de regionale postbezorger Gerto Streekpost heeft LANDER een samenwerkingsovereenkomst voor de bezorging van post in Tiel en Culemborg. De oude Businesspost-medewerkers hebben inmiddels allen een nieuwe werkplek gevonden.
Een klein aantal is arbeidsongeschikt met werkgerelateerde klachten c.q. als (in)direct gevolg van de reorganisatie. De grootste groep heeft klachten die daar los van staan. Om ziekteverzuim aan te pakken kiest LANDER voor focus op datgene wat medewerkers nog wél kunnen, niet op wat ze niet (meer) kunnen. Dat betekent snelle interventies, een persoonlijke aanpak en duidelijke directe communicatie. Hierin bieden onder andere de bedrijfsarts en bedrijfsverpleegkundigen een goede ondersteuning.
Werkplekonderzoeken Op verschillende werkplekken zijn in 2012 werkplekonderzoeken uitgevoerd. Klachten over de werkomgeving en/of lichamelijke klachten waren veelal de aanleiding. De oplossing ligt meestal op het vlak van ergonomische verbeteringen op de werkplek.
Opleidingen Tabel: Ziekteverzuim
2011
2011
2012
2012
Inclusief Exclusief Inclusief Exclusief zwangerschap zwangerschap zwangerschap zwangerschap
JAARVERSLAG 2012
14
SW
11,2%
11,0%
11,8%
11,7%
WWB/WIW
14,7%
14,1%
13,1%
13,1%
Doelstelling
11,5%
Landelijk verzuimpercentage SW
13,0%
Ambtenaren
4,1%
3,2%
11,0%
8,0%
7,8%
ARBO-jaarverslag Bedrijfshulpverlening/EHBO In 2012 is er in overleg met de OR een nieuwe BHV-regeling tot stand gekomen die de continuïteit van de BHV-taken waarborgt. Komend jaar ligt de nadruk binnen de BHV op het opleiden en oefenen. Achttien medewerkers hebben in het achterliggende jaar EHBOherhalingslessen gevolgd. 60 medewerkers hebben de herhalingslessen voor HGA (hulpverlening geïsoleerde arbeid) gevolgd. Ongevallen Het aantal ongevalmeldingen bedroeg in 2012 in totaal 32. De oorzaken van de incidenten zijn grotendeels te herleiden tot gedrag dat vermijdbaar is. Op organisatorische gebied worden ‘onjuiste werkmethode’ (3) en ‘onvoldoende afstemming’ (5) als mogelijke oorzaken gemeld. Kijkend naar de handelingen bij het uitvoeren van de taken, wordt ‘onveilige houding/plaats’ (8) als vaakst voorkomende oorzaak gemeld. Ook wordt onwel worden 8 keer als oorzaak gemeld. In totaal hebben ongevallen geleid tot 226 dagen verzuim. In 2012 heeft LANDER van de inspectie SZW een boete (€ 6.750) opgelegd gekregen in verband met een bedrijfsongeval dat in 2011 heeft plaats gevonden. De inspectie constateerde dat LANDER beter had moeten toezien op het juist gebruik van beschermingsmiddelen.
organisatie
Het jaar 2012 was een jaar vol van bezuinigingen en veranderingen. Toch heeft LANDER als vanouds scholing en ontwikkeling ingezet als instrument om de stap naar de arbeidsmarkt te ondersteunen. Door leren en werken te combineren, speelt LANDER in op de vraag van de arbeidsmarkt naar geschoold personeel met werkervaring. Veel van onze medewerkers zijn laag opgeleid en hebben slechts beperkte werkervaring. Dit vraagt om investering in beroepsopleidingen en de ontwikkeling van competenties en vaardigheden waar werkgevers behoefte aan hebben. Er is veel inspanning verricht om het scholingsen trainingsaanbod hierop af te stemmen. Open leercentrum Een groot deel van het opleidingsaanbod voor de doelgroep wordt ontwikkeld en aangeboden vanuit het Open leercentrum (OLC) van LANDER. Ieder jaar wordt het aanbod bijgesteld en aangevuld met trainingen die op actuele vragen inspelen. Alle OLC-activiteiten worden waar mogelijk dicht bij de werkvloer georganiseerd. Dit verbetert de koppeling tussen leren en werken. De cursussen in het OLC zijn in de loop van de jaren steeds sterker op doorstroom en uitstroom gericht. Op verschillende OLC-locaties worden sollicitatietrainingen gegeven en in de daaraan gekoppelde sollicitatieclubs kunnen de deelnemers hun sollicitatie-ervaringen bespreken. Zij kunnen er ook vacatures zoeken, sollicitatiegesprekken oefenen of hun CV uitwerken. Tijdens de trainingen in werknemersvaardigheden en sociale vaardigheden wordt aan de ontwikkeling en verbetering van beroepscompetenties gewerkt. Het gaat daarbij om bijvoorbeeld flexibiliteit, samenwerken en zich aan regels houden. Wekelijks maken circa 220 personen gebruik van de drie OLC-computerruimten om aan hun digitale vaardigheden of taal- en rekenvaardigheden te werken. E-learning krijgt steeds meer aandacht binnen het OLC. Er is een breed aanbod van laagdrempelige programma’s die de ontwikkeling van basisvaardigheden ondersteunen. VCA Een VCA-certificaat wordt veel gevraagd op de arbeidsmarkt. VCA staat voor Veiligheidschecklist Aannemers. Voor Bedrijven die VCA-gecertificeerd zijn is het verplicht dat al hun medewerkers een VCA-basis certificaat hebben. Vaak zijn dit bedrijven in de sectoren bouw, logistiek en groen.
Het is niet eenvoudig een VCA-certificaat te behalen. De theorie is uitgebreid en de exameneisen streng. Het behalen van een VCA-certificaat vergroot de uitstroomkans op een externe werkplek. LANDER heeft daarom dit jaar wederom fors ingezet op het behalen van VCAcertificaten. Hiervoor is een aangepaste opleiding aangeboden. Het resultaat van deze investering mag er zijn: maar liefst 44 medewerkers behaalden een VCA-basiscertificaat. In 2013 wordt dit voortgezet.
1. Management Developmenttraject voor MT-leden, teammanagers en coördinatoren. 2. Training voor de gemeenschappelijk te ontwikkelen competenties voor de overige functies, zoals commercieel handelen voor jobcoaches, plannen en organiseren en ontwikkelingsgericht leidinggeven voor praktijkbegeleiders. Deze trajecten worden voor het merendeel begin 2013 afgerond. Daarna wordt geëvalueerd hoe de verkregen kennis en vaardigheden in de organisatie kunnen worden geborgd. Daarnaast hebben alle jobcoaches en praktijkbegeleiders intern een training methodisch begeleiden gevolgd. In 2013 wordt dit voortgezet in de vorm van supervisie.
Tabel: Kwantitatieve resultaten Open Leercentrum 2012 Beroepsopleiding
Niveau
Basiscursus groen
Aantal deelnemers 8 deelnemers
BBL-assistent-medewerker groen
1
7 diploma’s
BBL-medewerker groen
2
6 diploma’s
BBL-horeca
2
11 diploma’s
AKA
1
25 diploma’s
Specifieke bekwaamheden Rijbewijs E (aanhanger)
3
Heftruck- en reachtruckcertificaat
45 certificaten
VCA-basiscertificaat
44 certificaten
Sollicitatietraining
66 deelnemers
Werknemersvaardigheden Sociale vaardigheden
15 JAARVERSLAG 2012
Aan de slag met een BBL-opleiding Naast alle trainingen in het OLC van LANDER volgt een aantal medewerkers van LANDER een BBL-opleiding op niveau 1 of 2. BBL staat voor Beroeps Begeleidende Leerweg. Bij een BBL-opleiding werkt de medewerker minimaal 24 uur per week op een erkende werkplek binnen of buiten LANDER. Zij/hij volgt daarnaast één keer per week een beroepsopleiding. BBL-opleidingen zijn competentiegericht en worden afgesloten met een Proeve van Bekwaamheid, waarin de medewerker laat zien dat hij zijn beroepscompetenties en vakvaardigheden in de praktijk beheerst. Het MBO-niveau 1 of 2 diploma dat daarmee wordt behaald is een waardevolle toevoeging voor het CV. In 2012 zijn er BBL-opleidingen richting horeca, groen en AKA met de uitstroomprofielen techniek, logistiek, schoonmaak, receptie en post gevolgd.
LANDERwijs: opleidingen voor staf- en kaderpersoneel De herinrichting van de organisatie vraagt andere competenties en ander gedrag van staf- en kadermedewerkers. Daarom zijn in het najaar voor een aantal gemeenschappelijk te ontwikkelen competenties de volgende praktijkgerichte trainingen en coaching ingezet:
25 certificaten
Kaderopleiding Basiscursus leidinggeven niveau 1
12 certificaten
Communicatietraining voorlieden
48 deelnemers
organisatie
Jaarverslag ondernemingsraad 2012 De ondernemingsraad (OR) kan terugkijken op een jaar waarin op constructieve wijze overleg is gevoerd met directie en MT. De OR heeft zich indien nodig laten bijstaan door externe adviseurs, of de vakbond. In november heeft de OR haar jaarlijkse training gevolgd. In het jaar 2012 is de OR vijf keer om instemming gevraagd en één keer om advies: Instemming: - Organisatiewijziging: als antwoord op de economische crisis en de voorgenomen implementatie van de Wet werken naar vermogen (WWNV) stemt de OR in met het reorganisatieplan. - Stoppen Business Post: OR heeft ingezien dat deze werksoort niet langer rendabel kon worden geëxploiteerd binnen LANDER. Nadat is zorg gedragen voor een billijk sociaal plan heeft de OR ingestemd.
JAARVERSLAG 2012
16
organisatie
- BHV-reglement: vanwege veranderingen in de organisatie heeft de OR ingestemd. - Procedure werving en selectie. - Privacy reglement ritregistratie: De OR stemt in, omdat op deze wijze betrokken chauffeurs eenvoudiger kunnen voldoen aan geldende fiscaliteit. Advies: - Aanstelling interim-algemeen directeur: De OR heeft positief geadviseerd. Voor 2013 staan in ieder geval het huishoudelijk reglement op de planning en de tussentijdse verkiezing. Daarnaast zal de OR zich in samenwerking met de personeelsvertegenwoordigers van gemeenten en UWV voorbereiden op de veranderingen die de RIW met zich meebrengt.
FINANCIËN Verslechtering t.o.v. 2011, beter dan begroot
Nog steeds een goede balans
Het bedrijfsresultaat over 2012, het saldo van de normale baten en lasten, verslechterde ten opzichte van 2011 met circa € 0,7 miljoen naar circa € 0,85 miljoen negatief. Deze verslechtering is voor een deel toe te schrijven aan lagere subsidie-inkomsten van € 1,1 mln. Daarnaast blijft de netto omzet € 1,7 mln achter op 2011. Daarbij wordt opgemerkt dat in de netto omzet van 2011 nog € 1,2 mln werd verantwoord aan omzet rond het – inmiddels gestopte – werkcentrum Tiel (WCT). Indien deze omzet buiten beschouwing wordt gelaten verslechterde de netto omzet met € 0,5 mln. Als positieve invloeden kunnen worden aangemerkt: de lagere kosten doelgroepen met circa € 1,0 mln. en de lagere organisatiekosten van circa € 1,0 mln (gecorrigeerd voor aandeel WCT € 0,3 mln).
De algemene reserve komt na verwerking van het resultaat over 2011 en voorafgaande aan de bestemming van het resultaat over 2012 op een bedrag van circa € 3 mln uit. Dit is 8,8% van het totaal van de programmarekening over 2012. Het door het algemeen bestuur in 2008 vastgestelde vermogensbeleid gaf hier een minimum van 7,5% aan. Het totale eigen vermogen van LANDER, voor bestemming van het resultaat over 2012, inclusief de bestemmingsreserves, komt op circa € 10 mln uit. Dit is ongeveer 63% van het balanstotaal. Dit is in onze sector goed te noemen. Wel moet daarbij worden bedacht dat een bedrag van bijna € 2,6 mln bedoeld is voor afdekking van toekomstige huisvestingslasten.
Vergeleken met de begroting kwam het gerealiseerde bedrijfsresultaat zo’n € 0,5 miljoen gunstiger uit. Onder aan de streep blijft circa € 0,06 mln over als nog te bestemmen negatief resultaat.
Tabel: In het kort de cijfers
17 2012
2011
Subsidieresultaat(= (rijks)subsidie-/-directe kosten doelgroepen)
+
247
+
285
Netto-omzet derden (incl. inleen- en begeleidingsvergoedingen)
+
6.582
+
8.249
Organisatiekosten (= ambtelijk personeel en overige)
-
7.678
-
8.698
Bedrijfsresultaat vóór diverse baten/lasten
-
849
-
164
+
785
-
750
-
64
-
914
Saldo diverse baten/lasten ( incl. mutaties bestemmings reserves) Resultaat (na bestemming reserves) Eigen vermogen (per ultimo) incl. bestemmingsreserves, excl. resultaat lopend jaar
9.979
11.256
Algemene reserve (per ultimo, vóór bestemming resultaat)
3.023
3.937
116
304
369
220
0
0
Investeringen Saldo leningen
1
Gemeentelijke bijdrage
1
Bovenstaand leningbedrag betreft een als zekerheidsstelling ontvangen financiering van een afnemer.
f inanci ë n
JAARVERSLAG 2012
(x € 1.000)
TOEZICHT
LANDER als publieke organisatie probeert voorbeeldgedrag te vertonen, met een optimale transparantie.
Het bestuur De GR LANDER wordt door een directeur dagelijks geleid. Zijn bevoegdheden zijn onder meer via een ‘Instructie aan de algemeen directeur’ vastgesteld. De gemeenten die in de GR deelnemen, oefenen democratische controle uit via het algemeen bestuur en een daaruit samengesteld dagelijks bestuur (één lid per gemeente). Het dagelijks bestuur heeft twee adviserende leden zonder stemrecht (vertegenwoordiging van het regionale bedrijfsleven en van werknemersbelangen). Het algemeen bestuur stelt in iedere geval het beleidsplan, de jaarrekening en de begroting vast en wijst de externe accountant aan.
Auditcommissie
JAARVERSLAG 2012
18
De auditcommissie, in het verslagjaar voorgezeten door het lid van het dagelijks bestuur, de heer C.A.H .Zondag, heeft als taak om periodiek afstemmingsoverleg met de externe accountant te hebben over onder meer risicobeheersing, informatieverschaffing en controle. Deze commissie buigt zich onder andere over de verwerking van auditbevindingen van zowel de interne als de externe auditor.
De belangrijkste risico’s van LANDER betreffen: - onverwachte wijzigingen in landelijke subsidieregelingen, zoals de WSW; - loonontwikkeling doelgroepen, zonder dat daar een subsidie aanpassing mee gepaard gaat; - onverwachte beëindiging van opdrachten van klanten; - voorts houdt LANDER een “voortschrijdende” risico-inventarisatie bij, die periodiek wordt besproken in het MT (ook voor wat betreft potentiele antwoorden/reacties). Het beleid ten aanzien van de weerstandscapaciteit en risico’s wordt neergelegd in het door het AB vast te stellen “Vermogensbeleid”. Dit vermogensbeleid geldt voor een periode van steeds vier jaren. Voorjaar 2013 wordt een nieuw beleid voor de komende beleidsperiode aan het AB voorgelegd. Ten aanzien van de kapitaalgoederen gebouwen kan worden gemeld dat LANDER nog drie panden in eigendom heeft, waarvan één momenteel te koop staat: Unieweg te Zaltbommel. Bij geslaagde verkoop zal mogelijk terughuur van een kleinere locatie nodig zijn. Voor wat betreft het pand Unieweg wordt alleen nog conservatief onderhoud uitgevoerd. De netto-effecten van verkoop op de exploitatie/begroting van LANDER zijn zeer beperkt; hier is slechts sprake van een te verwachten forse boekwinst bij verkoop. Voor de overige panden (Poppenbouwing en De Panoven in Geldermalsen) bestaan geen vervreemdingsplannen. Onderhoud vindt planmatig plaats.
Betrouwbaarheid Interne audits Interne audits worden op basis van een jaarlijks door de auditcommissie vastgesteld jaarplan door een verbijzonderde interne auditor uitgevoerd. Inmiddels is (via ‘Tijd voor Prioriteit’) besloten de interne auditfunctie af te bouwen, en dit te vervangen door een meer lijngerichte controle-aanpak.
Relatie en communicatie met de externe accountant De externe accountant woont de vergaderingen van de auditcommissie bij en rapporteert zijn bevindingen betreffende het onderzoek van de jaarrekening en zijn interim-controle aan het algemeen bestuur.
Verslaglegging LANDER kent een uitgebreid stelsel van interne (tussentijdse) managementrapportages en periodieke rapportages naar gemeenten en naar het dagelijks en algemeen bestuur. Bovendien is sprake van het structureel agenderen van een actieve risico-inventarisatie in het managementteam.
T oe z icht
Uit de interim controle is komen vast te staan dat de minimaal benodigde AO/IB-maatregelen aanwezig zijn om de betrouwbaarheid en rechtmatigheid van de financiële gegevens en de toelichtingen die in de jaarrekening 2012 worden opgenomen te waarborgen.
Vooruitblik 2013
VOORUITBLIK 19
Dit is een goede startpositie, maar ook niet meer dan dat. Want: - allereerst moeten de deelnemende gemeenten absoluut een oplossing vinden voor de inmiddels wel zekere forse en structurele bezuinigingen op de WSW-rijkssubsidie. LANDER kan deze op termijn niet zelfstandig verwerken; zij heeft weliswaar een fors (bezuinigings)aandeel geleverd, maar dat is eindig; - de deelnemende gemeenten moeten bereid zijn LANDER ook daadwerkelijk de begeleiding van de in de aanhef genoemde doelgroep toe te vertrouwen; - het is absoluut noodzakelijk dat er een realistisch en realiseerbaar “verdienmodel” komt voor de niet-WSW-cliëntengroepen binnen de PW. Waarbij begeleidingsinspanningen op een afdoende niveau worden gefinancierd. Hiervoor is een model dat rekening houdt met bespaarde uitkeringen onvermijdelijk. Belangrijkste uitdaging is echter de geest van de PW. Wat de nu voorliggende conceptwet gemeen heeft met de eerder beoogde WNV en het mede daaraan ten grondslag liggende eerdere rapport van de commissie de Vries is het grote geloof in de reguliere markt, als (financieel aantrekkelijke) oplossing voor mensen met een arbeidshandicap. Dit ondanks de weerbarstige (landelijke) praktijkervaringen en waarschuwende geluiden van bijvoorbeeld het CPB, en de inmiddels zeer sterk oplopende werkloosheid.
Hier ligt een immense uitdaging, aangezien dat uiteindelijk inderdaad de enige breed begaanbare weg is richting arbeidsparticipatie van onze doelgroepen. Inmiddels is deze weg ook vastgelegd in het zogenaamde “Inhoudelijk model” voor de toekomstige RIW, dat momenteel ter goedkeuring bij gemeenteraden in de regio voorligt. Het zal niet verrassen dat LANDER, als ervaren regionale speler, veel voordelen verwacht van een nog aan de Programmaraad Participerend voor te leggen opvolgend advies (“Organisatorisch model”) tot een verregaande vorm van regionalisering van cliëntbehandeling en werkgeversbenadering. In ieder geval blijft LANDER nadrukkelijk investeren in de relatie met werkgevers. Van hen wordt de komende jaren – zoals gezegd – bijzonder veel verwacht als het gaat om het bieden van kansen aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Hier ligt een enorme kans, omdat het instrumentarium om reguliere werkgevers op een zodanige schaal in beweging te krijgen als het kabinet zich dat in zijn plannen voorstelt, op een uitdagende wijze wordt uitgebreid met een zogenaamd arbeidsquotum voor werkgevers. Hier is absoluut garen bij te spinnen. Voor de korte termijn mogen we niet vergeten dat 2013 een heftig jaar wordt alleen al doordat de nieuwe PW in een bijzonder kort tijdsbestek zal moeten worden geïmplementeerd, terwijl tegelijkertijd zal moeten worden gewerkt aan de verregaande regionale samenwerking, die potentieel diep gaat ingrijpen op personeel en organisatie. Het in 2013 op te leveren beleidsplan voor 2014 e.v. zal dan ook een groot aantal bewegingen moeten verbinden.
VOORUITBLIK
JAARVERSLAG 2012
LANDER is inmiddels klaar met haar positionering voor haar toekomstige rol, als PW brede – ontschotte – organisatie voor cliënten met slechts een gedeeltelijke loonwaarde (20-80%) en een structurele begeleidingsbehoefte.
JAARVERSLAG 2012
20
JAARREKENING 2012
JAARVERSLAG 2012
werk & participatie 2012
21
22
Opgemaakt te Geldermalsen, 02 mei 2013
JAARVERSLAG 2012
R.B.M Suijker Manager Financiën & Informatie a.i.
Vastgesteld te Geldermalsen, 17 juni 2013
J.D. van de Sluis Directeur
C.A.A. van Rhee -Oude Ammerveld Voorzitter
INLEIDING Voor SW-organisaties in Gemeenschappelijke Regeling (GR)- vorm geldt het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) onverkort. In dit Besluit zijn onder meer eisen gesteld waaraan de jaarrekening moet voldoen.
De hiermee gepaard gaande exploitatieposten zijn integraal onderdeel van de jaarrekening van de GR, maar daarnaast separaat weergegeven in een bijlage bij deze jaarrekening, waarbij rekening is gehouden met de voorschriften van de WTZi.
In lijn met de handelwijze over de afgelopen jaren, is in deze jaarrekening over 2012 en het gelijktijdig daarmee verschenen jaarverslag over dat jaar, met inachtneming van het BBV, een verantwoording gepresenteerd die eveneens rekening houdt met de specifieke kenmerken van een (voor een belangrijk deel) SW-organisatie als LANDER. Waar nodig en toegestaan door het BBV zijn ook elementen van BW-boek 2, titel 9 meegenomen in deze jaarrekening.
De programmarekening is, op een aantal voorgeschreven onderdelen na, vrij. LANDER heeft hier dan ook een eigen invulling aan gegeven, die zoveel mogelijk aansluit bij het karakter van een SW-organisatie.
Het beleid van de GR LANDER wordt, door het uit vertegenwoordigers van de deelnemende gemeenten samengestelde algemeen bestuur (AB), vastgelegd in de begroting en de meerjarenraming. De begroting vormt de grondslag voor het door het dagelijks bestuur (DB) en de directeur te voeren beheer. De inrichting van de jaarrekening dient derhalve die van de begroting te volgen. Ook de begroting dient te voldoen aan de eisen van het BBV. De inrichting van de begroting is bepalend voor de verslaggeving. In alle gevallen is de jaarrekening dus terug te herleiden naar de begroting en de daaropvolgende begrotingswijziging voor 2012. Waar dit anders is, wordt dat expliciet vermeld in de toelichting op de betreffende post(en). In het BBV is een onderscheid gemaakt tussen programma’s en producten. Het AB van LANDER heeft er voor gekozen om te werken met het programmabegrip, waarbij LANDER slechts één programma uitvoert, namelijk ‘gesubsidieerde arbeid’, in welke vorm dan ook. Hieronder valt ook de uitvoering van AWBZ-taken.
23 JAARVERSLAG 2012
De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met het BBV. Het BBV kent een strak voorgeschreven indeling voor de balans. Deze wordt volledig toegepast en daarbinnen op maat gesneden voor LANDER. LANDER voert sinds enkele jaren ook AWBZ-activiteiten uit, alhoewel deze in het verslagjaar geheel stil lagen.
inleiding
1. RECHTMATIGHEID
Extra aandacht voor rechtmatigheid is een uitdaging voor LANDER, zeker in tijden van grote in- en externe veranderingen zoals nu gaande zijn, omdat zowel de eigen regels en voorschriften tegen het licht moeten worden gehouden, als de feitelijke uitvoeringsorganisatie onder de loep moet worden genomen resp. moet worden voorbereid op de toekomst onder een ander wettelijk regime. Een voortdurende afweging van de rechtmatig-heidsaspecten zoals deze in de loop der jaren in de eigen verordeningen en besluiten, maar ook in de uitvoeringsorganisatie, zijn opgebouwd, biedt kansen om een en ander doelmatiger, maar wellicht ook doeltreffender, in te richten. De feitelijke stand van zaken komt jaarlijks in beknopte vorm tot uitdrukking in de controleverklaring inzake de rechtmatige totstandkoming van de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties, alsmede in het verslag van bevindingen van de accountant.
JAARVERSLAG 2012
24
Het vigerende normenkader ten behoeve van de financiële rechtmatigheid is vastgesteld door het AB. Wetten in formele zin worden van buiten opgelegd en zijn daardoor niet beïnvloedbaar door het AB. Deze vallen dus te allen tijde onder het normenkader. Onderstaand worden deze genoemd: • • • • • • • •
• • • • • •
Grondwet Gemeentewet Wet gemeenschappelijke regelingen (WGR) Burgerlijk Wetboek Wet sociale werkvoorziening (WSW) en daarbij behorende regelingen/protocollen Wet werk en bijstand (WWB) Besluit begroting en verantwoording (BBV) de regelgeving Algemene Wet bijzondere ziektekosten (AWBZ) en Wet toelating zorginstellingen (WTZI) (beide voor de nieuwe begeleidingsactiviteiten in het kader van de AWBZ, voor zover betreffende cliënten ook daadwerkelijk begeleid zullen worden) Besluit accountantscontrole decentrale overheden (BADO) Wet financiering decentrale overheden (Wet fido) Fiscale en sociale wetgeving Regels omtrent Europese aanbesteding Algemene Wet bestuursrecht (AWB) Ambtenarenwet
1 . rechtmatigheid
Daarnaast laat het AB expliciet de volgende (interne) regelgeving onder het normenkader van de Financiële Rechtmatigheid vallen: • • • • • • • •
F inanciële verordening GR LANDER (212) Controleverordening GR LANDER (213) Verordening LANDER-loonkostensubsidies Verordening Begeleid Werken (BW) Arbeidsvoorwaardenregeling LANDER Arbeidsvoorwaarden staf- en kaderpersoneel Stichting LANDER-Plus Treasurystatuut Instructie inzake de bevoegdheden en taak van de algemeen directeur van LANDER • Inkoopreglement • AB- en DB-besluiten
2. Bestemming resultaat 2012
Het bedrijfsresultaat, oftewel het saldo van normale baten en lasten, over 2012 komt uit op € 848.576 negatief tegenover circa € 1,3 mln negatief begroot. Ten opzichte van de begroting is dus in 2012 een voordeel gerealiseerd van afgerond € 0,5 mln. Dit is vooral te verklaren door: • E en lagere opbrengst aan producten/diensten (circa € 1,7 mln); • Lagere kosten voor doelgroepen (circa € 1,1 mln); • Per saldo lagere organisatiekosten van circa € 0,9 mln; vooral door lagere lasten van (semi)-ambtelijk personeel, onderhoud, huren en algemene kosten. Hierbij is het van belang dat LANDER per 1 januari van het verslagjaar is gestopt met de exploitatie voor de gemeente Tiel van het zogenaamde Werkcentrum Tiel. Dit leidt tot circa 1,4 mln minder lasten en baten ten opzichte van de begroting.
In totaal resteert er derhalve een positief effect van € 784.520 waardoor het resultaat na bestemming uitkomt op € 64.055 negatief. De belangrijkste effecten zijn: 1) Per saldo € 391.538 aan incidentele “normale” baten/lasten die niet afgedekt worden vanuit een bestaande bestemmingsreserve. Voor een specificatie zie de toelichting op de programmarekening. 2) Het conform bestaand beleid per saldo verlagen van de bestemmingsreserves met € 392.982. Dit op basis van geactualiseerde gegevens per 31 december 2012. Voorgesteld wordt het resultaat van € 64.055 negatief conform het vigerende door het AB vastgestelde vermogensbeleid te onttrekken aan de Algemene reserve.
Voor een nadere specificatie hiervan, alsmede voor een vergelijking met de cijfers over 2012, zie de Toelichting op de programmarekening. Rekening houdend met incidentele baten en lasten, alsmede reeds door het AB goedgekeurde mutaties in de reserves, komt het resultaat na bestemming (verslaggevingstechnisch eindresultaat) over het boekjaar 2012 uit op € 64.055 negatief.
25 JAARVERSLAG 2012
Onderstaand wordt een samenvattende analyse gegeven van het verschil tussen het bedrijfsresultaat 2012 van € 848.576 negatief en het uiteindelijke resultaat na bestemming van negatief € 64.055. (Bedragen * € 1) Saldo in Programmarekening
Toelichting
Saldo Incidentele baten/lasten
+ 391.538
* Punt 1)
Saldo Mutaties Bestemmingsreserves
+ 392.982
* Punt 2)
Totaal
+ 784.520
2. B E S T E M M I N G R E S U LTA AT 2012
3. BALANS
bedragen in euro’s
31-12-2012
31-12-2011
3.911.757
4.286.731
ACTIVA Vaste activa Materiële activa Investeringen met een economische nut
3.911.757
Financiële vaste activa Kapitaalverstrekkingen
4.286.731 116.803
3.420
125.553 3.420
Leningen
84.928
93.678
Waarborgsommen
28.455
28.455
JAARVERSLAG 2012
26 Vlottende activa Voorraden
458.720
Grond- en hulpstoffen Onderhanden werken Gereed Produkt
424.554
371.095 331.791
-
-
34.165
39.304
Uitzettingen
1.644.717
2.076.370
Vorderingen openbare lichamen
729.145
1.144.164
Overige vordingen
915.572
932.206
Liquide middelen
9.903.975 9.093.975
Overlopende activa
9.742.647 525.551
525.551 TOTAAL
1.022.936 1.022.936
15.751.522
3. BAL ANS
9.742.647
17.625.332
bedragen in euro’s
31-12-2012
31-12-2011
9.885.013
10.342.050
PASSIVA Vaste passiva Eigen vermogen Algemene reserves Bestemmingsreserves Nog te bestemmen resultaat
3.022.933
3.936.704
6.926.135
7.319.117
-64.055
-913.770
Voorzieningen Voorzieningen
2.779.043 2.779.043
3.878.012 3.878.012 27
Onderhandse leningen Garantstellingen/Waarborgsommen
369.000
220.000
369.000
220.000
-
-
Vlottende passiva Netto-vlottende schulden Overige schulden
1.342.434 1.342.434
Overlopende passiva Overlopende passiva TOTAAL
1.805.863 1.805.863
1.376.033 1.376.033
1.379.406 1.379.406
15.751.522
17.625.332
3. BAL ANS
JAARVERSLAG 2012
Vaste schulden
4. PROGRAMMAREKENING Rekening
Begroting
Rekening
2012
2012
2011
Rijksvergoeding WSW
25.744.135
25.480.000
25.842.308
(Rijks)vergoedingen via Gemeenten
1.096.843
1.200.000
2.008.816
Netto-opbrengsten producten/diensten
6.582.359
8.295.000
8.248.611
bedragen in euro’s Baten
Gemeentelijke bijdragen Totaal baten
-
-
-
33.423.338
34.975.000
36.099.734
24.018.180
24.030.000
24.791.164
1.574.202
2.325.000
1.771.076
Lasten Lonen & sociale lasten doelgroepen Overige kosten doelgroepen Verstrekte subsidies doelgroepen
1.000.619
1.335.000
1.003.402
Totaal directe kosten doelgroepen
26.593.002
27.690.000
27.565.642
5.732.993
5.895.000
6.376.719
Kapitaallasten
310.218
370.000
347.955
Onderhoudskosten
551.228
755.000
628.622
Huren
211.531
350.000
323.492
Energie
281.972
330.000
326.464
Kosten ambtelijk personeel
JAARVERSLAG 2012
28
Belastingen en verzekeringen
126.499
145.000
137.092
Algemene kosten
464.470
765.000
558.089
7.678.912
8.610.000
8.698.434
34.271.914
36.300.000
36.264.077
848.576-
1.325.000-
164.342-
Rekening
Begroting
Rekening
2012
2012
2011
Totaal organisatielasten Totaal lasten Bedrijfsresultaat (baten - lasten) bedragen in euro’s
Incidentele baten
683.690
75.000
693.878
Incidentele lasten
-292.152
-100.000
-1.637.504
Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening vóór bestemming reserves
-457.037
-1.350.000
-1.107.967
Toevoegingen aan reserves
-
-30.000
-169.000
Onttrekkingen aan reserves
362.982
220.000
198.197
Vrijval (bestemmings)reserves
30.000
-
165.000
Resultaat na bestemming reserves
-64.055
-1.160.000
-913.770
Voor een toelichting op de individuele posten van de programmarekening zie de Toelichting in de programmarekening.
4 . programmarekening
5. GRONDSLAGEN VOOR WAARDERING EN RESULTAATBEPALING Inleiding
BALANS
De volgende grondslagen, waarop de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling zijn gebaseerd, zijn bedoeld als leidraad voor een juiste interpretatie van de financiële overzichten. De jaarrekening is opgesteld volgens de voorschriften van het BBV.
VASTE ACTIVA
Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vinden plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij de desbetreffende balanspost anders vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde. Voor zover het BBV niet anders voorschrijft, zijn de baten en lasten toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Winsten worden slechts opgenomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico’s die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.
Materiële vaste activa De waardering van de materiële vaste activa is gebaseerd op de verkrijgingsof vervaardigingsprijs, verminderd met de afschrijvingen. Bij de waardering van de materiële vaste activa wordt rekening gehouden met een vermindering van hun waarde indien deze naar verwachting duurzaam is. Op gronden en terreinen wordt niet afgeschreven. Een uitzondering wordt gemaakt voor eventuele verbeteringen aan terreinen (bijvoorbeeld: hekwerk en bestrating). Voor het overige vindt afschrijving plaats op basis van de historische aanschafprijs volgens een stelsel dat is afgestemd op de verwachte toekomstige gebruiksduur, rekening houdend met een eventuele restwaarde. Er wordt afgeschreven vanaf het moment van ingebruikname van het actief. De afschrijvingstermijnen, toegepast met inachtneming van de lineaire methode bedragen in jaren:
Bedrijfsgebouwen
n.v.t.
40
Vervoermiddelen
4
Machines, apparaten en installaties
10
Overige materiële vaste activa, w.o. inventarissen
5
Automatisering
3
Deze termijnen zijn indicatief voor de situatie bij LANDER. De werkelijke levensduur kan per individueel actief afwijken, op grond van bijzondere omstandigheden.
Financiële vaste activa Waardering vindt, voor zover van toepassing, plaats op basis van de verkrijgingsprijs verminderd met eventuele duurzame waardeverminderingen en aflossingen.
5. GRONDSL AGEN VO OR WA ARDERING EN RE SULTA ATBEPALING
JAARVERSLAG 2012
Gronden en terreinen (tenzij bestrating, dan in 15 jaar, of korter afhankelijk van resterende levensduur van het betreffende gebouw)
29
Vlottende activa
Bestemmingsreserves
Voorraden
Onder een bestemmingsreserve wordt verstaan een reserve waaraan door het bestuur een bepaalde bestemming is gegeven. Het gehele bedrag van de bestemmingsreserves ultimo het jaar dient onderbouwd te zijn met bestuursbesluiten van het AB dan wel opgenomen te zijn in het voorliggende voorstel tot resultaatbestemming.
De grond- en hulpstoffen worden gewaardeerd tegen standaard verrekenprijzen, gebaseerd op de gemiddeld betaalde inkoopprijs. Verschillen tussen standaard verrekenprijs en feitelijke inkoopprijs worden als bedrijfsresultaat verantwoord. Incourante voorraden worden afgewaardeerd tot marktwaarde of hiervoor wordt een voorziening voor incourante voorraden gevormd. De onderhanden werken alsmede de halffabricaten worden gewaardeerd tegen de vervaardigingsprijs, verminderd met op de balansdatum reeds voorzienbare verliezen. De vervaardigingsprijs omvat de verrekenprijzen van de grond- en hulpstoffen, de loon- en machinekosten en de overige kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend.
JAARVERSLAG 2012
30
De gerede producten worden gewaardeerd tegen de fabricagekostprijs of tegen de marktwaarde indien de marktwaarde lager is dan de fabricagekostprijs. De fabricagekostprijs bestaat uit de verrekenprijzen van grond- en hulpstoffen, de loon- en machinekosten en overige kosten die aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend. Incourante voorraden worden afgewaardeerd tot marktwaarde.
Uitzettingen en overlopende activa
Resultaat na bestemming Het resultaat na bestemming is het resterende resultaat na reeds bestemde mutaties in de reserves. Het resultaat na bestemming wordt ter besluitvorming voorgelegd aan het AB.
Voorzieningen Voorzieningen worden op grond van het artikel 44 BBV gevormd voor: A. verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op balansdatum onzeker is doch redelijkerwijs te schatten. B. bestaande risico’s op balansdatum ter zake van verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs te schatten is. C. kosten die in een volgend begrotingsjaar worden gemaakt maar hun oorsprong hebben in het verslagjaar of een eerder jaar en de voorziening strekt tot kostenegalisatie.
De uitzettingen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Voor moeilijk inbare vorderingen is een voorziening dubieuze debiteuren opgenomen.
Onttrekkingen geschieden – conform het BBV – rechtstreeks aan de voorziening, buiten de programmarekening om.
Liquide middelen
Vaste schulden
De liquide middelen worden tegen nominale waarde opgenomen en omvatten bank-, giro- en kassaldi.
De vaste schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.
Vlottende passiva Eigen vermogen De vlottende passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Het eigen vermogen bestaat uit: Borg- en garantstellingen Algemene reserve De algemene reserve dient onder andere als buffer om toekomstige tegenvallers te kunnen opvangen. Het AB van LANDER heeft zijn beleid met betrekking tot deze reserve neergelegd in een notitie “Vermogenspositie LANDER” van 9 april 2008.
5. GRONDSL AGEN VO OR WA ARDERING EN RE SULTA ATBEPALING
Buiten de balanstelling wordt – voor zover van toepassing – het bedrag genoemd waarvoor de GR borg- of garantstellingen heeft afgegeven.
PROGRAMMAREKENING
Gemeentelijke bijdrage
Algemene opmerking
De gemeentelijke bijdrage omvat de in de GR of anderszins overeengekomen bijdrage in het exploitatieresultaat.
In de programmarekening zijn drie kolommen opgenomen: verslagjaar, begroting en voorgaand jaar. Daar waar gesproken wordt over begroting wordt bedoeld de primaire begroting, inclusief begrotingswijzigingen. Indien van toepassing wordt in de toelichting de begrotingswijziging ten opzichte van de primaire begroting weergegeven.
Bedrijfsopbrengsten
Lonen doelgroepen Hieronder worden de loonkosten van de WSW-, WIW-, en WWBmedewerkers verantwoord. Onder loonkosten wordt verstaan het brutobedrag van de aan het boekjaar toe te rekenen lonen en toelagen, vermeerderd met de uitbetaalde vakantiegeldrechten.
Netto-omzet Lonen (semi-)ambtelijke staf De netto-omzet betreft de opbrengst van aan derden geleverde goederen en diensten, exclusief de over de omzet geheven belastingen en onder aftrek van kortingen.
De kosten van grond- en hulpstoffen worden berekend op basis van standaard verrekenprijzen. Resultaten (prijsverschillen) op deze post worden onder de omzet in het jaarverslag verantwoord.
Rijksvergoeding De rijksvergoeding betreft de door de gemeenten aan de GR LANDER verstrekte subsidie van het rijk zoals bedoeld in de Wet sociale werkvoorziening.
Sociale lasten De sociale lasten betreffen de ter zake van de werknemersverzekeringen verschuldigde werkgeverslasten, alsmede het werkgeversaandeel in de pensioenvoorziening. Hieronder worden tevens de aan het boekjaar toe te rekenen ziekengelden verantwoord.
Rente (Rijks)vergoedingen via gemeenten De (rijks)vergoeding via gemeenten betreft de ontvangsten uit – met name – aan de WWB gerelateerde opdrachten aan LANDER, veelal afkomstig van gemeenten. Ook van instanties als het UWV ontvangen vergoedingen worden hier onder gerubriceerd. Het betreft met name bijdragen in loonkosten/te verstrekken loonkostensubsidies.
Eventuele rentelasten bestaan in ieder geval uit de rentelast van vaste schulden en rekening-courantrente over debetsaldi, met daarnaast eventuele andersoortige renteopbrengsten. Rentebaten betreffen opbrengsten uit creditarrangement, deposito’s en andere uitzettingen.
Afschrijvingen Afschrijvingen betreffen de afschrijvingskosten van de vaste activa. De afschrijvingstermijn is maximaal de economische levensduur.
5. GRONDSL AGEN VO OR WA ARDERING EN RE SULTA ATBEPALING
31 JAARVERSLAG 2012
Grond- en hulpstoffenverbruik en kosten van derden en uitbesteed werk
Hierop worden de salariskosten van de (semi-)ambtelijke medewerkers verantwoord. Onder loon- en salariskosten wordt verstaan het brutobedrag van de aan het boekjaar toe te rekenen salarissen en toelagen, vermeerderd met de uitbetaalde vakantiegeldrechten. De lasten van de via Stichting LANDER-Plus te werk gestelde semi-ambtenaren worden eveneens onder deze post verantwoord.
6. TOELICHTING OP DE BALANS ACTIVA Materiële vaste activa Een overzicht van de materiële vaste activa is onderstaand opgenomen. Het betreft uitsluitend activa met een economisch nut.
Gronden en terreinen
Bedrijfsgebouwen
Vervoermiddelen
Machines, apparaten en installaties
Overige materiële vaste activa
Totaal
1.170.492
2.588.726
151.928
69.634
305.952
4.286.731
-
-
57.216
7.300
51.959
116.475
Boekwaarde per 31-12-2011 Aanschaffingen Desinvesteringen Afschrijvingen Boekwaarde per 31-12-2012
-
-
-
-
40.236
40.236
11.013
180.257
77.176
41.005
141.762
451.213
1.159.479
2.408.468
131.968
35.929
175.913
3.911.757
De rubriek Overige materiële vaste activa betreft voornamelijk inventarissen, inclusief ICT-apparatuur.
JAARVERSLAG 2012
32
Financiële vaste activa De post Kapitaalverstrekking betreft een door LANDER in 2008 verworven minderheidsaandeel in de in het verslagjaar mede door LANDER opgerichte Dariuz BV (leverancier van een systeem c.s. voor diagnose, assessment en loonwaardebepaling voor – met name – re-integratie doelgroepen).
Voorraad
Grond- en hulpstoffen Onderhanden werken Gereed product en handelsgoederen
LANDER neemt – via door haar aan te wijzen bestuursleden – deel in de Stichting Kringloop Rivierenland (SKR) en de Stichting ThedinghsLANDER (broodbakkerij met een AWBZ zorgoogmerk). Deze laatste deelneming is reeds in 2007 vervroegd afgeschreven. De liquidatie van deze deelneming wacht op voltooiing, hetgeen overigens naar verwachting geen financiële nadelen met zich zal brengen, gelet op de binnen de stichting nog aanwezige liquiditeiten. Vanaf 2005 neemt LANDER deel in de Coöperatieve Vereniging “Zakelijke post Nederland”. Het betreft een vereniging met Uitgesloten Aansprakelijkheid. Alhoewel de CV nog over een deel van de ingelegde gelden beschikt, is reeds in 2006 de gehele deelneming afgeboekt. De post Leningen betreft de aanloopfinanciering van de Stichting Kringloop Rivierenland en van Dariuz BV. Op eerstgenoemde lening wordt door SKR vanaf 2011 in tien gelijke termijnen afgelost. De post Waarborgsommen betreft een depotbedrag bij TNT alsmede de betaalde waarborgsommen in verband met de huur van twee bedrijfspanden.
6. TOELICHTING OP DE BALANS
Vooruibetalingen op voorraden AF: voorziening incourante voorraden Totaal
2012
2011
425.714
332.664
-
-
34.165
39.304
-
-
-1.160
-873
458.720
371.095
De voorraad Gereed product betreft voornamelijk vervaardigde apparaten voor één klant. Het overgrote deel van de rubriek Grond- en hulpstoffen wordt aangehouden ten behoeve van de productie voor dezelfde klant. Hiervoor is vanaf eind 2011 deels een zekerheidsstelling in de vorm van een lening aan LANDER verstrekt.
Uitzettingen
Vorderingen op openbare lichamen
2012
2011
729.145
1.144.164
Deelnemende gemeenten
627.950
1.062.746
Overige vorderingen op openbare lichamen
101.195
81.418
Overige vorderingen Handelsdebiteuren Overige vorderingen AF: voorziening dubieuze debiteuren Pensioenfondsen
915.572
932.206
1.135.748
1.095.034
4.299
3.459
-224.475
-166.524
-
237
Totaal
1.644.717
2.076.370
De voorziening Dubieuze debiteuren dient ter dekking van een aantal risico’s in de betaling door debiteuren. Per ultimo 2012 is deze voorziening opgehoogd vanwege nieuwe concrete dubieuze vorderingen, in totaal een bedrag van € 57.951. 33
2012
2011
9.227
7.780
Banken
9.084.747
Totaal
9.093.975
Kasgelden
2012
2011
Nog te ontvangen voorschotten uitkeringen (subsidies)
248.839
654.597
9.734.867
Overige nog te ontvangen en vooruitbetaalde bedragen
276.712
368.339
9.742.647
Totaal
525.551
1.022.936
Voor de liquide middelen gelden geen opnamebeperkingen. Evenmin worden er ten aanzien van liquide middelen valutarisico’s gelopen. De terugloop in liquiditeit in het verslagjaar is met name het gevolg van het negatieve bedrijfsresultaat.
In de post Nog te ontvangen voorschotten wordt nog een bonus over 2010 verwacht van € 170.000. Daarnaast nog een aantal subsidies van een viertal gemeenten. In de post Overige zijn met name vooruitbetalingen opgenomen t.b.v. verschillende langlopende contracten.
Per ultimo van het verslagjaar was de basisliquiditeit ondergebracht bij huisbankier BNG. Gedurende 2012 heeft LANDER zich beperkt tot stalling van een deel van haar liquiditeiten op bedrijfsspaarrekeningen bij ABN/AMRO en RABO, geheel passend binnen het vigerende risicomijdend en –spreidend beleggingsbeleid. LANDER had ook in 2012 geen enkele belegging.
6. TOELICHTING OP DE BALANS
JAARVERSLAG 2012
Overlopende activa
Liquide middelen
PASSIVA Eigen vermogen Verloopoverzicht reserves
Stand per 1-1-2012
Bestemmingsresultaat 2011
Toevoeging 2012
Onttrekking 2012
Stand per 31-12-2012
3.936.704
-913.770
-
-
3.022.933
325.934
-
-
-
325.934
Algemene Reserve Bestemmingsreserves: Herinrichting LANDER Huisvesting LANDER
2.867.926
-
-
191.200
2.676.726
Vakantiegelden
1.250.000
-
-
50.000
1.200.000
Verlofsaldi
1.560.000
-
-
114.782
1.445.218
706.000
-
-
7.000
699.000
Jubilea
JAARVERSLAG 2012
34
Aanpak Wachtlijst
449.257
-
-
-
449.257
WSW 62+ regeling
160.000
-
-
30.000
130.000
Totaal bestemmingsreserves
7.319.117
-
-
392.982
6.926.135
Vanaf 2008 voert LANDER zelfstandig AWBZ-gefinancierde activiteiten uit, echter in 2012 waren er geen activiteiten. De wettelijk verplichte Reserve Aanvaardbare kosten wordt wel aangehouden. Deze reserve, heeft per ultimo 2012 een debetsaldo ter hoogte van circa € 408.000. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de bijlage “Verslaglegging AWBZ-activiteiten” bij deze jaarrekening.
Huisvesting LANDER Deze bestemmingsreserve dient ter toekomstige dekking van huisvestingslasten van LANDER. De reserve valt in 20 jaren gelijkmatig vrij ten gunste van de programmarekening. Vakantiegelden
In het kader van het BBV is het niet toegestaan om voor jaarlijks ongeveer gelijkblijvende employee benefits-voorzieningen of -verplichtingen op te nemen. Binnen het kader van de nota “vermogenspositie LANDER” zijn voor dergelijke verplichtingen afzonderlijke bestemmingsreserves gevormd; deze worden als zodanig niet betrokken bij de beschouwing van het weerstandsvermogen (norm algemene reserve). De overige toevoegingen en onttrekkingen in de bestemmingsreserves over 2012 betreffen reguliere mutaties vanuit bestaand beleid. Deze zijn dan ook als zodanig afzonderlijk opgenomen in de programmarekening. Hierna volgt een korte toelichting op aard en verloop van de bestemmingsreserves. Herinrichting LANDER Deze bestemmingsreserve is bedoeld voor dekking van éénmalige kosten die te maken hebben met de optimalisatie van de LANDERorganisatie op het gebied van onder andere automatisering en herinrichting van processen.
6. TOELICHTING OP DE BALANS
Deze bestemmingsreserve representeert de per ultimo het verslagjaar opgebouwde schuld van LANDER inzake de in mei van het jaar 2013 uit te betalen vakantiegelden. Verlofsaldi Deze bestemmingsreserve representeert de waarde voor de per ultimo het verslagjaar door het LANDER-personeel opgebouwde verlofsaldi. LANDER heeft de afgelopen jaren een aanzienlijke inspanning geleverd om de zich sinds 2005 voordoende trend tot oplopende verlofsaldi om te buigen, onder meer door de invoering van een aangepaste verlof-opnameregeling. In 2012 is dit beleid verder doorgezet en de daling blijft zich voortzetten. Jubilea Deze bestemmingsreserve representeert de op basis van cao-afspraken verschuldigde jubileumuitkeringen.
35
Deze reserve is bedoeld voor de financiering van activerende maatregelen, zoals pre-SW dienstverbanden, voor personen op de SW-wachtlijst, alsmede ter dekking van overrealisatie- en vergelijkbare risico’s die voortvloeien uit de nieuwe (en komende) financieringswijze van de SW. De reserve-aanpak Wachtlijst is in het verslagjaar niet ingezet. De in het verslagjaar door de GR ten behoeve van voor een aantal gemeenten afgedekte overrealisatie (dit deed zich in beperkte mate “onwillekeurig” voor bij vier gemeenten) wordt binnen de programmarekening gedekt. De reserve is verder in stand gelaten, gelet op het feit dat de
betreffende bestemmingsreserve naar verwachting hard nodig is in de aanloop naar de nieuwe Participatiewet (PW), waar zich mogelijk overgangsproblemen met de taakstelling zullen voordoen.
WSW 62+ regeling Hiervoor wordt verwezen naar het gestelde onder de gelijknamige voorziening.
6. TOELICHTING OP DE BALANS
JAARVERSLAG 2012
Aanpak wachtlijsten
Voorzieningen Verloopoverzicht voorzieningen
Onttrekkingen 2012
Vrijval 2012
Stand per 31-12-2012
-
483.942
918
468.473
15.469
-
BTW oude jaren
913
120.000
43.298
-
-
163.298
Bodemsanering
924
27.074
-
-
27.074
-
911-912
249.750
-
-
8.750
241.000
914
105.385
-
49.330
9.039
47.016
Deelnemingen WSW 62+ regeling
921
123.278
30.000
73.849
-
79.429
Personele knelpunten
922
2.784.052
-
756.724
262.970
1.764.358
3.878.012
88.767
879.903
307.833
2.779.043
Totaal voorzieningen
JAARVERSLAG 2012
Dotaties 2012
Groot onderhoud
FPU-ambtenaren
36
Stand per 1-1-2012
De voorziening Groot onderhoud betreft groot onderhoud aan LANDER-gebouwen, gebaseerd op onderhoudsrapporten. Reguliere onderhoudskosten komen ten laste van de exploitatie. Voor 2012 was in dit kader een dotatie noodzakelijk van € 15.469. De voorziening BTW oude jaren betreft de mogelijke consequenties van de afrekening met de fiscus over voorgaande jaren resp. de wijze van toepassing van relevante wet- en regelgeving. De geraamde nabetaling over het verslagjaar is als kortlopende schuld opgenomen. De voorziening Bodemsanering diende ter dekking van de kosten van bodemsanering van de LANDER locatie aan de Unieweg te Zaltbommel. Echter de grond is schoon verklaard en daarmee is de voorziening vrijgevallen.
LANDER betaalde bijdragen, alsmede een vrijval van € 9.000 als gevolg van een herberekening van de nog resterende verplichtingen. De voorziening “WSW 62+-regeling” is bedoeld voor de opvang van de tijdelijke extra kosten van vervroegd vertrek van seniore werknemers met een WSW-dienstverband. In 2010 is een bedrag aan deze voorziening toegevoegd op basis van de op dat moment bestaande potentiële doelgroep. De voorziening “Personele knelpunten” dient ter afdekking van een aantal te verwachten lasten op personeel vlak. Dit betreft onder meer salariëring boven waarderingsniveau als gevolg van eerdere organisatieaanpassingen. Per saldo kon € 263.000 euro vrijvallen in het verslagjaar.
Vaste Schulden De voorziening Deelnemingen is bedoeld ter dekking van eventueel ongedekt blijvende verliezen van deelnemingen. De stand per ultimo 2012 betrof de dekking van eventueel ongedekt blijvende verliezen van de Stichting Kringloop Rivierenland alsmede de dekking van de verwachte aanloopverliezen van de in 2009 samen met AVRI opgestarte samenwerking in “containercleaning”. De voorziening FPU-ambtenaren ziet op de – eindige – betalingsverplichtingen aan ABP van LANDER inzake het “(vroeg)pensioen” van (semi-)ambtenaren conform de actuele regelgeving, waarbij vervroegd uittreden nog slechts voor een afgebakende groep ambtenaren mogelijk is. Het BBV schrijft dan voor dat de betreffende verplichtingen – vanwege de genoemde eindigheid – onder de voorzieningen worden opgenomen. De onttrekking over het verslagjaar betreft de daadwerkelijk door
6. TOELICHTING OP DE BALANS
Onderhandse leningen Het hier opgenomen bedrag betreft een lening van opdrachtgever Animo aan LANDER, ter dekking van de risico’s die LANDER loopt over haar voorraadpositie met betrekking tot de voor de productie van koffiezetters aangehouden voorraden onderdelen en dergelijke. De rentelast over 2012 bedroeg € 12.788.
Onderhandse leningen Garantstellingen/Waarborgsommen Totaal
2012
2011
369.000
220.000
-
-
369.000
220.000
Tabel: contracten / onderhoud
Vlottende passiva Netto vlottende schulden
Jaarlijkse kosten 2012
2011
Crediteuren
341.024
757.291
Rek.crt. verhouding LANDER-Plus
63.868
63.868
Belastingdienst
863.351
904.030
Pensioenfondsen
74.191
75.671
Overige schulden
-
5.003
1.342.434
1.805.863
Totaal
De post Belastingdienst betreft met name de (in januari 2013) over de salarismaand december 2012 af te dragen inhoudingen/heffingen.
Looptijd
Hardware (AS400)
3.250
2013
Overige Hardware
5.800
2014
45.500
2014
Financieel pakket (FIS2000)
13.000
doorlopend
Productie software (Eniac)
24.000
doorlopend
Personele software (Compas)
13.000
doorlopend
3.000
2013
Overig Software
12.600
2014
Printers/copiers (Rico)
19.944
2014
Onderhoud wagenpark
12.140
2013-2017
Kantoor software (Microsoft)
Systeem software (AS400)
overlopende passiva
37 2011
Personeel
211.272
125.695
Nog te betalen/vooruit ontvangen bedragen
716.011
814.934
Transitorische rente Overige overlopende passiva Totaal
-
-
448.749
438.777
1.376.033
1.379.406
In het jaar 2012 is in de post Personeel de voorziening voor de verwachte 1% hogere pensioenpremie vrijgevallen. In deze post is tevens rekening gehouden met de in het voorjaar 2013 uit te betalen eenmalige uitkering van € 200.000.
Niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen
Binnen minderheidsdeelneming Dariuz is in 2009 afgesproken dat LANDER – zodra resultaten, solvabiliteit en liquiditeit van Dariuz dit toelaten – een eenmalige vergoeding van € 152.000 krijgt voor ingebrachte kennis; deze is nog niet verwerkt in de jaarrekeningen tot op heden, maar zal pas als bate worden genomen zodra deze betaling plaats vindt. LANDER heeft van het Ministerie van SZW een subsidietoezegging verkregen van € 10.728 voor haar project “2 Ticks 2 Match”). Een deel van subsidiebaten en projectkosten is in 2010 en 2011 al geëffectueerd. Naar verwachting zullen na balansdatum de verwachte opbrengsten de resterende verplichtingen afdekken.
LANDER streeft er naar om in haar contracten met leveranciers zo min mogelijk langdurige verplichtingen dan een jaar op te nemen. Een aantal contracten in de ICT-omgeving (basissystemen, printers/ copiers, licenties voor software en onderhoudscontracten voor hardware) hebben langere looptijden. Binnen deelname aan een collectief CEDRIS-inkoopcontract geeft LANDER bedrijfsauto’s in onderhoud tegen een vaste maandelijkse onderhoudsvergoeding.
6. TOELICHTING OP DE BALANS
JAARVERSLAG 2012
2012
Ingevolge een besluit van het AB kon LANDER tot een bedrag van € 110.000 aanloopkrediet verlenen aan de, samen met AVRI opgerichte, SKR die vanaf voorjaar 2004 kringloopactiviteiten uitvoert. Per ultimo 2012 was hiervan € 87.000 daadwerkelijk verstrekt. Ingevolge een besluit van het AB van december 2010 en het bestuur van SKR is met de terugbetaling van deze lening aangevangen in 2011.
7. TOELICHTING OP DE PROGRAMMAREKENING Algemeen
Lasten
Het bedrijfsresultaat van LANDER kwam over het verslagjaar circa € 0,7 mln lager uit dan over 2011, en afgerond € 0,5 mln hoger dan begroot. Ten opzichte van de begroting, primair vastgesteld in het voorjaar van 2011 en aangepast voor onder meer volume en subsidieniveau WSW aan het eind van 2011, was deze verbetering met name toe te schrijven aan de volgende posten: - Een lagere opbrengst aan producten/diensten (circa € 1,7 mln). - Lagere kosten voor doelgroeperen (circa € 1,1 mln). - Per saldo lagere organisatiekosten van circa € 0,9 mln; vooral door lagere lasten van (semi)-ambtelijk personeel, onderhoud, huren en algemene kosten. Een belangrijk deel van voornoemde afwijkingen vloeit voort uit het per 1 januari van het verslagjaar stoppen van de exploitatie van het zogenaamde Werkcentrum Tiel.
JAARVERSLAG 2012
38
Het verschil tussen de primaire begroting de definitieve begroting bedroeg de volgende posten: - Minder rijksvergoeding WSW, 0,25 mln, als gevolg van het wegvallen bonus begeleid werken. - Minder omzet producten/diensten, 0,55 mln, als gevolg van de daling in de WWB-volumes , alsmede het wegvallen van een grote klant (NS) en de algehele marktsituatie. - Minder kosten ambtelijk personeel 0,28 mln, als gevolg van temporisering in aanpassing van de bezetting in het kader van “Tijd voor Prioriteit” en een daling het WWB-cliënt volume. Alsmede een eenmalige extra voorziening in de kosten voor personele uitstroom.
Rekening
Begroting
Rekening
2012
2012
2011
Lonen en sociale lasten Doelgroepen Brutolonen
19.142.830
19.913.411
Sociale lasten
5.003.245
5.063.934
-127.895
-186.181
Fiscale verminderingen Totaal
24.018.180
24.030.000
24.791.164
Het gemiddeld aantal fte aan WSW’ers in dienst van LANDER is licht gedaald (circa 0,2%). Het gemiddeld aantal WIW- en WWB’ers in dienst van LANDER liep terug met circa de helft tot een 24-tal personen. Dit leidde uiteraard tot lagere loonkosten. De WSW-lonen bleven in het verslagjaar op grond van cao-afspraken ongewijzigd, afgezien van een afgesproken eenmalige uitkering van € 170 per fte in maart 2013. Deze is conform vigerend beleid reeds verwerkt in de kosten over het verslagjaar. De WIW- en WWB-lonen volgden de ontwikkeling van het wettelijk minimumloon. Rekening
Begroting
Rekening
2012
2012
2011
Overige kosten Doelgroepen Indicatiekosten Arbokosten/medische kosten Opleidingen en activering
3.885
19.810
126.176
113.988
114.565
242.562
1.183.660
1.175.817
Werkkleding
59.744
48.026
Bijzondere voorzieningen
33.190
45.749
Diverse kosten
52.982
125.124
Vervoer/reizen
Totaal
1.574.202
2.325.000
1.771.076
De daling van de kosten ligt op het vlak van opleiding en activering, voor het merendeel toe te schrijven aan het Werkcentrum Tiel dat in 2011 nog € 90.000 voor haar rekening nam. Daarnaast is ook de diverse kosten behoorlijk minder als gevolg van het wegvallen van WTC.
7. T O E L I C H T I N G O P D E programmarekening
Rekening
Begroting
Rekening
Rekening
Begroting
Rekening
2012
2012
2011
2012
2012
2011
Kapitaallasten
Verstrekte subsidies Doelgroepen I/D Ander Werk Begeleid Werken Totaal
151.656
150.792
Rentelasten
12.788
-
12.147
29.173
Rentebaten
-153.783
-186.958
836.816
823.436
Afschrijvingen / desinv.
451.213
534.913
Totaal
310.218
1.000.619
1.335.000
1.003.401
De sterke afname van de verstrekte ID-subsidies wordt veroorzaakt door de verdere afbouw van de ID-regeling. Het gelijkblijvende niveau van de verstrekte subsidies bij Begeleid Werken weerspiegelt ongeveer het gelijkblijvende niveau van het volume van deze werkvorm, op circa 80 personen. Rekening
Begroting
Rekening
2012
2012
2011
Brutosalarissen
4.037.972
4.442.748
Sociale lasten
1.005.742
1.075.114
Diverse kosten
266.876
306.078
Inhuur via uitzend org.
422.403
552.778
De ontvangen rente is, als gevolg van het teruglopen van de liquiditeit, gedaald. Het niveau blijft laag vanwege het nog steeds zeer lage renteniveau op de financiële markten in combinatie met het risicomijdende beleggingsbeleid. Gezien de positieve resultaten van de afgelopen jaren konden investeringen tot nu toe uit eigen liquiditeiten worden betaald, zo ook in het verslagjaar. De hoogte van de Afschrijvingen daalde licht. Enerzijds ingegeven doordat in de cijfers 2011 € 54.000 aan kapitaallasten in het kader van de WTC is opgenomen. Anderzijds vanwege afstoten van activa in het kader de post. Het investeringsniveau in 2012 lag overigens relatief laag.
5.732.993
5.895.000
6.376.719
Het (semi-)ambtelijk personeel heeft een kleine cao-wijziging gehad. De gemiddelde bezetting (incl. semi-ambtelijk) personeel per ultimo jaar daalde, als gevolg van de uitvoering van het beleidsplan “Tijd voor Prioriteit” in 2012. Echter de daling heeft minder snel het beoogd resultaat gehad dan gedacht, vanwege de soms langlopende beëindigingsprocedures. In de cijfers van 2011 is € 470.000 opgenomen aan kosten (WCT). Indien deze worden geëlimineerd uit de cijfers, resteert € 5,9 mln, dit impliceert voor 2012 een gerealiseerde reductie op de kosten (semi-)ambtelijk van ca 0,2 mln ten opzichte van 2011. Ten laste van de Voorziening “Personele knelpunten” is rechtstreeks een bedrag van € 757.000 aan – met name – overmatige salariskosten/ sociale lasten en afvloeiingsregelingen geboekt. Vanaf 2004 zet LANDER de Stichting LANDER Plus in als basis voor bij de GR te detacheren personeel.
Rekening
Begroting
Rekening
2012
2012
2011
Onderhoudskosten Terreinen/Gebouwen
Totaal
347.955
38.815
131.941
Installaties/Machines
70.341
78.405
Inventarissen
44.556
71.251
Vervoermiddelen
86.096
88.939
Software
311.420
258.086
Totaal
551.228
755.000
628.622
Voor groot onderhoud aan gebouwen is een Voorziening onderhoud op de balans opgenomen.
De daling in onderhoudskosten terreinen/gebouwen is vooral terug te voeren op het lage – slechts conserverende - onderhoud aan het te koop staande gebouw aan de Unieweg in Zaltbommel. Daarnaast was er voor € 55.000 aan onderhoud voor het WTC in 2011 en voor € 80.000 in de begroting. Voor het overige vloeien de mutaties in het niveau van het onderhoud van Inventarissen voort uit de onvoorspelbare aard van het onderhoud aan bepaalde activa. Dat laatste geldt deels ook voor de onder software begrepen kosten van licenties.
7. T O E L I C H T I N G O P D E programmarekening
39 JAARVERSLAG 2012
Kosten (semi)ambtelijk personeel
370.000
Rekening
Begroting
Rekening
Rekening
Begroting
Rekening
2012
2012
2011
2012
2012
2011
Huren
Belastingen en verzekeringen
Huren
211.531
Totaal
211.531
323.492 350.000
Belastingen
49.126
57.447
Verzekeringen
77.373
79.645
323.492 Totaal
De huur van gebouwen betreft met name de volgende (in)huurcontracten met betrekking tot huisvesting: - de huisvesting in het BVG ‘Beursplein Rivierenland’ te Tiel. - hal aan de Morsestraat te Tiel. - “postruimte” aan de Ampèrestraat te Tiel, deze is eind december in zijn geheel verlaten. - gedeelte UWV Werkbedrijf te Zaltbommel. - (beperkte) ruimte in het stadhuis te Culemborg.
JAARVERSLAG 2012
40
De daling van de huurkosten ten opzichte van 2011 betreft voornamelijk het wegvallen van de huur (€ 148.000) van een hal aan de Stephensonstraat te Tiel ten behoeve van het WCT. In de begroting was hier € 130.000 in voorzien. Rekening
Begroting
Rekening
2012
2012
2011
Energie Elektriciteit/Gas/Water
171.142
191.490
Autobrandstof
110.090
134.974
Totaal
281.232
330.000
145.000
137.092
De daling van belastingen is voor € 7.000 toe te schrijven aan het wegvallen van de kosten van de WTC. In de begroting was hier € 5.000 voor voorzien. Rekening
Begroting
Rekening
2012
2012
2011
Algemene kosten Accountant
39.275
50.000
196.714
194.667
56.783
100.456
Representatie
24.336
10.303
Kantoorbenodigdheden
18.260
32.927
Abonnementen/Contributies
44.822
41.715
Arbo algemeen
15.589
22.821
Product(ie)ontwikkeling
15.826
33.270
Diverse kosten
52.865
71.930
Overige diensten derden Telefoon/Porto
Totaal
464.470
765.000
558.089
326.464
De daling van de energie is voor € 23.000 toe te schrijven aan het wegvallen van de bedrijfshal van de WTC. De autobrandstof kosten zijn gedaald als gevolg van een kleiner wagenpark.
7. T O E L I C H T I N G O P D E programmarekening
126.499
LANDER besteedt veel aandacht aan kostenbeheersing. Dit wordt weerspiegeld in de lagere kosten op vrijwel alle categorieën van algemene kosten. Daarbij wordt verder opgemerkt dat in de rekening 2011 voor € 26.000 aan WTC kosten was opgenomen en in de begroting € 70.000.
Rekening
Begroting
Rekening
2012
2012
2011
Incidentele lasten M.b.t. dotaties aan voorzieningen - Personele knelpunten
-
1.331.431
43.298
35.000
-
13.000
- Groot Onderhoud
15.469
-
- Voorz. WSW-Plus
30.000
-
- BTW - FPU Ambtenaren
Overig - Vaste activa - Personele vorderingen - Verhuizingen - Kosten herinrichting
-
28.500
15.000
20.000
-
80.000
33.400
6.997
-
841
- Pensioenpremie oude jaren
-
27.361
- Debiteuren afboeking
75.662
59.097
- Ondeclarabele bedragen
10.168
-
- Afloop WIW 2008
6.280
-
-
17.590
14.897
17.687
7.219
-
- Voetpad Poppenbouwing - Diversen - Boete ARBO-UWV - Energieafrek. oude jaren
11.299
-
- Zilveren Kruis (premie 2008/2009)
29.460
-
Totaal
292.151
100.000
41 JAARVERSLAG 2012
- BTW oud jaar
1.637.504
Voor een beschrijving van de grotere posten betreffende de voorzieningen zie de toelichting op de balans.
7. T O E L I C H T I N G O P D E programmarekening
BAten Rekening
Begroting
Rekening
2012
2012
2011
Rijksvergoeding WSW Rijksvergoeding
25.744.135 25.744.135
25.842.308 25.480.000
25.842.308
De daling van de subsidie ten opzichte van 2011 vloeit allereerst voort uit de verlaging van de subsidie per se met bijna 5% tot € 25.939. Het aantal gemiddeld gerealiseerde SE met circa 0,2%. Helaas was 2011 het laatste jaar waarin nog sprake was van de zogenaamde Bonus Begeleid Werken; dit leidde tot circa 0,2 mln minder subsidie. Rekening
Begroting
Rekening
2012
2012
2011
(Rijks)vergoedingen via Gemeenten
JAARVERSLAG 2012
De totale netto-opbrengst aan overige producten en diensten, gecorrigeerd voor de exploitatie van het WCT, daalde met bijna € 0,5 mln. ten opzichte van 2011. Dit is met name toe te schrijven aan een hoger leeglooppercentage, alsmede een bijzonder slechte economische markt.
WIW
378.892
424.656
I/D
196.100
280.749
Overige
521.851
1.303.411
1.096.843
1.200.000
2.008.816
De ontwikkeling in deze posten weerspiegelt de daling van het aantal deelnemers als gevolg van de afbouw van WIW en ID-regeling en de opgedroogde opdrachten voor WWB-trajecten. Het aantal gemiddelde WIW/ID/WWB-deelnemers lag gemiddeld zo’n 51% lager dan over 2011.
- Dubieuze debiteuren - Deelnemingen - Personele knelpunten - WSW 62+ regeling - Groot onderhoud
Begroting
Rekening
2012
2012
2011
Netto-opbrengsten producten/diensten
1.210 8.750
262.970
-
-
160.000
- FPU ambtenaren
9.039
-
9.036
27.763
Overig - Diverse schadevergoedingen - Verkoop activa
-
17.499
- Verhuizingen
-
23.623
- Energie afrekeningen - Bijdrage SZW 2010 - Voetpad Poppenbouwing
-
23.100
15.470
18.669
7.000
-
77.070
-
4.500
-
41.567
-
- Afloop WIW 2011
5.200
-
- Belastingen
19.518
-
150.000
-
28.500
-
- Afloop Begeleid Werken 2011
2.064.304
- Pensioenvoorz. WSW
7.151.918
- Vaste Activa Post
Kosten grondstoffen
-544.127
-693.499
- Eniac
Kosten uitbesteed werk
-343.961
-274.112
- Diversen
7. T O E L I C H T I N G O P D E programmarekening
873 8.750
-
4.874.132
8.248.611
1.148
403.310
2.596.316
8.295.000
-
-
Inleenvergoedingen
6.582.359
2011
27.074
Diensten/producten
Netto-omzet
Rekening
2012
- Grondsanering
- Verkoop Activa Rekening
Begroting
2012
M.b.t. vrijval voorzieningen
- Afrekening accountant
Onder de post WIW zijn ook de voor UVI’s uitgevoerde WIW-trajecten opgenomen.
Rekening Incidentele baten
- Incourante voorraden
42
Netto-omzet
De stijging op de inleenvergoeding van € 0,5 mln weerspiegelt het gegeven dat de forse inspanningen om tot meer plaatsing bij externe werkgevers te komen succesvol is, alhoewel de marges zeer beperkt zijn. Voorts is dit een gevolg van de forse afname van WWB-trajecten.
6.561
-
39.063
8.805
683.690
75.000
693.877
8. VERSLAGLEGGING AWBZ-ACTIVITEITEN VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING LANDER OVER HET JAAR 2012 Algemeen
Verslaglegging
LANDER is een Sociale Werkvoorziening (SW)-organisatie in de vorm van een gemeenschappelijke regeling (GR), een samenwerkingsverband van een aantal gemeenten, op grond van de Wet GR.
Als GR valt LANDER qua verslaglegging onder het regime van het BBV. Aangezien LANDER ook haar AWBZ-activiteiten uitvoert binnen haar GR-rechtsvorm is de primaire jaarrekening van LANDER, waar deze bijlage een onderdeel van is, dus binnen de regels van het BBV opgesteld. LANDER publiceert jaarlijks separaat (maar uiteraard wel onderling consistent) een (directie) jaarverslag, een sociaal jaarverslag en een jaarrekening.
Algemene gegevens
:
LANDER
AGB-nr
:
508
KvK nr.
:
n.v.t. (i.v.m. type rechtspersoonlijkheid)
E-mailadres
:
[email protected]
Internet
:
www.landergroep.nl
LANDER voert taken uit binnen de Wet sociale werkvoorziening en de Wet werk en bijstand. Sinds 2008 is LANDER ook zelfstandig binnen het domein van de AWBZ actief. LANDER heeft hiervoor binnen een separate organisatorische uitvoerende afdeling ingesteld. Indirecte functies worden binnen de GR gecombineerd uitgevoerd voor WSW-, WWB- en AWBZ-taken.
Qua positionering binnen de AWBZ is LANDER – in lijn met de voorgaande alinea – te kenmerken als een zorgaanbieder “aan de bovenkant” van de AWBZ, met een duidelijke focus op arbeidsmatige dagbesteding.
8. VER SL AGLEGGING AWBZ-AC TIVITEITEN VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING L ANDER
43 JAARVERSLAG 2012
Gedurende de opstartfase was het belang van de nieuwe “AWBZ-poot” nog relatief gering. Het opstarten van de AWBZ, met name het op gang krijgen van een cliëntenstroom, is lastig en kost tijd en geld. Voor 2012 zijn geen activiteiten ontplooid. In afwachting van de ontwikkelingen rond de Participatiewet, houdt LANDER haar toelating wel aan; in een latere fase kan een integratie van beschutte Participatiewet-cliënten en AWBZ-cliënten opportuun zijn.
Voor wat betreft structuur van het concern, kerngegevens, belanghebbenden, toezicht, bedrijfsvoering, verbonden partijen en prestaties zij daarnaar kortheidshalve verwezen. De verantwoording van de AWBZ-activiteiten is in deze separate bijlage bij de jaarrekening van de GR opgenomen. Waarbij, gelet op de hierboven geschetste situatie, in deze bijlage geen volledige balans is opgenomen. Slechts de direct voor de AWBZ-verslaglegging relevante balansposten worden weergegeven en toegelicht. Voor het totaal van de balans van de GR LANDER wordt verwezen naar de primaire jaarrekening van de GR. Afgezien is van het opnemen van een kasstroomoverzicht gelet op het zeer beperkte belang van de AWBZ-cijfers in het totaal van LANDER.
Grondslagen van de Financiële verslaggeving Algemeen De in deze bijlage opgenomen resultatenrekening en de weergegeven balansposten zijn opgemaakt in overeenstemming met de Regeling verslaggeving WTZi en met titel 9 BW 2 (inclusief RJ 655). De toegepaste grondslagen zijn slechts weergegeven voor zover ze voor de AWBZverslaglegging van LANDER relevant zijn danwel voor zover ze afwijken van de bepalingen van het BBV.
Bijdragen AWBZ Dit betreft de realisatie van het aantal eenheden productie vermenigvuldigd met het met het zorgkantoor overeengekomen tarief per eenheid.
JAARVERSLAG 2012
44
Financieringstekort/-overschot (AWBZ) Dit betreft het per ultimo van een jaar bestaande verschil tussen het wettelijk budget voor aanvaardbare kosten (subsidie) en de daadwerkelijk ontvangen voorschotten plus de in rekening gebrachte vergoedingen voor diensten en verrichtingen ter dekking van dat budget. De per balansdatum over diverse jaren bestaande financieringstekorten en –overschotten worden gesaldeerd opgenomen.
Resultatenrekening (x€ 1.000)
Baten
2012
2011
Bijdragen AWBZ
-
40
Bijdragen derden
-
9
Totaal opbrengsten
-
49
Lasten Personeelskosten
-
57
Overige bedrijfskosten
-
108
Totaal kosten
-
165
Bedrijfsresultaat
-
116-
Overige baten/lasten
-
-
Exploitatieresultaat
-
116-
Reserve aanvaardbare kosten Stand per 31-12-2012
Reserve aanvaardbare kosten (AWBZ) In deze reserve worden de binnen de toelating van de instelling gerealiseerde gecumuleerde resultaten uit zorggebonden, subsidiabele dan wel collectief gefinancierde activiteiten opgenomen.
8. VER SL AGLEGGING AWBZ-AC TIVITEITEN VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING L ANDER
-408
9. SISA-bijlage: realisatie WSW Overzicht WSW-rapportage LANDER per gemeente 2012
Baten CBS NR
Gemeente
A
B
C
D
WoonGem
BetGem
BetGem
BetGem
Geïndiceerden * AHCP
Uitstroom SE
Realisatie gemiddeld SE
Arbeidsjaren BW SE
Deelnemende gemeenten 0214
Buren
133,25
5,60
88,74
8,73
0216
Culemborg
206,75
11,87
139,37
10,34
0236
Geldermalsen
125,50
10,69
88,08
7,65
0263
Maasdriel
130,25
7,99
91,13
7,00
0281
Tiel
476,75
28,72
329,62
29,13
0297
Zaltbommel
191,25
8,30
136,17
5,23
0304
Neerijnen
61,75
4,50
42,41
0,58
1740
Neder Betuwe
82,00
6,43
64,74
7,46
0,89
0,07
Niet deelnemende gemeenten 45
Arnhem
0209
Beuningen
0268
Nijmegen
1734
Overbetuwe
4,25
3,00
1,04
0289
Wageningen
1,00
0,44
0,44
0301
Zutphen
0340
Rhenen
1,25
1,25
0512
Gorinchem
1,00
0531
Hendrik-Ido-Ambacht
1,00
0545
Leerdam
2,25
2,25
0668
West Maas & Waal
1,00
0,94
1,00
1,00 0,17
0,94
0772
Eindhoven
0,56
0796
‘s-Hertogenbosch
1,00
0828
Oss
0865
Vught
1,25
0,50
1,06
1,00 1,00 1419,25
0,83 89,55
992,73
9 . S I S A - bijlage : realisatie W S W
78,85
JAARVERSLAG 2012
0202
10. Controleverklaring
JAARVERSLAG 2012
46
1 0 . C ontroleverklaring
47 JAARVERSLAG 2012
1 0 . C ontroleverklaring
JAARVERSLAG 2012
48
Per 1 september van het verslagjaar gaf Harry Vogelaar (l.) , na bijna 18 veelbewogen jaren als directeur van LANDER, het roer over aan Jan van de Sluis.
Afkortingen
Disclaimer Dit jaarverslag is met zorg samengesteld. LANDER streeft ernaar de geboden informatie zo compleet, toegankelijk en actueel mogelijk uit te geven. Toch kan het voorkomen dat de inhoud door tekst-, zet- of typefouten onvolledig of onjuist kan worden geïnterpreteerd. Aan de inhoud van dit jaarverslag kunt u dan ook geen rechten ontlenen. LANDER is niet aansprakelijk voor de gevolgen van het gebruik van de informatie die wij in dit jaarverslag aanbieden.
49 JAARVERSLAG 2012
AB Algemeen bestuur ABP Algemeen burgerlijk pensioenfonds AVRI Afvalverwijdering Rivierenland AWB Algemene Wet Bestuursrecht AWBZ Algemene Wet bijzondere ziektekosten BADO Besluit accountantscontrole decentrale overheden BBL Beroeps Begeleidende Leerweg BBV Besluit begroting en verantwoording BNG Bank Nederlandse Gemeenten BTW Belasting toegevoegde waarde BVG Bedrijfsverzamelgebouw BW Begeleid werken BW Burgerlijk Wetboek CAO Collectieve arbeidsovereenkomst CV Coöperatieve vereniging DB Dagelijks bestuur FPU Flexibele pensioenuitkering FTE Fulltime equivalent (voltijdbaan) GR Gemeenschappelijke Regeling I/D In- en doorstroom ICT Informatie en Computertechnologie mln miljoen OLC Open Leercentrum PSO Prestatieladder socialer ondernemen PW Participatiewet RIW Regionale Infrastructuur Werk en Inkomen SE Standaardeenhe(i)d(en) SKR Stichting Kringloop Rivierenland SW Sociale werkvoorziening SZW Sociale zaken en werkgelegenheid UVI Uitvoeringsinstellingen voor sociale zekerheid UWV Uitvoeringsorgaan Werknemersverzekeringen WAPR Werkgevers Adviespunt Rivierenland WCT Werkcentrum Tiel Wet fido Wet financiering decentrale overheden WGR Wet gemeenschappelijke regeling WIW Wet inschakeling werkzoekenden WSW Wet sociale werkvoorziening WTZi Wet toelating zorginstellingen WWB Wet werk en bijstand WWNV Wet werken naar vermogen
Hoofdkantoor De Panoven 23 4191 GW Geldermalsen Postbus 128 4190 CC Geldermalsen T 0345 686 222 F 0345 686 223 E
[email protected] I www.landergroep.nl