Fysiotherapie bij revalidanten met enige mate van loopfunctie Om inzicht te krijgen in de fysiotherapie tijdens de revalidatieperiode splitsen we deze periode globaal op in drie fasen: 1 bedfase 2 verticalisatiefase 3 actieve trainingsfase 1. Bedfase Tijdens de bedfase zijn de voorwaarden gecreëerd voor de actieve trainingsfase. Deze zijn:
het verbeteren of behouden van de bewegelijkheid van de extremiteiten door middel van doorbewegen spasmeremming door middel van doorbewegen en correcte bedliggingen spierversterking (voor zover een eventuele wervelfractuur dit toelaat), onder andere met de PNF-methode en met halters ademhalingstherapie bij eventuele ademhalingsproblematiek
Zodra de fractuur mag worden belast (met of zonder kraag/korset) gaat de bedfase over in de verticalisatiefase, mits er geen andere complicaties zijn zoals bijvoorbeeld een doorligplek. 2. Verticalisatiefase De verticalisatiefase bestaat uit: a) rolstoelbelastbaar maken b) sta-training Ad a) Het rolstoelbelastbaar maken Het rolstoelbelastbaar maken gebeurt volgens een schema, dat begint met drie maal daags ongeveer 15 minuten in de rolstoel en in ongeveer 10 dagen uitloopt tot volledige rolstoelbelastbaarheid. De rolstoelvoorziening is met name een taak van de ergotherapie. Ad. b) De sta-training De sta-training wordt gestart zodra u 2 uur rolstoelbelastbaar bent. Het is een onderdeel van de verticalisatiefase. Doel van de sta-training:
spasmeremming voorkomen van bewegingsbeperkingen voorkomen van drukplekken verbeteren van spierkracht en stabiliteit ( revalidanten met een incomplete dwarslaesie) verbeteren algehele conditie en welbevinden voorbereiden op het lopen (revalidanten met een incomplete dwarslaesie)
Bij revalidanten met een complete dwarslaesie en revalidanten met een incomplete dwarslaesie die weinig activiteit in de benen hebben wordt vaak eerst gestart met sta-tafeltraining. De sta-tafel wordt steeds meer rechtop gezet, om op die manier weer langzaam te wennen aan de verticale houding. Zodra het staan op 70/80 graden gedurende 20-30 minuten goed volgehouden wordt, start het uitvoeren van nevenactiviteiten op de sta-tafel. Denk hierbij aan balanstraining m.b.v. bijvoorbeeld een bal. Revalidanten kunnen hierna over naar het staan in de sta-unit.
Voorlichtingsklapper revalidanten F2B februari 2004 Artikelcode: 1038610
Inhoudsverantwoordelijke: CT
3. De actieve trainingsfase De doelstellingen van de actieve trainingsfase zijn:
het bereiken van een zo groot mogelijke zelfstandigheid het bereiken van een zo groot mogelijke onafhankelijkheid van personen en/of hulpmiddelen
Aandachtspunten in de actieve trainingsfase zijn a) b) c) d) e) f)
bank-/mattraining transfertraining sta- en looptraining kracht/conditietraining fietstraining f sport
Ad a) Bank-/mattraining Bank/mattraining vormt een belangrijk onderdeel van de actieve trainingsfase. Onder andere de volgende punten kunnen daarbij aan de orde komen:
rekken van spieren rompbalansoefeningen spierkracht/stabiliteitsoefeningen coördinatieoefeningen het leren van aannemen van verschillende houdingen zoals kruiphouding, schuttershouding enz.
Bovengenoemde punten komen zowel tijdens individuele therapieën als tijdens groepstherapieën (hydrogroep, kracht-/conditiegroep, judogroep enz.) aan de orde.
Ad b) Transfertraining In de beginfase vindt de transfertraining vaak nog passief plaats (bijvoorbeeld met de glijmat of de tillift). De actieve transfertraining wordt gestart als de bank-/mattraining al een eind op gang is. Hierbij is het belangrijk dat er sprake is van een redelijke rompbalans en een redelijk armkracht. De gelijke transfers lukken al snel zonder hulpmiddelen. Naarmate de rompbalans en de armkracht toenemen, worden ongelijke transfers zoals de transfer rolstoel-auto en v.v. en de transfer rolstoelgrond en v.v. doorgenomen. Belangrijk hierbij is om de transfers niet alleen in de oefensituatie te Voorlichtingsklapper revalidanten F2B februari 2004 Artikelcode: 1038610
Inhoudsverantwoordelijke: CT
oefenen maar ook functioneel, bijvoorbeeld de rolstoel op ongelijk terrein zetten en van daaruit de transfer maken naar de grond en v.v. Dit omdat juist op ongelijk terrein de kans bestaat dat u uit de rolstoel valt . De transfer grond-rolstoel is op dat moment noodzakelijk. Is er sprake van enige stafunctie, dan wordt ernaar gestreefd de benen zoveel mogelijk in te schakelen tijdens de transfers. Hoe meer variaties u geleerd heeft in het maken van transfers, des te beter het in de thuissituatie is toe te passen. De transfers rolstoel-toilet of bed-po/douchestoel en rolstoel-sportstoel worden ook geoefend.
Ad c) Sta- en looptraining Sta-training is meestal een voorbereiding op de looptraining. Is er voldoende kracht en stabiliteit in de benen bereikt dan wordt al snel overgegaan tot looptraining. De globale opbouw van de looptraining ziet er als volgt uit: 1. staan/balans in de loopbrug 2. training van lopen in de loopbrug 3. training van lopen met een stabiel loophulpmiddel (rollator ) 4. training van lopen met een minder stabiel loophulpmiddel (elleboogskrukken of stokken) 5. training van lopen zonder een hulpmiddel Bij welke punt u de looptraining zal starten en waar u zult eindigen is afhankelijk van uw lichamelijke mogelijkheden en uw motivatie. Tijdens looptraining wordt vooral aandacht besteed aan veiligheid, loopkwaliteit, loopafstand en het functioneel lopen zoals lopen op oneffen terrein, nemen van stoepranden, dubbeltaken enz. Om het lopen echt functioneel te maken, wordt geprobeerd situaties van thuis en het werk na te bootsen.
Voorlichtingsklapper revalidanten F2B februari 2004 Artikelcode: 1038610
Inhoudsverantwoordelijke: CT
Indien nodig wordt er ook gebruik gemaakt van beenbeugels, braces en orthopedische schoenen. De revalidatiearts, een instrumentmaker, een schoenmaker en uw behandelend fysiotherapeut brengen (na onderlinge afstemming) een advies uit over de loopvoorziening die voor u het meest geschikt wordt geacht. Nadat de loopvoorziening is aangemeten en afgeleverd, wordt de looptraining vervolgd. Als u onvoldoende kracht en stabiliteit heeft in de extremiteiten om in de loopbrug te kunnen staan of lopen wordt gekozen voor looptraining op de loopband met gewichtloosheidsimulator. Met ondersteuning van lichaamsgewicht en het verplaatsen van de onderste extremiteiten via een hulppersoon of hulppersonen wordt het lopen mogelijk gemaakt. Dit is in eerste instantie therapeutisch lopen maar kan soms uitmonden in functioneel lopen.
Tegenwoordig kan er ook gekozen worden voor de lokomat of de grail om de looptraining te ondersteunen Ad d) Kracht-/conditietraining Tijdens de krachttrainingsgroep en individuele therapieën wordt gewerkt aan het verbeteren van de spierkracht en conditie om dagelijkse activiteiten zo goed mogelijk te kunnen uitvoeren. Tijdens krachttrainingsgroep traint u in groepsverband onder begeleiding van en fysiotherapeut. Er wordt hierbij gebruik gemaakt van diverse kracht- en conditieapparatuur. Na enige weken van training krijgt u, in overleg met uw behandelaar, de gelegenheid om de kracht/conditietraining ook zelfstandig uit te voeren.
Voorlichtingsklapper revalidanten F2B februari 2004 Artikelcode: 1038610
Inhoudsverantwoordelijke: CT
Ad e) Fietstraining Fietstraining is een onderdeel van de revalidatiefase dat pas later in de revalidatieperiode aan de orde komt. Doel van de fietstraining kan zijn: 1. mobiliteit 2. sport 3. recreatie Afhankelijk van Uw lichamelijke en cognitieve mogelijkheden, omgevingsfactoren en uw doelstellingen wordt de fietskeuze(bijvoorbeeld handbike, ligfiets, fiets met hulpaandrijving, driewieler of een gewone fiets) bepaald. Het fietsen wordt opgebouwd van prikkelarme omgeving naar volledig deelname in het verkeer en van fietsen onder begeleiding naar zelfstandig fietsen. Indien nodig wordt de fiets waarmee u gaat fietsen, aangepast en op maat afgesteld. Het gaat daarbij om aanpassingen zoals remaanpassingen, zadelhoogte, cranckverkorter enz NB: Kostenvergoeding is standaard voor maar 1 vervoersmiddel. Een handbike en scootmobiel worden meestal niet beiden vergoed. Het verschilt per gemeente of een handbike of fiets met hulpaandrijving wordt vergoed. Soms scheelt het als de ergo- en/of de fysiotherapeut een ondersteunende brief meegeven.
Ad f) Sport Hier wordt in een aparte les op teruggekomen.
Voorlichtingsklapper revalidanten F2B februari 2004 Artikelcode: 1038610
Inhoudsverantwoordelijke: CT