Functiebeschrijvingen - Inleiding Elke functiebeschrijving van directielid, leraar, opvoeder, administratief personeel, technisch adviseur,….. vertrekt van: - de opdrachtverklaring van het katholiek onderwijs - het opvoedingsproject van de school - het schoolwerkplan (indien aanwezig) - het algemeen reglement van het katholiek onderwijs - het arbeidsreglement van de school Hij bevat drie delen: 1. een algemeen gedeelte dat geldig is voor elke personeelslid werkzaam in een school van het katholiek onderwijs. 2. een specifiek gedeelte met de opdrachten van respectievelijk: - het leidinggevend personeel (directeur, adjunct-directeur, technisch-adviseur coördinator, technische adviseur, internaatsbeheerder); - het onderwijzend personeel(de geïntegreerde lerarenopdracht); - het ondersteunend personeel (opvoedend en administratief); 3. een individueel gedeelte met voor de leerkrachten de ‘instellingsgebonden taken’ : - bijkomende taken van het personeelslid (bijvoorbeeld als klastitularis, vakverantwoordelijke, graadcoördinator, vaklokaalverantwoordelijke, mentor-coach, ICT-coördinator, preventie-adviseur, stagebegeleider, …) - het vrijwillig engagement voor de school in werkgroepen en bij activiteiten. In bijlage 1 vind je het algemeen gedeelte bedoeld voor alle personeelsleden van een school in het katholiek onderwijs. In bijlage 2 vind je het specifiek gedeelte (voor de leerkrachten is dat ‘de geïntegreerde lerarenopdracht’) in open systeem, aangevuld met mogelijke of wenselijke concretiseringen in de tweede kolom. Het algemeen en specifiek gedeelte (of de geïntegreerde lerarenopdracht) werden opgesteld in consensus in de Scholengemeenschap SintNicolaas voor volgende ambten of categorieën: directies, leerkrachten, ondersteunend personeel en technisch adviseurs-coördinatoren en technisch adviseurs. De bedoeling is dat deze in het kader van een gemeenschappelijk personeelsbeleid in alle scholen van de SG worden gebruikt. De eerste kolom blijft in elk geval in alle scholen standaard. De tweede kolom kan eventueel nog worden aangepast of aangevuld. De ambten die niet werden vermeld (teeltleider, internaatsbeheerder, …) laten wij over aan de scholen en I.M. waar ze van toepassing zijn. Het individuele gedeelte laten wij eveneens over aan de scholen en hun I.M. Wat betreft de ‘instellinggebonden taken’ voor de leerkracht werd in de scholengemeenschap een exhaustieve lijst opgesteld met de instellingsgebonden taken. Deze kan als checklist worden gebruikt door de evaluator en de leraar. Ook voor leerlingenbegeleiders, mentor-coaches, ICT-coördinatoren en preventieadviseurs werd op niveau van de SG een consensus bereikt over een individuele functiebeschrijving. M. Vercauteren, Coördinerend directeur.
BIJLAGE 1: Functiebeschrijving in het algemeen gedeelte voor personeelslid van een school in het Katholiek Onderwijs 1 september 2007 SGSN
-
Uitgangspunt: de decretale opdracht (27 maart 1991, Hoofdstuk II – Plichten en onverenigbaarheden). De personeelsleden behartigen het belang van het onderwijs en van de school/scholen waarin ze tewerkgesteld zijn. Ze behartigen daarenboven het belang van de leerlingen en van de participanten bij de school.
-
Zij doen dit binnen het katholiek onderwijs, waarvan zij de opdrachtverklaring onderschrijven, het persoonlijk proberen te beleven en ervan te getuigen.
-
Zij laten zich inspireren door en werken mee aan de realisatie van het schooleigen opvoedingsproject.
-
Zij doen dit binnen een team van collega’s. Dit team bestaat uit directieleden, leraars, ondersteunend personeel, school specifieke ambten en onderhoudspersoneel. Binnen dit team is er aandacht voor: - een gemeenschappelijke visie; - hun persoonlijke professionalisering en deze van de groep; - de nodige coördinatie en overleg: ° weet hebben van elkaar, ° afstemmen op elkaar, ° samenwerken waar het kan. Iedereen engageert zich: - om de afgesproken taken uit te voeren. - in de school / scholengroep / scholengemeenschap deel te nemen aan: ° vormingsinitiatieven; ° de informatie-, overleg- en werkvergaderingen met hun collega’s. - zich te houden aan de wettelijke bepalingen overeenkomstig hun statuut. - de deontologische code van hun ambt na te leven. In geregeld teamoverleg en functioneringsgesprekken krijgen de personeelsleden feedback over hun werk. Dit moet kaderen binnen het ARKO en het arbeidsreglement De functiebeschrijving is de basis voor de evaluatie zoals overeengekomen in CAO VIII.
-
-
BIJLAGE 2: Functiebeschrijving in het specifiek gedeelte voor het ondersteunend personeel
1 september 2004 SGSN
Vooraf Het ondersteunend personeel wordt onderverdeeld in opvoeder en administratief medewerker. Heel wat personeelsleden hebben een taak, die aspecten van deze twee ambten bevatten. We stellen een onderverdeling voor waarbij we de nadruk leggen op de taak als opvoeder, als administratief medewerker en als lid van de schoolorganisatie. Voor elk personeelslid afzonderlijk zal de functiebeschrijving bepaalde aspecten in meerdere of mindere mate moeten benadrukken. Er kan worden gespecificeerd via aankruising in de cirkels (O) en via het individueel gedeelte. I. Als opvoeder Functie 1. Als begeleider van leerlingen - Bevorderen van de persoonlijke ontplooiing van de leerlingen.
Suggesties voor het invullen van de functie:
O
-
Leren omgaan met verschillen.
O
-
Opvolgen van absenties en gevoelig zijn voor de spijbelproblematiek
O
Een geschikt studieklimaat creëren.
O
-
Aandacht hebben voor het psycho-sociaal functioneren van de leerlingen bij het begeleiden van activiteiten en bij het toezicht houden. Tijd maken voor een goed gesprek en zonodig doorverwijzen. Hulp bieden bij schoolongevallen. Geen vooroordelen hanteren. Gepast reageren op opvallend of ongewoon gedrag en zo nodig signaleren aan de directie of leerlingenbegeleiding. Oog hebben voor conflicten en bemiddelend optreden. Oog hebben voor cultuurverschillen en aandacht voor zorgverbreding. Afwezigheden opvolgen. Onregelmatigheden signaleren aan verantwoordelijken. Afwezigheidregister invullen en absentiebewijzen controleren en rangschikken. Duidelijke afspraken maken i.v.m. het goed gebruik van de studietijd. Orde, stilte en tucht eisen wanneer nodig. Correct taalgebruik.
2 Als communicator 2.1 met het schoolteam. Bereidheid tot open dialoog met collega’s en directie.
O
2.2 met de leerlingen. - Het onthaal van de leerlingen helpen verzorgen.
O
- De betrokkenheid van leerlingen stimuleren.
O
2.3 met de ouders. De ouders als volwaardige partners bij het onderwijsproces erkennen. O
2.4 met externe onderwijs actoren en toevallige bezoekers.
O
Positieve gesprekken stimuleren, gezichtspunten verduidelijken, je eigen visie kunnen toetsen aan die van collega’s en tot een gemeenschappelijk besluit kunnen evolueren. (vb. cel leerlingenbegeleiding, klassenraden) Loyale opstelling t.o.v. collega’s en directie en bereid zijn te bemiddelen indien de situatie dit vereist. Discreet zijn betreffende persoonlijke mededelingen.
Luisterbereid zijn. Zieke leerlingen opvangen. Vriendelijk maar kordaat het schoolreglement doen toepassen. Waardevolle activiteiten van leerlingen stimuleren, waarderen en aanmoedigen en er eventueel aan deelnemen.
Respect tonen voor de mening van de ouders. Op een tactvolle wijze de observatiegegevens van de school over hun zoon/dochter met hen bespreken. Bereid zijn om in te gaan op aanvragen van ouders voor een gesprek.
Het onthaal op het secretariaat (aan de receptie) goed verzorgen. Een duidelijk, geduldige communicatie met bezoekers. Een correcte doorverwijzing naar andere instanties.
II. Als administratief medewerker Functie
Suggesties voor het invullen van de functie:
1. Als lid van het team leerlingenadministratie De opdracht binnen de schooladministratie behartigen.
2.Als lid van het team personeelsadministratie - De documenten op een vlotte, duidelijke manier ter beschikking stellen van de directeur/het betrokken personeelslid.
O
O
- Vlotte doorstroming van de nodige documenten naar het departement, het VVKSO, de inspectie en de begeleiding. O
III. Als lid van de schoolorganisatie Functie 1. Als lid van het team logistieke ondersteuning Door een collegiale aanpak de grote verscheidenheid in het secretariaatswerk vlot laten verlopen. O
Mee bouwen aan het opvoedingsproject van de school vanuit de eigen verantwoordelijkheid van de school. O
Inschrijvingsregisters bijhouden en voor nieuwe leerlingen de nodige attesten aanvragen. Mededelingen van en naar de ouders opvolgen. Leerlingendossiers inzake ‘het sanctioneren van de studiën’ in orde brengen. Documenten i.v.m. schoolloopbaan van de leerlingen archiveren. Dossiers van schoolongevallen beheren. De regelgeving i.v.m. leerlingenadministratie opvolgen en toepassen.
Beheer van het personeelsdossier i.v.m. opdrachten, identificatiegegevens, contracten, berekening van anciënniteiten, verzekering, …. De regelgeving en de richtlijnen i.v.m. het doorsturen van documenten opvolgen. Indien nodig met het departement, het VVKSO, de inspectie en de begeleiding overleg plegen.
Suggesties voor het invullen van de functie: Typ- en kopieerwerk verzorgen. Prijsbewust opdrachten uitvoeren en opvolgen van bestellingen van materiaal en toestellen. Onderhouds- en huurcontracten opvolgen. De boekhouding van de school doen. Leerlingenrekeningen samenstellen en inningen opvolgen. De activiteiten (schoolreis, sportdag, bezinning, …) die georganiseerd worden, inhoudelijk helpen vorm geven en logistiek
ondersteunen. Toezicht houden. 2.Als medeverantwoordelijke voor de infrastructuur Zin hebben voor netheid, veiligheid en nauwkeurigheid. O
Zorg dragen voor de infrastructuur, orde, gebruik van materiaal en gereedschappen. De verantwoordelijken op de hoogte brengen indien bepaalde zaken stuk zijn. De verantwoordelijke tijdig verwittigen bij gevaren en zelf initiatieven nemen om ongelukken te voorkomen. Eventueel uitgeschreven reglementen eigen aan een specifiek lokaal respecteren en doen naleven.
3.Als medeverantwoordelijke voor het secretariaat Met het secretariaatsteam de werkmethodes durven bevragen en eventueel aanpassen. O
Gevoelig zijn voor vernieuwingen op het gebied van secretariaatswerk. Het secretariaatswerk zodanig aanpakken dat een eventuele vervanging vlot kan verlopen. Open staan voor de aanpassingen van werkmethodes om het secretariaatswerk te laten inkaderen in een groter geheel (IM, SG).
4. Als gemotiveerde voor nascholing Zich blijvend bekwamen in z’n taak als opvoeder en/of administratief medewerker. O
Via vakliteratuur of andere initiatieven nieuwe werkmethodes en actuele evoluties opsporen. Bereid zijn om de persoonlijke interesses inzake nascholing te kaderen binnen het nascholingsplan en de verworven kennis te delen.