FUNCTIEBESCHRIJ VING DIRECTEUR Onder wijs voor sociale pr omotie Dir ecteur CVO Elishout COOVI Bestaansreden van de functie In lijn met de visie van de Vlaamse Gemeenschapscommissie, de missie van het centrum vertalen in concrete doelen op korte en lange termijn; op basis hiervan plannen, organiseren, coördineren van de activiteiten van het centrum met als doel de beoogde doelstellingen te realiseren.
SAMENVATTING RESULTAATGEBIEDEN Resultaatgebied 1 : Missie, visie, beleidsplan Resultaatgebied 2 : Structuur en organisatie van het centrum Resultaatgebied 3 : Kwaliteitszorg Resultaatgebied 4 : Personeelsbeleid Resultaatgebied 5 : Begeleiding van de cursisten Resultaatgebied 6 : Overleg en samenwer king met alle 'interne” partner s Resultaatgebied 7 : Overleg en samenwer king met “externe” partner s Resultaatgebied 8 : Financieel en investeringsbeleid Resultaatgebied 9 : Administratief beheer Resultaatgebied 10 : Marketing Resultaatgebied 11 : Nascholing en zelfontplooiing
Resultaatgebied 1 : Missie, visie en beleidsplan In lijn met de visie van de VGC wordt een specifieke missie van het centrum gedefinieerd. De directie waakt over de goede uitvoering ervan en zal indien nodig deze missie bijsturen. De bedoeling van deze missie is een houvast bieden voor personeel en cursisten en is de rode draad voor alle centrumactiviteiten. Het is de bedoeling personeelsleden rond die missie te mobiliseren.
Gedragsindicatoren Zorgen dat de visie geconcretiseerd wordt in een werkplan. Tot dit werkplan behoren o.a. het onderwijsbeleid, de interne waarden, de strategische doelstellingen, de leerplannen, de begeleiding van de cursisten, de uitgangspunten van het personeelsbeleid, het financieel beleid, het kwaliteitsbeleid, eigen projecten, Vanuit deze visie wordt de cursistenbrochure en het examenreglement opgesteld. Aan de hand van een aantal analyses worden strategische doelstellingen bepaald met betrekking tot onder andere : onderwijsaanbod, eventuele samenwerking met andere instellingen, de op termijn te bereiken doelstellingen, personeelsplanning, planning van investeringen,.. Regelmatig wordt de werking van het centrum kritisch geanalyseerd o.a. door bevragingen en zonodig bijgestuurd. De directie moet erover waken dat alle ontplooide activiteiten en initiatieven kaderen binnen de missie.
1
Resultaatgebied 2: Str uctuur en or ganisatie van het centr um Een effectieve organisatie van het centrum opzetten, een vlotte werking van het centrum verzekeren, de missie concretiseren in overleg met leden van het directieteam.
Gedragsindicatoren Op een pedagogisch verantwoorde wijze en rekening houdend met de missie van het centrum, het lesurenpakket aanwenden. Organogram opstellen en verdelen van taken. Ambtsopdrachten voor de leerkrachten opmaken en indien nodig maatregelen nemen voor aanwerving, reaffectatie en coördinatieopdrachten In overleg met het directieteam de inschrijvingen organiseren In overleg met de adjunctdirecteur, TAC ,TA en afdelingsverantwoordelijken de lessenroosters opstellen, de lokalen toewijzen, ervoor zorgen dat de nodige uitrusting en materialen, boeken en cursussen ter beschikking zijn, opzetten van een adequate ITinfrastructuur, de toepassing van de leerplannen coördineren, allerlei activiteiten vastleggen en zonodig procedures ervoor bepalen, onder andere voor de evaluatie en rapportering, deliberatie, personeelsvergaderingen, projecten, vakwerkgroepen, examenperiodes, stages, andere (eventueel extramuros) activiteiten, ... zorgen voor vervanging bij afwezigheden,
Resultaatgebied 3 :Kwaliteitszorg Op basis van de missie van het centrum en in samenspraak met het directieteam, een aanpak tot algemene kwaliteitszorg definiëren, invoeren en doen respecteren: bijdragen tot het goed functioneren van de medewerkers en de cursisten, bijdragen tot het effectief en efficiënt realiseren van de doelstellingen van het centrum. Gedr agsindicator en Een voorbeeldfunctie in kwaliteitszorg opnemen. Een kwaliteitsaanpak introduceren op maat van het centrum, zorgen dat alle betrokkenen (medewerkers, cursisten, ...) voor dit onderwerp gesensibiliseerd worden, stimuleren, opvolgen, bijsturen en waar nodig zorgen voor opleiding in deze materie. Per jaar prioriteiten/aandachtspunten bepalen. Adjunctdirecteur, technisch adviseur coördinator en technisch adviseur laten toezien op het uitvoeren van de leerplannen en nagaan of de semester/jaarplannen opgesteld zijn in functie van de doelstellingen, eventueel in overleg met afdelingsverantwoordelijken Adjunctdirecteur, technisch adviseur coördinator en technisch adviseur laten toezien op het naleven van de regels: orde, netheid, hygiëne, veiligheid, ..., Waken over de kwaliteitszorg via klasbezoeken, individuele opvolging van leraren, nakijken van examens en certificaten, bewaking van het gebruik van de lestijden,... Hulp vragen van de pedagogische begeleidingsdienst van OVSG en/of van de inspectie Op geregelde tijdstippen een bevraging van de cursisten i.v.m. het lesgebeuren organiseren en een
2
bevraging van de medewerkers over het functioneren van de directie en het secretariaat organiseren Stimuleren van de nascholing ook op het vlak van kwaliteitszorg
Resultaatgebied 4: Per soneelsbeleid Leiden en begeleiden van de medewerkers, trachten de juiste persoon op de juiste plaats in te zetten, met een bekwaam en gemotiveerd team de doelstellingen van het centrum trachten te realiseren, een goed klimaat en het welbevinden van alle medewerkers trachten te bevorderen Gedr agsindicator en Plannen: in lijn met de strategie van het centrum, een adequate organisatiestructuur opzetten en bewaren, de personeelsnoden bepalen (een 'personeelsplanning' opstellen), procedures o.a. voor aanwerving i.v.m. personeel opstellen in overleg met de inrichtende macht De functiebeschrijvingen van de verschillende functies bepalen, de ambten verdelen i.f.v. de bekwaamheden van de personen, naargelang de procedures en de bevoegdheden van de inrichtende macht, selecteren en rekruteren of voordragen van kandidaturen van nieuwe personeelsleden, leraren duidelijk maken wat er van hen verwacht wordt aan de hand van een functiebeschrijving en een infobrochure voor nieuwkomers, Selecteren en rekruteren Uitdragen van het imago van het centrum om nieuwe medewerkers te kunnen aantrekken, selecteren i.f. v. de opgestelde competentieprofielen inzonderheid de agogische kwaliteiten met volwassenen … Begeleiden en opvolgen Nieuwe medewerkers introduceren en hen helpen zich zo snel mogelijk te integreren in het centrum, zorgen voor specifieke begeleiding Zorgen voor een goed en motiverend werkklimaat, een aangename werksfeer: voldoende informatie geven, overleg plegen, durven beslissingen nemen. Een aantal (directie)taken delegeren, een verantwoorde besteding van het lesurenpakket opstellen, goede ondersteuning geven, aanmoedigen en waarderen, stimuleren van teamwerk, haalbare eisen stellen, voor het privé leven en problemen van het personeel aandacht hebben, zorgen voor een aangenaam lerarenlokaal, … Uitwerken van een degelijk nascholingsbeleid voor de ontwikkeling van de medewerkers, het in kaart brengen van de behoeften, eventueel zelf zorgen voor een goed aanbod eigen aan de noden van het centrum, toezien op de transfer van het geleerde, het integreren in de praktijk, de medewerkers stimuleren tot nascholing en permanente vorming, Activiteiten rond begeleiding en opvolging van de medewerkers opzetten: organiseren en voorzitten van personeelsvergaderingen, de leraren ondersteunen met raad en daad; 'coachen' waar nodig of gewenst, erop toezien dat adjunctdirecteur, TAC en TA hun opdracht goed vervullen, hen daartoe stimuleren en hen daarbij helpen, functioneringsgesprekken en evaluatiegesprekken houden met niet gesubsidieerde medewerkers en tijdelijke personeelsleden, deze gesprekken eveneens voeren met alle personeelsleden, leraren stimuleren tot inzet voor het centrum, ook bij nietklasgebonden centrum activiteiten (deelname aan leerhappening, beurzen, …), helpen oplossen van conflicten (tussen leraren, tussen leraren en cursisten, ...), goede prestaties erkennen en waarderen, onvoldoende prestaties rapporteren en (laten) sanctioneren, wanneer nodig, een tuchtprocedure inleiden,
3
Resultaatgebied 5 : Begeleiding van de cursisten Vastleggen van de organisatie en de opvolging van de begeleiding van de cursisten in overleg met directieteam Gedr agsindicator en De cursisten betrekken bij hun opleiding en bij het onderwijsgebeuren, de cursisten (en/of doelgroepen en/of organisaties) helpen om hun doelstellingen op de meest effectieve en efficiënte wijze te bereiken. Zorgen dat een goede ‘intake’ en oriëntering verzekerd wordt door de medewerkers van het secretariaat, een goed en vlot onthaal in het centrum verzekeren, voor bepaalde doelgroepen intake gesprekken organiseren, toelatingsproeven opstellen en (laten) afnemen, de beginsituatie van de cursisten in kaart brengen, toekennen van vrijstellingen, in functie van de beginsituatie van de cursisten, geïnteresseerden en cursisten informeren over de mogelijke trajecten en hen hierbij adviseren i.f.v. hun eigen wensen of doelstellingen, de mogelijkheden van de diploma’s toelichten, Waken over een goede begeleiding van de leerprocessen door de leraren, een goede trajectbegeleiding verzekeren, de cursisten (laten) begeleiden en advies geven bij hun keuze voor het best mogelijke leertraject, zowel binnen het centrum als erbuiten, dit traject verder (laten) mee opvolgen en zonodig bijsturen Zorgen, waar nodig voor een goede psychosociale begeleiding: bijv. leraren die cursisten begeleiden bij persoonlijke problemen/situaties Onderwijs voor speciale doelgroepen, werkzoekenden, allochtonen, kansarmen, .. organiseren (in functie van de noden in de regio)
Resultaatgebied 6 : Overleg en samenwer king met alle 'interne' partner s Instaan voor en toezien op een goede communicatie en overleg met alle 'interne' instanties of partijen die bij het centrum betrokken zijn, een goede informatieuitwisseling verzekeren, hun medewerking verkrijgen, aan een aantal wettelijke of door het bestuur opgelegde verplichtingen voldoen. Gedr agsindicator en Via formele of informele contacten, een goede communicatie verzekeren met de inrichtende macht van het centrum (rapporteren, advies verlenen, overleggen, formele goedkeuring vragen, ...);onderwerpen die hierbij vooral aan de orde komen zijn : visie, waarden, algemeen beleid van het centrum, personeelsbeleid (o.a. programmatie, benoemingen, reaffectatie, ...), begroting, investeringen en infrastructuur, samenwerkingsverbanden, ..., opzetten van goede communicatiekanalen en verzorgen van een goede communicatie met de medewerkers: opzetten van goede communicatiekanalen en verzekeren van een goede communicatie met de cursisten: bevragen van de cursisten i.v.m. de werking, kwaliteit van het centrum, klachten of ideeënbussen voorzien, dienstnota’s verspreiden, cursisten zelf aanspreken en bevragen,…. Voorzitten, participeren en/of verzekeren van de goede werking van o.a. personeelsvergaderingen, pedagogische studiedagen, vakwerkgroepen, staf Onderwijs VGC, COOVIoverleg, vriendenkring,….
Resultaatgebied 7 : Samenwerking met 'externe' partner s Instaan voor en toezien op een goede communicatie en overleg met alle 'externe' partners, een goede informatieuitwisseling verzekeren, een goede samenwerking verkrijgen, voldoen aan een aantal wettelijke of door het net opgelegde verplichtingen. Gedr agsindicator en Zorgen voor het opbouwen van netwerken; contacten onderhouden met de, voor de verstrekte opleidingen, relevante bedrijven (o.a. i.v.m. stageplaatsen, bezoeken, juryleden, bijscholing van hun personeel, aanpassen van opleidingen, ter beschikking stellen van personeel als lesgever of gastspreker, i.v.m. toekomstige werkgelegenheid voor de afgestudeerden, ...),
4
Contacten onderhouden met de 'hogere' of externe centruminstanties, o.a. met: het departement Onderwijs (met de inspectie, centrumbeheerteam, met de werkstations in verband met wedden, verlofregelingen, ...), de verantwoordelijken van de koepelorganisaties of netten (OVSG) o.a. i.v.m. de begeleiding, nascholing, lessentabellen; medisch toezicht (voor attesten). Goede afspraken maken met vertegenwoordigers van de secundaire school Elishout en het internaat. Contacten onderhouden met de pedagogische hogescholen in verband met het meewerken aan de opleiding van jonge leraren (stagemogelijkheden, ...), maar ook voor samenwerking voor opleidingen Contacten onderhouden met diverse instanties waaronder lokale gemeenschapscentra, diverse Nederlandstalige Brusselse VZW’s die zich vnl. richten tot allochtonen, azielzoekers en kansarmen, subregionale tewerkstellingscomités, VDAB, BNCTO, BGDA, Huis van het Nederlands, ..., Contacten onderhouden met andere directies (Lethas Ganshoren, AVC Meise, Taalleergangen Strombeek, Talencentrum VUB) uit de regio in verband met samenwerking, taakverdeling, uitwisselingsprojecten, alsook met andere organisaties als VDAB, centra voor basiseducatie en voor ‘levenslang leren’, … Ruimte creëren voor uitwisselingsprojecten en internationale contacten, ….
Resultaatgebied 8 : Financieel en investeringsbeleid In lijn met de instructies van de VGC, de begroting opmaken, uitvoeren en opvolgen, de financiële middelen optimaal inzetten/beheren, aan een aantal wettelijke verplichtingen of verplichtingen opgelegd door de inrichtende macht voldoen. Gedr agsindicator en Een meerjarenplan voor het materieel/financieel beheer opstellen, de jaarlijkse begroting opstellen, verzekeren van een correcte boekhouding, investeringsvoorstellen maken, kostprijscalculaties maken dossiers voor nieuwbouw adviseren en opvolgen Advies geven voor het beheer en het onderhoud van de gebouwen, instaan voor de aankopen (didactisch materiaal, infrastructuur, e.a.), waar nodig met respect voor de wetgeving op de overheidsopdrachten, bedrijven, leveranciers contacteren, voorwaarden negotiëren met belangrijke leveranciers, verifiëren en ondertekenen van facturen, toezien op een goed beheer van de voorraden, toezien op de naleving van de voorschriften met betrekking tot veiligheid, hygiëne en milieu, extra financiële middelen verwerven (samenwerkingsverbanden, sponsoring, stedenfondsprojecten, ...), toezien op een kostenbewust gedragspatroon van de medewerkers,
Resultaatgebied 9 : Administratief beheer Zorgen voor een goede leiding van het secretariaat, instaan voor en toezien op een correcte verwerking van de documentenstroom, de personeelsadministratie en de cursistenadministratie, verzekeren dat aan alle (decretaal opgelegde en andere) administratieve verplichtingen wordt voldaan, de nodige financiering en subsidiëring verkrijgen, een goede informatiedoorstroming en klantvriendelijke service waarborgen, de centrumorganisatie ondersteunen. Gedr agsindicator en Toezien op een correcte verwerking van de personeelsadministratie (weddendossiers, rechtspositieregeling, reaffectatie, verlofregelingen, opdrachtverdeling, ...), toezien op een correcte verwerking van de cursistenadministratie (attesten, cursistenfiche, vrijstellingen, toelatingsproeven, aanwezigheidsregister, regelingen betaald educatief verlof, ...), zorgen voor een tijdige en goede verwerking van allerhande (officiële) documenten, alle in en uitgaande post verwerken en wanneer nodig de betrokkenen informeren, zorgen voor het bijhouden van het klassement en de archivering,
5
bijhouden van een correcte administratie met betrekking tot o.a. de verzekeringen, toezien op het respecteren van de wet op de privacy, opzetten van goede informaticasystemen om dit alles te ondersteunen
Resultaatgebied 10 :Marketing Zorgen dat het centrum binnen de regio voldoende bekendheid heeft en gepromoot wordt het imago van het centrum bevorderen, cursisten rekruteren, het bestaan en/of het ontwikkelen van het centrum op termijn verzekeren. Gedr agsindicator en Analyse maken van de doelgroepen en bepalen hoe deze doelgroepen kunnen bereikt worden. Respecteren van de huisstijl rekening houdend met de huisstijl van de VGC. Proberen goede contacten met afgestudeerden te onderhouden (mond aan mond reclame), verspreiden van vacatures naar afgestudeerden en cursisten,opendeurdagen organiseren, contacten met de lokale media (TV Brussel) onderhouden. Contacten met de bedrijfswereld onderhouden, publiciteit maken in kranten, tijdschriften, lokale T.V. en radio, internet, brochures opmaken en publiceren, deelnemen aan manifestaties of aan wedstrijden, extra muros activiteiten organiseren, de infrastructuur (computerlokaal, keuken, ...) ter beschikking stellen van de lokale gemeenschap. Evalueren van het marketingplan en de acties en zonodig bijsturen.
Resultaatgebied 11 : Nascholing, zelfontplooiing Vanuit een analyse van de eigen sterktes/zwaktes, instaan voor de eigen nascholing en zelfontplooiing, zorgen voor het bewaren van een brede algemene kennis en bijblijven met de ontwikkelingen op het "vakgebied", de invulling van de eigen opdracht verbeteren/optimaliseren. Gedr agsindicator en Analyseren van eigen sterktes en zwaktes (eventueel op basis van feedback van een bestuurder of de medewerkers), opstellen van een eigen ontwikkelingsplan of ontwikkelingsdoelstellingen, ingaan op het bestaande opleidingsaanbod vanwege de netten, het departement Onderwijs, pedagogische instituten, universiteiten, ..., Zelf initiatieven nemen (o.a. zelfstudie, lectuur, bezoeken aan andere centra, ...),
6
COMPETENTIEPROFIEL Onder wijs voor Sociale Pr omotie VAKBEKWAAMHEID SAMENVATTING COMPETENTIES 1. Toekomstgericht denken 2. Probleemoplossend denken 3. Resultaatgerichtheid 4. Teamleider schap 5. Bezieling 6. Authenticiteit 7. Organisatietalent 8. Overtuigingskracht 9. Relatiebekwaamheid 10. Flexibiliteit VAKBEKWAAMHEID De “vaktechnische” kennis die nodig is om de functie goed te kunnen uitoefenen : • kennis van het wettelijk en reglementair kader met betrekking tot het onderwijs, • algemene kennis van het onderwijsbeleid • inzicht in de structuur van het OSP (de mogelijkheden tot doorverwijzing, ...), • inzicht in de werking van de koepel, het departement Onderwijs, (het 'netwerk'), • inzicht in de eindtermen, de verschillende leerplannen, ..., • agogischdidactische kennis, • inzicht in de eigenheid van het leren aan volwassenen, • brede algemene ontwikkeling (cultureel, sociaal, technologisch, ...), • beheersing van basis management technieken, financiën, e.a. • kennis en gebruik van moderne communicatietechnieken, PC, ..., • kennis van de bronnen waar voorgaande informatie te vinden is,
COMPETENTIES 1. Toekomstgericht denken Kerngedachte : de bekwaamheid om een visie en strategie te ontwikkelen op basis van de analyse van de omgevingsfactoren en een creatieve benadering van de maatschappelijke evolutie. Dit houdt tevens de bekwaamheid in om dit te vertalen en te actualiseren in concrete actieplannen.
Gedragsindicatoren : • volgt de maatschappelijke evolutie, leest vakliteratuur, verzamelt informatie, raadpleegt buitenstaanders, overlegt met en luistert naar collega's en medewerkers, • denkt toekomstgericht, op langere termijn; voelt aan wat 'morgen' belangrijk wordt, • plaatst het centrum in een ruimere maatschappelijke context, • weet waar hij naar toe wil; vertaalt de missie/visie in concrete projecten in functie van de eigenheid van het centrum, legt eigen accenten; schrijft een 'beleidsplan’, • is kritisch ingesteld ten aanzien van evoluties in de maatschappij, • staat open voor vernieuwing, is ontvankelijk voor nieuwe ideeën, moedigt het betreden van nieuwe paden aan, is katalysator en stroomversneller, • definieert een duidelijke strategie en concrete actieplannen,
7
2. Probleemoplossend denken Kerngedachte : de bekwaamheid om problemen te onderkennen en op een creatieve wijze oplossingen te definiëren.
Gedragsindicatoren : • kan een probleem identificeren, situeren en omschrijven, • onderscheidt de hoofd van de bijzaken, • kan relativeren, • gaat problemen niet uit de weg; komt met oplossingen, niet met vragen, • deelt complexe problemen op in deelfacetten, • kan delicate problemen relativeren en objectiveren, waardoor deze bespreekbaar worden, • weegt de voor en nadelen af van verschillende oplossingen, • bedenkt originele oplossingen waarbij niemand zijn gezicht verliest, • doorbreekt het stereotiep denken; stimuleert anderen tot creatief denken om te komen tot alternatieve oplossingen, • helpt een groep een probleem te analyseren, de concrete elementen naar voor te brengen en tegenover elkaar af te wegen, • heeft het inzicht om indien nodig, tijdig derden (externen) in te schakelen voor de oplossing van een probleem dat men zelf niet kan oplossen,
3. Resultaatgerichtheid Kerngedachte : de wil en de gedrevenheid om vooropgestelde doelen te behalen, zelfs onder moeilijke en/of tegenvallende omstandigheden.
Gedragsindicatoren : • stelt prioriteiten, • formuleert concrete, uitdagend realistische doelstellingen voor zichzelf en de medewerkers (maar laat hen toe zelf te bepalen hoe deze te realiseren), • delegeert bepaalde activiteiten, • evalueert de vooruitgang, trekt conclusies en reageert ad rem, • neemt beslissingen na het bereiken van consensus, maar ook wanneer er geen consensus is, • geeft niet toe op principiële zaken, • is gedreven om zijn doelen te bereiken, zoekt andere wegen, alternatieven om deze toch te realiseren, • gebruikt zijn tijd efficiënt, • stimuleert anderen om mee te doen; betrekt anderen zoveel mogelijk bij zijn plannen, • handelt snel als het moet, • vraagt feedback aan medewerkers en aan externen, • heeft een goed incasseringsvermogen; kan zich snel over een tegenslag zetten, geeft de moed niet op, begint opnieuw, • voorziet problemen en anticipeert hierop, • behoudt het overzicht, blijft door de bomen het bos zien,
4. Teamleider schap Kerngedachte : de bekwaamheid om richting en sturing te geven aan een groep medewerkers, om hen te motiveren en te enthousiasmeren voor de missie/visie van het centrum om een goede samenwerking tussen de medewerkers and subteams tot stand te brengen.
Gedragsindicatoren : • geeft de richting aan, legt doelen vast, maakt duidelijke afspraken, • informeert medewerkers over de gang van zaken, • leidt vergaderingen op een goede manier, laat alle (ook tegenstrijdige) meningen aan bod komen en zoekt naar consensus, • plaatst de juiste persoon op de juiste plaats; delegeert specifieke taken in functie van hun
8
bekwaamheden (kent sterktes/zwaktes), • stelt alle informatie ter beschikking die de medewerkers nodig hebben om hun functie goed te kunnen uitvoeren, • volgt zijn medewerkers op, coacht, moedigt hen aan, corrigeert en stuurt bij wanneer nodig, • is bereikbaar, beschikbaar, werkt met open deur, • schept ruimte voor eigen inbreng, laat iedereen aan bod komen, vraagt raad, consulteert, luistert, ..., • uit zijn waardering voor goede prestaties, erkent en beloont individuen of groepen die goed presteren; steekt pluimen niet op de eigen hoed, • durft ook onpopulaire maatregelen nemen, • durft een medewerker op zijn fouten te wijzen • voorkomt en/of bemiddelt bij spanningen of conflicten, • houdt zich aan gemaakte afspraken en ziet toe dat ook anderen hun afspraken respecteren, • heeft informele contacten en aandacht voor hun persoonlijke noden of problemen, • geeft zelf het goede voorbeeld, • lost niet steeds zelf de problemen op; laat anderen de kans, maar is ter beschikking voor hulp, • stimuleert acties waar medewerkers van verschillende vakgebieden bij betrokken zijn, • stimuleert medewerkers om gezamenlijk activiteiten te organiseren om een wij gevoel te creëren • delegeert daadwerkelijk bevoegdheden (bijv. aanwending van budgetten)
5. Bezieling Kerngedachte : de bekwaamheid om vanuit de eigen overtuiging anderen te enthousiasmeren en aan te moedigen zodat zij zich spontaan inzetten.
Gedragsindicatoren : • heeft een positief zelfbeeld en een positief mensbeeld; gelooft in mensen, in de mogelijkheden van elke cursist; gelooft in zijn medewerkers, • verdedigt steeds de doelstellingen van het centrum, “vecht” voor de belangen van het centrum, zijn medewerkers en “zijn” cursisten, • is authentiek, is zichzelf, • toont zelfvertrouwen, • straalt enthousiasme uit, • geeft vertrouwen aan mensen; moedigt veel aan, • gelooft in de missie, visie, waarden van het centrum en draagt dit ook uit, • is rechtlijnig, consequent en correct, • kan mensen meekrijgen; zoekt naar hun motieven, hun drijfveren, • laat zich niet ontmoedigen door tegenslagen, begint steeds opnieuw, • is geen doemdenker, is kritisch maar niet cynisch; ziet de positieve kanten en benadrukt deze, • is een voortrekker, is het voorbeeld voor anderen,
6. Authenticiteit Kerngedachte : Blijft zichzelf, is consequent in denken en handelen.
Gedragsindicatoren : • is consequent, behandelt elke medewerker op een faire, billijke manier, • neemt beslissingen vanuit de principes, waarden, normen, die in de missie verwoord werden, • toont zelf expliciet gedrag, overeenkomstig de waarden, • komt afspraken na, • geeft steeds eerlijk zijn mening, zegt onmiddellijk en rechtstreeks wanneer hij het niet eens is (niet achteraf, niet via iemand anders), • durft zijn gevoelens tonen, • stelt zich open en onbevooroordeeld op; beoordeelt gedrag, maar geen mensen, • komt voor zijn eigen mening op, ook al druist dit in tegen de meerderheid (of tegen een
9
meerdere), • is discreet, gaat omzichtig om met gegevens uit de privé sfeer, • is rechtvaardig en eerlijk,
7. Organisatietalent Kerngedachte : de bekwaamheid om planmatig en doeltreffend te werken.
Gedragsindicatoren : • maakt op basis van een grondige analyse een werkschema op, • maakt een agenda, een activiteitenkalender op; stelt doelstellingen voorop; volgt regelmatig op en stuurt bij, • kan een idee concretiseren in praktische, uitvoerbare, haalbare stappen, • deelt grote projecten of acties op in verschillende fasen, • toetst of ziet wat haalbaar is op korte termijn, wat op lange termijn, • delegeert bepaalde taken aan de meest geschikte personen, • legt prioriteiten, maakt onderscheid tussen belangrijke en minder belangrijke zaken, • maakt duidelijke afspraken, stelt duidelijke evaluatiecriteria, • bereidt vergaderingen goed voor met een duidelijke agenda, • speelt tijdig de juiste informatie door aan de juiste personen, • beschikt over goede vergadertechnieken, zorgt voor een nauwkeurige verslaggeving en een daadwerkelijke opvolging, • maakt een goede indeling van de beschikbare ruimte (bijv. inplanting van zijn kantoor centraal, makkelijk bereikbaar),
8. Overtuigingskracht Kerngedachte : de bekwaamheid om anderen te beïnvloeden en achter een idee te krijgen.
Gedragsindicatoren : • legt uit waarom hij iets doet, waarom hij een beslissing neemt of genomen heeft, • geeft de stand van zaken weer, • brengt zijn boodschap enthousiast over, • past zijn argumenten aan aan zijn doelgroep of publiek, • gebruikt het juiste communicatiekanaal, de juiste timing, de juiste plaats om iets belangrijk te comuniceren, • geeft het doel aan en de weg om dit doel te bereiken, • zoekt inbreng van anderen; laat een gewenst resultaat uit de groep komen, • zoekt allianties om zijn doel te bereiken, • voorziet tegenargumenten en weet deze te weerleggen, • herhaalt regelmatig de echt belangrijke zaken, • stelt zich niet defensief op, • zet een duidelijke strategie op om iets te bereiken, • heeft een netwerk van personen die hij, wanneer nodig, aanspreekt en kan inschakelen voor de zaak van het centrum,
9. Relatiebekwaamheid Kerngedachte : de bekwaamheid om contacten te leggen en te onderhouden.
Gedragsindicatoren : • maakt tijd om te luisteren, • betoont interesse voor anderen (medewerkers, cursisten, externen, ...), stelt vragen, luistert actief, koppelt informatie terug, ..., • zoekt zelf de mensen op om mee te praten, spreekt hen aan, vraagt hoe het gaat, ..., • sluit zich niet af, voert een opendeurpolitiek, • ziet, herkent de specifieke noden of situaties van cursisten,
10
• kan zich inleven in de situatie van een ander, betoont empathie, kan emoties van anderen aanvoelen, • kan ongelijk toegeven, • durft voor zijn mening uitkomen, doch blijft tactvol en respecteert de mening van anderen, • kan zijn ideeën duidelijk uitdrukken, zijn eigen standpunten helder uiteenzetten, • is discreet, • houdt oogcontact wanneer hij met iemand spreekt, • kan en durft verschillende meningen met elkaar confronteren, • heeft zin voor humor, • spreekt medewerkers met de voornaam aan
10. Flexibiliteit Kerngedachte : de bekwaamheid rekening te houden met wijzigende omstandigheden en het eigen gedrag en de aanpak daarop af te stemmen.
Gedragsindicatoren : • kan zijn eigen mening wijzigen, • staat open voor en aanvaardt kritiek; stelt zijn eigen werkwijze in vraag; kan een fout toegeven en bijsturen, • kan zonder moeite verschillende activiteiten tegelijkertijd uitvoeren; vlot overschakelen van de ene op de andere, • kan zich in zeer verschillende vakgebieden inleven, • is bereid om van een bestaande planning af te wijken ten voordele van iets onverwachts met een grotere prioriteit, • is soepel in situaties met mensen; past de regels niet toe naar de letter, wel naar de geest, • past taal en houding aan aan de situatie en aan de personen met wie hij omgaat, • staat open voor nieuwe visies of onderwijsconcepten, • is bereid om persoonlijke tijd op te offeren in het belang van het centrum, • is bereid om op onregelmatige uren en/of op verschillende plaatsen (mobiliteit!) te werken, • is bereid tot herbronnen, tot nascholing, ...
11