Jack Vance Biografie van de meester Jack (John Holbrook) Vance werd geboren op 28 augustus 1916 in San Francisco, Californië. Hij is een Amerikaanse mysterie, fantasy en science fiction auteur. Het meeste van zijn werk is gepubliceerd onder de naam Jack Vance. Hij heef onder naam John Holbrook Vance 11 Detectives geschreven en 3 onder de pseudoniem Ellery Queen. Andere pseudoniemen (elk slechts een keer gebruikt) zijn Alan Wade, Peter Held, John van See, en Jay Kavanse. Hij heeft vele onderscheidingen gewonnen: - Edgar Award (1961) voor The Man in the Cage - Hugo Award (1963) voor The Dragon Masters (vert. als Steek er de draak maar mee en De Drakenruiters) - Nebula Award (1966) voor The Last Castle (vert. als Het Laatste Kasteel) - Hugo Award (1967) ook voor The Last Castle - Jupiter Award (1975) voor The Seventeen Virgins (vert. als De Zeventien Maagden) - World Fantasy Award (1984) voor zijn hele ouvre - Gilgames Award (1987) voor Cugel’s Saga (vert. als Cugel Gewroken) - Gilgames Award (1988) voor Los Principes Demonia (vert. als De Duivelsprinsen) - World Fantasy Award (1990) voor Lyonesse: Madouc (vert. als Lyonesse: Madouc) - benoemd tot SFWA Grand Master (1990) - WorldCon eregast (1992) - Hugo Award (2010) voor zijn autobiografie/memoires This is me, Jack Vance! Hij kreeg in 2009 een profiel in de New York Times Magazine en werd daar beschreven als ‘een van de meest onderscheidende en ondergewaardeerde schrijver van de Amerikaanse Literatuur’.
BIOGRAFIE Vance’s grootvader kwam vermoedelijk een decennium voor de Gold Rush aan in Californië uit Michigan. Hij trouwde daar met een meisje uit San Francisco. Dit is niet zeker, van veel gegevens zijn vernietigd door de brand in 1906 na een de grote aardbeving in San Francisco. De vroege jeugd van Vance werd doorgebracht in San Francisco. Door de vroege scheiding van zijn ouders, verhuise Vance’s moeder, de jonge Vance en zijn broers en zussen naar Californië naar de grootvader van moederszijde. De had een ranch in de buurt van Oakley in de delta van de Sacramento River. Deze locatie vormde al vroeg Vance’s liefde voor de natuur, en gaf hem de tijd om zijn passie uitleven als een fervent lezer. Met de dood van zijn grootvader kelderde het familie fortuin van de Vance’s en moest Jack Junior College verlaten en om zichzelf te onderhouden werken en daarbij zijn moeder te helpen. Vance had veel korte betrekkingen: een bel–jongen in een hotel (door hem omschreven als een “ellendig jaar”), in een conservenfabriek, en op een goud baggeraar, voordat hij naar de Universiet van California in Berkeley ging. Daar studeerde hij over een periode van zes jaar, mijnbouwkunde, fysica, journalistiek en Engels. Vance schreef een van zijn eerste science fiction verhalen voor een Engels les opdracht; zijn professor gaf herbij op minachtende toon de reactie ‘We hebben ook een stuk science fiction’, de eerste negatieve recensie van zijn werk. Hij werkte een tijdje als elektricien in de scheepswerf in Pearl Harbor, Hawaï – voor ‘56 cent per uur’. Na het werken aan in een demagnetisatie ploeg voor een bepaalde periode, ging hij ongeveer een maand voor de aanval op Pearl Harbor weg. Vance studeerde af in 1942. Door zijn zwakke gezichtsvermogen hoefde hij niet in militaire dienst. Hij vond werk op de Kaiser Shipyard in Richmond, Californië, en schreef zich via een Army Intelligence programma in om Japans te leren. Dit heeft hij niet afgemaakt. In 1943 heeft hij een ‘ogen test kaart’ onthouden en slaagde voor een ogentest.
Hierdoor werd hij een matroos eerste klas in de Koopvaardij. Ook in latere jaren, bleef varen zijn favoriete recreatie; boten en reizen zijn een veelvoorkomend thema in zijn werk. Hij werkte als een zeeman, een sjorder, een landmeter, keramist en meubelmaker voordat hij zich volledig als schrijver vestigde. Dit gebeurde niet voor de jaren 1970. Vanaf zijn jeugd, is Vance gefascineerd door Dixieland muziek en traditionele jazz. Hij is een amateur van de kornet en ukelele, vaak zichzelf begeleidend met een kazoo, en is een begaafd harmonica speler. Zijn eerste gepubliceerde werken waren jazz recencies voor The Daily Californian, de krant van zijn school, en muziek is een element in veel van zijn werken. In 1946, ontmoette en trouwde Vance Norma Genevieve Ingold (overleden 25 maart 2008), een andere Cal student. Vance blijft wonen in Oakland, in een huis dat hij gebouwd en uitgebreid met zijn familie door de jaren heen, die een met de hand gesneden houten plafond uit Kashmir omvat. De Vances hebben uitvoerig gereist, waaronder een rond–de–wereld reis, en vaak gedurende een aantal maanden aan een stuk levende in landen als Ierland, Tahiti, Zuid–Afrika, Positano (in Italië) en op een woonboot aan het meer van Nagin in Kashmir. Vance probeerde al sinds de late jaren 1940 om een professioneel schrijver te worden. Dit was de periode van de San Francisco Renaissance – een beweging van experimenten in de literatuur en de kunsten. Zijn eerste lucratieve verkoop was een van de eerste Magnus Ridolph verhalen aan Twentieth Century Fox, die hem ook ingehuurd als scenarioschrijver voor de tv–serie Captain Video. De opbrengst hiervan zorgde ervoor dat de Vances een jaar konden reizen in Europa. Er zijn verschillende verwijzingen naar het boheemse leven van de Bay Area in zijn werk. Science fiction auteurs Frank Herbert en Poul Anderson waren onder de beste vrienden van Vance. De drie bouwden samen een woonboot, met welke ze voeren ze in de Delta van Sacramento. De Vances en de Herberts hebben een periode in de buurt van Lake Chapala in Mexico bij elkaar gewoond. Hoewel blind sinds de jaren 1980, bleef Vance schrijven met behulp van BigEd software, speciaal voor hem geschreven door Kim Kokkonen. Zijn meest recente roman was Lurulu (vert. als De Lokkende Verte). Hoewel Vance had verklaard Lurulu zou zijn laatste boek zou zijn, heeft hij ook nog een autobiografie geschreven die werd gepubliceerd in juli 2009.
Frank Herbert and Poul Anderson in pontoon voor de woonboot (1966).
WERKEN Sinds zijn eerste gepubliceerde verhaal, The World–Thinker in Thrilling Wonder Stories (vert. als De Wereldbedenker), in 1945, heeft Vance meer dan zestig boeken geschreven. Zijn werk valt onder te verdelen in drie categorieën: science fiction, fantasie en detective. Onder zijn eerste gepubliceerde werken is een set van fantasy verhalen geschreven terwijl hij diende in de koopvaardij tijdens de oorlog. Ze verscheen in 1950, enkele jaren nadat Vance was gestart met het publiceren van science fiction verhalen in de pulp–tijdschriften, onder de titel The Dying Earth.De oorspronkelijke titel van Vance was Mazirian the Magician. Deze verhalen zijn onder andere terug te vinden in de bundel De Stervende Aarde. Vance schreef veel korte science fiction verhalen in de late jaren 1940 en door de gehele jaren 1950 heen. Deze verhalen werden gepubliceerd in verschillende tijdschriften. Van zijn romans geschreven in deze periode, zijn er maar een paar science fiction. De meeste echter zijn detectives. Van deze zijn er weinig gepubliceerd in die periode, maar Vance bleef mysteries schrijven tot in de vroege jaren 1970. In totaal schreef hij 15 romans buiten de science fiction en fantasy gebieden, met inbegrip van drie boeken gepubliceerd onder het pseudoniem Ellery Queen. Sommige van deze zijn geen detectives, bijvoorbeeld ‘Bird Island’, en velen passen niet echt in deze categorie. Deze verhalen spelen zich af in en rond zijn geboortestad San Francisco, met uitzondering van een in Italië en een andere in Afrika. Twee beginnen in San Francisco, maar vertrekken al snel naar de zee. Veel van de thema’s die belangrijk zijn in zijn meer beroemde science fiction romans, verschenen eerst in de detectives. Het meest voor de hand liggende is het boek der dromen, die verschijnt in Bad Ronald en The View from Chickweed’s Window (vert. als De stile getuige), voordat het te zien in The Book of Dreams (vert. als Het Boek der Dromen). Het wraak thema is ook meer op de voorgrond in bepaalde detectives dan in de science fiction (The View from Chickweed’s Window in het bijzonder). Bad Ronald werd aangepast aan een weinig getrouwe televisiefilm uitgezonden op ABC in 1974, even ook als een Franse productie Méchant garçon in 1992. Dit en Man in the Cage zijn de enige werken van Vance die ooit verfilmt zijn. Sommige van de science fiction verhalen zijn ook detectives. Naast de komische Magnus Ridolph verhalen, zijn er de twee grote verhalen over van de bewerkstelliger Miro Hetzel – een futuristische detective – en Araminta Station (vert. als Kronieken van Cadwal: Station Araminta). In deze verhalen is men grotendeels bezig met het oplossen van verschillende moorden. Vance terug naar de Stervende Aarde omgeving (een verre toekomst waarin de zon langzaam uitgaat en magie en technologie naast elkaar bestaan) om de picareske avonturen van de deugniet en schurk Cugel de Slimme schrijven, en die van de tovenaar Rhialto de Schitterende. Deze boeken werden geschreven in 1963, 1978 en 1981. Zijn andere grote fantasy werk, Lyonesse – een trilogie met inbegrip van Suldrun’s Garden (vert. als Lyonesse: De Tuin van Suldrun), The Green Pearl (vert. als Lyonesse: De Groene Parel) en Madouc (vert. als Lyonesse: Madouc), werd voltooid in 1989 en ligt op een mythologische archipel voor de kust van Frankrijk in de vroege middeleeuwen. Het mysterie en fantasie genre omspannen zijn gehele carrière. De verhalen van Vance geschreven voor de pulpbladen in de jaren 1940 en 1950, beslaan vele science fiction thema’s. Ze hebben vaak de nadruk op de mysterieuze en biologische thema’s (ESP, genetica, brein parasieten, lichaamsverwisseling, andere dimensies, culturen) in plaats van thema’s van meer technische aard. Robots bijvoorbeeld, zijn vrijwel geheel afwezig in zijn werk. Zijn korte verhaal The Uninhibited Robot (vert. als De Planeetmachine) bevat een computer die de fout ingaat. Veel van zijn vroege verhalen zijn komisch. Door de jaren 1960 ontwikkelde Vance een futuristische omgeving die hij
mettertijd de Gaean Reach (het Gaiaanse Bereik) noemde. Alle zijn science fiction vanaf die tijd spelen zich, min of meer expliciet, daarin af. Het Gaiaanse Bereik heeft een losse structuur en wordt steeds groter. Elke planeet heeft zijn eigen geschiedenis, staat van ontwikkeling en cultuur. Binnen het Bereik zijn de samenlevingen over het algemeen vreedzaam en heeft de commercie heeft de neiging te domineren. Aan de randen van het bereik – in de wetteloze Buitenbereik – zijn de omstandigheden soms, maar niet altijd, minder veilig. Vance heeft vele schrijvers in het genre beïnvloed. Het meest opvallend is dat Michael Shea een vervolg op Eyes Of The Overworld (vert. als Ogen van de Overwereld) met Cugel de Slimme schreef voordat Vance dit zelf – genaamd Cugel’s Saga (vert. als Cugel Gewroken) – deed. Vance gaf toestemming en het boek van Shea werd gepubliceerd voor het vervolg van Vance. Het boek van Shea, The Quest For Symbilis (niet vertaald), is geheel in overeenstemming met de visie van Vance. Cugel is een complete schurk, die toch sympathie opwekt en nooit zijn doelen bereikt.
LITERAIRE INVLOEDEN Als hem gevraagd wordt, wie hem op literair gebied beïnvloed heeft, noemt Vance meestal Jeffery Farnol, een schrijver van avonturenboeken, met name diens stijl van hoge taal (the Farnol title Guyfford of Weare is een typisch voorbeeld). Ook PG Wodehouse – een invloed duidelijk met betrekking voor Vance’s voorkeur voor aanmatigend tantes – en L. Frank Baum, van wie sommige fantasie–elementen in zijn werk rechtstreeks zijn overgenomen door Vance (bijvoorbeeld van Baum’s The Emerald City of Oz). In de inleiding van Dowling en Strahan’s The Jack Vance Treasury, vermeldt Vance dat hij in zijn kindertijd onder andere Edgar Rice Burroughs, Jules Verne, Robert W. Chambers, science fiction gepubliceerd door Edward Stratemeyer, de tijdschriften Weird Tales en Amazing Stories, en Lord Dunsany las. Volgens de pulp–editor Sam Merwin, zijn eerste tijdschrift inzendingen van Vance in de jaren 1940 sterk beïnvloed door de stijl van James Branch Cabell. Fantasy historicus en schrijver Lin Carter heeft een aantal waarschijnlijke blijvende invloeden van Cabell op het werk van Vance’s genoteerd, en suggereert dat het begin van de pseudo–Cabell experimenten zijn vruchten afwierp in The Dying Earth (vert. als De stervende Aarde) in 1950.
KENMERKEN EN COMMENTAAR Vance’s science fiction doorloopt het gamma van verhalen geschreven voor pulp tijdschriften in de jaren 1940 tot verhalen bestaande uit meerdere delen in het ruimtetijdperk. Terwijl Vance verhalen zich in een breed scala van tijdsperken afspelen, behoren een meerderheid van hen tot een periode lang nadat de mensheid heeft andere sterren gekoloniseerd, culminerend in de ontwikkeling van het Gaiaanse Bereik. In de eerste fase (de Oikumene van de Duivelsprinsen–serie), heeft dit groeiende, losse verband zijnde en enorme agglomeraat een aura van koloniaal avontuur, handel en exotisme. In de meer gevestigde fasen, wordt dit meer vredelievend en onverstoorbaar middenklasse voor veel mensen. Vance verhalen zijn zelden rechtstreeks met de oorlog verbonden. De conflicten zijn zelden direct. Soms aan de randen van het Bereik – of in de wetteloze Buitengebied – wordt een planeet bedreigd of listig uitgebuit. Meer uitgebreide gevechten worden beschreven in The Dragon Masters, The Miracle Workers (vert. als De wonderbaarlijke verichtingen van Sam Salazar), en de Lyonesse trilogie, waar gevechten in de middeleeuwse stijl in overvloed zijn. Zijn personages worden gewoonlijk per ongeluk verstrikt in conflicten van een lage intensiteit tussen vreemde culturen. Dit is het geval in Emphyrio, de Tschai–serie, de Durdane–serie, of de grappige verhalen van Miro Hetzel, de Galactische Bewerkstelliger. Persoonlijke, culturele, sociale of politieke conflicten zijn de centrale aandachtspunten. Dit is in het bijzonder het geval in de Cadwal–serie, maar het is ook kenmerk van de drie Alastor boeken, Maske: Thaery en – op een of andere
manier – meeste andere science fiction boeken. De Joe Bain verhalen (The Fox Valley Murders en The Pleasant Grove Murders) bevinden zich in een denkbeeldige gebied ten noorden van Californië. Deze zijn het de dichtst bij de klassieke detective vorm, met een veldwachter als protagonist. Bird Island, daarentegen, is geen detective, maar een idylle in de stijl van Wodehouse en speelt zich ook af in de buurt van San Francisco. Dit terwijl The Flesh Mask or Strange People… een psychologisch drama benadrukt. Het thema van zowel The House on Lily Street en Bad Ronald is solipsistische grootheidswaanzin, welke ook weer gebruikt is in Science Fiction serie De Duivelsprinsen. Drie boeken gepubliceerd onder het pseudoniem Ellery Queen werden geschreven op redactionele voorwaarden (en herschreven door de uitgever). Vance heeft altijd geweigerd om deze boeken te erkennen aangezien ze drastisch werden herschreven door de uitgevers. Vier anderen reflecteren de wereldreizen van Vance: Strange People, Queer Notions op basis van zijn verblijf in Positano, Italië; The Man in the Cage, op basis van een reis naar Marokko; The Dark Ocean, zich afspelend op een koopvaardij schip; en The Deadly Isles (vert. als Diner met de Moordenaar), gebaseerd op een verblijf op Tahiti. De detective romans van Vance onthullen veel over zijn evolutie als een science–fiction en fantasy schrijver. Hij werkt niet meer in het detective genre in de vroege jaren 1970, met uitzondering van de science–fiction detectives hieronder genoemd). Bad Ronald is vooral opmerkelijk door zijn gebruik als proef voor Howard Alan Treesong van The Book of Dreams (vert. als Het Boek der Dromen). De Edgar– Award–winnende The Man in the Cage is een thriller in Noord–Afrika rond de periode van de Frans–Algerijnse oorlog. A Room to Die In in een klassieke ‘afgesloten–kamer’ moordmysterie met een jonge vrouw met sterke wil als de amateur–detective. Bird Isle, een detective gesitueerd in een hotel op een eiland voor de Californische kust, weerspiegelt Vance’s smaak voor farce. De twee landelijke Noord–Californië detectives met Sheriff Joe Bain werden goed ontvangen door de critici. The New York Times vermeldde over The Fox Valley Murders: “De heer Vance heeft een provincie gemaakt met dezelfde gedetailleerde en liefdevolle zorg met die hij, in de science fiction die hij schrijft als Jack Vance, hij een geloofwaardige buitenaardse planeet kan maken.” En Dorothy B. Hughes, in The Los Angeles Times, schreef dat het “doorspekt met karakter en scène”. Voor de tweede Bain roman zei The New York Times: “Ik hou van het regionalisme in de Amerikaanse detective verhalen, en ik geniet van het lezen over de problemen van een landelijke Sheriff… en ik zegen John Holbrook Vance voor zijn goede werk om aan deze behoefte te voldoen met zijn prachtige verhalen van Sheriff Joe Bain…” Vance heeft ook detectives geschreven – in zijn science–fiction universum. In een korte verhalen serie uit vroege jaren 1950 schittert Magnus Ridolph, een oudere interstellaire avonturier en amateur– detective niet genegen fysiek geweld te gebruiken. Zijn belevenissen lijken te zijn geïnspireerd, gedeeltelijk in ieder geval, door die van de Stille Zuidzee avonturier Captain David Grief van Jack London. In de novellen van de ‘Galactische Bewerkstelliger’ schittert Miro Hetzel – een figuur die lijkt op Ridolph in zijn vermenging van het opsporen en oplossen van problemen (het ‘bewerkstelligen’ aangegeven door de titel). Een aantal van de andere science fiction romans bevat onder andere detective, spionage thriller, of misdaad–roman elementen: The Houses of Iszm (vert. als De Huizen van Iszm), Son of the Tree (vert. als Zoon van de Boom), de Alastor boeken Trullion en Marune, de Cadwal serie, en grote delen van de Duivelsprinsen–serie.
PUBLICATIE Voor het grootste deel van zijn carrière, is het werk van Vance het slachtoffer van de perikelen in de meeste schrijvers op zijn gebied: kortstondige publicatie van verhalen in tijdschriften, slechte kwaliteit slappe kaft, enorme aanpassingen door redacties buiten zijn controle om. Toen hij algemeen erkend werd, verbeterde de omstandigheden. Zijn werk werd internationaal bekend onder de liefhebbers. Veel
van zijn werk is vertaald in verschillende talen, waaronder Nederlands, Frans, Spaans, Russisch en Italiaans. Vanaf de jaren 70 verschijnen er betere uitgaven van zijn werk, initieel bij uitgeverij Underwood. In Amerika blijft hij echter in de schaduw van de andere grote Science Fiction en Fantasy schrijvers. In de jaren “80 schrijft Vance de driedelige serie Lyonesse. Daarna volgt de driedelige serie The Cadwal Chronicles (vert. als De Kronieken van Cadwal). Het boek The Ports of Call (vert. als De Wilde Vaart) dat in 1998 verschijnt, is voorlopig zijn voorlaatste boek. Vance tobt erg met zijn gezondheid en is nagenoeg blind. Hij dicteert het boek aan zijn vrouw, die het voor hem uittypt. De laatste jaren werkt Vance aan het vervolg hierop dat Lurulu (vert. als De Lokkende Verte) heet en uiteindelijk in 2004 verschijnt.
Vance Integral Edition De Vance Integral Edition is een project wat begonnen is in 1999 en afgerond werd in 2006. Het doel van het project was om het gehele werk van de schrijver Jack Vance in originele staat terug te brengen en uit te geven. Van veel van het oudere werk van Vance zijn de manuscripten verloren gegaan en waren alleen de teksten zoals uitgegeven in diverse publicaties beschikbaar. Dergelijke teksten zijn echter vaak geredigeerd en/of vertaald door de diverse uitgevers, zodat van sommige verhalen meerdere versies bestaan. Voor het reconstrueren van de meest waarschijnlijke oorspronkelijke tekst is gebruikgemaakt van speciale, zelf geschreven software, waarmee de schrijfstijl en het woordgebruik van Vance uitgebreid geanalyseerd kon worden, vaak door het vergelijken van gescande teksten van verschillende uitgaven. Op die manier konden vaak de varianten van passages gevonden worden die het dichtst bij de originele schrijfstijl lagen. De drang naar perfectie was dusdanig groot, dat er werd begonnen met een boek waarvan aangenomen werd dat de uitgever er het minst in gewijzigd was door meerdere personen. Dit boek werd liefst met verschillende scanners en verschillende OCR–programma’s, ingelezen werd, om fouten uit het scan–proces al gelijk te herkennen. Daarna ging het proces verder met het vergelijken van de gecorrigeerde scan–versies van verschillende publicaties, waarna dan nog openstaande verschillen vergeleken werden met de schrijfstijl zoals die uit andere boeken van Vance bekend was. Daarnaast zijn ook de manuscripten van Vance zoveel mogelijk gebruikt en is hij zelf ook betrokken bij het proces in geval van twijfel. In veel gevallen werden de titels van de verhalen aangepast door uitgeverijen omdat ze deze beter vonden. Vance verafschuwde dit en in deze uitgave is besloten om de orginele namen in ere te herstellen. De uitgave zijn rijkelijk geïllustreerd en is zeer lastig aan te komen. Dit vaak tegen hoge prijzen.
Vance Digital Edition Dit project is recentelijk gestart. De teksten van de VIE (Vance Integral Edition) zijn gebruikt om hoge kwaliteit e–boeken te maken. Deze worden gemaakt en uitgeven door Spatterlight Press. Dit is een uitgeverij speciaal hiervoor opgericht door Jack Vance, zijn familie en enkele fans. De boeken worden DRM–vrij aangeboden tegen schappelijke prijzen op zijn persoonlijke site.
Vance in Nederland In Nederland verscheen Vandals of the Void in 1955 als eerste Nederlandse Jack Vance editie, bij uitgeverij de Verkenner als junior jongensboek nr.51 onder de titel: Vrijbuiters in het heelal. In 1968 verscheen bij uitgeverij Bruna in de Maraboe serie nr. 6: Steek er de draak maar mee, de vertaling van The Dragon Masters. In 1967 begint uitgeverij Meulenhoff zijn welhaast legendarische Science Fictionserie, waarbinnen het grootste deel van Jack Vance zijn oeuvre gepubliceerd zal gaan worden. Het eerste deeltje van Jack Vance in deze serie verschijnt in 1969 als nr. 16: Een stad vol Chasch (orgineel: City of the Chasch), het eerste deel uit de vierdelige Tschai–serie. De populariteit van Vance groeit maar door. In 1979 is Jack Vance in Nederland, hij signeert zijn boeken in de Amsterdamse Bijenkorf. Twee jaar later is Vance weer in Nederland, in 1981 is hij eregast op de science fiction bijeenkomst de Beneluxcon, die in Hilversum wordt gehouden. Mede dankzij de uitgaven van Meulenhoff geniet Jack Vance grote populariteit binnen Nederland. Zo zeer zelfs, dat als eerbetoon voor zijn Nederlandse Fans, het boek The Face (vert. als Lens Larque) eerst in Nederland uitkwam voordat dit in Amerika werd uitgegeven. Toch zijn niet alle verhalen in het Nederlands uitgekomen, slechts enkele detective’s zijn vertaald. Hoewel Meulenhoff (tegenwoordig Mynx) volhoudt dat alle Science Fiction en Fantasy verhalen zijn vertaald, is dit niet correct. Enkelen zijn niet vertaald, maar dit kan mede komen doordat Vance de orginele uitgaven niet meer herdrukt wil zijn. Een uitzondering hierop zijn de versies uit de VIE, Vance Integral Edition. Het is echter te betwijfelen dat Meulenhoff/Mynx deze alsnog zal vertalen.
Niet vertaald -
Cat Island Cholwells Chickens Dodkins Job Dover Spargills Ghastly Floater DP! First Light I See Tonight (ook gepubliceerd als ‘The Absent Minded Professor’) Hardluck Diggins I–C–a–bem (ook gepubliceerd als ‘The Augmented Agent’) Planet of the Black Dust A Practical Mans Guide Sanatoris Short Cut Shape Up