Verslag van de openbare vergadering van de commissie Grondzaken, gehouden op dinsdag, 14 mei 2013 om 19.30 uur in het gemeentehuis, Schaapsweg 20 te Sint Odilienberg. Aanwezig:
H. Minkenberg, voorzitter T. Schmits, raadsadviseur
Fractie
Commissieleden
CDA
K. van Bommel A. Joris L. Wolters N. Jeurissen D. Schmitz B. Berben L. van Erven M. Schmitz E. Schmitz H. Geelen F. Peeters H. Suijlen M. van Pol-Bijlmakers T. Savelkoul J. Aelen R. Gijsberts B. Loenders W. van Pol A. Simons-de Ruijter J. Sonntag
Democraten Roerdalen Thevissen
Praktische Politiek
VVD Jongerenlijst
Roerstreek-Lokaal!
Tevens aanwezig:
Plv. commissieleden Afgemeld Afgemeld Aanwezig Aanwezig Afgemeld Afgemeld Afgemeld Aanwezig Aanwezig Aanwezig Aanwezig Afgemeld Aanwezig Aanwezig Aanwezig Afgemeld Afgemeld Aanwezig Aanwezig Aanwezig
C. Frenken
Aanwezig
B. Jeurissen
Aanwezig
M. Thevissen
Aanwezig
C. Wolfhagen,
wethouder
H. Aussems, E. Eussen,
medewerker medewerker
Opening. De voorzitter opent om 19.30 uur de vergadering. 1. Vaststelling agenda. Deze wordt ongewijzigd vastgesteld. 2. Mededelingen/Rondvraag Mededelingen Er zijn geen mededelingen. Rondvraag De fractie Thevissen informeert naar bijzonderheden over het artikel in de hedendaagse krant betreffende de terugtrekking van subsidiering door de provincie van nog niet gerealiseerde werken in het kader van de GOML. Wethouder Wolfhagen zegt dat de gemeente nogal wat projecten heeft ingediend in het kader van MIP die ook zijn goedgekeurd en nu allen in uitvoering zijn. Voor de gemeente Roerdalen heeft dit nagenoeg geen effect. Projecten die nu in uitvoering zijn lopen geen gevaar.
De fractie Praktische Politiek informeert naar de stand van zaken m.b.t. de geplande helihaven in Roermond v.w.b. Melick. Voorts vraagt de fractie of het parkeerprobleem een verantwoordelijkheid van de gemeente is of van de ondernemers bij het ontplooien van recreatieve activiteiten door die ondernemer. Tenslotte vraagt de fractie waarom platanen en lindenbomen bespoten worden ter bestrijding van de eikenprocessierups, die toch alleen maar in eikenbomen voorkomt. Wethouder Wolfhagen zegt toe deze vragen schriftelijk te zullen beantwoorden. 3. Vaststelling verslag van de commissie Grondzaken van 26 maart 2013. De fractie Democraten Roerdalen zegt dat de laatste opmerking in de behandeling van het bodembeleid op pagina 7 luidt dat als het om een perceel gaat dat niet verdacht is, er geen vooronderzoek meer hoeft te worden gedaan. Na enige discussie komt boven water dat het antwoord op vraag 3 van de fractie Democraten Roerdalen moet zijn dat er in casu geen historisch onderzoek nodig is. De fractie Democraten Roerdalen neemt aan dat dit een vergissing is. Van de fractie Democraten Roerdalen mag het blijven staan maar de fractie zegt toe er dan ook aan vast te houden. De band naluisterend (vanaf 01.30.00 tot 1.37.00) moet vastgesteld worden dat door wethouder Ramakers is gezegd dat er in casu geen duur onderzoek nodig is. Ter verduidelijking kan het volgende worden toegevoegd: (bron J.Smeets, ambt. medewerker) Of de bodem als niet verdacht kan worden aangemerkt moet blijken uit een Vooronderzoek (NEN 5725), Verkennend bodemonderzoek (NEN 5740) of de Bodemkwaliteitskaart, die tevens als wettig bewijsmiddel erkend wordt. Het woord “historisch onderzoek” is formeel geen juiste term maar wordt in de “volksmond” veel gebruikt voor de formele term “Vooronderzoek”. Vervolgens worden de begrippen Vooronderzoek en Verkennend onderzoek met elkaar verwisseld. Bij een Vooronderzoek wordt alleen een bureaustudie uitgevoerd met een terreininspectie en wordt een vermoeden uitgesproken over de mogelijk aanwezige bodemkwaliteit. Bij een Verkennend Bodemonderzoek wordt een bureaustudie in combinatie met een terreininspectie gedaan maar er worden ook boringen geplaatst op grond waarvan na chemische analyse een betrouwbare uitspraak gedaan kan worden over de aanwezige bodemkwaliteit. Wethouder Ramakers bedoelt dus eigenlijk te zeggen dat er geen duur Verkennend bodemonderzoek nodig is en dat volgens het Bodembeheerplan als nieuw toetsingskader volstaan kan worden met een Vooronderzoek. Als de bodem wordt opgehoogd dient dat minimaal dezelfde kwaliteit te zijn als de ontvangende bodem. Op basis van het Bodembeheerplan en de Bodemklassenkaart kan voor de ontvangende bodem dus volstaan worden met een Vooronderzoek. Wat in het tweede deel van het antwoord wordt gezegd klopt in dus wel. De fractie Thevissen zegt dat in het verslag staat dat de fractie Thevissen gezegd heeft een volumebeleid bij deze materie interessant en belangrijk te vinden. De fractie Thevissen hecht er aan op te merken dat de fractie specifiek gepleit heeft voor de kleinere volumes. Het ging hier om verbouwingen bij particulieren die meestal met het risico werden geconfronteerd dat er vaak nog een verkennend grondonderzoek nodig zou zijn voor bijvoorbeeld 10 m3. , hetgeen in verhouding tot de verbouwingskosten duur is. Hier kan geconcludeerd worden dat er beleid is voor grote hoeveelheden . Het gaat de fractie hierbij om beleid voor met name kleine hoeveelheden omdat bij een plan met een grote hoeveelheid meestal veel meer budget is.
2
Wethouder Wolfhagen zegt dat dit niet zijn portefeuille is maar geeft aan dat de griffier zal onderzoeken hoe een en ander precies verwoord is zodat hierop de volgende keer eventueel kan worden teruggekomen. De band herbeluisterend (vanaf 1.39.50) moet worden vastgesteld dat de weergave in het verslag van 26 maart correct is. Ter verduidelijking kan het volgende worden toegevoegd (bron J. Smeets, ambt. medewerker). Het Bodembeheerplan maakt geen onderscheid tussen grote of kleinere volumes. Indien grond niet buiten het perceel waar het vrijkomt wordt aangewend, is het beleid niet van toepassing. Grondverzet binnen dat betreffende perceel is niet geregeld in het Beheerplan. Er gelden wel altijd algemene zorgplichtvoorwaarden (ingevolge de Wet bodembescherming). Daarnaast kan grondverzet worden uitgevoerd tussen de (niet aangrenzende) percelen van dezelfde eigenaar. Op de ontvangende bodem moet altijd een Vooronderzoek worden uitgevoerd. Voor de toe te passen grond op percelen zijn diverse bewijsmiddelen mogelijk (Vooronderzoek, Verkennend onderzoek, Bodemkwaliteitskaart, partijkeringen AP04) om aan te tonen dat de toe te passen grond schoon is, dan wel een bepaalde kwaliteit heeft. Praktijk: Indien volgens de Bodemkwaliteitskaart grond vrijkomt waarvan uit die kaart blijkt dat deze schoon is, dan kan deze grond zonder onderzoek (binnen de regio Maas en Roer, 6 gemeentes dus) worden aangewend ter plaatse van de ontvangende bodem, echter dient ter plaatse van de ontvangende bodem een Vooronderzoek worden uitgevoerd.
De fractie Jongerenlijst zegt dat bij de presentatie van het plan Effelder Waldsee is gevraagd of er een directe verbinding is tussen de Effelder Waldsee en de Roer. Hierop werd geantwoord dat dit niet het geval is. Er is echter wel een directe verbinding tussen de Roer en de Effelder Waldsee . Wethouder Wolfhagen zegt op de gestelde vraag spontaan gereageerd te hebben. Achteraf heeft hij een en ander gecontroleerd en vastgesteld dat er wel degelijk een verbinding is. Dit antwoord dient ter vervanging van het in het verslag van 26 maart 2013 gegeven foutieve antwoord. Overigens wordt het verslag ongewijzigd vastgesteld. 4. Actiepuntenlijst De VVD fractie zegt dat actiepunt 117 betreffende het fietspad en de fietsbrug over de Roer afgedaan zou zijn bij email van 18 april 2013. Deze mail heeft niet volledig antwoord gegeven op de vraag van de VVD en met name als het gaat om de totale financiering is er geen inzicht verschaft. De fractie wil dit punt op de actiepuntenlijst handhaven. De fractie vraagt ook waarom bij actiepunt 118 de recente planvoorraad van de woningbouw niet op te hoesten is. Er hoeft maar een rekensommetje te worden gemaakt en er rolt een planvoorraad voor “nu” uit. Er moet per datum “nu” een planvoorraad op te hoesten zijn anders zijn wij niet in control. De fractie Thevissen zegt begrepen te hebben dat in augustus de planvoorraad klaar zou zijn omdat deze dan opgegeven moet worden. Dus deze zou in augustus beschikbaar moeten zijn en niet in bij de Woonmonitor 2014.
3
Wethouder Wolfhagen zegt dat de planvoorraad ook op de website staat, waar deze raadpleegbaar is. Als er behoefte aan is wil hij de planvoorraad aan de leden doen toekomen maar bekijken op de website lijkt hem raadzamer. Het financiële inzicht in de fietsbrug kan hij verschaffen door het volledige projectplan ter beschikking te stellen voor wat betreft de vraag hoe een en ander gefinancierd wordt. Desgevraagd antwoordt hij dat hierin de huidige variant is opgenomen., Hij zegt toe dat het volledige projectplan wordt toegezonden aan alle commissieleden . De fractie Thevissen zegt ten aanzien van de planvoorraad dat zij net geconstateerd heeft dat op de website de planvoorraad van 2009 staat. Dit is dezelfde planvoorraad waarover zij de vorige keer een opmerking heeft gemaakt. Wethouder Wolfhagen zegt te dat hij een en ander laat onderzoeken en vervolgens de meeste recente planvoorraad ter beschikking zal stellen. De fractie Thevissen vraagt of met de afwerking van actiepunt 116 ook bedoeld wordt dat er bij nieuwe versies een overzicht komt van wat er veranderd is zodat dit niet steeds hoeft te worden uitgezocht. Wethouder Wolfhagen zegt dat dit hier niet in is opgenomen maar dat hij de opmerking van de fractie Thevissen zal doorgeven aan de organisatie. Vervolgens wordt de actiepuntenlijst vastgesteld. 5. Bestemmingsplan Buitengebied. De voorzitter zegt het aanbevelenswaardig te vinden dat als er commissieleden zijn die zienswijzen hebben ingediend tegen dit bestemmingsplan, zij zich in het kader van de integriteit terughoudend opstellen, om belangenverstrengeling zoveel mogelijk uit te sluiten. Vervolgens zegt de voorzitter dat zich een spreker heeft aangemeld voor dit onderwerp, namelijk de heer Rieter van de MERU. Hij krijgt in twee instanties gedurende 10 minuten per instantie het woord. De heer Rieter zegt dat er een zienswijze is ingediend voor het MERU terrein dat onder het bestemmingsplan Buitengebied valt. De MERU wil op een gedeelte van haar terrein een bospark aanleggen dat openbaar toegankelijk is. De ingediende zienswijzen zijn echter afgewezen. Er is op de eerste 3 bladzijden van de aan de commissieleden rondgedeelde stukken een toelichting gegeven op de zienswijzen . Hij zegt deze toelichting niet voor te willen lezen binnen deze spreektijd maar hij gaat er van uit dat deze toelichting meegenomen wordt in de procedures. De expert van MERU kan pas om 21.00 uur aanwezig zijn en heeft daarom aan de heer Rieter gevraagd om dit voor te lezen. De heer Rieter is van mening dat er nog bepaalde rechten zijn waardoor een en ander gecorrigeerd kan worden. Hij is verbaasd dat er op bepaalde punten helemaal niet is ingegaan, o.a. punt 2. Ook zou er te weinig onderbouwing zijn. De heer Rieter zegt dat de toren waarvoor inmiddels vergunning is verleend, een onderdeel is van dit bospark. De toren zou 5 meter hoger gebouwd kunnen worden maar dit komt aan de orde als het bestemmingsplan aan de orde komt. Fase 1 is in uitvoering en heeft inmiddels ongeveer 2 ton
4
gekost. De heer Rieter hoopt met deze toelichting een beter inzicht te kunnen verschaffen waardoor het mogelijk wordt haar plannen gerealiseerd te krijgen zonder dat dit nog meer tijd, geld en moeite zal kosten. Hij hoopt dat men samen constructief tot een eindoplossing komt. De rondgedeelde stukken alsmede een tekening met foto’s zijn bij dit verslag gevoegd en maken deel uit van dit verslag. Kortheidshalve wordt hiernaar verwezen. De fractie Roerstreek Lokaal! wordt bevestigd dat het bospark opengesteld is. De heer Rieter zegt dat het gebied zelfs verder wordt opengesteld. De voorzitter dankt de heer Rieter en zegt dat de commissie zich zal beraden over de door de heer Rieter ingediende stukken. Voor de inhoudelijke behandeling geeft de voorzitter het woord aan wethouder Wolfhagen die zegt dat er meer dan 3 jaar aan dit dossier is gewerkt. Het heeft een geweldige impact gehad op de organisatie. Er hebben twee colleges aan gewerkt . De heer Wolfhagen dankt de heer Nijskens als voormalig wethouder voor zijn inbreng terzake. Hij zegt dat de gemeente meer dan 9000 ha beslaat, waarvan ruim 6000 ha buitengebied. Er zijn verschillende goed bezochte voorlichtingsbijeenkomsten geweest , er zijn nogal wat zienswijzen ingediend hetgeen zeer specialistisch werk is. Het is een omvangrijk, dynamisch stuk met vele mogelijkheden en hij geeft vervolgens het woord aan de medewerker Hans Aussems voor een toelichting. De heer Aussems geeft deze toelichting in de vorm van een PowerPoint presentatie. Deze presentatie is bij dit verslag gevoegd en maakt deel uit van dit verslag. Kortheidshalve wordt hiernaar verwezen. De raadsadviseur deelt enkele sheets uit voor die fragmenten die op het scherm niet voor iedereen leesbaar zouden kunnen zijn. Tijdens deze presentatie worden de volgende vragen gesteld. De VVD fractie vraagt wat onder de bestaande situatie wordt verstaan. De heer Aussems antwoordt dat hieronder wordt verstaan de bestaande planologische situatie, niet de werkelijke situatie in het veld. De fractie Roerstreek Lokaal! wordt geantwoord dat de oude term agrarisch met hoge landschappelijke waarde geen verband heeft met de termen die in dit plan worden gebruikt. De fractie Roerstreek Lokaal! vraagt vervolgens of de agrarische bedrijven in de omgeving van het LOG in Montfort kunnen uitbreiden waarna de heer Aussems antwoordt dat deze bedrijven hun bestaande rechten houden , dus ook uitbreiding met dezelfde toetsing als nu. Als opgehouden wordt met de agrarische functie kan er een vervolgfunctie zijn als timmerwerkplaats of aannemersbedrijf waar andere agrarische bedrijven in de gemeente een vervolgfunctie hebben in recreatie en toerisme en zorg. De CDA fractie mist een bepaling dat het Roerdalens kwaliteitsmenu aan de orde komt na het Limburgs kwaliteitsmenu. Uitgelegd wordt dat ten aanzien hiervan een amendement van de raad ligt dat wordt toegepast. De CDA fractie zegt dat duidelijkheid ten aanzien hiervan ontbreekt in dit stuk, hetgeen de heer Aussems toegeeft.
5
De VVD fractie wordt bevestigd dat de 1000 m2 bedrijfsruimte ook voor agrarische woningen geldt. De CDA fractie vraagt of de hoogte van de tov regeling opgetrokken kan worden naar 3 meter i.p.v. de reeds aangedragen 2,5 meter . De heer Aussems zegt dat bij een grotere hoogte de landschappelijke inpassingen strenger worden. De voorzitter zegt dat de raad terzake eventueel kan amenderen. De CDA fractie vraagt naar uitleg over de bedrijfsinpassing middels de bestemming Groen 2 . De heer Eussen legt uit dat publiekrechtelijke vastlegging met de bestemming Groen 2 beter werkt dan dat dit privaatrechtelijk geregeld moet worden. De fractie Roerstreek Lokaal! wordt desgevraagd geantwoord dat bij nevenfuncties enkel eenmanszaken zijn toegestaan. Sheet nr. 9 waarvan de tekst te klein is uitgevallen om goed te kunnen lezen laat zien dat de mogelijkheden in het nieuwe bestemmingplan zijn toegenomen ten opzichte van het vigerende plan. De CDA fractie zegt dat er weinig gemeentelijk budget is voor agrarisch natuurbeheer. Het potje zou gevuld kunnen worden uit het LKM. De CDA fractie vraagt of de stapelhoogte omhoog kan naar goothoogte. De heer Aussems zegt dat de stapelhoogtegrens op 4 meter is gesteld voor permanente situaties. Bij tijdelijke situaties, bijvoorbeeld oogst, bepaalt het bestemmingsplan niets en mag de grens hoger liggen. De fractie Roerstreek Lokaal! vraagt naar een verduidelijking bij de teeltondersteunende voorzieningen die op bladzijde 72 worden aangegeven. Bij punt 4 wordt vermeld dart de beleidslijn van de provincie wordt overgenomen maar er wordt afgeweken bij kassen waar geen maximale oppervlakte wordt bepaald. Wordt hier een norm voor gehanteerd of afgesproken ? De heer Aussems zegt dat er geen norm is voor het feit dat als er één ha tov’s is, er dan sprake zou zijn van een glastuinbouwbedrijf en dit eigenlijk naar een concentratiegebied zou moeten. Teeltondersteunende voorzieningen, het woord zegt het al, dienen de teelt te ondersteunen. Het kenmerk van het bedrijf moet in Roerdalen zijn dat er vollegrondstuinbouw wordt gepleegd en ter ondersteuning hiervan mag het bedrijf zonodig gebruik maken van tov’s. Als die verhouding scheef komt te liggen moet de gemeente op basis van provinciaal beleid de afweging maken of het beter is voor dat bedrijf om te schakelen naar glastuinbouwproductie en misschien naar een concentratiegebied te gaan. Het is niet vooraf te zeggen wanneer deze situatie aan de orde is. Teeltondersteunende voorzieningen worden optimaal ondersteund. Voor kassenbouw zijn er concentratiegebieden. Boogklassen tot 2,5 meter zijn teeltondersteunende voorzieningen en moeten na de oogst worden opgeruimd. Na deze technische toelichting geeft de voorzitter gelegenheid tot het stellen van inhoudelijke vragen. De VVD fractie wordt bevestigd in haar aanname dat de planschade die als gevolg van de in het raadsbesluit genoemde ontwikkelingen ontstaat, voor rekening van de veroorzaker komt.
6
De fractie vraagt tevens waarom de zienswijze van de provincie wordt afgewezen en wat het belang van de landgoedeigenaren is om ook de gronden de landgoedstatus te geven hetgeen ertoe zou kunnen leiden dat ook aan die landgoederen de landgoedstatus wordt gegeven. Er wordt gezegd dat het nu wordt afgedekt door natuur en landbouw waardoor er geen ongewenste ontwikkelingen kunnen plaatsvinden. Als de gronden de landgoedstatus krijgen zal dat tot revenuen leiden bij de landgoedeigenaren hetgeen op dat moment geen risico voor de gemeente inhoudt maar de landgoedeigenaar in staat stelt om beter zijn landgoed te kunnen onderhouden. De fractie bedankt de ambtenaren voor het vele werk. De fractie zegt dat een groot aantal zienswijzen wordt afgewezen omdat er gesproken wordt over een consoliderend, conserverend plan. Dit geeft de fractie het gevoel dat er op wordt gereageerd met nee, tenzij, maar het kan ook ja, mits zijn. Ja mits kan worden opgepakt door nu het plan aan te nemen zoals het er ligt en de zienswijzen in een reparatie-actie te repareren. Op die manier wordt de burger en het bedrijfsleven gefaciliteerd hetgeen ook de rol en de taak van de gemeente is. Wethouder Wolfhagen zegt dat er eigenlijk sprake is van ja, mits. Burgers en bedrijven kunnen een ruimtelijke onderbouwing aanleveren waarna gekeken wordt of het op die locatie verantwoord is om medewerking te verlenen. De heer Aussems vult aan dat er nog een informatiesessie komt naar burgers en bedrijven als het bestemmingsplan in werking treedt . Voorts worden de mogelijkheden onderzocht om dit beleid in het bestemmingsplan, dat vele kansen biedt voor bestaande en nieuwe gevallen, naar buiten toe uit te dragen. De suggestie van de VVD fractie kan hierin worden meegenomen. De heer Aussems zegt verder dat ten aanzien van de landgoederenstatus dat de zienswijzen met name betrekking hebben op de Natuurbeschermingswet. Dit wordt bestreken door de bestemmingen agrarisch en natuur. Deze hebben niet de officiële bestemming kastelen en landgoederen want dat zou inhouden dat er al een gebouw is. Dit hoeft in de gevallen van de reclamanten niet altijd het geval te zijn, dan heeft het voornamelijk een financiële reden. Als in het bestemmingsplan wordt verwezen naar landgoederen en kastelen ligt er fysiek een landgoed met een gebouw en zijn er allerlei mogelijkheden. De heer Eussen zegt dat het geen beschermende waarde heeft maar een attentiewaarde en de provincie komt er later niet op terug, daarmee aangevende dat de afgewezen zienswijze geaccepteerd is. De CDA fractie zegt dat in het kader van het bestemmingsplan een landgoed dus bestaat uit gebouwen met grond er omheen. De heer Eussen zegt dat het een het ander niet uitsluit. In het bestemmingsplan wordt een planologisch kader gecreëerd en daarmee worden mogelijkheden geboden voor gebouwen en gebruiken. Voor landgoederen is er een bestemming om ze op een bepaalde manier te beschermen voor het gebruik en de bouw. De heer Aussems zegt dat als iemand land wil benoemen als landgoed, de gemeente hier niets over te zeggen heeft maar op het moment dat gezegd wordt gebruik te willen maken van de regeling rood voor groen, dus een nieuw landgoed oprichten met een historische uitstraling en 5 ha groen er omheen en dit te bestemmen als natuur om in aanmerking te komen voor de financiële status van de natuurbeschermingswet , de gemeente er niet aan mee werkt. De fractie Jongerenlijst merkt naar aanleiding van een vraag van de fractie Democraten Roerdalen op dat de commissie er is voor de technische vragen.
7
De voorzitter zegt dat de fractie Democraten Roerdalen haar betoog kan houden en haar mening kan geven en zich niet hoeft te beperken tot technische vragen als de commissie hier niets op tegen heeft. De fractie Roerstreek Lokaal! vraagt of er strijdigheden kunnen zijn tussen het provinciaal beleid en het Roerdalens beleid met betrekking tot het kwaliteitsmenu. De heer Aussems zegt dat er geen strijdigheden kunnen zijn met het Limburgs kwaliteitsmenu want de gemeente is verplicht om de basis van het Limburgse kwaliteitsmenu over te nemen. Hier heeft de raad ook toe besloten. In een aantal zeer bijzondere gevallen is er een kleine plus op gezet.
Eerste termijn De fractie Democraten Roerdalen houdt een algemeen betoog hetgeen hieronder cursief integraal wordt weergegeven. Bestemmingplan Buitengebied. Bij dit voorstel gaat het om het actualiseren en digitaliseren van alle bestaande Bestemmingplannen Buitengebied in onze Gemeente ,om zo te komen tot één bestemmingplan Buitengebied. Doelstelling bij het opstellen van het Bestemmingplan is geweest om vanuit het oogpunt van ´deregulering´ overtollige, overbodige, onwerkbare en niet handhaafbare voorschriften en voorwaarden aan te pakken. U zult begrijpen dat ik hier later op terug kom. Uitgangspunt is ook geweest dat het Bestemmingplan `conserverend` van aard moet zijn. Hetgeen betekent dat de huidige situatie wordt vastgelegd zonder daarbij grootschalige ontwikkelingen op te nemen. Uitzondering hier op zijn 10 projecten waarvan de totstandkoming al eerder in gang is gezet. Zij liften dus mee onder de voorwaarden van het `oude `Bestemmingplan. Het conserverend karakter is maar ten dele opgegaan, want de regelgeving uit het Kwaliteitsmenu, vastgesteld in de Structuurvisie 2012, is immers geïmplementeerd. Wij hebben er bij de behandeling van de Structuurvisie al voor gewaarschuwd en het is dus ook uitgekomen . Er zij maar liefst 175 Inspraakreacties geweest , die uiteindelijk geresulteerd hebben in 93 Zienswijzen. En dan zijn er nog altijd die mensen, die niet gereageerd hebben. Van deze 93 Zienswijzen , zijn er 12 gegrond verklaard, 4 zijn er vervallen en 1 is niet ontvankelijk verklaard. Blijven er 76 over. Van deze 76 Zienswijzen zijn er 9 algemeen van aard en de overige zijn adres gebonden. Te weten:14 uit P´holt, 16 uit Montfort, 3 uit Melick, 13 uit O´berg, 11 uit Vlodrop en 10 uit H´bosch. Zoals U hoort, ze komen overal vandaan !! Bijna al deze Zienswijzen gaan over regelgeving afkomstig uit het Kwaliteits Menu (afrasteringen, afmetingen van tov´s, m2 van verhardingen , mogelijke uitbreiding van bijgebouwen etc) 13 van deze Zienswijzen gaan specifiek over de financiële consequenties van het Kwaliteit Menu. We leggen het nog maar een keer uit: Wanneer een initiatiefnemer in het Buitengebied een plan indient voor een uitbreiding buiten het bouwvlak, dan moet hij daarvoor aan extra veel voorwaarden voldoen en extra veel kosten betalen. Het betaalt niet alleen de leges kosten voor de aanvraag Omgevingsvergunning, maar moet ook kosten voor landschappelijke Inpassing , Verevening kosten betalen en mogelijk ook nog de kosten van een Ruimtelijk Onderbouwing.
8
Alles bij elkaar zijn dat heel veel kosten. Wij hebben daar bij de behandeling van de Structuurvisie herhaaldelijk op gewezen dit niet in verhouding te vinden. De indieners van deze 13 Zienswijzen vinden dit klaarblijkelijk ook. Het doel van dit Bestemmingplan was om vanuit het oogpunt van deregulering te komen tot minder regels, maar helaas moeten wij sinds de invoering van het Kwaliteits Menu constateren dat er in het Bestemmingplan meer regels zijn die ook nog een keer tot gevolg hebben dat er veel meer kosten op het bord van de initiatiefnemer zijn komen te liggen. Wij vinden dit geen stimulerend beleid , maar eerder een demotiverend en ontmoedigend beleid. Wat wij ook al bij de behandeling van het Bestemmingplan Kernen hebben gezegd gaat ook op bij het bestemmingplan Buitengebied. Als het al zo is dat er regelgeving is die ons door hogere Overheid wordt opgedrongen en als het al zo is dat wij die in een actualisering van een Bestemmingplan moeten implementeren. Waarom informeren wij de potentiele initiatiefnemers daar dan niet in. Misschien hadden zij dan mogelijke plannen nog kunnen indienen op bases van oude Bestemmingplan om daarmee deze extra kosten te kunnen besparen. Dit geheel conform de lijst van 10 projecten die nu wel meeliften in het nieuwe bestemmingplan. De eerste taak van een Overheid is immers om initiatiefnemers te faciliteren. Dit betekent dat zij de initiatiefnemer ondersteund om onder de meest gunstige voorwaarden zijn initiatief te realiseren met in acht name van alle regelgeving. Helaas is dat bij dit onderwerp niet gebeurd. Zienswijze 78 en 82 gaan over legalisering van niet vergunde bouwwerken. Deze indieners hebben (mogelijk onwetend van het illegale karakter) gevraagd om de bouwwerken in te tekenen op de kaart. Door het indienen van deze Zienswijzen weten wij nu dat deze bouwwerken niet vergund zijn. Hoe gaan wij nu hier mee om ?? Ik breng U graag in herinnering het project Linnerweg in Montfort, waar wij zeer nadrukkelijk hebben aangedrongen om clementie te betrachten en U er voor gekozen heeft keihard te handhaven. Graag een reactie hierop. Zienswijze 88 willen wij ook niet onopgemerkt laten, de indiener geeft hierin aan geen opmerkingen te hebben op het bestemmingplan. Wij zouden hem willen aanraden het plan toch een keer te bestuderen. Wellicht komt hij tot een ander inzicht. Zienswijze 91 is niet ontvankelijk verklaard en gaf ons aanleiding om eens op de kaart te kijken. We zien hier een bestemming (tek:4)met de code : WR-C Deze code komt niet voor op de lijst met verklaringen van tekening :9. We nemen aan dat U kunt aangeven welke bestemming deze code vertegenwoordigt. Een laatste opmerking gaat over de Inhoudsopgave. De tekeningen komen niet voor in de Inhoudsopgave, niet in aantal, niet met Onderwerp en ook niet met Gebiedsaanduiding. Dit is een gemis, iemand die het bestemmingsplan wil inzien weet niet hoeveel tekeningen er zijn. Tot zover
De heer Aussems zegt zich voor te kunnen stellen dat de term deregulering een wrange smaak oproept als men net na een halve meter papier ontvangen heeft . Hij zegt verder dat het grote grondgebied en het omvormen van de vele plannen en het vertalen van projecten in dit plan, deze hoop papier oplevert.
9
Kijkend naar de presentatie zegt hij dat er 6 punten zijn geformuleerd die van belang zijn voor dit bestemmingsplan. - de conserverende situatie; - het meeliften van de ruimtelijke onderbouwingen; - het vigerend beleid en het LKM en de vertaling in dit bestemmingsplan alsmede de archeologieverordening automatische meer regels oplevert. Het levert ook meer gemak op. Bij een digitaal plan levert een klik op een perceel alle regelgeving op die van belang is voor deze locatie. Men hoeft dus niet meer bij de gemeente te vragen naar van toepassing zijnde aparte regelgeving. Er zijn weliswaar meer regels maar deregulering betekent ook het gemakkelijker en flexibeler maken en dat is in dit bestemmingplan gebeurt. Er is een indrukwekkende analyse van de zienswijzen gemaakt waarvan er 4 van de 5 ongegrond zijn verklaard. Hiervan zegt de heer Aussems dit te moeten nuanceren omdat zienswijzen vaak uit meerdere onderdelen bestaan waarbij het voorkomt dat enkele onderdelen ongegrond en enkele onderdelen gegrond zijn. Voorts zegt de heer Aussems dat er kosten moeten worden gemaakt. Dit is niet altijd leuk maar er komt een ruimtelijke ontwikkeling voor terug. Er wordt nu al drie jaar gewerkt aan deze bestemmingsplanprocedure. De fractie Democraten Roerdalen onderbreekt de heer Aussems door te stellen dat de gemeente Echt alle belanghebbenden in het buitengebied heeft opgeroepen om uitleg te geven en om hen de kans te geven om een mogelijk plan op basis van het oude bestemmingsplan in te dienen, wetende dat dit heel veel kosten en regelgeving zou besparen. De heer Aussems zegt dat dit ook hier is gedaan in die zin dat plannen die op dat moment bekend en binnen waren te vragen om mee te liften. Men is in Roerdalen niet actief de boer op gegaan, anders dan informatieavonden en het signaleren van ontwikkelingen in het proces van de structuurvisie. Er was ook geen ruimte voor omdat moest worden voldaan aan de termijn van 1 juli. De klus van harmoniseren van beleid is zo enorm geweest dat er in redelijkheid geen ruimte en mogelijkheid was om de boer op te gaan om concreet mensen te vragen wat hun plannen en ontwikkelingen zijn. Hij zegt dat de door de VVD geopperde reparatie actie een mogelijkheid zou kunnen zijn. De heer Wolfhagen zegt dat er twee informatieavonden zijn gehouden. Hij zegt dat mensen die echt iets willen zich hier komen informeren . Er zijn ook bureaus geweest die de mensen actief benaderd hebben en hebben meegegeven om bijvoorbeeld te vragen de bouwkavel groter te maken. Hiervoor moet een ruimtelijke onderbouwing komen. De mensen hebben tijd genoeg gehad om deze kwestie te komen bepraten. Bovendien kan het nu nog. Hij zegt dat als het hele proces doorlopen is, actief op pad wordt gegaan om de mensen te informeren wat besloten is en hoe zij daar in de toekomst mee aan de slag kunnen gaan. De heer Aussems zegt ten aanzien van de legalisatie van de zienswijzen 78 en 82 dat dit zo’n concrete gevallen zijn dat hij daar op dit moment geen antwoord op kan geven. Deze mensen hebben aangegeven dat dit illegale gevallen zijn en vragen zich af of de gemeente gaat handhaven. De fractie Democraten Roerdalen onderbreekt de heer Aussems door te stellen dat deze mensen hebben gevraagd om de bouwblokken in te tekenen op de kaart waarna de gemeente tot de ontdekking kwam dat er nooit een bouwvergunning voor afgegeven is en dit illegale bouwwerken blijken te zijn. Wellicht wisten deze mensen dat niet. Wat wordt er vervolgens mee gedaan? De heer Aussems zegt dat de afdeling handhaving hier wellicht bij betrokken is en hij zegt hier geen uitspraak over te durven doen.
10
De heer Aussems zegt ten aanzien van de verbeelding die niet in de inhoudsopgaven is opgenomen, dat dit een andere manier van werken betreft. De papieren vorm is niet leidend, het digitale plan zoals dit op ruimtelijke plannen staat, is leidend. De fractie Democraten Roerdalen zegt dat de betekenis van de codering WR-C van de niet ontvankelijke zienswijze niet te achterhalen is. Er wordt gezegd dat dit Waarde Cultuurhistorie moet zijn. De CDA fractie vraagt of voor evenementen in het buitengebied met uitzondering van aangewezen gebieden AW-L, NL en N geen omgevingsvergunning nodig is De heer Eussen antwoordt dat er tot 7 dagen per evenement geen omgevingsvergunning nodig is in het kader van de ruimtelijke ordening, wel is de APV in het kader van de openbare orde van toepassing. De VVD fractie vraagt of opslag elders niet valt onder der 200 m2 verkoopruimte die voor boerderijwinkels geldt. De heer Eussen zegt dat het om 100 m2. berderijwinkel exclusief magazijnruimte per boerderijwinkel gaat. Boerderijwinkels die nu een grotere oppervlakte hebben zijn in principe een geval voor handhaving. De VVD fractie zegt dat in Montfort maar één manege is ingetekend terwijl er meerdere zijn. De heer Eussen antwoordt dat niet alle maneges zijn bestemd tot manege, agrarisch of sport met de aanduiding manege is ook mogelijk. Desgevraagd wordt de fractie geantwoord dat opslag van caravans in tuinbouwkassen ook is toegestaan bij afwijking.
Tweede termijn De fractie Roerstreek Lokaal! vraagt uitleg omtrent de passage bij geleidelijke omschakeling naar glastuinbouw: “op het moment dat de teelt in ondersteunend glas qua bedrijfsinkomen uitgedrukt in standaardopbrengst niet meer ondergeschikt is aan het bedrijfsinkomen dat gehaald wordt uit de opengrondstuinbouw (50 % van het totale bedrijfsinkomen) wordt beschouwd als nieuw vestiging danwel omschakeling naar een glastuinbouwbedrijf.” De heer Aussems zegt dat de provincie beleidsregels heeft voor glastuinbouw en teeltondersteunende voorzieningen. In die beleidsregel was voorheen een oppervlaktemaat opgenomen voor kassen en teeltondersteunende voorzieningen. In de nieuwe beleidsregels zijn die oppervlaktematen losgelaten. De provincie zegt dat het niet om de oppervlakte gaat als wel om het inkomen dat een agrariër verwerft met teeltondersteunend glas of met teeltondersteunende voorzieningen om te kunnen beoordelen of er een verschuiving plaatsvindt van een tuibouwbedrijf naar een glastuinbouwbedrijf. De boekhouding van een bedrijf moet hiervoor dus gecontroleerd worden. De gemeente Roerdalen heeft daar niet voor gekozen. De gemeente blijft zich baseren op de beleidsregels van 2009 zoals die ook zijn opgenomen in het nu nog geldende bestemmingsplan Ambt Montfort. Vastgehouden is aan 2500 m2 ondersteunend glas dat rechtstreeks is toegestaan op de bouwkavel en in het LOG zelfs 5000 m2. De gemeente gaat dus niet de boekhouding van de agrariërs controleren of er een omschakeling plaatsvindt naar glastuinbouwkas maar aan handhaafbare maten. Teeltondersteunend glas zijn teeltondersteunende voorzieningen die langer dan 6 maanden mogen blijven staan op de bouwkavel.
11
De heer Aussems zegt dat in het bestemmingsplan onderscheid wordt gemaakt tussen glasopstanden en tov’s. Glasopstanden zijn kassen vanaf 4,5 m goothoogte tot 6,.5m nokhoogte en tov’s zijn meestal plastic boogkassen tot 2,5 m hoogte. Kassen mogen tot 2.500 m2 c.q. 5000 m2. (L OG). Tov’s op de bouwkavel tot 2,5 m hoogte mag onbeperkt. Buiten de bouwkavel mogen glastuinbouwkassen niet, tov’s mogen wel buiten de bouwkavel maar hiervoor moet een procedure worden gevolgd voor een onbebouwd bouwvlak waarvoor het LKM principe geldt. De voorzitter stelt voor het stuk in één keer aan de orde te stellen en constateert dat de commissie unaniem het stuk rijp acht voor beraad in de raad waar het als een bespreekstuk moet worden behandeld. De fractie Roerstreek Lokaal! onthoudt zich van advisering in afwachting van de beantwoording van de door deze fractie schriftelijk ingediende vragen. De overige fracties adviseren positief. De voorzitter bedankt de aanwezigen en sluit de vergadering om ca. 21.45 uur. Aldus vastgesteld in de vergadering van de commissie Grondzaken van 11 juni 2013. De raadsadviseur,
De voorzitter,
T. Schmits
H. Minkenberg
12