FOTOGRAFIE EN THEATER
Een handleiding voor samenwerking tussen amateurtheatermakers en fotografen
FOTOGRAFIE EN THEATER
Een handleiding voor samenwerking tussen amateurtheatermakers en fotografen
VOORWOORD
We hebben tot doel om met deze samenwerking tussen amateur theaterfotografen en amateur theatergroepen de broodnodige impuls te geven aan de ontwikkeling en de kwaliteit van (amateur) theaterfotografie. Het bleek namelijk dat de disciplines elkaar nog niet voldoende hadden gevonden. En dat terwijl ze elkaar zoveel te bieden hebben: de theatergroepen enerzijds hebben vele spelmomenten, licht, decor etc in de aanbieding. De fotografen anderzijds kunnen documentatie materiaal maken voor de groep en de spelers. Ook kunnen zij hun bijdrage leveren aan de PR materialen. En tevens worden zij uitgedaagd, niet alleen vanwege de artistieke wisselwerking met het theater maar ook vanwege de mogelijkheid om zo met hun werk naar buiten te treden. Elke regio kent vele amateur theatergezelschappen. Allemaal groepen die een bijdrage leveren aan de kwaliteit van de amateurkunst. En dit zijn groepen die grote behoefte hebben aan kwalitatief beeldmateriaal van hun voorstelling ten behoeve van PR, persfoto’s en voor flyers, posters e.d. maar ook voor het documenteren van de voorstelling. Kwalitatief fotomateriaal is uiteraard in beide gevallen van essentieel belang. Goede foto’s zullen eerder geplaatst worden in de media en meer aansprekend werken voor de te verwachte bezoeker. Goed beeldmateriaal doet tevens recht aan de kwaliteit van de betreffende theatergroep wanneer zij de presentaties wil documenteren. Daarnaast ervaren de theatergroepen door deze samenwerking dat het belangrijk is om de fotografie een plek te geven in de totstandkoming van hun voorstelling en daar ook de mogelijkheid en tijd en ruimte voor te creëren. Zo kent elke regio ook veel amateur fotografen die geïnteresseerd zijn in de het fotograferen van de theaterwerkelijkheid, het vastleggen van de voorstelling, of het neerzetten van een samenvattende visie op de voorstelling.
3
Dat is zeker geen eenvoudige zaak. Daarom hebben wij een groep fotografen een traject van 6 cursusbijeenkomsten aangeboden om ze te begeleiden in de ontwikkeling van visie en beeldtaal. Jolanda Kamphuis Theaterconsulent ZIMIHC huis voor amateurkunst Theaterwerkplaats Utrecht
PILOT
Het Pilot Project Theaterfotografie in Utrecht voorjaar 2005
Dit pilot project is tot stand gekomen door een samenwerking van de Stichting Beeldende Amateurkunst (SBA), de Fotobond afdeling Utrecht ’t Gooi, ZIMIHC huis voor amateurkunst, Theaterwerk NL en Theaterwerkplaats Utrecht en het Utrechts Centrum voor de Kunsten, UCK, afdeling fotografie.
Er hebben zich 23 theatergezelschappen geïnteresseerd getoond en 15 fotografen. Enkele fotografen hebben meerdere gezelschappen c.q. producties gevolgd. De groep is gestart met 12 fotografen en uiteindelijk hebben 10 fotografen hun werk getoond op de expositie. De expositie is gehouden van 3 juni tot 10 oktober 2005 op het Domplein 4, UCK locatie te Utrecht. Op die locatie werden in die periode ook het Amateur Theaterfestival Utrecht en de Theater4daagse gehouden, het stedelijke en landelijke amateur theaterfestival. Een perfecte aanvulling zeker gezien het feit dat vele van de gevolgde groepen met hun voorstelling te zien waren op een van deze festivals.
In dit project zijn 12 amateur fotografen in hun proces begeleid door theaterfotograaf Fran van der Hoeven. Deze fotografen hebben gedurende een periode van 5 maanden amateur theatergezelschappen gevolgd in het maakproces van hun voorstelling tot de generale of soms tot en met de voorstelling. De fotografen zijn benaderd door de verschillende afdelingen van de fotobond, de SBA en UCK. Theaterwerkplaats Utrecht heeft alle 100 amateur theatergezelschappen uit de stad en regio Utrecht gevraagd of ze gedurende het maakproces van de voorstelling wilden gaan samenwerken met een fotograaf. Die fotograaf legt enerzijds hun voorstelling in beeld vast en maakt beeldmateriaal dat geschikt is voor publiciteit. En anderzijds is dit project voor de fotograaf perfect oefenterrein om zich verder te bekwamen in het fotograferen van theater
Het project is uitgevoerd door Theaterwerkplaats Utrecht in samen werking met Utrechts Centrum voor de Kunsten, afdeling Fotografie. Theaterwerkplaats Utrecht is een samenwerkingsverband tussen: UCK Theaterschool en ZIMIHC huis voor amateurkunst, Odeon en Theaterwerk NL. Aangezien Theaterwerkplaats Utrecht zelf geen aanvrager kan zijn, zijn de subsidieaanvragen vanuit ZIMIHC, een van de partners gedaan.
De samenwerking tussen de verschillende organisaties is heel ideaal. Zo kon iedere organisatie zijn achterban benaderen, en konden er relatief gemakkelijk fotografen aan theatergezelschappen gekoppeld worden. Jolanda Kamphuis, theaterconsulent van Zimihc onderhield het contact met de theatergroepen en bemiddelde ook bij voorkomende problemen. Marijke Donath, coördinator Fotografie cursusmarkt UCK, fungeerde in die rol voor de fotografen en de docent.
Subsidie is verstrekt door FAPK, Fonds voor Amateurkunst en PodiumKunsten en de Gemeente Utrecht.
4
HANDLEIDING VOOR THEATERFOTOGRAFIE DOCENTEN Fran van der Hoeven, docent Theaterfotografieproject UCK
Handleiding voor theaterfotografie
Hieronder treft u handleiding aan, geschreven door Fran van der Hoeven, waarin hij elementen die een voorname rol spelen in de overdracht en visie ten aanzien van theater en theaterfotografie belicht.
Kan iedere cursist theaterfotograaf worden? Moet iedere cursist een aangeboren gevoel voor theater hebben? En moet de docent ook aan die voorwaarden voldoen? Ik geloof dat de theaterfotografie behoort tot een van de makkelijker vormen van fotografie waar het de scheppende voorwaarden betreft. Al die moeite om bij een beroemdheid op een hotelkamer te komen of in een oorlogssituatie oppassen voor stof op de lens. In het theater staat alles klaar. De acteurs hebben hun mooiste kleren aan, het decor staat er goed uitgelicht bij en er is flink nagedacht over interessante interactie tussen de spelers. Eigenlijk kan je het met je ogen dicht ook wel. Waarom dan nog een dergelijke cursus? Ieder vak moet veroverd worden en we zijn gewend geraakt aan een bombardement van visuele uitingen waardoor de bezigheden van een theaterfotograaf nog niet kennen c.q. over het hoofd zien. Het is van belang cursisten gevoelig te maken voor onderdelen als het licht, het decor, mise en scène, de houding/het gebaar of het verschil tussen theatraliteit en dramatiek. Of de positie die je als fotograaf inneemt; maak je jezelf dienstbaar voor een theatergroep of bepaal je zelf wat belangrijk is om vast te leggen? Doe je dat subjectief (eigen unieke wijze) of objectief (als doorgeefluik), laat je de werkelijkheid bestaan of ensceneer je haar? Ook denk ik dat enige kennis over de geschiedenis van de theaterfotografie onontbeerlijk is om niet opnieuw het wiel te hoeven uit te vinden, en we kunnen leren van successen van (oud)collega’s. We worden ons bewust van een rijke traditie die we ernstig moeten nemen. Omdat we niet met beginners , fotografen, werken moet de docent de reeds verworven kennis en ervaring bij een cursist goed inschatten. In deze groep beschikte men wel over techniek (waar ik ook af en toe gebruik van mocht maken) maar niet veel ervaring. Je stapt niet zomaar op een theatergroep af. Heel belangrijk vond ik dat ik me in deze cursusopzet daar ook niet mee bezig hoefde te houden, dat mijn twee ‘assistenten’ daarvoor zorgden.
De inhoud en structuur van de 6 lessen zoals ze gegeven zijn in het pilot project door Fran van der Hoeven. Aangevuld met extra onderwerpen om tijdens de cursusbijeenkomsten aandacht aan te besteden, zoals Techniek, Inhoud, en Aandachtspunten om een heldere en bevredigende samenwerking tot stand te brengen.
5
Zij zorgde voor de aanmelding en de contactlegging en waar nodig om de contacten en samenwerking tussen de groepen en de fotografen te begeleiden. Leren selecteren Hét zwaartepunt in die nieuwe kennis lag in de selectie. Teveel cursisten zijn niet gewend kritisch genoeg naar hun eigen producten te kijken. Omdat ze nauwelijks te maken hebben met vormgevers of redacteuren kennen ze niet de competitieve sfeer van collega’s of een stuk tekst. Ook viel me op dat ze moeite hadden zich in het openbaar kritisch te uiten over hun eigen en andermans foto’s. Het vereist een aantal lessen voordat het tot ze doordringt dat het begrip “less is more” niet alleen voor de hoeveelheid foto’s die ze moeten beoordelen geldt, maar ook voor de inhoud. Ik had voor deze cursus van zes bijeenkomsten een vast rooster. Een thema dat werd ingeleid met een uitleg over het belang ervan, voorbeelden uit mijn eigen praktijk en dia’s/boeken over dit onderwerp. Na de koffie een bespreking van een eerder opgegeven thema. Verschil theatraal en dramatiek in foto’s De boeken en dia’s die tijdens de cursusbijeenkomsten getoond werden, moesten cursisten wat meer attent maken op het theatrale en niet direct het dramatische. De dramatische gebeurtenissen van 9/11/2001 gebruikte ik daarbij als illustratie. Door z’n kolossale omvang vallen de foto’s hiervan eerder in de categorie theatraal. Het zijn hier de gebouwen die een hoofdrol spelen, de mens kan zich met niets identificeren. Als de stofwolken zijn gaan liggen en alles in de voor ons vertrouwde stedelijke omgeving met dezelfde bruingrauwe laag is bedekt ontstaan vanzelf apocalyptische gedachten. Andere voorbeelden van theatraal fotograferen zijn de portretten van John Deakin, een tijdgenoot van Francis Bacon. Close-ups met een Rolleiflex van kunstenaars, acteurs of modellen. Hij moet iets krampachtigs en verstikkends hebben uitgestraald want iedereen
lijkt er ongemakkelijk bij te zitten en geeft zichzelf een houding. De Italiaanse Mario Giacomelli fotografeerde vaak groepjes mensen op straat, altijd in harmonie met de achtergrond en met elkaar. Modefoto’s gemaakt tussen 1945 en 1955 hebben vaak een theatrale inslag. Het modebeeld ontwikkelde zich van sculpturaal tot eenvoudig en praktisch en de suggestie van uitgaan, op een bal verschijnen of ‘a night at the opera’ werd in die tijd door veel fotografen gehanteerd. De jazzfoto’s van Herman Leonard (hoog licht en sigarettenrook), filmsterrenfoto’s uit de dertiger jaren, de oorlogsbeelden van James Nachtwey en de reportages van Salgado: allemaal bruikbaar. En dit alles om het gevoel dat het theatrale ook buiten de schouwburg bestaat en cursisten maar om zich heen hoeven te kijken, te onderstrepen. De geschiedenis van theaterfotografie Natuurlijk ontkom je niet aan de historie van de theaterfotografie. Als je de nadruk legt op de veranderingen die deze tak van fotografie in de loop der jaren heeft doorgemaakt kan dat aan de hand van de veranderingen in het theater zelf. Ik ging van de foto’s zelf uit. Acteurs die naar de studio komen om een scène te spelen; Louis Bouwmeester als Oedipus uit 1896; bloedkorsten onder de uitgerukte ogen, een zware -Griekse? ringbaard en vingers die een koninklijk hesje uiteen lijken te rukken. Alles egaal verlicht maar het blijft een drama. Als het elektrisch licht z’n intrede doet en het expressionisme (Duitse films) ook theateruitvoeringen beïnvloedt, worden de beelden pas echt dramatisch. De acteurs staan er nog steeds als houten klazen bij; een mengeling van een opnieuw geënsceneerde belangrijke scène en een lage iso-waarde van het fotografisch materiaal in die tijd. Op andere foto’s is vaak het gehele gezelschap zichtbaar, ook hier de bevroren houdingen maar wat ‘n eigenaardige decors! Nederlands eerste belangrijke theaterfotograaf was Maria Austria die zich tot het midden van de zestiger jaren in principe ook hield aan deze werkopvattingen (close-up/groepsfoto).
Met de komst van Amerikaanse experimentele theatergroepen, naar Mickereytheater Loenersloot, verandert haar stijl radicaal. Totalen van toneelbeelden, onscherpte door beweging en diafragmering, tegen het licht in fotograferen, overal ging ze tegen in. Het totaalbeeld werd belangrijk. Het gevoel dat deze theatervormgeving een niet te stuiten beweging was en niet een paar vernieuwende regisseurs die om aandacht vroegen, staat nog steeds overeind. Bij de keuze van het beeldmateriaal is het van belang ook andere theatervormen dan dans, musical of cabaret te zoeken. Het theatrale is daar vaak van groter belang en het typische van deze theatervormen kan voor sommige cursisten een betere ingang tot de theaterfotografie zijn. In mijn cursus had ik een fotograaf die zich met het fotograferen van acrobatiek had beziggehouden wat in zijn eindpresentatie was terug te zien. Ik had gehoopt op een dansvoorstelling in mijn aanbiedingspakket voor hem, maar in de voorstelling die hij koos zat genoeg beweging. Ik herinner me dat commentaar van de regisseuse toen we voor zijn werk stonden.
die van buitenaf betrokken wordt bij de publiciteit. Zelf neig ik naar het laatste maar dat hoeft voor de cursisten niet te gelden. Het is in ieder geval goed te weten dat publiciteit voor de meeste groepen als een sluitstuk wordt gezien. Een fotograaf mag zich nooit als zodanig laten behandelen. Dat een voorstelling ooit opgevoerd is valt alleen te bewijzen door de beelden die er van bestaan. Het is dus van belang de fotograaf zoveel mogelijk ruimte te geven. Natuurlijk kan er wel eens fotografisch werk gemaakt worden ter documentatie (vervoer decor of opbouw elders) en vinden de acteurs het belangrijk foto’s van zichzelf te hebben, a-priori staat het vastleggen van de voorstelling. Zelfs een regisseur ontkomt daar niet aan. Ik begrijp dat hij/zij liever niet heeft dat er tijdens voorstellingen gefotografeerd wordt, maar sommige groepen zijn pas na de try-outs en première op stoom en willen dan worden vastgelegd. Daar loop je dan in de coulissen of moet je je werk doen midden tussen het publiek. Bovendien lastig voor de publiciteitsafdeling, want wat bied je de kranten aan of hang je in de kastjes. Ik heb liever een lastige fotograaf dan een gedweeë. Iedere fotograaf bepaalt z’n eigen vorm van contact met de groep vanuit z’n karakter, behoeften van de theatergroep of verdere opdrachten.
Functie van theaterfotograaf Iedere fotograaf zal zich bewust moeten zijn van zijn rol in het vastleggen van een voorstelling. Dienend of scheppend, objectieve of subjectieve fotografie. De laatste houding gooit hoge ogen in deze tijd van zelfexpressie en is voor beginnende theaterfotografen erg aantrekkelijk. Toch doen zulke foto’s na enige tijd gedateerd aan omdat ze aan modes onderhevig zijn. De hevige expressie in de gelaatstrekken van Ko van Dijk in een close-up uit de vijftiger jaren is nu ingehaald door onze gewenning aan de talrijke indringende close-ups op de t.v. En de waardering voor bijna objectieve beelden van een voorstelling zal altijd blijven bestaan. Vergelijk de lege straten in de fotografie van Eugène Atget uit het Parijs van 1900. Ik heb het ook gehad over de rol die de fotograaf heeft in de publiciteit van de groep waar hij voor werkt en de meerdere toepassingen van zijn werk. Sta je in dienst van de groep of ben je een deskundige
De essentie van de theaterfoto Waar moet een theaterfoto aan voldoen? Als eerste ben ik geneigd aan ‘duidelijkheid’ te denken. De toeschouwer moet zich nooit belazerd voelen in zijn kijken. In dit digitale tijdperk waar het corrigeren van de werkelijkheid niet meer te traceren is, een belangrijk principe. Dan komt ‘spannend’ omhoog. Zoiets heb je nog nooit gezien; het aloude kermis-gevoel. Dit kan ontstaan omdat de fotograaf iets exceptioneels voor de lens had of door de manier van vastleggen van de fotograaf. De beelden hoeven niet altijd een getrouwe voorstelling van zaken te zijn. In de prepubliciteit moet men vaak een voorstelling verkopen 6
Het belangrijkste voor mezelf bij een beoordeling is de positie van de fotograaf voor te stellen. Wat dacht hij/zij? En is dat uitgekomen? Dat zijn ook de vragen die ik de andere cursisten voorleg. Vooral in het begin van een cursus hebben ze daar moeite mee. Ze zien zichzelf niet zo bewust een idee vormen voordat ze de sluiter indrukken, alleen dat iets vastgelegd moet worden. Laat staan dat ze dat voor een andere cursist kunnen bedenken. Maar ze hebben ook een rol als toeschouwer, daar val ik ze in het begin mee lastig. Door iedere keer weer terug te komen op die verantwoordelijkheid die ze als fotograaf hebben om duidelijk te zijn naar hun toeschouwers, leren ze hun gedachten vast te houden op het moment van de opname en als ijkpunt te gebruiken als ze de resultaten zien. Let erop dat je als docent in de gaten houdt welke mensen proberen in de anonimiteit te schuilen en anderen voortdurend het woord laten voeren. Soms zijn ze een wat vrijere mening over het afgebeelde niet gewend. Meestal wordt hun werk met de nietszeggende termen ‘mooi’ of ‘goed’ geclassificeerd. Dat is dan mijn uitgangspunt, alleen neem ik niet meer genoegen met deze termen en moeten cursisten ook kunnen uitleggen waarom iets ‘mooi’ of ‘goed’ is. Alleen dit heeft voor de beoordeelde waarde. Het is in mijn andere cursussen een aantal keren voorgekomen dat ex-leerlingen nadat de cursus was afgelopen bij elkaar bleven komen om elkaars werk van commentaar te voorzien. Het is ook de snelste methode om fotografisch te groeien.
met voorlopige beelden en als een stuk staat, ontwikkelt het zich en ziet het er op het eind anders uit dan in het begin gefotografeerd. Toch blijft het van belang trouw te zijn aan wat de toeschouwer dadelijk voor ogen krijgt. De fotograaf heeft en dienende taak maar moet wel op zijn strepen staan als dat nodig is. Deze cursus moet hem daartoe tot de tanden hebben bewapend. Het beoordelen Om cursisten te trainen in fotografisch denken is de beoordeling van hun werk de meest directe ingang. Dit kan het beste met de hele groep. Door medecursisten bij zo’n beoordeling te betrekken, speelt wederzijdse feed back een belangrijke rol en wordt de cursist gestimuleerd zekerder met zijn werk naar buiten te treden. Dat anderen dingen in je werk kunnen zien waar je je niet van bewust was, is ook een belangrijke ervaring. Het leert je om eenduidig te denken en te fotograferen. De docent mag dan heel wat meer foto’s hebben bekeken; in m’n snelle beoordelingen zie ik nog al eens dingen over het hoofd, waar ik door mijn cursisten dan fijntjes op gewezen wordt. Ik vind dat de uitgangspositie voor een beoordeling vanuit de docent altijd positief moet zijn. Bij mij beginnen ze altijd met een zes en een half. Dat is alleen al voor het op tafel leggen van het fotomateriaal. In het verloop van de cursus laat ik deze norm natuurlijk zachtjes los om een wat realistischer onderhandelingsklimaat te scheppen. Afhankelijk van de groepsgrootte vind ik dat er per cursist maar twee of drie foto’s neergelegd kunnen worden, maximaal vijf en twintig beelden op tafel of laptop. De technische kant zoals afdrukgrootte, toonschaal, retouche, afsnede of uitvergroting, moet zo snel mogelijk behandeld zijn. Ik vind al die zaken niet zo belangrijk; het gaat hier niet om tentoonstellingsdrukken. Het is niet hoe je het doet maar wat je doet. In fotoclubs is dat onderdeel juist wel een maatstaf om een foto te beoordelen.
Een conclusie Bij deze cursus had ik twee stromen werk te beoordelen: opdrachtfotografie en hun theaterwerk. In deze eerste cursus (voorjaar 2005) hield ik hetzelfde patroon aan uit mijn beginnerscursussen. Geen al te specifieke technische opdrachten, meer uitgaande van een gevoel. Eerder genoemde onderwerpen als het gebaar/de houding, het licht, het decor of mise en scène, gefotografeerd in het dagelijks leven stond wel in de belangstelling van de fotografen maar wat er 7
uiteindelijk op tafel kwam vond ik soms teleurstellend. Ik was niet altijd helder in mijn uitleg van een thema (altijd lastig dat punt waarbij mijn nieuwsgierigheid in een soort realisme moet overgaan) maar cursisten hadden er ook niet altijd behoorlijk de tijd voor genomen. In het ergste geval werd er oud werk op tafel gelegd omdat “ik dacht dat dit ook wel bij het thema paste.” Wat betreft de theaterfoto’s was iedereen afhankelijk van de fase waarin de repetities van een stuk zich bevonden. Voor cursisten de meest taaie periode. Er is nauwelijks wat te zien, alleen te horen. Toch moet je daar als fotograaf proberen iets spannends van te maken. En dan niet in de vorm van close-ups, maar als het kan juist in totalen. Laat ze de ruimtes waarin gewerkt wordt vastleggen. Ik wil ze allemaal zien, die gymnastieklokaaltjes of die zaaltjes in verenigingsgebouwen. Het beroerde licht, de velletjes met tekst en de alwetende regisseurs, het moet allemaal worden vastgelegd. Om het daarna net als bij de acteurs weer los te laten. Er gaat niets boven de betovering van twee hofdames met petticoats over hun spijkerbroeken of een edelman die met een gymnastiekstok een Cyrano neerzet. Al groeiende in het stuk (beter licht, kostuums en de steeds meer op de achtergrond rakende regisseur) kan je je steeds meer concentreren op waar het om gaat; U, kijker wilt dit geloven. Op de bühne en misschien zelfs op de foto’s. Stuur ze erop af als reportagefotografen, alsof ze gestuurd worden door de Zwolse Courant.
oorspronkelijke twaalf deelnemers was een cursist afgevallen (probeerde drie cursussen tegelijk te doen), een ander had ikzelf met wat zachte dwang op een zijspoor gerangeerd (was de helft van de tijd niet present, liet geen recent werk zien, had geen aansluiting met een theatergroep gezocht en wilde alles op het laatste moment regelen). Bij de overgebleven tien cursisten vind ik de selectie en presentatie van zes cursisten voldoende tot zeer goed. In aanmerking genomen dat er ook in deze groep cursisten zaten die te weinig materiaal hadden geproduceerd, eén zo zijn eigen ideeën had en een van de cursisten talentvol, maar gehinderd door het niet kunnen nakomen van afspraken, een korte spanningsboog in concentratie en een groot ego. Mijzelf verwijt ik een wat laconieke houding in de vormgeving van de tentoonstelling. Het was beter geweest om op de laatste bijeenkomst de uiteindelijke presentatievorm van iedere deelnemer afzonderlijk vast te stellen. Ik had me ook iets beter moeten voorbereiden op de eis van de technische dienst van het UCK gebouw dat alles los van de muur moest worden bevestigd. Nu hebben twee fotografen daardoor een wat rommelige presentatie. Al met al een les voor de volgende. Fran van der Hoeven juli / 2005
Doek !!! Naarmate we de opening van de tentoonstelling naderden, groeide mijn vertrouwen in hun kritisch vermogen. Achteraf gezien voor het grootste gedeelte ook terecht, maar je blijft piekeren over de gevallen waar het misging. Waar cursisten nog steeds op een bepaalde manier wat onbevangen naar hun eigen werk kijken en zich over de presentatie ervan niet zoveel zorgen lijken te maken. Van de 8
INHOUD VAN DE CURSUSBIJEENKOMSTEN Praktische tips en wenken.
van de expositie. En daarna nog 1 à 2 dagen ophangen van de expositie. De bijeenkomsten vonden plaats op 6 zaterdagochtenden van 10.00 -13.00 uur.
Kosten De kosten van een dergelijke cursus zijn uiteraard geheel afhankelijk van de kosten van de docent en de lesruimte die u ter beschikking heeft.
Vaste onderdelen in de bijeenkomsten In iedere lesbijeenkomst komen een aantal vaste onderdelen terug: Naast het aanreiken van een opdracht, neemt het bespreken en bekijken van het gemaakte werk van de cursisten uiteraard een voorname plek in. Maar ook het bekijken en bespreken van werk van professioneel werkende theaterfotografen is een zeer belangrijk onderdeel van iedere bijeenkomst. Techniek werd in onze opzet niet als een losse oefening of los item aangeboden maar kwam aan de orde aan de hand van het gemaakte werk en de vragen van de cursisten. Dit is nadrukkelijk de voorkeur van onze docent Fran van der Hoeven.
Dit pilot traject heeft de deelnemers € 90,- lesgeld gekost en in de expositie fase hebben de deelnemers € 50,- ontvangen aan tegemoetkoming in de kosten voor de expo prints en materialen. Dat is natuurlijk een luxe positie die mogelijk was door subsidie van de expositie door de gemeente Utrecht en subsidie van het FAPK voor het ontwikkelingstraject. Kosten tijdens het werkproces zijn voor de fotografen zelf te besteden naar eigen inzicht ( en vermogen.) In het vervolg bieden wij, het utrechts centrum voor de kunsten en zimihc deze cursus aan voor een kostendekkende prijs van € 183,-
Ook zal in elke bijeenkomst het contact en de samenwerking met het gezelschap en de spelers aan de orde komen, wederom aan de hand van ervaringen van de fotografen.
Pilot in utrecht Er hebben zich 23 theatergezelschappen geïnteresseerd getoond en 13 fotografen. De fotografen verbinden zich aan een (of meerdere) theatergezelschappen welke zij gedurende een productie fotografisch volgen. Enkele fotografen hebben meerdere gezelschappen c.q. producties gevolgd. De groep is gestart met 12 fotografen (4 vrouwen en 8 mannen) en uiteindelijk hebben 10 fotografen hun werk getoond op de expositie Niveau: gevorderde amateur fotografen werkend met analoge en digitale camera’s. De meeste cursisten zijn verbonden aan fotoclubs en hebben weinig of geen ervaring met het werken voor theatergroepen. Een fotograaf is bij aanvang van deze cursus al verbonden aan een theatergezelschap. De cursus bestond uit 6 bijeenkomsten, van kennismaken met de theatergezelschappen, fotograferen, bespreken tot het samenstellen 9
Les 1
Specifiek les 1 Thema Opdracht Besproken beeldmateriaal
Introductie en kennis maken en tevens koppelen fotografen en theatergezelschappen ‘make believe’ Theatraal of dramatiek; het gevoelig worden voor het verschil hiervan Modefoto’s tussen 1945 en 1955
Tijdens de eerste les krijgen de cursisten korte omschrijvingen van de beschikbare theatergroepen en stukken. Na een leespauze bepalen de aanwezigen met wie ze gaan samenwerken. Theaterfotografen zijn reportagefotografen; overal inzetbaar. Ik wil ze gaan kneden in fotografisch denken en het uitwisselen van elkaars ervaringen. Eerste oefeningen Ik benoem mijn cursisten tot publiciteitsmedewerkers van dit theater en laat ze zelf een selectie maken. Ik heb hiervoor 60 afdrukken gemaakt van de ‘highlights’ van een door mij gefotografeerde voorstelling. Belangrijk is daarbij alles te laten zien (op 20x25 cm) zodat de gedachte-gang van de fotograaf te volgen is. Voor deze cursisten geen al te moeilijke opgave. Moeiteloos koos men de 5 beste foto’s, waarvan er 4 ook door de echte publiciteits-medewerker waren uitgekozen. Er wordt gewerkt met een afvalsysteem: alles wat niet goed is of een betere versie kent valt af. Naarmate men verder gaat in zijn/haar voorkeuren wordt het aantal foto’s steeds kleiner en zal de keuze steeds beter verdedigd moeten worden. Eerste opdracht: theatraal of dramatiek Ik wil dat ze sfeerbeelden gaan maken waarin licht en ruimte het belangrijkst zijn. Het is de eerste oefening om het theatrale gevoel bij cursisten te ontwikkelen. Ook in de dagelijkse omgeving. Zo blijven ze ook buiten het theater een beetje op scherp staan. Belangrijk vind
ik hierbij dat ze het verschil tussen het dramatische en het theatrale leren herkennen. Dramatiek raakt ons in de ziel, het theatrale voedt onze fantasie. De foto van een onbekende Chinees met een plastic boodschappentas die een tank tegenhoudt door ervoor te gaan staan heeft niet zoveel theatraals. Dat komt ook door het gebruik van een telelens, meestal het signaal dat dit met het blote oog niet zichtbaar was. En we realiseren ons dat wij dat nooit hadden gedurfd. Dat geldt allemaal niet voor de beelden van 11 september 2001. Alles is te groot, te megalomaan of te veel uitvergroot. Enorme stofwolken die zich huizenhoog door Manhattan voortbewegen. Alleen de verbeelding weet hier nog een weg naar buiten. Natuurlijk is in beide beelden ook het verschil van een keuze aanwezig; die Chinees is geen onwillig slachtoffer, die New Yorkers wel.
En we ons bewust worden van een rijke traditie die we ernstig moeten nemen. Andere voorbeelden van theatraal fotograferen zijn de portretten van John Deakin, een tijdgenoot van Francis Bacon. Close-ups met een Rolleiflex van kunstenaars, acteurs of modellen. Hij moet iets krampachtigs en verstikkends hebben uitgestraald want iedereen lijkt er ongemakkelijk bij te zitten en geeft zichzelf een houding. De Italiaanse Mario Giacomelli fotografeerde vaak groepjes mensen op straat, altijd in harmonie met de achtergrond en met elkaar. Modefoto’s gemaakt tussen 1945 en 1955 hebben vaak een theatrale inslag. Het modebeeld ontwikkelde zich van sculpturaal tot eenvoudig en praktisch en de suggestie van uitgaan, op een bal verschijnen of ‘a night at the opera’ werd in die tijd door veel fotografen gehanteerd. De jazzfoto’s van Herman Leonard (hoog licht en sigarettenrook), filmsterrenfoto’s uit de dertiger jaren, de oorlogsbeelden van James Nachtwey en de reportages van Salgado: allemaal bruikbaar. En dit alles om het gevoel dat het theatrale ook buiten de schouwburg bestaat en cursisten maar om zich heen hoeven te kijken, te onderstrepen.
De boeken en dia’s die werden laten zien, moesten cursisten wat meer attent maken op het theatrale en niet direct het dramatische. De dramatische gebeurtenissen van 11 september gebruikte ik daarbij als illustratie. Door z’n kolossale omvang vallen de foto’s hiervan eerder in de categorie theatraal. Het zijn hier de gebouwen die een hoofdrol spelen, de mens kan zich met niets identificeren.
Cursisten moeten gevoelig worden voor dit soort verschillen. Door oefeningen met het accent op het gebaar/de houding, het licht en het decor zullen ze sneller werken in het theater. De foto op het affiche, dat de uiteindelijke tentoonstelling begeleidt, en de CD siert, is daar een goed voorbeeld van. Een theatraal gebaar exact op de snijlijnen van het beeld, goed gevoel voor het aanwezige licht en het betrekken van de typische rommel tijdens een repetitie van een amateur-theatergroep in een verenigingsgebouw. Als extra een medeacteur die, net als wij, toekijkt naar dit tedere gebaar, om het gevoel dat dit de regisseur is nog maar te onderdrukken. Dit is de essentie van theater: make believe.
Het is van belang cursisten gevoelig te maken voor onderdelen als het licht, het decor, mise en scène, de houding/het gebaar of het verschil tussen theatraliteit en dramatiek. Of de positie die je als fotograaf inneemt: maak je jezelf dienstbaar voor een theatergroep of bepaal jezelf wat belangrijk is om vast te leggen? Doe je dat subjectief (eigen unieke wijze) of objectief (als doorgeefluik), laat je de werkelijkheid bestaan of ensceneer je haar? Ook denk ik dat enige kennis over de geschiedenis van de theaterfotografie onontbeerlijk is om niet opnieuw het wiel te hoeven uit te vinden, en we kunnen leren van successen van (oud)collega’s.
10
Les 2
Thema Opdracht
De dia’s Wat is het verschil tussen theatraal en dramatiek? Waarom appelleert een foto van de dode Pim Fortuyn in het Mediapark meer aan ons theatrale gevoel dan de foto van de afgeslachte Theo van Gogh in de Linnaeusstraat? Ik heb een selectie gemaakt uit honderd jaar theater-fotografie. Hoe het theater zich ontwikkelde en de fotografen daarin meegroeiden. Vanaf het begin toen acteurs naar de studio kwamen om bepaalde scènes uit te beelden, het eerste gebruik van elektrisch licht in de schouwburg, de verschillende spelopvattingen en speelstijlen tot de fotograaf als auteur. En theatraliteit in andere vormen van fotografie. Salgado (reportage), John Deakin (portret), Mario Giacomelli (vooral Italië), Roversi (mode), James Nachtwey (oorlogsfotografie), Flor Gardino (volksrituelen), Ook de Nederlandse theaterfotografen vanaf 1945 komen aan bod, van Maria Austria tot Ben van Duin. Vooral Austria is een goed voorbeeld van de groei die je meemaakt van een conventionele naar een experimentele verslaggeving. Tot hoever kan je daarmee gaan? Ten slotte zijn de theaterfoto’s uiteindelijk het enige bewijs van een voorstelling.
gebaar en houding ervaren van expressieve gebaren aan de hand van uitleg, beelden en het doen.
Besproken beeldmateriaal 100 jaar theaterfotografie behandelen Bespreken werk cursisten van opdracht en het gemaakte werk tijdens de eerste sessies bij de productie. Het geschetste probleem dat groepen nog bezig waren zich in te werken of pas aan echte repetities toe waren, speelde voor de meeste cursisten. Eigenlijk een ideale leerschool. Meegroeien met een voorstelling, hetzelfde maar nu in een betere versie, acteurs en fotografen die steeds meer aan elkaar gewend raken. Natuurlijk is een tekstrepetitie in een gymnastieklokaal niet direct inspirerend, maar beschouw die eerste periode als pure verslaggeving. Door er te zijn wennen spelers aan je, je hoort de aanwijzingen van de regisseur en je leert vanzelf langs welke speellijnen de voorstelling loopt zodat je weet waar je moet staan voor de meest karakteristieke beelden. Het gebaar en de houding staan nu centraal. Mijn opdracht is daarop gericht met uitleg en beelden. Op tafel heb ik een ledenpop staan om een houding te illustreren. Cursisten moeten zelf het expressieve gebaar ervaren, misschien wel thuis voor een spiegel, om te begrijpen wanneer een gebaar op zijn hoogtepunt zit. Ter illustratie zeg ik tegen m’n lastigste student op licht dreigende toon: ”Eruit jij!” Opeens is iedereen weer bij de les. Als ik daarna hetzelfde zeg maar nu met een gestrekte arm maak ik ze duidelijk dat er aan dat eerste dreigement fotografisch niet zoveel te beleven is, de kijker krijgt alleen maar een acteur te zien die z’n mond open heeft. De lichaamstaal is belangrijk want een foto maakt geen geluid. 11
Les 3
Thema Opdracht
Les 4
licht mening formuleren; gezamenlijk behandelen van foto’s van de cursisten
Thema Opdracht Besproken theorie
Deze les stond in het teken van het licht. Ik ga hierbij niet in op de technische aspecten voor de film/chip behandeling. Niet alleen om een spraakverwarring te voorkomen, maar sommige cursisten zijn daar beter van op de hoogte dan ikzelf. Cursisten die problemen hadden met de digitale vertaling van ‘donker’ hielpen elkaar. Voor de meeste cursisten bleef de selectie een probleem, vooral bij de digitalen. Mijn wens is niet meer dan 3 foto’s per cursist te behandelen; er gaat veel tijd inzitten en niet al het werk is altijd interessant voor de medecursisten. Ik ben er op uit ze in het openbaar hun mening te laten geven. Tenslotte ben ik niet het ijkpunt voor cursisten, dat zijn ze zelf. Een mening over een foto bestaat al in hun hoofd, de docent en medecursisten kunnen die hoogstens wat beïnvloeden in negatieve of positieve zin. Door het ten gehore brengen van hun mening over een foto van een medecursist leren ze hun schroom overwinnen en hun gedachten onder woorden te brengen, wat de duidelijkheid bevordert. Een fotograaf gaat begrijpen dat er ook anders naar zijn foto gekeken kan worden. Als dat tegenvalt, kan hij er zijn voordeel mee doen, is het wat positiever dan worden sterke punten in zijn beelden duidelijker.
het decor fotograferen van een straatbeeld/decor timing en looplijnen behandelen van verschillende standpunten en basis compositie begrippen
Een decor is voor mij het anker in het vastleggen van een voorstelling. Als oefening krijgen de cursisten de opdracht op straat een mooi decor uit te kiezen. Dat kan een gevelwand, een muur of iets anders dat rechtop staat zijn. Het wachten is dan op de acteurs, de voorbijgangers, al zijn die daar zich niet bewust van. Het is de fotograaf die, als een soort regisseur, deze acteurs op een bepaald moment in z’n beeld “bevriest”. Het gevoel voor vlakverdeling, timing en een zeker vertrouwen in het ongeorganiseerde (omdat je niet iedere voorbijganger in de gaten kunt houden) wordt hiermee versterkt. Daar komt ook mijn theorie over ‘looplijnen’ uit voort. Bij de meeste theatervoorstellingen zie je dat de ontwikkeling van het stuk zich opbouwt langs lijnen. Een acteur die van links opkomt, zal zich in de loop van zijn betoog bij voorkeur steeds meer naar rechtsvoor op het speelvlak begeven. Het is dus zaak dat de fotograaf zich op het juiste moment op die plek bevindt. Eigenlijk is bij de behandeling van het decor ook de plaats die de fotograaf inneemt in het geding. Hieraan heb ik ook het verschil tussen de verschillende standpunten gekoppeld, zoals totaal, halftotaal
12
Les 5 en 6
Thema Opdracht Besproken theorie
de tentoonstelling; selectie en afwerking en presentatie selectie maken uit de foto’s voor de expositie het maken van een expositie: presentatie mogelijkheden en krachtig exposeren
Les 5 en 6 stonden in het teken van de voorbereiding van de tentoonstelling. Voor iedere cursist is een budget van 50 Euro om te printen, op te plakken of in te lijsten. En er is een docent digitaal die in de coulissen gereed staat om bijstand te verlenen. De meeste voorstellingen staan in deze periode (vier weken tussen les 5 en 6) op uitkomen en een uiteindelijke selectie zal bij de cursist thuis moeten plaatsvinden. Het is nou eenmaal onmogelijk om een deadline in te stellen waarna het verboden is nog nieuwe foto’s te maken. In een aantal gevallen betreur ik dat niet te hebben toegepast. Ik ging er vanuit dat na een strenge selectie in les 6 de cursisten genoeg signalen hadden ontvangen over de omvang van de uiteindelijke tentoonstelling. Dat het geen zin heeft om 25 foto’s van 3 sleutelscènes op te hangen. Mijn uitgangspunt is dat ze erg kritisch naar hun eigen productie moesten kijken. Van een van de mooiste foto’s (mijn keuze) is een affiche gemaakt en ook een uitnodiging. Mijn keuze om iedere cursist zijn eigen presentatievorm te laten kiezen (ingelijst/opgeplakt, serie/losse foto’s en keuze voor formaat en aantal) heeft te maken met de verschillende producties en fotografen. Je bevordert er een competitiegevoel mee en er ontstaat een rijker gevoel in het kijken naar die verschillende prestaties. Van de cursisten werd ook nog een kleine synopsis gevraagd van het stuk dat ze hadden gefotografeerd zodat de toeschouwer een idee kreeg wat de fotograaf had aangetroffen.
13
Ook wordt er, waar nodig, aandacht besteed aan het maken van goede afdrukken, geschikt voor expositie. De cursisten hadden de mogelijkheid om te printen in een van onze doka’s en begeleid te werken in de digitale werkplaats, faciliteiten van het uck. We realiseren ons heel goed dat een we als een relatief groot centrum voor de kunsten beschikken over goed geoutilleerde werkplaatsen zowel digitaal als analoog. In veel gevallen zullen de fotografen meer aangewezen zijn op eigen faciliteiten, of het uitbesteden, voor het afwerken van hun foto’s. Het is van groot belang om ruimschoots aandacht te besteden aan het maken van een expositie. Naast less is more, het belang van het selecteren, is ook het samenstellen van de expositie; welk werk past goed naast elkaar, versterkt elkaar, en welk werk past goed op een bepaalde plek, goed om met de groep exposanten te bespreken en op te zetten. Binnen de expositie op het Domplein 4 te Utrecht hadden we op meerdere plekken in het gebouw de mogelijkheid om werk te laten zien. We hebben ervoor gekozen om de routes van de voordeur naar de beide theaterzalen te gebruiken. Op beide plekken werd naar het andere deel van de expo verwezen. In een van de doorgangswegen, een ruime trapopgang, is een overzicht gegeven door van iedere fotograaf 1 beeld te laten zien.
AANVULLENDE ONDERWERPEN TIJDENS DE LESBIJEENKOMSTEN
Techniek
Indien u techniek wilt aanbieden in uw cursus als los onderdeel, en niet alleen, zoals in onze opzet ter sprake komt, wanneer de cursisten vragen hebben of hun foto’s hulp oproepen, dan ligt het voor de hand om aandacht te besteden aan de volgende items: Voorkeur voor werken: analoog of digitaal Tijdens deze pilot werkten van begin af aan enkele mensen met een digitale camera en enkele met een analoge camera . De analoge zowel als de digitale werkten bijna allen in zwart wit. Een van de fotografen kon digitaal niet voldoende uit de voeten en is gedurende de cursus weer overgestapt op zijn analoge camera. Met analoge techniek is het contrast beter te beheersen. Maar het digitale traject heeft zeker ook voordelen: Het direct kunnen beoordelen van je geschoten beelden kan natuurlijk een voordeel zijn. En zeker voor de fotografen die zeer behendig bleken in het bewerken van hun foto’s en zeer goed digitaal konden printen leverde deze wijze van werken prachtige beelden op.
Verschillende camera formaten Het meest voor de hand liggend is om het theater met een klein beeld camera te benaderen. Tijdens onze cursus is er iemand met een technische camera gestart maar kon zeker bij de dynamische productie die hij vastlegde daar niet mee uit de voeten. Hij is uiteindelijk toch nog met een middenformaat camera verder gegaan. Het kunnen werken met meerdere camera’s tegelijkertijd levert het voordeel op dat je met zwart/wit materiaal en kleur afwisselend kunt werken. Of zonder te hoeven wisselen verschillende lenzen kunt gebruiken.
Lenzen De lichtgevoeligheid van lenzen toelichten. Lichtgevoelige lens gebruiken geeft meer mogelijkheid Telelenzen Telelenzen verschaffen het voordeel dat je niet bovenop het spel hoeft te gaan staan. Een statief wordt wel snel noodzakelijk. Zoomlenzen Met een zoomlens kan je snel op wisselende spelsituaties reageren. Maar zoomlenzen zijn wel minder lichtsterk dan lenzen met een vaste brandpuntsafstand.
van der Hoeven er in deze cursus de voorkeur aan gaf om in zwart wit te werken. Op digitale camera’s kan je de witbalans instellen die de zweem van de gebruikte lampen als neutraal ijkt, waardoor het probleem van kleuren-zwemen niet speelt. Het gebruik van (hand)flitsers is af te raden wanneer je binnen een theatersetting fotografeert, je killt daarmee elke sfeer die het theaterlicht tot stand brengt. Flitslicht veroorzaakt vaak hinderlijke schaduwen en stoort de spelers en eventueel publiek. Filmmaterialen Gezien de lichtarme omstandigheden zul je vaak een film met een hoge ISO waarde moeten gebruiken of je film opwaarderen. Opwaarderen veroorzaakt grovere korrel in je beeld. Ook hier gaat het voor een deel om persoonlijke voorkeur. Licht de verschillende mogelijkheden toe met voorbeeld materiaal.
Licht Theaterlicht, tegenlicht, gekleurd licht, verschillende lichttemperaturen. Je hebt als (theater)fotograaf regelmatig te maken met tegenlicht. Het juist lichtmeten in dergelijke situaties dient aan de orde te komen, maar vooral ook het creatieve gebruik van tegenlicht.
Statief In sommige situaties, waarin je qua standpunt niet flexibel hoeft te zijn, zal het werken op statief uitkomst bieden. Zo kan er toch gewerkt worden met lange sluitertijden.
Kunstlicht lichttemperatuur, daglicht, kunstlicht, gloeilampen of halogeen licht. Algemeen: stel de verschillende lichtsoorten aan de orde: daglicht, kunstlicht, halogeen en tl, vooral in oefenlokalen. Kleurtemperaturen in graden Kelvin met de daarbij behorende kleurzwemen. Theaterlicht is veelal kunstlicht met een rode zweem. Eventueel zou je kunnen gebruik maken van een blauw filter maar let op de verlengingsfactor bij het belichten. Dat is al snel een belichtingscorrectie van 2 stops. Het gebruik van een Tungsten film (kunstlicht film) behoort ook tot de mogelijkheden. Maar het blijft experimenteren zodat je nog wel de gewenste kleuren en sfeer behoudt. Er zit niets anders op dan proeffilms te schieten in die bepaalde omstandigheden. Dit probleem omzeil je natuurlijk door in zwart wit te werken. Dat was ook een van de redenen waarom Fran 14
Inhoudelijk
Lezen van het stuk De meerderheid van de fotografen in onze pilot ervaart het niet als noodzakelijk om de tekst van het stuk van te voren te lezen. Door bij de repetities en doorlopen aanwezig te zijn, ontdekt men gaandeweg zelf de momenten die fotografisch interessant zijn. Met die reden sluit je weer aan dat het om de momenten en kansen gaat die zich expressief voordoen in het stuk. Na een aantal repetities wordt het steeds duidelijker voor de fotograaf wanneer deze momenten zich voordoen.
Studiemateriaal Wil je zelf een experiment aan gaan, een bepaald aspect fotografisch uitzoeken, kan je daar natuurlijk ook bij een theatergroep voor terecht. Wees er helder in dat dat is wat je wilt en dat het beeldmateriaal niet per sé aan de wensen/verwachtingen van de theatergroep hoeft te voldoen. Expositie Dat kan enerzijds een expositie zijn in opdracht van de theatergroep waarin zij het maakproces willen laten zien tijdens de voorstellingsperiode. Dan zal de theatergroep een bepalende rol spelen in de selectie van de beelden en de samenstelling van de expositie. Meest ideale situatie is als in dergelijke gevallen het in samenspraak tussen theatergroep en fotograaf tot stand komt. Het kan ook een expositie zijn van de fotograaf, waarin hij zijn kunnen toont. In dit geval bepaalt de fotograaf de beeldselectie.
Wat kan het belang zijn om wel de tekst van te voren te lezen? Door de tekst te lezen begint het stuk meer te leven. Deze tekstuele verdieping kan zich uiten in het vinden van (subtielere) fotografische momenten. Vooral bij de eerste bijeenkomsten levert dit een voordeel op en kan het als houvast worden gebruikt. Natuurlijk blijft het altijd de vraag hoe de theatergroep de vertaalslag maakt van tekst naar expressie. Door niet alleen puur fotografisch te kijken, maar dus ook tekstueel geïnspireerd te worden, zal de fotograaf ook gevoeliger kunnen worden voor de interpretatie van het stuk. Op die manier kunnen er situaties juist aantrekkelijk worden, die anders wellicht minder zouden worden opgemerkt.
Documentatie Foto’s die dienen om het decor en belichting nauwgezet vast te leggen om die later weer aan de hand van deze foto’s op te kunnen bouwen. Publiciteit Publiciteitsfoto’s voor kranten, tijdschriften, nieuwsbrieven, poster, flyer of programmaboekje. De voorstelling moet in een beeld kernachtig worden samengevat. Deze foto zal nooit tijdens een voorstelling gemaakt worden, omdat deze foto juist dient om mensen naar de voorstelling te trekken.
Voor welk doeleinde wordt je foto gebruikt. • Is die ter documentatie om het toneelbeeld exact weer op te kunnen bouwen. • Of moet je een beeld schieten dat voor de poster of flyer gebruikt gaat worden. • Of is het de persfoto die in de (buurt)krant geplaatst gaat worden. • Maak je foto’s voor het programmaboekje. • Illustreer je de theatertekst. • Maak je foto’s ter herinnering voor de spelers.
Conceptueel beeld De fotograaf legt zijn visie op het stuk vast in een zelf geregisseerd beeld. Dat beeld hoeft niet te zijn opgenomen in de oefenlocatie of het theater. 15
Het gaat om het idee vertaling van een stilleven tot andere setting. Opdrachten 1 Selecteer uit bestaande foto’s, beelden/foto’s die jij specifiek vindt voor toepassing als publiciteitsfoto voor in de flyer of in de krant. Zoek ook een puur registratief beeld etc. 2 Formuleer je visie op het stuk in woorden, vertaal dat in een zelf samengesteld beeld. Praktisch Hoe komt een fotograaf in contact met een theatergroep? Je kunt via een overkoepelend orgaan, zoals de theaterwerkplaats bij jou in de buurt, in contact gebracht worden met een theatergezelschap dat wellicht heeft aangegeven samen te willen werken met een fotograaf. Probeer voordat je de eerste keer naar een repetitie bijeenkomst gaat helder te krijgen wie spelen, wie is de regisseur, wie is er verantwoordelijk voor de productie van het stuk, met welke vragen kan ik het best bij wie terecht. En ook wat voor soort groep is het en wat voor soort stuk is het. Maar krijg ook helder wat jij wilt gaan doen bij dat gezelschap. Wat wil je gaan vastleggen etc. (meer hierover onder het volgende kopje aandachtspunten).
Aandachtspunten
Goede en heldere afspraken maken tussen de fotograaf en de groep is van groot belang voor het slagen van een goede en prettige samenwerking. Samenwerken In deze samenwerking bleek veelvuldig dat het zeer belangrijk is om heldere afspraken te maken tussen de fotograaf en de theatergroep. Afspraken over wanneer er gefotografeerd kan worden en wanneer jij wilt fotograferen: tijdens repetities, tekstrepetities, doorlopen, generale of een voorstelling. Maar denk vooral ook aan een speciale foto repetitie. Tijdens een fotorepetitie heb je alle vrijheid om te bewegen. Je kunt dan de acteurs vragen een scène opnieuw te spelen of halt te houden in een bepaalde positie; net wat je voor je ultieme shots nodig hebt. Maar vertel ook waarom je hen wilt fotograferen en wat je met het beeldmateriaal wilt gaan doen. Zorg ook dat je de verwachtingen van de theatergroep helder krijgt. Dat spaart veel teleurstelling achteraf. Helderheid ook over welke rol de fotograaf kan spelen in de tot standkoming van het stuk. De ene groep waardeert het wel als de fotograaf zijn of haar visie deelt met de groep en de spelers, andere groepen willen die functies juist strikt gescheiden houden. Het scheelt veel ergernis als dat helder is besproken. Contact met de regisseur en de spelers is belangrijk. De intentie van de samenwerking moet zo concreet mogelijk zijn voor zowel de fotografen als theatergroepen. Waarvoor worden de foto’s gemaakt, en met welke doeleinden? Staat de kwaliteit van de foto’s voorop, of is het meer als aandenken van het stuk waarin deze kwaliteit niet per sé hoog in het vaandel staat (wat familie en vrienden in principe ook kunnen doen).
Deze onduidelijkheden hebben zich al voorgedaan tijdens de cursus. De spelers wilden graag de foto’s nabestellen. In principe is dat geen probleem, maar de fotografen wilden de foto’s wel bij het vaklab af laten drukken. De kosten zijn dan natuurlijk hoger dan printen bij een willekeurige drogist of supermarkt. De spelers hadden geen behoefte aan die extra kwaliteit, en wilden juist goedkope afdrukken. Voor de fotografen was de kwaliteit echter erg belangrijk.
Vergoeding Spreek van te voren af welke vergoeding voor materiaalkosten je vraagt aan de groep. Spreek ook af wat voor vergoeding je nodig hebt voor de prints die je aan de groep levert. Maak daarbij duidelijk welke kwaliteit en formaat je levert voor welke prijs. Dit soort punten lijken vaak vanzelfsprekend maar kunnen voor veel verwarring zorgen. Bij aanvang van de cursus is het goed om de cursisten op deze punten te wijzen en daarin een adviserende rol te hebben. Ook benaderd vanuit de theatergroepen is het net zo belangrijk om aandacht aan deze punten te besteden en optimale helderheid te creëren.
Dit voorbeeld illustreert de misverstanden van de wederzijdse verwachtingen. Het concretiseren is daarom zo belangrijk voor een prettige samenwerking. Een ander punt is het portretrecht. Wie mogen die foto’s zomaar gebruiken en waarvoor mogen de foto’s worden gebruikt.
Wederzijds word je wijzer van elkaar!
Gebruik van de foto’s Bij de cursus was het van te voren al duidelijk dat er een expositie zou komen met daarin een selectie van foto’s van de cursisten. Maar mogen de fotografen de foto’s ook zelf nog voor eigen gebruik houden, voor bijvoorbeeld op een website? In principe blijft de rechten van de foto’s natuurlijk bij de fotograaf. Meldt dat wel aan de theatergroep (zie verder los hoofdstukje over portretrecht en copyright). Als je foto’s gebruikt worden voor een vorm van publiciteit zorg dan dat je naam er correct bij vermeld wordt. Laat aan elkaar zien waar de foto’s voor gebruikt zijn. Zoals de website van de groep, jouw website, exposities, kaarten, flyers etc.
16
RECHTEN
Mensen hebben soms portretrecht Op foto’s staan vaak mensen, Die mensen kunnen het hoofdonderwerp van de foto zijn. In sommige gevallen hebben die mensen er recht op om zich tegen de openbaarmaking van de foto te verzetten, en het dus is dus verstandig om te weten of mensen instemmen met een mogelijke publicatie. Wanneer mensen zich behoorlijk en eerzaam behandeld voelen zal er over het algemeen geen probleem zijn; zeker daar waar de foto’s in de open ruimte gemaakt zijn. Een van de manier om respect te tonen aan personen is om hen met de juiste naam en gegevens weer te geven. Een respectvolle basishouding opent enorm veel deuren. Dus met een zekere bescheidenheid kun je juist op méér plekken, méér situaties en mensen fotograferen. Want daar gaat het natuurlijk om. De fotograaf heeft altijd het auteursrecht Wie fotografeert heeft automatisch het auteursrecht op zijn foto’s. Dat is nu eenmaal bij wet bepaald. En tenzij je er schriftelijk afstand van doet blijft dat recht bij de fotograaf. Het auteursrecht zegt vooral dat jij mag beslissen of en hoe de foto vermenigvuldigd en/of openbaar mag worden gemaakt. Beroepsfotografen laten zich betalen voor het geven van die toestemming; amateurs kunnen daar wat makkelijker mee omgaan. Maar een zekere zorgvuldigheid is nooit weg. Het begint er mee dat je als je foto’s aan een ander ter beschikking stelt, dat het dan duidelijk moet zijn wat die ander er mee mag doen. Hoe vaak en op welke wijze mag de foto gebruikt worden? Schrijf dat in de mail waarmee je de foto’s stuurt. Of zet het in je briefje als je ze opstuurt.
17
Zeg bijvoorbeeld: Deze club mag met mijn foto’s doen wat men maar wil (behalve de foto weggeven aan een ander: het recht is niet overdraagbaar). Of, als je het wat preciezer omschrijft in je begeleidende brief: hier heeft u de foto’s voor persdoeleinden voor groep x ten dienste van voorstelling x. Of: deze foto’s mogen op de site van de club worden gezet. Het spreekt voor zich dat er talloze mogelijkheden van gebruik zijn. Zolang je als fotograaf maar duidelijk aangeeft wat de ontvanger van de foto er mee mag doen, kunnen beide partijen tot tevredenheid samenwerken. Het is niet onverstandig om achterop alle foto’s die je weggeeft, of in de metadata van je digitale bestand, je naam te zetten (zet er dan meteen de data en andere gegevens bij!) • • • •
Portretrechten en privacy Auteursrechten Bescherming van rechten Licentie = gebruik van rechten geven
Bronvermelding: Fotografie in sportvereningingen Sportclub in beeld Handleiding voor fotograaf en sportclub Stichting Beeldende Amateurkuns (SBA) Tom Meerman
EVALUATIE FOTOGRAFEN
Hoe is de samenwerking verlopen De fotografen hebben over het algemeen een goede samenwerking gehad met de theatergroepen.
De theatergroepen krijgen de kans om kwalitatieve foto’s te krijgen van de productie, die inzetbaar zijn voor publiciteitsdoeleinden en ze houden ook wat tastbaars over van de productie.
Voor de fotografen waren er (bijna) geen belemmeringen qua fotograferen. Er was voldoende vrijheid om het werk te kunnen doen.
“Communicatie binnen de groep was volkomen chaotisch.” In bepaalde situaties was het niet altijd prettig om te fotograferen.
Sommige theatergroepen misten zelfs de fotografen als ze afwezig waren.
Het bleek wel eens moeilijk om het theatergevoel vast te leggen.
In veel gevallen voelden zowel spelers als fotografen zich op hun gemak.
“Hadden de spelers een stuk waarin niet werd uitgebeeld en alleen gesproken. De gezichtsuitdrukkingen waren moeilijk vast te leggen omdat de spelers vaak de expressie misten. Tijdens de repetitie hadden ze hun gewone kleding aan. Dus toneel was ver te zoeken.”
Er zijn weinig concrete afspraken met theatergroep gemaakt. Opmerkingen van de fotografen over het wel of niet goed lopen van de samenwerking Een aantal theatergroepen hebben speciaal een foto/video repetitie gehouden. Licht en kostuums worden hierbij ook gebruikt, waardoor het mooie kansen biedt voor de fotograaf. “Fotorepetitie zorgde voor veel materiaal. Dag had ook een bijzondere sfeer, het was een dag waar aan iets gezamenlijks werd gewerkt.”
“Licht situatie was niet optimaal. Leren met deze beperking om te gaan met materiaal keuze (snelle film, lens en gebruik van statief).” De oefenruimtes zijn meestal verre van fotogeniek. “Per repetitie van tevoren gevraagd wat het plan was, creatief omgaan met beperkingen van ruimte (weinig licht, kale ruimte: heb wat bewogen foto’s gemaakt met geheel eigen sfeer en soms juist nadrukkelijk gebruik gemaakt van de kale ruimte).”
“Expositie kwam te vroeg, spelers hadden nog geen kostuums.” Gemaakte foto’s werden veelal meegenomen in de publiciteit. Hieruit blijkt de win-win situatie.
Cursus “Docent erg betrokken en goed voorbereid. Opzet handig door al contact te hebben gelegd met toneelgroepen. Cursus gaf ook meer algemene leerpunten mee tav fotografie naast bijvoorbeeld besprekingen van foto’s aan de hand van de mooie diapresentatie.”
“De cursus is een gat in de markt.” Een mooie kans om ervaring op te doen “…het dicht op en bij een toneelgezelschap fotograferen en iets heel anders voor de lens hebben, waar je als individu niet zo gemakkelijk binnen komt”. 18
“Bewondering voor de werkwijze, kennis over en visie op het onderwerp van de docent. Hij kraakte het werk van de cursisten nooit af, waardoor de cursisten zichzelf kwetsbaarder durfden op te stellen.”
Leerpunten Verwachtingspatronen tussen fotografen en theatergroepen blijken niet altijd te matchen. “Toen zij zelf aangaven dat zij toch ook wel foto’s wilden hebben, hebben wij ze hiervoor in de gelegenheid gesteld. Blijkbaar hadden zij andere verwachtingen nu zij alleen de kostprijs van Albert Heijn wilden betalen. In een gesprek met één van de spelers kwam naar voren dat zij niet zo nodig kwaliteit willen maar gewoon wat foto’s.” Aan het begin van de kennismaking is het verstandig om concrete afspraken te maken. Binnen de cursus kan hier ook meer aandacht aan worden besteed. Vooral afspraken rondom de verwachtingen blijken wel eens moeilijk te zijn. Hierbij valt onder andere te denken aan portretrechten en het leveren van de foto’s met de kosten daaraan. De technische omstandigheden waarin foto’s werden gemaakt, was erg minimaal. De theatergroepen repeteerden vaak in zaaltjes of op locaties waar de lichtomstandigheden verre van ideaal waren. Meer aandacht en voorbereiding binnen de cursus voor de omstandigheden zou de cursisten hierop beter voorbereiden.
“Cursus niet naar verwachting. Theorie was niet vernieuwend voor de gevorderde fotograaf. Werden nogal in het diepe gegooid. Vooral het maken van afspraken en dingen wat betreft portretrecht waren punten waar tegenaan werd gelopen. De begeleiding was op dat punt niet goed, mag professioneler.” “Meer aandacht aan het exposeren is ook welkom.” “Onduidelijkheden over wat van soort presentatie het zou worden en welke eisen er waren. Is beter om helder te hebben van te voren.”
Over de hoeveelheid lesstof is enige discussie. Sommige cursisten vinden de behandelde lesstof niet genoeg op niveau. Anderen vinden de hoeveelheid stof te veel of te weinig. Doel van fotograferen moet helder zijn van te voren.
19
EVALUATIE THEATERGROEPEN
De Theaterwerkplaats in Utrecht organiseert jaarlijks twee themadagen voor amateurtheatergroepen op organisatorisch en zakelijk vlak. Een van de themadagen ging over P.R. en Promotie. Hierin werden lezingen gegeven door een professionele vormgever en een theaterfotograaf. Na afloop konden groepen vragen stellen aan de deskundigen. In de evaluatie is naar voren gekomen dat de theatergroepen behoefte hebben aan goede theaterfoto’s maar dat er maar weinig fotografen te vinden zijn die gespecialiseerd zijn in theaterfotografie. Tom Meerman, consulent fotografie van de landelijke koepel Stichting Beeldende Amateurkunst, wees ons op de vele leden die aangesloten zijn bij de fotoclubs. Deze fotografen zijn nauwelijks op de hoogte van de bestaande behoefte binnen het amateurtheater Hieruit is het idee ontstaan om een cursus theaterfotografie aan te bieden, waarbij de fotografen direct praktijkervaring konden opdoen door met een amateurtheatergroep mee te lopen.
daar veel aandacht gekregen. Naast dat de groepen daar in de picture stonden, heeft het voor de groepen ook een mooie registratie opgeleverd van (een deel van) hun productieproces. Ook hebben de theatergroepen de foto’s kunnen gebruiken voor hun eigen publiciteit, zoals voor persfoto’s, voor flyers/affiches en/of voor de eigen websites. Daarnaast zijn er een aantal bijzondere resultaten te noemen: zo heeft een van de groepen (Gezamenlijk Theateroverleg Amersfoort) een eigen fotoexpositie samengesteld, die te zien was tijdens hun voorstellingen (Visgif) in Amersfoort. Hierdoor kon hun publiek naast het eindresultaat ook daar een idee krijgen van het hele productieproces. Diezelfde groep is tevens bezig een boekwerk samen te stellen met de foto’s en daarnaast interviews met de spelers en medewerkers. Ook heeft deze groep als aandenken, tijdens het eindfeest, een groepsfoto uitgedeeld aan alle spelers en medewerkers.
In het najaar van 2005 is een oproep verstuurd naar alle Utrechtse theatergroepen om zich in te schrijven voor het project theaterfotografie. Daar is enthousiast op gereageerd en al snel was er een deelnemerslijst van 12 theatergroepen. Deze theatergroepen hebben ieder een formulier ingevuld met daarin een omschrijving van het soort groep, de speelstijl en het soort stuk dat gemaakt werd. Locatietheater, bewegingstheater, jongerentheater, traditioneel of experimenteel theater. Al deze groepen zaten ertussen. Tijdens de eerste bijeenkomst hebben de fotografen hun voorkeuren uitgesproken en de verdeling onderling vastgelegd. Vervolgens kregen zij de opdracht zelf het contact met de gekozen theatergroep te leggen om verdere afspraken te maken.
Hoe is de samenwerking verlopen In de evaluatie kwam naar voren dat de theatergroepen met name tevreden zijn, wanneer de fotografen duidelijk kunnen aangeven wat ze willen, hierin initiatief nemen en zelfstandigheid tonen. De mate waarin de theatergroepen al dan niet tevreden waren over de samenwerking en de resultaten, hing af van een aantal factoren. • Met welke fotograaf is gewerkt: de 12 fotografen verschillen qua niveau, in hun technische en communicatieve vaardigheden, in ervaring, in leeftijd, in de (vrije) tijd die men erin heeft kunnen stoppen. • Het soort theatergroep waarmee is gewerkt en de mate waarin die georganiseerd is. • De omstandigheden waarin gerepeteerd werd. • De ruimte die er was voor de fotograaf om zijn of haar gang te kunnen gaan. • De afspraken die onderling (tussen theatergroep en fotograaf) zijn vastgelegd.
De fotografen kregen vanuit de cursus de opdracht mee om het amateurtheater in beeld vast te leggen. Van de resultaten werd een overzichtstentoonstelling samengesteld. De tentoonstelling werd geopend ten tijde van het Amateur Theater Festival Utrecht en heeft
20
Opmerkingen van de theatergroepen over het wel of niet goed lopen van de samenwerking Bij een repetitie van een intieme scène was de fotograaf niet welkom, omdat spelers zich niet voldoende veilig voelden. Hem is gevraagd op een later tijdstip terug te komen.
“In al zijn pogingen om onzichtbaar te zijn, liep hij vaak de stoelen en bezems omver.“ De ene fotograaf was intensief bij een groep betrokken, kwam naar praktisch iedere repetitie en liet zich duidelijk opnemen in de productiegroep. De andere fotograaf koos ervoor losse afspraken te maken en na 2 of 3 repetities door te schuiven naar een nieuwe theatergroep. Beide opties waren mogelijk binnen dit project.
Het repetitieproces verloopt moeizaam, omdat er problemen zijn met de spelers onderling. Hierdoor kan de fotograaf minder doen. Het repetitielokaal is te donker, besloten wordt om een keer overdag foto’s te gaan maken, dit blijkt echter moeilijk te organiseren (uiteindelijk wel gelukt).
Bij een van de groepen (GTO) werden 2 dagen uit getrokken om een filmregistratie te maken van de voorstelling. Deze dagen waren voor de fotograaf ideaal om mee te draaien. Zo kon hij de scènes in kostuum, licht en decor op foto vastleggen.
Een repetitie ontaardt in een vergadering (productiebespreking), waardoor er voor de fotograaf niet veel te doen valt.
‘We hebben veel geleerd, met name om zelf meer duidelijk te weten wat we willen en direct afspraken te maken.’
De periode waarin echt wat te fotograferen is (doorloop, try-out) valt net buiten de deadline voor de tentoonstelling.
‘De foto’s zijn mooi geworden; het is wel leerzaam om te zien hoe je eigen gelaatsuitdrukkingen overkomen als je de foto’s terugziet.
Een groep voelt zich niet op z’n gemak wanneer de fotograaf zich met de regie gaat bemoeien (+commentaar heeft op het spel) en daarin moeilijk te corrigeren is; dit leidt tot irritatie. Later was hij meer op de achtergrond.
Gedurende het repetitieproces kon men steeds nieuwe foto’s op de website plaatsen. Hiermee vergroot je de betrokkenheid van de spelers onderling, tevens heeft het een ondersteunende werking.
Een fotograaf gaat zijn eigen gang in het maken van een foto-affiche en pikt kritiek van de zijde van de groep niet op. Dit maakte de samenwerking lastig.
Leerpunten Zorg dat je bij de eerste fotosessie tijd vrij maakt waarin de fotograaf uitlegt wat hij komt doen en waarin hij/zij kan kennismaken met de regisseur en de spelers. De fotograaf wil zich op de hoogte stellen van het soort theatergroep, de speelstijl, welk stuk gespeeld wordt etc.
Tijdens de foto doorloop merken spelers dat ze sneller afgeleid zijn en minder geconcentreerd. “Ook doordat de fotograaf nu meer door het toneel liep om van alle kanten foto’s te maken. Omdat dit zo was afgesproken was het niet echt hinderlijk.”
21
Ook het doel waarvoor de foto’s gemaakt worden, speelt een grote rol. In het boekje Theaterfotografie voor amateurs maakt AnneMarie Vossen onderscheid tussen Publiciteit, Reportage, Autonome fotografie en Registratiefotografie. Het doel bepaalt de inhoud van de foto.
onder de deelnemende theatergroepen te verspreiden en een eerste bijeenkomst te plannen met zowel theatergroepen als fotografen, zodat ook de theatergroepen zich meer bewust zijn van wat er zoal komt kijken bij theaterfotografie (het boekje van Anne-Marie Vossen is te bestellen bij de SBA).
Betrek de fotograaf in je pr plan: een persfoto vraagt om een ander beeld dan een foto voor een affiche. Het is van belang dat de fotograaf op de hoogte is van waar de voorstellig over gaat en wat je graag zou willen uitdrukken.
Ambities voor de toekomst De fototentoonstelling heeft o.a. opgeleverd dat er nog weer nieuwe aanmeldingen binnen zijn gekomen voor de cursus theaterfotografie. In januari 2006 zal er opnieuw een cursus theaterfotografie van start gaan bij het Utrechts Centrum voor de Kunsten. Veel van de deelnemende theatergroepen hebben laten weten ook in hun volgende productie open te staan voor samenwerking met een theaterfotograaf. Ook stonden er voor deze cursus nog 6 theatergroepen op een wachtlijst die nog niet aan bod waren gekomen. Er zijn nu 12 fotografen in de provincie Utrecht die ervaring hebben opgedaan in theaterfotografie. Zij zeggen beschikbaar te blijven voor het amateurtheater. De namen en adresgegevens van deze fotografen worden ondergebracht in de digitale databank van de website van Kunsthuis Utrecht: www.kunsthuisutrecht.nl. Theaterwerkplaats Utrecht zal ook in de toekomst themadagen blijven organiseren waarin ook onderwerpen als publiciteit en theaterfotografie aan bod zullen komen. De theaterwerkplaats zal met de fotoclubs blijvend werken aan de ontwikkeling van theaterfotografie binnen het amateurtheater.
De ervaring leert dat veel groepen naar het einde toe in tijdnood raken, waardoor er nog moeilijk een fotorepetitie is in te plannen. Zie de fotorepetitie niet als iets extra’s, maar als een vast onderdeel binnen het productieproces. Plan de komst van de fotograaf vooraf in je repetitieschema, trek tijd uit voor speciale fotorepetities. Zo kun je optimaal gebruik maken van de fotograaf. De fotograaf bepaalt zelf welke foto’s hij/zij goed genoeg vindt om te laten zien. Spreek af hoe het gaat als je foto’s wilt bestellen, op welk termijn je iets kunt verwachten, het aantal foto’s dat je wilt hebben en het formaat. Spreek ook af dat bij publiciteitsfoto’s de naam van de fotograaf vermeld wordt en spreek een vergoeding af voor eventuele nabestellingen. Fotografen kregen ter voorbereiding het boekje Theaterfotografie voor Amateurs door Anne-Marie Vossen, met handvaten en aandachtspunten om mee te nemen in het werken met de theatergroepen. Uit de evaluatie blijkt dat niet alle groepen van te voren op de hoogte waren van wat ze precies van de fotografen konden verwachten. In de eerste kennismaking tussen de groep en de fotograaf is vaak niet meer dan globaal doorgenomen wat de fotograaf zou kunnen gaan doen. Het zou daarom goed zijn om dit boekje ook
22
ADRESSEN
Landelijke ondersteuningsinstellingen
Provinciale ondersteuningsinstelling
Stedelijke ondersteuningsinstelling
Theaterwerk NL De organisatie voor ontwikkeling en ondersteuning van het amateurtheater in Nederland ’s-Gravenhekje 1a 1011 TG Amsterdam T (020) 344 61 20 F (020) 344 61 21
[email protected] www.theaterwerk.nl www.theaternv.nl
ZIMIHC, huis voor amateurkunst De organisatie voor ondersteuning van de amateurkunst voor stad en provincie Utrecht. Voor elke discipline is er een consulent die de uitvoerende kunstenaars met raad en daad kan bijstaan. Bouwstraat 55 3572 SP Utrecht T: (030) 272 34 55 F: (030) 272 30 51
[email protected] www.zimihc.nl
Theaterwerkplaats Utrecht Theaterwerkplaats Utrecht is een structureel samenwerkingsverband van het Utrechts Centrum voor de Kunsten afdeling Theaterschool, Stichting Odeon, stedelijke belangenbehartigingsorganisatie voor het amateurtheater en ZIMIHC huis voor amateurkunst P/a Bouwstraat 55 3572 SP Utrecht T: (030) 272 34 55 F: (030) 272 30 51
[email protected] www.kunsthuisutrecht.nl/Organisatie/106
Stichting Beeldende en Audiovisuele Amateurkunst (SBA) Het landelijke ondersteunings-instituut voor de beeldende en audiovisuele amateurkunst Boothstraat 3 3512 BT Utrecht T: (030) 234 21 11 F: (030) 234 23 82
[email protected] [email protected] www.amateurkunst.net
www.kunsthuisutrecht.nl Het kunsthuis Utrecht is een verzamelplaats en ontmoetingsplek voor iedereen in de provincie Utrecht die zich met amateurkunst bezighoudt. Kunstenaars en organisaties kunnen zich gratis presenteren.
Fotobond Overkoepelende Nederland. www.fotobond.nl
bond
van
alle
amateurfotografenclubs
Utrechts Centrum voor de Kunsten (UCK) Afdeling Fotografie Coördinator Fotografie Marijke Donath:
[email protected] Ganzemarkt 14, Utrecht Postbus 65 3500 AB Utrecht T:(030) 233 99 44 F:(030) 233 99 40
[email protected] www.uck.nl Bij u in de buurt kunt u het dichtstbijzijnde kunsten centra benaderen of zij een dergelijke cursus in hun aanbod hebben. Of ze enthousiast maken om een cursus theaterfotografie volgens dit concept aan te gaan bieden. Verder kunt u Marijke Donath van het UCK, en Jolanda Kamphuis, zimihc, benaderen voor eventuele ondersteuning in de aanloopfase tot een dergelijk theaterfotografie project. U kunt via het uck in contact komen met Fran van der Hoeven. Hij is eventueel beschikbaar om de cursus bij u in de buurt te verzorgen. Ook is het mogelijk om ons te benaderen voor een lezing over dit project bij u in de regio.
in
Aan te raden is het volgende boekje om tevens uit te reiken bij een vergelijkbaar project: Theaterfotografie voor Amateurs, een introductie van Anne-Marie Vossen ISBN90-802007-5-1 Prijs: 4,50 Deze uitgave is te bestellen bij de SBA, Stichting Beeldende en Audiovisuele Amateurkunst, via www.amateurkunst.net/publicaties 23
FRAN VAN DER HOEVEN
De deelnemnde fotografen Remko P. de Graaff
Daniëlle Maas
Jan Willem v.d. Hoeven
Jan Rijnders
Ben Pater Bert Broens
Mariska Baars
Anita Edridge
Patrick van de Luytgaarden
Birgitte van Laar
Hans Lensink
Aat van Uijen ontbrak 24
MARISKA BAARS
PIONIER ZUSSEN
Omschrijving productie “Zussen” presenteert een familie. Het leven van drie zussen wordt gevolgd gedurende een jaar en gestructureerd rond twee kerstdiners. Een voorstelling met relatie-ellende , gestrande levens, succes en ouder worden. Fase productie De voorstellingen zijn inmiddels achter de rug (april). De foto’s zijn gemaakt tijdens repetitie avonden en tijdens de doorloop. 26
29
BERT BROENS
ZONIETWAAROMWEL EEN LANG WEEKEND, STUK
ZoNietWaaromWel oefende en speelde: “Een lang weekend”. Ik mocht als fotograaf tijdens de repetities en de generale repetitie alles op de gevoelige plaat vastleggen wat ik maar wilde. Ik kreeg alle ruimte letterlijk en figuurlijk. De foto voor de flyer en het programmaboekje werd tijdens een fotosessie gemaakt. In “Een lang weekend” nodigt een succesvolle chirurg met z’n echtgenoot zijn broer en zussen uit voor het gedenken van de sterfdatum van hun ouders. De chirurg heeft echter hele ander bedoelingen en dat leidt tot een bizarre ontknoping. Er werd geoefend in een kerkzaaltje en gespeeld in het knusse, huiselijke Amersfoortse theater: Het Tejaterhuis. In: “Stuk” presenteren de regisseur en haar collega hun visie op communiceren en vooral over het niet communiceren. Op een creatieve wijze wordt gebruik gemaakt van bandopnames en een spiegel, die dan ook het publiek wordt voorgehouden. Dit leidde tot een paar klassieke theaterfoto’s. Ik heb met veel plezier ZoNietWaaromWel gevolgd en dank Lambert, Miriam, Marco, Paula, Ineke, Annelies en Sander voor de manier waarop ze mij in de gelegenheid hebben gesteld de cursus Theaterfotografie inhoud te geven. 31
ANITA EDRIDGE
SILHOUET HET HUIS VAN BERNARDA ALBA
De tirannieke moeder Bernarda Alba regeert haar volwassen dochters met ijzeren hand. Na de dood van haar echtgenoot wordt het ouderlijke huis voor acht jaar rouw hermetisch van de buitenwereld afgesloten. De geheime liefde van de dochters voor een man, Pepe el Romano, drijft het gezin echter langzaam naar de afgrond. In een zinderend kat-en-muis spel vol jaloezie, woede, angst en onderdrukt verlangen vechten de dochters voor hun leven. Krampachtig probeert Bernarda Alba haar gezin bij elkaar te houden, niet uit liefde maar voor het imago. De tragische afloop is onafwendbaar. Een wervelende flamenco in dans, muziek en zang geeft door het stuk heen gestalte aan de innerlijke strijd van de dochters en stuwt als een duistere, creatieve oerkracht hun emotionele teloorgang voort. 37
REMKO P. DE GRAAFF
GEZAMENLIJK THEATER OVERLEG VISGIF
De voorstelling Visgif is een vrije en hedendaagse bewerking van de “Op Hoop van Zegen” van Herman Heijermans. Het originele toneelstuk is gedateerd. Daarom is het met als uitgangspunt het originele verhaal, naar het heden vertaalt. Het centrale thema is onmacht, het niet willen zien van onrechtvaardigheden en oneffenheden in de maatschappij, – hoe groot of klein deze ook zijn. Daar tegenover staat de eigen verantwoordelijkheid. Durven kiezen, ook al gaat het ten koste van persoonlijk gewin. Wordt de vis nog steeds duur betaald? Het stuk is omgezet naar een beeldende theatervoorstelling: een voorstelling waarin beelden, muziek en effecten voor zich spreken. De voorstelling vindt plaats in de Laswerkplaats. Het initiatief voor deze productie is genomen door GTO (Gezamenlijk Theater Overleg) te Amersfoort. Aan de productie nemen tien toneelgroepen deel. De regie is in handen van Mark Colijn. De productie is in handen van Wim van der Kooy. De zes voorstellingen eind mei 2005 waren allen uitverkocht. www.visgif.nl Inspirerend om gedurende een aantal maanden een enthousiaste groep mensen te volgen en hen te zien groeien in hun rollen 45
HANS LENSINK
ROEREND GOED BESTEMMING BEREIKT
Een amateur gezelschap (dit seizoen bestaande uit 4 vrouwen en 2 mannen) die onder begeleiding van een regisseur in 5 maanden tijd een toneelstuk instuderen, met als doel het stuk op 11, 12 en 19 juni a.s. op de planken te kunnen brengen. Van februari t/m april heb ik in diverse foto- sessies dit proces vast gelegd. In deze periode was er geen theater, geen mooie belichting (slechts 6 TL-balken), geen publiek, geen decor, maar een oud en kaal klaslokaal ergens in Utrecht, waar 6 jonge mensen onder de bezielende leiding van een regisseur, wekelijks tekst en spel, deel na deel doornemen, herhalen en bijschaven……. Kortom een prachtig proces om als “buitenstaander” mee te maken, twee en een half uur het enthousiasme, de spelvreugde en de passie te zien, terwijl ze toch moe en soms uitgeblust uit hun werk zijn gekomen. Als fotograaf ben je dan een vreemde eend in de bijt, die soms liggend op de grond dan weer bespiedend en observerend zijn ultieme plaatje tracht te maken. In deze serie heb ik geprobeerd u een indruk te geven van dit mooie groeiproces, hopelijk komt het bij u over ! 52
55
PATRICK VAN DE LUIJTGAARDEN
MAURICE LUIJCK FUCK YOU
Patrick van de Luijtgaarden is een jonge enthousiaste fotograaf. Hij volgde de in de theaterproductie Fuck You van theaterdocent Maurice Luijck uit Amersfoort. Fuck You is een politiek stuk dat duidelijk de onvrede toont van jongeren die proberen te leven in deze vreselijke tijden. Het een brutaal stuk, zeer actueel en aangekleed met vleugje humor. De première van zaterdag 2 april in Theater de Lieve Vrouw in Amersfoort was een enorm succes! 60
BEN PATER
GEZAMENLIJK THEATER OVERLEG VISGIF
De voorstelling Visgif is een vrije en hedendaagse bewerking van de “Op Hoop van Zegen” van Herman Heijermans. Het originele toneelstuk is gedateerd. Daarom is het met als uitgangspunt het originele verhaal, naar het heden vertaalt. Het centrale thema is onmacht, het niet willen zien van onrechtvaardigheden en oneffenheden in de maatschappij, – hoe groot of klein deze ook zijn. Daar tegenover staat de eigen verantwoordelijkheid. Durven kiezen, ook al gaat het ten koste van persoonlijk gewin. Wordt de vis nog steeds duur betaald? Het stuk is omgezet naar een beeldende theatervoorstelling: een voorstelling waarin beelden, muziek en effecten voor zich spreken. De voorstelling vindt plaats in de Laswerkplaats. Het initiatief voor deze productie is genomen door GTO (Gezamenlijk Theater Overleg) te Amersfoort. Aan de productie nemen tien toneelgroepen deel. De regie is in handen van Mark Colijn. De productie is in handen van Wim van der Kooy. De zes voorstellingen eind mei 2005 waren allen uitverkocht. www.visgif.nl Inspirerend om gedurende een aantal maanden een enthousiaste groep mensen te volgen en hen te zien groeien in hun rollen 63
64
67
JAN RIJNDERS
INTRAMINTRA WATERLOOP
Omschrijving productie Twee personen op een eiland. De eenzaamheid wordt bezworen met rituelen. Op een dag duikt een ongenode gast op. De rituelen en de personages raken op drift. Fotoserie Beeldimpressie van de verscheidene oefendoorlopen, voordat de acteurs gereed zijn voor de uiteindelijke première op het Theaterfestival 2005. De theatergroep oefende in een handenarbeidlokaal. 69
AAT VAN UIJEN
WILD ZUUR OLLA VOGALA
Omschrijving productie ‘Olla vogala’ is de werktitel van een productie van Wild Zuur, een groep die is gevormd voor de totstandkoming van een project dat toneel, muziek en film in zich verenigt. De voorstelling gaat over tien mensen die met elkaar opreis zijn, waarbij de een na de ander afvalt. Fotoserie De spelers zijn gefotografeerd bij de repetities in de beginfase. Dat wil zeggen dat er nog geen decor en licht zijn en er weinig rekwisieten worden gebruikt. De foto’s geven dan ook geen indruk van de uiteindelijke voorstelling, maar laten de spelers zien die bezig zijn hun rol te verkennen en hun personage inhoud te geven. 75
FOTOGRAFIE EN THEATER
Een handleiding voor samenwerking tussen amateurtheatermakers en fotografen
Dit pilot project is tot stand gekomen door een samenwerking van de SBA, Stichting Beeldende Amateurkunst, de Fotobond afdeling Utrecht ’t Gooi, Theaterwerk NL en Theaterwerkplaats Utrecht, Utrechts Centrum voor de Kunsten, UCK afdeling fotografie. Het project is uitgevoerd door Theaterwerkplaats Utrecht in samenwerking met Utrechts Centrum voor de Kunsten, afdeling Fotografie. Theaterwerkplaats Utrecht is een samenwerkingsverband tussen: UCK Theaterschool en ZIMIHC huis voor amateurkunst, Odeon en Theaterwerk NL.
Tekst Fran van der Hoeven, Evert Klein Nagelvoort (UCK) en Marijke Donath (UCK), Jolanda Kamphuis(ZIMIHC) en Tom Meerman (SBA) Redactie Marijke Donath, UCK Foto’s Mariska Baars, Bert Broens, Anita Edridge, Remko P. de Graaff, Hans Lensink, Patrick van Luytgaarden, Danielle Maas, Ben Pater, Jan Rijnders, Aat van Uijen Vormgeving
[email protected] Prijs € 7,50 Te bestellen: bij Utrechts Centrum voor de Kunsten t.a.v. Marijke Donath Postbus 65 3500 AB Utrecht (030) 233 99 90
[email protected]