Foto: Foto:Kees KeesC.C.Keuch Keuch
6
Angst?
6
van de redactie
september 2006
0-nummer is een cliëntgestuurd project van de Jellinek Cliëntenraad. De cliëntenkrant is gemaakt voor en door (ex-) cliënten van de Jellinek. 0-nummer 7 verschijnt in december 2006
c o l o f o n Met dank aan: Jellinek Cliëntenraad Site: www.jellinek.nl/clientenraad Redactie: Kees C. Keuch Medewerkenden: Christian Krappel,Elisabeth Kools, Gert de Haan, G.M. Dikkenberg, Henk Ramaakers, Jim Brasser, John Eshuis, Loes Burnet, Niels Höfelt, Tommie Zwerusga, Tony Raedecker Pre-press en druk: Grafisch Buro Haarlem
Redactieadres: Redactie 0-nummer p/a Jellinek Cliëntenraad Postbus 3907 1001 AS Amsterdam E:
[email protected]
Angst? De foto op de voorpagina oogt wellicht enigszins luguber; het ‘absolute einde’. Toch is het niet zo direct bedoeld. Het is bekend dat verslaving aan allerhande middelen veelal samengaat met andere achter-liggende problematiek. Vaak komt deze pas (weer) tot uiting op latere leeftijd en dan vooral als de verslaafde een poging onderneemt zijn ‘habbit’ terzijde te schuiven. Dit is vaak al een ernstig probleem, in ieder geval iets wat niet van de ene dag op de andere wordt geklaard. En dan bestaat de mogelijkheid dat allerlei, tot dan toe, verborgen andere probleempjes de kop opsteken. Co-morbiditeit wordt dit genoemd. Een woord dat voor velen al ernstig klinkt. Ook dit kan best meevallen; zeker als adequaat de diagnose wordt ontleed waar vervolgens eveneens adequaat op kan worden ingespeeld. Angsten in allerlei soorten en maten komen we tegen. Een niet te versmaden probleem is de toestand van het gebit. Niet alleen geruïneerd door middelen gebruik maar vaak ook in de vergeethoek is gezet omdat alleen al een afspraak maken met de tandarts niet te doen is. Reden: angst. Zelfs panische angst. Is dit terecht of valt het eigenlijk wel mee? Het is uitgebreid te lezen in dit 0-Nummer. Jellineks 1e geneesheer Christian Krappel geeft op pagina 7 zijn visie op angst en verslaving. “Het is vaak niet makkelijk om vast te stellen wat eerder was, de verslaving of de angst”. Op pagina 13 reageert dokter Dikkenberg op het artikel in het vorige 0-Nummer over methadon en alcoholverslaving. Verder een verhaal over de beleving van iemand die na een klinische behandeling nog niet klaar is en verder gaat in de Deeltijdintensief. De middenpagina gaat over ‘trek’ hebben en geeft misschien een klein kijkje op hoe er mee om te gaan. Tenslotte is het voor velen misschien wel het belangrijkste gegeven in de strijd om clean te blijven. De Cliëntenraad pagina en tot slot op de achterpagina een verhaal over mogelijke valkuilen. Onze ‘redactievoorman’ Bani da Lima zit voor een jaar in Amerika en wordt node gemist. Ik zelf zat vier maanden op Corfu Griekenland alwaar dit nummer voor een groot gedeelte is geredigeerd.
De redactie wil dringend een oproep doen aan geïnteresseerden om mee te willen werken aan het volgende 0-Nummer! Want anders ziet de voortgang van dit blad er slecht uit. (KCK)
2 3-4-5 6 7 8-9 10-11-12 13 14-15 16
Van de redactie Subject Tandarts Jellinek Cliëntenraad Gedachten Bijna vergeten Tandartsangst A - Ω, Jelly Quack Wees eerlijk en blijf geen slaaf Valkuilen
Voor reacties en ingezonden brieven en voor toestemming voor het geheel ofgedeeltelijk overnemen van berichten en/of artikelen uit het 0-nummer kunt ucontact opnemen met de redactie via ons e-mailadres.
Foto: Kees C. Keuch
i n h o u d
De redactie werktafel op Corfu, temperatuur 35 graden.
2
6
Subject: tandarts ‘discussiëren zonder een bek vol tanden’ @ John @ Kees 11 mei 05
EMail@
Ik ben er inmiddels wel achter dat ondanks mijn langdurig ‘clean zijn’, de normale behandelmethodes via de reguliere wegen een barrière zijn. Tandartsen, huisartsen, ziekenhuizen, ik moet er niets van hebben. Anderzijds, ben ik me er terdege van bewust, dat ik niet zonder kan. Onaangepastheid naar de maatschappij heeft toch wel ver strekkende gevolgen, in die zin dat ik al jaren met een vervallen kerkhof in mijn mond rondloop, ik me daarvan bewust ben én toch niet in staat ben om naar de tandarts op de hoek te gaan. Andere wereld, laat ik maar zeggen. Beslist geen subcultuur! In die zin voel ik me echt een ‘Jellinek-Brekebeentje’. Terugval-preventie heb ik niet nodig, maar een zekere begeleiding in psychische zin is wenselijk. Laat ik het zo zeggen, de square medische stand begrijpt geen hol van me, ik ga er nu ff van uit dat ze daar op de kliniek iets meer van me begrijpen. Zo niet dan zoek ik een veearts of een medicijnman uit Afrika. Misschien Berendien uut Wisp! gtx John
John @ Kees 13 juli 05 Hallo Kees, dat was even schrikken vandaag bij de tandarts. Na ijverig meewerken gisteren o.a. happen in lichtblauwe substanties, vervolgens bijten met een soort vergiet in mijn mond. Dames, (waarvan één met 6 piercings in één oor) die in je smoel kijken met de bekende tl buis in je gezicht. Gruwelijke verhalen die je vriendelijk medegedeeld worden, ik kan er maar niet aan wennen. Maar zij (de tandarts) stelde mij voor vandaag een prima doch tijdelijke aangepast kunstgebit in het vooruitzicht. Dan zou ik vandaag getrokken worden en morgen weer vrolijk grijnzend in de spiegel kunnen kijken.
restanten pijnlijk gebit of half kunstgebit of helemaal niks? Ik flipte fatsoenlijk de pan uit, kon me keurig beheersen zo het een afgekickte junk betaamt, maar het was ze wel duidelijk dat ik ff helemaal kapot zat. Mijn hele vakantieplanning viel bijna voor de tweede keer aan duigen, ik stamelde ‘en trekken? Word ik nu wel getrokken of niet?’ Dat wist ze niet, vond ze wel een goede vraag, dus de tandarts erbij, die vertelde mij dat ik een afspraak om 9.15 had, terwijl ze zelf gisteren de afspraak van 9.15 naar 15.15 had verschoven. Dit kon ik haar inhoudelijk gelukkig goed duidelijk maken, dat zij die tijdswitch verzonnen had en niet ik. En dat alles met een tandeloze bek met 2 restanten. Dat ben ik duidelijk niet gewend, discussiëren zonder een bek vol tanden. Ervaren hardcore junk ben ik gelukkig nooit geweest. Tandtechnicus Jim erbij en na wat soebatten en het vooruitzicht dat ik zó niet met mijn dochter op vakantie kon, heb ik de volgende afspraak: volgende week woensdag krijg ik een esthetisch door de bocht gaand kunstgebit (mijn oude met wat aanvulling). Dan word ik ook getrokken, hup, kunstgebit bovenop de wonden en dan maar hopen dat het snel geneest. want de vakantie begint 2 dagen later. Dit schrijf ik met een mummelbekkie en blijf natuurlijk de hele week binnen. Kut dus, maar ja, we zien wel weer. Medische hulp en ik, het blijft moeilijk. Ik hoop dat ik nooit iets moet laten amputeren of weghalen waarvan ik
Dat ging niet door. Om 15.15 keurig op tijd aan de receptie, voelde ik nattigheid toen de dienstdoende dame mijn afspraak niet kon vinden op de computer en op diverse andere lijsten. Mijn geboortedatum en naam deed haar een licht opgaan. Problemen! Ze had me geprobeerd te bereiken, zelfs via de afsprakencentrale, maar ze hadden geen telefoonnummer. Dat is wél zo, maar dat terzijde. Het omkatten van mijn kunstgebit was te moeilijk en mijn kunstgebit was er ook niet. Over drie maandjes dan maar trekken? Tussenliggende tijd met
6
2
twee of meer heb, want ze pakken subiet hetverkeerde! einde bericht John.
en de zwelling afneemt het gebit ook goed zit, maar de vooruitzichten zijn gunstig! Ik ga ff rusten.
Kees @ John 14 juli 05 Nounounou, wat een leed weer allemaal. Ik neem zonder meer aan dat je gelijk hebt en een oprechte weergave doet van wat er in de stoel, en schijnbaar ook aan de balie zich heeft afgespeeld. Ik vind het ook een vreemd verhaal in die zin dat ik dit niet zo zou verwachten. De mevrouw aan de balie begrijp ik, beslist zo maar even wanneer er iets wel of niet gebeurt. Het lijkt me dat de tandarts dit aan jou moet meedelen en overleggen wat dan de beste oplossing zou kunnen zijn. Die Jim is tandarts en volgens mij geen tandtechnieker. Daar zit verschil in. Voor zover ik Jim ken is dit een heel geschikt persoon. Dat ze zich strikt aan de afgesproken tijden houden is me bekend. Maar dit is een interne communicatiefout die zij moeten oplossen en niet afdoen met dat er geen telefoonnummer bekend zou zijn, want ik neem aan dat dit wel is doorgegeven. Dat lijkt me nog al logisch over het algemeen. Je hebt het over “omkatten” van je kunstgebit maar dit woord ken ik niet, leg uit. Verder weet ik dat wonden in de mond door trekken heel snel (kunnen) genezen!
John @ Kees 14 juli 05 Nou, ik denk dat het allemaal geen kwade wil van de Jellinek is hoor, zelfs geen wanbeleid in deze. Het komt er op neer dat de tandarts in al haar bereidheid om mij te helpen, teveel hooi op haar vork nam, omtrent het restaureren van mijn oude gebit (onder en boven). Gebit moest naar de technieker en die schrok zich de tering. Het ondergebit kon volgens hem meteen de prullenbak in (daar kan ik nog inkomen ook) en de modificatie aan het bovengebit was teveel van het goede. Begrijp ik ook wel, let wel de tandarts maakte het wel erg moeilijk voor de technicus. Ik wilde twee tandjes voor de aanblik oftewel ‘een beetje poremen’ als ik af en toe in de spiegel keek. De tandarts echter wilde er een kunstwerk van maken, vond ik best natuurlijk, maar dat mag ik in mijn ondeskundigheid best vinden. Het telefoonverhaal vond ik ook kut, op de centrale aan de Vlaardingenlaan was mijn nummer niet te vinden. Deze centrale (afsprakenunit of zo) heeft mij al een paar keer gebeld op mijn nummer, dus dat verhaal is zwak. Maar het vervelende was natuurlijk de totale teleurstelling en angst dat het weer eens niet goed komt. De mensen doen hun best daar ben ik zeker van, ook die Jim (tandarts dus) was heel vriendelijk en heeft persoonlijk mijn maat (hihihi gebitmaat 42 of zo) genomen met al het geklieder van dien. Maar de verslagenheid was erg groot. Dit weekend moet ik nu ook Angie afzeggen (inmiddels al gedaan). Dat wil ik niet, zij heeft mijn klappergebitje zelfs nooit gezien, ze weet het wel, maar
3
John @ Kees 20 juli 05
Zulke tanden wil ik ook pa! dat is mij te privé allemaal. Ik ga daar niet mee te koop lopen. Dus ik heb gebeld: ‘Fafa is naar de fantarts gefeest en kan niet zo goed pfaten’ etc. Godschristus wat een kutbaan!! Kijk, wat is bang? Ik geloof niet dat het angst is wat ik voel, het is gewoon ‘to much’. Staan ze helemaal over je heen gebogen, jij met je bek open, assistente met een hele rits piercings aan de ene kant en aan de andere kant het brilletje met de turende ogen van de tandarts in je tandenloze bakkes. Ik kan naar drie dingen kijken op zo’n moment, de ogen van de tandarts, het oor van de charmante assistente of die dokter Mengele lamp die als een standaardmartelwerktuig altijd aan moet! En dan heb ik het niet eens over de rest, let wel we zitten nu alleen nog maar in de stoel, er is nog niets gebeurd! Later krijg je de haken en de spuiten en ‘spoelt U maar’. Maar ja, het komt wel goed! ‘Omkatten’ Kees, is een Bargoens woord voor ombouwen (een auto omkatten is bv. van twee of drie gestolen auto’s één maken) Ja, Tuinhuis moet ik morgenvroeg ook afbellen, dat kan ik niet opbrengen met een mummelbekkie. Ik bel zelf wel (overigens bedankt), het gaat leuk daar, ik zou morgen voor het eerst buffetdienst draaien in het kader van allround inzetbaarheid. Dat komt dus in Augustus pas, want als het me lukt om eind van volgende week weer te beginnen, dan zal het praten waarschijnlijk nog niet zo lekker gaan. Vrijdag komt Angie voor 10 dagen en daar verheug ik me enorm op, het gaat mij er dan om dat ik geen pijn meer heb. En dat hangt enorm van de vakmanschap van de tandarts en technieker af. Zo’n gebit luistert zeer nauw en met de mijne is het toch een beetje een ‘oldtimer’ opkalefateren.
John @ Kees 20 juli 05
6
OK, details. Keurig op tijd met fris geboende bek, bij tijd en wijle bespoten door middel van een minispuitbus met een mengsel van (nu moet ik ff spieken) Propylene Glycol, Alcohol, Water, Xylitol, Aroma, Glycerin, Polysorbate 40, Sodium, Sacharine. Kortom Kruidvat Mondspray met Xylitol! Het mag dan wel een kerkhof op sterven na dood zijn, maar ik probeer er weer alles uit te halen wat er in zit. Alleen 3 rotte tanden en 2 oude kiezen is niet veel natuurlijk om nog enige motivatie uit te putten. De receptioniste vond mij keurig op de lijst, dus ik ging rustig zitten. Rustig en nerveus natuurlijk. Het één sluit het andere natuurlijk niet uit. Jongedame tandarts met het moderne zwarte brilletje kwam me spoedig halen en toen ik binnen op een roestvrij stalen tafeltje keek, zag ik mijn kunstgebit naast een ander exemplaar. Dat andere gebit was zo breed dat die onmogelijk van mij kon zijn, er zat nog een neger in de wachtkamer, misschien zijn klappertje? De assistente met de piercings was er niet, in plaats van haar een schat van een dame met lesbisch haar, die zeer geruststellend en op de juiste wijze bemoederend over kwam. Ik kon gaan zitten en dacht aan jouw wijze raad ‘doe je toch gewoon je ogen dicht?’. De tandarts keek nog even op een gigantische uitvergroting van mijn geröntgde hoofd. Ik had geen belangstelling, ging zitten, prevelde nog een bedankwoord voor als ik later daar niet meer toe in staat zou zijn op fatsoenlijke wijze. Ogen dicht, rits rats roets, slabbetje voor, flubbelafzuiger in de mond, ‘spuitje voor verdoving John’ en dat ging prima. Die spuitjes worden steeds beter. Ik heb nog meegemaakt dat ze een gat hakten daar de verdoving in pleurden en hopsakee! Ok, speklippen, zoals Angie zegt, terug in de wachtruimte. Tien minuutjes later, het grote moment, stoeltje en trekken maar. Assistente kwam helemaal op toeren en gaf mij klopjes op mijn arm, zo kon ik precies aanvoelen wanneer het volgende ‘moment suprême’ kwam. Dat waren wel twee snijtanden en die waren héél lang en dat kon ik aan het kraken horen. Dat kraakte véél te lang naar mijn gevoel, Eén deed wat pijn, maar het ging gestaag en vakkundig. Toen kwam nog even een mededeling dat er een bot randje weggehaald (lees gebeiteld!) ! moest worden in verbandy met mijn gebitsplaat. Shit dus, twee nasty krakken en een korte hevige droge tik van een hamer of weet ik wat (ik had immers mijn ogen dicht). Dat dreunt in mijn onderbewustzijn nóg na. Maar ja, dat was het. Toen de nieuwe schoen. En die paste prima meteen, ik kon het natuurlijk niet direct beoordelen, maar nu ben ik er dik
6
tevreden over. Zeer netjes gedaan en voor 3 maanden zeeeer acceptabel. Ondergebit is nog klote maar daar zie je niet zoveel van. Ik heb een beetje napijn, maar heb het gevoel dat het allemaal wel goed zit. Letterlijk en figuurlijk, in deze! grijns grijns… John
John @ Kees Hallo Makker, how’s Life? Heb je die tv kaart al? Ben je druk? Met het 0 nummer? Gisteren naar de tandarts geweest, gebit (zonder tanden) passen, bijvijlen, aanpassen, hij is een uur met me bezig geweest. Overigens zat het gebitje al prima en dat gaat in de komende vier sessies alleen nog maar beter worden. Ik heb gisteren genoten van ‘Der Untergang’ een recente film over de laatste dagen van Hitler in zijn bunkertje. Prachtfilm, die moffen kunnen buiten oorlog voeren ook nog eens zeer goede films maken. Afijn, vanmiddag leefstijltraining II onder leiding van Mohammed Boterham op de Obrechtstraat. Misschien word ik wel een terrorist! Ik houd je op de hoogte. groeten, John. Tip voor Kees: Parool 6 december (in de bijlage of zo) Citaat: Karakters: Ze doen in stilte goed werk, of juist met veel lawaai. Het zijn smaakmakers of noeste werkers, in elk geval mensen die zich niet gemakkelijk opzij laten zetten. Karakters, het negende deel: Bert Molendijk is tandarts bij het Centrum Bijzondere Tandheelkunde Jellinek. Hij behandelt zwaar verslaafden aan alcohol en drugs. ‘Ik wilde met mijn handen en met mensen werken.’
Vergaderingen cliëntenraad 2006 Elke 2e donderdag van de maand 14 september, 12 oktober 9 november en 14 december 16.30-18.00 uur in het Jellinekhuis Jacob Obrechtstraat 92
Cliëntvertegenwoordigers Jellinek (ook ex-cliënten) welkom
3
van cognitieve gedragstherapie.
De meerwaarde van een goed functionerende Cliëntenraad
Tien jaar geleden was de houding in de verslavingszorg
Niet alleen van belang voor de cliënten maar zeker ook voor het management van de instelling.
verslaving behandeld is dan komt het met de angst vanzelf
Bewerkt door Kees C. Keuch. Halfjaarlijks komen de besturen van de cliëntenraden verslavingszorg bijeen. In oktober 2005 is aan de Cliëntenraad van de Jellinek de “Kikker” prijs uitgereikt. In het vorige 0-Nummer heeft u hier uitgebreid over kunnen lezen. Tijdens die bijeenkomsten is men tot de constatering gekomen dat een overkoepelend orgaan van alle raden een betere patiënt/cliënt belangenbehartiging kan bewerkstelligen, en dan hebben we het niet over de kwaliteit van de aardappels.Hieronder volgt een bewerking van een recent geschreven artikel door Gert de Haan, o.a. projectleider minor verslavingszorg Hogeschool Windesheim te Zwolle.
wel goed, zo dacht men. Het werd niet goed onderkend als
onderzoek, diagnose en behandeling, kunnen kiezen uit alternatieven. Daar tegenover staat dat die plicht wederzijds is. De patiënt/cliënt dient ook alle informatie te geven om de behandeling te kunnen uitvoeren. * Bejegening: een lastige, natuurlijk een interactief proces, die in ieder geval gebaseerd moet zijn op wederzijds respect. Evenals tact, een natuurlijk basisgegeven. Uiteindelijk zal het moeten gaan om het opbouwen van een vertrouwensband. *Zelfstandigheid: wellicht in dit tijdsgewricht de belangrijkste. Het voorkomen van afhankelijkheid en het zoveel recht doen aan het streven naar autonomie. In ieder geval dienen cliënten te participeren in de zorg.
Algemene ontwikkelingen Op 1 januari 2006 werd de nieuwe Zorgverzekeringswet van kracht. De wet is onderdeel van een overheids-beleid dat gericht is op het meer vraaggericht en vraaggestuurd maken van de zorg. De sturing van de zorg komt op afstand van de overheid te staan. Hierdoor ontstaat ruimte voor zelfregulering: patiënten/consumenten, verzekeraars en zorgaanbieders moeten elkaar prikkelen tot het leveren van goede en doelmatige zorg die aansluit bij de wensen van burgers. Bij vraaggestuurde zorg spitst de vraag zich toe hoe patiënten oordelen over het zorgaanbod, of dit zorgaanbod daadwerkelijk vraaggerichter wordt en hoe deze verschuiving dan tot stand komt. Belangrijk daarbij zijn de relaties in de driehoek patiënten/consumenten, verzekeraars en aanbieders. Deze onderlinge relaties integreren en creëren en sterke dynamiek: De relatie patiënt – aanbieder: mechanismen, wettelijk en financieel, borging in kwaliteitssystemen De relatie verzekerde – verzekeraar: mate van keuzevrijheid, verhouding AWBZ* – ziektekostenverzekering – WMO* regelingen , de relatie verzekeraar – aanbieder: hoe concurrerend is de markt, transparantie, regie over ketens. Voor een goede werking van de zorgaanbieders als vraaggestuurde organisaties is “vergelijkend warenonderzoek” nodig van de prestaties van zorgaanbieders en zorgverzekeraars. Dit heeft geresulteerd in de “Algemene kwaliteitscriteria, de kwaliteit van de gezondheidszorg in “patiëntenperspectief” * Allereerst: vakbekwaamheid, een open deur, maar toch. Daar valt ook verwijsgedrag onder, weten wat de grens van je domein is en kunnen verwijzen. * Informatie: bereidheid tot het geven van antwoorden tijdens
4
stoornis. In dat klimaat was het voor de cliënt makkelijker er niet over te spreken, doen alsof het er niet is. Er hangt
Foto: Kees C. Keuch
Door Gert de Haan.
dat angst een bijverschijnsel was van de verslaving. Als de
veel schaamte en ontkenning rond angst. Van beide kanten gebeurde dat. De cliënt heeft allerlei redenen om het niet te zeggen en de behandelaar ook. Daar heeft men nu wel betere inzichten over, gelukkig. Ook was er de gedachten dat als er fysiek niets aan de hand was en er medisch niets was vast te stellen dan zal het wel tussen de oren zitten. Nu is er veel
Angst en Verslaving door Christian Krappel Angst is een onderwerp dat natuurlijk heel breed is. We kennen
allemaal wel angstige situaties of momenten stoornis of ontwikkelt zij zich tot een pathologische stoornis. Wij hebben er natuurlijk in de verslavingszorg veel mee te maken. Wat mij betreft is er geen psychopathologisch verschil tussen angst met en angst zonder verslaving. Het is in beide gevallen belangrijk hoe om te gaan met verslaving. Wel is er verschil tussen een fobische angst en een paniek aanval. Bij de klassieke fobie staat het vermijden centraal. Cliënten zorgen ervoor dat zij niet in een
Cliënten beleven de zorg en maatschappelijk hersteltrajecten als een labyrint:
bepaalde situatie terechtkomen. Gebeurt dat toch dan staan zij onder druk en zoeken een uitweg.. Een paniek aanval die komt daarentegen plotseling op. In beide gevallen is het van belang te weten wat de angst aanwakkert. In het geval van de sociale
beroep doen op allerlei voorzieningen. Terwijl de patiënten als klant en gebruiker van zorg het aanbod zou moeten aansturen, wijst de huidige praktijk nog steeds uit dat het aanbod bepalend is voor de zorgverlening. De fysieke in- en toegang vinden patiënten meestal wel.. Maar daartussen heeft zich een complexe procesgang voltrokken. De complexe procesgang wordt tevens niet zelden gekenmerkt door veel tussentijds oponthoud, veroorzaakt door capaciteitsproblemen, grotere toeloop en veelal ondoelmatige organisatie van de het labyrint. Tot dit labyrint reken ik ook welzijn, woningbouw en arbeidsmarkttoeleiding. Verslavingszorgcliënten analyseren tekortkomingen en achterblijvende kwaliteit van zorg vooral in de nazorg en bejegening. Deze aspecten behoeven sterke upgrading in de sector.
fobie dient de omgeving als trigger. De persoon staat onder druk wanneer hij onder de mensen is. Wordt de angst niet behandeld dan leidt het van kwaad tot erger, veelal ook tot verslaving.
Verslaafden zijn gevoelig voor pijn. Als ze daarbij ook nog angstig zijn maakt ze dat nog gevoeliger. Het is vaak niet verslaving of de angst. Wat mij betreft moet iemand die verslaafd is en angstig integraal worden behandeld. Dus niet eerst de verslaving en dan de angst of andersom maar beide tegelijkertijd. Wanneer mensen zijn ontgiftigd zijn krijgen ze meer lichaamsbewustzijn. Ze worden gevoeliger voor alles wat er in het lichaam gebeurt hetgeen de angstgevoelen extra aanwakkert. Zij merken bijvoorbeeld opeens dat het hart zo nu en dan een extra hartslag maakt, waardoor ze angstig worden. Bijvoorbeeld een patiënt van mij gaat naar het bos met z’n vrouw. Krijgt plotseling een raar gevoel en hartkloppingen. Er wordt een ambulance gebeld en hij wordt naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis gebracht. Daar blijkt uit een medische check dat er fysiek niets aan de hand is. De man blijft bang echter bang voor een hartaanval, is ervan overtuigd dat het ieder moment kan gebeuren. Mijn behandeling bestond eruit om met hem steeds dieper het bos in te gaan en te werken aan zijn gedachten en de daaruit voort komende angstgevoelens. Bij hem was de gedachte dat als hij dieper het bos inging en de ambulance niet binnen vijf minuten beschikbaar kon zijn de angst trigger.
De psychiatrie heeft in het verleden onvoldoende onderkend dat medicijnen en alcoholgebruik werd gebruikt voor symptoombestrijding, om de angstgevoelens te bestrijden. Bijvoorbeeld zoals het ging met een van mijn patiënten. Hij was architect en stond zowel sociaal als in zijn werk onder spanning. Om de druk te verminderen en te ontspannen nam hij een ’s avonds een borrel. Dat werkte en hij besloot op een gegeven moment een klein flesje alcohol mee te nemen naar zijn werk voor de moeilijke momenten. En het werkte om hem door de nerveuze en spannende situaties heen te helpen. Hij deed verder niet zo veel met zijn angst. Je kunt wel raden waar dat toe heeft geleid. Jazeker, hij raakte verslaafd. Bij hem heb
AWBZ: Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten WMO: Wet Maatschappelijke Ondersteuning
impact het kan hebben op het zenuwstelsel.
makkelijk om vast te stellen wat eerder was de
in ons leven. Wanneer wordt angst een
* Organisatie: Wie medische hulp nodig heeft krijgt te maken met een organisatie. Vergelijk het maar met het maken van een vliegreis: Om van vertrek- tot eindpunt te komen is heel wat nodig, van tickets tot landingsrechten en je komt allen volgens plan op de plaats van bestemming als de organisatie tot in de puntjes klopt. Met de hulpverlening is het niet anders, al kent wie ziek is vaak zijn eindbestemming niet. Gezondheidszorg begint in de kern van de zaak bij de vraag van patiënten die met hun klachten en beperkingen een
meer bekend wat angst met het lichaam kan doen en wat voor
Angst moet men behandelen met medicijnen en cognitieve gedragstherapie. Een angstige gedachte leidt tot een angstige sensatie in het lichaam en dat triggert weer meer angstgedachten etc etc; in de psychiatrie noemen we het een duivelscirkel. Wat ik aan iedereen wil meegeven en met name natuurlijk aan onze cliënten is laat je angst zien. Laat je angstige gedachten die je hebt zien, deel het met je begeleider of behandelaar. Doe er iets mee. Laat je niet weerhouden door schaamte of verlegenheid én denk vooral niet dat het gek of belachelijk is. Kom er mee naar buiten. Er zijn goede behandelingen voor en accepteer dat het erbij hoort!
ik zowel de verslaving als ook de angst behandelt met behulp
6
6
4
Bijna vergeten I
k heb ook wel eens ‘trek’, maar geef er niet direct aan toe. Tot op heden heb ik dit aardig onder controle, gelukkig. Inmiddels heb ik wat ervaring in ‘droog’ staan, en het weer struikelen. Terugval wordt dat genoemd; een ‘groot’ woord dat te pas en onpas wordt gebruikt. Er is een periode dat ik het bijna 9 jaar heb volgehouden. Zólang in ieder geval dat ik het bijna vergeten was. Had geen enkel voorstellingsvermogen meer hoe bier en andere alcoholische versnaperingen smaakte en al helemaal niet meer ‘hoe’ het aanvoelde. In die tijd volgde ik in de avonduren noem het maar een bijscholingscursus. Na afloop van de les ging de groep zoals dat tegenwoordig vaste prik is, nog even naborrelen. Net zo als het ritueel na de sporttraining en de vrijdagmiddag borrel op het werk. Bij het behalen van het diploma dacht ik na
en begrepen ook dat het voor mij beter is er met m’n tengels van af te blijven. Dus in hun bijzijn géén alcohol. Spa naturel en een cappuccino vooraf. Maar eigenlijk wilde ik iets anders. Op weg naar huis nam ik de route waarbij ik zeker wist langs een café te komen. In ieder geval een café waar ze me niet kenden. Het bleef niet bij twee water met
middag. Dat ging zo op de vrijdag nog wel goed. Dit ritme heb ik ongeveer een maand zo volgehouden. Langzaam kwam de zaterdag erbij en werd het weekend opgelengd. Zorgde er wel voor, en dat nam ik ook serieus, te zorgen dat het niet opgemerkt zou worden. Ook dat ging nog wel enkele weken goed, maar systematisch werd de hoeveelheid alras meer. Naast de borrels had ik het water ingeruild voor
Totdat de barman zegt: “zal ik de rest maar even opschrijven?”.
“Het zou mij niet gebeuren dat ik weer in de situatie terecht zou komen als jaren geleden”.
weer bereikt. Was toch weer goed voor gemiddeld 15 flinke bieren en ruim een ½ liter 40+. Ik was weer trots op mezelf. En dan komt het gegeven dat je correcties in je drinkgedrag wil toepassen. Met een afgepast bedrag op zak neem je voor niet meer dan vijf bieren te drinken; tot dat de barman zegt: “zal ik de rest maar even opschrijven?”. Gedurende de tijd dat je onder invloed bent, wat vanzelfsprekend als zeer prettig wordt ervaren (nog wel), denk je er niet meer aan dat het wellicht weer beter zou zijn geheel te stoppen. Het is te lekker, je wilt niet stoppen. Hoe lang houd je dat vol? Toch nog wel een jaartje, als ik me goed weet te herinneren. Op m’n werk werd het duidelijk dat er een probleem was ontstaan. In die jaren dat ik niet dronk was er een nieuw hoofd van dienst aangetreden en die had ik niet verteld over m’n verleden; dat had ik voorbedacht achter de hand gehouden. Hij heeft het ook nooit meer echt gehoord. Onterecht na 13 jaar dienst ontslagen. Ik kreeg het pas in de gaten horizontaal achter in de ziekenwagen besteld door de huisarts, die mij van huis had opgehaald en naar de CODA* bracht. Ik zei nog tegen de ziekenbroeder, het café is de andere kant op.
W
Foto: Kees C. Keuch
afloop van de uitreiking, ik ga gezellig met m’n studiegenoten een verfrissing nuttigen, maar deze keer niet alleen Spa naturel. Bij het water werd een jenever gemixt en dit mengsel werd zonder blikken en blozen weggekelkt, gevolgd door nog zo een combinatie. Ik realiseerde natuurlijk wel dat ik me op glad ijs bevond en ben na twee stuks gestopt. Rustig in hogere sfeer door het Vondelpark lopend richting huis; dagdromend met wilde fantasieën. De bedwelming van alcohol geeft mij een high gevoel, als u begrijpt. Thuis nog wat gegeten en daarna naar bed. De volgende dag was gewoon weer een werkdag en werd ik dus om een uur of negen verwacht. Geen enkel probleem. Niets te merken dat ik gisteren alcoholische versnaperingen had genuttigd. Niets onthoudingsverschijnselen of iets dat daar op lijkt. Ik ben niet gelijk op dit succes door gegaan alsof het nu weer de gewoonste zaak zou zijn. Tenslotte ben ik een alcoholproblematicus die zijn les reeds geleerd heeft, dacht ik nog. Tot het eind van de week dan. Na het werk, de bekende vrijdagmiddagborrel met de collega’s. Deze collega’s wisten niet beter dan dat ik niet dronk. Zij waren bekend met dat ik een opname achter de rug had,
“Binnen enkele dagen zit je weer op je oude taks”.
toegevoegde waarde. Het werden er 4, tenminste 4 borrels dus, aangelengd. Ik hield me in; het zou mij niet gebeuren dat ik weer in de situatie terecht zou komen als jaren geleden. Vervolgens een week volledig droog gebleven. De illusie kwam bij me op dat ik het eigenlijk wel weer aankon. Wellicht was ik er gewoon overheen gegroeid, net zoals met die bronchitis uit m’n jeugd. De week daarop, vrijdag na gedane arbeid, hoogste tijd dacht ik in de loop van de
6
heerlijk helder geel. En ook dat heb ik nog wel een tijd uitgehouden, hoewel later toch wel met trucs en kunstgrepen. M’n collega zei nog in het begin: “als je het zo beperkt weet te houden dan is er toch niets aan de hand, als je maar maat houdt”. Jaja, uiterlijk leek het alsof ik niet zoveel nuttigde, maar dat was bedrog. Door m’n jaren lange training en daardoor opgebouwde tolerantie leek het inderdaad zo voor de buitenwereld. M’n standaard maat had ik toch 5
6
at is nu de moraal wat ik met dit verhaal kwijt wil? Dat ik altijd met m’n grote bek tegen anderen zeg: ‘doe het niet, begin er niet (weer) aan’! Mocht je toch terugvallen, door wat voor reden dan ook, of misschien wel door helemaal geen reden, dan hoeft dit niet altijd te betekenen dat je door gaat tot in de goot. Dat wordt nog wel eens ernstig overdreven. Als je na lange tijd abstinent te zijn geweest pardoes weer een borrel neemt merk je al snel dat je helemaal niet zoveel op kunt de eerste keer. Na een paar glaasjes loop je al te tollen van lantaarnpaal tot lantaarnpaal, hoewel je toch altijd weer thuis komt. Maar binnen no-time is het inname niveau weer aangeleerd en is het lichaam weer ingesteld op grotere hoeveelheden. Binnen enkele dagen zit je weer op je oude taks en is het alcohol verwerkingssysteem in je lichaam weer vollg geactiveerd.
En dan heb je pas echt dorst!
Tommie van Zwerusga. Amsterdam, 21-10-2003. * CODA: Crisis Opvang Detoxificatie Afdeling
Interview met Jim Brasser, tandarts bij het Circuit Bijzondere Tandheelkunde (CBT) Door John Eshuis. Ik heb zelf mijn hele leven tandartsangst gehad, voordat ik in behandeling kwam bij het CBT heb ik tientallen jaren met een zeer slecht gebit rondgelopen. Ik was letterlijk doodsbang. Dat verdween sinds ik bij het CBT onder behandeling ben gekomen als sneeuw voor de zon. En niet in het minst door de zeer vriendelijke behandeling. De angst kwam ook een beetje door ervaringen uit mijn jeugd, mee moeten naar Tandarts Kraak (echt waar) met mijn kleine broertje. Vervolgens naast de behandelstoel naar het trekken bij broerlief moeten kijken. Bloed, gillen, tranen. Mijn angst was geworteld!
Wat moet een verslavingskliniek met een tandarts? Zoals je dus uit eigen ervaring wel weet, de meeste verslaafden verwaarlozen hun gebit een aantal jaren en in de stap terug naar de maatschappij hoort ook bij dat ze weer een beetje lachend over straat kunnen lopen. Natuurlijk ook het feit dat het weer zelfvertrouwen kweekt, je kunt je weer vertonen, je kan weer in de spiegel kijken zonder dat je weer aan het verleden herinnerd wordt. Een ander aspect is de mondgezondheid. Als de mensen hier in de kliniek zitten en ze hebben de godganse dag kiespijn, dan kun je tegen ze aanlullen wat je wilt, maar dan blijft er natuurlijk niet veel hangen. Dat is voor de therapie die ze ondergaan ook niet echt geschikt. Vandaar dus eigenlijk twee sporen: het gezondheidsaspect, mensen lopen met ontstekingen rond en het esthetische aspect.
stapje verder in het plan, want we zien hier en daar een paar flinke ontstekingen in je mond.’ Voor ons is de mondgezondheid de eerste prioriteit. Is de patiënt een paar keer gekomen en zijn de ontstekingen weg, dán maken we die voortand. Zo bereik je ook dat je de patiënten zover krijgt om ze weer helemaal in het circuit te krijgen. Als je meteen die voortand maakt dan zien we ze in de regel pas terug als ze weer echt kiespijn hebben. Voor wat, hoort wat!
We praten nu hier in een prachtig nieuw pand, modern, ruim vergeleken met het oude pand aan de Sarphatistraat. Heeft dit invloed op het gedrag van de patiënt? Op het gedrag van de patiënt niet zoveel. In het oude pand ook weinig problemen met de patiënten gehad, wel krijgen we regelmatig te horen hoe
Voor de patiënt is dat vaak het esthetische aspect. De meeste patiënten komen binnen en vragen ‘kan je die voortand even maken’ en dan moeten wij toch reageren met ‘ja, dat doen we wel, maar wel een 6 60
Nee, dat is niet nodig. Als je mensen die wat gebruikt hebben weg stuurt, dan heb je kans dat ze de volgende keer (en dat zeker bij angst) weer wat gebruiken, om vervolgens weer weg gestuurd te kunnen worden. Dat werkt dus niet. Er wordt wel met medicatie rekening gehouden. Je hebt bijv. mensen die Naltrexon krijgen, ontgiftingskuren bij heroïneverslaafden, deze middelen hebben wel invloed op de verdoving. Dan moet er vaak meer verdoving toegediend worden. Bij Naltrexon moet er rekening mee gehouden worden, zeker als iemand daar net mee gestart is. Gelukkig lukt het bij het soort verdoving wat wij toepassen eigenlijk altijd, het is een groter probleem als iemand onder totale narcose zou moeten. Vandaar dat we moeten weten wat patiënten slikken. Een enkele keer adviseren wij patiënten tot het gebruik van bijv. een valiumpilletje omdat ze anders de voorafgaande nacht niet kunnen slapen. Dit doen we echter niet vaak. Wat wij hier natuurlijk ook behandelen zijn patiënten met ziektes zoals HIV, TBC en Hepatitis. De kuren die deze mensen tegenwoordig ondergaan zijn niet mis, dat zijn echt chemokuren. Dat heeft z’n effect in de mond, de Foto: Kees C. Keuch
Wat vindt de patiënt belangrijker, het gezondheidsaspect of het esthetische aspect?
Moet een patiënt op het moment van behandeling, dus in de stoel, clean (vrij van drugs, alcohol) zijn?
sterilisatie van het gereedschap
6 6
6
slijmvliezen zijn de eerste die daar op reageren, een droge mond geeft sneller gaatjes, het tandvlees bloedt sneller, daar moeten we wel rekening mee houden. Mensen met astma, die van die ‘pufjes’ gebruiken, krijgen soms schimmels in de mond. De lijst die aan het begin van een behandeling ingevuld moet worden is er echt niet voor niets.
Foto: Kees C. Keuch
Tandartsangst
prettig het is met de mooie ruime wachtkamer en de nieuwe behandelkamers. We hebben geen afdeling met rolluiken, glas voor de balie, dat hadden we in de Sarphatistraat niet en gelukkig hier ook niet. Wij ontvangen de patiënten open en met respect en men weet natuurlijk dat als men hier ‘bonje’ maakt en ze mogen niet meer terugkomen, waar moeten ze dan heen? Dat werkt toch. Met verslaving heb je natuurlijk dat de patiënt heeft gebruikt of hij/zij is net aan het afkicken, dan is men vaak een beetje extra opgefokt, verbaal geweld aan de balie, dat komt wel eens voor. Maar als er dan een tandarts bij komt staan, dan hebben we zelden problemen. We hebben het wel ingericht dat we er meer zicht op hebben, dat is beter dan in het vorige pand.
Moet de patiënt in behandeling zijn bij de Jellinek? Nee, we hebben echt een landelijke functie, ze komen uit het hele land. Er komen mensen met busjes, bijv. vandaag komen er patiënten uit een kliniek in Zwolle. Die komen met zijn zessen, soms meer, dat hangt er ook van af hoeveel tandartsen er op dat moment beschikbaar zijn. Dan staat er anderhalf uur een team voor hen klaar. Dat komt omdat we nog steeds de enige zijn. Er zijn wel wat kleine initiatieven, bijv. in Rotterdam of in het ziekenhuis van Groningen. Dat betekent dat er één keer in de week een tandarts voor hen klaar staat. Dat is niet veel. Als mensen die uit de kliniek komen en in het kader van resocialisatie een baan zoeken, dan moet je ze toch wat méér kunnen bieden. Dat is er gewoon te weinig. Een kliniek op ongeveer twintig kilometer van Groningen stuurt zijn patiënten iedere week met een busje naar ons toe. De wachtlijst is ook enorm, zeker door de aandacht van de media, nu we in het nieuwe pand zitten. Sinds we in de krant gestaan hebben stromen de aanvragen binnen. Steeds meer groepen ook, Zutphen, Rotterdam, Vlissingen, Zwolle.
Klopt het dat vooral drugsgebruikers een slechter gebit hebben dan bijvoorbeeld alcoholisten? Wanneer ze naar ons verwezen zijn zien we niet zoveel verschil. Wel zie je dat de alcoholisten al
6
Foto: Kees C. Keuch
gebied dat heel indringend is, namelijk het hoofd, je mond, dat is intiem, heel dreigend. Heel veel mensen zijn bang voor de spuit, de naald en het prikken. Als een patiënt bij mij komt en aangeeft dat hij doodbenauwd is voor ‘die naald’, dan ga ik er eerst eens over doorvragen. Angst, daar heb je ook gradaties in. Je hebt mensen die doodsbenauwd zijn, doen hun ogen dicht en als de verdoving achter de rug is worden ze weer ontspannen. Je hebt ook nog steeds mensen die als het moment daar is dat ze verdoofd worden, opspringen en dan lopen ze weg bij wijze van spreke. Daar moet je wel op kunnen inspelen. Wij hebben hier wel een planningsprobleem, ongeveer 40% komt niet op de afspraak, een gedeelte daarvan is het gewoon vergeten, maar bij een groot gedeelte daarvan is het angst, het op het laatste moment gewoon niet durven. En natuurlijk het gebruikgerelateerde verzuim, er kunnen dan ‘belangrijkere dingen’ zijn die de patiënt belet te komen. Dat is een groot probleem bij ons. Maar met pure angst kunnen we de patiënten goed helpen. Als je weet waar de patiënt nu specifiek angstig voor is, dan kan je daar wat mee doen. Ze zijn bang dat die naald afbreekt of dat ze het idee hebben dat het een enorme naald is, die vreselijk diep gaat. Dan kan je laten zien, dat het maar een minuscuul, dun naaldje is. Je kunt er bij wijze van spreken een knoop in leggen en het breekt niet. Het is vervolgens zo dat ze de volgende keer heus niet juichend in de stoel gaan zitten, maar stapje voor stapje gaat het dan beter.
langer verslaafd zijn voordat ze bij ons komen omdat zij vaak hun leven voor een langere tijd op orde kunnen houden. Zij gaan dan ook langer beter om met mondhygiëne. Een extra gevaar zijn de zoete dranken zoals port, likeuren of mixdrankjes, die zijn funest voor het gebit. Bij drugsgebruikers is het ook de voeding, zij gebruiken vaak veel grotere hoeveelheden suiker. Als je de mondhygiëne en de voeding op orde houdt kan je het een hele tijd uithouden. Als je gevoelig bent voor afbraak voor steunweefsels van de tanden (parodontitis) dan gaat dat sneller. Een extra risico bij alcohol is dat het slecht is voor de slijmvliezen, langdurig gebruik geeft grotere kans op kanker in de mondholte.
Heeft de CBT tandarts naast de studie tandheelkunde andere studies gedaan?
(ingezonden brief 16 jan. 2006) Geachte redactie,
Alcohol en methadon. In 0-nummer 5 snijdt Niels Höfelt een interessante vraag aan: helpt methadon tegen alcoholverslaving? Bij hem, zeker in eigen beleving blijkbaar wel. Dat heet in wetenschappelijk jargon een N=1 mededeling (N = het aantal proefpersonen in een onderzoek). Er zijn meer incidentele meldingen geweest van wegvallen of onderdrukken van de craving naar alcohol door methadon of andere opiaten. Höfelt schrijft ook dat hij heroïne gebruikt heeft als vervanging voor alcohol. Een vroegere recidiverende cliënt werd door een specialist i.v.m. een heel andere ziekte op methadon gezet (toen als ‘symoron’ ook vaak als pijnstiller voorgeschreven), en meldde geen behoefte aan alcohol meer te hebben en bleef inderdaad abstinent. Er is een kruismechanisme in de bezetting van receptoren door alcohol (of condensatieproducten van acetaldehyde) en opiaten. Een alcoholcoma kan door een opiaat-antagonist (tegenwerker) minder diep gemaakt worden. Maar velen die op nog hogere dosis methadon dan de auteur Höfelt staan gebruiken soms zowel opiaten als fors alcohol bij. Dit soms tegen wetenschappelijk beter denken te weten in; alle receptoren zouden wel bezet moeten zijn. Alcohol heeft verschillende
John Eshuis 22 mei 2006.
We sturen de tandartsen hier naar meerdere cursussen, er zit een budget op voor iedere tandarts. Deze heeft ieder jaar een bedrag te besteden voor cursussen. Dat zijn bijv. angst, omgaan met agressie en gesprekstechnieken. Angst komt bij verslaafden meer voor dan bij niet verslaafden. Angst e.a. psychische aandoeningen kan vaak een reden zijn dat men is gaan gebruiken. En natuurlijk een gedeelte voor technische zaken. We doen veel kleine kaakchirurgie, moeilijke extracties. Iedere arts of tandarts is nooit uitgestudeerd.
A - Ω REACTIES BRIEVEN MEDEDELINGEN VRAGEN JELLY QUACK
roesmechanismen; deze lopen niet allemaal via de
toch die andere bevrediging. Naltrexon is een opiaat-antagonist (tegenwerker) en wordt ingezet om de receptoren (ontvangers) te blokkeren en zodoende opiaatgebruik als het ware zinloos te maken. Je krijgt de kick en de roes niet meer. Ook dit middel heeft enige bewezen waarde bij alcoholverslaving. Een onderzoek naar de waarde van methadon bij alcoholisme zou moeilijk te realiseren zijn; niemand zal graag mensen die wat opiaten betreft blanco zijn voor het eerst van hun leven daar op instellen. Het is bij mijn weten ook niet verricht. Bij Niels Höfelt heeft het leven onze behandelschema’s weer eens niet gevolgd en is hij toch mogelijk door methadon in evenwicht gekomen. Met vriendelijke groeten, G.M. Dikkenberg (voorheen arts Jellinekkliniek).
opiaatreceptoren. Het verslaafde brein zoekt misschien
Als patiënten binnenkomen dan krijgen zij een lijst met vragen zoals ‘ben je erg angstig’? Eventueel vragen we daar vervolgens nog wat op door. Angst alleen voor de pijn is er bijna nooit bij, het is vaak het ‘overgeleverd’ zijn en dan met name in het
7
Foto: Kees C. Keuch
Hoe ‘speelt de tandarts in’ op de angsten van de patiënten?
6
6
7
‘Wees eerlijk en blijf geen slaaf’
oefening te laten doen. Bij PMT zou het beter zijn als er een sportruimte voor lichaamsbeweging is. Activeren d.m.v. sport met ballen en badminton enzo. Nú een bal tegen de muur en de technische dienst moet worden gebeld.
door Loes Burnet Mijn deelname aan de Deeltijdintensief (DTI) Jellinek kliniek, Vlaardingenlaan.
W
aarom ik een artikel hierover schrijf is omdat ik anderen wil motiveren ook hun verslavingsprobleem aan te pakken. De deeltijdintensief is een ‘praatgroep’ voor alcohol, drugs, medicijn en/ of gokverslaving. De groep wordt intensief begeleid door beroepskrachten uit verschillende disciplines. Kernpunten in het programma zijn: creatief, ontspanning, psychomotorische training (PMT), leefstijl en sociale vaardigheids training, dag- en vrije tijdsbesteding en een ‘themagroep’. Op maandagochtend de topper: weekendnabespreking. Alleen een opname bij het Circuit intensieve zorg (CIZ) was voor mij niet voldoende; ik had nog niet al mijn doelen bereikt en dan ben je er nog niet. Ik denk dat hierdoor velen terugvallen en steeds weer bij de Jellinek terug keren. Dat is mij gelukkig niet overkomen, omdat ik ervoor ben gegaan. Bij de DTI wordt gewerkt aan inzicht krijgen in je verslaving, omgaan met je verslaving, je gevoelens en emoties herkennen en erkennen. Het gaat soms emotioneel heftig er aan toe. Maar dit is wel genezend voor je ziel en geest. In de groep is het soms samen lachen en huilen. Wat ik heb geleerd: wees eerlijk in de groep en vooral naar je zelf toe. Een tijdje dacht ik stiekem wat te drinken en daarover niets te zeggen. Ik voelde me er niet lekker bij. Eerst vertelde ik dat aan een medecliënt. Daarna heb ik het in de groep gezegd. In de themagroep heb ik geleerd wees eerlijk en blijf geen slaaf. Tijdens de groep vrijetijdsbesteding werd ik gemotiveerd om mijn vrije tijd bewust nuttig te besteden. Als vrijwilligster ben ik gaan werken in het Ronald MacDonald huis, dat bij een ziekenhuis hoort. In de leefstijlgroep leer je om te gaan met je ‘gebruik’ (gebruik registratie), leren om bewust te worden van de reden van je gebruik. Terug kijken waarom je trek hebt. Zo krijg je inzicht in je verslaving. Bij clean zijn spelen allerlei mechanismen een rol waarbij het draait om bewust gericht je activiteiten in te vullen, zelfs bij tv kijken. In het begin werd ik soms boos omdat ik geconfronteerd werd met medecliënten in de groep die in het weekend gebruikt hadden. Dit bespraken zij tijdens de weekend nabespreking. Je krijgt toch geen straf en het heeft
8
waarschijnlijk te maken met mijn cultuur dat ik dacht: ‘je bent fout bezig dus je moet gestraft worden’. Het enige wat gezegd werd is goed zo, fijn dat je terug bent. Aan Catelijne heb ik de vraag gesteld wat vindt je er van hoeveel keren cliënten terug mogen vallen? Ik heb deze vraag gesteld om dat ik hier veel moeite mee heb en vind dat het te makkelijk wordt gemaakt. Begrijp wel dat er terugvallers zijn maar of dit normaal is voor de instelling? Op deze vraag zei Catelijne: ‘terugval hoort bij het proces van gedragsverandering’. Er zitten wel grenzen aan want als het te vaak gebeurt, heeft de DTI geen zin. De wachtlijst is hartstikke lang en nieuwe cliënten krijgen hier door minder kans om snel opgenomen te worden als (ex)cliënten het niet serieus aanpakken omdat ze weten ‘ik word toch weer opgenomen’. Bij SOVA (sociale vaardigheidsgroep) heb ik geleerd om te gaan met m’n gedrag. Je hebt tijdens het gebruik bijna alles onderdrukt. Nu je clean bent, hoe ga je met
Het is demotiverend voor een ander wanneer ze vertellen dat hun geld is opgegaan aan gebruik.
Ook worden er maaltijden verstrekt en dat vind ik heel prettig. Maar er kleeft ook een nadeel aan. Het is een patroon geworden voor bepaalde cliënten. Het valt op dat als sommigen hun geld krijgen eind van de maand zij een paar dagen niet komen tot dat het geld op is en dan weer wel komen. Het wordt wat te makkelijk en dan vind ik dat de groep niet serieus wordt genomen. Het is demotiverend voor een ander wanneer ze vertellen dat hun geld is opgegaan aan gebruik. Er moet een keuze worden gemaakt om de motivatie van de cliënten zo goed mogelijk te begeleiden. Dat de stafleden ook hun werk naar tevredenheid kunnen doen. Er zijn momenten dat cliënten zeer gegeëmotioneerd kunnen zijn en niet altijd hun verhaal in de groep willen vertellen. Dan is er op dat moment geen aparte spreekruimte voor een gesprek onder vier ogen. Ik ben heel blij dat de Jellinek intensief bestaat omdat ik hier leer hoe met mijn verslaving om te kunnen gaan. Door mijn deelname aan de programma’s ben ik geestelijk sterker geworden. Groetjes van Loes Burnet (22-2-2006).
anderen om en hoe reageer je? Terugval hoort bij het proces van gedragsverandering. Het heeft ontzettend lang geduurd voordat ik eindelijk het gevoel kreeg dat ik mijn alcoholmisbruik met succes kan bestrijden. Vooral met het sociaal drinken heb ik nog steeds moeite. Om dit probleem aan te pakken, heb ik de afspraak met mijzelf gemaakt dat ik alleen op bepaalde feest- en verjaardagen van familie een glaasje mee drink. (of dit slim is zal de toekomst leren, noot redactie) Maar ik blijf alert en vergeet mijn verslaving nooit. Want het zit in je en ik moet er mee leren leven en omgaan. Bij (PMT) psychomotorische training leer je om gaan en op je hoede te zijn van je lichaamstaal. Let op de seinen of prikkels; luister naar je lichaam en hoe de confrontatie aan te kunnen gaan (grenzen bepalen). Je gevoel beheersen om NEEN te zeggen. Bij Waldy gaat het er heftig aan toe maar hij weet precies hoe de vork in de steel zit. In het lokaal waar de PMT wordt gegeven mis ik de ‘ruimte’. Soms zijn we met velen en is de tijd te kort om ieder een
6
‘Van je af schrijven’ Dat heb ik al zo vaak gehoord als remedie tegen de warrigheid in m’n kop. Het valt niet mee een pen te pakken en te beginnen. Ordening in het hoofd vinden omdat érgens op een gegeven moment een gedachte waard is om vast te houden. Dan moet er genoteerd worden om het ook te kunnen zien. Je wilt het vasthouden, want je bent op dat punt waarop je jezelf in evenwicht voelt (in balans in je hoofd), alleen nu de woorden te vinden. Daar beginnen de moeilijkheden, want gedachtes gaan zoveel sneller dan woorden. Dus daarmee wordt het alweer teveel, dus het papier blijft onbeschreven, de gedachtes verloren in de bovenkamer. Toch gebruikt een mens vaak notities van weinig waarde, die toch belangrijk kunnen zijn. Er is altijd wel een goede reden te bedenken om een briefje bij je te hebben in de jacht op bijvoorbeeld de dagelijkse boodschappen. Vooral om het noodzakelijke niet te vergeten, en de gedachte er bij te houden. Het geheugen (van de meeste stervelingen) is niet perfect. Je stopt er dingen in en ze verdwijnen alsof er barsten in de muren van de bovenkamer zitten. Door een enkel woord te noteren kunnen ook weer hele verhalen terugkomen in het geheugen. Er zijn in het verleden nogal wat beroemde notities gemaakt. Van die notities hebben de wetenschappers, schrijvers, kunstenaars weer hele waarheden, verhalen of kunstwerken kunnen maken. Zo functioneert dat, maar helpt mij dat ook? Wat heb ik er bijvoorbeeld aan als een beroemde schrijver zoals Lodewijk van Deyssel (1864-1952) een halve pagina gebruikt om zijn ritueel van het tandenpoetsen te noteren, en zonder gein. Waarschijnlijk vond hij dat hij daarmee de mensheid zou dienen. Maar waarschijnlijk leefde deze man in de verkeerde tijd. De tijd dat het nog niet vanzelfsprekend was dat iedereen kon lezen en schrijven. Als hij dan ook nog aan het einde van dit ritueel gaat beschrijven hoe hij zijn rauwe keel ter verzachting naspoelt met een half glas melk, dan komt er een andere waarheid duidelijk naar boven. Volgens tijdgenoten stonk deze Lodewijk namelijk uit zijn bek. De reden daarvan is door deze notitie duidelijk. Toch is het goed om notities en aantekeningen te maken; niet voor het algemene nut zoals zo een ‘bovenklasser’ als Van Deyssel dacht te moeten maken, maar beter voor jezelf. Het fijne gevoel is misschien niet het opschrijven, maar het resultaat op het papier én in de bovenkamer. Het voelt als een grote schoonmaak, alsof er al wat is gebeurd. Net als bij het sporten in de gym, niet het trekken aan de ijzers is de kick, maar het loslaten ervan. Zo heb ik weer even van me af kunnen schrijven.
Henk Ramaakers 9-2-2006.
6
8
Valkuilen Het moest een keer gebeuren. Afrossen doe ik m’n fiets. Zonder versnelling scheur ik bijna iedereen er uit. Van huis vertrokken heb ik nog gecontroleerd of de voorlamp zowel het achterlicht functioneert. Zoals waar het fietslicht voor bedoeld is namelijk in het donker kenbaar maken dat je op het spoor zit, kortom mee doet aan het verkeer. Ik ben op weg naar een restaurant voor het jaarlijkse etentje met de vaste crew van het 0-nummer. Pijlsnel flits ik op m’n fiets door het stadsbeeld; hardop kankerend op alles wat me voor de wielen komt. Hardop in mezelf wel te verstaan, niemand heeft er last van. Hoewel, soms krijs ik het wel gewoon voor me uit. Met mijn volume moeten mensen daarvan wel opschrikken en auto’s zich inhouden. Het spoor constant in focus, kijk ik verbaasd naar de koplamp waar plotseling geen licht meer uit komt. Daar is pappie op voorbereid. Maar ik heb een afspraak en ben zoals gewoonlijk weer aan de late kant. Op snelheid kordaat door fietsend zit ik voor het dilemma om nu het lampje te verwisselen wat me dan natuurlijk tijd kost. Op het rechte stuk Ceintuurbaan ter hoogte van het Sarphatipark, verkeer ik ernstig in een fase van besluiteloosheid. Wil ik nog wel op tijd in het restaurant zijn met het risico dat ik zonder licht niet word gezien en daardoor nu dus feitelijk een ongeleid projectiel ben, óf verhelp ik het probleem. Een ander niet mis te verstaan risico is de politie te kruizen. Kosten per consult ongeveer veertig eurootjes welke ik niet kan declareren. “Je gaat me toch niet vertellen dat jij altijd een reserve lampje in je zak hebt”? Ja, wél zeker, net zoals een zakdoek, haarkam en papier en potlood. In het restaurant vertel ik de maten dat ik niet zo gesteld ben op onverwachte situaties, onrustig word en ben dan even het spoor bijster. Moeilijk om de juiste keuze te maken. Zou dit een valkuil kunnen zijn?
Zo, weer een ouwehoer verhaal los uit de pols. Zo gemakkelijk vul je dus een pagina. Ongetwijfeld zijn er mensen in het ‘circuit’ die dit veel beter kunnen en misschien ook wel graag voor het 0-nummer kopij willen aanleveren en meewerken. Ik weet dat ze er zijn maar ik zie en hoor ze niet. Verlegen met je werk naar buiten te treden, ik weet het niet. Als het nodig is taaltechnisch iemand te begeleiden en te helpen, dan is dit te regelen! (KCK. 2-2-2006.)
De redactie van het 0-Nummer is dringend op zoek naar medewerkenden. Reacties naar het secretariaat van het 0-Nummer, p/a Cliëntenraad, postbus 3907, 1001 AS Amsterdam. Post kan ook op de Jellinek locaties worden afgegeven met op de envelop: Overschiestraat 65.