Stagewerkboek - Opdrachten
KleurRijker
Formeel en informeel
Tijdens je stage praat je veel met mensen. Soms is het een officieel gesprek, soms een gezellig praatje met een collega. Dit noem je formele en informele gesprekken. Formeel betekent officieel en informeel is niet zo officieel. Formeel: Je gebruikt ‘u’ om iemand aan te spreken. Je noemt iemand bij zijn achternaam. Informeel: Je gebruikt ‘je’ om iemand aan te spreken. Je noemt iemand bij zijn voornaam. Schrijf hier een paar zinnen op die je kunt gebruiken bij een formeel gesprek.
1. _______________________________________________________________ ________________________________________________________________ 2. _______________________________________________________________ ________________________________________________________________ 3. _______________________________________________________________ ________________________________________________________________ 4. _______________________________________________________________ ________________________________________________________________ 5. _______________________________________________________________ ________________________________________________________________
2 - 17
Stagewerkboek - Opdrachten
KleurRijker
Schrijf hier een paar zinnen op die je kunt gebruiken bij een informeel gesprek.
1. _______________________________________________________________ ________________________________________________________________ 2. _______________________________________________________________ ________________________________________________________________ 3. _______________________________________________________________ ________________________________________________________________ 4. _______________________________________________________________ ________________________________________________________________ 5. _______________________________________________________________ ________________________________________________________________
Formeel of informeel?
Hoe gaan jij en je collega’s met elkaar om op het werk? Zijn jullie formeel of informeel met elkaar? Is dat met iedereen hetzelfde? Met wie is het anders? Heb je wel eens met de directeur/baas gesproken? Zei je toen ‘u’ of ‘jij’? Waarom? En wat zeg je tegen je stagebegeleider? U of jij? En waarom doe je dat zo? Wat zeggen nieuwe collega’s tegen jou? Zeggen ze ‘u’ of zeggen ze ‘jij’? Kun je een paar voorbeelden noemen van formeel taalgebruik? En een paar voorbeelden van informeel taalgebruik? Kijk naar de opdrachten die horen bij ‘Een praatje maken/afronden’. Zijn jouw zinnen formeel of informeel?
2 - 18
Stagewerkboek - Opdrachten
KleurRijker
Interview een collega Een interview is een ander woord voor een vraaggesprek. Je stelt vragen aan iemand en die persoon geeft antwoord. Tijdens je stage kun je een collega interviewen. Je kunt dan vragen stellen over het werk. Voorbereiding. 1. Met wie wil je gaan praten? 2. Bedenk vragen voor het interview. Schrijf de vragen op. 3. Zet de vragen bij elkaar die bij elkaar horen. Zet bijvoorbeeld eerst alle vragen over het bedrijf bij elkaar. En zet daarna alle vragen over het beroep bij elkaar. 4. Oefen het interview. Doe dit met een klasgenoot, een familielid, een buurman, je docent, of iemand anders. Bij het oefenen merk je vanzelf of alles klopt. 5. Controleer of alles klopt. Anders verander je nog wat. 6. Maak een afspraak voor het interview. Zeg dat het voor je stagewerkboek is. De vragen. Hieronder zie je een aantal voorbeelden van vragen die je zou kunnen stellen. 1. Hoe lang werkt u hier? 2. Welke opleiding heeft u gedaan? 3. Werkt u volledig of in deeltijd? 4. Wat doet u precies? 5. Wat vindt u leuk aan het werk? 6. Wat vindt u minder leuk aan het werk?
2 - 19
Stagewerkboek - Opdrachten
KleurRijker
Schrijf nu je eigen vragen op. Naam van collega:
Vragen die ik wil stellen:
Houd het interview. Je kunt dit blad meenemen naar het interview.
2 - 20
Stagewerkboek - Opdrachten
KleurRijker
Schrijf kort op wat er in het interview gezegd is. Naam van collega:
Datum en tijd van het gesprek:
Verslag van het interview:
Neem het verslag van het interview mee naar de les. Bespreek het met je klasgenoten en met je docent.
2 - 21
Stagewerkboek - Opdrachten
KleurRijker
Een bedankbrief
Aan het einde van je stage is het netjes om de mensen die je hebben geholpen, te bedanken. Dit kun je op verschillende manier doen. Een van die manieren is om een bedankbriefje te schrijven. Hoe doe je dit? Hieronder zie je een voorbeeld van een bedankbriefje.
Beste Harry, Ik heb nu 10 weken stage gelopen bij jouw bedrijf. Dat vond ik erg leuk. Ik wil je bedanken dat je mij zo goed geholpen hebt tijdens de stage. Ik heb heel erg veel van je geleerd. Het was fijn dat je mij elke dag alle nieuwe woorden uit wilde leggen. Ik vond het ook fijn dat je genoeg tijd voor me had. Ik hoop dat jij het ook fijn vond. En ik hoop dat er nog meer stagiaires mogen komen, die veel kunnen leren bij dit bedrijf. Bedankt! En ik hoop je snel weer een keer te zien. Met vriendelijke groet, Hassan
Schrijf nu zelf je bedankbrief.
Controleer je brief. Is alles duidelijk? Staan er geen fouten meer in? Schrijf je brief nog een keer op, op de volgende pagina. Neem de bedankbrief mee naar je stage en geef hem aan je stagebegeleider.
2 - 22
Stagewerkboek - Opdrachten
KleurRijker
Een bedankbrief
2 - 23