FNV Bondgenoten Webredactie
Het oranje boekje Richtlijnen voor werken met www.fnvbondgenoten.nl
Onze website:
Dit boekje geeft de formule weer van www.fnvbondgenoten.nl. Wat staat op de site? Voor wie maken we de site? Hoe gaan we te werk?
Eerlijk
Primaire doelgroep van deze notitie: webredactie, medewerkers van de afdeling communicatie, deelredacteuren (hebben affiniteit met digitale communicatie)
Deskundig Vriendelijk
Actueel
Secundaire doelgroep van deze notitie: leveranciers van ruwe content (nog te selecteren en/of te bewerken door webredactie)
To the point
Actief
Voor de primaire doelgroep gelden alle richtlijnen. De secundaire doelgroep gebruikt deze notitie als leidraad en kennisdocument (richt je vooral op de pagina’s tot en met Stap 3).
Inhoudsopgave Onze website
3
Wie is onze doelgroep?
4
Hoe willen we dat de bezoekers van onze site zich gedragen?
5
Content produceren: welke stappen zet je?
5
Stap 1: wat is je boodschap, je content?
6
Stap 2: selectie tool(s) (gereedschap)en/of soorten pagina’s
8
Stap 3: volgen schrijfrichtlijnen
9
Stap 4: formule per tool en/of soort pagina
17
Stap 5: wat moet je invoeren in Morello?
22
Randvoorwaarden en organisatie
23
Toont focus
Interessant
interactief
Rustig
Persoonlijk
activerend
Overzichtelijk
Wat verstaan we onder onze website? > www.fnvbondgenoten.nl: voor potentiële leden Hoe staat deze in verhouding tot andere websites van FNV Bondgenoten? > www.cao.nl: voor leden (volgt formule www.fnvbondgenoten.nl) coördinatie unit internet > www.fnvactief.nl: in productie, voor kaderleden (eigen formule) coördinatie unit internet > www.mijnfnv.nl: voor leden (eigen formule) coördinatie unit internet > www.fnvnu.nl: voor leerlingen van ROC’s (eigen formule) coördinatie unit internet > Overige websites, gemaakt en beheerd door medewerkers en kaderleden van FNV Bondgenoten (bijvoorbeeld www.geenafbraakmaarafspraak.nl en www.fnvspoor.nl) > Beleid productie nieuwe websites: opdrachtgever: hoofd van de Dienst communicatie (divisiemanagers en directeur kunnen een opdracht indienen bij het hoofd van de Dienst communicatie), projectleider: webredactie.
Denk vanuit de bezoeker, verplaats je in de doelgroep
3
Wie is onze doelgroep?
Hoe willen we dat de bezoekers van onze site zich gedragen?
Primaire doelgroep potentiële leden (deze doelgroep blijft behoorlijk breed, het gaat om zowel lager als hoger opgeleide werknemers van verschillende leeftijden)
> Ze moeten niet meteen verdwenen zijn na één klik (en dat gebeurt wel vaak op het internet); we willen dat ze rond de vijf pagina’s bekijken, omdat onze site een grote informatiewaarde heeft > We willen dat de informatie die ze vinden, voldoet aan hun informatiebehoefte en hun (individuele) vragen beantwoordt > We willen dat ze zien wat onze standpunten zijn over werk en inkomen > We willen dat ze interesse krijgen in FNV Bondgenoten, dat ze ons waarderen als een deskundige, betrouwbare, persoonlijke adviseur op het gebied van werk en inkomen > Ze gebruiken hun ogen actief en effectief; je kijkt als internetbezoeker naar een beeldscherm, je bent daardoor niet alleen een lezer, maar ook een kijker, presentatie is veel belangrijker (en vraagt om meer aandacht) dan bij een krant, je leest ook veel langzamer dan van papier
Secundaire doelgroepen 1. Leden 2. Kaderleden 3. Werkgevers 4. Politici, beleidsmakers, redacties 5. Collega’s 6. Zusterbonden 7. Potentiële collega’s, sollicitanten Beknopte beschrijving ijkpersoon Neem iemand in je hoofd die een lbo/mbo-opleiding heeft gedaan, neem iemand in je hoofd waarvan je denkt dat ie een stuk minder weet dan jij over het onderwerp waar je over schrijft, maar schrijf zeker niet op een kinderachtig niveau, daar is bijna iedereen allergisch voor. Het gaat om een blanke man, een veertiger en hij werkt, die niet veel leest (vooral scant; zoals alle internetbezoekers).
4 Het oranje boekje
Content produceren: welke stappen zet je? > > > > > >
Content produceren: welke stappen zet je? Stap 1: wat is je boodschap, je content? Stap 2: selectie tool(s) (gereedschap) en/of soorten pagina’s Stap 3: volgen schrijfrichtlijnen Stap 4: formule per tool en/of soort pagina Stap 5: wat moet je invoeren in Morello?
Denk vanuit de bezoeker, verplaats je in de doelgroep
5
Stap 1
Wat is je boodschap, je content?
Waar wil je bezoekers over informeren? Waarom? Is het goed en logisch om te kiezen voor de website als medium? Is de informatie bedoeld (en interessant) voor een breed publiek? Moet de informatie voor iedereen toegankelijk zijn? Moet en kun je er snel wat mee? Als inhoudelijke selectiecriteria zijn de volgende termen belangrijk: bevat de boodschap een standpunt, een resultaat of een succes, gaat het om een actie, heeft het een wervende component, toont het FNV Bondgenoten als deskundige op het gebied van werk en inkomen, beantwoordt het individuele vragen van bezoekers over werk en inkomen? En welke bezoekers wil je informeren? Je beantwoordt eerst deze vragen voor je aan de slag gaat. Wat verwachten mensen van een vakbond in de toekomst (uit het onderzoek naar vakbond in 2015 Intomart GfK): Hoe zien mensen de vakbond bij voorkeur in 2015? > Focus op het individu > Duidelijke standpunten > Agenda setting (niet alleen reagerend) > Volgt de bewegingen in de samenleving > Niet tegen maar voor.... > Digitaal > Promoot z’n succes > Maakt reclame > (Juridische) hulp bij arbeidsconflicten > Biedt (overzichtelijk) informatie > Totaalpakket voor werk en inkomen bieden (zoals ANWB) > Brengt vakgenoten bij elkaar > Laat z’n leden zelfstandig handelen
6 Het oranje boekje
Aanbevelingen voortkomend uit het onderzoek > De toekomst die werknemers (en zelfstandigen) zien is er één waarin de zekerheid dat het eigen bedrijf en het eigen vak in z’n huidige vorm blijft bestaan allerminst zeker is. Werknemers (en ook zelfstandigen) moeten er zélf voor zorgen dat ze zich in deze toekomst van werk en inkomen verzekeren. Daarbij voelt men zich – op dit moment althans – overigens zeker van z’n zaak en heeft weinig hulp van formele instituten nodig. > De vakbond heeft in het huidige tijdbestek geen aantrekkelijk imago bij werknemers en zelfstandigen die daar geen lid van zijn. De vakbond richt zich in de ogen van veel werknemers teveel op verdediging van de rechten van collectieve groepen van werknemers. > Het aanbod aan individuele diensten is bij niet-leden nagenoeg onbekend en wordt veel te weinig onder de aandacht gebracht. > De kosten van een lidmaatschap moeten voldoende (financieel) kunnen worden verantwoord. Dat kan men nu – met de kennis die men heeft van het dienstenaanbod van FNV – onvoldoende verantwoorden. Er is volgens de onderzoekers alle reden voor een zichtbare koerswijziging door FNV. Een koerswijziging waarbij men: > De collectieve belangenbehartiging op een andere wijze invult. Meer agenda settend en pro-actief. Waarbij men issues benoemt waar voldoende werknemers en zelfstandigen achter staan en waar men tenminste enigszins zichtbaar een succes kan boeken. > Vanuit een positieve houding werknemers ondersteunt om mee te kunnen gaan in veranderingen die het werk van hen vraagt. > De individuele diensten die men aanbiedt om het bovenstaande punt in te vullen veel meer aandacht geeft en – op een overzichtelijke wijze - actief onder de aandacht brengt . > De diensten via verschillende media aanbiedt. Waarbij een uitstekende online beschikbaarheid van diensten hand in hand gaat met persoonlijke dienstverlening. > De kosten van het lidmaatschap kan verantwoorden door duidelijk te maken welk financieel voordeel een lidmaatschap werknemers (en zelfstandigen) oplevert. > Onderzoekt in hoeverre er mogelijkheden zijn voor een lidmaatschap dat de werknemer (of zelfstandige) lid maakt van ‘een bond’ tegen een relatief goedkoop lidmaatschap, maar de toegang geeft tot korting op meer waardevolle (en dus duurdere) diensten.
Denk vanuit de bezoeker, verplaats je in de doelgroep
7
Stap 2
Selectie tool(s) (gereedschap) en/of soorten pagina’s
Aanpak: welke tools en/of soorten pagina’s ga je inzetten/gebruiken? Hoeveel tijd je steekt in de productie van de content en van welke (al dan niet arbeidsintensieve) tools je gebruik maakt, is ook gerelateerd aan: Bereik; schat in of er een redelijke behoefte is aan jouw item, hoeveel pageviews ga je halen? Maar tien of wel zeker honderd? Hoe duurzaam is je artikel? Hoe lang staat je artikel online? En hoe lang behoudt het zijn waarde? Hoeveel informatie moet je kwijt? Hoe meer, hoe meer het de moeite waard is om er nog even extra in te investeren. Hoe complex is je boodschap? Mogelijkheden tools: Onderdeel in rechterkolom: > Poll > Enquête, test > Downloads > Filmpje > Tekstlinks > Nieuwsbrief > Visueel attentieblokje/banners > Anders (nog te ontwikkelen) > E-card > Samenwerking met externe site, > Forum > externe (media)partner(s) Mogelijkheden soorten pagina’s > Homepage > Nieuwsartikel op de homepage en Actueel (worden alleen geschreven door nieuwsredacteuren) > Artikel voor andere pagina > Artikel voor andere pagina met rechterkolom > Artikel met tekstlinks en/of plaatjes > Dossier
> > > > > > > >
Voordelen voor leden Campagne-deelsite Doelgroep-deelsite Branches en bedrijven-deelsite Weblog Veelgestelde vragen Anders (nog te ontwikkelen) Samenwerking met externe site, externe (media)partner(s)
Waar ga je de content plaatsen? Op welke plek op de site hoort de content thuis? Denk na over een functioneel en inhoudelijk logische plaats. Besteed daar aandacht aan. Dat houdt de site overzichtelijk voor bezoekers. Anders wordt het al snel een doolhof (als er geen logica in zit). Waar je de content plaatst, heeft ook een relatie met de tool of soort pagina die je kiest.
8 Het oranje boekje
Stap 3
Volgen schrijfrichtlijnen
Hoe willen we overkomen? > Schrijfstijl: houd bovengenoemde termen in je hoofd (zie pagina 1). Wat willen we zijn, uitstralen? We willen onder meer zijn: eerlijk, deskundig, actueel, activerend, zakelijk, persoonlijk. > We laten zien welke kennis we in huis hebben, we geven de bezoekers de mogelijkheid zelf actief te zijn of te worden, we plaatsen regelmatig nieuwe berichten, we maken geen (spel)fouten Stijl, toon > We zijn een zakelijke organisatie, onze doelgroep is in alle opzichten breed (qua opleiding, achtergrond, geslacht, leeftijd, werksoort), we moeten dus ook met onze schrijfstijl aansluiten bij veel verschillende mensen, we kiezen daarom voor een vrij neutrale, sobere maar wel activerende, aansprekende schrijfstijl (weinig subjectieve woorden, weinig subjectieve bijvoeglijke naamwoorden). Dus bijvoorbeeld niet: “nuttige links” (ik bepaal zelf wel of die links nuttig zijn). Je mag wel citaten gebruiken om subjectieve taal toe te voegen. Je kunt heel goed een bestuurder laten zeggen dat ie het helemaal heeft gehad met een werkgever. Probeer zoveel mogelijk aansprekende woorden eruit te halen, die zo min mogelijk clichématig (en dus leeg) zijn. “Interessant” of “leuk” zeggen bijvoorbeeld meestal bar weinig. > Toegankelijke, concrete, begrijpelijke taal, geen jargon. De tekst moet inhoudelijk voor leken te volgen zijn. Dus niet: “Leden van State Street praten over hun inzet over de nieuwe CAO” Elke lezer moet al weten wat State Street is. Daarbij staan er nog twee foutjes in deze kop: CAO cao en inzet voor in plaats van over..... > Pakkende, prikkelende kop; informatief, bijvoorbeeld met passend, informatief citaat (maar niet altijd, wissel van vorm), activerend wanneer je de bezoeker tot actie wilt bewegen; wanneer hij mee moet doen aan een enquête, ergens zijn mening over moet geven, mee moet doen aan een actie. Dit maakt de tekst ook persoonlijker. > U-vorm, tenzij je schrijft voor een specifieke doelgroep die je wel met ‘je’ en ‘jij’ kunt en wilt aanspreken > Spreek de bezoeker aan op een beleefde, sympathieke manier. We willen contact maken maar we willen niet klef zijn. Hij is niet je beste vriend. En ga uit van het potentiële lid. Dat kent FNV Bondgenoten nog niet, kent jou nog niet, kent de voorge-
Denk vanuit de bezoeker, verplaats je in de doelgroep
9
> > >
>
>
schiedenissen en ouwe koeien (gelukkig) niet, dus heeft niet zoveel aan taal als: “We willen niet dat toestanden zoals daar en daar ook nu weer een rol gaan spelen” of “Het gaat altijd hetzelfde” of “Ze leren nooit” of “Dat gaan wij dus anders doen”. Hij wil zelf een beeld vormen van onze organisatie en zelf bepalen of hij zich kan vinden in onze standpunten. Wees niet vooringenomen; geef de bezoeker de ruimte. 100% correct Nederlands; dan komen we wel zo deskundig en betrouwbaar over. Vermijd lege woorden als: dus, gewoon, altijd, etc.; zegt niet zoveel, vaag... Vermijd negatieve woorden als: we willen niet, we zijn tegen, van deze werkgever is nooit iets goeds te verwachten, etc.; zegt niet zoveel, hier onderbouw je je betoog niet mee, heeft een negatieve uitstraling, is niet constructief, verzwakkend in plaats van versterkend. Gebruik citaten in je teksten om wat meer sfeer en vakbondsretoriek toe te voegen (maar sla er niet in door), bijvoorbeeld: “Het is een boeiende uitspraak. Ik zou zeggen: doe er een strikje om en het is klaar. Kortom, we zijn benieuwd wat dit mooie voorstel precies behelst.” Vermijd ‘we’ en ‘wij’. Begin met een concrete persoonsvorm als FNV Bondgenoten, naam van een bestuurder en als het nodig is, gebruik dan eens ter afwisseling ‘we’ en ‘wij’… Voorbeelden: “Cao-onderhandelingen Schoonmaak flitsend van start!” Liever geen schreeuwerig uitroepteken, flitsend is een subjectief, niet zoveel zeggend bijvoeglijk naamwoord “ABN AMRO mailing en cao-voorstellenbrief 2008” Geen pakkende kop, de kop geeft geen inhoudelijke informatie alleen wat voor soort documenten het document bevat “Jongeren in supermarkt vaak wegwerppersoneel” Informatief en met een term waar de lezer een beeld bij krijgt (wegwerppersoneel) “Overname Grolsch grote verrassing” Helder citaat, waardoor de kop toch informatief is en niet taai
10 Het oranje boekje
> Ga zo om met afkortingen; schrijf de afkorting eerst uit, vervolgens de afkorting erachter tussen haakjes. Daarna kun je volstaan met de afkorting. Dus bijvoorbeeld: Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie (KNMP). Bepaalde afkortingen mag je als bekend veronderstellen omdat ze zo vaak worden gebruikt door onze organisatie in de externe communicatie (cao bijvoorbeeld), maar bedenk steeds dat jij niet de ijkpersoon bent. Veel afkortingen zullen voor jou gesneden koek zijn, maar voor de lezer niet. > Uitroeptekens met mate; komt schreeuwerig over, overtuigingskracht zit ‘m niet in volume. > Gebruik dubbele aanhalingstekens bij citaten (ook in titels) en bij figuurlijke taal, dus: “Een werkgever van niks omdat...” Plaats de aanhalingstekens voor de komma én ná de punt. > Na een dubbele punt geen hoofdletter (tenzij citaat volgt). > Afwisseling van korte en lange zinnen (maximaal twintig woorden) > Vermijd passieve zinnen. Houd ze actief. Dus niet: “Ik word door mijn collega’s gepest.” Beter: “Mijn collega’s pesten mij.” > Gebruik synoniemen; gebruik niet voortdurend hetzelfde woord > Plaats de afzender, zoveel mogelijk de naam van de auteur. Dit geeft een betrouwbare indruk en maakt het minder afstandelijk. Ook geef je zo de verantwoordelijkheid te nemen voor de tekst, je verschuilt je niet. > Wie laat je aan het woord? Bestuurders en andere collega’s, maar ook werknemers en (kader)leden. Hoe dichter bij de belevingswereld van de bezoeker, hoe beter. Structuur: > Korte teksten (tussen de twee- en vierhonderd woorden). Heb je een erg informatieve tekst geschreven? Eerlijk waar? Dan maximaal vijfhonderd woorden per scherm. Heb je meer schermen nodig? Knip de tekst dan op in afzonderlijke teksten, probeer per scherm één onderwerp te behandelen (ook een afzonderlijk scherm moet nog informatief zijn en te begrijpen zijn; een bezoeker kan via elke willekeurige pagina binnenkomen). Link vervolgens van de eerste laag naar de volgende en dan weer naar de volgende... > Denk aan je structuur: omgekeerde piramide, eerst de vijf w’s (wie, wat, waar, wanneer en waarom), daarna de uitwerking en de details, dan ga je een laagje dieper > Gebruik titels en informatieve subkoppen (om de bezoeker te helpen bij het scannen van de tekst, want hij leest ‘m niet, hij scant ‘m) > Houd de alinea’s heel kort, niet meer dan enkele zinnen. Behandel sowieso niet meer dan één onderwerp per alinea. > Heb je belangrijke, uitgebreide info die niet herschreven kan worden als bondig
Denk vanuit de bezoeker, verplaats je in de doelgroep
11
webartikel. Voeg dan een bijlage toe. Kies in principe altijd voor een pdf, plaats geen Word-documenten. Dit is gebruiksvriendelijker. Kun je zelf geen pdf maken, mail dan het document naar de Supportdesk en vraag of ze per ommegaande een pdf van het document willen maken. Aanwijzingen gericht op content optimalisatie (betekent dat de tekst beter gevonden wordt door zoekmachines) 1. Zorg er in ieder geval voor dat de belangrijkste sleutelwoorden meerdere malen gebruikt worden binnen één tekst 2. Sleutelwoorden (keywords) die met elkaar te maken hebben moeten dichtbij of naast elkaar staan 4. Zorg dat in ieder geval aan het begin van een tekst de belangrijkste keywords te vinden zijn Zie: T:\Dienst Communicatie\unit Internet\Handleidingen en materiaal trainingen/ Woordenlijst (we volgen het Groene Boekje – met vrijwel geen uitzonderingen) > ABN AMRO > mbo > bedrijfs-cao > or (kleine letters) > bondsraad > or-lid (kleine letter o) > branche-cao > ondernemingsraad > cao (kleine letters) > principeakkoord > cao-onderhandelingen > roc > cao-overleg > roc-leerling > cao-artikel > 45-plusser > cao-voorstellen > collectieve arbeidsovereenkomst > Wetten met hoofdletters: > FNV Bondgenoten WW, WAO, WW’er, WIA’er > hbo (alleen wel vutter met kleine letters)
> vakbondsbestuurder of bestuurder van FNV Bondgenoten > fte, fte’s > vakbond is mannelijk, FNV Bondgenoten is mannelijk, cao is vrouwelijk, akkoord is onzijdig (dus zijn) Getallen > Schrijf getallen tot twintig voluit, evenals de tientallen tot honderd, de honderdtallen tot duizend, enz. We schrijven dus achtste, tien, zeventien, 22, veertig, 103, tweehonderd, 250, drieduizend. Ook de getallen duizend, miljoen en miljard schrijven we voluit; deze kunnen gecombineerd worden met cijfers: 22 duizend, 123 miljoen, tien miljoen, 16 miljard. > Tot duizend schrijven we getallen aaneen: tweeëndertig, achthonderdtien, enz. In grote getallen komt na het woorddeel duizend een spatie: tweeduizend zeven. Voor en na miljoen en miljard schrijven we een spatie: vijf miljoen driehonderdduizend, twaalf miljard. > Schrijf cijfers bij exacte informatie als maten, temperaturen, gewichten, jaartallen: 105 euro loonsverhoging, 15 jaar geleden... > We schrijven cijfers als we anders een rare mix van woorden en cijfers zouden krijgen. Dus niet: ‘Van de 45 deelnemers waren het vijftien oneens met de stelling en 30 waren het er mee eens’, maar: ‘Van de 45 deelnemers waren het 15 oneens met de stelling en 30 waren het er mee eens’. > Voor het schrijven van percentages kiezen we voor: ‘15 procent’ en niet voor ‘15 %’. > Kom je er niet uit of heb je nog een vraag? Check http://www.onzetaal.nl/advies/index.php
> Eigennamen voor branches en bedrijfstakken met beginhoofdletter. > Ook: Metaal & Techniek, Industrie als het gaat om communicatie over onze divisies. > Probeer zoveel mogelijk de benamingen aan te houden die gebruikelijk zijn voor de werknemers in een bepaalde branche (zij hebben geen boodschap aan onze organisatiestructuur) > minister Donner van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid...
12 Het oranje boekje
Denk vanuit de bezoeker, verplaats je in de doelgroep
13
Beeld Diverse algemene richtlijnen > We hebben de volgende stijlkenmerken (naast huisstijlelementen): Voor de fotografie kiezen we voor ‘echte mensen’ en situaties (op het werk, in actie, portretten), het persoonlijke moet naar voren komen, foto’s met spanning, beweging, aansprekend voor de brede doelgroep die we willen bereiken Wat voor mensen tonen we? Vakmensen, diversiteit (in leeftijd, geslacht, opleiding, hand- en hoofdwerk, levensfase, type mens) Kenmerken: krachtig, trots, vriendelijk, positief, benaderbaar, licht, niet te vol > Alle visuele elementen (behalve foto’s bij een artikel) worden op een zo eenduidig mogelijke manier ingevuld en gemaakt door de webredactie > Met visuele attentieblokjes (banners) gaan we spaarzaam om (maximaal drie op een pagina) en we plaatsen bij voorkeur geen banners van externe organisaties (we maken dan meestal gebruik van tekstlinks). Onze eigen banners worden zoveel mogelijk in een vaste stijl gemaakt door de webredactie. > Bij voorkeur gebruiken we foto’s in plaats van ander beeldmateriaal. > Beeld in een artikel moet iets toevoegen aan de boodschap, inhoud van het artikel. Heb je iets voorhanden of heb je een idee? Denk erover na. Internetbezoekers houden van functionele - weliswaar rustige - visuele elementen. Wil je zelf aan de slag met een foto voor je artikel? > Kennis van beeldbewerking is essentieel, maak bijvoorbeeld gebruik van Picasa: http://picasa.google.nl/ > Plaats maximaal één beeld in een artikel. Er zijn verschillende mogelijkheden: Plaats het over de volle breedte bovenaan (breedte 542 pixels) Kies voor een kleine foto in de tekst (breedte 166 pixels), bij voorkeur links uitgelijnd
14 Het oranje boekje
Heb je hulp nodig? Hoe lever je beeld aan? > Maak een briefing voor de beeldredacteur, te bereiken via de webredactie: Waar moet het beeld worden geplaatst? (bij welk artikel, onderdeel, in welke map, voor welke banner?) Heb je zelf beeld? Stuur het mee Heb je geen beeld; geef dan zo concreet mogelijk aan welk beeld passend is (het moet de boodschap ondersteunen, verdere kenmerken: persoonlijke beelden, mensen aan het werk, in actie of portretten, lichte, niet te volle foto’s) > Zorg dat je het in zo hoog mogelijke resolutie en zo groot mogelijk aanlevert, stel je camera zo in dat je opslaat in groot formaat. Mail het zo naar de beeldredacteur: 300 dpi, maximaal ongeveer vijf mb. Overig Hoe gaan we om met links? > Voeg zoveel mogelijk relevante crosslinks (links naar een andere webpagina van onze site) toe, besteed hier aandacht aan. Verhoogt de informatiewaarde van het artikel voor de bezoeker (en zoekmachines) en verhoogt het aantal bekeken pagina’s (pageviews) op onze site. Link vooral intern, want we willen de bezoekers bij ons houden natuurlijk. > Middendeel: plaats links in de body; maak het woord clickable dat refereert aan het artikel/item waar je naar toe wilt linken. Denk tijdens het schrijven hierover na. Is hier vaker over geschreven? Is het de moeite waard hiernaar te verwijzen? Welk woord link je? Kies voor een betekenisvol woord. “Klik hier” is niet betekenisvol bijvoorbeeld. > Rechterkolom: maak een tekstblokje of visueel attentieblokje met verschillende tekstlinks die relevant zijn voor de bezoeker van deze pagina. Houd het zoveel mogelijk bij interne links. Externe links alleen als je daarmee de service aan de bezoeker sterk verhoogt, je de bezoeker echt wilt informeren over dit onderwerp. Link niet naar sites van bedrijven of branches waar we mee te maken hebben (mits je kunt deeplinken naar een heel waardevol document dat op zo’n site staat). > Maak duidelijk waar je naar toe linkt. Een website? Een document; wat voor document? Schrijf “pdf” en “powerpoint”. > Plaats je links of bijlages? > Wanneer er behoorlijk veel bijlages bij een webbericht horen, kun je beter kiezen voor het plaatsen van links in de tekst. Dit maakt het bericht overzichtelijker en zo
Denk vanuit de bezoeker, verplaats je in de doelgroep
15
hoeven bezoekers niet per se naar beneden te scrollen om de bijlages te zien. Verder helpt het als bezoekers niet zelf de vertaling hoeven te maken van de titel van de bijlage naar de refererende tekst daarboven (naar de bijlage): “Welke bijlage zou gaan over het onderwerp dat mij interesseert?” > Omgang met ankers. In principe zorg je dat je de tekst kort houdt. Maar als een pagina toch een behoorlijke omvang heeft en uit allerlei verschillende paragrafen bestaat, gebruik dan een inhoudsopgave met interne verwijzingen (ankers) inclusief ‘naar boven’ functie. Je kunt een verzoek indienen bij de webredactie. > Opsommingstekens: is er sprake van een opsomming? Schroom dan niet het opsommingsteken te gaan gebruiken. Binnen onze site kun je gebruiken van de bullet (bolletje) of van cijfers (1, 2, 3 etc.). > Gebruik van artikelen van andere media. Vermijd herplaatsing van content die door anderen is gemaakt. Je hebt met copyright te maken. Check of het artikel elders online staat, dan kun je een link plaatsen naar het artikel. Staat het niet online? Probeer dan te citeren uit het artikel en er een eigen bericht van te maken. Vermeld de bron. Is het artikel als geheel echt buitengewoon interessant voor de bezoekers? Plaats het dan met een duidelijke bronvermelding.
16 Het oranje boekje
Stap 4: Formule per tool en soort pagina Homepage Selectiecriteria: voor veel bezoekers interessant, actueel, grote informatie-, attentie- of nieuwswaarde (geldt voor alle niet-statische onderdelen), wervend, werkt mee om de rest van de site zo goed mogelijk te ontsluiten voor de bezoekers. Nieuwsartikel op de homepage en Actueel (worden alleen geschreven door nieuwsredacteuren): > Schrijven: Kop: pakkende, prikkelende kop, informatief, bijvoorbeeld met passend, informatief citaat (maar niet altijd, wissel van vorm), activerend wanneer je de bezoeker tot actie wilt bewegen. Intro: enkele zinnen die de vijf w’s bevatten (wie, wat, waar, wanneer en waarom). Begin niet met een tijdsbepaling, vermijd ook om met FNV Bondgenoten te beginnen. Body: houd ‘m kort (maximaal tweehonderd woorden) en gebruik tussenkopjes, maak verwijzingen naar relevante andere pagina’s op de site. > Bijlage: is er een relevant document om toe te voegen als bijlage? Geef de bijlage dan een informatieve titel, zodat voor de bezoeker duidelijk is waar deze over gaat. Staat ook wel zo netjes. > Plaatje: is er een foto beschikbaar of te bedenken die iets toevoegt aan de inhoud of aan de attentiewaarde? > Check: laten checken door een collega op onjuistheden. > Doorplaatsen: waar op de site kan het artikel nog meer worden geplaatst? > Nazorg: stuur het artikel naar collega’s die bij het nieuwsfeit zijn betrokken. > Een goed voorbeeld van een nieuwsartikel zie je op de volgende pagina.
Denk vanuit de bezoeker, verplaats je in de doelgroep
17
“Goed nieuws voor gepensioneerden DE” Een enorme opsteker voor de gepensioneerde werknemers van Douwe Egberts. Het bedrijf moet de verlaging terugdraaien van de bijdrage aan de ziektekostenverzekering van deze groep. De rechtbank in Utrecht heeft dat bepaald. De rechter stelde FNV Bondgenoten in het gelijk in de zaak die de vakbond had aangespannen tegen de koffieproducent. Het bedrijf had de drastische bezuiniging op zijn bijdrage aan de premie van de ziektekostenverzekering van gepensioneerde werknemers niet eenzijdig mogen doorvoeren. “Dit is goed nieuws voor die mensen”, reageert bestuurder Henk Koning van FNV Bondgenoten verheugd. “Bovendien is de uitspraak belangrijk voor gepensioneerden van bedrijven waar wij soortgelijke zaken hebben lopen.”
Artikel voor andere pagina > Zelfde aanpak als bij nieuwsartikel. Schrijf je een langere tekst? Gebruik de intro dan om hierin de tekst samen te vatten. Het intro zie je het eerst op de site, dus daar moet alle belangrijke info instaan (de vijf w’tjes). Artikel voor andere pagina met rechterkolom > De rechterkolom kan worden gebruikt voor polls, downloads, tekstlinks en visuele attentieblokjes. Bedenk of het gebruik van de rechterkolom toegevoegde waarde heeft voor jouw artikel. Zo ja, voeg dan wat items toe aan de rechterkolom. Er zijn allerlei rechterkolommen aangemaakt. Maak – voor zover mogelijk - gebruik van bestaande rechterkolommen die relevant zijn voor het artikel.
DE blijft bijdrage betalen Douwe Egberts moet de eenzijdig vastgestelde besparing terugdraaien en daarnaast de bijdrage in de premie, zoals deze gold voor 2006, blijven betalen. Het bedrijf moet verder het bedrag dat de gepensioneerden tot nu toe tekort zijn gekomen, verhoogd met de wettelijke rente, alsnog betalen. Kostenneutraal? De vakbond en Douwe Egberts hebben tijdens de cao-onderhandelingen in het voorjaar van 2005 afgesproken dat de introductie van het nieuwe ziektekostenstelsel kostenneutraal zou gebeuren voor de werknemers. Aan het einde van dat jaar stelde DE dat de kosten voor de gepensioneerden in het nieuwe stelsel aanzienlijk hoger uitkwamen dan in het oude stelsel. Volgens het concern zou een zeer drastische besparing op de bijdrage aan de ziektekostenverzekering nodig zijn om de afspraak over kostenneutraliteit na te komen. Eenzijdige drastische verlaging De bond was het hier niet mee eens en gaf aan te willen onderhandelen over nieuwe afspraken voor de gepensioneerden. DE is hierop niet ingegaan en heeft met ingang van 2006 eenzijdig de drastische verlaging vastgesteld. De producent wilde alleen onderhandelen over een verdere verlaging van deze bijdrage. Teken voor de vakbond om naar de rechter te stappen. 18 Het oranje boekje
Onderdeel in rechterkolom > Poll: snel gemaakt, maak ze prikkelend, aardig activerend elementje en je kunt er ook nog iets uithalen. Houd ze luchtig, houd de stelling en de antwoorden heel kort, bezoekers willen er niet te lang over na moeten denken, link vanuit de poll naar een relevante andere pagina (indien aanwezig). Sluit aan bij de actualiteit. Is de uitslag interessant voor een breder publiek? Maak dan een follow-up. > Downloads: zijn er relevante documenten om toe te voegen als downloads? Geef het document dan een heldere, informatieve titel, zodat voor de bezoeker meteen duidelijk is waar deze over gaat. > Tekstlinks: zoveel mogelijk interne links en zo min mogelijk externe. We willen de bezoekers op onze site houden. > Visueel attentieblokje: aandacht voor een enquête, een actie, een dossier, een campagne etc. Mail een verzoek hiervoor naar de beeldredacteur, werkzaam bij de webredactie.
Denk vanuit de bezoeker, verplaats je in de doelgroep
19
E-card Een e-card kun je sturen naar een bekende of meerdere bekenden. Je kunt ook een ecard maken die verstuurd wordt naar een vast e-mailadres (bijvoorbeeld naar een bedrijf). > Productie beeld door beeldredacteur, aanleveren briefing aan beeldredacteur > Aanleveren prikkelende tekst aan beeldredacteur (voor zover die in het beeld moet worden verwerkt) > Hoe ga je de e-card promoten? > Hebben voldoende mensen mogelijk behoefte aan of interesse in de e-card? > Waarom is dit het geëigende middel? > Functie e-card: prikkelend, ludiek, actiemiddel, alternatieve manier om mensen op informatie of campagnes te wijzen, alternatieve manier om traffic (bezoek) te genereren Forum Wil je graag bezoekers mee laten praten over een bepaald onderwerp of werken in een bepaalde branche of bepaald bedrijf? Speelt er veel, leeft er veel? Dan kun je een forum aanmaken. Voorwaarden: moet actief beheerd worden door betrokken bestuurder of adviseur, de verwachting moet zijn dat er redelijk veel reacties zullen worden geplaatst, de verwachting moet zijn dat de reacties redelijk netjes zullen zijn. Je maakt een intro met uitleg (mensen kunnen anoniem reageren) en je kunt zelf als beheerder discussies starten. Enquête, test Wil je de mening weten van een groep bezoekers op een gestructureerde wijze? Daarvoor kan een enquête worden ingezet. Filmpje Aanvragen of vragen naar filmredacteur Karen Wisgerhof van de webredactie. Anders (nog te ontwikkelen) Viral, game....
Dossier > Aanpak zoals bij de andere artikelen. > Wanneer kies je voor een dossier? Eerste voorwaarde: Als je meerdere achtergrondartikelen hebt over een onderwerp die niet per se aan de actualiteit zijn gebonden en waar de bond een standpunt over heeft. > Rubricering: Gebruik niet de rubrieken algemeen of divers (zegt de bezoeker helemaal niks) Zie ook notitie van Dimphy Smeets van de webredactie. Veelgestelde vragen > Waar hebben bezoekers vragen over? Is dit te vertalen naar veelgestelde vragen? Houd de volgende rubricering aan (zie dossiers): Gebruik niet de rubrieken algemeen of divers (zegt de bezoeker helemaal niks) Branches en bedrijven-deelsites Neem contact op met de webredactie voor meer informatie Weblog Neem contact op met de webredactie voor meer informatie Campagne-deelsites: Neem contact op met de webredactie voor meer informatie Doelgroep-deelsites: Neem contact op met de webredactie voor meer informatie Voordelen voor leden: Wervende elementen op de site
Samenwerking met externe site, partner(s) Hyves, YouTube > Beheer en bepaling inzet door webredactie
20 Het oranje boekje
Denk vanuit de bezoeker, verplaats je in de doelgroep
21
Stap 5: Wat moet je invoeren in Morello (ons content management systeem)?
Randvoorwaarden en organisatie
Het is belangrijk dat iedereen die met Morello werkt, dit op dezelfde manier doet. Als dit niet gebeurt, wordt het onderhouden van de site onmogelijk. Artikelen waar we iets kleins aan moeten wijzigen, zijn dan niet meer snel terug te vinden. Als op een eenduidige manier wordt gewerkt, kan iedereen altijd alles terugvinden.
> Hoe moet de content gemanaged worden om de kwaliteit te waarborgen? Eindredactie is nodig om kwaliteit te waarborgen en te bewaken en het overzicht te houden. Eindredactie is een verantwoordelijkheid en taak van de webredactie. > Een professionele webredacteur produceert content voor www.fnvbondgenoten.nl en www.cao.nl. > Een deelredacteur produceert content voor www.fnvactief.nl en www.mijnfnv.nl zodra deze websites online gaan. In de overgangsfase maken ze content voor www.fnvbondgenoten.nl. > Rol van de webredactie: - Samenwerking met deelredacteuren - Advies geven over wanneer je welke tool of pagina inzet - Informeren van deelredacteuren over relevante wijzigingen en bugs - Kwaliteitbewaking - Eindredactie en coördinatie > Samenwerking met zusterbonden (voor de webredactie): - Maak gebruik van de Yahoo group van webredacteuren van diverse bonden. - Contactpersoon van de vakcentrale: Marianne Overbeeke - Bij FNV-brede campagnes en acties zal er altijd samenwerking zijn met de vakcentrale. - In principe coördineert de vakcentrale dan, we zullen dan voldoen aan verzoeken en vertalen deze naar onze website. Denk goed na over de vertaling. Blijf onze richtlijnen aanhouden. Is een campagne of actie afgelopen? Zorg dat de betreffende content op tijd offline gaat, denk na over een eventuele follow-up. > Heb je zelf content die interessant is voor andere bonden? Maak gebruik van de Yahoo group.
Daarom van belang > Gebruik altijd de handleidingen bij Morello. Ook als je ervaring hebt, kun je deze erbij pakken en delen onderstrepen die je geneigd bent snel te vergeten, gebruik het als een checklist. Heb je de handleiding niet (meer), dan kun je die opvragen bij de webredactie. > Plaats je artikel in de content verkenner in principe altijd in dezelfde map als in de site planner. De structuur van beiden is namelijk bijna helemaal gelijk. > Geef je artikel in Morello exact dezelfde titel als de titel die je voor je artikel gebruikt (de naam waaronder je je teksten opslaat in Morello is dus altijd de titel van het artikel zoals je die op de website plaatst). Zo kunnen we artikelen makkelijk beheren en terugvinden. > Geef je artikel in de site planner altijd een verkorte naam. Hierdoor kunnen artikelen ook gemakkelijker worden teruggevonden (ook in sitestat, ons statistiekenprogramma). > Wanneer je een artikel plaatst met een bijlage, stop dit artikel dan altijd in een mapje. Dit mapje geef je dezelfde naam als de titel van je artikel. Als het artikel moet worden verwijderd, is de bijlage er altijd makkelijk bij terug te vinden. Als dit niet zou gebeuren zou de content Verkenner op een gegeven moment vol staan met losse bijlagen, waarvan niemand meer weet waar ze bijhoren en of ze weggegooid kunnen worden. Erg belangrijk om het overzicht te bewaren en tegen vervuiling van het content management systeem. > Topitem: vergeet niet in de site planner aan te geven of een artikel (itemtype generieke pagina) een topitem moet zijn of niet. Een topitem verschijnt boven de ‘balk’, wanneer je kiest voor ‘nee’ verschijnt het onder de balk. > Vergeet niet een nummer toe te voegen om de positie te bepalen. Het nummer voeg je toe in de ‘naam’ rechtsboven.
22 Het oranje boekje
Heb je vragen naar aanleiding van dit boekje? Kom je ergens niet uit? Neem contact op met de webredactie:
[email protected] Wijzigingen voorbehouden, april 2008 FNV Bondgenoten, webredactie
Denk vanuit de bezoeker, verplaats je in de doelgroep
23