FNV Bondgenoten
Zwartboek Sector Besloten Busvervoer
Inhoud Woord vooraf Inleiding Standplaats Pendelvervoer Meerdaagse reis Diensttijd Arbeidstijd Rusttijd Maatregelen tijdens contractsduur Parttime werknemers M.U.P.-kracht/ZZP-er/freelancer De loonspecificatie Beloning rijdende werknemers Werkweek Arbeidstijdberekening rijdende werknemers Groepsvervoer en openbaar vervoer Rusttijd bij pendelvervoer Werktijdenregeling Mededeling arbeid- en rusttijdenregeling Defenities overuren Onderbrekingstoeslag Meerdaagse reizen Vergoeding bij opleiding Reiskostenvergoeding Geentoepassing CAO Besloten Busvervoer Onregelmatigheidstoeslag Openbaar Vervoer Werkgelegenheidsdagen Openbaar Vervoer Verplichtingen van de werknemer Verplichtingen van de werkgever Sociaal/maatschappelijk dan wel medische indicatie Vakbond Eis van dienstbetrekking en informatieplicht Vakantie Vakantietoeslag Werkgelegenheidsdagen Uitkering bij arbeidsongeschiktheid Dispensatie 2 • FNV Bondgenoten • Zwartboek Sector Besloten Busvervoer
Woord vooraf 3 5 6 7 8 9 9 9 10 10 11 13 14 14 16 18 18 19 20 21 25 28 29 30 30 31 32 32 33 34 34 34 35 36 37 37 38
De werknemers in het besloten busvervoer – de touringcarsector – hebben verantwoordelijk, soms zwaar, maar vooral leuk werk. Ze vervoeren bijna altijd vrolijke mensen: kinderen op een schoolreisje, collega’s op een personeelsuitje, of mensen op weg naar hun vakantiebestemming. En zo komen ze ook nog eens ergens. Wat minder vrolijk stemt, is de manier waarop de touringcarchauffeurs worden behandeld door hun werkgevers. Die verdient vaak geen schoonheidsprijs. FNV Bondgenoten maakt zich al langer ernstig zorgen over de naleving van de cao in het besloten busvervoer. De signalen die wij van onze leden en kaderleden kregen, logen er niet om. Reden genoeg om de zaken beter in kaart te brengen. Daarom startten wij in 2009 de actie Vuile Was. De resultaten zijn schokkend. In het besloten busvervoer is de was niet zozeer vuil, maar ronduit smerig te noemen. De cao wordt massaal ontdoken. Ik hoopte dat door deze bundeling misstanden de werkgevers in de sector zich diep zouden schamen. En dat ze alles zouden willen doen om publicatie te voorkomen. Maar niets is minder waar, ze reageerden onverschillig. Schijnbaar kan het ze niet schelen dat ze in een kwaad daglicht worden gesteld. Sommige werkgevers meldden zich niet in de inhoud van het zwartboek te herkennen. Bij hen ga ik graag een looncontrole uitvoeren. Met dit zwartboek in de hand gaan we cao-ontduiking aanpakken, bereiden we rechtzaken voor en gaan we in gesprek met de werknemers in de sector om hun bewustzijn te vergroten. Want op het moment dat FNV Bondgenoten ze benadert, is vaak de eerste reactie van werknemers: ”Nee hoor, bij mij is alles goed.” Maar bij controle blijkt er ook bij hun werkgever van alles mis te zijn. Chauffeurs kunnen ook maar beter geen commentaar hebben op de wijze waarop hun werkgever de cao niet naleeft, want dat heeft direct gevolgen. Klagers krijgen opeens geen werk meer in het weekend en lopen zodoende toeslagen mis. Of ze krijgen geen meerdaagse reizen meer en dus geen onkostenvergoeding. In het hoogseizoen kan dit honderden euro’s per maand schelen. Angst voor represailles van de werkgever weerhoudt de individuele werknemer er vaak van stappen te ondernemen. De intimidatie en bedreiging door werkgevers is zo gewoon geworden dat die het zelf al niet eens meer als zodanig zien.
Zwartboek Sector Besloten Busvervoer • FNV Bondgenoten • 3
“Dit is de manier waarop de sector werkt en als je er niet tegen kunt, ben je niet geschikt voor dit beroep”, aldus de werkgevers. Maar de chauffeurs zijn juist uitermate geschikt voor het vak. De chauffeurs zijn vaak gedurende een half jaar meer op pad dan thuis. Ze werken vaak in de weekenden, werken 14 à 15 uur per dag als het moet en rijden dan 9 à 10 uur per dag. Het enige dat chauffeurs en FNV Bondgenoten willen is naleving van de cao en respect voor de werknemers in het touringcarvervoer. Dat lijkt ons niet zoveel gevraagd, u wel? Brigitta Paas, bestuurder FNV Bondgenoten
e-mail:
[email protected] telefoon: 0570 - 512 183 mobiel: 06 - 536 775 60 www.fnvbeslotenbus.nl
Inleiding In 2009 startte FNV Bondgenoten de actie ‘Vuile Was’. Werknemers werden opgeroepen hun loonstroken te laten controleren om zo inzichtelijk te maken of de cao op een correcte wijze werd uitgevoerd. Urenstaten en loonstaten werden in grote getale ingeleverd en nog steeds worden deze aangeleverd. De algemene conclusie is dat de cao slecht wordt nageleefd. Veel voorkomende overtredingen zijn het niet betalen van toeslagen, het veel te laat of niet verstrekken van de roosters en het onjuist toedelen van het werk aan de verschillende chauffeurs. Van alle bedrijven waar deze overtredingen werden geconstateerd, wilden slechts twee bedrijven met FNV Bondgenoten overleggen om tot een oplossing te komen. De inventarisatie van FNV Bondgenoten heeft er toe geleid dat er bij verschillende rechtbanken vorderingen van werknemers liggen. Daar waar het collectief kan, worden de individuele vorderingen van de werknemers samengebundeld. Momenteel heeft de vakbond voor leden 64 vorderingen uitstaan, variërend in hoogte van € 28,65 tot € 16.503,28. In totaal staat er voor € 155.012,41 bruto en € 94.140,96 netto aan vorderingen uit. Dat is dus gemiddeld zo’n € 2.422 per vordering. En inmiddels zijn er weer 17 voorgelegd voor berekening. De sector in cijfers Eind april 2010 waren er 553 bedrijven in de sector actief. Een inventarisatie van de werknemers leert dat op 30 april in totaal 7.766 werknemers in de touringcarsector werkten. Hiervan zijn 1.674 (21,56%) fulltimers en 765 (9,65%) parttimers in vaste dienst. Dus nog geen derde (31,31%) van de werknemers is in vaste dienst van de touringcarbedrijven. De rest van de werknemers heeft een flexcontract: 9,75% fulltime en 7,61% parttime met een tijdelijk contract. Verder heeft 44,14% een zogenaamd MUP-contract (oproepkracht), is 2,2% uitzendkracht en is 0,36% ZZP’er. Uit cijfers van de Stichting voor Informatie en Ordening van de bedrijfstak besloten busvervoer (STO) blijkt dat slechts 13 van de 553 bedrijven tot het zogenaamde Greenfield behoren. Het gaat dan om bedrijven die bij drie opeenvolgende controles de kwalificatie goed tot voldoende hebben ontvangen. Keurmerk De Stichting Keurmerk Touringcarbedrijf staat middels een keurmerk garant voor
4 • FNV Bondgenoten • Zwartboek Sector Besloten Busvervoer
Zwartboek Sector Besloten Busvervoer • FNV Bondgenoten • 5
de kwaliteit van het besloten busvervoer. Een van de voorwaarden van het keurmerk is, dat de cao wordt nageleefd. De Algemene Nederlandse Vereniging van Reisondernemingen (ANVR) heeft als voorwaarde dat reizen alleen mogen worden uitgevoerd als bedrijven dat keurmerk hebben. FNV Bondgenoten constateert dat er een zeer beperkt aantal bedrijven in Nederland conform de reglementen van het keurmerk werkt. Dat is ook de reden waarom de vakbond in mei 2009 uit het College van Deskundigen van de Stichting Keurmerk Touringcarbedrijf stapte. Saillant detail is dat de Stichting wordt voorgezeten door een van de werkgevers bij wie FNV Bondgenoten namens diverse werknemers vorderingen heeft ingediend. FNV Bondgenoten roept de verantwoordelijke instanties op erop toe te zien dat alle regelgeving, dus ook de cao, wordt nageleefd. De bond heeft Koninklijk Nederlands Vervoer (KNV) en de werkgeversdelegatie van cao-partijen verzocht gezamenlijk op te trekken om een einde te maken aan de zeer slechte naleving van de cao. Noch KNV Besloten Busvervoer noch de werkgeversdelegatie wensen hierin verantwoordelijkheid te nemen. Zwartboek Op de volgende pagina’s vindt u een overzicht van veelvoorkomende cao-overtredingen die FNV Bondgenoten tijdens de actie ‘Vuile Was’ aantrof. Standplaats Artikel 2 Definities i. Standplaats: 1. De plek waar de werknemer gewoonlijk zijn arbeid uitoefent; 2. De plek waar de garage der onderneming is gelegen en de werknemer gebruikelijk zijn dagelijkse arbeid aanvangt en beëindigt; 3. De plek waar de werknemer na overleg met respectievelijk in opdracht van de werkgever gebruikelijk zijn dagelijkse arbeid aanvangt en beëindigt; 4. Benevens een gebied met een straal van 10 km rond de plek als bedoeld in sub 1, 2, en 3;
6 • FNV Bondgenoten • Zwartboek Sector Besloten Busvervoer
Een veelvoorkomende ontduiking van de cao heeft te maken met de definitie van het begrip ‘standplaats’. De definiëring in de cao komt werkgevers niet uit. Bijvoorbeeld een werkgever gespecialiseerd in pendelvervoer moet conform het Arbeidstijden Besluit Vervoer, de aanrijtijd naar de wisselplaats als rij-/arbeidstijd meenemen. Door een locatie dichtbij de landgrens uit te zoeken en daar de standplaats van te maken, sparen werkgevers loon uit. Het rijden naar de wisselplaats kan dan worden berekend als woon- werkverkeer. Bovendien vertrekt de werknemer dan vanaf een standplaats en hoeft woon- werkverkeer niet meegerekend te worden als arbeidstijd. Dat is dus twee keer winst voor het bedrijf. Werkgevers met vestigingen in verschillende plaatsen in het land halen nog een trucje uit. Door er een paar standplaatsen bij te maken, omzeilen zij de verplichting om te voldoen aan de reiskostenvergoeding die de werknemer krijgt bij vertrek van een andere locatie dan de standplaats. Pendelvervoer o. Pendelvervoer: vervoer van vooraf in groepen samengebrachte reizigers van dezelfde plaats van vertrek naar dezelfde plaats van bestemming door verscheidene heen- en terugreizen. Overal waar pendelvervoer wordt genoemd, wordt dit geacht internationaal lijndienstvervoer te omvatten;
Ook rommelen werkgevers met de interpretatie van de omschrijving van ‘pendelvervoer’ in de cao. Als een werkgever een chauffeur naar een Europese stad laat rijden, in een hotel laat slapen en daarna met dezelfde groep terug laat gaan, dan is dat pendelvervoer en geen meerdaagse reis. Althans, zo interpreteren werkgevers de cao. Dit scheelt hun onkostenvergoeding en uren die ze niet uit hoeven te betalen. Een rekenvoorbeeldje van wat een werknemer misloopt bij een driedaagse trip naar Parijs zonder reisleider. Dat betekent conform de cao: Dag 1: Rijtijd naar bestemming x 5/6 met gegarandeerd 8 uur netto, onkostenvergoeding € 3,50 bruto en € 10,50 netto. Dag 2: 8 uur netto, onkostenvergoeding € 16,50 bruto en € 10,50 netto. Dag 3: Rijtijd van bestemming x 5/6 met gegarandeerd 8 uur netto, onkostenvergoeding € 3,50 bruto en € 10,50 netto.
Zwartboek Sector Besloten Busvervoer • FNV Bondgenoten • 7
De cao-ontduikende werkgever rekent een pendel: Dag 1: Rijtijd heen x 5/6 onkostenvergoeding € 5,74 Dag 2: Overnachting en rust Dag 3: Rijtijd heen x 5/6 onkostenvergoeding € 5,74
Diensttijd z.1 Diensttijd: Onder diensttijd wordt verstaan de tijd, gelegen tussen het tijdstip waarop de dienst wordt aangevangen en het tijdstip waarop de dienst wordt beëindigd.
Meerdaagse reis p. Meerdaagse reis: vervoer dat zich voor de chauffeur uitstrekt over meer dan 24 uur; q. Dagtochten: toerwagenritten en ongeregeld vervoer dat zich uitstrekt over een periode van maximaal 24 uur;
Met verbazing constateren we dat het in het registratiesysteem van werkgevers (TRIP) mogelijk is om een dag te verlengen tot 28 uur. Zodoende is er geen sprake meer van een meerdaagse reis, maar alleen van hele lange dagen. u. Vrije dag: vakantiedag, werkgelegenheidsdag, rustdag, compensatie rustdag, feestdag, compensatie feestdag; v. Vrije dag: een kalenderdag plus aansluitend en/of voorafgaand een totaal van zes uur of een periode waarin tenminste 22 uur op een kalenderdag valt en met 8 uur aansluitend wordt verlengd. Gedurende de periode is de werknemer op standplaats vrij om over zijn tijd te beschikken. Bij elke aansluitende vrije dag wordt bovengenoemde periode verlengd met 24 uur. Voor de loonberekening van een vrije dag moet 8 uur in aanmerking worden genomen. Wenst de werknemer een halve vrije dag op te nemen, dan moet dit samenvallen met een halve kalenderdag; deze eerste halve dag van een kalenderdag eindigt uiterlijk om 13.00 uur. Een halve vrije dag kan alleen genoten worden indien er op die dag minder dan 5 uur arbeid is verricht.
Uit deze cao-tekst blijkt uit hoeveel aaneengesloten uren een vrije dag bestaat. Een chauffeur die voor 02:00 uur thuiskomt, de hele dag thuis is en dan de volgende dag om 04:00 uur weer start met de werkzaamheden heeft dus geen 30 uur aaneengesloten rust gehad maar 26 uur. En dat is dus geen vrije dag volgens de definitie in de cao. Het is kennelijk ook voldoende om een halve dag vrij te hebben na een werkdag van 04:00 uur tot 07:00 uur, zodat je om 15:00 uur een nieuwe dienst kan beginnen. Ook in dit geval wordt de definitie van de halve kalenderdag niet gehanteerd.
8 • FNV Bondgenoten • Zwartboek Sector Besloten Busvervoer
Als we de cao-tekst letterlijk nemen, dan kan een chauffeur meerdere diensttijden hebben, aangezien hij alleen dienst heeft als hij werkt. Arbeidstijd z.2 Arbeidstijd: Voor de rijdende werknemers wordt onder arbeidstijd verstaan het in dienst van de werkgever besturen van een touringcar/autobus en/of het verrich ten van andere met de functie samenhangende werkzaamheden welke worden uitgevoerd in opdracht van de werkgever.
Afgaande op de doornummering bij subartikel z in de cao, mag men concluderen dat er een onderling verband is tussen de subartikelen. Z1, 2 en 3 horen bij elkaar en kun je niet uit elkaar halen, want dan wordt het onduidelijk. In de cao staat dat de diensttijd enkel kan worden onderbroken door 9 uur rust (z3). Werkgevers geven aan dat de diensttijd gelijk staat aan arbeidstijd, waardoor ze veel artikelen kunnen omzeilen zoals de maaltijdvergoeding in artikel 34 lid 2. Rusttijd z.3 Rusttijd: Onder rusttijd wordt verstaan, elke periode van minimaal 9 uur aaneengesloten tussen twee diensttijden, gedurende welke de werknemer geen bemoeienis heeft met de onderneming.
De interpretatie van dit cao-artikel is dat een diensttijd alleen maar door minimaal 9 uur wordt onderbroken. Er dat er dus sprake is van twee diensttijden als er 9 uur aaneengesloten rust tussen zit.
Zwartboek Sector Besloten Busvervoer • FNV Bondgenoten • 9
Maatregelen tijdens contractsduur Artikel 8 Artikel 3 1. STAOBB krijgt de opdracht beleid te ontwikkelen voor de re-integratie van (langdurig) zieke werknemers. Doelstelling is te komen tot duurzame re-integratie in de eigen functie, of een passende functie binnen het eigen bedrijf of daarbuiten. 2. Tijdens de looptijd van deze CAO wordt onderzoek gedaan naar de functiewaardering voor rijdende werknemers. 3 De marktconformiteit van het loongebouw van het niet rijdend personeel inclusief de totale arbeidsvoorwaarden zal in het laatste jaar van deze CAO worden onderzocht. Het resultaat van dit onderzoek zal worden meegenomen in de onderhandelingen voor de volgende CAO. 4. Er zal gedurende de looptijd van de CAO een onderzoek plaatsvinden naar internationale lijndiensten en andere diensten welke volgens de 5/6-systematiek worden berekend. Het resultaat van dit onderzoek zal worden meegenomen in de onderhandelingen voor de volgende CAO. 5. De STO zal worden geherstructureerd en zal werken binnen de door CAO partijen vastgestelde begroting. 6. Partijen zullen de melding(en) zoals genoemd in artikel 30, lid 2 na één jaar evalueren.
De werkgevers blijken niet bereid dit cao-artikel uit te voeren, aangezien het ze (te) veel geld zou kunnen gaan kosten. Alleen punt 5 heeft hun steun, controle is volgens hen niet nodig omdat de hele sector de cao naar behoren toepast. Volgens de werkgevers zijn de vakbonden niet objectief en kijken die alleen maar naar wat er misgaat. Parttime werknemers In de praktijk blijkt echter dat de jaarlijkse loonsverhoging niet automatisch wordt doorgevoerd. Parttimers moeten hun loonspecificatie dus extra alert controleren. Volgens werkgevers zijn gedeeltelijk arbeidsongeschikten volledig inzetbaar en is het onnodig om zich te houden aan het door het UWV vastgestelde percentage dat mag worden gewerkt. Vervolgens worden de zogenaamd teveel gewerkte uren op creatieve wijze weggewerkt. Daarnaast beschikt FNV Bondgenoten over voorbeelden van uitbetaling in materiële zaken.
10 • FNV Bondgenoten • Zwartboek Sector Besloten Busvervoer
De bepalingen van deze CAO zijn naar rato van toepassing op parttimers, met inacht neming van de volgende leden van dit artikel. In afwijking van het bepaalde in lid 1 wordt voor een werknemer met een parttime dienstverband van 50% of meer, ten behoeve van de vaststelling van de loontrede ieder volledig jaar dat de dienstbetrekking voortduurt in aanmerking genomen als volledig ervaringsjaar. Bij een gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemer mag het totaal aantal gewerkte uren per betalingsperiode de restcapaciteit van de arbeidsongeschikte niet overschrijden.
M.U.P.-kracht/ZZP-er/freelancer Werkgevers vinden dat de totale cao niet van toepassing hoort te zijn als het gaat om oproepkrachten. Deze werknemers moeten genoegen nemen met hun loon en staan volledig ter beschikking van de werkgever. Door een MUP-contract te ondertekenen hebben deze werknemers hun rechten volgens werkgevers volledig verspeeld.
Artikel 9 1. De bepalingen van deze CAO zijn naar rato van het aantal gewerkte uren op M.U.P.-krachten van toepassing, met uitzondering van de artikelen 29, 30, 56,57 en 58 en met inachtneming van de volgende leden van dit artikel. Om een evenwichtige arbeidsverhouding te bevorderen, dient de inlenende werkgever zich ervan te verzekeren dat de bepalingen van de CAO van toepassing zijn op de ZZP-er en freelancer met uitzondering van de artikelen 29,30, 56, 57 en 58. Dat de inlenende werkgever zich dient te verzekeren dat de bepalingen van de CAO van toepassing zijn op de ZZP-er en freelancer geldt ook voor alle onderstaande leden van dit artikel, met dien verstande dat waar M.U.P. kracht staat ook ZZP-er/freelancer gelezen moet worden. Zie daarvoor in het bijzonder artikel 53 lid 1.
Zwartboek Sector Besloten Busvervoer • FNV Bondgenoten • 11
2. De loonberekening geschiedt naar rato van het aantal gewerkte uren volgens artikel 21. 3. Het uurloon is gebaseerd op ten minste 5 ervaringsjaren van de bij de functie behorende loonschaal van de M.U.P.-kracht. Het uurloon is verhoogd met 8% vakantietoeslag en 10% wegens aanspraak op vakantiedagen en werkgelegenheidsdagen. 4. De M.U.P. kracht verdient vanaf 1 juli 2008 tenminste per uur: het uurloon behorende bij schaal 5 zijnde (€ 11,83 x 108 % x 110 %) = € 14,05. Zie verder bijlage 2 lonen voor de rijdende werknemers. Het loon van de Mup kracht wordt per 1 januari 2009 , 1 januari 2010 en 1 januari 2011 met 3,25 % verhoogd. De werkgever is verplicht de Mup-kracht conform de Wet betreffende verplichte deelneming in het bedrijfstakpensioenfonds aan te melden als deelnemer bij het Prepensioenfonds Personenvervoer en het Pensioenfonds Vervoer. Even zo bevestigt hij e.e.a. aan het FSO-fonds. en bevestigt deze meldingen schriftelijk aan de werknemer. 5. In aanvulling op het bepaalde in lid 3 wordt voor een M.U.P.-kracht met een dienstverband van 50 % of meer ten behoeve van de vaststelling van de loontrede ieder volledig jaar dat de dienstbetrekking voortduurt in aanmerking genomen als volledig ervaringsjaar. 6. Bij aanbod van werk is de werkgever verplicht het werk eerst aan te bieden aan werknemers met een fulltime of parttime dienstverband voor onbepaalde tijd, alvorens het kan worden aangeboden aan parttimers met een dienstverband voor bepaalde tijd. Pas in laatste instantie mag het werk worden aangeboden aan M.U.P.-krachten en uitzendkrachten en personen welke inkomsten uit vroegere arbeid hebben conform de wet op de inkomstenbelasting.
Werkgevers zijn van mening dat het loon op basis van artikel 9.4 wordt berekend. Ervaringsjaren worden dus niet meegenomen in de loonberekening. Voor MUP-krachten dragen werkgevers niet af aan het FSO en tevens wordt er geen pensioen voor hen opgebouwd. Volgens de werkgevers kan worden volstaan met de jaarlijkse loonsverhoging. Het FSO is het Fonds Scholing en Ordening dat een werkgevers-/werknemerspremie int. Uit het fonds worden de gelden voor sociale regelingen zoals opleiding, arbeidsomstandigheden en controle naleving gefinancierd.
12 • FNV Bondgenoten • Zwartboek Sector Besloten Busvervoer
Hoewel de intentie van artikel 9.6 goed is, wijst de dagelijkse praktijk echter uit dat werkgevers doorgaans de ‘mooie’ ritten toewijzen aan MUP-krachten en niet aan werknemers met een contract voor bepaalde of onbepaalde tijd. Het blijkt dat de MUP-krachten met meer ervaring de werkgever dwingen hun de eerste keuze te geven op basis van oudste rechten. De overgebleven ritten worden verdeeld onder de overige werknemers. De loonspecificatie Aan de hand van een transparante en fatsoenlijke urenstaat kunnen werknemers controleren of alles conform de cao wordt berekend en opgebouwd. Echter, er zijn werkgevers die hun werknemers niet voorzien van een deugdelijk overzicht. Het lijkt er op dat deze werkgevers willens en wetens werknemers in het ongewisse willen laten.
Artikel 13 Bij iedere uitbetaling van de maand/vier wekenlonen wordt aan de werknemer een loon en een urenspecificatie verstrekt, waarop behalve de door de werkgever eventueel gewenste vermeldingen, in elk geval – voor zover van toepassing – de navolgende (loon)bestanddelen moeten voorkomen: > > > > > > > > > > > > > > >
loon; overuren; onregelmatigheidstoeslag; onderbrekingstoeslag; de bruto vergoeding meerdaagse reizen; aantal gewerkte dagen; ziektedagen; aantal gewerkte uren; het saldo spaaruren; het tegoed aan vakantiedagen; het tegoed aan werkgelegenheidsdagen; het tegoed aan niet genoten rustdagen; het tegoed aan vervangende feestdagen; diversen; netto vergoedingen.
Zwartboek Sector Besloten Busvervoer • FNV Bondgenoten • 13
Artikel 15
Artikel 19
2. Inschaling bij indiensttreding: Bij indiensttreding wordt de werknemer ingeschaald in de bij zijn functie behorende loonschaal op de trede, die overeenkomt met het aantal ervaringsjaren, dat de werknemer als bestuurder van een autobus in deze bedrijfstak heeft opgedaan.
1. Voor werknemers geldt een vijfdaagse werkweek, met een gemiddelde arbeidstijd van 40 uur. Per kalenderweek ontstaat derhalve aanspraak op 2 rustdagen.
3. Voor werknemers die gedurende opeenvolgende seizoenen bij dezelfde werkgever in dienst zijn, worden ten behoeve van de vaststelling van het loon alsmede van de aanvulling van het loon in geval van arbeidsongeschiktheid de opeenvolgende seizoenen als aansluitende ervaringsjaren in aanmerking genomen.
Beloning rijdende werknemers De inschaling van werknemers levert met de regelmaat van de klok problemen op. Hoewel dit duidelijk in artikel 15.2 wordt omschreven, tellen veel werkgevers de ervaringsjaren uit voorgaande dienstverbanden niet mee. Zouden ze dit wel doen, dan wordt een werknemer al gauw te duur. Een veel gebruikt argument van de werkgevers is dat ze anders minder concurrerend kunnen zijn. Ook bij langdurig ziekte is het voor werkgevers voordeliger om de werknemer niet te laten stijgen in het loongebouw. Het argument dat hierbij wordt gehanteerd is ‘Hij heeft niet gereden en dus ook geen recht op een ervaringsjaar.’ Begin 2010 heeft FNV Bondgenoten gediscussieerd met menig werkgever, omdat deze van mening was dat het toekennen van zowel de 3,25% loonsverhoging als een tredeverhoging teveel van het goede was. Werkweek Voor veel werkgevers lijkt cao-artikel 15.3 in een vreemde taal te zijn opgesteld; slechts een enkeling voert het naar behoren uit. Bij alle looncontroles die de vakbond tot nog toe heeft uitgevoerd, is het raak: het recht op rustdagen wordt met voeten getreden. Werkgevers blijken uiterst vindingrijk in het creëren van compensatiedagen, waarmee het betalen van een overwerktoeslag van 35% wordt omzeild. FNV Bondgenoten is zeer verontrust over het bewust niet-naleven van dit cao-artikel, waardoor werknemers rechten worden ontnomen.
14 • FNV Bondgenoten • Zwartboek Sector Besloten Busvervoer
2. Indien in enige betalingsperiode van 4 weken of een maand minder dan 8 respectievelijk. 8 2/3 rustdagen, zoals bedoeld in lid 1, zijn genoten, wordt per te weinig genoten rustdag 8 uur arbeidstijd (partimers zie artikel 8 lid 1) op de loonbetaling in mindering gebracht en omgezet in een compensatierustdag. Compensatierustdagen kunnen pas worden genoten als deze zijn opgebouwd en vervolgens pas worden toegekend als de rustdagen per betalingsperiode zijn genoten. Voor elke 8 uur arbeidstijd wordt, uiterlijk 30 april van het jaar volgend op het jaar waarin de arbeidstijd is opgebouwd of gelijklopend met de jaar-/spaarurenregeling, één betaalde vervangende rustdag (compensatierustdag) gegeven. Compensatierustdagen opgebouwd in de maand voorafgaand aan het afrekenmoment dienen te worden gecompenseerd in het eerste kwartaal van het de daarop volgende periode, dan wel op het afrekenmoment te worden uitbetaald. 3. De vergoeding in tijd wordt gegeven op standplaats in hele en desgewenst in halve dagen (voor zover niet in strijd met het ATB Vervoer). Voor iedere hele of halve dag krachtens deze regeling wordt 8 resp. 4 maal het uurloon vergoed onder gelijktijdige vermindering van het aantal opgespaarde uren met 8 resp. 4 uur. 4. Het intrekken van een toegekende compensatierustdag binnen 24 uur voorafgaande aan het moment waarop de compensatierustdag wordt genoten, is alleen mogelijk als de werknemer daarmee instemt. De werknemer heeft in dat geval recht op een bruto toeslag van € 11,51. 5. Op 30 april of op het afrekenmoment van de overuren, als bedoeld in artikel 30, worden de overgebleven compensatierustdagen uitbetaald à 135%. De werknemer kan schriftelijk verzoeken om deze dagen niet uit te laten betalen, maar te reserveren als vakantiedagen. Compensatierustdagen moeten met voorrang op spaaruren en werkgelegenheidsdagen vóór 30 april van het volgende jaar of voor het afrekenmoment van de jaarurenregeling worden teruggegeven.
Zwartboek Sector Besloten Busvervoer • FNV Bondgenoten • 15
Ook dit artikel wordt in de praktijk niet nageleefd. Lid 2 van dit cao-artikel geeft duidelijk aan dat een werknemer bij een wekelijkse rustdag toch de contracturen krijgt doorbetaald. Maar werkgevers kennen zo’n rustdag niet toe, omdat dit leidt tot een tekort aan rustdagen en dan moet feestdagentoeslag van 35% worden betaald. Artikel 20 is ook van toepassing op MUP-krachten, maar aan hen verstrekken werkgevers al helemaal geen compensatie voor gewerkte doordeweekse feestdagen.
In de praktijk blijken veel werkgevers niet bereid om acht uur netto toe te kennen als een chauffeur om 02.00 uur terugkomt van een meerdaagse reis. Argument: niet gewerkt, is geen loon en dus geen uren. Bovendien stellen werkgevers dat andere ritopdrachten op dezelfde kalenderdag moeten worden gerekend onder de acht uren die al zijn verstrekt vanwege de meerdaagse garantie. Dit scheelt ze weer enkele uren uitbetalen. Het is aan de chauffeur om aan te tonen dat er een ander reisgezelschap in de bus heeft plaatsgenomen, althans zo redeneren de werkgevers.
Artikel 20 Aan de werknemer die op een feestdag, bedoeld in lid 1, niet op zaterdag of zondag vallende arbeid verricht dan wel de wekelijkse vrije dag geniet, wordt een vervangende vrije dag toegekend. 2a. voor de vervangende vrije dag die voor een feestdag in de plaats treedt, worden 8 uren voor de loonberekening in aanmerking genomen; 2c. de vervangende vrije dag dient te worden genoten vóór 30 april van het jaar volgend op het jaar waarin het recht is ontstaan. De compensatie feestdagen worden in hele of halve dagen gegeven.
Arbeidstijdberekening rijdende werknemers Artikel 21 A. Toerwagenritten/ ongeregeld vervoer/ pendelvervoer De arbeidstijd van rijdende werknemers bedraagt 5/6 van de diensttijd. Hierop bestaan de volgende uitzonderingen: 1. Bij meerdaagse reizen wordt de arbeidstijd geacht te zijn: op de eerste en laatste kalenderdag 5/6 van de diensttijd volgens de tachograafschijf met een minimum van acht uur netto arbeidstijd per dag. Voor elke tussenliggende dag wordt voor de loonberekening acht uur netto arbeidstijd in aanmerking genomen. 2. Indien de chauffeur tijdens een meerdaagse reis in opdracht van de werkgever een rit rijdt ten behoeve van een ander reisgezelschap, dan dienen de uren voor zover de acht uur wordt overschreden, afzonderlijk vergoed te worden.
16 • FNV Bondgenoten • Zwartboek Sector Besloten Busvervoer
5. De arbeidstijd bij dagtochten wordt als volgt berekend: 5/6 x totale diensttijd (het moment waarop de dienst wordt aangevangen, inclusief eventuele rusttijd, onderbrekingen en pauzes buiten standplaats tot het moment waarop de dienst wordt beëindigd) met een maximum van 16 uur netto. Indien echter de werkzaamheden buiten standplaats worden onderbroken door een nachtrust van ten minste 9 uur en omvattende de periode van 00.00 uur tot 04.00 uur, mag deze nachtrust voor de loonberekening in mindering worden gebracht. Hierbij geldt de uitdrukkelijke voorwaarde dat de nachtrust in een éénpersoonshotelkamer met douche en toilet wordt doorgebracht. Werkgever en werknemer kunnen gezamenlijk een dispensatieverzoek indienen (artikel 66). In afwijking van het bovenstaande geldt voor ritten waarbij de chauffeur binnen 24 uur terugkeert op standplaats, en waarbij de chauffeur niet de groep vervoert tot de eindbestemming, doch de rit wordt voortgezet door een andere chauffeur, en deze groep niet binnen 24 uur terugkeert op haar vertrekpunt, en de chauffeur na een rustperiode van meer dan 9 uur weer wordt ingezet voor de terugreis met een andere groep, de volgende afwijking van bovenvermelde regeling: > door de werkgever zal worden gezorgd dat er voor de chauffeur op de plaats van onderbreking een éénpersoonshotelkamer met douche en toilet beschikbaar is; > de tijd welke aan de werknemer zal worden vergoed is gelijk aan 6/6 van de totale tijd minus 8 uur, met een minimum van 10 uur. 6. Indien de aaneengesloten diensttijd korter is dan twee uur, is de arbeidstijd 6/6 van de diensttijd.
Zwartboek Sector Besloten Busvervoer • FNV Bondgenoten • 17
Hoewel in cao-artikel 21.5 wordt gesproken over ‘nacht’, is het artikel ook van toepassing als een chauffeur ’s nachts heeft gereden en dan overdag zijn nachtrust geniet. Uiteraard zijn werkgevers het hier niet mee eens. Er is menig werkgever die in een dergelijke situatie tegen de chauffeur zegt: “Je kan wel in de bus slapen want de touroperator heeft niet voor een kamer gezorgd. Of weet je wat: ik geef je geld dat je in je eigen zak kunt steken. Zo worden we er alle twee beter van.” De totstandkoming van dit artikel heeft veel inspanning van de vakbonden gevergd. Door het gedrag van de werkgevers wordt de inhoud ervan teniet gedaan.
> moet voorafgaand aan de pendel of internationale lijndienst de dagelijkse rusttijd minimaal 12 uur bedragen; > moet na afloop van de pendel of de internationale lijndienst een rust van 24 uur aaneengesloten worden genoten.
De wet stelt 9 uur, dus naleving van dit artikel komt zelden voor.
Toepassing van cao-artikel 21.6 blijkt voor werkgevers erg ingewikkeld te zijn. Volgens hen kan hiermee onmogelijk worden bedoeld dat als een chauffeur 1,5 uur een 5/6 rit uitvoert, 6/6 moet worden berekend.
Werkgevers hebben maar bij een ding baat en dat is dat de bussen moeten rijden. In de praktijk wordt vrijwel onmiddellijk gedreigd met ontslag als een chauffeur niet rijdt. Dit cao-artikel is moeilijk te controleren en wordt niet-naleving geconstateerd dan is er vaak niets meer aan te veranderen. De uitspraak “Als het je niet zint, kun je oprotten” wordt veelvuldig door werkgevers gedaan.
Groepsvervoer en openbaar vervoer
Werktijdenregeling
B. Groepsvervoer en openbaar vervoer 1. De arbeidstijd van rijdende werknemers bedraagt 6/6 van de diensttijd. 2. Eénmaal per diensttijd wordt één onderbreking van minder dan 61 minuten niet geacht arbeidstijd te zijn. 3. Voor het openbaar vervoer gelden verder de bepalingen van hoofdstuk 7.
Werkgevers vinden dit cao-artikel onbegrijpelijk: waarom zouden ze niet dagelijks 1 uur pauze in mindering mogen brengen? Er wordt in de pauze toch niet gewerkt en dus hoeft dat niet te worden betaald. En wat wordt er exact bedoeld met ‘Eenmaal’? Rusttijd bij pendelvervoer
Artikel 24 1. Met betrekking tot de wekelijkse rusttijd geldt het bepaalde in het ATB Vervoer, waarin is bepaald dat de werkgever de arbeid zodanig moet organiseren dat de werknemer in een periode van 26 achtereenvolgende weken ten hoogste gemiddeld 55 uren per week arbeid moet verrichten. 2. Ten aanzien van de werknemer die arbeid verricht die geheel of gedeeltelijk is gelegen in de periode tussen 01.00 uur en 0.5.00 uur, geldt dat zijn totale arbeidstijd niet meer bedraagt dan 12 uur in elke periode van 24 achtereenvolgende uren, te rekenen vanaf het begin van zijn arbeid.
Artikel 22
Werkgevers geven werknemers direct opdracht dit cao-artikel te overtreden. Echter, bij constatering van een overtreding zijn de gevolgen – zoals het gedwongen aan de kant zetten van de bus – voor rekening van de werknemer.
Indien de enkelvoudige diensttijd bij pendels en internationale lijndiensten langer gaat duren of geduurd heeft dan 18 uur dan dient de tussenliggende rusttijd op de plaats van bestemming van de pendel of internationale lijndienst minimaal 11 uur te bedragen.
Werkgevers peinzen er niet over zich te houden aan dit cao-artikel. Een groot deel van het werk dient ’s nachts te gebeuren, desalniettemin houdt een groot deel van de werkgevers zich niet aan dit artikel.
18 • FNV Bondgenoten • Zwartboek Sector Besloten Busvervoer
Zwartboek Sector Besloten Busvervoer • FNV Bondgenoten • 19
Mededeling arbeid- en rusttijdenregeling Werkgevers houden zich nauwelijks aan artikel 25 en 26; volgens hen is het heel normaal dat een chauffeur een dag van tevoren belt om te weten wat hij de volgende dag moet doen. Het valt niet beter te plannen omdat het werk pas laat binnenkomt. Chauffeurs mogen dus blij zijn als ze het voor het middaguur weten. Argumenten en excuses voor niet-naleving worden zo wijd en zijd toegepast dat de werknemers volgens FNV Bondgenoten feitelijk door hun werkgevers worden gegijzeld omdat ze niet weten wat hun dienstrooster of -regeling is. Controle op naleving van deze artikelen – die gebaseerd zijn op de Arbeidstijdenwet – wordt door de Arbeidsinspectie (AI) geweigerd. Wat de vakbond betreft schiet de AI volledig tekort op dit punt.
Artikel 25 De werkgever is gehouden een arbeidspatroon voor zijn werknemer vast te leggen. Een werkgever die een arbeidspatroon voor de bij hem werkzame werknemer vaststelt of opnieuw vaststelt, deelt dit arbeidspatroon ten minste 28 dagen van tevoren aan die werknemer mede. Indien de aard van de arbeid toepassing van het tweede lid onmogelijk maakt, deelt de werkgever ten minste 28 dagen van tevoren aan de werknemer mede op welke dag de rusttijd, bedoeld in de artikelen 5:3 en 5:4 arbeidstijdenwet, aanvangt. Tevens maakt hij aan die werknemer ten minste 4 dagen van tevoren de tijdstippen bekend waarop hij arbeid moet verrichten. Van het tweede en derde lid kan uitsluitend bij collectieve regeling of, indien geen collectieve regeling van toepassing is dan wel de collectieve regeling geen bepalingen ter zake bevat, telkens met instemming van de betrokken werknemer worden afgeweken. Voor afwijkingen als bedoeld in lid 4 geldt dat met de OR en de regionale Vakbondsbestuurder een andere regeling kan worden overeengekomen voor zover het ATB Vervoer dat niet belet.
20 • FNV Bondgenoten • Zwartboek Sector Besloten Busvervoer
Artikel 26 Intrekken vrije dagen: Het intrekken van toegekende vrije dagen is alleen mogelijk als de werknemer daarmee instemt. De werknemer heeft in dat geval recht op een bruto toeslag van € 11,51.
Definities overuren Artikel 27 2. Rijdende werknemers: Overuren zijn uren waarmee de gemiddelde wekelijkse arbeidstijd van 40 uur wordt overschreden. Overuren dienen per betalingsperiode van een kalendermaand of 4 weken berekend te worden, met inachtneming van rustdagen en eventuele compensatierustdagen, als bedoeld in artikel 19 en de spaarurenregeling van artikel 29 of de jaarurenregeling van artikel 30. Voor een werknemer met een parttime dienstverband geldt dat de uren welke de arbeidsuren overschrijden tussen zijn contractueel overeengekomen uren en het aantal arbeidsuren geldende voor een fulltime dienstverband geen overuren zijn in de zin van artikel 28. Over de uren welke gewerkt worden liggende tussen de contractueel overeengekomen uren en de uren van een fulltime dienstverband worden vakantiedagen, werkgelegenheidsdagen, verlofdagen en vakantietoeslag opgebouwd conform artikel 8. Tevens worden deze uren meegenomen in de opbouw prepensioen en pensioen. Werkgever en werknemer kunnen overeenkomen dat deze saldi eenmaal per jaar worden uitbetaald. Indien op 30 april of uiterlijk voor aanvang van het seizoen van enig jaar niet alle spaaruren opgebouwd in het daaraan voorafgaande jaar in de vorm van vrije tijd zijn opgenomen, dienen de resterende spaaruren op deze datum uitbetaald te worden á 100%.
Zwartboek Sector Besloten Busvervoer • FNV Bondgenoten • 21
Dit artikel is een van de meest overtreden artikelen uit de cao. Het uitbetalen van overwerk na 173,3 uur per betalingsperiode is voor vele werkgevers een niet na te leven onderdeel van dit artikel. Zij zijn alleen in staat te rekenen met de gewerkte dagen per maand. Blijkbaar is het berekenen van gemiddeld overwerk een brug te ver voor menig werkgever. Voor werknemers met een parttime dienstverband geldt dat ook bij hen pas na 173,3 uur werken overwerk wordt berekend. Echter, de vakantietoeslag, vakantiedagen, werkgelegenheidsdagen, pensioenpremie en FSO-premie aan het einde van het jaar over de meeruren berekenen is absoluut onmogelijk. Met andere woorden, dit belangrijke recht vervalt voor werknemers met een parttime dienstverband. De werkgevers gaan er vanuit dat werknemers dit niet snappen en/of controleren en dus laten ze uitvoering van dit artikel gemakshalve achterwege.
Artikel 29 1. De spaarurenregeling wordt schriftelijk overeengekomen. 4. De uren als genoemd in lid 3 worden in overleg tussen werkgever en werknemer in vrije tijd op standplaats opgenomen in hele of halve dagen (tenzij tussen werkgever en werknemer iets anders wordt overeengekomen). 6. Naar keuze van de werknemer wordt de overurentoeslag van 35% hetzij uitgekeerd in tijd (door toevoeging aan het spaaruren tegoed) dan wel in geld.
Werknemers worden veelal door hun werkgever gedwongen overuren in tijd te laten uitkeren. Dit betekent dat dit financiële recht met betrekking tot overwerk kan worden ingezet als er geen werk is – de werknemer wordt gedwongen zijn overuren in tijd op te nemen. Ook hier zijn geen financiële nadelen voor de werkgever aan verbonden. Volgens FNV Bondgenoten wordt het bedrijfsrisico volledig afgewenteld op de werknemer.
Werkgever en werknemer kunnen met betrekking tot de uren die de 100-uursgrens overschrijden in onderling overleg afspreken dat die uren: > volledig worden uitbetaald of > als spaaruren worden aangemerkt of > worden vergoed volgens een combinatie van de hierboven genoemde mogelijkheden. De afspraken in lid 5 en 6 moeten jaarlijks worden gemaakt en schriftelijk worden vastgelegd. Indien op 30 april of uiterlijk voor aanvang van het seizoen van enig jaar niet alle spaaruren opgebouwd in het daaraan voorafgaande jaar in de vorm van vrije tijd zijn opgenomen, dienen de resterende spaaruren op deze datum uitbetaald te worden á 100%. Voor de toeslag van 35% wordt verwezen naar lid 5.
Vaak blijkt dat de werkgever met zichzelf heeft overlegd en de werknemer niet eens de keuze laat. Een gehoorde reactie van werkgeverskant is: “Moet dat? Nou dan doe ik dat eenmalig voor eens en altijd.” Van de werknemer wordt vervolgens verwacht dat hij ondertekent, aangezien de werkgever het bedrijfsrisico niet wenst te dragen. In de praktijk blijkt dat werkgevers dit artikel alleen bij indiensttreding naleven, terwijl dit jaarlijks zou moeten zijn. Er zijn ook werkgevers die dit artikel helemaal niet naleven, maar wel de regeling toepassen. Door werknemers in drukke periodes 200 en meer uren te laten werken, kan een werkgever in rustige tijden die uren gebruiken om weg te schrijven. Zodoende loopt de werkgever geen risico. Bij werknemers waar geen werk voor 173,3 uur is, worden de spaaruren gewoon weggestreept.
22 • FNV Bondgenoten • Zwartboek Sector Besloten Busvervoer
Blijkbaar is ‘jaarlijks’ wat de werkgevers betreft eenmalig namelijk bij indiensttreding. “Nee dat zetten we om in verlofdagen en als niemand kijkt, zetten we het weer om in spaaruren want ik wil wel kunnen blijven afschrijven. En wat er niet hoeft te worden uitbetaald kost geen geld”, aldus de werkgever. Veel werkgevers hebben geen zin om jaarlijks een gesprek met de werknemers over dit artikel aan te gaan. Wat de werkgever betreft, moeten werknemers blij zijn dat ze bij hem mogen werken.
Zwartboek Sector Besloten Busvervoer • FNV Bondgenoten • 23
Artikel 30 2.A De jaarurenregeling moet schriftelijk overeengekomen worden tussen werkgever en werknemer. Deze schriftelijke overeenkomst maakt onderdeel uit van de arbeidsovereenkomst. In deze schriftelijke overeenkomst moet het onderstaande geregeld worden: > de werkgever stelt de ingangsdatum van de jaarurenregeling (naar rato) vast voor de werknemers met een dienstverband van zeven maanden of langer. (De startdatum kan voor elke werknemer anders bepaald worden); > de wijze waarop werkzaamheden worden ingevuld nadat de jaaruren ad 2080 uur bruto danwel de werkdagen ad 239 zijn bereikt. (Dagen en uren zijn per jaar variabel en worden vanaf nul opgebouwd); > de 35 % toeslag wordt maandelijks uitbetaald dan wel in tijd gecompenseerd; > een eventueel negatief uren saldo aan het eind van het jaar komt voor rekening van de werkgever. 2.B Indien de werknemer geen gebruik wenst te maken van zijn 20 wettelijke vakantiedagen conform het gestelde in artikel 56 dan dient hij hiervoor schriftelijk een mededeling te zenden aan de cao-secretaris, waarvoor hij een bevestiging ontvangt. De werknemer verstrekt zijn werkgever een kopie van deze mededeling. Na deze melding zal het aantal dagen van 239 verhoogd worden met het aantal niet opgenomen vakantiedagen met een maximum van 261 te werken dagen. 3. Zolang de jaarurenregeling niet schriftelijk is vastgelegd geldt per definitie de spaarurenregeling neergelegd in artikel 29. 5. Op de laatste kalenderdag van de 7 tot en met 12 maanden periode dienen alle openstaande uren en toeslagen te worden afgerekend. Op uitdrukkelijk schriftelijk verzoek van de werknemer kunnen de openstaande tegoeden aan uren en compensatiedagen omgezet worden in vakantiedagen. 6. De overurentoeslag van 35% zoals vermeld in artikel 28 lid 2 wordt maximaal 1 keer vergoed.
Werkgevers vinden dat zij dit zelf wel kunnen bepalen en indien nodig schrijven ze zelf de brief. De werknemer hoeft alleen maar zijn handtekening bij het kruisje te zetten. Werkgevers schreeuwden moord en brand toen FNV Bondgenoten concludeerde dat als ook de spaarurenregeling niet schriftelijk is vastgelegd, artikel 29 en 30 ook niet meer opgaan. Met als gevolg: geen jaarurenregeling, dan geldt de spaarurenregeling. Maar volgens artikel 29.1 moet dit schriftelijk worden overeengekomen. Doet de werkgever dit niet, dan heeft dit tot gevolg dat hij daarmee de toepassing van artikel 29 en 30 buiten werking stelt en dus elke maand de gewerkte uren en overuren gewoon moet uitbetalen. Afrekenen kost geld en de werkgevers wensen niet meer geld aan de werknemers te besteden dan strikt noodzakelijk. De loonsverhoging alleen al vinden ze buitensporig, laat staan dat werkgevers artikel 30.5 naleven. “Ja, die werknemer krijgt al een keer per maand overwerkvergoeding en dus gaan we er nu niet meer aan beginnen. Ik als werkgever snap niet hoe dat moet dus de werknemer heeft gewoon pech gehad.” Want als een werknemer op jaarurenbasis meer heeft gewerkt dan de vastgestelde te werken uren dan moet er 35% overurentoeslag worden betaald. De uren waarover reeds op maandbasis een overurentoeslag is betaald, worden op het saldo in mindering gebracht. Werkgevers beginnen hier niet aan. De werknemer moet maar genoegen nemen met wat hij heeft ontvangen. Bij voorkeur zouden werkgevers zien dat er zonder toeslag wordt gewerkt omdat werknemers anders veel te duur worden. Onderbrekingstoeslag Werkgevers vinden het vaak teveel moeite om elk jaar in de cao te kijken en de onderbrekingstoeslag te berekenen. Foutieve berekeningen vallen ook minder snel op. Werkgevers stellen dat elke rit een nieuwe dienst is en er dus ook geen onderbrekingstoeslag hoeft te worden betaald. Hierdoor wordt de 12 uur ook nooit overschreden. Elke creatieve definitie van ‘gemotoriseerd’ valt bij werkgevers in goede aarde, zoals bijvoorbeeld een snorfiets of met z’n allen in een bus. Per saldo scheelt dit bijna 4 euro.
24 • FNV Bondgenoten • Zwartboek Sector Besloten Busvervoer
Zwartboek Sector Besloten Busvervoer • FNV Bondgenoten • 25
Artikel 32
Artikel 34
1. De rijdende werknemer heeft recht op een onderbrekingstoeslag bij alle typen vervoer. De onderbrekingstoeslag bedraagt per 1 januari 2008 € 13,02 en wordt daarna conform artikel 12b verhoogd. 2. Er wordt per dienst één onderbrekingstoeslag toegekend, indien de diensttijd langer dan 1 uur wordt onderbroken en de totale diensttijd niet meer dan 12 uur bedraagt. Voor zover de totale diensttijd meer dan 12 uur bedraagt en er meer dan één onderbreking als hiervoor bedoeld plaatsvindt, worden per dienst maximaal twee onderbrekingstoeslagen toegekend. 4. De onderbrekingstoeslag mag worden verminderd tot € 8,25 wanneer de werknemer de bus (of ander gemotoriseerd vervoer nadat schriftelijk dispensatie is verleend door cao-partijen) op vrijwillige basis mee naar huis neemt en wel indien de rit eindigt op of nabij de plaats waar de werknemer woonachtig is en de rit volgend op de onderbreking ook op deze plaats aanvangt.
Maaltijdvergoedingen/ overige zakelijke kosten
Dit artikel staat op nummer 1 als het gaat om niet-naleving. Op allerlei manieren proberen werkgevers onder deze verplichting uit te komen. Uitleg van dit artikel levert zowel bij werkgevers als bij werknemers grote problemen op. Het verstrekken van een tegoedbon voor bijvoorbeeld een saucijzenbroodje is volgens werkgevers afdoende. Er hoeft dus geen lunchvergoeding te worden betaald. Ondanks het feit dat er in de cao staat dat een maaltijd hoort te voldoen aan de schijf van vijf. Volgens werkgevers is de diensttijd gelijk aan de arbeidstijd en is het ook zo dat er meerdere diensttijden op een dag kunnen zijn terwijl artikel 2 lid z3 een duidelijke beschrijving geeft wanneer de diensttijd wordt onderbroken en er sprake is van twee diensttijden. Door deze stellingname vervalt elk recht op een maaltijdvergoeding.
1. Algemeen b) Er wordt geen maaltijd vergoed als er op een andere wijze in de maaltijd is voorzien. 2. Maaltijden voor werkzaamheden welke binnen een termijn van 24 uur worden uitgevoerd. Voor werkzaamheden welke binnen een termijn van 24 uur worden uitgevoerd, geldt aanvullend: b) Indien de diensttijd valt tussen 08.00 uur en 18.30 uur wordt er geen maaltijdvergoeding verstrekt. Indien de diensttijd aanvangt voor 08.00 uur en eindigt voor 18.30 uur en de aaneengesloten minimale diensttijd 9 uur bedraagt ontvangt de chauffeur een maaltijdvergoeding ter grootte van € 11,00. c) Per maaltijd wordt het bedrag van de ingeleverde bon of bonnen vergoed, tot de volgende maximumbedragen: i) als de dienst feitelijk langer aaneengesloten duurt dan 9 uren: € 18,50; ii) als de dienst feitelijk langer aaneengesloten duurt dan 14 uren: € 29,50. Per 1-1-2011 als de dienst feitelijk langer aaneengesloten duurt dan 13 uur. c) Indien er geen voorziening voor ontbijt is getroffen, ontvangt de werknemer een vergoeding van maximaal € 8,00 per dag; dit op basis van een fiscale bon, zoals omschreven in lid 1 van dit artikel. a) Bij meerdaagse reizen heeft de chauffeur die zonder reisleider vervoer van personen verricht per dag recht op: i) een netto vergoeding van € 10,75; ii) een bruto vergoeding van € 3,50;
De opdrachtgever, dus huurder van de bus, geeft een bedrag voor de maaltijd en dat is wat de chauffeurs van hun werkgever dus krijgen. Is dat bedrag minder dan de cao aangeeft, dan heeft de chauffeur gewoon pech gehad.
26 • FNV Bondgenoten • Zwartboek Sector Besloten Busvervoer
Zwartboek Sector Besloten Busvervoer • FNV Bondgenoten • 27
Meerdaagse reizen De reisleider is een terugkerend fenomeen. De werkgevers zijn samen met de touroperators van mening dat een reisleider degene is die op de stoel vooraan in de bus naast de chauffeur plaatsneemt. Opleiding is niet relevant. En dit alleen maar om de vergoeding niet te hoeven uit te keren. Als de chauffeur de reisleidertaken niet wenst uit te voeren, krijgt hij een klacht aan zijn broek en mag hij niet meer voor die touroperator werken. Claimt hij dan echter de toeslag gekoppeld aan de werkzaamheden, dan is hij niet gemotiveerd en mag hij de reizen niet meer uitvoeren. De toeslagen vormen een wezenlijk deel van het inkomen, dus de chauffeur wordt gedwongen nederig te zijn en toe te geven.
d) Bij meerdaagse reizen uitgevoerd met reisleider, heeft de chauffeur voor de overige zakelijke kosten recht op een netto vergoeding van € 5,73 per dag. g) Bij driedaagse stedenreizen worden de overige zakelijke kosten op de tweede dag gesteld op een netto vergoeding van € 10,75 plus een bruto vergoeding van € 16,50.
Volgens de werkgevers zijn Parijs, Berlijn of Londen steden, maar overige plaatsen niet. Vaak wordt de hogere vergoeding dan ook niet aangevinkt in het loonberekeningsprogramma, waardoor chauffeurs de vergoeding mislopen. Vergoeding bij opleiding
b) Werkzaamheden van de chauffeur die begeleidt wordt door een reisleider Artikel 35 Tot de werkzaamheden van de chauffeur behoort: > Alles wat met de touringcar te maken heeft, van zorgen dat er voldoende brandstof in zit tot het schoonhouden van interieur en exterieur tijdens de reis. > Voorbereiden (eventueel in overleg met de reisleider) van de route (routekennis). > Hotels en bezienswaardigheden weten te bereiken. > Mededelen van vertrektijden indien nodig. > Het helpen van de passagiers bij in- en uitstappen. > Het zorg dragen voor de bagage van de passagiers.
In de praktijk is het echter zo dat de werkgever een melding van een chauffeur niet doorgeeft aan de touroperator. De chauffeur wordt veelal door zijn werkgever gedwongen genoegen te nemen met datgene wat hem is voorgelegd.
Belangrijke toevoegingen: 1. Indien van een chauffeur verlangd wordt WEL als chauffeur/reisleider te fungeren omdat er bijvoorbeeld een niet-deskundige passagier of leraar als reisleiding is benoemd, dan dient de chauffeur gewoon de reisleidertoeslag te ontvangen. 2. Als de situatie als onder 1 genoemd zich onverwacht voordoet dient dechauffeur zijn leidinggevende te bellen om zo zijn toeslag veilig te stellen of de opdrachtgever gelegenheid te geven dit op te lossen.
28 • FNV Bondgenoten • Zwartboek Sector Besloten Busvervoer
Voor alle opleidingen en cursussen die de werknemer op verzoek van de werkgever volgt komen de kosten voor rekening van de werkgever. Onder de werktijd welke voor betaling in aanmerking komt valt ook de reistijd van en naar de cursuslocatie. De tijd welke gemoeid is met de cursus wordt 6/6 uitbetaald. De reis- en verblijfskosten worden eveneens aan de werknemer vergoed. Indien niet door het opleidingsinstituut is voorzien in een maaltijd gelden dezelfde voorwaarden voor een maaltijdvergoeding zoals verwoord in artikel 34 lid 1. Wanneer de werknemer met eigen vervoer reist zal de kilometervergoeding worden vergoed volgens actuele fiscale normen. Wanneer de werknemer binnen twee jaar na beëindiging van de cursus en/of opleiding vrijwillig het bedrijf verlaat dient hij de kosten van de cursus en/of opleiding van 1000 euro en meer, exclusief subsidie, terug te betalen. Per maand dat de werknemer niet meer in dienst is moet hij 1/24 deel van de kosten terugbetalen (exclusief subsidie). De wettelijk verplichte opleidingen in het kader van 35 uur in vijf jaar, dient de werkgever voor zijn rekening te nemen.
Uit bovenstaande blijkt dat dit een groot probleem zal gaan vormen in de nabije toekomst. De Europese wetgeving stelt dat elke beroepschauffeur op de weg die geboren is na 1-6-1955 voor 1-1-2015 minimaal 35 uur door de overheid gecertificeerde opleidingen moet volgen. Heeft hij dit naar behoren gedaan, dan krijgt hij de Code 95 op zijn rijbewijs. Heeft hij dit niet gedaan, dan verliest hij de rijbevoegdheid voor het uitoefenen van zijn/haar beroep als chauffeur.
Zwartboek Sector Besloten Busvervoer • FNV Bondgenoten • 29
Wederom een artikel waar zeer creatief mee wordt omgesprongen. Werkgevers redeneren dat als het UWV de opleiding vergoedt, zij de kosten wel op de werknemer kunnen verhalen als hij voortijdig vertrekt. Met andere woorden: de werkgever ontvangt twee keer geld. Bijvoorbeeld: “Weet je wat? We tellen alle cursussen over de jaren bij elkaar op en dan komen we boven de € 1.000,- euro uit en als je dan eerder uit dienst gaat, dan mag je de opleidingskosten mooi terug betalen.” Of “Ja maar, je bent niet fulltime voor onbepaalde tijd in dienst. Je denkt toch niet dat ik die cursus ga betalen? Hoeveel procent was er ook al weer onbepaalde tijd fulltime? 21,56%.” Maar ook: “Als er na 2015 geen opgeleide chauffeurs meer zijn dan nemen we toch de chauffeurs die voor 1-6-1955 geboren zijn? Die hebben die code 95 niet nodig. De oudste werknemer is tenslotte pas 81 jaar.” Reiskostenvergoeding 1. Aan de werknemer, die dienst heeft buiten standplaats, worden de werkelijk betaalde reiskosten vergoed volgens de fiscaal geldende normen, indien hij niet heeft kunnen reizen met gratis vervoer; hij ook bij tijdige aanvraag niet met gratis vervoer had kunnen reizen. 2. Bij verplaatsing van het bedrijf of bij overplaatsing van werknemers worden gedurende twee jaar de extra kosten voor woon/werkverkeer vergoed volgens de geldende fiscale normen.
Door meerdere standplaatsen te creëren omzeilen werkgevers dit artikel. Dit artikel wordt sowieso niet nageleefd door werkgevers. Het merendeel weet niet eens dat dit in de cao is geregeld omdat ze de cao niet lezen. Geen toepassing CAO Besloten Busvervoer Door werknemers over de verschillende vestigingen te verdelen, komt een werkgever nooit aan de 25 fte’s. Dat werknemers dan langer moeten reizen weegt niet op tegen het voordeel van de werkgevers. Ook claimen werkgevers dat er geen concessie is om zo artikel 38 te omzeilen.
30 • FNV Bondgenoten • Zwartboek Sector Besloten Busvervoer
Artikel 38 De CAO besloten Busvervoer is niet van toepassing wanneer tenminste 25 fulltime eenheden per jaar in het openbaar vervoer werkzaam zijn op eigen concessie, of wanneer dit vervoer wordt verkregen via onderaanbesteding en de uitvoering geschiedt als ware het een eigen concessie volgens een eigen complete dienstregeling, waarbij de duur van de onderaanbesteding overeenkomt met de concessietermijn.
Onregelmatigheidstoeslag Openbaar Vervoer Artikel 43 1. € 4,25 per uur voor arbeidsuren van maandag tot en met vrijdag, liggende tussen 19.00 en 07.30 uur. 2. € 3,93 per uur voor arbeidsuren op zaterdagen. 3. € 5,47 per uur voor arbeidsuren op zon- en feestdagen en op werkdagen tussen 00.00 en 06.00 uur, indien het een dienst betreft die op een zon- of feestdag is aangevangen.
Voor werkgevers is het voordeliger om artikel 33 lid 3 toe te passen. Ze gaan ervan uit dat niemand weet of het wel of geen openbaar vervoer is. Alles wordt onder de noemer ‘groepsvervoer’ geschaard. De bedragen dienen per 1-8-2008 te worden gecorrigeerd; werkgevers zijn niet bereid dit te doen. De verschijningsdag van het erratum is volgens werkgevers de ingangsdatum van de verhogingen en dat is juli 2009. Pech voor de betrokken werknemers. ERRATUM inzake Voorlichtingsbrochure arbeidsvoorwaarden voor het Besloten Busvervoer 1 juli 2008 t/m 31 december 2011 Artikel 43. Onregelmatigheidstoeslag Artikel 43 lid 1. Bedrag van € 4,25 moet zijn: € 4,37 Artikel 43 lid 2. Bedrag van € 3,93 moet zijn: € 4,05 Artikel 43 lid 3. Bedrag van € 5,47 moet zijn: € 5,63
Zwartboek Sector Besloten Busvervoer • FNV Bondgenoten • 31
Werkgelegenheidsdagen Openbaar Vervoer Artikel 44 Naast de vakantiedagen, vermeld in artikel 56, zullen aan de werknemer die uitsluitend openbaar vervoer verricht 18 werkgelegenheidsdagen worden gegeven. Deze dagen dienen door de werkgever tijdig te worden aangewezen.
Veel werkgevers weren een ondernemingsraad (or) of personeelsvertegenwoordiging (pvt) uit hun organisatie omdat ze geen pottenkijkers willen. “Dit is al zo sinds 1921 dus waarom moeten we dit veranderen? Mijn werknemers moeten niet meedenken of mee beslissen, maar gewoon doen wat ik, hun baas, ze opdraag.” Verplichtingen van de werkgever Artikel 46
De definitie van ‘tijdig’ is lastig voor werkgevers, aangezien zij pas een dag van tevoren opgeven wanneer een chauffeur moet werken en wat hij moet doen. Inzicht in of er teveel rustdagen zijn kan volgens werkgevers pas aan het eind van de maand. En dan is het nog altijd mogelijk om een werkgelegenheidsdag in te vullen.
2. Werkgelegenheidsdagen openbaar vervoer Naast de werkgelegenheidsdagen, vermeld in artikel 58, zullen aan werknemers die naast besloten busvervoer ook openbaar vervoer verrichten 18 werkgelegenheidsdagen naar rato worden gegeven. Deze dagen dienen door de werkgever tijdig te worden aangewezen. Rekenvoorbeeld: Op jaarbasis 1200 busuren Op jaarbasis 600 OV uren 1200/1800 x 5= 3 1/3 + 600/1800 x 18 = 6 geeft een totaal van 9 1/3
Volgens werkgevers is artikel 44.2 onduidelijk en kan niemand wijs worden uit de formule. En dus kan het aantal werkgelegenheidsdagen niet worden berekend. Het achterwege laten hiervan wordt toch niet opgemerkt, aldus de werkgever. Verplichtingen van de werknemer Artikel 45 De verplichtingen van de werknemer kunnen conform de wet op de ondernemingsraden in een bedrijfsreglement worden geregeld.
32 • FNV Bondgenoten • Zwartboek Sector Besloten Busvervoer
1. Accommodatie Indien de werknemer redelijkerwijs niet geacht kan worden thuis te overnachten, dient de werkgever zorg te dragen voor een zodanige accommodatie dat de werknemer in een zo groot mogelijke mate van privacy een ongestoorde dagelijkse rusttijd kan genieten, zodat een veilige uitoefening van zijn functie wordt gewaarborgd. De werknemer heeft hierbij recht op een eenpersoonshotelkamer met toilet en douche op de kamer. Werkgevers kunnen dispensatie aanvragen bij CAO partijen voor die werknemers die instemmen met een alternatieve locatie, voor de looptijd van de CAO.
Van het regelen van accommodatie is geen sprake, een chauffeur kan geld krijgen en er wordt van hem verwacht dat hij in de bus slaapt net als vrachtwagenchauffeurs in hun truck slapen. Dit artikel geldt uiteraard alleen voor de chauffeurs in vaste dienst, aldus de werkgevers.
4. Bestuurderskaart Bij invoering van de digitale tachograaf draagt de werkgever de kosten voor aanschaf en onderhoud van de bestuurderskaart. Indien de werknemer op eigen verzoek de arbeidsovereenkomst beëindigt zal hij het restant van de geldende waarde van de bestuurderskaart terug betalen aan de werkgever. Een eventuele nieuwe werkgever van deze werknemer vallende onder deze CAO, zal het restant van die geldende waarde van de bestuurderskaart die de werknemer heeft terug betaald, aan zijn voormalig werkgever, betaalbaar stellen.
Zwartboek Sector Besloten Busvervoer • FNV Bondgenoten • 33
Sociaal/maatschappelijke dan wel medische indicatie Dit artikel wordt niet toegepast onder het mom van ‘iedereen die in de sector werkt doet dit gewoon dag en nacht en als je dit niet kunt, dan weten we zeker dat je niet geschikt bent voor dit beroep en dan rot je maar op’.
Artikel 53 Het is de vervoerder verboden besloten busvervoer te verrichten met chauffeurs die niet bij hem in dienstbetrekking zijn.
Artikel 48 Vakantie Verzoek om vrijstelling De werknemer welke zich kan beroepen op een medische dan wel sociaal maatschappelijke indicatie zal worden vrijgesteld van pendelvervoer en/of van werkzaamheden in het nachtvenster tussen 02.00 uur en 0.6.00 uur. Deze indicatie zal worden vastgesteld door een gecertificeerde arts. Indien voor de werknemer in 2005 een ouderenregeling gold kan de werkgever verlangen dat de werknemer zich aan een keuring zoals hierboven bedoeld onderwerpt. Zolang deze keuring niet heeft plaatsgevonden wordt de werknemer geacht een sociaal maatschappelijke of medische indicatie te hebben.
Vakbond Net als een or of pvt is de vakbond niet welkom binnen het bedrijf en wordt beschouwd als een stennisschopper. Werkgevers zijn niet bereid mee te werken aan het fiscaalvriendelijk verwerken van de vakbondscontributie.
Artikel 49 Op verzoek van de werknemer zal de werkgever administratieve medewerking verlenen om in de salaris productie van december, bij de uitbetaling van het salaris, de door de werknemer betaalde vakbondscontributie fiscaal vriendelijk verrekenen. Het verzoek voorzien van een lidmaatschapsbewijs dient hiervoor jaarlijks uiterlijk 15 november door de werknemer aan de werkgever schriftelijk te worden gedaan.
Eis van dienstbetrekking en informatieplicht Werkgevers vinden artikel 53 onbegrijpelijk en snappen niet waarom ze iemand die een rit voor een “leuk prijsje” kan doen, in dienst zouden moeten nemen. Niet alleen scheelt dit geld, maar ook een hoop rompslomp en schept ook geen verplichtingen.
34 • FNV Bondgenoten • Zwartboek Sector Besloten Busvervoer
Artikel 56 1. Ten aanzien van de vakantie gelden – met inachtneming van de leden 2 t/m 8 van dit artikel – de bepalingen zoals deze zijn neergelegd in titel 10 Boek 7 BW, welke per 1 april 1997 in werking is getreden, zijnde de wettelijke regeling met betrekking tot vakantie en met behoud van loon. Het vakantiejaar loopt van 1 januari tot en met 31 december.
Werkgevers kiezen er liever voor om de vakantiedagen per maand op te bouwen. Zodoende lopen ze niet het risico hun geld kwijt te zijn als een werknemer uit dienst gaat.
3. De normale vakantie per vakantiejaar bedraagt: > voor werknemers van 20 jaar en jonger: 24 dagen > voor werknemers van 21 tot en met 49 jaar: 23 dagen > voor werknemers van 50 tot en met 54 jaar: 24 dagen > voor werknemers van 55 tot en met 59 jaar: 26 dagen > voor werknemers van 60 jaar en ouder: 27 dagen
De peildatum voor het bereiken van de bovengenoemde leeftijden is het jaar waarin men die leeftijd heeft bereikt. Een werknemer die pas in december jarig is moet niet denken dat de werkgever voor dat hele kalenderjaar een dag meer geeft.
Zwartboek Sector Besloten Busvervoer • FNV Bondgenoten • 35
6. Behoudens afwijking in gezamenlijk overleg worden, indien daarop krachtens dit artikel aanspraak kan worden gemaakt, 15 werkdagen van de vakantie aaneengesloten genoten en wordt zoveel mogelijk getracht deze dagen te verlenen in de periode van 1 mei tot 30 september. De aaneengesloten vakantie vangt, voor zover de werknemer hierom verzoekt, aan op zaterdag en eindigt op zondag.
Op uitdrukkelijk schriftelijk verzoek van de werknemer mag de vakantietoeslag in twee termijnen worden betaald, te weten: in mei en december van het betreffende kalenderjaar De loonbedragen per april van het jaar gelden als berekeningsgrondslag.
Werkgevers vinden dat ze het recht hebben om dit te bepalen, zeker wanneer het gaat om veel werknemers scheelt dat in ieder geval de rente. De periode mei-september is de drukste tijd van het jaar, dus chauffeurs worden geacht dan niet op vakantie te gaan. November en januari komt wat de werkgevers betreft beter uit. Er wordt geen rekening gehouden met gezinnen en/of familieleden.
8. Vakantiedagen kunnen, in lijn met de wet, enkel op schriftelijk verzoek van de werknemer worden toegekend en daarna in mindering worden gebracht op het vakantiedagensaldo.
Als in de rustige periode blijkt dat er geen werk is, dan is een werkgever niet bereid te betalen voor dit niet-werken. Met andere woorden: werknemers moeten hiervoor gewoon verlofdagen inleveren. Zo niet, dan is er geen plek meer voor hen. Vakantietoeslag De vakantietoeslag wordt niet conform dit artikel berekend. Als een werknemer ziek is geweest en dus 10 procent minder loon heeft gehad, dan vindt de werkgever het terecht dat hij mag korten op de vakantietoeslag.
2. Voor werknemers met een dienstverband voor onbepaalde tijd dient de gehele vakantietoeslag te worden uitbetaald voor het opnemen van de aaneengesloten vakantie, doch uiterlijk 31 mei van het kalenderjaar. De loonbedragen per 1 april van elk jaar gelden als berekeningsgrondslag. In afwijking hiervan kan de werkgever aan de werknemer die minder dan 1 jaar in dienst is de vakantietoeslag in ten hoogste twee termijnen betalen, waarvan de laatste termijn uiterlijk in de maand juni dient te vallen.
36 • FNV Bondgenoten • Zwartboek Sector Besloten Busvervoer
Werkgelegenheidsdagen Ook met betrekking tot artikel 58 geldt dat de definitie van ‘tijdig’ vaag is wat de werkgever betreft. Een dag van tevoren aangeven wanneer een werkgelegenheidsdag wordt toegewezen, is vroeg genoeg. Ook worden deze werkgelegenheidsdagen achteraf toegekend door de werkgever.
Artikel 58 1. Naast de vakantiedagen vermeld in artikel 56 zullen aan de werknemer met uitzondering van openbaar vervoer werknemers (zie artikel 44) vijf werkgelegenheidsdagen worden toegekend. Deze dagen dienen door de werkgever tijdig te worden aangewezen.
Uitkering bij arbeidsongeschiktheid Berekening van de uitkering bij arbeidsongeschiktheid wordt door werkgevers veelal over de werkbare dagen gedaan. Het kost teveel moeite en tijd om met gemiddelden te gaan rekenen. De interpretatie van de werkgever van artikel 61 is dat hij pas vanaf de zestiende ziektedag hoeft te gaan rekenen. En de gemiddelde toeslag kan per maand worden aangepast, dat scheelt geld als een werknemer lang ziek is. Werkgevers passen dit niet toe. Stel: een werknemer wordt in de winter ziek en heeft in de zomer flink gewerkt en veel toeslagen ontvangen. Dan loont het volgens de werkgevers voor de werknemer om ziek te zijn en daar willen ze uiteraard niet aan meewerken.
Zwartboek Sector Besloten Busvervoer • FNV Bondgenoten • 37
Artikel 61 Onverminderd het bepaalde in artikel 7:629 BW (recht op loon bij ziekte) heeft de werknemer vanaf de aanvang van de arbeidsongeschiktheid recht op 90% van zijn structurele loon gedurende zijn eerste ziektejaar. Gedurende het tweede ziektejaar ontvangt de werknemer 80 % van zijn structurele loon. Onder structureel loon wordt verstaan alle verplichte loonbestanddelen. Hieronder valt in elk geval het bedrag dat de betrokken werknemer gemiddeld gedurende de periode van 52 weken voorafgaand aan de datum van ziekmelding heeft genoten aan: > overuren; > diplomatoeslag. Indien de werknemer langer dan 15 kalenderdagen aaneengesloten ziek is (m.i.v. de ziekmelding) heeft hij tevens recht op onregelmatigheidstoeslag. De gemiddelde onregelmatigheidstoeslag wordt berekend over 52 weken voorafgaand aan de datum van arbeidsongeschiktheid.
Dispensatie Volgens de werkgevers betekent artikel 66 dat hij voor elk artikel in de cao dispensatie kan aanvragen. Met andere woorden, dan hoeft de cao niet te worden toegepast in de periode van aanvraag.
Artikel 66 Partijen bij deze CAO kunnen een werkgever die daarom verzoekt dispensatie verlenen van één of meerdere bepalingen uit deze CAO of de gehele CAO. Aan een dispensatie worden de volgende voorwaarden verbonden:Dispensatie kan slechts worden afgegeven voor de looptijd van de CAO; Verzoeken tot dispensatie worden alleen in behandeling genomen na instemming van de OR (bij afwezigheid van een OR de personeelsvertegenwoordiging of het gehele personeel) en na advisering door de STO; Aan de dispensatie kunnen overige voorwaarden worden verbonden.
38 • FNV Bondgenoten • Zwartboek Sector Besloten Busvervoer
Zwartboek Sector Besloten Busvervoer • FNV Bondgenoten • 39