FLASH licentiehouders



Projectnota 



Ministerie van Verkeer en Waterstaat



Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat



Adviesdienst Verkeer en Vervoer





Projectnaam

Documentnummer

Beheer en onderhoud FLASH

20050408.not

Projectcode

Afschrift aan

ID 97.330

FLASH licentiehouders

Projectleider

ir. H. Taale Datum

8 april 2005

Wijzigingen FLASH versie 2.4 t.o.v. versie 2.3 1. Het inlezen van achtergrondtekeningen is verbeterd. Met name de verhouding hoogte-breedte. 2. De lijst met recent geopende projecten is aanzienlijk uitgebreid. 3. De duur van een random simulatie is verhoogd tot 1.999.999 seconden. 4. Het is mogelijk meerdere monitor vensters gelijktijdig open te hebben. Er kan dus makkelijker naar verschillende punten in het netwerk gekeken worden. 5. Het is nu mogelijk om automatisch na een simulatie een resultatenfile van FLEXSYT-II- (RESFIL) te laten genereren.

6. De visualisatie van voertuigen is sterk verbeterd. 7. Het is mogelijk gemaakt in de WorkBench of VisulisatieBench om een AVI filmpje te maken van de monitor. Daartoe zijn in de knoppenbalk twee extra knoppen opgenomen en zijn beide benches uitgebreid met de benodigde invoerschermen. AVI bestanden worden met behulp van video-compressoren aangemaakt. Een videocompressor kan geselecteerd worden bij de "Instellingen" menu onder "Video compressie". De compressor wordt in het flash.ini bestand bewaard. De waarden "Maak AVI", en "Framerate" van de Visualisatie bench en de Workbench zijn toegevoegd aan de Standaard instellingen en zijn op de bijbehorende pagina’s te vinden. Momenteel worden alleen ’Cinepak Codec by Radius’, ’Microsoft Video 1’ en ’Full Frames (Uncompressed)’ ondersteund.

Afdeling Infrastructuur en Beheersing Wegverkeer



Telefoon 010 - 282 58 81

Postbus 1031, 3000 BA Rotterdam

Telefax 010 - 282 58 42

Boompjes 200, 3011 XD Rotterdam

E-mail [email protected] 

Bereikbaar per metro (station Leuvehaven) en per trein (station Rotterdam-Blaak)  

 











20050408.not





8. De mogelijkheden voor selectieve detectie zijn aangepast. Zie daarvoor het document Selectieve Detectie in FLASH, dat op de website staat. 9. Het opgeven van de verkeersstromen is vergemakkelijkt. Het kan nu via een normale tabel. Ook de functies knippen, kopiëren en plakken werken beter. 10. Voor elk type regelaar is nu een default directory waar de regelaars staan op te geven. Dit kan bij ‘Instellingen - Lokaties bestanden – FLASH’.

Wijzigingen FLASH versie 2.3 t.o.v. versie 2.2 1. Naast signaalgroepen worden soms vanuit regelaars z.g. extra signaalgevers aangestuurd. Bijvoorbeeld leds op het bedieningspaneel van het verkeersregeltoestel, waarschuwingslantaarns bij voetgangersoversteekplaatsen of andere informatieborden met een vast teken zoals file, e.d. Ten behoeve van de verwerking van deze extra signalen in een verkeersregeltoestel zorgt de applicatieschrijver ervoor dat de benodigde stuurinformatie op de commissie C interface (CIF) aan de procesbesturing van het regeltoestel wordt aangeboden. In de applicatie heeft hij/zij daartoe de beschikking over de functie "plaats_in_INT()". Het is nu mogelijk via de functie toon_ESG deze extra signalen zichtbaar te maken. Voor elke extra signaalgever moet de functie in de applicatie apart worden gespecificeerd. Deze functie heeft daartoe tenminste de volgende argumenten: volgnummer van de extra signaalgever, kleur "uit", kleur "aan", het feitelijke argument dat de extra signaalgever aan- en uitzet b.v. HF(led_bed_pan_1) en de in het venster te tonen tekst. De functie zou er dan zo kunnen uitzien: toon_ESG(1, zwart, rood, HF(led_bed_pan_1), "led 1 bedieningspaneel");

2. 3.

4. 5. 6.

7. 8.



Dit betekent dan het volgende: Als HF(led_bed_pan_1) niet waar is, toont de extra signaalgever 1 de kleur zwart. Als HF(led_bed_pan_1) waar is, toont de extra signaalgever 1 de kleur rood. Naast de extra signaalgever 1 staat nu de tekst: led 1 bedieningspaneel. Bij het overzetten van projecten kan vaak de achtergrondtekening niet meer gevonden worden. De gebruiker heeft nu de mogelijkheid om naar het goede bestand te bladeren. In de FLS file waren directories en paden van bestanden volledig opgenomen. Dat maakte het overdragen van projecten lastig. Er is gekozen om de paden nu relatief ten opzichte van de projectdirectory op te slaan. Dat geldt niet voor de regelaarbestanden. Deze zijn namelijk onafhankelijk van een project. Ook JPG files kunnen nu als achtergrond worden ingelezen. Alle variabelen worden gecheckt op hun bereik en hebben een default waarde. Net als voor detectoren en signaalgevers kan nu ook voor segmenten een overzichtstabel zichtbaar worden gemaakt. Door in deze tabel te klikken kan een segment actief worden en door te dubbelklikken kan het attributenscherm geopend worden. Op het tabblad FLASH van de menukeuze ‘Instellingen – Lokaties bestanden’ kan een ‘Directory Nieuwe Regelaar’ worden gespecificeerd. Bij het toevoegen van regelaars wordt voor het pad deze directory gebruikt. Naast het simuleren met FLEXSYT-II- en handmatig testen van de regeling, is het nu ook mogelijk de regeling te testen met een random proces. Per detector kan een frequentie (1 keer per seconde tot 1 keer per kwartier) worden opgegeven, waarmee de detector gemiddeld wordt aangesproken. Een random generator zorgt voor detectiesignalen naar de regelaar (i.p.v. voertuigen) volgens de opgegeven gemiddelde frequentie. Detectiesignalen zijn 'op' of 'af' voor korte en lange lussen en drukknoppen, een random snelheid voor snelheidsdetecoren en een percentage voor analoge detectoren. Bij snelheidsdetectoren kan bovendien een bereik rond



 











20050408.not





het gemiddelde worden aangegeven. Met het random proces kan een regeling op een robuuste en zeer snelle wijze getest worden. Bovendien kan het proces door de random startwaarde exact herhaald worden, zodat vastlopers reproduceerbaar zijn.

Wijzigingen FLASH versie 2.2 t.o.v. versie 2.1 1. De functie van een aantal toetscombinatie is gewijzigd: met + worden in de Netwerk Editor nu alle objecten geselecteerd en met +<Enter> wordt nu het attributenscherm opgeroepen, zowel voor een enkel object als een selectie van objecten. Dit is conform de Windows standaard. 2. De voortgang van de simulatie of visualisatie is in de taakbalk zichtbaar gemaakt indien FLASH geminimaliseerd is. 3. De menukeuze ‘Project – Instellingen’ is verplaatst naar ‘Instellingen – Project’. Dit om de instellingen bij elkaar te houden. 4. Voor de visualisatie dient een logfile aangemaakt te worden en vervolgens geconverteerd te worden. Dit kan een groot bestand opleveren en de conversie kan lang duren, terwijl de gebruiker bijvoorbeeld alleen een korte periode wil zien. Om dat makkelijke te maken is het nu mogelijk een begin- en eindtijdstip voor de conversie op te geven. Alleen die periode wordt dan geconverteerd en kan dus ook sneller gevisualiseerd worden.

5. De waarden in de tabellen van de generator intensiteiten en de lengte van de timeslices kunnen nu eenvoudiger worden ingevoerd. De toetsen , <Enter> en de pijltoetsen kunnen hiervoor worden gebruikt.

Wijzigingen FLASH versie 2.1 t.o.v. versie 2.0





 











20050408.not





1. In het projectmanagement scherm is het nu mogelijk bij ‘Overige bestanden’ meerdere bestanden tegelijk toe te voegen of te verwijderen. 2. Het zoomen in de monitor is verbeterd. De gebruiker kan nu een kader trekken met de muis om in te zoomen. Verder kunnen de pijltjestoetsen en de toetsen en worden gebruikt om te scrollen. 3. Indien een regelaar niet meer reageert of vastloopt, geeft FLASH een melding, maar loopt zelf niet vast. 4. Er is weer een nieuw type regelaar toegevoegd: de RWS C doseerregelaar. Het is dus nu ook mogelijk met FLASH TDI’s te testen, te simuleren, te evalueren en te visualiseren. In principe is dit een normale RWS C-regelaar, maar er is één verschil. Er zijn vier bestanden verplicht (in plaats van drie), te weten: crapdef.h, craptab.c, crapcod.c en dos_parm.inc. In deze laatste file zijn de parameters van het doseeralgoritme opgenomen.

5. De file FLASH.ini is verplaatst van de Windows directory naar de FLASH directory. Dit conform de nieuwe regels van Microsoft. 6. De bovengrens van signaalgroepnummers is verhoogd naar 999 en van de detector volgnummers naar 99. Dat betekent dat per signaalgroep er 99 detectoren kunnen worden gespecificeerd. 7. De menukeuze ‘Bewerken – Herstellen’ (undo) is sterk verbeterd. Wijzigingen worden nu onbeperkt onthouden en kunnen dus ook weer worden teruggedraaid. 8. Generatorintensiteiten en tijden in de SIMDAT kunnen nu makkelijker worden ingevoerd. Deze staan nu in een tabelvorm. Bij het invullen kunnen de standaard toetsen worden gebruikt.





 











20050408.not





9. Alle functies zijn nu gegroepeerd in zogeheten “werkbalken”. Deze kunnen naar wens aan- of uitgezet en gepositioneerd worden. Wijzigingen FLASH versie 2.0 t.o.v. versie 1.1 1. Het opgeven van de locaties van bestanden is gereorganiseerd. Per deelprogramma is nu een tabblad gemaakt. Hieronder het tabblad voor de RWS Cregelaar.

2. Aan FLASH is een nieuw type regelaar toegevoegd: de CCOL-regelaar. Daarvoor zijn de nodige aanpassingen verricht: · aan de schermen ‘Regelaars’ en ‘Nieuwe Regelaar’ is het type ‘CCOL’ toegevoegd · er is een tabblad ‘CCOL Regelaar’ toegevoegd aan de ‘Lokaties bestanden’. · aan het menu ‘Onderhoud Signaalgevers’ zijn de statussen van de CCOL regelaar toegevoegd · bij CCOL regelaars worden in het projectscherm de knoppen ‘MKDEBFLS’ en ‘PostDump’ grijs en de knop ‘FLXRWS’ verandert in ‘FLXCCOL’ · in de WorkBench wordt de knop ‘Debugger’ uitgeschakeld voor CCOL regelaars (ook bij het scherm ‘Simulatie Controle’) · bij het gebruik van de knop ‘Dumpen’ wordt een file met de naam CCOL###.dmp aangemaakt (### staat voor het volgnummer) 3. Bij de specificatie van detectoren wordt nu de volgorde gehanteerd van signaalgroep 1, volgnummer 1, signaalgroep 1, volgnummer 2, etc., in plaats van signaalgroep 1, volgnummer 1, signaalgroep 2, volgnummer 1, signaalgroep 3, volgnummer 1, etc. 4. Bij eigenschappen generator is de eenheid voertuigen/timeslice gewijzigd in ‘voertuigen per’ ## min, waarbij ## staat voor de gespecificeerde waarde in de SIMDAT ‘tijdsperiode generatorintensiteiten (default 60). 5. Het instellen van de defaultwaarden in het menu ‘Instellingen - Standaard instellingen’ is uitgebreid en verbeterd. Er kunnen nu meer waarden worden ingesteld. 6. Het ‘FLASH Info’ scherm is uitgebreid met informatie over de versie van de verschillende modules.





 











20050408.not





7. Elke simulatie start op een bepaalde datum en tijd. Default wordt de systeemdatum en -tijd genomen, maar de gebruiker kan ook zelf een vaste datum en tijd invullen of als default instellen. Nu wordt bij elke subrun deze datum en tijd opnieuw gestart. Het voorbeeld daarvan is dat bij bijvoorbeeld de simulatie van een ochtendspits ook bij elke subrun de bijbehorende tijden uit de regelaar genomen worden en niet bijvoorbeeld de tijden voor een dalperiode bij de tweede subrun. 8. Het is in combinatie met versie 2.6 van FLEXSYT-II- mogelijk de voertuigen te visualiseren. Daartoe moeten eerst gegevens tijdens de simulatie worden gelogd. Dat kan opgegeven worden via de WorkBench. Daarna moeten de gegevens geconverteerd worden en kunnen de voertuigen worden gevisualiseerd. De laatste twee activiteiten gebeuren via de geheel nieuwe VisualisatieBench. Een plaatje daarvan staat hierboven. Meer informatie over de visualisatie is te vinden in de bijgewerkten Helpfile van FLASH (FLASH.chm), die overigens ook buiten FLASH is te lezen.

Wijzigingen FLASH versie 1.1.6 t.o.v. versie 1.1 1. Er is een importfunctie gemaakt voor de intensiteiten van generatoren. Daartoe dient er een ASCII-bestand aanwezig te zijn met de volgende structuur: , , , , etc. De waarden mogen gescheiden worden door komma’s of tabs. Om deze functie te gebruiken, dienen de generatoren reeds in het netwerk aanwezig te zijn met de goede nummering. Binnen FLASH kan via de menukeuze ‘Project - Inlezen Generator Intensiteiten’ dit bestand geselecteerd worden. Bij de betreffende generatoren worden dan de opgegeven intensiteiten ingevuld. 2. De gebruiker kan in de WorkBench instellen dat bij een vastloper in een RWS Cregelaar (aanspreken fasebewaking) de simulatie herstart en een op instelbare hoeveelheid minuten voor de fasebewaking de simulatie halteert, zodat de gebruiker kan zien wat er daarvoor gebeurt.





 











20050408.not





Wijzigingen FLASH versie 1.1 t.o.v. eerdere versies 1. Binnen FLASH is het mogelijk de defaultwaarden van allerlei parameters naar eigen behoefte in te stellen. Via de menukeuze ‘Instellingen - Standaard instellingen’ wordt het volgende scherm opgeroepen.

Het scherm toont de default instellingen voor segmenten. Deze worden dus gebruikt bij elk segment dat de gebruiker tekent. Door goede waarden te kiezen kan een gebruiker voorkomen dat hij veel instellingen moet wijzigen. 2. Bovengenoemde instellingen worden in twee files opgeslagen ‘default.cfg’ en ‘simdat.cfg’. Om de instellingen te gebruiken, moet FLASH weten waar deze files staan. Daartoe is het menu ‘Instellingen - Lokaties Bestanden’ uitgebreid met de directory ‘Configuratie directory’. Default is dat de directory waar ook de andere files staan. FLASH gebruikt dit ook om te bepalen welke regelaars er zijn en haalt dat uit de file ‘flash.ctr’. 3. Het aantal timeslices in de simulatie wordt nu op één plaats gespecificeerd, namelijk bij de aanmaak van een nieuw project. Deze waarde kan worden gewijzigd bij de menukeuze ‘Project - Instellingen’. De waarde is dan al ingevuld bij het specificeren van de generatoren en ook in de SIMDAT file. 4. Bij het verwijderen van bestanden uit een project, vraagt FLASH of deze ook van de harde schijf verwijderd moet worden. Let daar op!





 











20050408.not





5. Er is een extra zoomfaciliteit ingebouwd, waarbij rechtstreeks percentages gekozen of gespecificeerd kunnen worden. 6. In het projectenscherm van FLASH is een extra venster gemaakt, waarin de opmerkingen van de compiler en linker getoond worden. Het is nu veel duidelijker wanneer de compiler of linker een fout heeft of niet. Netwerk Editor 1. Het is mogelijk om AutoCad tekeningen te importeren en als achtergrond te gebruiken. Dat kan via de achtergrondlaag toolbox. 2. Bij de specificatie van de HB-matrix voor kruispunten, via de menukeuze ‘Project Verkeersstroom’, is het mogelijk een aangemaakte verdeling voor een timeslice te kopiëren naar een andere timeslice, zodat alleen getallen gewijzigd behoeven te worden en niet de gehele tabel opnieuw aangemaakt hoeft te worden. 3. In FLASH is een zoekfunctie ingebouwd waarbij snel naar bepaalde objecten gezocht kan worden. Dat kan via de menukeuze ‘Bewerken - Zoek object’.

4. Bij het tekenen van detectoren op segmenten kunnen deze automatisch aan dat segment gekoppeld worden. De gebruiker moet dan wel de automatische koppeling aan hebben staan. Dat kan via ‘Instellingen - Standaard instellingen - Net Editor’. 4. Het is mogelijk attributen van objecten in één keer te veranderen. Dat kan door de betreffende objecten te selecteren en op + de drukken (of via menukeuze ‘Bewerken - Attributenscherm’.)

De attributen die van elk type object hetzelfde zijn, zijn ingevuld, waar verschillen bestaan zijn deze niet ingevuld. Een voorbeeld staat hieronder. Het is handig om bijvoorbeeld de capaciteit van een aantal segmenten aan te passen of de wenssnelheid. 6. Het is mogelijk de tekening uit de Netwerk Editor op te slaan als bitmap of als Enhanced Metafile. Dat kan via de menukeuze ‘Bestand - Exporteren’. De file kan dan in andere documenten worden ingelezen.





 











20050408.not





7. Bij de automatische nummering van segmenten wordt gekeken naar het laatste nummer. Dat wil zeggen dat als de gebruiker een segment heeft gemaakt met nummer 1000, het volgende segment het nummer 1001 zal krijgen. 8. Het projecten met een regelaar of meerdere regelaars is het mogelijk een overzicht te krijgen van de signaalgroepen en detectoren, via het menu ‘Beeld - Signaalgroepoverzicht’ en ‘Beeld - Detectoroverzicht’. In deze schermen is dan ook zichtbaar welke signaalgroepen en detectoren reeds zijn toegekend aan objecten in de Netwerk Editor. Verder zal de focus van het scherm gaan naar het object dat in één van de twee schermen wordt aangeklikt. 9. De objecten toolbox is enigzins aangepast. Deze heeft extra knoppen voor segmenten en generatoren en kent nu alleen regelaarobjecten in het onderste lijstje.

WorkBench 1. Bij het aanmaken van een dump van de RWS C-regelaar wordt een file gemaakt met de naam CRF###.dmp, waarbij ### het volgnummer van de dump is. Deze file wordt in de directory van de desbetreffende regelaar geplaatst. Met het programma PostDump kan vervolgens deze file verwerkt worden (werkt nu nog niet!). 2. De gebruiker krijgt nu middels een indicator inzicht in de voortgang van de simulatie. Deze indicator bevindt zich net boven het venster met opmerkingen.