Finles EMS TOP-Rentefonds Halfjaarverslag 2014
Augustus 2014
Finles EMS TOP-Rentefonds Halfjaarverslag 2014
Inhoudsopgave 1 2 3 4 5 6 7
Algemene gegevens Vergelijkend overzicht Verslag van de Beheerder Halfjaarrekening Finles EMS TOP-Rentefonds Toelichting op de halfjaarrekening Overige gegevens Bijlagen
1 2 3 4 7 15 16
Finles EMS TOP-Rentefonds Halfjaarverslag 2014
1 Algemene gegevens Beheerder
Finles N.V. Postbus 2600 3500 GP Utrecht
Directie van beheerder
L.J.B. Management & Consultancy B.V. Drs. J.A.M. van der Holst Cosimo International B.V. R.J. van Kuijk J.P.P.A van Oudvorst RA
Bewaarder
KAS-Trust Bewaarder Finles EMS TOP-Rentefonds B.V. Nieuwezijds Voorburgwal 225 1012 RL Amsterdam
Raad van Commissarissen Finles N.V.
Dr. B.R. Bot (voorzitter) Drs. P.H.M. Hendriks Mr. D. van der Weij
Administrateur
TMF FundAdministrators B.V. Westblaak 89 Postbus 25121 3001 HC Rotterdam
*Accountant
De Keijzer Nipius & Co Accountants B.V. Paasheuvelweg 16 Postbus 22866 1100 DJ Amsterdam
Depotbank
Kas Bank N.V. Nieuwezijds Voorburgwal 225 1012 RL Amsterdam
*Geen accountantscontrole toegepast op dit halfjaarverslag. Pagina | 1
Finles EMS TOP-Rentefonds Halfjaarverslag 2014
2 Vergelijkend overzicht Kerncijfers (bedragen in EUR 1.000)
Fondsvermogen bij aanvang jaar Plaatsing participaties Waardeveranderingen van beleggingen Inkomsten
Terugname participaties Kosten beheer, bewaring en administratie Fondsvermogen einde jaar
30 juni 2014
31 december 2013
31 december 2012
31 december 2011
31 december 2010
10.894 25
12.621 134
12.713 659
14.037 263
15.037 420
705 5 11.629
(51) 9 12.713
1.209 12 14.593
(241) 842 14.901
56 536 16.049
995
1.640
1.786
1.997
1.801
89 10.545
179 10.894
186 12.621
191 12.713
211 14.037
10.576 9 (40) 10.545
10.921 31 (58) 10.894
12.572 98 (49) 12.621
12.709 77 (73) 12.713
13.813 360 (136) 14.037
5 72.531 145,38
6 79.420 137,17
6 90.364 139,67
6 98.675 128,84
7 112.447 124,84
Samenstelling van het fondsvermogen Beleggingen Liquide middelen Saldo vorderingen en schulden Fondsvermogen Waarde per participatie Aantal participanten Aantal participaties Intrinsieke waarde
Pagina | 2
Finles EMS TOP-Rentefonds Halfjaarverslag 2014
3 Verslag van de Beheerder Dit verslag betreft het halfjaarverslag 2014 van het Finles EMS TOP-Rentefonds. Het Finles EMS TOP-Rentefonds is volledig belegd in het Lombard Odier Darrier Hentsch (LODH) EMS Plus Rentefonds. Daarom zijn, naast de halfjaarrekening van het Finles EMS TOP-Rentefonds ook de kwartaalrapportages van het LODH EMS Plus Rentefonds bijgevoegd. In de rapportages vindt u een toelichting op de prestaties van het LODH EMS Plus Rentefonds in het eerste halfjaar, het gevoerde beleid en de vooruitzichten. Dit halfjaarverslag bevat geen toelichting op de prestaties van het Fonds gedurende het eerste halfjaar van 2014. Hiervoor verwijzen wij u naar de maandbrieven van het Finles EMS TopRentefonds en de Finles Nieuwsbrief voor Beleggers. In deze maandbrieven en de Nieuwsbrief voor Beleggers besteden wij uitgebreid aandacht aan de ontwikkelingen van het fonds respectievelijk de ontwikkelingen op de financiële markten en onze vooruitzichten. Het halfjaarverslag 2014 van het Finles EMS TOP-Rentefonds, de maandbrieven en de Finles Nieuwsbrief voor Beleggers zijn te downloaden van onze website: www.finlescapitalmanagement.nl.
Utrecht, 12 augustus 2014 Finles N.V. Beheerder Finles EMS TOP-Rentefonds
Pagina | 3
Finles EMS TOP-Rentefonds Halfjaarverslag 2014
4 Halfjaarrekening Finles EMS TOP-Rentefonds BALANS (bedragen in EUR 1.000 na resultaatbestemming)
30-06-2014
31-12-2013
1
10.576 10.576
10.921 10.921
1
9 9
31 31
10.585
10.952
10.545 10.545
10.894 10.894
40 40
19 39 58
10.585
10.952
ACTIVA Beleggingen Aandelen
Liquide middelen
Totaal activa PASSIVA Fondsvermogen Vermogen 2 Kortlopende schulden Af te dragen aan participanten Overige schulden
Totaal passiva
3 4
Pagina | 4
Finles EMS TOP-Rentefonds Halfjaarverslag 2014
4 Halfjaarrekening Finles EMS TOP-Rentefonds WINST-EN VERLIESREKENING OVER HET EERSTE HALFJAAR (bedragen per 30 juni in EUR 1.000) Waardeveranderingen van beleggingen Aandelen 5 Overige opbrengsten Overige opbrengsten
6
Totaal opbrengsten Kosten Kosten beheer Kosten administratie Bankkosten (transactie kosten) Kosten bewaargeving Kosten DNB/AFM Accountantskosten Totaal kosten Resultaat Verdeling van het resultaat Ten gunste resp. ten laste van het vermogen
7 8 9 10
2014
2013
705 705
(259) (259)
5 5
5 5
710
(254)
(53) (21) (4) (4) (1) (6) (89)
(58) (20) (4) (5) (1) (7) (95)
621
(349)
621 621
(349) (349)
Pagina | 5
Finles EMS TOP-Rentefonds Halfjaarverslag 2014
4 Halfjaarrekening Finles EMS TOP-Rentefonds KASSTROOMOVERZICHT OVER HET EERSTE HALFJAAR (bedragen per 30 juni in EUR 1.000)
2014
2013
Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Resultaat Aanpassing voor: Verkopen van beleggingen Waardeveranderingen van beleggingen Mutatie kortlopende schulden Totaal kasstroom uit beleggingsactiviteiten
621
(349)
1.050 (705) (18) 948
1.150 259 (4) 1.056
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Uitgegeven participaties Teruggenomen participaties Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten
25 (995) (970)
13 (1.048) (1.035)
Netto kasstroom
(22)
21
Mutatie liquide middelen
(22)
21
31
98
9
119
Stand liquide middelen begin verslagperiode Stand liquide middelen einde verslagperiode
1
Pagina | 6
Finles EMS TOP-Rentefonds Halfjaarverslag 2014
5 Toelichting op de halfjaarrekening ALGEMEEN De halfjaarrekening van het Finles EMS TOP-Rentefonds is opgesteld volgens de voorschriften die zijn vastgelegd in Titel 9, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, de Wft en de richtlijnen voor de jaarverslaggeving, in het bijzonder Richtlijn 615 Beleggingsinstellingen. Ten tijde van het opmaken van deze halfjaarrekening was de datum van het meest recente prospectus 2008. Fiscale positie Het Fonds is een besloten fonds voor gemene rekening, met als gevolg fiscale transparantie voor de inkomstenbelasting. Het Fonds is geen vennootschapsbelasting verschuldigd. Op grond van de wet IB 2001 wordt het vermogen van de participant belast met een vermogensrendementsheffing. Over het saldo van bezittingen en schulden wordt een forfaitair rendement van 4% berekend, te belasten tegen een tarief van 30% (rekening houdend met vrijstellingen). De heffing is onafhankelijk van het daadwerkelijk gerealiseerde rendement en de gemaakte (rente) kosten. Stemrechten Het beleid van de Beheerder ten aanzien van eventuele stemrechten in andere beleggingsinstellingen of ondernemingen zal per individueel geval worden bekeken. Er is geen gebruik gemaakt van stemrechten in het eerste halfjaar van 2014. Inkoop deelnemingsrechten Het Finles EMS TOP-Rentefonds heeft een open-end structuur. De Beheerder kan volgens artikel 8 lid 3 van het reglement van beheer en bewaring van het Finles EMS TOP-Rentefonds onder zekere omstandigheden besluiten de inkoop van deelnemingsrechten op te schorten. In die gevallen vindt de terugneming van participaties pas plaats als de liquiditeiten de betaling toelaten. Uitbesteding van taken Het beheer van het Fonds wordt gevoerd door Finles N.V. te Utrecht. De financiële administratie, participantenadministratie alsmede de beleggingsadministratie worden gevoerd door TMF FundAdministrators B.V. Kas Trust Bewaarder Finles EMS TOP-Rentefonds B.V. is de bewaarder voor het Fonds. Mededeling van belangen van grote beleggers Legal & General heeft een belang van 96,62% (30 juni 2013: 96,20%) in het Finles EMS TOP-Rentefonds.
GRONDSLAGEN VOOR DE OPSTELLING VAN DE HALFJAARREKENING Grondslagen Activa en verplichtingen worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs of de actuele waarde. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. In de balans, de winst- en verliesrekening en het kasstroomoverzicht zijn referenties opgenomen. Met deze referenties wordt verwezen naar de toelichting. Het kasstroomoverzicht is volgens de indirecte methode opgesteld. Hieronder volgt een overzicht van de grondslagen voor de opstelling van de halfjaarrekening van het Fonds. Deze grondslagen zijn consistent toegepast in het huidige en het voorgaande boekjaar.
Pagina | 7
Finles EMS TOP-Rentefonds Halfjaarverslag 2014
5 Toelichting op de halfjaarrekening GRONDSLAGEN VOOR DE OPSTELLING VAN DE HALFJAARREKENING (VERVOLG) Presentatievaluta De functionele en rapportage valuta zijn beide in euro’s. Verwerking (activa, passiva, resultaat en kosten) Een actief wordt in de balans verwerkt wanneer het aannemelijk is dat toekomstige economische voordelen van het actief naar het Fonds zullen stromen en dat het bedrag van het actief op betrouwbare wijze kan worden gemeten. Een passief (verplichting) wordt in de balans verwerkt wanneer het aannemelijk is dat er een uitstroom van middelen die economische voordelen opleveren, zal voortvloeien uit de regeling of afwikkeling van een aanwezige verplichting en dat het bedrag dat met de regeling of afwikkeling is gemoeid, op betrouwbare wijze kan worden vastgesteld. Resultaat wordt opgenomen in de winst- en verliesrekening wanneer zich een toename in toekomstig economisch voordeel dat verband houdt met een toename van activa of afname van passiva (verplichting), heeft voorgedaan, die op betrouwbare wijze kan worden vastgesteld. Kosten worden opgenomen in de winst- en verliesrekening wanneer zich een afname in toekomstig economisch voordeel dat verband houdt met een afname van een actief of toename van een passief (verplichting), heeft voorgedaan, die op betrouwbare wijze kan worden vastgesteld. Vreemde valuta Monetaire activa en monetaire passiva in valuta anders dan de euro worden omgerekend in euro's tegen de koersen die gelden per balansdatum. Transacties in vreemde valuta worden omgerekend tegen de koersen die gelden op de datum van de transactie. Verschillen in wisselkoersen van vreemde valuta die zich voordoen bij omrekening en gerealiseerde winsten en verliezen bij vervreemding of afwikkeling van financiële activa en passiva worden opgenomen in de winst- en verliesrekening. Schattingen Bij het toepassen van de grondslagen en regels voor het opstellen van de halfjaarrekening vormt de beheerder zich verschillende oordelen en maakt hij schattingen die essentieel kunnen zijn voor de in de halfjaarrekening opgenomen bedragen. Indien voor het geven van het vereiste inzicht noodzakelijk, zijn deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen opgenomen in de toelichting van de halfjaarrekening.
WAARDERINGSGRONDSLAGEN VOOR DE OPSTELLING VAN DE BALANS Beleggingen De effecten worden gewaardeerd tegen de marktwaarde per balansdatum. De marktwaarde is het bedrag waarvoor een actief of een verplichting kan worden afgewikkeld tussen ter zake goed geïnformeerde, tot een transactie bereid zijnde partijen die onafhankelijk zijn. Niet beursgenoteerde beleggingsfondsen worden gewaardeerd tegen de per balansdatum meest recente intrinsieke waarde of de meest recente schatting (best estimate) van de beheerder/administrateur van het beleggingsfonds. Dit laatste geldt voornamelijk voor de illiquide fondsen en fondsen die voor langere tijd “op slot” zijn gegaan. De daarbij optredende verschillen, evenals verschillen ontstaan bij verkoop van effecten, worden via het resultaat over het boekjaar verwerkt in het fondsvermogen. De kosten van effectentransacties zijn in de aan- en verkoopwaarde van de beleggingen meegenomen. De waardering van de onderliggende beleggingen heeft plaatsgevonden op basis van de meest recent beschikbare informatie ten tijde van het opmaken van de halfjaarrekening. Voor liquide fondsen wordt daarbij uitgegaan van informatie van de administrateur van het Fonds, de manager van het Fonds, en Bloomberg (onafhankelijke koersleveranciers) indien van toepassing. Voor illiquide fondsen is vaak slechts informatie van de beheerder beschikbaar.
Pagina | 8
Finles EMS TOP-Rentefonds Halfjaarverslag 2014
5 Toelichting op de halfjaarrekening WAARDERINGSGRONDSLAGEN VOOR DE OPSTELLING VAN DE BALANS (VERVOLG) Vorderingen Vorderingen worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde van de tegenprestatie. Vorderingen worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. Voorzieningen wegens oninbaarheid worden in mindering gebracht op de boekwaarde van de vordering. Liquide middelen Onder de liquide middelen zijn opgenomen kas- en banktegoeden die onmiddellijk opeisbaar zijn dan wel een looptijd korter dan twaalf maanden hebben. Zij worden onderscheiden van tegoeden in verband met beleggingstransacties. Liquide middelen uit hoofde van beleggingstransacties worden gepresenteerd onder de vorderingen. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Reserve waarderingsverschillen De reserve waarderingsverschillen betreft de ongerealiseerde koers- en valutaverschillen van de beleggingen op de balansdatum. In overeenstemming met de richtlijnen voor de jaarverslaggeving worden gerealiseerde en ongerealiseerde waarderingsverschillen van liquide beleggingen via de winst- en verliesrekening direct ten gunste of ten laste van het fondsvermogen gebracht. De ongerealiseerde waarderingsverschillen van illiquide beleggingen worden aan de reserve toegevoegd. Kortlopende schulden Kortlopende schulden worden gewaardeerd tegen nominale waarde.
GRONDSLAGEN VOOR RESULTAATBEPALING Opbrengsten Dividenden worden opgenomen op de datum van vaststelling. Niet-verrekenbare buitenlandse bronheffing op dividenden wordt hierop in mindering gebracht. Rentebaten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben. Kosten effectentransacties De kosten van effectentransacties zijn in de aan- en verkoopwaarde van de beleggingen meegenomen. Deze kosten komen ten laste van het resultaat. Kosten De kosten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben. De kosten van beheer en bewaring worden overeenkomstig het Reglement van Beheer van het Finles EMS TOP-Rentefonds via het resultaat ten laste van het vermogen gebracht.
Pagina | 9
Finles EMS TOP-Rentefonds Halfjaarverslag 2014
5 Toelichting op de halfjaarrekening TOELICHTING BIJ SPECIFIEKE POSTEN IN DE BALANS 1.1 BELEGGINGEN Mutatieoverzicht beleggingen (bedragen in EUR 1.000)
30-06-2014
31-12-2013
Aandelen Stand per 1 januari Verkopen Waardeveranderingen van beleggingen
10.921 (1.050) 705
12.572 (1.600) (51)
Stand per 30 juni resp. 31 december
10.576
10.921
1.2 BELEGGINGSPORTEFEUILLE PER 30 JUNI 2014 (bedragen in EUR 1.000)
Aantal
Bedrag
% IW
Beleggingen Lombard Odier Darier Hentsch EMS Plus Rentefonds
14.320
10.576
100,29
Totaal beleggingen
14.320
10.576
100,29
Het Finles EMS TOP-Rentefonds belegt haar middelen volledig in het Lombard Odier Darier Hentsch EMS Plus Rentefonds. Het Lombard Odier Darier Hentsch EMS Plus Rentefonds (“het fonds”) is een fonds voor gemene rekening dat ten behoeve van haar participanten belegt in effecten. Het fonds staat uitsluitend open voor participatie door professionele marktpartijen en valt daardoor buiten de reikwijdte van de Wet financieel toezicht. Het fonds heeft de fiscale status van besloten beleggingsfonds. Het fonds is opgericht op 1 juli 1992. Ter bescherming van de rechten van participanten op het fondsvermogen is het fondsvermogen van het fonds ondergebracht in Stichting Lombard Odier EMS Plus Rentefonds (“de stichting”). De stichting heeft geen andere activiteiten. Het Fonds wordt voor fiscale doeleinden aangemerkt als een besloten fonds. Dit heeft tot gevolg dat het Fonds niet als belastingplichtige wordt aangemerkt, maar dat de resultaten van het Fonds rechtstreeks worden toegerekend aan de participanten in het fonds. De meest recente jaarrekening en het jaarverslag van het Lombard Odier Darier Hentsch EMS Plus Rentefonds kunt u vinden op de website van Lombard Odier Darier Hentsch. De beleggingen bestaan per 30 juni 2014 uit 0,00% (31 december 2013: 0,00%) illiquide beleggingen. De liquide middelen zijn direct opeisbaar.
Pagina | 10
Finles EMS TOP-Rentefonds Halfjaarverslag 2014
5 Toelichting op de halfjaarrekening TOELICHTING BIJ SPECIFIEKE POSTEN IN DE BALANS (VERVOLG) 2. Verloop fondsvermogen (bedragen in EUR 1.000) Stand per 1 januari Bij: Plaatsing van participaties Resultaat ten gunste resp. ten laste van het vermogen Af: Terugname van participaties Stand per 30 juni resp. 31 december
30-06-2014 10.894
31-12-2013 12.621
25 621 646
134 (221) (87)
(995) (995)
(1.640) (1.640)
10.545
10.894
3. Af te dragen aan participanten Dit betreft nog uit te keren bedragen aan participanten in verband met de verkoop van participaties. Alle koopovereenkomsten zijn gesetteld in januari 2014. 4. Overige schulden (bedragen in EUR 1.000) Te betalen beheervergoeding Te betalen administratievergoeding Te betalen accountantskosten Stand per 30 juni resp. 31 december
30-06-2014
31-12-2013
27 7 6 40
28 3 8 39
Pagina | 11
Finles EMS TOP-Rentefonds Halfjaarverslag 2014
5 Toelichting op de halfjaarrekening TOELICHTING BIJ SPECIFIEKE POSTEN IN DE WINST- EN VERLIESREKENING 5. Waardeveranderingen van beleggingen De beleggingen worden tegen marktwaarde op de balans opgenomen. Het verschil tussen de marktwaarde aan het begin van het jaar en de marktwaarde aan het eind van de verslagperiode dan wel de verkoopprijs c.q. aflossing vormt de waardeveranderingen. 6. Overige opbrengsten Hieronder zijn de baten en lasten verantwoord die naar hun aard niet kunnen worden gerubriceerd onder een van de andere categorieën baten. Kosten 7. Kosten beheer Finles N.V. is de Beheerder in de zin van artikel 1:1 Wft. Conform Artikel 9 lid 2 van de Voorwaarden van beheer en bewaring (bijlage 1 van het prospectus) wordt ultimo van ieder kwartaal 0,25% van de op dat moment geldende vermogenswaarde in rekening gebracht voor de kosten van beheer. Overigens ontvingen de bestuurders geen vergoeding uit het Fonds. 8. Kosten administratie De administratie wordt gevoerd door TMF FundAdministrators B.V. en er wordt een vast bedrag van EUR 40.000 per jaar in rekening gebracht (geen BTW van toepassing) en een variabel bedrag voor kantoorkosten. 9. Kosten bewaargeving Ingevolge de Wft dient het Fonds te beschikken over een bewaarder. Dit is een onafhankelijk instituut dat als doelstelling heeft de vermogenswaarden waarin door het Fonds wordt belegd, ter bescherming van de belangen van de deelnemers, onder zich te houden. De bewaring is opgedragen aan Kas Trust Bewaarder Finles EMS TOPRentefonds B.V. te Amsterdam. De kosten van bewaargeving bedragen 0,035% per jaar van het fondsvermogen (excl. BTW). De kosten van custody bedragen 0,02% per jaar van het fondsvermogen (excl. BTW). 10. Accountantskosten Voor de huidige periode van zes maanden en de voorgaande periode van zes maanden zijn de volgende bedragen aan accountantshonoraria ten laste van het resultaat gebracht: (bedragen per 30 juni in EUR 1.000) Controle van de jaarrekening Stand per 30 juni
2014
2013
6 6
7 7
Bovenstaande honoraria betreffen de werkzaamheden die bij de beleggingsinstelling zijn uitgevoerd door accountantsorganisaties en externe accountants zoals bedoeld in artikel 1, lid 1 Wta (Wet toezicht accountantsorganisaties). Overige De kosten van marketing, drukwerk en verzending, personeel, vergaderingen, directievoering, contact met participanten, studiereizen, verzenden van jaarverslagen, opstellen en verzenden van nieuwsbrieven en dergelijke zijn ten laste van Finles N.V. als beheerder gebracht.
Pagina | 12
Finles EMS TOP-Rentefonds Halfjaarverslag 2014
5 Toelichting op de halfjaarrekening TOELICHTING BIJ SPECIFIEKE POSTEN IN DE WINST- EN VERLIESREKENING (VERVOLG) Lopende Kosten Factor ( “LKF”, voorheen TER) De Totale Expense Ratio (TER) is vervangen door de LKF als gevolg van wetswijzigingen. In de lopende kosten wordt de prestatievergoeding buiten beschouwing gelaten en worden de Lopende Kosten berekend over de gemiddelde intrinsieke waarde van elke dagelijkse waardeberekening van het Fonds. Per 30 juni 2014 is de LKF van het Fonds als volgt: 30-06-2014 Gemiddeld vermogen (in EUR) Kosten ten laste van het vermogen (in EUR) LKF exclusief onderliggende fondsen:
10.885.256 166.203 1,53%
Per 30 juni 2013 is de TER van het Fonds als volgt: 30-06-2013 Gewogen gemiddeld vermogen (in EUR) Kosten ten laste van het vermogen (in EUR) TER exclusief onderliggende fondsen:
12.303.375 183.253 1,49%
Synthetische Lopende Kosten Factor De Synthetische Lopende Kosten Factor geeft de kosten weer van de verschillende beleggingsinstellingen die zijn opgenomen in de Finles EMS TOP-Rentefonds portefeuille, gedeeld door de gemiddelde intrinsieke waarde van die beleggingsinstellingen. De kosten betreffen de totale exploitatiekosten inclusief de in- en uitstapkosten die door de onderliggende beleggingsinstelling (gewogen op basis van de relatieve omvang van de belegging) worden doorberekend. De Synthetische Lopende Kosten Factor bedroeg over 2014 op jaarbasis: 0,60% (LKF onderliggende beleggingen) + 1,53% (LKF Finles EMS TOP-Rentefonds) = 2,13%. Omloopfactor De omloopfactor, ofwel Portfolio Turnover Rate geeft de omloopsnelheid van de activa weer en wordt als volgt berekend: [(Totaal 1 – Totaal 2) / X] * 100. Totaal 1: het totaal bedrag aan effectentransacties (effectenaankopen + effectenverkopen) beleggingsinstelling gedurende de periode.
van de
Totaal 2: het totaal bedrag aan transacties (uitgifte + inkopen) van deelnemingsrechten van de beleggingsinstelling gedurende de periode. X: de gemiddelde intrinsieke waarde van de beleggingsinstelling. Per 30 juni is de omloopfactor van het Fonds als volgt:
Omloopfactor (halfjaar)
30-06-2014
30-06-2013
0,50%
0,76%
Pagina | 13
Finles EMS TOP-Rentefonds Halfjaarverslag 2014
5 Toelichting op de halfjaarrekening OVERIGE TOELICHTINGEN Personeel Het Fonds heeft geen werknemers in dienst. Informatieverstrekking Dit halfjaarverslag, het prospectus en de Essentiële Beleggersinformatie van het Fonds zijn kosteloos verkrijgbaar bij de Beheerder of kosteloos te downloaden van de website van de Beheerder: www.finlescapitalmanagement.nl Goedkeuring van de halfjaarrekening De Beheerder heeft op 12 augustus 2014 toestemming gegeven voor de openbaarmaking van de halfjaarrekening. In- en uittredingskosten De vermogenswaarde wordt bij intreding vermeerderd met 1,5% van de vermogenswaarde en bij uittreding verminderd met 0,6% van de vermogenswaarde. Bij intreding is hiervan 0,35% bestemd voor de administratiekosten van de Beheerder en 1,15% komt ten gunste van het Fonds. Bij uittreding zijn deze percentages respectievelijk 0,15% en 0,45%. Voor institutionele beleggers kunnen andere voorwaarden gelden. Verbonden partijen Finles N.V. te Utrecht, postbus 2600, 3500 GP Utrecht, is als Beheerder verbonden aan de Finles Beleggingsfondsen.
Pagina | 14
Finles EMS TOP-Rentefonds Halfjaarverslag 2014
6 Overige gegevens ACCOUNTANTSVERKLARING Op de halfjaarrekening 2014 van het Finles EMS TOP-Rentefonds is geen accountantscontrole toegepast.
GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUM De Beheerder, Finles N.V., heeft besloten om de huidige Bewaarder van het Finles EMS TOP-Rentefonds, KASTrust, te vervangen door een nieuwe Bewaarder, te weten, Stichting Circle Depositary Services. De aanleiding hiervoor is het van kracht worden van de Alternative Investment Fund Manager Directive, ofwel de AIFMD. De Beheerder heeft bij meerdere partijen een offerte opgevraagd voor de uitvoering van de nieuwe bewaarderstaken overeenkomstig de AIFMD wetgeving. Op basis van ervaringen met partijen en de hoogte van de kosten voor de AIFMD bewaarderstaken heeft de Beheerder besloten om Stichting Circle Depositary Services als Bewaarder van de beleggingsfondsen aan te stellen. Dit besluit is gemeld aan de Autoriteit Financiële Markten. De overgang is geëffectueerd met ingang van 1 juli 2014. De juridische eigendom van de waarden van het Fonds wordt overgedragen aan Stichting Finles Funds. Genoemde wijzigingen zijn het gevolg van het van kracht worden van de AIFMD.
UITKERINGSBELEID Gerealiseerde koerswinsten worden niet uitgekeerd maar via het resultaat aan het fondsvermogen toegevoegd. Gerealiseerde koersverliezen worden ten laste van het resultaat en dientengevolge ten laste van het fondsvermogen gebracht. De opbrengsten die in de vorm van rente en dividend worden verkregen worden via het resultaat van het Fonds toegevoegd aan het fondsvermogen. Er vindt derhalve geen uitkering plaats aan participanten.
BELANGEN VAN BESTUURDERS VAN BEHEERDER De bestuurders van de Beheerder hadden per 30 juni 2014 geen belang in (de beleggingen van) het Finles EMS TOP-Rentefonds als bedoeld in artikel 122 lid 2 Bgfo Wft (30 juni 2013: geen).
TRANSPARANTIEVOORSCHRIFT In het kader van transparantievoorschriften zijn hierna de kwartaalrapportages 2014 van het Lombard Odier Darier Hentch EMS Plus Rentefonds opgenomen.
Pagina | 15
Finles EMS TOP-Rentefonds Halfjaarverslag 2014
7 Bijlagen Op de hierna volgende pagina’s treft u, in het kader van transparantievoorschriften, de kwartaalrapportages 2014 van het Lombard Odier Darier Hentsch EMS Plus Rentefonds aan.
Pagina | 16
✚ WWW.LOIM.COM
Institutional Asset Management Investment Review LODH EMS Plus Rentefonds Fixed Income mandaat | | 1ste kwartaal 2014
Contactpersoon Marcel Van Ostaden
[email protected]
+3120 5220508
Disclaimer Dit rapport is met de grootste zorg samengesteld door Lombard Odier Asset Management (Europe) Limited , Netherlands Branch (hierna “Lombard Odier”) en is uitsluitend bedoeld voor informatieve doeleinden. De gegevens en analyses opgenomen is deze rapportage zijn gebaseerd op (externe) bronnen die door Lombard Odier als betrouwbaar worden beschouwd. Lombard Odier garandeert echter niet het actuele karakter, noch de juistheid of volledigheid van deze gegevens en analyses en aanvaardt geen aansprakelijkheid voor verliezen en schade die uit het gebruik ervan kunnen voortvloeien. Alle gegevens, analyses en waarderingen zoals opgenomen zijn uitsluitend van toepassing op de datum van verschijning en kunnen zonder voorafgaande mededeling wijzigen dan wel door Lombard Odier worden gewijzigd. Deze rapportage mag niet geheel of gedeeltelijk worden vermenigvuldigd, verspreid, gewijzigd of gebruikt voor enig openbaar of commercieel gebruik zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van Lombard Odier.
Investment Review - 31 maart 2014
BELEGGINGSOPDRACHT / VERMOGENSOVERZICHT
FONDS KARAKTERISTIEKEN Het vermogen wordt belegd in obligaties, daarvan afgeleide financiële producten en geld- en valutamarktinstrumenten luidend in de valuta van de EU of de EVA. DOELSTELLING Het fonds stelt zich tot doel een zo hoog mogelijk relatief rendement op lange termijn te behalen. BENCHMARK t/m 31 januari 2012 90% EFFAS Europe ex Central Europe 10% EFFAS Central Europe (Polen, Tsjechië en Hongarije) vanaf 1 februari 2012 Barclays Pan-European Treasury Aggregate Index VERMOGENSOVERZICHT in mln €
Totale marktwaarde begin kwartaal Totale marktwaarde einde kwartaal
10.7 10.7
1
Investment Review - 31 maart 2014
Performance In het eerste kwartaal van 2014 daalden de rentes op staatsobligaties. Deze daling vond vooral plaats in januari. In januari was er onrust op de financiële markten. Vooral de aandelen- en obligatiemarkten en valuta’s van opkomende landen lieten forse dalingen zien. De inflatie in het eurogebied bleef in januari met 0,7% ver onder de doelstelling van 2% van de Europese Centrale Bank. De inflatie daalde in maart verder naar 0,5%. In deze omgeving worden een verdere monetaire versoepeling en wellicht meer renteverlagingen door de ECB steeds waarschijnlijker. De daling van rentes was het grootst in korte looptijden van 3 tot 7 jaar vanwege de speculatie op verdere renteverlagingen door de ECB. De renteverschillen tussen nietstaatsobligaties (credit obligaties) en staatsobligaties namen in januari toe met een hoger resultaat voor staatsobligaties tot gevolg om in februari en maart weer te dalen. De spreads van perifere landen daalden verder ten opzichte van de core landen. Door de daling van de obligatierentes en credit- en landenspreads was er in het eerste kwartaal sprake van een positief resultaat van 3,73%. Het resultaat was hoger dan de stijging van de benchmark. De outperformance was vooral het gevolg van de langere duration in het kwartaal. Daarnaast droeg de positie in credit obligaties positief bij aan het relatieve resultaat. RENDEMENT 31 MAART 2014 IN %
LODH EMS Plus Rentefonds Benchmark
1ste kwartaal 2014 3.73 3.55
YTD 3.73 3.55
1 jaar 4.29 4.05
3 jaar (ann.) 7.10 6.43
5 jaar (ann.) 6.31 5.53
Sinds inceptie (ann.) 7.25 6.56
RENDEMENT 31 MAART 2014 IN %
LODH EMS Plus Rentefonds Benchmark Sinds inceptie: 30 juni 1992 Gross of fees
LODH EMS Plus Rentefonds
2
TE (3 yrs) 0.61
Investment Review - 31 maart 2014
Performance attributie 1e kwartaal 2014
Duration & Yieldcurve
Selectie en timing
EMU staatsobligaties Credits Centraal Europa Rest of Europe Cash and other
in basispunten 12
4
0 4 0 0 0
Valuta
-2
Totaal
14
In bovenstaande tabel wordt de relatieve MWR (money-weighted return) geattribueerd. De MWR kan afwijken van de voormelde TWR (time-weighted return).
3
Investment Review - 31 maart 2014
Macro economie TERUGBLIK Verenigde Staten In het eerste kwartaal werden de economische indicatoren negatief beïnvloed door de extreem slechte weersomstandigheden in de VS. De economische data in maart gaven echter blijk van een doorzettend herstel en de belangrijkste economische indicatoren leken weer dicht bij de niveaus van Q4 te liggen. Er werd met spanning uitgekeken naar het eerste optreden van Janet Yellen, de nieuwe voorzitter van de Federal Reserve. Zij erkende dat inflatie laag was, maar gaf ook aan de periode tussen een eerste renteverhoging en het einde van het opkopen van obligaties wellicht korter zou zijn dan eerder door beleggers aangenomen werd. De Fed zal het afbouwen van het opkopen van obligaties voortzetten en de economie moet wel zeer tegenvallen, voordat er met het afbouwen gestopt wordt. Euroland De economische data in de Eurozone duiden op een gematigd herstel, terwijl de inflatie verder daalde dan eerder verwacht was. In maart daalde het inflatie cijfer in de eurozone naar 0,5%. De ECB gaf aan aanvullende maatregelen te overwegen, maar heeft nog geen actie ondernomen. De euro is verder gestegen, mede vanwege het overschot op de betalingsbalans. In de perifere landen vond een verder herstel plaats waarbij de spreads verder daalden ten opzichte van de core landen. Emerging Markets Er was in 2013 sprake van een moeilijk jaar voor opkomende markten in vastrentende strategieën en valuta’s. Dit was gedeeltelijk het gevolg van het afbouwen van het opkopen van obligaties in de VS, maar ook de slechte fundamentals in een aantal opkomende landen. In het begin van het eerste kwartaal stonden de valuta’s en obligaties van opkomende landen dan ook onder druk. Renteverhogingen in Turkije, Zuid Afrika en India droegen bij aan stabilisatie van opkomende markten, terwijl ook de fundamentals lijken te verbeteren.
Inflatie Nederland en Euroland
4
Investment Review - 31 maart 2014
VOORUITZICHTEN Verenigde Staten In de Verenigde Staten wordt het opkopen van obligaties door de Federal Reserve verder afgebouwd. De timing van de eerste rente verhoging is nu de grootste bron van onzekerheid. Er is sprake van voortgaande economische groei, terwijl er tot nu toe vrijwel geen sprake is van inflatoire druk. Wij verwachten een voorzetting van deze trends. Wij voorzien ook een verdere vervlakking van de Amerikaanse yield curve die naar historische maatstaven nog zeer steil is. Euroland In euroland verwachten wij dat de inflatie voorlopig laag zal blijven. De ECB zal aanvullende maatregelen nemen, maar we zijn bang dat het niet genoeg zal zijn om de daling in de inflatie tegen te gaan. Wij verwachten een voortzetting van het gematigde economische herstel. Emerging Markets Opkomende landen met goede fundamentals en/of geloofwaardige centrale banken bieden de beste vooruitzichten op outperformance. Een aantal opkomende markten lijken nu interessant te worden, vooral ten opzichte van credit in ontwikkelde markten. Politieke risico’s lijken nu belangrijker te worden, mede vanwege een aantal verkiezingen in een aantal opkomende landen. GDP Euroland en Verenigde Staten
5
Investment Review - 31 maart 2014
Europese staatsobligaties TERUGBLIK De aankondiging van het afbouwen van het opkopen van obligaties door de Fed leidde in 2013 tot een verandering in de verwachtingen ten aanzien van het monetaire beleid van de Federal Reserve en tot een stijging van de rente. De afzwakking van de economie in het eerste kwartaal door het slechte weer zorgde ervoor dat beleggers minder bezorgd werden over een mogelijke verkrapping van het monetaire beleid door de Amerikaanse Centrale bank. De eerste vergadering met de nieuwe voorzitter van de Fed, Janet Yellen, gaf geen eenduidige uitkomst. Zij legde aan de ene kant de nadruk op de lage inflatie, maar definieerde aan de andere kant de ‘aanzienlijke‘ periode tussen het einde van het opkopen van opkopen van obligaties en een eerste renteverhoging als een periode van zes maanden. Dit was sneller dan beleggers tot dan toe gedacht hadden. De ECB nam ondanks de verdere daling van de inflatie geen nieuwe maatregelen, hoewel een aantal bestuursleden vanwege de zwakke economie lieten blijken nieuwe maatregelen wel te overwegen. 10-jaars rente Duitsland en VS en refi rente ECB en Fed Funds VS
6
Investment Review - 31 maart 2014
MARKTONTWIKKELINGEN 1STE KWARTAAL 2014 31.12.2013 USD/EUR koers GBP/EUR koers JPY/EUR koers ECB Refi rente Fed funds rente 10-jaars rente EMU 10-jaars rente US 10-jaars rente Japan
0.725 1.201 0.689 0.25% 0.25% 1.93% 3.03% 0.74%
31.03.2014 ontwikkelingen 1ste kwartaal 2014 0.726 0.2% 1.211 0.8% 0.704 2.2% 0.25% 0 bp 0.25% 0 bp 1.57% -36 bp 2.72% -31 bp 0.64% -10 bp
GEVOERD BELEID Gedurende het kwartaal is een overwogen duration positie aangehouden. De overwogen positie in credits is ook gehandhaafd. Binnen de landenallocatie werd een defensieve positionering in perifere landen aangehouden en een overweging in Duitsland.
VOORUITZICHTEN Zolang er geen sprake is van een versnelling van de groei in de VS blijven wij positief ten aanzien van obligaties. De zwakke groei en lage inflatie zullen naar onze mening leiden tot verdere monetaire versoepeling door de ECB. Leningen met langere looptijden zullen met name beïnvloed worden door de ontwikkelingen in de VS maar de daling van de inflatie in Europa zal een eventuele stijging van de rente beperkt houden.
7
Investment Review - 31 maart 2014
Euro credits TERUGBLIK De goede resultaten van vastrentende beleggingen waren voor vele beleggers een positieve verrassing in het eerste kwartaal. Investment grade beleggingen lieten hogere resultaten zien dan aandelen. Dit was gedeeltelijk het gevolg van slechtere economische data en gedeeltelijk het gevolg van toegenomen geopolitieke risico’s. In januari stonden meer risicovolle categorieën onder druk. De reden was de daling van een aantal valuta’s van opkomende markten, de Argentijnse peso, de Turkse lire en de Zuid Afrikaanse rand in het bijzonder. De centrale banken van deze landen probeerden de valuta’s te verdedigen door het verhogen van rentetarieven. Beleggers op de ontwikkelde obligatiemarkten maakten zich vooral zorgen over de deflatoire effecten. Voor credit beleggers werd het positieve effect van de flight to quality op vastrentende waarden beperkt door de zorgen voor lagere bedrijfswinsten en een mogelijke krimp in de kredietverlening aan het bedrijfsleven. De markten lieten ondanks de escalatie van de crisis in Oekraïne een herstel zien. De lange termijn risico’s voor deflatie hadden een grotere impact op de vastrentende markten dan de volatiliteit van de opkomende markten. In tegenstelling tot wat eerder gevreesd werd, was er geen sprake van een uitstroom van gelden uit de meer risicovolle vastrentende categorieën. Het soepele monetaire beleid van centrale banken in ontwikkelde landen bleef de markten ondersteunen. Het effect van de crisis in Oekraïne bleef uiteindelijk beperkt. De zorgen in China omtrent de faillissementen van een aantal bedrijven, de lagere groei en de stabiliteit van de financiële sector waren geen beletsel voor een verdere stijging van de markten. De macro economische data in de VS waren wat zwakker, maar dit werd toegeschreven aan de slechte weersomstandigheden in de VS. De inflatie in de eurozone bleef dalen ondanks de beter economische vooruitzichten. Er was sprake van een forse toename met 30% van nieuwe leningen die naar de markt kwamen. Credit spreads
VOORUITZICHTEN Er is veel discussie over de verschillen in beleid tussen de Federal Reserve en de ECB. De ECB zal naar aanleiding van de daling van de inflatie naar verwachting aanvullende maatregelen nemen waarbij het opkopen van obligaties niet uitgesloten wordt. De Federal Reserve daarentegen is vanwege de aantrekkende economie bezig de stimulerende maatregelen af te bouwen. Credit spreads kunnen ondanks de veranderingen in monetair beleid nog verder dalen. Er is ook nog veel interesse voor nieuwe bedrijfsleningen, waardoor credits nog een interessante beleggingscategorie lijken. Wij zijn op de huidige creditspread niveaus echter wel voorzichtiger ten aanzien van de beleggingen in credits in het tweede kwartaal.
8
Investment Review - 31 maart 2014
Verklarende Woordenlijst Actief beheer Een stijl van beleggen waarbij gestreefd wordt de benchmark te overtreffen. Via vermogensallocatie, market timing en/of selectie wil de beheerder dit realiseren. De vermogensbeheerder heeft daarbij de bevoegdheid op eigen initiatief mutaties in de beleggingsportefeuille aan te brengen. Actief beheer is de tegenhanger van passief beheer via het kopen of nabootsen van de benchmark index. Alpha De alpha meet de afwijking (out/underperformance) van een portefeuille ten opzichte van zijn benchmark. Het vertegenwoordigt de prestatie van het fonds nadat het markteffect, waar de beheerder geen invloed op heeft, er is uitgehaald. Voorbeeld: een alpha van 0.5% betekent dat het rendement van het fonds een 0.5% hoger is dan dat van de benchmark. Basispunt 0,01% (éénhonderste procent) Benchmark Een index, waarmee de performance van een portefeuille wordt vergeleken. De benchmark kan ook worden samengesteld uit meerdere indices. Belangrijk is dat de benchmark representatief en belegbaar is. Bèta Geeft de mate van marktdirectionaliteit van een belegging weer. Een belegging met een bèta groter dan 1 is geeft een agressief beleggingsbeleid weer. Een bèta kleiner dan 1 geeft een defensief beleid weer. Breakeven inflatie Het verschil tussen het rendement van nominale obligaties en vergelijkbare geïndexeerde obligaties. Het is de vereiste toekomstige inflatievoet waarbij het rendement van een ingeïndexeerde obligatie gelijk is aan dat van nominale obligatie. Basis Point Value (BPV) De absolute waardeverandering van een vastrentende belegging bij een rentewijziging van 1 basispunt. BRIC landen Brazilië, Rusland, India en China Carry trade Een carry trade is een transactie waarbij de financieringslast lager is dan het lopend rendement (effectief rendement). Een voorbeeld van een carry trade bestaat uit het lenen in een laag renderende valuta en het uitzetten van de opbrengsten in een hoog renderende valuta Conjunctuur Het cyclische patroon van de economische ontwikkeling (golfbeweging). Convexiteit Bij een obligatie geeft de convexiteit de mate aan, waarin de duration verandert als de rente verandert. Credit Dit is een obligatie die niet wordt uitgegeven door de overheid. Op deze obligatie ontvangt men over het algemeen een hogere rente ontvangt dan op een staatsobligatie, omdat de uitgevende onderneming of instelling doorgaans minder kredietwaardig is dan de staat. Credit spread Rente-opslag die banken en bedrijfsleven moeten betalen bovenop het rendement op staatsleningen. Derivaten Financiële produkten waarvan de waarde afhangt van de prijsontwikkeling van een onderliggende waarde, bijv. een hoeveelheid aandelen, obligaties of vreemde valuta, of van de ontwikkeling van een koersindex of rentevoet.
9
Investment Review - 31 maart 2014
Duration De gemiddelde (met de contante waarde gewogen) looptijd van de cashflows van een obligatielening of een obligatieportefeuille. Het is een maatstaf voor de rentegevoeligheid van een obligatielening of obligatieportefeuille. Hierbij geldt: hoe hoger de duration, hoe rentegevoeliger de portefeuille is. Effectief rendement Het werkelijke rendement op jaarbasis. Het is die disconteringsvoet die de som van alle contant gemaakte toekomstige cashflows (rente en aflossing) gelijk maakt aan de totale aanschafwaarde van een obligatie. Er wordt vanuit gegaan, dat alle vrijvallende coupons kunnen worden herbelegd tegen ditzelfde effectieve rendement. Emerging market De financiële markt van minder ontwikkelde landen. Deze landen worden vaak gekenmerkt door een hoger dan gemiddelde groei Excess return Het verschil tussen portefeuille rendement en benchmark rendement. De excess return kan positief zijn (outperformance) of negatief (underperformance). FDI’s (foreign direct investments) Een investering in het buitenland, die meestal gecontroleerd wordt door een buitenlandse onderneming. Geldmarktrente De rente waarvoor financiële instellingen op korte termijn (<2 jaar) geld lenen, dan wel uitlenen. Liquide markt Een markt is liquide als er voldoende handel is om snel met behoorlijke aantallen en zonder noemenswaardige koerseffecten aan- en verkooporders te kunnen uitvoeren. Head-line inflatie Meest algemeen aanvaarde maatstaf voor het weergeven van de mate waarin prijzen (en dan met name prijzen voor consumptiegoederen) stijgen. Alle goederen categorieën worden meegenomen. High Yield Obligatie met een zeer hoog couponrendement, maar met een hoger risico dat de lening op de vervaldag niet zal kunnen worden afgelost. De credit rating is BB of lager. Inflation linked obligaties Dit zijn obligaties waarbij het rendement direct gekoppeld is aan de inflatie. Hoe hoger de inflatie, hoe hoger het uiteindelijke rendement. In een normaal economisch scenario zal een hogere inflatie(verwachting) tot een rentestijging leiden. De meeste obligaties zullen dan in koers dalen. Information ratio Deze ratio geeft aan met hoeveel risico de excess return tot stand is gekomen. Daartoe wordt de excess return gedeeld door de tracking error. Inflatie Verandering van het consumentenprijs-indexcijfer. De verandering wordt doorgaans in jaar op jaarcijfers weergegeven. Interventie Term waarmee meestal het ingrijpen door een centrale bank op de geld- en valutamarkten wordt bedoeld. Dit ingrijpen heeft tot doel rente- en koersafwijkingen af te remmen of te voorkomen. Kapitaalmarktrente De rente waarvoor financiële instellingen op langere termijn (>2 jaar) geld lenen, dan wel uitlenen. Kerninflatie Dit is de inflatie zonder volatiele componenten zoals voedsel en energieprijzen. Kerninflatie wordt ook wel gebruikt om de onderliggende trend in inflatie weer te geven. LBO (Leveraged Buyout) Een controlerend aandeel in een bedrijf opkopen, gebruik makend van een hoge mate van schuld. 10
Investment Review - 31 maart 2014
Modified duration Een verfijning van duration. Geeft aan hoeveel de waarde van een obligatie verandert als gevolg van een kleine verandering in de rente. Duration wordt in jaren vermeld, modified duration wordt als percentage vermeld. In formule: Mod Dur = Dur/(1+y) Quantitative easing De vergroting van de geldvoorraad door een Centrale Bank door middel van de aankoop van effecten zoals staatsobligaties. Risicoaversie De mate waarin beleggers extra rendement ten opzichte van de risicoloze rentevoet vereisen. Een stijging van de risicoaversie betekent een daling van prijzen van risicovolle beleggingen. Sharpe ratio De Sharpe ratio meet het extra rendement op jaarbasis van het fonds (ten opzichte van het percentage zonder risico) per genomen risico-eenheid. Hij is gelijk aan de prestatie van het fonds op jaarbasis minus die van het actief zonder risico en dit wordt gedeeld door de volatiliteit op jaarbasis van het fonds. Hoe hoger de ratio, hoe beter het fonds. Spread oa. Het verschil tussen aan – en verkoopprijzen, verschil in rente tussen meerdere looptijden/ landen/ credit ratings etc. Swap Financiële transactie waarbij twee partijen in het algemeen een korte-termijnrenteverplichting ruilen met een lange-termijnrenteverplichting. Ook met obligatie-indexen, aandelenindexen, valuta’s, opties en termijncontracten en combinaties daarvan zijn swapconstructies mogelijk. Standaarddeviatie Wortel van de variantie. Tracking error TE meet de standaarddeviatie van de afwijking van het portefeuillerendement ten opzichte van het benchmarkrendement (excess return) en is een maatstaf voor actief risico. Variantie Een spreidingsmaatstaf, die de gemiddelde kwadratische afwijking ten opzicht van het gemiddelde van alle waarnemingen weergeeft en die als risicomaatstaf wordt gebruikt voor een bepaalde beleggingscategorie. Volatiliteit De beweeglijkheid van een koers of rendement. Yieldcurve Rentestructuur, weergevend het rentepercentage afgezet tegen de bijbehorende looptijd. De curve vertoont een stijgende lijn als de korte rente lager is dan de lange rente. Als de korte rente hoger is spreekt men van een inverse yieldcurve.
11
✚ WWW.LOIM.COM
Institutional Asset Management Investment Review LODH EMS Plus Rentefonds Fixed Income mandaat | | 2de kwartaal 2014
Contactpersoon Marcel Van Ostaden
[email protected]
+3120 5220508
Disclaimer Dit rapport is met de grootste zorg samengesteld door Lombard Odier Asset Management (Europe) Limited , Netherlands Branch (hierna “Lombard Odier”) en is uitsluitend bedoeld voor informatieve doeleinden. De gegevens en analyses opgenomen is deze rapportage zijn gebaseerd op (externe) bronnen die door Lombard Odier als betrouwbaar worden beschouwd. Lombard Odier garandeert echter niet het actuele karakter, noch de juistheid of volledigheid van deze gegevens en analyses en aanvaardt geen aansprakelijkheid voor verliezen en schade die uit het gebruik ervan kunnen voortvloeien. Alle gegevens, analyses en waarderingen zoals opgenomen zijn uitsluitend van toepassing op de datum van verschijning en kunnen zonder voorafgaande mededeling wijzigen dan wel door Lombard Odier worden gewijzigd. Deze rapportage mag niet geheel of gedeeltelijk worden vermenigvuldigd, verspreid, gewijzigd of gebruikt voor enig openbaar of commercieel gebruik zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van Lombard Odier.
Investment Review - 30 juni 2014
BELEGGINGSOPDRACHT / VERMOGENSOVERZICHT
FONDS KARAKTERISTIEKEN Het vermogen wordt belegd in obligaties, daarvan afgeleide financiële producten en geld- en valutamarktinstrumenten luidend in de valuta van de EU of de EVA. DOELSTELLING Het fonds stelt zich tot doel een zo hoog mogelijk relatief rendement op lange termijn te behalen. BENCHMARK t/m 31 januari 2012 90% EFFAS Europe ex Central Europe 10% EFFAS Central Europe (Polen, Tsjechië en Hongarije) vanaf 1 februari 2012 Barclays Pan-European Treasury Aggregate Index VERMOGENSOVERZICHT in mln €
Totale marktwaarde begin kwartaal Totale marktwaarde einde kwartaal Saldo stortingen / onttrekkingen
10.7 10.6 -0.5
1
Investment Review - 30 juni 2014
Performance In het tweede kwartaal was door de daling van de marktrentes sprake van een positief resultaat op basis van marktkoersen. Naast de rentes op obligaties van AAA landen lieten ook de rentes van bedrijfsobligaties een daling zien. In perifere landen als Spanje en Italië was in mei sprake van een stijging van de rente als gevolg van onrust rondom de Europese verkiezingen. Deze onrust bleek van tijdelijke aard en per saldo daalden de marktrentes ook in de perifere landen in de eurozone in het tweede kwartaal. Het resultaat van het EMS Plus Rentefonds was vrijwel gelijk aan de Barclays index met Europese staatsleningen. Het duration beleid had per saldo een neutraal effect op het relatieve resultaat, terwijl de positie in credit obligaties positief bijdroeg. De valuta positionering had een beperkt negatief effect. RENDEMENT 30 JUNI 2014 IN %
LODH EMS Plus Rentefonds Benchmark
2de kwartaal 2014 3.35 3.29
YTD 7.21 6.96
1 jaar 9.48 9.11
3 jaar (ann.) 7.88 7.20
5 jaar (ann.) 6.33 5.70
Sinds inceptie (ann.) 7.33 6.64
RENDEMENT 30 JUNI 2014 IN %
LODH EMS Plus Rentefonds Benchmark Sinds inceptie: 30 juni 1992 Gross of fees
LODH EMS Plus Rentefonds
2
TE (3 yrs) 0.61
Investment Review - 30 juni 2014
Performance attributie 1e kwartaal 2014
Duration & Yieldcurve
Selectie en timing
EMU staatsobligaties Credits Centraal Europa Rest of Europe Cash and other
in basispunten 1
6
2 6 0 0 -1
Valuta
-2
Totaal
5
In bovenstaande tabel wordt de relatieve MWR (money-weighted return) geattribueerd. De MWR kan afwijken van de voormelde TWR (time-weighted return).
3
Investment Review - 30 juni 2014
Macro economie TERUGBLIK Verenigde Staten De Amerikaanse economie vertoonde in het tweede kwartaal tekenen van herstel na de afzwakking in het eerste kwartaal door het slechte weer. De indicatoren voor bedrijfsvertrouwen lieten ook een stijging zien. De meest recente schatting voor de groei in het eerste kwartaal liet een veel lagere groei zien dan eerder verwacht. De dollar bleef per saldo redelijk stabiel. De rentes op staatsobligaties daalden verder, vanwege de verwachting dat het beleid van de Federal Reserve voorlopig accomoderend zou blijven en dat renteverhogingen voorlopig uit zullen blijven. De werkloosheid bleef echter dalen en het opkopen van obligaties werd verder afgebouwd in het tweede kwartaal. Euroland De inflatie in de eurozone bleef verder dalen in het tweede kwartaal. Dit was voor de ECB reden om aanvullende liquiditeitsmaatregelen aan te kondigen. Daarnaast werd de depositorente, de rente die banken ontvangen over geld dat bij de ECB uitgezet wordt, verlaagd van 0% naar een negatief percentage van 0.10%. Mede als gevolg van deze maatregelen daalden obligatierentes van ‘core’ landen als Duitsland, maar ook van perifere landen als Italië. Ook de rentes en spreads van credit obligaties daalden verder. De vooruitkijkende bedrijfsindicatoren laten in euroland een verdere stijging zien, hetgeen wijst op een toename van de economische groei, maar de inflatie blijft nog steeds laag. Inflatie Nederland en Euroland
4
Investment Review - 30 juni 2014
VOORUITZICHTEN Verenigde Staten De economische groei trekt weer aan na een zwak eerste kwartaal. Wij verwachten dat deze groei door zal zetten en zal leiden tot opwaartse druk op obligatierentes. De stijging van de lonen blijft echter nog zeer beperkt. Naar onze mening was de afzwakking van de groei in het eerste kwartaal van tijdelijke aard, als gevolg van de weersomstandigheden en blijft de Amerikaanse economie doorgroeien. Euroland De vooruitzichten voor de economische groei in de eurozone lijken iets te verbeteren. De renteverschillen tussen de landen in het Noorden en het Zuiden worden kleiner, hetgeen positief is voor de financieringskosten voor bedrijven in zuidelijke landen van Europa. Door de maatregelen van de ECB stijgen de inflatieverwachtingen. De kansen op deflatie worden door de maatregelen ook kleiner, maar dit blijft een belangrijke risicofactor voor het economische herstel in Europa. GDP Euroland en Verenigde Staten
5
Investment Review - 30 juni 2014
Europese staatsobligaties TERUGBLIK De inflatie daalde verder in de eurozone tot 0.5% in juni. Om het gevaar van deflatie af te wenden nam de ECB aanvullende maatregelen, waaronder het verstrekken van extra liquiditeiten aan banken voor langere termijnen. Daarnaast werd de ‘refi’ rente verlaagd van 0.25% naar 0.15%. Het deposito tarief, de rente die banken vergoed als bij de ECB, werd verlaagd van 0.0% naar -0.10%. Banken moeten nu betalen om gelden risicoloos uit te zetten bij de Europese Centrale Bank. Hierdoor zullen banken gelden eerder eerder uitzetten in de geldmarkt, met als gevolg een daling van de geldmarkttarieven. De 1-maands deposito rente daalde bijvoorbeeld van ongeveer 0.25% eind mei naar 10 basispunten eind juni. Ook de rentes op Europese staatsobligaties lieten in deze omgeving een daling zien. De rente op kortlopende Duitse en Nederlandse staatsobligaties daalde tot bijna 0%, terwijl de rente op Duitse 10- jaars obligaties in het tweede kwartaal daalde van 1.55% naar 1.25%. De obligatierentes van perifere landen daalden ook in het tweede kwartaal. In mei was rondom de Europese verkiezingen sprake van enige onrust en stegen de spreads van perifere landen ten opzichte van de AAA landen als Duitsland en Nederland. Deze onrust was echter van tijdelijke aard en deze markten herstelden zich weer in de loop van juni. Per saldo was in het tweede kwartaal sprake van een daling van de spreads in de eurozone ten opzichte van Duitsland. 10-jaars rente Duitsland en VS en refi rente ECB en Fed Funds VS
6
Investment Review - 30 juni 2014
MARKTONTWIKKELINGEN 2DE KWARTAAL 2014 31.03.2014 USD/EUR koers GBP/EUR koers JPY/EUR koers ECB Refi rente Fed funds rente 10-jaars rente EMU 10-jaars rente US 10-jaars rente Japan
0.726 1.211 0.704 0.25% 0.25% 1.57% 2.72% 0.64%
30.06.2014 ontwikkelingen 2de kwartaal 2014 0.731 0.6% 1.249 3.1% 0.721 2.4% 0.15% -10 bp 0.25% 0 bp 1.25% -32 bp 2.53% -19 bp 0.57% -7 bp
GEVOERD BELEID Bij de start van het kwartaal werd een overwogen duration aangehouden ten opzichte van de benchmark om te profiteren van de daling van de rente als gevolg van de speculatie over maatregelen door de ECB. Nadat de rente gedurende het kwartaal verder gedaald was, hebben wij de duration in verschillende stappen verlaagd tot een onderwogen duration ten opzichte van de benchmark. Met name de duration in Duitsland is verlaagd, waar de rente op 10 jaars staatsobligaties gedaald was tot 1.25% per eind juni. Bij de landenallocatie werd de onderweging in perifere landen als Italië en Spanje verder verlaagd, vanwege de toename van de onrust rondom de Europese verkiezingen. De positie in credit obligaties werd gehandhaafd.
7
Investment Review - 30 juni 2014
VOORUITZICHTEN Door de lage inflatie en de maatregelen van de ECB zijn de obligatierentes in ‘core’ landen tot historisch gezien zeer lage niveaus gedaald. We verwachten dat er voorlopig sprake zal zijn van zeer gematigde groei en lage inflatie. Daarnaast is er nog speculatie dat de ECB wellicht ook over zal gaan tot het opkopen van obligaties om het gevaar van deflatie tegen te gaan. In deze omgeving verwachten wij dat obligatierentes voorlopig nog laag zullen blijven. De rentes van obligaties van perifere landen zijn ook gedaald. Wij verwachten niet dat de renteverschillen terug zullen keren tot de lage niveaus van voor de crisis, aangezien de risicoperceptie van belegger ten aanzien van deze landen veranderd is en de fundamentals zoals de omvang van de staatsschulden verslechterd zijn.
8
Investment Review - 30 juni 2014
Euro credits TERUGBLIK De credit markten werden positief beïnvloed door de daling van de volatiliteit, de verwachtingen voor verdere monetaire versoepeling door de ECB en een beperkt aantal uitgiftes van nieuwe leningen. De resultaten van bedrijven waren in het eerste kwartaal in lijn met de verwachtingen of beter dan verwacht. Er waren ook meer aankondigingen van overnames, waaronder Alstom en Astra Zeneca, maar deze werden niet als negatief gezien voor de obligatiemarkten. De verwachtingen voor enige van vorm van opkopen van obligaties door de ECB of andere maatregelen om de credit markten te ondersteunen droegen bij aan de vraag naar hoger renderende bedrijfsobligaties. De economische groei bleek in het eerste kwartaal lager uit te komen dan eerder gedacht, met name in Italie en Frankrijk. Dit leidde tot een oplopen van spreads van perifere landen en ook van credit spreads. Dit was echter van tijdelijke aard, aangezien de aandacht verlegd werd naar verwachte maatregelen door de ECB. ECB president Draghi gaf sterke indicaties dat de ECB verdere maatregelen zou nemen om de economische groei te ondersteunen. Spreads daalden hierdoor verder in aanloop naar de ECB vergadering van eind juni. De stimuleringsmaatregelen van de ECB leidden tot een verdere daling van spreads. Cash obligaties lieten een beter resultaat zien dan derivaten. Betere economische cijfers in de VS en hogere olieprijzen leidden in de tweede helft van het kwartaal tot een stijging van spreads. Ook het aantal issues van nieuwe leningen nam toe. De financiële sector werd geraakt door de hoge boete voor BNP in de Verenigde Staten. Credit spreads
VOORUITZICHTEN De ECB aankondigingen in juni zijn positief voor de vooruitzichten voor credit obligaties. De resultaten voor creditmarkten worden al geruime tijd ondersteund door de buitengewone maatregelen van de centrale banken. Vanwege de publicatie van half jaar cijfers verwachten wij een daling van de uitgifte van nieuwe leningen. Credit obligaties zijn echter wel vrij duur geworden op de huidige spread niveaus. De vooruitzichten voor de economische groei zijn niet heel duidelijk nu de VS lijkt te herstellen na een zwak eerste kwartaal en de groei in Europa lijkt af te zwakken.
9
Investment Review - 30 juni 2014
Verklarende Woordenlijst Actief beheer Een stijl van beleggen waarbij gestreefd wordt de benchmark te overtreffen. Via vermogensallocatie, market timing en/of selectie wil de beheerder dit realiseren. De vermogensbeheerder heeft daarbij de bevoegdheid op eigen initiatief mutaties in de beleggingsportefeuille aan te brengen. Actief beheer is de tegenhanger van passief beheer via het kopen of nabootsen van de benchmark index. Alpha De alpha meet de afwijking (out/underperformance) van een portefeuille ten opzichte van zijn benchmark. Het vertegenwoordigt de prestatie van het fonds nadat het markteffect, waar de beheerder geen invloed op heeft, er is uitgehaald. Voorbeeld: een alpha van 0.5% betekent dat het rendement van het fonds een 0.5% hoger is dan dat van de benchmark. Basispunt 0,01% (éénhonderste procent) Benchmark Een index, waarmee de performance van een portefeuille wordt vergeleken. De benchmark kan ook worden samengesteld uit meerdere indices. Belangrijk is dat de benchmark representatief en belegbaar is. Bèta Geeft de mate van marktdirectionaliteit van een belegging weer. Een belegging met een bèta groter dan 1 is geeft een agressief beleggingsbeleid weer. Een bèta kleiner dan 1 geeft een defensief beleid weer. Breakeven inflatie Het verschil tussen het rendement van nominale obligaties en vergelijkbare geïndexeerde obligaties. Het is de vereiste toekomstige inflatievoet waarbij het rendement van een ingeïndexeerde obligatie gelijk is aan dat van nominale obligatie. Basis Point Value (BPV) De absolute waardeverandering van een vastrentende belegging bij een rentewijziging van 1 basispunt. BRIC landen Brazilië, Rusland, India en China Carry trade Een carry trade is een transactie waarbij de financieringslast lager is dan het lopend rendement (effectief rendement). Een voorbeeld van een carry trade bestaat uit het lenen in een laag renderende valuta en het uitzetten van de opbrengsten in een hoog renderende valuta Conjunctuur Het cyclische patroon van de economische ontwikkeling (golfbeweging). Convexiteit Bij een obligatie geeft de convexiteit de mate aan, waarin de duration verandert als de rente verandert. Credit Dit is een obligatie die niet wordt uitgegeven door de overheid. Op deze obligatie ontvangt men over het algemeen een hogere rente ontvangt dan op een staatsobligatie, omdat de uitgevende onderneming of instelling doorgaans minder kredietwaardig is dan de staat. Credit spread Rente-opslag die banken en bedrijfsleven moeten betalen bovenop het rendement op staatsleningen. Derivaten Financiële produkten waarvan de waarde afhangt van de prijsontwikkeling van een onderliggende waarde, bijv. een hoeveelheid aandelen, obligaties of vreemde valuta, of van de ontwikkeling van een koersindex of rentevoet.
10
Investment Review - 30 juni 2014
Duration De gemiddelde (met de contante waarde gewogen) looptijd van de cashflows van een obligatielening of een obligatieportefeuille. Het is een maatstaf voor de rentegevoeligheid van een obligatielening of obligatieportefeuille. Hierbij geldt: hoe hoger de duration, hoe rentegevoeliger de portefeuille is. Effectief rendement Het werkelijke rendement op jaarbasis. Het is die disconteringsvoet die de som van alle contant gemaakte toekomstige cashflows (rente en aflossing) gelijk maakt aan de totale aanschafwaarde van een obligatie. Er wordt vanuit gegaan, dat alle vrijvallende coupons kunnen worden herbelegd tegen ditzelfde effectieve rendement. Emerging market De financiële markt van minder ontwikkelde landen. Deze landen worden vaak gekenmerkt door een hoger dan gemiddelde groei Excess return Het verschil tussen portefeuille rendement en benchmark rendement. De excess return kan positief zijn (outperformance) of negatief (underperformance). FDI’s (foreign direct investments) Een investering in het buitenland, die meestal gecontroleerd wordt door een buitenlandse onderneming. Geldmarktrente De rente waarvoor financiële instellingen op korte termijn (<2 jaar) geld lenen, dan wel uitlenen. Liquide markt Een markt is liquide als er voldoende handel is om snel met behoorlijke aantallen en zonder noemenswaardige koerseffecten aan- en verkooporders te kunnen uitvoeren. Head-line inflatie Meest algemeen aanvaarde maatstaf voor het weergeven van de mate waarin prijzen (en dan met name prijzen voor consumptiegoederen) stijgen. Alle goederen categorieën worden meegenomen. High Yield Obligatie met een zeer hoog couponrendement, maar met een hoger risico dat de lening op de vervaldag niet zal kunnen worden afgelost. De credit rating is BB of lager. Inflation linked obligaties Dit zijn obligaties waarbij het rendement direct gekoppeld is aan de inflatie. Hoe hoger de inflatie, hoe hoger het uiteindelijke rendement. In een normaal economisch scenario zal een hogere inflatie(verwachting) tot een rentestijging leiden. De meeste obligaties zullen dan in koers dalen. Information ratio Deze ratio geeft aan met hoeveel risico de excess return tot stand is gekomen. Daartoe wordt de excess return gedeeld door de tracking error. Inflatie Verandering van het consumentenprijs-indexcijfer. De verandering wordt doorgaans in jaar op jaarcijfers weergegeven. Interventie Term waarmee meestal het ingrijpen door een centrale bank op de geld- en valutamarkten wordt bedoeld. Dit ingrijpen heeft tot doel rente- en koersafwijkingen af te remmen of te voorkomen. Kapitaalmarktrente De rente waarvoor financiële instellingen op langere termijn (>2 jaar) geld lenen, dan wel uitlenen. Kerninflatie Dit is de inflatie zonder volatiele componenten zoals voedsel en energieprijzen. Kerninflatie wordt ook wel gebruikt om de onderliggende trend in inflatie weer te geven. LBO (Leveraged Buyout) Een controlerend aandeel in een bedrijf opkopen, gebruik makend van een hoge mate van schuld. 11
Investment Review - 30 juni 2014
Modified duration Een verfijning van duration. Geeft aan hoeveel de waarde van een obligatie verandert als gevolg van een kleine verandering in de rente. Duration wordt in jaren vermeld, modified duration wordt als percentage vermeld. In formule: Mod Dur = Dur/(1+y) Quantitative easing De vergroting van de geldvoorraad door een Centrale Bank door middel van de aankoop van effecten zoals staatsobligaties. Risicoaversie De mate waarin beleggers extra rendement ten opzichte van de risicoloze rentevoet vereisen. Een stijging van de risicoaversie betekent een daling van prijzen van risicovolle beleggingen. Sharpe ratio De Sharpe ratio meet het extra rendement op jaarbasis van het fonds (ten opzichte van het percentage zonder risico) per genomen risico-eenheid. Hij is gelijk aan de prestatie van het fonds op jaarbasis minus die van het actief zonder risico en dit wordt gedeeld door de volatiliteit op jaarbasis van het fonds. Hoe hoger de ratio, hoe beter het fonds. Spread oa. Het verschil tussen aan – en verkoopprijzen, verschil in rente tussen meerdere looptijden/ landen/ credit ratings etc. Swap Financiële transactie waarbij twee partijen in het algemeen een korte-termijnrenteverplichting ruilen met een lange-termijnrenteverplichting. Ook met obligatie-indexen, aandelenindexen, valuta’s, opties en termijncontracten en combinaties daarvan zijn swapconstructies mogelijk. Standaarddeviatie Wortel van de variantie. Tracking error TE meet de standaarddeviatie van de afwijking van het portefeuillerendement ten opzichte van het benchmarkrendement (excess return) en is een maatstaf voor actief risico. Variantie Een spreidingsmaatstaf, die de gemiddelde kwadratische afwijking ten opzicht van het gemiddelde van alle waarnemingen weergeeft en die als risicomaatstaf wordt gebruikt voor een bepaalde beleggingscategorie. Volatiliteit De beweeglijkheid van een koers of rendement. Yieldcurve Rentestructuur, weergevend het rentepercentage afgezet tegen de bijbehorende looptijd. De curve vertoont een stijgende lijn als de korte rente lager is dan de lange rente. Als de korte rente hoger is spreekt men van een inverse yieldcurve.
12