Paraplufonds Finles Beleggingsfonden JAARVERSLAG 2012
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2012
Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Algemene gegevens 2 Vergelijkend overzicht 2.1 Vergelijkend overzicht Paraplufonds Finles Belegginsfondsen 2.2 Vergelijkend overzicht Subfonds Finles Collectief Beheer 2.3 Vergelijkend overzicht Subfonds Finles Collectief Beheer I.L. 3 Verslag van de Beheerder 3.1 Terugblik 2012 3.2 Vooruitblik 2013 4 Het Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen 4.1 Resultaat Subfonds Finles Collectief Beheer 2012 4.2 Resultaat Subfonds Finles Collectief Beheer I.L. in 2012 4.3 Risicobeheer 5 Jaarrekening Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen 6 Toelichting op de jaarrekening 7 Jaarrekening 2012 van het Subfonds Finles Collectief Beheer 8 Toelichting op de Jaarrekening 2012 van het Subfonds Finles Collectief Beheer 9 Jaarrekening 2012 van het Subfonds Finles Collectief Beheer I.L. 10 Toelichting op de Jaarrekening 2012 van het Subfonds Finles Collectief Beheer I.L. 11 Overige gegevens
1 2 2 3 4 5 5 12 16 20 31 32 34 42 45 52 55 63
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2012
1 Algemene gegevens Beheerder
Finles N.V.
Directie van beheerder
L.J.B. Management and Consultancy B.V. Drs. J.A.M. van der Holst Cosimo International Joint Venture B.V. R.J. van Kuijk J.P.P.A van Oudvorst RA
Bewaarder
KAS-Trust Bewaarder Finles Collectief Beheer Fonds B.V. Spuistraat 172 1012 VT, Amsterdam
Raad van Commissarissen Finles N.V.
Dr. B.R. Bot (voorzitter) Drs. P.H.M. Hendriks Mr. D. van der Weij
Administrateur
(vanaf 1 oktober 2012) TMF FundAdministrators B.V. Westblaak 89 Postbus 25121 3001 HC Rotterdam (tot en met 30 september 2012) Institutional Trust Services B.V. Storkstraat 15a-15b 3833 LB Leusden
Accountant
PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. Postbus 8800 3009 AV Rotterdam
Depotbank
Kas Bank N.V. Postbus 24001 1000 DB Amsterdam
Pagina | 1
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2012
2 Vergelijkend overzicht Hieronder volgt een overzicht van de kerncijfers van het Fonds over de afgelopen vijf jaar.
2.1 Vergelijkend overzicht Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Kerncijfers (bedragen in EUR 1.000)
Fondsvermogen bij aanvang jaar Plaatsing participaties Waardeveranderingen van beleggingen Inkomsten
Terugname participaties Kosten beheer, bewaring en administratie Fondsvermogen einde jaar
2012
2011
2010
2009
2008
32.675 1.981 (2.367) 76 32.365
56.036 410 (8.796) 9 47.659
81.143 11.949 (9.640) 221 83.673
89.819 3.442 (1.172) 514 92.603
122.374 2.347 (19.819) 443 105.345
5.044
14.128
26.239
10.051
13.895
707 26.614
856 32.675
1.398 56.036
1.409 81.143
1.631 89.819
25.763 964 (113) 26.614
29.951 1.657 1.067 32.675
46.584 8.732 720 56.036
75.675 2.326 3.142 81.143
75.995 10.065 3.759 89.819
1.647 272.018 82,20 82,17
1.760 422.984 92,14 91,61
1.784 812.766 99,84 99,20
1.854 879.710 102,10 101,60
Samenstelling van het fondsvermogen Beleggingen Liquide middelen Saldo vorderingen en schulden Fondsvermogen
Waarde per participatie Subfonds Collectief Beheer Aantal participanten Aantal participaties Intrinsieke waarde inclusief inkomsten Intrinsieke waarde exclusief inkomsten
1.473 249.667 79,75 79,45
Waarde per participatie Subfonds Collectief Beheer I.L. Aantal participanten Aantal participaties Dagwaarde waarde inclusief inkomsten Dagwaarde waarde exclusief inkomsten
1.781 205.368 32,63 32,63
1.788 235.756 43,75 43,74
1.813 243.023 70,21 70,21
Pagina | 2
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2012
2 Vergelijkend overzicht 2.2 Vergelijkend overzicht Subfonds Finles Collectief Beheer Kerncijfers (bedragen in EUR 1.000)
Fondsvermogen bij aanvang jaar Plaatsing participaties Waardeveranderingen van beleggingen Inkomsten
Terugname participaties Kosten beheer, bewaring en administratie Fondsvermogen einde jaar
2012
2011
2010
2009
2008
22.360 1.981 (309) 75 24.107
38.972 410 (2.481) 7 36.908
81.143 11.949 (4.644) 221 88.669
89.819 3.442 (1.172) 514 92.603
122.374 2.347 (19.819) 443 105.345
3.744
13.988
48.373
10.051
13.895
451 19.912
560 22.360
1.324 38.972
1.409 81.143
1.631 89.819
19.985 116 (189) 19.912
21.223 515 622 22.360
30.810 7.965 197 38.972
75.675 2.326 3.142 81.143
75.995 10.065 3.759 89.819
1.473 249.667 79,75 79,45
1.647 272.018 82,20 82,17
1.760 422.984 92,14 91,61
1.784 812.766 99,84 99,20
1.854 879.710 102,10 101,60
Samenstelling van het fondsvermogen Beleggingen Liquide middelen Saldo vorderingen en schulden Fondsvermogen Waarde per participatie Aantal participanten Aantal participaties Dagwaarde waarde inclusief inkomsten Dagwaarde waarde exclusief inkomsten
Pagina | 3
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2012
2 Vergelijkend overzicht 2.3 Vergelijkend overzicht Subfonds Finles Collectief Beheer I.L. Kerncijfers (bedragen in EUR 1.000)
Fondsvermogen bij aanvang jaar Plaatsing participaties Waardeveranderingen van beleggingen Inkomsten
Terugname participaties Kosten beheer, bewaring en administratie Fondsvermogen einde jaar
2012
2011
2010
10.315 (2.058) 1 8.258
17.064 (6.315) 2 10.751
22.135 (4.996) 17.139
1.300
140
-
256 6.702
296 10.315
75 17.064
5.778 848 76 6.702
8.728 1.142 445 10.315
15.774 767 523 17.064
1.781 205.368 32,63 32,63
1.788 235.756 43,75 43,74
1.813 243.023 70,21 70,21
Samenstelling van het fondsvermogen Beleggingen Liquide middelen Saldo vorderingen en schulden Fondsvermogen Waarde per participatie Aantal participanten Aantal participaties Dagwaarde waarde inclusief inkomsten Dagwaarde waarde exclusief inkomsten
Pagina | 4
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2012
3 Verslag van de Beheerder Voor u ligt het jaarverslag 2012 van het Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen. Eind 2010 is door de Beheerder besloten om alle illiquide beleggingen in het Finles collectief Beheer Fonds, waarvoor een verkoopopdracht is ingelegd, onder te brengen in een separate portefeuille van illiquide beleggingen. Dit vond plaats op 12 november 2010. De belangrijkste reden hiervoor was de bescherming van alle participanten in het fonds. Immers, naar mate er meer uittredingen uit het fonds plaats vinden wordt het aandeel van de illiquide beleggingen steeds groter en dit zou een ongelijke behandeling van alle participanten gezamenlijk impliceren. Op 1 februari 2011 is het Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen met de subfondsen Subfonds Finles Collectief Beheer en Subfonds Finles Collectief Beheer I.L. (in liquidatie) opgericht. In dit jaarverslag treft u separaat aan de samengestelde jaarrekening van het Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen en de jaarrekeningen van de Subfondsen Finles Collectief Beheer en Finles Collectief Beheer I.L.. In dit jaarverslag vindt u een overzicht van de prestaties in 2012 van de te onderscheiden fondsen. Ook geven wij u een toelichting op het in 2012 gevoerde beleggingsbeleid en op het beleggingsbeleid voor 2013. Wij menen u op deze manier een goed inzicht te geven in uw belegging en onze visie op de financiële markten. Alle koers- en marktgegevens in dit jaarverslag zijn, tenzij anders vermeld, afkomstig uit Bloomberg (wereldwijd geaccepteerd financieel data- en handelssysteem) en Telekurs.
Administratieve Organisatie/Interne Controle; verklaring van de Beheerder Wij beschikken over een beschrijving van de bedrijfsvoering, die voldoet aan de eisen van de Wet op het financieel toezicht en het Besluit gedragstoezicht financiële ondernemingen (Bgfo). Wij hebben gedurende het afgelopen boekjaar verschillende aspecten van de bedrijfsvoering beoordeeld. Bij onze werkzaamheden hebben wij geen constateringen gedaan op grond waarvan wij zouden moeten concluderen dat de beschrijvingen van de opzet van de bedrijfsvoering als bedoeld in artikel 121 van het Bgfo niet voldoen aan de vereisten zoals opgenomen in de Wet op het financieel toezicht en daaraan gerelateerde regelgeving. Op grond hiervan verklaren wij als Beheerder voor de door ons beheerde beleggingsinstellingen te beschikken over een beschrijving van de bedrijfsvoering als bedoeld in artikel 121 Bgfo. Ook hebben wij geconstateerd dat de bedrijfsvoering effectief en in overeenstemming met de beschrijving functioneert. Daarom verklaren wij met een redelijke mate van zekerheid dat de bedrijfsvoering gedurende het verslagjaar 2012 effectief en in overeenstemming met de beschrijving heeft gefunctioneerd. De financiële markten in 2012 3.1 Macro Economische Terugblik 2012 Een jaar met twee gezichten. Zo gaat ook het jaar 2012 de boeken in. In deze algemene terugblik zullen we per regio de belangrijkste macro economische gebeurtenissen van 2012 de revue laten passeren. De focus ligt hierbij op Europa, de Verenigde Staten en Azië. Daarna behandelen we de specifieke ontwikkelingen van de financiële markten in 2012. Europa De financiële markten begonnen 2012 zeer optimistisch. Dit was met name het gevolg van de onconventionele maatregel die in december 2011 werd genomen door de Europese Centrale Bank (ECB). Door de schuldenproblematiek werden banken steeds terughoudender in het lenen van geld aan elkaar. Hierdoor kwamen in 2011 geldmarkten en kapitaalmarkten steeds verder in de problemen (vooral de banken in Zuid-Europa).
Pagina | 5
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2012
3 Verslag van de Beheerder Twee zogenaamde Long Term Refinancing Operations (LTRO) werden aangekondigd. Europese Banken konden via deze faciliteit goedkoop geld lenen van de ECB. Banken konden voor een termijn van drie jaar geld lenen tegen een rentepercentage van gemiddeld 1%. Op deze manier hoopte men dat de “funding” stress van diverse banken en het samenhangende systeemrisico zou worden verkleind. In totaliteit maakten meer dan 500 banken gebruik van de faciliteit voor een gezamenlijk bedrag van meer dan 1.000 miljard euro. Dit alles had een gunstig effect op met name aandelenmarkten en staatsobligaties van landen in Zuid Europa. Een groot deel van de banken die gebruik maakten van de faciliteit kwam uit Spanje en Italië. Veel van de banken in Spanje en Italië gebruikten de kredieten van de ECB om hoogrentende staatsobligaties te kopen van hun land/overheid om zo winst te behalen uit het renteverschil.
Bron: Nomura: Uit welke landen kwamen banken die gebruik maakten van de LTRO’s en hoeveel namen zij af.
De actie van de ECB vormde geen structurele oplossing voor de Europese schuldenproblematiek. Enkel de liquiditeitstress waar veel banken mee te maken hadden werd verkleind. Het echte probleem was en is natuurlijk solvabiliteit: Is een land in staat om op lange termijn zijn financiële verplichtingen na te komen. Aan het einde van het eerste kwartaal van 2012 waren het juist deze zorgen die terugkeerden op de financiële markten. Focus lag hierbij vooral op de landen die mogelijk de volgende in de rij zouden zijn voor financiële noodhulp: Spanje en Italië. Tot dusver hadden alleen kleinere Europese landen noodhulp gekregen (Griekenland, Ierland en Portugal). Italië en Spanje zijn respectievelijk de achtste en twaalfde grootste economieën ter wereld. Financiële noodhulp aan één van deze landen zou naar alle waarschijnlijkheid al te veel zijn geweest om door de leden van de Eurozone op te hoesten, laat staan aan twee landen. Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) zou hoe dan ook moeten bijspringen. Spanje werd met name getroffen omdat de bankensector er zeer slecht voor staat. Veel banken hebben massaal leningen verstrekt aan de vastgoedsector (particulieren, projectontwikkelaars, etc). De Spaanse vastgoedsector maakte tot 2007 een ongekende groei door. In de jaren voor het uitbreken van de kredietcrisis heerste er een enorme bouwwoede in Spanje. De eenjarige nieuwbouwproductie van Spanje was gelijk aan die van Engeland, Frankrijk en Duitsland tezamen! Spaanse banken zorgden voor veel en makkelijk krediet tegen lage (Europese) rentes. In 2008 knapte de zeepbel. De werkloosheid liep snel op (de vastgoedsector zorgde tot aan de crisis voor veel banen in Spanje) salarissen daalden en daarmee liepen uitgaven terug. Als gevolg van het knappen van de vastgoedzeepbel zitten veel Spaanse banken met veel “non performing loans’ ofwel slechte kredieten. Zo waren per eind augustus 2012 10,5% van alle leningen, verstrekt door Spaanse banken, zogenaamde slechte leningen. De Spaanse overheid werd hierdoor gedwongen kapitaalinjecties te doen in verschillende banken de afgelopen jaren, met als gevolg een oplopende staatsschuld en steeds minder vertrouwen van investeerders.
Pagina | 6
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2012
3 Verslag van de Beheerder
Bron: Bank of Spain: Het percentage slechte leningen op de balans van Spaanse banken.
In juli 2012 bereikte de crisis zijn hoogtepunt. De Spaanse kapitaalmarktrente en die van andere Zuid Europese landen steeg sterk. Het herfinancieren van aflopende schulden zou dan tegen substantieel hogere rentetarieven moeten plaatsvinden. Dit zou voor Spanje betekenen dat een groter deel van hun totale uitgaven aan rentebetalingen besteed zou moeten worden. Verwacht werd al dat Spanje op één of andere manier noodsteun zou krijgen, maar dat zij dit zelf zo lang mogelijk zouden uitstellen omdat de Spaanse overheid dan eigenlijk geen baas meer is over zijn eigen financiën. Noodsteun wordt immers alleen verstrekt onder zeer strikte voorwaarden en streng extern toezicht.
Bron: Bloomberg: Ontwikkeling rente 10 jarige staatlening Spanje in 2012.
Pagina | 7
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2012
3 Verslag van de Beheerder De hulpsteun kwam er in juni 2012 dan toch. De ministers van Financiën van de 17 eurolanden kondigden aan om maximaal 100 miljard euro ter beschikking ter stellen aan de Spaanse banken sector en dus niet aan de Spaanse overheid direct. In beginsel had deze interventie weinig resultaat maar tijdens een speech in Londen eind juli benadrukte ECB president Mario Draghi dat de ECB alles binnen haar mandaat zou aangrijpen om de euro te behouden, waarbij hij, letterlijk geciteerd, verzekerde: “En geloof me, het zal genoeg zijn.” De ECB president doelde hiermee op het ongelimiteerd opkopen van staatsobligaties van probleemlanden in de Eurozone door de ECB om de financieringslasten te verlagen. Een speciaal opkoopprogramma, genaamd Outright Monetary Transactions (OMT), werd hiervoor in het leven geroepen. Deze speech had een zeer positieve uitwerking op de financiële markten voor in feite de rest van het jaar 2012. Het blijft indrukwekkend om te zien dat alleen woorden zo’n impuls aan het sentiment kunnen geven. Italië stond in de schaduw van Spanje en kreeg verhoudingsgewijs iets meer vertrouwen van beleggers. Desalniettemin liep ook hier de kapitaalmarktrente hard op. De voornaamste reden dat beleggers meer vertrouwen in Italië hadden was dat premier Monti, die op 16 november 2011 was aangesteld als premier van een zakenkabinet van technocraten, al een aantal belangrijke hervormingen had aangekondigd om zo de torenhoge schuldenlast van het land terug te dringen. Aan het einde van 2011 was al duidelijk dat Griekenland verdere noodhulp zou moeten krijgen. In februari 2012 werd door de zogenaamde Troika (dit is de aanduiding voor de Europese Commissie, de Europese Centrale Bank en het Internationaal Monetair Fonds) besloten om een tweede noodpakket van 130 miljard euro ter beschikking te stellen aan de Griekse overheid mits er aan strenge voorwaarden werd voldaan zoals bezuinigingen, belastingverhogingen en het herstructureren van bestaande schulden. In mei waren er verkiezingen in Griekenland. De nieuwe regering zou moeten gaan stemmen over de eisen van de Troika. Onderhandelingen om een nieuwe regering te vormen liepen op niets uit. Hierdoor was het een reële optie dat Griekenland de Eurozone zou verlaten, een zogenoemde GREXIT. Nieuwe verkiezingen werden uitgeschreven en werden in juni 2012 door de Pro-Europa partij “Nieuw Democraten” gewonnen. Een nieuwe regering werd gesmeed en de voorwaarden van de Troika werden, na een aantal aangebrachte wijzigingen, aangenomen door het Griekse parlement. Op macro economisch gebied zagen we een verslechtering van de situatie in Europa. Veelal het gevolg van bezuinigingen en belastingverhogingen van veel Europese overheden. De werkloosheid is sterk opgelopen in Europa wat vervolgens weer een negatieve invloed heeft op de consumentbestedingen. De Eurozone als geheel begeeft zich wederom in een recessie. In geheel 2012 kromp de economie in de Eurozone met 0.5%. Echter de verschillen tussen de individuele landen in de Eurozone zijn zeer groot. Zo wist Duitsland nog een positieve economische groei neer te zetten in 2012 van ongeveer 1%. Dit werd vooral gedreven door de export sector. Dit terwijl veel Zuid-Europese landen met een diepe recessie te maken hebben. Griekenland heeft zelfs te maken met een depressie. Ook ons eigen Nederland begeeft zich in een recessie. Over geheel 2012 bedroeg de economische krimp 0.9%. Dit is mede het gevolg van de diverse bezuinigingsmaatregelen.
Bron: Thomson Datastream: Ontwikkeling BBP op kwartaal basis en jaarbasis.
Pagina | 8
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2012
3 Verslag van de Beheerder Verenigde Staten (VS) Financiële markten in VS begonnen het jaar 2012 zeer sterk. Dit was mede het gevolg van de ingrepen van de ECB in Europa en natuurlijk door het zeer accommoderende beleid van de Amerikaanse Centrale Bank (FED). In het eerste kwartaal zette het macro economische herstel door in de VS. Dit verslechterde in het tweede kwartaal van 2012 door de stijgende zorgen over Europa maar ook door binnenlandse ontwikkelingen. Later in het jaar zagen we een aantal hoopgevende ontwikkelingen. De productie van bedrijven verbeterde. Daarnaast was het ook de huizenmarkt die voorzichtig aan trok. Er was een stijging van het aantal huizenverkopen en ook het aantal aanvragen voor bouwvergunningen nam toe. De huizenprijzen in de twintig grootste steden van de Verenigde Staten zijn gestabiliseerd en zelfs in sommige steden voorzichtig gestegen. Ook zien we dat de werkloosheid de laatste maanden afneemt: deze bedraagt nu zo’n 8%. Wel is het zo dat de werkgelegenheid statistieken in de VS vrij gecompliceerd zijn, waardoor bepaalde groepen werklozen niet worden meegenomen in de berekeningen.
Bron: Bloomberg: werkloosheid in de VS.
Op monetair niveau zagen we dat de FED, de Centrale Bank in de Verenigde Staten, er in 2012 alles aan heeft gedaan om groei te stimuleren. Er worden echter wel steeds onconventionelere maatregelen genomen. In september 2012 kondigde FED voorzitter Bernanke aan om verdere monetaire verruiming toe te passen middels “Quantitative Easing Part 3”. De nadruk bij dit stimuleringsprogramma ligt op de woningmarkt. Anders gezegd, het laag houden van de rentelasten voor woningbezitters. Door de lagere financieringslasten moeten kopers worden aangetrokken. Hierdoor zou de woningmarkt verder kunnen aantrekken. In november waren er presidentsverkiezingen in de VS. Vooraf werd nog een spannende strijd verwacht tussen de huidige democratische president Obama en de republikeinse kandidaat Romney. Het werd uiteindelijk een relatief makkelijke overwinning voor de zittende democratische president Obama.
Pagina | 9
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2012
3 Verslag van de Beheerder Zoals veel Westerse landen heeft ook de VS te maken met een zeer grote schuldenlast op overheidsniveau. Ook hier dienen maatregelen te worden genomen om een Japan scenario te voorkomen. 1 januari 2013 was een belangrijke datum. Per die datum zouden automatische bezuinigingsmaatregelen in werking treden; een combinatie van belastingverhogingen en de reductie van overheidsuitgaven om zo de begrotingstekorten te verkleinen en tevens te werken aan het verlagen van de staatschuld (de zogenaamde “Fiscal Cliff”). In de huidige fragiele economische omgeving zou het invoeren hiervan direct een recessie betekenen in de VS. Een compromis zou dus bereikt moeten worden tussen de Democraten en de Republikeinen. De Republikeinen hebben een belangrijke troef in handen omdat zij een meerderheid hebben in het Huis van Afgevaardigden (vergelijkbaar met de Eerste Kamer in Nederland). Op het laatste moment werd een soort van compromis bereikt. Belangrijkste speerpunt daarvan was een belastingverhoging voor de rijkere Amerikanen. Belangrijke zaken werden wederom vooruit geschoven en er daarmee werd tijd gewonnen om een breder akkoord te bereiken. Hier moet vooral worden gedacht aan besparingen die moeten worden gedaan om de staatsschuld en het begrotingstekort te verkleinen of zelfs om te vormen tot een begrotingsoverschot. Ook werd de mogelijke verhoging van het schuldenplafond vooruit geschoven naar februari 2013 (op het moment van schrijven is dit uitgesteld naar mei 2013). Azië Het beeld in Azië was in 2012 niet veel anders. Azië en met name China had ook last van de wereldwijde groeivertraging. China is sterk afhankelijk van export. Europa is een belangrijke afnemer van China. Productiecijfers begonnen in het tweede kwartaal van 2012 met een sterke daling. Productiecijfers (gemeten door de PMI index) zijn een belangrijke graadmeter voor hoe een economie ervoor staat.
Bron: Bloomberg: BBP China 31 december 2007 t/m 31 december 2012.
Een daling van de productiecijfers is een zeer negatieve ontwikkeling. Hetzelfde beeld was waarneembaar in andere grote export economieën in Azië zoals Zuid-Korea en Japan. Daarbij is het uiterst positief dat de meeste Aziatische landen hun huishoudboekje op orde hebben en relatief weinig overheidsschulden hebben (Japan uitgezonderd). Vanaf het einde van het derde kwartaal was er sprake van herstel in veel Aziatische economieën (zie ook bovenstaande grafiek). De komende maanden zal blijken of deze trend zich doorzet. Wij komen hier nog op terug in onze vooruitblik. In het vierde kwartaal van 2012 was er ook een machtswisseling in China. Geheel naar verwachting werd Xi Jinping gekozen tot nieuwe president en werd Li Keqiang benoemd tot de nieuwe premier. De nieuwe partijtop bestaat uit zeven personen en zal in ieder geval vijf jaar aanblijven. Een nog verdere vertraging van de Chinese economie dient te worden voorkomen. Een belangrijk speerpunt van de nieuwe regering is om de export afhankelijkheid van China te verkleinen en binnenlandse bestedingen te doen laten groeien.
Pagina | 10
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2012
3 Verslag van de Beheerder Japan blijft een vreemde eend in de bijt in Azië. Het land heeft al decennia lang te maken met lage of negatieve economische groei, frequente recessies, deflatie, te veel schulden en een sterk vergrijzende bevolking. De schuldpositie in Japan lijkt niet meer houdbaar. In de loop der jaren is deze schuld in het geheel binnenlands gefinancierd tegen zeer lage rentevergoedingen. Met de toenemende vergrijzing is het een kwestie van tijd voordat Japan de internationale kapitaalmarkt op zal moeten. In 2011 kreeg de Japanse economie een flinke tegenslag te verwerken met de aardbeving en de daaropvolgende tsunami. Een kort herstel vond plaats door de stimuleringen van de overheid om de economie uit het dal te trekken. Sinds het tweede kwartaal van 2012 bevindt Japan zich weer in een recessie. Dit komt mede door de grote onenigheid tussen China en Japan. De landen ruziën over de zeggenschap over een eilandengroep in de Oost-Chinese Zee. Door de ruzie moesten grote Japanse bedrijven hun fabrieken in China tijdelijk sluiten. Ook nam de vraag uit China naar Japanse goederen sterk af. In december 2012 waren er ook nog parlementsverkiezingen in Japan. De conservatieve Liberaal-Democratische Partij (LDP) won met een grote meerderheid. Het nieuwe kabinet staat onder leiding van de nieuwe premier Shinzo Abe. Het nieuwe kabinet heeft zich onder meer ten doel gesteld de deflatie structureel aan te pakken en de economie uit het dal te trekken. De Japanse Centrale bank moet daarin een belangrijke rol vervullen. Resultaten financiële markten Het komt vaak voor dat het gedrag op de financiële markten verre van synchroon loopt met de actuele macro economische situatie. Studies daarover geven aan dat financiële markten gemiddeld een periode van 6 tot 12 maanden vooruitlopen op de actuele macro economische situatie. Dit kan wellicht ook worden gesteld voor het jaar 2012. Al met al was 2012 een goed beursjaar waarbij positieve berichten door negatieve berichten werden afgewisseld. Het jaar werd wederom gekenmerkt door zogenaamde “risk on” en “risk off” periodes. Een ‘risk on’ periode kenmerkt zich door positief nieuws en beleggers die meer risico nemen. Tijdens een ‘risk off’ periode gebeurt precies het tegenovergestelde (tweede kwartaal van 2012). Uiteindelijk bleek de ‘risk on’ belegging, mede dankzij de interventies van de centrale banken de overhand te hebben en sloten veel beleggingscategorieën het jaar met een positief resultaat af. Een uitzondering hierop was de grondstoffenmarkt. Dit komt name door het feit dat wereldwijde groeiverwachtingen laag zijn waardoor men verwacht dat de vraag naar grondstoffen stabiel blijft of zelfs terugloopt. Een gezegde luidt: “never fight the FED”. Letterlijk vertaald; “probeer niet te vechten tegen de Amerikaanse Centrale Bank”. Zij hebben de mogelijkheden om alle maatregelen aan te grijpen om het systeem draaiend te houden en een ongelimiteerde hoeveelheid liquiditeiten het systeem in te pompen. Dit gezegde kunnen we breder trekken naar andere centrale banken zoals de ECB en BoE (Bank of England). De ECB is ook in 2012 in staat gebleken om de financiële markten omhoog te stuwen en de rust op de financiële markten enigszins te doen stabiliseren. Dit is een basis om het vertrouwen terug te krijgen. Dit terwijl de fundamentele gesteldheid van met name een aantal Westerse economieën uiterst zorgwekkend is. Aandelen hebben een goed jaar achter de rug. Dit is mede het gevolg van de interventies van met name centrale banken, maar ook door de interessante waarderingen van veel bedrijven wereldwijd. Veel bedrijven zijn financieel gezond. Zij hebben een relatief lage schuldenlast en de schulden die zij hebben kunnen tegen een lage rente worden gefinancierd. Daarnaast hebben veel bedrijven ook een hoge kaspositie omdat zij terughoudend zijn met het doen van nieuwe investeringen. We zien ook dat veel bedrijven nog steeds in staat zijn historisch hoge marges en winsten te behalen en niet zozeer hoge omzetten.
Pagina | 11
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2012
3 Verslag van de Beheerder Obligaties hebben ook een goed jaar achter de rug. Vooral bedrijfsobligaties (met name de bedrijven met een mindere kredietwaardigheid) en de obligaties van opkomende landen hadden een goed jaar. Dit werd mede gevoed door de “hunt for yield”. Veel (institutionele) beleggers zijn op zoek naar beleggingen met een interessante rentevergoeding. De laatste jaren is de rentevergoeding op traditionele staatobligaties (bijvoorbeeld van de VS en Duitsland) dusdanig laag geworden dat dit geen interessante beleggingspropositie meer is. Beleggers kunnen er dan voor kiezen om hun rentegevoeligheid (duration) aan te passen (lees langere looptijden) of meer risicovollere obligaties aan te kopen. Op de valutamarkten was de beweeglijkheid in 2012 groot. Door de gespannen toestand in Europa omtrent veel Zuid-Europese landen deprecieerde de euro aanzienlijk ten opzichte van veel andere valuta. Vanaf eind juli trad een indrukwekkend herstel op. Ten opzichte van de USD apprecieerde de EUR bijna +10% vanaf het dieptepunt in juli 2012. 3.2 Vooruitblik 2013 Belangrijke stappen zijn gezet om problemen op te lossen, wat niet weg neemt dat er nog ontzettend veel moet gebeuren in 2013 en de jaren daarna. De problemen van de laatste jaren zijn nog niet opgelost. Wij verwachten dat ergens in 2013 de zorgen rondom de Europese schuldenproblematiek weer de kop op zullen steken. Dit mede als gevolg van de chaotisch verlopen verkiezingen in Italië (februari 2013) en de snel afnemende steun voor de Spaanse regering. Wij verwachten echter dat ook deze schuldenproblematiek vooralsnog in de kiem zal worden gesmoord. Dit omdat wij verwachten dat Europese regeringsleiders de situatie niet willen laten escaleren. Een escalatie is hier dus ook het grote gevaar. In het najaar van 2013 zijn er parlementsverkiezingen in Duitsland. Een pro-Europa regering is nodig om de stappen die zijn gezet te continueren. Wij verwachten dat de economische groei in Europa in 2013 licht negatief zal zijn. Dit is mede het gevolg van de bezuinigingen van veel overheden. Voor een groot gedeelte is deze negatieve groei al in de financiële markten verdisconteerd. Ook de Verenigde Staten staan voor een serieuze uitdaging. De Democraten en Republikeinen moeten het landsbelang laten prevaleren boven hun eigen partijbelang en gezamenlijk met structurele oplossingen komen om de financiële tekorten terug te dringen om zo het huishoudboekje op orde te krijgen.
Bron: JP Morgan Asset Management: Case-Shiller prijsindex 20 grootste steden in de Verenigde Staten en verkopen bestaande huizen.
Wij verwachten in 2013 een lichte positieve economische groei in de VS. Daarnaast zien wij een verder herstel van de huizenmarkt. In onze optiek is dit herstel een belangrijke voorwaarde om het vertrouwen verder te herstellen.
Pagina | 12
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2012
3 Verslag van de Beheerder
Bron: FRB, Census, BEA, Treasury, CoreLogic, BLS, Haver Analytics, DB Global Markets Research: De verwachtingen voor een stijging van de huizenprijzen in de VS zijn positief.
Als de juiste (politieke) maatregelen worden genomen om het begrotingstekort terug te dringen dan denken wij ook dat bedrijven meer zullen gaan investeren. Dit zou dus ook de werkgelegenheid verder kunnen verbeteren in 2013. De overeenkomst tussen de problemen in Europa en de VS is groot. Zoals gezegd is het daarbij belangrijk dat er verder wordt gewerkt aan structurele oplossingen. Hierbij moet worden gedacht aan: 1: Verkleinen van de overheidschulden. In onze opinie dient dit te gebeuren door het minder uitgeven van geld door overheden en niet zozeer door het verhogen van belastingen. Dit laatste omdat belastingverhogingen consumenten en bedrijven direct raken in hun portemonnee en een negatieve werking hebben op consumptie en investeringen. 2: Hervormingen moeten worden doorgevoerd. Hierbij kan men denken aan hervorming van het belastingstelsel, de arbeidsmarkt, het zorgstelsel, de sociale zekerheid en de woningmarkt. Het is belangrijk dat centrale banken een uiterst accommoderend beleid blijven voeren in 2013. Net nu het sentiment en vertrouwen lijkt te zijn gestabiliseerd en zelfs voorzichtig lijkt te zijn verbeterd. Wij achten het inflatiegevaar voor consumentprijzen voor de komende 2 jaar minimaal. Een meer restrictief beleid door centrale banken is dus verre van wenselijk en lijkt niet noodzakelijk. De effecten van deze interventies lijken een steeds kortere positieve werking te hebben op de financiële markten. Het grote gevaar is dat financiële markten “ verslaafd” raken aan deze interventies. Een groot gevaar voor 2013 is een zogenaamde “valuta oorlog”. We zien dat de grote landen en regio’s in de wereld (VS, Europa en Japan) tegelijkertijd trachten hun eigen valuta te devalueren om zo hun exportpositie te verbeteren en inflatie aan te wakkeren (dit laatste om hun schuldenlast te verkleinen). Dit is een gevaarlijk spel, waarvan de uitkomsten zeer onzeker zijn. Op geopolitiek niveau zijn er diverse andere onzekerheden. Zoals daar zijn de situaties in Syrië en Iran. Een escalatie van deze problematiek kan voor veel nervositeit zorgen bij beleggers alsook een sterk oplopende olieprijs. De zogenaamde opkomende landen blijven ook in 2013 de groeimotoren van de wereldwijde economische groei. Ook al blijft de afhankelijkheid van het westen zeer groot. Veel opkomende landen, zoals bijvoorbeeld China, zijn met een transformatie bezig om hun economieën minder afhankelijk te maken van export en meer naar een binnenlandse consumptie gedreven economie te leiden. Dit vergt echter tijd. In de volgende paragrafen presenteren wij per beleggingscategorie onze toekomstvisie en de daaruit voortvloeiende voorkeuren.
Pagina | 13
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2012
3 Verslag van de Beheerder Aandelen Aandelen zijn nog steeds relatief aantrekkelijk geprijsd ook al worden de marges bij veel bedrijven minder waardoor de winsten dalen. Er zijn vele maatstaven om te meten of een beurs duur is of niet. Een gemakkelijke en relatief goede graadmeter is de Koers/Winst verhouding, dit is een maatstaf voor hoeveel keer men de winst moet betalen om een aandeel te kunnen kopen. In Europa ligt de Koers/Winst verhouding per 31 december 2012 op 11,4 keer de winst (het langjarig gemiddelde is 14,7). In de Verenigde Staten ligt de Koers/Winst verhouding op 12,8 keer de winst (het langjarig gemiddelde is 15,7). Het betreft hier voorwaartse Koers/Winst verhoudingen gebaseerd op de meest recente koerscijfers en de consensus schattingen van analisten voor de winsten in de komende 12 maanden. Ook op basis van de gemiddelde dividend uitbetalingen (gemeten door de zogenaamde “dividend yield”) zijn aandelen aantrekkelijk geprijsd. Deze zogenaamde dividend yield bedraagt op dit moment 2,2% in de Verenigde Staten terwijl de kapitaalmarktrente voor 10 jaar op 1,8% ligt. In Europa bedraagt de dividend yield op dit moment 3,7% terwijl de kapitaalmarktrente voor 10 jaar gemiddeld op 2,5% ligt.
Bron: JP Morgan Asset Management: Vergelijking dividend rendement van aandelen en gemiddelde rente staatsobligaties in Europa.
Gebaseerd op de vergelijking tussen aandelen en obligaties kunnen aandelen relatief goedkoop genoemd worden. Veel bedrijven hebben ook een relatief lage schuldenlast en de schulden die zij hebben kunnen tegen een lage rente worden gefinancierd. Daarnaast hebben veel bedrijven ook een historisch hoge kaspositie. Zij zijn echter terughoudend met het doen van nieuwe investeringen door het onzekere economische klimaat. Wij verwachten dat indien de juiste politieke maatregelen worden genomen een verdere stijging van de aandelenmarkten het gevolg kan zijn. In ons allocatiebeleid gaat de voorkeur uit naar de Europese en de Aziatische aandelenmarkten en dan met name Japan en China. Wij verwachten wel dat dit met perioden van “risk off” gepaard zal gaan. Obligaties Staatobligaties zien wij niet als interessante beleggingspropositie. Integendeel zelfs. In onze opinie is het effectieve rendement onvoldoende in vergelijking met de risico’s in de huidige economische omgeving (lees de schuldenlast van veel Westerse landen en Japan). Daarnaast is het ook zo dat naar alle waarschijnlijkheid de inflatieverwachtingen gaan toenemen de komende periode, ook al beschouwen wij het reële gevaar daarvan voor de komende twee jaar als klein. Wel zien wij kansen in bedrijfsobligaties in met name Europa. De focus ligt hierbij op zogenaamde “High Yield Bonds” ofwel obligaties van bedrijven met een lagere kredietwaardigheid.
Pagina | 14
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2012
3 Verslag van de Beheerder Onroerend goed Binnen onroerend goed is het soort onroerend goed en de locatie belangrijk. Wij zijn negatief op de Europese onroerend goed markt in zijn algemeenheid (commercieel onroerend goed alsook woningbouw) door de fragiele economische situatie en de hoge leegstand. De werkloosheid blijft oplopen in Europa en mensen zijn duidelijk zeer terughoudend in het doen van grote uitgaven. Daarnaast is het ook zo dat de kredietverlening door banken nog steeds erg moeilijk verloopt. In ons eigen land hebben wij ook nog eens te maken met hervormingen van de particuliere woningmarkt. Veel positiever zijn wij over de Amerikaanse woningmarkt. Prijzen hebben een stevige daling achter de rug. Daarnaast is het aanbod van nieuwe woningen zeer laag doordat er de laatste 6 jaar nauwelijks nieuwe woningen zijn gebouwd. Dit alles geeft reden tot optimisme. Hedgefondsen De omvang van de wereldwijde hedgefonds markt blijft toenemen. Per eind december 2012 bedraagt de totale hedgefonds markt US Dollar 2,25 biljoen. De instroom is volgens ons een logisch gevolg van de wereldwijde bewegingen van beleggingscategorieën gedurende de laatste jaren. Zo zijn de rentevergoedingen op obligaties sterk gedaald en de bewegingen van aandelenmarkten zijn zeer onvoorspelbaar. Voor veel (institutionele) investeerders zijn hedgefonds daarom een goede aanvulling op hun totale beleggingsportefeuille. De voornaamste redenen waarom beleggers investeren in hedgefonds zijn: 1: Betere risico/rendementsverhouding dan traditionele beleggingscategorieën op de langere termijn; 2: Absolute rendementsdoelstelling (absolute return) in plaats van relatief ten opzichte van een benchmark; 3: Betere diversificatiemogelijkheden in vergelijking tot traditionele beleggingscategorieën zoals aandelen en obligaties; 4: Hedgefonds hebben meer vrijheid om hun positionering aan te passen dan traditionele beleggingsfondsen. Door het innemen van short posities kan bijvoorbeeld van een koersdaling worden geprofiteerd. Bovendien kunnen beheerders pro-actief posities innemen waarbij geanticipeerd wordt op bepaalde marktomstandigheden. Binnen de te onderscheiden hedgefonds strategieën zijn wij op moment van dit schrijven (februari 2013) het meest positief op Global Macro, Event Driven en Long/short Equity. Grondstoffen Voor de lange termijn zijn wij positief over grondstoffen in zijn algemeenheid. Echter wij zien dat de grondstoffenmarkt zich meer en meer beweegt in lijn met andere, risico vollere, beleggingscategorieën zoals aandelen. Dit wordt nadrukkelijk meegenomen in ons allocatiebeleid. Binnen de grondstofcategorieën gaat onze voorkeur uit naar edelmetalen (goud), de zogenaamde soft commodities (tarwe) en energie (olie). Wij hebben de voorkeur om de beleggingscategorie grondstoffen voornamelijk via hedgefonds te bespelen. Dit laatste is met name het gevolg van het feit dat grondstoffenmarkten gekenmerkt kunnen worden door complexe prijsstructuren.
Pagina | 15
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2012
4 Het Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen 4.1 Resultaat Subfonds Finles Collectief Beheer 2012 Het Subfonds Finles Collectief Beheer (hierna te noemen het Subfonds) had een moeilijk jaar in 2012. De NAV daalde in 2012 met -3,32% terwijl de benchmark (bestaande uit tweederde MSCI World Index en voor eenderde uit de Effas 5-7-jarige Nederlandse Obligatie Index) een resultaat van ongeveer 10% behaalde. De onderstaande grafiek vergelijkt de performance van het Subfonds met de benchmark. 2012 Jan Feb Mrt Apr Mei Jun 0,10% -0,79% -0,49% -1,20% 0,20% 0,72% FCBF Benchmark 3,57% 1,75% 0,42% -0,28% -1,20% 1,05%
Jul Aug Sep Okt Nov 0,75% -2,10% -0,17% -2,26% 0,69%
Dec 1,26%
2012 -3,32%
3,70% -0,22% 0,35% -0,95% 0,83%
0,71%
10,03%
Afwijkingen in de maand tussen benchmark en performance van het fonds zijn te verklaren uit het feit dat niet overeenkomstig de benchmark wordt belegd en het Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen actief beheerd wordt. Tabel 2012 performance Subfonds versus de benchmark
Subfonds FCB Figuur 1: Risico / Rendement Subfonds FCB van 1 januari 2009 tot 31 december 2012
Gevoerd beleggingbeleid Subfonds Finles Collectief Beheer 2012 De relatieve underperformance ten opzichte van de benchmark wordt vooral verklaard door de beperkte allocatie naar aandelen en traditionele obligaties in vergelijking met de benchmark gewichten. Beide activaklassen (zowel aandelen als vastrentende beleggingen) boekten positieve rendementen in 2012. De significante allocatie van het Subfonds naar “absolute return” fondsen leidde uiteindelijk tot een negatief rendement. Per onderliggend onderdeel van de portefeuille van het Subfonds wordt hieronder een toelichting gegeven:
Pagina | 16
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2012
4 Het Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Absolute Return Binnen de absolute return kan een groot aantal substrategieën worden onderscheiden zoals long/short equity, long/short credit, event driven, emerging markets, global macro en CTA’s/Managed Futures. CTA’s proberen rendement te behalen door wereldwijd in obligatie-, aandelen-, valuta-, en grondstoffenfutures te investeren. Ze maken daarbij gebruik van systematische modellen. Deze modellen proberen op basis van historische prijsgegevens trends in markten te ontdekken. Hierbij kan een onderscheid worden gemaakt tussen fondsen die korte (soms slechts enkele dagen) en lange termijn trends proberen te ontdekken. Ze hebben echter gemeen dat alle modellen mogelijke trends, zowel naar boven als naar beneden, proberen te identificeren en op basis hiervan beleggen. Veel CTA’s hadden grote moeite met de snel veranderende marktomstandigheden van veel individuele markten in 2012. Een voorbeeld van een verlieslatende positie in 2012 van veel CTA’s was de euro. Door de gespannen toestand in Europa omtrent veel Zuid-Europese landen deprecieerde de euro aanzienlijk ten opzichte van veel andere valuta. Vanaf eind juli werd deze trend doorbroken en trad een indrukwekkend herstel op van bijna +10% ten opzichte van het dieptepunt in juli. De volgende grafiek laat het verloop van de euro versus de US Dollar zien
Bron:Bloomberg. Ontwikkeling EUR/USD in 2012
Global Macro en trading georiënteerde fondsen hadden eveneens een lastig jaar. De managers van deze fondsen hadden en hebben de opinie dat de interventies geen structurele oplossing vormen voor de daadwerkelijke problematiek namelijk de torenhoge schuldenlast en te lage economische groei om deze problematiek het hoofd bieden en dat hiermee de problemen vooruit worden geschoven. Dit alles wordt geïllustreerd door het rendement van de HFRX Macro Systematic Diversified CTA Index in 2012. Deze index verloor 7%. Wij zijn er nog steeds van overtuigd dat deze fondsen op de lange termijn toegevoegde waarde leveren aan het Subfonds. Deze fondsen profiteren doorgaans van marktonzekerheid en verhoogde volatiliteit. Wij verwachten dat deze “absolute return” fondsen daardoor de verwachte risico rendement verhouding van het Subfonds verbeteren zodra onverwachte gebeurtenissen zich voordoen.
Pagina | 17
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2012
4 Het Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Aandelen De geselecteerde aandelenfondsen in het Subfonds presteerden goed. Vooral de posities in de S&P500 Value ETF (+14,8%), DAX ETF (+24,3%) als de Eurostoxx 50 ETF (+17,5%) boekten een uitstekend resultaat. De totale directe allocatie naar aandelen was achteraf gezien echter te beperkt gedurende het jaar. Vastrentende waarden (of beleggingen met een vergelijkbaar risico) De beleggingen binnen dit onderdeel van de portefeuille van het Subfonds behaalden geen eenduidige resultaten. Twee actief beheerde fondsen met een focus op vastrentende waarden behaalden een rendement dat achterbleef bij de Nederlandse staatsobligaties, terwijl de beleggingen in onze optiek wel met minder risico gepaard gingen. Een positie in het Finles Multi Strategy Hedge Fund, een wereldwijd Fund of Hedge Fund, behaalde een licht positief resultaat, maar bleef achter bij het resultaat van Nederlandse staatsobligaties. De kaspositie van het Subfonds is verder gereduceerd gedurende het jaar tot 1% per 31 december 2012. De kaspositie heeft gevarieerd tussen 0% en 8%. Het directe valutarisico op de US Dollar werd gedurende 2012 geheel afgedekt. Per 31 december 2012 bestaat de portefeuille van het Subfonds uit 11 onderliggende beleggingen. Per 31 december 2012 zijn de strategiewegingen van het Subfonds is als volgt:
Subfonds FCB Figuur 2: strategiewegingen Subfonds FCB per 31 december 2012
Pagina | 18
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2012
4 Het Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Beleggingsbeleid Subfonds Finles Collectief Beheer 2013 Het beleggingsbeleid in 2013 zal niet structureel wijzigen ten opzichte van afgelopen jaar. Per onderdeel van de portefeuille van het Subfonds lichten wij de verwachtingen voor 2013 toe: “Absolute return” fondsen Voor de selectie van individuele fondsen geven wij de voorkeur aan een fondsspecifieke keuze in plaats van een markt gedreven keuze. Deze “abolute return” fondsen hebben een unieke strategie of worden beheerd door een manager met uitzonderlijke kwaliteiten. Hierbij kan men denken aan CTA’s en global macro fondsen, etc. Wij zijn van mening dat de beleggingspropositie van “absolute return” fondsen steeds aantrekkelijker wordt door de lage volatiliteit en de afgenomen compensatie voor het risico van aandelen- en vastrentende beleggingen. Momenteel bevindt de gerealiseerde en de verwachte volatiliteit (zoals deze geprijsd is in financiële derivaten) zich op een historisch laag niveau. Het is dan ook zeer waarschijnlijk dat de volatiliteit op een gegeven moment weer zal toenemen. Wij zijn uiteraard niet in staat de toekomst te voorspellen en doen daarom geen voorspellingen over wanneer dit zal gebeuren. “Absolute return” fondsen hebben een flexibeler mandaat dan traditionele fondsbeheerders. Traditionele beleggingsfondsen zijn doorgaans kwetsbaar wanneer volatiliteit toeneemt. Absolute return fondsen kunnen profiteren wanneer de volatiliteit toeneemt. De juiste selectie is echter wel van belang. Vastrentende waarden Sinds de crisis in 2008 uitbrak, hebben centrale banken over de gehele wereld de rente fors naar beneden geschroefd. Zo is de rente in Amerika, Japan en de ECB historisch laag en vrijwel gelijk aan 0%. De bedoeling van deze lage rente is om economische groei te stimuleren. De keerzijde van dit beleid is echter dat door de inflatie de reële rente in veel landen negatief is, dit wil zeggen dat de inflatie groter is dan de nominale rente waardoor de koopkracht positie van de investeerder achteruit gaat. Door de lage rentestanden op kortlopende staatsobligaties zijn beleggers in hun zoektocht naar hogere rendementen (of positieve reële rendementen) massaal in alternatieve en meer risicovolle vastrentende beleggingen (zoals Investment Grade of High Yield credit) gaan beleggen met als gevolg dat het rendement op deze alternatieve vastrentende producten eveneens is afgenomen. Wij zijn van mening dat beleggers in traditionele vastrentende waarden onvoldoende gecompenseerd worden voor het risico dat met de beleggingen gepaard gaat. De beheerders van fondsen die investeren in vastrentende waarden die door de Beheerder geselecteerd zijn, kunnen door een flexibeler mandaat ook profiteren van overwaarderingen door zowel long als short posities in verschillende vastrentende waarden in te nemen. Deze fondsen zijn in onze optiek daarom goed gepositioneerd om zowel in een lastige als in een gunstige markt voor vastrentende waarden goed te renderen. Aandelen Wij geloven dat aandelen een aantrekkelijke beleggingscategorie is in vergelijking met vastrentende waarden. Na de sterke resultaten in 2012 en de sterke start van 2013 is het risicorendement vooruitzicht echter iets verminderd. Binnen aandelen zijn wij het meest positief over Europese en Aziatische aandelen. De directe valutarisico’s van het Subfonds worden vooralsnog volledig afgedekt. Het kan echter zijn dat wij op enig moment besluiten om dit risico niet meer af dekken.
Pagina | 19
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2012
4 Het Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen 4.2 Resultaat Subfonds Finles Collectief Beheer I.L. in 2012 Het Subfonds Finles Collectief Beheer I.L. (het Subfonds) had wederom een moeilijk jaar in 2012. De koers daalde in 2012 met 33,71%. Per koersdatum 30 april, 2012 is een distributie gedaan aan participanten van het Subfonds. Per participatie in het Subfonds Finles Collectief Beheer I.L. is in mei een bedrag van € 5,51 uitgekeerd. Het Subfonds is opgericht op 31 januari, 2011. Het Subfonds is de opvolger van de FCBF Side Pocket welke is opgericht op 12 november, 2010. 2012 Jan Feb Mrt Apr Mei Jun Jul Aug Sep Okt Nov Dec 2012 FCBF I.L. -6,83% -7,00% 0,68% -0,40% 2,34% -4,71% 0,84% -5,25% -2,43% 3,39% -3,03% -16,31% -33,71%
Gevoerd beleggingbeleid 2012 Veel van de onderliggende fondsen werden genoodzaakt om verdere afwaarderingen te doen op hun posities in 2012. Dit kan bijvoorbeeld het gevolg zijn van het feit dat posities tegen lagere prijzen werden verkocht dan waartegen deze posities initieel werden gewaardeerd. Daarnaast zien wij ook dat de markten (veelal commercieel vastgoed) waar de meeste onderliggende fondsen actief in zijn nog steeds worden gekenmerkt door een extreem gebrek aan liquiditeit waarbij er meer aanbod is dan vraag. Ook is het zo dat banken en andere kapitaalverschaffers zeer terughoudend zijn met kredietverlening. Dit maakt het voor potentiële kopers zeer moeilijk om een financiering te verkrijgen. Daarnaast zijn potentiële kopers zeer terughoudend als gevolg van de wereldwijde economische zorgen. Hierdoor ontstaat er min of meer een vicieuze cirkel. We zien dat bij een aantal beleggingen, met name de fondsen waar een externe curator is aangesteld, de kosten oplopen. Deze curatoren staan vaak bovenaan de rangorde van eventuele uitbetalingen. Zij hebben de zogenaamde crediteurenpositie. Dit zorgt ervoor dat beleggers bij eventuele opbrengsten ondergeschikt zijn. Het beleggingsbeleid in 2012 is hoofdzakelijk gericht geweest op het afbouwen van de onderliggende posities. Hier hebben wij gedeeltelijk succes geboekt. De Beheerder trekt waar mogelijk op met andere investeerders om de managers van onderliggende fondsen, indien nodig, onder druk te zetten. Als Beheerder kunnen we vaststellen dat de realisatie van cash flows bij de onderliggende fondsen tegenvalt met wat eerder geprojecteerd werd door de managers van de onderliggende fondsen van het Subfonds. Bij een aantal beleggingen zien we echter ook progressie. Hier is concrete belangstelling voor onderliggende posities. Wel is het zo dat kopers van deze posities veel macht hebben aangezien er veel aanbod is. Wanneer biedingen geaccepteerd worden kan dit dus tot waardedalingen leiden. In 2012 is nadrukkelijk gekeken om onderliggende posities eventueel op de secundaire markt te verkopen. Wij hebben echter geen posities verkocht. Kopers die actief zijn op de secundaire markt bedingen extreme kortingen. Vaak gaat dit om kortingen van meer dan 80%. Wij achten het daarom op dit moment niet in het belang van participanten van het Subfonds om onderliggende posities op de secundaire markt te verkopen. Op de jaarvergadering van de Finles beleggingsfondsen gehouden op 24 mei 2012 is door de aanwezige participanten van het Subfonds Finles collectief Beheer I.L. unaniem besloten om de streefdatum van de liquidatie van het Subfonds te verlengen met tenminste 2 jaar. Tot verlenging werd besloten omdat geen van de aanwezige participanten geïnteresseerd was om de onderliggende posities van het Subfonds te verkopen op de secundaire markt vóór de oude streefdatum van 1 februari 2013 omdat verkoop naar alle waarschijnlijkheid zou leiden tot extreme afboekingen op de beleggingen. Ook de toezichthouder, de Autoriteit Financiële Markten (AFM), is de verlengingstermijn voor finale liquidatie voorgelegd en is daarmee akkoord gegaan. De verlengde streefdatum van liquidatie van het Subfonds wordt nu 1 februari 2015. Besloten is ook dat indien meer tijd nodig is om onderliggende posities af te wikkelen er dan opnieuw wordt gekeken om de streefdatum te verlengen. Het streven is en blijft de liquidatie van posities op de kortst mogelijke termijn te realiseren.
Pagina | 20
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2012
4 Het Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Waarderingsmethodiek De waardering van de onderliggende beleggingen van het fonds is als volgt: 1. 2.
3.
4.
Methode A: Bloomberg: Als een onderliggende belegging is geregistreerd op Bloomberg dan wordt deze waardering gehanteerd. Methode B: Statements verstrekt door de administrator van het fonds/onderliggende waarde. De administrateur verstrekt maandelijks een statement van de onderliggende investering. Dit statement wordt door TMF gehanteerd als input voor de bepaling van de NAV van het Subfonds. Meestentijds worden deze statements binnen 30 dagen na afloop van de maand ontvangen. Methode C: Indien geen Bloomberg registratie en statements beschikbaar zijn worden schattingen van de NAV van de onderliggende waarden, ontvangen van de beheerder van het fonds, gehanteerd. Zodra een statement wordt ontvangen wordt deze vergeleken met de eerder ontvangen schatting. Indien er een materiële afwijking is van de NAV van het Subfonds wordt de NAV van het Subfonds aangepast. Methode D: Dit betreft een specifieke waarderingsprocedure en vigeert voor specifieke onderliggende waarden die bijvoorbeeld in liquidatie zijn en waarvoor geen (onafhankelijke) waardering meer wordt afgegeven door de manager of administrateur van het fonds. Veelal houdt dit in dat posities worden gewaardeerd tegen secundaire markt prijzen.
Portefeuille De portefeuille van het Subfonds bestaat per 31 december 2012 uit 14 onderliggende fondsen waarbij een aantal fondsen uit meerdere posities bestaat. Dit is exclusief de posities die tot nihil zijn afgewaardeerd. De grootste positie bedraagt 26% van het fondsvermogen. De top 5 posities bedragen ongeveer 72% van het vermogen van het Subfonds. Het belegd vermogen van het Subfonds per 31 december 2012 is 6,7 miljoen EUR. Dit is inclusief een cash positie van ongeveer 848.000 EUR. Het directe valuta risico in de portefeuille van het Subfonds wordt niet afgedekt. Het merendeel van de onderliggende fondsen is genoteerd in US Dollars (>75%). Het niet afdekken van het directe valutarisico (US Dollar) had een negatief effect op het resultaat van het Subfonds. De euro apprecieerde met bijna 2% ten opzichte van de US Dollar van 1 januari 2012 tot en met 31 december 2012. Hieronder bespreken wij per onderliggende positie van het Subfonds de ontwikkelingen in 2012. 1. Yorkville Offshore Fund Positiegrootte in % 7,72% Strategie Fonds Private Investment in Public Entities (PIPE’s). Het fonds maakte converteerbare leningen aan veelal publieke bedrijven. Na een bepaalde periode kon het fonds converteren (met een korting) van de lening naar het aandeel. Daarna werd het aandeel direct verkocht. De resultaten van het fonds werden gegenereerd door: 1) de renteinkomsten en 2) de korting bij het converteren. Veelal waren deze converteerbare leningen gedekt door onderpand. Tijdens de kredietcrisis is het fonds in problemen gekomen toen de investeerders in het fonds hun verkooporders massaal indienden, de liquiditeit in de aandelen van de onderliggende bedrijven volledig opdroogde en ook doordat de bedrijven geen alternatieve financieringsbronnen konden aanwenden.
Pagina | 21
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2012
4 Het Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen 1. Yorkville Offshore Fund Ontwikkelingen gedurende 2012 In 2012 is door de fondsmanager opnieuw afgeschreven op posities door verdere waardedalingen. Voorts zijn er weinig cash flows gegenereerd uit de realisatie van onderliggende beleggingen. In het derde kwartaal van 2012 heeft de Amerikaanse toezichthouder SEC de Beheerder van het fonds aangeklaagd voor mogelijke foutieve waardebepalingen in het verleden. De manager van het fonds zelf zegt onschuldig te zijn en ziet de rechtszaak met vertrouwen tegemoet. Verder onderzoek moet in de komende periode uitwijzen of dit tot een veroordeling komt. Waarderingsmethodiek en commentaar B/C. Strategie Finles Wachten op pro rata distributies. Samen met andere investeerders zetten wij de manager van het fonds onder druk. 2. Denholm Hall Russia Arbitrage Fund. Het Subfonds heeft een positie in het fonds dat in liquidatie is. Positiegrootte in % 12,26% Strategie Fonds Asset Backed Lending. Het fonds maakte private leningen aan Russische bedrijven. De termijn van deze leningen waren over het algemeen zeer kort (3-12 maanden) en waren bedoeld als bridge financing. Een groot gedeelte van deze bedrijven waren vastgoed projectontwikkelaars. Alle leningen werden gedaan tegen onderpand (veelal het project zelf en vaak nog additionele persoonlijke garanties). Tijdens de kredietcrisis is het fonds in problemen gekomen doordat de investeerders in het fonds hun verkooporders massaal indienden, de lenende partijen geen herfinanciering konden verkrijgen en de bedrijven geen alternatieve financieringsbronnen konden aanwenden waardoor het fonds gedwongen werd het onderpand in bezit te nemen. Veelal zijn er sterke waardedalingen opgetreden bij het onderpand. Ontwikkelingen gedurende 2012 Veel van het onderpand is vastgoed in ontwikkeling. Additioneel kapitaal is vaak nodig om dit te realiseren. Dit kapitaal is niet voorhanden. Dit heeft tot gevolg dat afwaarderingen moeten worden toegepast (een belangrijke component van het waarderen van posities is de “discounted cash flow” methode. Mogelijke cash flows in de toekomst worden verdisconteerd in de huidige waarde. Doordat veel van het onderliggende vastgoed in ontwikkeling is heeft dit afwaarderingen tot gevolg. Het realiseren van onderliggende beleggingen valt bovendien tegen bij eerdere projecties.
Pagina | 22
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2012
4 Het Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen 2. Denholm Hall Russia Arbitrage Fund. Het Subfonds heeft een positie in het fonds dat in liquidatie is. Waarderingsmethodiek B/C Strategie Finles Wachten op pro rata distributies. Daarnaast werken wij samen met de grootste investeerder in het fonds om de manager van het fonds onder druk te houden. 3. Trafalgar Capital Specialized Investment Fund. Het Subfonds heeft twee deelnemingen in het fonds. Een shareholder positie en een creditor positie. Positiegrootte in % 1,51% Strategie Fonds Asset Backed Lending en PIPES. Zie voor een algemene uitleg van deze twee strategieën de uitleg van de fondsen hierboven. Bij veel leningen werden vaak ook warrants verkregen door het fonds. Deze konden na een bepaalde periode worden uitgeoefend en/of wanneer het aandeel van het bedrijf een bepaalde prijs had bereikt. Tijdens de kredietcrisis is het fonds in problemen gekomen toen de investeerders in het fonds hun verkooporders massaal indienden, de lenende partijen geen herfinanciering konden verkrijgen en de bedrijven geen alternatieve financierings- bronnen konden aanwenden. Veel posities zijn geherstructureerd (door het verlengen van looptijden, lagere rentes, etc). Het fonds is sinds 2010 in liquidatie. De shareholder positie is in een aantal stappen afgeschreven naar nihil en een afwaardering heeft plaatsgevonden in 2012 op de creditor positie. Ontwikkelingen gedurende 2012 Op basis van gesprekken met de curator is besloten om een afwaardering van 79% te doen op de creditor positie. Dit omdat de situatie bij veel onderliggende beleggingen is verslechterd. Waarderingsmethodiek D. De positie is gewaardeerd op 21% van de creditor claim. Wij denken dat, op basis van de huidige beschikbare informatie, dit de meest correcte waardering is. Strategie Finles Wachten op pro rata distributies. Finles werkt ook samen met andere crediteuren. Deze groep zet de liquidator onder druk om meer transparantie m.b.t. tot de portefeuille te verstrekken. 4. Argo Holdings limited. Argo Holdings is opgezet als een SPV van het Argo Special Situations Fund. Dit is op 31 januari 2009 gebeurd. Positiegrootte in % 0,45%
Pagina | 23
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2012
4 Het Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen 4. Argo Holdings limited Strategie Fonds Special situations met een focus op distressed debt in met name emerging markets. Ontwikkelingen gedurende 2012 Het fonds is aan het einde van het tweede kwartaal 2012 in vrijwillige liquidatie gegaan. Het realiseren van onderliggende posities valt tegen. Er is een aantal concrete biedingen gedaan op de onderliggende portefeuille. Nog geen biedingen zijn geaccepteerd door de curator. Waarderingsmethodiek D. Positie is gewaardeerd tegen een bieding die is ontvangen door de curator. Strategie Finles Wachten op pro rata distributies. 5. London & Capital German Real Estate Fund Positiegrootte in % 25,42% Strategie Fonds Het fonds investeert in commercieel vastgoed in Duitsland. Dit betreft commercieel vastgoed zoals winkelcentra, distributiecentra, supermarkten en kantoren. Deze objecten zijn deels aangekocht met het geld van investeerders en deels met vreemd vermogen van banken. Huurders van de objecten zijn veelal zeer gerenommeerde partijen. Het rendement van het fonds komt van twee bronnen: 1: Huurinkomsten minus de rente kosten 2: Waardestijging/waardedaling van het vastgoed Het fondsvermogen van het fonds bestaat uit geld dat door investeerders bijeen is gebracht (eigen vermogen) en vreemd vermogen verstrekt door banken. De verhouding is respectievelijk 28% eigen vermogen en 72% vreemd vermogen. Ontwikkelingen gedurende 2012 De bezettingsgraad van de objecten is nagenoeg 100%. De gemiddelde verhuurperiode is momenteel 7,3 jaar. Begin 2012 waren er acute herfinancieringsproblemen. Dit lijkt momenteel opgelost doordat een aantal banken de leningen heeft verlengd. Eind 2012 is een deel van de portefeuille verkocht. Dit heeft plaatsgevonden tegen een 4% afwaardering op fondsniveau. Doordat er vreemd vermogen aanwezig is betekent dit een hogere afwaardering voor investeerders (ca. 14%). De opbrengsten van deze transactie van eind 2012 worden naar alle waarschijnlijkheid in maart 2013 ontvangen. Waarderingsmethodiek B. Strategie Finles Wachten op pro rata cash flow distributies. Daarnaast zetten wij constante druk op de manager van het fonds.
Pagina | 24
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2012
4 Het Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen 6. RP Explorer Fund. Positiegrootte in % 0,55% Strategie Fonds De onderliggende portefeuille van het fonds bestaat momenteel nog uit private instrumenten zoals private leningen en private equity. Ontwikkelingen gedurende 2012 De Beheerder van het fonds heeft cash flows gedistribueerd en onderliggende posities verder afgewikkeld. Waarderingsmethodiek B. Strategie Finles Wachten op pro rata distributies aan investeerders. 7. AJW Offshore Fund Positiegrootte in % 0,71% Strategie Fonds Het fonds maakte converteerbare leningen aan veelal publieke bedrijven. Na een bepaalde periode kon het fonds de lening (met een korting) converteren in aandelen. Daarna werd het aandeel direct verkocht. De resultaten van het fonds werden gegenereerd door: 1) de rente inkomsten en 2) de korting bij het converteren. Veelal waren deze converteerbare leningen gedekt door onderpand. Tijdens de kredietcrisis is het fonds in problemen gekomen toen de investeerders in het fonds hun verkooporders massaal indienden, de liquiditeit in de aandelen van de onderliggende bedrijven volledig opdroogde en ook doordat de bedrijven geen alternatieve financieringsbronnen konden aanwenden. Begin 2009 heeft het fonds een reorganisatie doorgevoerd waarbij de toenmalige fondsmanager gekozen heeft voor de B klasse. Deze hield in dat er tot 12,5% per kwartaal zou worden uitbetaald en dat de onderliggende portefeuille goed zou worden verzorgd. De realiteit was echter dat in de periode van 2009 tot 2012 slechts twee deeluitkeringen hebben plaatsgevonden van elk rond de 2% van de laatst bekende intrinsieke waarde. De activiteiten van de fondsmanager worden reeds geruime tijd onderzocht door de FBI en de SEC. Tot aanhouding of anderszins vervolging van de fondsmanager heeft dit nog niet geleid. Het fonds is sinds 2011 in liquidatie. PWC is aangesteld als de curator van het fonds.
Pagina | 25
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2012
4 Het Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen 7. AJW Offshore Fund Ontwikkelingen 2012 De portefeuille bestaat nagenoeg volledig uit zogenaamde penny stocks, dat wil zeggen aandelen die rond USD 0,01 of lager per aandeel noteren en waarin nauwelijks handel plaatsvindt. Een realisatie via de beurs is dus niet mogelijk. Het Liquidation Committee zoekt samen met de externe Liquidator naar alternatieve oplossingen, maar het is duidelijk dat dit proces lange tijd gaat duren. Verwacht wordt dat er slechts een zeer minimale opbrengst gaat komen uit deze belegging. Op de secundaire markt, het handelsplatform voor illiquide geraakte alternatieve beleggingen, worden biedingen gedaan tussen de 1% en 2% van de laatst bekende intrinsieke waarde. Er wordt momenteel door de Liquidator bekeken om juridische stappen te ondernemen tegen de voormalige fondsmanager alsmede de service providers. Wij verwachten hierover meer duidelijkheid in de loop van 2013. De positie wordt gewaardeerd tegen de biedingprijs op de secundaire markt van de laatst bekende intrinsieke waarde. Wij verwachten vooralsnog niet dat deze positie meer gaat opleveren aangezien er geen handel in de penny stocks van deze bedrijven is. Waarderingsmethodiek D. Positie wordt gewaardeerd op basis van een bieding op de secundaire markt (1% van de oorspronkelijke waarde). Strategie Finles Finles heeft zitting in het liquidation committee om zo de liquidatie beter te kunnen overzien en ook invloed te kunnen uitoefenen op de afwikkeling van het fonds. 8. Medley Opportunity Fund Positiegrootte in % 15,10% Strategie Fonds De fondsmanager hanteerde een Asset Backed Lending strategie. Het fonds bood private leningen aan veelal Amerikaanse bedrijven. Dit kapitaal werd met name gebruikt als werkkapitaal. Alle leningen werden verstrekt tegen onderpand waarbij het project of bedrijf dikwijls als onderpand diende. Tijdens de kredietcrisis is het fonds in de problemen gekomen toen investeerders massaal hun verkooporders indienden, de lenende partijen geen herfinanciering bij banken en andere kredietinstellingen konden verkrijgen, of dat bedrijven onvoldoende winstgevend waren om de leningen af te lossen. Hierdoor werd het fonds gedwongen onderpand over te nemen en deze zelf in de markt te verkopen. Ontwikkelingen 2012 De resterende portefeuille bestaat uit 22 beleggingen. In 2012 is er progressie gemaakt met het te gelde maken van onderliggende posities. Dit heeft voornamelijk plaatsgevonden nadat investeerders gezamenlijk de manager van het fonds onder druk hebben gezet. De fondsmanager heeft besloten om de managementvergoeding van het fonds te verlagen. De fondsmanager is momenteel in gesprek met een aantal mogelijke kopers van een aantal onderliggende posities. De interesse voor onderliggende posities van het fonds is duidelijk toegenomen in de laatste maanden van 2012. Verwacht wordt dat een aantal onderliggende posities in het eerste halfjaar van 2013 kunnen worden verkocht waarna distributies kunnen worden gedaan aan investeerders.
Pagina | 26
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2012
4 Het Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen 8. Medley Opportunity Fund Waarderingsmethodiek B Strategie Finles Wachten op pro rata distributies. Daarnaast werken wij samen met de grootste investeerders in het fonds om de manager van het fonds onder druk te houden. 9. CPIM Structured Credit Fund 20 Positiegrootte in % 0,63% Strategie Fonds Het fonds is met name actief op de secundaire markt voor Asset Backed Securities. Voorbeelden hiervan zijn Residential Mortgage Backed Securities en Commercial Mortgage Backed Securities. Voornamelijk werd geïnvesteerd in securities die lager in de kapitaalstructuur staan. Dit zijn de zogenaamde equity and mezzanine tranches. Ook werd er geïnvesteerd in andere soorten private instrumenten zoals leningen en aandelen. Ontwikkelingen 2012 Momenteel is het fondsvermogen van CPIM nog USD 23 miljoen. In 2012 heeft de fondsmanager de onderliggende portefeuille verder afgebouwd. Op een vergadering van participanten van het fonds in 2010 is reeds afgesproken dat het fonds de resterende posities geliquideerd zal hebben per 31 maart 2013. Wij verwachten een verlenging van deze termijn. Waarderingsmethodiek B Strategie Finles Wachten op pro rata distributies. 10. Madison Realty Fund Positiegrootte in % 10,21% Strategie Fonds Het fonds verstrekte private leningen aan Amerikaanse vastgoed projectontwikkelaars. De termijnen van deze leningen waren over het algemeen kort (7 tot 10 maanden) en waren bedoeld als overbruggingskrediet. Alle leningen werden gedaan tegen onderpand (veelal het project zelf en vaak nog additionele persoonlijke garanties). Tijdens de kredietcrisis is het fonds in problemen gekomen toen de investeerders in het fonds hun verkooporders massaal indienden, de lenende partijen geen herfinanciering konden verkrijgen bij banken en andere kredietinstellingen. Hierdoor werd het fonds gedwongen onderpand over te nemen.
Pagina | 27
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2012
4 Het Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen 10. Madison Realty Fund Ontwikkelingen 2012 Het fonds Madison Realty heeft nog 38 resterende posities. Sinds 2011 is de fondsmanager gestart met de eerste uitbetalingen aan investeerders nadat de uitstaande kredietfaciliteit helemaal was afgelost. Na een recent bezoek aan de fondsmanager in New York kunnen wij concluderen dat de fondsmanager vorderingen maakt met de liquidatie van de onderliggende posities. Er zijn concrete biedingen op een aantal onderliggende posities. Hiervan wordt verwacht dat deze in de eerste helft van 2013 worden verkocht. Wij hebben de indruk gekregen van de fondsmanager dat dit fonds realistisch gewaardeerd is en dat er hard gewerkt wordt aan realisatie ofwel verkoop van alle beleggingen. Waarderingsmethodiek B Strategie Finles Wachten op pro rata distributies 11. Marathon Special Opportunity Fund via 1 SPV Positiegrootte in % 0,80% Strategie Fonds De SPV bestaat uit structured finance posities en andere soorten private instrumenten zoals private leningen en Private Equity. Ontwikkelingen 2012 De fondsmanager heeft over de jaren een groot aantal beleggingen met winst verkocht. De performance fee waarop de fondsmanager recht heeft is uitgesteld en wordt slechts uitbetaald indien een positief resultaat op alle beleggingen wordt behaald. De fondsmanager van het fonds heeft verdere cash flows gedistribueerd in 2012. De fondsmanager heeft per eind juli 2012 de vier SPV’s samen in één structuur ondergebracht zodat deze efficiënter en effectiever beheerd kunnen worden. Waarderingsmethodiek B Strategie Finles Wachten op pro rata distributies 12. Waterfall Eden Fund via 1 SPV. Positiegrootte in % 0,26%
Pagina | 28
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2012
4 Het Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen 12. Waterfall Eden Fund via 1 SPV. Strategie Fonds Asset Backed Securities (ABS). De SPV heeft posities in Asset Backed Securities (ABS). Dit zijn zogenaamde leningen die verpakt zijn in speciaal gecreëerde beleggingsproducten (pools). In deze beleggingproducten bevinden zich vaak honderden individuele leningen die rente betalen. Ook kunnen deze beleggingsproducten waarde appreciatie of depreciatie laten zien. Voorbeelden van ABS sectoren zijn residential -en commercial mortgage backed securities. Tijdens de kredietcrisis is het fonds in problemen gekomen toen de investeerders in het fonds hun verkooporders indienden en de liquiditeit in ABS sectoren geheel opdroogde. Ontwikkelingen 2012 De manager heeft voortgang gemaakt in het realiseren van cash voor investeerders. In 2012 zijn ieder kwartaal distributies gedaan. Waarderingsmethodiek B Strategie Finles Wachten op pro rata distributies 13. Quantek Opportunity Fund. Het fonds is in vrijwillige liquidatie Positiegrootte in % 2,06% Strategie Fonds Asset Backed Lending. Het fonds maakte private leningen aan bedrijven in Latijns-Amerika. Ook exploiteerde het fonds een vloot vliegtuigen die werden geleasd door vliegtuigmaatschappijen. Tijdens de kredietcrisis is het fonds in problemen gekomen toen de investeerders in het fonds hun verkooporders massaal indienden, de lenende partijen geen herfinanciering konden verkrijgen bij banken en andere kredietinstellingen of dat er te weinig resultaat werd behaald door de bedrijven om de leningen af te lossen. Hierdoor werd het fonds gedwongen onderpand over te nemen en dit onderpand te liquideren. In 2011 hebben investeerders besloten om de Beheerder van het fonds te ontslaan omdat de liquidatie te langzaam verliep. Momenteel wordt de liquidatie verzorgd door de twee grootste investeerders van het fonds die vervolgens rapporteren aan de overige investeerders. Ontwikkelingen 2012 Er is in 2012 goede progressie gemaakt met het liquideren van onderliggende posities. Een gevolg hiervan is wel dat er afwaarderingen hebben plaatsgevonden in 2012. Waarderingsmethodiek B Strategie Finles Wachten op verdere pro rata distributies.
Pagina | 29
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2012
4 Het Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen 14. Asian Debt Fund SPV Positiegrootte in % 9,71% Strategie Fonds Distressed debt in Zuidoost Azië. Het fonds investeerde in beginsel in schuldpapier (vaak bankleningen; deze staan hoog in de kapitaalstructuur van een onderneming) van bedrijven die in financiële problemen verkeren. Dit betreft bedrijven die bijvoorbeeld in faillissement verkeren. De Beheerder maakt een inschatting of het bedrijf levensvatbaar is en een doorstart kan maken. Tevens investeerde de Beheerder in zogenaamde private loans (tegen onderpand), veelal aan bedrijven die de lening gebruikten als werkkapitaal of als bridge lening. Ontwikkelingen In 2012 is de fondsmanager erin geslaagd om de onderliggende posities verder af te bouwen. De manager is met diverse partijen in gesprek om de grootste positie binnen het fonds te verkopen (inmiddels >75% van AUM). Onderhandelingen hierover verlopen moeizaam. Op basis van de laatste ontwikkelingen denken wij dat dit in het eerste halfjaar van 2013 moet gaan plaatsvinden ook al is dit onzeker. Waarderingsmethodiek B Strategie Finles Wachten op verdere pro rata distributies. Beleggingsbeleid 2013 De verwachtingen voor 2013 blijven onzeker. Zoals gezegd zien we bij een aantal beleggingen progressie in het realiseren van liquiditeiten. Wij verwachten dat, indien de economische groei aantrekt, dit breder zal doorzetten in de portefeuille van het Subfonds. FCM is voornemens om kas distributies te doen indien er tenminste EUR 1 miljoen aan liquiditeiten aanwezig is in het Subfonds. Dit is exclusief een percentage van 2% van het fondsvermogen. Dit percentage is noodzakelijk ter dekking van de kosten van het Subfonds. Wij denken in april of mei van dit jaar opnieuw een cash distributie te doen aan participanten. Wij zijn daarbij uiteraard afhankelijk van de distributies van de onderliggende investeringen. De directie van FCM kan geen uitspraken doen over de hoogte van de daadwerkelijke toekomstige uitkeringen van de onderliggende posities van het Subfonds tot het moment dat deze uitkeringen zijn ontvangen door het Subfonds. De directie van FCM kan evenmin garanties geven met betrekking tot de daadwerkelijke inbaarheid van deze uitkeringen
Pagina | 30
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2012
4 Het Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen
Subfonds FCB I.L. Figuur 1: Strategiewegingen Subfonds FCB I.L. per 31 december 2012
Ook in 2013 blijven wij, indien nodig, onderliggende fondsmanagers onder druk zetten om onderliggende posities te verkopen en volledige openheid van zaken te verschaffen aan investeerders. In 2013 blijven wij vanzelfsprekend de ontwikkelingen op de secundaire markt volgen om onderliggende posities eventueel op de secundaire markt te verkopen. Het directe valutarisico wordt wederom in 2013 niet afgedekt. 4.3 Risicobeheer Risicobeheer is een integraal onderdeel van het beleggingsproces. Dagelijks worden de belangrijkste risico’s gemonitord door de beheerder. Hierbij wordt vooral gekeken of de beleggingen zich nog binnen de vastgestelde kaders en beleggingsrestricties begeven. Bij het realiseren van de beleggingsdoelstelling kan de beheerder gebruik maken van derivaten, zoals forwards. Voor een verdere beschrijving van de risico’s wordt verwezen naar de algemene toelichting op de jaarrekening.
Utrecht, 29 april 2013 Finles N.V. Paraplufonds Finles Beleggingsfonden
Pagina | 31
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2012
5 Jaarrekening Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Gecombineerde balans 2012 Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen BALANS PER 31 DECEMBER (bedragen in EUR 1.000 na resultaatbestemming)
2012
2011
25.740 23 25.763
29.951 29.951
108 131
501 1 745
239
1.247
964 964
1.657 1.657
26.966
32.855
26.603 11 26.614
32.667 8 32.675
-
25 25
247 105 352
9 61 85 155
26.966
32.855
ACTIVA Beleggingen Aandelen Valutatermijntransacties Vorderingen Vorderingen uit hoofde van effectentransacties Opgelopen rente op obligaties Overige vorderingen
Liquide middelen
Totaal activa PASSIVA Fondsvermogen Vermogen Reserve waarderingsverchillen
Beleggingspassiva Valutatermijntransacties Kortlopende schulden Te verrekenen transacties Af te dragen aan participanten Overige schulden
Totaal passiva
Pagina | 32
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2012
5 Jaarrekening Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen GECOMBINEERDE WINST-EN VERLIESREKENING (bedragen in EUR 1.000) Opbrengsten uit beleggingen Dividenden
Waardeveranderingen van beleggingen Aandelen Opties Valutatermijntransacties Koers- en omrekenverschillen
Ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Aandelen
Overige opbrengsten Rente op liquide middelen Overige opbrengsten
Totaal opbrengsten Kosten Kosten beheer Kosten toezicht Kosten administratie Accountantskosten Kosten bewaargeving Bankkosten Kosten DNB/AFM Research kosten Totaal kosten Resultaat Verdeling van het resultaat Ten laste van het vermogen Naar reserve waarderingsverschillen
2012
2011
27 27
-
(417) 21 (524) (920)
(2.390) 23 (45) (12) (2.424)
(1.447) (1.447)
(6.372) (6.372)
2 47 49
9 9
(2.291)
(8.787)
(431) (104) (85) (35) (9) (5) (5) (33) (707)
(615) (38) (107) (42) (17) (4) (5) (28) (856)
(2.998)
(9.643)
(3.001) 3 (2.998)
(9.444) (199) (9.643)
Pagina | 33
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2012
6 Toelichting op de jaarrekening ALGEMEEN De jaarrekening van Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen is opgesteld volgens de voorschriften die zijn vastgelegd in Titel 9, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, de Wft en de richtlijnen voor de jaarverslaggeving, in het bijzonder Richtlijn 615 Beleggingsinstellingen. Ten tijde van het opmaken van deze jaarrekening was de datum van het meest recente prospectus februari 2011. Op 12 november 2010 werd de Side Pocket van het Finles Collectief Beheer Fonds geïnstalleerd. Alle illiquide posities van het Finles Collectief Beheer Fonds zijn met ingang van genoemde datum in de Side Pocket ondergebracht. Vanaf deze datum wordt de Side Pocket separaat geadministreerd en wordt dagelijks een separate koers van de Side Pocket gepubliceerd. De illiquide beleggingen in de Side Pocket zijn op 1 februari 2011 ingebracht in het Subfonds Finles Collectief Beheer I.L. (in liquidatie). Vanaf 12 november 2010 was er geen mogelijkheid meer om in te treden in en uit te treden uit dit subfonds. De beheerder heeft alle participanten eenmalig de gelegenheid geboden om eind januari 2011 uit het subfonds uit te treden. Hiervan is slechts in zeer beperkte mate gebruik gemaakt. Naar aanleiding van de installatie van de Side Pocket zijn op 1 februari 2011 het Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen met de subfondsen Subfonds Finles Collectief Beheer en Subfonds Finles Collectief Beheer I.L. (in liquidatie) opgericht. Laatstgenoemd fonds wordt naar verwachting begin 2015 geliquideerd. De prospectussen van de (sub)fondsen zijn beschikbaar op de website van Finles. Fiscale positie De subfondsen zijn besloten fondsen voor gemene rekening, met als gevolg fiscale transparantie voor de inkomstenbelasting. De subfondsen zijn geen vennootschapsbelasting verschuldigd. Op grond van de wet IB 2001 wordt het vermogen van de participant belast met een vermogensrendementsheffing. Over het saldo van bezittingen en schulden wordt een forfaitair rendement van 4% berekend, te belasten tegen een tarief van 30% (rekening houdend met vrijstellingen). De heffing is onafhankelijk van het daadwerkelijk gerealiseerde rendement en de gemaakte (rente)kosten. Stemrechten Het beleid van de Beheerder ten aanzien van eventuele stemrechten in andere beleggingsinstellingen of ondernemingen zal per individueel geval worden bekeken. Er is geen gebruik gemaakt van stemrechten in 2012. Beleid en beschrijving activiteiten Voor het beleid en de beschrijving van de activiteiten wordt verwezen naar het jaarverslag. Inkoop deelnemingsrechten Het Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen heeft een open-end structuur. De beheerder kan volgens artikel 5 punt 2 van het reglement van beheer en bewaring van het Fonds onder omstandigheden besluiten de inkoop van deelnemingsrechten op te schorten. In die gevallen vindt de terugneming van participaties pas plaats als de liquiditeiten de betaling toelaten, maar uiterlijk 7 werkdagen nadat bovengenoemde gelden vrijgemaakt konden worden. Het Subfonds Finles Collectief Beheer I.L. is gesloten. In het fonds kan sedert 12 november 2010 niet worden ingetreden noch worden uitgetreden. Uitbesteding van taken Het beheer van het fonds wordt gevoerd door Finles N.V. te Utrecht. De financiële administratie, participantenadministratie alsmede de beleggingsadministratie, werden gevoerd door ITS B.V. te Leusden tot en met 30 september 2012. Vanaf 1 oktober 2012 wordt de administratie gevoerd door TMF FundAdministrators B.V. Kas Trust Bewaarder Finles Collectief Beheer Fonds B.V. is de bewaarder voor de subfondsen.
Pagina | 34
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2012
6 Toelichting op de jaarrekening GRONDSLAGEN VOOR DE OPSTELLING VAN DE JAARREKENING Grondslagen Activa en verplichtingen worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigings prijs of de actuele waarde. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. In de balans, de winst- en verliesrekening en het kasstroomoverzicht zijn referenties opgenomen. Met deze referenties wordt verwezen naar de toelichting. Het kasstroomoverzicht is volgens de indirecte methode opgesteld. Hieronder volgt een overzicht van de grondslagen voor de opstelling van de jaarrekening van het Fonds. Deze grondslagen zijn consistent toegepast in het huidige en het voorgaande boekjaar. Presentatievaluta De functionele en rapportage valuta zijn beide in euro’s. Verwerking (activa, passiva, resultaat en kosten) Een actief wordt in de balans verwerkt wanneer het aannemelijk is dat toekomstige economische voordelen van het actief naar het Fonds zullen stromen en dat het bedrag van het actief op betrouwbare wijze kan worden gemeten. Een passief (verplichting) wordt in de balans verwerkt wanneer het aannemelijk is dat er een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich brengen, zal voortvloeien uit de regeling of afwikkeling van een aanwezige verplichting en dat het bedrag dat met de regeling of afwikkeling is gemoeid, op betrouwbare wijze kan worden vastgesteld. Resultaat wordt opgenomen in de winst- en verliesrekening wanneer zich een toename in toekomstig economisch voordeel dat verband houdt met een toename van activa of afname van passiva (verplichting), heeft voorgedaan, die op betrouwbare wijze kan worden vastgesteld. Kosten worden opgenomen in de winst- en verliesrekening wanneer zich een afname in toekomstig economisch voordeel dat verband houdt met een afname van een actief of toename van een passief (verplichting), heeft voorgedaan, die op betrouwbare wijze kan worden vastgesteld. Vreemde valuta Monetaire activa en monetaire passiva luidend in valuta anders dan de euro worden omgerekend in euro's tegen de koersen die gelden per balansdatum. Transacties in vreemde valuta worden omgerekend tegen de koersen die gelden op de datum van de transactie. Verschillen in wisselkoersen van vreemde valuta die zich voordoen bij omrekening en gerealiseerde winsten en verliezen bij vervreemding of afwikkeling van financiële activa en passiva worden opgenomen in de winst- en verliesrekening. Schattingen Bij het toepassen van de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening vormt de beheerder zich verschillende oordelen en schattingen die essentieel kunnen zijn voor de in de jaarrekening opgenomen bedragen. Indien voor het geven van het vereiste inzicht noodzakelijk, zijn de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen opgenomen in de toelichting van de jaarrekening.
WAARDERINGSGRONDSLAGEN VOOR DE OPSTELLING VAN DE BALANS Beleggingen De effecten worden gewaardeerd tegen de marktwaarde per balansdatum. De marktwaarde is het bedrag waarvoor een actief of een verplichting kan worden afgewikkeld tussen ter zake goed geïnformeerde, tot een transactie bereid zijnde partijen die onafhankelijk zijn. Niet beursgenoteerde beleggingsfondsen worden gewaardeerd tegen de per balansdatum meest recente intrinsieke waarde of de meest recente schatting (best estimate) van de beheerder/administrateur van het beleggingsfonds. Dit laatste geldt voornamelijk voor de illiquide fondsen en fondsen die voor langere tijd "op slot" zijn gegaan. De daarbij optredende verschillen, evenals verschillen ontstaan bij verkoop van effecten, worden via het resultaat over het boekjaar verwerkt in het fondsvermogen. De kosten van effectentransacties zijn in de aan- en verkoopwaarde van de beleggingen meegenomen.
Pagina | 35
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2012
6 Toelichting op de jaarrekening WAARDERINGSGRONDSLAGEN VOOR DE OPSTELLING VAN DE BALANS
(VERVOLG) De waarderingen van de onderliggende beleggingen heeft plaatsgevonden op basis van de meest recente beschikbare informatie ten tijde van het opmaken van de jaarrekening. Voor liquide fondsen wordt daarbij uitgegaan van informatie van de administrateur van het fonds, de manager van het fonds, Bloomberg en/of Telekurs (onafhankelijke koersleveranciers) indien van toepassing. Voor illiquide fondsen is vaak slechts informatie van de beheerder beschikbaar. Een onderliggende belegging wordt als illiquide aangemerkt indien uittreding niet overeenkomstig de voorwaarden van het prospectus mogelijk is. Derivaten Derivaten worden in de jaarrekening opgenomen tegen de reële waarde (marktwaarde). Indien geen marktwaarde beschikbaar is, wordt de waarde bepaald met behulp van marktconforme en toetsbare waarderingsmodellen, vergelijkbare derivaten met dezelfde kenmerken waarvoor wel een marktnotering bestaat of wordt de marktwaarde ontleend aan informatie verkregen van gezaghebbende brokers/instituten. Vorderingen Vorderingen worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde van de tegenprestatie. Vorderingen worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. Voorzieningen wegens oninbaarheid worden in mindering gebracht op de boekwaarde van de vordering Liquide middelen Onder de liquide middelen zijn opgenomen kas- en banktegoeden die onmiddellijk opeisbaar zijn dan wel een looptijd korter dan twaalf maanden hebben. Zij worden onderscheiden van tegoeden in verband met beleggingstransacties. Liquide middelen uit hoofde van beleggingstransacties worden gepresenteerd onder de vorderingen. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Reserve waarderingsverschillen De reserve waarderingsverschillen betreft de ongerealiseerde koers- en valutaverschillen van de beleggingen op de balansdatum. In overeenstemming met de richtlijnen voor de jaarverslaggeving worden gerealiseerde en ongerealiseerde waarderingsverschillen van liquide beleggingen worden via de winst- en verliesrekening direct ten gunste of ten laste van het fondsvermogen gebracht. De ongerealiseerde waarderingsverschillen van illiquide beleggingen worden aan de reserve toegevoegd. Op grond van wettelijke bepalingen moet een herwaarderingsreserve worden gevormd voor ongerealiseerde positieve waardevermeerderingen van incourante beleggingen. Deze herwaarderingsreserve, die per actief wordt gevormd, wordt ten laste van het onverdeeld resultaat gebracht. Dit houdt in dat het bedrag van de herwaarderingsreserve niet voor uitdeling in aanmerking kan komen.
Kortlopende schulden Kortlopende schulden worden gewaardeerd tegen nominale waarde.
GRONDSLAGEN VOOR RESULTAATBEPALING Opbrengsten Dividenden worden opgenomen op de datum van vaststelling. Niet-verrekenbare buitenlandse bronheffing op dividenden wordt hierop in mindering gebracht. Rentebaten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben. Kosten effectentransacties De kosten van effectentransacties zijn in de aan- en verkoopwaarde van de beleggingen meegenomen. Deze kosten komen ten laste van het resultaat.
Pagina | 36
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2012
6 Toelichting op de jaarrekening GRONDSLAGEN VOOR RESULTAATBEPALING (VERVOLG) Kosten De kosten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben. De kosten van beheer en bewaring worden overeenkomstig het Reglement van Beheer van het Fonds via het resultaat ten laste van het vermogen gebracht.
RISICO’S BIJ HET BELEGGEN IN PARAPLUFONDS FINLES BELEGGINGSFONDSEN Het beleggingsbeleid is er op gericht de deelnemers de zekerheid van een ruime spreiding over de verschillende financiële instrumenten en een zekere mate van beheersing van de risico's te bieden. Risico’s zijn echter niet uit te sluiten. Het gekozen beleggingsbeleid kan negatieve gevolgen hebben voor het rendement. Beleggen is niet zonder risico. De AFM verplicht in dit kader beleggingsfondsen om een document Essentiële Beleggersinformatie op te stellen en beschikbaar te hebben op de website van de Beheerder. Dit document geeft in het kort de doelstellingen, het risicoprofiel, de kosten en de rendementen van het fonds weer. De volgende tekst wordt ook verplicht opgenomen in het document: “In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor toekomstige resultaten”. Het rendement, maar ook het risico, is voor rekening van de individuele participant in het Fonds. Noch de Beheerder noch de Raad van Commissarissen van Finles N.V., noch de Bewaarder zijn aansprakelijk voor opgelopen verliezen van één of meer participanten. Alle hierna vermelde risico’s zijn door de Beheerder geordend op basis van belangrijkheid daarvan welke wordt bepaald op basis van de omvang en relevantie van het risico daarvan. De volgende algemene risico’s zijn van toepassing op het Subfonds Finles Collectief Beheer: Rendementsrisico: het risico bestaat dat het rendement kan variëren als gevolg van de keuze tussen de verschillende onderliggende beleggingsfondsen en andere beleggingsmogelijkheden van het fonds; Erosierisico: het fonds is onderhevig aan risico's van waardeveranderingen van het kapitaal, met inbegrip van het potentiële risico van erosie als gevolg van intrekkingen van rechten van deelneming die hoger zijn dan het beleggingsrendement; Inflatierisico: er is een algemeen risico van inflatie waardoor de waarde van uw participaties en ook de beleggingsopbrengsten kunnen worden aangetast; Frauderisico: het investeringsselectieproces en –procedures zijn gericht op het voorkomen van investeringen in malafide beleggingsfondsen. Fraude bij onderliggende beleggingen is echter niet volledig uit te sluiten; Financiële en fiscale wetgeving Als gevolg van wijzigingen van financiële en fiscale wet- en regelgeving kunnen de omstandigheden ten tijde van het instappen in het Subfonds Finles Collectief Beheer ten nadele van de participanten wijzigen. De volgende productspecifieke risico’s zijn van toepassing op het Subfonds Finles Collectief Beheer: Marktrisico: het beleggingsbeleid is erop gericht de participanten de zekerheid van spreiding en een zekere beheersing van de risico's te bieden. De investeringen binnen het Finles Collectief Beheer Fonds zijn onderworpen aan marktbewegingen en aan de risico’s die inherent zijn aan beleggen in het algemeen; dientengevolge kan geen zekerheid worden gegeven dat de beleggingsdoelen zullen worden behaald. Politieke risico’s en de mogelijke invloed van internationale crises en rampen laten zich niet voorspellen en kunnen tijdelijk of langdurig negatief van invloed zijn op de koers en het rendement;
Pagina | 37
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2012
6 Toelichting op de jaarrekening RISICO’S BIJ HET BELEGGEN IN PARAPLUFONDS FINLES BELEGGINGSFONDSEN
(VERVOLG) Managerrisico: het door de participanten bijeengebrachte fondsvermogen zal voor het merendeel worden geïnvesteerd in andere beleggingsfondsen, waarvan de beslissingsbevoegdheid ten aanzien van de beleggingen in handen is van andere Beheerders. De Beheerder van het Subfonds Finles Collectief Beheer wordt periodiek geïnformeerd door de Beheerders van deze fondsen over hun gevoerde beleggingsbeleid en de behaalde resultaten. Noch de Beheerder, noch de door Beheerder ingeschakelde derden zijn in staat om de ontwikkelingen binnen deze geselecteerde fondsen op dagbasis te volgen; Verhandelbaarheidsrisico: de mate van verhandelbaarheid van rechten van deelneming of effecten waarin belegd wordt is van invloed op de hoogte van de feitelijke aan- en verkoopkoersen. Dit kan betekenen dat rechten van deelneming of effecten niet of slechts tegen een substantieel lagere prijs dan de toegekende waardering verkocht kunnen worden; Liquiditeitsrisico: de Beheerder zal in het beleggingsbeleid rekening houden met het feit dat participanten hun participaties willen verkopen. Dit kan worden bereikt door een bepaald percentage van de portefeuille “voldoende” liquide te houden. De belegger dient er echter rekening mee te houden dat onder bepaalde omstandigheden geen zekerheid kan worden gegeven dat bij verkoop van participaties aan het fonds er voldoende liquiditeiten in het fonds aanwezig zijn om de participaties in te kopen; Valutarisico: Omdat kan worden belegd in andere valuta’s dan de euro kan een valutarisico ontstaan. De Beheerder van het fonds heeft de mogelijkheid om valutarisico’s af te dekken indien zij dit in het belang van het fonds acht. In de jaarrekening van het fonds wordt hierover verantwoording afgelegd. In 2012 werd het US dollarrisico in de portefeuille van het Subfonds Finles Collectief Beheer volledig afgedekt. Leveragerisico: de Beheerder is bevoegd om voor rekening en risico van het fonds leningen aan te gaan met een maximum van 10% van het fondsvermogen. De leningen worden gebruikt voor de opvang van tijdelijke liquiditeitstekorten als gevolg van uittredende participanten. Leningen worden niet aangewend voor de aankoop van onderliggende beleggingen van het Subfonds Finles Collectief Beheer. Daarnaast kan het Subfonds Finles Collectief Beheer investeren in fondsen die meer dan 100% van hun fondsvermogen kunnen beleggen, dat wil zeggen dat zij bij hun investeringen gebruik kunnen maken van geleend geld (“leverage”). De mate van leverage verschilt per fonds waarin het Subfonds Finles Collectief Beheer investeert. De leverage bandbreedte bij de huidige onderliggende beleggingen van het Subfonds Finles Collectief Beheer varieert tussen 0 en 1 maal het fondsvermogen van het betreffende fonds. Voor de participanten in het subfonds Finles Collectief Beheer kan dit een extra risico betekenen; het kan daarentegen ook beschermend werken omdat een onderliggend fonds leverage toepast om het marktrisico te verkleinen of geheel uit te sluiten; Concentratierisico: de onderliggende beleggingen van het Subfonds Finles Collectief Beheer kunnen zodanig gepositioneerd zijn dat zij geconcentreerd zijn in bepaalde delen van de financiële markten. Echter, de Beheerder streeft een spreiding van de beleggingsportefeuille na, waardoor het risico verband houdend met een sterke concentratie van beleggingen in bepaalde markten of sectoren wordt beperkt; Tegenpartijrisico: de mogelijkheid bestaat dat een uitgevende instelling of tegenpartij zijn contractuele verplichtingen zoals levering van gelden, rechten van deelnemingen of andere financiële instrumenten niet kan nakomen als gevolg van bijvoorbeeld surseance van betaling, faillissement, fraude of liquidatie. Hierdoor kan het Subfonds Finles Collectief Beheer verliezen op posities oplopen; Betalingsrisico: het kan voorkomen dat een afwikkeling via het betalingsverkeer niet plaatsvindt zoals verwacht omdat de betaling of levering van beleggingscategorieën door de tegenpartij niet, niet op tijd, of niet zoals werd verwacht plaatsvindt;
Pagina | 38
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2012
6 Toelichting op de jaarrekening RISICO’S BIJ HET BELEGGEN IN PARAPLUFONDS FINLES BELEGGINGSFONDSEN
(VERVOLG) Bewaardersrisico: er bestaat een risico dat de activa die bij de Bewaarder van het Subfonds Finles Collectief Beheer en de Bewaarders van de onderliggende fondsen in bewaring zijn gegeven verloren gaan als gevolg van insolvabiliteit, nalatigheid of frauduleuze handelingen door deze Bewaarder(s). Om dit risico te beperken toetst de Beheerder de Bewaarders van de onderliggende fondsen tijdens het due diligence proces; Toezichtsrisico: het Subfonds Finles Collectief Beheer kan beleggen in fondsen die niet onder toezicht staan of onder toezicht staan dat niet te vergelijken is met het toezicht op beleggingsfondsen in Nederland. Dit kan leiden tot een verhoging van het risico. Risicofactoren voor het Subfonds Finles Collectief Beheer I.L. Alle hierna vermelde specifieke risico’s die van toepassing zijn op het Subfonds zijn door de Beheerder geordend op basis van belangrijkheid daarvan welke wordt bepaald op basis van de omvang en relevantie van het risico daarvan. Onderstaand overzicht toont de risico’s die bij het aankopen van de onderliggende fondsen bestonden en in principe nog steeds bestaan. Voor zover risico’s, gezien de situatie van het Subfonds, niet meer kunnen voordoen zijn deze hieronder niet meer genoemd. Indien onderstaande risico’s daadwerkelijk optreden kan dit negatieve gevolgen hebben voor de waarde van het Subfonds. Verkoop van participaties De onderliggende fondsen van het Subfonds zijn gesloten voor uittreding en veelal in liquidatie waardoor het voor het Subfonds onmogelijk is om participanten van het Subfonds uit te betalen. Het Subfonds Finles Collectief Beheer I.L. is vanaf de start per 1 februari 2011 in liquidatie (vandaar de toevoeging “I.L.”) en accepteert geen toetreders. Alle beleggingen in de Subfonds Finles Collectief Beheer Fonds I.L. worden zo spoedig mogelijk verkocht waarna dit Subfonds wordt geliquideerd (verwachte liquidatiedatum 1 februari 2015). Toekomstige marktomstandigheden zijn van invloed op de haalbaarheid van de genoemde datum. Ook is het onzeker tegen welke prijzen het onderpand van de onderliggende fondsen van het Subfonds zal worden verkochten en welke opbrengsten dit zal hebben. Marktrisico De investeringen binnen het Subfonds zijn onderworpen aan marktbewegingen en aan de risico’s die inherent zijn aan beleggen in het algemeen; dientengevolge kan geen zekerheid worden gegeven dat de beleggingsdoelen worden behaald. De onderliggende fondsen van het Subfonds zijn gesloten voor uittreding en veelal in liquidatie waardoor het voor het Subfonds onmogelijk is om participanten van het Subfonds uit te betalen. De onderliggende fondsen van het Subfonds zijn momenteel niet of nauwelijks in staat om hun posities te verhandelen, of kunnen deze posities alleen verhandelen tegen substantiële kortingen. De verbetering van liquiditeit in deze markten hangt nauw samen met de marktbewegingen op de financiële markten en het macro economisch klimaat. Politieke risico’s en de mogelijke invloed van internationale crises en rampen laten zich niet voorspellen en kunnen tijdelijk of langdurig negatief van invloed zijn op de koers en het rendement. Bij plotselinge heftige koersbewegingen is het voor de Beheerder niet mogelijk de participanten vooraf te informeren. Nieuwsbrieven en andere vormen van periodieke informatieverstrekking zijn in de tijd gemeten normaliter te laat en hebben geen voorspellend karakter voor heftige beursbewegingen. De verantwoordelijkheid voor het verkrijgen van actuele informatie en eventueel advies ligt bij de individuele participant. Concentratierisico Het is de verwachting dat het Subfonds een geconcentreerde portefeuille van beleggingen zal worden indien onderliggende beleggingen gelden van verkopen gaan distribueren aan beleggers zoals het Subfonds. Beleggingen die nog geen gelden hebben gedistribueerd maken dan een groter deel uit van het Subfonds.
Pagina | 39
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2012
6 Toelichting op de jaarrekening RISICO’S BIJ HET BELEGGEN IN PARAPLUFONDS FINLES BELEGGINGSFONDSEN
(VERVOLG) De posities van de onderliggende beleggingen van het Subfonds zijn veelal geconcentreerd in de vastgoedmarkt. Dit vastgoed diende in eerste instantie veelal als onderpand van de leningen en converteerbare obligaties. Door de gevolgen van de kredietcrises werden de onderliggende fondsen gedwongen om het eigendom van het onderpand daadwerkelijk over te nemen. Verhandelbaarheidsrisico De mate van verhandelbaarheid van de onderliggende posities waarin belegd wordt is van invloed op de hoogte van de feitelijke aan- en verkoopkoersen. Dit kan betekenen dat rechten van deelneming of effecten niet of slechts tegen een substantieel lagere prijs dan toegekende waardering verkocht kunnen worden. Zoals ook beschreven bij markrisico zijn de onderliggende fondsen van het Subfonds momenteel niet of nauwelijks in staat om hun posities te verhandelen, of kunnen deze posities alleen verhandelen tegen substantiële kortingen. Valutarisico Het grootste gedeelte van het Subfonds fondsvermogen is geïnvesteerd in fondsen die in US dollars genoteerd zijn. De Beheerder van het Subfonds dekt valutarisico’s niet af. In de jaarrekening van het Paraplufonds wordt hierover verantwoording afgelegd. Managerrisico Het door de participanten bijeengebrachte fondsvermogen zal voor het merendeel worden geïnvesteerd in andere beleggingsfondsen, waarvan de beslissingsbevoegdheid ten aanzien van de beleggingen in handen is van andere Beheerders. De Beheerder van het Subfonds wordt periodiek geïnformeerd door de Beheerders van deze fondsen over hun gevoerde beleggingsbeleid en de behaalde resultaten. Noch de Beheerder, noch de door Beheerder ingeschakelde derden zijn in staat om de ontwikkelingen binnen deze geselecteerde fondsen op dagbasis te volgen.. Het Subfonds belegt alleen in beleggingsfondsen waarvan de beheerder (de Manager) van het fonds en het fonds separate juridische en financiële entiteiten zijn of in fondsen waar een separate bewaarder is aangesteld. De netto vermogenswaarde van de participaties van het Subfonds wordt berekend op basis van de netto vermogenswaarde van de onderliggende beleggingen. Het risico bestaat dat administratieve procedures voor de berekening van de netto vermogenswaarde van een dergelijk fonds niet juist worden uitgevoerd. De Beheerder belegt alleen in beleggingsfondsen waarbij de netto vermogenswaarde door een onafhankelijke partij wordt berekend dan wel door marktwerking wordt bepaald op een beurs. Leverage Het Subfonds investeert in fondsen die meer dan 100% van hun fondsvermogen kunnen beleggen, dat wil zeggen dat zij bij hun investeringen gebruik kunnen maken van geleend geld (“leverage”). De mate van leverage verschilt per fonds waarin het Subfonds investeert. De leverage bandbreedte bij de huidige onderliggende beleggingen van het Subfonds varieert tussen 0 en 4 maal het fondsvermogen van het betreffende fonds. Voor de participanten in de Subfonds kan dit een extra risico betekenen, Tegenpartijrisico De mogelijkheid bestaat dat een uitgevende instelling of tegenpartij zijn contractuele verplichtingen zoals levering van gelden, rechten van deelnemingen of andere financiële instrumenten niet kan nakomen als gevolg van bijvoorbeeld surseance van betaling, faillissement, fraude of liquidatie. Hierdoor kan het Subfonds verliezen op posities oplopen. Betalingsrisico Het kan voorkomen dat een afwikkeling via het betalingsverkeer niet plaatsvindt zoals verwacht omdat de betaling of levering van beleggingscategorieën door de tegenpartij niet, niet op tijd of niet zoals werd verwacht plaatsvindt.
Pagina | 40
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2012
6 Toelichting op de jaarrekening RISICO’S BIJ HET BELEGGEN IN PARAPLUFONDS FINLES BELEGGINGSFONDSEN
(VERVOLG) Bewaardersrisico Er bestaat een risico dat de activa die bij de Bewaarder van het Subfonds en de Bewaarders van de onderliggende fondsen in bewaring zijn gegeven verloren gaan als gevolg van insolvabiliteit, nalatigheid of frauduleuze handelingen door deze Bewaarder(s). Om dit risico te beperken toetst de Beheerder de Bewaarders van de onderliggende fondsen tijdens het due diligence proces zoals hiervoor reeds aangegeven. Toezichtsrisico Het Subfonds kan beleggen in fondsen die niet onder toezicht staan of onder toezicht staan dat niet te vergelijken is met het toezicht op beleggingsfondsen in Nederland. Dit kan leiden tot een verhoging van het risico. Het merendeel van de onderliggende fondsen van het subfonds staan onder toezicht van een toezichthouder. Paraplustructuur Een paraplufonds heeft een ongedeeld vermogen. Dit betekent dat een eventueel negatief vermogenssaldo van een Subfonds gevolgen kan hebben voor de andere Subfondsen. Met name geldt dit bij het doen van uitkeringen, alsmede in geval van opheffingen of vereffening van een Subfonds, waarbij een eventueel negatief vermogenssaldo wordt overgedragen aan de andere Subfondsen. Gezien de aard van de beleggingen van dit Subfonds waarbij alleen wordt belegd in effecten waarbij een bijstortverplichting is uitgesloten en gezien het feit dat de financiering van de beleggingen van elk Subfonds uitsluitend met eigen vermogen geschiedt, is een dergelijke gebeurtenis in de praktijk nagenoeg uitgesloten. Toelichting In de toelichting op de balans zoals opgenomen in de jaarrekening zijn de risico’s verder toegelicht middels de onderverdeling van de beleggingen naar valuta, en liquiditeit.
Pagina | 41
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2012
7 Jaarrekening 2012 van het Subfonds Finles Collectief Beheer BALANS PER 31 DECEMBER (bedragen in EUR 1.000 na resultaatbestemming)
2012
2011
19.962 23 19.985
21.223 21.223
131
15 1 745
131
761
116 116
515 515
20.232
22.499
5
19.912 19.912
22.360 22.360
1
-
25 25
247 73 320
61 53 114
20.232
22.499
ACTIVA Beleggingen Aandelen Valutatermijntransacties 1 Vorderingen Vorderingen uit hoofde van effectentransacties Opgelopen rente op obligaties Overige vorderingen
Liquide middelen
2 3
1
Totaal activa PASSIVA Fondsvermogen Vermogen
Beleggingspassiva Valutatermijntransacties
Kortlopende schulden Af te dragen aan participanten Overige schulden
Totaal passiva
4 6
Pagina | 42
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2012
7 Jaarrekening 2012 van het Subfonds Finles Collectief Beheer WINST-EN VERLIESREKENING (bedragen in EUR 1.000)
2012
2011
7
27 27
-
8
(222) 21 (108) (309)
(2.390) 23 (45) (69) (2.481)
1 47 48
7 7
(234)
(2.474)
(276) (54) (7) (53) (22) (3) (3) (33) (451)
(388) (66) (9) (36) (26) (4) (3) (28) (560)
(685)
(3.034)
(685) (685)
(3.034) (3.034)
Opbrengsten uit beleggingen Dividenden
Waardeveranderingen van beleggingen Aandelen Opties Valutatermijntransacties Koers- en omrekenverschillen
Overige opbrengsten Rente op liquide middelen Overige opbrengsten
9
Totaal opbrengsten Kosten Kosten beheer Kosten administratie Kosten bewaargeving Kosten toezicht Accountantskosten Bankkosten Kosten DNB/AFM Kosten research Totaal kosten Resultaat Verdeling van het resultaat Ten laste van het vermogen
10 11 12 13 14
15
Pagina | 43
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2012
7 Jaarrekening 2012 van het Subfonds Finles Collectief Beheer KASSTROOMOVERZICHT (bedragen in EUR 1.000)
2012
2011
(685)
(3.034)
(36.042) 37.054 309 630 206 2.157
(110.539) 117.739 2.456 (393) (32) 9.231
1.981 (3.744) (1.763)
410 (13.988) (13.578)
Netto kasstroom
(291)
(7.381)
Koers- en omrekenverschillen
(108)
(69)
Mutatie liquide middelen
(399)
(7.450)
515
7.965
116
515
Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Resultaat Aanpassing voor: Aankopen van beleggingen Verkopen van beleggingen Waardeveranderingen van beleggingen Mutatie vorderingen Mutatie kortlopende schulden Totaal kasstroom uit beleggingsactiviteiten Kasstroom uit financieringsactiviteiten Uitgegeven participaties Teruggenomen participaties Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten
Stand liquide middelen begin verslagperiode Stand liquide middelen einde verslagperiode
1
Pagina | 44
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2012
8 Toelichting op de jaarrekening TOELICHTING BIJ SPECIFIEKE POSTEN IN DE BALANS 1.1 BELEGGINGEN Mutatieoverzicht beleggingen (bedragen in EUR 1.000)
2012
2011
Aandelen Per 1 januari Aankopen Verkopen Waardeveranderingen van beleggingen
21.223 6.814 (7.853) (222)
30.717 16.470 (23.574) (2.390)
Per 31 december
19.962
21.223
(25) 29.228 (29.201) 21
93 93.974 (94.047) (45)
23
(25)
Opties Per 1 januari Aankopen Verkopen Waardeveranderingen van beleggingen
-
95 (118) 23
Per 31 december
-
-
21.198 36.042 (37.054) (201)
30.810 110.539 (117.739) (2.412)
19.985
21.198
Valutatermijntransacties Per 1 januari Aankopen Verkopen Waardeveranderingen van beleggingen Per 31 december
Beleggingen totaal Per 1 januari Aankopen Verkopen Waardeveranderingen van beleggingen Per 31 december
Pagina | 45
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2012
8 Toelichting op de jaarrekening TOELICHTING BIJ SPECIFIEKE POSTEN IN DE BALANS (VERVOLG) 1.2 BELEGGINGSPORTEFEUILLE PER 31 DECEMBER 2012 Aantal
Bedrag EUR
% van totaal
76.006 140.848 80.803 16.409 12.450 31.300 15.800 7.376 6.373 24.383 6.500
939 4.314 6.615 1.008 858 834 795 977 942 1.882 798
4,67 21,46 32,91 5,02 4,27 4,15 3,96 4,86 4,68 9,36 3,97
Totaal beleggingsfondsen
19.962
99,31
Valutatermijntransacties
23
0,11
116
0,58
20.101
100,00
(bedragen in EUR) Beleggingsfondsen Aviva Investors - Alternative Funds PPC Finles Lotus Fund - EUR participating shares Finles Multi Strategy Hedge Fund - EUR participating shares Global Tracking Fund - SP Class T shares iShares DAX iShares EUR Stoxx 50 (DE) iShares S&P 500 Value Index Fund JPMorgan Funds Income Opportunity Fund C Omni Macro Fund Ltd,Ordinary Share Class Qbasis Futures Fund Class C SPDR Gold Trust
Liquide middelen Total beleggingen (incl. liquide middelen)
De beleggingen zijn in open bewaargeving bij de Kas Bank N.V. Beleggingen die zich niet lenen voor open bewaargeving staan ten name van de gezamenlijke participanten in eigendom geregistreerd. De beleggingen per 31 december 2012 luiden in de volgende valuta’s (uitgedrukt in euro’s): (bedragen in EUR 1.000)
2012 Boekwaarde
%
2011 Boekwaarde
%
EUR USD
17.428 2.534
87% 13%
16.024 5.199
76% 24%
Totaal
19.962
100%
21.223
100%
De beleggingen bestaan uit 0,00% (2011: 0,00%) illiquide beleggingen. De liquide middelen zijn direct opeisbaar.
Pagina | 46
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2012
8 Toelichting op de jaarrekening TOELICHTING BIJ SPECIFIEKE POSTEN IN DE BALANS (VERVOLG) 2. Vorderingen uit hoofde van effectentransacties Op 31 december 2012 bedragen de vorderingen uit hoofde van effectentransacties EUR nihil (2011: EUR 15 duizend). De vorderingen hebben betrekking op beleggingen die nog niet zijn verrekend op balansdatum. De verrekening zal plaats vinden in een periode korter dan 1 jaar. 3. Overige vorderingen Dit betreft nog te ontvangen dividendbelasting. 4. Af te dragen aan participanten Dit betreft de nog uit te keren bedragen aan participanten uit hoofde van verkoop van participaties. 5. Verloop fondsvermogen (bedragen in EUR 1.000) Stand per 1 januari Bij: Plaatsing van participaties
Af: Terugname van participaties Resultaat ten laste van het vermogen
Stand per 31 december
2012
2011
22.360
38.972
1.981 24.341
410 39.382
3.744 685 4.429
13.988 3.034 17.022
19.912
22.360
Driejaarsoverzicht Subfonds Finles Collectief Beheer Het driejaarsoverzicht van het Subfonds Finles Collectief Beheer bevat de volgende gegevens:
Aantal uitstaande aandelen Totaal intrinsieke waarde (voor resultaatbestemming) in EUR Totaal intrinsieke waarde per aandeel in EUR
2012
2011
2010
249.667 19.911.809 79,75
272.018 22.359.659 82,20
422.984 38.971.531 92,14
6. Overige schulden (bedragen in EUR 1.000) Te betalen beheervergoeding Te betalen administratievergoeding Te betalen accountantskosten Research kosten Overige schulden Totaal
2012
2011
12 9 20 32 73
28 5 10 5 5 53
Pagina | 47
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2012
8 Toelichting op de jaarrekening TOELICHTING BIJ SPECIFIEKE POSTEN IN DE WINST- EN VERLIESREKENING 7. Opbrengsten uit beleggingen Hieronder worden ontvangsten van dividenden en rentes op obligaties verantwoord. 8. Waardeveranderingen van beleggingen De beleggingen worden tegen marktwaarde op de balans opgenomen. Het verschil tussen de marktwaarde aan het begin van het jaar en de marktwaarde aan het eind van het jaar dan wel de verkoopprijs c.q. aflossing vormt de post waardeveranderingen. 9. Overige opbrengsten Hieronder zijn de baten en lasten verantwoord die naar hun aard niet kunnen worden gerubriceerd onder een van de andere categorieën baten. Kosten 10. Kosten beheer De beheerder ontvangt op de laatste dag van elke maand een vergoeding voor beheer van 0,146% per maand. Deze vergoeding is berekend over het per die datum overeenkomstig artikel 3 van het reglement van beheer en bewaring vastgestelde vermogen. Bedoelde vergoeding wordt verhoogd met de daarover eventueel wettelijk verschuldigde belastingen en wordt ten laste van het fonds gebracht. Over het bedrag van de participaties van het Subfonds in Finles Lotus Fonds wordt door de beheerder geen beheervergoeding in rekening gebracht. Over het bedrag van de participaties in het Finles Multi Strategy Hedge Fund ontvangt de beheerder geen beheerfee en performance fee. Het deel van de performance fee wordt rechtstreeks ten gunste van het Subfonds gebracht. Hierdoor worden geen dubbele beheerfees in rekening gebracht. Overigens ontvingen de bestuurders geen bezoldiging van het subfonds. 11. Kosten administratie Tot en met 30 september werd door ITS B.V. voor het voeren van de administratie een vast bedrag van EUR 17.600 per jaar in rekening gebracht, alsmede 0,16% per jaar van het fondsvermogen (geen BTW van toepassing). Vanaf 1 oktober 2012 wordt de administratie gevoerd door TMF FundAdministrators B.V. en wordt een vast bedrag van EUR 82.000 per jaar in rekening gebracht (geen BTW van toepassing) voor het Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen. Hiervan wordt een derde gealloceerd aan het Subfonds Finles Collectief Beheer I.L en twee derde aan het Subfonds Finles Collectief Beheer. 12. Kosten bewaargeving Hieronder worden verantwoord de kosten van de bewaarder in de zin van de Wft, in casu Kas Trust Bewaarder Finles Collectief Beheer Fonds B.V. De kosten van bewaargeving bedragen 0,035% per jaar van het fondsvermogen (excl. BTW). 13. Kosten toezicht Hieronder zijn verantwoord de kosten van toezichthoudende taken door de beheerder op de investment managers en administrators van de beleggingsfondsen waarin wordt belegd.
Pagina | 48
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2012
8 Toelichting op de jaarrekening TOELICHTING BIJ SPECIFIEKE POSTEN IN DE WINST- EN VERLIESREKENING
(VERVOLG) 14. Accountantskosten In het boekjaar en voorgaand boekjaar zijn de volgende bedragen aan accountantshonoraria ten laste van het resultaat gebracht: (bedragen in EUR 1.000) Controle van de jaarrekening Andere controlewerkzaamheden Fiscale advisering Andere niet-controlediensten Totaal
2012
2011
22 22
26 26
Bovenstaande honoraria betreffen de werkzaamheden die bij de beleggingsinstelling zijn uitgevoerd door accountantsorganisaties en externe accountants zoals bedoeld in artikel 1, lid 1 Wta (Wet toezicht accountantsorganisaties). 15. Kosten research Hieronder zijn verantwoord de reis- en verblijfkosten gemaakt door de beheerder die verband houden met onderzoek naar nieuwe beleggingen ten behoeve van het fonds. Overige De kosten van marketing, drukwerk en verzending, personeel, beleggingsadvies, vergaderingen, directievoering, participantenadministratie, contact met participanten, studiereizen, verzenden van jaarverslagen, opstellen en verzenden van nieuwsbrieven en dergelijke zijn ten laste van Finles N.V. als beheerder gebracht. Het Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen heeft geen personeel in dienst; het beheer wordt gevoerd door Finles N.V. te Utrecht. Vergelijking werkelijke kosten met kostenniveau zoals vermeld in het prospectus De vergelijking tussen de naar soort onderscheiden, volgens het prospectus te maken kosten en de daadwerkelijk gemaakte kosten laat het volgende beeld zien: (Bedragen in EUR) Kosten beheer Kosten administratie Bankkosten Kosten bewaargeving Kosten toezicht Kosten research Kosten DNB/AFM Accountantskosten Totaal
Kosten 276 54 3 7 53 33 3 22 451
Prospectus 373 50 16 7 116 34 10 606
Pagina | 49
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2012
8 Toelichting op de jaarrekening TOELICHTING BIJ SPECIFIEKE POSTEN IN DE WINST- EN VERLIESREKENING
(VERVOLG) Total Expense Ratio De kostenratio, ofwel de Total Expense Ratio wordt afgerond op twee decimalen en wordt berekend door de totale kosten te delen door de gemiddelde intrinsieke waarde van de beleggingsinstelling. 1. De gemiddelde intrinsieke waarde van de beleggingsinstelling is de som van de intrinsieke waarden gedeeld door het aantal waarnemingen. Hierbij wordt de som van de intrinsieke waarden gebaseerd op de cijfers per 31 december van het voorafgaande boekjaar, 31 maart, 30 juni, 30 september en 31 december van het onderhavige boekjaar of vergelijkbare data bij een afwijkend boekjaar. Het aantal waarnemingen is altijd vijf (tenzij sprake is van een verkort of verlengd boekjaar). De waarnemingen worden als gewogen gemiddelde beschouwd, waarbij de bedoelde tijdstippen worden gewogen in de verhouding 0,5:1:1:1:0,5. 2. Onder totale kosten worden begrepen alle kosten die in de verslagperiode ten laste van het resultaat worden gebracht. De kosten van beleggingstransacties en rentelasten worden buiten beschouwing gelaten, evenals de kosten verband houdend met het toe- en uittreden van deelnemers, voor zover deze gedekt worden uit de ontvangen op- en afslagen. Per 31 december is de Total Expense Ratio van het Fonds als volgt:
Gewogen gemiddeld vermogen (in EUR) Kosten ten laste van het vermogen (in EUR) Total Expense Ratio exclusief onderliggende fondsen:
2012
2011
21.295.373 451.040
26.574.917 560.378
2,12%
2,11%
Synthetische total expense ratio De synthetische total expense ratio geeft de kosten weer van de verschillende beleggingsinstellingen die zijn opgenomen in de portefeuille, gedeeld door de gemiddelde intrinsieke waarde van die beleggingsinstellingen. De kosten betreffen de totale exploitatiekosten inclusief de in- en uitstapkosten die door de onderliggende beleggingsinstelling (gewogen op basis van de relatieve omvang van de belegging) worden doorberekend. Doordat de samenstelling van de beleggingsportefeuille regelmatig wisselt en onderliggende fondsen veelal geen kostenratio bekendmaken is het niet mogelijk de synthetische total expense ratio te berekenen op basis van alle onderliggende beleggingsinstellingen en actuele gegevens waardoor de synthetische total expense ratio veelal gebaseerd op verouderde gegevens. De waarde van de synthetische total expense ratio is gebaseerd op 100% van de omvang van de beleggingen. De synthethische total expense ratio is op jaarbasis: 4,36% (total expense ratio onderliggende beleggingen) 2,12% (total expense ratio Subfonds Finles Collectief Beheer) = 6,48%.
Pagina | 50
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2012
8 Toelichting op de jaarrekening TOELICHTING BIJ SPECIFIEKE POSTEN IN DE WINST- EN VERLIESREKENING
(VERVOLG) Omloopfactor De omloopfactor geeft de verhouding weer tussen het totaal van de effectentransacties onder aftrek van de aanen verkopen van aandelen van het fonds en het gemiddeld vermogen gedurende het verslagjaar. De omloopfactor, ofwel Portfolio Turnover Rate geeft de omloopsnelheid van de activa weer en wordt als volgt berekend: [(Totaal 1 – Totaal 2) / X] * 100. Totaal 1: het totaal bedrag aan effectentransacties (effectenaankopen + effectenverkopen) van de beleggingsinstelling gedurende het jaar. Totaal 2: het totaal bedrag aan transacties (uitgifte + inkopen) van deelnemingsrechten van de beleggingsinstelling gedurende het jaar. X: de gemiddelde intrinsieke waarde van de beleggingsinstelling. Per 31 december, is de omloopfactor van het Fonds is als volg:
Omloopfactor
2012
2011
316,36%
96,98%
Pagina | 51
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2012
9 Jaarrekening 2012 van het Subfonds Finles Collectief Beheer I.L. BALANS PER 31 DECEMBER (bedragen in EUR 1.000 na resultaatbestemming)
2012
2011
1
5.778 5.778
8.728 8.728
2
108 108
486 486
1
848 848
1.142 1.142
6.734
10.356
6.691 11 6.702
10.307 8 10.315
32 32
9 32 41
6.734
10.356
ACTIVA Beleggingen Aandelen Vorderingen Vorderingen uit hoofde van effectentransacties
Liquide middelen
Totaal activa PASSIVA Fondsvermogen Vermogen Reserve waarderingsverschillen
3 4
Kortlopende schulden Te verrekenen transacties Overige schulden
5
Totaal passiva
Pagina | 52
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2012
9 Jaarrekening 2012 van het Subfonds Finles Collectief Beheer I.L. WINST-EN VERLIESREKENING (bedragen in EUR 1.000) Gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Aandelen Koers- en omrekenverschillen
6
Ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Aandelen 7 Overige opbrengsten Rente op liquide middelen
Totaal opbrengsten Kosten Kosten beheer Kosten administratie Kosten bewaargeving Kosten toezicht Accountantskosten Bankkosten Kosten DNB/AFM Totaal kosten Resultaat Verdeling van het resultaat Ten laste van het vermogen Naar reserve waarderingsverschillen
8 9 10 11 12
2012
2011
(195) (416) (611)
57 57
(1.447) (1.447)
(6.372) (6.372)
1 1
2 2
(2.057)
(6.313)
(155) (32) (2) (50) (13) (2) (2) (256)
(227) (41) (8) (2) (16) (2) (296)
(2.313)
(6.609)
(2.316) 3 (2.313)
(6.410) (199) (6.609)
Pagina | 53
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2012
9 Jaarrekening 2012 van het Subfonds Finles Collectief Beheer I.L. KASSTROOMOVERZICHT (bedragen in EUR 1.000)
2012
2011
(2.313)
(6.609)
1.308 195 1.863 378 (9) 3.735
(130) 803 6.315 87 (8) 7.067
(1.300) (1.300)
(140) (140)
122
318
Koers- en omrekenverschillen
(416)
57
Mutatie liquide middelen
(294)
375
Stand liquide middelen begin verslagperiode
1.142
767
848
1.142
Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Resultaat Aanpassing voor: Aankopen van beleggingen Verkopen van beleggingen Waardeveranderingen van beleggingen Ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Mutatie vorderingen Mutatie kortlopende schulden Totaal kasstroom uit beleggingsactiviteiten Kasstroom uit financieringsactiviteiten Teruggenomen participaties Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten Netto kasstroom
Stand liquide middelen einde verslagperiode
1
Pagina | 54
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2012
10 Toelichting op de jaarrekening TOELICHTING BIJ SPECIFIEKE POSTEN IN DE BALANS 1.1 BELEGGINGEN Mutatieoverzicht beleggingen (bedragen in EUR 1.000) Aandelen Per 1 januari Aankopen Verkopen Waardeveranderingen van beleggingen Per 31 december
2012
2011
8.728 (1.308) (1.642)
15.773 (673) (6.372)
5.778
8.728
Pagina | 55
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2012
10 Toelichting op de jaarrekening TOELICHTING BIJ SPECIFIEKE POSTEN IN DE BALANS (VERVOLG) 1.2 BELEGGINGSPORTEFEUILLE PER 31 DECEMBER 2012 (bedragen in EUR) Beleggingsfondsen Aarkad Plc., Class USD ADF SPV AGSSF Holding Ltd., SRV Common Shares FF AJW Offshore Ltd., Class B, Series 0103 Attica Alternative Alpha Fund Ltd. Cl A CPIM Structured Credit Fund 20 Inc. Cl A Denholm Hall Russian ARbitrage Fund Ltd.,Cl B Gerova Financial Group Ltd., Common Shar L&C German Real Estate Fund Class I EUR Lake Offshore Alt. Fin. Asset Fund II Co Madison Realty Cap. II Cl.A S1 + Distr Marathon Special Opp. Fund, Side Pock 10 Medley Opportunity Fund CL.C1-A1 Medley Opportunity Fund Ltd S-1 Mercurius International Fund Ltd. EUR Co New Stream Secured Capital Ltd., Cl T-1 Quantek Opportunity Fund Ltd. Class A-8 RP Explorer Fund Ltd. Veste Global Excl., Common Shares Waterfall Eden Fund Ltd., Designated B YA Offshore Fund Ltd., SPV 309 YA Offshore Fund Ltd., SPV 610
Aantal
Bedrag EUR
% van totaal
5.017.639 1.162 329 65.249 1 1.867 37.771 150.838 3.130 1 256 7 1.255 673 19.099 1 428 471 4 35 14.279 16.299
653 30 48 43 825 1.710 687 54 617 399 139 36 17 242 278
9,86 0,45 0,72 0,64 12,45 25,81 10,37 0,82 9,31 6,02 2,10 0,54 0,26 3,66 4,19
5.778
87,20
848
12,80
6.626
100,00
Totaal beleggingsfondsen Liquide middelen Total beleggingen (incl. liquide middelen)
De beleggingen zijn in open bewaargeving bij de Kas Bank N.V. Beleggingen die zich niet lenen voor open bewaargeving staan ten name van de gezamenlijke participanten in eigendom geregistreerd.De beleggingen per 31 december 2012 luiden in de volgende valuta’s (uitgedrukt in euro’s): (bedragen in EUR 1.000)
2012 Boekwaarde
%
2011 Boekwaarde
%
EUR USD
1.710 4.068
30% 70%
2.091 6.637
24% 76%
Totaal
5.778
100%
8.728
100%
Pagina | 56
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2012
10 Toelichting op de jaarrekening TOELICHTING BIJ SPECIFIEKE POSTEN IN DE BALANS (VERVOLG) 1.3 METHODIEK BEPALING MARKTWAARDE Onderstaand volgt een toelichting op de waardering van de materiele posities in de beleggingsportefeuille waarvoor geen Bloomberg registratie of NAV statement beschikbaar is of waaruit onzekerheid blijkt uit beoordeling van onderliggende jaarrekening. 1. 2.
3.
4.
Methode A: Bloomberg: Als een onderliggende belegging is geregistreerd op Bloomberg dan wordt deze waardering gehanteerd. Methode B: Statements verstrekt door de administrator van het fonds/onderliggende waarde. De administrateur verstrekt maandelijks een statement van de holding. Dit statement wordt door TMF gehanteerd als input voor de bepaling van de NAV van het FCBF. Meestentijds worden deze statements binnen 30 dagen na afloop van de maand ontvangen. Methode C: Indien geen Bloomberg registratie en statements beschikbaar zijn worden schattingen van de NAV van de onderliggende waarden, ontvangen van de beheerder van het fonds, gehanteerd. Zodra een statement wordt ontvangen wordt deze vergeleken met de eerder ontvangen schatting. Indien er een materiële afwijking is van de NAV van FCBF wordt de NAV van FCBF aangepast. Methode D: Dit betreft een specifieke waarderingsprocedure en vigeert voor specifieke onderliggende waarden.
Voor meer informatie over de waardering, de ontwikkelingen en de onzekerheden op de beleggingen in het Subfonds Finles Collectief Beheer I.L. verwijzen wij u naar paragraaf 4.2 van het verslag van de beheerder De beleggingen bestaan uit 100% (2011: 100%) illiquide beleggingen. De liquide middelen zijn direct opeisbaar. 2. Vorderingen uit hoofde van effectentransacties Op 31 december 2012 bedragen de vorderingen uit hoofde van effectentransacties EUR 108 duizend (2011: EUR 486 duizend). Deze vorderingen hebben betrekking op beleggingen die nog niet zijn verrekend op balansdatum. Het grootste gedeelte van de vordering heeft betrekking op een investering genaamd Trafalgar Fund die reeds verkocht is. In 2011 stond deze vordering reeds op de balans echter is gedurende 2012 de vordering voor 80% afgeschreven. 3.Verloop fondsvermogen (bedragen in EUR 1.000) Stand per 1 januari Bij: Plaatsing van participaties
Af: Terugname van participaties Resultaat ten laste van het vermogen
Stand per 31 december
2012
2011
10.307
16.857
10.307
16.857
1.300 2.316 3.616
140 6.410 6.550
6.691
10.307
Pagina | 57
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2012
10 Toelichting op de jaarrekening TOELICHTING BIJ SPECIFIEKE POSTEN IN DE BALANS (VERVOLG) 4. Verloop reserve waarderingsverschillen (bedragen in EUR 1.000) Stand per 1 januari Af: Overboeking naar vermogen
Stand per 31 december
2012
2011
8
207
3 3
(199) (199)
11
8
2012
2011
10 5 13 4 32
17 3 9 3 32
5. Overige schulden (bedragen in EUR 1.000)
Te betalen beheervergoeding Te betalen administratievergoeding Te betalen accountantskosten Overige schulden Totaal
Pagina | 58
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2012
10 Toelichting op de jaarrekening TOELICHTING BIJ SPECIFIEKE POSTEN IN DE WINST- EN VERLIESREKENING 6. Waardeveranderingen van beleggingen De beleggingen worden tegen marktwaarde op de balans opgenomen. Het verschil tussen de marktwaarde aan het begin van het jaar en de marktwaarde aan het eind van het jaar dan wel de verkoopprijs c.q. aflossing vormt de post waardeveranderingen. 7. Ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Hieronder wordt verantwoord de waardeveranderingen van illiquide beleggingen welke ultimo boekjaar nog in portefeuille zijn en derhalve niet zijn gerealiseerd. Kosten 8. Kosten beheer De beheerder ontvangt op de laatste dag van elke maand een vergoeding voor beheer van 0,146% per maand. Deze vergoeding is berekend over het per die datum overeenkomstig artikel 3 van het reglement van beheer en bewaring vastgestelde vermogen. Bedoelde vergoeding wordt verhoogd met de daarover eventueel wettelijk verschuldigde belastingen en wordt ten laste van het fonds gebracht. Overigens ontvingen de bestuurders geen bezoldiging uit het fonds. 9. Kosten administratie Tot en met 30 september werd door ITS B.V. voor het voeren van de administratie een vast bedrag van EUR 17.600 in rekening gebracht, alsmede 0,16% per jaar van het fondsvermogen (geen BTW van toepassing). Vanaf 1 oktober 2012 wordt de administratie gevoerd door TMF FundAdministrators B.V. en wordt een vast bedrag van EUR 82.000 per jaar in rekening gebracht (geen BTW van toepassing) voor het Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen. Hiervan wordt een derde gealloceerd aan het Subfonds Finles Collectief Beheer I.L en twee derde aan het Subfonds Finles Collectief Beheer. 10. Kosten bewaargeving Hieronder worden verantwoord de kosten van de bewaarder in de zin van de Wft, in casu Kas Trust Bewaarder Finles Collectief Beheer Fonds B.V. De kosten van bewaargeving bedragen 0,035% per jaar van het fondsvermogen (excl. BTW). 11. Kosten toezicht Hieronder zijn verantwoord de kosten van toezichthoudende taken door de beheerder op de investment managers en administrators van de beleggingsfondsen waarin wordt belegd. 12. Accountantskosten In het boekjaar en voorgaand boekjaar zijn de volgende bedragen aan accountantshonoraria ten laste van het resultaat gebracht: (bedragen in EUR 1.000) Controle van de jaarrekening Andere controlewerkzaamheden Fiscale advisering Andere niet-controlediensten Totaal
2012
2011
13 13
16 16
Bovenstaande honoraria betreffen de werkzaamheden die bij de beleggingsinstelling zijn uitgevoerd door accountantsorganisaties en externe accountants zoals bedoeld in artikel 1, lid 1 Wta (Wet toezicht accountantsorganisaties).
Pagina | 59
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2012
10 Toelichting op de jaarrekening TOELICHTING BIJ SPECIFIEKE POSTEN IN DE WINST- EN VERLIESREKENING
(VERVOLG) Overige De kosten van marketing, drukwerk en verzending, personeel, beleggingsadvies, vergaderingen, directievoering, participantenadministratie, contact met participanten, studiereizen, verzenden van jaarverslagen, opstellen en verzenden van nieuwsbrieven en dergelijke zijn ten laste van Finles N.V. als beheerder gebracht. Het Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen heeft geen personeel in dienst; het beheer wordt gevoerd door Finles N.V. te Utrecht. Vergelijking werkelijke kosten met kostenniveau zoals vermeld in het prospectus De vergelijking tussen de naar soort onderscheiden, volgens het prospectus te maken kosten en de daadwerkelijk gemaakte kosten laat het volgende beeld zien: (Bedragen in EUR) Kosten beheer Kosten administratie Bankkosten Kosten bewaargeving Kosten toezicht Kosten DNB/AFM Accountantskosten Totaal
Kosten
Prospectus
155 32 2 2 50 2 13 256
153 29 3 45 3 10 243
Total Expense Ratio De kostenratio, ofwel de Total Expense Ratio wordt afgerond op twee decimalen en wordt berekend door de totale kosten te delen door de gemiddelde intrinsieke waarde van de beleggingsinstelling. 1. De gemiddelde intrinsieke waarde van de beleggingsinstelling is de som van de intrinsieke waarden gedeeld door het aantal waarnemingen. Hierbij wordt de som van de intrinsieke waarden gebaseerd op de cijfers per 31 december van het voorafgaande boekjaar, 31 maart, 30 juni, 30 september en 31 december van het onderhavige boekjaar of vergelijkbare data bij een afwijkend boekjaar. Het aantal waarnemingen is altijd vijf (tenzij sprake is van een verkort of verlengd boekjaar). De waarnemingen worden als gewogen gemiddelde beschouwd, waarbij de bedoelde tijdstippen worden gewogen in de verhouding 0,5:1:1:1:0,5. 2. Onder totale kosten worden begrepen alle kosten die in de verslagperiode ten laste van het resultaat worden gebracht. De kosten van beleggingstransacties en rentelasten worden buiten beschouwing gelaten, evenals de kosten verband houdend met het toe- en uittreden van deelnemers, voor zover deze gedekt worden uit de ontvangen op- en afslagen. Per 31 december, is de Total Expense Ratio van het Fonds als volgt: Gewogen gemiddeld vermogen (in EUR) Kosten ten laste van het vermogen (in EUR) Total Expense Ratio exclusief onderliggende fondsen:
2012
2011
8.737.170 256.334
12.875.970 296.231
2,93%
2,30%
Pagina | 60
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2012
10 Toelichting op de jaarrekening TOELICHTING BIJ SPECIFIEKE POSTEN IN DE WINST- EN VERLIESREKENING
(VERVOLG) Synthetische total expense ratio De synthetische total expense ratio geeft de kosten weer van de verschillende beleggingsinstellingen die zijn opgenomen in de Finles Collectief Beheer Fonds portefeuille, gedeeld door de gemiddelde intrinsieke waarde van die beleggingsinstellingen. Doordat de samenstelling van de beleggingsportefeuille regelmatig wisselt en onderliggende fondsen veelal geen kostenratio bekendmaken is het niet mogelijk de synthetische total expense ratio te berekenen op basis van alle onderliggende beleggingsinstellingen en actuele gegevens waardoor de synthetische total expense ratio veelal gebaseerd op verouderde gegevens. De waarde van de synthetische total expense ratio is gebaseerd op 90% van de omvang van de beleggingen. De synthethische total expense ratio is op jaarbasis: 2,67% (total expense ratio onderliggende beleggingen) 2,93% (total expense ratio Finles Collectief Beheer Fonds I.L.) = 5,60%. Omloopfactor De omloopfactor geeft de verhouding weer tussen het totaal van de effectentransacties onder aftrek van de aanen verkopen van aandelen van het fonds en het gemiddeld vermogen gedurende het verslagjaar. De omloopfactor, ofwel Portfolio Turnover Rate geeft de omloopsnelheid van de activa weer en wordt als volgt berekend: [(Totaal 1 – Totaal 2) / X] * 100. Totaal 1: het totaal bedrag aan effectentransacties (effectenaankopen + effectenverkopen) van de beleggingsinstelling gedurende het jaar. Totaal 2: het totaal bedrag aan transacties (uitgifte + inkopen) van deelnemingsrechten van de beleggingsinstelling gedurende het jaar. X: de gemiddelde intrinsieke waarde van de beleggingsinstelling. Per 31 december, is de omloopfactor van het Fonds als volgt:
Omloopfactor
2012
2011
0,09
6,17
Pagina | 61
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2012
10 Toelichting op de jaarrekening OVERIGE TOELICHTINGEN Personeel Het Fonds heeft geen werknemers in dienst. Informatieverstrekking Dit jaarverslag, het prospectus en de Essentiële Beleggersinformatie van het Fonds zijn kosteloos verkrijgbaar bij de Beheerder of kosteloos te downloaden van de website van de Beheerder: www.finlescapitalmanagement.nl Goedkeuring van de jaarrekening De Beheerder heeft op 29 april 2013 toestemming gegeven voor de openbaarmaking van de jaarrekening. In- en uittredingskosten Voor deelneming in de subfondsen worden geen kosten in rekening gebracht. Bij gehele of gedeeltelijke uittreding bedragen de eenmalige kosten 0,5% van de opgenomen bedragen. Deze kosten van uittreding komen ten laste van de betreffende individuele participant en komen ten gunste van de Beheerder. Verbonden partijen Finles N.V. te Utrecht, postbus 2600, 3500 GP Utrecht, is als Beheerder verbonden aan de Finles Beleggingsfondsen. Het Subfonds Finles Collectief Beheer belegt in de hierna volgende Finles Fondsen:
Finles Lotus Fonds: 46,91% Finles Multi Strategy Hedge Fund: 69,09%
Pagina | 62
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2012
11 Overige gegevens UITKERINGSBELEID Gerealiseerde koerswinsten worden niet uitgekeerd, maar via het resultaat aan het fondsvermogen toegevoegd. Gerealiseerde koersverliezen worden ten laste van het resultaat en dientengevolge ten laste van het fondsvermogen gebracht. De opbrengsten die in de vorm van rente en dividend worden verkregen worden via het resultaat van het fonds toegevoegd aan het fondsvermogen. Er vindt derhalve geen uitkering plaats aan participanten.
GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUM Na balansdatum hebben zich geen belangrijke gebeurtenissen voorgedaan die van invloed zouden kunnen zijn op het inzicht in de jaarrekening.
BELANGEN VAN BESTUURDERS EN BEHEERDER De bestuurders en de Beheerder hadden per 31 december 2012 geen belang in (de beleggingen van) het Subfonds Finles Collectief Beheer als bedoeld in artikel 122 lid 2 Bgfo Wft (2011: geen).
MEDEDELING VAN BELANGEN VAN GROTE BELEGGERS Legal & General heeft een belang van 32,82% (2011: 32,82%) in het Subfonds Finles Collectief Beheer en een belang van 22,75% (2011: 22,75% ) in het Subfonds Finles Collectief Beheer I.L.
Pagina | 63
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2012
11 Overige gegevens CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit verslag opgenomen jaarrekening 2012 van Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen te Utrecht gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2012 en de winst-enverliesrekening over 2012 en de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van de directie De directie van het fonds is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW) en met de Wet op het financieel toezicht, alsmede voor het opstellen van het directieverslag in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. De directie is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als de directie noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van het fonds. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door de directie van het fonds gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Paraplufonds Finles beleggingsfondsen per 31 december 2012 en van het resultaat over 2012 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW) en met de Wet op het financieel toezicht.
PricewaterhouseCoopers Accountants N.V., Fascinatio Boulevard 350, 3065 WB Rotterdam, Postbus 8800, 3009 AV Rotterdam T: 088 792 00 10, F: 088 792 95 33, www.pwc.nl FvG-e0288530u-av ‘PwC’ is het merk waaronder PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. (KvK 34180285), PricewaterhouseCoopers Belastingadviseurs N.V. (KvK 34180284), PricewaterhouseCoopers Advisory N.V. (KvK 34180287), PricewaterhouseCoopers Compliance Services B.V. (KvK 51414406), PricewaterhouseCoopers Pensions, Actuarial & Insurance Services B.V. (KvK 54226368), PricewaterhouseCoopers B.V. (KvK 34180289) en andere vennootschappen handelen en diensten verlenen. Op deze diensten zijn algemene voorwaarden van toepassing, waarin onder meer aansprakelijkheidsvoorwaarden zijn opgenomen. Op leveringen aan deze vennootschappen zijn algemene inkoopvoorwaarden van toepassing. Op www.pwc.nl treft u meer informatie over deze vennootschappen, waaronder deze algemene (inkoop)voorwaarden die ook zijn gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te Amsterdam.
Pagina | 64
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2012
11 Overige gegevens CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT (VERVOLG) Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het directieverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de in artikel 2:392 lid 1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het directieverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW.
Rotterdam, 29 april 2013 PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. Origineel getekend door drs. F.J. van Groenestein RA
PricewaterhouseCoopers Accountants N.V., Fascinatio Boulevard 350, 3065 WB Rotterdam, Postbus 8800, 3009 AV Rotterdam T: 088 792 00 10, F: 088 792 95 33, www.pwc.nl FvG-e0288530u-av ‘PwC’ is het merk waaronder PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. (KvK 34180285), PricewaterhouseCoopers Belastingadviseurs N.V. (KvK 34180284), PricewaterhouseCoopers Advisory N.V. (KvK 34180287), PricewaterhouseCoopers Compliance Services B.V. (KvK 51414406), PricewaterhouseCoopers Pensions, Actuarial & Insurance Services B.V. (KvK 54226368), PricewaterhouseCoopers B.V. (KvK 34180289) en andere vennootschappen handelen en diensten verlenen. Op deze diensten zijn algemene voorwaarden van toepassing, waarin onder meer aansprakelijkheidsvoorwaarden zijn opgenomen. Op leveringen aan deze vennootschappen zijn algemene inkoopvoorwaarden van toepassing. Op www.pwc.nl treft u meer informatie over deze vennootschappen, waaronder deze algemene (inkoop)voorwaarden die ook zijn gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te Amsterdam.
Pagina | 65