O&E Paraplufonds JAARVERSLAG 2013
Inhoudsopgave
I.
DEFINITIES
4
II.
VERSLAG VAN DE BEHEERDER OVER HET BOEKJAAR 2013
6
1
Profiel
6
2
Beheerdersverslag Oyens & Van Eeghen Beheer B.V.
9
2.1 2.2 2.3
Beleggingsomgeving Financiële informatie Beheer van Strategies
9 10 11
2.3.1 2.3.2 2.3.3 2.3.4 2.3.5 2.3.6
O&E FIXED INCOME STRATEGY I O&E FIXED INCOME STRATEGY II O&E FIXED INCOME STRATEGY III O&E GLOBAL EQUITY STRATEGY O&E COMMODITY STRATEGY O&E HEDGE FUND STRATEGY
12 13 14 15 16 17
2.3
In Control Statement
18
III.
JAARREKENING 2013 O&E PARAPLUFONDS
19
1
O&E PARAPLUFONDS
19
1.1 1.2 1.3 1.4
Balans per 31 december 2013 Winst- en verliesrekening over 2013 Kasstroomoverzicht over 2013 Toelichting op de jaarrekening 2013
20 21 22 23
1.4.1 1.4.2 1.4.3 1.4.4 1.4.5 1.4.6
Algemeen Grondslagen voor waardering van activa en passiva Grondslagen voor bepaling van het resultaat Risicobeheer en financiële instrumenten Toelichting op de balans per 31 december 2013 Toelichting op de winst- en verliesrekening over 2013
23 24 27 28 32 39
2
O&E FIXED INCOME STRATEGY I
43
2.1 2.2 2.3 2.4
Balans per 31 december 2013 Winst- en verliesrekening over 2013 Toelichting op de balans per 31 december 2013 Toelichting op de winst- en verliesrekening over 2013
44 45 46 47
3
O&E FIXED INCOME STRATEGY II
48
3.1 3.2 3.3 3.4
Balans per 31 december 2013 Winst- en verliesrekening over 2013 Toelichting op de balans per 31 december 2013 Toelichting op de winst- en verliesrekening over 2013
49 50 51 52
4
O&E FIXED INCOME STRATEGY III
53
4.1 4.2 4.3 4.4
Balans per 31 december 2013 Winst- en verliesrekening over 2013 Toelichting op de balans per 31 december 2013 Toelichting op de winst- en verliesrekening over 2013
54 55 56 56
5
O&E GLOBAL EQUITY STRATEGY
57
5.1 5.2 5.3
Balans per 31 december 2013 Winst- en verliesrekening over 2013 Toelichting op de balans per 31 december 2013
58 59 60
Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds
2
2
5.4
Toelichting op de winst- en verliesrekening over 2013
60
6
O&E COMMODITY STRATEGY
61
6.1 6.2 6.3 6.4
Balans per 31 december 2013 Winst- en verliesrekening over 2013 Toelichting op de balans per 31 december 2013 Toelichting op de winst- verliesrekening over 2013
62 63 64 65
7
O&E HEDGE FUND STRATEGY
66
7.1 7.2 7.3 7.4
Balans per 31 december 2013 Winst- en verliesrekening over 2013 Toelichting op de balans per 31 december 2013 Toelichting op de winst- en verliesrekening over 2013
67 68 69 70
IV.
OVERIGE GEGEVENS
71
1
Voorstel resultaatbestemming
71
2
Gebeurtenissen na balansdatum
71
3
CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT
72
3
Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds
3
I.
DEFINITIES
Accountant:
Onafhankelijke accountant PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. Thomas R. Malthusstraat 5 1066 JR, Amsterdam
Administrateur:
KAS BANK N.V. Spuistraat 172, 1012 VT Amsterdam
AFM:
Stichting Autoriteit Financiële Markten Vijzelgracht 50, 1017 HS Amsterdam
Beheerder:
Oyens & Van Eeghen Beheer B.V. Zuidplein 124, 1077 XV Amsterdam
Bewaarder:
Kas-Trust Bewaarder O&E Paraplufonds B.V. Spuistraat 172, 1012 VT Amsterdam
BGfo:
Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft
DNB:
De Nederlandsche Bank N.V. Westeinde 1, 1017 ZN Amsterdam
Fiscaal adviseur:
KPMG Meijburg & Co, Belastingadviseurs Laan van Langerhuize 9, 1186 DS Amstelveen
Fonds:
het vermogen onder de naam O&E ParapluFonds, waarin ter collectieve belegging effecten, gelden of andere goederen zijn of worden opgenomen, onderverdeeld in meerdere Strategies (subfondsen) teneinde de Participanten in de opbrengst daarvan te doen delen
NAV:
de intrinsieke waarde (de “Net Asset Value”) van een Participatie of van een Strategy vastgesteld conform het Prospectus
Oversight Entity:
FM&I B.V. Monnikevenne 38, 1141 RL Monnickendam
De Beheerder past een aantal principes toe ter waarborging van een integere uitoefening van het bedrijf en een zorgvuldige dienstverlening (als bedoeld in de artikelen 4:11, 4:14 en 4:25 van de Wft). Deze principes zijn vooral gericht op de bescherming van de belangen van de Participanten en het zoveel mogelijk beperken van belangenconflicten. Op de naleving van de hierop gebaseerde regels en procedures (de “Principles of Fund Governance”) wordt toezicht gehouden door FM&I B.V., een van de Beheerder onafhankelijke partij (de “Oversight Entity”). Oyens & Van Eeghen N.V.:
Oyens & Van Eeghen N.V. Zuidplein 124, 1077 XV Amsterdam
Participanten:
de economisch deelgerechtigden tot één of meer Strategies
Participaties:
de evenredige aanspraken van Participanten in één of meer Strategies
Strategy:
een apart geadministreerd gedeelte van het vermogen van het Fonds (subfonds)
Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds
4
4
Transactiedag:
(1) een Werkdag waarop uitgifte of inkoop van Participatiesin een Strategy plaats kan vinden conform hetgeen bij Uitgifte en inkoop is bepaald in het betreffende Strategy prospectus (2) een Niet-reguliere Transactiedag
Voorwaarden:
de voorwaarden van beheer en bewaring zoals opgenomen in het O&E Paraplufonds prospectus en in de bijlage bij de overeenkomst van beheer en bewaring afgesloten tussen Bewaarder en Beheerder
Wft:
Wet op het financieel toezicht (zoals van tijd tot tijd gewijzigd)
Het prospectus van het O&E Paraplufonds en de Essentiële Beleggersinformatie staan op de website www.oeplu.com.
5
Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds
5
II.
VERSLAG VAN DE BEHEERDER OVER HET BOEKJAAR 2013
1 Profiel Algemeen Oyens & Van Eeghen N.V. te Amsterdam heeft voor haar vermogensbeheer propositie gekozen voor een paraplufonds-structuur, waarin cliënten kunnen participeren. Het O&E Paraplufonds (“Fonds”) is voor onbepaalde tijd opgericht op 5 april 2012 en is gevestigd te Amsterdam. De Beheerder van het Fonds is Oyens & van Eeghen Beheer B.V. een 100% dochter van Oyens & van Eeghen N.V. Vanwege deze structuur kunnen cliënten gebruik maken van kostenefficiëntie door pooling van o.a. oprichtingskosten, bewaarloon, transactie- en administratiekosten. Fonds voor gemene rekening Het O&E Paraplufonds is een fonds voor gemene rekening. Het is geen rechtspersoon, maar een overeenkomst tussen de Beheerder, de Bewaarder en elk van de Participanten. Op grond van die overeenkomst worden door de Beheerder voor rekening en risico van de Participanten gelden belegd in vermogenswaarden die op naam van de Bewaarder voor de Participanten worden bewaard. De Participanten in een Strategy zijn naar rato van het aantal door hen gehouden Participaties gerechtigd tot het vermogen van die Strategy. De overeenkomst tussen de Beheerder, de Bewaarder en elk van de Participanten vormt geen maatschap, vennootschap onder firma of commanditaire vennootschap en creëert ook anderszins geen overeenkomst tussen de Participanten onderling. De verplichting van een Participant om te betalen voor uit te geven Participaties is uitsluitend een verbintenis ten opzichte van de Bewaarder. Deze verplichting is geen inbreng of verbintenis tot inbreng. De Participaties scheppen uitsluitend rechten en verplichtingen van de Participanten ten opzichte van de Beheerder en de Bewaarder en niet ook tussen Participanten onderling. Paraplustructuur Het Fonds is opgezet volgens een zogenaamde paraplustructuur. Dat wil zeggen dat het Fonds is onderverdeeld in meerdere Strategies (subfondsen) waarin afzonderlijk kan worden belegd. Voor iedere Strategy is een Strategy-prospectus opgesteld. Elke Strategy heeft een eigen beleggingsbeleid, risicoprofiel, beleggingsportefeuille, kostenstructuur en NAV. De toe- en uittredingsmogelijkheden kunnen per Strategy verschillen. Voor elke Strategy wordt een aparte administratie gevoerd. Participanten in een bepaalde Strategy zijn niet gerechtigd tot het vermogen van een andere Strategy. Strategies Het Fonds bestaat uit de volgende Strategies (subfondsen): O&E Fixed Income Strategy I O&E Fixed Income Strategy II O&E Fixed Income Strategy III O&E Global Equity Strategy O&E Commodity Strategy O&E Hedge Fund Strategy Niet beursgenoteerd Het Fonds is niet genoteerd op een effectenbeurs.
Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds
6 6
Open end Het Fonds kan Participaties inkopen en uitgeven. Het Fonds is verplicht om op verzoek op iedere transactiedag van een Strategy Participaties in die Strategy uit te geven of in te kopen tegen de NAV daarvan op die transactiedag, plus een opslag (ingeval van uitgifte) of minus een afslag (ingeval van inkoop), tenzij zich bijzondere omstandigheden voordoen. Beheerder Oyens & Van Eeghen Beheer B.V. (“Beheerder”) treedt op als de beheerder van het Fonds. De belangrijkste taken en bevoegdheden van de Beheerder zijn: het bepalen van het beleggingsbeleid; het (doen) voeren van de administratie van de Strategies; het juist en tijdig vaststellen van de NAV; het er zorg voor dragen dat het Fonds voldoet aan de toepasselijke wet- en regelgeving; het bewaken van het belang van de Participanten. De Beheerder kan de uitvoering van het beleggingsbeleid van een Strategy uitbesteden aan Oyens & Van Eeghen N.V. en/of één of meerdere andere vermogensbeheerders. Directie De directie van de Beheerder bestaat uit R. van Wechem, CFA, CAIA en drs. J.H.N. Hoogenraad . Wft-vergunning De Beheerder beschikt vanaf 6 juli 2012 over een vergunning als vereist uit hoofde van artikel 2:67 van de Wft (Wet op het financieel toezicht). Het Fonds en de Strategies vallen onder de werking van deze vergunning. Het fonds is ingeschreven in het register bedoeld in artikel 1:107 lid 1 van de Wet financieel toezicht. Bewaarder De bewaarder van het Fonds betreft Kas-Trust Bewaarder O&E Paraplufonds B.V. De belangrijkste taken en bevoegdheden van de Bewaarder zijn: het behartigen van de belangen van de Participanten; het ten behoeve van de Participanten fungeren als juridisch eigenaar van het vermogen van het Fonds; het controleren van de waardering en bestaan van beleggingen van het Fonds; het er op toezien dat het vermogen van het Fonds wordt beheerd in overeenstemming met wat daarover in het Prospectus en in de Voorwaarden is bepaald; het er op toezien dat de uitgaande geldstromen van het Fonds overeenkomen met daadwerkelijk gemaakte kosten, en dat uittredende Participanten een correcte vergoeding ontvangen; het controleren of toetredende Participanten het juiste aantal Participaties ontvangen. Indien de Bewaarder constateert dat niet conform het bepaalde in het Prospectus is gehandeld, kan de Bewaarder de Beheerder verzoeken de transactie op kostenneutrale basis voor de betreffende Strategy ongedaan te maken. De Bewaarder kan gebruik maken van de diensten van derden. Administrateur KAS BANK N.V. treedt op als administrateur van het Fonds. De Administrateur heeft, onder verantwoordelijkheid van de Beheerder, als belangrijkste taken: het voeren van de financiële- en beleggingsadministratie van de Strategies; het berekenen van de NAV van de Strategies; en het bijhouden van het participantenregister van de Strategies.
7
Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds 7
Participanten De Participanten in een Strategy zijn gezamenlijk (ieder naar rato van het aantal door hem gehouden Participaties) economisch gerechtigd tot het vermogen van die Strategy. Het door de Participanten bijeen gebrachte vermogen is bestemd ter collectieve belegging voor hun rekening en risico. Rechtsverhouding tussen Participanten, Beheerder en Bewaarder De rechtsverhouding tussen de Participanten, de Beheerder en de Bewaarder wordt beheerst door wat in het Prospectus (en in ieder relevant Strategy-prospectus) is opgenomen, en door het bepaalde in de Voorwaarden, die als Bijlage I zijn opgenomen in het Prospectus en daarvan een onlosmakelijk onderdeel vormen. Beperkte overdraagbaarheid Participaties Het Fonds heeft een besloten karakter: Participaties kunnen alleen worden verkocht aan het Fonds. Fiscaliteit Vanwege de beperkte overdraagbaarheid van Participaties wordt het Fonds voor de vennootschapsbelasting aangemerkt als “fiscaal transparant”. Daardoor is het niet belastingplichtig voor de Nederlandse vennootschapsbelasting. Risicobeheer Risicobeheer is een integraal onderdeel van het beleggingsproces. Dagelijks worden de belangrijkste risico’s gemonitord door de Beheerder. Met name wordt daarbij gekeken of de beleggingen zich nog binnen de vastgestelde kaders en beleggingsrichtlijnen begeven. Bij het realiseren van de beleggingsdoelstelling kan de beheerder gebruik maken van derivaten, zoals futures, forwards en opties en swaps. Voor een verdere beschrijving van de risico’s wordt verwezen naar de algemene toelichting op de jaarrekening (Hoofdstuk III paragraaf 1.4.4).
8
Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds 8
2
Beheerdersverslag Oyens & Van Eeghen Beheer B.V.
2.1 Beleggingsomgeving Algemeen Het jaar 2013 begon voortvarend, maar werd al gauw overschaduwd door negatieve politieke gebeurtenissen en tegenvallende economische cijfers uit Europa en opkomende markten. Desalniettemin waren financiële markten tot medio mei positief gestemd, gedreven door de enorme hoeveelheid liquiditeit die door de centrale banken in het financiële systeem werd gepompt. Gedurende mei werden markten echter negatief verrast door opmerkingen van de Amerikaanse centrale bank president Bernanke, die aangaf dat de bank haar steunprogramma’s vroegtijdig zou kunnen afbouwen als de Amerikaanse economie zou blijven aansterken. Zowel aandelen als vastrentende waarden reageerden hier sterk negatief op. Opmerkelijk waren de forse valuta depreciatie en de zwakke resultaten van beleggingen in opkomende markten. Deze regio had te kampen met kapitaaluitstroom als gevolg van zorgen over FED tapering, licht tegenvallende groei en sociale onrust in enkele landen. Wereldwijde aandelen wisten het jaar alsnog met een goed resultaat af te sluite terwijl veel vastrentende markten uiteindelijk een negatief resultaat lieten zien. Herstel ontwikkelde economieën onder aanvoering van VS, opkomende economieën blijven achter De wereldwijde economische groei trok in 2013 aan, aangevoerd door ontwikkelde landen. De VS nam het voortouw in het wereldwijde economische herstel. Mede door de grootschalige monetaire steunmaatregelen en flexibele economie toonde de Amerikaanse private sector veerkracht. Waar de economie gedurende de kredietcrisis in een negatieve spiraal terecht kwam, kwam deze in een zichzelf voedende positieve spiraal: banen namen toe, huizenprijzen stegen, vertrouwen en inkomens namen toe, bestedingen stegen en daardoor namen de investeringen en vacatures toe, hetgeen de groei voedde. Na zes kwartalen van krimp was er eindelijk weer groei in de Eurozone. De belangrijkste motor was opnieuw Duitsland, maar het grootste positieve momentum vond plaats in de Europese periferie. Het vertrouwen van ondernemers en consumenten in de eurozone steeg geleidelijk naar het hoogste niveau in een jaar. De betere prestaties van de Eurozone werden in grote mate gedragen door een forse afname van de bezuinigingen. Landen hebben meer tijd gekregen om hun begrotingstekort op orde te krijgen, waardoor er meer ruimte is voor groei. Hoewel de groei in opkomende markten nog altijd veel hoger is dan in ontwikkelde landen stelden de economische cijfers per saldo teleur. Opkomende economieën werden geraakt door kapitaalvlucht die een gevolg was van sociale onrusten (o.a. Turkije en Thailand), angst voor FED tapering en tegenvallende groei in China. Na het uitbreken van de kredietcrisis werd het voor China steeds moeilijker om het economische beleid, dat vooral op export en investeringen was gericht, in stand te houden. Ontwikkelde landen groeiden veel te traag om het exportmodel in stand te houden en de onstuimige groei in kredietverlening was vaak verstrekt aan inefficiënte en verliesgevende staatsbedrijven en geïnvesteerd in een opgeblazen huizenmarkt. Beleidsmakers zijn bang voor een kredietbubbel en proberen daarom de kredietgroei binnen de perken te houden. Chinese leiders geven prioriteit aan structurele hervormingen. De focus op hervormingen en het stimuleren van de consumentenbestedingen geeft tegenwind op de kortere termijn maar zal de groei op lange termijn wel stabieler en duurzamer houdbaar maken. Financiële markten en rendementen in 2013 Het jaar begon voortvarend op de financiële markten, maar werd al gauw overschaduwd door negatieve politieke gebeurtenissen en tegenvallende economische cijfers in Europa en opkomende markten. De risicobereidheid van beleggers nam in januari toe na signalen van economisch herstel en nadat er in de VS een politiek akkoord werd gesloten over het verlengen van belastingverlagingen voor huishoudens. Desalniettemin waren financiële markten tot medio mei positief gestemd, gedreven door de enorme hoeveelheid liquiditeit die door de centrale banken in het financiële systeem werd gepompt. In de VS kocht de FED maandelijks voor $85 mrd aan hypotheek- en staatsleningen. Daarnaast kondigde de Japanse centrale bank een radicale beleidswijziging aan. Aangezien de economie al vele jaren gebukt gaat onder Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds
9 9
deflatie, besloot de Bank of Japan de inflatie te stimuleren door ook massaal staatsobligaties op te kopen (ca. €60 mrd per maand). Tot aan mei behaalden vrijwel alle beleggingscategorieën positieve rendementen, maar risicovollere categorieën behaalden per saldo de hoogste rendementen. In de eerste vijf maanden was de zoektocht naar hogere rendementen, ofwel de ‘search for yield’, de belangrijkste aanjager voor financiële markten. Gedurende mei werden markten echter negatief verrast door opmerkingen van de Amerikaanse centrale bank president Bernanke, die aangaf dat de bank haar steunprogramma’s vroegtijdig zou kunnen afbouwen als de economie zou blijven aansterken. Zowel aandelen als vastrentende waarden reageerden hier sterk negatief op. Voor aandelen is 2013 uiteindelijk een goed jaar geworden. Aandelen werden gesteund door de aantrekkende economie, de gematigd positieve winstontwikkeling en de relatief aantrekkelijke waardering ten opzichte van vastrentende waarden. Vastrentende waarden hadden een moeilijk jaar. De rente steeg over een breed front wat een negatief effect had op obligatiekoersen. De daling in risicopremies voor kredietrisico zorgde voor een positief effect. Vastrentende waarden die vooral renterisico bieden, zoals Nederlandse staatsobligaties, lieten een negatief rendement zien terwijl obligatiemarkten met meer kredietrisico positieve rendementen behaalden. Opkomende markten werden getroffen door uitstroom van kapitaal, gedreven door de angst voor afbouw van de steun van de FED en de zwakkere groei in verschillende opkomende landen waaronder China. Dit raakte aandelen, obligaties en valuta in opkomende markten evenals grondstoffen, waarvan in veel gevallen zowel de productie als de consumptie plaatsvindt in opkomende economieën. Hedge funds waren na aandelen de best presterende beleggingscategorie in 2013. Hierbij waren Equity hedge strategieën de best presterende strategie in 2013 dankzij de netto blootstelling aan de veelal sterk positieve aandelenmarkten en de afgenomen correlatie tussen sectoren en individuele bedrijven waardoor veel waarde kon worden toegevoegd door bottom-up aandelenselectie. Vooruitzichten De wereldeconomie lijkt aan kracht te winnen. Het is waarschijnlijk dat het cyclische herstel in de volwassen economieën de wereldeconomie in een hogere groeiversnelling zal brengen, waarvan opkomende markten op den duur ook zullen profiteren. Niettemin zal het hersteltempo gematigd blijven, aangezien ontwikkelde economieën nog kampen met schuldafbouw en een aantal opkomende economieën in een transitiefase zitten naar een meer consumptie gedreven economie. Tevens is het herstel in Europa fragiel. Politieke ontwikkelingen kunnen het groeipad sterk beïnvloeden. De recente ontwikkelingen geven verdere steun aan onze portefeuillepositionering, waar wij onderwogen renterisico zijn en overwogen aandelenrisico. De defensieve kant van het beleggingsspectrum is nog steeds duur ondanks de recente rentestijging. De waardering van aandelen is opgelopen en is nu historisch gezien neutraal. Ten opzichte van vastrentende waarden zijn aandelen nog altijd gunstig geprijsd.
2.2 Financiële informatie De resultaten sinds de aanvang van het Fonds laten het volgende beeld zien:
( x 1.000 EUR)
2013
2012
2010/2011
Opbrengsten uit beleggingen Waardeveranderingen beleggingen Overige baten en lasten
1.953 8.736 (969)
1.725 8.340 (747)
2.178 314 (630)
Resultaat
9.720
9.318
1.862
Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds
10 10
Het resultaat 2010/2011 betreft het resultaat vanaf 1 mei 2010 van Oyens & Van Eeghen Fixed Income Pool I en vanaf 1 juni 2010 van Oyens & Van Eeghen Fixed Income Pool II. Beide fondsen voor gemene rekening zijn een voorloper van O&E Fixed Income Strategy I en II, welke sinds de start op 6 juli 2012 onderdeel uitmaken van het Fonds. Zo ook zijn de resultaten over de periode januari tot en met begin juli 2012 van beide pools toegerekend aan de beide Strategies en derhalve begrepen in het resulaat 2012 van het Fonds.
2.3 Beheer van Strategies De beleggingsomgeving en financiële informatie (paragraaf 2.1 en 2.2) geven achtergrondinformatie voor hierna omschreven doelstelling, beleggingsprofiel, beleggingsbeleid, beleggingsresultaat en vooruitzichten van de volgende Strategies: O&E Fixed Income Strategy I O&E Fixed Income Strategy II O&E Fixed Income Strategy III O&E Global Equity Strategy O&E Commodity Strategy O&E Hedge Fund Strategy
Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds
11 11
2.3.1 O&E FIXED INCOME STRATEGY I Doelstelling en beleggingsprofiel De doelstelling van de Fixed Income Strategy I is vermogensgroei op de langere termijn (5 tot 7 jaar), waarbij wordt nagestreefd een hoger resultaat te behalen dan op Nederlandse staatsobligaties. De Strategy belegt voornamelijk in obligaties in Euro die zijn uitgegeven door overheden van lidstaten van de Europese Economische Ruimte. Als benchmark wordt de EFFAS Bond Index Netherlands Govt All >1 Yr TR gehanteerd. De Strategy bestaat uit twee subfondsen die apart worden geadministreerd: Serie A (uitsluitend bestemd voor vermogensbeheer cliënten van Oyens & van Eeghen) en Serie B (bestemd voor niet-vermogensbeheer cliënten van Oyens & Van Eeghen). Het beleggingsbeleid is voor beide Series hetzelfde, het enige verschil is dat voor Serie A geen beheerfee verschuldigd is, wat leidt tot verschillende NAV’s en netto resultaten voor serie A en B. De beheerder voert een actief beleggingsbeleid en de samenstelling van de portefeuille wordt aangepast aan (verwachte) wijzigingen in rente, inflatie en risicopremies. Bij het beleggingsbeleid wordt rekening gehouden met macroeconomische ontwikkelingen in de wereld en de verwachte reactie daarop van monetaire en fiscale autoriteiten. De inzichten van de beheerder worden vertaald in duration beleid, yieldcurve positionering en landenallocatie, de belangrijkste factoren die van invloed zijn op het beleggingsresultaat. Beleggingsbeleid Gedurende de verslagperiode bleef de relatief lage rentegevoeligheid van de portefeuille gehandhaafd met een duration van rond de 2 à 3 jaar. Belangrijkste reden voor de relatief lage duration is dat bij de huidige historisch zeer lage renteniveaus het renterisico naar onze mening sterk asymmetrisch is. Door de lage rentegevoeligheid van de portefeuille is deze minder kwetsbaar voor een mogelijke rentestijging. De verlaging van de duration wordt in de portefeuille gerealiseerd door het verkopen van obligatiefutures op Duitse staatsobligaties. Gedurende het jaar is de duration geleidelijk aan licht verhoogd met het oog
Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds
op de gestegen kapitaalmarktrente. Daarnaast vonden tussentijds tactische aanpassingen plaats in de duration om in te spelen op kortere termijn rentebewegingen. In de landenverdeling werd de voorkeur gegeven aan de sterke eurozone landen: Duitsland, Nederland en Finland. Tevens was ruwweg 1/3 van de staatsobligatieportefeuille belegd in Duitse inflation linked bonds (ILB’s). Dit ter bescherming van de portefeuille tegen mogelijke inflatierisico’s, bijvoorbeeld als gevolg van het zeer expansieve monetaire beleid van centrale banken. Beleggingsresultaat Over de verslagperiode (1/1/2013 – 31/12/2013) daalde de intrinsieke waarde per participatie van de Fixed Income Strategy I van €110,59 naar €109,37 voor serie A en van naar van €110,31 naar €108,55 voor serie B. Hiermee kwam het beleggingsresultaat uit op -1,10% (serie A) en -1,60% (serie B). De performance van de benchmark van Nederlandse staatsobligaties bedroeg over deze periode -2,08%. De betere performance van de Strategy kan vooral worden toegeschreven aan de relatief lage rentegevoeligheid (duration) van de portefeuille in vergelijking met de benchmark. Hierdoor werd de Strategy minder sterk geraakt door de flinke stijging van de kapitaalmarktrente en de hiermee samenhangende daling van obligatiekoersen in 2013. Het fondsvermogen van Fixed income Strategy I (totaal van serie A en B) bedroeg ultimo december 2013 € 78,0 mln. Vooruitzichten Ondanks de gestegen kapitaalmarktrente is het verwachte rendement op staatsobligaties van de euro kernlanden laag. Met het oog op het asymmetrische renterisico blijven wij voorzichtig ten aanzien van de rentegevoeligheid van de portefeuille. Door de afgenomen risico’s van een escalatie van de Europese schuldencrisis en de verbetering in macroeconomische fundamentals van perifere eurozone landen kunnen kortlopende staatsobligaties van deze landen een aantrekkelijke aanvulling zijn in de portefeuille ter verhoging van het effectieve rendement.
12 12
2.3.2
O&E FIXED INCOME STRATEGY II
Doelstelling en beleggingsprofiel De O&E Fixed Income Strategy II belegt in een gespreide portefeuille van vastrentende beleggingsfondsen, met een focus op de hogere risicocategorieën, zoals bedrijfsobligaties, Emerging Market Debt en High Yield obligaties. Doel is op langere termijn (5 tot 7 jaar) een hoger resultaat te behalen dan wanneer belegd zou worden in Nederlandse staatsobligaties. Als benchmarkt wordt de EFFAS Bond Index Netherlands Govt All >1 Yr TR gehanteerd. De Beheerder zal een actief beleggingsbeleid voeren en de samenstelling van de portefeuille aanpassen aan (verwachte) wijzigingen in rente, inflatie en risicopremies. Bij het beleggingsbeleid wordt rekening gehouden met macro-economische ontwikkelingen in de wereld en de verwachte reactie daarop van monetaire en fiscale autoriteiten. De inzichten van de Beheerder worden vertaald in asset allocatiebeleid, duration beleid, valutabeleid en selectie van externe fondsmanagers, de belangrijkste factoren die van invloed zijn op het rendement. De O&E Fixed Income Strategy II zal beleggen in actief beheerde vastrentende beleggingsfondsen. Ook kan er belegd worden in passief beheerde vastrentende indexfondsen of ‘trackers’. Beleggingsbeleid Gedurende de verslagperiode bleef de relatief lage rentegevoeligheid van de portefeuille gehandhaafd met een duration van rond de 2 à 3 jaar. Door de lage rentegevoeligheid van de portefeuille is deze minder kwetsbaar voor een mogelijke rentestijging. De verlaging van de duration wordt in de portefeuille gerealiseerd door het verkopen van obligatiefutures op Duitse en Amerikaanse staatsobligaties. Gedurende het jaar is de duration geleidelijk aan licht verhoogd met het oog op de gestegen kapitaalmarktrente. Daarnaast vonden tussentijds tactische aanpassingen plaats in de duration om in te spelen op kortere termijn rentebewegingen. Met het oog op de laagrentende marktomgeving en de sterke ‘search for yield’ bleef onze voorkeur uitgaan naar kredietrisico
boven renterisico. De portefeuille werd daarom gekenmerkt door een brede spreiding over de diverse vastrentende asset klassen. In de loop van het jaar is het belang in opkomende markten (EMD) verlaagd ten gunste van High Yield obligaties. Daarnaast is tevens een belang opgebouwd in ‘absolute return’ credits ten laste van wereldwijde bedrijfsobligaties. Beleggingsresultaat Over de verslagperiode (1/1/2013 – 31/12/2013) daalde de intrinsieke waarde per participatie van de Fixed Income Strategy II van €113,82 naar €112,14, waarmee het beleggingsresultaat uitkwam op -1,47%. De performance van de benchmark van Nederlandse staatsobligaties bedroeg over deze periode -2,08%. Vooral de asset allocatie leverde een negatieve bijdrage aan de performance met name door de posities in EMD. Hiertegenover stond een positieve bijdrage van het durationbeleid. Door de relatief lage rentegevoeligheid werd de Strategy minder sterk geraakt door de flinke stijging van de kapitaalmarktrente en de hiermee samenhangende daling van obligatiekoersen in 2013. Het fondsvermogen van Fixed income Strategy II bedroeg ultimo december 2013 € 71,4 mln. Vooruitzichten Ondanks de rentestijging in 2013 zijn de renteniveaus nog steeds laag in historisch perspectief. Terwijl de geldmarktrente naar verwachting laag zal blijven door het aanhoudend stimulerende monetaire beleid van centrale banken, is er nog steeds een flink opwaarts risico voor de kapitaalmarktrente. Daarom zullen wij voorzichtig blijven ten aanzien van de rentegevoeligheid van de portefeuille. Vooruitkijkend naar 2014 geven wij in ons beleid de voorkeur aan kredietrisico boven renterisico. Kredietrisico van bedrijven is naar onze mening nog steeds aantrekkelijk geprijsd door de gezonde fundamentals en de ondersteunende technische factoren. Binnen de hoogrentende markten geven wij vooralsnog de voorkeur aan ‘High Yield’ boven obligaties van opkomende markten.
13
Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds 13
2.3.3
O&E FIXED INCOME STRATEGY III
Doelstelling en beleggingsprofiel De O&E Fixed Income Strategy III belegt in een gespreide portefeuille van vastrentende beleggingsfondsen, met een focus op de hogere risicocategorieën, zoals bedrijfsobligaties, Emerging Market Debt en High Yield obligaties. Doel is op langere termijn (5 tot 7 jaar) een hoger resultaat te behalen dan de benchmark. Als benchmark wordt de IBOXX Index Euro Corporates OA TR gehanteerd. De Beheerder zal een actief beleggingsbeleid voeren en de samenstelling van de portefeuille aanpassen aan (verwachte) wijzigingen in rente, inflatie en risicopremies. Bij het beleggingsbeleid wordt rekening gehouden met macro-economische ontwikkelingen in de wereld en de verwachte reactie daarop van monetaire en fiscale autoriteiten. De inzichten van de Beheerder worden vertaald in asset allocatiebeleid, duration beleid, valutabeleid en selectie van externe fondsmanagers, de belangrijkste factoren die van invloed zijn op het rendement. De O&E Fixed Income Strategy III zal beleggen in actief beheerde vastrentende beleggingsfondsen. Ook kan er belegd worden in passief beheerde vastrentende indexfondsen of ‘trackers’.
spreiding over de diverse vastrentende asset klassen. In het vierde kwartaal is het belang in opkomende markten (EMD) verlaagd ten gunste van High Yield obligaties. Daarnaast is tevens een belang opgebouwd in ‘absolute return’ credits ten laste van wereldwijde bedrijfsobligaties.
Beleggingsbeleid In het durationbeleid vond in april een belangrijke wijziging plaats: de duration werd verlaagd van 4,5 naar 2,5 jaar. Door de verlaging van de rentegevoeligheid werd de portefeuille minder kwetsbaar gemaakt voor een mogelijke rentestijging. De verlaging van de duration werd in de portefeuille gerealiseerd door het verkopen van obligatiefutures op Duitse en Amerikaanse staatsobligaties. Gedurende de rest van het jaar bleef de duration gehandhaafd rond 2,5 à 3 jaar. Wel vonden tussentijds tactische aanpassingen plaats om in te spelen op kortere termijn rentebewegingen. Met het oog op de laagrentende marktomgeving en de sterke ‘search for yield’ bleef onze voorkeur uitgaan naar kredietrisico boven renterisico. De portefeuille werd daarom gekenmerkt door een brede
Vooruitzichten Ondanks de rentestijging in 2013 zijn de renteniveaus nog steeds laag in historisch perspectief. Terwijl de geldmarktrente naar verwachting laag zal blijven door het aanhoudend stimulerende monetaire beleid van centrale banken, is er nog steeds een flink opwaarts risico voor de kapitaalmarktrente. Daarom zullen wij voorzichtig blijven ten aanzien van de rentegevoeligheid van de portefeuille. Vooruitkijkend naar 2014 geven wij in ons beleid de voorkeur aan kredietrisico boven renterisico. Kredietrisico van bedrijven is naar onze mening nog steeds aantrekkelijk geprijsd door de gezonde fundamentals en de ondersteunende technische factoren. Binnen de hoogrentende markten geven wij vooralsnog de voorkeur aan ‘High Yield’ boven obligaties van opkomende markten.
Beleggingsresultaat Over de verslagperiode (1/1/2013 – 31/12/2013) daalde de intrinsieke waarde per participatie van Fixed Income Strategy III van €103,31 naar €101,94, waarmee het beleggingsresultaat uitkwam op -1,33%. De performance bleef hiermee achter bij de benchmark van euro bedrijfsobligaties, waarvan het resultaat +2,24% bedroeg. De achterblijvende performance wordt vooral verklaard door de sterk negatieve bijdrage van de posities in EMD die in 2013 hard werden geraakt door de angst voor ‘Fed tapering’. Het durationbeleid droeg wel positief bij. Door de relatief lage rentegevoeligheid werd de Strategy minder sterk geraakt door de flinke stijging van de kapitaalmarktrente en de hiermee samenhangende daling van obligatiekoersen in 2013. Het fondsvermogen van Fixed income Strategy III bedroeg eind december 2013 € 81,8 mln.
14
Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds 14
2.3.4
O&E GLOBAL EQUITY STRATEGY
Doelstelling en beleggingsprofiel De O&E Global Equity Strategy heeft als doelstelling om met wereldwijd beleggen in aandelen op de middellange termijn (3-5 jaar) een hoger rendement te halen dan de MSCI AC World Net Total Return (USD-€ 50% hedged). De Beheerder belegt in een wereldwijd gespreide portefeuille van aandelen en hanteert daarbij een “core-satellite” benadering. De “core” bestaat uit indextrackers (passieve beleggingen), waarmee tegen lage kosten een efficiënte marktexposure wordt bereikt. De “satellite” bestaat uit actieve beleggingsfondsen van managers met een uitgesproken aanpak, die naar het oordeel van de Beheerder, een transparante, consistente en reproduceerbare beleggingsstrategie hebben en de potentie om bovengemiddelde rendementen te behalen. De Beheerder zal een actief beleid voeren, waarbij regioallocatie en manager selectie de belangrijkste bronnen van toegevoegde waarde zijn.
Beleggingsbeleid Gedurende de verslagperiode werd in de portefeuille ten opzichte van de benchmark (MSCI AC World Net Total Return USD-50% hedged) een onderwogen positie aangehouden in Noord-Amerika ten gunste van opkomende markten. Opkomende markten waren aantrekkelijker gewaardeerd dan Amerikaanse aandelen en hadden betere groeivooruitzichten. Begin 2013 had de portefeuille ook een lichte overweging in Europa. Deze overweging is in september teruggebracht tot de strategische weging ten gunste van de VS. In november is de overweging in de opkomende landen teruggebracht ten gunste van de VS. De waardering van opkomende markten is door de underperformance in 2013 nog aantrekkelijker geworden, echter gedurende de periode van afbouw van de monetaire steun in de VS, die nog enige tijd zal duren, verwachten wij dat de volatiliteit hoog blijft en dat opkomende markten en hun valuta verder onder druk kunnen komen. Met de afbouw van opkomende markten is er afscheid genomen van het fonds Carmignac Emergents. Het fonds bleek, ondanks zijn defensieve stijl, niet in staat haar referentie index te verslaan. De portefeuilleconstructie van de manager verliep niet zoals wij aan de hand van hun beleggingsfilosofie hadden verwacht. Per saldo heeft de portefeuille gedurende de verslagperiode geen specifieke stijl tilt gehad.
Beleggingsresultaat In 2013 steeg de intrinsieke waarde van de Global Equity Strategy van €101,27 naar €117,63 per participatie op jaarultimo, waarmee het beleggingsresultaat uitkwam op +16,16%. De performance van de benchmark (MSCI AC World Net Total Return USD-50% hedged) bedroeg over deze periode +18,66%. De regioallocatie heeft een negatieve bijdrage geleverd aan de performance door de overweging van opkomende markten en de onderweging van Noord-Amerika: de MSCI USA Index behaalde over 2013 een rendement van +28,68% terwijl de MSCI Emerging Markets Index een negatief rendement liet noteren van -6,44%. De fondsselectie droeg per saldo positief bij aan het relatieve rendement. De managers wisten goede performances neer te zetten over 2013. Uitschieter was Skagen Kon-Tiki die haar referentie index, de MSCI Emerging Markets, met +11,62% versloeg. Het fondsvermogen van de Global Equity Strategy bedroeg eind december 2013 € 133 mln.
Vooruitzichten Wij verwachten een geleidelijk herstel van de wereldeconomie, geleid door de ontwikkelde markten en gevolgd door de opkomende markten. De Amerikaanse aandelenmarkt heeft een relatief hoge waardering, ingegeven door de winstmarges die nu op een historisch hoogtepunt staan. De winstgevendheid van Europese bedrijven is momenteel laag, echter de waardering is gestegen naar gemiddelde niveau’s. Opkomende markten zijn goedkoop omdat er de afgelopen jaren teveel capaciteit is bijgebouwd terwijl de vraag naar producten achterbleef. Dit zette druk op de marges. Het aantrekken van de wereldwijde economische groei zal voor opkomende markten het meest gunstig zijn. Echter opkomende markten zijn het meest gevoelig voor “tapering”. Daarom zijn de vooruitzichten voor opkomende markten op kortere termijn het meest onzeker. Per saldo hebben wij op dit moment geen uitgesproken regionale voorkeur. Ondanks alle onzekerheden blijven wij positief over de kansen voor aandelenmarkten vanwege het ruime monetaire beleid en de wereldwijd gemiddelde waarderingen op aandelenmarkten bezien in historisch perspectief.
Rendement Aandelenmarkten in €
15
Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds 15
2.3.5
O&E COMMODITY STRATEGY
De doelstelling van de Commodity Strategy is om te profiteren van de prijsontwikkelingen op wereldwijde grondstoffenmarkten waarbij de diversificatievoordelen van grondstoffen in een brede portefeuille en de inherente bescherming tegen inflatie behouden blijven. De Strategy belegt in een aantal gespecialiseerde fondsen. De toegevoegde waarde van de Beheerder bestaat uit het selecteren en combineren van de beleggingsstrategieën en het voeren van tactisch beleid op basis van de marktvisie van de Beheerder. Omdat grondstoffenprijzen over het algemeen erg volatiel zijn is het beheersen van neerwaarts risico een belangrijk aandachtspunt.
verkrijgen is, leidt deze manager de voorraadniveaus af uit de prijsvorming in de termijnmarkt. De positie in deze manager is gedurende het jaar opgehoogd ten laste van de beide andere managers. De derde manager hanteert een systematische trendvolgende strategie die meer liquiditeiten aanhoudt naarmate meer grondstoffen een negatieve trend vertonen en vice versa. Deze manager is uitermate geschikt voor demping van risico in de zeer volatiele grondstoffenmarkten. De combinatie van de 3 managers biedt een brede blootstelling aan grondstoffenmarkten terwijl de negatieve aspecten van de marktstructuur worden gemitigeerd en het neerwaarts risico wordt beperkt.
Beleggingsbeleid
Beleggingsresultaat
Grondstoffenmarkten lagen in 2013 opnieuw sterk onder druk getuige het rendement van de Dow Jones UBS Commodity index van -13,4% gemeten in euro. Edelmetalen vormden de zwakste sector met een rendement van -33,8%. Goud (-31,7%) en zilver (-39,4%) verloren door overaanbod en de signalen van de Federal reserve, het stelsel van Amerikaanse centrale banken, dat zij een begin wilden maken met de afbouw van de steunmaatregelen voor de economie. Dit impliceert minder geldcreatie en dus minder inflatierisico, waardoor beleggers die edelmetalen hadden gekocht als bescherming tegen inflatie hun posities in de verkoop deden. Andere sectoren waren ook zwak, met uitzondering van Energie, die profiteerde van een prijsstijging van aardgas in de VS (+20%) en onrust in het Midden-Oosten waardoor de olieprijs hoog bleef. De Commodity Strategy was in 2013 belegd in 3 managers. Eén manager beheert de portefeuille op discretionaire wijze op basis van een diepgaande kennis van de onderliggende grondstoffenmarkten en de termijnmarkten. De tweede manager belegt op systematische wijze in grondstoffen met lage voorraden die hierdoor gevoelig zijn voor opwaartse prijsschokken. Aangezien betrouwbare voorraadinformatie voor veel grondstoffen moeilijk te
De intrinsieke waarde per participatie van de Commodity Strategy daalde in 2013 van €92,15 naar €81,12. Hiermee kwam het beleggingsresultaat uit op -11,97% ten opzichte van -13,41% voor de Dow Jones UBS Commodity Index. De outperformance van de Commodity Strategy van ruim 1,4% is te danken aan de 2 systematische strategieën, die beiden zo’n 4% beter presteerden dan de index. De discretionaire manager stelde enigszins teleur door 1,6% achter te blijven bij de index. Het fondsvermogen van de Commodity Strategy bedroeg per ultimo december 2013 € 7,1 mln.
Doelstelling en beleggingsprofiel
Rendement sectoren 2013 in €
Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds
Vooruitzichten De vooruitzichten voor grondstoffen hangen gedeeltelijk samen met die van opkomende markten. Op kortere termijn is de onzekerheid groot nu er kapitaaluitstroom plaatsvindt en China kiest voor inperking van de kredietverlening. Op langere termijn zullen overschotten worden weggewerkt en productiekosten een bodem onder de prijs leggen. De O&E Commodity Strategy is per 22 januari 2014 opgeheven omdat de Beheerder niet langer een strategische rol voor grondstoffen ziet en op tactische basis betere kansen ziet in andere asset klassen. Rendement managers en Strategy in 2013 in €
16
16
2.3.6
O&E HEDGE FUND STRATEGY
Doelstelling en beleggingsprofiel Het doel van de Hedge Fund Strategy is om via belegging in een breed scala aan hedge fund strategieën een investering te bieden die een lage correlatie heeft met andere vermogenscategorieën. De Strategy heeft een streefrendement op de middellange termijn van Euribor plus 2-4% bij een beperkt risico. De kern van de portefeuille wordt gevormd door fund of hedge funds met een beleggingsfilosofie die aansluit bij de doelstelling van de Strategy en met sterk risicomanagement. De toegevoegde waarde van de Beheerder bestaat uit het selecteren en combineren van de hedge fund strategieën en het voeren van tactisch beleid.
presteerde tevens goed (+8,6%) ondanks dat deze manager marktneutraal is en dus niet profiteerde van sterke aandelenmarkten. Een 4e manager, die veruit de meest defensieve is, had tegenwind van de grote positie in macrostrategieën en defensieve relative value posities en rendeerde +5,4%. Eén manager is per eind juni verkocht. De ontvangst van de verkoopopbrengst heeft zo’n 1,5 maand op zich laten wachten (wat conform prospectus is) wat, samen met de teleurstellende performance van deze manager in de eerste helft van het jaar, circa 1,5% aan rendement heeft gekost. Een andere manager is in een aantal stappen verkocht in de tweede helft van het jaar. Het fondsvermogen van de Hedge Fund Strategy bedroeg per ultimo december 2013 € 25,1 mln.
Beleggingsbeleid De focus ligt op strategieën die hun rendement grotendeels behalen uit andere risicofactoren dan regulier aandelen-, rente- of kredietrisico. De managers met de hoogste gevoeligheid voor de conjunctuurcyclus hebben het beste gepresteerd in 2013. De positie in deze managers hebben wij gedurende het jaar opgehoogd. Wij hebben twee managers vervangen. Eén manager is halverwege het jaar verkocht omdat wij onvoldoende vertrouwen hebben in de wijze waarop de aanhoudend teleurstellende resultaten worden geadresseerd. De andere manager is in een aantal stappen verkocht omdat wij een andere manager hebben geselecteerd met een vergelijkbaar liquide karakter die beter aansluit bij onze beleggingsfilosofie.
Beleggingsresultaat In 2013 steeg de intrinsieke waarde per participatie van de Strategy van €100,77 naar €107,29. Het beleggingsresultaat bedroeg 6,53%. De performance van de benchmark (de HFRI Fund of Funds Composite index € hedged) bedroeg over deze periode 8,64%. Twee managers presteerden zeer sterk met rendementen van respectievelijk 12,4% en 11,2% dankzij een goede strategie allocatie en sterke manager selectie. Een derde manager Rendement strategieën in 2013 in €
Vooruitzichten 2014 biedt volop kansen voor de meeste hedge fund strategieën. Hoewel wij niet verwachten dat het marktrisico van aandelen in dezelfde excessieve mate zal worden beloond als in 2013, zorgt de afgenomen correlatie tussen aandelen ervoor dat de kansen voor stock picking sterk zijn toegenomen, zowel aan de long als de short kant. Event Driven biedt ook goede kansen met het oog op onder meer de grote cashposities bij bedrijven en de aanhoudende verkleining van bankbalansen. Het klimaat voor Relative Value is gemengder vanwege de lage rente en sterk gedaalde risicopremies, alhoewel in markten zoals de Amerikaanse hypotheekmarkt nog interessante kansen liggen. Voor macrostrategieën is de afnemende invloed van beleidsmakers op financiële markten goed nieuws, echter dit is een geleidelijk proces dus op kortere termijn kan er sprake blijven van een verstorende werking. Wij houden vast aan een breed gespreide portefeuille van gespecialiseerde managers die kunnen profiteren van het scala aan kansen op de verschillende financiële markten met een beperkte afhankelijkheid van de richting van de markt. Enkele managers zetten bovendien nadrukkelijk specifieke strategieën in ter bescherming van kapitaal. Rendement managers in 2013 in €
Positie
Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds
17 17
v e r k o c h t
2.3
In Control Statement
Wij beschikken conform RJ 615.503 over een beschrijving van de bedrijfsvoering, die voldoet aan de eisen van de Wft en het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft (BGfo). Wij hebben gedurende het afgelopen boekjaar verschillende aspecten van de bedrijfsvoering beoordeeld. Bij onze werkzaamheden hebben wij geen constateringen gedaan op grond waarvan wij zouden moeten concluderen dat de beschrijving van de opzet van de bedrijfsvoering als bedoeld in artikel 121 van het BGfo niet voldoet aan de vereisten zoals opgenomen in de Wft en daaraan gerelateerde regelgeving. Op grond hiervan verklaren wij als Beheerder voor Beleggingsinstelling O&E Paraplufonds te beschikken over een beschrijving van de bedrijfsvoering als bedoeld in artikel 121 van het BGfo, die voldoet aan de eisen van het BGfo. Ook hebben wij niet geconstateerd dat de bedrijfsvoering niet effectief en niet overeenkomstig de beschrijving functioneert. Derhalve verklaren wij met een redelijke mate van zekerheid dat de bedrijfsvoering gedurende het verslagjaar 2013 effectief en overeenkomstig de beschrijving heeft gefunctioneerd.
Amsterdam, 10 april 2014
De Beheerder, Oyens & Van Eeghen Beheer B.V.
18
Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds
18
III.
JAARREKENING 2013 O&E PARAPLUFONDS
1 O&E PARAPLUFONDS JAARREKENING 2013 (in euro)
19
Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds
19
O&E PARAPLUFONDS 1.1 Balans per 31 december 2013 voor resultaatbestemming noot ACTIVA Beleggingen O&E Fixed Income Strategy I O&E Fixed Income Strategy II O&E Fixed Income Strategy III O&E Global Equity Strategy O&E Commodity Strategy O&E Hedge Fund Strategy
2
Overige activa Immateriële vaste activa Liquide middelen
3 4
Totaal Activa
Kortlopende schulden Effectentransacties Overige schulden en overlopende passiva
Totaal Passiva
2012
31 december
31 december
EUR
EUR
76.235.622 70.552.576 81.192.935 132.750.327 7.143.315 24.821.484
61.815.781 73.242.758 59.565.030 42.895.065 6.689.866 12.070.579
392.696.259
256.279.079
548.112 996.809 1.544.921
4.528.875 803.085 5.331.960
72.812 4.083.692 4.156.504
99.909 4.263.299 4.363.208
398.397.684
265.974.247
375.694.848 72.812 11.107.461 9.720.284 396.595.405
252.562.563 99.909 1.762.581 9.317.784 263.742.837
1.405.771 396.508 1.802.279
1.986.152 245.258 2.231.410
398.397.684
265.974.247
1
Vorderingen Effectentransacties Overige vorderingen en overlopende activa
PASSIVA Fondsvermogen Participantenvermogen Wettelijke reserve Algemene reserve Onverdeeld resultaat
2013
5
6
20
Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds
20
O&E PARAPLUFONDS 1.2 Winst- en verliesrekening over 2013
noot
2013
2012
1 januari
1 januari
31 december
31 december
EUR
EUR
7
1.953.001
1.724.749
Ongerealiseerde waardeveranderingen
8
2.644.731 6.091.093 10.688.825
1.004.398 7.335.634 10.064.781
Overige opbrengsten
9
53.313
45.283
10.742.138
10.110.064
2.082 478.151 27.098 514.523 1.021.854
6.323 527.253 15.634 243.070 792.280
9.720.284
9.317.784
Beleggingsresultaat Opbrengsten uit beleggingen Gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen en futures
Som der opbrengsten Lasten Interest Beheerkosten Afschrijving immateriële vaste activa Overige kosten Som der lasten
Resultaat
10 11
21
Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds
21
O&E PARAPLUFONDS 1.3 Kasstroomoverzicht over 2013 noot
2013
2012
1 januari
1 januari
31 december
31 december
EUR
EUR
9.720.284
9.317.784
(1.146.584)
(1.882.816)
(6.091.093) 63.861 (315.791.905) 186.612.401 3.787.038 (429.131) (123.275.129)
(7.335.634) (234.402.246) 87.610.366 (4.405.106) 2.142.681 (148.954.972)
3 3
27.098 27.098
(100.000) 15.634 (84.366)
5 5
227.642.872 (104.510.587) 123.132.285
191.104.391 (39.442.543) 151.661.848
(115.746) (63.861) (179.607)
2.622.510 2.622.510
Liquide middelen begin verslagperiode
4.263.299
1.640.789
Liquide middelen einde verslagperiode
4.083.692
4.263.299
Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Resultaat Gerealiseerde waardeveranderingen (exclusief futures) Ongerealiseerde waardeveranderingen Koers- en omrekeningsverschillen Aankopen van beleggingen Verkopen van beleggingen Mutatie kortlopende vorderingen Mutatie kortlopende schulden Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in immateriële vaste activa Afschrijving immateriële vaste activa Kasstroom uit financieringsactiviteiten Ontvangen bij uitgifte participaties Betaald bij inkoop participaties Dividend uitgekeerd
Netto kasstroom Koers- en omrekeningsverschillen Mutatie liquide middelen
1 1, 8 1 1
22
Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds
22
O&E PARAPLUFONDS 1.4 Toelichting op de jaarrekening 2013 1.4.1 Algemeen Oyens & Van Eeghen N.V. te Amsterdam (ultieme moedermaatschappij) heeft voor haar vermogensbeheer propositie gekozen voor een paraplufonds-structuur, waarin cliënten kunnen participeren. Het O&E Paraplufonds (“Fonds”) is voor onbepaalde tijd opgericht op 5 april 2012 en is gevestigd te Amsterdam. De Beheerder van het Fonds is Oyens & van Eeghen Beheer B.V. een 100% dochter van Oyens & van Eeghen N.V. De Beheerder beschikt vanaf 6 juli 2012 over een vergunning als vereist uit hoofde van artikel 2:67 van de Wft. Het Fonds en de Strategies vallen onder de werking van deze vergunning. Het fonds is ingeschreven in het register bedoeld in artikel 1:107 lid 1 van de Wft. Vanwege deze structuur kunnen cliënten gebruik maken van kostenefficiëntie door pooling van o.a. oprichtingskosten, bewaarloon, transactie- en administratiekosten. Kas Bank N.V. en Kas-Trust Bewaarder O&E Paraplufonds B.V. zijn de Administrateur respectievelijk Bewaarder van het Fonds. Het Fonds bestaat uit de volgende Strategies: O&E Fixed Income Strategy I O&E Fixed Income Strategy II O&E Fixed Income Strategy III O&E Global Equity Strategy O&E Commodity Strategy O&E Hedge Fund Strategy Samenvoegen van cijfers en vergelijkende cijfers De in de balans en de winst- en verliesrekening gepresenteerde cijfers vertegenwoordigen de gegevens van het Fonds als geheel. In de toelichting van het Fonds zijn de balans, winst- en verliesrekening en bijbehorende toelichting van de zes Strategies separaat opgenomen. De O&E Fixed Income Strategy I en II zijn een voortzetting van de in 2010 gestarte fondsen voor gemene rekening Oyens & Van Eeghen Fixed Income Pool I (vanaf 1 mei 2010) en Oyens & Van Eeghen Fixed Income Pool II (vanaf 1 juni 2010). De beheerder van beide pools is tot begin juli 2012 Oyens & Van Eeghen N.V. geweest. Het eerste boekjaar van beide pools eindigde op 31 december 2011. De feitelijke overheveling van de pools naar beide Strategies heeft begin juli 2012 plaatsgevonden. De resultaten van de pools over de periode 1 januari 2012 tot en met begin juli 2012 zijn toegerekend aan de jaarresultaten 2012 van O&E Fixed Income Strategy I respectievelijk O&E Fixed Income Strategy II. De Strategies O&E Fixed Income Strategy III en O&E Global Equity Strategy zijn per 1 september 2012 gestart, de O&E Commodity Strategy en O&E Hedge Fund Strategy zijn per 1 oktober 2012 gestart. Toelichting op het kasstroomoverzicht Voor de opstelling van het kasstroomoverzicht is de indirecte methode gehanteerd, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen kasstroom uit beleggings-, investerings- en financieringsactiviteiten. Onder liquide middelen zijn posten begrepen die ter vrije beschikking staan aan de beleggingsinstelling voor beleggingen, onder voorbehoud van eventuele opgenomen margeverplichtingen.
23
Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds
23
1.4.2 Grondslagen voor waardering van activa en passiva Algemeen De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving (RJ), die uitgegeven zijn door de Raad voor de Jaarverslaggeving, alsmede de bepalingen in de Wft (inclusief BGfo). De jaarrekening is opgesteld in euro, zijnde de functionele en presentatievaluta van de beleggingsinstelling. Activa en passiva worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs of de actuele waarde. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld, vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. In de balans en de winst- en verliesrekening zijn referenties opgenomen. Met deze referenties wordt verwezen naar de toelichting. Vergelijking met voorgaand jaar De gehanteerde grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar. Schattingen en veronderstellingen Om de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening te kunnen toepassen, is het nodig dat de Beheerder zich over verschillende zaken een oordeel vormt, zodat terzake schattingen worden gemaakt die essentieel kunnen zijn voor de in de jaarrekening opgenomen bedragen. Indien het voor het geven van het in art. 2:362 lid 1 BW vereiste inzicht noodzakelijk is, is de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen opgenomen bij de toelichting op de betreffende jaarrekeningposten. Verwerking van activa, verplichtingen, baten en/of lasten Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar de beleggingsinstelling zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Baten worden in de winst- en verliesrekening opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Vreemde valuta De posten in de jaarrekening worden gewaardeerd met inachtneming van de valuta van de economische omgeving waarin het Fonds voornamelijk haar bedrijfsactiviteiten uitoefent (de functionele valuta). Transacties in vreemde valuta gedurende de verslagperiode zijn in de jaarrekening verwerkt tegen de koers op transactiedatum. Monetaire activa en passiva in vreemde valuta worden omgerekend tegen de koers per balansdatum. De uit de afwikkeling en omrekening voortvloeiende koersverschillen komen ten gunste of ten laste van de winst- en verliesrekening. 24
Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds
24
Beleggingen Algemeen De beleggingen (long en short posities) zijn opgenomen tegen reële waarde, in principe de marktwaarde. Waardeveranderingen ten opzichte van het voorgaande boekjaar, zowel gerealiseerd als ongerealiseerd, worden direct in de winst- en verliesrekening verwerkt. Voor waardeveranderingen van beleggingen waarvoor geen frequente marktnotering bestaat, worden mutaties opgenomen in de herwaarderingsreserve. In de onderhavige jaarrekening is dit niet van toepassing. Aandelen Aandelen en participaties in beleggingsinstellingen zijn gewaardeerd op marktwaarde, zijnde de beurswaarde per balansdatum (slotkoers van de laatste beursdag van de verslaggevingsperiode). De marktwaarde van niet-beursgenoteerde aandelen en participaties in beleggingsinstellingen is gebaseerd op het aandeel dat de beleggingsinstelling heeft in het eigen vermogen van het nietbeursgenoteerde aandeel per balansdatum (intrinsieke waarde of quotes van minimaal één, maar waar mogelijk meerdere brokers in samenhang met waarderingsmodel van bijvoorbeeld Administrateur of Bewaarder voor benaderde marktwaarde). Vastrentende waarden Beursgenoteerde vastrentende waarden zijn gewaardeerd op marktwaarde, zijnde de beurswaarde per balansdatum (slotkoers van de laatste beursdag van de verslaggevingsperiode). Voor vastrentende waarden zonder marktnotering wordt de waardering bepaald op basis van de geldende rente rekening houdend met het specifieke debiteurenrisico waarbij tevens de resterende looptijd en de mogelijkheid van vervroegde aflossing in acht wordt genomen. Derivaten Derivaten worden in de jaarrekening opgenomen tegen de reële waarde (marktwaarde). Indien geen marktwaarde beschikbaar is, wordt de waarde bepaald met behulp van marktconforme en toetsbare waarderingsmodellen, vergelijkbare derivaten met dezelfde kenmerken waarvoor wel een marktnotering bestaat of wordt de marktwaarde ontleend aan informatie verkregen van gezaghebbende brokers/instituten. De waardeveranderingen worden direct in de winst-enverliesrekening verantwoord. Er vindt geen hedge accounting plaats. De presentatie van de derivaten in de balans is gebaseerd op de verplichting en vorderingen per tegenpartij. Indien een derivatenpositie negatief is, wordt het bedrag onder de schulden verantwoord. Overige beleggingen Overige beleggingen zijn gewaardeerd tegen de marktwaarde. Effecten met een beursnotering worden in beginsel gewaardeerd tegen de slotkoers van de laatste beursdag van de verslagperiode. Alle overige beleggingen worden gewaardeerd tegen een benaderde marktwaarde. Daar waar sprake is van een benaderde marktwaarde baseert de beheerder zich bij de waardering op de intrinsieke waarde of op quotes van minimaal één, maar waar mogelijk meerdere brokers in samenhang met waarderingsmodellen van Administrateur of Bewaarder, indien van toepassing.
25
Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds
25
Bijzondere waardeverminderingen van beleggingen Het Fonds beoordeelt op iedere balansdatum of er aanwijzingen zijn dat een belegging aan een bijzondere waardevermindering onderhevig kan zijn. Indien dergelijke indicaties aanwezig zijn, wordt de realiseerbare waarde van het actief vastgesteld. Indien het niet mogelijk is de realiseerbare waarde voor het individuele actief te bepalen, wordt de realiseerbare waarde bepaald van de kasstroomgenererende eenheid waartoe het actief behoort. Van een bijzondere waardevermindering is sprake als de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde; de realiseerbare waarde is de hoogste van de opbrengstwaarde en de bedrijfswaarde. Indien wordt vastgesteld dat een bijzondere waardevermindering die in het verleden verantwoord is, niet meer bestaat of is afgenomen, dan wordt de toegenomen boekwaarde van de desbetreffende activa niet hoger gesteld dan de boekwaarde die bepaald zou zijn indien geen bijzondere waardevermindering voor het actief zou zijn verantwoord. Immateriële vaste activa De immateriële vaste activa (geactiveerde oprichtingskosten) zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs, verminderd met een lineaire afschrijving van 20% per jaar. Overlopende activa Overlopende activa worden gewaardeerd tegen de reële waarde van de vooruitbetaling of nog te ontvangen bedragen. Liquide middelen Onder de liquide middelen zijn opgenomen die kas- en banktegoeden die onmiddellijk opeisbaar zijn dan wel een looptijd korter dan twaalf maanden hebben. Zij worden onderscheiden van tegoeden in verband met beleggingstransacties. Liquide middelen uit hoofde van beleggingstransacties worden gepresenteerd onder de beleggingen. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Fondsvermogen Het fondsvermogen worden bepaald door het bedrag dat resteert nadat alle actiefposten en posten van het vreemd vermogen, inclusief de voorzieningen en achtergestelde schulden, volgens de van toepassing zijnde waarderingsgrondslagen in de balans zijn opgenomen. De statutaire reserves en de overige wettelijke reserves die de beleggingsinstelling conform artikel 2:389 en artikel 2:390 BW vormt, blijken op grond van artikel 2:373 lid 1 BW afzonderlijk uit de balans. Het Fonds kan Participaties inkopen en uitgeven. Het Fonds is verplicht om op verzoek op iedere transactiedag van een Strategy Participaties in die Strategy uit te geven of in te kopen tegen de NAV daarvan op die transactiedag, plus een opslag (ingeval van uitgifte) of minus een afslag (ingeval van inkoop), tenzij zich bijzondere omstandigheden voordoen. Er is ten laste van de algemene reserve een wettelijke reserve gevormd voor de geactiveerde oprichtingskosten, welke in 2012 zijn verdeeld naar rato van de respectievelijke fondsvermogens. Vrijval van deze wettelijke reserve geschiedt naarmate de geactiveerde kosten worden afgeschreven of afgewaardeerd en op dezelfde wijze als de vorming ervan heeft plaatsgevonden. Kortlopende schulden De kortlopende schulden zijn opgenomen tegen nominale waarde. Transactiekosten die direct zijn toe te rekenen aan de verwerving van de schulden worden in de waardering bij eerste verwerking opgenomen.
26
Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds
26
1.4.3 Grondslagen voor bepaling van het resultaat Algemeen De in de winst- en verliesrekening opgenomen posten zijn in belangrijke mate gerelateerd aan de in de balans gehanteerde waarderingsgrondslagen voor beleggingen. Zowel gerealiseerde als ongerealiseerde resultaten worden rechtstreeks verantwoord in het resultaat. Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen het beleggingsresultaat en de kosten en andere lasten over het jaar. De resultaten op transacties worden verantwoord in het jaar waarin zij zijn gerealiseerd; verliezen kunnen al gerealiseerd worden zodra zij voorzienbaar zijn. Beleggingsresultaat Onder beleggingsresultaat worden verantwoord het rendement dat bestaat uit de gerealiseerde opbrengsten uit beleggingen, de waardeveranderingen van beleggingen, alsmede overige resultaatscomponenten zoals verdiende interest op obligaties. Opbrengsten uit beleggingen Opbrengst uit beleggingen zijn de gerealiseerde opbrengsten uit beleggingen (zoals dividenden en ontvangen interest) en overige resultaatscomponenten zoals ongerealiseerde interest op obligaties. Gerealiseerde en ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen De gerealiseerde waardeveranderingen worden bepaald door op de verkoopopbrengsten (inclusief verkoopkosten) de balanswaarde aan het begin van het boekjaar dan wel de gemiddelde kostprijs gedurende het boekjaar in mindering te brengen. De ongerealiseerde waardeveranderingen worden bepaald door op de balanswaarde per einde boekjaar de gemiddelde kostprijs (inclusief aankoopkosten) gedurende het boekjaar dan wel de balanswaarde aan het begin van het boekjaar in mindering te brengen. De aankoop- en verkoopkosten (Transactiekosten) van beleggingen vormen derhalve onderdeel van de (on)gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen. Transactiekosten kunnen bestaan uit broker commissies, spreads tussen bied- en laatprijzen, belastingen en dergelijke. De transactiekosten worden ten laste van het resultaat van de betreffende Strategy gebracht. De totale transactiekosten kunnen niet bij voorbaat nauwkeurig worden vastgesteld. De totale transactiekosten worden mede bepaald door het gevoerde beleggingsbeleid in enig jaar en het best execution beleid van Oyens & Van Eeghen. In de jaarrekening zullen de totale transactiekosten, voorzover deze herkenbaar zijn, apart worden weergegeven. Overige opbrengsten Onder overige opbrengsten worden verantwoord ontvangen toe- en uittredingsprovisies, ontvangen retrocessies, interest baten op banksaldi en overige opbrengsten. Interestlasten Betreft de betaalde en verschuldigde interest aan kredietinstellingen. Beheerkosten Onder de beheerkosten wordt verstaan de kosten gemoeid met het beheer van een deel van het Fonds, zijnde O&E Fixed Income Strategy I-B en O&E Fixed Income Strategy II. Voor de overige Strategies van het Fonds ontvangt de beheerder geen vergoeding voor haar werkzaamheden. Afschrijving Immateriële vaste activa wordt vanaf het moment van ingebruikneming afgeschreven over de verwachte toekomstige levensduur van het actief. Indien een schattingswijziging plaatsvindt van de toekomstige levensduur, dan worden de toekomstige afschrijvingen aangepast. De afschrijvingsperiode van oprichtingskosten is 5 jaar. 27
Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds
27
Overige kosten Onder de overige kosten wordt verstaan de kosten gemoeid met de administratie en de bewaring van de beleggingen, de accountant, het toezicht en overige kosten van de beleggingsinstelling.
1.4.4 Risicobeheer en financiële instrumenten Algemeen Aan het beleggen in een Strategy zijn (financiële) risico’s verbonden. Hierna worden risicofactoren vermeld die voor beleggers van betekenis en relevant kunnen zijn in het licht van de gevolgen en de waarschijnlijkheid dat die risico’s zich zullen voordoen. Deze opsomming is niet uitputtend. Aangezien elke Strategy een eigen beleggingsbeleid voert, verschillen deze risico’s per Strategy en combinatie van Strategies. In ieder Strategy-prospectus worden de risico’s die specifiek zijn voor de betreffende Strategy vermeld, met verwijzing naar onderstaande beschrijvingen. Er worden geen garanties gegeven dat de diverse beleggingsdoelstellingen zullen worden gerealiseerd. De waarde van de beleggingen van een Strategy kan zowel stijgen als dalen. Als gevolg daarvan kan een Participant mogelijk minder terugkrijgen dan deze heeft ingelegd of deze inleg zelfs geheel verliezen. Risicobeheer Risicobeheer is een integraal onderdeel van het beleggingsproces. Dagelijks worden de belangrijkste risico’s gemonitord door de Beheerder. Met name wordt daarbij gekeken of de beleggingen zich nog binnen de vastgestelde kaders en beleggingsrichtlijnen begeven. Bij het realiseren van de beleggingsdoelstelling kan de beheerder gebruik maken van derivaten, zoals futures, forwards en opties en swaps. De belangrijkste risico’s die door het Fonds worden onderkend zijn de volgende: Rendementsrisico Het rendement van de belegging in Participaties over de periode van aankoopmoment tot verkoopmoment staat pas vast op het verkoopmoment van die belegging. Er bestaat geen enkele garantie dat de beleggingsdoelstelling zal worden behaald en er wordt geen rendement gegarandeerd. De waarde van Participaties in een Strategy is onder andere afhankelijk van de beleggingscategorieën en de financiële instrumenten waarin de Strategy belegt en van de keuzes die worden gemaakt bij de uitvoering van het beleggingsbeleid. Omdat iedere Strategy een ander beleggingsbeleid heeft, zal het rendementsrisico voor iedere Strategy anders zijn. Het rendementsrisico is het gevolg van niet voorzienbare waarde schommelingen van de beleggingen en/of niet voorzienbare fluctuaties van de directe opbrengsten van de beleggingen (voornamelijk dividenden, rente). De waarde van de beleggingen beweegt met koerswijzigingen van de financiële instrumenten waarin wordt belegd. Alle financiële instrumenten staan bloot aan het risico van koersschommelingen. Die kunnen het gevolg zijn van: algemene risicofactoren (marktrisico’s) specifieke risicofactoren die alleen gelden voor een individuele belegging (specifieke risico’s). De gevolgen van marktrisico’s zijn in veel gevallen van grotere invloed op de waardeontwikkeling van gespreide beleggingsportefeuilles dan de gevolgen van specifieke risico’s. Zowel marktrisico’s als specifieke risico’s nemen toe door beperking van de spreiding van de beleggingen (concentratie) tot een bepaalde regio, sector en/of door de keuze van individuele beleggingen.
28
Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds
28
Marktrisico Onder marktrisico wordt verstaan het risico dat een belegging in waarde daalt of stijgt, niet vanwege specifieke omstandigheden betreffende die belegging, maar doordat de markt waarin wordt belegd als geheel beweegt. Bij een positief sentiment op de beurs voor aandelen zullen de koersen van aandelen stijgen (de koersen van obligaties zullen dan meestal dalen) en bij een negatieve stemming zullen ze dalen (de koersen van obligaties zullen dan meestal stijgen). Dit sentiment kan door diverse factoren beïnvloed worden zoals het vertrouwen van consumenten in de economie, dreigende veranderingen van de rente, etc. Marktrisico’s kunnen verschillen per categorie belegging en deelmarkt binnen een bepaalde categorie. Binnen de categorie aandelen verschillen de marktrisico’s per sector (sectorrisico) en per land (landenrisico). Binnen de categorie vastrentende waarden verschillen de marktrisico’s per soort debiteur (overheidsobligaties versus bedrijfsobligaties). Specifieke risico’s Specifieke risico’s hebben betrekking op de risico’s dat de ontwikkeling van de koers van een geselecteerde individuele belegging in werkelijkheid in negatieve zin afwijkt van hetgeen ten tijde van de aankoop van de belegging is ingeschat. Een zorgvuldige en professionele selectie en spreiding van de beleggingen in de portefeuille van een fonds vormen geen garantie voor het behalen van positieve dan wel relatief goede, resultaten. Dit risico houdt verband met de mate van effectiviteit van effectenresearch, de daarop gebaseerde analyses en met het tijdig nemen en uitvoeren van beleggingsbeslissingen. Kredietrisico De waarde van beleggingen in vastrentende waarden wordt beïnvloed door een positieve of negatieve ontwikkeling van de kredietwaardigheid van desbetreffende uitgevende instellingen, de debiteuren. Het kredietrisico wordt dan ook wel debiteurenrisico genoemd. Voor de kredietwaardigheid is de door beleggers gemaakte inschatting van de kans op tijdige voldoening van rente-en aflossingsverplichtingen door de debiteur bepalend. De inschatting wordt niet alleen beïnvloed door factoren die gelden voor een bepaald bedrijf, maar ook door factoren die meer specifiek op een bepaalde bedrijfstak van toepassing zijn. Minder gunstige winstvooruitzichten voor een sector kunnen een negatieve invloed hebben op de inschatting van de kredietwaardigheid van alle bedrijven in die sector. Renterisico Het renterisico betreft het risico als gevolg van veranderingen in de kapitaalmarktrente. Met name wanneer een Strategy belegt in vastrentende waarden is de waarde van de onderliggende financiële instrumenten sterk afhankelijk van de ontwikkeling van rente op de financiële markten. De ontwikkelingen in de renteniveaus zijn afhankelijk van de algemene markt- en economische omstandigheden. Bij een stijgende rente zal de koers van vastrentende waarden dalen en andersom. Een veel gebruikte maatstaf voor de rentegevoeligheid van vastrentende waarden is de duration. Liquiditeitsrisico Het kan voorkomen dat een door een Strategy ingenomen positie niet tijdig tegen een redelijke prijs kan worden geliquideerd vanwege gebrek aan liquiditeit (onvoldoende vraag) in de markt. Sommige beleggingen, zoals deelnemingsrechten in hedge funds kunnen niet altijd tijdig tegen een redelijke prijs worden verhandeld. Derivaten, met name futures, worden dagelijks in geld afgerekend. Hierdoor is het mogelijk dat een deel van de beleggingen zal moeten worden geliquideerd om aan de cash betalingen te kunnen voldoen. Gebrek aan liquiditeit kan leiden tot het limiteren of opschorten van de uitgifte en inkoop van Participaties.
29
Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds
29
Valutarisico De waarde van beleggingen in aandelen en vastrentende waarden wordt beïnvloed door de ontwikkelingen van de valutakoersen waarin de betreffende beleggingen luiden, voor zover dit niet beleggingen in euro betreft. Bovenop het marktrisico komt dan het risico dat met betrekking tot de valuta wordt gewonnen of verloren. De waarde van een valuta kan zodanig dalen ten opzichte van de euro dat een positief beleggingsresultaat (meer dan) teniet wordt gedaan. In de O&E Fixed Income Strategy I wordt uitsluitend belegd in obligaties uitgegeven in Euro. Deze Strategy loopt geen valutarisico. O&E Fixed Income Strategy II en III beleggen in Euro obligaties of fondsen die het valutarisico afdekken naar Euro. Uitzondering hierop zijn beleggingen in emerging markets waar het valutarisico bewust gelopen wordt als onderdeel van de beleggingsstrategie. Op basis van kosten baten afweging is ongeveer 20% van beide Strategies niet gehedged. In de O&E Global Equity Strategy wordt de helft van het dollarrisico afgedekt. In de O&E Commodity Strategy wordt de exposure in buitenlandse valuta gezien als natuurlijke hedge. In de O&E Hedge Fund Strategy wordt belegd in fondsen die een absoluut rendement in Euro nastreven. In deze Stategy is beperkt sprake van valutarisico. In aanvulling op voornoemde belangrijkste risico’s zijn de overige risico’s, te weten: Inflatierisico Het algemene risico van inflatie houdt in dat de beleggingsopbrengsten worden aangetast door waardevermindering van de munteenheid via inflatie. Het inflatierisico bij beleggingen houdt dan in dat desbetreffende beleggingsopbrengsten onvoldoende zijn voor compensatie van de werkelijke inflatie. Concentratierisico Een Strategy kan zijn beleggingen concentreren in ondernemingen die opereren in hetzelfde land, dezelfde regio, sector of in dezelfde markt of concentreren in een bepaalde onderneming. Als gevolg hiervan is de spreiding van de beleggingsportefeuille van de betreffende Strategy beperkt. Het concentratierisico houdt dan in dat bepaalde gebeurtenissen die deze onderneming(en) raken van grotere invloed zijn op de waarde van de beleggingsportefeuille van de Strategy dan indien de mate van concentratie geringer is. Derivatenrisico Een Strategy zal gebruik kunnen maken van derivaten, ter beperking van risico’s of voor een efficiënt portefeuillebeheer. Deze producten kunnen zich uiterst volatiel gedragen, waardoor het gebruik een grote invloed kan hebben (zowel positief als negatief) op de waarde van de Strategy. In de Strategies wordt uitsluitend gebruik gemaakt van beursgenoteerde derivaten die via een centraal clearinghuis worden afgewikkeld. Risico’s verbonden aan het beleggen in andere beleggingsinstellingen Indien en voorzover het beleggingsbeleid dit toestaat, kan een Strategy haar vermogen beleggen in andere beleggingsinstellingen. In dat geval is een Strategy dan ook afhankelijk van de kwaliteit van de uitvoering van het beleggingsbeleid en het risicoprofiel van deze andere beleggingsinstellingen. Tevens kunnen risico’s aan de orde zijn die betrekking hebben op de waardebepaling, de opschorting, beëindiging en eventueel de beschikbaarheid van deze beleggingen. Sommige beleggingsinstellingen: kunnen ook (gedeeltelijk) beleggen met geleend geld (“leverage”); hebben de vrijheid om “short” te gaan; maken gebruik van opties of andere, al dan niet beursgenoteerde, derivaten; kunnen beleggingen uitlenen (“securities lending”).
30
Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds
30
Tegenpartijrisico Een uitgevende instelling of een andere tegenpartij kan in gebreke blijven. Bij aan-en verkooptransacties met betrekking tot financiële instrumenten zullen over het algemeen slechts kortlopende vorderingen ontstaan waardoor het risico laag is, aangezien levering plaatsvindt tegen (vrijwel) gelijktijdige ontvangst van de tegenprestatie. Voorts is er tegenpartijrisico bij valutatransacties. Deze risico’s worden beperkt door selectie van tegenpartijen met voldoende kredietwaardigheid. Het tijdelijk aantrekken van vreemd vermogen onder de in de Voorwaarden bepaalde omstandigheden ten behoeve van efficiënt portefeuillebeheer door de Beheerder tot maximaal 25% van de NAV van de Strategy aan vreemd vermogen mogen aantrekken kan leiden tot tegenpartijrisico. Verhandelbaarheidrisico Onder bijzondere omstandigheden zal een Strategy voor korte of langere tijd geen Participaties kunnen uitgeven of inkopen. Oorzaken hiervan kunnen onder meer zijn het disfunctioneren van een of meer markten in financiële instrumenten, waaraan de beleggingen van de Strategy zijn genoteerd of opschorting van uitgifte of inkoop van deelnemingsrechten door een beleggingsinstelling waarin de Strategy belegt. Waarderingsrisico Er is een risico dat onderliggende posities op enig moment moeilijk te waarderen zullen zijn. De Fondsbeheerder kan bij bepaalde posities afhankelijk zijn van derden aangaande de informatie met betrekking tot de waarde van de posities. Afwikkelingsrisico Dit is het risico dat afwikkeling via een betalingssysteem niet plaatsvindt zoals verwacht, omdat de betaling of levering van de financiële instrumenten door een tegenpartij niet, niet tijdig of niet zoals verwacht plaatsvindt (‘settlement risk’). Risico verlies van in bewaring gegeven activa In geval van insolvabiliteit, nalatigheid of frauduleuze handelingen van de Bewaarder of een financiële instelling waar de Bewaarder een effectenrekening aanhoudt bestaat het risico van verlies van in bewaring gegeven activa. Risico van (fiscale) wetswijzigingen Dit is het risico dat de fiscale behandeling van het Fonds in negatieve zin wijzigt of dat andere wetgeving tot stand komt die een negatieve invloed heeft op het Fonds en haar Participanten. Fondsstructuurrisico Een fonds voor gemene rekening is geen rechtspersoon maar een overeenkomst tussen een beheerder, een bewaarder en de participanten in dat fonds. In de Voorwaarden is bepaald dat het O&E Paraplufonds geen maatschap, vennootschap onder firma of commanditaire vennootschap vormt. Dit heeft als consequentie dat er geen sprake is van hoofdelijke aansprakelijkheid van de deelnemers in een dergelijk fonds en dat de crediteuren van dat fonds zich dus slechts kunnen verhalen op het vermogen van dat fonds. Hierdoor kunnen de Participanten dus niet meer verliezen dan hun inleg in het Fonds. Het is echter niet met absolute zekerheid te zeggen dat het O&E Paraplufonds onder geen enkele omstandigheid aangemerkt zal kunnen worden als een maatschap, omdat hierover geen duidelijke rechtspraak bestaat.
31
Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds
31
Risico's van algemene economische en politieke aard Beleggingen van een Strategy zijn onderhevig aan risico's van algemene economische aard zoals afname van economische activiteit, stijging van de rente, inflatie en stijging van grondstofprijzen. Ook kan de waarde van investeringen van een Strategy beïnvloed worden door politieke ontwikkelingen en terroristische activiteiten. Integriteitsrisico Het integriteitsrisico betreft het risico dat de integriteit van het Fonds wordt beïnvloed als gevolg van niet integere of onethische gedragingen. Binnen het Fonds is er grote aandacht voor de beheersing van risico’s op het gebied van integriteit en fraude. Screening van alle nieuwe medewerkers, functiescheidingen, vierogenprincipe en gedragscodes zijn aanwezige beheersmaatregelen bij de Beheerder, Administrateur en Bewaarder. De compliance officers van de Beheerder, Administrateur en Bewaarder houden toezicht op de naleving van de maatregelen van de beheersing van frauderisico’s. Systeemrisico Gebeurtenissen in de wereld of activiteiten van één of meer grote partijen in de financiële markten kunnen leiden tot een verstoring van het normale functioneren van die financiële markten.
1.4.5 Toelichting op de balans per 31 december 2013 1)
Beleggingen
De specificaties van de beleggingen van de Strategies per 31 december 2013 zijn onder de respectievelijke toelichtingen opgenomen. Het verloop van de beleggingen (exclusief futures) van het Fonds luidt als volgt; Boekwaarde 1 januari 2013 O&E Fixed Income Strategy I O&E Fixed Income Strategy II O&E Fixed Income Strategy III O&E Global Equity Strategy O&E Commodity Strategy O&E Hedge Fund Strategy
Aankopen
Waardeverandering Boekwaarde Verkopen Gerealiseerd Ongerealiseerd 31 december 2013
EUR
EUR
EUR
EUR
EUR
EUR
61.815.781 73.242.758 59.565.030 42.895.065 6.689.866 12.070.579
38.794.290 52.491.201 87.755.540 103.638.738 14.128.276 18.983.860
(21.468.336) (54.524.986) (64.026.198) (26.862.540) (12.158.694) (7.571.647)
(60.235) 1.686.950 13.354 697.205 (1.290.526) 99.835
(2.845.878) (2.343.347) (2.114.791) 12.381.859 (225.607) 1.238.857
76.235.622 70.552.576 81.192.935 132.750.327 7.143.315 24.821.484
256.279.079
315.791.905
(186.612.401)
1.146.583
6.091.093
392.696.259
Resultaten op futures worden dagelijks afgerekend, futures kennen derhalve op het jaar ultimo uitsluitend een niet uit de balans blijkende recht of verplichting. De aan- en verkoopkosten zijn in de aankopen en verkopen van de beleggingen begrepen. De beheerder voert alle aan- en verkoopopdrachten ten behoeve van het Fonds uit. Hierbij hanteert zij dezelfde marktconforme voorwaarden die, gegeven de gewenste graad van kwaliteit van dienstverlening, zijn overeengekomen met vergelijkbare cliënten voor dezelfde soort diensten.
32
Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds
32
Beleggingen en Corporate Governance Ten aanzien van de stemrechten die verbonden zijn aan de beleggingen van het Fonds worden de volgende uitgangspunten gehanteerd. Het Fonds is in principe een belegger in effecten en geen belegger in ondernemingen. Over het algemeen is sprake van een actief beleggingsbeleid. Doordat (vrijwel) geen, sprake is van het beleggen in ondernemingen, zal de beheerder in principe geen gebruik maken van de stemrechten die verbonden zijn aan de effecten die worden gehouden door het Fonds. Wordt gebruik gemaakt van de stemrechten dan zal de beheerder dit op de eerste plaats doen door fysieke of persoonlijke deelname aan aandeelhoudersvergaderingen en op de tweede plaats door middel van ‘elektronisch’ stemmen op afstand (‘proxy voting’). Gedurende 2013 heeft de beheerder geen gebruik gemaakt van de stemrechten die verbonden waren aan beleggingen van het Fonds gedurende het boekjaar (2012: idem). Methodiek bepaling marktwaarde Bij de waardering van de beleggingen van het Fonds kan voor het grootste deel gebruik worden gemaakt van marktnoteringen of intrinsieke waarde, met uitzondering indien gebruik wordt gemaakt van quotes van minimaal één, maar waar mogelijk meerdere brokers in samenhang met waarderingsmodel van bijvoorbeeld Administrateur of Bewaarder voor benaderde marktwaarde. Opgemerkt wordt dat schattingen, indien van toepassing, naar hun aard subjectief zijn en dat de geschatte actuele waarden van financiële instrumenten derhalve inherent onderhevig zijn aan onzekerheden en waardeoordelen ten aanzien van volatiliteit, rentestand en kasstromen. Deze schattingen zijn momentopnames, gebaseerd op de marktomstandigheden en de op dat moment beschikbare informatie. Schatting van reële waarde in geval van ontbreken directe en afgeleide marktnoteringen De belangrijkste waarderingsmodellen en -technieken die gehanteerd zijn bij het schatten van de reële waarde van financiële instrumenten zijn: Gecontroleerde jaarrekeningen (intrinsieke waarde). Mededelingen gerenommeerde derde partijen: banken, brokers, bewaarders, etc. (transactieprijzen). Door de markt geaccepteerde en te verifiëren waarderingsmodellen zoals Black & Scholes voor opties. Due-diligencewaarderingsrapporten.
33
Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds
33
2) Overige vorderingen en overlopende activa Alle met een looptijd < 1 jaar Couponrente Overlopende activa
3) Immateriële vaste activa Geactiveerde oprichtingskosten
2013
2012
31 december
31 december
EUR
EUR
994.677 2.132 996.809
803.085 803.085
2013
2012
EUR
EUR
99.909 (27.097)
15.543 100.000 (15.634)
72.812
99.909
Het verloop gedurende de verslagperiode is als volgt: Stand 1 januari Verkrijgingsprijs Afschrijvingen verslagperiode Stand 31 december
4) Liquide middelen Alle met een looptijd < 1 jaar KAS BANK N.V.
2013
2012
31 december
31 december
EUR
EUR
4.083.692 4.083.692
4.263.299 4.263.299
De liquide middelen staan tot een bedrag ad € 3.563.187 (2012: € 4.120.131) ter vrije beschikking van het Fonds. Het niet ter vrije beschikking staande deel van de liquide middelen bestaat uit de initial margins welke aangehouden worden voor de future posities (zie voor nadere toelichting “Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen”.
34
Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds
34
5) Fondsvermogen Participantenvermogen Het verloop gedurende het verslagjaar is als volgt: Gestort en geplaatst kapitaal
O&E Fixed Income Strategy I O&E Fixed Income Strategy II O&E Fixed Income Strategy III O&E Global Equity Strategy O&E Commodity Strategy O&E Hedge Fund Strategy
Wettelijke reserve
O&E Fixed Income Strategy I O&E Fixed Income Strategy II O&E Fixed Income Strategy III O&E Global Equity Strategy O&E Commodity Strategy O&E Hedge Fund Strategy
Boekwaarde 1 januari 2013 EUR 58.939.266 67.928.293 60.385.846 44.107.531 7.564.041 13.637.586
Geplaatst EUR 36.970.670 33.333.212 55.368.216 81.216.561 8.140.739 12.613.474
Ingekocht EUR (21.157.802) (35.049.461) (33.893.254) (5.346.802) (6.472.581) (2.590.687)
Boekwaarde 31 december 2013 EUR 74.752.134 66.212.044 81.860.808 119.977.290 9.232.199 23.660.373
252.562.563 227.642.872
(104.510.587)
375.694.848
Onttrokken EUR (8.428) (9.249) (4.500) (3.240) (520) (1.160)
Boekwaarde 31 december 2013 EUR 17.567 20.565 16.500 11.880 1.950 4.350
(27.097)
72.812
Boekwaarde 1 januari 2013 Toegevoegd EUR EUR 25.995 29.814 21.000 15.120 2.470 5.510 99.909
Algemene reserve
O&E Fixed Income Strategy I O&E Fixed Income Strategy II O&E Fixed Income Strategy III O&E Global Equity Strategy O&E Commodity Strategy O&E Hedge Fund Strategy
-
Boekwaarde 1 januari 2013 EUR 2.542.929 (736.248) (21.000) (15.120) (2.470) (5.510)
Resultaat 2012 EUR 1.537.489 6.631.154 1.370.285 196.681 (525.340) 107.515
1.762.581
9.317.784
Overige Boekwaarde mutaties 31 december 2013 EUR EUR 8.426 4.088.844 9.249 5.904.155 4.501 1.353.786 3.240 184.801 520 (527.290) 1.160 103.165 27.096
11.107.461
35
Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds
35
Netto-vermogenswaarde overzicht Het driejaaroverzicht per Strategy luidt als volgt:
31 december 2013
31 december 2012
31 december 2011
Netto-vermogenswaarde: O&E Fixed Income Strategy I - A O&E Fixed Income Strategy I - B O&E Fixed Income Strategy II O&E Fixed Income Strategy III O&E Global Equity Strategy O&E Commodity Strategy O&E Hedge Fund Strategy
EUR
EUR
EUR
49.939.513 28.026.762 71.423.807 81.812.121 133.164.666 7.163.756 25.064.780
35.029.231 28.016.448 73.853.013 61.756.131 44.304.212 7.038.701 13.745.101
*) 61.091.522 41.671.683 -
Netto vermogenswaarde volgens de balans
396.595.405
263.742.837
102.763.205
31 december 2013
31 december 2012
31 december 2011
456.595,82 258.198,23 636.908,45 802.584,29 1.132.034,82 88.312,16 233.617,88
316.747,25 253.977,38 648.864,80 597.770,31 437.503,57 76.385,53 136.399,09
*) 567.005,32 410.919,71 -
31 december 2013
31 december 2012
31 december 2011
EUR
EUR
EUR
109,37 108,55 112,14 101,94 117,63 81,12 107,29
110,59 110,31 113,82 103,31 101,27 92,15 100,77
*) 107,74 101,41 -
Aantal uitstaande participaties: O&E Fixed Income Strategy I - A O&E Fixed Income Strategy I - B O&E Fixed Income Strategy II O&E Fixed Income Strategy III O&E Global Equity Strategy O&E Commodity Strategy O&E Hedge Fund Strategy
Netto-vermogenswaarde per participatie: O&E Fixed Income Strategy I - A O&E Fixed Income Strategy I - B O&E Fixed Income Strategy II O&E Fixed Income Strategy III O&E Global Equity Strategy O&E Commodity Strategy O&E Hedge Fund Strategy
*) In de Fixed Income Pool I was geen verdeling naar serie A en B. De cijfers van de Fixed Income Pool I zijn opgenomen bij O&E Fixed Income Strategy serie B. De strategiën kennen geen beurskoersen. Tevens zijn er geen dividenduitkeringen uitgekeerd noch voorgesteld.
36
Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds
36
6) Overige schulden en overlopende passiva Deze post € 396.508 (2012: € 245.258) bestaat uit nog te betalen oprichtingskosten aan Oyens & Van Eeghen N.V. ad € 19.547 (2012: € 100.000) en nog te betalen bedragen aan Oyens & Van Eeghen Beheer B.V. uit hoofde van beheervergoeding € 42.270 (2012: € 43.292) en accountants- en toezichthouderkosten ad € 92.219 (2012: € 24.284). Het restant heeft betrekking op administratie- en bewaarkosten. Fiscale status Vanwege de beperkte overdraagbaarheid van Participaties wordt het Fonds voor de vennootschapsbelasting aangemerkt als “fiscaal transparant”. Daardoor is het niet belastingplichtig voor de Nederlandse vennootschapsbelasting. Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen De per balansdatum lopende futurescontracten betreffen: 234 verkochte EURO-BOBL Futures (5-jaars Duitse staatsobligaties), met een looptijd tot en met maart 2014. De nominale waarde bedraagt € 23.400.000 en de koers per 31 december 2013 is 124,43. 59 verkochte EURO-BUND Futures (10-jaars Duitse staatsobligaties), met een looptijd tot en met maart 2014. De nominale waarde bedraagt € 5.900.000 en de koers per 31 december 2013 is 139,17. 19 verkochte 5 YR Treasury Note Futures (US), met een looptijd tot en met maart 2014. De nominale waarde bedraagt USD 1.900.000 en de koers per 31 december 2013 is 119,3125. 5 verkochte 10 YR Treasury Note Futures (US), met een looptijd tot en met maart 2014. De nominale waarde bedraagt USD 500.000 en de koers per 31 december 2013 is 123,0469. De initial margins die voor deze posities aangehouden moet worden bedraagt per 31 december 2013 € 495.459,70 en USD 34.509,75 (2012: € 143.168). Deze bedragen zijn geblokkeerd op de dispositieruimte van de betreffende fondsen. De variation margin wordt dagelijks verrekend in de liquide middelen. Uitbesteding kerntaken Ingevolge regelgeving wordt onderstaand een overzicht van de kerntaken weergegeven die door het Fonds zijn uitbesteed. In de overeenkomsten met de hierna te noemen partijen zijn onder meer voorschriften opgenomen ten aanzien van de prestatienorm, de onderlinge informatieverschaffing, de (formele) opzegtermijn en de vergoeding. Administratievoering Tot begin juli 2012 was de administratie van Oyens & Van Eeghen Fixed Income Pool I en II uitbesteed aan Caceis Netherlands N.V. Na overheveling van deze pools naar O&E Fixed Income Strategy I en II is de administratie uitbesteed aan KAS BANK N.V. KAS BANK N.V. is tevens de administrateur van de overige Strategies van het Fonds. De taken van de Administrateur zijn toegelicht in het jaarverslag onder hoofdstuk II paragraaf 1 ‘Profiel’. Uitvoering beleggingsbeleid De Beheerder heeft de uitvoering van het beleggingsbeleid van de Strategies uitbesteed aan Oyens & Van Eeghen N.V. Tot begin juli 2012 was genoemde vennootschap zelf de beheerder van Oyens & Van Eeghen Fixed Income Pool I en II en was er geen sprake van uitbesteding. De beheervergoeding van Oyens & Van Eeghen N.V. voor beide pools was 0,5% op jaarbasis. De Beheerder van het Fonds brengt voor O&E Fixed Income Strategy I-B en O&E Fixed Income Strategy II een beheervergoeding van 0,5% op jaarbasis, maandelijks in rekening. Dit is tevens de vergoeding die de 37
Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds
37
Beheerder krijgt doorbelast van Oyens & Van Eeghen N.V. uit hoofde van de uitbesteding. Voor de overige Strategies ontvangt de Beheerder geen vergoeding voor haar werkzaamheden. De participanten van de overige Strategies hebben rechtstreeks met Oyens & Van Eeghen N.V. een beheervergoedingsafspraak voor alle beleggingen in en eventueel buiten het Fonds. De directie van de Beheerder bestaat uit R. van Wechem, CFA, CAIA en drs. J.H.N. Hoogenraad, die in dienst zijn van Oyens & Van Eeghen N.V. De taken van de Beheerder zijn toegelicht in het jaarverslag onder hoofdstuk II paragraaf 1 ‘Profiel’. Overige transacties met de Beheerder zijn niet van toepassing.
38
Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds
38
1.4.6 Toelichting op de winst- en verliesrekening over 2013
7) Opbrengsten uit beleggingen Couponrente obligaties Dividenden aandelen
8) Ongerealiseerde waardeveranderingen O&E Fixed Income Strategy I O&E Fixed Income Strategy II O&E Fixed Income Strategy III O&E Global Equity Strategy O&E Commodity Strategy O&E Hedge Fund Strategy
9) Overige opbrengsten Toe-en uittredingsprovisie Ontvangen retrocessies Koers- en omrekeningsverschillen Overige opbrengsten
2013
2012
1 januari
1 januari
31 december
31 december
EUR
EUR
1.942.275 10.726
1.700.502 24.247
1.953.001
1.724.749
2013
2012
1 januari
1 januari
31 december
31 december
EUR
EUR
(2.845.878) (2.343.347) (2.114.791) 12.381.859 (225.607) 1.238.857
425.944 5.606.794 1.331.489 334.759 -468.489 105.137
6.091.093
7.335.634
2013
2012
1 januari
1 januari
31 december
31 december
EUR
EUR
32.923 84.248 (63.861) 3
15.389 24.496 5.398
53.313
45.283
10) Beheerkosten De beheerkosten over 2013 die in rekening zijn gebracht door Oyens & van Eeghen N.V. aan Oyens & Van Eeghen Fixed Income Pool I en II bedroegen € nihil (eerste halfjaar 2012; € 283.043). De beheerkosten over geheel 2013 die in rekening zijn gebracht door Oyens & van Eeghen Beheer B.V. aan O&E Fixed Income Strategy I-B en II bedroegen € 478.151 (tweede halfjaar 2012; € 244.210). 39
Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds
39
2013
11) Overige kosten Administrateur Caceis Netherlands B.V. Administrateur KAS BANK N.V. Accountantskosten *) Kosten Stichting bewaarbedrijf Guestos Kosten Kas-Trust Bewaarder O&E Paraplufonds B.V. Kosten toezichthouders (AFM/DNB/Oversight Entity) Bewaarloon Diversen
Accountantskosten *) Controle jaarrekening 2010/2011 Controle jaarrekening 2012 Controle jaarrekening 2013 Review halfjaarverslag 2012
2012
1 januari
1 januari
31 december
31 december
EUR
EUR
238.962 42.350 65.975 32.602 87.285 47.349
25.586 89.738 44.676 6.184 21.265 24.286 23.026 8.309
514.523
243.070
42.350 42.350
12.108 25.000 7.568 44.676
Bestuurders en personeel Het Fonds maakt gebruik van de diensten van een beheerder, bewaarder en administrateur en heeft zelf geen bestuurders en personeel in dienst. De bezoldiging van bestuurders bedraagt derhalve € nihil (2012: € nihil). Berekeningswijze kostenratio De kostenratio, ofwel de “Lopende Kosten Factor” (“LKF”), wordt afgerond op twee decimalen en wordt berekend door de totale kosten te delen door de gemiddelde intrinsieke waarde van het Fonds. De gemiddelde intrinsieke waarde van het Fonds is de som van de intrinsieke waarden gedeeld door het aantal waarnemingen. Hierbij wordt de som van de intrinsieke waarden gebaseerd op het aantal berekeningsmomenten van de intrinsieke waarde in het onderhavige boekjaar. Onder totale kosten worden begrepen alle kosten die in de verslagperiode ten laste van het resultaat worden gebracht, alsmede de indirecte kosten van de beleggingsfondsen. De kosten van de beleggingstransacties worden buiten beschouwing gelaten.
40
Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds
40
Lopende Kosten Factor per Strategy Behoudens O&E Fixed Income Strategy I (en Oyens & Van Eeghen Fixed Income Pool I gedurende het 1e halfjaar 2012), hebben de overige Strategies voor meer dan 10% van hun vermogens belegd in andere beleggingsfondsen. Hoewel de kosten van deze beleggingsfondsen, zijnde de ‘indirecte kosten’ voor een Strategy of Strategies in de waardering van deze fondsen is verwerkt en aldus deel uitmaken van de waardeveranderingen van beleggingen, rust op het Fonds de wettelijke plicht om de Lopende Kosten Factor inclusief deze indirecte kosten weer te geven. De LKF per Strategy luidt als volgt:
Lopende Kosten Factor per Strategy O&E Fixed Income Strategy I-A O&E Fixed Income Strategy I-B O&E Fixed Income Strategy II O&E Fixed Income Strategy III O&E Global Equity Strategy O&E Commodity Strategy O&E Hedge Fund Strategy
2013
2012
0,13% 0,64% 1,37% 0,83% 0,99% 1,37% 1,04%
0,39% 0,67% 1,35% 1,20% 1,01% 1,37% 0,18%
*) *) *) *)
*) De kosten 2012 zijn geannualiseerd. O&E Fixed Income Strategy I belegt niet in andere beleggingsfondsen en heeft daardoor geen indirecte kosten. Van de beleggingen in de O&E Hedge Fund Strategy is in de meeste gevallen geen LKF bekend en kan geen betrouwbare indirecte kosten inschatting gemaakt worden; deze indirecte kosten zijn dan ook grotendeels buiten de berekening gebleven. In de 2012 berekening van de O&E Fixed Income Strategy I-A, I-B en II zijn de kosten en intrinsieke waarden van de Fixed Income Pools I en II meegenomen, die een andere kostenstructuur kenden. Onder andere zijn in de Fixed Income Pool I beheerkosten van 50 basispunten meegenomen over het eerste halfjaar. Hierdoor kwam de kostenratio 2012 van de O&E Fixed Income Strategy I-A boven de in het prospectus genoemde maximale percentage uit van 0,20%. De cijfers 2012 wijken af van de in het jaarverslag 2012 vermelde Total Expense Ratio’s. Dit wordt veroorzaakt door een andere berekening van de Lopende Kosten Factor. Enerzijds door een gewijzigde bepaling van de gemiddelde intrinsieke waarde (meer waarnemingen) en anderzijds, in het geval dat de Strategy pas in de loop van het jaar 2012 is gestart, door het annualiseren van de kosten.
Voor O&E Fixed Income Strategy III, O&E Global Equity Strategy, O&E Commodity Strategy en O&E Hedge Fund Strategy zijn de kosten 2012 voor de berekening van de LKF herrekend op basis van een inschatting van de 2012 kosten op jaarbasis. Lopende Kosten Factor van het Fonds De Lopende Kosten Factor van het Fonds over 2013 bedraagt 0,90%, waarvan ca. 15% ten gunste van Oyens & Van Eeghen N.V. is gekomen (via de Beheerder). De Lopende Kosten Factor van het boekjaar 2012 bedraagt 0,97%, waarvan 24% ten gunste van Oyens & Van Eeghen N.V. (tweede helft 2012 via de Beheerder).
41
Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds
41
Berekeningswijze portefeuille omloop factor (POF) De portefeuille omloop factor (omloopfactor), geeft de omloopsnelheid van de activa weer en wordt als volgt berekend: [(T1 – T2) / X] * 100 T1: het totaalbedrag aan effectentransacties (effectenaankopen + effectenverkopen) van het Fonds gedurende het jaar. T2: het totaalbedrag aan transacties (uitgifte + inkopen) van participatierechten van het Fonds gedurende het jaar. X: de gemiddelde intrinsieke waarde van het Fonds. Dit is de som van de intrinsieke waarden gedeeld door het aantal waarnemingen. Hierbij wordt de som van de intrinsieke waarden gebaseerd op het aantal berekeningsmomenten van de intrinsieke waarde in het onderhavige boekjaar. Portefeuille omloop factor van het Fonds De portefeuille omloop factor van het Fonds laat het volgende beeld zien: 2013
2012
EUR
EUR
502.404.306 332.153.459 356.842.290
322.012.611 230.546.933 142.087.750
Portefeuille omloop factor
47,71
64,37
Portefeuille omloop factor per Strategy
2013
2012
2,86 55,37 74,59 45,08 102,28 57,62
42,83 40,91 18,24 125,71 35,06 (19,07)
Totaalbedrag effectentransacties Totaalbedrag kapitaalmutaties Gemiddelde intrinsieke waarde
O&E Fixed Income Strategy I O&E Fixed Income Strategy II O&E Fixed Income Strategy III O&E Global Equity Strategy O&E Commodity Strategy O&E Hedge Fund Strategy *
*) De omloopsnelheid 2012 van de O&E Hedge Fund Strategy is negatief, omdat er meer participatierechten zijn uitgegeven, dan dat er effectentransacties zijn geweest.
42
Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds
42
2 O&E FIXED INCOME STRATEGY I
43
Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds
43
O&E FIXED INCOME STRATEGY I 2.1 Balans per 31 december 2013 voor resultaatbestemming
ACTIVA Beleggingen Staatsobligaties Vorderingen Effectentransacties Overige vorderingen en overlopende activa Overige activa Immateriële vaste activa Liquide middelen
Totaal Activa
PASSIVA Fondsvermogen Participantenvermogen Wettelijke reserve Algemene reserve Onverdeeld resultaat
Kortlopende schulden Overige schulden en overlopende passiva
Totaal Passiva
2013
2012
31 december
31 december
EUR
EUR
76.235.622
61.815.781
277.320 994.677 1.271.997
803.085 803.085
17.567 499.110 516.677
25.995 464.441 490.436
78.024.296
63.109.302
74.752.135 17.567 4.088.844 (892.271) 77.966.275
58.939.266 25.995 2.542.929 1.537.489 63.045.679
58.021 58.021
63.623 63.623
78.024.296
63.109.302
44
Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds
44
O&E FIXED INCOME STRATEGY I 2.2 Winst- en verliesrekening over 2013
Beleggingsresultaat Opbrengsten uit beleggingen Gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen en futures Ongerealiseerde waardeveranderingen
Overige opbrengsten Interest Toe- en uittredingsprovisie
Som der opbrengsten Lasten Interest Beheerkosten Afschrijving immateriële vaste activa Overige kosten Som der lasten Resultaat
2013
2012
1 januari
1 januari
31 december
31 december
EUR
EUR
1.942.275
1.700.502
225.135 (2.845.878)
(268.244) 425.944
(678.468)
1.858.202
3 9.655
848 5.998
9.658
6.846
(668.810)
1.865.048
81 125.378 8.429 89.573 223.461
4.441 225.583 6.023 91.512 327.559
(892.271)
1.537.489
45
Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds
45
O&E FIXED INCOME STRATEGY I 2.3 Toelichting op de balans per 31 december 2013 Het verloop van de beleggingen (excl. Futures) gedurende de verslagperiode is als volgt:
Beleggingen Staatsobligaties Begin verslagperiode Aankopen Verkopen Gerealiseerd koersresultaat Ongerealiseerd koersresultaat Einde verslagperiode
2013
2012
EUR
EUR
61.815.781 38.794.290 (21.468.336) (60.235) (2.845.878) 76.235.622
59.565.577 35.821.332 (34.178.588) 181.516 425.944 61.815.781
Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen De per balansdatum lopende futurescontracten betreffen: 102 verkochte EURO-BOBL Futures (5-jaars Duitse staatsobligaties), met een looptijd tot en met maart 2014. De nominale waarde bedraagt € 10.200.000 en de koers per 31 december 2013 is 124,43. 26 verkochte EURO-BUND Futures (10-jaars Duitse staatsobligaties), met een looptijd tot en met maart 2014. De nominale waarde bedraagt € 2.600.000 en de koers per 31 december 2013 is 139,17. De initial margin die voor deze positie aangehouden moet worden bedraagt per 31 december 2013 € 216.745,20. Dit bedrag is geblokkeerd op de dispositieruimte van de Strategy. De variation margin wordt dagelijks verrekend in de liquide middelen.
46
Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds
46
2.4 Toelichting op de winst- en verliesrekening over 2013
Overige kosten Administrateur Caceis Netherlands B.V. Administrateur KAS BANK N.V. Accountantskosten Kosten Stichting bewaarbedrijf Guestos Kosten Kas-Trust Bewaarder O&E Paraplufonds B.V. Kosten toezichthouders (AFM/DNB/Oversight Entity) Bewaarloon Diversen
2013
2012
1 januari
1 januari
31 december
31 december
EUR
EUR
41.341 8.808 13.685 6.780 9.627 9.332
13.076 36.596 16.687 3.092 7.428 6.553 4.424 3.656
89.573
91.512
47
Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds
47
3 O&E FIXED INCOME STRATEGY II
48
Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds
48
O&E FIXED INCOME STRATEGY II 3.1 Balans per 31 december 2013 voor resultaatbestemming
ACTIVA Beleggingen Obligatiebeleggingsfondsen Vorderingen Effectentransacties Overige activa Immateriële vaste activa Liquide middelen
Totaal Activa
PASSIVA Fondsvermogen Participantenvermogen Wettelijke reserve Algemene reserve Onverdeeld resultaat
Kortlopende schulden Effectentransacties Overige schulden en overlopende passiva
Totaal Passiva
2013
2012
31 december
31 december
EUR
EUR
70.552.576
73.242.758
201.756 201.756
-
20.565 722.897 743.462
29.814 672.304 702.118
71.497.794
73.944.876
66.212.044 20.565 5.904.155 (712.957) 71.423.807
67.928.293 29.814 (736.248) 6.631.154 73.853.013
73.987 73.987
237 91.626 91.863
71.497.794
73.944.876
49
Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds
49
O&E FIXED INCOME STRATEGY II 3.2 Winst- en verliesrekening over 2013
Beleggingsresultaat Gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen en futures Ongerealiseerde waardeveranderingen
Overige opbrengsten Interest Koers- en omrekeningsverschillen Toe- en uittredingsprovisie Overige opbrengsten
Som der opbrengsten Lasten Interest Beheerkosten Afschrijving immateriële vaste activa Overige kosten Som der lasten Resultaat
2013
2012
1 januari
1 januari
31 december
31 december
EUR
EUR
2.103.044 (2.343.347)
1.395.734 5.606.794
(240.303)
7.002.528
(46.020) 4.819 22.297
33 6.252 28.214
(18.904)
34.499
(259.207)
7.037.027
116 352.773 9.249 91.612 453.750
1.763 301.670 6.610 95.830 405.873
(712.957)
6.631.154
50
Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds
50
O&E FIXED INCOME STRATEGY II 3.3 Toelichting op de balans per 31 december 2013 Het verloop van de beleggingen (excl. Futures) gedurende de verslagperiode is als volgt:
Beleggingen Obligatiebeleggingsfondsen Begin verslagperiode Aankopen Verkopen Gerealiseerd koersresultaat Ongerealiseerd koersresultaat Einde verslagperiode
2013
2012
EUR
EUR
73.242.758 52.491.201 (54.524.986) 1.686.950 (2.343.347) 70.552.576
40.703.171 48.076.296 (22.967.895) 1.824.392 5.606.794 73.242.758
Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen De per balansdatum lopende futurescontracten betreffen: 62 verkochte EURO-BOBL Futures (5-jaars Duitse staatsobligaties), met een looptijd tot en met maart 2014. De nominale waarde bedraagt € 6.200.000 en de koers per 31 december 2013 is 124,43. 15 verkochte EURO-BUND Futures (10-jaars Duitse staatsobligaties), met een looptijd tot en met maart 2014. De nominale waarde bedraagt € 1.500.000 en de koers per 31 december 2013 is 139,17. 19 verkochte 5 YR Treasury Note Futures (US), met een looptijd tot en met maart 2014. De nominale waarde bedraagt USD 1.900.000 en de koers per 31 december 2013 is 119,3125. 5 verkochte 10 YR Treasury Note Futures (US), met een looptijd tot en met maart 2014. De nominale waarde bedraagt USD 500.000 en de koers per 31 december 2013 is 123,0469. De initial margins die voor deze posities aangehouden moet worden bedraagt per 31 december 2013 € 129.536,70 en USD 34.509,75. Deze bedragen zijn geblokkeerd op de dispositieruimte van de Strategy. De variation margin wordt dagelijks verrekend in de liquide middelen. Belangen groter dan 20% Pimco Global Investment Grade Credit Fund (deze paragraaf verder ‘het Pimco fonds’) Het O&E Fixed Income Strategy II heeft meer dan 20% van haar belegd vermogen geïnvesteerd in het Pimco fonds. Het laatste jaarverslag is te vinden op de website van het Fonds: www.oeplu.com onder Strategies, O&E Fixed income Strategy II. Per 31 december 2013 was het belang dat de Strategy aanhield in het Pimco fonds 21% van de Strategy ofwel € 15,0 miljoen. Het Pimco fonds belegt in bedrijfsobligaties wereldwijd en is gehedged in EUR waardoor er geen valutarisico is. Er zijn geen specifieke afspraken tussen de O&E Fixed Income Strategy II en het Pimco fonds. Het Pimco fonds staat onder toezicht in Ierland.
51
Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds
51
3.4 Toelichting op de winst- en verliesrekening over 2013 2013
Overige kosten Administrateur Caceis Netherlands B.V. Administrateur KAS BANK N.V. Accountantskosten Kosten Stichting bewaarbedrijf Guestos Kosten Kas-Trust Bewaarder O&E Paraplufonds B.V. Kosten toezichthouders (AFM/DNB/Oversight Entity) Bewaarloon Diversen
2012
1 januari
1 januari
31 december
31 december
EUR
EUR
35.710 7.616 12.804 5.863 18.300 11.319
12.510 29.693 17.613 3.092 8.102 7.654 14.021 3.145
91.612
95.830
52
Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds
52
4 O&E FIXED INCOME STRATEGY III
53
Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds
53
O&E FIXED INCOME STRATEGY III 4.1 Balans per 31 december 2013 voor resultaatbestemming
ACTIVA Beleggingen Obligatiebeleggingsfondsen Vorderingen Effectentransacties Overige activa Immateriële vaste activa Liquide middelen
Totaal Activa
PASSIVA Fondsvermogen Participantenvermogen Wettelijke reserve Algemene reserve Onverdeeld resultaat
Kortlopende schulden Effectentransacties Overige schulden en overlopende passiva
Totaal Passiva
2013
2012
31 december
31 december
EUR
EUR
81.192.935
59.565.030
-
1.634.344 1.634.344
16.500 648.873 665.373
21.000 593.059 614.059
81.858.308
61.813.433
81.860.807 16.500 1.353.786 (1.418.972) 81.812.121
60.385.846 21.000 (21.000) 1.370.285 61.756.131
46.187 46.187
15.030 42.272 57.302
81.858.308
61.813.433
54
Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds
54
O&E FIXED INCOME STRATEGY III 4.2 Winst- en verliesrekening over 2013
Beleggingsresultaat Gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen en futures Ongerealiseerde waardeveranderingen
Overige opbrengsten Koers- en omrekeningsverschillen Toe- en uittredingsprovisie Overige opbrengsten
Som der opbrengsten Lasten Interest Afschrijving immateriële vaste activa Overige kosten Som der lasten Resultaat
2013
2012
1 januari
1 september
31 december
31 december
EUR
EUR
810.037 (2.114.791)
65.428 1.331.489
(1.304.754)
1.396.917
(17.841) 8.411 19.481
1.403 249
10.051
1.652
(1.294.703)
1.398.569
989 4.500 118.780 124.269
1.500 26.784 28.284
(1.418.972)
1.370.285
55
Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds
55
O&E FIXED INCOME STRATEGY III 4.3 Toelichting op de balans per 31 december 2013 Het verloop van de beleggingen (excl. Futures) gedurende de verslagperiode is als volgt: 2013 2012 Beleggingen EUR EUR Obligatiebeleggingsfondsen Begin verslagperiode 59.565.030 Aankopen 87.755.540 66.965.113 Verkopen (64.026.198) (8.797.000) Gerealiseerd koersresultaat 13.354 65.428 Ongerealiseerd koersresultaat (2.114.791) 1.331.489 Einde verslagperiode 81.192.935 59.565.030
Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen De per balansdatum lopende futurescontracten betreffen: 70 verkochte EURO-BOBL Futures (5-jaars Duitse staatsobligaties), met een looptijd tot en met maart 2014. De nominale waarde bedraagt € 7.000.000 en de koers per 31 december 2013 is 124,43. 18 verkochte EURO-BUND Futures (10-jaars Duitse staatsobligaties), met een looptijd tot en met maart 2014. De nominale waarde bedraagt € 1.800.000 en de koers per 31 december 2013 is 139,17. De initial margin die voor deze positie aangehouden moet worden bedraagt per 31 december 2013 € 149.178. Dit bedrag is geblokkeerd op de dispositieruimte van de Strategy. De variation margin wordt dagelijks verrekend in de liquide middelen.
4.4 Toelichting op de winst- en verliesrekening over 2013
Overige kosten Administrateur KAS BANK N.V. Accountantskosten Kosten Kas-Trust Bewaarder O&E Paraplufonds B.V. Kosten toezichthouders (AFM/DNB/Oversight Entity) Bewaarloon Diversen
2013
2012
1 januari
1 september
31 december
31 december
EUR
EUR
52.280 9.278 15.268 7.142 22.111 12.701
11.364 5.060 2.825 4.915 2.602 18
118.780
26.784
56
Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds
56
5 O&E GLOBAL EQUITY STRATEGY
57
Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds
57
O&E GLOBAL EQUITY STRATEGY 5.1 Balans per 31 december 2013 voor resultaatbestemming
ACTIVA Beleggingen Aandelenbeleggingsfondsen Vorderingen Effectentransacties Overige activa Immateriële vaste activa Liquide middelen
Totaal Activa
PASSIVA Fondsvermogen Participantenvermogen Wettelijke reserve Algemene reserve Onverdeeld resultaat
Kortlopende schulden Effectentransacties Overige schulden en overlopende passiva
Totaal Passiva
2013
2012
31 december
31 december
EUR
EUR
132.750.327
42.895.065
-
1.222.732 1.222.732
11.880 462.896 474.776
15.120 516.754 531.874
133.225.103
44.649.671
119.977.290 11.880 184.801 12.990.695 133.164.666
44.107.531 15.120 (15.120) 196.681 44.304.212
60.437 60.437
313.719 31.740 345.459
133.225.103
44.649.671
58
Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds
58
O&E GLOBAL EQUITY STRATEGY 5.2
Winst- en verliesrekening over 2013
Beleggingsresultaat Opbrengsten uit beleggingen Gerealiseerde waardeveranderingen Ongerealiseerde waardeveranderingen
Overige opbrengsten Toe- en uittredingsprovisie Overige opbrengsten
Som der opbrengsten Lasten Interest Afschrijving immateriële vaste activa Overige kosten Som der lasten Resultaat
2013
2012
1 januari
1 september
31 december
31 december
EUR
EUR
10.726 697.205 12.381.859
24.247 (141.961) 334.759
13.089.790
217.045
8.715 37.316
971 550
46.031
1.521
13.135.821
218.566
332 3.240 141.554 145.126
120 1.080 20.685 21.885
12.990.695
196.681
59
Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds
59
O&E GLOBAL EQUITY STRATEGY 5.3 Toelichting op de balans per 31 december 2013 Het verloop van de beleggingen gedurende de verslagperiode is als volgt:
Beleggingen Obligatiebeleggingsfondsen Begin verslagperiode Aankopen Verkopen Gerealiseerd koersresultaat Ongerealiseerd koersresultaat Einde verslagperiode
2013
2012
EUR
EUR
42.895.065 103.638.738 (26.862.540) 697.205 12.381.859 132.750.327
61.410.965 (18.708.698) (141.961) 334.759 42.895.065
Belangen groter dan 20% iShares S&P 500 EUR Hedged (in deze paragraaf verder ‘het iShares fonds’) De O&E Global Equity Strategy heeft meer dan 20% van haar belegd vermogen geïnvesteerd in iShares fonds, dat onder meer verhandeld wordt op NYSE Euronext Amsterdam. Het laatste jaarverslag van het iShares fonds is te vinden op de website van het Fonds www.oeplu.com of op http://nl.ishares.com/nl/rc/producten/IUSE:LSE. Per 31 december 2013 is het belang dat de Strategy heeft belegd in het iShares fonds 24,3% van de Strategy ofwel € 32,3 miljoen. Het iShares fonds repliceert de S&P 500 index en dekt het dollarrisico af. Er zijn geen specifieke afspraken tussen de O&E Global Equity Strategy en het iShares fonds.
5.4 Toelichting op de winst- en verliesrekening over 2013
Overige kosten Administrateur KAS BANK N.V. Accountantskosten Kosten Kas-Trust Bewaarder O&E Paraplufonds B.V. Kosten toezichthouders (AFM/DNB/Oversight Entity) Bewaarloon Diversen
2013
2012
1 januari
1 september
31 december
31 december
EUR
EUR
63.309 12.727 18.510 9.797 27.441 9.770
8.598 3.643 2.006 3.539 1.418 1.481
141.554
20.685
60
Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds
60
6 O&E COMMODITY STRATEGY
61
Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds
61
O&E COMMODITY STRATEGY 6.1 Balans per 31 december 2013 voor resultaatbestemming
ACTIVA Beleggingen Commodity Funds Vorderingen Effectentransacties Overige vorderingen en overlopende activa Overige activa Immateriële vaste activa Liquide middelen
Totaal Activa
PASSIVA Fondsvermogen Participantenvermogen Wettelijke reserve Algemene reserve Onverdeeld resultaat
Kortlopende schulden Schulden aan kredietinstellingen Overige schulden en overlopende passiva
Totaal Passiva
2013
2012
31 december
31 december
EUR
EUR
7.143.315
6.689.866
59.580 2.132 61.712
171.967 171.967
1.950 1.950
2.470 179.393 181.863
7.206.977
7.043.696
9.232.199 1.950 (527.290) (1.543.103) 7.163.756
7.564.041 2.470 (2.470) (525.340) 7.038.701
38.643 4.578 43.221
4.995 4.995
7.206.977
7.043.696
62
Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds
62
O&E COMMODITY STRATEGY 6.2 Winst- en verliesrekening over 2013
Beleggingsresultaat Gerealiseerde waardeveranderingen Ongerealiseerde waardeveranderingen
Overige opbrengsten Toe- en uittredingsprovisie Overige opbrengsten
Som der opbrengsten Lasten Interest Afschrijving immateriële vaste activa Overige kosten Som der lasten Resultaat
2013
2012
1 januari
1 oktober
31 december
31 december
EUR
EUR
(1.290.526) (225.607)
(54.161) (468.489)
(1.516.133)
(522.650)
576 653
137 -
1.229
137
(1.514.904)
(522.513)
26 520 27.653 28.199
130 2.697 2.827
(1.543.103)
(525.340)
63
Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds
63
O&E COMMODITY STRATEGY 6.3 Toelichting op de balans per 31 december 2013 Het verloop van de beleggingen gedurende de verslagperiode is als volgt:
Beleggingen Commodity Funds Begin verslagperiode Aankopen Verkopen Gerealiseerd koersresultaat Ongerealiseerd koersresultaat Einde verslagperiode
2013
2012
EUR
EUR
6.689.866 14.128.276 (12.158.694) (1.290.526) (225.607) 7.143.315
8.771.200 (1.558.684) (54.161) (468.489) 6.689.866
Belangen groter dan 20% De O&E Commodity Strategy heeft 2 investeringen van meer dan 20% van haar belegd vermogen in andere beleggingsfondsen, te weten:
Russell OpenWorld Commodities Long/Neutral Strategy Barclays Capital Backwardation Long Only Index Russell OpenWorld Commodities Long/Neutral Strategy (in deze paragraaf verder ‘het Russell fonds’) Het laatste jaarverslag van het Russell fonds is te vinden op http://www.openworldinvesting.com/fund_info/. Per 31 december 2013 was het belang dat de Strategy had in de Russell OpenWorld Commodities Long/Neutral Strategy 20,6% van de Strategy ofwel € 1,5 miljoen. Het Russell fonds belegt via futures in 11 verschillende grondstoffen die maandelijks worden herwogen volgens bepaalde objectieve algoritmes die zijn gebaseerd op prijstrends. Er zijn geen specifieke afspraken tussen de O&E Global Equity Strategy en het Russell fonds. Het Russell fonds staat onder toezicht in Ierland. Barclays Capital Backwardation Long Only Index (in deze paragraaf verder ‘het Barclays fonds’) Het laatste jaarverslag van het Barclays fonds is te vinden op http://www.fundsadvisory.barclays.com/Home/Funds/FundsView.html?tab=fundOverview&isin=LU0772672126. Per 31 december 2013 was het belang dat de Strategy had belegd in het Barclays fonds 66,4% van de Strategy ofwel € 4,8 miljoen. Het Barclays fonds belegt via futures in 10 verschillende grondstoffen die maandelijks worden herwogen volgens bepaalde objectieve algoritmes die zijn gebaseerd op de vorm van de termijncurve, die als proxy wordt gebruikt voor voorraadniveaus. Oyens & Van Eeghen heeft een retrocessie onderhandeld die geheel ten goede komt aan de Strategy. In 2013 zijn de retrocessies vervallen als gevolg van een wijziging van de feestructuur van het Barclays fonds. Het Barclays fonds staat onder toezicht in Luxemburg.
64
Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds
64
6.4 Toelichting op de winst- verliesrekening over 2013 2013
Overige kosten Administrateur KAS BANK N.V. Accountantskosten Kosten Kas-Trust Bewaarder O&E Paraplufonds B.V. Kosten toezichthouders (AFM/DNB/Oversight Entity) Bewaarloon Diversen
2012
1 januari
1 oktober
31 december
31 december
EUR
EUR
17.625 1.459 2.044 1.123 3.038 2.364
1.165 518 302 503 204 5
27.653
2.697
65
Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds
65
7 O&E HEDGE FUND STRATEGY
66
Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds
66
O&E HEDGE FUND STRATEGY 7.1 Balans per 31 december 2013 voor resultaatbestemming
ACTIVA Beleggingen Hedge Funds Vorderingen Effectentransacties Overige activa Immateriële vaste activa Liquide middelen
Totaal Activa
PASSIVA Fondsvermogen Participantenvermogen Wettelijke reserve Algemene reserve Onverdeeld resultaat
Kortlopende schulden Effectentransacties Overige schulden en overlopende passiva
Totaal Passiva
2013
2012
31 december
31 december
EUR
EUR
24.821.484
12.070.579
9.456 9.456
1.499.832 1.499.832
4.350 1.788.559 1.792.909
5.510 1.837.348 1.842.858
26.623.849
15.413.269
23.660.373 4.350 103.165 1.296.892 25.064.780
13.637.586 5.510 (5.510) 107.515 13.745.101
1.405.771 153.298 1.559.069
1.657.166 11.002 1.668.168
26.623.849
15.413.269
67
Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds
67
O&E HEDGE FUND STRATEGY 7.2 Winst- en verliesrekening over 2013
Beleggingsresultaat Gerealiseerde waardeveranderingen Ongerealiseerde waardeveranderingen
Overige opbrengsten Toe- en uittredingsprovisie Overige opbrengsten
Som der opbrengsten Lasten Interest Afschrijving immateriële vaste activa Overige kosten Som der lasten Resultaat
2013
2012
1 januari
1 oktober
31 december
31 december
EUR
EUR
99.836 1.238.857
7.602 105.137
1.338.693
112.739
747 4.501
628 -
5.248
628
1.343.941
113.367
538 1.160 45.351 47.049
290 5.562 5.852
1.296.892
107.515
68
Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds
68
O&E HEDGE FUND STRATEGY 7.3 Toelichting op de balans per 31 december 2013
Het verloop van de beleggingen gedurende de verslagperiode is als volgt:
Beleggingen Hedge Funds Begin verslagperiode Aankopen Verkopen Gerealiseerd koersresultaat Ongerealiseerd koersresultaat Einde verslagperiode
2013
2012
EUR
EUR
12.070.579 18.983.860 (7.571.647) 99.835 1.238.857 24.821.484
13.357.340 (1.399.500) 7.602 105.137 12.070.579
Belangen groter dan 20% belangen De O&E Hedge Fund Strategy heeft 4 investeringen van gemiddeld meer dan 20% van haar belegd vermogen in andere beleggingsfondsen, te weten:
SSARIS Multi Manager Absolute Return SAIL Topaz EdR Prifund Alpha Uncorrelated € JP Morgan Systematic Alpha SSARIS Multi Manager Absolute Return (in deze paragraaf verder ‘het SSARIS fonds’) Informatie van dit SSARIS fonds, die in het bezit is van de beheerder, mag niet publiekelijk worden verstrekt. Bij de start van de verslagperiode was het belang 25%, per 31 december 2013 was het belang dat de Strategy had belegd in het SSARIS Fonds 19,5%. Het SSARIS fonds belegt in diverse strategieën die een lage correlatie vertonen met de financiële markten. Deze strategieën zijn te onderscheiden in 4 hoofdcategorieën, te weten Equity Hedge, Event Driven, Relative Value en Macro. Er zijn geen specifieke afspraken tussen de O&E Hedge Fund Strategy en het SSARIS fonds. Het SSARIS fonds staat niet onder toezicht, de beheerder (SSARIS Advisors, LLC, onderdeel van State Street) staat onder toezicht in de Verenigde Staten. SAIL Topaz (in deze paragraaf verder ‘het Sail Topaz fonds’) Informatie van dit Sail Topaz fonds, die in het bezit is van de beheerder, mag niet publiekelijk verstrekt worden. Per 31 december 2013 was het belang dat de Strategy had belegd in Sail Topaz 27,6% van de Strategy. Het Sail Topaz fonds belegt in diverse strategieën die een lage correlatie vertonen met de financiële markten. Deze strategieën zijn te onderscheiden in 4 hoofdcategorieën, te weten Event Driven, Long/Short Equity, Relative Value en Tactical Trading. De nadruk ligt op Event Driven en Long/Short Equity strategieën. Oyens & Van Eeghen heeft vanaf 1 augustus 2013 een retrocessie onderhandeld die geheel ten goede komt aan de Strategy. Het Sail Topaz fonds staat onder toezicht in Luxemburg.
69
Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds
69
EdR Prifund Alpha Uncorrelated € (in deze paragraaf verder ‘Prifund’) Informatie van Prifund, die in het bezit is van de beheerder, mag niet publiekelijk verstrekt worden. Per 31 december 2013 was het belang dat de Strategy had in Prifund 24,5% van de Strategy. Prifund belegt in diverse strategieën die een lage correlatie vertonen met de financiële markten. De nadruk ligt op Event Driven en Multi-Manager strategieën. Er zijn geen specifieke afspraken tussen de O&E Hedge Fund Strategy en Prifund. Prifund staat onder toezicht in Luxemburg. JP Morgan Systematic Alpha (in deze paragraaf verder ‘het JP Morgan fonds’) Het laatste jaarverslag van het JP Morgan fonds is te vinden op de website van het Fonds www.oeplu.com of op http://www.jpmorganassetmanagement.lu/EN/showpage.aspx?pageid=44&FundID=7093&ShareclassID =9703. Per 31 december 2013 was het belang dat de Strategy had in dit fonds 21,2% van de Strategy. Het JP Morgan fonds belegt in verschillende alternatieve risicofactoren die door de markt worden beloond. De strategie is in beginsel marktneutraal en vertoont daarom nauwelijks correlatie met financiële markten. Het JP Morgan fonds staat onder toezicht in Luxemburg.
7.4 Toelichting op de winst- en verliesrekening over 2013
Overige kosten Administrateur KAS BANK N.V. Accountantskosten Kosten Kas-Trust Bewaarder O&E Paraplufonds B.V. Kosten toezichthouders (AFM/DNB/Oversight Entity) Bewaarloon Diversen
2013
2012
1 januari
1 oktober
31 december
31 december
EUR
EUR
28.697 2.462 3.665 1.895 6.768 1.864
2.322 1.155 602 1.122 357 4
45.351
5.562
Amsterdam, 10 april 2014
De beheerder, Oyens & Van Eeghen Beheer B.V.
70
Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds
70
IV.
1
OVERIGE GEGEVENS
Voorstel resultaatbestemming
Voorgesteld wordt om de winst over 2013 ad € 9.720.284 ten gunste van de algemene reserve te brengen.
2
Gebeurtenissen na balansdatum
Sluiten van de Commodity Strategy Recent heeft Oyens & Van Eeghen Beheer B.V. een studie naar grondstoffen als beleggingscategorie afgerond. Deze studie bevestigde onze stelling dat grondstoffen vooral een rol in een beleggingsportefeuille hebben als bescherming tegen inflatie. Op de afzienbare termijn verwachten wij niet dat de inflatie sterk zal gaan stijgen en zien de risico’s op kortere termijn eerder aan de kant van deflatie. Het aanhouden van grondstoffen op basis van tactische overwegingen is bijgevolg niet aan de orde. Een tweede conclusie uit deze studie is dat het rendement van grondstoffenbeleggingen en de additionele diversificatie die ze bieden in portefeuillecontext historisch onvoldoende compensatie bieden voor het hoge risico. De redenen hiervoor, die vooral liggen in de marktstructuur, zullen in de toekomst naar onze mening niet wezenlijk veranderen. Wij zien daarom onvoldoende basis om grondstoffen als strategische positie te behouden. In ons beleggingsbeleid is de strategische positie in grondstoffen ter grootte van 5% daarom vervangen door een hogere strategische allocatie naar aandelen. De resterende positie in grondstoffen is per 22 januari 2014 verkocht waarna de O&E Commodity Strategy is gesloten. Nieuwe uitbesteding bewaarneming, administratie en bewaarder Op 31 maart 2014 hebben de vennootschap en Oyens & Van Eeghen N.V. overeenkomsten (bewaarneming, administratie en bewaarder van het Fonds en Strategies) met KAS BANK N.V. en KAS Trust Bewaarder O&E Paraplufonds B.V. opgezegd. De komende periode zal transitie plaatsvinden naar BoNY Mellon en SGG Custody B.V.
71
Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds
71
3
CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT
Aan: de algemene vergadering van participanten van O&E Paraplufonds
Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit verslag opgenomen jaarrekening 2013 van O&E Paraplufonds te Amsterdam gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2013 en de winst-enverliesrekening over 2013 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen.
Verantwoordelijkheid van de beheerder De beheerder van het fonds is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het verslag van de beheerder, beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW) en met de Wet op het financieel toezicht. De beheerder is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als de beheerder noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.
Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van het fonds. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door de beheerder van het fonds gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden.
Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van het fonds per 31 december 2013 en van het resultaat over 2013 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW) en met de Wet op het financieel toezicht.
72
Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds
72
Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het verslag van de beheerder, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de in artikel 2:392 lid 1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het verslag van de beheerder, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW. Amsterdam, 10 april 2014 PricewaterhouseCoopers Accountants N.V.
Origineel getekend door mr. drs. M.D. Jansen RA
73
Jaarverslag 2013 O&E Paraplufonds
73