financiën, huisvesting, ICT & administratie
0
Planning- & Controlcyclus geprofessionaliseerd In 2010 is de planning & controlcyclus verder verbeterd. Doordat de financiële verantwoordelijkheid in de lijn verder werd aangescherpt, nam de financiële beheersbaarheid van de organisatie toe. In 2011 wordt deze professionalisering verder voortgezet. Dit zal leiden tot een planning & controlcyclus die de sturing en beheersing van de organisatie optimaal ondersteunt.
Strategische visie op vastgoed definitief In 2010 stelde het College van Bestuur, na overleg met de Raad van Toezicht, de strategische visie op vastgoed vast. ROC ID College wil zich ontwikkelen tot een netwerkorganisatie die herkend en erkend wordt als de kennispartner in de regio. Om deze verbinding met de regio te realiseren is op basis van strategische en geografische motieven gekozen voor vier unilocaties die zich bevinden in Alphen aan den Rijn, Gouda, Leiden en Zoetermeer. Naast deze unilocaties wil ROC ID College een beperkt aantal satellietlocaties handhaven. Dit is echter alleen wenselijk als de kwaliteit van het onderwijs en de binding met een regio hier om vragen.
Veel aandacht voor risicobeheersing
50
Om de continuïteit van ROC ID College te kunnen waarborgen, is het van belang om risico’s tijdig te herkennen en er passende maatregelen tegen te nemen. Het gaat daarbij zowel om interne als externe risico’s. In 2010 zijn diverse stappen ondernomen om risico’s te beheersen en te voorkomen dat ROC ID College zijn doelstellingen en ambities niet of onvoldoende realiseert. Hieronder volgt een overzicht van de belangrijkste activiteiten in het verslagjaar.
een structureel instrument om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. • Tijdens het verslagjaar is de stuurinformatie verbeterd. Om tijdig te kunnen (bij)sturen is het van groot belang om over de juiste informatie te beschikken. In 2010 zijn diverse acties ondernomen, alle gericht op het verbeteren van de managementinformatie: -
Het vaststellen van de prestatiekaart. Deze lijst van strategische en tactische prestatie-indicatoren wordt in de toekomst gebruikt bij de voortgangsgesprekken tussen College van Bestuur en de managers. Voorbeelden van indicatoren zijn: jaarresultaat, uitval en ziekteverzuim.
-
De realisatie van het managementinformatieportaal (MIP). De informatie uit het MIP maakt een betere sturing op (strategische) prestatie-indicatoren mogelijk. Het komende jaar zal het MIP nog verder worden ontwikkeld.
-
Het opnemen van risico’s in de voortgangsrapportages van het management. Hierdoor vormen risico’s een structureel aandachtspunt in de gesprekken tussen College van Bestuur en de managers.
• Om het management te ondersteunen en grip te krijgen en te houden op de exploitatie is de dienst P&C met drie fte uitgebreid. De dienst gaat haar focus verbreden van financieel control naar business control. De aandacht verschuift daarmee van controle achteraf naar analyse vooraf. Het resultaat hiervan is dat er al in een vroeger stadium zicht komt op risico’s en aandachtspunten. Dit maakt het beter mogelijk om tijdig bij te sturen.
• In 2010 is het Strategisch plan 2010-2014 vastgesteld. In dit plan zijn vier programma’s ingericht die invulling moeten geven aan de realisatie van de strategische pijlers. Om hier concreet stappen in te maken, zullen begin 2011 programmamanagers worden benoemd.
Onderwijsinspectie doet onderzoek naar kwaliteit onderwijs
• In 2010 heeft een aanpassing plaatsgevonden van de organisatiebrede risicoanalyse uit 2006. Verder is voor alle domeinen, bedrijven en diensten een nulmeting uitgevoerd om sterktes en verbeterpunten vast te stellen. Om de kwaliteit van het onderwijs beter zichtbaar te maken, is een kwaliteitsmonitor ontwikkeld. Deze monitor zal jaarlijks worden ingezet en vormt daarmee
De onderwijsinspectie heeft in 2010 verschillende onderzoeken gedaan naar de kwaliteit van het onderwijs. Het betrof onderzoeken naar sociale veiligheid bij Welzijn, diplomaroute opleiding gastouders bij Welzijn en Gezondheidszorg, verzuimregistratie en een onderzoek naar kwaliteitsverbetering bij de teams van Handel, Uiterlijke Verzorging en Welzijn. De kwaliteit van het onderwijs bij de onderzochte opleidingen is voldoende. Het onderzoek naar kwa-
2
0
1
0
liteitsverbetering bij Handel is eveneens met een voldoende beoordeling afgerond. Bij Welzijn bleek een onderzoek naar kwaliteitsverbetering niet meer nodig te zijn, omdat de opbrengsten inmiddels boven de inspectienorm liggen. De opbrengsten bij de opleidingen Kappers en Schoonheidsverzorging zijn opnieuw als zwak beoordeeld, terwijl de onderwijskwaliteit juist weer als goed is beoordeeld. Om de opbrengsten structureel te verhogen, is een verbeterplan opgesteld. Bovendien vindt, op initiatief van het onderwijsmanagement, over deze opbrengsten begin 2011 een gesprek plaats met de Inspectie. In februari 2011 zal een externe audit bij de kappersopleidingen plaatsvinden. In juni 2011 doet de Inspectie opnieuw onderzoek naar de opbrengsten van de kappersen schoonheidsopleidingen.
Onderwijsinspectie doet onderzoek naar kwaliteit examinering In december 2009 en januari 2010 voerde de Onderwijsinspectie onderzoek uit naar de examens van verschillende competentiegerichte opleidingen. Uit dit onderzoek bleek dat van de elf onderzochte opleidingen alleen de Techniekexamens twee onvoldoende beoordelingen kregen. Negen andere opleidingen ontvingen een voldoende beoordeling. Als reactie op de twee onvoldoendes bij Techniek is een verbeterplan opgesteld en uitgevoerd en is een interne audit gehouden. In december van het verslagjaar is de Onderwijsinspectie gestart met het examenonderzoek 2010. Dit onderzoek wordt in februari 2011 voortgezet. Dat geldt ook voor het heronderzoek bij de twee onvoldoende examenbeoordelingen Techniek.
Tevredenheid studenten in kaart gebracht De studenten van ROC ID College hebben actief deelgenomen aan de landelijke JOB-monitor 2010. Met 43,7% respons hoort ROC ID College bij de drie middelgrote ROC’s met de hoogste respons. De studenten geven hun opleiding gemiddeld een 6,7 en ROC ID College een 6,0. De uitkomsten laten zien dat studenten de opleiding goed aankunnen, zich veilig voelen op school, een goede begeleiding krijgen en goed in staat zijn zelfstandig te werken. Als aandachtspunten komen naar voren dat de begeleiding vanuit school tijdens beroepspraktijkvorming beter kan, dat studenten roosterwijzigingen eerder willen weten en dat ze behoefte hebben aan meer rust in de ruimtes waar zij studeren en werken.
In maart en april is, onder leiding van een externe voorzitter en in samenwerking met de dienst Onderwijs & Innovatie en Planning & Control (Kwaliteitszorg), een audit uitgevoerd in alle domeinen. Speciale aandacht kregen daarbij de thema’s intake, studieloopbaanbegeleiding, voortijdig schooluitval en beroepspraktijkvorming. ROC-brede en teamspecifieke aandachtspunten die tijdens deze audit naar voren kwamen, zijn besproken en verwerkt in de (meer)jaarplannen. Het onderzoek dat onderzoeksbureau SARV International in oktober uitvoerde onder studenten en docenten van ROC ID College in Zoetermeer bevestigt een aantal van de hierboven genoemde resultaten. De uitkomsten laten zien dat studenten tevreden zijn over de organisatie, de aandacht en kwaliteit van de docenten en het tempo en niveau van de opleiding. Gebrek aan studieruimten en te weinig begeleiding door de school tijdens de beroepspraktijkvorming kwamen opnieuw als aandachtspunten naar voren. In december is een vervolgbijeenkomst gehouden met studenten, docenten en het management waarin zij verbeteringen bespraken en oplossingen aandroegen.
100% klachtenafhandeling ROC ID College is verantwoordelijk voor een zorgvuldige en correcte afhandeling van klachten. Hiertoe is een reglement vastgesteld. De procedure voor klachtenbehandeling beschrijft dat in het geval partijen niet in staat blijken te zijn een klacht naar tevredenheid af te handelen, de mogelijkheid bestaat zich te wenden tot een klachtencommissie. Voordat deze commissie advies uitbrengt aan het College van Bestuur besluit zij, op basis van schriftelijke stukken, of een hoorzitting nodig is. In 2010 zijn 38 klachten ontvangen, waarvan 17 gericht aan het College van Bestuur of de onderwijsmanagers. De overige 21 klachten zijn gericht aan de klachtencommissie. De klachten zijn overwegend afkomstig van studenten. Slechts één klacht werd bij het College van Bestuur ingediend door een aantal docenten van een onderwijsteam. De klachten betreffen overwegend het gebrek aan en onjuistheid in informatievoorziening. Studenten die een klacht indienen bij het College van Bestuur of de klachtencommissie geven aan dat zij zich in geval van vragen en klachten niet gehoord voelen door
51
docenten. De meeste klachten blijken naar tevredenheid van de student te kunnen worden afgehandeld door tussenkomst van de onderwijsmanager. In het verslagjaar zijn alle klachten beantwoord en afgehandeld.
Keurmerk Inburgeren van Blik op Werk en Keurmerk Exameninstelling Inburgering 2010 Het domein Educatie & Oriëntatie is sinds 2008 in het bezit van zowel het Keurmerk Inburgeren als het Keurmerk Exameninstelling Inburgering. Door beide keurmerken kunnen zowel opdrachtgevers als inburgeraars rekenen op de kwaliteit van de organisatie, het onderwijs en de examens. Deze kwaliteit wordt jaarlijks door de externe toezichthoudende instanties getoetst door middel van een audit. De TÜV toets het Keurmerk Inburgeren van Blik op Werk; Het KCE toetst het Keurmerk Exameninstelling. Naar aanleiding van deze beide audits is het jaarlijkse verbeterplan opgesteld. Voor het Keurmerk Inburgeren hebben de aandachtspunten vooral betrekking op de aankomende wijzigingen binnen het Keurmerk Inburgeren en de veranderende eisen en normeringen die met ingang van 2011 in werking zullen treden. Daarnaast is de beschrijving van de werkprocessen uitvoerig aan de orde geweest.
52
Rapportcijfer dat de studenten de school en hun opleiding geven 10 9 8 6.7
7 6.2
6
6.0
6.7 6.0
5.5
2003 2007
5
2010
4 3 2 1 0 tevredenheid school
tevredenheid opleiding
2
0
1
0
Financiële kengetallen 1,40 1,20
Solvabiliteit 1
1,00
Liquiditeit (current ratio)
0,80
Rentabiliteit
0,60 Solvabiliteit 1 vergelijkingsgroep
0,40 Liquiditeit (current ratio) vergelijkingsgroep
0,20 2005
2006
2007
2008
2009
2010
Rentabiliteit (totaal vermogen) vergelijkingsgroep
0,20Boekjaar
53
Financiële positie 1,20 1,00 2005
0,80
2006
0,60
2007
0,40
2008 2009
0,20
2010
Solvabiliteit 1
0,20-
Liquiditeit (current ratio)
Rentabiliteit
Notitie Helderheid BVE Volgens de notitie ’Helderheid in de bekostiging Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie 2004’ moet de instelling, conform het Onderwijscontroleprotocol OCW, in het jaarverslag een aantal onderwerpen verantwoorden. De notitie Helderheid geeft inzicht in de interpretatie en toepassing van de bekostigingsregels en bekostigingsparameters die gelden bij de telling van de studenten. De gegevens die hieronder staan, geven een nadere toelichting op het totaal aantal bekostigde deelnemers. Les- en cursusgeld niet betaald door de deelnemer zelf Bij inschrijving stemt een BBL-deelnemer er door ondertekening van het intakeformulier mee in dat het cursusgeld door een derde zal worden betaald. ROC ID College heeft het les- of cursusgeld voor studenten evenmin betaald. Meerdere inschrijvingen per deelnemer Van de bekostigde deelnemers die in het schooljaar 2010-2011 ingeschreven waren, stonden geen deelnemers dubbel ingeschreven.
54
Uitschrijving kort na de eerste teldatum De onderstaande tabel geeft inzicht in het aantal deelnemers dat in oktober en november is uitgestroomd en in aanmerking komt voor de inputbekostiging.
Uitstroom oktober – november 2010 Met diploma Zonder diploma
206 53 153
Met certificaat 36 Studie bij andere instelling vervolgd (AOB) 22
Het veranderen van de opleiding of de leerweg tijdens het schooljaar (omzwaai) In onderstaande tabel is het aantal en het soort omzwaaiers van de instelling weergegeven. Doorstroom 2010-2011 Andere opleiding Andere opleiding - uitstroomvariant Andere leerweg Beiden
249 208 22 13 6
Horizontale en verticale stapeling 37 studenten zijn in 2009 en in 2010 gediplomeerd op een verwante opleiding dan wel een opleiding met hetzelfde niveau. Gecombineerde trajecten educatie en beroepsonderwijs In 2010 hebben 13 studenten een gecombineerd traject aangeboden gekregen. Voor deze trajecten zijn de regels conform de notitie Helderheid correct toegepast.
2
0
1
0
Financiële ontwikkelingen 2010
Baten en lasten Regulier (alle bedragen in € 1000)
Werkelijk
Werkelijk in % van
Begroting
Werkelijk
2010
begroting 2010
2010
2009
Begroting 2011
Baten
82.105
100%
82.282
80.159
83.316
67.819
101%
67.155
65.864
71.156
7.988
97%
8.233
8.483
5.795
192
133%
144
186
160
3.1
Rijksbijdragen
3.2
Overige overheidsbijdragen en subsidies
3.3
College-, cursus-, les- en examengelden
3.4
Baten werk in opdracht van derden
4.083
86%
4.757
3.776
4.340
3.5
Overige baten
2.024
106%
1.993
1.850
1.865
Lasten
81.932
98%
83.697
83.799
82.728
4.1
Personele lasten
60.868
99%
61.463
62.206
61.739
4.2
Afschrijvingen
5.374
98%
5.496
5.960
5.620
4.3
Huisvestingslasten
5.290
87%
6.090
7.510
5.259
4.4
Overige lasten
10.400
98%
10.648
8.123
10.110
5
Financiële baten en lasten
-58
10%
-605
-159
-500
Resultaat uit gewone bedrijfsvoering
115
-2.020
-3.800
88
55
Balans (alle bedragen in € 1000) Balans
2010
2009
Activa
59.006
55.613
1.2
Materiële vaste activa
44.621
44.243
1.3
Financiële vaste activa
1.5 1.7
-
-
Vorderingen
5.049
4.195
Liquide middelen
9.337
7.175
Passiva
59.006
55.613
2.1
Eigen vermogen
23.578
21.135
2.3
Voorzieningen
5.437
8.308
2.4
Langlopende schulden
8.581
8.662
2.5
Kortlopende schulden
21.410
17.508
2010 is afgesloten met een positief resultaat van € 0,1 miljoen ten opzichte van een begroot negatief resultaat van circa € 2 miljoen. Het positieve resultaat wordt met name veroorzaakt door lagere kosten. Dit is in lijn met de maatregelen die het College van Bestuur in 2009 in gang heeft gezet en die in 2010 vruchten hebben afgeworpen. De inkomsten liggen redelijk in lijn met de begroting. Hieronder volgt een nadere toelichting op de exploitatie en balans op hoofdlijnen.
De baten zijn gelijk aan de begroting De totale baten waren in 2010 gelijk aan de begroting. Dit is enerzijds het gevolg van een aanvullende Rijksbijdrage van € 0,7 miljoen vanuit de voorjaarsnota. Anderzijds komen de werkelijke WEB opbrengsten over 2010 € 0,5 miljoen lager uit dan begroot. Dit is het gevolg van een onderbesteding bij ISMH en een verhoging van de vooruitontvangen WEB gelden ISMH. De baten werk in opdracht van derden zijn € 0,7 miljoen lager uitgevallen door zowel een lagere omzet WI (inburgering) van € 0,5 miljoen als lagere opbrengsten uit hoofde van projecten (€ 0,2 miljoen). Omdat eveneens de projectkosten zijn achtergebleven, heeft dit een resultaatneutraal effect. De baten voor scholing en advies laten een kleine surplus zien ten opzichte van de begroting. De overige baten zijn iets hoger dan begroot. Dit wordt in het bijzonder veroorzaakt door meevallende cateringopbrengsten (€ 0,1 miljoen). De lasten zijn gedaald De lasten zijn in 2010 € 1,8 miljoen lager dan begroot. De onderschrijding wordt enerzijds veroorzaakt door lagere huisvestingskosten, anderzijds door de vorming van de voorziening Educatie.
56
De begroting voor personeelskosten wordt enerzijds overschreden door extra inhuur derden. Deze inhuur betreft onder meer het domeinonderzoek. Een deel van deze inhuur is gefinancierd uit de meevallende dotatie voorziening Wachtgeld. Anderzijds blijven de personeelskosten achter ten opzichte van de begroting als gevolg van een te hoge inschatting van de opslag voor personeelskosten, het (tijdelijk) niet invullen van vacatures en lagere scholingskosten dan begroot. Daarnaast is een voorziening Educatie gevormd voor € 1,0 miljoen ten behoeve van het in lijn brengen van het aantal formatieplaatsen met het opbrengstniveau voor het jaar 2011 en verder. De afschrijvingslasten zijn € 0,1 miljoen lager dan begroot door een restrictief investeringsbeleid. De huisvestingslasten vallen € 0,8 miljoen lager uit dan begroot. Dit komt deels door een verschuiving van de advieskosten. Terwijl deze advieskosten waren begroot onder de huisvestingslasten, is de realisatie van deze kosten deels verantwoord onder de overige personeelslasten.
Het Facilitair bedrijf is in de eerste maanden van 2010 terughoudend geweest in het doen van onderhoud. Door het afstoten van het pand Bredewater 24 zijn daarnaast de huurlasten € 0,5 miljoen lager dan begroot. De overige lasten zijn € 0,2 miljoen lager dan begroot. Ook voor de overige lasten geldt dat deze achter zijn gebleven ten opzichte van de begroting door een terughoudend beleid ten aanzien van investeringen. Dit resulteert in € 0,5 miljoen lagere kosten. Verder blijven de reis- en verblijfkosten € 0,2 miljoen achter op begroting. De administratie- en beheerslasten zijn daarentegen € 0,2 miljoen hoger dan begroot. De financieringsbehoefte is in de begroting conservatief begroot. De werkelijke rentelasten liggen ruim onder de begrote kosten van € 0,6 miljoen. Vergelijking balansposten met het vorige jaar De materiële vaste activa zijn met € 0,4 miljoen toegenomen door investeringen in de verbouwing van Gouda (€ 0,7 miljoen) en verbouwingen in Zoetermeer (€ 0,4 miljoen). Ook is er geïnvesteerd in met name hardware. De toename van de vorderingen is het gevolg van een hogere debiteurenstand. Deze wordt veroorzaakt door de facturatie aan de gemeentes door Educatie in december. De liquiditeitspositie van ROC ID College is per balansdatum sterk verbeterd. Dit heeft onder meer te maken door het achterlopen van de verbouwing in Gouda. Het eigen vermogen is vermeerderd met het positieve bedrijfsresultaat en met de vrijval van de BAPO voorziening (€ 2,3 miljoen). Per 1 januari is de verslaggevingsrichtlijn ten aanzien van de voorziening BAPO gewijzigd en is het vormen van een voorziening niet meer toegestaan. Hierdoor is ook de omvang van de noodzakelijke voorzieningen flink gedaald. De voorzieningen zijn ook afgenomen als gevolg van het uitvoeren van de regelingen pre-FPU, waarvoor in 2009 een voorziening is gevormd van € 2,1 miljoen. De kortlopende schulden zijn € 3,9 miljoen hoger als gevolg van hogere crediteurenstand (€ 0,8 miljoen). De vooruitgefactureerde en –ontvangen termijnen zijn € 1,7 miljoen hoger. Een bedrag van € 2 miljoen is terug te betalen aan de gemeentes voor te veel ontvangen subsidiegelden Educatie.
2
0
1
0
Investeringenbeleid Het meerjareninvesteringsplan is nadrukkelijk gebaseerd op het credo ‘Kies voor ontwikkeling’. Het efficiënt gebruiken van ruimte(s) en ICT-middelen is een eerste vereiste om de uiteindelijke exploitatiekosten te verminderen. ROC ID College gaat dit realiseren door de beschikbare vierkante meters zo efficiënt mogelijk in te zetten, evenals ICT-middelen. Dit principe sluit naadloos aan bij de gekozen strategie van Flex ID. De investeringsbegroting past in het meerjaren beleid van ROC ID College. Het verlagen van een ‘vast beschikbare’ aantal vierkante meters en het creëren van een flexibele schil (huur) daar omheen, om een variërend aantal studenten op te kunnen vangen. Treasury management Met ingang van 2011 dient ROC ID College, op grond van bestaande afspraken, te starten met het aflossen van de huidige kredietfaciliteit. Met de afronding van de strategische vastgoedvisie is duidelijkheid ontstaan ten aanzien van het meerjareninvesteringsprogramma en de financieringsbehoefte op (middel)lange termijn. Op basis van de huidige inzichten investeert ROC ID College in de jaren 2012 tot en met 2014 circa € 15 miljoen in nieuwbouwprojecten. Omdat de huidige kredietfaciliteit ontoereikend is voor deze investeringsplannen, herziet ROC ID College in 2011 de faciliteiten. Als beleidslijn houdt ROC ID College aan dat operationele activiteiten worden gefinancierd met kasstromen uit de operationele activiteiten en dat de investeringsactiviteiten worden gefinancierd met langlopende leningen. In de begroting 2011 is rekening gehouden met een toenemende rentelast. Begrotingscijfers 2011 en meerjaren perspectief (toekomstparagraaf) De rijksbijdrage voor duurzame verankering van de competentiegerichte kwalificatiestructuur (CGO) is gereserveerd voor strategische vernieuwing. De doelsubsidies Stagebox en Versterking Salarismix zijn financieel niet naar de teams gealloceerd. De uiteindelijke toekenning zal geschieden aan de hand van een ingediend plan. De doelsubsidie Innovatiebox is gereserveerd voor strategische vernieuwing. In de begroting is rekening gehouden met aanvullende kosten hiervoor. De doelsubsidie Taal en Rekenen is deels aan de
hand van goedgekeurde projectplannen naar de teams gealloceerd. In 2011 wordt een begin gemaakt met de vervanging van het kernregistratiesysteem en de daarbij behorende studentenadministratie, gekoppeld aan onderwijs logistiek. In de begroting is rekening gehouden met een investering van circa € 2 miljoen, verdeeld over 2011 en 2012. In 2011 wordt ROC ID College geconfronteerd met forse bezuinigingen op de educatieactiviteiten alsmede op het inburgeringsbudget. Daarnaast zullen loon- en kostenstijgingen niet meer worden gecompenseerd. In de begroting 2011 zijn deze ontwikkelingen doorvertaald. Voor het opstellen van de begroting 2011 en het meerjarenperspectief zijn de doelen en ambities van het Strategisch plan 20102014 ROC ID College als uitgangspunt gebruikt. Om het Strategisch plan te realiseren zijn vier programmalijnen gedefinieerd: • Onderwijs en begeleiding • Ontwikkeling van medewerkers • Verbinding met de regio • Financiën, huisvesting, ICT & administratie. Segmentatie publiek privaat vermogen vooralsnog niet opgenomen Conform RJ 660 kan ROC ID College kiezen voor segmentatie in de jaarrekening van het eigen vermogen in een publiek en een privaat deel. In de onderliggende jaarrekening is een zeer beperkt deel van het eigen vermogen, namelijk € 54.000, ondergebracht in een private bestemmingsreserve. Dit bedrag heeft ROC ID College in de jaren 2002 tot en met 2006 ontvangen van boekenleveranciers. Gezien de bijzondere invloed die een eventuele segmentatie heeft op de inrichting en verplichting alsook de benodigde inspanning voor het herleiden van historische gegevens is, met uitzondering van de hierboven genoemde kleine bestemmingsreserve, vooralsnog voor een ongedeelde opstelling gekozen. Kengetallen De solvabiliteit (eigen vermogen gedeeld door totaal vermogen) stijgt van 38% naar 40%. De liquiditeit (vlottende activa gedeeld door vlottende passiva) is 0,67 en de rentabiliteit bedraagt 0,14. Alle waarden bevinden zich binnen de signaleringsgrenzen die door de Commissie Vermogensbeheer onderwijsinstellingen zijn aanbevolen.
57
Verantwoording extra middelen Innovatiebox en Stagebox Vier innovatiepijlers of programma’s, die deels voortkomen uit het voorgaande Strategisch beleidsplan 2006-2010, hebben in 2010 vorm gegeven aan de innovatie: • Wervend en uitdagend onderwijs (Flex ID) • Verankering in de regio (relatiemanagement en strategisch assortimentsbeleid) • Medewerker in beweging (HRM) • Infrastructurele innovatie (met twee programma’s Informatiebeleidsplan en Huisvestingsplan).
58
Onder elke pijler voert ROC ID College verschillende projecten uit die soms meerdere jaren duren. Voor het opzetten van deze projecten wordt de aanpak van “Projectmatig Creëren” gehanteerd. Door deze aanpak is er draagvlak en betrokkenheid binnen de organisatie voor het uitvoeren van projecten behorende bij de bovengenoemde innovatiepijlers. Het Platform duurzame ontwikkeling, dat bestaat uit het College van Bestuur, de managers van de ondersteunende diensten of bedrijven, de voorzitters van de onderwijsdomeinen en een secretaris (senior adviseur dienst Planning en Control), informeren en leggen voorstellen voor aan de managers. Vervolgens worden deze voorstellen voorgelegd aan het College van Bestuur ter besluitvorming. Financiering van innovatieve projecten en programma’s vindt plaats uit reguliere rijksbijdragen, gelden uit de Innovatiebox, de Stagebox en externe gelden uit subsidies van onder andere Ministeries van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Leven Lang Leren) en Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (project Ondernemen=doen). Bij de opzet van de inhoudelijke en de financiële onderbouwing van externe gelden zijn alle onderwijsmanagers betrokken. Per team of domein is de inzet van medewerkers in het Jaarplan (oktober 2009) en in de projectaanvraag (gaandeweg kalenderjaar 2010) aangegeven met daarbij de verbinding tussen project- en programmaactiviteiten en de doelen van de Innovatie- en Stageboxgelden. Per team of domein is een urenregistratieformulier vastgesteld dat maandelijks wordt opgesteld en ondertekend. Door de projectaanvragen, waarin de manager de verbinding met de doelen van de Innovatie- en Stagebox en een financiële onderbouwing geeft, is er duidelijkheid over de besteding van de externe gelden.
De besteding van de gelden van de Innovatiebox vallen voornamelijk onder de pijler Wervend en uitdagend onderwijs (Flex ID). Voor de inzet van de Innovatieboxmiddelen worden hieronder enkele projecten genoemd; • Domein Economie: Flexibilisering en digitalisering onderwijs, waarbij het resultaat een verhoogde kennis en digitale vaardigheden bij studenten is naast een plaats en tijdonafhankelijke zelfsturing door de student. • Domein Gezondheidszorg: Herontwerp van de opleiding Helpende zorg en welzijn, niveau 2, met als resultaat een opleiding die passend is in het onderwijsmodel Flex ID. • Domein ICT en Techniek: ICT nog flexer, met als resultaat een bedrijvenpanel waaraan projecten ter validering worden voorgelegd en vertrouwen van 70% van de BPV-bedrijven in het ICT onderwijs van het ROC ID College. De gelden voor de stagebox zijn onder andere besteed aan: • Domein Dienstverlening: project Bedrijfsbeveiligingsdienst, met als resultaat voldoende BPV plaatsen voor de opleiding Particulier beveiliger. • Creëren van stageplaatsen voor Arbeidsmarktgekwalificeerd assistent.
2
0
1
0
Jaarrekening 2010 Stichting ROC ID College De jaarrekening is opgesteld met inachtneming van de Regeling jaarverslaggeving OCW, de RJ-richtlijnen en de inrichtingsvereisten van boek 2, titel 9 van Burgerlijk Wetboek (BW). RJ 660 is het sectorspecifieke hoofdstuk dat dus samen met de nieuwe Regeling Jaarverslag OCW de inrichtingseisen regelt van het jaarverslag van alle bekostigde onderwijsinstellingen.
1. Grondslagen van waardering activa en passiva en de resultaatsbepaling 1.1 Algemeen De grondslagen die worden toegepast voor de waardering van de activa en passiva en resultaatbepaling zijn gebaseerd op historische kosten. Voor zover niet anders vermeld zijn de activa en passiva gewaardeerd tegen nominale waarde. Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar de organisatie zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard gaat met een uitstroom van middelen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. De baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben. Alle bedragen in de tabellen van deze jaarrekening luiden in euro’s en zijn in duizendtallen weergegeven, tenzij anders vermeld. Bedragen in de lopende tekst zijn niet in duizendtallen weergegeven.
1.2 Waarderingsgrondslagen voor de balans Vaste activa Materiële vaste activa Materiële vaste activa (roerende en onroerende goederen) worden gewaardeerd op verkrijgings- of vervaardigingsprijs en verminderd met (cumulatieve) afschrijvingen. De afschrijvingen worden berekend volgens de lineaire methode op basis van de geraamde economische levensduur. De activeringsgrens voor materiele vaste activa is als volgt: • voor roerende goederen met een aanschaffingsprijs van meer dan € 1.000. De afschrijving vindt naar rato plaats van het jaar van aanschaf. • voor onroerende goederen is geen activeringsgrens benoemd. De eerste afschrijving voor nieuwbouw vindt plaats na in gebruikname. Ingeval van renovaties, verbouwingen of groot onderhoud vindt afschrijving plaats naar rato van de voortgang van de werkzaamheden gedurende het jaar. Gebouwen en Terreinen De afschrijvingstermijnen bedragen voor: • terreinen • gebouwen • renovaties, verbouwingen en groot onderhoud
59 geen afschrijving 30 jaar 10 jaar
Gebouwen en/of terreinen waarvan in het kader van de OKF-97 operatie het economisch claimrecht is verkregen, zijn gewaardeerd tegen de normatieve restwaarde, zoals deze door het Ministerie van OCW is bepaald bij de uitvoering van de OKF, onder aftrek van toegepaste afschrijvingen. Afschrijving heeft vanaf 2006 plaatsgevonden op basis van de geschatte economische levensduur zoals deze is aangegeven bij de uitvoering van de OKF, zijnde 30 jaar. De waarde van de gebouwen is verhoogd met investeringen die uit eigen middelen worden bekostigd. Afschrijving van deze investeringen vindt plaats op basis van de geschatte economische levensduur.
Inventaris en apparatuur Afschrijving vindt plaats op basis van de geschatte resterende economische levensduur.
van het eigen vermogen aangeduid als bestemmingsreserve. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen reserves die zijn opgebouwd uit publieke dan wel uit niet-publieke (private) middelen.
De afschrijvingstermijnen bedragen voor: • machines/installaties 10 jaar • hard- en software 4 jaar • audiovisuele hulpmiddelen 4 jaar • school- en kantoormeubilair 10 jaar • vervoersmiddelen 5 jaar
Voorzieningen Onder de voorzieningen worden de personele voorzieningen, voorziening verlieslatende contracten en de overige voorzieningen gepresenteerd. Tenzij anders is aangegeven worden de voorzieningen opgenomen tegen nominale waarde. Dotaties aan (oftewel toevoegingen) de voorzieningen vinden plaats ten laste van de exploitatierekening. Onttrekkingen (oftewel uitgaven) vinden plaats ten laste van de voorzieningen.
Financiële vaste activa De vordering van scholen beroepsonderwijs op het Ministerie van OCW uit hoofde van de te vorderen Loonheffing en premie ABP over de maand juli 1991 wordt erkend door het Ministerie, maar wordt slechts uitgekeerd bij opheffing van de school. De vorderingen zijn afgewaardeerd tot € 2. De nominale vordering bedraagt voor de Stichting ROC ID College € 364.202.
60
Vlottende activa Voorraden Waardering vindt plaats tegen kostprijs onder aftrek van noodzakelijk geachte voorzieningen. Voorraden van verbruiksgoederen worden niet opgenomen tenzij er een adequate voorraadadministratie aanwezig is.
Een voorziening in verband met verplichtingen wordt uitsluitend opgenomen indien op de balansdatum aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: • De Stichting ROC ID College heeft een huidige in rechte afdwingbare of feitelijke verplichting op grond van een gebeurtenis uit het verleden. • Het is waarschijnlijk dat een uitstroom van middelen vereist zal zijn om de verplichting af te wikkelen. • Er kan een betrouwbare schatting gemaakt worden van het bedrag van de verplichting.
Vorderingen Vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor de verwachte oninbaarheid van vorderingen is een voorziening gevormd. Deze voorziening wordt op de balans op mindering gebracht op de vorderingen.
Per 1 januari 2010 heeft ROC ID College een stelselwijziging doorgevoerd in de waardering van de Bapo-Voorziening. Tot en met 2009 mocht een voorziening gevormd worden ter financiering van de toekomstige BAPO-lasten. Met ingang van 1 januari 2010 vervalt deze mogelijkheid en zullen de lasten als periodelasten worden verantwoord. De nieuwe waarderingswijze wordt toegelicht onder 2.3.
Liquide middelen De liquide middelen worden opgenomen tegen nominale waarde.
De stelselwijziging heeft per 1 januari 2010 de volgende wijziging in het eigen vermogen veroorzaakt:
Eigen Vermogen Onder het eigen vermogen worden de algemene reserve, de bestemmingsreserves en de bestemmingsfondsen gepresenteerd. De algemene reserve is de reserve die ter vrije beschikking staat van ROC ID College. Indien een beperktere bestedingsmogelijkheid door de organisatie is aangebracht, is het aldus afgezonderde deel
Eigen vermogen
Mutatie a.g.v.
Eigen vermogen
31-12-2009
stelselwijziging
1-1-2010
21.333.061
-197.921
21.135.140
2
0
1
0
Langlopende schulden Schulden met een resterende looptijd van langer dan één jaar worden aangeduid als langlopend. Het aflossingsbedrag van het lopende jaar wordt onder de kortlopende schulden opgenomen. Langlopende schulden worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Kortlopende schulden Schulden met een op balansdatum resterende looptijd van ten hoogste één jaar worden aangeduid als kortlopend. Schulden worden niet gesaldeerd met activa. Schulden worden gewaardeerd tegen reële waarde. Overlopende passiva Overlopende passiva betreffen vooruitontvangen (waaronder geoormerkte bijdragen) en nog te betalen bedragen ter zake van lasten die aan een verstreken periode zijn toegekend. Vrijval ten gunste van de exploitatierekening geschiedt naar rato van de besteding.
1.3 Resultaatbepaling Het jaarresultaat wordt bepaald door de baten te verminderen met de lasten over dezelfde periode. Daarbij worden baten aan het verslagjaar toegerekend voor zover de betreffende prestaties zijn verricht in het verslagjaar. De lasten en baten worden bepaald met inachtneming van de hiervoor reeds vermelde waarderingsgrondslagen en worden toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben. De afschrijvingen worden lineair berekend op basis van de onder de grondslagen van waardering vermelde levensduur. De opbrengsten Inburgering (WI) worden aan het verslagjaar toegerekend onder aftrek van een voorziening die wordt gevormd door alle studenten die nog geen diploma hebben behaald te voorzien voor 15% en die het traject nog niet hebben afgerond voor 20% van de nog te factureren waarde.
1.4 Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode.
61
2 Balans per 31 december 2010 Stichting ROC ID College te Zoetermeer (alle bedragen in € 1.000)
31-12-2010
31-12-2009 1
Vaste activa 1.2
Materiële vaste activa
1.3
Financiële vaste activa
44.621
44.243
0
0
44.621
44.243
4.195
Vlottende activa 1.5
Vorderingen
5.049
1.7
Liquide middelen
9.337
7.175
14.385
11.370
Totaal Activa
59.006
55.613
Eigen vermogen 2.1
62
Eigen vermogen
23.578
21.135 23.578
21.135
2.3
Voorzieningen
5.437
8.308
2.4
Langlopende schulden
8.581
8.662
2.5
Kortlopende schulden
21.410
17.508
Totaal Passiva
59.006
55.613
1
De vergelijkende cijfers 2009 zijn aangepast voor de doorgevoerde stelselwijziging inzake Voorziening Bapo
2
0
1
0
3 Staat van baten en lasten over 2010 Stichting ROC ID College te Zoetermeer (alle bedragen in € 1.000)
2010
begroting 2010
20091
Baten 3.1
Rijksbijdragen
3.2
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
3.3
College-, cursus-, les- en examengelden
3.4 3.5
67.819
67.155
65.864
7.989
8.233
8.483
192
144
186
Baten werk in opdracht van derden
4.083
4.756
3.776
Overige baten
2.024
Totaal baten
1.993 82.105
1.850 82.282
80.159
Lasten 4.1
Personeelslasten
60.868
61.463
62.206
4.2
Afschrijvingen
5.374
5.496
5.960
4.3
Huisvestingslasten
5.290
6.090
7.510
4.4
Overige instellingslasten
10.400
10.648
8.123
Totaal lasten
5
1
81.932
83.697
83.799
Saldo baten en lasten
173
-1.415
-3.641
Financiële baten en lasten
-58
-605
-159
Nettoresultaat
115
-2.020
-3.800
De vergelijkende cijfers 2009 zijn aangepast voor de doorgevoerde stelselwijziging inzake Voorziening Bapo
63
4 Kasstroomoverzicht over 2010 Stichting ROC ID College te Zoetermeer (alle bedragen in € 1.000)
2010
2009 1
Kasstroom uit operationele activiteiten Resultaat
173
-3.641
Aanpassingen voor: • Afschrijvingen • Mutaties voorzieningen
5.374
5.960
-543
5.303 4.831
11.264
Veranderingen in vlottende middelen • Voorraden • Vorderingen • Kortlopende schulden
0
0
-853
-551
3.902
Kasstroom uit bedrijfsoperaties Ontvangen interest Betaalde interest
2.782 3.048
2.230
8.053
9.853
78
9
-137
-168
Totale kasstroom uit operationele activiteiten
-58
-159
7.994
9.694
Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in materiële vaste activa Desinvesteringen in materiële vaste activa
64
-5.753
-2.834
0
Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten
19 -5.753
-2.815
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Nieuw opgenomen leningen Aflossing langlopende schulden
0
500
-81
-204
Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten Mutatie in de liquide middelen
1
De vergelijkende cijfers 2009 zijn aangepast voor de doorgevoerde stelselwijziging inzake Voorziening Bapo
-81
296
2.161
7.175
2
0
1
0
5 Toelichting op de balans per 31 december 2010 (alle bedragen in € 1.000)
1.2
Materiële vaste activa Aanschafprijs
Cumulatieve
Boekwaarde
afschrijvingen
1 januari 2009
Investeringen
Desinvesteringen Afschrijvingen
en waarde-
Afschrijvingen
Cumulatieve
Boekwaarde
op
Aanschafprijs
afschrijvingen
31 december 2010
desinvesteringen
en waarde-
verminderingen
1.2.1
Gebouwen en terreinen Bijzondere waardevermindering
verminderingen
59.161
22.253
36.909
2.172
0
3.285
0
61.333
25.538
0
0
0
0
0
0
0
0
0
35.795 0
32.380
25.425
6.955
819
9.872
2.089
-9.872
23.327
17.642
5.685 0
1.2.2
Inventaris en apparatuur Bijzondere waardevermindering
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1.2.3
Andere vaste bedrijfsmiddelen
72
72
0
0
20
0
-20
52
52
0
1.2.4
In uitvoering en vooruitbetalingen
379
0
379
2.761
0
0
0
3.140
0
3.140
1.2.5
Niet aan het proces dienstbare mva
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
91.992
47.750
44.243
5.753
9.892
5.374
-9.892
87.853
43.232
44.621
In 2010 zijn de materiële vaste activa nog in uitvoering vanuit 2008 en 2009 nog niet opgeleverd. De totale OZB waarden van onze gebouwen in 2010 bedroegen € 35 miljoen.
1.3
Financiële vaste activa Boekwaarde 1 januari 2010
1.3.5
Vorderingen op OCW
Boekwaarde 31 december 2010
0
0
0
0
De vordering van scholen beroepsonderwijs op het Ministerie van OCW uit hoofde van de te vorderen Loonheffing en premie ABP over de maand juli 1991 wordt erkend door het Ministerie, maar wordt slechts uitgekeerd bij opheffing van de school. De vorderingen zijn afgewaardeerd tot € 2. De nominale vordering bedraagt voor de Stichting ROC ID College € 364.202.
65
1.5
Vorderingen 2009
2010 1.5.1
Debiteuren
1.5.5
Studenten / deelnemers / cursisten
1.5.6
Overige overheden
2.883
935
704
807
0
1.245
Vooruitbetaalde kosten
1.216
Verstrekte voorschotten
58
17
600
367
Overige 1.5.8
Overlopende activa
1.5.9
Af: Voorzieningen wegens oninbaarheid
1.203
1.874
1.587
-412
-378
5.049
4.195
Het verloop van de voorziening wegens oninbaarheid is als volgt:
2010
2009
Voorziening dubieuze debiteuren
66
Stand per 1 januari
378
397
Onttrekking
-102
134
Dotatie
136
115
Stand per 31 december
412
378
1.7
Toelichting Liquide Middelen 2010
1.7.1
Kasmiddelen
1.7.2
Tegoeden op bank- en girorekeningen
1.7.2
Deposito’s
2009 9
10
-673
7.165
10.000
0
9.337
7.175
ROC ID College beschikt over een Rekening courant faciliteit van maximaal € 2 miljoen.
2.1
Toelichting Eigen vermogen Stand per 1 januari 2010
Resultaat
Overige mutaties
Stand per 31 december 2010
2.1.1
Algemene reserve
21.081
115
2.328
2.1.2
Bestemmingsreserve (publiek)
0
0
0
23.524 0
2.1.3
Bestemmingsreserve (privaat)
54
0
0
54
21.135
115
2.328
23.578
2
0
1
0
Met ingang van het verslagjaar 2008 wordt conform RJ 660 onderscheid gemaakt tussen reserves die opgebouwd zijn uit publieke middelen danwel niet-publieke (private) middelen. Het bestuur heeft er voor gekozen om een deel van de algemene reserve, te weten € 60.000 af te zonderen naar een private bestemmingsreserve. Deze middelen hebben wij in de jaren 2002 tot en met 2006 ontvangen van boekleveranciers.
2.3
Toelichting Voorzieningen Stand per 1 januari 2010
2.3.1
Personeelsvoorzieningen
2.3.2
Voorziening verlieslatende contracten
2.3.3
Overige voorzieningen
2.3.1
Dotaties
Onttrekkingen
Vrijval
Vermogensmutatie
Rentemutatie (bij CW)
Stand per Resterende 31 december 2010 looptijd < 1 jr.
Resterende looptijd > 1 jr.
6.308
2.010
2.427
198
2.130
0
3.563
1.544
230
81
192
0
0
0
120
120
2.018 0
1.770
55
48
22
0
0
1.755
562
1.192
8.308
2.146
2.667
220
2.130
0
5.437
2.226
3.211
Onder de personeelsvoorzieningen vallen de voorzieningen Wachtgelden, Bapo en jubileumrechten, Langdurig zieken, (Pre) FPU en Flankerend beleid.
Voorziening Wachtgeld - stand per 31 december 2010 € 1.071.650 De voorziening wachtgeld is gebaseerd op een opgave van Loyalis met betrekking tot de totale te verwachten kosten voor de komende 5 jaren voor bovenwettelijke wachtgelduitkeringen. In deze opgave zijn niet de WW-uitkeringen opgenomen die via het UWV lopen. Voor dit wettelijk wachtgeld ontvangt het ID College reguliere bekostiging van het Ministerie van OCW. Voorziening Bapo - stand per 31 december 2010 € 0 Conform CAO BVE heeft het personeel recht op de Bapo-regeling (Bevordering arbeidsparticipatie ouderen), die als doel heeft het behouden van senioren voor het arbeidsproces door taakverlichting en -vermindering. Personeel dat gebruik maakt van de regeling kiest ervoor de feitelijke jaartaak te verminderen tegen gedeeltelijke inlevering van het salaris. Met ingang van het verslagjaar 2010 vervalt de mogelijkheid tot het vormen van een voorziening met het oog op toekomstige BAPO-lasten. Niet bestede voorzieningen die tot en met het verslagjaar 2009 zijn gevormd ter financiering van toekomstige BAPO-lasten vallen in het verslagjaar 2010 volledig vrij ten gunste van het eigen vermogen. De lasten zullen op basis van de BAPO overeenkomstig paragraaf 2, alinea 204, van dat hoofdstuk in de staat van baten en lasten verantwoord als periodelasten. Voorziening jubileumrechten, stand per 31 december 2010 € 798.972 Conform CAO BVE heeft het personeel bij het bereiken van de jubileumdatum aanspraak op een jubilieumgratificatie. Deze bedraagt bij een 25-jarig dienstverband 50% en bij een 40-jarig dienstverband 100% van de bezoldiging per maand. In deze voorziening wordt per individu, rekening houdend met de periode in dienst de jubilearechten bepaald. Bij de berekening van de voorziening is rekening gehouden met een ”blijfkans van het huidige personeel”. Voorziening Langdurig zieken, stand per 31 december 2010 € 118.171 De loonkosten vanaf 2011 voor medewerkers die per 31 december 2010 een jaar ziek zijn en waarvan de verwachting is dat zij niet in 2011 terug zullen keren in het arbeidsproces bij ROC ID College zijn voorzien. Voorziening (pre)FPU, stand per 31december 2010 € 527.928 Het College van Bestuur heeft besloten alle medewerkers geboren voor 1 januari 1950 een pre-FPU regeling aan te bieden. Niet alle medewerkers geboren voor 1950 komen in aanmerking voor pre-FPU. Daarbij heeft gewijzigde regelgeving rondom FPU en pensioen uitkeringspercentage van deze regeling en de komst van de middelloonregeling een nadelig effect voor de hoogte van het uitkeringspercentage van deze regeling. Daarom zijn er drie verschillende regelingen uitgewerkt waardoor alle medewerkers geboren voor 1 januari 1950 een aantrekkelijke vertrekbevorderende regeling kan worden aangeboden. In de berekening van de voorziening is uitgegaan van een mate van gebruik van 65%. In overleg met ABP zijn de kosten voor drie verschillende regelingen berekend. 1. Een pre-fpu regeling voor medewerkers in de leeftijd van 60, 61 en 62 jaar die voldoen aan de voorwaarden voor FPU. 2. Voor medewerkers die op 1 augustus 2010 in aanmerking komen voor FPU zullen ter compensatie van het gemis van pensioenopbouw extra pensioenjaren worden ingekocht. 3. Voor de overige medewerkers van 60 jaar en ouder die niet in aanmerking komen voor FPU zal extra ouderdomspensioen ingekocht worden.
67
Voorziening Educatie, stand per 31 december 2010 € 1.046.193 Het College van Bestuur heeft besloten het aantal formatieplaatsen van het domein Educatie in lijn te brengen met het opbrengstenniveau voor het jaar 2011 en verder. De verwachte uitgaven bestaan met name uit het begeleiden van medewerkers naar het MBO of buiten de organisatie evenals uit vergoedingen voor het voortijdig beëindigen van de arbeidsovereenkomst. 2.3.2
Onder de voorziening verlieslatende contracten valt het contract voor de DAPA-opleiding
Voor een verlieslatend contract dient volgens RJ 252.404 een voorziening gevormd te worden. De bepaling van de voorziening is als volgt: “Voor het negatieve verschil tussen de door de rechtspersoon na de balansdatum te ontvangen prestatie en de door hem na de balansdatum te verrichten contraprestatie dient een voorziening te worden opgenomen.” Alvorens over te gaan tot het voorzien van deze contracten is beoordeeld of er sprake is van bijzondere waardeverminderingen van vaste activa. In dit geval is daar geen sprake van. Voorziening verlieslatend contract DAPA, stand per 31 december 2010 € 119.572 ROC ID College heeft een contract inzake management van de opleiding DAPA. Er is gebleken dat deze kosten van circa € 120.000 in 2011 niet gedekt kunnen worden uit de opbrengsten 2011. Dit contract bestond reeds in 2010 en loopt door in 2011. Deze kosten zijn in 2010 als verliesgevend contract. 2.3.3
Onder de overige voorzieningen vallen voorziening leegstand en de voorziening herstelkosten
Voorziening leegstand, stand per 31 december 2010 € 1.754.514 In 2009 is besloten om het huurcontract van Bredewater 22 op te zeggen. Voor deze locatie in Zoetermeer is gedurende de leegstandperiode tot en met december 2013 een contractuele huurverplichting. De huurlasten vanaf 2011, wanneer het pand leeg zal staan, zijn voorzien. In de berekening van de voorziening is rekening gehouden met een jaarlijkse indexatie van de huurlasten van 4% en het huidige rentetarief voor de kredietfaciliteit. De verwachting is dat in deze periode geen additionele baten worden gerealiseerd. Voorziening herstelkosten, stand per 31 december 2010 € 0 Het pand aan Bredewater 24 in Zoetermeer is 2010 verlaten. Dit pand diende contractueel in de oorspronkelijke staat teruggebracht te worden. “Hiervoor waren de benodigde herstelkosten geschat op € 70.000 en voorzien. De werkelijke kosten bedroegen € 48.000; het restant is vrijgevallen.”
68
2.4
Toelichting Langlopende schulden Stand per 1 januari 2010
2.4.3
Kredietinstellingen
2.4.5
Overige
Aangegane leningen 2010
Aflossingen 2010
Stand per 31 december 2010
Resterende looptijd > 1 jaar
Resterende looptijd > 5 jaar
8.500
0
0
8.500
8.500
4.000
162
0
81
81
0
0
8.662
0
81
8.581
8.500
4.000
Rentevoet
3 maands Euribor tarief
In 2008 is een kredietfaciliteit afgesloten voor een bedrag van € 14 miljoen, waarvan per 2010 € 8,5 miljoen is opgenomen tegen 3 maands Euribor tarief. Voor deze kredietfaciliteit is een drietal panden in zekerheidsstelling gegeven. Conform het contract wordt deze kredietfaciliteit met ingang van 2011 afgelost € 0,5 miljoen per 3 maanden. Gezien het feit dat niet het volledige krediet is opgenomen, moet de € 8,5 miljoen pas vanaf 2013 afgelost worden. Verder is onder overige langlopende schulden de schuld opgenomen die wij zijn aangegaan met medewerkers in het kader van individuele beëindigingregelingen. Hiermee gemoeide kosten waren al voorzien (de voorziening flankerend beleid is hiervoor verminderd).
2
0
1
2.5
0
Toelichting Kortlopende schulden 2009
2010 2.5.1
Kredietinstellingen
0
0
2.5.2
Vooruitgefactureerde termijnen OHW
1.070
756
2.5.3
Crediteuren
3.390
2.484
2.5.4
OCW
93
110
Loonheffing Omzetbelasting Premies sociale verzekeringen 2.5.7
Belastingen en premies sociale verzekeringen
2.5.8
Schulden terzake van pensioenen
2.5.9
Overige kortlopende schulden
Overige
2.444
2.446
-10
-4
(zit in loonheffing)
(zit in loonheffing)
2.435
2.443
724
728
823
590 823
590
Vooruitontvangen subsidies OCW geoormerkt
2.891
Vooruitontvangen termijnen
6.911
5.184
Vakantiegeld en -dagen
2.444
2.255
Rente Overige 2.5.10 De overlopende passiva
2.249
42
32
588
677 12.875
10.397
21.410
17.508
Voor een verdere toelichting op de geoormerkte en niet geoormerkte subsidie, zie onderstaand overzicht.
69
Overzicht geoormerkte en niet geoormerkte doelsubsidies OCW (alle bedragen in € 1.000) 1. Geoormerkt en aflopend op 31-12-2010 Jaar
Kenmerk
Bedrag van toewijzing
Saldo 31-12-2009
Ontvangen in 2010
T.b.v. lasten 2010
T.b.v. invest. 2010
Saldo 31-12-2010
Innovatiebox 2009
91091
2009
69521M
938
938
0
938
0
Stagebox 2008
91092
2008
54423M
388
332
0
332
0
0 0
Schoolmaatschappelijk werk 2009
85208
2009
72208M
243
153
0
153
0
0
Voortijdig schoolverlaten 2008/2009
91041
2008
136635U
555
276
0
276
0
0
LGF 2008
2008
97936M
175
0
0
0
0
0
LGF 2009
2009
71858M
Totaal aflopend
209
133
0
133
0
0
2.508
1.832
0
1.832
0
0
2. Geoormerkt en doorlopend na 2010 Jaar
Kenmerk
Bedrag van toewijzing
Saldo 31-12-2009
Ontvangen in 2010
T.b.v. lasten 2010
T.b.v. invest. 2010
Saldo 31-12-2010
Innovatiebox 2010
85293
2010
48241M
961
0
961
0
0
Stagebox 2009
91092
2009
18468M
380
380
0
87
0
961 293
Stagebox 2010
85294
2010
13485M
437
0
437
0
0
437
1.778
380
1.398
87
0
1.691
Schoolmaatschappelijk werk 2010
85292
2010
1720M
0
0
266
88
0
178
Voortijdig schoolverlaten 2010/2011
85291
2010
137818U
506
0
506
357
0
149
Plusvoorziening overbelaste jongeren
85214
2009
120838U
252
37
201
39
0
199
Taal & Rekenen 2010
85215
2010
133303M
1.184
0
1.184
720
0
464
LGF 2010
56085
2010
56085M
Lerarenbeurs zijinstromers
238
0
238
92
0
146
348
0
63
0
0
63
4.306
417
3.856
1.383
0
2.890
2010-2011
73336M - 89363M - 82352M - 97150M
70
Totaal doorlopend
3. Niet-geoormerkte subsidies Jaar
Kenmerk
Bedrag van toewijzing
Saldo 31-12-2009
Ontvangen in 2010
T.b.v. lasten 2010
T.b.v. invest. 2010
Saldo 31-12-2010
Prestatiesubsidie VSV
85290
2009
91628M
368
368
-262
0
0
106
Prestatiesubsidie VSV
85290
2010
82244M
552
0
552
2
0
550
Prestatiesubsidie VSV
85290
2009
55202M
92
0
92
0
0
92
Salarismix
85220
2009
131556M
2.031
855
2.031
108
0
2.778
Hepatitus 08-09
85203
2008
VROM
37
10
11
21
0
0
Hepatitus 09-10
85204
2009
VROM
68
-9
0
0
0
-9
Hepatitus 10-11
85224
2010
VROM
0
0
63
67
0
-4
Conjuncturele effecten
85217
2009
129238/137601M
244
364
-297
67
0
0
Conjuncturele effecten
85217
2010
96894M
165
0
165
22
0
143
3.557
1.588
2.355
287
0
3.656
Totaal niet-geoormerkt
Bedrag van toewijzing
Saldo 31-12-2009
Geoormerkt en aflopend op 31-12-2010
2.508
1.832
0
1.832
0
0
Geoormerkt en dóórlopend na 2010
4.306
417
3.856
1.383
0
2.890
3.557
1.588
2.355
287
0
3.656
10.371
3.837
6.211
3.502
0
6.546
Niet-geoormerkte subsidies
Ontvangen in 2010
T.b.v. lasten 2010
T.b.v. invest. 2010
Saldo 31-12-2010
2
0
1
5.1
0
Niet in de balans opgenomen verplichtingen
De Stichting ROC ID College heeft voor een bedrag van circa € 0,8 miljoen aan meerjarige huurcontracten afgesloten. In het kader hiervan is voor € 346.000 aan bankgaranties afgegeven. Andere langlopende verplichtingen betreffen: - huur van kopieerapparatuur, koffieautomaten e.d.
€ 300.000
- schoonmaakcontracten (inclusief glasbewassing)
€ 851.000
- verzekeringskosten
€ 112.000
- inkoop kantoorartikelen
€ 143.000
- beveiligingsapparatuur
€ 20.000
- kosten afvoer afval
€ 67.000
- onderhoudscontracten automatisering
€ 177.000
- kosten internet/dataverkeer
€ 310.000
Ook voor energie en papierinkoop zijn meerjarige contracten afgesloten met eenheidsprijzen, maar geen volumeafspraken. De Stichting ROC ID College heeft een latente verplichting aan de stichting Waarborgfonds BVE welke maximaal 2 % van de rijksbijdrage bedraagt.
5.2
Overzicht verbonden partijen
De Stichting ROC ID College is niet verbonden aan enige partij.
71
6 Toelichting op de staat van baten en lasten 31 december 2010 (alle bedragen in € 1.000)
3.1
Rijksbijdragen 2010
3.1.1
Rijksbijdrage OCW Geoormerkte OCW subsidies Niet-geoormerkte OCW-subsidies
3.1.2
Overige subsidies OCW
3.1.3
Af: inkomensoverdrachten
3.2
begroting 2010 64.318 2.790
287
0 2.790
3.535
0
0
0
67.819
67.155
65.864
begroting 2010
2009
6.354
6.771
7.087
1.634
1.462
1.396
Gemeentelijke bijdragen en subsidies
7.989
8.233
0
0
0
7.989
8.233
8.483
8.483
College-, cursus-, les- en examengelden 2010
3.3.2
Cursusgelden sector BE
3.3.5
Examengelden
3.3.7
Vrijval onderwijsverplichtingen
begroting 2010
2009
130
112
141
62
32
44
0
0
0
192
144
186
Baten werk in opdracht van derden 2010 Contractonderwijs Gemeentelijke bijdrage inburgering
3.4.3
141
3.501
Overige gemeentelijk bijdragen en subsidies Overige overheidsbijdragen
3.4.1
3.394
Gemeentelijke bijdrage educatie 3.2.1
3.4
62.329
Overige overheidsbijdragen en - subsidies
3.2.2
3.3
64.365
3.215
2010
72
2009
Overige baten
begroting 2010
2009
312
267
273
2.295
2.871
1.474
1.476
1.618
2.028
4.083
4.756
3.776
2
0
1
3.5
0
Overige baten 2010
3.5.1
Verhuur
3.5.2
Detachering personeel
3.5.6
Overige
4.1
begroting 2010 26
40
243
154
89
1.755
1.800
1.728
2.024
1.993
1.850
33
Personeelslasten 2010 Brutolonen en salarissen
4.1.1
2009
begroting 2010
2009
42.616
55.755
Sociale lasten
4.495
0
4.422
Pensioenpremies
5.434
0
5.420
Lonen en salarissen
52.544
43.729
55.755
53.572
Dotaties personele voorzieningen
2.059
1.999
3.671
Personeel niet in loondienst
4.517
2.196
2.593
Overig
2.147
1.743
4.1.2
Overige personele lasten
4.1.3
Af: uitkeringen
2.657
8.723
5.938
8.922
-399
-231
-288
60.868
61.463
62.206
De begroting voor personeelskosten wordt enerzijds overschreden door personeel niet in loondienst. Deze inhuur betreft onder meer het domeinonderzoek. Een deel van deze inhuur is gefinancierd uit de meevallende dotatie voorziening Wachtgeld. Anderzijds blijven de personeelskosten achter ten opzichte van de begroting als gevolg van een te hoge inschatting van de opslag voor personeelskosten, het (tijdelijk) niet invullen van vacatures en lagere scholingskosten dan begroot. Het overzicht “Bezoldigingen van bestuurders en toezichthouders” is opgenomen onder 6.1. Voor een verdere toelichting inzake de Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde topinkomsten zie 6.2
4.2
Afschrijvingen op immateriele en materiele vaste activa 2010
4.2.2
Materiële vaste activa
begroting 2010
2009
5.374
5.496
5.960
5.374
5.496
5.960
73
4.3
Huisvestingslasten begroting 2010
2010 4.3.1
Huur
4.3.2
Verzekeringen
4.3.3
Onderhoud
4.3.4
Energie en water
4.3.5
Schoonmaakkosten
4.3.6 4.3.7
2009
2.378
2.635
77
80
4.268 106
451
455
358
681
685
847
1.119
1.125
1.115
Heffingen
203
200
212
Overige
381
910
604
5.290
6.090
7.510
In 2009 is besloten om het huurcontract van Bredewater 22 en Bredewater 24 op te zeggen. Voor Bredewater 22 in Zoetermeer is gedurende de leegstandperiode tot en met december 2013 een contractuele huurverplichting. De huurlasten vanaf 2011, wanneer het pand leeg zal staan, zijn voorzien. Actualisatie van de toekomstige huurlasten levert een dotatie op van € 55.000. Zie ook 2.3.3.
4.4
Overige lasten 2010
begroting 2010
2009
4.4.1
Administratie- en beheerslasten
5.138
4.886
3.380
4.4.2
Inventaris, apparatuur en leermiddelen
2.248
2.775
2.407
4.4.3
Dotatie overige voorzieningen
4.4.4
Overige
218
60
345
2.796
2.927
1.992
10.400
10.648
8.123
De overige lasten zijn gelijk gebleven ten opzichte van de begroting door een terughoudend beleid ten aanzien van investeringen. Dit resulteert in € 0,5 miljoen lagere kosten voor inventaris, apparatuur en leermiddelen. Verder blijven de reis- en verblijfkosten € 0,2 miljoen
74
achter op begroting, waardoor de overige kosten lager uitvallen. Deze zijn ten opzichte van 2009 gestegen als gevolg van hogere projectkosten. De administratie- en beheerlasten zijn fors gestegen ten opzichte van 2009 als gevolg van meer externe advieskosten.
5
Financiële baten en lasten 2010
begroting 2010
2009
5.1
Rentebaten
78
0
9
5.5
Rentelasten
-137
-605
-168
-58
-605
-159
2
0
1
6.1
0
Overzicht Bezoldiging van bestuurders en toezichthouders (alle bedragen in € 1.000)
2010
begroting 2010
2009
College van Bestuur O. Jelsma
138
136
136
J.O. de Jong, vanaf 1-10-2009
141
139
34
J.P. Bijlstra, tot 1-3-2009
0
0
37
H. Meijer, ad interim maart 2009 tot oktober 2009
0
0
159
De bedragen in onderstaande tabel zijn gezien de omvang niet in duizendtallen weergegeven.
2010
begroting 2010
2009
bedragen niet in duizendtallen
bedragen niet in duizendtallen
bedragen niet in duizendtallen
Raad van Toezicht H.W.J. Elbers
4.169
3.450
1.440
J.A.M. Löwik
3.450
3.450
1.440
A. Glissenaar
3.450
3.450
1.440
C. Slingerland, begonnen per 1-9-2009
3.450
3.450
480
H. Tichler-Schlemper
3.450
3.450
1.440
V. Th. Tjon A Ten
3.450
3.450
1.440
748
0
0
3.450
5.175
2.400
0
0
720
W.E. van Hulsenbeek, begonnen per 13-10-2010 G. Gerding, gestopt per 1-9-2010 D.W.F. van der Schilden, gestopt per 1-7-2009
6.2
Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens
ROC ID College dient belastbare inkomens die in 2010 boven het bedrag van € 187.340 uitgaan, in het jaarverslag te vermelden. Deze melding geldt niet alleen voor medewerkers die in dienst zijn maar ook voor uitkeringen in enige vorm, die het gevolg zijn van beëindiging van de arbeidsrelatie en leiden tot belastbaar loon in het betreffende boekjaar. Geen van de medewerkers in dienst overschrijdt de genoemde grens van € 187.340.
6.3
Toelichting honorarium van de organisatie Ernst & Young 2010
Onderzoek van de jaarrekening Andere controleopdrachten
2009 75
74
169
138
Adviesdiensten op fiscaal terrein
0
0
Andere niet-controlediensten
0
0
244
212
75
Accountantsverklaring Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit verslag op pagina 59 tot en met 75 opgenomen jaarrekening 2010 van Stichting ROC ID College te Zoetermeer bestaande uit de balans per 31 december 2010 en de staat van baten en lasten over 2010 met de toelichting gecontroleerd. Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de entiteit is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. Tevens is het bestuur van de entiteit verantwoordelijk voor de financiële rechtmatigheid van de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming dienen te zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen.
76
Deze verantwoordelijkheden omvatten onder meer: het ontwerpen, invoeren en in stand houden van een intern beheersingssysteem relevant voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat, zodanig dat deze geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevat en voor de naleving van de relevante wet- en regelgeving, het kiezen en toepassen van aanvaardbare grondslagen voor financiële verslaggeving en het maken van schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle, als bedoeld in artikel 2.5.3, vierde lid van de Wet educatie en beroepsonderwijs. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht waaronder het onderwijscontroleprotocol OCW/LNV 2010. Dienovereenkomstig zijn wij verplicht te voldoen aan de voor ons geldende gedragsnormen en zijn wij gehouden onze controle zodanig te plannen en uit te voeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De keuze van de uit te voeren werkzaamheden is afhankelijk van de professionele oordeelsvorming van de accountant, waaronder begrepen zijn beoordeling van de risico’s van afwijkingen van materieel
belang als gevolg van fraude of fouten. In die beoordeling neemt de accountant in aanmerking het voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat alsmede het voor de naleving van de betreffende wet- en regelgeving relevante interne beheersingssysteem, teneinde een verantwoorde keuze te kunnen maken van de controlewerkzaamheden die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn maar die niet tot doel hebben een oordeel te geven over de effectiviteit van het interne beheersingssysteem van de entiteit. Tevens omvat een controle onder meer een evaluatie van de aanvaardbaarheid van de toegepaste grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van schattingen die het bestuur van de entiteit heeft gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting ROC ID College per 31 december 2010 en van het resultaat over 2010 in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties over 2010 voldoen aan de eisen van financiële rechtmatigheid. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming zijn met de in het onderwijscontroleprotocol OCW/LNV 2010 opgenomen relevante wet- en regelgeving, zoals opgenomen in paragraaf 2.3.1. Referentiekader. Verklaring betreffende andere wettelijke voorschriften en/of voorschriften van regelgevende instanties. Op grond van de wettelijke verplichting ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder f BW melden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW. Amsterdam, 15 juni 2011
Ernst & Young Accountants LLP
w.g. J.C. Besters RA
2
0
1
0
77
2 0 1 0