BOJ DOOR
eer JLBVBN
WOORDEN EN MUZIEK VAN HERMAN STENZ
Voorspel. Wiooljjk^
mßf
si e
^m mm
Sohstm -tfi-
5^
■
fe
'k5tAhier voor if met OM« di^b.je E n't
g g f
i
| _ T I_ T r "
r ^
Sg
■*•
Iied.je^ d
P
*
I
■
Zin. ge*
m
FH EATER
/•/t.
3 ^
J
wij hiermttejftt.weM Vnxzïïjk, lM4i.ti( M4i.tig ,2or.|e. .loo/j.' JA, liet lied i£ in ons le.veMVAnfiet alJer.groot5tö|e. ^ ^
Kom, schep vreugde in het leven En bekijk het met 'n lachl Zit niet altijd vol met zorgen. Moreen komt.er weer 'ndag. Laat Uw liedje blij weerklinken. Leutig moet het liedje zijn: 't Is de vreugde van het leven En de beste medicijn I
■
^
f
ïbae
mmm
Refrein:
Weg met alle kleine levenszorgen. Heden zingen wij een vroolijk liedl Wat er kome op den dag van ^morgen. Daaraan denken wij toch heden [niet!
Doe als wij, m'n lieve menschen, Zing 'n liedje bii het werk. Want dat maakt den arbeid lichter En ge voelt U eens zoo sterk. Wie maar neerzit bij de pakken. Zich begraaft in z'n verdriet. Die zal nimmer leeren weten Welk 'n kracht er schuilt in 't liedl
lAISON ODIOT 7 PLACE DE LA MADELEINE. PARIJS Fabriek van Artistiek Zilverwerk Gevestigd m 7690
i"
Specialiteit voor geschenken in zilvet en verzilverd metaal
GROOTE KEUZE IN KUNSTVOORWERPEN UITGEVOERD NAAR ONTWERPEN UIT ELKE STIJLPERIODE jNo. 402 Red. en Adm. Galgewater 22 Leiden. Tel. 700 Postrekening 41880
Verschijnt wekelUks - PrU« per kwartaal f. 1,05.
LIL DAGOVER
10 October (FOTO UFA)
DANSINSTITUUT C. KLINKERT
Jrlet is zoo gemakkelijk..
STADHOUDERSKADE 152 - AMSTERDAM TELEFOON 24232
■
DANSSEIZOEN 1931-1932 DE INSCHRIJVING VOOR DE CURSUSSEN IN MODERNEN DANS, RHYTHMISCHEN DANS, BALLET EN ENGELSCHE GIRL-DANCE IS GEOPEND AANVANG DER LESSEN MEDIO OCTOBER. OOK AAN ONZE INSTITUTEN TE BUSSUM, HILVERSUM, UTRECHT
steeds schitterende nagels te hebben Een satijnachtige, zachtroze glans op fraai gevormde nagels ... het ware kenmerk van distinctie. En het is zoo gemakkelijk voor U. Cutex vloeibaar Nagellak blijft een week goed. De Cutex "Anti-lak" verwijdert de oude lak onmiddellijk. Cutex Nagelwater en teven» Nagelreiniger, houdt niet alleen den nagelriem soepel en ovaal maar geeft U bovendien onberispelijk witte nageltoppen. Zend onderstaande coupon nut 7 postzegels pa* 6 cent :
PROSPECTUS OP AANVRAAG NOHTHAM WARREN CORPORATION SINGEL, 44 — AMSTERDAM
CUTEX
ƒ* sluit hierbij 7 postzegels van 6 cent in voor een doosje Cutex, ter kennismaking. Naam Straat Woonplaats y 9
Vloeibare Nagellak
I
il
JOAN CRAWFORD Een wonderlijk meisje in een wonderlijke kamer Joan Crawford zat in haar kleedkamer en verteldeEen wonderlijk meisje in een wonderlijke kamer. Joan was in een mededeelzame stemmiilg. Zij had heel veel te vertellen. Ze redeneerde over liefde, huwelijk, carrière en de vele andere problemen van een modem meisje- Terwijl zij sprak, nu weer lachend dan weer ernstig, haar witte tanden schitterend tegen het felle rood van haar lippen, haar gezicht verbrand tot een donkere koffiekleur, . scheen zij het voorbeeld te zijn van vrijwel elk type modern meisje. De kleedkamer glinsterde van nieuwheid, geheel verschillend van het algemeene type blauw en wit, en het meisje was eveneens geheel anders dan de vroegere Joan Crawford, die haar vrije uren tusschen de opnamen besteedde voor het maken van keukengordijnen en andere huishoudelijke noodzakelijkheden. Alleen Joan Crawford kon thuis zijn in deze kleedkamer. Het houtwerk was schitterend wit, niet de gedekte room- of ivoorkleur, maar het zuivere wit van sneeuw, glinsterend in de middagzon. „Vindt u hêt niet geweldig ?" vroeg Joan, met een bruinen arm gen algemcene beweging makend in de richting
Imawnt) Loviccrb . en niet aan het haar gedacht! Het moet toch goed zitten - en wil niet omdat het vet is. Wat moet men dan doen? Men «bepoedert» en borstelt het bij het kleeden met DROOGSHAMPOON. - Zooals bij alle haastige gelegenheden. - In drie minuten klaar! Frisch, welriekend en glanzend. - En het regelmatige wasschen met Zwartkop Shampoon is tochVrijdag weeraan de beurt.-Tusschentijds
ZWAKT i:0 P DkOOGSMAMPOON HAARWASSCHEN VOLGENS DEN KALENDERI Gezond haar verlangt een regelmatige verzorging.Dus haarwasschen éénmaal per week. - En tysschentijds, zoodra Uw haar vet wordt Droogshampoon, — slechts bepoederen en borstelen. - Gereed voor het gebruik in de bekende achthoekige doos! VOOR NEDERLAND EN KOLONIËN: C F. VAN DIJL& ZOON, DORDRECHT
■
lukking van het huwelijk vrijwel geheel afhangt van het meisje," verklaarde Joan eenvoudig, terugdenkend aan de twee jaren, die verloopen zijn sinds zij en Doug teruggekomen zijn van een haastige huwelijksreis naar New York„Meisjes kunnen zoo veel van hun huwelijk maken en als het een mislukking wordt, is het meestal hun eigen fout- In de eerste plaats is het huwelijk niet langer het cenige levensdoel van een meisje- Zij hoeft niet den eersten den besten man te accepteeren om onder dak te komen- Zij kan voor zichzelf zorgen en op eigen beenen staan, tot zij den waren man ontmoetIn de dagen van onze grootmoeders en moeders was het een schande in staat te zijn iets meer te kunnen doen dan een man te bekoren en voor het huishouden te zorgen- Tegenwoordig zijn de meisjes absoluut zelfstandig gewordenDe meeste vrouwen begaan de vergissing te denken, dat het einddoel bereikt is met de voltrekking van het huwelijkHet is echter niet mogelijk een vasten regel te geven voor een zeker succes. Geen twee menschen zijn hetzelfde en het is zeer moeilijk twee menschelijke naturen te wringen in het harnas van het huwelijk volgens de ouderwetsche opvattingen. Het huwelijk verandert den mensch niet, niet innerlijk bedoel ik- Er ia eenige aanpassing noodig, maar de persoonlijkheden blijven dezelfde-
REIST NOOIT PER TREIN. TRAM. AUTOBUS. ENZ. zonder onze populaire A.O.-POLIS
f
Per f 5000— bij overlijden } „ f 10000.- bij invaliditeit [ „ f 5000.— bij ged. invaliditeit ) RISICO OAAT DIRECT IN
Jaarpremie slechts /■2.50 Zegelkosten /'0.50 DOE HET NIH - 3 -
— 2 -
■
k'an de vroolijk gedecoreerde muren. „Het is dezelfde oude kamer, maar Bill Haines heeft ze een complete verjongingskuur doen ondergaan."' Joan maakte het zich gemakkelijk in de kussens van een lagen divan. Zij droeg een moderne sportpyama van een hei-blauwe kleur, geen kousen en aan haar voeten had zij blauw met witte sandalen. Heur haar is korenblond en harmonieert uitstekend met het donkere bruin van haar huid. „Ik hecht niet veel waarde aan de kleur van mijn haar," praatte Joan verder, „het was maar een proef en het fotografeert beter dan bruin haar. Ik dacht dat ik het wel eens kon probeeren voor een of twee films." Dit' deed mij denken aan een meisje, dat heur haar had laten verven in iedere mogelijke kleur, van blond tot rossigbruin, om het effect op de film te probeeren. „Maar wat betreft verschillende veranderingen," ging Joan verder, „vindt u het niet verwonderlijk wat in deze laatste jaren met mij is gebeurd? Soms kan ik het zelf niet gelooven." Inderdaad, er is zeer veel gebeurd. Joan Crawford verloofde zich met den man, dien zij beminde, bereikte een enorm succes bij de film, trouwde en wijdde zich met hart en ziel aan de moeilijke taak: een succes van haar huwelijk te maken„Ik geloof, dat het succes of de mis-
_
—
■■H^M
Postgiro No. 1Q154
SCHIEDAM
:■•;,■■
-
.. ;■ ■,-.;■..* v,-,.vv
-..>■; >^\-::; v:-.^:.-"1 ■
'
'.
■
'
.■■;■■":"■■
^ ■■-■■■■'''■■,
:■>:- ■■.
V.^-
:;■:-
■m
^
■
Vrouwen verwachten te veel van het huwelijk en van den man. De echtgenoot denkt te trouwen met een meisje, dat een eigen persoonlijkheid bezit en op haar eigen beenen kan staan, maar na een poosje ontdekt hij, dat hij gebonden is aan iemand, wien hij al zijn daden en gedachten moet verantwoorden. Geen wonder, dat ze daar gauw genoeg van krijgsn. Weet u," bekende Joan, „in het begin was ik ook zoo- Ik gunde Doug geen gedachte, die ik niet kon deelen, maar ik heb mezelf hiervan losgemaakt. Een van de grootste geheimen van geluk in het huwelijk is het behoud van je eigen persoonlijkheid. Het is veel interessanter een boek te vinden met enkele geheimzinnig gesloten pagina's, dan een, dat iedereen kan lezen. Daarom heb ik zoo veel vertrouwen in de mogelijkheid voor het moderne
meisje om een succes van een modern huwelijk te maken. Terwijl zijzelf een zekere vrijheid gekend heeft, zal zij niet probeeren den beminden man aan banden te leggen." Dit is dus de groote verandering, welke in Joan Crawford heeft plaatsgevonden en toch had zij gelijk, toen ze zeide dat zij eigenlijk niet veranderd is. Zij heeft eenvoudig zichzelf gevonden. Joan keek op haar horloge- „Lieve hemel," lachte zij, „over een kwartier moet ik Doug ontmoeten, we gaan tennissen." Zij zette een baret nonchalant op heur blonde haar, bedekte haar oogen met een zonnebril, gaf mij een hand en... weg was zij. Den laatsten indruk, dien ik had van Joan Crawford was een glimlach en een zwaaienden arm achter het stuur van een zwarten auto.
ï.;
■*Mm-
ALFRED ABEL IN DE UFA.TOONFILM „MEINE FRAU, DIE HOCHSTAPLERIN".
'
;■-.-
*>
vt
e mooie Edith Lorand en haar orkest spelen op Parlophoon B 490x2 „Der Missouri-Walzer" (Frederic Knight Logan) en „Schicksal", een melodie beter bekend als „Destiny" van Sidney Baynes. Deze beide oude bekenden worden met entrain ten gehoor« gebracht. Een uitstekende tango-plaat is Parlophoon B 80323: het Orquesta Tipica „Las Flores" speelt „Duelo Criollo" (Rezzano) en „Entre Suenos" (Aieta and Polito). De eerste tango wordt met zang van de beeren Armengol en Rambaud opgeuisterd. U weet zeker niet, waarom een banaan krom is? Welnu, luister dan naar Parlophoon B 49010, het Tanz Orchester Dobbri speelt „Warum, warum ist die Banane krumm?", een fox trot van Friedrich Schwarz, en bet marscblicd „Mädel, wenn ich Dir raten kann" uit de toonfilm „Der Schrecken der Garnison" van C. Althoff. John Hendrik zingt het refrein. Een mooie zangplaat is Parlophoon B 12488; de tenor Herbert Ernst Groh zingt met begeleiding van een orkest onder leiding van O. Dobrindt „Alles für euch, schone Frau'n" en „Du bist der Traum der Liebe", beide schlagers uit de toonfilm „Tingel-Tangel" van Austin Egen. Deze tenor taubert er af en toe lustig op los. Ook Parlophoon brengt zijn „Wunschprogramm 1931", de bekende Schlagerpotpourri, samengesteld door Gerhard Mohr, ten gehoore gebracht door het Parlophon Tanz Orchester met zang van John Hendrik. Het Hawaii Guitarre Orchester speelt op B 48030 (Parlophoon) „Schmeicheleien", een wals van Gino Bordin en „Die Insel der goldnen Ufer", een wals van W. Blaufuss. Uit de toonfilm „Het vroolijke Wceuwtje" zingt Martha Eggerth „Wann wirst du mir gehören"; op de keerzijde zingt haar partner uit deze film Georg Alexander „Mein Herz ist ein Salon für schöne Frauen". De muziek en zang van Hans May komen bij deze opname (nummer Parlophoon B 12477) uitstekend tot hun recht. Decca brengt op F 2389 „Hawaiian Stars are gleaming" (tango van Rosen en Schwabach) en ,,Oh, Rosalita" (tango van Llossas en Beda), uitstekend ten gehoore gebracht door The Rhythm Maniacs. Arthur Lally and the Million-Airs brengen op Decca F 2391 de novelty one-step „Blaze Away" (Holzmann) en „Out of the Blue" (eveneens een one-step van Bath) ten gehoore. Roy Fox and his band' (vocalist Al Bowlly) spelen op Decca F 2352 „I'm so used to you now" (fox trot van Young) en „Leave the rest to nature" (fox trot van Young uit de film „The Change of a night time). Een zeer aardige dansplaat! Uit „Wonderdancing" zingt Carl Brisson op Decca F 2397 „Elisabeth" (Katscher en Leigh); op de keerzijde van deze plaat zingt dezelfde zanger „I surrender, dear" (Clifford en Barris). „We're all good pals at last" (foxtrot van Nicholls) en „Fourteen rollicking sailors" (Comedy fox trot van Sarony), gezongen en gespeeld door Arthur Lally and the Million-Airs, vindt u op Decca F 2393. De xylophoon-speler Styx Farrel speelt op Decca F 1888 „Telling it to the daissies" (Young en Warren) en het populaire „The King's horses" (Gay en Graham). Een zeer aardige opname.
I
^
.
®e zoindleirllmge Sa/ro/ra EEN LÄNG, COMPLEET VERHAAL DOOR
D'ALVAREZ
Sir Ernest zat alleen in den coupé toen het kleine, zonderlinge mannetje instapte. In het eerst vond hij het vervelend, omdat hij vreesde niet meer ongestoord verder te kunnen lezen, maar later zegende hij het toeval, dat zijn nieuwen reisgenoot in zijn afdecling had doen plaatsnemen, omdat dit achteraf de aanleiding bleek tot het zonderlingste voorval, dat hij in zijn veelbewogen en avontuurlijk leven als particulier detective had meegemaakt. Het mannetje, dat een grotesken indruk maakte — het was misschien niet grooter dan één meter veertig, droog een grijze plus fours, een grooten zwarten, slappen hoed en een breede fladderdas, terwijl zijn gezicht sir Ernest onmiddellijk aan den kop van een vogel had doen denken — werd door twee mannen, van wie de een ongewoon lang was en de ander de uniform van een
JS^-
^
I
m^
«UIIIIIIIIIIIIHHIIHillllllllllllHUIIIIIIIIIIIIlll
Illllll
ÜÜÏii!
•%■.
Illll
een antiquiteitenveiling — en begon zonder meer te lezen. De lange man had zijn oogen gesloten en zat onbeweeglijk als een standbeeld. De trein zette zich in beweging voor een reis, welke heel normaal begon, maar heel abnormaal zou eindigen. Het was ongeveer een half uur na het vertrek, dat sir Ernest zijn beenen uitstrekte en het boek, waarin hij had zitten lezen, dichtsloeg en naast zich op de bank legde. Zijn kleine overbuurman zat nog steeds in den catalogus te turen, terwijl zijn bediende scheen te slapen. Sir Ernest, die. de locomotief opeens schel en doordringend hoorde fluiten, keek uit het raampje en redde misschien daardoor zijn leven. De locomotief floot nog e'en keer, kort maar ongelooflijk schril, toen klonk er een slag en het volgende oogenblik was het sir Ernest alsof de coupé, waarin hij zich b'evond, onderstboven werd gekeerd. Toen, één seconde misschien, was alles doodstil, doch direct daarop werd er langs de lijn in alle mogelijke talen geroepen en geschreeuwd, terwijl er ook eenige kreten klonken, meest van vrouwen en kinderen. Dit duurde echter slechts heel kort, want toen werd alles overstemd door het sissend ontsnappen van stoom uit de locomotief. Drie seconden hoogstens na den schok keek sir Ernest om zich heen. Het ongeval scheen, wat hem en zijn medereizigers betrof, goed afgeloopen te zijn. De lange bediende lag "bewusteloos op den grond en bloedde uit een wbnd aan zijn voorhoofd. Zijn meester zat in een ongelooflijk dwaze houding op den vloer, met zijn knieën tegen zijn kin gedrukt, maar ongedeerd. Misschien was hij door een kleinigheid aan den dood ontsnapt. Sir Ernest zelf was evenmin gewond. De bank, waarop hij vijf seconden tevoren nog had gezeten, was echter versplinterd. „Toe, helpt u me even," verzocht het kleine mannetje hem, en zijn stem klonk droevig als van een kind, dat om zijn moeder roept. Sir Ernest deed wat hem gevraagd was. Hij tilde het mannetje van den grond en zag toen, dat zijn schoen in een lus van zijn das vastzat. Hij herstelde het onrecht en zette hem óp zijn plaats. Toen zei hij: „Ik zal eens kijken, of ik het portier open kan krijgen." De ander gaf geen antwoord op deze woorden. Zijn oogen waren op den man op den grond gericht. „Is hij ernstig gewond, denkt u ?" vroeg hij. „Ik geloof het niet," zei sir Ernest. „Hij schijnt alleen die hoofdwond maar te hebben." EEN CHARMANTE FOTO VAN EEN CHARMANT MEISJE: EVELYN BRENT, DE BEKOORLIJKE STER DER RADIO-PICTURES,
I"«!». Mtt
J
chauffeur droeg — letterlijk op zijn plaats geheschen, waarna een kruier twee prachtige leeren koffers in het bagagenet legde. De chauffeur trok zich, na eerbiedig te hebben gesalueerd, terug, maar de lange man stapte eveneens in den coupé en zette zich naast het kleine creatuur, dat bij wijze van een excuus eenige woorden tegen sir Ernest had gemompeld toen hij had plaatsgenomen. „John," zei hij toen tegen zijn langen metgezel, „heb je den kruier een fooi gegeven?" „Zeker, baron," was het antwoord van den bediende, die kaarsrecht naast zijn meester zat. „Goed, goed," zei de baron. Toen nam hij zijn hoed af en legde hem naast zich op de bank, waarna hij een boekje uit zijn zak haalde — sir Ernest zag, dat het een catalogus was van
„Dat wordt me een érap," verklaarde de baron. „Dat wordt een uitstapje, waar ik plezier van zal hebben. En laat ik u eens wat zegeen, sir Ernest. In mijn buitenhuis in Devonshire voelde ik me lederen daé zieker. En hier voel ik me ieder uur beter..."
„Denkt u, dat hij naar een ziekenhuis moet?" „Misschien wel; voor een paar dagen." Toen gebeurde er iets zonderiings. Het kleine mannetje keek sir Ernest aan en glimlachte gelukkig. „Dat zou ik erg prettig vinden," zei hij. ,,Ik hoop, dat ze hem daar goed zullen verzorgen, maar het zal voor mij toch èrg prettig zijnl Ik zal eens gauw kijken, of ik de sleutels kan vinden." Hij viel op zijn knieën op den vloer, begon haastig in de zakken van den bewusteloozen bediende te zoeken, en-' haalde er een bos sleutels uit tevoorschijn. Hij stak ze zorgvuldig in zijn eigen zak en wendde zich, zonder den bewusteloozen man ook maar één blik meer waardig te keuren, tot sir Ernest. „Denkt u, dat we hier lang zullen moeten blijven staan ?" Sir Ernest kon hem geen antwoord geven, want iemand had aan den buitenkant het portier opengedaan en het hun hierdoor mogelijk gemaakt uit te stappen. Het ongeval bleek achteraf slechts onbeduidend, maar waarschijnlijk zouden de reizigers een heelen tijd moeten wachten, alvorens hun weg te kunnen vervolgen. Sir Ernest, die vroeger nog voor dokter had gestudeerd, maakte zich verdienstelijk door te helpen de lichtgewonde passagiers te verbinden. Spoedig kwain er een andere trein, die de gewonden en de reizigers opnam en waarin sir Ernest weldra eerf geschikt plaatsje had gevonden. Nauwelijks zat
VANAF
Ct.
Ga met Uw Toccos cigarette om als met Uw besten wijn. Zij verdient 't, omdat ook haar kwaliteit zoo uit kan munten door zorgvuldige behandeling. De Toccos Cigarette, in blikken van 50 en 100 stuks, kan voor onbeperkten tijd haar volle oorspronkelijke aroma blijven behouden. Alléénimporteurs: Alvana Cy. Plein 8a Den Haag
iïOCCOS
„MIJN ZOON ETIENNE" In den Princesse-Schouwburg te 's-6ravenhage ging bij het Nederlandsch-lndisch Tooneel onder leiding van Cor Ruys de première van ,,Mijn zoon Etienne". — Cor Ruys als Fernand Lebarmeeide en Miep van den Berg als Vassia Poustiane.
hij, of hij hoorde een stem: „Mag ik binnenkomen ? Toe, help mij even 1 Ik kan alleen niet." Sir Ernest keek op en zag het kleine mannetje, dat vóór het ongeval eveneens in zijn coupé had gezeten en nu hopelooze moeite deed het portier te openen. Met behulp van sir Ernest klauterde hij in den coupé 'en liet zich gelukkig glimlachend in een hoekje vallen. „Ze hebben John in de ambulance-afdeeling gelegd," zei hij. „Hij is nog bewusteloos en de dokter meende, dat hij minstens een paar weken in het ziekenhuis moet blijven." „Waar gaat u heen ?" vroeg sir Ernest. „Naar Londen," antwoordde de ander met een schrille stem. „Ik moet morgen op een veiling van oudchineesch porcelein zijn. Verzamelt u ook oudchineesch als ik vragen mag?" „Neen," bekende sir Ernest. „Ik heb echter thuis twee mooie vazen uit de Ming-periode." De oogen van zijn metgezel begonnen te schitteren. „De Ming-periode," zei hij. „Ik kan u alles van de Mingperiode vertellen I" .. „Laten we eerst een sandwich nemen," stelde sir Ernest voor, een klein koffertje uit het net nemend. „Graag," zei de ander. „Ik heb trek en ik herinner me nu, dat ik de koffers in den anderen trein heb laten staan. Daar zit onze lunch in^ voor John en mij. — Mag ik uw naam alstublieft weten? Ik heet Lyall, baron Lyall." ,.Ernest Hampster," antwoordde de ander. De baron hield even op met eten. Hij keek zijn overbuurman verwonderd aan. „Ernest Hampster," zei hij hardop nadenkend. „Nu, dat is al heel zonderling. Iemand heeft me van u verteld, sir Ernest. Ik herinner me niet meer precies wat het was, maar ik weet wèl, dat ik u eens heb willen schrijven. Ik kon echter uw adres niet te weten komen. — U bent toch geen dokter?" „Neen," antwoordde sir Ernest. „Ik heb eigenlijk geen beroep. Af en toe, als ik een interessant geval ontmoet of als een van mijn vrienden buiten zijn schuld in moeilijkheden is geraakt, probeer ik voor detective te spelen." - 7 -
„Particulier-detective dus?" riep de baron uit. „Nou weet ik het weer! Zóó was het. Ik herinner me nog, dat ik dacht: een baronet en dan detective." „Neemt u nog een sandwich ?" vroeg sir Ernest. Zijn metgezel accepteerde het aanbod bijna mechanisch. „Sir Ernest," zei hij toen, „wanneer wij in Londen zijn, mag ik u dan eens een bezoek brengen ?" Sir Ernest overhandigde hem zijn kaartje. „Uw bezoek zal mij zeer aangenaam zijn," zei hij. „Ik woon buiten de stad, zooals u ziet, en daar het nogal een eind weg is, kunt u misschien vooraf beter even telefoneeren." „Dat zal ik doen," beloofde de baron. „Ik ben blij, dat John niet meer hier is," zei hij. „Anders mocht ik misschien niet eens dien tweeden sandwich hcelemaal opeten. Ik hoop, dat ze hem maar lang in het ziekenhuis houden. Ik zou het zelfs heelemaal niet erg vinden als hij stierf." Sir Ernest keek zijn metgezel verbaasd aan. Klaarblijkelijk sprak deze in volkomen ernst. „Als u hem niet mag, waarom ontslaat u hem dan niet ?" vroeg hij. „John ontslaan..." zei de baron met een hooge stem, als van een jongen van eer} jaar of twaalf. „Maar dat kan ik niet, .. Mijn vrouw heeft hem aangenomen! Zij heeft den vorigen butler, die mij en mijn ouders bij elkaar langer dan dertig jaar trouw heeft gediend, ontslagen. Als ik John ontsloeg..." Hij zweeg, nam een hap van zijn sandwich en zei toen: „Alles is zoo heerlijk, dat ik buiten mezelf van blijdschap ben! U moet het me maar niet kwalijk nemen, sir Ernest." „Als u me eens wat van uw verzameling porcelein vertelde ?" vroeg de laatste. De baron stak het restje van zijn sandwich in -zijn mond, veegde zijn vingers schoon aan zijn zakdoek en begon te vertellen. De woorden kwamen als een waterval over zijn lippen — perioden, dynastieën, bijzondere kenmerken, kleur, vormen ... — alles vermeldde hij, maar nimmer ging zijn betoog dieper dan het gebabbel van een kind. Hij was nog steeds niet uitgepraat, toen de trein Londen reeds was genaderd en zijn vaart minderde.
■
i
-
1
:
■
■
i&mw^m ^'■/■•: ;>;/
„Wat jammer," zuchtte baron Lyall. „Ik kom u vast eens opzoeken om er u ilieer van te vertellen. U moet alles van Chineesch porcelein weten, sir Ernest. Het is machtig interessant. Ik kom u eens halen om samen naar het museum te gaan. Ze hebben daar een schitterende collectie 1" „Kan ik u misschien van dienst zijn?" vroeg sir Ernest, toen de trein stilstond en hij het overvolle perron zag. „Ik denk, dat u niet gewoon is zonder bediende te reizen." De baron gichelde. „Ik heb nog geen meter afgelegd zonder John, sinds hij door mijn vrouw in dienst genomen is," zei hij. „Ik hoop toch zoo, dat hij sterft. Goeden dag, sir Ernest." Hij nam zijn grooten hoed af, boog en verdween. Sir Ernest zag nog net hoe hij in een taxi stapte. Dat was echter het laatste, wat de wereld in de eerstvolgende dagen van baron Lyall zag. Een paar dagen daarna las sir Ernest de volgende advertentie in The Times: „De heer, die met baron Frederic Lvall in den hulptrein naar Londen reisde, na het spoorwegongeluk op den zeventienden dezer, wordt beleefd verzocht zich in verbinding te willen stellen met barones Lyall, Berkeley Square". Een vermoeide maar heel knappe dame met een Zuidelijk voorkomen, maakte zich onwillig los uit de zijden lakens en met kant afgezette kussens, en luchtte haar ergernis tegen een klein, schraal figuurtje, dat half over haar bed gebogen stond. „Maar Juliel" riep ze uit. „Dat is toch te èrgl Het is nog niet eens elf uur en nu kom je me al op zoo'n onvergeeflijke wijze storenI" „Milady," verontschuldigde zich het kamermeisje, „er is een heer beneden, die reeds geruimen tijd heeft gewacht. Hij zei gekomen te zijn naar aanleiding van de advertentie in The Times van vanmorgen." De barones was plotseling klaar wakker. Ze schoot overeind in bed. „Denk je, dat het de man is, die met den baron naar Londen is gereisd ?" vroeg ze„Ik denk het wel." „Haal de gordijnen op," beval de barones. „Maak mijn bad klaar. Wees beleefd tegen mijnheer. Vraag hem nog slechts een paar minuutjes te willen wachten. Zeg, dat ik wat ziek was en daarom langer bleef rusten. Geef hem tijdschriften, couranten, sigaretten. Vraag wat hij gebruiken wil. Kom dan direct hier terug. Een négbgé is voldoende." In het volgende half uur heerschte er in de ineenloopende slaap-, bad- en kleedkamer een ware verwarring. De barones gaf orders en herriep ze, en de kamenier gehoorzaamde. Eindelijk, na ruim een half uur, rees Sir Ernest Hampster geïrriteerd op en stond tegenover de mooiste vrouw van heel Londen, die verontschuldigend tegen hem glimlachte en vriendelijk haar hand uitstak. „Sir Ernest 1" riep ze terwijl uit. „Ik schaam me zoo voor ui Ik heb den heelen nacht niet kunnen slapen; pas tegen den morgen viel ik in een on-
rüstigen slaap. Ik lag daarom nog wat te rusten toen u kwam. Maar ik verzeker u, dat ik mij gehaast heb... Doch vertelt u eens ... is u na het spoorwegongeluk met dien zonderlingen echtgenoot van mij naar Londen gereisd?" „Jawel," zei sir Ernest. De barones liet zich op een divan vallen, die op eenige passen afstand van haar bezoeker stond. „Toe vertel me... vertel me gauw," smeekte ze bijna. „Heeft hij met u gesproken ? Heeft hij u gezegd, wat hij van plan was te gaan doen ?" „Uw man vertelde mij," antwoordde sir Ernest kalm, „dat hij het voornemen had Chineesch porcelein te gaan koopen op een veiling bij Christie." De barones fronste haar wenkbrauwen. „Maar hij is niet bij Christie geweest!" riep ze met opgeheven handen uit. „En evenmin is hij hier, in zijn eigen huis geweest sinds hij in Londen is aangekomen. Niemand heeft iets van hem gehoord. Gisteren heb ik een advertentie in The Times laten plaatsen en.. . en heb ik ook Scotland Yard gewaarschuwd. Mijn man is verdwenen, sir Ernest 1" Sir Ernest glimlachte sympathiek. „U moet weten," zei hij toen, „dat ik door zijn manier van dpen heel sterk den indruk kreeg, dat hij zooiets van plan was." „Hoe zonderlingl" mompelde zij. „Zeg eens, sir Ernest, hebt u ergens met hem over gesproken? Wat voor een indruk maakte mijn man op u ?" „Van een schooljongen, die besloten heeft een paar dagen te spijbelen en naar hartelust van zijn vrijheid te genieten," was het onmiddellijke antwoord.
Viooltj Voortreffelijke chocolade In den vorm van viooltjes. Een specialiteit.
RINGERS Lef op den naam I
■.
'
■:.■:.;
„Ik weet natuurlijk niets zeker. Uw man heeft voornamelijk over Chineesch porcelein met mij gesproken, maar uit de opmerkingen, die hij maakte toen hij zijn bediende bewusteloos en met een bloedende hoofdwonde op den vloer zag liggen, en mèèr nog toen hij hoorde, dat de man naar een ziekenhuis getransporteerd moest worden, maakte ik op, dat hij niet bijster vriendelijk over hem dacht." „Mijn man is net een jongen," zei de barones, terwijl ze trachtte verontschuldigend te glimlachen. „Geen mensch is zoo goed voor hem als John." „En hoe maakt John het?" „Hij is nog in het ziekenhuis. Het zal wel weken duren, eer hij er uit mag. Hij was de eenige in den trein, die ernstig gewond werd. Niemand mag bij hem. Maar dat maakt betrekkelijk niet veel uit. Mijn eenige zorg geldt mijn man. — Is u er zeker van, sir Ernest, dat hij heclemaal niet heeft gezinspeeld op hetgeen hij van plan was?" „Absoluut zeker I" De barones maakte een wanhopig gebaar met haar welgevormde handen.' „Hier is zjjn huis," zei ze zuchtend. „Zijn kamers zijn voor hem in gereedheid gebracht. De auto wachtte bij het station. — Weet u zeker, dat zijn geheugen door het incident niet heeft geleden ?" „Stellig," verklaarde sir Ernest overtuigd. „Uw man zat, toen het gebeurd was, met zijn knieën tegen zijn kin en ik stond, terwijl de bank, waarop ik gezeten had, geheel was vernield. Na het ongeval hebben wij nog geruimen tijd zitten praten en ik heb niets bijzonders aan uw man gemerkt. Alleen, dat hij veel opgewekter was. Maar dat zal wel komen, omdat zijn bediende bewusteloos was" De barones zuchtte teleurgesteld. „U zult me dus niet veel kunnen helpen," zei ze. „Hoe zou ik u kunnen helpen ?" vroeg sir Ernest. „U plaatste een advertentie in The Times en ik haastte mij hierheen om u alles te vertellen wat ik weet" Ze knikte en keek weer naar zijn kaartje, dat. ze nog steeds in haar hand hield. „Sir Ernest Hampster," peinsde ze halfluid. „Uw naam komt me zoo bekend voor. — Mag ik vragen — welk beroep heeft u?" „Ik ben particulier-detective, wanneer ik een geval vind, dat mijn belangstelling heeft," antwoordde hij. „Ach ja, nu herinner ik mij weer. Ik heb uw naam vaak in de couranten gelezen. U moet zoo buitengewoon knap zijn... sir Ernest... mag ik u duizend pond aanbieden, indien u er in slaagt mijn man terug te vinden?" Sir Ernest stond op. „Ik zal me haasten," zei hij. „Anders is Scotland Yard me nog voor. — Duizend pond, dood of levend?" „Dood of levend," herhaalde de barones beslist. Baron Lyall was nimmer een imponeerende figuur, maar zooals hij in het kleine kamertje op handen en voeten met twee lachende, opgewonden kinderen op zijn rug om de tafel kroop, was hij niets minder dan belachelijk. Hij was zichzelf daar echter in het (üervolé op pagina 12}
.
^■■^-^
—^—
■'-—
-
^
DOROTHY BOYi
'
*&M
SIGAREN Een bekend Nederlandsch geneesheer schrijft; ..Kalzan maakt de tanden hard en wit en voorkvmt hit voortschrijden van tandbederf.
's Morgens 's Middags, 's Avonds.
^/lAA/ÜbO^ Een
bloemlezing van den geestigsten geïllustreerden humor uit de buitenlandsche tijdschriften.
ff6^
CAaJvAKtM. Hjen gezond - bloeiend uiterlijk leidt tot succes! Uw optreden krijgt zelfbewustheid en zekerheid, wanneer Uw wangen fnsch en Uw lippen rood zijn. Slechts zóó wil menUzxen KhasanaSuperb-Crème"en"KhasanaSuperblippenstift zorgen voor beide, en verzekeren Uw succes. "Khasana Superb-Crème". op de huid gewreven, past bij iedere tiniuan de huid, verleent een éezond frisch voorkomen v™. hooët de bekoorlijkheid en verdoezelt het leeUjke.M™v™£Tét de beste werkmé door de crème zacht op de huid^ïZngin V rmoe t er "KZZ % *1 het gebruik van. By deze crème bThoTrt «AT ^uP^b-''PP^m"- Ook deze werkt individueel verschillend kleurt de lippen zacht, duurzaam, onopvallend en smaakvol en geeft den mond de kostbare frischheid der feu*? Khasana Superb" is tegen elk weer bestand, water- en kus-echt. Hetgeeftniet afenismetwateren zeeptev
Khasana Superb
Wanneer U de wer king i>an Khasana Superb wilt verhoogen. gebruikt dan "Khasana poeder". Deze poeder bedekt uitstekend en verleent de huideen ßaweelachtige. matte tint. In alle kleuren verkrijgbaar 1
Kleine verpakkingen: Lippenstift (f -.35) en rouge (f -.35). Overal verkrijgbaar'
Wij lezen ergens, dat een man er dezer dagen in geslaagd is, gedurende drie en een halve minuut zijn adem in te houden. — Het was echter alles vergeefs; toen hij de tiende trede bereikte, kraakte deze, zoodat zijn vrouw toch wakker werd.
Sterk Uw
m m
^ '
? !0
tandetl van binnenuit — met KALZAN, het kalkvoedsel. Tanden zijn geen dood been, maar levende deelen van Uw lichaam. Een tand kan ziek zijn en verzwakken door .. ondervoeding. Met borstelen - hoe noodzakelijk ook - maakt » geen zwakke tanden sterk. Dat kan alleen Tor de tanden te voeden met kalk want fcaïkJ. iL? u IJ voedsel der tanden, en kaikT^ón ver^^kThi zwak en pijnlijk worden van het gebit. kalkv edse, zult e Uw tan kffk tollc^n^ ^ d«n de Kalk toevoeren die noodig is ' voor 8het verkriieen en
11.25
kaTktettl^lJwl- U^ ^ *f**W* oorzaak: 0P te hef,en met hét K }Chaa,n net k!lkvLrf..I kalkvoedsel. Kalzan zal, "tevens Uw geheeleKalzan, teste veerhoogeen.en
Uw
Verkriigba» in ,Ue Generaalvertegenwoordlging,).Winkel Jra., 21 K 2. Den Haag, Merwedestraat 47. Tel 772595
Dr. M. Albersheim, Frankfort a. d. M., Paris en Londen
^««^emogel 4^ ffie
Apolh.
ea
^ , , ^ ^ , ^ ^ ^^
KALZAN
Het gerucht, dat het beroemde Kristallen Paleis te Londen zou worden verkocht, werd van officieele zijde met den meesten nadruk ontkend, toen een enthousiaste amateur-tuinier het wilde koopen om als broeikas voor zijn komkommers en aardbeien te bezigen.
„Uw zoon, de student, heeft deze foto's bij mij besteld." „Och zoo. Wel, het lijkt heel goed op hem. Heeft hij ze betaald?" „Nee mijnheer, dat niet." „H'ml Dat lijkt nog meer op hem." (Het Weekblud)
„Waar ben ik?" „Je zit daar in een mandje." (Fliugendo Binetter)
Naar men ons bericht, heeft een bekende scheikundige een soort brood samengesteld, dat de eigenschap heeft, moed te geven. — Een muis, die een paar kruimeltjes van deze wonderbare spijs vond, werd zóó brutaal, dat zij eenvoudig de kat van haar schoteltje melk opzij duwde. Een romanschrijver zal dezer dagen in het huwelijk treden met een dame, die hij voor het eerst ontmoette bij een vliegtocht. — Toch moet geconstateerd worden, dat de gevaren van het vliegen op den duur aanmerkelijk verminderen. In een huis in Wellington (Engeland) haalden inbrekers het waschgoed van de lijnen en namen het mee. — Dit is weer een bewijs te meer, dat waschgoed heel gemakkelijk verloren kan gaan, zelfs al gaat het niet naar de bleekerij. Een gezin in Frankrijk, dat uit acht leden bestaat, die alle een of ander muziek-instrument bespelen, vertrekt dezer dagen naar Amerika. — Wij kunnen ons levendig indenken, dat de buren hun eendrachtig een lange, echt pleizierige reis toewenschten. Vooral lang!
Dorpsttgont; „Wie heeft je permissie gegeven, dat stopsignaal op den weg te schilderen?" Boer: „Dat heb ik zelf gedaan. Ik denk aan mijn kippetjes, die hier in die bocht bijna overreden worden." (The Humorist)
„Hoeveel klontjes?" „Twee, alsjeblieft." (Lustige Kölner Zeitung)
Dokter: „Wie is dat, die daar juist geopereerd is?" Verpleegster: „Een man, die een golfbal had ingeslikt." Dokter: „En wte is die man, die bij hem staat te wachten?" Verpleegster: „Dat is de man, van wien de bal is. Hij is nogal zuinig, geloof ik." (Het Weekblad)
„O, mammie, kijk eens, wat een leuk groen slnngetjel" ,,Wil je dadelijk hier komen? Het kan wel net zoo gevaarlijk zijn als een rijpe I" (Smith's Weekly)
„Er zijn van die boeken, die eenvoudig niet de moeite van het aankijken waard , zijn," schrijft een criticus. „Zij vertellen je niets, wat je niet al lang wist." — Ons bankboek behoort tot deze categorie van boeken.
Echtgenoot: „Zeg- eens, ik dacht, dat je wist wat voor soort hoed je wilde hebben voordat je hier heen g-ing-?" Vrouw: „Dat weet ik ook best. Maar dat mensch, dat naast ons woont, staat naar me te kijken." - 10 -
- 11 —
:
.
I
^mm^mfmmm .-
lüeivolè van pagina 3) geheel niet van bewust, want toen zijn bezoeker binnentrad, liet hij de beide kinderen kalm van zijn rug glijden en kwam met een effen gezicht overeind. Zoodra hij den ander herkende, kwam er een verbaasde uitdrukking op zijn gezicht. „Sir ErnestI" riep hij uit en zijn stem scheen nog meer te piepen dan gewoonlijk. „Neen maar... hoe hebt u mij gevonden? Dat zou ik wel eens willen weten." „Wel, men heeft mij duizend pond beloofd, als ik u vond," was het geamuseerde antwoord. „U begrijpt... duizend pond scherpt het breinl" „Kom mee," noodigde de baron sir Ernest uit, terwijl hij hem voorging naar een andere kamer. „Ik heb hier een eigen kamertje," zei hij terwijl verklarend. „Niet zoo erg ruim of comfortabel, maar net goed genoeg voor mij." Een keurig net gekleede vrouw stond juist over het vuur in den haard gebogen, toen de baron met zijn gast binnenkwam. Ze wierp den laatste een vijandigen blik toe. „Mijn man wilde weten, baron," zei ze, „of hij iets voor u doen kan. Deze heer hier glipte naar binnen nog eer mijn man u kon waarschuwen 1" „Het is goed, hoor Marie," verzekerde de baron glimlachend. „Mijnheer is een vriend van me. Ik wilde graag even een paar minuten met hem praten." ■ De vrouw maakte een buiging, wierp sir Ernest een wantrouwenden blik toe en verliet het vertrek. „Oude bedienden van me," legde cje baron uit. „Haar man is Dkk, de butler waar ik u van sprak en de beste, die er op de heele wereld bestaat. Hij is weggegaan omdat mijn vrouw het wilde — ik had hem liever gehouden. Misschien komt hij echter weer terug," voegde hij er geheimzinnigknipoogend aan toe. „Ik voel, dat er veel DE EERSTE TANDJES. (Foto Godfr. de Groot)
veranderen zal... Dus u hebt mijn Hij had dien dag toevallig niets te vrouw gesproken, sif Ernest? Was ze doen. „Goed, ik ga met u mee," zei hij. erg onder den indruk van mijn verDe baron belde. Een man van dwijning ?" middelbaren leeftijd — het type van „Zóó erg, dat ze mij duizend pond een correcten butler — trad direct daarbood indien ik u wist te vinden." op binnen, bracht hem zijn jas en hoed De kleine man knikte glimlachend. en begeleidde hem toen respectvol naar „De belooning van duizend pond was den wachtenden auto. De baron liet niet opdat u mij zoudt vinden, sir zich in de veerende kussens vallen en Ernest," verklaarde hij. „Ze was om giebelde geamuseerd. te weten te komen, of ik de sleutels „Dat wordt me een grap," verklaarde had." hij. „Dat wordt een uitstapje waar ik „De sleutels?" herhaalde sir Ernest plezier van zal hebben. En laat ik u verbaasd. eens wat zeggen, sir Ernest. In mijn „Ja, de sleutels. U is toch niet verbuitenhuis in Devonshire voelde ik me geten, dat ik, toen John bewusteloos op lederen dag zieker. En hier voel ik den grond lag, in zijn zakken naar een me ieder uur beter..." bos sleutels heb gezocht?" Terwijl hij Het was een dag vroeg in het voordeze laatste woorden zei, haalde hij jaar en de wind was nog koud. Maar een ring met een stuk of acht sleutels in den auto, waarin spoedig door den er aan "tevoorschijn. „Mijn vrouw zou motor een aangename temperatuur stellig graag duizend pond voor deze heerschte, voelden zoowel de baron als sleutels geven," vervolgde hij. „Uhebt sir Ernest zich behaaglijk. In een landetoch niet gezegd, dat ik ze had, sir lijk restaurant gebruikten zij een eenErnest?" voudigen koffiemaaltijd en tegen een „O neenl" uur of twee bevonden zij zich voor een „Dat is verbazend aardig van u," zei groote, prachtige villa, die een eenigs- ' de baron, een zucht van verlichting zins somberen indruk maakte, omdat slakend. „Maar ik had niet anders van voor de meeste ramen de gordijnen u verwacht. U bent een verstandig man, sir. Ernest." Sir Ernest glimlachte en vroeg: „Hoe lang denkt u hier nog te blijven, baron ?" „Ik ben hier heel gelukkig bij mijn vrienden, mijn ouden butler, zijn vrouw en hun twee kinderen," bekende de baron. „Ik zit lederen dag een heele poos in de afdeeling Chineesch porcelein van het museum hier' aan den overkant. Ik heb al verscheidene inscripties ontcijferd. Dat is het liefste wat ik doe. Maar ja... aan alles komt een eind en vooral nu u mij gevonden hebt, zal ik niet meer hier kunnen blijven. Doch ik wilde graag, dat u mij een dienst bewees, sir Ernest. — Wilt u een kleine opdracht van mij aanvaarden, voordat u naar mijn vrouw gaat om de belooning van duizend pond op te eischen ?" Sir Ernest glimlachte bemoedigend. Probeer gratis deze nieuwe „Als ik kan, natuurlijk!" beloofde hij. huid-verzorging.* „Wat wenscht u, dat ik doe?" „Ik ga naar mijn landhuis in Wij hebben altijd beweerd, dat Radox de Devonshire, nu direct... en ik ben van- poriën van Uw huid reinigt en Uw teint avond weer terug. Ik wilde een half uur verbetert, zooals niets anders dit kan dóen. in huis zijn. Meer niet. We gaan dan Nu bieden wij U aan deze bewering te samen terug! U zult in triomf terug- toetsen — zonder kosten voor U. Wij hebkeeren. Ik zal met u meegaan naar ben onder de apothekers en drogisten door heel Holland duizenden pakken Radox vermijn vrouw." deeld, die elk verpakt zijn met een gratis „Nou, dat klinkt eenvoudig genoeg," proefpak. U kunt dit gratis pakje gebruiken verklaarde sir Ernest, „maar waarom zonder het gewone pak Radox te openen. wilt u die heele reis maken om maar En als U na deze proef niet volkomen tevreden bent, breng dan het groote pak tezoo kort in uw huis te kunnen zijn ?" De baron zwaaide den bos sleutels, rug naar den winkelier, waarvan U het kocht. Hij zal U Uw ƒ1.25 (Uw geheele dien hij nog steeds in zijn hand hield, uitgave) zonder omwegen terugbetalen. In en lachte schril. elk pak Radox is een boekje, waarin de „U zult het spoedig begrijpen," be- Radox huidverzorgingsmethode duidelijk loofde hij. „Heel spoedig! Ik heb mis- wordt uitgelegd. Maar vergeet niet, dat het schien uw hulp noodig, begrijpt u. — gratis proefpakje slechts voor beperkten Laten we direct weggaan als u het goed tijd verkrijgbaar is. Gaat dus direct naar Uw apotheker of vindt." droffist, voordat hij deze groote proefHij wees naar het raam. Aan den pakken uitverkocht heeft. overkant van de straat stond een groote Radox is heerlijk geparfumeerd en verauto. krijgbaar bij alle apothekers en drogisten „We kunnen onderweg lunchen," zei è ƒ 1.25 per pak. Een pak is toereikend hij, „een kop thee drinken in mijn land- voor verscheidene weken. Imp.: N.V. huis, en vóór het diner bij mijn Rowntree Hnd. Mij., Keizersgracht 124, A'dam-C. vrouw zijn." Voor Indië verkrijgbaar bij de Firma J. Sir Ernest dacht een oogenblik na. van Gorkom & Co., Djocja, en hare filialen.
„
'-
^
waren neergelaten. Een verbaasde bediende deed hen open. De baron huppelde bijna de hall in. „Breng mij een mes, Robert," beval bij den bediende. De man gehoorzaamde zwijgend, maar ten zeerste verwonderd. De baron kerfde kalm de beide telefoondraden door. „Zeg mrs. Peer of iemand anders, direct thee te brengen in mijn studeerkamer," beval hij daarna. „Ik ga even naar de provisiekamer van den butler." „Tot uw dienst, baron," antwoordde de man. „Ik ben echter bang, dat u de deur van de provisiekamer gesloten zult vinden. John heeft de sleutels medegenomen" De baron liet de sleutels zien en begon weer te lachen. „Mag ik u vragen, hoe John het maakt, baron?" vroeg de man. „Hij gaat goed vooruit," antwoordde de meester des huizes. „Hij wordt stellig weer heelemaal beter. Hét zal echter nog wel eenigen tijd duren, eer hij het ziekenhuis mag verlaten. — Je hoeft niet te wachten, Robert. Wat ik in de provisiekamer te doen heb, zal ik alléén wel doen. Breng mijnheer hier naar mijn studeerkamer. — Maar vijf minuutjes, sir Ernest," zei hij toen tegen deze. „Dan ben ik weer bij u..." Nog binnen den gestelden tijd betrad de baron reeds zijn studeerkamer, waar sir Ernest op hem wachtte, terwijl een kwiek meisje bezig was het theegerei neer te zetten. „Geef den chauffeur wat hij wil," zei
I /T 1*
DqnSinstituut
Priy« - onderricht dagelijks Cursus lessen October-Vflacut EmjekcKe en HolkmBsche leeraren fVospedUS wordt |Op cumvragegaarne ucrstrdit
JLeidschekwki02 hoek Trianon
Omsterdomx. Ta. 36047
.
«
Door in onderstaand toovervierkant van vierkantje naar vierkantje te springen, zooals een paard doet in het schaakspel (dus één vakje naar voren en twee opzij, of twee naar voren 12 4- 6 9 '7 5 en één opzij), moet O 9 IÖ 0 4- 1 moet men na den tienden zet (het lö 5 II 3 13 O vierkantje van 1+ Z 11 15 0 6 waaraf men begon2 10 3 7 0 8 nen is meegerekend) een totaal Ö 14 1 15 0 7 van 144 hebben geteld. Men mag beginnen waar men wil in het vierkant, maar men mag niet direct nadat men het verlaten heeft, naar'n zelfdevakje terugkeeren. Onder de goede oplossers verloten wij een prijs van fl. 2.50 en drie troostprijzen. Oplossingen a.u.b. in te zenden vóór 13 October aan ons adres: Redactie „Het Weekblad", Galgewater 22, Leiden. Óp 'envelop of briefkaart gelieve men
duidelijk te vermelden: Ons Puzzle-hoekje No. 402. Men kan het antwoord op deze puzzle desgewenscht tegelijk inzenden met dat op onze Wekelijksche Vraag, doch men gelieve in dit geval beide oplossingen op een apart velletje papier te schrijven en beide van volledigen naam en adres te voorzien. De oplossing van de cijfer-puzzle uit No. 399 van ons blad vindt men hieronder. Men kan het getal 100 met gebruikmaking van alle cijfers op de volgende manier schrijven: , 69258 2148 TOO of = 100 96 714 537 Na loting werd de hoofdprijs toegekend aan mej. W. Haikes te Amsterdam. De troostprijzen verwierven: de heer W. H. B. Briedé Jr. te Noorwijk aan Zee; de heer P. de Rijk te Rotterdam en mevr. A. H. van Beek-Zandman te Den Haag.
zet mij aan mijn huis af. U heeft mijn de baron tegen haar, toen ze het vervrouw zeker wel bewonderd, sir Ernest ? trek verliet. „En laat Robert sigaren Ik heb haar jaren geleden in Boekarest en whisky hier brengen en zeg mrs. leeren kennen. Ze is een ZuidameriPeer dat ik haar wil spreken." Tien minuten later trad mrs. Peer, ]caansche. U zult dat misschien wel eens die er naar uitzag, dat zij zich snel vergehoord hebben" kleed had, de studeerkamer binnen. „Ik meen me zooiets te herinneren," gaf sir Ernest toe. Haar meester begroette haar vriendelijk, „Ik heb wel eens vreemdelingen ontmaar terwijl hij sprak, was er een voor zijn doen buitengewoon ernstige klank moet, die ik graag mocht," zei de baron. „Maar de Zuidamerikanen — vooral de in zijn stem. „Mrs. Peer," zei hij, „ik heb de mannen... nou, ik weet niet, wat ik van hen zeggen moet.. . De neef van telefoon buiten gebruik gesteld. Ik heb dit gedaan omdat ik het noodig vond. mijn vrouw — Felice Dubanez — verIk wil niet, dat er tegen iemand, tegen toeft vaak bij ons, maar ik kan niet wien dan ook, over mijn bezoek hier zeggen, dat ik hem graag mag. Doch u zult zelf over hem kunnen oordeelen. wordt gesproken. Ik wil niet eens, dat Vertel me later maar eens, wat u van mijn vrouw er van op de hoogte wordt gebracht. .. U begrijpt mij ?" hem denkt. U bent dit weekeinde toch „Zeker, baron," haastte de vrouw zich vrij, hoop ik ? Ik heb uw hulp noodig. te antwoorden. „Maar u zult mij wel Ik sta er op, dat u ze mij niet ontniet kwalijk nemen, indien ik u zeg, dat houden zult." alle couranten vol staan over uw verSir Ernest, die eigenlijk heel andere plannen had met betrekking tot zijn dwijning sinds dat spoorwegongeluk. Het zou voor de barones een groote opweekeinde, aarzelde. „Ja, maar," begon hij, en toen: „Waarvoor hebt u eigenlijk luchting zijn, indien ..." „Ik eet vanavond met de barones," mijn hulp noodig ?" viel de baron haar in de rede. „Mijn „U hebt duizend pond verdiend van bevelen — en ik heb den laatsten tijd mijn vrouw, omdat u mij hebt gevonhier zelden bevelen gegeven, zooals je den," giebelde de baron. „Wat zal ze weet, mrs. Peer — moéten letteriijk het land in hebben, dat zij ze moet beworden opgevolgd 1 Ieder, die nu of in talen. Ik Z(d u duizend pond betalen de toekomst telefoneert of spreekt over om mijn metgezel en beschermer te mijn bezoek hier, zal binnen een uur zijn gedurende drie dagen! We brengen de volgende week op ons landhuis in zijn ontslagen. Dat is, hoop ik, begrepen." Devonshire door en ik had graag, dat De huisbewaarster, die vergeefs u Vrijdag daar bij ons kwam. Uw taak moeite deed haar grenzenlooze verzal niet moeilijk zijn, sir Ernest! Ik bazing te verbergen, maakte een buiging wil slechts een paar dagen liever niet en verliet het vertrek. „De bevelen van alleen met mijn vrouw en haar neef den baron zullen stipt worden op- thuis zijn. Er zou iets kunnen gebeuren! gevolgd," beloofde zij. „Ik zal ze per-. Ik zou hulp noodig kunnen hebben, en soonlijk aan alle bedienden doorgeven. het dan prettig vinden, als ik Blijft de baron vanavond ?" een vriend bij mij had. U is een krach„We vertrekken binnen vijf mitige man, sir Ernest, en ik ben maar nuten .. ." klein en soms heel erg timide. De man, De terugreis naar Londen werd zonbij wien u mij hebt gevonden, was geder oponthoud afgelegd. Toen zs de woon voor mij te zorgen, maar de buitenwijken van de stad naderden, verbarones heeft hem weggestuurd en ik brak sir Ernest het stilzwijgen. geloof niet, dat John bijster op mij „Hoe zullen wij uw terugkeer in het gesteld is! Ik geloof, dat hij bij mijn leven verklaren, baron ?" vroeg hij met vrouw in het gevlei wil koman. Tot een gbmlach. Vrijdag dus, sir Ernest. Ik zal u met De baron keek geamuseerd. „Ik zélf den auto om drie uur van den trein zal uw triomf uitbazuinen," zei hij. „U [Vervolg op pagina 2 O) - 13 -
<
■
m-Sr-EiP -DANSEN
U
cdoor" (OP I^LINKERT
.1'%
lif
k schree in Ziezoo, nu kent men reeds zes van worden als finale van den Time-step, een vorig arti- de hoofdpassen. dien wij in een vorig artikel beschreven kel, dat „stepMet behulp hiervan willen wij behebben. Men herinnert zich, dat deze dansen" een dansproeven enkele nieuwe complete figubestaat uit verschillende passen, in de richting is, die ren te bcstudeeren, die in de meeste volgorde van: Ta-tap, Buck, Step, Slameer en meerde stepdansen voorkomen. slap en opnieuw Step. aandacht trekt en Oefening no. 2. (Voor de eerste oefeMen krijgt dus, met gebruikmaking vermeldde onder ning zie men het vorige artikel over van den Break een dansfiguur, die einmeer, dat bijna Stepdansen). Deze oefening volgt het digt als volgt: elke student aan rhythme van „Hop-Ta-Tap". Men beTaptap met den rechter voet tel een Amerikaansch gint met het lichaamsgewicht op den I ~"~2~3; Sla-slap met linker voet, tel college zich dien bal -van den rechter voet, „hopt" omdansvorm eigen maakt, om hiermede 4—5 Sla-slap met rechter voet' tel hoog, telt „1-2", maakt een „Ta-Tap" 6—7 — 8. te kunnen optreden op feestavonden of met den linker voet (tel „3-4") en hergewone danspartijen. De „Times-step" wordt driemaal herbaalt dit acht maal op den rechter haald en men eindigt met bovenstaanMisschien schijnt die bewering somvoet. Daarna acht maal op den linker den break, welke dus in den dans migen overdreven toe en daarom is voet, enz. enz. precies hetzelfde is als een „point het wellicht noodig hier even de reden Men zal gauw de moeilijkheid merken dorgue" in de klassieke muziek. aan te duiden, waaróm het stepdansen van deze oefening, namelijk: het beHet is vanzelfsprekend, dat met het zulk een groote beteekenis heeft. De houden van zijn evenwicht. Men herbovenstaande geen complete beschrijkwestie is eenvoudig deze, dat stepinnere zich, dat de Hop moet gedanst ving gegeven is van alles, wat het stepdansen een zeer belangrijk hulpmiddel worden zonder dat de hielen den grond dansen in zich sluit. Wel is het volis, om ook de gewone gezelschapsraken. Dit gaat niet zoo gemakkelijk, doende om aan beginnehngen een uitdansen goed te kunnen beoefenen. gangspunt te geven, waarop ze kunnen Elk goed danser moet vlugge voeten en het is daarom wel degelijk aan te bevelen dat men, deze' oefening beginvoortbouwen voor het geval ze zich hebben. Het ideaal van velen is immers nende, zich vasthoudt aan de leuning in die richting zouden willen ontwikeen mooien Quick Step te laten zien van een stoel. kelen. Wat dit laatste aangaat: Men en het is voldoende bekend, dat in De volgende dansfiguur geeft nu een moet met denken, dat men een goed den Quick Step tal van variaties mogecombinatie van verschillende der aanstepdanser wordt door het lezen van lijk zijn, die een aanzienlijke lenigheid geleerde danspassen. Het is niet alleen een beschrijving of zelfs door het nemen met de voeten noodig maken. een uitstekende oefening, maar een van een paar danslessen alleen. Het Dit wil natuurlijk' niet zeggen, dat „stepdansje" op zichzelf, zoodat men welslagen hangt inderdaad onvoorwaarhet voldoende is stepdansen te leeren, delijk af van voortdurend oefenen. Hierom meteen een goed beoefenaar van het kan instudeeren als bruikbaar voor elk doel: onder dient dan verstaan te wordende moderne dansen te zijn. Want men dagehjksche oefening. „Step" met den linker voet, tel „1"; kan een goed stepdanser zijn, zonder Echter moet men bij deze oefening ook maar het minste begrip te hebben Ta-Tap met den rechtervoet, tel „en'2"; stelselmatig te werk gaan. Men mag Changepas met den rechter voet, tel „en van de lichaamsbewegingen en gewichtsverplaatsingen, die bij de beoefening 3"; Ta-tap met den rechter voet, tel nooit al te langen tijd dezelfde oefening „en 4"; Changepas met den rechter herhalen, doch dient voldoende af te van den modernen gezelschapsdans te wisselen. Wanneer men langen tijd na pas komen. Toch krijgt men er een voet, tel „en 5"; nog een changepas met den rechter voet, tel „en 6"; Tap- elkaar dezelfde danspassen beoefent dosis vlugheid door en bovendien is heeft dit geen ander resultaat dan vertap met den rechter voet, tel „en' 7"; het een van de beste oefeningen wat aangaat evenwicht. Hop met den linker voet, tel „en..."'; slapping door vermoeidheid, en dan doet Step met den rechter voet, tel „ ..; 8"! men meer kwaad dan goed. Alle dansKeeren wij thans terug tot de techpassen eischen namelijk, dat zij levenniek van deze soort danskunst. In mijn De duur van deze figuur is twee dig gedanst worden; de minste vervonge artikel heb ik een viertal van de muziekmaten. Het tempo is overal gegrondpassen aangeduid, n.1. den step, lijk en men kan deze danspassen maken slapping doet de fraaiheid van de passen verloren gaan. Het is daarom ook den tap, den buck en den slap. op elke goed gerhythmeerde fox trotmet noodig, wanneer men met een bemuziek in middelmatig tempo. Er zijn er meer. Onder deze wil ik nogmaals een tweetal kiezen om te be Nu is er nog een belangrijk punt: paalden danspas niet direct slaagt, dezen schrijven, en de eerste hiervan is: Bij het stepdansen zijn hef slechts te blijven oefenen tot men hem kent: De „Hop". De naam van deze dansschijnbaar de voeten, die zich verplaat- men kieze gerust eerst een volgenden beweging is tamelijk goed gekozen, want sen. Ik zeg: schijnbaar, want in wer- pas. Dikwijls zal men er over verbaasd zij duidt een opwippende beweging aan kelijkheid krijgt men natuurlijk ook een zijn, dat juist de moeilijke passen daarop den bal van een der beide voeten, verandering van plaats, met het geheele na, wanneer men reeds de anderen kent terwijl de niet gebruikte voet slap en lichaam. Om bovenstaande figuur goed hun moeilijkheid verloren hebben. Dit los blijft neerhangen. Echter moet men te dansen bijvoorbeeld, doet men er komt, omdat alle danspassen bij elkaar er op letten, dat beide voeten niet te goed aan den linker voet te beschouwen aansluiten en ten opzichte van elkaar veel van elkaar verwijderd blijven. als het middelpunt van een cirkel, waar berekend zijn als aanvulling. Bij het oefenen moet men ook de Ook moet men er aan denken, dat om heen de rechter voet draait, teralgemeene fout vermijden, om direct de knie van het ^opwippende" been wijl het lichaam mee ronddraait. even doorgebogen blijft en dat men Twee complete draaien kunnen aldus alles zeer vlug te willen doen: men den hiel niet op den grond laat rusten. gemaakt worden op twee tijden van de beginne eiken pas langzaam, daar de De „Change". Dit is een lichaamsmuziek. Door aldus op-tempo rond te snelheid wel vanzelf komt. Indien men gewichtsverplaatsing van den bal van draaien, krijgt men het effect van een zich reeds direct op vlugheid toelegt dan spreekt het Vanzelf, dat de controle den eenen voet naar den bal van den wals. over de voetspieren onmogelijk wordt anderen voet. De knieën worden even Om te eindigen nu een laatste dans- en dat de sierlijkheid van het stepdoorgebogen; de voeten blijven nabij pas: de Break. dansen zoek raakt. elkaar aangesloten en om de proef te In stepdansen wordt onder een Break Hoelang het aanleeren duurt? Die nemen of men deze figuur goed gedanst verstaan een pas, waarmee men de heeft, moet men eens probeeren om figuren beëindigt. Bijna elke figuur in vraag zal velen interesseeren alvorens ze er aan beginnen. Naar mijn meening m beide voeten een doorzakkende buihet stepdansen duurt twee muziekmaten, kan men met drie maanden hard wer8-ng te krijgen, nadat deze pas gemaakt dit is dus 8 tijden; de twee laatste ken reeds een goed-geoefend stepis- Het zijn dus niet alleen de voeten hiervan worden dan voorbehouden aan danser zijn. die doorbuigen, maar knieën en voeten den break. sam.n. Een goede leermethode is hierbij De volgende „break" kan gebruikt vanzelfsprekend hoofdzaak.
MIJN
NEEF
JANSSEN
liep een eindje op met een jongmensch — een zakenkennis — dat den ganschen weg lang niet anders deed dan de schoonheid en lieftalligheid van een zekere jongedame roemen. Eindelijk ging dat mijn neef vervelen en hij zei : ,,Ja, maar in 't uiterlijk zit het hem niet alleen. Is ze nogal bij-de-hand ?" ,,0, Josephine heeft hersens voor twee," haastte de jongeling zich hem te verzekeren. ,,Zeg," zei mijn neef toen vertrouwelijk, „zou je dan maar niet zoo gauw mogelijk met haar trouwen ?" ,,Ik wou, dat mijn vrouw niet boven onzen stand leefde." „Waarom doet zij dat dan ?" „Alleen om indruk te maken op de Mulders, die boven hun stahd leven om indruk op óns te maken." „Heeft de dokter je verboden wijn te drinken ?" „Dat durft hij niet. Zijn schoonvader is mijn wijnleverancier." „Ik heb je nog nooit in die japon gezien." „Nee — het is een cadeau voor mijn 2isten verjaardag." „Gunst ! Hoe aardig, dat zij nu weer in de mode is !" Echtgenoot: „Eigenlijk is het nergens zoo behaaglijk en gezellig als in je eigen huis." Vrouw : ,,0, heb je ruzie op de soos gehad met iemand ?" „Wat zeg je ? Kraken je schoenen zoo ? Nu, als de gebruikelijke zegswijze eenige waarheid bevat, zou je ze niet betaald moeten hebben." „Wat 'n onzin ! Mijn hoed en mijn jas kraken toch ook niet ?" Secretaris : „Wenscht U Abdullah Rajaputra, den grooten Hindoe-ziener, te spreken, mevrouw ?" Bezoekster : „Ja, jongeman. Zeg maar, dat zijn zuster uit Schiedam er is."
ONZE WEKELIJKSCHE PRIJSVRAAG Vraag honderd veertig. HOE NOEMT MEN IN HET MALEISCH EEN INLANDSCH DORP ? Antwoorden gelieve men vóór 21 Oct. (abonné's in overzeesche gewesten vóór 21 Nov.) in te zenden op een briefkaart, waarop duidelijk staat vermeld : 'Vraag honderd veertig, aan ons adres : Redactie ,,Het Weekblad", 22 Galgewater, Leiden. Onder de inzenders van goede antwoorden verloten wij een prijs van / 2.50 en vijf fraaie troostprijzen.
14
m%u
II ii
,,U beweert, dat de verdachte U met een breekijzer op het hoofd sloeg ?" „Ja, Edelachtbare." „Maar de dokter, die U heeft onderzocht, kon geen spoor van een wond of een buil vinden !" „Ja maar. Edelachtbare, kijkt U nou ook eens, hoe dat breekijzer er uitziet !" „Jouw vrouw is het geduld en de zachtmoedigheid zelf." „Ja, zij is tien jaar winkeljuffrouw geweest in een dames-modezaak." „Ik wil met Uw dochter trouwen." „Hebt U geld genoeg om haar te onderhouden ?" „Ik bezit drie honderd duizend gulden." „Is dat het resultaat van eerlijken arbeid ?" „Ja, mijn vader heeft zijn heele leven gewerkt om het bij elkaar te krijgen." Heer des huizes : „Zou je de rupsen uit de heg -willen halen ?" Landlooper : ,,Ik denk er nie.t over." Heer des huizes : „En ik dacht, dat je zoo'n honger hadt ?" Landlooper: „Dat heb ik ook, maar ik eet geen rupsen." Kleine jongen: „Vader, wat is tijd?" Vader : „Vrije tijd, jongen, is de minuten rust, die een man heeft, 'wijl zijn vrouw een ander werkje hem opzoekt."
TRALIES 4»
„O lieve, vannacht droomde ik, dat ik werk had !" „Ja, je ziet er moe uit !" Meester: „Jantje, vertel jij eens hoe het komt, dat er Zaterdagavond maansverduistering was?" Jantje: „.Omdat de aarde voor de zon kwam, Meester." Pietje (steekt zijn vinger op): „Nietwaar, Meester. Ik weet het: dat komt omdat er Zaterdag zooveel Zonnestraaltjes verkocht zijn, dat de maan geen licht genoeg meer kreeg om te schijnen." Twee buurvrouwen stonden over de schutting van haar tuinen te praten. Het gesprek kwam op de wasch. Juffrouw Kalker vertelde, dat zij iemand noodig had om haar daarbij te helpen. „Ja, zie je," lichtte zij toe, „ik moet alleen al iedere week veertien boorden voor mijn man wasschen." „O," antwoordde de buurvrouw, „zoo erg is 't gelukkig niet bij mij. Ik heb mijn man er eindelijk van overtuigd, dat het goedkooper was om zijn hals te wasschen."
vrije twee tervoor
Verontwaardigde pensiongast: „Goede hemel ! Twee kilometer van de zee af ! In Uw brief zei U, dat Uw pension twee of drie minuten van de zee af lag 1" Hospita : „Dat weet ik, mijnheer. Maar ik heb geen oogenblik gedacht, dat U geen auto hadt1"
MENSCHEN ACHTER-
De Bruin ontmoette onlangs den directeur van een groot modemagazijn. Deze vertelde hem, dat Madame Lola, de bekende filmster, in zijn zaak haar kostuums bestelde. „Ja, onze afdeeling Z heeft aan haar een goede klant !" zoo zei hij. „Afdeeling Z," vroeg mijnheer De Bruin, „wat is dat ?" „Och," zei de directeur van het modemagazijn, „dat is bij ons zoo ingericht. Afd. A. is voor kostuums met hooge kragen, afd. B met lage kragen, afd. C zonder kragen, afd. D een beetje gedecolleteerd. Nou, mijnheer De Bruin, nu begrijpt u het wel !"
100% DÜIT5GMSPßEKEND
Ä/V FEU£ AANKLACHT TEGEN HETAMÊOIKAANSQHE 0£VANC£N/SW£Z£N.
Dirk: „Waar loop jij zoo hard naar toe, Kobus ?" Kobus : „Ik ga naar mijn werk." Dirk (zeer verbaasd) : ,-,Werk ? Is je vrouw dan ziek ?"
DE OPLOSSING Vraag honderd zes en dertig. Een „hennin" is een hooge, puntige muts met een sluier, die in de veertiende en vijftiende eeuw door de aanzienlijke vrouwen werd gedragen. Mej. L. Wachters te Groningen zond ons een juist antwoord en verwierf daarmee den prijs van / 2.50. De troostprijzen werden toegekend . aan mej. J. van Hout te Den Ilaag,; den heer J. Hillen te Maasbroe (L.) ; mevr. R. M. Spronk—Terstall te Nunspeet ; den heer N. Dane te Rotterdam ; mevr. Den Boer te Rotterdam.
15
.
i
•
"^
^^^
v- \' -y (J-
.
pp
l
^mm1:^
■■.■...: ■■ :.\ ■:'-':?.-;■:. ■^-^■-"■■^
Deze film ontstond door den gemeenschappelijken arbeid van: Paul Falkcnberg, Frits Lang, Horst von Harbou, Gustav Rathje, Thea von Harbou. Karl Vash, Emil Hasler, Karl Vollbrecht, Adolf Jansen, Fritz Arno Wagner.
---■■•^w
Fabrikaat: Nero Film A.G., Berlijn. Alle rechten voor Nederland: N.V. „City-Film", Den Haag. ?■--•¥■•-
■^
5ïfiiéA";ü
K: -
0*
wanneer deze film gekomen zou jn, vóórdat de geruchtmakende Düsseldorfsche moordzaak Peter Kürten bekend geworden was, dan nóg zou deze film niets van haar groote kracht ingeboet hebben, want ,,M" is geen speculatie op den sensatielust van het publiek, doch „M" wil wel degelijk een tweeledig doel dienen. ,,M" wil ten eerste een waarschuwing zijn aan de ouders, om beter over hun kinderen te waken (ook onze Nederlandsche bladen staan telkens vol berichten van de verleidingen, waaraan kinderen op straat bloot staan), en ten tweede wil deze film onze oogen openen voor het nuttige werk van de politie; ze wil ons laten zien, hoe moeilijk haar taak is en hoe lichtvaardig het publiek een oordeel velt, wanneer zij eens in haar pogen faalt. Wij zien de politie bezig bij haar naspeuringen naar een onzichtbaar blijvenden moordenaar. Maar hoe grondig haar onderzoek ook is, wanneer het publiek zich afzijdig houdt, wordt haar arbeid ten zeerste bemoeilijkt. Het publiek, dat vaak onverschillig blijft en zich afvraagt; ,,Wat hebben wij daar mee te maken?" is wel degelijk mede verantwoordelijk, voor wat er op straat met de kinderen gebeurt. Maar daarvan heeft de groote massa nog geen flauw begrip. Dit begrip op te wekken is de taak geweest van den regisseur Frits Lang. Tenslotte is deze film een diepgaande psychologische film. Zij geeft ons een blik in een menschelijke ziel, zij het ook van een psychisch abnormaal mensch. De ernst en de groote strafheid, waarmede het gegeven vaft ,,M" werd uitgewerkt, heft het ver boven het sensationeel „Gemengd Nieuws"-
■'
benchtje van een dagblad uit, maakt het tot het werk van een dichter. Met een zuivere visie heeft de scenario-schrijfster Thea von Harbou ons de gevolgen van de daden van den kindermoordenaar vertoond. Eerst de moord zelf, met een enkel beeld aangrijpend weergegeven. Een bal rolt een helling af, ligt dan stil; in de telefoondraden hangt een ballon. Wanneer deze film voor de sensatie gemaakt was, hoe ruw had deze scène kunnen worden weergegeven, hoe zuiver is het hier echter uitgebeeld. Wanneer dan deze moord, een nieuwe in 'n reeks, bekend wordt grijpt de angst het groote publiek aan, als een olievlek op papier zich uitbreidend door alle lagen van de maatschappij, van de stamtafel in een café tot over de geheele stad Met wantrouwen gaan de menschen elkaar beschouwen. Een ieder kan de moordenaar zijn. De wildste geruchten gaan rond, de zonderlingste aangiften worden bij de politie gedaan. Honderden aanwijzingen worden voor de politie evenveel punten van uitgang voor een hernieuwd onderzoek. In 99 van de 100 gevallen loopt dit onderzoek dood. De politie zet haar werk echter hardnekkig voort. lederen nacht worden er razzia's gehouden in de misdadigerswijken en dit heeft een eigenaardig gevolg. De goedgeorganiseerde onderwereld, die steelt, rooft en moordt, omdat „zij bestaan moet", voelt zich door den kindermoordenaar, dien „outsider", die niet tot het gilde behoort, in haar eer aangetast. Bovendien belemmeren de terugkeerende razzia's hen in de uitoefening van hun bedrijf. De koppen worden bij elkaar gestoken en, evenals de politie, houden ook zij langdurige conferenties, hoe den moordenaar te vinden. Met behulp van de bedelaars- 16 -
■
.x'-1
,
• t. '
organisatie wordt ten slotte een spionnagedienst ingericht, waarbij elk kind voortdurend onder controle staat en gevolgd wordt. Zoo wordt tenslotte de moordenaar ontdekt en gevangen genomen. Hij wordt voor een rechtbank gebracht van misdadigers. Dan staat plotseling de vraag voor ons: „Is deze mensch, die doodt omdat hij dooden moet, een mensch die onschadelijk gemaakt moet worden? Is het een misdadiger, die verantwoordelijk gesteld kan worden voor zijn daden en zijn misdaad boeten moet met den dood? Is hij een geesteszieke, die verpleegd dient te worden in een inrichting?" Thea von Harbou wierp alleen het vraagstuk op, zonder zelf stelling te willen nemen. Alleen het voor sp jegen wordt belicht in een fel debat..
■fwm ■.v^i***^-'.
■
—*.
A &A.> ^
^w
T?^, ilaÜili .IIIIUI m.
S^'.-
.... p^-.i^^^^^^a^^
♦ \,-.'Jvv0k
#-c
iW
1. De knapste polltle-mannen begrijpen, vooi
rw
i
een hopelooze taadi te staan. 2. De moordenaar wordt gevangenöenomen 3. De ge volgen van verzet bij een der razzia's. 4. De moordenaar onthult zijn beweegredenen. 3. Tijdens een der razzia's. — 17 -
/: *.
__
,iw:
■f
I ■
,
■
ALS HET LEVEN EEN TRIOMF WORDT COSIMO DE MEDICI. Koopman, bankier en tyran. Beschermer van kunsten en wetenschappen. Cosimo de Medici behoort tot de wonderlijkste figuren, die de wereldgeschiedenis heeft gekend. Stammend uit een geslacht van oorspronkelijk eenvoudige kooplieden, zélf ook koopman en bankier, slaagde hij er in, de macht van zijn geboorteplaats — de stad Florence — door praal en prestige zóó uit te breiden, dat zij binnen weinige jaren de hoofdstad werd der Renaissance : de beweging der wedergeboorte van kunsten en wetenschappen, die zich, met Italië als centrum, in het midden der vijftiende eeuw over geheel Europa voltrok. En zoozeer deed hij, tegelijk met zijn vaderstad, ook zijn familie in aanzien stijgen, dat deze aan Rome twee pausen schonk : LCO X en Clemens VII, en aan Frankrijk twee koninginnen : Catharina en Maria de Medici. De familie der Mcdicis heeft zich in de dertiende eeuw uit de volksklasse van Florence omhoog gewerkt. De bekende roode balletjes, die hun wapenschild bedekken, zouden in werkelijkheid dan ook niets anders zijn dan een herinnering aan de pillen, die in de voorvaderlijke apotheek werden verkocht. Door den geld- en goederenhandel hadden de Mcdicis zich enorme schatten vergaard, ZOodat Cosimo bij den dood van zijn vader Giovanni, die bekend stond 'als een weldoener der armen, in het bezit kwam van een enorm fortuin, dat hij door gelukkige ^bankspeculaties" nog aanzienlijk wist te vermeerderen. Zónder titel, zónder mandaat, alleen door de kracht van zijn persoonlijkheid, was Cosimo, de eerste hertog van Toscane, van 1434 tot 1464, dus dertig jaar lang, de onbetwiste heerscher over Florence. „Cosimo was alles voor Florence, en zonder hem was Florence niets," zoo lezen wij in een oude kroniek. Cosimo's kracht was gelegen in zijn politieke vaardigheid, zijn onuitputtelijk geduld en zijn slimheid, die door niets of niemand was te overtreffen. Een groot redenaar was hij niet, maar wat hij zei was zóó onweerlegbaar logisch, dat wie hem hoorde, reeds overtuigd was alvorens aan het woord te zijn gekomen. Revolutionnair van huis uit — zijn voorouders hadden allen het hunne gedaan om de macht der edelen te bestrijden — wierp Cosimo zich op als de leider van de volkspartij, die gevormd werd door de handwerkslieden en de boeren. Steunend op hun toewijding en trouw, lukte het hem zijn gezag te vestigen en aan Florence te geven,wat de stad reeds langen tijd vergeefs had gewenscht: een vaste politieke richtlijn en een stabielen regeeringsvorm. De omstandigheden zijn hem gunstig, zoodat hij dan ook bijna geen tegenstand ontmoet : de meeste adellijke families uit Florence vertoeven in ballingschap en alle openbare ambten worden bekleed door zijn vrienden of door wie afhankehjk van hem zijn. Bovendien weet Cosimo den aanhangers der tegenpartij,
die der aristocraten, Ghibellijnen geheeten, respect in te boezemen door de wijze, waarop hij de rechtbanken dwong, alleen vonnissen te vellen, die met zijn politiek strookten. Op het laatst trachtten de rechters te Florence dan ook niet eens meer den schijn van rechtvaardigheid op te houden, maar kwamen zij er openlijk voor uit, dat zij slechts de bevelen van hun ,,meester" gehoorzaamden. Zich niet schikken naar de wenschen van Cosimo de Medici beteekende dan ook weldra: voor een rechtbank gedaagd en gevonnist worden, want de familie Medici had haar eigen „kapiteins", die alle „verdachten" opspoorden en aangaven. Voor zijn tegenstanders was Cosimo onverzoenlijk. Zij, die hem het minst gevaarlijk leken, werden eenvoudig voor on bepaalden tijd verbannen ; de anderen, de gevaarlijken, werden opgehangen aan hun voeten, het hoofd naar beneden, aan de muren van het paleis van den „podestat" : het oude en beroemde Palazzo Vecchio te Florence. Groot is het aantal van hen, die op deze wijze door hem ter dood werden gebracht, om later ,,als lijk en op zeer realistische wijze", aan den muur te worden geschilderd op de plaats, waar zij gehangen hadden : sinistere uithangborden van zijn macht, die geschilderd werden door een groot kunstenaar, Andrea del Castagno. Het waren, zoo zegt men, ware meesterwerken, die den schilder alle eer aandeden, maar die hem tegelijkertijd een luguberen bijnaam bezorgden : Andrea del Castagno, hetgeen eigenlijk zeggen wil Andries van den Kastanjeboom, zal voortaan niet anders worden genoemd dan Andrea degl' impiccati — Andries van de gehangenen. Natuurlijk had Cosimo zijn excuus gereed tegenover hen, die hem over deze verregaande wreedheid en onverdraagzaamheid aanvielen. „O ja," zoo antwoordde hij steeds, „gij hebt gelijk ; het is wreed en onverdraagzaam, maar ongelukkig genoeg laten de menschen zich niet door schoone woorden regeeren." In zijn handen wordt de belasting tot een verschrikkelijk wapen. Alle schattingen en accijnzen worden volgens zijn wenschen vastgesteld en geheven, en zelden zal een tyran van zijn macht op dit gebied een zóó geraffineerd gebruik hebben gemaakt als hij : hij vernietigde er de fortuinen mee van hen, die de kans hadden zich tot onafhankelijke burgers op te werken. Weigestelden lieden, grijsaards dikwijls, vrouwen, die tot de beste families der stad behoorden, ontnam hij hun fortuin en bracht hij tot den bedelstaf. Hij gaat zelfs nog verder : hij wil de families, die zich tegen zijn politiek verzetten, uitroeien en hij verbiedt daarom haar leden om te trouwen ! Tyran dus, deze Cosimo de Medici ? — Inderdaad. Vandaar |dan ook, dat een zijner tijdgenooten van hem zegt : Cosimo zocht slechts zijn eigen belang. Intusschen is het een bewijs van zijn genie, dat hij de bevrediging van zijn eerzucht wist te vinden binnen de perken van het welzijn van den staat, dien 18
hij diende. Voor zichzelf toch eischte hij niets: ofschoon hij rijker was dan menig vorst en stellig machtiger dan menig dictator, kleedde hij zich slechts als een boer en .leidde hij een sober, eenvoudig leven. . Het is opmerkelijk, dat dezen tyran, koopman en geldwisselaar, onder alle staatslieden, die kunsten en wetenschappen bevorderd hebben, een eereplaats moet worden toegewezen. Op alle mogelijke manieren moedigde hij de bestudeering van de cultuur der oude Grieken en Romeinen aan, en de Grieksche geleerden, die door de Turksche legers viit hun land werden verdreven, vonden in het Florence van Cosimo de Medici een gastvrij onthaal en een geschikte gelegenheid om hun studies voort te zetten. Hoe machtig Cosimo ook was, tegenover den beoefenaar van kunsten of wetenschappen voelde hij zich steeds de mindere, de leerling, en om zijn kennis, die eigenlijk niet meer was dan de geslepenheid van het ongeletterde genie, te vermeerderen, zoekt hij in alle nederigheid den omgang met geleerden en artisten, of zondert zich uren lang af in de eenzaamheid van een eenvoudig vertrek, om er zijn geest door taaie, volhardende studie te verrijken met de kennis der Antieken. Cosimo de Medici heeft Florence tot een der mooiste steden van de wereld gemaakt. Talrijk zijn de bewonderenswaardige monumenten, villa's, paleizen, en andere gebouwen, die hij uit eigen middelen heeft laten zetten door de beroemdste architecten. Ongelooflijke schatten heeft hij aan de verfraaiing van zijn stad besteed en het eenige waarvan hij spijt had, was dat hij niet nog meer geld er aan ten koste had gelegd. „Ik kèn mijn medeburgers zoo goed," zei hij. „Over vijftig jaar zal men geen enkele herinnering meer aan mij hebben dan de monumenten, die ik heb doen oprichten." De laatste levensjaren van den tyran werden door een verschrikkelijk lijden bijna ondraaglijk gemaakt. Vaak veroorloofde de jicht hem niet op te staan, zoodat hij in zijn bed liggend audiëntie moest verkenen, terwijl de edelen, die deelnamen aan het bestuur der stad, meestal in de kamer van zijn zoon vergaderden, omdat de „Vader des Vaderlands" niet meer in staat was over straat te gaan. Qen eersten Augustus 1464, op vier en zestigjarigen leeftijd, stierf deze groote der aarde, zooals de grooten der aarde gewoonlijk sterven : in een beklagenswaardige eenzaamheid. Zijn familie en vrienden durfden hem niet te naderen, omdat zij vreesden, dat hij aan een besmettelijke ziekte leed. De weldaden, die hij hun bewezen had, waren aan zijn. ster f bed alle vergeten. „Ik wil, een eenvoudige begrafenis," zei hij'eertige oogenblikken vóór zijn verscheiden ; „praal is nergens voor noodig." Cosimo de Medici stierf en werd begraven, zooals hij had geleefd : bescheiden en eenvoudig.
MAAK EEN EIND
SCHERK
AAN DIE
Gratis Monslerfleschje omvangt men bi) inzending wan deze advertenlie met bijvoeging van 15 cent voor
EKZEEM!
pono.aanS BlmdemonSCo Zeedijk 116, Amïterdam,
Denk U eens in, wat het beteekent verlost te worden van die vreeselijke jeuk die uw nachtrust stoort Enkele druppels D.D.D. doen het jeuken reeds bedaren en geven onmiddellijk verlichting. Geen siapelooze nachten meer, geen hinderlijk jeuken overdag. Waarom nog langer lijden? Reeds na de eerste aanwending van D.D.D. zal de aandrang tot krabben verdwijnen. Ekzeem en andere huidaandoeningen wijken spoedig voor D.D.D. Het is geen vettige zalf, doch een heldere vloeistof. Koop nog heden een flacon van f 0.75 of f 95n bij Uw Apotheker of Drogist B-7
Ja, waarom neemtUdan ook nietScherkFace-Lotion? Ik gebruik het altijd 's ochtends en 's avonds en wanneer het windig en stoffig is ook overdag. Mijn teint is dan ook altijd zonder gebreken.
DDD GENEESMIDDEL TEGEN
HUIDAANDOENINGEN
Alleon echt In origineel« fleischen met het opschrift Scherk.
(Heeren, die het na het scheren gebruiken zijn voor altijd bevrijd van huidaandoeningen en pukkels.) Perflacon 0.90,1.20,2.10
Gastvrouw (stralend) : „Ik heb zooveel over U gehoord!'' Bekend politicus (afwezig) ; „Best mogelijk, maar U kunt 't niet bewijzen !"
Scherk Face Lotion
L, Specialiteit in moderne en artistieke foto's
Godfried de Groot
Men iie de veie reproducties van ons werh In ..«el Weehblad" Cinema ffl 'Theater
"Jan fiuykenstraat 2a Amsterdam - Tel, 28474
Dr. H. Nanning's Kinadruppels het aangewezen middel bü: BLOEDARMOEDE, BLEEKZUCHT, MA LARIA, GEBREK AAN EETLUST, ENZ Men lette op den naam „Dr. H. Nanning" buiten op de roode doos en op den flacon.
PRIJS f 1.30 Verkrijgbaar bij alle Apothekers en Drogisten.
HIER HEEFT U EEN AFBEELDING VAN DE BEROEMDE 99 99
HET MELKDIÊET VOOR DE HUID 's Morgens en 's avonds ge bruikt voor het wasschen van het gezicht, zult U spoedig bemerken.
A
dat Uw teint gezond. Uwe huid zacht, gaaf en stevig wordt en kleine huidaandoeningen verdwijnen.
;
,
A
GAG ESSENCE LOTION SAVON POUDRE
19
/^s-Vvwr-jt ^is
' [Vervolg, van pa&na 13} halen. U iuh mij niet ondankbaar vinden, sir Ernest." De auto bleef voor het fraaie huis van baron Lyall staan. Deze stapte vlug uit en reikte sir Ernest de hand. „U komt toch beslist Vrijdag?" „Ik zal komen," beloofde sir Ernest. De deur werd geopend. Een major domus verscheen boven aan het bordes In de hall zag sir Ernest de schimmen van buigende bedienden. Baron Lyall was teruggekomen. Den volgenden Vrijdag arriveerde sir Ernest met den afgesproken trein en de baron, die zoo blij als een kind was toen hij hem zag, stond met zijn auto aan het station. „We zijn maar met weinigen," vartelde hij, toen ze in den auto zaten. „Mijn vrouw, haar neef Felice Dubanez, van wien ik u reeds heb verteld en dan ik — met zijn viertjes dus. — Speelt u biljart ?" „Ik doe het graag," zei sir Ernest, „maär ik speel slecht." De baron straalde van genoegen. „Het is mijn geliefkoosde ontspanning," zei hij. „Na het diner zullen wij een partijtje spelen." „Hoe gaat het met John?" „Langzaam vooruit," was het opgewekte antwoord, waarbij de baron sterk den nadruk legde op het woord langzaam. „De wond moet dieper zijn geweest, dan ze dachten. Ik ben naar het ziekenhuis geweest, maar hij mag nog in geen veertien dagen iemand zien. Dat was werkelijk een bestiering, dat ongeluk. — Hebt u de duizend pond van mijn vrouw ontvangen, sir Ernest ?" „Ja," gaf de laatste toe, „maar ik
e
u
'fr*** i*r*i'* * Sinds ik me heb laten verleiden om in' dit Weekblad m'n hart te luchten, is m'n gemoed veel zachter geworden. Ik erger me niet meer, wanneer ik bij het omslaan van een hoek een gcvocligen prik in m'n buik krijg van een m'nheer of mevrouw, die maar niet leeren wil. dat je een parapluie niet als een scherp wapen recht voor je uit moet steken ; ik verdraag met lammeren-zachtheid, dat de Haagsche trambussen nog altijd geenerlei uiterlijke aanduiding vertoonen, waardoor je als vreemdeling of als stedeling ook kunt vaststellen, waar die schoone vehikels heen wenschen te gaan.... Thuis ben ik oneindig meegaander geworden. Veertien dagen geleden had m'n vrouw het er blijkbaar op gezet om ruzie met me te maken. Ik heb haar d'r zin gegeven. Ze heeft ruzie gekregen. Tien dagen lang heeft ze niet tegen me gesproken. Op den elfden dag krijgt ze berouw en zegf ..Petrus, ik beken schuld. Ik had je anders moeten behandelen. Ik hoop dat je mij zult wdlen vergeven, dat ik zoolang niet tegen je sprak." Waarop ik, diep onder den indruk, vol goedmoedigheid zei: „Vrouw, ik vergeef het je. Ik heb zeker vijftien gulden gespaard, doordat je niet met me sprak en dus me ook niet om geld hebt gevraagd." Zoo is
PETRUS PRUTTELAAR.
f^^pp'
_■
NIEUWS UIT DE STUDIOS
EEINI J)ONQE STER
heb haar de cheque teruggezonden. Het was te belacbelijk-eenvoudig geweest om u te vinden! Ik zal haar een rekening voor vijftig pond zenden. Dat is meer dan voldoende om de beide speurders te betalen, die ik aan het werk had gezet om u te zoekenI" De baron lachte. „We zullen zien," zei hij. „Misschien is er nog wel een en ander in orde te maken. We zullen zien. — Houdt u van visschen?" vroeg hij, toen de auto de oprijlaan van het buitenhuis — een groot landgoed — inzwenkte. „Achter de villa ligt een beek... vol zalm 1 En een mooi bosch om m te jagen. We zullen ons niet vervelen, sir Ernest! — Ziezoo, we zijn er." De auto stond stil en de beide beeren stapten uit. „U zult nog net voldoenden tijd hebben om vóór het diner een bad te nemen!" zei de baron, „U hebt geen bediende meegebracht, zie ik. Robert zal echter uitstekend voor u zorgen. Hij is bijna net zoo goed als Dick voor mij was." Opgewekt deed de baron zijn gast de hall binnengaan en voorafgegaan door een statigen major domus bracht hij sir Ernest naar diens kamer. De baron keek op de klok. „Smoking alstublieft vanavond," zei hij terwijl tegen sir Ernest- „We zijn maar onder elkaar. We eten om acht U Ur - j /k^ h00p' dat u dit niet te ^at vindt ? Om kwart voor acht cocktails in de bibliotheek. — Robert," zei hij toen, zich tot den bediende wendend, „let tr op, dat het sir Ernest aan' niets ontbreekt." „Uitstekend, baron!" De bediende begon de koffers van — 20 -
den gast uit te pakken. Deze trok een stoel bij het raam, stak een sigaret op en hielp zich aan fien soda-whisky, waarvoor de ingrediënten overvloedig aanwezig waren in het ingebouwde buffet op de kamer. De barones was zonder twijfel een buitengewoon knappe vrouw. Ze droeg dien avond een zwart costuum, waartegen haar prachtige parelen schitterend afstaken. Ze trad op sir Ernest toe en schudde hem de hand als een goeden bekende. „Ik ben eigenlijk erg boos op u" zei ze lachend, „omdat u mij die duizend pond hebt teruggestuurd. Dat was met mooi van u. Ik had het er graag voor oyer om mijn man weer terusr te hebben." „Ik ben bang, dat het te gemakkeüjk was barones," zei sir Ernest. „Ik wist welke hobby uw man er op nahield en ik was daarom overtuigd, hem in de buurt van het museum te zullen vinden." „Ik dweep met Chineesch porcelein " zei de baron lachend. „Ik vind hét buitengewoon interessant. Marial, vergeet niet, je neef aan sir Ernest voor te stellen." „Natuurlijk niet," antwoordde de barones. „Sir Ernest, dit is mijn neef, mr. Felice Dubanez. Hij was aan het gezantschap in Londen verbonden, en hoopt weldra naar New York te' worden overgeplaatst." „Ik geloof niet, dat ik reeds het genoegen mocht hebben," mompelde de jongeman beleefd. Sir Ernest had reeds direct iets tegen zijn nieuwen kennis. De jongeman had
e Ufatoon-film „Bommen op Monte Carlo", die met een enorm succes Berlijn wordt vertoond (bet record van de film ,,Drie met één benzinepomp" is geslagen) is door een commissie als artistiek waardevol verklaard. Charlotte Ander, Georgia Lind, Elza Ternary, Hans Adalbert von Schlettow, Julius Falkenstein, Paul Otto, Ludwig Stössel en Harry Halm speien de hoofdrollen in de Excelsior-filin „Chauffeur Antoinette". Regie voert Herbert Selpins. Onder regie van Carl Lamac is de operette „Mamsell Nitouche" verfilmd. De titelrol speelde Anny Ondra, de verdere hoofdrollen speelden: Georg Alexander, Oscar Karlweis, Hans Junkermann, Julia Serda en Yvonne Albinus. De Universal-film zal in samenwerking met Tobis het scenario „Slechts eenmaal in 't leven" van Hans Rameau verfilmen. Regie voert Stefan Szekely; de hoofdrollen zullen door Marfhe Èggerth en Curt Bois worden vervuld. De Splendid-film „So lang noch ein Walzer van Strauss erklingt" is door de Ufa voor ons land aangekocht. De hoofdrollen vervullen: Maria Paudier, Gustav Fröhlich, Hans Junkermann, Julius Falkenstein, Julia Serda, Fritz Spira. Regie van Conrad Wiene. De film „Die Schlacht von Bademünde". met Max Adalbert in cle hoofdrol, opgenomen onder regie van Philipp L. Mayring. oogst in Duitschland enorm succes. Vooral de muziek van Robert Gilbert valt zeer in den smaak. De bekende operette „Gräfin Maritza", muziek van Emmerich Kalman, zal in het Fransch en Duitsch vertoonfilmd worden. Rolverdeeling en regie staan nog niet vast. Voor de super-film „Liefdescommando" werden de volgende medespelenden geëngageerd: Dolly Haas, Gustav Fröhlich, Tibor von Halmay, Anton Pointner en Paul Morgan. Regie voert Geza von Bolvary. Henny Porten zal haar lievelingsrol „Koningin Louise" thans voor de toonfilm speien. Henny Portens echtgenoot, Dr. Wilhelm von Kaufmann, heeft de productieleiding; regie zal Carl Fröhlich voeren. Gustav Gründgens speelt Koning Wilhelm III, Eckehard Arendt vervult de rol van Prins Louis Ferdinand. De populaire komiek Felix Bressart vervult de hoofdrol in „Der Herr Bürovorsteher"; zijn partners zijn: Julia Serda, Olga Limburg, Peter Wolff en Henry Bender. In de film „Hilfe, Ueberfall" worden de hoofdrollen door Gerda Maurus en Hans Stüwe vervuld. In deze spannende detectivefilm wordt een D-trein door lucht-piraten overvallen. De bekende Berlijnsche theater-directeur Rotter zal het tooneelstuk „Dubarry" vertoonfilmen. Het tooneelwerk oogst op het oogenblik in het Admiralspalast te Berlijn een groot succes. Annabella, die in de Meteor-film „Een inval op Montmartre" de hoofdrol vervulde, is door Joe May voor de Fransche versie van zijn rolpcent „Twee in één auto" geëngageerd. In Theater Tuschinsky te Amsterdam Is de klankfilm „Europa-Radio", die door den cineast Hans Richter Is vervaardigd, vertoond. Deze korte rolprent, die tot op zekere hoogte de radio-Indrukken veraanschouwelijkt, toont ons opnieuw, welk een knap film-fotoqraaf Richter is.
. -
.
.
een gluiperig uiterlijk: een bleek gezicht, donkere oogen en voor zijn landaard veel te roode lippen. Zijn' manier van doen was elegant, met een sterke neiging tot geaffecteerdheid. Klaarblijkelijk kwam hij vaak bij zijn nicht op bezoek, want hij gedroeg zich geheel en al alsof hij thuis was, zoozeer zelfs, dat hij zijn mede-gast als een soort indringer scheen te beschouwen. De conversatie was nauwelijks verder gekomen dan enkele korte zinnen over en weer, toen de cocktails werden binnengebracht. Twee glazen stonden aan één kant van het zilveren blad; de andere twee aan den anderen kant. De baron glimlachte, toen zijn vrouw een van de eerste nam. „Als John er niet is," verklaarde hij, „is het mijn vrouw, die de cocktails klaar maakt. Ze kan het uitstekend.U ziet, dat onze glazen niet zuinig zijn ingeschonken. Dat is, omdat we er nooit meer dan één nemen. Dit is het uwe. Ik hoop, dat het u smaken mag." „Uitstekend. Ik heb in den laatsten tijd zelden zooiets goeds gedronken. Waarom is de mijne echter zoo helder en de uwe zoo gewolkt ?" „De mijne," antwoordde de baron, „bevat een weinig zuiveringszout. Wij — mijn vrouw, haar neef en ik — hebben alledrie dezelfde dwaasheid — een tikje indigestie af en toe — niets ernstigs gelukkig. U ziet er echter veel te gezond uit om iets van dien aard noodig te hebben, sir Ernest." „O, af en toe neem ik zelf ook wei eens wat zuiveringszout," zei sir Ernest, „maar ik moet eerlijk zeggen, nooit te hebben gehoord, dat men het in een cocktail neemt." „Mijn vrouw is op die gedachte gekomen," lachte de baron. „In het eerst vond ik het ook niet prettig, maar nu zijn we er alle drie aan gewoon en het voordeel is, dat wij nu nooit meer vergeten het in te nemen. Intusschen ■>- het is een sleur geworden en ik weet niet, of ik er wel mee door zal gaan. Soms — vooral nu John weg is — verbeeld ik me, dat ik een geringe pijn voel. Niets bijzonders echter. Je hoeft je dan ook niet ongerust te maken, hoor lieve! Maar mijn spijsvertering is beter, zou ik zeggen. Dus waarom zou ik nog wat innemen?" „Je hebt gelijk," zei de barones. „Ik geloof, dat we wel eens een paar dagen kunnen overslaan om onze cocktails te „zouten"." De butler kwam zeggen, dat het diner was opgediend. Het was een zonderlinge maaltijd, die, zooals later bleek, bij vergissing in de groote eetzaal was geserveerd. Toen het duister was, werden er lange kaarsen aangestoken, die in zilveren kandelaars op de tafel stonden. De overige verlichting van het groote vertrek was afkomstig van de staande lampen in de hoeken. Een groote zilveren bowl, geheel gevuld
Een goede buur
is beter dan een verre vriend, maar het best is toch een goede vriend dicht in de buurt. Daarom Purol in huisl In doozen van 30, 60 en 90 et Tube 80 et. Verkrijgbaar bij Apothekers en Drogisten.
\
CLAUDIA, een vroegere Zlegfeld-9<*W6nheld, nu een bekend actrice van de Radio-Pictures, toont u hier vol trots haar nieuwe garderobe-aanwinst: een wit-ieeren handtasch met zwart riempje, waaraan het gemakkelijk te dragen Is.
met kasrozen, sierde de tafel. Het diner was uitstekend, en sir Ernest, die gewoonlijk buitenshuis at, genoot van wijnen, waar hij nog nimmer van had gehoord. De bediening was geruischloos en volmaakt — alleen het gesprek scheen af en toe niet bijster te willen vlotten. Vooral de barones was soms niet erg op haar gemak. Ze sloeg sir Ernest vaak heimeüjk gade en meer dan eens scheen zij een blik van verstandhouding met haar neef te wisselen. En al dien tijd kraamde de baron, die de eenige scheen, welke in een uitstekende stemming verkeerde, den grootsten nonsens uit, klaarblijkelijk alleen met de bedoeling om het gesprek gaande te houden. „Dat is de laatste flesch van mijn '68," zei hij op een gegeven oogenblik. „Voor u alleen, sir Ernest! Misschien één glaasje voor mij. De barones en haar neef hebben, geloof ik, niet veel verstand van wijn. Deze is uit '68 en is niet meer aangeraakt sinds hij werd neergelegd." „Hij is verrukkelijk," zei sir Ernest eerlijk, toen hij er van gedronken had. De barones en haar neef dronken madeira. De laatste stak een sigaret op. Zijn gastheer maakte een grimas, maar zweeg. Hij zette zichzelf hooger op het kussen, dat altijd in zijn stoel werd gelegd. „Hoor eens," zei hij toen, „ik zal jullie eens .wat vertellen, iets wat heel zonderling klinkt — vooral voor jullie, Marial en Felice." Hij keek om zich heen. De bedienden waren weg. Nog langen tijd daarna zou hetgeen nu volgde, in de herinnering van sir Ernest blijven hangen, ■ hoofdzakelijk door de omgeving, waarin het zich afspeelde: de hooge, statige eetzaal met het geschilderde plafond; de kleine, ronde tafel met de brandende kaarsen en de zilveren bowl met roode rozen en dè drie bleeke gezichten er omheen, waarvan twee hoe langer hoe bleeker werden, terwijl baron Lyall sprak. „Voor ik naar Londen ging," begon de baronftenvijl hij zich wat voorover boog, „voelde ik mij niet goed. Vier
-21 :
- . . •'. ^
lachend. „Ik heb ze uit Johns zak genomen toen hij bewusteloos was. — HLM-ENTHOUSIASTEN Neen, val mij niet in de rede, Marial 1 Laat ik nu rustig mijn grapje verI. G. te 's-GRAVENHAGE. Hierbij de tellen. Ik opende zijn kast en ik zag dat gevraagde adressen. Lawrence Tibe££ en er twee flesschen in stonden — alle twee John Reinhardt, Me£ro-Goldwyn«Mayer gevuld met een wit poeder. Op beide Séudios, Culver-Ciéy, Californië. Rolph von Go£h, Uhiandsérasse 30, Berlijn. stond: Zuiveringszout, maar op één stond bovendien nog: „Alleen voor E. R, te ROTTERDAM. Wij hebben baron Lyall." Ik — luister eens, sir deze foéo in ons blad van 5 September j.1. geplaatst. Ernest, want dat is werkelijk leuk — ik verwisselde den inhoud der flesschen. E. Z. te AMSTERDAM. Het adres van Deze twee hebben nu vijf dagen lang Gustav Fröhlich is Kochstrasse 6—8, Berlijn. mijn zuiveringszout ingenomen en ik Hij filmt voor verschillende maatschappijen. heb het hunne gebruikt en ik voelde M. E. te AMSTERDAM. Op brieven, me er hoe langer hoe beter bij worden! die niet met volledigen naam en adres zijn Werkelijk, ik heb me nog nooit zoo onderteekend, geven wij geen antwoord. goed gevoeld. Ik kan loopen als de T. M. te AMSTERDAM. Wanneer deze beste. Ik verlang weer te gaan tenfilm in ons land vertoond zal worden, staat nissen en te visschen en te jagen... nog niet vast. „Danton" met Fritz Kortner Ik voel me weer jong opnieuw.... in de hoofdrol, zal binnen eenige maanden te Amsterdam vertoond worden. Marial — Marial — wat is er?" Een kreet van de barones snerpte door L. M. te MAASTRICHT. Lilian Harvey de zaal. Ze rees half overeind, wees is niet getrouwd. Zij treedt met Willy Fritsch in „Het Congres danst" op. naar haar man, maar kon geen woord uitbrengen en viel over de tafel. M. v. D. te 's.GRAVENHAGE. Dennis „Felice!" kreunde ze. King is een beroemd Araerikaansch opera(Poto Godfried de Groet) zanger. Zijn eerste filmsucces behaalde hij De jongeman, die reeds was opgePORTRET-STUDIE als partner van Jeanette MacDonald in staan, lette niet op haar. Op zijn vooreen Paramount Film. dagen lang had ik dat zuiveringszout hoofd parelden dikke droppels zweet. in mijn cocktail ingenomen, klaar geHij rende als een krankzinnige naar de S. W. K. te AMSTERDAM. Niet meer maakt door John, en ik leed pijnen, dan drie vragen tegelijk, s.v.p. Wij zullen deur, luid schreeuwend en als een wilde binnenkort een artikel over Johnny Mac waarvan ik de oorzaak niet kon begebarend. Halverwege bleef hij echter Brown plaatsen. Hoe Q er toe komt, Greta grijpen. Ieder uur voelde ik mij zwakstaan en keerde terug. „Waar woont Garbo met Lon Chaney te vergelijken, is ker worden. Toch genoten jullie — jij, hier ergens een dokter?" schreeuwde ons niet erg duidelijk. Het adres van Johnny Marial, en jij, Felice — een uitstekende hij. „Waar? Waar dan! Waarom doe Mac Brown is Metro-Goldwyn-Mayer gezondheid. Jong en stralend waren je niets, Marial? Het is jouw schuld. Studios, Culver-City, Californië. Hij bejullie alletwee, terwijl ik... nu ja, ik Jij bent de schuld. Waarom stuur je antwoordt zijn brieven zelf; U moet hem was oud, dus wat moest ik er van niet iemand om een dokter? 01" in het Engelsch schrijven. Hij is 1 Sep-I zeggen? Maar toch — het verschil viel Zijn knieën knikten. Zijn stem doofde tember te Dothan geboren en is reeds mij op en .. . enfin, om kort te gaan: -uit. Bewusteloos viel hij in een stoel. jaren gehuwd. ' ik heb jullie er tusschen! Vertel me De baron tikte sir Ernest op den 10 JAREN MAAGZUUR. eens, Marial, en jij Felice — hoe hebschouder. ben jullie je gevoeld, de laatste vijf Voordat hij het middel ertegen vond. „Kom mee," zei hij. „We kunnen hen dagen, sinds we hier zijn ?" beter alleen laten. Ze hebben elkaar Veel menschen lijden onnoodig. Deze man Er heerschte een oogenblik een v&el te zeggen. We gaan een partijtje ook. Als hij 10 jaar geleden geweten had, doodsche stilte. De barones zag lijkbiljarten." wat hij nu weet, zou hem heel wat narigwit; Felice had zijn sigaret met nerheid bespaard zijn. veuze vingers uitgedoofd. Ook hij leunde Sir Ernest, die nog niet geheel en „Ik moet een paar waardeerende woorden voorover. al de draagwijdte begreep van het over Kruschen Salts schrijven. 10 jaren „Wat bedoel je?" vroeg de barones drama, dat hij had bijgewoond, volgde heb ik aan maagzuur geleden. Ik probeerde met een hooge stem. ,,lk heb me niet zijn gastheer door de hall De laatste zoowat van alles, totdat een vriend mij aangoed gevoeld. Ik voel me nóóit erg opende de deur van de- biljartkamer, raadde Kruschen Salts eens te probeeren. goed als we buiten zijn, maar wat... draaide het licht aan en begon met alle Ik neem het nu twee maanden in en het wat beteekent dat ?" studie zijn keu te krijten. doet mij genoegen te kunnen zeggen, dat ik „Ik heb hoofdpijn gehad," bekende „Ze zijn allemaal goed," zei hij, op geen last meer van zuur heb gehad." W. B. de neef. „Ofschoon we iederen avond de rij_ keus wijzend, die in een rek Kruschen Salts neutraliseert spoedig het vroeg naar bed gingen, ben ik iederen langs 'den muur stonden. „Begint u maagzuur, ontneemt het alle pijnlijke eigenmaar..." morgen met een verschrikkelijke hoofdschappen en drijft het zacht uit het lichaam. pijn opgestaan." Sir Ernest bleef bewegingloos staan. En door Uw afvoerorganen tot volmaakt „Woensdagmorgen," zei de barones „Baron," zei hij, „veronderstelt u, dat geregelde werking aan te sporen voorkomt nu weer, „had ik bijna om den dokter een van de twee flesschen vergif beKruschen, dat dit schadelijke zuur zich ooit gezonden. Ik had pijn in mijn hartvatte ?" weer ophoopt. Daarna zult U geen last streek en was vreeselijk duizehg. Wat „Natuurlijk," lachte de ander. „Nou, meer hebben na Uw maaltijden. Kruschen bedoel je eigenlijk, Frederic ?" hèèmt u nog een keu ?" Salts zal U inwendig schoon houden. ZuiDe baron schoof op zijn stoel heen „Maar u kunt ze niet zoo aan hun ver en versterkt bloed wordt naar elk deei en wéér en lachte. lot overlaten als ze werkelijk zijn vervan Uw lichaam gevoerd. U zult zich „Verleden week, toen ik verdwenen giftigd," zei sir Ernest. „U moet een wonderlijk energiek en goed voelen. Zoo was, ben ik even hier geweest," zei dokter laten komen." gezond en vroolijk als een mensch zich bij hij toen. „En ik ben toen naar de De baron klopte sir Ernest op den mogelijkheid maar voelen kan. provisiekamer van John geweest" schouder. „Mijn waarde," zei hij, „ze Kruschen Salts is uitsluitend verkrijgbaar „Je hadt geen sleutels," viel zijn hebben mij maandenlang in doodsangst bij alle apothekers en drogisten a ƒ 0.90 vrouw uit. laten zitten! Ze hadden reeds een plaats en ƒ T.60 per flacon „Tóch wel," zei de baron, nog steeds in den familiegrafkelder voor mij uitgeHollandsche verpakking waarborgt echtheid.
GEBRUIK STEEDS
IIDCZAM -22
ALS VERSTERKINGSMIDDEL N.V. AMSTERDAMSCHE CH ININE-FAB RIEK
zocht! Ik zal hen maar één uur laten lijden — niet langer. Nou, ik zal maar beginnen!" Hij klom op het bankje, dat speciaal voor hem gemaakt was daar hij anders niet stooten kon ... „U bedoelt..." begon sir Ernest. „Vertrouw maar op mij," verzocht de baron. ,Jk ben een zonderling type. Ik heb mijn eigen manierei). Vertrouw maar op mij." In het heele huis heerschte de grootste opwinding, maar de baron en sir Ernest speelden zonder onderbroken te vwrden hun partij biljart. Aan het eind, toen de baron met een voorsprong van meer dan veertig punten had gewonnen, legde hij zijn keu neer. „Sir Ernest," zei hij, „ik zie, dat u zich ergens ongerust over maakt. Kom mee." Hij ging zijn gast voor naar de eetzaal. De barones zat nog op haar plaats. Ze zag doodsbleek en hbldhaar handen tegen heur hart gedrukt. Zwaar, als iemand, die een bezwijming nabij is, ging haar ademhaling. Haar neef graaide over de tafel en dronk klaarblijkelijk alles wat hem in handen kwam„De dokter," gilde hij. „Komt hij dan nooit? Is er dan geen tegengif voor dat goedje?" „Tegengif voor sodina?" riep de baron ,de deur achter zich sluitend. „Sodina is een zwaar vergif, dat in de middeleeuwen in Italië is uitgevonden. Het kan nu echter overal worden gekocht — ik geloof zelfs óók in ZuidAmerika. Het lijkt een onschuldig wit poeder, ofschoon zes doses voldoende zijn om * zelfs den sterksten man te dooden. En wat het mooiste is — het laat geen sporen in het lichaam na! Maar het is geen sodina, dat je hebt ingenomen, en jij ook niet, Marial! Het is niét het vergif, waar ik vier doses van heb gehad en waarvan zes mij zouden hebben gedood! Ondanks al jullie verbeeldings-pijnen hebben jullie vanavond niets anders dan zuiveringszout gehad en al de vier andere dagen ook niet. Jullie hebben niets te vreezen — als jullie tenminste niet van angst sterven." De baron keek lachend naar zijn vrouw en haar neef. i Met een zonderlingen blik in de oogen hief Marial haar hoofd op. De glazige oogen van den jongeman begonnen weer te schitteren. Hij trilde echter nog als een espenblad. Geen van beiden kon een woord uitbrengen. „Arme dwazen!" riep de baron. „Ik vermoedde de gaarheid. Ik ging naar Londen om mijn leven te redden, niet om Chineesch porcelein te koopen. Toen het ongeluk met John gebeurde, was de gelegenheid om jullie een lesje
pEZOEKT HET
LUXOR PA LAST TE ROTTERDAM
De IPkiSdSiE)^ foedrSjffoififlim
Hoog waren onze verwachtingen gespannen, toen wij naar de première van de eerste Nederlandsche gesonoriseerde bedrijfsfilm togen en wij moeten erkennen, dat de vervaardigers van deze film er wel in geslaagd zijn een indrukwekkend stuk arbeid in fragmenten weer te geven. Zwaar is de taak van Joris Ivens en Lou Lichtveld geweest, maar zwaar is ook de taak van degenen, die geboeid door de ingewikkelde machine-handeling hun hersens ten volle inspannen om zich het eindresultaat voor te stellen, waartoe de bewerkingen leiden, die door de machines fragmentarisch worden weergegeven. Want dit is het bijzondere van deze film doch het moeilijke voor den leek, dat de vervaardigers van deze fi!m als in een razend tempo door de enorme gebouwen zijn gesneld en telkens een
te geven mij te verleidelijk. Het vergif is op een veilige plaats, maar jullie hebben er niets van genomen. Voordat ik terugging, heb il* de twee flesschen met zuiveringszout gevuld. Jullie hebben een uurtje in angst gezeten en menigeen zou zeggen, dat jullie een ernstiger lesje hadden verdiend. De auto, waarmee men zoogenaamd d.en dokter zou gaan halen, wacht op mijn bevel nog voor de deur. Je kunt er gebruik van maken als je wilt, Felice. Het is het beste als je hier zoo gauw mogelijk verdwijnt en nooit meer terugkomt." De jongeman strompelde naar de deur. Hij was lang, elegant en had een militaire houding, en toch, toen hij langs den baron liep, leek hij klein en onbeduidend. De laatste keek zijn vrouw aan. „Je neef is geloof ik in de war," zei hij. „Hij vergat je te vragen, of je met hem mee wilde gaan. Daar was het jullie toch om te doen? Jullie wilde mij kwijt om samen te kunnen trouwen!" Haar wangen kleurden zich van woede schaamte en drift. „Hij is een lafaard," schreeuwde ze. „O, hoe haat ik lafaards! Frederic — als ik weg moet.., en ik verdien, dat je me wegstuurt — dan ga ik toch niet naar hem toe!" De baron zei niets, maar belde. Bijna — 23 —
greep uit de arbeidsmethode hebben vastgelegd, zonder daarbij een voldoende verklaring te geven, hoe het begin en wat het eindresultaat van de weergegeven bewerking is. Knap is dikwijls de belichting gevonden en er zijn heel veel oogenblikken, waarop men voelt dat de muziek de aanvulling is van den weergegeven arbeid, doch ook zijn er beelden, waarbij men het gevoel krijgt, dat ze nog indrukwekkender zouden zijn, wanneer daarbij geen muziektonen zouden klinken. Wij gelooven wel, dat de film wat ingekort zal moeten worden, wil ze in de gewone programma's belangstelling bij het publiek kunnen wekken.
direct verscheen er een bediende. „Robert," zei de baron, „wil je de kamenier van de barones zeggen, dat zij vermoeid is en direct wil 'gaan rusten ?" De man boog en vertrpk onmiddellijk. De barones stond bevend op en wankelde naar de deur en toen zij ' langs haar man ging, die de deur voor haar open hield, scheen hij weer aan waardigheid en grootte te hebben gewonnen. Ze bukte en kuste zijn hand. Hij boog gracieus zijn hoofd en sloot de deur achter haar. „En nu, mijn waarde sir Ernest," zei hij, „zullen we nog een partijtje gaan biljarten. We zullen een dubbele partij maken en ik geef u er dertig voor, maar dan moet u ook probeeren het van mij te winnen. Robert," voegde hij er aan toe, toen de bediende terugkeerde, „breng soda-whisky en sigaren in de biljartkamer en stoor ons verder niet meer!"
■
^,■•;•*^?^>■,■•;:^-:-:i;*:~;l;'<;■'■■ i'^/fti^'-yY^-^
'*
t
''^■i'^'VY^'HK r^
DE VROOLIJKE V&OUWTJES VAM WEBIBI EEN SUPER-FILM DER N.V. UFA FILM MIJ. Manuscript: Walter Reisch. Regie: Geza von Bolvary. PERSONEN: Hofraad Anselm Leitner . . . Paul Hörbieer Leopoldine Irene Eisinger Adolphine Evi Eva Hermine Elfriede Jerra Christine 'Lilian Ellis Alyine Edith Herrraann-Roeder Wilhelmine Alexandra Molino Pauline Camilla Fieblg Josephine Lola Werner f^nestine Jaggi Grassmann Philippine Bfinmy Rowland Augustin Tuschlnger, dansleeraar Willy Forst Alois htanlgl, eigenaar van café „De oude Bastion" Ernst Wurmser Gretl, zijn dochter Lee Parry Minister Waldmüller Oskar Sima Therese Zalenka, bijgenaamd „Vlotte mot" Cordy Milowitsch Jean, Oberkellner Tlbor v. Halmay Johan, kamerdienaar Fritz Odemar
M
en schrijft 1875. Hofraad Anselm Leitner, voorzitter van den monumentendienst, zal binnenkort zijn 25-jarig ambtsjubileum vieren. Minister Waldmüller heeft toegezegd te zullen komen. Hij doet zulks graag, omdat hij daardoor met Leitners dochters, die de reputatie genieten van schoonheden te zijn, kennis zal maken. Helaas ziet de minister zich genoodzaakt, af te zeggen, daar hij op dien avond een belangrijke conferentie moet bijwonen. Een jubileumfeest zonder minister heeft echter voor alle aanwezigen geen waar-
de, zoodat hofraad Leitner besluit, het bal uit te stellen. Iritusschen heerscht er groote opwinding ten huize van den hofraad. De voorbereidingen voor den feestavond worden getroffen. Hofraad Leitner keert een weinig bedrukt naar huis terug, want hij kent zijn tien meisjes en weet, dat de mededeeling van het uitstellen een kleine revolutie zal veroorzaken. Maar hem kwelt nog een andere zorg. Hij is n.1. van plan, weer te trouwen en is bang, dat dit voornemen bij zijn dochters niet in den smaak zal vallen. Daar hij den indruk gekregen heeft, dat de dansleeraar Augustin het vertrouwen van zijn dochters geniet, belast hij dezen jongen man met de opdracht, zijn huwelijksplannen aan de meisjes bekend te maken. De handige Augustin kwijt zich zeer goed van deze taak, want de meisjes zijn zelfs zeer nieuwsgierig naar hun nieuwe moeder. Bij de voorstelling valt de toekomstige moeder echter niet zeer in den smaak, want het blijkt, dat hun vader op het punt staat, een mésalliance aan te gaan. Madame Zelenka is een elegante vrouw, in haar beste jaren, maar zij is rijkelijk temperamentvol en grillig. Bovendien is zij een bekende van den dansleeraar Augustin, daar ze eens van zijn ballet deel heeft uitgemaakt, terwijl zij vroeger in de Weensche uitgaande kringen als
de „vlotte mot" bekendheid heeft verworven. Het is daarom niet te verwonderen, dat Mad- Zelenka Augustin niet sympathiek vindt en hem op staanden voet ontslaatAugustin zoekt troost in café „De oude Bastion", dat hij dikwijls bezoekt, want Gretl, de bekoorlijke dochter van den eigenaar, boeit hem zeer. Leitners dochters zijn over hun aanstaande moeder niet te spreken en eischen, dat hun vader zijn verloving verbreekt. Leitner blijft evenwel op zijn stuk staan en als Augustin zijn kamer in hotel „Zum Stephansturm" in orde maakt om Gretl te ontvangen, verschijnen plotseling de tien zusters, die verklaren, dat zij eerst naar huis zullen gaan, als hun vader van Mad. Zelenka afziet. Ze besluiten daarom in het hotel te logeeren. Nauwelijks is het hem gelukt, de meisjes uit de kamer te verwijderen, of Gretl verschijnt, maar van een ongestoord onderhoud komt niets terecht, want elk oogenblik verschijnt een der zusters in de kamer, zoodat ten slotte Gretl jaloersch wegloopt... Hofraad Leitner is halsstarrig maar zijn dochters niet minder. Daar /ij al spoedig over geen geld meer beschikken, besluiten zij met Augustin een danstroep „De vroolijke Vrouwtjes van Weenen" te formeeren; die in het
orpheum „De drie Engelen" zal optreden. Leitner is wanhopig, want hij voelt zich gecompromitteerd. Er blijft zijns inziens niets anders over dan zijn ontslag in te dienen, maar als de minister de reden er van hoort, laat hij den hofraad niet meer aan het woord komen. De nieuwe danstroep moet hij zien, er moet wat voor de danskunst gedaan worden en hofraad Leitner moet hem naar de concertzaal begeleiden. De ministar is zoo enthousiast over „De vroolijke Vrouwtjes", dat hij ze voor een souper uitnoodigt. Augustin probeert inmiddels de jaloersche Gretl milder te stemmen. Hofraad Leitner bevindt zich weer in een moeilijke situatie. Het uitgestelde bal moet thans plaats hebben. Alle notabelen zullen tegenwoordig zijn, slechts de dochters ontbreken. In zijn nood wendt hij zich weer tot Augustin. Hij moet zorgen, dat de meisjes weer thuiskomen en bovendien de verlovingsgeschiedenis met Mad. Zelenka regelen. Ook deze opdracht voert hij goed uit. Alle dochters komen terug en nu is het tijd, dat hij aan zichzelf denkt. Óp het bal kan hij Gretl bewijzen, dat „De vroolijke Vrouwtjes van Weenen" werkelijk de dochters van den hofraad zijn, geen andere vrouw hem interesseert en hij alleen haar liefheeft.
WANNEER HET UITGESTELDE BAL EINDELIJK PLAATS VINDT
LEE PARRY ALS GRETL
WILLY FORST, IRENE EISINGER, PAUL HORBIGER BIJ „DE VROOLIJKE VROUWTJES VAN WEENEN."
24 -
WILLY FORST - 25
.
-^smmmm
,.._,.,,,...
Hernoan 'Jfjccjcnbrock
IWoe MJICï cvfe de IdDun^eim^kiei
DE SCHILDER VAN DEN ARBEID DOOR L. LEVISSON Heyenbrock is een bijzonder man. In alle opzichten. Hij is een apart kunstenaar en een mensch van superieure kwaliteiten. Den schilder Heyenbrock is het niet voldoende om de dingen weer te geven zooals hij ze ziet. Hij dringt diep door in den „achtergrond", welke in de meeste gevallen belangrijker is dan de facade, welke zich aan den oppervlakkigen beschouwer vertoont. Wie Heyenbrock kent, begrijpt, dat de arbeid, de industrie hem zoo aantrekken. Daar toont de mensch wat hij kan helpen scheppen. De natmrkracht, zoowel als de wetenschappelijk beheerschte energie, komen daar tot uiting. In de groote fabriekshallen, aan de werven, in de mijnen, bij het vuur der hoogovens, daar is tinteling van licht, uitstraling van kleur. Voortdurende afwisseling, beweging, het vibreeren van den arbeid. Het lijkt een bijkans onvervulbare opdracht om dat alles op het doek met verf, of op 't papier met het korrelige pastelkrijt vast te leggen. En toch weet Heyenbrock die opdracht te verwezenlijken. De verklaring? Deze schilder begrijpt het spel van licht en kleuren, hij ontleedt ze, omdat hij door diepgaande studie het hoe en waarom heeft leeren begrijpen. Op technisch gebied weet hij vaak evenveel als de meest onderlegde ingenieur, hij voelt de organisatie van den bedrijfsleider aan en waardeert de taak van den arbeider. Ook omdat hij mensch is. Een van zijn uitspraken: Wanneer de mensch den arbeid van zijn medemensch weet te waardeeren, dan wordt hij zijn vriend. Arbeid is de beste band om de menschen te verbinden. Dergelijke „gevleugelde woorden" gebruikt Heyenbrock gaarne. Hij is de aardigste prater, dien men zich denken kan. Door zijn vele omzwervingen in Duitschland heeft hij zich een eigenaardige manier van spreken aangewend, doorspekt met germanismen. Maar daar let men niet op, wanneer men aandachtig naar hem luistert. Heyenbrocks schilderijen tintelen van licht en kleur. Ze staan schijnbaar naast elkaar, zijn verf- of pasteltoetsen. Maar in werkelijkheid staan ze allemaal precies op hun plaats, met als resultaat, dat het geheel een wonderlijke bekoring heeft. Ter gelegenheid van zijn zestigsten verjaardag heeft zich een comité gevormd, dat vrienden en bewonderaars van Heyenbrock bij elkaar heeft gebracht. Aan deze commissie en aan de welwillende medewerking van den directeur van het Stedelijk Museum te Am" sterdam, danken wij het, dat 10 October een tentoonstelling van Heyenbrocks werk in genoemd museum wordt geopend Laat ik onzen lezeressen en lezers den raad geven om, zoo het hun maar eenigszins mogelijk is, deze expositie te gaan zien. Dit korte opstel over dezen schilder mag niet beëindigd worden, zonder dat op zijn bijzonder werk als directeur van Het Museum van den Arbeid wordt gewezen. Met dit museum wordt Keoogd een overzicht te geven van alles wat met den arbeid in verband staat. Heyenbrock geeft daaraan zijn volle liefde en energie. En dat beteekent wat bij dezen bijzonderen mant
D
CARLA DE RAET EN VERA BONDAM
e k.V. Het Nederlandsch Tooneel gaf te Amsterdam de première van „Hoe zalig als de jongenskiel. ...", een blijspel in drie bedrijven door André Birabeau, hetwelk door Ferd. Sterneberg uitstekend vertaald is. Het was een amusante vlotte voorstelling van een helaas ietwat verouderd stuk; aan de uitstekende regie van Betty Ranucci-Beckman is het dan ook te danken, dat de opvoering nochtans veel succes mocht boeken. André Birabeau poogt in dit tooneelwerk de toeschouwers te overtuigen van de macht der omgeving. Ergens in Frankrijk is een badplaats waar een aanmerkelijk tekort aan hotelruimte heerscht. Een ondernemende directeur van een kostschool komt op het idee, daar het toch groote vacantie is en zijn leerlingen elders vertoeven, zijn school als hotel te gebruiken. Hij krijgt verschillende gasten, en geleidelijkr-aan zien wij deze volwassen lieden onder den invloed der schoolsfeer komen. Daar is b.v. Henri Salbrejan, de automagnaat. Op school was hij steeds de domste van de klas, in het leven is hij echter zeer fortuinlijk geweest, en thans is hij een machtig man. Edoch, in deze schoolomgeving voelt hij zich weer
DE SCHEEPSWERF
klein en nietig en, wij verwonderen ons dan ook niets, dat zijn mede-gast, Joseph Borgt, vroeger steeds de eerste van de klas, thans echter een mislukkeling, hem in de maling neemt, ja zelfs vergeet, dat de machtige Salbrejan hem een goed baantje zou kunnen bezorgen. En dan is er het vriendinnetje van Salbrejan, Liane Varsay, die zicti gelukkig nog juist te rechter tijd haar kinderjaren herinnert en gelukkig wordt met Claude Sandry, een charmanten jongeman, die door de schoolbanken-sfeer van BETSY RANUCCI-BECKMAN een geweldige stommiteit teruggehouden wordt. Stelt U voor; hij wilde zonder liefde, alléén om den bruidsschat, in 't huwelijk treden met Denise Borge, een lief, maar onbeduidend meisje. En Denise wilde, toen ze eenmaal weer op de schoolbanken gezeten had, liever heelemaal niet trouwen. En zoo zijn er in dit vreemde hotel nog eenige gevallen. Eigenlijk een beetje tè veel en daardoor ietwat te opzettelijk en te nadrukkelijk gedemonstreerd. Het hoogtepunt van de voorstelling was het spel van mevrouw Ranucci-Beckman, die de rol van Clemence Borge vertolkte. Haar vlotte spel, haar rappe spreekwijze gaf het goede tempo aan, hetgeen verhoedde, dat de vertooning te zwaarwichtig werd. Cees Laseur was een sympathieke Claude Sandry, Jules Verstraete een goedige lobbes (precies wat Salbrejan zijn moest), Vera Bondam een iets te melancholische Liane. Rie Gilhuys en Adolphe Hamburger streden tegen een onmogelijke rol. Eric W.
IN DE GLASFABRIEK
:«v
■m
HYDRAULISCHE PERS
'M ^W""
DIRK VERBEEK, JAN LEMAjRE Jr., JULES VERSTRAETE EN ADOLPHE HAMBURGER.
DE SLAAPZAAL
,'*rV
--:.J -
— 27 -
■
V-
„
-
-
,
T
; ■ .^'rV:'- - -,
■
HOOFDSTUK VIII.
^i^*::)^f^;^i^^iO^^V3,.
mcLAiß De lucht was nu kouder, en toen de dag stierf in 'n g-loed van plotselinge glorie, en de sterren zichtbaar werden en opgehangen leken in hun hollen luchtkoepel, scheen de heele wereld een sprookje, zóó onwerkelijk. Sylvia begon alle begrip van tijd en ruimte en afstand te verliezen. Dit was een nieuwe aarde, een nieuwe wereld, en ze werd er doorheen gedragen door een macht, die veel grooter was dan zijzelf en waaraan zij niets vragen kon. Zelfs King was nu kalmer, alsof hij beïnvloed was door de majesteit van hun omgeving. Mijl na mijl stoomden zij door de binnenzee, met alleen het bonken van de machines om hen er aan te herinneren, dat de mensch in deze mysterieuze streken geen vreemdeling was, maar ook hier de machtige meester van alles wat ze bevatten. Te Port Arthur gingen zij van boord; ze maakten nu een korte reis per trein, verder naar het Westen, waarna Sylvia zich in de oerwouden bevond. Ze sliep dien nacht voor den eersten keer in een tent en des morgens vond zij King op haar wachten. „Nu begint het meest interessante deel van de reis," zei hij. ^Ie bent den oceaan overgestoken met een schip van twintigduizend ton, je bent de meren overgevaren in een boot van ongeveer' vijfduizend ton, en de rest zul je moeten afleggen in een bootje, dat denk ik nog minder weegt dan jezelf. Kom eens mee kijken." „Een kano," zei ze snel. Hij knikte en bracht haar naar den oever. Daar lagen twee kano's, reeds geladen, en met een man aan de voor- en achterpunt. In iedere kano was middenin een' ruimte gelaten voor haar passagier. Licht als zwanen lagen zij op het water, dat snel en regelmatig tusschen de met bosschen beplante oevers doorstroomde. Als de tenten er niet waren geweest, waarin zij den nacht hadden doorgebracht, dan zou niets er op hebben gewezen, dat hier al eens ooit een mensch was geweest. Het was _ doodstil, prachtig en ongeloofelijk boeiend. Sylvia had het gevoel, alsof haar plotseling iets heel erg prettigs was overkomen. King zag het haar aan en knikte tevreden. „Indien je klaar bent," zei hij, „zullen we van wal steken." De beide gidsen hielden hun kano met hun pagaaien aan den oever vast, terwijl zij instapten en toen begon in de diepste stilte de verrukkelijkste tocht, dien Sylvia
MURRAY
zich had durven voorstellen. Ze had nooit eerder in een kano gezeten en het zachte voortglijden door het water gaf haar een aangename sensatie. Er werd geen enkel geluid gehoord, uitgezonderd het plassen van de pagaaien in het water, want de gidsen waren mannen, die gewoon waren aan de diepe stilte, waarin zij leefden en zeiden vaak uren lang geen woord. De rivier had verscheidene bochten, die telkens nieuwe panorama's boden, steeds groen, steeds imponeerend. Soms brak er een visch door de glasachtige oppervlakte heen, gebogen als een staaf zilver, terwijl de rimpels op het water zich verwijdden tot ze eindelijk vervaagden. Ze kampeerden dien avond aan den voet "van een kleine stroomversnelling, waarvan het Kolle geluid als muziek door de trillende lucht klonk. Sylvia's tent was vlak er naast opgeslagen, en toen de duisternis inviel, zat ze geruimen tijd diep in gedachten verzonken, zonder dat King een poging deed haar te storen. Voor het eerst in haar leven peinsde zij over het mysterie, dat de wildernis in ons wakker roept, en dat aan het leven een dieperen, geheel anderen zin schijnt te geven. Het maakte, dat zij in een bepaald opzicht vergevensgezinder was tegenover den man, die haar ontrouw had willen maken aan haar woord en die haar begeerde met een passie, waarvan zij het bestaan tevoren nauwelijks had vermoed. Maar aan den anderen kant, slechts eenige mijlen verder op den weg door het woud
£&>£<; dien zij volgden, was de man van wiens vertrouwen en begrijpen zij zoo geheel afhankelijk was. Het verbazingwekkende was eigenlijk, dat hij haar zoo goed als zeker als een vreemde zou begroeten. Het meisje, waarmee hij was verloofd, bevond zich voor hem nog aan den overkant van den oceaan. Het was gedurende deze oogenblikken van geconcentreerde overpeinzing, dat er een gedachte in Sylvia oprees, die haar bijna den adem benam. Verondersteld, dat de jonge man, die haar in heur jeugd had bemind, eens evenals Marcus King, onder den indruk kwam van Sylvia Dart, dat hij van haar ging houden, en dat de herinnering aan, en de liefde voor Sylvia Denby hierdoor begon te verbleeken? Indien dit gebeurde — en het meisje voelde maar al te duidelijk, hoe groot die mogelijkheid was — hoe zonderling zou dèn de positie zijn, waarin .zij zich bevond. In staat te zijn om den man, die haar beminde — beminde hij haar werkelijk? — gade te slaan, wanneer hij eerlijk zou worstelen tegen een nieuwe en plotselinge liefde, die in zijn leven was gekomen.. Zou er iets zijn, wat zijn karakter beter zou onthullen? 'Deze voorstelling nam hoe langer hoe vaster vorm aan, tot ze ten laatste haar gansche denken beheerschte. En toen zij, eindelijk, haar tent binnen ging om te slapen, legde zij zich neer met een glimlach om haar lippen, terwijl naast haar de stroomversnelling zijn eeuwig lied zong....
■
.
■
De wildernis heeft haar eigen geheimen. Zij tart, verleidt, lokt, spot, kwelt en sart — alles tegelijk. Zij kan de stemming van een man in een handomdraaien veranderen. Zij kan slaan met de zweep van een slavendrijver, en koesteren met de loome armen van een verliefde. Soms lijkt zij, ofschoon uiterlijk leeg, te wemelen van leven, terwijl zij op een anderen keer de verlatenheid zelve schijnt, zoodat de ziel vervuld wordt door een hongerend verlangen naar gezelschap. Door een dergelijk verlangen was de beheerder van de Victrix-mijn bezield op den morgen, toen de directeur van de mijn op slechts vijftien mijl afstand van het kamp de tenten liet opbreken. Brent had er geen idee van, wanneer Marcus King zou arriveeren, maar hij verwachtte hem in de eerstvolgende dagen. Het reizen in deze streken is te onzeker, dan dat men het zou kunnen regelen naar bepaalde uren. Er was een andere mail aangekomen, maar wéér was er geen brief van Sylvia Denby bij geweest. Brent piekerde er geruimen tijd over, haalde toen zijn schouders op en trachtte het uit zijn hoofd te zetten. Het begon er op te lijken, alsof het meisje haar besluit betreurde en hoopte, dat de tijd vergetelheid zou brengen. Deze gedachte was hem bijna tot een zekerheid geworden, toen hij, laat op den middag, gereed gekomen was met een heele reeks proeven. Terwijl hij voor de deur van zijn hut zat, staarde hij somber naar het meer. Toen zag hij Dorothy uit den bungalow naar zich toekomen. „U ziet er ernstig uit," zei ze lachend. „Wat scheelt er aan?" Hij schudde zijn hoofd. „Niets. Ik heb den heelen dag binnenshuis gezeten. Misschien is het het gas van den oven." „Als dat zoo is, wat zegt u dan van wat verandering van lucht?" „Wilt ü me onder geneeskundige behandeling nemen?" Dorothy lachte. „Wel," zei ze toen, „ik dacht er opeens aan, dat visch altijd het beste tegen zonsondergang bijt." Brent stond met een zucht op. „Mij goed, maar jij zult al het werk moeten doen. Ik ben verschrikkelijk lui." „Ook al van het gas uit den oven?" „Ik weet het niet " Het meisje wierp hem een spottenden blik toe, terwijl zij naar de kano gingen. „II denkt zeker aan het bezoek, niet?" „Neen, dat was ik werkelijk vergeten." Ze maakte een lichte buiging. „Dank u voor het compliment, ofschoon ik begrijp, dat u het niet zóó bedoelde. Maak het u nu alstublieft gemakkelijk en denk maar, dat ik de motor van. een motorboot ben of een ander middel ter voortbeweging. U hoeft geen woord te zeggen als u het niet
wilt. Ik ben van plan u een paar uurtjes te verwennen." Hij leunde gemakkelijk achterover en de kano schoof van wal als een verdord blad, dat op den wind drijft. Dorothy zat achterin, en haar lenige figuurtje zwaaide licht heen en weer bij lederen slag van de pagaai. Haar armen waren bloot. Hij zag de gracieuse lijn van haar schouder, de teere huid van de keel, die wind en zon net zoo lang gekust hadden, tot ze delicaat bruin was geworden. Ze droeg geen hoed, heur haar was in een lossen, donkeren wrong gelegd; haar gezicht stond rustig, kalm en naar hij dacht vreemd-teeder. Dat was een nieuwe uitdrukking bij Dorothy, en haar gropte oogen, die in het verdwijnende licht bijna violet leken, waren vol van onuitgesproken gedachten. De sfeer van het woud omhulde haar en eischte haar op als een vrij, ongetemd wezen, dat geheel zijn eigendom was. Plotseling veranderde haar houding en de uitdrukking van haar wezen. Het leek wel, alsof het binnen in haar helderder werd, zooals het geval kan zijn met een landschap, wanneer de zon door de wolken breekt. Haar oogen begonnen te schitteren en ze lachte opgewekt. „Ik zou niet zoo erg hard denken als ik u was," zei ze. „Alles komt wel in orde." „Wat bedoel je?" vroeg hij. „O, alles. Mr. King zal heusch wel in zijn schik zijn met de mijn en ook met u, en waarschijnlijk krijgt u salarisverhooging. En wat zijn nicht betreft — wel — natuurlijk, dat moet u al reeds hebben begrepen." „Ik ben bang, dat ik zijn nicht nog niet de aandacht heb geschonken, die zij verdient," zei Brent stuursch. „U hoeft niet te tobben, daar dat natuurlijk ook allemaal reeds voor elkaar is! Ze is een echte schoonheid, die direct verliefd zal worden op zulk een schitterend type van 'n man-uit-de-wildernis als u, en u zult al haar gevoelens zonder eenige aarzeling beantwoorden. Dan vertrekken jullie om te trouwen en laat mij achter om mijn handen te wringen in mijn tranen. — Nou, wat zegt u daarvan?" Hij lachte en schudde zijn hoofd. „Heel geestig en heel goed bedacht; maar absoluut onjuist. Bovendien is het nog totaal onmogelijk ook." „Niets is onmogelijk als er een meisje en een man is en...." Ze zweeg even en voegde er toen uitdagend aan toe: „en een kano." „Maar dit geval doet zich nü voor!" Dorothy wierp hem een snellen blik toe. „U doet erg geheimzinnig." Ze liet haar pagaai even rusten en boog wat naar voren. ,,Is het noodzakelijk om zoo geheimzinnig te doen?" ■ Brent aarzelde. „Zou je graag een ver-
BEZOEKT HEX
MMTIHlilTEI^ TE DEN HAAG
Van links naar rechts: Henry Kendall, Betty Amann, Elsie Randolph, Joan Barry en Percy Marmont, een uitgelezen gezelschap, dat in „Rich and Strange" optreedt. - 28
MIJN
PIEPA
-29 -
B DDC.BÈS haaltje willen hoeren?" vroeg hij langzaam. „Niets ongewoons, heel kort en heel waar." Haar lip beefde lichtelijk. „Ik zou dat verhaaltje graag willen hooren." „Het is van een man, die toen hij een jongen was, altijd met een meisje speelde. Zij werden dikke vrienden, de dikste vrienden, die men zich denken kan. Toen werden hun wederzijdsche families gelijktijdig door het ongeluk getroffen en de jongen moest de wijde wereld in om zélf zijn brood te gaan verdienen. Hij was toen pas zeventien jaar. Maar voor hij ging, beloofden hij en het meisje elkaar — het was een langbeenig meisje en heelemaal niet mooi — beloofden hij en het meisje elkaar, zei ik, met groote plechtigheid eeuwigen tiouw en kerfden hun harten en voorletters in een boom en bezwoeren bij alles wat hun dierbaar was, dat zij altijd op elkaar zouden wachten." „Is dat alles? Zooiets gebeurt dagelijks. Het is maar kinderwerk." „Neen," antwoordde hij, „er komt nog meer. De jongen was zeven jaar weg en al dien tijd had hij haar geschreven, waar hij ook was, en het meisje schreef hem terug. Hun wederzijdsch gevoel was in het geheel niet veranderd, bij geen van beiden, en zonder het onder woorden te brengen en zonder elkaar per brief hun liefde te verklaren, begrepen zij, dat zij zouden ti ouwen zoo spoedig als de man in een positie verkeerde, die een huwelijk mogelijk maakte." „En ze hadden elkaar in al dien tijd niet gezien?" Brent schudde zijn hoofd. „Neen, en ze stuurden elkaar zelfs niet eens foto's. Alles wat hij had, was een snapshot, bijna niets anders dan lang haar en lange beenen! Maar het gebeurde aan het eind van die zeven jaar, dat de man een betrekking kreeg, die hem in staat stelde, haar te viagen met hem te trouwen. Hij deed dit direct per brief, en zij schreef terug op den dag, dat zij zijn brief kreeg en beloofde haar aandeel van de overeenkomst na te leven. Dat was dus tot zoover in orde." „En u wilt zeggen, dat zij hem niet eens had gezien?" „Ja. In al die zeven jaar had zij hem niet meer gezien." Dorothy stak haar pagaai diep in het kalme water van het meer. „Dat meisje is gek," zei ze toen.
■."'.'■
ANTI WEDERLÄ^DSCHE SCHRIJVERS? Wij
ontvingen een merkwaardig schrijven van De Nieuwe Tooneel-Bibliotheek, waarvan het volgende een gedeelte is: ,,Van deze gelegenheid maak ik gebruik u als belangstellende opmerkzaam te maken, dat het blijspel in drie bedrijven: „Vraag niet waarom" van W. Bennett, dat onlangs door het Centraal Tooneel werd opgevoerd, en waarvaji ik een mooie foto in Cinema en Theater mocht aantreffen, reeds in 1926 in ,,De Nieuwe Tooneel-Bibliotheek" verschenen is onder den titel: ,,Het systeem Hahnemann", blijspel in drie bedrijven, van Jean Stapelveld. Aangezien men er in Nederland, zooals nergens elders, klaarblijkelijk systematisch op uit is om Nederlandsch fabrikaat te miskennen .... hebben wij bij het Centraal Tooneel de namen van stuk en auteur veranderd. Nu doet zich het eigenaardige feit voor, dat herhaaldelijk „Vraag niet waarom" besteld wordt. Wellicht hebt u nog eens gelegenheid hierop de aandacht te vestigen." Boerenbedrog? Neen, waarde lezer, zeer klaarblijkelijk niets anders dan harde noodzakelijkheid. Indien een tooneelgezelschap tot een dergeHjken maatregel meent te moeten overgaan, dan is daar reden voor, evenals Heijermans indertijd zijn toevlucht tot een soortgelijken maatregel nam. Toen was het de schrijver, thans is het een tooneelgezelschap. Wij nemen heusch niet het standpunt in, een stuk aan te bevelen bij onze amateurgezelschappen, omdat het van Nedcrlandschen oorsprong is; wij nemen echter nog veel minder het standpunt in, een stuk af te raden, omdat het van de hand van een Nederlandschen schrijver komt. Hier is de quintessence. Vooral onzen dilettanten-gezelschappen zij hier speciaal op gewezen. In mijn laatste artikel over „Sfeer en Omgeving" liet ik reeds duidelijk uitkomen, dat juist de oorspronkelijke Nederlandsche stukken door hun oorsprong, door hun milieu en, meestal, door de karakters, die er in voorkomen, gemakkelijker te brengen zijn door het amateur-tooneel, dan buitenlandsche stukken in hun vertaling, met al de moeilijkheden van minder bekende of minder vertrouwde spraakkundige uitdrukkingen, sfeer en gewoonten. Er bestaat werkelijk in ons land een, zij het niet openlijk erkend, streven om oorspronkelijk Hollandsche werken zoo min mogelijk of. .. . in het geheel niet te spelen. Een theater-directeur moet er, om zeer begrijpelijke financieele redenen, andere overwegingen op na houden dan onze amateurregisseurs. Nu ga ik niet zoo ver, om dezen laatsten toe te roepen: „Speelt uitsluitend Nederlandsche stukken", verre van dat. Wèl vind ik het plicht van lederen regisseur, zich in elk geval volkomen op de hoogte te stellen van al de door Nederlandsche auteurs geschreven stukken, die in ons land versdiijnen. Dit is toch zeker wei het minste wat wij, als amateur-acteurs, doen kunnen. En dat wij dan, indien wij dit ook maar eenigszins met onze inzichten, plicht en geweten tegenover de vereeniging voor welke wij de keuze moeten maken, in overeenstemming kunnen brengen, Nederland-
schen stukken de voorkeur moeten geven, ja, dat staat bij mij vast! Er zijn op het oogenblik in Nederland verschillende jongere schrijvers. Geef hun zoo mogelijk een kans! Het tooneelfonds van J. Heijnis Tsz. te Koog-Zaandijk heeft twee jaar geleden reeds veel in deze richting gedaan. Het schreef namelijk een wedstrijd uit voor nieuwe, oorspronkelijke Nederlandsche werken. Het resultaat was, dat wij vele en goede stukkem rijker werden, als „Het Oostersche Gevaar" van Scheffer, „Sancta Lucia" en „De Brievenbus" van den Hertog en andere reeds eerder door mij genoemde tooneelspelen. Bij hetzelfde tooneelfonds zijn onlangs weer twee nieuwe werken van eigen bodem verschenen en wel: „Een Moeder", tooneelspel in 3 bedrijven, door Cor Hermus, 5 dames en 6 beeren, en „Vlindertje", tooneelspel in vier bedrijven, door Henri Borel en Jaap van der Pol, 4 dames en 5 beeren, terwijl
bij de Nieuwe Tooneel-Bibliotheek (Weteringschans 255, Amsterdam) verschenen het hierboven reeds genoemde „Het Systeem Hahnemann", blijspel in 3 bedrijven, door Jean Stapelveld, 2 dames en 4 beeren, en „Om in het leven te slagen. . . .", blijspel in 3 bedrijven, door Frits van Raalte en Jean Stapelveld, 5 dames en 8 beeren. Nu kunnen er tegen elk stuk bezwaren ingebracht worden; men kan „Een Moeder", hoe goed tooneel overigens, te dramatisch en te sober vinden, bij „Het Vlindertje" zich afvragen: „Welke bedoeling heeft dit stuk, het is toch eigenlijk weinig verheffend", de twee laatst genoemde blijspelen misschien te onbeduidend vinden.... Natuurlijk, zoo kan men heel gemakkelijk doorgaan. Vindt u dit wérkelijk goed, speel ze dan maar niet, maar in elk geval: Vraag deze stukken ter lezing aan, omdat ze van Nederlandsche sclirijvers zijn en overweeg bij uzelf, of u ze niet ten tooneele zult brengen. Ook bij vertaald werk bestaan er evenzeer bezwaren. Geef dan het oorspronkelijk Nederlandsche de voorkeur en geef ook den Nederlandschen schrijvers de gelegenheid, door u tot hun eigen volk te spreken!
MJypPY IND. WOORDEN VAN DIFRAËN
¥(&iin®D
MUZIEK VAN ADOLPH CREMER
Tem pod\ Tsungp. Mm'ndrw.menzijn ver. .vh..0er\,
,2,» T
IiHtae.]ukgmaVd,H ynjj
heêh;
T
Lief. ..de en
Uil
C. J. PIETERS.
HANS YÄN EES AAN HET WOORD In de marmeren vestibule van den Haagschen Koninklijken Schouwburg loop ik den verdienstelijken acteur van het Vereenigd Rotterdamsch-Hofstad Tooneel, Hans van Ees, tegen het lijf. Hans van Ees, die het vorige seizoen bij de Haagsche Tooneelvereenigingen A.D.O.D.V.S. en Heldring ö Pierson de regie voerde en hiermede zulke uitstekende resultaten wist te behalen, moest ik natuurlijk dadelijk eenige vragen stellen. . Noodig bleek dit eigenlijk niet. Hij voorkwam mij reeds, want al pratend kwamen wij vanzelf op de voorstellingen, die onder zijn leiding hebben gestaan en voordat ik behoefde te vragen, vertelde Hans van Ees reeds wat ik wenschte te weten. „Dat er tegenwoordig met de dilettanten wat te bereiken valt, dat hebt u gezien aan de opvoeringen van „Eenzaam", „De Oceaanvlucht" en vooral aan de volmaakte opvoering van „In Uniform", het vorige jaar
HANS VAN EES
door Heldring ö Pierson onder mijn leiding ten tooneele gebracht." Inderdaad, ik behoef hierover niet verder uit te weiden, daar ik mijn lof over deze sublieme uitvoering reeds menigmaal geuit heb. Ik sprak er mijn verwondering over uit — en Hans van Ees beaamde dit volkomen — dat dit uitstekende detectivestuk van Van Randwijk nooit door het beroepstooneel werd gespeeld. Jammer vond hij het, dat er vaak onder de dilettanten personen zijn, die steeds iets beter willen weten dan hun regisseur, zoodat hierdoor dikwijls wrijving ontstaat. Hij haalde eenige voorbeelden aan, noemde feiten en ik moest onmiddellijk toegeven, dat het een eerste vereische is, dat men' den regisseur, dien men toch zelf heeft gekozen, dient te gehoorzamen. Meent men iets niet met hem eens te zijn — zeer goed mogelijk — bespreek het dan met hem, maar werk nooit tegen. „Gelukkig zijn er uitzonderingen. De wijze waarop ik bijvoorbeeld met Marius Deyer „Eenzaam" instudeerde, was allerprettigst en wij hebben er menig avondje aan opgeofferd. Dat het resultaat van zijn vertolking zoo verdienstelijk geweest is, dank ik dan ook hoofdzakelijk aan de goede harmonie, die tusschen ons bij de instudeering heerschte en aan zijn doorzettingskracht en goeden wil." Toen kwam er een wensch van Hans van Ees : „Ik zou mijn wensch gaarne eens vervuld zien — en ik heb dit reeds eerder gezegd — om met de beste spelers van de Haagsche vereenigingen, die er genoeg zijn, eens een goed werk in te studeeren en er dan, na lange studie, een model-opvoering van willen geven." Daar ik dit idee niet onaardig vind, hoewel het op vele moeilijkheden zal stuiten, — die er echter zijn om overwonnen te worden, — breng ik het gaarne eens onder de oogen van de Haagsche dilettanten. Misschien bestaat er belangstelling- voor! HENRI A. VAN EIJSDEN Jr.
wen.$cheH
VaXüvoorhenheélzélJeH
m MiÉ
Jee« inde film hij het E
-=-1—T T
m ipg
vin.Jende har.tenel,
le.ven, Heel zeLdenzöö wöndenver
wehd, Emk Wen.èchtemjöl4ta)k mij.Me lieföle
MAISON ODIOT ^
len einduwdm zoón^p.^lj Indl s7P
LAGE DE LA MADELEINE. PAR IJS
Fabriek van Specialiteit voor geschenken in zilver en verzilverd metdal
Artistiek
Zilverwerk Gevestigd m 16QO
GROOTE KEUZE IN KUNSTVOORWERPEN UITGEVOERD NAAR ONTWERPEN UIT ELKE STIJLPERIODE
- 30 —
w
10 NIEUWE ROMANS 10
hü
•
VAN
HEDWIG COURTHS-MAHLER TITELS DER DEELEN
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
ARBEID ADELT VREEMD BLOED MET VUUR GESPEELD GEHEIM EENER NAAMLOOZE MAGDALA'S OFFER NOODLOT DER LIEFDE HET VERLOREN VERTROUWEN PETER RAVENPORTS' DOCHTER DE DOLLE HASZBERG DE SCHOONE SECRETARESSE
HEDWIG COURTHS-MAHLER 'V'P '"'t ooRChlik oen .lor meest i bekende roman-schrijfsters. Al 'hare romans munten uit door duidelijke uitdrukkingen, vol fijne teekening van karakters en zieleleven, zoodat men er van de eerste tot de laatste hladzijde in klimmende belangstelling niet alleen door geboeid, maar ook medegesleept wordt en naar méér verlangt. Thans verschenen wederom 10 nieuwe deelen, alle gebonden in linnen banden en voorzien van een omslag in kleuren. De geheele serie, 10 gebonden deelen, bieden wij aan voor don prijs van f 22.50, betaalbaar in maande lijksche termijnen van f 2.50 of meer, naar verkiezing. Alle deelen zijn ook afzonderlijk verkrijgbaar. Franco toezending der complete serie, 10 gebonden boeken, geschiedt onmiddellijk na ontvangst van onderstaand bestelbiljet door:
G. J. GRAAUW, Boekhandelaar, Amsterdam, [C] Keizersgracht 168 Telefoon 44505 - Postgiro 48605 - Gem. giro G 2021 Alle 'werken van COURTHS-MAHLER, welke reeds zijn versohenen, zijn verkrijgbaar tegen dezelfde betalingsvoorwaarden. VRAAGT PROSPECTUS
let^eheim eener nadmbze
Met vuur gespeeld MtllwtG CDUfcTHlMM4I.RK
KM!-,''-'...,■
■DE »OLLE IZBEPG
fier NCCDLC lllf l l
(
T.
swAMT^eNniKii;
rtisT
BESTELBILJET
Nummer 403.
17 October
Ondergateekende wenscht franco te ontvangen van G. J. GRAAUW, Boekhandelaar te Amsterdam (C). Keizersgracht 168, .Telefoon 44505, Postgirorekening 48605, Gem. Giro G. 2021;
ANNA STEN EN HANS ALBERS in de Ufa-toonfilm
10 Nieuwste Deelen van Hedwig Courts-Mahler's Meesterwerken
■ Bommen
alle deelen gebonden in linnen band en voorzien van een omslag in 3 kleuren, voor den pro's van f 22.50, betaalbaar in maandelvjksche termijnen van ƒ 2.50 of meer naar vekiezing. Naam: Straat: Woonplaats: , Beroep: ,
Red. en Atfm, Oalgewater 22 Leider "l 780 Postrekening 41880
Verschont wekelijks — PrU» per kwartaal f. 1.95.
op
Monte
Carlo".
dP?**
\fms 11.1.——.
__^
>-'
a 1 ■.
i