10 NIEUWE ROMANS 10
hü
•
VAN
HEDWIG COURTHS-MAHLER TITELS DER DEELEN
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
ARBEID ADELT VREEMD BLOED MET VUUR GESPEELD GEHEIM EENER NAAMLOOZE MAGDALA'S OFFER NOODLOT DER LIEFDE HET VERLOREN VERTROUWEN PETER RAVENPORTS' DOCHTER DE DOLLE HASZBERG DE SCHOONE SECRETARESSE
HEDWIG COURTHS-MAHLER 'V'P '"'t ooRChlik oen .lor meest i bekende roman-schrijfsters. Al 'hare romans munten uit door duidelijke uitdrukkingen, vol fijne teekening van karakters en zieleleven, zoodat men er van de eerste tot de laatste hladzijde in klimmende belangstelling niet alleen door geboeid, maar ook medegesleept wordt en naar méér verlangt. Thans verschenen wederom 10 nieuwe deelen, alle gebonden in linnen banden en voorzien van een omslag in kleuren. De geheele serie, 10 gebonden deelen, bieden wij aan voor don prijs van f 22.50, betaalbaar in maande lijksche termijnen van f 2.50 of meer, naar verkiezing. Alle deelen zijn ook afzonderlijk verkrijgbaar. Franco toezending der complete serie, 10 gebonden boeken, geschiedt onmiddellijk na ontvangst van onderstaand bestelbiljet door:
G. J. GRAAUW, Boekhandelaar, Amsterdam, [C] Keizersgracht 168 Telefoon 44505 - Postgiro 48605 - Gem. giro G 2021 Alle 'werken van COURTHS-MAHLER, welke reeds zijn versohenen, zijn verkrijgbaar tegen dezelfde betalingsvoorwaarden. VRAAGT PROSPECTUS
let^eheim eener nadmbze
Met vuur gespeeld MtllwtG CDUfcTHlMM4I.RK
KM!-,''-'...,■
■DE »OLLE IZBEPG
fier NCCDLC lllf l l
(
T.
swAMT^eNniKii;
rtisT
BESTELBILJET
Nummer 403.
17 October
Ondergateekende wenscht franco te ontvangen van G. J. GRAAUW, Boekhandelaar te Amsterdam (C). Keizersgracht 168, .Telefoon 44505, Postgirorekening 48605, Gem. Giro G. 2021;
ANNA STEN EN HANS ALBERS in de Ufa-toonfilm
10 Nieuwste Deelen van Hedwig Courts-Mahler's Meesterwerken
■ Bommen
alle deelen gebonden in linnen band en voorzien van een omslag in 3 kleuren, voor den pro's van f 22.50, betaalbaar in maandelvjksche termijnen van ƒ 2.50 of meer naar vekiezing. Naam: Straat: Woonplaats: , Beroep: ,
Red. en Atfm, Oalgewater 22 Leider "l 780 Postrekening 41880
Verschont wekelijks — PrU» per kwartaal f. 1.95.
op
Monte
Carlo".
dP?**
\fms 11.1.——.
__^
>-'
a 1 ■.
i
•
Gratis
Ê PROEFFIACON VAN # EEN MIDDEL TEGEN
/ HUIDZIEKTEN De jeuk, veroorzaakt door eiczeem of andere huidaandoeningen, kunt ge :n enkele seconden doen bedaren. De eerste druppels D.D.D. stillen direct het jeuken, dringen diep in de poriën door en dooden de ziektekiemen, die zich daar bevinden. D.D.D. geeft verlichting bij alle aandoeningen der huid en hoofdhuid. Koop nog heden een flacon van 75; cL of f 2.5Ü bij Uw apotheker of drog st of vraag per briefkaart een gratlj prcefflacon aan de D.D.D. Company - Amsterdam Afd. D 17 B.8
DDD GENEESMIDDEL TECIN HUIDAANDOENINGEN
Vrouw des huizes (tot landlooper): „Omdat ik je nu eens een stuk eigengebakken brood heb gfegeven, hoef je hier niet al je vrienden heen te sturen!" Landlooper: „Mevrouw, dat waren niet mijn vrienden!"
Stop die verkoudheid met
JOHÄN ELSEN30HN VERTELT
['■--■;■':-
Huidverzorging is noodzakelijk! Behandel Uw huid mef die wijze zorgvuldigheid, die Uw schoonheid beschermen en verhocgen zal. Daarbij zullen U de "4711" Crèmes trouwe helpers zijn. Gebruik overdag meermalen MaltCreme. dal edele "4711 "-product. Als een waas ligt zij op de huid, houdt haar koel en frisch en geeft haar een leere, malle leinl. - Bij sport in zon en guren wind is hel noodzakelijk de huid door de nieuwe, krachtig werkende "4711" Allwetler-Creme Ie beschullen. Van beteekenis is haar rijkdom aan vellen, die de huid gemakkelijk opneemt en haar lol voedsel dienen, terwijl ze lot diep in de poriën doordringen zonder een glans achter te laten. "4711" Alwelter-Creme beschermt en hardt de huid.
Matt-Creme Tubes 35 en 65 cent Glazen potjes f 1.—
Hy praat liever niet over „kunst", maar graag over zijn vak. „Centen op het kleedje" is nog steeds het oude motto.
"4711" Allwetter-Creme
-,:*&
Tubes 65 cent Doozen 25 en 45 cent
Eb*""»
dTTatt-Creme Jfet edele ^MTU^K Product
y
,
fla/favincj
Om charme te geven aan Uw nagels mooie hand met welverzorgde nagels i; voor iedere vrouw het kenmerk van distinctie. De nieuwe Cutex "Vloeibare Nagellak" maakt het U zoo gemakkelijk schitterende nagels te bezitten. Het spreidt zich gemakke« lijk uit over de nagels, droogt onmiddellijk en geeft hun een fraaien glans. Het blijft een week goed en de Cutex "Anti-lak" neemt alle sporen van de oude lak weg, terwijl het nageloppervlak glad blijft en di nieuwe lak gemakkelijk op kan nemen. Maar U moet eerst Cutex "Nagelwater tevens Nagelreiniger" gebruiken, indien U den nagelriem soepel en ovaal wilt houden en de nageltoppen rein. Op een aldus verzorgden nagel heeft de nagellak zijn grootste effect. EEN
*$£ i»^
IBIS H.au
u.a_
^^^
/INHALANT
\
De meeste verkoudheden kunnen zeer gemakkelijk in het begin-stadium worden verholpen. Wanneer U slechts in den loop van den dag een droppel Vapex op Uw zakdoek inhaleert, worden de luchtwegen reeds gereinigd. Wanneer de bacteriën vernietigd worden voordat ze tijd hebben in het organisme door te dringen, kan de verkoudheid zich niet ontwikkelen, terwijl het lichaam zich weer spoedig herstelt. Er wordt algemeen geloofd, dat een verkoudheid tóch zijn beloop moet hebben, niettegenstaande alles wat men ertegen doet. Dit is dan ook de oorzaak geweest van vele onvermijdelijke sterfgevallen die veroorzaakt werden door Influenza, Longontsteking, Bronchitis enz. Zorg steeds Vapex bij de hand te hebben. Wanneer het bij de eerste symptonen van een verkoudheid gebruikt wordt, zal Vapex onmiddelijk ingrijpen, omdat het langs geleidelijken weg de ademhalingsorganen meer weerstand verleent.
Lr kunt alle Cutex producten voor de schoonheid van de nagels apart of ge^amelijk in fraaie verpakking overal verkrijgen.
O-JTEX Vloeibare Nagellak
Verkrijgbaar bij Apotheken en Drogisten. Prijs per fiac. f 1,50.
NORTHAM WARREN CORPORAITON SINGEL, 44 — AMSTERDAM
Voldoende poor een heelen winter. Imp. N.V. v/h HENRI SANDERS, Amsterdam.
Zend nevenstaande coupon met 7 postzegels van 6 cent:
Ik sluit hierbij 7 postzegels van 6 cent in voor een doosje Cutex, ter kennismaking. NAAM STRAAT WOONPLAATS V10
(POTOS W. CORBT)
JOHAN ELSENSOHN
O
p het perron te Den Haag op den' laatsten trein naar Amsterdam wachtend, ontdekte ik deze week tot mijn genoegen opeens de massale figuur van Johan Elsensohn, den beminden acteur van het Vereenigd Rotterdamsch Hofstad-Tooneel. „Hoe 't mij gaat? Och, mensch, ik maak het best 1 En mijn kunst ? Laten we liever zeggen „vak". Want dat is het toch per slot van rekening. Over „kunst" praat ik maar liever niet. We staan er mee op, en we gaan er mee naar bed, d.w.z. met het woord „kunst" suizend en razend in onze ooren. In de kleedkamer ,.kunst"; gedurende de repetitie „kunst"; en ze vergeten somwijlen op tijd in te vaUen. Alsof dat maar bijzaak is 1 't Gebouw davert soms van het krijschen van mijnheer A, of mejuffrouw B, die op den corridor over „kunst" staat te praten. In den trein „kunst"; in 't hotel „kunst"! In de bladen kolommen vol „kunst", meermalen over stukken, welke nog gespeeld moeten worden. Het pro en contra wordt al overwogen en besproken, voordat de tooneelspeler de gelegenheid heeft er het zijne van te zeggen. Het wil mij vóórkomen, dat de aandacht van het publiek meer naar het tooneel getrokken wordt door de steeds luider roerende misère-trom, dan door wat er op het tooneel gebeurd, of liever gezegd: wat er zou moéten gebeuren. Mijn helaas te vroeg gestorven groote voorganger Louis Chrispijn, kortweg
ELSENSOHN ALS BOER FRAMME IN „DE KONING DRINKT"
„Lou", placht te zeggen: „Je kunt er over praten zooveel je wilt... tot acht uur... dan gaat het belletje van gehoorzaamheid, dan gaat het doek op, en dan moet je het maar bewijzen.1" En dat doe je dan, zoo goed mogelijk, met voor- of tegenzin, net als de zeeman, 't Eene „ligt" je beter dan 't andere — nietwaat'? Geen idiote dingen doen, als je voelt dat je er niet tegenop kunt. Er zijn voorbeelden van tooneelspelers, die met hun rol geen raad wisten en maar wat gek gingen doen, onder het motto: „breken met de sleur" werd 't mooi gevonden! Wat voor ieder normaal mensch onbegrijpelijk was, vond behagen in "de oogen van blasé soortgenooten en heel kwasi-intellectueel Nederland lag in zwijm. Idiote rollen zijn overigens het gemakkelijkst, omdat ze niet te controleeren zijn, en de meeste menschen al idioot genoeg doen als ze gewoon zijn. Niet te veel zoeken naar psychologische ontrafelingen en leiders wantrouwen, die te veel op dat aambeeldje hameren. Hij of zij, die voor 't tooneel bestemd is, doet bij intuïtie al datgene wat geleerde belangstellenden in de kunst ontdekten. De wegen, die men hun wijst en somtijds wil . opdringen, gaan ze vanzelf wel, omdat ze nu eenmaal niet a'nders kunnen, en hen, die voor het tooneel niét geschikt zijn, ervoor geschikt willen maken, lukt nooit. Alles blijft aan den buitenkant, 't Zijn bestudeerde klanken op de juiste toon-
hoogte gezegd, maar hol en niet doorleefd — nooit in staat te ontroeren. De zaak, waarbij ik werk ? Ik heb er een goede plaats. Bij Bouber leerde ik tot zelfs in het kleinste bioscoopje — de kermistent — voor geld of voor niets, voor 20 of voor tooo menschen, steeds de volle honderd procent te geven, en dat cisrht ook de heer van der Lugt MHsert Hij spreekt weinig, maai hij doet veel. Hij en zijn medewerkers doen hun uiterste best, en wat zou ik daar meer van zeggen ? Goede wijn, hè ? Wat het komend seizoen aangaat ? Laten we er 't' beste van hopen, 't Laatje, daar gaat het om — centen op 't kleedje — zooals vanouds! Er is niets nieuws onder de zon. Hoe ik mijn vacantic doorbracht ? Wel in het Zuiden — d.w.z. plan-Zuid. Ik heb twee emmers zand gestrooid op mijn waranda en cen achterdoek van Bijne opgehangen, voorstellend de Cute d'Azur. Ik ben er een stuk gaan schrijven: 'n Goeie buur is beter dan.... Het gaat bij „Het Schouwtooneel" met Jan Musch en Mevrouw de Boer in de hoofdrollen. Als het zooveel opvoeringen beleeft als „Het Huishouden van Jan Steen", n.1. driehonderd, dan ben ik best tevreden D.w.z. voor mijn privé-laatje " „Critieken?" „Och, ge wordt niet beter als men u prijst — noch slechter als men u laakt — ge zijt, die ge zijtl" ERIC WINTER.
I
; 4VJ.
fSr-v-sVr^'v'.V'r'
TER ELFDER URE EEN LÄNG, COMPLEET VERHAAL DOOR
D'ALVAREZ
Een aardige liefhebberij, om jezelf met zoo'n zelfontspanner te kieken," zei het wonderlijke mannetje tegen mij, terwijl er een glimlach om zijn dunne lippen speelde. „Aardig en... interessant. Ik weet bijvoorbeeld een geval, waarbij iemand een ander zijn leven er door redde. Hij deed het om zoo te zeggen nä zijn dood, en het was nog wel het leven van zijn aartsvijand." Ik was juist bezig mijn camera in te stellen voor een aardig panorama, waarbij ik zelf op den voorgrond wilde komen, omdat ik het kiekje als vacantiegroet naar mijn kennissen wilde zenden. „Wat bedoelt u ?" vroeg ■ ik verbaasd. „Hoe kan iemand na zijn dood..." „Maak uw foto," antwoordde hij, nog steeds glimlachend. „Het licht is nu net goed. Als u klaar is, en het interesseert u, zal ik graag uw nieuwsgierigheid bevredigen." Het interesseerde mij, en ik zei hem dat. — Een toevallige „hotelkennis", was hij dien morgen, toen ik mijn hotel had verlaten om in de omgeving eenige foto's te gaan nemen, met mij meegeloopen. — „Een aardige kerel, maar wat zonderling," dät was de indruk, dien hij op mij had gemaakt j en ik herinnermij, dat ik mezelf afvroeg, toen ik mijn pijp opstak, of hij een goed verteller zou zijn. „Die zelf-ontspanners waren pas uitgevonden, toen het gebeurde," zoo begon hij. „Ik vermeld dat zoo opzettelijk, omdat het zonder die dingen nooit had kunnen gebeuren. Ik bedoel, dat die andere man dan vast en zeker gehangen was geworden ..." Ik keek hem. verbaasd aan. . »Ja, ja," zei hij lachend. „Weest u maar gerust. Ik zal de geschiedenis achter elkaar en zoo duidelijk mogelijk vertellen. — De eerste persoon, waarmee ik u in kennis moet brengen, is sir Oliver Towers. Een heel aardige kerel, en toch niet wat men noemt populair. Misschien kwam dit wel hoofdzakelijk, omdat hij niets om sport gaf, terwijl hij in een streek woonde, waar bijna uitsluitend sportmaniakken huisden: jagers, visschers, roeiers, golfers, tennissers ... enfin, u vult zélf maar aan. Sir Oliver gaf niets om sport; als hij eens in het jaar een golfstick in zijn hand had, was het hem al lang genoeg. Zijn liefhebberij was fotografeeren. Bovendien was hij melancholisch aangelegd; als hij een partij op „Pine-House" — zijn villa — gaf, kon men er staat op maken, dat hij den heelen avond, zelfs aan tafel, geen woord zei. Hetgeen natuurlijk de gezelligheid niet verhoogde. Ik heb gezegd, dat zijn liefhebberij (Foto Godfc. dt Groot)
NEL STANTS, de elegante actrice.
^^^■__>
^_^_
fotografeeren was; hij had er nog één: zijn vrouw. En dat was hem niet kwalijk te nemen. Milly Towers was een knappe, aantrekkelijke vrouw Ze was veel jonger dan hij — Vijftien jaar, om nauwkeurig te zijn — en ze bezat iedere eigenschap, die hij miste. Ze was sportief aangelegd, tenniste en roeide als de beste, reed magnifique paard en... was één en al levenslust. Op haar manier hield ze veel van haar man, maar haar liefde was toch niet te vergelijken met de zijnel Hij aanbad eenvoudig den grond waarop zij liep, en het eenige wat hem hinderde was het feit, dat hun huwelijk kinderloos bleef...
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiHiHiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiimiii
Et was M3 aan Boald. ierwyl hv daar zoo met over zyn borst äehruiste arrpen voor zUn rechter stond, dat het haast onmoieluh maakte In hem eep moordenaar te tien. Er kwam geen verwUt, ieen hard woord over zyn lippen, niet voor de äetuläen. niet voor den rechter, niet voot de luty. Niets: hl! sptak alleen maar de ovettulilnä uit, dal zUn onschuld te eenläer ll}d aan het licht zou komen. iMintmiiiuiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiMimmmiiMiMiMiiiiiiiiimmmimmiiitimn
Milly Towers was ongeveer negen en twintig, toen John Roald ten tooneele verscheen. Hij was even dertig, knap, welgesteld en vrijgezel. Hij had een kleine villa op ongeveer een kwartier afstand van „Pine-House" gehuurd en de harten van alle moeders-met-dochters begonnen sneller te kloppen. Hetgeen heel begrijpelijk was, want John Roald was een vai? de charmantste menschen, die ik ooit heb ontmoet." Het wonderlijke mannetje glimlachte en stak een sigaret op. „Enfin," zei hij toen. ,,Het gebeurde. U begrijpt wel, wat ik bedoel: het gebeurde in die buurt heel vaak en
I
■■■nm
■MUEnMaMMnH^BMttM
HHi
©MB PyiZILE-IHIOEGOi
In onderstaanden kam moeten de letters onderling- zóó verwisseld worden, dat men te lezen krijg-t, in den rug van den kam: den naam van een land in Europa, en in de tanden achtereenvolg-ens: een plaats in België; een voorstad van Londen; een stad in Ohio, V. St.; een gemeente in de provincie Noord-Brabant; de hoofdstad van een Nederl. provincie en tenslotte een gemeente in de provincie Overijssel.
E E y L M D E E A E s n E E 1 M T D L u 1 0 n L u p P E D c H E lEJ
n
R L
n
F D H
Onder de goede oplossers verloten wij een prijs van fl. 2.50 en drie troostprijzen. Oplossingen a.u. b. in te zenden vóór 20 October aan ons adres: Redactie ik zag de geschiedenis om zoo te zeggen onder mijn oogen zich ontwikkelen. Roald tenniste met haar, roeide met haar, danste met haar — net zoo vaak als de omstandigheden het veroorloofden. Maar — en daar wil ik vooral den nadruk op leggen — dat was ook alles. Nu gebeurde het, dat ik een heel goede kennis was van Milly. Ik had haar als kind reeds gekend en op zekeren dag nam ik de gelegenheid waar om eens met haar te praten. Het was misschien dwaas van me, maar ik was bang voor hetgeen de gevolgen konden zijn, Daarom pakte ik haar meteen flink aan en geraakte zonder omwegen tot de kern der zaak. Ze keek me doordringend aan en haalde toen haar schouders op. „Wat moet ik doen. Dick?'-' vroeg ze^ „Ik... ik geef toe, ik houd van John. En hij houdt van mij. Niet dat we het elkaar al hebben gezegd, of dat er iets zou zijn gebeurd tusschen ons, wat niet iedereen desnoods zou mogen weten... — daar geef ik je mijn woord van eer op — maar toch ... we weten het van elkaar; ook zwijgend kan men elkander veel vertellen!" ,Ja-ja, beste," zei ik, „dat is allemaal goed en wel, maar hoe lang moet 'die omgang tusschen jullie nog zoo voortduren ? Ik wil me niet bemoeien met zaken, die me niet aangaan, maar ik wil je er tóch op wijzen, dat alleen een wonder zou kunnen voorkomen, dat Oliver het vandaag of morgen merkt. Vergeet niet, dat iedere moeder hier in de buurt in John al haar toekomstigen schoonzoon ziet. En het zal niet lang duren, of een van hen zal het haar plicht vinden, Oliver alles te vertellen. Jullie worden tè vaak samen gezien." Ze staarde eenigc oogenblikken zwijgend uit het raam. „Wat... wat raad je mij dan te doen ?" vroeg ze eindelijk. Ik lachte.
„Het Weekblad", Galgewater 22, Leiden. Op envelop of briefkaart gelieve men duidelijk te vermelden: Ons Puzzle-hoekje No. 403. Men kan het antwoord op deze puzzle desgewenscht tegelijk inzenden met dat op onze Wekelijksche Vraag, doch men gelieve in dit geval beide oplossingen op een apart velletje papier te schrijven en beide van volledigen naam en adres te voorzien. DE OPLOSSING VAN PUZZLE 400 Wanneer Willemsen en Meyer elkaar ontmoeten, zijn ze natuurlijk allebei even ver van B. verwijderd. Een aardige strikvraag, waar zelfs doorgefourneerde puzzlaars nog invlogen I De hoofdprijs werd na loting toegekend aan den heer E. Molenaar te Rotterdam. Een troostprijs ontvangen: mejuffrouw R. van Dijken te Assen; de heeró. Derks te Grbningen en mevrouw M. A. van Heumen-Methorst te Amsterdam. „Mijn beste," zei ik, „dat is een dwaze vraag. Je hoort bij je man en dus is het eenige wat je kunt doen, dien schilder — John Roald was schilder — zijn congé te geven en hem zeggen te verhuizen. Hoe verder hij weggaat, hoe beter." „Dat kan ik niet," antwoordde ze, en ik begreep direct, dat ze het meende. „Dan dien je met je man te spreken," zei ik streng. Ze keek me verschrikt aan. „Maar dat kan ik evenmini" riep ze uit „Ik zou hem voor niets ter wereld leed willen doen en... hij zou er leed van hebben." „Je zult hem nog meer leed doen," antwoordde ik, „als hij het van anderen te hooren krijgt! En dat kan ik je wel zeggen, Milly: hij zal het zéker te hooren krijgen. Als jullie in Londen woonden, zou het misschien wat anders zijn — maar hier... hij móet het hooren of merken. Ik zeg je nog eens: jullie worden te vaak samen gezien!" „Ik zal er eens over denken, Dick," zei ze. „Ik denk, dat John en ik, zooals de meeste menschen in dergelijke omstandigheden, hebben gedacht dat niemand er erg in had. Het is zoo vanzelf gegaan, begrijp je? We zochten elkander, zonder nog te weten waarom we elkaar eigenlijk zochten. Maar als jij het hebt gemerkt — moet het anderen natuurlijk óók zijn opgevallen. Ik zal er eens over denken." Ik diende het hierbij wel te laten en twee dagen daarna keerde ik terug naar Londen. Ze had mijn tusschenkomst precies zoo opgenomen als ik had verwacht: ze was niet de vrouw, die gauw beleedigd of gepikeerd is. Maar ik beken eerlijk, dat ik de eerstvolgende weken mezelf telkens afvroeg, of ze mijn raad had opgevolgd." Het wonderlijke mannetje zweeg even en staarde peinzend voor zich uit. „Het is eigenaardig," zei hij toen, „maar indien men over zoo'n geval later nadenkt en probeert oorzaak en - 6 -
gevolg van elkaar te onderscheiden, dan is dit niet meer mogelijk. Zou de tragedie ook zijn gebeurd, indien ik niet met haar gesproken had? Ik weet het niet! Alles wat ik weet is, dat ik een paar maanden later, ongevee'r in het midden van de maapd Juli, een telegram op mijn kamer vond liggen, toen ik thuiskwam om te lunchen. Het was kort en verbaasde mij zonder mij ook maar eenigszins in te xichten. „Kom direct, Milly." Meer niet. Alles wat ik doen kon, was dus zoo gauw mogelijk mijn koffer pakken en den eerstvolgenden trein nemen. Aan het station wachtte een man van middelbaren leeftijd op mij, wiens gezicht mij min of meer bekend voorkwam en die in een staat van hevige opwinding verkeerde. „U kent me zeker niet meer," zei hij. „Ik ben Olivers broer." Ik wist het toen weer: ik had hem eenige jaren tevoren op „Pine-House" gedurende een weekeinde ontmoet. Hij heette Saul en was wat karakter, liefhebberijen en uiterlijk betreft precies het tegenovergestelde van Oliver. Wanneer men de geringe familiegelijkenis wegdacht, kon men zich bijna niet indenken, dat het broers waren. De een was blond, de ander donker; terwijl Oliver uren, ja dagen lang kon zwijgen, hield Saul bijna nooit zijn mond. En dan was hij ook dol op alle mogelijke sport. Enfin, om kort te gaan: precies het tegendeel van Oliver. „Wat is er aan de hand ?" vroeg ik, toen we elkaar begroet hadden.
VANAF
2
ct.
Ga met Uw Toccos cigarette om als met Uw besten wijn. Zij verdient 't, omdat ook haar kwaliteit zoo uit kan munten door zorgvuldige behandeling. De Toccos Cigarette, in blikken van 50 en 100 stuks, kan voor onbeperkten tijd haar volle oorspronkelijke aroma blijven behouden. Alléénimporteurs: Alvana Cy. Plein 8a Den Haag
„Oliver is vermoord," zei hij. „En ze hebben John Roald als den dader gearresteerd." Ik weet niet hoe lang ik hem als een krankzinnige zwijgend .heb aangestaard. Het moet echter heel lang zijn geweest, maar het was ook zoo onverwachts, zoo afschuwelijk ... „Milly wil je graag zoo gauw mogelijk spreken," vervolgde hij. „De auto wacht buiten." Den heelen weg naar „Pine-House" deed ik vrijwel niet anders dan vragen, maar het zal voor u des te duidelijker zijn, als ik zijn antwoorden verzwijg en u precies vertel, hoe alles zich heeft toegedragen. Het bleek dan, dat na mijn vertrek twee maanden tevoren, John Roald een week of zes afwezig was geweest. En gedurende dien tijd had Milly de zaak op haar beloop gelaten. Toen Roald was teruggekeerd, hebben zij met elkaar gesproken — het was de eerste keer, dat zij over hetgeen er tusschen hen gegroeid was, met een woord repten — en kwamen zij tot de conclusie, dat het eenige wat zij konden doen was het aan Oliver te vertellen. Zoo gebeurde het, dat Roald op zekeren morgen op „Pine-House" verscheen met het vaste voornemen Oliver van alles op de hoogte te brengen. Het was de dag, voordat de tragedie plaats greep. Een prettige boodschap was het niet, die hij had, dat begrijpt u wel, maar Roald was niet de man om daarvoor terug te schrikken. Enfin — om kort te gaan — het onderhoud was geen succes. In het eerst jvas Oliver zóó beduusd geweest, dat hij geen woord kon zeggen en het eigenlijk niet eens goed kon gelóóven. Maar zoodra het tot hem was doorgedrongen, dat het afschuwelijke inderdaad waarheid was: dat daar in zijn eigen huis de man voor hem stond, die hem zijn vrouw wilde ontstelen — toen kende zijn woede geen grenzen meer. Niemand zal ontkennen, dat hij er reden toe had: hetgeen die twee menschen hem aandeden, was werkelijk verschrikkelijk. En hij voelde het des te erger, omdat hij zoo ontzettend veel van zijn vrouw hield. .. Het is dan ook begrijpelijk, ' dat hij het eerste het beste, wat hem in de handen kwam — een pook, die bij den haard hing — greep en er Roald mee te lijf wilde gaan. Deze, die verreweg de sterkste was, had eenige moeite om hem het ding uit zijn handen te wringen, zonder dat er ongelukken gebeurden. Hij wilde hem- niet treffen, want — de eerlijkheid gebiedt het te bekennen — hij had zelf innig met Oliver te doen. Terwijl de beide mannen aan het worstelen waren, viel er een tafeltje om, hetgeen den butler verschrikt deed toesnellen. De man bleef als aan den grond genageld op den drempel staan, toen hij zag, wat er gebeurde eneenige
Poto Godfr. de Groot
DIE ELECirimSCIHlIE SAXOIPIMIOINIDSTE Het Duo Bonda, dat een nieuwe verschijning is in onze variété's, zal men, afgaande op de foto hierboven, natuurlijk voor een trio houden, indien men niet weet, dat het Volendammer meisje, dat de beide accordeon-virtuozen zoo keurig op de saxophoon begeleidt, slechts een... pop is, die electrisch speelt. Dit nummer is geheel de eigen vinding van den heer Bonda, die.twintig jaar heeft gewerkt om ze te verwezenlijken.
seconden later slaagde Roald er in, na Oliver den pook afhandig te hebben gemaakt, zijn tegenstander van zich at te slingeren. „Wijs dien ellendeling de deur," riep Oliver tegen den bediende. „En laat hem nooit meer in mijn huis — of ik ontsla je op staanden voet." Roald ging. Hij ging naar zijn huis, belde Milly op en vertelde wat er was gebeurd. Ik weet niet, wat zij door de telefoon met elkaar bespraken, maar wèl weet ik, dat Oliver pertinent weigerde te scheiden. „Ik kan je niet opsluiten," zei hij tegen zijn vrouw, „en ik kan niet voorkomen, dat je hem blijft ontmoeten, maar ik kan wèl verhinderen, dat jullie trouwen en dat zal ik dan ook verhinderen." Zóó was de situatie den volgenden morgen — den ochtend waarop de vreeselijke" gebeurtenis plaatsgreep. En zooals u natuurlijk wel kunt begrijpen, was het allen bedienden van „Pine-House" bekehd wat er was gebeurd. Bovendien was het een situatie, welke nooit slimmer had kunnen zijn in verband met hetgeen er volgen zou. Om negen uur den volgenden ochtend verliet Oliver, gewapend met zijn camera, „Pine-House". Op ongeveer een kwartier afstand was een kleine kunstmatige waterval, dien hij klaarblijkelijk wilde fotogtafeeren. Om kwart over negenen zag tenminste een van de tuinlieden, dat hij er zijn camera op instelde. En om half elf werd hij door een anderen tuinman gevonden: dood, met verbrijzelden schedel I Dat was eigenlijk in het geheel geen reden om Roald te arresteeren, zult u zeggen. En daar hebt u gelijk in. Maar... om half tien waren twee kinderen — zoontjes van een der tuinlieden — langs den waterval gekomen. Ze waren door hun moeder naar het dorp gestuurd om boodschappen te doen en toen zij terugkeerden, vertelden zij, wat ze hadden gezien. Eerst hadden zij gehoord, hoe twee - 7 -
mannen ruzie met elkander hadden. Ze waren — nieuwsgierig en angstig tegelijk' zooals kinderen zijn —- achter een boschje gekropen en hoorden dat sir Oliver en Roald een heftigen woordenstrijd voerden. Er kon geen kwestie van zijn, dat de kinderen zich in de personen vergisten: ze kenden Roald — iedereen in de buurt kende ■ den schilder — en ze kenden natuurlijk ook sir Oliver. Ze wachtten eenige oogenblikken en toen, bang geworden, liepen ze door naar het dorp. Dat was niet mooi voor Roald, zult u zeggen, maar het zou er nóg slimmer voor hem gaan uitzien. Roald had toegegeven, dat hij dien ochtend Oliver had ontmoet en dat hij een heftige ruzie met hem had gehad. Hij verklaarde op weg te zijn geweest naar „PineHouse". Hij had een zijpad ingeslagen, waar hij vaak gebruik van maakte. Heel onverwachts had hij Oliver toen bij den waterval zien staan en daar hij een onderhoud met hem wilde hebben, had hij hem aangesproken. Hij weigerde te zeggen, waar zij over getwist" hadden: alles wat hij verklaarde was, dat zij niet tot overeenstemming waren gekomen en dat hij Oliver daarom na een minuut of tien had verlaten, om terug te kecren naar zijn huis, dat hij zoowat om kwart over tienen had bereikt. Bovendien ontkende hij pertinent Oliver te hebben vermoord. Maar het zou nóg erger worden — voor hem. Roald was in het bezit van een zwaren wandelstok — bijna een knuppel: Welke zonderlinge gedachtenassociatie hem er dien morgen toe had gebracht, dit ding mee te nemen, kon hij niet verklaren. Hij gaf echter toe, dat hij den stok bij zich had gehad; bovendien gaf hij toe, zoo woedend te zijn geworden, dat hij hem naar Olivers hoofd had gegooid. De worp had echter gemist en de stok was in het gras terecht gekomen, waar Roald hem had laten liggen. Inderdaad werd hij tus(Vervolé op pagina. 12]
■:
'
T5CHIiD DOOR
GUUS BETLEM Jr.
I
HET ENTREE DER SPAANSCHE DANSERS
DE FRATELLINIS (DE BRANDWEER-SCÈNE)
LA CONCHITA
f'f^^;^Ö
!
HET PRINSENEILAND
DE SCHILDER MAKS (RECHTS) EN ZIJN MODELLEN ""'"^
;:;
''
■
■ -
- ---
■
■
Een groot aéelier, me£ groofe ramen, Aan de wanden groofe, massale doeken en In bet a£elier een forsche gestalée, de schilder C, J. Maks. Zfln geheele persoon, z'n geheele omgeving suggereert u onmiddellijk zijn wijze van schilderen: groot, forschI Als leerling van den grooten meester Breitner, neemt de schilder Maks een zeer bijzonder«, geheel eigen plaats in onder de schilders. Aanvankelijk wonende te Parijs, voelde hij zich aangetrokken tot de zonnige, lichte zijde van het leven, welke hö op zijn doeken wist weer te geven bij het schilderen van tuinen en terrassen met enkele figuren, doch met véél zon! Reeds vanaf zijn allereerste stukken is de streek forsch en krachtig, zijn de figuren geweldig en groot. Zelfs op de kleine stukjest later In vluchtige oogenblikken gemaakt, zijn de hoofdfiguren massaal, gedurfd I Eveneens Is dit het geval met de kleuren. Felle, sprekende kleuren, zooals we deze aantreffen in de omgeving welke Maks voor zijn werken noodig heeft; de circussen, het tooneel, de variété's! Alles wat kleur • heeft, is voor hem van waarde, heeft zijn belangstelling. Alles wat flets is, zonder kleur, zonder leven, kan nooit een onderwerp uitmaken voor de doeken van dezen schilder. De eerste expositie van Maks In ons land deed de menschen opschrikken. Dat brutale, dat bruisende temperament, dat geweldige, wat nog nimmer werd gegeven in Holland, verbaasde, verwarde zelfs, maar — bij nadere beschouwing bleek het toch wel de moeite waard te zijn. Ruw lijkt het werk van Maks bij de eerste kennismaking, soms heel erg ruw, maar hef is met groote toewijding en liefde geschilderd on het leeren kennen beteekent het steeds meer waardeeren. Door zijn 'bijzondere voorliefde voor het zonnige landschap, vertrok Maks al spoedig uit Parijs naar Spanje, waar hij eenigen tijd rondzwierf. Hier waren het vooral de danseressen en dansers, welke zijn belangstelling hadden, waartoe niet het minst medewerkten de fleurige Spaansche kleederdrachten, welke een dankbaar onderwerp vormden voor de doeken van Maks. Ook Italië werd door den schilder bezocht, waarna hij terugkeerde van het felle verblindende zonlicht in hef fantastische licht der schijnwerpers en booglampen .... Parijs 1 Ook In zijn schilderstukken verplaatste hij zich naar het kunstlicht en het waren vooral de circussen, waar hij dagen- en nachtenlang vaak werkte. In Holland teruggekeerd bleven deze onderwerpen zijn belangstelling houden en vooral circus Hagenbeck te Scheveningen mocht zich in zijn geregelde bezoeken verheugen. A4s de voorstelling was afgeloopen, de laatste lichten werden gedoofd in gangen en stallen, werden In de arena de lampen der schijnwerpers opnieuw ontstoken, verscheen wederom de schoolrijdster op haar fraaien schimmel, of kwamen opnieuw de grappige clowns In hun orlgineele kleedij, om nogmaals hun kunsten te vertoonen, tot diep In den nacht, voor slechts één bezoeker. .. den schilder Maks. Wat een kosten, wat een moeite hieraan verbonden zijn, laat zich begrijpen. Vooral bij deze circusstukken komt het aan op den goeden wil van het model. Niet zelden ook kwam het Voor, dat Maks In de arena aan het schilderen was, terwijl om hem heen de tent reeds werd afgebroken. Ook tijdens de voorstelling werden wel kleine stukjes gemaakt, doch belangrijk werk is dan niet mogelijk, daar elk nummer daarvoor te kort duurt. Vooral de actie is het, welke den schilder trekt. De schoolrijdster te zien zitten op haar paard Is hem niet voldoende. Neen, zij moet volkomen opgaan in haar werk, alsof de voorstelling nog in vollen gang is, wanneer zij als model voor hem „poseert". Ook bij de variété vindt Maks vele modellen, zoowel in het buitenland als in ons land- Hier gaat dit natuurlijk veel eenvoudiger, daar dan in ziin eigen atelier kan worden geposeerd. Behalve voor het hierboven beschreven oeuvre heeft de schilder Maks ook nog een speciale voorliefde voor Amsterdam, waarvan hij, zij het ook sporadisch, in zijn werk getuigenis weet al te leggen. Zijn schilderij „Prinseneiland" is daar een voorbeeld van.
_ 8 ^:i*ü^..
!
.
. _.
REMBRANDT THEATER AMSTERDAM
:
Een bloemlezing van den geestigsten geïllustreerden humor uit de buitenlandsche tijdschriften.
BRENGT STEEDS DE BESTE PROG RAMM A'S
CAxMuoakl Een Australisch meisje gaf dezer dagen te Sydney een boks-demonstratie. — Iemand behoorde haar toch aan 't verstand te brengen, dat dergelijke dingen een zeer ongunstigen invloed uitoefenen op haar huwelijkskansen!
:
In Londen woont een tandarts, die ruim twee meter lang is. — Zijn patiënten staren .hem steeds met open mond aan.
Gevangenisdirecteur: „Je zult hier moeten werken, maar je kunt kiezen, welk vak." Boef: „O, als 't U hetzelfde is, zou ik graag matroos (The Weekly telegraph) zijn."
„Heeft het middeltje tegen rheumatiek, dat ik je aanraadde, je geholpen?" „Nee, geen steek." „Eigenaardig I Mij ook niet I"
De vrouw van een rijken Canadeeschen farmer schrijft ons, dat haar eenige ambitie is: de groote winkels in Parijs en Londen eens te zien. — Zij vindt blijkbaar, dat haar echtgenoot nu reeds lang genoeg een rijke Canadeesche boer is geweest. „Wij zouden nog heel gqed kunnen leven, als ons land even koud werd als de poolstreken," verklaart een geleerde. — Wij worden hiervoor bereids getraind door onze zomersl JAN MUSCH
^E N.V. „Het Schouwtooneel" gaf te Amsterdam de première van --/ „Jaro's geluk ?" (Das Glück des Jaro Svatek), een spel in drie bedrijven door Ludwig Herz en Armin Friedmann. J. C. van der Horst verzorgde de uitstekende vertaling. Het is werkelijk jammer van de moeite, die de leden van „Het Schouwtooneel" zich moeten hebben getroost, om dit stuk 'voor het voetlicht te brengen. Ludwig Herz en Armin Friedmann hebben een vrij onbelangrijk stuk geschreven, en aan Jan Musch is het te danken, dat wij af en toe nog geboeid werden. Maar dan ook allèèn aan Jan Musch, die van den kleermaker Jaroslav Svatek een gave uitbeelding gaf. In Annie Verhulst, die als gast de rol van de verpleegster Pia Logescu vertolkte, vond hij helaas geen waardige tegenspeelster. Zij speelde technisch af en toe heel knap, maar het was koud; er kwam niets van binnen uit. Jaro's geluk is zijn ongeluk. Een klein, nietig kleermakertje is verliefd op de schoone verpleegster Pia. Dit meiske heeft een zeer eigenaardige opvatting van haar beroep, zoo eigenaardig zelfs, dat zij uit het land gewezen wordt. Haar eenige redding is een huwelijk en hiermede maakt zij den armen Jaro gelukkig. Marfr tevens haalt Jaro met zijn vrouw, zijn eigen ongeluk in huis (hetgeen wel eens meer voorgekomen moet zijn). Pia heeft een minnaar, •vien zij geld toestopt, dat zij op Jaro's goeden naam in de buurt leent. Een nachtelijk auto-ongeluk brengt alles aan het licht. Jaro, die meent, dat zijn vrouw nachtdienst in een ziekenhuis had, hoort van zijn vrouws vriendin de waarheid. (Van je vriendinnen moet je het maar hebben I) En de kleermaker pleegt zelfmoord. Zelfs hierin blijft hij in de lijn van zijn vak; hij doet het n.1. met een coupeursschaar. U ziet: het geheel is nogal drakerig. Van het heele stuk hielden we dan ook alleen de herinnering aan een nieuwe en mooie Jan Musch-creatie. Eric W.
„Waar kan ik een exemplaar te zien krijgen van het allereerste tijdschrift, dat gedrukt werd?" vraagt ons een lezer. — Wij gaven hem het adres van onzen tandarts, die verscheidene tijdschriften von dat soort in zijn wachtkamer heeft liggen!
1
[■■:iïVfa$$ -^Jt De man, die gewend is met de tram te reizen, krijgt een vlieg-ongeluk. (!/ Tra va so)
„Paul, dit pak ziet er zoo armoedig uit. Kan ik het weggeven?" „Goede hemel, neet Dat is het costuum, waarin ik altijd ga reclameeren tegen mijn belasting-aanslag I" (The Passing Show)
Een bankier vertelt ons, dat de meeste zakenlui meer geld in hun zak meedragen dan eigenlijk noodig is. — Het eenige geneesmiddel voor deze ongewenschte gewoonte is: te trouwen. „De meesters der verbeeldingskracht, zooals wij die in vroeger tijden hadden, schijnen uitgestorven te zijn," klaagt een letterkundig criticus. — Hij leest waarschijnlijk nooit de weerberichten in onze dagbladen.
JAN MUSCH EN LENA KLEIJ
Een cricket-maniak beweert, dat hij zich des winters fit houdt door veel schaatsenrijden en alle mogelijke takken van wintersport' te beoefenen. — Dit waarschijnlijk met de bedoeling, dat hij een weinig aan de temperatuur is gewend, wanneer het cricketseizoen begint!
SS
-
7
h ■'/
-v
/
/
/
„Marie, mijnheer heeft vloeibare boenwas ingenomen in plaats van zijn drank T „O, dat hindert niets, mevrouw. Ik heb nog een heele flesch in de keukenkast staan!" (The Humorist)
BUITENDEURTELEFOON SpreeJc vanuit Uw huiskamer of slaapkamer met PROSPECT! ETC ZENDT GAARNE
bezoekers of leveranciers aan de voordeur.
N.V. PH. J. SCHUT, AMSTERDAM (C), KEIZERSGRACHT 684 - TEL. 36582-43377
JAN MUSCH EN ANNIE VERHULST
- 10 -
-n.
■
■
C Vervolg van pagina 7) „Niets, Edelachtbare. Ik dank u, voor sehen de struiken gevonden — maar het de onpartijdige wijze waarop u mijn zwaarste eind er van was toen met bloed zaak heeft behandeld. Het is niet uw bevlekt. Kortom: het was duidelijk, dat schuld — noch is het de mijne, dat het het wapen was, waarmee Oliver TH. C. P. <e SCHIEDAM. Hierbij de de uitspraak luidt, zooals u zooeven was vermoord. gevraagde adre„en. Jea„e£ée Gaynor. Fox hebt verklaard. Het is de schuld van Séud.os. 1401 Western A venue. Los Angelos. Ik geloof," vervolgde mijn mergezel allerlei onvoorziene, toevallige omstanCalifornie. Jeanette MacDonald. Paramount lachend, „dat wanneer je in een detecdigheden. Ik kan echter niet nalaten te Studios. 5451 Marathon Street. Hollywood. tive-verhaal je held opzettelijk in een gelooven, dat de tijd mijn onschuld In welke film hebt U Jeanette Du Paise zóo netelig mogelijke positie wilde brenaan het licht zal brengen. En als het gen, het onmogelijk zou zijn een dichter dan te laat mocht zijn — zijn stem ■ zien optreden? Het kan wel een, een jaar duren voordat U antwoord ontvangt. Altijd web om hem heen te weven dan Roald tnlde een oogenblik bijna onmerkbaar een antwoordcoupon insluiten! omnngde. Aanleiding, wapen, gelegen— maak er uzelf dan geen verwijt van W „."•.ƒ• ß' -d <«d WELTEVREDEN. heid, getuigen — alles spande samen Ik begrijp zeer goed, dat in de gegeven W en^M ^8 "? 1« " «—n.!«.•£ Gaynor om zijn zaak van het eerste begin afomstandigheden uw uitspraak niet anders en Madge Bellamy. Fox Studios. 1401 aan wanhopig te doen. zijn. En toen ik kan luiden." Western Avenue. Los Angelos. Cal. Lupe hem een paar keer opzocht, terwijl hij in Ve e2. Metro-Goldwyn-Mayer Studios. „Ik geloof niet," vervolgde het zon11 11 Bi voorarrest zat, gaf hij dit dan ook onderlinge mannetje, „dat er in de heele N^r^'F^Jr" ^" ,*- »ieEWe. First omwonden toe. National Studios. Burbank. Callfornië. rechtszaal toen iemand was, die niet, „Dat ik het niet heb gedaan, weet B M te ROTTERDAM. Willy Fritsch al was het maar voor heel korten tijd' ik natuurlijk," zei hij, „maar als ik moet U in het Duitsch schrijven Hij betwijfelde aan zijn schuld. Roald was een m de, plaats van de jury verkeerde, antwoordt zijn brieven zelf. Het kan eenioe grocte kerel, en er Was iets aan hem, maanden duren voordat U antwoord ontzou ik met aarzelen om het „schuldig" terwijl hij daar zoo met over zijn borst uit te spreken." vangt. Zijn adres is Kaiserdamm 95. Berlijn. gekruiste armen vóór zijn rechter stond, Niet vergeten een antwoord-coupon in te Een bijkomende omstandigheid, maar dat het haast onmogelijk maakte in sluiten I die toch zijn zaak in ongunstigen zin hem een moordenaar te zien. Er kwam beïnvloedde, was zijn onvermijdelijke imEMMY K te ROTTERDAM. Niet ge. geen verwijt, geen hard woord over zijn scheiden. Schrijf on» maar zoo vaak U wilt. populariteit. Voor iedereen die in zijn hppen, met voor de getuigen, niet voor schuld geloofde was hij immers niets den rechter, niet voor de jury. Niets; anders dan de schurk, die verliefd was hij sprak alleen maar de overtuiging geworden op de vrouw van een anuit, dat zijn onschuld te eeniger tijd deren man en haar echtgenoot had aan het licht zou komen... vermoord. En toen werd hij weggevoerd en ik Ik zal u niet vervelen met een relaas bracht de bleeke vrouw terug naar heur van de terechtzitting. Van het eerste hotel... oogenbhk af was het te voorzien, wat Ik denk," zei mijn metgezel na eenige er gebeuren zou: Roald had geen geüogenbhkken, „dat u zich afvraagt hoe tuigen, die voor hem spraken en hoeik mijn opmerking kan rechtvaardigen wel hij zelf een omstandig verhaal deed die ik in het begin maakte over de' van hetgeen er was gebeurd, was alles mogelijkheid om jezelf te fotografeeren nutteloos. De jury trok zich slechts Dat zal ik nu echter doen. Milly was een kwartier lang terug. naar „Pine-House" teruggegaan, haar En toen kwam het slot, en de episode zwager had daar op gestaan. En de die mij het langst zal bijblijven. Toen dagen gingen voorbij, dagen waarop de rechter hem vroeg, of hij nog iets ik rondliep en mijn hersens pijnigde tente zeggen had, stond Roald op, kruiste einde een middel te vinden om Roalds zijn armen over zijn bol-st en zei, met onschuld te bewijzen. Want dat hij een doodsbleek, ernstig gezicht, 'doch onschuldig was aan den moord, stond met vaste stem: voor mij vast. Ik vond echter niets. Alles klopte — in zijn nadeel, en ik STUDIE-KOPJE begon mij zelfs af te vragen, of hij (Foto Godfrltd dt Grnot) Probeer gratis deze nieuwe het met tóch had gedaan: of hij misschien een paar seconden gek was gehuid-verzorging. weest en sir Oliver had gedood zonder het te weten en zonder het zich Wij hebben altijd beweerd, dat Radox de te hennneren. ponen van Uw huid reinigt en Uw teint verbetert, zooals niets anders dit kan doen. En toen, op een morgen, was ik bij Nu bieden wij' U aan deze bewering te mijn boekhandelaar, die zoowat van alles toetsen — zonder kosten voor U. Wii hebverkoopt, tot fotografische benoodigd- ben onder de apothekers en drogisten door heden toe. Er was op dat moment hee Holland duizenden pakken Radox verslechts één bediende en deze was bezig deeld die elk verpakt zijn met een gratis een klant de werking uit te leggen van proefpak. U kunt dit gratis pakje gebruiken zonder het gewone pak Radox te openen, een filmpak. Ik luisterde zonder belangstelling — ik interesseer me niet voor tn als U na deze proef niet volkomen tevreden bent, breng dan het groote pak tetotografeeren — tot één zin plotseling rug naar den winkelier, waarvan U het mijn opmerkzaamheid trok. ht Za UW /1 25 uJ£ } Uomwegen - terugbetalen. (Uw ?eheefe „Indien een film belicht is," zoo zei uitgave)^zonder In de bediende, „wordt een van deze zwarte elk pak Radox is een boekje, waarin de strooken papier uitgetrokken en afgeKadox huidverzorgingsmethode duideliik wordt uitgelegd. Maar vergeet niet, dat het scheurd. Hierdoor wordt de belichte gratis proefpakje slechts voor beperkten film achter de andere gebracht, waartijd verkrijgbaar is. door een onbelichte vóór komt te zitten " Gaat dus direct naar Uw apotheker of Zelfs toen drong de mogelijkheid nog drogist, voordat hij deze groote proefmet tot mij door: ik kocht een doos pakken uitverkocht heeft. postpapier en verliet den winkel. En Radox is heerlijk geparfumeerd en verhet was met voordat ik op mijn kamer krijgbaar bij alle apothekers en drogisten zat te lunchen, dat de gedachte aan die a ƒ 1.25 per pak. Een pak is toereikend voor verscheidene weken. Imp.: NV mogelijkheid — o, een onmogelijke moRowntree Hnd. Mij., Keizersgracht 124' gelijkheid, zou ik haast zeggen — in mij A damrC ' opkwam. Het was onzinnig — maar het Voor Indië verkrijgbaar bij de Firma. J. was voldoende voor mij om in een taxi van Gorkoro & Co., Djocja, en hare filialen.
te springen en naar Scotland Yard te rijden. „Waar," zoo vroeg ik den dienstdoenden inspecteur, „zijn de bescheiden betreffende de zaak John Roald?" De man staarde mij aan alsof hij een krankzinnige voor zich had, maar ik slaagde er in hem te overtuigen, dat ik een normaal denkend mensch was en toen werd hij een en al hulpvaardigheid. U moet namelijk weten, dat Oliver een filmpak had gebruikt en dat hij daarvan één film had belicht. Roald had tijdens de terechtzitting verklaard, dat hij had gewacht terwijl Oliver de foto nam en de bijzonderheden omtrent belichting, enzoovoort zooals hij gewoon was te doen, in zijn zakboekje had genoteerd. De foto was om kwart over negen genomen en nu liet de gedachte, dat Oliver misschien nóg een foto had genomen (een waarvan niemand iets wist, omdat hij nog vóór in het pak zat) mij niet met rust." „Hemel!" riep ik uit. „Nu begrijp ik het i Er was maar één stuk zwart papier afgescheurd." „Twee, om nauwkeurig te zijn," antwoordde mijn metgezel. „Het omslag en het papier, dat met het cijfer i was gemerkt. Beide stukken papier waren gevonden. Film 2 stond dus voor om belicht te worden. Maar... was ze belicht? O, ik geloof niet, dat ik dien middag gauw zal vergeten. Het ging om een
'0 w
"> (Foto God/r. de Great)
pgnS-
mstituut •pink
PrÓMS- onder ncht dagelijks Cwr SwS lessen October-Itkujrt EngelscUe enlioiIcmäsche leeraren JVospedus wordt iOp aanuragegaarne verstrekt
l€idschekodel02 hoek Trianon
OrtiSterdartw. Tel. 36047
/
Ds bssisiAlFdlcB xarngtasres J& Dmimiliinik die verbonden is aan het Conservatorium te Tilburg, menschenleven en ik jaagde door verde donkere kamer, terwijl hij aan het schillende afdeelingen van Scotland werk was. Het was Roalds laatste kans: Yard, terwijl ik alle mogelijke moeite als er niets gebeurde, zou hij binnen deed om mijn hoop niet voor zekerheid twee dagen sterven. te gaan houden. Ik weet niet hoeveel „Allemachtig 1" hoorde ik op een gekeeren ik mezelf voorhield om toch geven oogenblik den man bij zijn tafel niet zoo dwaas, zoo krankzinnig te zijn: fluisteren. „Er komt iets opl" telkens dwong ik mezelf er aan te denIk veegde het zweet van mijn voorken, dat al wks er een tweede foto hoofd, en waagde het om over zijn genomen, het nog absoluut niet zeker schouder te kijken. Zonder adem te was, dat ze van eenig belang voor Roald halen keek ik naar het stukje gele film. kon zijn. „Ik zal het even fixeeren," zei de man en zijn laksheid was opeens verHoe dan ook — eindelijk vonden wij den man, die nummer i had ontwikkeld, dwenen. „Dan kunnen we het beter zien." en ik verklaarde hem wat ik als mogeZijn hand beefde toen hij het negatief lijk veronderstelde. In het eerst was hij in de hypo legde. Zwijgend bleven we tamelijk sceptisch, maar later begon zitten wachten tot de tijd van het hij mijn meening te deelen. fixeeren verstreken was. Het leek me „We zullen eens kijken," zei hij. „Het een eeuwigheid eer hij de film er uitnam filmpak ligt nog in mijn donkere kamer." en de deur opende. Hij hield het negaIk weet niet meer, hoe ik mij voelde tief tegen het licht en keek me toen ernstig aan. toen hij met zijn werk begon. Hij be„Als er nog iets noodig was om de hoorde tot die menschen, die alles even secuur en precies doen en iemancl, die schuld van Roald te bewijzen," zei hij haast heeft en brandt van nieuwsgierig- toen ernstig, „dan zou het deze film heid, gewoonweg razend kunnen maken. kunnen zijnl Indien u even wacht, zal Doch ik durfde niets te zeggen en Hep ik er u een afdruk van geven." als een gekooide leeuw op en neer in (Vervolg op pagina 21) - 13-
■
..'jé,-r..
■
■.
„Zou je,—" stamelde hij, „zou je kunnen leeren — mij lief te hebben ?" „Waarom niet ? Ik heb wel Spaansch geleerd ook."
MIJN NEEF JANSSEN werd op zijn kantoor begroet door den overspannen boekhouder met de woorden : ,,De dokter zegt, dat ik alles over boord moet gooien en een zeereis gaan maken." „Nou," zei mijn neef, ,,dat kan heel makkelijk, ten minste als je éérst die reis maakt!" ,,Je kunt van mevrouw Meyer niet anders dan goeds zeggen." ,,Och ja, het is eigenlijk niet de moeite waard om over haar te praten." Vrouw (plotseling ontwakend) : „Ik hoorde iets, lieve. Het is vast een inbreker I" Man : ,,0, laat maar begaan. Hij krijgt hier alleen routine." „Marie, de vaas, die je hebt gebroken en met gluton gelijmd, was zeer kostbaar, maar ik zal er de helft aan betalen." „Goed, mevrouw, als u de eene helft van den pot gluton voor uw rekening neemt, zal ik de andere betalen." Mevrouw: ,,Je moet het grasveld knippen, de rozen begieten, een paar chrysanten planten, spinazie snijden, draadjes spannen in de kerseboomen, de dorre bladeren bijelkaar harken, het onkruid wieden en de broeikas verwarmen." Nieuwe tuinman: , ,Neem me niet kwalijk, mevrouw, maar is dit het dagelij ksch werk of een vijfjaar-plan ?"
ONZE WEKELIJKSCHE PRIJSVRAAG Vraag honderd een en veertig. Wat noemt men den stroomdraad van een rivier ? Antwoorden op bovenstaande vraag gelieve men vóór 28 October (abonné's in overzeesche gewesten vóór 28 December) in te zenden aan ons adres : Redactie ,,Het Weekblad", Galgewater 22, Leiden, op een briefkaart, waarop duidelijk staat vermeld : Vraag honderd een en veertig. De inzenders van juiste antwoorden hebben kans een prijs van f2.50 of een van de vijf aardige troostprijzen te winnen, die wij tot dit doel beschikbaar stellen.
MENSCHEN ACHTER.
TRALIES ^4^.
100% DÜIT5GHSPDEKEND
é£H F£IL£ AANKLACHT TEGEN H£TAMEOlKAANSeH£
'M^TRO-QOIPWYNMAYER
PORTRETSTUDIE
„Gisteravond heb ik een meisje ontmoet, dat nog nooit was gekust." „Onmogelijk ! Ik zou wel eens met haar willen kennis maken." „Maar zij bestaat niet — niet meer ten minste." Willy : „Hoe komt het, dat u al zooveel jaren vrijgezel bent ?" Wim : „Door een sterken wil." Willy : „Zoo ! U bent niet erg galant." Wim: „Het was niet mijn wil." Bezoeker : ,,U hebt hier maar een schitterende villa ! De hoofdingang overdekt, de binnenplaats overdekt, alles over dekt !" Eigenaar: „Ja, het heele huis is goed overdekt — met hypotheken." Een Amerikaansche millionnair had zijn eenig dochtertje een prachtig ingericht poppenhuis gegeven. Nadat hij een week op reis was geweest, vroeg hij, hoe zij het cadeau vond. „Het is erg mooi, vadertje," zei het kind. „Maar waar is het dan ?" vroeg hij, daar hij het niet in de kinderkamer ontdekte. „O, ik heb het gemeubileerd verhuurd aan nicht Betty voor tien dollar in de week." Eerste matroos: „Gauw, maat, sta op! Het heele schip ligt te branden !" Tweede matroos (slaperig): „Nou, vent, maak je niet zoo druk ! Het schip ligt toch in 't water ? !" De veelbelovende journalist. — Een journalist, die verslag moest uitbrengen over het huwelijk van een paar vooraanstaande personen, kwam op het redactiebureau van zijn courant terug. „Waar is je verslag ?" vroeg de redacteur ongeduldig. „Geef het maar dadelijk hier." „'t Spijt mij," antwoordde de journalist onverschillig. „Er was niets te verslaan. De bruidegom is niet komen opdagen." De twee jongedames zaten des Maandags op het kantoor te praten. „Ja," zei de een, „ik ben Zaterdagavond met George naar den bioscoop geweest. Hij heeft zoowat niets van de film gezien ; hij zei, dat ik de interessantste film was." „Dat zal je ook wel geweest zijn," antwoordde het andere meisje kalm. „Geheel sprekend ook, hè ?" - 15 -
■
„Uw referenties zijn uitstekend," zei de vermoedelijke aanstaande werkgever goedkeurend. „Mag ik vragen, of u ze misschien zelf heeft geschreven ?" „Natuurlijk," was het trotsche antwoord, „maar vader heeft ze onderteekend." „H'm ! Dat gezicht van uw vrouw bevalt mij niet, mijnheer Blunder," ■zei de dokter, na de patiënte onderzocht te hebben. „Mij ook niet," antwoordde Blunder zuchtend. „Maar wat kan ik er aan doen? Zij is een goede huisvrouw en zij verzorgt de kinderen en het huishouden uitstekend — dus klagen helpt mij niets." De tooneelknecht had ruzie met een jongeman, die een uur lang gezeurd had om miss Dolly, de revue-ster, te mogen spreken. „En smeer hem nu maar," zei de knecht eindelijk. „Miss Dolly wil geen aanbidders, snap je ? Daar heeft ze geen tijd voor." „M-maar, ik ben geen aanbidder," pleitte de jongeman. „Ik ben haar zoon." Advocaat: „Het zou beter zijn, als u een alibi hadt. Heeft iemand u gezien op het tijdstip, dat de misdaad plaatsgreep Cliënt: „Gelukkig niet."
DE OPLOSSING Vraag honderd zeven en dertig. Een flageolet is een octaaf fluitje, een hooge, fijne_ flute ä bee ; ook bezigt men dezen naam voor bepaalde tonen bij het vioolspelen, welke als die van een octaaffluit klinken. Met de beantwoording van deze vraag verwierf mevr. M. Rooseboom te Den Haag den hoofdprijs. De. troostprijzen werden toegekend aan den heer L. Schijveschuurder te Amsterdam ; den heer B. C. Loevens te Alkmaar ; mevr. M. Kleian—Privé te Gouda; den heer A. v. d. Geijn te R'dam ; den heer B. Hagen te Haarlem.
PE PRIVÉ-SECRETARESSE met RENATE MULLER
De schlager dèr schlagers FILMA - AMSTERDAM
«- it ze zooiets durft vragen — zij, kind als ; nog is. En als dan. Antoinette haar nood laagt bij tante Isabelle, verneemt zij van PERSONEN aar de ware oorzaak van de weigering: Mijnheer Kampf . Keinhold Schünzel Jjj te klein!? Je zult haar wel te gróót Mevrouw Kampf. Luc.e Mannheim -^ je maakt haar oudr Antoinette . Dolly Haas p_ dan is Antoinette getuige van het Tante Isabelle. Gertrud Wolle £ln M. de Brécourt Paul Otto laken van een afspraak tusschen haar moeMiss Betty . . Wanda Greville er en Marcel de Brécourt. Tot eiken prijs il zij deze afspraak verhinderen. Zij vraagt aar moeder bij haar te blijven. Deze weiIN een oud Parijsch stadsdeel, in eei nauw straatje, ver van het gewoe ert. der wereldstad, heeft een kousenhan ,,Ik laat u niet gaan, moeder!" roept het delaartjc, Alfred Kampf genaamd, zijn win ind in haar doodsangst. De moeder wordt kei. Weer is het Zaterdag en Antoinette. 'oedend en slaat Antoinette voor het eerst zijn dochtertje, komt thuis van school, ei' , ?ar , ve" gedrieën gaan zij eten, vader, moeder ei Als Antoinette later de uitnoodigingen dochter, overgelukkig in het vooruitzicht vai oor het bal moet wegbrengen, gooit zij ze den heerlijken Zondag. Iets prettigers dar i haar woede in het water. de Zondag bestaat voor hen niet. Seden De groote avond is gekomen. Mevrouw jaar en dag volgen zij hetzelfde programma: ampf straalt van vreugde. Antoinette ligt Eerst wandelen, in het park, dan eten in eei i haar bed, sidderend van angst, voor wat restaurant en 's avonds naar den bioscoop u moet komen! 't Is ontzettend! De uren En dan roept de Maandag hen weer tot hun aan voorbij, en er komt niemand. Eindede eerste gast! Tante Isabelle! plicht. Een gelukkig leven met bescheiden jk r erdèr niemand! genoegens Als dan op een goeden dag Kampf weer Hoe moet dit afloopen? — Wel, alles in zijn winkel staat, krijgt hij een stuk krant omt in orde! onder de oogen, waarin staat, dat de voor- Onbeschrijfelijk komisch zijn de laatste heen totaal waardelooze Vittoria-aandcelen "^ .dif deze aardi8e pakkende film tot hun oorspronkelijke waarde hebben terug- aar eind voeren. gekregen, en — van die aandeelen hebben zij er IO.OOO uit een oude erfenis! De fami-l lie Kampf is rijk! Spoedig is het verleden vergeten. Een| villa wordt gehuurd in het voornaamste ge deelte der stad, een auto en mooie kleere worden gekocht, bedienden gehuurd enzoo voort. De dagen worden doorgebracht bijt de paardenrennen — alles kan men zich] permitteeren, alles kan men thans koopen, één ding echter niet: de toegang tot de voor-| name kringen. Antoinette alleen kan het verleden nie vergeten. Zij heeft heimwee naar haar vroe gere school, haar oude vriendinnetjes en zijl huivert onder den onverschilligen, conventioneelen lach van de haar toegewezen Engelsche gouvernante. Steeds minder en min-! der krijgt zij haar ouders te zien. En dan maken mijnheer en mevrouw Kampf op del rennen kennis met een jong afgevaardigde, Marcel de Brécourt, die direct begint met mevrouw Kampf het hof te maken. Om haar weer te zien, haalt hij zijn tante, gravin de Clairmont over, de familie Kampf uit te noodigen op haar eerstvolgend bal Dit bal maakt zoo'n indruk op hen, dat zi) besluiten ook een bal te geven, maaf het bal bij gravin de Clairmont eindigt niet zo^ mooi als het begonnen is. Kampf is jaloersch op den deftigen Marcel de Brécourt, en uit deze jaloezie ontstaat hun eerste echtelijke twist. Door de^ heftigheid hunner woordenwisseling gewekt, is Antoinette getuige van de onaangename! scène. Niemand neemt nog notitie van haar. Eén gedachte troost haar: het komende bal. Stilletjes heeft zij zich een lange japon laten maken als verrassing voor haar moeder. Heel deftig Parijs wordt op het bal uitgenoodigd; ook tante Isabelle, een oude vrijster, die Antoinette pianoles geeft. Antoinette vraagt haar moeder ook op het bal te mogen komen, maar die lacht haar uit, omDolly Haas als Antoinette. N.V. METEOR-FILM.
Een gelukkig gezin: in hel vooruitzicht van den Zondag
Gertrud Wolle als Tante Isabella
Mijnheer Kampf ontdekt, dat zijn oude aandeelen een vermogen waard zijn.
Mevrouw Kampf inspecteert de zaal voor het bal.
Mijnheer en mevrouw Kampf doen hun intrede in de hoogere kringen.
mmw
w
Een Weelde van gezond Haar! Silvikrin is het geheim van
ALS HET LEVEN EEN TRIOMF WORDT ABRAHAM LINCOLN. — DE GEVLUCHTE BRUIDEGOM. BEVRIJDER DER SLAVEN. — ZIJN TRAGISCH EINDE. Alles is gereed voor het huwelijk : het huis is versierd en de bruid, gesluierd en met bloemen in het haar, wacht temidden der gasten, die allen reeds verschenen zijn, op den bruidegom. Maar deze komt niet. Eén uur, twee uur wacht men ; dan, als de spanning voor het meisje ondraaglijk is geworden, stuurt men er iemand op uit om den jongeman te zoeken. Doch deze is nergens te vinden en eindelijk geeft de overspannen bruid het op, en trekt zich schreiend terug in haar kamer. De gasten vertrekken, geheimzinnig fluisterend ; de lichten in het huis worden gedoofd en zóó, in duisternis en verbijstering, eindigt de dag, die de trouwdag had moeten worden van Mary Todd en Abraham Lincoln. Wat was er gebeurd ? De jonge Lincoln, de beroemde advocaat en afgevaardigde van Springfield, de toekomstige president der Vereenigde Staten, was gevlucht. Op het laatste oogenblik had de gedachte aan zijn huwelijk hem zóó bang gemaakt, dat hij zich niets minder verbeeldde dan gek te zullen worden. ,,Ik geloof niet, dat ik ooit nog beter word," klaagde hij tegen een vriend, waarheen hij in zijn werkelijk radeloozen angst was gevlucht. „Maar zoo blijven kan het ook niet ; ik moet óf beter worden óf sterven...." Twee jaar later heeft schaamte over zijn daad hem weer naar Mary Todd teruggevoerd. Hij vraagt haar opnieuw ten huwelijk en dit keer loopt hij niét weg. In dien tusschentijd heeft hij echter nog twee andere liefdesverklaringen gedaan : hij heeft Sarah, de zestienjarige zuster van zijn hospita, ten huwelijk gevraagd omdat hij in de samenkoppeling der namen Sarah en Abraham een goed voorteeken zag, èn hij heeft een oude vrijster hart en hand aangeboden, omdat hij dit aan haar zuster eenige jaren te voren had beloofd. Beide uitverkorenen weigeren den ongemanierden, bespottelijk gekleeden en ongekamden jongeman en zoo komt het, dat Lincoln tenslotte toch trouwde met het meisje, dat hij eerst zoo diep had gegriefd. Abraham Lincoln was in 1809 in Kentucky geboren, waarheen zijn grootvader uit Pennsylvania was getrokken, maar vanwaar zijn vader, een ruwe, onbeschaafde pelgrim, toen Abraham zeven jaar oud was, naar het onontgonnen Indiana toog om als houthakker (pioneer) er den kolonisten den weg te banen. Het was niet meer dan een wildernis, waarin de vader zich vestigde, en evenmin als voor de andere „kinderen van het woud" was er ook voor den jongen Abraham gelegenheid om school te gaan of onderricht te ontvangen. Af en toe kreeg hij eens een paar lessen van een rondtrekkend onderwijzer ; op zijn dertiende jaar heeft hij echter bij elkaar nog niet meer dan een maand of twaalf les gehad, zoodat hij nauwelijks behoorlijk kon lezen of schrijven. In de vrije uren, die de ruwe handenarbeid hem liet — hij moet al vroeg helpen in het onderhoud van het gezin te voorzien — ontwikkelt hij zichzelf echter zooveel hem
dit mogelijk is en nadat hij als houtvlotter eenige jaren op den Mississippi heeft gevaren, vestigt hij zich in Nieuw Salem en begint daar een kleine handelszaak. Spoedig heeft hij dan zoozeer het vertrouwen weten te winnen, dat hij tot postmeester wordt benoemd. Bij een zaakwaarnemer oefent hij zich in de techtskennis, waarna hij zich weldra door zijn medeburgers in het Wetgevend Lichaam van den staat Illinois ziet gekozen. Dit is de aanvang van zijn politieke loopbaan. Als welsprekend volksredenaar ijvert hij voortaan vooc de afschaffing der slavernij, waarvan hij als houtvlotter, toen hij op den Mississippi voer, de ergerlijkste staaltjes heeft meegemaakt. Ondanks zijn politieke besognes weet hij evenwel nog tijd te vinden om voor advocaat te studeeren. Nachten aaneen slaapt hij niet om zijn doel te bereiken, en als hij op 27-jarigen leeftijd zijn bul krijgt, heeft hij door de nauwgezetheid, waarmee hij de hem toevertrouwde gevallen behandelt, weldra een drukke praktijk. Op politiek gebied heeft hij zich intusschen den eerenaam „honest Abe" (eerlijke Abe) verworven, en wanneer hij 'in 1847 als vertegenwoordiger van Illinois in het Congres verschijnt, zet hij zijn strijd tegen den slavenhandel onvermoeid voort door te eischen, dat deze in de nieuw-te-vormen staten niet toelaatbaar zal worden verklaard. Hoewel Lincoln tevreden mocht zijn, met hetgeen hij, de verlegen, sloffende, slechtgekleedeself-made man had bereikt, ging zijn eerzucht veel verder. Het was niets minder dan het hoogste ambt van zijn land, het presidentschap, dat hij ambieerde. En in i860, terwijl hij zelf bal speelt in Springfield, vergaderen tienduizend mannen in de Wig-Wam te Chicago om den Republikeinschen candidaat voor het presidentschap te kiezen. In het eerst is het alsof de candidaat van New York gekozen zal worden, maar wanneer twee sprekers de verdiensten van Lincoln hebben geroemd, lijkt het alsof de aanwezigen het gebouw willen afbreken : vijfduizend mannen springen op en beginnen uit alle macht te schreeuwen. Buiten gillen tegelijkertijd duizenden stoomfluiten en slaat men op gongs en trommels, zoodat er een oorverdoovend lawaai ontstaat. En als het rumoer eindelijk voldoende is verstomd, dat één man zich verstaanbaar kan maken, gilt er iemand : „Abe Lincoln is gekozen !" Als candidaat voor het presidentschap trad Lincoln nu on der het parool „afschaffing der slavernij" in het strijdperk tegen Douglas, den man uit het Zuiden, die vóór de slavernij was. Van weerskanten wordt er heftig geagiteerd ; de overwinning bleef echter voor de Noordelijken en de droom van Lincoln wordt verwezenlijkt : hij wordt tot president gekozen en zal in 1861 zijn hooge ambt aanvaarden. Nauwelijks heeft hij de macht in handen, of het Zuiden kiest een nieuwen president en tracht zich van het Noorden af te scheiden. Een bloedige burgeroorlog .'s het gevolg, maar wederom is het Lincoln, die . — 18 -
de overwinning weet te behalen : het Zuiden moet zich opnieuw bij de Unie aansluiten en dulden, dat alle slaven vrij worden verklaard. Lincoln's levensdoel is bereikt : de afschaffing der slavernij, waarvoor hij reeds als jong afgevaardigde was begonnen te strijden, was een voldongen feit. Bij de volgende verkiezing, in Novemver 1864, wordt de hoogste'macht van het land wederom in de handen van den populairen president gelegd. Maar dan zal ook voor hem spoedig het tragische slot komen, zooals dit voor zoovele grooten der aarde gekomen is : een pistoolschot zal een einde maken aan zijn leven. Op den avond van den I4en April 1865 is Lincoln met zijn vrouw en eenige vrienden naar het Lord's Theatre te Washington gegaan, waar zij in een loge vlak bij het tooneel hebben plaats genomen. Klaarblijkelijk was niemand op de hoogte van het gevaar, dat den president bedreigde : de chef van de geheime politie, Lafayette Baker, was uit de stad, en zelfs bij de deur der loge had men geen schildwacht geplaatst. Terwijl iedereen in den vollen schouwburg geboeid naar het tooneel keek, waar de ster van den avond, miss Laura Keene, aller aandacht opeischte, werd de deur van de loge waarin de president zat, langzaam en geruischloos geopend. Niemand in de loge heeft er erg in, niemand hoort iets, en de sluipmoordenaar heeft daardoor gelegenheid tot vlak achter den stoel van zijn slachtoffer te sluipen. Een pistoolschot weerklinkt en de president valt bewusteloos voorover. . . . Mrs. Lincoln en haar gasten springen luid gillend op; kreten van schrik, angst en verbijstering klinken door de zaal. De verwarring is onbeschrijfelijk en de dader, de acteur John Wilkes Booth, maakt er handig gebruik van om uit de loge op het tooneel te springen. Daar haalt hij een dolk onder zijn jas vandaan, zwaait er melodramatisch mee rond en roept met luide stem: „Sic semper tyrannis!" (Dit is het einde van eiken tyran). Even later is hij uit het gebouw verdwenen. . . . Lincoln heeft men in allerijl een huis naast den schouwburg binnengedragen. Hij ademde nog, maar het was duidelijk, dat het leven den strijd tegen den dood niet lang meer zou vermogen te voeren. Den volgenden morgen heeft de grootste president, dien de Vereenigde Staten ooit heeft gehad, den laatsten adem uitgeblazen. Een dame beschuldigde haar dienstbode voortdurend zonder eenige reden van verkwisting. Het meisje droeg het geduldig. Op een dag deelde zij mevrouw mede, dat alle steenkolen op waren. „Het lijkt wel of jij steenkool éét !" merkte mevrouw op. Den volgenden dag' waren alle kaarsen verbruikt. „En gisteren was er nog een heel pak kaarsen!" raasde mevrouw, waarop het meisje kalm antwoordde: „Ik heb ze opgegeten opdat de steenkolen makkelij ker naar binnen zouden glijden!"
Friedl Dotza
Deze mooie zwaar verWelk een pracht, nikkelde haarwateris gezond Haar! spuit Gratis bij inzending van Duizenden vrouwen onderstaand en bon weten het reeds, dat heerlijk gezond en glanzend haar alleen mogelijk is door Silvikrin, de geniale vinding van Dr. Weidner. Silvikrin bevat namelijk al de stoffen die De charmante Friedl Dotza van de Hirsch Operette gebruikt de verzwakte, uitgevoor haar haar Silvikrin. Kan het haast anders. Elke vrouw die putte haarwortels voor waarde hecht aan goed verzorgd haar, zoekt immers naar het beste en vindt het tenslotte ook: Silvikrin. Het heerlijke haarden groei noodig hebwater, de heerlijke, rijk schuimende Shampoon, zij bevatten beiden puur Silvikrin, en zijn buitengewoon prettig in't gebruik. ben. Het is onzin te meenen, dat men dit door mechanische hulpmiddelen kan verkrijgen. Aan Silvikrin Laboratorium PQKJ Maak Uw verlangen werkelijkheid. Laat U de Verlaatstraat 52-56 Rotterdam "^^^ heerlijke Silvikrin-preparaten zenden: Zend mij franco per post het pakket inhoudende:
Silvikrin Haarwater voor 2 maanden Silvikrin Shampoon voor 12 hoofdwasschingen en de schitterende gratis Haarwaterspuit (vaporisator).
1
grooten
flacon Silvikrin Haarwater
f
3.00
voldoende voor 2 maanden
2 pakjes Silvikrin Shampoon
0.90
voor 12 hoofdwasschingen
1 Haarwaterspuit (Vaporisator) Samen voor
U bereikt ermede: Een weelde van gezond, golvend haar. Post den bon nog heden.
Gratis ...
f 3.90
Naam : Straat:
<«*cn»»°;
Silvikrin
Het beste dat de
Plaats:
wetenschap kent.
c^Te
Zend mij het pakket door bemiddeling van mijn drogist of kapper, wiens adres ik hierbij insluit. (Doorhalen indien niet gewenscht).
- 19 -
■
■
■
■
■
■
■
.
VROUWEN MET CHADME
NN ICEPS
Een geheim van onschatbare waarde om tandaanslag te verwijderen.
HET WEEKBLAD MET KRACHT EN CHARME
u
Het groote publiek geraakt heden ten dage meer en meer op de hoogte van de verzorging der tanden. Het is algemeen bekend, dat dlëet een belangrijke rol speelt om weerstand te kunhen bieden aan het bederf der tanden en verdere tandkwalen. Veelvuldige bezoeken bij Uwen tandarts bieden U een groote mate van zekerheid. Dank zij een nieuwe en moderne methode is thans iedereen in staat om zelf eveneens zijn tanden op de beste wijze te kunnen verzorgen. Op Uw tanden bevindt zich een■■ kleverige ».«.rviigt, tandaanslag uiiiuatmaiag.
OOK?
PER KWARTAAL 13 Nos.
fL3=:
EEN GRATIS PROEFNUMMER OP AANVRAGE BUREAU NOORDEINDE 10 LEIDEN
Deze tandaanslagbevatbacterlën, die de oorzaak kunnen worden van het vergaan der Unden en andere tandkwalen. Deze tandaanslag moet dagelijks verwijderd worden. Pejteodent is dan ook de aangewezen tandpasta om tandaansla e te verwijderen. Pepsodent bevat geen puimsteen of andere schadelijke bestanddeelen. Het heeft een zachte uitwerking, waardoor het glazuur niet aangetast wordt. Neemt een Jjroef met Pepsodent. r\uupi nog nug heden neocn een tube. l Koopt
De Tandpasta die den aanslag verwijdert 350«
BLEEKZUCHT en alle daaruit voortvloeiende
ZWAKTE TO ESTANDEN Dr. H. Nanning's HAEMOFERRIN (Staalhaematogeen). Uitstekend bloedvormend versterkinirsmiddel. f2.60 per V, fl. Aangrenaam van smaak, f 1.60 per '/j flOr. H. NANNINQs Pharm. Chem. Fabriek. Den Haag.
1
HIER HEEFT U EEN AFBEELDING VAN DE BEROEMDE »9
IN|IOXA"-ARTIKELEN HET MELKDIÊET VOOR DE HUID
's Morgens en 's avonds ge bruikt voor het wasschen van het gezicht, «uit U spoedig' bemerken.
dat Uw teint jrezond. Uwe huid zacht, gaaf en stevig wordt en kleine huidaante doeningen verdwijnen
De fijne Badzeep* Deze ideaal zuivere zeep is samengesteld uit bestanddeelen, welke onmisbaar zijn voor het verkrijgen van een fraaie, gezonde huid. Het mollige schuim
dringt zacht in de poriën, reinigt intensief en maakt de huid soepel en geurend naar het oude parfum, dat nooit uit de •ode geraakt.
Old Cottage Lavende r complete Toiletserle. Importeurs: RICHARD WERNEK1NCK & Co. Huddcstraat $ Amsterdam-C.
8UaS£MITH$ TOILET ARTIKELEN
een gracieus en veelzijdig danspaar, dat in verschillende plaatsen van ons land optrad en een welverdiend succes oogstte.
(Vervolè van pa&na 13) Hij verdween en ik geloof dat ik in de oogenblikken, dat hij weg was, heb gehuild. Ik had slechts enkele blikken op het negatief kunnen werpen en had er dus geen idee van, waarom hij die laatste woorden had gezegd. Alles wat ik voelde was, dat de reactie na mijn hoop, mij dreigde te doen flauwvallen. ' En toen begon ik te (denken. Incjien hetgeen hij zei, waar was, häd Roald het gedaan. En hij had'het niét gedaan; ik voelde, dat hij het niét gedaan had. „Een eigenaardige foto, een zeer eigenaardige fotol" hoorde ik opeens
Ifa&W&cJi Ik zelf erger me noorc! . . j De menschen ergeren mij! En hoe! Van mezelf ben ik een doodgoeic kerel. Als de lui doen wat ik ze zeg en me in alles m'n gang laten gaan, dan zal -ik geen opmerking maken, al heette ik tienmaal Petrus Pruttelaar. Ik vraag dat niet voor mezelf. Ik ben de bescheidenheid zelf. Maar ik doe het voor hen. Want ik weet het toch betfer dan z ij ! Ik weet de dingen nou eenmaal beter dan de anderen. Daar zit geen zelfverheffing in, als ik dat zeg. Want 't is de waarheid, 'k Ken de dingen ook beter. Waarom win ik anders altijd met bridge. . . . ? Ja, met bridge. Weer zoo'n ergernis. Onlangs zegt m'n vrouw tegen me: Mannie. . . . (de Hemel beware je, als je vrouw Mannie zegt) ik heb geld noodig. Zeg ik: 't kan best zijn, maar ik heb 't niet. Blijft 't mensch doorzeuren. Erger je nou niet. Eindelijk zeg ik: Wees nou maar stil. Ik ga naar de soos. En als ik met bridge win, krijg je m'n winst. 's Avonds zitten we genoeglijk aan de kaart. Ik heb deveine. Ergerlijk déveine. Net als ik een gedoubleerde sans atout door de stommiteit van m'n partner verlies, komt George, de kelner, naar me toe en zegt fluisterend tegen me, zóó dat iedereen het hoort: M'nhcer Pruttelaar, d'r is een dame beneden voor u. . . 'n Dame? Ja. Ik geloof 't is uw vrouw. Ze vraagt if u al gewonnen heeft....
de stem van den fotograaf. Met 'moeite stond ik op en boog mij over de tafel, waarop hij den afdruk had neergelegd. Hij had gelijk: het was een eigenaardige foto. De helft er van werd ingenomen door het gezicht van Oliver. Hij keek naar iets boven zijn camera en in zijn oogen was een blik van intenzen angst. Hij keek naar iemand, die achter de camera stond — iemand, wiens schaduw op den grond viel, iemand, die zijn arm had opgeheven. Hij keek naar zijn moordenaar'. „Klaarblijkelijk heeft hij een zelfontspanner gebruikt," zei de fotograaf. „Hij heeft plotseling opgekeken; zag Roald op zich toekomen en op dat moment werkte de sluiter." „Waaruit leidt u af, dat het Roald was?" vroeg ik ontmoedigd. De' fotograaf haalde zijn schouders op. „Ik weet het niet," zei hij toen, „maar ik geloof niet, dat deze foto uw vriend veel zal helpen!" „Ik geloof het ook niet," mompelde ik verslagen. „Mag ik den afdruk meenemen?" „Zeker," antwoordde hij hoffelijk. „En als u een afdruk van de eerste film wilt hebben, wil ik dien ook met alle genoegen voor u maken." „Ik accepteerde zijn aanbod bijna mechanisch en verliet hem eenige oogenblikken later met de beide afdrukken. Het had dus niet gebaat; en ik wenschte op dat oogenblik wel, dat ik nooit dien bediende van mijn boekhandelaar de werking van een filmpak had hooren verklaren. Om eerst zooveel te hebben gehoopt en dan later zóó teleurgesteld te worden is het wreedste, dat men zich denken kanl Urenlang zat ik dien avond aan mijn tafel over de twee foto's gebogen. De eerste was een duidelijke foto van den waterval met een mooie harmonie tusschen licht en donker. Het was echter de tweede foto, die mijn verbeelding geen rust liet. Die monsterlijk vervormde schaduw van den moordenaar; dat akelige, van schrik verwrongen gezicht van Oliver, en op den achtergrond wèèr de waterval. „Een eigenaari dige foto," had de fotograaf van Scotland Yard gezegd. En: ,,Ik geloof niet, — 21 -
— 20 —
Erger jij je nou ereis niet. H
iisSa;
_._„
dat er nog ooit zoo'n foto is genomen 1" Ik staarde naar de foto tot ik er wanhopig van werd. Het was alsof het ding mij opzettelijk tergde, omdat ik op de vraag: „Van wien is die schaduw?" geen antwoord kon geven! Bijna had ik het kiekje verscheurd, toen... opeens..." Mijn metgezel zweeg en stak een nieuwe sigaret op. „Verdraaid, mijnheer," riep ik, „ik kan nu begrijpen wat u voelde, toen die fotograaf van Scotland Yard zoo treuzelde . .." „Bent u een wiskundige ?" vroeg hij onverstoorbaar. „Ik wel. En indien u het öök is, zult u het gevoel van bijna ijzige kalmte begrijpen, dat over iemand komt, wanneer een probleem, dat men ondanks alle moeite niet kon oplossen, begint zichzélf voor u op te lossen. Zoo werd mijn toestand, plotseling, in een oogwenk. Ik heb gezegd, dat de tweede foto voor de helft ongeveer was bedekt met het gezicht van Oliver. Dat was de helft, waarnaar ik al dien tijd had zitten kijken. Nu keek ik echter naar de ändere helft... En toen, begrijpend, dat ik den laatsten trein niet meer halen kon, sprong ik op, greep mijn hoed, ijlde näar beneden en huurde een auto. * Het was reeds bijna ochtend, toen ik het bosch van „Pine-House" bereikte. Ik gaf den chauffeur last op mij te wachten. Het zou nog minstens vier uur duren eer ik gelegenheid zou hebben te bewijzen, dat mijn theorie juist wa's, maar ik was te opgewonden om aan eten of drinken te kunnen denken. Het eenig noodzakelijke — een wolkenlooze hemel — was er, en naar de plek gaand, waar Oliver moest hebben gestaan om zijn foto's te maken, zette ik mij neer in het gras en wachtte. Het was twee maanden later in het jaar, en ik wist dus, dat de tijd verschillend moest zijn. Maar dat gaf niet. De richtingen van de schaduwen zouden ook verschillend zijn. Maar ook dat gaf niet. Waar het op aankwam, zou hetzelfde zijn. En het was hetzelfde. Ik rende terug naar mijn auto en reed naar „PineHouse". „Milly," riep ik in de hall,'„het is in orde. We zullen Roald van den strop redden." Ik zag vaag het doodsbleeke gezicht van een vrouw. In haar oogen schitterde een hoop, die niet onder woorden was te brengen. Toen rende ik weer terug naar den auto en reed zoo snel mogelijk terug naar Londen. Alleen de Officier van Justitie kon mij helpen en ikkrèèg hem te spreken, juist toen .hij op het punt stond voor twee dagen uit de stad te gaan. „Wat is er?" viel hij uit, toen hij zag hoe ik langs den butler heen zijn kamer binnendrong.
■^
;ZOEKT HET
THIEMER 'E DEN HAAG „Neem me niet kwalijk," hijgde ik „maar kijkt u eens naar deze twee foto's. Ze betreffen het geval Roald ..." „Twee?'" vroeg.hij verbaasd. „Ik heb er maat één gezien." Ik overhandigde hem de foto's en vertelde hem, dat de fotograaf van Scotland Yard de tweede foto in mijn bijzijn had ontwikkeld. Gedurende eenige oogenblikken staarde hij er naar zonder een woord te zeggen. Toen zei hij: „Nu, èn? Ik wfeet niet, hoe u aan die tweede foto komt of hoe ze gemaakt is, maar ik geloof niet, dat de zaak er veel door veranderd wordt. Waatschijnlijk is dat de schaduw van Roald..." „Neenl" schreeuwde ik bijna. „Het kän de schaduw van Roald niet zijnl Indien Roald den moord had begaan, hoe laat moet hij het dan hebben gedaan ? Het is een bewezen feit, dat hij om kwart over tienen weer in zijn huis terug was. Daarom zou hij — als hij het gedaan had ~ het nooit later dan kwart voor tienen hebben kunnen doen. En indien dit zoo was, dan zouden deze twee foto's binnen één half uur na elkaar genomen moeten zijn. Hetgeen onmogehjk is." „Waarom is dat onmogelijk ?" „Neem nummer i," zei ik. „Ziet u
omon hovarro
LILIAN HARVEY ALS LIEVELING VAN HET PUBLIEK werd ontvangen, toont u bovenstaande foto.
vereerders
™fa.r et eind van de schaduw nü is? niet zoo'n zelfontspanner had gebruikt, Welnu mijnheer, de zon kan niet liegen zou de sluier niet op het oogenIk ben vanmorgen naar de plaats ge- bbk hebben gewerkt, dat zijn moordegaan waar sir Towers de foto's had ge- naar op hem toetrad, ja Zou de tweede nomen en weet ü, hoe lang het duurt foto waarschijnlijk nooit zijn gemaakt..." eer die schaduw den afstand van het Maar enfin — het resultaat was achtercene punt naar het andere heeft afge- af hetzelfde: Roald kwam vrij. Hij werd legd? Precies één uur en vijf minuten I niét gehangen." L>ie tweede foto moet dus om tien minuHij zweeg en maakte een gebaar alsten voor half elf zijn genomen en toen of hij zeggen wilde: „En dat is nu de was Roald, hetgeen bewezen is, thuis. geschiedenis..." Die andere schaduw is van den moorMaar riep ik uit: „Ja, maar wie denaar, maar niet van Roald." heeft Oliver dän vermoord? Van wien „Allemachtigl" zei de officier van was die schaduw dan?" justitie. En toen weer: „AllemachtigI" Eenige oogenblikken staarde hij „Dat was op het kantje af, zou ik zwijgend voor zich uit. „Dat heeft men • zeggen," vervolgde het mannetje naast oók met veel moeite kunnen uitmij na enkele oogenblikken. „Dat zult u vinden," antwoordde hij toen. „Zp wel met me eens zijn. En als Oliver niet was van zijn broer Saul. Die had zoo'n filmpak, maar een rolfilm had geboven zijn stand geleefd, had schulden, bruikt, zou het natuurlijk niet zoo op was de erfgenaam van zijn broer en... het kantje af zijn geweest. Want bij enfin, u begrijpt de rest wel. Hij had een rolfilm waren natuurlijk alletwee de de ruzie gehoord, die Oliver en Roald foto's tegelijk ontwikkeld en dan zouden ZIJ MOEST NAAR BED KRUIPEN. des ochtends hadden gehad en zag dus de expens ook de tweede hebben bezijn kans schoon om zijn broer te verNu neemt zij twee treden teg-elijk. studeerd en het tijdsverschil door die moorden en de schuld op Roald te Trede voor trede - op handen en knieën schaduw vanzelfsprekend net zoo goed schuiven. Maar ter elfder ure werd zijn — zoo moest ze het doen. En als zij in hebben gemerkt als ik. Als hij echter boos opzet ontdekt 1" bed lag- waren haar pijnen nog niet over. „Twaalf maanden g-eleden kon ik niet slapen door de vreeselijke pijnen in mijn knieën en ik kan we! zeggen in al mijn gewrichten, 's Avonds moest ik naar bed kruipen, trede voor trede. Maar sinds ik geregeld Kruschen Salts neem ben ik mijn pijnen en Stijfheid heelemaal kwijt en als het moest zou ik nu met twee treden tegelijk naar boven kunnen rennen. Ik voel me werkelijk 10 jaar jonger en Ik wil Kruschen nooit meer missen". Mevr. A. E. D. Weet U wat rheumatiek veroorzaakt? Niets anders dan de scherpe urinezuur-kristallen, die worden gevormd door het traag werken der afvoerorganen. Men kan er echter altijd op rekenen dat Kruschen Salts, die pijnlijke kristallen uit het lichaam verdrijft. De zes zouten in Kruschen lossen elk spoor van urinezuur op. En nog meer! Zij bewerkstelligen zoo'n geregelde werking der inwendige organen, dat dergelijke lichaamsgiften als urinezuur zich nooit weer kunnen vormen. Probeer het zelf maar eens door een flacon Kruschen te koopen. „ONZE BESTE VRIENDEN". Kruschen Salts is uitsluitend verkrijgbaar Het Hl! Ü'Y" " Schouwtooneel" ging in den Koninklijken Schouwburg te 's-Gravenhaae bij alle apothekers en drogisten è ƒ 0.90 ^XemièH? ^ "0n^e., b?1ste vrienden", een blijspel in vier bedrijven van VictoHen en ƒ T. 60 per flacon. Sardou regie Ko van Dijk^ Op onze foto, v.l.n.r.: Mevrouw Jetty van Dijk, W de Vries Hollandsche verpakking waarborgt echtheid. Groenier, Ko Arnoldi, mevrouw Hes Rijke, Sam de Vries en Ko van Dijk —22 —
Heé huiselijk leven van de filmsterren — U er eigenlijk wel iemand, die er ie£» van wee£? Wie zou er niei eens een poosje bij een van hen willen logeeren bijvoorbeeld, en hen in hun dagelijksch doen en laéen giadeslaan? Wie zou niet gaarne hun gast zijn? Laten we eens een oogenblik aannemen, dat het begrip „afstand niet bestond, dat „De Zanger van Sevilla" niet zoo'n eind van on» afwoonde en dat gij op een goeden morgen een uitnoodiging ontving, door Ramon Navarro zélf geschreven, om eens heel huiselijk bij hem te komen eten I Natuurlijk zoudt ee Uw garderobe aan een nauwkeurige inspectie onderwerpen en er Uw mooiste japon uit kiezen. En dat zou dan al de eerste kapitale fout zijn. die ge maakt, want Ramon vindt het het leukst, als ge in uw gewone plunje komt. Ge hoeft ook niet deftig in een auto naar zijn huis te rijden, want hij laat u wel halen in een van de studio« wagentjes, aangezien bij zelf geen auto bezit. Aangekomen voor het groote huis, opgetrokken van rooden baksteen, wacht Ramon u op in de serre, die langs den voorkant van het hui» loopt, en leidt u naar de hall. Aan uw linker h.md ligt de eetkamer, rechts de salon. Daarna gaat men naar boven, door een lange gang, een groot aantal kamers voorbij, tot aan den achterkant van het huis. waar een groen saaie deur Mr. Navarro's persoonlijke vertrekken scheidt van de rest der woning. Als hij nu Iaat in den nacht In de studio moet werken, en overdag wil slapen, kan ledereen in huis rustig zijn gang gaan, zonder dat hij er wat van merkt. Vóór het eten zit u dan in Ramons eigen kleine muziekkamer en luistert naar hem, terwijl hij een oud Spaansch of Italiaansch lied voor u speelt. Het diner wordt opgediend In de 8roote eetkamer. Doctor en mevrouw Samaneigos, Ramons ouder», zitten aan het hoofd van de tafel; hijzelf zit aan zijn moeders linker hand. Verder wordt de tafel ingenomen door zijn broer» en zuster» en een »ecretaris. In het midden staat een groote schaal met fruit, waarvan leder zich vrijelijk kan bedienen.. Het eten bestaat grootendeels uit Mexicaansche schotels en wordt opgediend door een Mexicaansch dienstmeisje. Na afloop van het diner, drinkt men bij Mr. Navarro geen koffie, maar dikke Mexicaansche chocolade. Daarna gaat mevrouw Samaneigos in de serre een poosje in haar gellefkoo»den »chommel»toel zitten en de overige familieleden verzamelen zich in den salon, waar een mooie vleugel staat. Ramon, die zeer muzikaal 1», »peelt wat en brengt een paar liederen ten gehoore. Eigenaardig genoeg is hij dol op volksliederen uit alle landen. Of hij echter het „Wilhelmu»" zal kennen, betwijfelen wijl Als hij een heel goede bui heeft, haalt Ramon bovendien nog zijn viool voor den dag en laat die in de schemering voor u zingen. Poëtischer kan 't al nietl Iets wat Mr. Navarro u ook vast en zeker zal laten zien, is zijn eigen theatertje met een eigen orkestje. Het zaaltje ligt onder zijn kamers en ziet er allergezelligst uit, geheel in bruin en oud goud gehouden, met fauteuils, die ruimte bieden voor 63 personen. Het i» amphitheater», gewijze gebouwd, zoodat ledere toe»chouwer een onbelemmerd uitzicht heeft op bet tooneel. , i , Als u de kleedkamers en de electrische installatie hebt bekeken en misschien nog wel de opvoering van een klein tooneelstukje hebtj bij« gewoond, zal Ramon Novarro u waarschijnlijk voorstellen een spelletje kaart te »pelen, bijv. „the Donkey" of een ander Mexicaanach gok-spel; natuurlijk volgen dan allerlei aardige goocheltoeren, die hij met kaarten kan maken. En dan i» langzamerhand de tijd gekomen, om afscheid te nemen van uw charmanten gastheer en dit ongemeene eetpartijtje als een „Erlebnis in uw herinnering te bewaren. ... — 23 -
m—m "
'■
."
M
Quatav v. Wanaenhelm als Doamouuns
E. Stahl Nachbaur aja Koninö Lodewljk XVI
!
Een Pressburger Film der Allianz Tonfilm, uitgebracht door de N.V. Ufa Film Maatschappij. Regie: Hans Behrendt. — Fotoffrafle: Nikolaus iarkas. - ffeluid: Birkhofer en Metain. — Muziek: Arthur Outtmann. — Geluidssysteem; Tobls-Klangfilm. PEESONEN: Panton Fritz Kortner Louise Oely Lucie Mannheim Robespierre Gustav Gründgens Marat Alexander Granach pesmoullns Gustav v. Wanfrenheim Saint Just Werner Schott Lefrendre Herman Speelmans touqüier Tinville, de openbare aanklager Georg John Koning Lodewijk XVI . Ernst Stahl Nachbaur Malesherbes, 's konings verdediger Walter Werner De Hertog van Coburg . . . . G. H. Schnell Generaal Dumouriez .... Ferdinand Hart Een renteniertje Carl Goet Cornelia, Robespierre's huishoudster Till Klockow öamsou, de beul van Parijs . Friedrich Gnass Verder: Maria Foresku, Hugo Flscher-KöppeGustav Putjer, Bernd Aldor.
In 1789 breekt de Fransche revolutie uit, nadat de koning de StatenGeneraal, een vertegenwoordiging van den adel, geestelijkheid en derden stand, bijeengeroepen heeft. Het gelukt den derden stand de macht in de Nationale Vergadering te veroveren en van deze laatste hoe langer hoe meer een wapen tegen koningsschap, geestelijkheid en adel te maken. Het eerste groote succes der revolutionnairen is de bestorming van de Bastille op 14 Juli 1789; daarna verhuizen de koninklijke familie en de Nationale Vergadering van Versailles naar Parijs, waardoor beide nog meer onder den invloed van de revolutionnaire hoofdstad komen. Het jaar 1792 is gekomen. In Juni onderneemt ,de koning een poging om te ontvluchten. Hij wordt echter gevangen genomen en naar Parijs teruggevoerd. De bestorming der Tuillerieën volgt, de koning blijft echter in leven. Het geestelijke middelpunt van de revolutie is intusschen de club der Tacobijnen geworden, waarin Robespierre, Danton, Marat, Saint Just en Desmoulins de leiding hebben. Hier worden rede-duels tusschen de radicalen en de gematigder elementen uitgevochten. Een zeer bewogen zitting heeft plaats: het gaat om de vraag, of de koning verbannen of terechtgesteld zal worden. De radicalen, onder aanvoering van Danton en Marat, krijgen de overhand — men eischt het hoofd des konings. Lodewijk XVI wordt voor de Nationale Conventie gedaagd om zich voor haar te verdedigen Het doodvonnis wordt geveld, omdat de koning zoogenaamd met de vijanden van Frankrijk in verbinding heeft gestaan. Moedig en kalm sterft de koning onder de guillotine. Zijn dood is voor de groote mogendheden aanleiding om een coalitie tegen Frankrijk te formeeren. Frankrijks revolutionnaire jeugd marcheert hen met ontembaren geestdrift tegemoet, behaalt aanvankelijk successen, maar is dan genoodzaakt over de geheele linie te retireeren. Te Parijs
Robespierre en Ch Corday 24 -
heerscht daardoor een gedrukte stemming; de revolutie is in gevaar. Massaarrestaties van priesters en adellijke personen hebben plaats. De gevangenissen zijn overvol. Danton, die de gevangenen inspecteert, ziet onder de adellijke gevangenen de koningsgezinde Louise Gély en krijgt haar lief. Hij trouwt met haar. Dit huwelijk komt Robespierre, die heimelijk naar de dictatuur streeft, zeer gelegen, want het verschaft hem het wapen om Danton, den afgod der massa, zijn machtigsten en gevaarlijksten tegenstander, bij het onberekenbare volk verdacht te maken. Met laffe intriges begint hij de campagne, terwijl Danton hem met open vizier bestrijdt. Als vrienden hem voor Robespierre en diens gewroet waarschuwen, vindt Danton hen te bezorgd. Intusschen verzamelt Robespierre niet de hulp van Saint Just zoogenaamd materiaal tegen Danton, die de revolutie zou hebben verraden en door zijn vrouw naar het royalistische kamp overgegaan zou zijn. In de eerste plaats wordt Danton voor het verraderlijk gedrag van generaal Dumourier verantwoordelijk gesteld, die met de Oostenrijkers geheuld heeft, om gemeenschappelijk naar Panjs te marcheeren. Danton vertrekt onmiddellijk naar het front, betrapt den generaal op heeterdaad, ontneemt hem het opperbevel, maar geeft hem de gelegenheid om te vluchten. Danton slaagt er in, den opperbevelhebber der geallieerde mogendheden tot den aftocht te bewegen, nadat hij zich voor het leven van Marie Antoinette garant heeft gesteld. Te Parijs teruggekeerd, verneemt hij met ontzetting, dat Marie Antoinette tijdens zijn afwezigheid is onthoofd. Hij hoort een tweede jobstijding: zijn vriend en helper Marat is ver-' moord. De tegenstelling tusschen Danton en Robespierre wordt hoe langer hoe scherper. De laatste stuurt op een schrikbewind aan, Danton wil een gematigder koers volgen om de idee der vrijheid niet door een zee van bloed te compromitteeren. Robespierre heeft intusschen Danton kunnen isoleeren;' alleen Desmoulin blijft hem trouw. Het gelukt Robespierre beiden te laten arresteeren en voor het tribunaal te doen verschijnen. Onbevreesd, met imponeerend gebaar, treedt Danton voor zijn aanklagers. Zijn machtige stem galmt door de zaal: de beklaagde wordt aanklager! Zijn tegenstanders verbleeken. Het volk jubelt Danton weer toe; hij waant zich reeds gered, daar laat Robespierre, die voor zijn leven vreest, de Nationale Conventie met wapengeweld uiteenjagen en Danton wegvoeren. Daarmede is Dantons lot bezegeld. Zijn hoofd valt onder de guillotine. Trotsch en imponeerend sterft de groote revolutionnair. "Maar Samson, de beul van Parijs, houdt voor Robespierre reeds de bijl gereedI
Danion verdedigt zich
Qustav Qründöona als Robespierre
25 ~
Frltz Kortner als Danton
:
M.iiiiiiiiiiijtfiiiijèjui
WLIIVIJ»»rea»È»«aqiwjifiwBii3
_' .'
DWANGARBEID ON3 TWEEDE COMPLETE VERHAAL Sinds de heer Comelis Zeeman, stoker aan boord van het s.s. Amalia, zijn besten vriend door een agent van politie hardhandig had zien meevoeren naar „'t bero", wegens een gering vergrijp — het veroorzaken van een opstootje on den publieken weg — had hij dood en vijandschap gezworen aan de gansche politiemacht. Hij kon geen dienaar van den heiligen Hermandad meer zien, zonder een akelig, benauwd gevoel in zijn keel te krijgen en groene en gele sterretjes voor zijn oogen te zien dansen. Het was dus niet te verwonderen, dat een hevige onverbloemde vechtlust hem overviel, toen hij op een kwaden dag dcnzelfden agent, die zijn vriend had „ingerekend" met zijn handen op zijn rug zag loopen, vlak bij de straat waar hij woonde. Hij volgde den niets vermoedenden agent behoedzaam en knarsetandde. Ja, hij was het! Ongetwijfeld! Nooit zou Cornelis Zeeman dat blozende, zelfgenoegzame gelaat met de waterige, blauwe oogen en — het onuitstaanbaarste van alles — de verwaande, roodblonde snor vergeten. Zoo onopvallend mogelijk liep hij op een meter of tien afstand van den agent achter hem aan, door de wijk, waar de man zijn dienst uitoefende. Hij bromde binnensmonds allerlei benamingen en bedreigingen, die voor den achtervolgde in 't geheel niet aangenaam te noemen waren en had bijna een luiden hoonlach door de stille straat laten klinken, toen de „diender" met een gebaar van zijn wit geschoeide handen, dat Comelis Zeeman tot razernij bracht, zijn optimistische rossige snor opdraaide. Comelis Zeeman geloofde, dat je in het leven maar alles moest nemen, wat je krijgen kon en toen hij den agent een eenzaam, donker steegje zag inslaan, floot hij zachtjes tusschen zijn tanden en was met een paar vlugge passen vlak achter hem. Toen hief hij zijn vuist op en liet die met kracht neerdalen op den 'onberispelijk glanzenden helm vóór hem. Het eerste wat de agent dacht, was dat er een schoorsteen naar benedep kwam waaien, maar toen hij zijn hoofddeksel met veel moeite eindelijk van over zijn oogen vandaan had gewurmd, zag hij een man naast zich staan en oogenblikkelijk greep hij deze bij den arm. „La'me los!" schreeuwde Comelis Zeeman, die dit niet had voorzien en bereids zijn willoos toegeven aan gevoelens van haat en wraak begon te betreuren. Hij zag maar één uitweg en toen de agent barsch en rood van woede beval: „Kom jij maar eens met mij mee, mannetje!" dacht hij niet lang na, doch handelde snel en beslist. Hij zwaaide zijn nog vrijen arm door de lucht en gaf den agent een slag tegen zijn slaap, dat hij op 't zelfde oogenblik in elkaar zakte en met zijn volle gewicht op de hobbelige keien sloeg.
terwijl zijn helm een paar meter verder rolde. Cornelis Zeeman, geheel ontdaan van alle primitieve vecht-instincten, keek even beduusd naar hetgeen hij had uitgericht, en nam de beenen. Hij rende het straatje uit, sloeg den hoek om en verminderde zijn snelheid naarmate hij de echtelijke woning naderde. In deze veilige haven beland, wierp hij zich hijgend in een stoel. Zijn vrouw, niet gewend hem op een zoo ongewoon vroeg uur thuis te zien, bekeek hem nieuwsgierig en achterdochtig. „Wat zeg je ? Kom je mij een poosje gezelschap houden," vroeg ze verbaasd na een desbetreffende verklaring van haar man. „Ben je niet erg lekker, Comelis ?" „Als kip I" loog Zeeman dapper, ondertusschen luisterend of hij nog geen voetstappen buiten hoorde. „Maar ik heb bedacht, dat je wel eens een glimp van me mocht zien, als ik aan wal ben."
NORA GREGOR In een buitengewoon fraai avondtoilet van velours chiffon met groote bloemen en bladen en breede witbonten manchetten.
niiiiiHiniiiiini
„Ja, maar die 'kun je ze niet vertellen. Het moet er een zijn, die iedereen kan begrijpen en waar niemand wat achter kan zoeken." „Ja, dat kun je allemaal makkelijk zeggen," gromde Comelis, „maar bedenk jij nou maar eens zoo'n smoesje!" Zijn vrouw, die er al verscheidene bedacht had, zette een gezicht alsof dit een zeer moeilijk probleem was en riep plotseling uit: „Je kunt het plafond in de keuken witten!" „Hoe lang zou dat duren ?" vroeg Comelis Zeeman, want hij hield niet van witten. „Nou, en daama, kon je wel een nieuw behangetje hier op den muur plakken en planken in de kast maken, zooals je al zoo lang hebt beloofd. Dat duurt toch allicht een paar dagen." „Dat zal wel," stemde Comelis weinig enthousiast toe. „En je kan een aardig trekwagentje timmeren voor Jantje," vervolgde zijn vrouw. „O, er zijn massa's karweitjes, welke die andere mannen voor hun vrouwen doen en waar niemand iets vreemds aan zal vinden." Zij ging ijverig voort aan haar naaiwerk en sloeg tersluiks haar man gade. Hij rookte een tijdje zwijgend door, stond eindelijk zuchtend op en zei, dat zij dan alles wat noodig was voor de dreigende werkzaamheden, maar in huis moest halen. Den verderen dag bracht Cornelis Zeeman door met witten. 's Avonds was hij zóó moe, dat hij blij was, rustig te kunnen thuisblijven en zijn pijp te rooken. Ondertusschen echter hoopte hij vurig, dat er een of ander wonder zou gebeuren, dat hem zou ontslaan van al de werkjes, welke hij nog voor den boeg hadDen volgenden morgen was het prachtig weer en de zon daagde den beklagenswaardigen stoker eenvoudig uit om naar buiten te komen. Wrevelig vroeg hij zijn vrouw, even in de krant te zien, of er iets werd vermeld over „het geval". Gehoorzaam nam juffrouw Zeeman de courant en las: „De gewonde agent, waarvan wij gisteren melding maakten, is langzaam herstellende. De politie zoekt nog ijverig naar den dader." - Comelis Zeeman zuchtte. „Nou, ik ben blij, dat de kerel beter wordt, ma.ar ik hoop, dat hij niet uit 't ziekenhuis komt vóór ik weer op zee ben." „Dat zal wel niet," meende zijn vrouw. „Zal ik vandaag maar nieuw behangsel gaan koopen ? Welke kleur vind je het mooiste ?" Comelis was dit absoluut hetzelfde en hij gaf dit in onomwonden, duidelijke termen te kennen. Dien dag besteedde hij om de huiskamer te behangen en bittere opmerkingen fe maken over een geciviliseerde natie, die onuitstaanbaren, roodgesnor-
Hiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiii
„HU zal wU hotnen holen," bihhczdc Cornells, wild starend naar de gesloten dcu:. — „/e moet ie fieen muizenissen in je fioo/d halen," meende zUn vrouw. — „Ik zie het," hield de bevende stoker vol. „Ik zie het even duidelijk als Ik /ou zie" iiiimimtmiiiiiimMiiiitiiiumiiiiimiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiimiiiiiimiim
„Dat is, wat ik meestal van je zie," meende juffrouw Zeeman zoetsappig. „En jé denkt wel erg langzaam, vind ik. Maar ik ben blij, dat je een nieuw leven wilt beginnen " Tot den volgenden dag — de nacht was vol angstige visioenen en droomen geweest van gewapende politiedienaren, boeien, kettingen, gevangeniscellen enzoovoort — hield Comelis Zeeman het vol, voorwendsels te vinden voor zijn opzienbarende hok-vastheid en zijn hardnekkige weigering om het huis te verlaten. Toen vertelde hij, overkropt van angst, aan zijn vrouw wat er gebeurd was. „Z'n verdiende loon," oordeelde juffrouw Zeeman hardvochtig over den getroffene. „Maar 't kan jou zes maanden zitten kosten, Cornelis. Je zal hier rustig in huis moeten blijven met mij en Jantje, tot je boot weer vaart." In haar hoofd vormde zich een klein plan de campagne, .om het wonderlijke avontuur tot een voor alle partijen gunstige oplossing te brengen. „Je mag niet in de gevangenis komen. Denk aan je vrouw en kind," vervolgde zij pathetisch. „Ik mag niet in den bak komen, al denk ik alleen maar aan mijzelf," vond de stoker. Plotseling scheen hem iets te binnen te schieten. „Zou er iets over in de krant staan?" Juffrouw Zeeman greep naar het dagblad en speurde door de kolommen. Comelis zelf kon niet lezen en terwijl hij naar het gezicht van zijn vrouw keek, begon zijn angst te luwen en opperde hij stoutmoedig: „Hij zal zich wel niet ernstig bezeerd hebben. En hij zal op 't politiebureau' heusch niet verteld hebben, dat hij een opstopper heeft gekregen. Als ik op straat ben, zal ik wel zorgen hem uit den weg te- blijven." „Ik vind, dat je toch thuis maar veiliger bent," antwoordde zijn wederhelft en opeens uitte zij een onderdrukten kreet, welke Zeeman alle hoop ontnam en hem het ergste deed vreezen. „Wat is er?" stamelde hij. Juffrouw Zeeman las: „Gisterenavond is er een aanslag gepleegd op een agent van politie. Hij werd neergeslagen door een man, blijkbaar van de marine, en bleef bewusteloos liggen. De aangevallene beweert, zijn belager onmiddellijk te kunnen herkennen en heeft een nauwkeurige beschrijving van hem gegeven. De politie stelt een uitgebreid onderzoek in." Er heerschte een diepe, doch beteekenisvolle stilte. Comelis Zeeman beet op zijn pijp en wandelde rusteloos door de kamer. „Zoo zie je, dat je toch maar beter binnenshuis kunt blijven," drong juffrouw Zeeman aan. Haar plan was nu gemaakt. „De buren zullen alleen niet begrijpen, waarom je den heelen dag thuis bent. Daar moet natuurlijk een reden voor zijn." „Nou, me dunkt, dat die er is," meende Comelis bitter.
GEBRUIK
STEEDS
— 26 -
.■
(Foto Godfried de Groot)
ANK VAN DER MOER, de jonge actrice, dia met succes bij het gezelschap van Eduard Verkade debuteerde.
den personen toestond, hooge en verantwoordelijke ambten te bekleeden. Den volgenden dag bracht de courant volgens juffrouw Zeeman geen nieuws, en Comelis haalde verlicht adem. Doch zij bereidde vooralsnog haar echtgenoot er op voor, dat dit een list van de politie was, om hem uit zijn schuilhoek te lokken en het dus maar beter was, wanneer hij nog wat in huis bleef en een trekkarretje voor Jantje maakte. Ze poogde hem te troosten met een getrouw verslag van het oordeel der diverse buurvrouwen, die hem, Cornelis Zeeman, een ideaal echtgenoot vonden en hem ten voorbeeld stelden aan hun eigen wederhelften. Juffrouw Smit van één hoog prees hem in termen, die Comelis het schaamrood naar de wangen dreven en juffrouw Meyer van naastaan had zich tegenover haar eega zóó complimenteus over „het voorbeeld" uitgelaten, dat de heer Meyer jaloersch was geworden en zijn vrouw kortaf verboden had, weer bij de Zeemannen te komen vóór en aleer Comelis weer aan boord was. Toen eindelijk ook het trekkarretje voor zijn zoon gereed was en Jantje er al het eerste wiel afgereden had, was het echter uit met Comelis Zeeman's geduld. Nog nooit had de straat er zoo verleidelijk uitgezien om een wandelingetje te maken. Hij stopte . dus zijn pijp en verwittigde zijn vrouw van zijn plannen. „Wacht nou üever, tot ik in de krant heb gekeken," protesteerde juffrouw Zeeman. RECTIFICATIE. — In oen vorijje annonce van „Togal" is verzuimd bekend te maken, dat Tojfal-tabletten niet alleen verkrijjfbaar zijn in alle apotheken, maar ook in alle drogisterijen.
IDCÏAM -37
'■"-'
■^'^■■'^
■
„Wat schiet je daar nou mee op ?" zei Comelis verachtelijk. „We weten, dat de vent in bed ligt en zoolang hij in bed is, kan hij niet op straat zijn, dunkt mij- Ik zal mijn oogen wel den kost geven. En ik kreeg juist een idee. Als ik mijn snor eens afschoor?" Vóór zijn vrouw iets in het midden had kunnen brengen, was hij reeds naar boven gegaan, om zijn gelaat bovenvermelde verandering te doen ondergaan. Juffrouw Zeeman bleef hopeloos achter. Als een ijsbeer liep zij door het kleine kamertje. Comelis moest thuisblijven. Tot lederen prijs. Eindelijk had zij een plan. En terwijl hij op de slaapkamer bezig was zijn snor af te scherep, glipte zij de deur uit. Zij kwam juist thuis, toen Cornelis Zeeman met een voldanen grijns de kamer instapte. De lach bestierf echter op zijn gelaat, toen hij zijn vrouw aanschouwde, die hem met ontzette blikken aanstaarde. „Wat is er aan de hand?" vroeg Comeljs angstig. Juffrouw Zeeman steunde zwaar op de tafel en schudde radeloos het hoofd. „Hebben ze mij gesnapt?" „Erger!'.' klaagde juffrouw Zeeman. „Erger!" echode haar man, wiens verbeeldingskracht niet zeer groot was. „Hoe kan dat ?" „Hij is doodl" zei juffrouw Zeeman plechtig. En met een snik sloeg zij een krant op en las: „De ongelukkige agent van politie, die dezer dagen werd aangevallen, is gisterenavond zacht en kalm ontslapen in de armen van zijn vrouw en kinderen. Men is van oordeel, dat de onverlaat, die hem heeft neergeslagen, zich op zee moet bevinden." „Ik wou, dat-ie er al was!"wenschte Cornelis Zeeman uit den grond van zijn hart. „Overal zou ik willen zijn, behalve hier. Hoe komen ze er bij om zoo'n zwakken man agent te maken. Ik heb hem ternauwernood aangeraakt!" ,,Beloof mij, dat je niet zult uitgaan!" snikte juffrouw Zeeman„Uit?!" hoonde Comelis. „Uit! Denk je, dat ik krankzinnig ben geworden ? Ik zet geen voet buiten het huis, tot de boot vaart en ik laat me in een rijtuig naar de haven brengen," Den geheelen dag zat hij in het donkerste hoekje vap de kamer en zwoer, dat hij nooit meer een politieagent zou aanraken. „Het is alleen de drank, welke je daartoe heeft gebracht," zei juffrouw Zeeman. „Nooit raak ik meer een druppel drank aan," verzekerde baar man met klem, terwijl een rilling hem over den rug voer. Zijn pijp bad alle bekoring voor hem verloren en zij beraadslaagden samen, wat voor werkjes er nog op te knappen waren, welke konden dienen als voorwendsel voor zijn voortgezette „huiselijkheid". Hij had nergens rust en de eenige oogenblikken, waarin hij zich veilig
ALS VERSTERKINQSMIDDEL N,V. AMSTeRDAMSCHE CH INI N E-FABR I EK
"^G^.-grTj-aawxpiii,
'■
voelde, waren, wanneer hij in de slaapkamer werkte met de deur op dubbel slot. Langzaam gingen de dagen voorbij en toen de laatste twee eindelijk aanbraken, verkeerde Cornells Zeeman in een zoodanigen staat van overspanning en zenuwacfitigheid, dat zijn vrouw er zich zorgen over begon te maken. Om hem wat gerust te stellen, las zij. hem een bericht uit een krant voor, als zou de politie het onderzoek hebben opgegeven. Doch Cornells schudde mismoedig zijn snorloos hoofd en beweerde, dat dit een nieuwe list van de politie was, om hem er in te laten loopen. En met een griezelig visioen van vrouwe Justitia met heur dreigend zwaard, begon hij aan een kap op den trekwagen, als cc n zoenoffer voor zijn bedreven kwaad. Wetende, dat Comelis veilig thuis was en voor geen goud zou zijn uitgegaan, ging juffrouw Zeeman uit om een paar boodschappen. Wie beschrijft echter haar schrik, toen zij, teruggekeerd, haar echtvriend ontwaarde, ineengedoken op de canapé met zijn gezicht in de kussens gedrukt I „Comelis 1" riep zij uit. Er kwam een dof gekreun uit het kussen. „Ik heb hem gezien," bracht Comelis Zeeman huiverend uit. „Ik heb zijn geest gezien. Roode snorren, witte handschoenen, den heelen agent heb ik gezien. Het is hier tweemaal voorbij gekomen. O, ik \vord gekl" „Nonsens, verbeeldingI" zei juffrouw Zeeman streng. Dergelijke complicaties had zij niet verwacht. „Hij zal mij komen halen," bibberde Cornells, wild starend naar de gesloten deur. „ledere minuut' verwacht ik hem te zien binnenkomen. Ooooool" „Je moet je geen muizenissen in je hoofd halen," meende zijn vrouw. „Ik ziè het," hield de bevende stoker vol. „Ik ziè het even duidelijk als ik jou ziel" „Ik zal het gordijn laten zakken," zei juffrouw Zeeman. Zij ging naar het raam en deinsde met een gesmoorden kreet achteruit.
„Zie je hem ook?" scheeUwde Cornells. „Nee," zei juffrouw Zeeman, zich vlug herstellend. „Doe je oogen maar dicht," Comelis sprong op en liep naar het raam. „Blijf daar," beval zijn vrouw. „Niet kijken." Maar hij duwde haar opzij en ging voor het raam staan. Zijn mond mompelde onverstaanbare woorden, want de geest van den rooden politie-agent was duidelijk zichtbaar. De geest hield een tegenstribbelenden landlooper bij den kraag en blies beslist op zijn politiefluitje. „Wonderlijk," zei juffrouw Zeeman nerveus, „'t Is of-ie leeft, vind ik." Cornelis Zeeman keerde zich om en keek haar doorborend aan. Opeens begreep hij alles! „Weet je, wat ik het vind ?" brulde hij toen. „Niet waar het kind bij is, Cornells," zei juffrouw Zeeman angstig. De stoker bezag haar stilzwijgend en zijn blik voorspelde zoo weinig goeds, dat juffrouw Zeeman haar zoon bij de hand nam en hem als een schild voor zich hield. „Je hebt me hier drie weken vastgehouden en bewaakt als een hond," begon Comelis Zeeman met een stem, bevend van medelijden met zichzelf. „Drie weken lang heb ik mijn kostelijk beetje vrijen tijd en mijn geld verprutst met witten en behangen en wagentjes maken. Ik ben de spot van de buurt geweest en ik heb ge\yerkt als een veroordeelde. Nou, wat heb je nou te zeggen ?" Opeens leek al zijn angst, nu hij zag dat de agent nog leefde, van hem afgenomen. . „Wel," antwoordde juffrouw Zeeman, met een laatste restje moed. „Je kunt me toch niet kwalijk nemen, dat ik je ook eens een tijdje bij me thuis wilde hebben? En een mooiere kans kreeg ik nooit. Het was zoo verleidelijk, Cornelis, omdat je zelf niet lezen kan." Cornelis Zeeman bromde een vloek, nam zijn pet en verliet het huis. In de paar uren die hem nog restten, wilde hij de schade van drie verloren weken inhalen!
HET OBERBEIERSCHE BOERENTHEATER „DE TEGERNSEER" dat onder de auspiciën van den impresario Ernst Krauss van half October tot half November een tournee door ons land maakt. Het gezelschap zal een reeks blijspelen opvoeren, terwijl dans en muziek de noodige afwisseling in de programma's zullen brengen.
■
■
.'
'
'
"
CRAMOPHOON'NIELMS DOOR
WCERGEVER ONZE landgenoot Willy Thunis heeft thans ook zijn veelgeprezen tenor in dienst van de gramophoonindustrie gesteld, en hij is werkelijk een aanwinst voor het vrij schaarsche tenormateriaal. Het is opmerkelijk, hoeveel beter zijn stem klinkt by deze mechanische weergave dan in de natuur. Decca brengt deze eersteling in den handel. Thunis zingt „Eva" (Meisel, Rosen, Lion) en „Du Lieb' ich, komm zu Dir" (Nieland, Thunis) op M 30064, Op Decca F 2403 spelen Roy Fox and his Band den fox trot „When you were the blossom of buttercup" (Dublin, Bryan 0 Meyer) en den fox trot „Tie a little string around your finger" (Symons). De refreintjes worden door Al Bowlly aardig gezongen. Alfredo Campoli ö The Dorchester Hotel Orchestra spelen op Decca F 2400 „Ständchen" (Heykens) en „Tales from the Vienna woods" (Strauss, arr. Winter). Een voortreffelijke opname! Roy Fox en zijn bendeleden spelen op Decca F 2404 den fox trot „I found you" (Noble, Campbell, Connelly) en den fox trot „Love for sale" (Cole Porter). Een zeer goede dansplaat! Arthur Lally and the Million-Airs spelen op Decca F 2395 den Novelty fox trot „Two heads in the moonlight" (Freed. Meyer) en „The wedding of the garden insects" (Sarony). Vooral de laatste fox trot is geestig gecomponeerde muziek. Roy Fox ö His Band brengen op Decca F 2352 den fox trot „Leave the rest to nature" (uit de film „The change of a night time" van Young) ten gehoore. Op de keerzijde van deze plaat „I'm so used to you now", een fox trot, eveneens van Young. Een goed gespeeld« opname is Decca F 2343; hierop spelen Tom Jones and his orchestra „By the sleepy lagoon" (Coats) en „Evensong" (Easthope Martin). Voor liefhebbers van militaire muziek brengt Decca nummer F 2355 in den handel; het corps van de Garde Republicaine speelt „March on a theme from the Daughter of the Regiment" (Donizetti arr. Roux) en „March of the 2nd. legion" (Sellenick). Henry Hall en zijn Gleneagles Hotel Band spelen op Decca' F 2357 den one-step „Hieland Laddie" (Carruthers) en den „Sylvia Waltz" (Delibes, arr. Hall). The Blue Lyres brengen op Dècca F 2367 den fox trot „Pardon me, pretty baby" (Rose, Meskill, Klarges) en den fox trot „Moonlight saving time" (Kabal, Richman). Hetzelfde orkest speelt op Decca F 2368 „Were you sincere?", een fox trot van Rose, Meskill en „Ho Hum", een fox trot van Suesse en Heymann. Zeer aanbevelingswaardige dansplaten!
Er was' iets in haar stem en houding, waaraan Brent behoefte had en hij lachte luid. „Misschien is ze wel gek en hij ook, maar hoe dan ook, ze kwamen alleen hun belofte na. Dus nu wacht ze op hem tot hij om haar stuurt en zonder twijfel vraagt ze zich af, hoe hij er uitziet. Ze schijnt zich zelfs héél veel af te vragen te hebben, want de man heeft sinds dien eersten brief geen letter meer van haar gekregen." „Dan is het zoo duidelijk als de dag, dat zij bang is, zich te hebben vergist en dat ze hem niet kwetsen wil door het te zeggen." „Misschien, maar wat moet hij in zoo'n geval doen?" Dorothy haalde diep adem. „Ik denk," zei ze, „dat hij een paar visschen voor het avondeten moet vangen. Dan heeft zijn metgezellin in dien tijd gelegenheid de kwestie eens wat zorgvuldiger te overwegen." Brent lachte. „Dat lijken mij woorden van wijsheid," zei hij. Het volgende half uur vischten zij en spoedig was de bodem van de kano bedekt met een zilveren vracht. De zon daalde lager en lager, terwijl over het meer de schaduwen kropen van de pijnboomen, die bewegingloos langs den oever stonden. Op een gegeven oogenblik haalde Dorothy haar snoer in, nam den hengel uit elkaar en greep' de pagaai. „Laten wij tot aan de monding van de rivier roeien alvorens terug te gaan!" zei ze. „Mijn knieën zijn zoo stijf." Ze lieten zich drijven naar een rustig plekje, ongeveer een paar honderd meter verder, vlak bij de plaats, waar de rivier in het meer uitmondde. Toen ze het bereikt hadden, trok Dorothy de kano voorzichtig naar de kust, stapte er uit en ging in het lange gras zitten. Brent volgde haar, stak zijn pijp aan en begon nadenkend te rooken. „En," zei hij na eenigen tijd gezwegen te hebben, „heeft mijn raadsvrouw de betreffende aangelegenheid overdacht?" „Ja." „En haar uitspraak?" „Haar uitspraak is, dat de beide er bij betrokken personen op h€t punt staan een ernstige fout te begaan." „Ik geloof, dat de man dit toegeeft, maar hij is door zijn woord gebonden." „Ja, doch alleen maar voor het oogenblik! De raadsvrouw heeft uitgemaakt, dat de eenige daad, die gesteld kan worden, de verstandige daad is. Hij moet aan het meisje schrijven en haar mededeelen, dat zijn vorig schrijven herroepen wordt en dat hij zich niet gebonden acht, voordat zij elkaar hebben gezien. Hij moet haar aan het verstand brengen, dat het zeer goed mogelijk is, dat zij niet bij elkaar passen, dat hij zoowel haar geluk als het zijne wenscht, en haar zoo voorzichtig mogelijk aantoonen, dat zij allebei als een kind hebben gehandeld. Indien het meisje ook maar een greintje verstand heeft, zal zij inzien, dat hetgeen hij schrijft, zeer juist is, en
BEZOEKT HET
LUXOR PALAST TE ROTTERDAM
als zij geen verstand heeft, dan mag zij niet trouwen. Wat denkt u hiervan?" Brent glimlachte ernstig tegen haar, maar antwoordde niet. In zijn herinnering zag hij vaag de gestalte van een meisje met lange beenen. Dwaas en onredelijk was hij geweest! En nu stond er in de eerste rangen van het leven een ander meisje; een levende, aantrekkelijke werkelijkheid, die, daarvan was hij overtuigd, een uitstekende vrouw zou zijn voor iemand, die, als hij, voorbestemd was zijn leven in de oerwouden door te brengen. Hij hield nog niet van Dorothy, en tot nu toe zag hij in haar slechts een goede vriendin met wie hij op prettige, aangename wijze zijn vrije uren kon doorbrengen, maar langzamerhand werd hij er zich van bewust, dat zij toegerust was met een zekere charme, een aantrekkelijkheid, die hij nooit bij haar had vermoed. Ruw en onbeschermd was haar jeugd geweest, maar zij was er ongerept uit te voorschijn gekomen en spoedig zou zij ontluiken tot een vrouw, die iedere man als de zijne zou begeeren. Zoo had hij haar nog nooit gezien, en nu hij het wèl deed, gaf het hem een plotselinge, ongekende sensatie. Dorothy van haar kant werd zich bewust van gevoelens, die voortdurend heftiger en intenser werden. Ze wenschte Brent te bezitten; reeds van het eerste oogenblik, dat zij elkaar ontmoet hadden, had zij dit gewenscht; ze wilde hem hebben om zijn kracht, zijn moed en om een niet onder woorden tp brengen iets, dat hem anders maakte dan alle andere mannen. Hij behoorde tot die in haar oog verheven kringen, waartoe zij zelf ook wenschte te behooren. In den ondergrond van zijn
VOOR DE OPNAME Norman Walker, de regisseur van de pas voltooide B I.P.-film „The shadow between" legt Kathleen O'Regan uit, hoe zij een bepaalde scène heeft te spelen. Ondertusschen moet hij zich natuurlijk overtuigen, dat opname- en belichtingsapparaten zóó zijn opgesteld, dat haar spel zoo gunstig mogelijk op het witte doek wordt gebracht. - 29 -
L
wezen werkten tradities, en ongeschreven wetten van fatsoen, manieren en gewoonten, die hij als het ware instinctief volgde. Ze wenschte in een andere sfeer te leven dan die, welke gedomineerd werd door het dikke, domme gezicht van haar vader. Ze had droomen, die draaiden om en verwezenlijkt moesten worden dóór een man als Brent. Bovendien wist ze, dat wanneer haar maar eenmaal een kans geboden werd, zij gemakkelijk haar plaats kon innemen naast de vrouwen, over wie zij altijd gelezen had rn die zij van haar jeugd af had benijd. Ze was mooi, had een snel opmerkingsvermogen en was overtuigd zich zoo uitstekend te kunnen aanpassen, dat zelfs het meest critische oog haar afkomst niet meer zou kunnen ontdekken. Zoo kwam' het, dat ofschoon zij van de wildernis met al haar veranderlijke schoonheid hield, ze deze slechts zag als een tijdelijke rustplaats, vanwaar zij zich opmaakte om de grootere wereld te betreden, die er achter lag. Dat was het meisje, dat nu haar smalle, bruine handen om haar knieën sloeg en in gedachten verdiept naar James Brent keek. „Kunt u me niet wat meer vertellen van den man, over wien u zoo juist gesproken hebt?" vroeg zij peinzend. „Alles wat ik weet, wil ik u graag vertellen. Ik geloof niet, dat hij er iets op tegen zal hebben." „Wat gaat hij dan doen met zijn leven?" „Ik geloof niet, dat hij dit op het oogenblik al weet, uitgezonderd dan, dat het heel wat meer zal zijn dan tot nu toe het geval was." „U zei, dat hij sinds zijn jeugd door de
(
■
■•'
.
'-'
i
'-'
.N
halve wereld heeft gfezworven, is het met?" „Ja," grijnsde Brent, „de halve wereld. Zuid-Afrika, Australië — enfin overal zoowat," „Verlangt hij niet naar Engeland terug te keeren?" Brent knikte. „Daar heeft hij altijd op gehoopt. Dat doen de meeste Britten. Je vindt hen in alle hoeken van de wereld, trachtend vooruit te komen, zonderlinge dingen doend, buitenissige kleeren dragend en bewerend, dat zij volmaakt gelukkig zijn en dat het juist is, wat zij verlangen. Maar altijd dragen zij herinneringen in zich rond aan Engeland; herinneringen aan bedekte grijze luchten en lanen, waarin wilde rozen bloeien, en dorpjes met een spits torentje, oprijzend temidden van rieten daken, en koeien en schapen in maische groene weiden en o, een heeleboel meer dan dat soort dingen." „Vertel verder," vroeg ze zachtjes. „Het is niet gemakkelijk uit te leggen, alleen, dat het het vaderland is, en dat een Engelschman er een hekel aan heeft ver van zijn huis te sterven. Hij zou zijn laatsten cent uitgeven om terug te kunnen gaan. Maar het is altijd net alsof Engeland, als een moeder, haar kinderen op den rug klopt en zegt: „Ga nu heen, jongen, en maak je fortuin, en kom dan terug om er me alles van te vertellen." En zoo gaan zij dan heen, naar de bergen en naar de wouden en naar de vlakten, over heel de wereld, en steeds blijft hun bij het verlangen naar hun land, hun vaderland...." Hij zweeg plotseling, glimlachte en vroeg: „Ik heb zeker wel een hoop onzin zitten uitkramen?" „Neen," zei ze zachtjes. „Juist heelemaal niet. Het is allemaal zoo vreemd en wonderlijk voor mij. Bob vertelt me wel eens van Schotland hij doet het zelfs zoo veak als ik er hem gelegenheid toe geef. Urenlang kan hij dan praten over eenzame meren en bergen, waarop boomen schijnen te groeien en mist en al dat soort dingen. Hij schijnt er erg van te houden, maar mij interesseert het niet bijster. — Hebt u zich niet vaak erg eenzaam gevoeld, wanneer u zoo heelemaal alleen in een uithoek van de wereld zat?" „In Australië was dit het geval," erkende hij, „maar " Hij zweeg een oogenblik *en voegde er toen aan toe: „Op de Victrix heb ik me nooit eenzaam gevoeld." Ze wierp hem een snellen blik toe. „Waarom niet?" „Wel, om twee redenen. De eerste is misschien, dat ik er geen tijd voor heb gehad, en de tweede zul jij wel geweest zijn." Dorothy's pols klopte sneller. „Meen je. meent u dat?" Haar gezicht was dicht bij het zijne en hij keek haar recht in de zwarte oogen. Die drukten méér dan vriendschap uit. Hun
tual was teederder dan van een vriend of vriendin. Het waren de oogen van een vrouw, die niet aarzelt om te bekennen, dat zij liefheeft. Brent voelde zich geroerd en zijn adem ging stootend. „Heeft de man over wien we spraken, op het oogenblik het snapshot bij zich waarvan hij vertelde?" Brent knikte. Hij wist, dat hij als het ware in den greep des menschen oerinstinct was en dat hij zichzelf niet meer beteugelen kon. Langzaam ging zijn hand naar zijn jas, die naast hem lag, en hij haalde uit een der zakken een kleine leeren portefeuille, waaruit hij een envelop nam. Zonder een woord te zeggen gaf hij ze haar. Stemmen, die van ver over zee schenen te komen, leken hem op dat oogenblik voor een zwakkeling uit te maken, maar Dorothy's schoonheid had hem in de wildernis beroerd met die geheimzinnige kracht, waarmee zij sedert het begin der tijden de harten van de menschen als was heeft gekneed. „Hier is het," zei hij kort. Haar vingers beefden, hoewel zij alle moeite deed zich goed te houden, toen zij de foto uit de envelop haalde. Het was een kiekje van een langbeenig meisje, dat onder een boom zat. Er was een glimlach op het ovale gezichtje, een belofte van gratie in het slanke figuurtje. Ze keek recht naar de camera. Ze was niet knap en ze vertoonde geen bijzondere charme behalve dan haar jeugd. Het was als het ware een glimp van de jeugd, die zich voortbewoog naar de wachtende wereld. Dorothy staarde er geruimen tijd naar, stak het weer in de envelop en toen, opeens, kwam er een onweerstaanbare aandrift in haar op. „Daar," zei ze snel, en ze verscheurde envelop en kiekje. Het bloed klopte tegen Brents slapen en hij greep haar bij de polsen. Eén wist zij los te wringen en de helft van de envelop fladderde weg en kwam in de rivier terecht. Een windvlaag greep het en het volgende oogenblik gleed het als een klein zeiltje de kromming van de rivier in, waar het uit het oog verdween. „Waarom deed je dat?" stamelde hij verwilderd. Ze wierp hem een zonderlingen, langen blik toe. „Begrijp je dat niet?" fluisterde ze en ze sloeg haar armen om zijn hals. De gelijktijdigheid van twee gebeurtenissen speelt in ons leven een groote rol. Een eindje verderop, waar de halve envelop op de rivier dreef, bevonden zich twee kano's, die bijna hun tocht hadden volbracht en moeizaam tegen den stroom op werden voortbewogen door de druipende pagaaien. Sylvia, die in de voorste kano zat, had zich reeds vaak afgevraagd hoe de ontmoeting, die nu zoo vlak bij was, zou uitvallen. Duizenden keeren had zij
De kwalen
sQQtnkM
waartegen
zich afgevraagd, hoe haar verloofde er thans zou uitzien. Zou hij groot en breed geworden zijn, zooals hij in zijn jeugd deed verwachten? Was hij lang en sterk? Had hij nog dienzelfden onweerstaanbaren , glimlach? Zou het mogelijk kunnen zijn, dat hij vermoedde, wie zij werkelijk was? Ze was er niet gerust op, maar bedacht telkens, dat het niet waarschijnlijk zou zijn, omdat zij als de nicht van King aan hem zou worden voorgesteld. Ze herinnerde zich levendig, hoe zij er zeven jaar geleden had uitgezien. Ze was nu heelemaal veranderd. Toen kwam weer die zonderlinge veronderstelling, dat misschien de nicht van Marcus King de herinnering aan Sylvia Denby kon overschaduwen. Ze glimlachte juist bij deze gedachte, toen de stem van King haar oor bereikte. „We zijn er nu bijna. Nog een kwartier denk ik, dan moeten we de mijn kunnen zien liggen. Wat drijft er in het water daar bij je? Het lijkt wel een welkomst-brief." Haar hand hing over den rand van de kano en ze vischte het witte stukje papier er uit op, toen het voorbijgleed. Ze keek onwillekeurig in de halve envelop en zag toen, dat er iets in zat. Ze haalde het er uit, gedreven door een onverklaarbare nieuwsgierigheid. Het was in ieder geval immers een bewijs, dat er dicht in de buurt menschen moesten zijn. In hét volgende oogenblik leek de wereld voor haar oogen te verzinken. Het was alsof haar hart door een ijzeren band werd snamgeknepen en ze had moeite om adem te halen. Hier, tusschen haar vingers, nat van het water waar ze het uit had opgevischt, had ze het welkom van haar verloofde in de wildernis! Uit het onbekende was zijn antwoord gekomen op den brief van haar liefhebbend hart, vernietigend iedere hoop op geluk, schokkend haar vertrouwen tot in het diepst van haar ziel. Er kwam een floers voor haar oogen en het leek wel alsof er in haar ooren een storm raasde. „Bij den hemel," zei King, wiens kano nu slechts een klein eindje achter de hare was, „kijk eens een eindje voor je uit, daar links. Wat een interessailt tafereeltje voor jou! Het is jammer, dat we het moeten verstoren." • Sylvia keek. Ze zag een langen, breedgeschouderden jongeman en een meisje, dat iets kleiner was dan zijzelf. Ze zag hoe de jongeman vlak bij het meisje stond, haar vasthield en haar diep in de oogen keek.. En om hen heen was de stilte van het eeuwige woud....
JÊgm
mmtgÊgÈM'ÉÊ] ëÊM
waarop
Hoofdpijn Gezichtsneuralgie tandpijn
Zenuwpijn
nHHUMMMMHMnMMHHBa^B
I'lt-pu, je kunt nouii raden wie • de held van miin nieuwen roman is 1
Toch welt
IN
IN ALLE
Adit
APOTHEKEN EN Voetgewrichtspijn DROGISTERIJEN
80
CENT
ALLE APOTHEKEN
EN DROGISTERDEN
80 CENT
örochure gratis op aanvraag bil de Pharmaceutlsche en Chemische groothandel A. 3. AMEYE, PrlnicnaHKht 1111 " i ummmmwi.wwiw ■■nmrm AMSTERDAM ^WMWMMMWMMBWWMMBWIM""'!! i iwriiif
V/eckbla
KNïEJ^
WOORDEN VAN ANNIE DE HOOG-NOOY
MUZIEK VAN HENRI C. VAN PRAAG
MA ^THEATER
Krgiclitig. vrï\ voordiréi^e^
r
m I ! ' ^i'll 'M HUM I I II I'll jl • = • "
"'t/
'
^ ■
i^-V-V
K—r
\ »
*
j/ \
j
kow, kwiesHfeta^weMÄfjenlH kijkiitót^zuunHet Te.\eHtóhé6f:liJk,2öo kortwdeduur'Al
jg^f^^
^^
S
$
Bfe,
f i'|lfiifi|
i
iiiHiiiilMii i|
MII
iiT ' ri B mmaii fi n f T^
" h-—-'l^l 1l
f
l iiii i ii'i
HI
lr
n^l 'lll^l
i, s fg
IM
^^
J<^-J
ll^g
ill, i'i i^ml mi i gjü iS
Je hand' uit de mouwen. Je hoofd weer omhoog-1 Een blos op je wangen. Een glans in je oog-I „Wat kost me de wereld?" Zoo roep je voldaan. „Ik werk en ben vroolijk En min mijn bestaan.
De zon schijnt niet mooier. Voor 'n rijkeren man. Ik krijg uit den hemel Niets minder daarvan." Dus knies niet zoo, menschen. Waardeer ieder uur. ■Het leven is heerlijk. En kort is de duurl
MAISON ODIOT T PLACE DE LA MADELEINE. Fabriek van Artistiek Zilverwerk Gevestigd m 1690
PARIJS
Specialiteit voor geschenken in zilver en verzilverd metaal Nummer 404
GROOTE KEUZE IN KUNSTVOORWERPEN UITGEVOERD NAAR ONTWERPEN UIT ELKE STIJLPERIODE Red. en Adm, Galgewater 22 Lelden. Tel. 700 Postrekening 41880
VerschUnt wekelijks — Pr«» per kwartaal f. I.gj.
24 October
CLAIRE ROMMER speelt de vrouwelijke hoofdrol in de Ufa-toonfilm „De stag bij Bademünde".