IIFINLBED MUZIEK VAN HENRI C. VAN PRAAG.
WOORDEN VAN BEP OTTEN.
N9522
Eenvoud if) voordra^e». dremAtigd tempo.
ii.i wm vitó.. .jed ko. menje kjjkti
■ Tl
JI.^.
meMjlJui hpor Xoobfinhet boech.on.aer hoo.ae boo-meHjixM höo {e zacht-keüd wi
f' g j j'i .i J~J ^^z^kt^
i"A," -|tMj il, ^fiJ m et-*1
Neen maar je hoort nu toch duidlijk zingen Over verre vreemde dingen. Je wou toch wei weten, wat dat wei zou zijn, De elfjes misschien? Die zijn teer en heel klein. Zoo klein, dat geen rnensch ze ooit werkelijk ziet. Maar hoog in de boomen, daar hoor je hun lied. ■
■
'
-.^
oLtcmpc.
r/t r
^AA**
fl^efthetdAM op Je z|dt:„Ikzie iiie.itiAJiditi5
Kom j' in het bosch bij die elfenkoren Dan blijf je staan om goed te hooren; Ze zingen van landen, die niemand ooit zag. En ook van een schat, die verborgen lag. Ze zingen van prins en van ridder en held:' 't Is net, alsof moederke je sprookjes vertelt
;;'-/--^.,,<:^--"^'-
HET JUISTE ADRES VOOR „HIS MASTER'S VOICE" Gramophones en -Platen ODEON, PARLOPHONE, BEKA, COLUMBIA EN POLYDOR - RADIO EN FILMSCHLAOERS IS
INIo¥o WOlLILilMI SPKilNlQE^S
GRAMOPHONE.
FOTO. UFA
EN RADIOHANDEL
Hoofdkantoor: PASSAGE 46- Filialen: LAAN v. MEERDERVOORT 60a en 453 — DEN HAAG Hoort onze Electrische fyn notenhouten GramophonesI Geen opwinden meer, geen naalden-verwisseling, stopt Automatisch! N.V. WILLEM SPRENGER'S Portable Reis-Gramophones, 2-veerig met automatische rem f öö.—. Franco door Nederland.
EXPORTHUIS VAN TROPEN-GRAMOPHONES, EMBALLEER- EN REPAREER-INRICHTINO. Red. en Adra.t Galaewater 32, Leiden. Tel. 760 Postfekenlnn «
Verschtint wekel
1
PAULINE I JOHM50N
^pm*.^
Is per kwartaal f 195 C. TH.
;%^^vessu^p^Mi W
.
■
-
■■
■
Voortaan op elk pakje hier
r
EDDIE . QUILLAN.
GARANTIE-DATUM Wat is de belangrijkste eigenschap van alle voedsel? Dat het versch moet zijn. De nieuwe waarborg bij aankoop van Blue Band is, dat op elk pakje de Garantie-datum voor verschheid staat.' Kijk hier op het pakje dat U vandaag koopt. U zult daarop vermeld vinden:
GEGARANDEERD VERSCH TOT
r
o/**
Dit is de nieuwe waarborg indien U Blue Band koopt — het wil zeggen, dat U zelf kunt controleeren of het pakje bij aankoop werkelijk versch is. Let dus vooral op den GARANTIEDATUM
BLUE
BAND
VERSCH GEKARND
BB I - 01 H
- 3
\
DE STRIJD OM DE VRIJHEID (VRIJ NAAR HET ENGELSCH)
Ons eerste complete verhaal IN de harten van alle mannen, die werden gebonden,naar de Fransche strafkolonie, welke over heel de wereld bekend is onder den befaamden naam van „Duivels-Eiland" leeft slechts één verlangen: Vluchten! Deze gedachte woelde ook steeds in het brein van Lefranc, die tot „levenslang" was veroordeeld. En het was om déze reden, dat hij zoo'n groot belang stelde in het doen en laten van de beide gouddejvers. Hij was voor het oogenblik wat men noemde een 1 i b é r é, hetgeen zeggen wil, dat hU zijn tijd op het eiland had uitgediend, dat de autoriteiten hem op het door koortsen geteisterde vasteland hadden gezet en hem daar aan zijn lot hadden overgelaten. Hij was er na groote moeite en vele wederwaardigheden in geslaagd een baantje te krijgen als barman in een café te Cayenne, dat door een inlandsohe vrouw werd geëxploiteerd. De toestand waaronder hij er werkte was, practisch gesproken, die van slavernij, daar de Hbérés, wanneer ze eenmaal zijn „vrijgelaten", door de autoriteiten van het boete-oord worden overgelaten aan de genade der inlandsche bevolking van Cayenne, die hen betalen en behandelen zooals zij verkiezen. Toch leed Lefranc nog geen honger, zooals andere libérés maar al te vaak wèl doen. Het was na middernacht. Lefranc lag op zijn stapeltje zakken, die hem tot bed dienden, in een hoekje van de bar op den met zaagsel bestrooiden vloer. Tegen zonsopgang den volgen-
IHBMIIMIItWMIIIIMIUimWMUIllMIM«»««^^
Ofschoon yalek geen woord verstond uan hetgeen de vreemde man zei. beireep hV toch even äoed als Lefrenc. dat zgn leven aan een zijden draad hint. De laatste besefte bovendien, dat hl] het spel om zlfn leven had vertoren. ZVn Aoud. zijn iereedschappen en ziln bedlenden zouden hem afienomen worden. Het beteehende de ruïne van een lani iekoesterd, buna ieslaa&d plan . . . HUIIHIIIIUIIIIHIHIIHIIIIinnilHIIIIIIIIIIUIMIIIIUIIIUIIIUnnillllHIIIIIHIIIIII
den morgen zoü de mailboot vertrekken. Dagen waarop de mail vertrok, brachten Lefranc steeds uit zijn gewone doen, want het was dèn, dat hij een beduimelden brief schreef aan zijn vrouw en kind in Frankrijk, die hij, daar hij veroordeeld was levenslang in Cayenne te moeten blijven, nooit meer zou zien. Als hij met zijn brief klaar was, stak hij hem in de envelop, keek nog eens goed naar het adres, steunde dan zijn hoofd in zijn handen en bleef zóó zitten, terwijl ingehouden snikken zijn gansche Hchaam deden schokken. Wanneer de eigenares van de bar hem zoo zag, haalde zij haar schouders op en zei tegen de bezoekers: „Hij heeft Ie cafard!" Inderdaad had Lefranc dien dag weer zijn cafard gehad en lag hij op zijn zakken te denken over iets, wat een mede-gevangene hem een paar dagen tevoren had verteld. Die had hem medegedeeld, dat een Chinees onlangs een grooten winkel had geopend in Cayenne en onder den dekmantel van zijn handel in samenwerking met een kapitein van een Braziliaansche boot. dien hij in zijn winkel had leeren kennen, bereid was ontvluchtingen in de hand te werken. Het was een gecompliceerde onderneming, zoo'n vlucht, want de strandwachters moesten worden omgekocht, terwijl er bovendien een boot gehuurd moest -wtorden. Voorts moest de Braziliaansche kapitein betaald worden. Alles bij elkaar genomen, had het geen zin naar den Chinees te gaan als men niet in het bezit was
van minstens tienduizend francs. Tienduizend francs! dacht Lefranc. Waar moest hij, een ellendige libéré, die in een bar te Cayenne amper zijn voedsel verdiende, zoo'n bedrag vandaan halen? Terwijl hü daarover lag te peinzen, hoorde hij in de straat het geluid van dikke, lallende stemmen. Dat moesten de beide gouddelvers zijn, die naar het café terugkeerden. Zij waren het binnenland ingeweest, om voor een maatschappij in Europa een report op te maken en den volgenden morgen zouden zij met de mailboot vertrekken. Lefranc trok een punt van den zak over zijn hoofd en keerde zijn gezicht naar den muur. Indien de beide kerels merkten, dat hij er was, zouden ze hem weer beginnen te sarren. Het waren ruwe klanten, die het meest genoten, wanneer zij anderen konden kweHen. De beide gouddelvers strompelden 't lokaal in, vloekten omdat er te weinig licht naar hun zin brandde en riepen luid om den barman. Lefranc lag stil; in dien donkenen hoek, met de zakken over hem heen, zouden ze hem waarschijnlijk niet zien. Hij hoorde hoe ze aan een tafeltje gingen zitten en hoe ze even- daarna met een stuk papier ritselden. „Laten we onze kaart nog eens controleeren," zei de een. „Als we eenmaal op de boot zitten, kunnen we het niet meer controleeren." Lefranc spitste zijn oóren. Er vertoefden dikwijls gouddelvers in Cayenne; de meesten van hen waren echter platzak. Maar deze mannen spraken van een kaart. Ze moesten dus iets gevonden hebben! „Er kan geen vergissing mogelijk zijn. Kijk, daar is de Aporagus-Rivier; daar, waar ik dat kruisje heb gezet, ligt het Indiaansche dorp en de kreek is er vlak bij, rechts op de kaart." Aporagus-Rivier — Indiaansch dorp — eerste kreek rechts; Lefranc pompte de namen in zijn geheugen. Maar de kaart diè moest hij ook in zijn bezit zien te krijgen. „Kom, ik ga naar bed," zei de eerste gouddelver na eenige oogenblikken. „Heb je voor onze bagage gezorgd?" „Ja. Ik laat de kampeerbenoodigdheden en gereedschappen hier achter. De oude vrouw zal er voor zorgen." Lefranc bleef op zijn zakken liggen wachten tot de beide kerels in diepen slaap waren. Toen kroop hij voorzichtig naar hun kamer en daar hij in dit werk een expert was, had hij zich spoedig meester gemaakt van de kaart. Hij maakte er een ruwe schets naar, alvorens ze weer in den zak van den gouddelver te steken. Den volgenden ochtend bleef hij, toen hij eenige koffers van de gouddelvers naar de boot had gebracht, het schip nastaren tot zelfs de rook ervan aan den horizon was verdwenen; toen begaf hij zich op weg naar den Chinees. In Cayenne doen de autoriteiten geen
DANSEN LEEREN 20 Lessen flS.— Prospectus franco GOEDE VRIENDEN MET VACANTIE. V.Un.r: mevrouw Frenkel, de heer Van Bienen, directeur in Nederland der „Ufa", mevrouw Mann-Bouwmeester en mevrouw Van Bienen tijdens hun verblijf In Nice. - 4—
-«- EDDY RAY * Amsterdam Westelnde 13, Tel. 3247Ö
%
I
1
moeite, de veroordeelden te weerhouden in de bosschen te vluchten, want iedereen weet, dat, ofschoon ze verder näar het Noorden, bij de St. Laurent du Maroni, kans zouden hebben in Hollandsch-Guyana te komen, de bosschen, welke Cayenne omgeven, geen mogelijkheid tot ontsnapping bieden. Daarom had Lefranc, toen de duisternis was gevallen, niets anders te doen dan zooveel hij dragen kon van de uitrusting der beide gouddelvers op zijn schouders-te nemen en zich op weg te begeven naar dat verschrikkelijke binnenland. Hij was vol goeden moed. Een kilogram goud zou hij kunnen verkoopen voor dertien duizend francs. De Chinees zou het maar al te graag koopen en geen vragen stellen. Het zou in ieder geval mogelijk zijn voor één man om door hard te werken een kilogram goud te verzamelen. De Braziliaansche kapitein zou over drie weken terugkeeren. Slechts één kilogram goud en Lefranc zou Frankrijk weerzien Twee dagen lang liep Lefranc voort langs het doornige pad, dat naar de Aporagus-Rivier leidde. Volgens de schets van de kaart, die hij bij zich droeg, moest het Indiaansche dorp op den oever van de rivier aan het eind van het pad liggen. Hij hoopte, dat dit inderdaad zoo mocht zijn, want door al de gereedschappen, die hij had gestolen, had hij niet meer dan voor drie dagen voedsel met zich kunnen meenemen. Wat er ook gebeuren mocht, hij was vast besloten liever te sterven, dan de uitvoering van zijn plan op te geven. De dood, onder welken vorm dan ook, zou beter zijn dan te moeten falen. In deze donkere bosschen zou hij nooit gevangen genomen kunnen worden; hij zou slechts kunnen sterven van honger, koorts of door een slangenbeet. Maar als hij het opgaf en terugkeerde, zou hij worden teruggezonden naar het Duivels-Eiland. Dertig dagen lang zou hij dan in een onderaardschen kerker worden opgesloten; dan zou hij er voor drie dagen worden uitgelaten — omdat, wanneer men langer in die volkomen donkere kerkers verbleef, men volslagen blind werd. Na die drie dagen zou hij dan wéér voor dertig dagen naar de onderwereld gaan Neen, voor hèm zou er nooit meer een Duivels-Eiland komen. Liever de dood! Den ochtend van den derden dag bereikte Lefranc het Indiaansche dorp. De Indianen, die zijn nadering hadden gadegeslagen, hielden hem voor hetgeen hij was — een gouddelver; want hij was er wèl voor uitgerust en er hing een revolver aan den riem om zijn middel. Af en toe sjokten ellendige schepsels, slechts gekleed in een hemd en een broek, het dorp binnen en
5iraft®F®sssiiFD4© mosflen'in® ip©p
- 5 -
—— f-ü
N.v
ffOVg
AUTOREIZEN
DEN HAAG Korte Poten 25 Tel. 17666 AMSTERDAM Warmoesstr. 187 Tel 46114
RIVIER A-N O RM A ND I Ë
RNZ.
Autotochten naar de
B€LLE]\IVELDEI\I zon aan den hemel rees, begon hij opnieuw en de eerste slag, dien hij met zijn houweel in een klomp gaf, legde een gele ader bloot. Voortgedreven door een koortsachtige opwinding, wierkte hij voort— tot er eindelijk vier klompen goud, zuiver goud, aan zijn voeten lagen! Toen niets meer; niets dan zand en steenen. Hij wist het niet, maar toevallig had hij een kleine ader geraakt, die de gouddelvers over het hoofd hadden gezien. Dien nacht zat Lefranc voor 't kampvuur, de vier stukken goud op een zak vóór hem op den grond uitgespreid. Hij had geen fortuin, maar hij had genoeg — minstens twee kilogram. Dat beteekende de vrijheid en geld om een zaakje te beginnen wanneer hij eenmaal terug was — misschien in Italië of in België. Het zou verstandiger zijn, nimmer een voet in Frankrijk te zetten; maar hij kon ^ijn vrouw en dochter vragen, zich bij hem te voegen en dan zou ihet bijna net zoo goed zijn, als wanneer hij weer in zijn vaderland was Hij zat daar en speelde met het goud. Boven het vuur kookten de twee Boni's het avondmaal. Yalak was er niet; misschien was hij gaan jagen in het bosch. Nu Lefranc- het goud gevonden had, moest hij voorzjehtig zijn. Die Indiaan mocht hem eens willen dooden, om hem te kunnen bestelen. Hij had zijn riem, waaraan de revolver hing, gedurende zijn arbeid afgedaan; maar nu zou hij voortaan zijn wapen dag en nacht bij de hand houden. Hij stond op en liep naar den boom, waaraan hij zijn riem gehangen had.
=N ÖRESSUURWONDÊR. „Wolfl", de Poolhond van Wolfram Junghans, regisseur van de Cultuurafdeeling der Ufa, apporteert zijn vriendje: een zesjarigen levenden krokodil.'
Riem en revolver waren verdwenen. Onderzoekend keek hij naar de beide Boni's. Het waren echter de meest onschuldige wol-harige negers, die hij ooit had ontmoet. Terwijl hij hen gadesloeg, werd het Lefranc duidelijk, dat zij niet eens wisten, waaraan hij op dat oogenblik dacht. Yalak dan? Had die de revolver gestolen? Maar neen, daar kwam Yalak juist tegen den oever van de rivier op, gewapend met zijn pijl en boog, de eenige wapens, die hij ooit geleerd had te hanteeren. Had hij misschien zijn riem en revolver niét aan dien boom gehangen? Lefranc keek het gansche kamp rond, maar vond nergens een spoor van zijn wapen. In ieder geval hadden noch Yalak, noch de beide Boni's, die, behalve hun lendengordel, niets aan hadden, het wapen gestolen. Maar iemand moest het tóch hebben weggenomen. Een riem en een revolver konden maar niet zoo verdwijnen. Ten prooi aan de somberste gedachten, zette Lefranc zich neer om zijn maal te nuttigen; het geheele geval was een raadsel en zeer geheimzinnig. Juist was hij met zijn maal gereed, toen een scherpe kreet van Yalak, die recht tegenover hem zat, hem verrast deed omzien. Achter hem stond een man — een revolver (van Lefranc) op hem en Yalak gericht. Het was niet noodig te vragen, wat het voor een man was. Eén blik was voldoende. Hij droeg niets dan een gescheurd hemd en een broek — geen schoenen of kousen. Op zijn hemd — op de plaats van het hart — was met zwarte verf een nummer geschilderd. Lefranc had vijf jaar op het Duivels-Eiland vertoefd, een gedeelte van dien tijd met ketenen geklonken aan andere mannen, die eveneens zoo'n nummer op hun hemd hadden gedragen. De man zag er hongerig uit. Hij moest dagen lang door het 'bosch hebben gezwalkt, zich voedend met hetgeen hij vond, en nu ha^ hij, naar hij stellig meende, een van die gouddelvers aangetroffen, wier leven steeds aan de genade van deze ontvluchte gevangenen is overgeleverd. Hij moest het wapen vroeger op den dag hebben gestolen en hebben gewacht op het oogenblik, dat de mannen aan hun maaltijd waren, eer hij hen overviel. Half dood van den honger en de wanhoop nabij, zou hij zeker voor geen moord terugdeinzen om te krijgen wat hij hebben wilde; zijn zwarte oogen brandden als vlammen in zijn afgemagerde gezicht.... Lefranc, zelf een gewezen apache, bleef kalm. „Wil je eten?" vroeg hij den vreemde kort, sprekend in het platte dialect van de Fransche hoofdstad. „Ik wil eten; maar gooi eerst den boog en de pijlen van dien Indiaan in het vuur; en dat mes, dat je in je hand hebt, gooi dat ook op den grond." De blikken van den vreemde streken langs de lichamen van de beide Boni's om te zien of ook zij geen wkpens ' adden. Toen aan zijn bevelen was voldaan, am hij een stuk vleesch in zijn linkerhand en begon er op te kauwen, terwijl zijn oogen geen oogenblik aflieten van Lefranc en Yalak. „Stuur dien Indiaan de rivier over
WIJ FELIC1TEEREN . . .
ELGA BRINK, die 3 April Jarig Is. Haar adres luidt: Pragerstrasse 31, Berlijn.
GEORG ALEXANDER, die eveneens 3 April verjaart. Zijn adres Is: Wiesbadenerstr. 5, Berlijn.
CONSTANCE TALMADGE, die 2 April jarig Is. Adres; United Studios, 7200 Sancta Monica, Blvd., Hollywood.
en zeg dien twee negers, de kano te laden," was zijn volgende bevel, toen zijn mond leeg was. „Ik zal je neerschieten als je aarzelt." Ofschoon Yalak geen woord verstond van hetgeen de vreemde man sprak, begreep hij toch even goed als Lefranc, dat zijn leven aan een zijden draad hing en daarom gehoorzaamde hij snel het teeken van Lefranc, om zich naar den anderen oever van de rivier te begeven. Voor de beide Boni-negers was de man met de revolver nu hun chef geworden; ze begonnen direct de kano te laden, er de kampbehoeften, het voedsel, de gereedschappen en de pagaaien heenbrengend. Lefranc besefte, dat hij het spel om zijn leven had verloren. Zijn goud, zijn kamp eh zijn bedienden zouden hem ontnomen worden. Het beteekende de ruïne van een lang gekoesterd, bijna geslaagd plan. Hetzelfde was ook wel aan andere prospectors overkomen. Maar de ironie van zijn geval! Dat die man dacht, dat hij een gouddelver was, terwijl hij slechts een ontsnapt gevangene was, zooals hijzelf! Hij vroeg zich af, of hij hem dit vertellen zou. Een beroep op medelijden zou bij dezen man nutteloos zijn, dat begreep hij. Hij had nog nooit in een paar oogen gekeken, die zóó wreed waren! Misschien zou er een manier zijn om door redeneeren tot een overeenkomst te komen. De vreemde zou natuurlijk probeeren de kust te bereiken. Hij zou zeer waarschijnlijk naar denzelfden Chinees gaan als Lefranc van plan was
-i
geweest, om ook van dezen zijn vrijheid te koopen met zijn, Lefranc's, goud! Die delversgereedschappen konden hem in geen geval van nut zijn, „Als je mij mijn gereedschappen laat houden en ik vind meer goud, zal ik je er een deel van afstaan," stelde Lefranc voor. „Je zult geen goud meer vinden," antwoordde de ander ruw. „Gouddelven is eens mijn vak geweest en ik ken de waarde van een ader, als ik die zie. Ik ben hier al twee dagen vóór jou geweest, maar ik had geen gereedschap en tenslotte moest ik weggaan om voedsel te zoeken. Toen kwam ik terug en vond jou hier. Een ander zou je er misschien om hebben gedood, maar ik zal je leven sparen." „Waarom hebben die anderen het goud niet meegenomen?" „Omdat er geen goud was waar ze bij konden, behalve dan dit adertje aan de oppervlakte en dat hebben ze over het hoofd gezien. Maar de werkelijke goud-ader loopt twintig voet onder de oppervlakte; je kunt de sporen zien van hun boren. Daarom zijn ze weggegaan om later met betere werktuigen en machines terug te komen." Hij nam den zak op, waarop Lefranc de stukken goud had gelegd en hield het in zijn hand. „Voor m ij n plan is het voldoende," zei hij toen. Het was ongetwijfeM wreed. Vóór de oogen van Lefranc lagen twee kilogram goud, die Europa, vrijheid en leven beteekenden; en geen ons, zelfs geen lóód ervan, zou hem toebehooren. Hij wist, wat de vreemde had bedoeld toen hij zei, dat hij geen goud meer zou vinden; hij had vaak genoeg gehoord van delvers, die jaren door de bosschen van Fransch Guyana hadden gezworven, zonder dat zij ooit goud hadden gevonden Het was wreed; bitter-wreed. Zou hij dien man de waarheid vertellen, vertellen, dat hij geen delver was, maar een veroordeelde als hijzelf? Waarom niét? „Luister," zei Lefranc, „je denkt natuurlijk, dat je het geluk hebt gehad een gouddelver te ontmoeten en hem te bestelen, nietwaar? Je denkt misschien, dat ik ergens anders kan probeeren opnieuw goud te vinden?" „Je zoudt een bofferd zijn, indien je wat vondt, want je schijnt bitter weinig verstand van het vak te hebben." Het werd geringschattend gezegd; de vreemde scheen geen hart te hebben; het scheen hem niets te kunnen schelen of Lefranc nog meer goud vond of niet — of hij stierf van den honger of niet. Lefranc's blikken bleven rusten op den zak, waarin zich de stukken goud bevonden. „Je wilt dat goud natuurlijk hebben J
N.V. KLEEDERMAKER1J
|
Old Bond Street
V
DIT:
[is het Merk der goede Films
DAMES- EN HEERENKLEEDING NAAR MAAT LE1DSCHESTRAAT ■»» TKLEFOON 3-1-6-3-2
- 6 -
De feo®
[email protected] ft® vmJDeffirsiinielhKS ((RIvDeira^. Inplaats van aan Prins Carnaval brengt men op dit grootsche water- en bloemenfeest zijn hulde aan de schoone, elegante vrouw.
om te kunnen ontsnappen? Tot hoe lang ben je veroordeeld?" „Tot vijf jaar. Vier heb ik er al op zitten. Maar wat kan jou dat schelen?" „Meer dan je denkt. Weet je, wien ik ben? Ik ben een veroordeelde, evenals jezelf! Ik heb dat gereedschap, dat je nu van mij steelt, ook gestolen. Ik was van plan het goud te stelen, dat jij nu hebt. Ik heb het noodig. Meer dan jij!" De laatste woorden siste Lefranc tusschen zijn tanden door. De uitdrukking van den anderen man veranderde geheel. Hij keek Lefranc vriendelijker aan. „Dus je bent óók een veroordeelde net als ik Arme duivel!" Lefranc was geen teerhartige kerel. Behalve op de mail-dagen, wanneer hij naar zijn vrouw en dochter schreef, en het was alsof zijn hart uit zijn lichaam werd gerukt, merkte nooit iemand wat er in hem omging. Maar de veranderde houding van den man tegenover hem, gaf hem hoop. Er was een kans, dat de man Lefranc genoeg goud zou geven om te ontsnappen, indien hij zijn toestand wist. „I k ben tot levenslang veroordeeld," antwoordde Lefranc rustig. „Jij kunt in ieder geval binnen een paar jaar weer naar je eigen land teruggaan. Ben je getrouwd?" „Neen! Ik heb niemand in de wereld." „Ik heb een vrouw en een dochter." „Dat spijt me. Dat maakt het nog beroerder, niet?" „Ja." Lefranc sloeg het gezicht van den ander nauwkeurig gade. De uitdrukking ervan was ongetwijfeld veel milder. Toen maakte de 'vreemde den zak open en betastte de stukken goud. Dat te zien was bijna meer dan Lefranc kon verdragen. Ten slotte keek de vreemde op en schudde zijn hoofd. „Ik kan niets voor je doen. Er is eenvoudig niet genoeg voor ons beiden." „Eén kilogram per persoon is voldoende; er zijn er twee. De Chinees in Cayenne is reeds met één kilogram te- 7 -
■.4V:-:, ....• .^■:*,K'>;.J.
vreden. H ij helpt jou toch zeker ook om te ontkomen?" Gretig keek Lefranc den ander aan. „Ja. Maar ik heb méér dan één kilogram noodig." „Ik zeg je, dat je er genoeg aan hebt. Ik zweer het je!" „I k heb er niét genoeg aan." „Je wilt geld hebben als je eenmaal in Europa bent? Ik zal zorgen, dat je het krijgt. Neem me met je mee en ik zal je lederen franc terugbetalen. Ik zou een merisch kunnen dooden om mijn vrouw en kind terug te kunnen zien." „Dat goud is voor mij van veel meer beteekenis dan duizend vrouwen! — K ij k !" Hij stak zijn arm uit en schoof de mouw van zijn hemid op. Lefranc keek. Boven den pols zag hij een rood gekleurde vlek. „Hier, boven mijn pols zie je die vlek ? Weet je niet, wat die beteekent? Die kerels daar weten het wel !" Terwijl hij Lefranc nog steeds met zijn revolver bedreigde, stak hij zijn arm bijna onder den neus van de beide negers. Deze staarden naar de zonderling gekleurde vlek en sprongen toen met een verschrikten kreet achteruit. De veroordeelde lachte. „Ja, z ij weten het wel. Ze hebben er meer dan genoeg van in hun vuile dorpen. Ik weet niet, hoe zij het noemen, maar wij noemen het melaatschheid " „Melaatsch ?" „Ja. Melaatschheid! En ik heb het GEZOND - LICHT — SOEPEL zijn de Rhythmische Gymnastiekschoenen
MERK „BAHNFRI Vraagt Uwen Leverancier
Imp. v. d. Kar & Sarphati, Amsterdam
-
gekregen. Ik kreeg het in een van die je bent. Ik zal gedwongen zijn je neer vuile gevangenis-cellen, waar ze je af te schieten als je je beweegt " en toe met je veertigen in opsluiten, Langzaam, achterwaarts, liep hij naar Chineezen, Arabieren en de hemel weet de rivier. Toen hij de kano genaderd wat. voor volkje nog meer. Je bent er was, keerde hij zich half om, nog steeds zelf ook in geweest en je weet er dus de revolver op Lefranc gericht houalles van." dend. Toen zette hij een voet naast den Ofschoon Lefranc volkomen de ge- zacht glooienden oever, in hét water. varen kende, waaraan zij, die rein zijn, Zijn voeten waren, zooals al de voeten blootstaan in die vreeselijke gevange- van de veroordeelden, welke naar het nissen, antwoordde hij toch niet. Hij Duivels-Eiland, gezonden zijn, bloot. dacht: „Welk nut kan dat goud heb- Langzaam, tastend, bewoog hij zijn ben voor een melaatsche? Welk nut?" voet, ten einde zeker van zijn stap te Dat een melaatsche hem van zijn goud zijn, alvorens hij in de kano stapte. had beroofd een man, die op het punt Plotseling slaakte hij een kreet van was te sterven dat was Lefranc pijn. Terwijl hij daar stond, onmachtig kon er geen ander woord voor vinden zich te verroeren, zag Lefranc hoe de dan: fantastisch! man, die hem zijn kans op de vriftieäd „Daarom ben ik ook gevlucht Ik had ontnomen, wankelde en daarna mét merkte, dat ik de ziekte 'had — voor- zijn hoofd voorover in het water verdat de gevangenis-dokters het zagen. dween Wij hadden een veroordeelde bij ons, Lefranc deed een sprong naar voren. die 'dokter was geweest, en hij vertelde De man was gestruikeld; zijn kans was het mij; hij was lang in de Oost ge- gekomen. weest. Je weet, wat er zou zijn geOp hetzelfde oogenblik sprong ook beurd, als de gevangenis-dokters het •Yalak, die als verdwaasd op den aneerst ontdekt hadden. Je weet, hoe zij deren oever van de rivier had gezeten, de veroordeelden behandelen, die me- overeind en begon te zingen en te danlaatsch geworden zijn. En er zijn er sen, zooals de Indianen doen wanneer heel wat." De oogen van den man ver- hun vijand gevallen is. kleinden zich: „Ze zetten ze op een De beide Boni-Negers keken in het eiland en laten hen daar zonder eenige water; toen hieven zij waarschuwend medicijnen, tot ze aan hun ziekte be- hun handen naar Lefranc op en beduidzweken zijn. Precies zoo, zooals ze den hem, niet in de rivier te gaan. hen, die gek geworden zijn, naar een Want z ij wisten, deze Boni's, evenander eiland sturen en hen daar elkan- als Yalak, die óók aan de boorden van der in stukken laten scheuren. Maar dat de rivier het levenslicht had aanzullen ze met mij niét doen. Ha! Ik 'schouwd; zij wis te n, omdat zij hadben ontvlucht voordat ze het ontdekt den gezien, dat leden van hun eigen hadden, zie je," stam door die verschrikkelijke visch vreeselijke „Maar wanneer je in Europa terug- gestoken waren, die komt Dan zal iemand het zien en " visch, die half begraven ligt in het Lefranc wilde niet in zooveel woor- zand en die, wanneer er op getrapt den zeggen, hetgeen hij bedoelde; maar wordt, plotseling zijn scherp getanden staart optilt en ermee slaat, daarbij het de ander las zijn gedachten. „Je denkt, dat ik toch in ieder g'eval vergif tot op de beenderen van zijn moet sterven — dat dit goud van geen slachtoffer drijvend. De visch, die zeer nut meer voor mij is maar dan ver- juist de Doods-straal wordt genoemd, gis je je. Er is nu een instituut in Euro- en voor wier venijn met geen goud een pa — in Duitschland geloof ik. Die dok- geneesmiddel te koop is ter, die mijn mede-veroordeelde was, Eerst toen de visch verdwenen was, heeft het mij verteld. In ieder geval zéggen ze, dat wianneer de ziekte nog waagden Lefranc en zijn helpers het, niet te ver voortgewoekerd is, ze nog zich in de kano te zetten en de rivier genezen kan worden. Ze hebben een ■ op te roeien naar de Indiaansche nederolie ontdekt, waarvan ik den naam ver- zetting, vanwaar de eerste mét zijn geten ben. Daar spuiten ze je mee in goud, dat hém wel de vrijheid en het en dan kun je beter worden. Maar het leven zou bezorgen, veilig de kust wist is een zeer kostbare behandeling; mis- te bereiken schien wel de kostbaarste van de wereld. Maar nu weet je waarvoor ik dat goud noodig heb. De helft ervan is niet genoeg voor me; daar zou ik niets aan hebben." Lefranc werd er zich opeens zonderlingerwijs van bewust, dat de ander daar vóór hem een veel vriendelijker karakter had «dan hij zelf. Hij deed werkelijk moeite, hem duidelijk te maken, waarom hij zoo wreed moest handelen. Niet dat Lefranc er iets om gaf. Als de man zich één seconde zou hebben omgedraaid, zou hij zijn handen om zijn keel geslagen hebben en hem hebben geworgd, om weer in het bezit van zijn goud te komen. Maar de ander draaide zich niet om; al dien tijd hield hij den loop van de revolver op Lefranc gericht. De tassohendief (zUn buit In een taxi onder„Nou moet ik heengaan," zei hij, ach- zoekend): „Wel hier en daar... er zit niet eens teruit naar de kano loopend. „Blijf, waar genoeg In om de taxi te betalen!"
FIILM-ENTHOUSI ASTEN AAN ALLE FILM-ENTHOUSIASTEN. die foto s vroegen, deelen tee roede, da£ deze spoedig gezonden worden. G. v. B. £e VGRAVENHAGE. U hebf he£ antwoord zeker reeds gelezen? Louis Wolhelm. TRUU5 v. A. £e 's-GRAVENHAGE. Meer dan £wee ioto'a worden door ons nieé versérefcé. Breng een nieuwe(n) abonné(e) aan, dan kuné U er weer éwee gratis on£. vangen. Jackie Coogan is 26 Océober jarig, Guséav Fröhlich 21 Maart. In de rubriek „Wij feliciteeren ..-." vindt U steeds de datums vermeld. T. B. te ROTTERDAM. In 't vervolg Uw achternaam voluit vermelden s.v.p. De foto's worden gezonden. L. M. te 's-GRAVENHAGE. Bébé Daniels is werkelijk met Ben Lyon getrouwd. Dit is haar tweede echtgenoot; de eerste was Charles Paddock. Natuurlijk heb ik Uwv briefje gelezen, en zal ik aan Uw wenschen zooveel mogelijk voldoen. ,,De Amerikaansche plannen" zou ik maar uit 't hoofd zetten; deze zijn werkelijk zeer onverstandig. JANET te 's-GRAVENHAGE. We verzoeken U in 't vervolg ook Uw achternaam te vermelden. J. R. te 's-GRAVENHAGE. We kunnen U slechts antwoorden, indien U ons eerst Uw naam en adres opgeeft. Op brieven, die niet onderteekend zijn, geVen we nooit antwoord. , K. de W. te AMSTERDAM. Jenny Jugo is met den filmacteur Enrico Benfer getrouwd. J. ST. te 's-GRAVENHAGE. Het beste wendt U zich tot den directeur der „Deutsche Filmschule" te München. Direct aan de film.maatschappijen schrijven heeft zeer weinig doel. De antwoorden op Uw andere vragen stonden in een der vorige nummers. ANTOINETTE W. te SCHIEDAM. Dank voor Uw aardig briefje. We nemen in deze rubriek echter geen rolverdeeling op. Schrijf eens aan de United Artists, Hoefkade 9, te 's-Gravenhage. U zult dan alle gewanscbte inlichtingen ontvangen. Zoodra daartoe aanleiding bestaat, zullen' we de gevraagde foto's plaatsen. T. P. J. SP. te ROTTERDAM. Hierbij de gevraagde adressen. Lilian Harvey: Ahornallee 16, Berlijn. Betty Amann: Kurfürstendamm 42, Berlijn. Beiden kunt U in 't Duitsch of Engelsch schrijven. Wendt U tot den directeur der Deutsche Filmschule, Sonnenstrasse te München. G. E. te HOORN. Het beste verzendt U den brief 1 April. Niet vergeten een antwoord-coupon in te sluiten. U kunt in 't Engelsch of Duitsch schrijven. T. H. te BREDA. Het adres van John Boles is Radio Pictures, 1560 Broadway, New York. Zijn nieuwste film is „Marseillaise". W. H. te MAASTRICHT. Charlie Chaplin is gescheiden, Lupe Velez verloofd en Ben Lyon getrouwd.
BEZOEKT HET
-v-
r
TE DEN HAAG m
- 8 . ..::/■': - ,'..C;:.;;?iv-V
,-, :.
CONRAD VEIDT
(POTO UPA)
PIMÖl geneest <mv^fiaaUdefuiid
Zyt SU te mager? Sargol vormt mooie, gezonde vrouwen met eleganten lichaamsvorm, krachtige en robuste mannen.
^ZISCHRECEPTEN:
Zou eenige gezetheid U ook niet elefanter en bekoorlijker maken? oudt gij over Uwe persoonlijke verschijning niet meer tevreden zlin, indien gij 10 of 12 pond meer zoudt wegen. Zoo ja, dan moet gij Sargol probeeren; dit zal U schoonheid geven en gevulde lichaamsvormen. Jaren reeds is Sargol het hulpmiddel om mannen flink en krachtig te maken en om aan vrouwen elegante lichaamsvormen te geven! Het is ongetwijfeld de doeltreffendste voedingsprikkel die tot heden uitgevonden is. Sargol verhoogt hef gewicht doordat het nieuwe cellen vormt; het zorgt dat het voedsel volkome« omgezet en opgenomen wordt, vermeerdert daardoor het aantal bloedlichaampjes, met als resultaat stevige spieren, gezond vleesch en gevulde lichaamsvormen. Een „Sargolkuur", 6 doozen voldoende voor 6 weken, kost f9.— SARGOL Cc, Prinsengracht 983, Amsterdam.
VI5CHBALLETJE5. Hiervoor heeft men noodig, behalve de visch, drie ansjovisssn, een ui£je, paneermeel, een sneetje brood zonder korst, een ei, wat zout, tien gram gesmolten boter. De bereiding geschiedt als volgt: nadat men alle graten zorgvuldig uit de gekookte visch gehaald heeft, wascht men de ansjovissen en ontdoet ook deze van de graten. Vervolgens maakt men de visch fijn, voegt er het fijngehakte uitje aan toe, het in de boter geweekte brood en hei fijngemaakte ei, benevens het zout. Vap dit mengsel maakt men balletjes, rolt deze in paneermeel, daarna in eiwit, nogmaals in paneermeel om ze vervolgens in heete boter te bakken tot ze lichtbruin zien. .Deze balletjes worden afzonderlijk bij de (visch-) soep opgediend.
efifien. cuiaesi woraen Dewonaera, worden verkozen. fct "Khasana Superb - Crème' maakt het U gemakkelijk, dit doel te bereiken. Ze is oranjekleurig (geen schmink) gemakkelijk kan ze uitgewreven worden. In een oogwenk toovert ze op Uw wangen een bloesemfijne rozige tint, Uw tint, met Uw type geheel overeenstemmend. U ziet er verjongd, knapper uit en toch natuurlijk, zoodat niemand aan een kunstmiddel denkt.
Baiteo: AbdqtiroopBONBONS
Hetzelfde aanpassingsvermo-
Abdqiiroop
Iets Nieuws!
KHASANA Superb-Lippenuiftf.l.-, elegante draaistifthuU dubbele inhoud f. 1.75, aanvulstift f. /.-, Khasana Superb wangen rood, in potten/. é2$ Overal verkrijgbaar!
Het is gelukt de vanouds bekende Abdijsiroop te „stollen" tot een gemakkelijk in den zak mee te nemen „bonbon", met behoud van al de genezende besranddeelen.
Neemt nog heden een proef met een kleine verpakking Khasana SuperbLippenstift (f. -J5) en wangenrood (f. -.40). Overal verkrijgbaar! Ad' ressen voor den handel worden gaarne verstrekt.
AKKER'« 60 cent p
De vlugge,natuurlijke werking maakt ten allen tijde een discreet gebruik mogelijk. 'Khasana Superb-Crème" en" -Lippenstift" zijn weer-, water-, en kusproef en toch kan niemand het gebruik raden. Alleen met zeep kan de kleur verwijderd worden.
KHASANA „J^^^ SUPERB
.,G*it«Me"
HwKkkcid Keelpijn
gen heeft "Khasana SuperbLippenstift". Hij kleurt Uw lippen niet te veel en niet te weinig en geeft Uw mond de bloeiende frischheid der jeugd.
ABDIJSIROOP - BONBONS —
CA. Qll. /MerJuwucTranCftnl «.Q7Z.21 K4o£onaon
VISCHBOUILLON. Hiervoor heeft men noodig: de resten visch, die overgebleven zijn bij het fileeren, of het vischwater van tong en tongfilets (bijgebrek daaraan kan men ook twee kleine visschen nemen), een worteltje, een takje selderij, een eetlepel zout, drie peperkorrels, drie kruidnagelen, een laurierblad. De bereiding geschiedt als volgt: men zet de visschen of de vischresten op met één liter water, waarin men al de benoodigde ingrediënten heeft gedaan. Nadat de visch een half uur gekookt heeft, giet men het vocht door een zeef. Van de gekookte visch maakt men, na ze- ontdaan te hebben van de graten, balletjes, die men los bij den bouillon kan presenteeren of ook wel in den bouillon kan opdienen. STOKVISCH-STAMPPOT. Hiervoor heeft men noodig: vierhonderd gram geweekte stokvisch, honderd vijf en twintig gram rijst, vijfhonderd gram aardappelen, een ui, wat zout, mosterd, zestig gram boter, ongeveer zeven d.L. kokend water. De bereiding geschiedt als volgt: de stokvisch wordt fijngesneden, waarna men zoo zorgvuldig mogelijk de graatjes verwijdert. Daarna doet men ze in een pan en legt hierop de gewasschen rijst, den gesnipperden ui en de in' stukjes gesneden aardappelen. Daarna wordt de boter er bijgevoegd, het zout en het kokend water. Vervolgens laat men den stamppot een uur op een zacht vuurtje gaarkoken, bijvoorbeeld op een laag petroleumpitje. Tijdens het koken moet men er zoo min mogelijk in roeren, daar fijn« geroerde bestanddeelen het aanzetten bevorderen. Daarna wordt alles door elkaar geroerd, waarna men mosterd toevoegt.
> Bij een huwelijk in de Éngelsche Society-wereld was de bruid zóó gekleed, en . . .
de bruidsmeisjes zóó!
Vuorjaarscostuumpje van grijs tweed, waarbij een mantel gedragen wordt, die eveneens van tweed is doch die een ander patroon vertoont.
DE NIEUWSTE VOORJAARSHOEDEN.
EEN ABONNE AAN ONS GEZONDEN v^y Wo*AAS _/ DAARAAN IS EEN BOEK VERBONDEN ^ O^^h^Ué^ 7' liVHPHHIDSWAARBORG F 10.000 ZUIVERHEIDSWAARBORG F 10.000 ZUIVERHEIDSWAARBORG /UIVHUHHIDSWAARBORG 10.O00 ZUIVERHEIDSWAARBORG F 10.000 ZUIVERHEIDSWAARBORG l«00~ ~ 10.000} ZUM^HHKWMR IÄ00 lO.OOO ZUMäF*WMR lÄüO 10.000
ZUIVHRHF.IDSWAARBORG ZUIVHRHKIDSWAARBORG
>«0Miiv^pii>J_
_
_
10.000 ZUIVERHEIDSWAARBORG 10.000 ZUIVERHEIDSWAARBORG
Vraagt J ze van
lO.OOOJ. 10.000 ZUIVERHEIDSWAARBORG 10.000 ZUIVERHEIDSWAARBORG F 10.000
RINGERS
10 -
.-.
"*#;',';
- 11 -
»'f. i,wv?
COTS MAM
D
U international Pictures ^ ^do bracht( Mij. te Amsterdam m ^f^M^ uitnoodiging Toen ik een dezer ?Wn**™m der Ufa te komen ontving, deze rolprent m de ^^ d> met de gedachte zien. ging ik er hf^'-^IkendfnEngelschentegts. „Alweer een product van een o u^ rde yeur!.. Want Tie kent^ ^ f - ^J teleurgesteld. De lezeressen en ^'XrZnJet goeden kijk op Bmonbekende Knight ^Jen f" «.. te kunnen bezen. gebied te bezitten en voo ^aj^ bliksemtrein LondenBaar is b.v. de oude machinist van^e ^ ^ d Edinburg (Flying f^^^f^Ttype is deze Moore Marzonder te stoppen). Wat ™£**W ^ loCom0tleven riott! Zulke figuren zien we dageu) f der wereld! jrakerie hetgeen wel jammer Het scenario V'^f L hÄersonen vergoedt zeer is. maar het go^J^ol (de dochter van den mactuveel De vrouwelijke hootdroir.rmaakt in een dancing kennis met «n longen stoker <•»»' h des »yonds mee „.„ haxde, eerlijke «f'• ^he, bU)^' «»^T?tblnS "f,' ,huiskomende, ontdekt naa. haar woning en Want „palief, van f» "" 'a^ds manvolk in hms dan dat zijn aangebeden ^te' des ^ weet 0ok 2I, beeft gehaald. Maar «^V^ ^ Jn Nam' nnd A«! „iet: woher er kam £ 3°°n omd.t hij zoo in hart en Een omslagen "°ker, onKW" jenever s,ookre, „ieren sroker was, dat h, ^™Xn". Ma« » tan' oleeet een aanslag op de "J'l""» , komt alles terecht. P
gS
ziin: inist ^ ^ ^ d^a h»« ^"ft
feÄf-^rr^nÄlafn Är^^oÄXBngelscbeftlm^ HAYMONT MILLAND
NA HET ONGELUK KOMT HET GELUK
VOOR HET VERTREK
HCT QEVECHT OP DE LOCOMOTIEF
■
- 12 _
_
. _..
^
LL:^
ijltiiijU,^-^'
..
.
-___^_
13 -
:
y :;
: 7v
:
M
IET ten onrechte snoeien de planten te bespuiBLOEMEN EN PLANTEN IN DEN TUIN wordt de roos de ten met een 10 procent opKoningin der bloelossing van vruchtboom-carROZEN men genoemd. Allen zullen bolineum. we wel eens in verrukking Nu zult u natuurlijk vragen, hebben stilgestaan bij een dagen overvloedig water. gelijk snoeide, snoeit men nu Dan krijgen we een lastig zoo goed als niet. Men bepaalt welke soort roos u moet aanbloeienden rozenstruik. Wat een verscheidenheid in vorm karweitje. De plant moet ge- er zich alleen toe, in het voor- schaffen.'U wilt natuurlijk een snoeid worden en hoe dit nu jaar de zwakke dunne twijgjes plant, die den geheelen zomer en kleur bieden ze niet! Het is een weelde en oogen- te doen? Alleen over het en doode takjes weg te knip- bloeit; voorts rozen, die mooi van kleur zijn en heerlijk ruilust in een tuin te zijn, waar snoeien van rozen zou een pen. ken. Welnu, ik zal er u eenige heel artikel te schrijven' zijn; rozen bloeien, die met heur De jaarlijksche snoei van heerlijk zoete geuren de lucht ik zal echter trachten het u struik- en stamrozen is afhan- noemen, die aan alle eischen kort en duidelijk te zeggen. verzadigen. kelijk van de soort. Dit in voldoen. Maar eerst geef ik Alle pas geplante rozen bijzonderheden te behandelen u den goeden raad, eventueel De roos is daarom ook algemeen geliefd en bekend en moeten kort gesnoeid worden, zou mij te ver voeren, daar- uw rozen te betrekken van ontbreekt haast m geen en- onverschillig welke soort, ook om geef ik u als algemeenen een goeden kweeker of tuinkelen tuin. Het is geen bijzon- al heeft men klimrozen ge- regel het volgende: allereerst man. Ten sterkste moet ik u der lastige plant; alleen ver- kocht met meters-lange ran- worden de zwakke en dunne ontraden, de z.g. marktrozen langt ze een goede plaats in ken. Om er mooie sterke plan- twijgjes, alsmede de doode te koopen. De kweeker of den tuin, en een met zorg ten van te maken, moet u ze toppen, weggeknipt. Daarna tuinman steekt de door u bebewerkten voedselbodem. De zeer kort (schrik niet, lezer!) snoeit men de takken die één stelde rozen versch uit den beste tijd om rozen te plan- tot tien centimeter boven den centimeter dik zijn tot op twee grond, terwijl de z.g. marktten is November, maar met grond snoeien. Doet u dit niet, oogen en de dikkere takken rozen soms weken lang te eenig overleg kan dit ook in dan zult u altijd een zwakke minder. Men snoeit altijd even koop liggen. De planten, die Maart tot begin April gedaan plant houden, die weinig boven een buiten-oog, d.w.z. eind Maart gestoken worden, worden. Wij beginnen dan bloem geeft. Pas geplante een knop, die later een naar liggen er in Mei nog te koop. met den grond in het perk, struik- en stamrozen snoeit buiten groeienden scheut zal Van dergelijke planten mag en kan men niets verwachten. waar we de rozen willen men tot op drie oogen (knop- vormen. Ook is men er nooit zeker plaatsen, flink diep om te spit- pen) van den stam- of worBij stamrozen 'zorgt men, ten. Maar niet altijd heeft men telhals. Dit alles geldt, zooals dat het hart van de plant zoo- van, de gewenschte soort te krijgen en kan men bij evenhier gelegenheid toe. In de ik reeds zei, voor pas geplante veel mogelijk open blijft. nieuwe wijken van Amster- rozen. Ook moetert de grondscheu- tueele teleurstelling nergens Heeft men rozen, welke ten en de z.g. dieven (knop- reclafrieeren. Het beste is dus dam b.v. bestaat de grond uit z.g. opgespoten grond, waar- verwaarloosd zijn door ver- pen, die op den stam groeien) rozen te koopen bij een vertrouwd adres. over een dun laagje aarde ge- keerde behandeling, dan kunt verwijderd worden. De meeste klimrozen zijn spreid is. Hier kan men nog u ze door flink snoeien weer Na het snoeien is het aan niet doorbloeiend. Deze magoed krijgen. Als we dan alle geen twintig centimeter diep te bevelen de rozen te bespuispitten. Treft men zulken takken wegknippen tot tien ten; dit behoedt de planten ken echter takken van vier grond, dan raad tk u aan flin- centimeter boven den grond, voor ziekte, en de larven en tot tier en meer meter, en ke plantgaten te maken van zal de plant zich weer geheel eieren van insecten worden zijn zeer geschikt voor muren een halven meter diepte. We herstellen. dan gedood. Al eenige jaren en schuttingen, waar zij langs doen daarin dan eerst wat De klimrozen, welke men pas ik deze methode met suc- latten geleid worden. Dorothy ouden koemest en vullen ver- het eerste jaar zoo kort mo- ces toe, door direct na het Perkins (rose trosroos); Steil Rambler (rood); Madeleine der het gat met goede voedSeltzer (geel); White Dorothy zame aarde, vermengd met (wit). wat kalkmergel (twee honDe doorbloeiende klimrozen derd vijftig gram op een kumaken niet zulke lange ranbieken meter grond). Deze ken en zijn zeer geschikt voor grondbewerking moet zoo prieelen en rozenbogen. Ik mogelijk eenige weken vóór noem u eenige grootbloemige het planten geschieden, daar soorten, n.1.: Allan Chandler de grond na het spitten nog (scharlaken); Climbing Golzakt. den Ophelia (geel);- William, We krijgen dan een idealen Allen Richard Son (oranje). grond voor de rozen en de De hieronder te noemen beste resultaten. Ieder voorstruikrozen munten uit door jaar kan dan door de bovenhun bijzonder mooien vorm en ste laag wat koemest verkleur-nuances, terwijl zij rijk werkt worden. De rozen kunbloeien en heerlijk geuren: nen jaren lang blijven staan. Agnes Roggen (karmijn rood); Voor we nu de rozen gaan Etoile de Hollande (donkerplanten, zetten we ze met de rood); Frau Felix Tonnar wortels een uurtje in een em(rose); Golden Ophelia (goudmer water, dan sluit de aarde geel); Hilde Apelt (geel); Hugemakkelijker om de wortels. go Filler (zalmkleurig wit); We maken nu de plantgaten Jonkheer J. L. Mock (licht zoo groot, dat de wortels in rose); Leni Neuss (zilver-wit); de natuurlijke houding uitgeLimburgia (karmijn rose); spreid kunnen worden; ze Pink Pearl (rose met zalmmogen ook de laag koemest kleur); Mrs. Dunlop Best (koniet raken. De oculatie van perkleurig); Prinses Juliana de struikrozen moet vijf centi(donkerrood). meter onder den grond zitten. Dit is slechts een kleine De stamrozen plante men greep uit de talrijke rozeneven diep als ze gestaan hebsoorten. Ieder jaar toch worben; dit is aan den stam gedener nieuwe en betere romakkelijk te zien. zen gekweekt. Ook onze HolVerder wordt de grond met landsche fcweekers hebben de voeten stevig aangedrukt daar een zeer belangrijk aanen geven we de plant eenige LENI NEUSS deel in. H. E.R. 14 -
V
Binnenkort zal de „Fim-Filtn" £e Arasterdam een rolprent in ons land uitbrengen, die gespeeld wordt door de beste Russische en Duitsche filmartisten. Deze film is „sound"; o.a. wordt het beroemde „Troika-lied" gezongen door het ensemble Tschebotari-Worubowa. Men hoort en ziet origineele Russische volksliederen en dansen, uitgevoerd door het ensemble van het Moskauer Theater Emiliano(t en Minin. De regisseur Wladimir Strichewski heeft alle eer van zijn werk. Een extra woord van lo£ voor Olga Tschechowa, DE SILEDEVÄÄRT - 15 -
Helen Steels en Hans Adalbert von Schlettow.
'
Mijn neef Janssen stond voor het schilderij, van een hypermodernen meester. ..Nou," zei deze, „wat zeg je van dit meesterstukje ? Ik heb het genoemd : .Smokkelaars door den Zonsopgang verrast'." ,,Zoo," antwoordde mijn neef nadenkend. „Nou, ik kan me begrijpen, dat ze door zoo'n zon verrast werden !" Een dokter zegt, dat het moderne meisje meer melk moest drinken. M.i. hebben ze er alle gelegenheid toe, daar ze vaak genoeg tegelijk met den melkboer thuiskomen. Onlangs werd het een bruigom hoogst kwalijk genomen, omdat hij aan zijn trouwdiner niets had gezegd. Waarschijnlijk vond hij dat hij al meer dan sgenoeg K gezegd had. . Het mag een onaangenaam iets zijn, kaart te spelen met een partner, die niet tegen zijn verlies kan, maar het is toch nog yèèl beter dan te spelen met iemand die niet anders doet dan winnen.
Wipinedeiin oneei Jcnn^eim. ..Hoe komt het, dat de suiker hier dertig cent per pond kost en aan den overkant maar vijf en twintig ?" „Omdat mijn overbuurman minder verdient dan ik." Iemand zag, hoc een heer voor hem een kaartje voor den schouwburg kocht en het geld, dat hij terugkreeg, liet liggen. „Gebeurt dat meer?" vroeg hij. ,,0 ja," was het antwoord van den kassier. „En wat doet u dan ?" ,,Ik tik tegen het ruitje met mijn spons!"
ensch
„Ik ben een vrouw van weinig woorden," zei mevrouw uit de hoogte. „Als ik wenk met mijn vinger, beteekent'dat ,kom hier'." ,,Net als. ik, mevrouw," zei het nieuwe meisje, „als ik mijn hoofd schud, beteeken t het, dat ik niet kom !" „Heeft je vrouw gehoord, dat je gisterennacht laat bent thuisgekomen ?" „Natuurlijk. Ze hoort zelfs al als het kwik in den thermometer daalt !" Veroordeelde: „Heb je gratie voor me kunnen krijgen ?" Advccaat: „Neen, dat niet. Maar ik heb toch goed nieuws voor ie." „Wat dan?" ,,Je wordt op Woensdag inplaats van op Vrijdag terechtgesteld, omdat Vrijdag zoo n ongeluksdag is."
ONZE EERSTE SOUNDFILM KOMT!
ONZE WEKELIJKSCHE PRIJSVRAAG Zestigste vraag. Wat is de beteekenis der afkorting h. 1. s. e. (op grafsteenen). Het antwoord op deze vraag zien wij gaarne tegemoet (op een briefkaart) vóór 9 April a. s. (Indische lezers vóór 6 Augustus) aan ons adres : Redactie „Het Weekblad", Galgewater 22, Zestigste Vraag, Leiden. Onder hen, die ons een goed antwoord zenden, zullen wij weer een prijs van /2,5ovorloton bfWvrns vijf troostprijzen
,r
ROTKA
DE OPLOSSING
f
Zes en vijftigste vraag.
Als gasten: Wij ontvingen op deze vraag ook weer een overstelpend aantal antwoorden. De geldprijs van / 2,50 viel ten deel aan mejuffrouw N. Semelink te Rotterdam, die ons niet minder dan vijf en vijftig spreekwoorden zond, die hun ontstaan aan den hond te danken hebben ! Bravo ! (Men zal het billijken, dat wij ze hier niet alle opnoemen !) onder medewerking van het beroemde zang- en dansDe troostprijzen hebben wij verloot duo de zusters W E R E F K I N. onder de inzendsters en inzenders van het BALALAIKA-SPELER daarop volgende aantal. De gelukkigen Solist van het Moskouer Balalaika-orkest zijn ; de heer H. Wineke, Eindhoven • de heer J. A. M. Peters, Dahliastraat 9, POGORELOFF. Deventer ; mevrouw J. Kolkmeijer—v. Hees, Amsterdam ; de heer W. H. B door het ensemble van het Moskouer Theater Briedé, Noordwijk a/Zee ; de heer T. v d H-ndl. Gmirln' EMILIANOFF en MININ.
Olga Tschechowa en Hans Adalbert von Schlettow Regie: WLADIMIR STRICHE WSKI
Rassische volksliederen en dansen
Origineele volksliederen en dansen
HARMONICA SPELERS Russische Indien U meent HET BESTE flezien te hebben, dat er op filninebied bestaat, dan heeft de N.V. METRO OOLDWYN MAYER FILM Mij. altyd NOG BETERE FILMS
HET TROIKA-LIED .
melodieën
onder
leiding
KRILOFF.
gezongen door het ensemble
TscH*botarl-Worubowa
van
A, VICTOR MC LANGLEN, EDMUND LOWE
lagg en Quirt", de beide onvergetelijke mededingers, SS staan met een marine-detachement in Wladiwostock (Rusland). Beiden zijn mi seig^ant, want in vredestijd zijn er niet meer zooveel officieren noodig. Dat is dus veranderd, maar wat niet veranderd is, is dat beiden nog steeds een gevoelig hart hebben voor het vrouwelijk geslacht en het evenals vroeger vaak tot vechtpartijen komt als er een meisje in de buurt is, dat de een den ander natuurlijk niet gunt. Een bevel uit New York roept het detachement terug en Flagg herinnert zijn menschen eraan, dat hij ze gewaarschuwd heeft zich niet te veel met de dames in te laten en dat het nu hoog tijd is om de aangegane verbintenissen te verbreken. De soldaten verdrijven den tijd met vroolijken zang en dans. Soms klinkt er een sentimenteel zeemansliedje tusschen, maar aan overgevoeligheid lijden de marine-soldaten van de V. S- overigens niet. Het is bar koud in Wladiwostock en op de chambrée wordt menige hartversterking verschalkt, o.a. door den Zweed Olsen, die er mee geurt, dat hij een fleschje drank van een beeldschoon Russinnetje heeft gekregen. Het portret van het mooie kind wordt bekeken. Dit is genoeg voor Flagg en Quirt om veroveringsplannen te gaan smeden. Het adres van de jongedame is bekend en beiden, eerst Flagg en,dan Quirt, stevenen er opaf. Quirt wordt vriendelijk ontvangen. Zijn goochelkunst]es doen zelfs de strengste principes verdwijnen en daar Olga en haar huisgenooten van pret houden is de kennis spoedig gemaakt. Als wederom de bel gaat, staat Flagg
- 16
op de stoep. Ook hij wordt binnengelaten. Het gesprek tusschen beide beeren is zooals gewoonlijk, maar Flagg gaat heen, om onmiddellijk vervangen te worden door Olga's man, Sanovitch, „den sterksten man van Rusland". Als Quirt dan op een minder gebruikelijke manier de trap wordt afgeslingerd, is het Flagg, die het laatste en het beste lacht. Als geslagen honden stapt het tweetal aan boord. Als er geen dames in de buurt zijn, bestaan er geen trouwer kamssadfi» daa Flagg en Quirt. Quirt
LILY EN VICTOR
- 17 ■_- >_^.^_
1J ■..
^_._
wil uit dienst, een man van zaken worden en daarom stelt hij als een kostbaar souvenir zijn notitie-boekje met nuttige adressen aan Flagg ter hand: Het zou te pas kunnen komen! Een zekere Fanny wordt opgeroepen om met Flagg de bloemetjes buiten te zetten in een Luna Park. Bij een weegautomaat, hoe zou het anders kunnen? staat de onverbeterlijke Quirt zijn kunstjes uit te halen. Behoeft het gezegd te worden, dat de aanwezigheid van Fanny weer alle booze instincten bij het tweetal wakker roept en de Luna Park-expeditie uitloopt op een knokpartij op groote schaal? Flagg moet tijdig aan boord zijn en. komt eerst tot zichzelf als het transportschip op weg is naar de tropen. Aangekomen op de plaats van bestemming is Flagg's eerste wandeling naar Mariana, de mooie dochter van den herbergier. Tot zijn groote verbazing is Quirt hem ook daär al voorgeweest. Deze beweert, dat een oorlog zonder Quirt geen echte is en wederom zijn de tropen het tooneel van den strijd tusschen beide mededingers. Mariana, vol vuur en verve voorgesteld door de bekoorlijke Lily Damita, laat zich niet onbetuigd. Vliegtuigen melden, dat er revolutie is uitgebroken en de marine-soldaten moeten vertrekken. Quirt ligt op bed met hooge koorts, kan dus niet meegaan. Een hevige strijd in het gebergte maakt een einde aan de revolutie. Als Flagg terugkeert vindt hij Quirt gezellig geïnstalleerd bij Mariana. Hij heeft nauwelijks tijd om boos te worden, want... de troepen moeten verder. Dan zijn ze weer de trouwste kameraden, tot... er een meisje in 't zicht komt!
-[f^rr
DE ROMANTIEK DER HISTORIE De avontuurlijke levensloop van Lady Hamilton. Van eer tot bittere armoede in
een armzalig dorpje in beseft. Wanneer ze het lage spel doorziet Engeland wordt in het jaar lijdt ze er verschrikkelijk onder, en een 1762 een meisje geboren bij machtig gevoel van haat tegen den arme handwerkslieden. Als verrader maakt zich van haar meester. . . j| ze twee jaar is, sterft haar Toch weet ze kalm te blijven en haar vader en haar moeder moet plan op berekende wijze ten uitvoer te met haar dochtertje leven van de barm- leggen.... hartigheid van vreemde menschen. De Haar schoonheid blijft ook in Napels kleine is zeer levenslustig en zou het niet onopgemerkt. Ze wordt weldra in liefst den ganschen dag buiten loopen de eerste kringen ontvangen en de springen en huppelen, daarbij in haar vermogende hertogin von Argyll proteverbeelding de omgeving met allerlei ge- geert haar. Slechts tot het hof kan zij niet stalten uit de sprookjeswereld be- doordringen: koningin Maria Carolina, volkend. . . . de hoogmoedige dochter van Maria Zóó wordt ze veertien jaar : de leeftijd, Theresia, houdt haar om haar „reputawaarop voor de kinderen van arme tie" op een afstand. . . menschen het mooiste verloren gaat, Maar ook op haar neemt Emma wraak : wat zij ooit bezaten of bezitten zullen : ze weet den zwakzinnigen gemaal der hun jeugd ! Ook Emma Lyon — zoo koningin het hoofd op hol te brengen. De heet zij, van wie hier sprake is — moet koning schrijft haar een onvoorzichtigen nu haar eigen brood gaan verdienen. Ze brief en mét dit kostbare document gaat wordt naar Londen gestuurd en vindt Emma op audiëntie bij de koningin en daar, na lang zoeken, een betrekking als vraagt deze, haar, zwakke vrouw, tegen kindermeisje. Daar leert ze Jane Powell de avances van den koning te willen kennen, die eens de beroemdste actrice beschermen . . . van Engeland zal worden. Het zijn twee Van dit oogenblik af zijn de beide vrouvroolijke, jonge menschenkinderen, die wen vriendinnen ; de koningin doet alles geen zorgen kennen en hun levensvreugde om Emma te helpen. Zelfs ontbiedt zij soms op al te uitbundige wijze uiten. Sir Hamilton in haar paleis en zegt hem Dat bevalt de familie niet, waar zij in met Emma te trouwen. ... En werkelijk : betrekking zijn, en Emma moet daarom eenige maanden later treedt de arme naar wat anders uitzien. . . . dochter van een handwerksman uit een Tot dan toe heeft zij eigenlijk zelf Engelsch dorpje in het huwelijk met den nooit goed geweten, hoe mooi ze was, Engelschen gezant aan het hof te Napels. al was eens ook een prins van koninklij- Den zesden September 1791 krijgt Emma ken bloede op straat blijven staan om Lyon in de kleine kapel van Marylebone het meisje met de goudblonde haren en den naam van Lady Hamilton. . . . den lenigen gang na te kijken. . . . Maar Dan keert het 'ongelijke paar naar op een kwaden dag opent een dame uit de Napels terug. „society" haar de oogen en dit wordt de Maar Emma is niet tevreden aan de opgang voor den ondergang van Emma zijde van haar ouden man. Haar bloed Lyon . . . vloeit te snel door haar aderen om genoeHaar levensweg gaat nu den eersten gen te kunnen nemen met een rustig", tijd over duistere paden, waarop het ingetogen huwelijksleven. . . met verkwikkend kan zijn, haar te volgen. Het verlangen woelt en bruist in haar en Wanneer zij ten slotte aan den rand van haar nachten zijn slapeloos. den afgrond staat, „ontfermt" zich de Dan loopt, twee jaar na haar huwelijk drager van een eerwaardigen Engelschen ongeveer, een Engelsch eskader de haven naam over haar: Sir Charles Francis van Napels binnen. Het bevel over dit Greville, neef van Lord Archibald Hamil- Engelsche vlootdeel wordt gevoerd door ton, gouverneur van Jamaica, en neef kapitein Horatio Nelson, die den volgenvan Sir William Hamilton, gezant van den dag zijn opwachting komt maken Engeland te Napels. Hij trekt zich haar op de Engelsche ambassade. lot aan. Zelf is hij arm, heeft slechts . Nelson is avontuurlijk ; Lady Hamilschulden, maar zijn oom Sir William is ton is. jong en van het eerste oogenblik zeer rijk, ongetrouwd en vijf en vijftig dat zij elkaar gezien hebben omhult jaar oud. ... Sir Charles is jong en heeft hen een zoet, doch angstig geheim, veel geld nóódig. Hij ziet in de schoon- aan de sinistere bekoring waarvan zij heid van de nu twintigjarige Emma zijn zich niet te onttrekken weten Ze redding en terwijl zijn oom een éénjarig hebben elkaar lief. verlof in Engeland doorbrengt, weet Sir Wat Nelson precies voor Lady HamilCharles hem zijn „geliefde", de mooiste ton is geweest, zal waarschijnlijk nooit vrouw van Londen, in de armen te bekend worden ; zij was voor hèm voeren .... Als tegendienst staat Sir Wil- echter als een booze droom in zijn leven. liam goed voor de schulden van zijn neef, Een booze droom, die een zoete openbadie zich nu den weg gebaand ziet voor ring beloofde, doch steeds in gebreke bleef een rijke partij, zijn stand waardig .... de belofte geheel te vervullen. Voor Lady Einde April van het jaar 1786 komt Hamilton wordt Nelson moordenaar, Emma met haar moeder te Napels aan laat hij Prins Caraciolo in de haven van en Sir William heeft voldoende ervaring Napels ophangen. Voor Lady Hamilton om den beiden dames een onderdak laat hij ook zijn vrouw in den steek. En te bezorgen in het gebouw van het gezant- om wille van haar sterft hij ook in den schap. ... slag bij Trafalgar, aan boord van de Het duurt lang, eer Emma de waarheid „Victory". Zijn wervelkolom is door een
kogel versplinterd en zijn laatste woorden zijn een bede voor „zijn Emma en kind": „Dokter, vergeet u niet, dat ik Engeland mijn geliefde Lady Hamilton en mijn dochter Horatia vermaak. ..." De dochter was Nelson door Lady Hamilton geschonken in het jaar 1800, drie jaar vóór den dood van haar echt-~ genoot. . . . Sir William Hamilton is gestorven. Nelson is dood. En wie Lady Hamilton gekend hebben, wie gedeeld hebben in haar roem en haar vreugde, houden zich dood.... Emma Hamilton is aan armoe ten prooi gevallen. Het vermogen van haar man is verdwenen. Zijn erfgenamen hebben er als het ware om gevochten. Vergeefs tracht Emma van den Engelschen staat een pensioen te krijgen. Stuk voor stuk verkoopt zij haar bezittingen, de laatste herinneringen aan Nelson. Steeds meer grijnst de armoede haar aan en op een kwaden dag ontwaakt zij uit een flauwte in de gevangenis van Kings Bench, waar zij om haar schulden was opgesloten. Er wordt een collecte voor haar gehouden en met de opbrengst daarvan gelukt het haar, naar Frankrijk te vluchten, waar zij zich in Calais vestigt. Daar woonde ze in een kale, wit gekalkte kamer, leed kou en stierf half van den honger, samen met haar kleine Horatia en haar goede gedienstige Francis. En voor haar deur verdrongen zich soms de vreemdelingen,'ten einde een glimp op te vangen van het door lijden en ontberingen vermagerde gelaat, dat eens zóó schoon was geweest, dat het haar noodlot werd.... Zij, Lady Hamilton, weduwe van Sir William Hamilton, gezant van het Britsche imperium aan het hof te Napels; zij, de verafgoodde geliefde van Lord Nelson, den overwinnaar van Aboekir en Trafalgar ; zij,, de beste vriendin van een koningin.; zij, de wereldberoemde schoonheid, die de begenadigde schilder Romney tallooze malen heeft getracht in lijn en kleur vast te leggen. . . .zij woonde daar en in haar groote leed zelfs was zij voor de nieuwsgierige toeristen nóg een bezienswaardigheid. . . . Den vijftienden Januari iSis.liet zij het aardsche lijden achter zich. Haar nalatenschap werd op twee honderd acht en twintig francs geschat. Niet eens voldoende om haar laatsten wensch te kunnen vervullen : zij had gevraagd begraven te worden in Paddington, naast haar moeder. 'Op een klein kerkhofje, dat reeds lang is verdwenen, werd zij teraardebesteld. Eén en vijftig jaar stond er boven haar graf. Zóó had zij het zelf op haar sterfbed gezegd, hoewel zij drie en vijftig was. Maar zelfs in het aangezicht van den dood wilde zij nog twee jaar jonger schijnen, deze vrouw, die met haar schoonheid haar leven had gemaakt en vernietigd tevens. . . .
tegenrvoordig een mooie kird!
Per flacon 0.90, 1.21
Daarover verheug ik mij ook verbazend! Zie je nu soms nog iets van meeetertjes;' Je zult er vergeefs naarzoeken! En het was toch heel eenvoudig om er af te komen. H.H. KLEERMAKERS VRAAGT INLICHTINGEN voor het financieren van Uw termynzaken CENTRALE CREDIET- EN FINANCIERINGBANK
Scherk Face Lotion
Cratia Monsteiileachje ontvangt men bij iniending van dfze ed verten tie. met bijvoeging van 15 rent voor porto. aan de firma S. Blindemanft* Co. Zeedijk 116,. AuiBterdam
sCwERk:
KEIZERSGRACHT 302-304, AMSTERDAM (Centrum)
HIER HEEFT U EEN AFBEELDING VAN DE BEROEMDE DE MEEST VOLMAAKTE O R A MOP HON E-P LA AT
99
fK^fi
IKVI
II
il
w
tr\\
HET MELKDIÈET VOOR DE HUID
Vraagt het zoo juist verschenen Succes-Nummer:
's Morgens en 's avonds ge bruikt voor het wasschen van het gezicht, zult U spoedig bemerken.
B 6942 ■ 0h Donna Clara (I. Petersburski). ( Zwei rote Lippen und ein roter Taragona Gespeeld door het Saxophon-Orchest „Dobbri" met refrein-gezang Max Mensing.
4
II
dat Uw teint gezond. Uwe huid zacht, gaaf en stevig wordt en kleine huidaandoeningen verdwijnen.
PRIJS f 2.—; dubbel bespeelbaar. Importeurs: @ 1. STAD & Co. Rotterdam :—: Amsterdam.
VRAAGT EEN ADRES van een zieken of eenzamen Hollflndeif aan J. P. C. MEEUW SE, Vlietstraat No. 2, Amsterdam (Zuid) om daarheen geregeld Uw nummer van „Het Weekblad" te kunnen zenden: strecken worden dan toegezonden.
Knip deze advertentie uit, zend ze met 50 cent in postzegels aan France-Import Rijnstraat 5, Den Haag en U ontvangt een keurig- doosje monsters.
NEDERLANDSCH DANSKAMPHDENSCHAP 1930
FINALE Zondagmiddag 6 April as. in de zalen van -Bellevue, Leidschekade te Amsterdam, des namiddags te 2.30 uur. ^ET WEEKBLAD" stelt voor het Kampioenspaar 1930 twee bekers beschikbaar ^to
- 18 - 19 -
■
'
'
,
■ "V -^
H
ET .was geloof ik Pisuisse, die 't onsterfelijke liedje gezongen heeft: „Berlin hat seiq Unter den Linden"; doch däar kan heel wel bijgevoegd Worden: „New York heeft zijn Times Square", want het is nauwelijks mogelijk aan New York te denken, zonder daarbij tegelijkertijd gedachten vast te knoopen aan Times Square en het gedeelte van Broadway, dat daar vlak bij is. Ze behooren bij elkaar; ze zijn met elkaar vergroeid en het is even onmogelijk over New York te spreken, zonder daarbij aan Broadway te denken, als iets in een uitverkoop gekocht te hebben, zonder daarbij het onaangename gevoel te hebben, dat je tóch nog te veel hebt betaald. Times Square is daar, waar Seventh Avenue in lengterichting gesneden wordt door Broadway en 't eigenaardige van Times Square is, dat het eigenlijk heelemaal geen „square" is, want het lijkt veel meer op een eenigszins uitgedeide straat. De naam is ontleend aan het gebouw van het machtige ochtendblad, de New York Times, dat aan den Zuidkant van Times Square gelegen is. Als de New Yorker eens een avond naar een bioscoop of „movie" wil gaan (en dat gebeurt nog wel eens een enkelen keer), heeft hij de keus zijn huis uit te loopen om na een paar minuten wandelen een bioscoop in te wippen (want het moet al heel gek loopen, wanneer je niet binnen een paar honderd meter een bioscoop tegenkomt), of hij kan op de tram, bus, subway of „elevated" stappen (waarvan de laatste populair de „L" genoemd en waarmee de bovengrondsche spoor bedoeld wordt), om zich voor 'n „nickle", zooals de vijf-centstukjes heeten, naar Broadway te laten brengen. Want ■ hoewel Broadway kilometers en kilometers lang is. bedoelt iedereen wanneer hij zegt: „Ik ga vanavond naar Broadway", dat hij naar het gedeelte bij Times Square gaat. Wanneer een Amsterdammer zegt: „We gaan vanavond naar de bioscoop" (let op, dat een Amsterdammer altijd naar „de" bioscoop gaat en nooit naar „een"), dan is hij het al lang met zijn geweten eens geworden, welk theater dien avond zijn kostelijke en meestal vele dubbeltjes in de kassa zal zien
(TIME5 SQUARE)
BROADWAY
rollen. Maar de New Yorker gaat naar Broadway en als hij eenmaal daar is, dan komt hij wel in het een of ander theater terecht, want ze zijn er in alle prijzen en in alle kwaliteiten. Daar zijn vooreerst de „long run" theaters, waar de belangrijkste films gedurende vele weken (dat is tenminste altijd de hoop van de filmmaatschappijen, 'n hoop waarvan wel eens de gebruikelijke bodem wordt ingeslagen), tegen entree-prijzen van meestal ten hoogste twee dollars vertoond worden. Deze theaters zijn tamelijk klein en de première is er altijd een gebeurtenis van den eersten rang, waarbij bijna alleen genoodigden zijn. De laatste meest-besproken première heeft ongeveer twee weken geleden plaats gevonden in Metro Goldwyn Mayer's Astor Theatre, toen de musical comedy „The Rogue Song" vertoond werd, waarin Lawrence Tibbitt, bariton van de Metropolitan Opera, zijn de-
buut op het witte doek maakte. Natuurlijk waren de dien avond niet spelende Metropolitan-zangers en grand complèt aanwezig en daar de film een enorm succes is, zoodat zelfs weken van te voren de plaatsen moesten worden genomen, zijn ze nu allemaal
plannen aan het smeden om de beenen onder de respectievelijke armen te nemen en hun bivouak. over te brengen naar Hollywood. Iedereen komt bij zoo'n première in avond-toilet en heel New York sprak er natuurlijk den volgenden morgen over, dat Calli Curci er óók geweest was. Naast deze „movies" zijn er natuurlijk de groote theaters als Capitol, Roxy en Paramount, absolute filmpaleizen, waarbij het echter eigenaardig is, dat ze allemaal heel mooi zijn van binnen, maar geen van alle in gezelligheid kunnen wedijveren met bijvoorbeeld Tuschinski. Het is overal geglinster en geschitter, maar een echt gezellig „cosy" hoekje heb ik er nog niet kunnen ontdekken, maar misschien komt dat nog Dan is er de derde categorie theaters, namelijk die met vertooningen tegen „popular prices" en die de gewoonte hebben tegen negen ä tien uur 's morgens hun deuren reeds voor het publiek open te stellen en ze om half drie des nachts eerst weer te sluiten, zoodat je een half uur na middernacht nog eens op je dooie gemak „een bioscopie kunt gaan maken", wanneer je met je leegen tijd geen raad weet en dat schijnen er nog al wat te zijn. Times Square heeft me zoo ongeveer den indruk gegeven van de eeuwige stad. Wanneer je er 's morgens komt. dan is het er druk. Met druk wil ik zeggen, dat je er voortdurend bijna dood bent; je behoeft maar over te steken op een oogenblik dat de verkeers-agent zegt, dat het voor je gezondheid beter is, het
Tlmea Square, naar den NoordKant jjezlen (dus uptown) met links Broadway en rechts Seventh Avenue.
- 20 -
liever niet te doen en je ligt al voor negentig procent in een ziekenhuis. Bij een kruispunt op Times Square staan gewoonlijk een acht- ä tiental politie-agenten, niet in hoofdzaak om het verkeer te regelen, want dat gaat toch maar in één richting, dan wel om de menschen tegen te houden. Er is voortdurend een lawaai van je welste, of een uitgesproken lawaai is het eigenlijk niet; het is veel meer een onophoudelijk ontzettend geroezemoes, een soortement draaikolk van geluiden, waarin als eenige gezellige afwisseling 't angstige gegil van de brandweer-fluit gehoord wordt (en te oordeelen naar het aantal malen, dat dit gehuil gehoord wordt, schijnt het aantal branden ook al evenredig te zün met alle andere dingen in Amerika, namelijk zeer groot), wat ten gevolge heeft, dat de verkeers-agenten als konijnen naar den kant van de straat loopen, onderwijl het gefluit van de brandweer accompagneerend, waarna het verkeer in alle richtingen in een minimum van tijd stil staat, om de mannen van de straalpijp te laten passeeren. Ditzelfde tooneel van haast wbrdt gedurende den geheelen dag geprolongeerd. Tegen lunchtijd komt er een weinig verandering, daar het dan nóg drukker wordt, doordat iedereen dan in een van de ontel-
bare gelegenheden als de weerlicht zijn lunch naar binnenwerkt, om maar weer gauw op kantoor terug te zijn (die bijna allemaal al om vijf uur sluiten) en tusschen vijf en zes uur is er bijna geen doorkomen meer aan. Het is opvallend, dat er zooveel menschen zijn, die niets te doen hebben, heb ik reeds gezegd, want op welk oogenblik van den dag je ook een bioscoop ingaat, het is er bijna altijd vol. Zelfs staan de menschen 's morgens om voor tienen al te wachten, om toch vooral maar het eerst naar binnen te kunnen gaan. Zeer waarschijnlijk komt dit echter, omdat de bioscoop zoo ongeveer het eenige genoegen van den New Yorker is, want als hij uitgaat, kun je er voor vijf en negentig procent zeker van zijn, dat hij zijn geld aan de beweeglijke beelden offert en als hij thuis blijft, dan speelt hij bridge of „pinochle", een kaartspel, dat zich daar in aller belangstelling mag verheugen. Verdere geneugten bestaan er practisch gesproken in het leven van den New Yorker niet, want een theater ziet hij slechts zelden (ik spreek hier van den gemiddelden Nem Yorker), daar de bioscoop voor minder geld, meestal etere muziek en even goei rvariété biedt, terwijl van Bpneelstukken maar enkelei zijn.
Een foto van Woolworth. Building genomen van onder de Washington Arch. . 's Avonds is Times Square lichtreclames flitsen nog even het meest interessant. Dan lustig als in het begin van den flitsen van alle kanten de avond, er zijn meer auto's dan licht-reclames in alle moge- op het drukste oogenblik van lijke kleuren. Hoeveel licht- den dag op het Damrak, de kranten er zijn, weet ik niet menschen schürten nog steeds maar het zal toch al gauw geen lust te hebben om naar tegen de tien loopen. In het huis te gaan, veel winkels zijn begin zijn de licht-reclames den geheelen nacht open en de me echter een weinig tegen- krantenstalletjes hebben het gevallen, daar ik gedacht had, bijna even druk als overdag. dat ze tot heel hoog tegen de Ja, die kranten zijn heel eigenhuizen zouden oploopen. Maar aardig. Er zijn diverse bladen, de huizen aan Times Square waarvan 's avonds tegen, een zijn heelemaal niet hoog. Zelfs iets hoogeren prijs het ochstaat aan den uptownkant tendblad van den volgenden maar één huis van twee ver- dag reeds te verkrijgen is, diepingen, doch daar bovenop zoodat iemand, die niet volzijn een stuk of wat lichtre- gens de klok, maar volgens de clames gebouwd. Alles bij el- krant leeft, altijd een halven kaar is het evenwel toch een dag te vroeg of te laat is en zeer imposant gezicht, welke dus, wanneer hij op wil staan indruk nog vermeerderd werd als het ochtendblad komt, den toen ik van den bovengrond- vorigen avond al goejemorgen schen spoorweg, die Broad- moet zeggen. way niet ver van Times Nog wat later geeft Times Square kruist, op al die lich- Square een iets meer gevaten neerkeek. Dan is het een rieëerd beeld, daar het dan taabsolute lichtmassa, met zoo melijk dicht bevolkt is door goed als geen donkere plek- meer of minder (maar meestal ken er in. meer) aangeschoten menHet eigenaardigste is Times schen; dit laatste vanwege de De Zuidkant van Tlmea Square met In hel midden Times Buildinö. De straat links is Broadway; rechts Seventh Square 's nachts tegen onge- „prohibition". In een volgend Avenue. Links ia Low State Buildinö, waarin de kantoren veer twee uur en dat heeft me artikel misschien echter wat van de Metro Qoldwyn Mayer zijn öevestiäd. Rechts op ook den indruk gegeven van meer over die „drooglegden voorörond is Astor Theatre en het hoofie gebouw eeuwige stad. Op dat uur zijn ging". rechts met klok Is Paramount Building. veel bioscopen nog open, de S. WAAGENAAR. / -21 -
■
.■■■■
■
■
'■■
■
■■■.■■■■■
OlE YERIBOMGIEN SCIHIAT VRIJ NAAR HET ENQELSCH
DOOR D'ALVAREZ ON3 TWEEDE COMPLETE VERHA. WE waren allemaal verbaasd Nobie weer zoo gauw terug te zien op de club. We wisten, dat 'hij naar Engelsch-Indië was gegaan en hadden een vagen indruk gehad, dat hij wel een jaar of langer zou wegblijven. Onze verwelkoming was niet uitermate uitbundig. Men is niet zoo erg uitbundig tegenover een man, die steeds zóó zelfbewust, zóó zeker van zichzelf en zóó buitengewoon kalm is, ook wanneer hij in de hachelijkste omstandigheden verkeert. Hij had altijd te veel succes bij zijn ondernemingen. Zijn vijanden legden steeds het loodje en hierdoor begonnen zij tot op zekere hoogte met hem te sympathiseeren. Hij viel in den derden stoel — de andere twee waren bezet door Emers en mij — glimlachte eens superieur en stak een- sigaar op. „Bonjour," zei ik. „Hoe maak je het?" „Wanneer ben je thuis gekomen?" vroeg Emers. „En waar vandaan?" „Dank je," zei hij eerst tegen mij. „Ik maak het goed." En toen, zich tot Emers wendend, antwoordde hij: „Gisteren. Uit Burma." Hij zweeg even, keek naar buiten en zei: „Wat een smerig weer. hè? Ik dacht op reis vaak aan deze zaal en steeds stelde ik mij dan voor, hoe de regen tegen de ruiten sloeg. En nu nu zit ik hier al weer en de regen slaat tegen de ruiten!" Hij lachte, kort, afgemeten. We verzetten ons in onzen sto^l. Het was duidelijk, dat hij iets te vertellen had en even duidelijk was het, dat hij het vertellen wilde. Hij wilde alleen gevraagd worden. Misschien, omdat hij het zelf niet belangrijk genoeg vond; misschien, omdat hij eerst onze nieuwsgierigheid wilde prikkelen. „Wat is er gebeurd?" „Een avontuur als uit een stuiversroman," antwoordde hij. en hij grijnsde, zoodat zijn witte, sterke tanden heelemaal te zien kwamen. „Als jullie het hooren willen " „Graag," zei Emers. „Laten we dan eerst drinken op den gelukkigen afloop," zei hij en toen hetgeen we besteld hadden gebracht was, begon hij op zijn gewone, korte, maar daarom niet minder boeiende wijze te vertellen. „Toen ik tien maanden geleden vertrok, wist ik, dat ik een gewaagd avontuur tegemoet ging," zei hij. „Ik ging eigenlijk in antwoord op een soort S. O. S. van een vriend, een zekeren Frome, een gouddelver en avonturier, FENNY OUBBELS Leerares in de Moderne dansen Meest toonaangevende in 't Gooi
's-Oravelandscheweg 85 HILVERSUM
■liiininiiiiiiiiiniinniiiiiiiin
.Je zult na onQeveei een uur Inslapen. Mijn mannen zullen bulten de wacht houden. Ik heb Ie üewaarschuwd om niet te ontvluchten, 13 bet niet? doeden nachtI" — Het ilni preclea zooola hy iezeid had. Den voläenden morien vetacbeen bü het eerste hiaheh uan mt]n bed een mboothni, een echt achurken^type met een lanien baard en vroeä wat Ik wenscbte...
■VereemgdRotteirdäumsch^Hofst^dTooißeel^
MIJNH
DE KEIZER VAN AMERIKA TTEH
DOOR G. BERN. SHAW
'{ X
Prijs 30 en 60 et, Bi) Apoth. en DrogiiUn
getrouwd en had geen familie. We hadden dezelfde ideeën omtrent een heeleboel dingen en bovendien hield ik ook v varf avontuur. Ik wil niet zeggen, dat ^J iMfi ir ' dit een verdienste is, maar ik constateer alleen het feit. Frome wist dit. — Wil jij soms ook iets vragen?" : Nobie keek me aan. „Op 'het oogenblik niet," antwoordde ik. Toen vervolgde hij zijn geschiedenis. „Ik had het fijne van de zaak bijna ' ■ 'jÊÊ/tÊÊÊÊÊIÊtQ'^BKÊÊ^'- ^' " «f*N reeds vergeten, toen ik Frome's brief ontving, die al mijn plannen om in Indië te gaan jagen, in de war stuurde. De u brief kwam uit Sharpur. Hij was dus \h-, ' *■ , \t weer teruggegaan naar de plaats, waar de diamanten verborgen waren en die De ministerraad in het eerste bedrijf. V.l.n.r.: Herrn. Schwab, J. Grefe, Joh. Haus, een waarde van vijftig tot zeventig milLouise Kooiman, Corv. d. Lugt, Fie Carelsen, L. Eringa, C. Dommelshuizen en P, Bron! lioen gulden hadden. Wat hij van mij verlangde was, dat ik met de eerste r^or van der Lugt Melsert heeft het ^'/j-jarig bestaan van het Hofstad-Tooneel herboot de beste naar hem toekwam. Drie ^ dacht met het spelen van een stuk van Shaw „De keizer van Amerika", wat een mannen waren noodig voor de ondergroot succes is geworden. — In Europa is tenslotte nog maar éen monarchie, Engeneming, die hieruit bestond, dat we land, waar Magnus (Cor v. d. Lugt Melsert) regeert, heel erg „constitueel", d.w.z. dat moesten trachten weg te komen met hij maar heel weinig te vertellen heeft bij zijn democratische ministers. Dit ministerie wil hem nog maar steeds meer macht ontnemen, wat aanleiding geeft tot onderling zooveel diamanten als we bergen kongekibbel en geïntrigeer. Boven dat kleinzielige gedoe staat de waardige figuur van den den. De tweede man. Brier geheeten, koning, die door zijn fijnen geest en vernuft zijn ministers steeds schaakmat zet. Er zijn was al in Sharpur. Het geluk was met ook twee vrouwen in het ministerie, waarvan Fie Carelsen de ministères van de Postehem geweest; de gevaren, die er nog rijen speelt en Louise Kooiman met veel overtuiging de ministères van Arbeid uitbeeldt. aan verbonden waren, beteekenden Er dreigt weer een conflict en tot aller ontzetting kondigt d? koning aan, dat hij practisch niet veel. Ik moest natuurlijk afstand van den troon zal doen en als lid van het Lagerhuis in het Staatsbestuur terug den sleutel meenemen. zal keeren. Weer heeft hij het gewonnen. Alles blijft echter bij het oude en ook het voorstel van Amerika om met Engeland een vereenigd keizerrijk te vormen, met Magnus Ik stuurde onmiddellijk na ontvangst aan het hoofd, gaat niet door. —Anton Roemer is de gezant van de Vereenigde Staten van den brief een telegram; seinde en vertolkt zijn rol op echt Amerikaansche wijze. — Het tusschenspel geeft een slechts twee woorden: „Ik kom". En kijkje op het intieme leven • van den koning pis hij zijn beminde Orinthia bezoekt. mijn naam natuurlijk. Drie dagen later Annie van der Lugt Melsert speelt deze rol met veel charme en gratie. Van het miniwas ik reeds onderweg. sterie is Herman Schwab een vermakelijke, nerveuze Minister-President en Piet Bron Ik behoef jullie niet te vervelen met in zijn manchester pak op bezoek bij den koning was wel een zéér democratische de beschrijving van mijn reis naar Sharminister van Handel, die zijn collega's telkens doet schrikken door zijn onparlementair pur, die zich in niets onderscheidde van optreden. — Eduard Veterman zorgde voor prachtige decors en vooral het tuinterras in het tweede bedrijf was een succes. een gewoon uitstapje. Frome was niet Een waardige herdenking van het „Koperen féést" van dezen verdienstelijken op het station van Sharpur aanwezig directeur en zijn gezelschap. om mij te begroeten — ik had hem direct getelegrafeerd, toen ik voet aan wal zette, maar ik vond een Britsch- dronken een glas whisky; de avond Na de eerste poging van Frome waren Indiër op het perron wachten. Een man was koud genoeg om onze tanden te de priesters, die den schat moesten bevan middelbare lengte, die er als een doen klapperen. waken, tot de overtuiging gekomen, dat gepensionneerd militair uitzag. „Sterk goedje, niet?" vroeg Brier het voornaamste gevaar niet van hun „U is zeker Nobie?" vroeg hij en toen grijnzend. eigen volk kwam, maar van de rondik bevestigend antwoordde, zei hij Ik was het volkomen met hem eens. reizende Europeanen en dat de ideaalBrier te 2iin, de derde in de diamanten- Het benevelde niet het verstand, maar ste bewaker zou zijn een blanke, die onderneming. Frome was zelf niet ge- het maakte, dat je ledematen zoo zwaar het land niet zou durven verlaten of komen, beweerde hij, omdat hij het in voelden als lood. Het viel me na eenige het geheim verraden. Ze hadden dit de gegeven omstandigheden beter oor- oogenblikken zelfs moeilijk mijn pink baantje aan Brier aangeboden. Hij was deelde, dat men hem en mij voorloopig te bewegen. uit de Andaman-gevangenis ontvlucht, niet samen zag. Dat klonk aannemelijk „Ik ben bang, dat ik je niet erg pret- waar 'hij levenslang was heengezonden genoeg. We dronken samen wat, tig ontvangen heb, Nobie," zei Brier. wegens moord. Hij had een inlandsche wachtten tot het volkomen donker was Ik antwoordde hem niet op dit ge- vrouw getrouwd, en hij had een zoon. geworden en reden toen op een in- zegde, maar vroeg waar Fromf was. Brier was gaarne bereid de bescherlandsch wagentje, waarop mijn bagage „Dat hangt af van de wijze, waarop ming van de priesters te koopen. door was gesjord, naar een bouwvallig huisje hij geleefd heeft," antwoordde Brier, sa- den schat te bewaken. Hij vertelde mij op de grens van de stad. Het heele huis tanisch lachend. „Je vriend is te vroeg dit alles terwijl ik hem zoo hulpeloos was donker, met uitzondering van een teruggekomen. We hadden zijn eerste zat aan te staren als een totaal vergloeienden spijker in de kamer waarin bezoek nog niet vergeten." lamde muis. Brier mij liet. Ik vroeg hem. wat hij bedoelde met „En Frome?" vroeg ik. „Wat is er „Ik heb mijn bedienden niet verteld, „we". Achteraf beschouwd, lijkt het me met hem gebeurd?" wanneer ik thuis zou komen," zei Brier zeer vreemd, dat ik niet opgewondener „Hij stierf op den avond van zijn verklarend. „Kom binnen en doe de werd toen mij zoo plotseling bleek dat aankomst." zei Brier. „Een van de deur achter je dicht." iemand, dien ik als een bondgenoot had priesters had hem mij aangeduid. Hij Ik ging. naar binnen. Hij draaide het beschouwd, een vijand was. Misschien had een zonderlingen loop, waardoor licht hooger. De kamer zag er ja, hoe had de whisky daar echter wel gedeel- het gemakkelijk was, hem te herkenzal ik het noemen — enfin, meer Oos- telijk schuld aan. nen. Ik had de kwestie met zijn inlandtersch uit dan ik verwacht had. We (Zie vervol$ op pagina 26] Brier antwoordde mij op mijn vraag.
:- #vS ^> ' l
■
•■
^ "' 'V'
GUS EDWARDS met zijn jeugdige „chorus-girls" uit de kinderrevue „Baby-Follies". - Een leuk groepje 1
dien ik al meer dan twintig jaar kende. veilig naar zijn vaderland te komen, Ik geloof zelfs, dat ik jullie al eens borg den sleutel in «en safe, gaf den van hem gesproken heb." sleutel aan mij te bewaren voor het Emers dacht, dat hij zich den naam geval dat hem iets mocht overkomen, herinnerde, maar ik meende hem nog en na wat op zijn verhaal te zijn genooit gehoord te hebben. komen, trok hij opnieuw op avontuur „In ieder geval," vervolgde Nobie, uit. Zijn plan was — en ik vond het „was Frome een vriend, dien ik vol- zeer verstandig — om te wachten tot komen kon vertrouwen en samen had- de diefstal van den sleutel wat vergeten den we al heel wat meegemaakt en zou zijn. eer hij een poging zou wagen, vaak den dood onder de oogen gezien. zich van den schat zélf meester te maHebben jullie nooit gehoord van de ken. „Dat alles gebeurde ongeveer twee Sharpur-diamant-spelonk? Het is een heel gewone geschiedenis, dat wil zeg- jaar geleden en het is wat men zou gen heel gewoon van een Oostersch kunnen noemen het voorwoord van standpunt. Een regeerende raja uit de mijn eigen geschiedenis, die eigenlijk achttiende eeuw begon opeens bang te niet eer begon, dan toen Frome's avonworden voor zijn hachje, zette zijn ge- tuur geëindigd was. Indien jullie soms ?" heele vermogen om in kostbare stee- iets te vragen hebben „Ja, ik," zei Emers. „In de eerste nen — hoofdzakelijk diamanten — verborg ze en liet toen allen, die de berg- plaats: waarom kwam die Frome op plaats kenden, onthoofden. Eenige ja- de gedachte den sleutel te stelen, terren later werd hij door een ambitieuzen wijl hij waarschijnlijk toch een eerlijk jongeren broer omgebracht en toen be- en respectabel mensch is? Ik leid dit gon het zoeken naar de kostbaarheden. laatste af uit het feit, dat j ij hem je Toevallig vond een Mohammedaansch vriend noemt! Waarom vindt hij het priester de schatkamer en sinds dien niet geoorloofd in zijn eigen land te tijd is het geheim in het bezit der pries- stelen en wèl in Burma?" Nobie haalde zijn schouders op. ters gebleven. Wanneer de tegenwoor„Dat weet ik ook niet," zei hij. „Laten dige raja kort bij kas is. heeft hij de priesters steeds kunnen overhalen een we daar niet verder op ingaan. Wat wil of twee van de steenen te verkoopen, je nog meer weten?" „Waarom maakte Frome jou deelgemaar eer hij weer wat leenen kon, moest het voorgaande zijn terugbetaald. noot van zijn geheim en gaf hij je zielfs Dat is eigenlijk de quintessence van de den sleutel te bewaren?" „Die vraag is gemakkelijker te beanthistorie. Door een of ander gelukkig toeval had Frome de bergplaats van woorden," zei Nobie. „Frome was niet dezen buitengewoon grooten schat ontdekt. Bovendien had hij zich in het beCIOARROS zit weten te stellen van den sleutel, die geheel met diamanten was bezet en die CADENA op zichzelf reeds een vermogen waard was. Hoè hij hem te pakken heeft kunnen krijgen, weet ik niet en ik ben ook „Een RUkdom der Tropen" nooit zoo dwaas geweest, er naar te vragen. Alles wat ik weet is, dat de bewakers van de kluis Frome te dicht op de hielen zaten, dan dat hij ook nog IN DE VOORNAAMSTE SIGARENWINKELS de juweelen had kunnen stelen. Hij wist - 22 -
-25-
^
^]
■
DE ZWARTE DOKTER
"Ik beveel Palmolive Zeep aan als de zachtste van alle Toiletzeepen"
Tooneelspel in 4 hedrijven door ED WARD LONSDALE Opnieuw bewerkt door Jaap v. d. Poll
CIRCUS-SCHOUWBURG. ROTTERDAM
Vx
niet meer nieuwe stuk heeft door de goede en oordeelkundige bewerking van Jaap v. d. Poll een merkwaardige verjongingskuur ondergaan, waarbij het merkwaardige dan is, dat er vermoedelijk maar weinig in te veranderen viel; even wordt de wereldoorlog aangeroerd; het verzet in Eng. Indië, zoo actueel op dit oogenblik, wordt er óók in genoemd; maar voor het overige kon dit stuk verleden Week geschreven zijn! Het in de oogen der zich volmaakt voelende blanke bevolking van Z.-Afrika minderwaardige van de kleurlingen en halfbloeds wordt in dit stuk, op onderhoudende en niet al te onlogische wijze, krachtig gehekeld. Misschien had een klein weinigje minder chauvinisme ten behoeve van de inboorlingen niet geschaad; thans zijn äl de zwartjes in dit stuk brave en nobele menschen, terwijl de blanke — zelfs grootendeels adellijke — personen op een paar uitzonderingen
zegt MME ZOLLARS
ADVERTEERT IN „HET WEEKBLAET CINEMA & THEATER
Schoonheidsspecialiste
te HOLLYWOOD HET NEDERLANDSCH DANSKAMPIOENSCHAP 1Q30
"Ik beveel Palmolive Zeep aan als de zachtste van alle toiletzeepen. De zich in Palmolive Zeep bevindende palm- en olvfolié'n bevrijden de poriën van alle onzuiverheden en maken de huid zacht"
Uitgeschreven door het Uitvoerend Comité der NATIONALE DANSCOMPETITIE bestaande uit: Cor Klinken, al«. Leider, Erich WIntef, Dr. Joh. van Gogh, J. Monasch, A. C. Kroes, Mej. L. Santen, J. Ph. Donders, en de eereleden Baronesse van Ittersum, Ir. Kalff, E. Belinfante Jr., Santos Casani, Traber-Amiel, Ernst Krauss en J. Poigt. Ingeschreven by de Int. Tanz Turnier Liga, Zürich. nadert haar GROOTE PINALE welke tal gehouden worden op
tl
IN Hollywood, New-York, Parijs, Londen, Budapest, Berlijn, Amsterdam, ja over de geheele wereld zijn de beroemdste schoonheidsexperts het eens over de noodzakelijkheid van een gezonde, schoone huid als basis van elke gelaatsbehandeling. De heilzame werking van palm- en olijfolie, de zuivere bestanddeden van Palmolive Zeep, heeft deze zeep tot de meest uitverkoren en door specialisten algemeen aanbevolen zeep gemaakt. De Palmolive 2-minuten behandeling geeft de grootste waarborg voor een gezonde, frissche huid.
In Hollywood, waar succes zoozeer van schoonheid afhangt, bevindt zich de „Gainsborough BeautyShoppe" van Mme. Zollars, waarvan U nevenstaand een afbeelding ziet.
Zondagmiddag 0 April a. s. in de zalen van Beüevue. Leldschekade te Amsterdam des namiddags te 31/3 Uur. De kampioensparen uit de plaatsen Leeuwarden, Groningen, Assen, Zwolle, Alkmaar, Haarlem, Amsterdam, den Haag, Rotterdam, Breda, Hilversum,Ut recht en Dordrecht zullen in dezen wedstrijd dansen om den Offldeelen Nationalen Kampioenstitel 10 3 0. Toekenning van de VPeekblad-Wisselbekers en andere pryzen w.o. van de volgende firma's en particulieren. Fa. Postumus Amsterdam, Firma Kikkert Amsterdam, Firma Veraar Amsterdam, Fa. Schellekens A'dam, His Misters Voice Agency A'dam, Andre Keurvorst, Kampioen'1926/27 Nederland, Inst. C. Klinkert en Amsterdamsche dansleeraren. Deze wedstrijd wordt voorgezeten door het organiseerend Comité en staat onder persoonlijke leiding van Cor Klinkert, dansleeraar te A'dam. Toegangskaart mits tijdig aangevraagd & fl.SO. voor abonné's ^let Weekblad" f I.— Wedstrijdjaarboekje f 0.25 Tusschentyds wordt door het publiek gedanst. De finale-Jury wordt voor 6 April in 't laatste nummer bekend gemaakt.
HOLLYWOOD
r
*^fÄlPfct^
fT
^e 2'minuten behandeling.
tf
#T^^Ê^^^.^K /mi f/^mmK .^^ ^^ /^/"V "^^^( ^^"^EBk^J^^^ Sm I cent '^jj^j ^T^H A .1 f DDO cTTTtr ^^^^m mm/\S ^tK MUK ^^^^^
na, een troepje gewetenlooze schurken — mannelijke zoowel als vrouwelijke — is; menschen, die er hun dagelijksche werk van schijnen te maken, om zwarten te vertrappen en te vernederen, en blanken — dus rasgenooten — te bedriegen en zich te hunnen koste te verrijken. Maar ondanks deze bedenkingen is „De Zwarte Dokter" gebleken een goed speelstuk te zijn, met voldoende spanning en krachtige scènes, om een publiek aangenaam bezig te houden. „Een beetje ouderwetsch," hoorden we mompelen; toegegeven; maar dän ouderwetsch in de gunstigste beteekenis. Nu ja, het slot vol koek-enei had veilig achterwege kunnen blijven; we zijn dat zoetelijke na zooveel wreeds nu eenmaal ontwend, doch overigens zien we een brok leven, dat helaas niet al te veel van de werkelijkheid afwijkt. Nu moeten we hier direct aan toevoegen, dat het knappe spel van de hoofdfiguren er
veel toe bijdraagt, om het gebeuren op het tooneel aannemelijk te maken. In de eerste plaats noemen we Jules Verstraete, die — als gast — de rol van Dokter Armstrong — den Zwarten Dokter — vervult; reeds bij zijn eerste verschijning weet hij het hart van den toeschouwer te winnen; zijn robuust en beslist optreden, zijn mooi stemgeluid, evenals zijn doordringende blik, die bij zijn bruine gelaatskleur dubbel goed tot zijn recht komt, laten met één slag zien, wie en wat de Zwarte Dokter is. Zijn tegenspeelster is Pietje Spree! Behoeven we eigenlijk hieraan wel toe te voegen, dat ze hem schitterend partij geeft in de rol van Marjorie Sussex? Haar subtiel spel in het eerste bedrijf, haar — in deze omgeving — buitenissige vriendelijkheid tegenover de zwartjes, die haar hoogtepunt vindt in haar warme vriendschap voor haar donkergetinte kamenier Sué, contrasteeren prachtig met haar krachtig spel in het derde bedrijf. Dat we al direct voorvoelen, dat Marjorie en de Zwarte Dokter uiteindelijk „een paar" zullen worden, is noch häär schuld, noch die van Jules Verstraete; hier is het stuk wel een ietsje te doorzichtig! Bets Cremer geeft vooral in de twee eerste bedrijven als de trotsche ongenaakbare La-
Wrijf het schuim van Palmolive Zeep en water gedurende 2 minuten op de gelaat*hui ^- D««rn« afspoelen, eerst met warm, vervolgens met koud water. Doe dit twee maa ' per da^' a'vo^en, poeder of rouge aan te bren Äen e« U «uit Uw huid gezond en frisch houden.
I !,€ Gelieve mij gratis en franco Pw schoonheidsboekje, getiteld: „Hoe men over de ■^ ■ ■ W geheele wereld den teint der jeugd behoudt", te senden. COLGATE-PALMOLIVE-PEET Co. N.V. - Spui.tr.at 64-70 Amsterdam C. - Afdeeling Reclame
GBJL
Naam
„
Aarts
Alle' inlichtingen worden versttekt door het Secretariaat Stadhouderskade 132, Telefoon 24232, AMSTERDAM.
Woonplaats
J|
GROEP DER MEDESPELERS IN „DE ZWARTE DOKTER' 24 '/ J,
_ 25 -
■
»
t. -,,_..,.,_,
—
.,
Ai
■'
-
de Sussex goed spel te zien; in haar groote scène aan het slot van het derde bedrijf, met haar dochter Marjorie, had ze veel krachtiger kunnen zijn. Eerst de bekentenis aan haar dochter, dat ze geruïneerd is, en er zelfs sprake is van gepleegde fraude, en daarna haar invloed op Marjorie, om deze te doen trouwen met haar rijk gewaanden, doch — zooals de toeschouwers reeds lang wisten — totaal leeggeplukten neef Edgar, kwamen thans minder goed tot hun recht, zeer zeker tegenover het krachtige spel van Pietje Spree. De rol van den wreeden, maar laffen en huichelachtigen neef Edgar is bij Henri Morrien in goede handen, niettegenstaande dergelijke rollen niet bepaald zijn fort zijn. De sluwe schurk Cattéra werd door Louis Vervoorn naar behooren vertolkt. Buitengewoon goed en vermakelijk was Joh. van Weert als de gezellige vééldrinker en -eter „Oom Podger"; dät was wèl de wandelende gemoedelijkheid, mèt Marjorie vrijwel de eenige fatsoenlijke onder dat clubje „blanken". Ook Coba Kinsbergen als Sué, de zwarte kamenier van Marjorie, voldeed in alle opzichten en wist van deze kleine rol een voortreffelijke uitbeelding te geven; haar „gebroken taaltje" was buitengewoon natuurlijk; niet minder goed, voor wat de kleinere rollen betreft, was ook Gerrit Eylders als de trouwe inlandsche bediende van Dr. Armstrong, Wamba. Trouwens alle kleinere rollen — en er zijn er nogal wat — waren zeer voldoende bezet. De aankleeding was, zooals we dit bij het Gezelschap van Pietje Spree gewend zijn, voortreffelijk; vooral het eerste bedrijf zag er met de fraaie Perzische tapijten en het vergezicht op de zee, heel voornaam uit. Alles bijeengenomen beloven de opvoeringen van „De Zwarte Dokter" weer 'n welverdiend succes te zullen worden; te oordeelen naar de ontvangst door het premièrepubliek, zal de Zwarte Dokter gedurende minstens een maand wel in den CircusSchouwburg te consulteeren zijn. Door de gave opvoering van dit tooneelspel heeft Pietje Spree weer eens duidelijk gedemonstreerd, dat zij en haar gezelschap ook nog wel andere, dan zoogenaamde „Volksstukken" ten tooneele weten te brengen! ARN. VAN RAALTE Jr.
(Uervolé van pagina 25}
sehen kok in orde gemaakt. — Die brief aan jou?. Die was natuurlijk valsch. Ik heb hem zélf geschreven. Ik vond onder zijn papieren voldoende" voorbeelden om zijn schrift te copieeren. Bovendien kwam er nog meer wetenswaardigs aan het licht. Uw telegram, dat u komen zoudt, was natuurlijk erg geruststellend. We wisten toen, dat de zaak ift orde zou komen." Ik vroeg, wat er verder gebeuren zou. „Ik moet den sleutel hebben." zei Brier. „Zoo gauw je me dien gegeven hebt, mag je vertrekken." „Ik wil er over denken," antwoordde ik. „Echter niet langer dan vier en twintig uur," voorspelde hij. „Dat is het uiterste. En alleen op voorwaarde, dat mijn mannen den sleutel niet zélf vinden in je bagage." „Ik denk niet, dat ze dat doen zullen," merkte ik op. „Indien je hen vergelijkt met 'n soort douane-beambten, die naar een fleschje eau de Cologne zoeken, waarvoor geen invoerrechten zijn betaald, doe je hun onrecht," zei hij grimmig. „En nu kun je beter naar je kamer gebracht worden! Maar wees om 's hemelswil niet zoo dwaas om te probeeren te ontvluchten." Hij klapte in zijn handen. Er verschenen een paar inboorlingen. Ze droegen mij in een kamer naast-aan en legden me daar op een .bed. „Je zult na ongeveer een uur inslapen," zei Brier. -„Mijn mannen zullen buiten de wacht houden. Zoodra je een schreeuw geeft als je wakker bent, zullen ze je eten en drinken brengen. Dat is alles. Ik heb je gewaarschuwd om met te ontvluchten, is het niet? Goeden nacht." Het ging precies zooais hij gezegd
Poto Godfr. de Groot
WILLY WALDEN, die bij de revue veel succes oogst
DAJOS BELA, die met zijn orkest een tournee door ons land zal maken onder de auspiciën van de N.V. Internationale Concert-Directie Ernst Krauss.
er zéker van, dat je nog niet een oogenblikje wilt nadenken, om stellig te weten, dat je geheugen je niet in den steek heeft gelaten? Tot twaalf uur zullen we zeggen?" „Zooais je wilt," antwoordde ik, „maar ik ben heel zeker van mijn zaak." De reden, waarom ik hem die leugen op de mouw spelde was deze. Het zou op zijn minst genomen dertig uur duren, eer hij antwoord kon hebben op een telegram naar Londen. Vier en twintig uur zouden al zoo verspild zijn, omflat het den volgenden dag Zondag was en de antiquair dan natuurlijk gesloten zou zijn. Ik rekende er voorts op, dat er binnen die dertig uur heel wat kon gebeuren. „Goed," antwoordde Brier, na even te hebben nagedacht. „Het zou me echter voor jou spijten, als je op een of andere redding of den een of anderen melodramatischen onzin speculeerde. De priesters willen den sleutel en ze zullen hem hebben. Begrijp dit goed en blijf waar je bent tot je verlof zult hebben gekregen weg te gaan." „Dank je voor den wenk," zei. „Ik zal er aan denken." Het zal ongeveer tegen middernacht zijn geweest toen ik uit mijn bed sloop. Het was een goedkoop gevalletje: Wat linnen gespannen op een paar ijzeren spijlen. Ik liet mij er met een smak uitvallen, waardoor de inboorling, die buiten de deur de wacht hield, mijn kamer kwam binnenstormen. Hij was niets waard, die man, maar ik hjtd mij bovendien den ganschen dag zoo rustig gedragen, dat hij zijn baantje bloot als een formaliteit was gaan beschouwen. Hij had te veel haast om de lamp te krijgen, ofschoon ze vlak bij de hand hing, om eenige aandacht aan mij te schenken; dwaas genoeg had hij bovendien geen wapen meegebracht. Hij kwam geeuwend naar het bed, zag daar een hoopje, waaronder hij mij veronderstelde — ik had een stapeltje gemaakt van de lakens en de dekens — en draaide zich om zonder verder ergens aandacht aan te schenken. Twee stappen deed hij slechts voor ik den kerel bij zijn enkels greep en hij languit op den grond viel. Ik greep hem bij de keel tot hij roerloos onder mijn handen bleef
had. Ik viel in slaap en ontwaakte niet voordat de zon hoog aan den hemel stond. Een lichte hoofdpijn uitgezonderd, voelde ik mij niet slecht. Ik ging overeind zitten. Bij het eerste kraken van mijn bed verscheen een inboorling, een echt schurken-type met een langen baard, en vroeg wat ik wenschte. Ik vroeg om iets te drinken. Hij haalde het. Tegelijk met hem kwam een jongere man binnen en bracht mij water om mij te wasscheri en te scheren. Ik was blij, weer op en in orde te zijn. Het ontbijt volgde; het was zeer behoorlijk. Om ongeveer tien uur — mijn horloge was blijven stilstaan, dus ik kon niet geheel zeker van den tijd zijn — verscheen Brier. „Goed geslapen?" vroeg hij. „Best," antwoordde ik. „Geen geestelijke stoornissen?" „Bijna niet." „Dat is goed. Je zult dus den sleutel willen geven zonder een vergeefsch gesprek te beginnen over recht of onrecht in deze aangelegenheid?" „Ik dacht," antwoordde ik, „dat je mannen me iedere verdere moeite zouden besparen door hem zelf te vinden in mijn bagage." „Dat heb ik gezegd," gaf Brier toe. „Ik wil echter openhartig tegen je zijn; men kan openhartig zijn, indien men alle troeven in handen heeft. Welnu, ze hebben hem niét kunnen vinden." . ■ „Als ze hem wel gevonden hadden," liggen. Toen droeg ik het lichaam naar het zei ik, „zou ik voor het eerst van mijn leven aan Indische magie hebben ge- bed, trok de lakens er over en kroop op loofd. Want ik heb hem niet meege- handen en voeten naar de deur, die hij had laten openstaan. Ik wachtte daar nomen." „Ik had gedacht, dat 'je een meer ori- in de schaduw tot de tweede schildgineele leugen zoudt hebben bedacht," wlacht aan kwam en sprong hem letterlijk tegen den grond. Hij was veel groozei Brier. „De waarheid is soms heelemaal niet ter en bovendien gewapend; als ik hem niet bij verrassing had overmeesterd, origineel," antwoordde ik. „Als je denkt, dat dergelijke onzin zou ik geen succes met hem hebben gehad. Tóch zag hij nog kans mij een jaap je kan redden " Ik zei. dat 'het me speet, maar dat het met zijn dolk over' mijn pols te geven het beste was geweest wat ik had kun- eer ik hem door een vuistslag buiten nen doen, want dat ik zoo krap bij kas gevecht had gesteld. Ik behoef niet in details te treden was geweest, dat ik den sleutel had moeten verkoopen om naar Indië te over de wijze waarop ik ontvluchtte, en kunnen komen. Hij vroeg me, aan wien hoe ik belandde bij de schatkamer. Ja, ik hem verkocht had en ik noemde ik ben däär werkelijk heengegaan; in den naam van een antiquair, bij wien ik wel eens wat gekocht had. Sproeten komen vroep «n „Ik zal nagaan, of je verklaring juist het voorjaar, koop tijdig een pot is," zei hij. „Maar geloof me. Nobie. het zal je slecht vergaan als je liegt. Ben js SpPUtol. Bij alle Drogisten.
de eerste plaats, omdat ik dacht, dat ze mij däär wel het laatst zouden zoeken en in de tweede plaats, omdat ik de hoop niet had opgegeven, mij van de diamanten meester te maken." Nobie wachtte hier even om een nieuwe sigaar aan te steken. „Maar de sleutel?" riep Emers uit. Nobie glimlachte. „Ik had er een duplicaat van gemaakt voordat ik op reis ging; een duplicaat, maar dat wil dan natuurlijk zeggen alleen wat d e b a a r d betreft. Deze sleutel was van gewoon staal en ik droeg hem tusschen mijn andere sleutels aan mijn ring, zoodat niemand ooit kon vermoeden, dat het niet een gewone sleutel was. Ik had namelijk niet het risico willen loopen, onderweg bestolen te worden. Mèt den sleutel had Frome een gedetailleerde kaart in de brandkast geborgen, waarop zeer nauwkeurig de weg stond aangegeven naar de bergplaats van den schat. Ze lag tusschen . twee heuvels in, ongeveer twee kilometer buiten de stad. Ik bereikte de op de kaart aangeduide plek, schraapte wat aarde weg — er scheen een schitterende maan om mij te helpen — vond een smalle eikenhouten deur en in minder dan twee minuten tijd had ik mijn zakken gevuld met de steenen, die zóó maar voor het grijpen lagen. Toen sloot ik de deur, veegde de aarde er weer voor en begaf mij zoo spoedig mogelijk naar het station. Op ongeveer tien 'kilometer van Sharpur ligt een klein stationnetje, waarvan ik me den naam niet meer herinner. Om vier uur des morgens stond ik op het kleine perronnetje. Twintig minuten later kwam er een trein. Toen ik ongemerkt in eerf leeg eerste klasse compartiment slipte, wenschte ik mezelf geluk; bijzondere incidenten uitgezonderd, zou er niet eer dan een kilometer of dertig verder worden gestopt. Ik Wachtte tot wij onderweg waren en haalde toen de steenen te voorschijn om ze nauwkeurig te bekijken. In het geheel had ik vijfhonderd zes en zeventig steenen. Bewonderend liet ik er eenige van op mijn handpalm heen en weer rollen, toen ik opeens naast mij iemand hoorde lachen. Verschrikt keek ik op en zag door het raampje het gezicht van Brier „Mag ik binnenkomen?" vroeg hij en terwijl hij dit zei, deed hij het portier open. „Je hebt een zeer gehaast en zakelijk afscheid genomen," vervolgde hij. „Toch geloof ik echter, dat jij het bent, die zich vergist. Ik heb wel is waar wat tijd verspild door je te volgen, maar ik deed het om een andere reden, dan je denkt. Ik wilde namelijk eens zien, wat voor een gezicht je zoudt zetten als je hoorde, dat die steenen valsch zijn! Ze zijn geen cent waard, kerel! De priesters hebben op mijn advies de echte steenen twee nachten geleden ergens anders heen gebracht. Indien je me niet gelooft, probeer dan eens een van deze diamanten op het raampje naast je!" Ik deed het. De steen gleed over het glas zonder één krasje na te laten „Tevreden?" vroeg Brier. „Wat ben je toch een dwaas geweest. En nu waar je ook heen gaat, de dood zal
steeds op je loeren. Maar ik zou eerst willen weten, waar je den sleutel hebt gelaten." „Hier," zei ik, en ik haalde hem uit mijn zak. Maar toen hij instinctief zijn hand ernaar uitstak, greep ik met mijn linkerhand zijn pols en gaf hem met mijn rechter vuist een slag op zijn hoofd, waardoor hij tegen het portier viel. Het schoot open en Brier smakte naar buiten Aan het eerstvolgende station stapte ik uit den trein en verzon een verhaal van een blanke, een krankzinnige, die mij valsche steenen had willen verkoopen en mij toen aangevallen had Verschillende passagiers hadden Brier langs de treeplank zien loopen en de valsche steenen werden op den vloer van het compartiment gevonden. Het lichaam van Brier trof men op de lijn aan, op de plaats die ik had aangeduid." „En dat is zeker het eind van de geschiedenis?" vroeg Emers. „Practisch gesproken wel," antwoordde Nobie. „Ik mocht naar huis, zoodra de autoriteiten het onderzoek naar Brier beëindigd hadden." • „En Brier's familie?" merkte ik vragend op. „Ik hoorde of zag er niets van. Mijn eigen overtuiging is, dat zij er zich opzettelijk buiten gehouden hebben, omdat zij Brier liever als een onbekenden blanke zagen begraven, dan als een ontsnapte veroordeelde. Ze wisten, dat er niemand was, die hun geheim zou verraden." . * „En heb je niets meer gehoord, sinds je weer in het land bent?" vroeg Emers. „Niets. Waarom zou ik ook? De priesters hebben nog steeds hun verwenschten schat." „Dat weet ik. Maar ik denk aan Brier's zoon. Euraziaten vergeten niet gauw, wanneer het een" kwestie betreft, waarbij bloed gevloeid heeft." „Misschien. Maar ik maak me er geen
i>n* zorgen o\cr. — Mag ik cen rondje geven?" We accepteerden van harte en een clubkellner bracht het bestelde. „Ja, ik heb geluk gehad," zei Nobie peinzend, terwijl hij zijn glas aan zijn lippen bracht en bijna op hetzelfde oogenblik stierf. Later werd ons door de politie gevraagd, of wij ons het gezicht konden herinneren van den kellner, die het bestelde had gebracht. Behalve het feit, dat hij een jong gezicht had en {lat Wij hem niet kenden, konden we geen bijzonderheden meedeelen. De directie van de club kende hem ook niet. Hij moest in de kellners-garderobe zijn geslopen en daar van een kellner, die naar huis was, een uniform hebben aangetrokken. Vervolgens moet hij op onopvallende wijze in de zaal hebben vertoefd — die blauw zag van den rook — tot Nobie zijn bestelling opgaf. Het viel hem toen natuurlijk gemakkelijk om in Nobie's glas een snel-werkend vergif te doen. Wiè het ook was, hij slaagde erin als het ware van de aarde te verdwijnen. De politie vond de kellners-uniform twee dagen later onder een brug. Verder vond men niets! Geen spoor! Emers en ik waren echter overtuigd, dat het Brier's zoon was geweest, die zijn vader had gewroken Brier had trouwens tegen Nobie gezégd, dat, waar hij ook zou heengaan, de dood op hem zou loeren
„BESCHOOT IMIET IMIUDSJES", een blijde familiegebeurtenis, door Herman Heyermans, die door de N.V. „Nieuw Nederlandsch Tooneel" wordt opgevoerd. Een scène met van links naar rechts Kreeft, Bets van Berkel, Sohns, Sophie de Vries, Alex. Frank, van Praag en Marie Hamel.
-26 - 27 .v.-,.--
mr******
wgm
Columbia" brengt eenige nieuwe platen van den bekensy den violist Boris Lensky in den handel. Lensky heeft vooral zorggedragen, dat de „wijsjes", die hij vertolkte, populair waren. Hieronder volgen de titels en nummers der verschil-/ lende opnamen. D. 9968. The Song is ended. (Irvine Berlin). Russian Lullaby (Irving Berlin). D. 9969- Tausend rote Rosen (Ralph Benatzky). Was sagt mein Mädel dazu? (Ralph Benatzky).
GRAMOFOONNIELWS DOOR
WEERGEVER
P. 9911. Poem (Zdenko Fibich). Once (Erl Sanders). D. 9972. Ramona (Mabel Wayne). Cheerie Beerie Be (Mabel Wayne). D. 9910. Seemanns Los (Petrie MarteU). Wiener Volkslied (F. Kreisler). Op een tweetal platen liet „Parlophon" Mozart's „Eine kleine Nachtmusik" opnemen. Deze teere compositie voor „Viool, Viola, Cel en Contrabas" komt hier prachtig tot haar recht. Het orkest, stond onder leiding van Dr. Weissmann. De nummers der platen lijn: P. 9478—9479. Een zeer mooie opname is ook P. 9486, waarop „Dr. Fritz Stiedry mit grossem SymphonieOrchester (Mitglieder der Staatskapelle, Berlin)" de „Italienische Serenade" van Hugo Wolf (Bearbeitet von Max Reger) ten gehoore brengt. Op Parlophone E 10952 een orgelopname „In a Chinese Temple Garden" en „Sanctuary of the Heart", gespeeld door Philip Dose. Carnavalsstemming vindt u op Odéon 11217 „Erst trinken wir noch eins" (Willi Rosen) en „Das Mädel vom Rhein ist ein Frühlingsgedicht" (Rob. Stolz) en op Beka 6924 „Lasst uns froh und munter sein", (Josef Neuhausen), gespeeld door het Saxophon-Orchester Dobbri. Onze eminente zangeres Helene Cals is zich aan een tweetal tango's te buiten gegaan, maar ik moet er direct aan toevoegen, dat de platen prachtig zijn. Het nummer der plaat is Odéon 164177, de titels „Il Tango della Seduzione" en „Tango della Rose." Helene Cals schijnt zich op ieder terrein even gemakkelijk te bewegen en zich een uitstapje in de kleine kunst te kunnen permitteeren. Ook Parlophon brengt een, nieuwe tango-plaat, n.1. B. 12085, waarop „Barnabas von Geczy mit seinen Orchester vom Esplanade" speelt „L'heure bleu" en „II tango della pampa".
BORIS LENSKY
Het buitengewone succes, dat de Ufafilm „Liebeswalzer" oogst, heeft Odéon doen besluiten twee nummers op de plaat te doen vastleggen (O. 11212), n.1. „Liebeswalzer" en „D.u bist das süsseste Mädel der Welt", gespeeld door Tanz-Orchester Dajos Béla. Hetzelfde orkest speelt op O. 6747 „Dritte Walzer-Potpourri", een aantal walsen,
HOUSE
P. C. Hooftstraat 59 b.d. Hobb«mastr. - Tel. 25944
UIT/T€K€ND
AmMerdam A t d
°» " '"
^
Dansplaten, Hieronder volgen eenige nummers van Tango's, die we onzen dansenden lezeressen en lezers ten zeerste kunnen aanbevelen. Brunswick. A. 8169. Sentencia De Meurte (Lius A. Polio), gespeeld door Marimba Guatemalteca „La Chapina". A. 8347. La Cumparsita (M. Rodriguez). LadriUo (J. Caruso-de Dios-Filiberto), gespeeld door Orquesta Tipica. A. 8042. Cantos del Alma (RigobertoDiaz), gespeeld door Maremba. Guatemalteca „La Chapina". A. 7927. Carta blanca. Un Tropezon.
door
Voor „Polydor" speelde de „Orginal Argentinische Tango-Kapelle Juan Llossas" de volgende nummers: 22425. Femina .(Juan Llossas). Tango de la Taverne. (M. Sarrocchi). 22426. Joli Coeur. (Cibolla). Schenk' mir die Nacht. (Grothe).
Speciaal Agentschap voor POLYDOR n BRUNSWICK Instrumenten en Records
BOVEN ALLfL^
smaakvol gecombineerd. Een andere aardige potpourri is Odéon AA 178021, „Liedjes die men nooit vergeet", gespeeld door „Grosses Odéon-KünstlerOrchester, unter Leitung von Dr. Weiss mann". De populairste wijsjes van onzen groeten Louis Davids zijn op deze plaat vastgelegd, zelfs de zenuwlijder van een kleinen man is niet vergeten en bevindt zich in gezelschap van „Bleete Bet" e.a. Jordaan-figuren. In de „New Rhythm Style Series" verscheen No. 18 „Save it pretty Mamma for me" (Fox trot, Redman) en No. 17 „Star Dust" (Fox trot, Carmichael), de eerste gespeeld door Louis Armstrong and his Orchestra, de tweede door The Chocolate Dandies. (Parlophon R. 558) Een nieuwe SchlagerPotpourri brengt Parlophon B. 12171 „Hallo 1930" (Walter Borchert), gespeeld door 't Saxophon-Orchester v Dobbri. Besluiten we deze week met een tweetal nieuwe Richard Tauber-platen, n.1. O. 4958 „Schäferlied" (Franz Alb. Gabriel) en „Rose im Schnee" (Franz Alb. Gabriel). Op O. 4957 „Die Lotosblume" (R. Schumann) en „Ungeduld" (Franz Schubert)".
A. 7928. Noch de Reyes. No saigas de tu Barrio. Deze twee platen gespeeld Orquesta Tipica de Tango.
^
BRUNSWICK
LUXOR PALAST
JOHAN CHRYSOSTOMOS WOLFGANG AMADEUS MOZART
28 -
22427. II reviendra. (Padilla). Argentina. (Raimondi).
'i^t$M
w Off/c/eek Vroaw
Een verhaal'uitden tijd toen de Czawnog over Rusland heerschte door RICHARD H. SAVAGE
..
,\
>r
„Kom hierheen," zei ik en bracht hem in een naburig koffiehuis, waar wij rustig alleen konden zijn. Ik bood hem iets te drinken aan. Hij nam het. „Nu," zei ik kortaf, „wat kan ik voor u doen?" „Mijn hemel! Hebt gij niet gehoord, hoe men mij behandeld heeft? Ik heb mijn ontslag gekregen, mijn goederen zijn verbeurd verklaard, mijn naam is geschrapt van de lijst van den Russischen adel. Ik heb niets meer. Die duivelin heeft mij beroofd van alles, behalve van u — beste Lenox — behalve van ui" „En wat wilt gij nu van mij ?" herhaalde ik schor. „Ik heb uw hulj) noodig. Ik weet nu, dat zij uw vrouw niet was. En hoe heeft zij met mij gespeeld! Zij nam mijn geleide aan; zij haalde mij over, met haar te vluchten — voor u, zooals ik dacht; maar in werkelijkheid voor de Russische justitie. — Zij maakte mij ongelukkig! En wat gaf zij mij tot belooning? Niets! Niets! Niets! Zelfs geen kus! Zoodra wij in volle zee waren, riep zij de bescherming van den Deenschen kapitein der stoomboot in, en lachte mij in mijn gezicht uit, zeggende, dat zij mij en alle Russen haatte; dat zij ze zou willen ruïneeren, zooals zij mij gedaan had; en dat zij evengoed met u gespeeld had als met mij. Aha! mijn waarde Lenox, wij kennen en waar-' deeren elkander! Gij begrijpt mijl Ik ben een man van eer! Ik zou u niet aan uw vrouw willen verraden. Neen, dat verlang ik niet, want hoe slecht mijn geldzaken ook staan, ik ben altijd nog een man van eerl" „En toch zoudt gij mij mijn vrouw ontstolen hebben. Toen gij met haar
wegliep, dacht gij dat ze mijn vrouw was." „Jal dat is zoo 's werelds loop. Met de dames moet iedere man voor zichzelf zorgen, waarde Lenox." „Wat wilt gij, dat ik voor n doen zal?" vroeg ik. „Dit — geef mij slechts een kans, een gelegenheid. Te Monte Carlo ben ik mijn laatsten roebel kwijtgeraakt. Leen mij tweehonderdvijftig dollar, dan ga ik naar Amerika. Dat is een haven voor ongelukkigen. Daar heb ik mijn jeugd en mijn kracht en misschien een zekere mate van finesse en handigheid; en ik ben nog steeds een man van eer." Hij mocht dan nog steeds een man van eer zijn, ik vond het veiliger voor mijn huwelijksgeluk, dat hij niet in de gelegenheid zou zijn, lastige onthullingen aan mijn vrouw te doen! „Goed!" zei ik. „Morgenochtend zal ik hier komen en u 't geld geven." Ik hield mijn woord en hij vertrok naar Amerika, waar hij, zooals ik hoor, directeur geworden is van een Fransch operagezelschap, en met zijn prima donna even ijverig koketteert als vroeger met de schoonen te St.-Petersburg. Ik kwam weer bij mijn vrouw terug en ging naast haar zitten, verheugd dat zij zoo verdiept was in de muziek en het gezicht van een vrouw in een loge tegenover ons, die zij door haar kijker bespiedde, dat zij niets vroeg. Een" oogenblik daarna gaf zij mij haar kijker en zei: „Arthur, kijk eens naar den overkant — de derde loge van het tooneel — en zeg mij, of dat niet een der mooiste vrouwen is, die gij in uw leven gezien hebt." Ik richtte mijn kijker, zooals mij
O-
**» f'"1*»"
MELCHERT SCHUURMAN,
onze medewerker, van wlen wij In dit nummer de vljf-en-twlntlg$te rfiuzlek-bljdrage plaatsen. Schuurman werd 1 Juli 1900 te Alkmaar geboren. Hij studeerde viool en harmonieleer bij J. Henry Oudshoorn en Julius Röntgen Jr. Hij is than? dirigent van het Victoria-Orkest te Alkmaar en heeft als componist naam gemaakt door zijn viool-romanne „Vision", die door „Polydor" werd opgenomen en verspreid, Ook zijn zangspel „Pe Spelers" oogstte veel succes.
- 20 -
gezegd werd. Hij viel bijna uit mijn handen op de hoofden van hen, die beneden ons zaten. De dame, wier gelaat ik aanschouwde, was Hélène; schoon, stralend, bekoorlijk, verleidelijk. „Gij weet zeker iets van haar," zei mijn vrouw, een beetje achterdochtig. „Gij zijt er ontdaan van!" „Jal" zei ik, „dat was de dame, die voclr u doorging. De Russische politie in St.-Petersburg arresteerde u bij vergissing in haar plaats." „01 wat een compliment I Zij is beeldig mooi!" zei mijn vrouw. „Laat mij haar nog eens zien. Zeg, Arthur, ben ik net zoo mooi als die vrouw?" Met de diplomatie, die ik in mijn twintigjarig huwelijksleven had opgedaan, zei ik: „In mijn oogen, ja, lieve." „Weet gij iets van haar? Vertel bet mij dan." Toen vertelde ik haar de geschiedenis van de mooie nihiliste. Hoe ik gehoord had, dat gezanten door haar gecompromitteerd waren; dat zij altijd werkte voor één zaak — haar eigen wraak en de vrijheid van haar land. Ik vertelde mijn vrouw alles wat ik van Hélène wist; behalve dat zij een week lang in Rusland mijn officieele vrouw was geweest. Dit is, met het oog op mijn huwelijksgeluk, nog steeds mijn geheim, hoewel ik vrees, dat het niet altijd zoo blijven zal. In de meening, dat dapperheid het beste was, zei ik: „Gij weet, dat ik die dame te St.Petersburg ontmoet heb. Als gij er niet op tegen hebt, ga ik eens even naar haar toe, om haar aan te spreken." „Zeker; en vertel mij dan wat zij zegt. Ik ben verlangend, meer van haar te weten." Ik ging naar haar loge, tikte en kreeg verlof om binnen te komen. Hélène had éen Turkschen attaché bij zich; een paar Oostenrijksche officieren zaten naast haar; en een jong Amerikaansch millionnair zag haar verliefd aan. Zij ontstelde even toen ik binnenkwam, doch zei: „Ik verwachtte u, kolonel Lenox. Ik zag u aan de overzijde zitten. De dame, die gij bij u hebt, is uw vrouw, niet ?" „Ja," antwoordde ik, mijn best doende om een teeder^n klank in mijn stem te onderdrukken, „maar niet mijn officieele vrouw." „Officieele vrouw! Wat is dat nu weer voor nieuws op huwelijksgebied?" vroeg de millionnair. „Dat," zei Hélène, even glimlachend, ,„is ons geheim." Opeens .ontstelde zij; zij beefde en zag mij aan. Ook ik verbleekte. De melodie van het laatste bedrijf van Un ballo in maschera werd hoorbaar — dezelfde onsterfelijke dansmuziek, die aan moord doet denken, dezelfde golvende melodie, die ons omzweefde, toen zij bedwelmd in mijn armen zonk, terwijl zij naar het pistool greep, om den alleenheerscher aller Russen te dooden. Ik verliet haar loge met de gedachte, hoeveel menschenlevens en hartstochten zij nog zou wagen of opofferen voor haar wraak en haar vaderlandsliefde. En wat het einde zou zijn van „Mijn Officieele Vrouw ?" EINDE.
'f '■
VOORBIJGAAINDF öCHEPCh ih DOhkfEPEh NACMT dooK- BEATRICE MARRADEN Heeds hieronder treffen onze lezeressen en lezers het begin aan van ons nieuwe feuilleton „Voorbijgaande schepen in donkeren nacht", het beroemde boek van de Engelsche schrgfster Beatrice Harraden, waarmee deze zich zoo'n buitengewone reputatie verwierf. HOOFDSTUK I. De nieuw aangekomene, „'t Is waar," merkte een der gasten van de Engelsche tafel op, „dat wijons leven beginnen met de gedachte, dat wij een groote kathedraal zullen bouwen, de glorie der arthitectuur, en wij eindigen met een nederig Ä hutje. . "}}^n bliJ' da' ge zoo'n goed denkbeeld hebt van de menschelijke natuur," zei de Zonderling, terwijl hij plotseling opkeek van de courant, die hij altijd onder zijn maaltijd las. „Ik zou eerder zeggen, dat wij ten laatste tevreden zijn met een hol te graven en er in te kruipen, evenals de aardmannetjes." Een oogenblik heerschte er stiltede Engeischen, die aan dat gedeelte van de tafel zaten, waren een en al verbazing, den Zonderling te hooren spreken. De weinige zinnen, die hij de laatste vier jaar te Petershof geuit had, waren als iets bijzonders opgemerkt en deze was ongetwijfeld de langste van alle. De Zonderling keek nog eens van zijn courant op. ,„Geef mij de Yorkshire-saus eens aan, als 't u belieft," zei hij kortaf töt, een meisje, dat naast hem zat. De aandacht verdeelde zich en een nieuw gesprek begon. Het meisje, dat de Yorkshire-saus had doorgegeven, zat echter stil in gedachten verzonken, haar eten en wijn onaangeroerd. Deze nieuw aangekomene had eerst twee uur vóór de table-d'hóte te Petershof haar intrede gedaan. Haar bewegingen verrieden geen spoor van verlegenheid toen zij de nieuwsgierige blikken van de tweehonderd vijftig gasten van het Kurhaus op zich gericht voelde. Zij scheen zich him tegenwoordigheid niet bewust-
in ieder geval lieten zij haar geheel koud. Zij werd tot de werkelijkheid teruggeroepen door de stem van den Zonderling. Zij hoorde niet wat hij zeide, maar werktuiglijk strekte zij haar hand uit en gaf hem den mosterd aan. „Bedoelt gij dit?" zei ze droomerig, „of de waterkaraf?" „Ge zijt wat doof, dunkt me," zei de Zonderling bedaard. „Ik zei alleen, dat uw eten zoo koud wordt. Misschien vindt ge de nieuwsgierige blikken van de tweehonderd vijftig gasten onaangenaam." „Ik wist niet, dat ze me gadesloegen," antwoordde zij, „en al doen ze het, wat kan het me schelen? Ik ben veel te moe om het me aan te trekken." „Waarom zijt ge hier?" vroeg de Zonderling opeens. »..Waarschijnlijk om dezelfde reden al s gij," zei ze, „om beter en gezond te worden." „Gij zult niet beter worden," zei hij wreed; „ik weet het, zulke menschen als gij leven niet lang. En — o! -— wat benijd ik hen." „Daaimede hebt ge mijn vonnis uitgesproken," zei zij, hem ernstig aanziende. Toen lachte zij, maar het was geen vroolijke lach. „Hoor eens," zei ze, terwijl zij zich tot hem overboog, „omdat gij geen hoop meer hebt, behoeft ge toch anderen niet de hoop te benemen! De giftbeker is niet aan u voorbijgegaan, dat zie ik. Maar wie Jiem aan anderen overreikt, noem ik een lafaard." Zij ging de Engelsche tafel langs, daarna de Poolsche, -en verliet de eetzaal van het Kurhaus. HOOFDSTUK II. Benige kleine bijzonderheden. In een ouden tweedehandsboekwinkel in Londen zat een oud man Gibbon's geschiedenis van Rome te lezen. Hij zag ternauwernood op, toen de brievenbesteller hem een brief bracht. Zerviah Holme werd niet gaarne' gestoord als hij Gibbon las; en daar hij altijd daann verdiept was, beschouwde hij elke stoornis als een beleediging.
Ongeveer twee uur later opende hij den brief en las, dat zijn nichtje Bernardinè goed en wel in Petershof was aangekomen, en al haar best deed om geheel gezond terug te keeren. Hij verscheurde den brief en wendde zich onwillekeurig naar een foto op den schoorsteen. Het was een portret van een jong en toch oud gezicht. De trekken waren droevig, maar toonden toch een neiging tot vroolijkheid en hoewel mager, vervallen en eenigszins gerimpeld, gaven twee sprekende oogen een onbeschrijflijke levendigheid aan het geheel. Het was geen aangenaam en ook geen goed gezicht, maar roerend door de onmiskenbare uitdrukking van afmatting. Zerviah het er een oogenblik den blik op rusten. „Zij is nooit iets voor ons geweest," zei hij in zichzelf. „En toch, toen Malvma leefde, dacht ik wel eens, dat zij te hard voor Bemardine was. Ik meen, dat ik het nog wel eens gezegd heb' Malvina had haar eigen manier van de dingen te beschouwen. Maar dat behoort tot het verleden." Toen echter drong hij met karakteristieke haast elke gedachte, die niet dé Romeinsche geschiedenis betrof, terug; en de herinnering aan Malvina, zijn vrouw en Bernardine hernam weerbaar gewone plaatsje op den achtergrond van zijn geest. Bernardine had een vreugdelooze jeugd gehad, waarin poppen noch speelgoed een rol speelden. Zij had zich nooit kunnen hechten aan een pop of een wollen schaapje, en oogenschijnlijk aan geen levend wezen; behalve aan oom Zerviah. Deze voorliefde uitte zich echter zóó weinig, dat hij zeker het kind koud en gesloten genoemd zou hebben, als hij zich zelf op meer gevoel had kunnen beroemen. Koud was zij zeker, in vergelijking met andere kinderen; maar geen verzachtende invloed had zich ook in haar jeugd doen gelden. Tante Malvina had even weinig begrip van gevoel als van de eigenschappen van een ellips; en zelfs de geesten uit het tooverland hadden de kleine Bernardine niet kunnen winnen. Eerst trachtten zij met zacht geduld iets voor haar te zijn; zij kwamen uit hun boeken voor haar dansen en zingen en fluisterden haar mooie sprookjes toe in het schemerlicht — het uurtje van de toovergeesten — maar hun vriendelijke overreding had geen invloed op haar. Toen gaven zij het op om haar genoegen te doen, en heten haar weer even liefdeloos als te voren. Wat zal ik verder zeggen van een leven, waarin zelfs sprookjes den warmen gloed der liefde niet konden opwekken ?
VROUWEN DIE TIENMAAL ZOOVEEL KUNNEN BETALEN, GEBRUIKEN
LlUXTOILtTZtEP ... omdat zij ondervinden dat het uiterst overvloedige schuim van deze witte zeep haar huid zacht en soepel houdt. Zij vinden dat Lux Toilet Zeep er verrukkelijk uitziet.... en dan die heerlijke geur maar bovenal houden zij van het overvloedige schuim, zoo zacht als huidcrême. Daarom is deze zeep over de geheele wereld zoo gewild bij alle vrouwen, die haar charme willen behouden. Het is inderdaad een luxe zeep — doch billijk genoeg voor dagelijksch gebruik. Neem eens proef. De prijs is slechts 25 cts. per tablet.
-•»
—^
TOILET MIJN PIEP/V
msjUä^g
— 30 -
^^^liLr: •J~ ••••"•;•;''•- - -r—■■; ■-; -—-tjr^-'r:*:-^-
:aa rtM m
A
T
LTS 21 -01 H
N.V. DE LEVER'S ZEEP MAATSCHAPPIJ, VLAARD1NGEN - 31 -
m*nmmimm'M&-.^..^Mhammmm»niMn&m!^»Mm!Si
J--;-'^:,^^ :.
P%ilI J \
SJ
■
Stil in den nacht, Houdt zij de wacht, Boven het torentransje. En vraagt voor u en mij, 't Leven opnieuw een kansje.
Maar straks, als de dag Zijn zonnelach Bloeiend aan de kim verwacht, Zwerft ze verlaten heen, Het liefdesschip van den nacht.
ir
^^HET JUISTE, ADRES VOOR „HIS MASTER'S VOICE" Gramophones en -Platen ODEON, PARLOPHONE, BEKA, COLUMBIA EN POLYDOR - RADIO EN FJLMSCHLAOERS IS
MoMo WIIIUUEIMI SPßEINIGEß'S
QRAMOPHONE.
N5525
EN RADIOHANDEL
^rl A<
Hoofdkantoor: PASSAGE 46- Filialen: LAAN v; MEERDERVOORT 60a en 453 - DEN HAAO Hoort onre Electrlsche ftfn notenhouten Gramophonesr Geen opwinden meer, ?een naalden-verwisseling, stopt Automatisch! N.V. WILLEM SPRENOER'S Portable Reis-Oramophones, 2-veerio met automatische rem f 66.-. Franco door Nederland. EXPORTHUIS VAN TROPEN-ORAMOPHONES, EMBALLEER- EN REPAREER-INRICHTINO. Red, en Adm.: Galgewater 33, Lelden. TeL 700 Postrekening «880
91
EN
FOTO ÜNIVBRSAL-UPA Vertchflnt wekeHJkt - Pr«, per kwartaal f 195