67e jaargang nr.1 2004, januari/februari, verschijnt 1x in de twee maanden Informatie over: Afbouw en afwerking in de nieuwbouw, renovatie en restauratie
Advertentie
Advertentie
Advertentie
Advertentie
inhoud Informatie over: Afbouw en afwerking in de nieuwbouw, renovatie en restauratie. 67e jaargang nr.1 2004, januari/februari
Een nieuwe systeemwand met vele gezichten. Een advocatenkantoor in de prestigieuze Amsterdamse Mondriaantoren werd er mee ingericht. Zakelijk en chique, passend bij het metier van de confrères. Maar ook strak, haast abstract. Zoals het eigenlijk hoort in een Mondriaantoren.
pagina
8 Voor sommige stukjes vakmanschap van de stukadoor moeten de platgetreden paden worden verlaten. Bijvoorbeeld kamwerk. Op de gevel van de gerestaureerde Koepel van Stoop is het te zien. Het theehuis ligt verscholen in de Utrechtse bossen, zoals de kennis over kammen zich grotendeels buiten het directe blikveld van de branche bevindt.
pagina
15
colofon Uitgave: Redactieadres: Redactieraad:
Hoofdbedrijfschap Afbouw en Onderhoud, sectorcommissie stukadoors-, afbouw- en terrazzo/vloerenbedrijven, ISSN 0165-876X. Jan Willem Kommer, hoofdredacteur; Pim W.A. Metman, eindredactie; Burgemeester Elsenlaan 321, 2282 MZ Rijswijk, Postbus 377, 2280 MA Rijswijk. Telefoon 070-33 66 544, Telefax 070-33 66 533, email:
[email protected] G.R.M. van Dinther, NOA; Ir. A. van Hengel, BNA; J.H. Mensen, NOA; W. v. Rijswijk, FNV; R. Scheper, CNV; A. Terstal, BNI; G.C.E. Tomaello, NOA
Fotografie: Vormgeving: Lithografie: Druk:
Henk van der Veen, Maassluis RR DutchDesign, Leeuwarden Quintez managing media, Leeuwarden De Bussy Ellerman Harms BV, Amsterdam
Mebest verschijnt omstreeks het einde van de maanden februari, april, juni, augustus, oktober en december. Opdrachten en materiaal worden vóór de 10e van de maand van verschijnen eveneens op dit adres verwacht.
6 1 / 2004
4
Abonnementen: Adreswijzigingen uitsluitend naar: Mebest abonnementen-administratie: Postbus 377, 2280 MA Rijswijk, Telefoon: 070-33 66 541, Telefax: 070-41 51 043. Uitgavebegeleiding: Beheermaatschappij Spoor B.V., Aerdenhout. Advertenties: Tarieven en inlichtingen uitsluitend bij: Spoor B.V., Klapheklaan 16, Postbus 43, 2110 AA Aerdenhout, tel. 023-52 54 855, Telefax 023-52 70 332, GSM 06-54 61 86 88, email:
[email protected].
column Nieuw jaar, nieuwe kansen Nu eens geen première ín de Stopera, maar eronder. In de parkeergarage onder het muziekcentrum en het Amsterdamse stadhuis werd voor het eerst in Nederland de supersnelle kunststofvloer gegoten, die in Duistland al enige jaren furore maakt. Tijd = geld, dus tel uit de winst wanneer wachttijden worden teruggebracht van 3 weken naar 3 uur.
pagina
21
Voer voor discussie, de nieuwe vloer in het McDonald’s restaurant in Schiphol. Want is kunststof terrazzo wel terrazzo? Daarover zullen de meningen verdeeld zijn en blijven. Maar getuige zijn grote glimlach is Ronald McDonald dik tevreden met de vloer die niet gebukt gaat onder de hordes hongerige reizigers.
pagina
28
Nieuwe machines, nieuwe materialen, interessante bijeenkomsten; kortom: Mebest kort pagina 40
Dit tijdschrift verschijnt deels volgens het controlled-circulation system. Ondernemers ontvangen Mebest op grond van hun inschrijving en betalen door middel van hun heffing voor een abonnement. Georganiseerde werknemers hebben een abonnement op grond van hun lidmaatschap van de betrokken vakvereniging. Gedrukte en verspreide oplage: 20.500 exemplaren. Samenstelling lezerskring: Ondernemers in de stukadoors-, terrazzo-, vloeren-, wand- en plafondbedrijven: de afbouwbranche: 3000. Georganiseerde uitvoerders in de branches: 6000. Architecten/Adviesbureaus: 5100. Interieurarchitecten: 500. Directies van Gemeentelijke Diensten voor Volkshuisvesting, Bouw- en Woningtoezicht en Publieke Werken: 1240. Woningbouwverenigingen en corporaties: 918. Bouwkundigen van technische diensten van beleggers en instellingen: 1325. Een selectie van grote schilders/afwerkingsbedrijven: 140. Middelbaar en Hoger Beroepsonderwijs en studerenden aan Technische Universiteiten: 1240. Centrale en Lagere Overheid: 1350. Technische- en Onderwijsinstituten: 200. Voorlichtingscentra en bibliotheken e.d. 125. Buitenlandse abonnementen: w.o. Belgische stukadoorsbedrijven: 150.
7 1/2004
Z
Zelden klonken ze hoopvoller, de nieuwjaarswensen. Niet zo gek natuurlijk; 2003 was me het jaartje wel. Dan wil je wel een voorspoedig 2004. Maar we zijn nog geen maand verder of het is al zo helder als glas; ook dit jaar gaan we ze weer en masse voor de kiezen krijgen. Leerling schiet leraar dood, EU vraagt nog meer geld van Nederland, wethouder maakt gebruik van weliswaar legale maar toch ook twijfelachtige publieke diensten en moet vertrekken, aantal werkzoekenden blijft stijgen, kosten voor administratieve lasten bereiken een schokkende hoogte ondanks de toegezegde verlichting, na een onthutsende parlementaire enquete bouwfraude houdt de overheid zich niet aan afspraken inzake aanbesteding. Je zou er bijna van in je bed kruipen en 11 maanden lang het dekbed over je hoofd trekken. In de hoop dat 2005 wat wordt. Maar als je dat doet, dan mis je een aantal mooie uitdagingen die 2004 toch ook in petto heeft. Bijvoorbeeld als we denken aan het Hoofdbedrijfschap Afbouw en Onderhoud. Dat ruimt weliswaar het veld dit jaar, en de meningen zijn er ernstig over verdeeld of dat wat moois is. Maar binnen de afbouwbranche leeft de gedachte om met een afgeslankt schap door te starten. En als een feniks uit de as verrijzen, dat is toch voorwaar een mooie uitdaging. Mebest blikt in ieder geval vooruit. Nieuwe jaren zijn bij uitstek de momenten om roeren om te gooien, vol goede moed weer fris van start te gaan. En dus is uw vakblad danig vernieuwd. Hetzelfde oude vertrouwde jasje, maar - waar de veranderingen voorheen geleidelijk werden doorgevoerd - schuilt daaronder nu een heel nieuw uiterlijk. We hebben niet alleen vernieuwd ‘voor de mooi’, maar ook met het oog op functionaliteit. Wat te denken van een inhoudspagina die u gemakkelijk daar brengt waar u wezen wilt. Of een hoofdartikel dat duidelijk als zodanig is te onderscheiden. En een kort nieuws-rubriek waarin interessante actualiteiten zijn verzameld. De redactie meent dat uw vertrouwde Mebest er weer een beetje beter door is geworden. En nu maar hopen dat u daar net zo over denkt! Jan Willem Kommer
Systeemwanden in de lijn van De Kantoorgebouwen zijn bij uitstek het domein voor de systeemwand- en plafondsector. Omdat huurders nu eenmaal regelmatig veranderende wensen hebben ten aanzien van de indeling van hun werkruimte. Systeemwanden en plafonds zijn daar het flexibele antwoord op; waar de architect ook nog eens zijn esthetische ei mee kwijt kan. Zoals bij de zowel chique als high-tech uitstraling die de Amsterdamse vestiging van CMS Derks Star Busmann in de Mondriaantoren meekreeg. Piqué BV uit Leidschendam had er een referentieproject aan voor haar nieuwe wand.
A
1
Amsterdamse skyline Direkt na de Berlagebrug, ter hoogte van het Amstel Station, steekt een smalle landtong in de Amstel uit. In 1645 maakte Rembrandt een ets van dit destijds nog pittoreske stukje Nederland, met op de voorgrond een vrijend paartje aan de voet van de wilg. Idyllisch als toen is het er allang niet meer; rond het millennium verrezen er drie van de vijf hoogste gebouwen van Amsterdam. Je kunt dat branie noemen, of hoogmoed, want de naam van de locatie is ‘de Omval’... Een geruststellende gedachte is dat hoog op de gevel van een van de reuzen ‘Delta Lloyd’ prijkt. Al moet gezegd dat het de vastgoedtak van de verzekeraar is, die hier huist. Met z’n ca. 130 meter is deze Mondriaantoren het op een na hoogste gebouw van de hoofdstad; alleen voorbijgestreefd door de tegenovergelegen 150 meter hoge
8 1 / 2004
Rembrandttoren. Het Breitner Center, met een ‘bescheiden’ 95 meter op de vijfde plaats, completeert het drietal wolkenkrabbers aan het Amstelplein.
Abstractie en geometrie Breitner, Rembrandt en Mondriaan; stuk voor stuk hebben de kantoortorens hun naam ontleend aan beroemde Nederlandse schilders. Vanwege hun locatie en Rembrandts eeuwenoude ets van die plek uiteraard. Want de aanblik van de moderne wolkenkrabbers zelf biedt geen aanknopingspunten met de oude meesters. Hooguit roept het inwendige van de Mondriaantoren associaties op met bepaalde kenmerken van het werk van zijn naamgever. Weliswaar zijn de primaire kleuren ver te zoeken op de vier verdiepingen waar de advocaten, notarissen en belastingadviseurs van CMS Derks Star Busmann kantoor houden. De inrichting en afwerking ademen echter de voor ‘de Stijl’ zo ken-
Stijl 2
1- Strak lijnenspel in de Mondriaantoren, in een kantoor waar advocaten zich buigen over het recht 2- Een en dezelfde wand, maar toch zo verschillend in uitvoering 3- Chique en high-tech, tot aan het meubilair toe 4- Was er gekozen voor iets grotere werkkamers en een fikse investering in meer sprinklerkoppen noodzakelijk geweest
3
4
merkende abstractie en geometrie uit. Vooral door de systeemwanden met repeterende blokverdeling in glas en aluminium. Strak en zakelijk, maar toch ook een tikje chique. Want dat hoort bij het vak, moet de gedachte zijn geweest van de huisvestingsadviseurs van Evion Bouwcon-slut BV, die samen met binnenhuisarchitect Colin Finnegan van FG Stijl, het complete concept van de inrichting bedachten.
Glas voor een gevoel van ruimte Hoewel de inrichting en afwerking een redelijk luxe uitstraling hebben, e zijn de afmetingen van het merendeel van de werkkamers op de 13 , e e 14 en 15 etage niet al te riant. Voor heel veel meer dan een bureau en een stoel is over het algemeen geen plaats. In ieder geval niet voor veel bergruimte. Een weloverwogen keuze van Ir Joost Sanders, directeur Evion Bouwconsult. “De meeste dossierkasten zijn op de gang geplaatst,
9 1/2004
wat de kamers opgeruimd moet houden. Verder hoeven de advocaten e geen cliënten op hun kamers te ontvangen want op de 16 etage is een compleet vergadercentrum gerealiseerd. We hebben er bewust voor gekozen om de kamers redelijk klein te houden. Er moet in gewerkt worden, verder niet”, luidt de strenge toelichting van Sanders. Maar toch ook: “We hebben er wel over gedacht om de kamers iets ruimer te maken, maar al met een minimale verlenging van 10 centimeter moet je volgens brandweervoorschriften een extra sprinklerkop per kamer plaatsen, en dat zou een te forse kostenstijging met zich hebben meegebracht.” Een opgesloten gevoel zullen de medewerkers van CMS Derks Star Busmann echter niet krijgen. Aan de gangzijde zijn de kamers voorzien van glazen wanden. Piqué BV leverde en monteerde die, net als de rest van de systeemwanden op deze verdiepingen. Ook plaatste het bedrijf uit Leidschendam diverse gipskartonplaatwanden op metalen regelwerk. De platen zijn voorzien van een dun Durafort vinyl-
Systeemwanden in de lijn van De Stijl
5
6
behang en moesten dus behoorlijk strak worden opgeleverd, volgens niveau B van de afwerkingscriteria die onlangs voor de plafond- en wandsector werden ingevoerd.
Één systeem, twee gezichten Voor het grootste gedeelte is echter de nieuwste wand uit het assortiment van Piqué toegepast. Het systeem bestaat uit een boven- en een onderbak die op de vloer en aan het plafond worden geschroefd of geplakt. Daar worden stalen stijlen in geplaatst. Staal, omdat dat meer massa heeft dan aluminium en dus voor een betere geluidsisolatie zorgt. Rubbers op de bakken en stijlen zorgen wat dat betreft voor de finishing touch. De wand wordt dichtgezet met panelen waaraan haakjes zijn bevestigd zodat ze aan de van sleufjes voorziene stijlen kunnen worden gehangen. Afhankelijk van hun afmeting kan tussen de panelen een kleine ‘voeg’ worden gehouden.
10 1 /2004
De kamerscheidende wanden van de werkkamers zijn dichtgezet met spaanplaatpanelen die met Durafort vinylbehang zijn beplakt. Tussen de panelen is een voeg gemaakt van 6 mm. En doordat de panelen door middel van terugliggende boven- en onderbakken zwevend zijn bevestigd, ontstaat een ruimtelijk effect. Hoewel ze er compleet anders uitzien, zijn de glazen kamerwanden aan de gangzijde qua systeem hetzelfde als de kamerscheidende wanden. Dezelfde boven- en onderbakken en stijlen dus. Alleen zijn er nu aluminium kaders in gehangen, waar het glas aan de binnenzijde in is bevestigd. “Vaak zie je dat zulke blokken één geheel zijn”, aldus Meeuwisse, directeur van Piqué BV. “Hier zijn het echter twee aparte elementen; aan de gangzijde met gezandstraald glas, en aan de kamerzijde met gewoon glas. Met rubbers hebben we voor de geluidsisolerende aansluiting tussen de kaders gezorgd.”
5- Glazen wanden voor lichte werkkamers, maar wat zich in de opslagruimtes bevindt, is wel aan het zicht onttrokken 6- Profielen uit het zicht en terugliggende boven- en onderbakken; de wand lijkt te zweven 7- De glasblokwanden van AVC. Als de opgeplakte glazen platen zakken, wordt het lijnenspel verstoord
7
Ononderbroken lijnenspel
Van showelement naar functionele wand
De glazen wanden bestaan uit rijen van drie, zowel aan de gang- als aan de kamerzijde, boven elkaar geplaatste elementen van 120 cm breed en 90 cm hoog. Met een dergelijke blokverdeling is het uiteraard van groot belang dat een en ander goed lijnt. Groot voordeel was dat alle etages zijn voorzien van zeer vlakke computervloeren. Waar toch nog kleine hoogteverschillen waren, kwam het vijzelsysteem in de stijlen goed van pas; die kunnen zo’n 15 mm opvangen. Evengoed vereiste het lijnenspel haast pijnlijke precisie van de monteurs. En van de fabriek die het systeem maakt, want de sleuven in de stijlen moeten wel exact op de juiste plaats zitten. “Dat heeft wel voor wat aanloopproblemen gezorgd”, geeft Meeuwisse toe. “We hadden dit systeem nog niet eerder geplaatst, dus we hadden eigenlijk wel behoefte aan een referentieproject. Maar dan moet het wel perfect zijn, en ik denk dat we het goed hebben opgelost.”
“We hebben deze wand zelf voorgesteld”, vervolgt Meeuwisse niet zonder trots. “Doordat de profielen geheel uit het zicht blijven, hebben we het idee dat dit een zeer interessante wand kan zijn voor de architect.” In ieder geval ging dat op voor binnenhuisarchitect Colin Finnegan. De glazen variant van de wand sloot in zijn ogen e prima aan bij de afwerking van de 16 etage, waar CMS Derks Star Busmann haar cliënten ontvangt bij de receptie en in diverse wachtruimtes, vergaderzalen en spreekkamers. Deze verdieping oogt luxe, met zijn fraaie meubilair, balie-, kast en wandafwerkingen van de houtsoort mutenye en - niet op de laatste plaats - de glazen scheidingswanden, die lijken te zijn opgebouwd uit kolommen van telkens drie op elkaar gestapelde grote glasblokken. “Het zijn cassettes van 250 mm dik; opgebouwd uit aluminium profielen met aan voor en achterzijde verlijmd gehard matglas”, ligt Sanders toe. “Eigenlijk zijn
11 1 / 2 0 04
Systeemwanden in de lijn van De Stijl Opdrachtgever: CMS Derks Star Busmann, Amsterdam Ontwerpcoördinatie en projectmanagement: Evion Bouwconsult, Rijswijk Ontwerp interieur en afwerking: FG Stijl, Amsterdam Realisatie scheidingswanden: Piqué BV, Amsterdam Realisatie glazen blokwanden: AVC Nederland
8
8- De gedachte was dat dossierkasten in de gang voor opgeruimde kamers zouden zorgen 9- Voor de vooral esthetisch bedoelde glasblokwanden moesten speciale deuren worden ontworpen 10- Grotere kamers voor de notarissen. Verschil moet er zijn
9
ze bestemd voor puur esthetische ruimtescheidingen, als een soort kamerschermen eigenlijk. Hier hebben we ze ook op grote schaal functioneel toegepast, onder meer als scheidingswand tussen vergaderzalen en gang. Dat betekende wel dat er een en ander moest worden veranderd. Bijvoorbeeld de 75 mm dikke transparante deuren, die normaal niet geheel afsluiten, zijn aangepast met het oog op geluid en privacy.”
Passend alternatief De glasblokwanden die binnenhuisarchitect Finnegan voor de 16e etage uitkoos, zijn geleverd en gemonteerd door de AVC Nederland. “In principe zouden wij een dergelijk systeem ook wel kunnen maken, maar eerlijk gezegd durfde ik dat niet aan”, aldus Kees Meeuwisse. De directeur van Piqué voorzag vooral problemen in de samenstelling van de blokken. “Het zijn aluminium profielen waar hardglazen pla-
12 1 /2004
ten van 120 cm breed en 90 cm hoog tegenaan zijn geplakt. Dat is een heel gewicht, waardoor je het risico loopt dat ze gaan zakken.” Uiteindelijk zal Meeuwisse met de glazen variant van zijn Piquéwand toch ook naar een dergelijke opbouw toe willen. Het zou immers perfect passen bij een wand waar geen profiel van te zien is. “We hebben dat wel al uitgeprobeerd in proefopstellingen, maar kregen dus inderdaad te maken met het zakken van het glas. Inmiddels hebben we wel een oplossing, maar die maakt de wand wel een stukje duurder.”
De buren hebben oren Hoewel de oplossing waarschijnlijk een nog fraaier effect had opgeleverd, was het vanwege de meerprijs geen haalbare kaart. Een probleem met het systeemplafond sloeg een behoorlijk gat in de beschikbare financiële middelen. “Al in een zeer vroeg stadium kwamen we er achter dat er een probleem was met de geluidsisolatie
10
van het klimaatplafond waarmee de etages zijn opgeleverd”, aldus Ir Joost Sanders. “Achter en in dat klimaatplafond is een flink deel van de installaties weggewerkt, maar aan geluidsisolatie was onvoldoende aandacht besteed. De lichtarmaturen hebben geen isolerende kappen. Bij een klimaatplafond heeft dit grote consequenties, omdat grote delen van de plafonds moeten worden gedemonteerd om met geluidsschotten alsnog een goede geluidswaarde te kunnen halen. Een gelden tijdrovend karwei, maar volgens Sanders is het hele project er niet door uit de planning gelopen en ook nog binnen het beschikbare budget gerealiseerd. “Omdat we er deels al op hadden gerekend en je uit ervaring weet dat je een behoorlijk bedrag voor onvoorziene kosten moet begroten. En ook omdat er uiteindelijk is bezuinigd op de inrichting”, verzucht hij. “Want ondanks dat we met de systeemwanden de vereiste 42 dB halen, zou je door de geluidslekken in de plafonds toch nog vrijwel woordelijk kunnen verstaan wat er in een naastgelegen
13 1 / 2 004
kamer wordt besproken. En dat kun je op een advocatenkantoor niet hebben.” Zeker met het oog op de plafonds is het nog maar zeer de vraag of CMS Derks Star Busmann uitbundig gebruik zal maken van de flexibiliteit om de systeemwanden te verplaatsen. “Dat zou weer een kostbare ingreep worden”, aldus Sanders. “De plafonds zijn nu eenmaal niet bepaald eenvoudig aan te passen, zo heeft de geluidsisolerende operatie geleerd.” Meeuwisse meent echter dat die behoefte niet eens zo erg groot is. “De ervaring is dat niet eens zo gek veel gebruikers de indeling van hun kantoorpand na verloop van tijd willen veranderen.”
Advertentie
Keurig gekamd, maar voor wie?
Gerestaureerde Koepel van Stoop wacht op wat komen gaat
Op landgoed Den Treek, nabij de Pyramide van Austerlitz, staat eenzaam een voormalig theehuis. Een alleraardigst prieel, maar door de bossen onttrokken aan het zicht van de zondagsrijders op de N224. Dat is jammer, want veel meer dan een bezienswaardigheid lijkt de Koepel van Stoop nu niet te zijn. Ook niet na de restauratie die eind 2003 werd afgerond. Want hoewel inmiddels verrijkt met nutsvoorzieningen, is nog niet duidelijk hoe het voormalige theehuis zijn volgende levensfase zal ingaan. Was het dan slechts restaureren om het restaureren? In dat geval heeft in ieder geval Bielderman Stucadoors er profijt van gehad; zij weten nu weer hoe je moet kammen. 15 1 / 2 004
K
Kostenbesparend alternatief? Het lijkt weer een van die in het ongerede geraakte vaardigheden van de stukadoors van weleer: kamwerk. Een afwerking die overigens ook in vroeger tijden niet op grootschalige wijze moet zijn toegepast. Als je zo’n conclusie tenminste mag trekken uit de weinige monumenten waarop het is terug te vinden. De Koepel van Stoop is dus wel zo’n monument. Het voormalig theehuis bekijkend, ontstaat de indruk dat de met kamwerk bepleisterde bakstenen een kostenbesparend alternatief kunnen zijn geweest voor gefrijnd natuursteen dat ook, maar met mate, is toegepast. Al is het wel zo dat de oorspronkelijke eigenaar van het theehuis niet echt op de kleintjes hoefde te letten. Jan Bernard Stoop (1781 - 1856) was firmant van een vooraanstaand Amsterdams bankiershuis In de eerste helft van de 19e eeuw kocht hij grote stukken heidegrond bij Austerlitz, waarop hij zich ontpopte als redder van dat armetierige dorp. Hij bood de bewoners werk bij de ontginning van het heidegebied, de aanplant van bossen en de aanleg van houtwallen en wegen.
3
High tea
1
De injectie in de lokale economie werd overigens niet met gejuich ontvangen door de boeren; zij zagen de graasgebieden voor hun schaapskudden verdwijnen. Maar als grootgrondbezitter wil je nu eenmaal wat. Bijvoorbeeld een landhuis ten zuiden van de Pyramide, waarvoor Stoop tuin- en landschapsarchitect Ir. Jan David Zocher jr. inschakelde. Aangezien het grondwater te diep bleek te zitten voor een goede watervoorziening, werd het landhuis uiteindelijk in Zeist gebouwd. Maar op de aanvankelijk beoogde plek realiseerde Zocher wel een jachthuis in neogotische stijl, en de theekoepel in neoclassicistische stijl. Want in de 19e eeuw behoorde een landschapspark nu eenmaal tuinhuisjes en andere gebouwen te hebben op markante punten. Het theehuis staat zonder meer op zo’n opmerkelijke, want met 42,6 meter boven N.A.P. tamelijk hoge, locatie op de Utrechtse Heuvelrug. Het schitterende uitzicht dat Stoop had over de Gelderse Vallei en op de Domtoren in Utrecht, verdween echter naarmate zijn bosaanplant groeide.
Dragers of verfraaiers?
2
16 1 /2004
Inmiddels kijkt de bezoeker van het theehuis uit op niet veel meer dan dennen en eiken, en is een blik op de Koepel van Stoop slechts boswandelaars gegund. Hun blik zal ongetwijfeld eerst worden getrokken naar de colonnade van zes hardstenen zuilen. Zuilen die oorspronkelijk onderdeel uitmaakten van de beurs van Henrdrik de Keyser aan het Amsterdamse Rokin. Toen die beurs werd afgebroken om te worden vervangen door een nieuw beursgebouw, wist Stoop de hand te leggen op de zuilen. De nieuwe beurs was namelijk een ontwerp van de hand van Zocher. “Ik twijfel echter of deze zuilen al vanaf het begin onderdeel van het theehuis waren”, filosofeert William Bielderman, wiens bedrijf de stukadoorswerkzaamheden bij de restauratie van de Koepel van Stoop verrichtte. “Toen we bezig waren met de kroonlijst, ontdekten we dat de zuilen met lood waren aangegoten. Dat zou kunnen betekenen dat ze er destijds naderhand zijn tussen gezet. Want hoewel dat wel zo lijkt, hebben de zuilen geen dragende functie. De architraafbalk hangt aan het dak, en het
4
dak wordt gedragen door de ronde wand van het theehuis zelf.” Maar al zouden ze niet als zodanig zijn bedoeld, het is de vraag of er nog iets te restaureren was geweest als het koepeldak het zonder steun van de zuilen had moeten stellen. Behoorlijk wat houten balken, ook dragende, hebben zwaar te lijden gehad van vocht, zo ontdekten de stukadoors van Bielderman toen ze het plafond onder handen namen.
Als een pleisterdragermuseum “Het dak is lange tijd lek geweest zonder dat daar iets aan is gedaan”, zegt Bielderman. “Daardoor was het plafond zowel aan de binnen- als aan de buitenzijde van de koepel ernstig beschadigd.” Grote delen van de pleisterlaag verkeerden in zeer slechte staat. En niet alleen flink wat van de pleisterdragende rinkellatjes maar ook balken waren weggerot. Door de vorm van het plafond, vrijwel een halve bol, was een en ander nog niet naar beneden komen zetten. Maar ingrijpen was wel noodzakelijk, dus werden de slechte delen verwijderd. Waar nodig werd een nieuwe onderconstructie gemaakt en werd met steengaas een nieuwe ondergrond voor de pleisterlaag gemaakt. Voor het deel van het plafond dat nog voldoende intact was, volstond een intensieve reiniging; er waren in de loop der jaren nogal wat lagen verf aangebracht. Scheuren werden uitgekrabd en traditioneel gerepareerd; met kalk en gips. Voor de reparatie van het plafond aan de buitenzijde van de koepel, werd Wilsterman ingeschakeld om met Stucanet® een vrijdragende constructie te maken. Dat was noodzakelijk omdat hier alle rinkellatjes hun beste tijd al ruimschoots hadden gehad. Voor de raaplaag en het uitvlakken werden cement-kalkmortels gebruikt, respectievelijk LUP 252 en UP210 van Knauf. Voor de geschuurde afwerking gebruikte Bielderman Ardurit AM100, een mortel op cementbasis van Ardex. De schilder sausde het plafond lichtgrijs met een minerale verf van Keim.
terdragende constructie vervangen door Stucanet®. Daarop kwam ook een raaplaag van LUP 252 , die vervolgens werd vlakgezet met de Ardurit AM100. Voor de afwerking, die dus moest worden gekamd, gebruikte Bielderman de Arducret B10 van Ardex. Een keuze die tot stand kwam na uitgebreid testen van diverse materialen in de werkplaats. “We hebben overal geprobeerd om advies over materiaal en werkwijze in te winnen, maar niemand wist het fijne van kamwerk.” Even speelde de Woudenbergse stukadoor nog met het idee om het lijnenpatroon te stempelen. “Maar het is vrijwel ondoenlijk om voldoende druk uit te oefenen. Dus zijn we gaan experimenteren in de werkplaats. Zo kwamen we er achter dat je een behoorlijk sneldrogend materiaal nodig hebt omdat het anders te stroperig is als je gaat kammen. Ook de grofheid van het materiaal bleek nauw te luisteren. Is de korrel te grof, dan trek je met de kam gaatjes in de laag.” Wat Bielderman ook uit de proeven leerde, was dat de laagdikte van belang is. “Met deze B10 moet je in principe de kamdikte aanhouden, maar in ieder geval niet dikker gaan dan 5mm. Anders loop je het risico dat de spanning te groot wordt en er craquelé ontstaat.”
Gelaserde kam Net als kennis over het materiaal, was ook het juiste gereedschap niet zomaar voorhanden. Op basis van de bestaande afwerking werden de diepte en de breedte van de kamvoren bepaald waarna met
1/2- Door een ernstige lekkage verkeerde het plafond in slechte staat. Een nieuwe onderconstructie en pleisterdager waren noodzakelijk om het plafond weer het fraaie uiterlijk van weleer te geven. 3- Kamwerk maken is niet echt dagelijks werk. Experimenteren in de werkplaats was nuttig en leerzaam maar de omstandigheden zijn niet te vergelijken met die in de bossen. Daarom werden er diverse proefvlakken gemaakt op de gevel van de Koepel van Stoop.
De werkplaats als proeftuin
4- Het grootste deel van het kamwerk werd gedaan door stukadoor Henk de Mul.
Bij de reparatie van de kroonlijst kwam het daadwerkelijk kamwerk aan de orde. Maar eerst werd, waar dat noodzakelijk was, de pleis-
17 1 / 2 004
Eenzaam werk in de bossen.
5
Voor de blokverdeling op de gevel hebben we een mal gemaakt die in de terugliggende voegen past en waarmee de onderrand van het ene vlak en de bovenrand van het ondergelegen vlak kon worden gedaan.” Op de gevel kregen de gekamde blokken ook nog een kraaltje, waar De Mul zelf het gereedschap voor maakte.
behulp van lasertechniek de juiste kam werd gemaakt. Alle voorwerk ten spijt, moest Henk de Mul - de stukadoor van Bielderman die het grootste deel van het kamwerk voor zijn rekening nam - toch ook nog wel een paar keer ter plekke oefenen voor hij de slag te pakken had. “Dit soort werk doe je hoogst zelden, dus je moet toch even een en ander uitvogelen. Hoe lang je het materiaal moet laten drogen voor het beste resultaat bijvoorbeeld. En dat de vlakken die je met één kambeweging doet, maximaal 7 cm breed kunnen zijn omdat je anders afwijkingen in de diepte van de voren krijgt.” Het theehuis is immers rond, en dat is een lastig te volgen vorm met de houten latten die voor de geleiding moesten worden aangebracht. Zeker omdat er zowel horizontaal als verticaal moest worden gekamd. Zowel op de kroonlijst als op de gevel zijn de verticaal gekamde vlakken omkaderd door horizontale kamstreken. “Die kaders worden als eerste gedaan, waarop vervolgens de vlakken worden gekamd.
Eenzame klus Niet al het kamwerk werd overigens opnieuw gedaan. Delen die de toets der kritiek nog goed konden doorstaan bleven intact. Opvallend is dat diverse scheuren niet zijn gerepareerd. “Doe je dat wel, dan is de kans groot dat je uiteindelijk meer schade toebrengt dan dat je herstelt”, aldus De Mul. “Er zijn nergens dilataties aangebracht, en als je met reparatiemortel gaat werken, dan komt de scheur terug, en nog erger dan hij al was.” Maar ondanks dat slechts een deel van het kamwerk is vervangen, staken de stukadoors van Bielderman toch bij elkaar zo’n
8
18 1 /2004
6
9
1500 uur in het werk; waarvan het grootste deel in de gevel ging zitten. Henk de Mul deed dat grotendeels alleen. “In ieder geval een flink deel van het kamwerk; dat kun je vrijwel niet met z’n tweeën doen.” Het betekende wel dat de stukadoor een aantal weken in zijn eentje in het stille bos bezig was. “Het was wel eens eenzaam. Maar aan de andere kant was het misschien maar beter dan wanneer je met een hele ploeg aan het werk was geweest. Dat leidt toch af, terwijl het uiteindelijk wel werk is waar je je nu eenmaal goed voor moet concentreren.”
5- Aangezien de gevel van het theehuis rond is, konden de kammen maar een beperkte breedte krijgen. 6- De gevelvlakken van het theehuis zijn niet al te breed; nog net voldoende om schouder aan schouder te werken. 7- Een stukje oud-Amsterdam op de Utrechtse Heuvelrug. De zuilen sierden vroeger een beurs aan het Rokin. 8/9- Eerst de kaders horizontaal kammen, met behulp van een mal. Dan de vlakken verticaal invullen. Mogelijk destijds een kostenbesparend alternatief voor gefrijnd natuursteen, maar toen lagen de uurlonen wat lager...
Opdrachtgever: Landgoed Den Treek Henschoten Directie: bv Stichts Beheer van 1952, Veenendaal Stukadoor: Bielderman Stucadoors, Woudenberg
7
19 1 / 2 004
Advertentie
Haastige spoed en toch goed Snelle kunststofvloer in Amsterdamse parkeergarage Parkeren is een dure grap, zeker in Amsterdam. Een plekje in de parkeergarage Stadhuis/ Muziektheater kost 3,-euro per uur. Voor dat geld wil je wel dat je auto in een nette omgeving staat. Door achterstallig onderhoud was de 15 jaar oude locatie onder het Waterlooplein dat bepaald niet meer. Een ingrijpend ‘revitaliseringsproject’ moet er echter een comfortabele en klantvriendelijke ‘autostalling’ van maken. Om de overlast voor de bezoekers zoveel mogelijk te beperken, was er wel haast geboden. Dus werd dankbaar gebruik gemaakt van een, in
K
Nederland tamelijk nieuwe, snelle kunststofvloer van STO Isoned.
Kieskeurig uit ervaring Specialisaties vind je in de meest onverwachte richtingen. Zo richt ontwerpburo Hans Pilon zich al 17 jaar vooral op het vriendelijker en duidelijker maken van parkeergarages. “Een ondergeschoven kindje”, aldus Pilon. “Mijn ervaring is dat veel architecten voornamelijk kijken naar de esthetiek,
21 1 / 2 0 04
terwijl ik vind dat functionaliteit minstens zo belangrijk is. Goed licht dus, duidelijke bewegwijzering en zeker ook een vloer die niet zo glad is dat er slipgevaar en geluidoverlast door piepende banden ontstaat.” Juist aan die laatste twee zaken was onvoldoende aandacht besteed in het bestek voor de parkeergarage Stadhuis/Muziekcentrum in Amsterdam, vond Pilon. Er zou een asfaltlaag komen met daarop een kunststofvloer die volgens hem
te glad zou blijken. Bij de aanleg van de Flevogarage in Almere was de ontwerper in aanraking gekomen met een goed alternatief, een kunststofvloersysteem van STO Isoned, en dat wilde hij bij voorkeur ook in Amsterdam toepassen. “De opdrachtgever stelde echter dat het technisch niet haalbaar zou zijn. Na een onderzoek door, en een positief advies van Bureau Vloeradvies ging de dienst Parkeergebouwen Amsterdam echter om. Niet in de laatste plaats omdat het systeem goedkoper bleek te zijn dan de aanvankelijk beoogde vloer.”
Tijdens het parkeren gaat de verbouwing gewoon door Financieel voordeel is mooi meegenomen, maar voor Pilon hoeft prijs niet per definitie leidend te zijn. “Je mag best een duurder product kiezen, als het dan ook maar beter is. Met deze vloer drukten we echter niet alleen de kosten, naast een betere anti-slip scheelde het ook nog eens centimeters in dikte en flink wat tijd in de uitvoering.” Zeker op die plaatsen waar een kritische hoogte van 2,10 meter in het geding dreigde te komen, telde elke centimeter die de vloer minder dik werd. Die winst werd geboekt door in plaats van een asfaltdekvloer aan te brengen, een 30 mm dikke zandcementvloer te leggen. Een werk dat door Ruys Vloeren BV uit Apeldoorn werd gerealiseerd. De looptijd van het project, van medio augustus tot medio februari, had waarschijnlijk aanzienlijk kunnen worden bekort wanneer de garage tijdens de verbouwing geheel was gesloten. Maar gezien de beperkte parkeermogelijkheden in hartje Amsterdam was dat, zeker bij openbare gebouwen als de Stopera en het stadhuis, geen optie. Daarnaast levert zo’n garage wekelijks rond de � 70.000,- op, waardoor het ook uit financieel oogpunt niet onverstandig leek om de 11.000 m2 vloer stapsgewijs te vernieuwen, in elf fases van elk 1.000 m2. Zo bleven in ieder geval doorlopend delen van de parkeerruimte beschikbaar voor bezoekers. De overlast die dat voor hen met zich zou meebrengen, mocht echter ook weer niet te lang duren. De tijdwinst die met de STO Isonedvloer kon worden geboekt, was daarom een welkom pluspunt.
1
Watervriendelijke amines voor ongekende mogelijkheden “Normaal gesproken moet je met je eindafwerking wachten tot de dekvloer droog is, waarbij wordt uitgegaan van een gemiddelde droogtijd van een week per centimeter dikte,” aldus Mark Houtman, adjunct directeur verkoop bij aannemer Hemubo. “Nu kon met de eindafwerking al een uur of drie nadat de zandcementvloer was gelegd, worden begonnen.” Zodra de dekvloer was aangetrokken en gebezemd, werd met Frisch Betonschutz een primerlaag aangebracht, die vervolgens werd ingestrooid met zand. De volgende dag kon de 3 mm dikke epxoygietvloer Stopox 590EP erop, die ook weer werd ingezand. Weer een dag later werd de vloer met de epoxycoating Stopox PH-DV van een beschermlaag voorzien. Met die finish kreeg de vloer ook zijn definitieve lichtgrijze kleur, en werden in donkergrijs de ruim 400 parkeervakken en de bewegwijzering aangebracht. Het precieze geheim van de snelle kunststofvloer onthullen gaat hem begrijpelijkerwijs te ver, maar een tipje van de sluier wil Andreas Rau van STO Isoned wel oplichten. “Het zit hem
22 1 /2004
2
3
5
1- Drie uur nadat de zandcementdekvloer is gelegd, gaat er al een primerlaag overheen 2- Volgens metingen realiseerde Ruys aanzienlijk meer dan de vereiste D30 3- Inzanden van de kunststofvloer voor hechting en slipvastheid 4- Laatste fase van de kunststofvloer, het aanbrengen van de finishlaag
4
vooral in de primer; die kun je op een nog natte zandcementvloer aanbrengen doordat hij vochtongevoelig is. Daar zorgen bepaalde minerale toeslagstoffen en watervriendelijke amines voor. De epoxygietvloer heeft vergelijkbare eigenschappen, dus mocht er onverhoopt een plekje zijn overgeslagen met de primer, dan kan de gietvloer dat wel opvangen. Overigens is de starheid van die gietvloer nog wel van belang voor het moment waarop je hem kunt aanbrengen. Hier is het een taai-elastische vloer, en daar kun je een dag na het primeren al mee van start. Is het een meer star systeem, dan zul je met een wat langere wachttijd moeten rekenen.”
23 1 / 2 004
5- De beperkte ruimte in hartje Amsterdam zat effectieve logistiek in de weg
Doorlopende kwaliteitscontroles Hoewel Pilon bij de Flevogarage in Almere al goede ervaring opdeed met een systeem van STO Isoned, is de Amsterdamse parkeergarage het eerste project in ons land waarbij dít vloersysteem werd toegepast. Evengoed is het niet bepaald nieuw. “Om de een of andere reden lijkt Nederland tamelijk terughoudend als het gaat om dit soort innovaties op vloerengebied”, stelt Rau. “Dit systeem bestaat namelijk al ruim tien jaar. En in Duitsland, waar toch tamelijk strenge regelgeving op het gebied van vloeren in openbare garages geldt, wordt het veelvuldig toegepast.” Blijkbaar over een langere periode, want STO Isoned durfde het aan om tien jaar
6
garantie op het systeem te geven. Volledige garantie wel te verstaan, op het hele pakket; dus ook op de zandcementdekvloer. “Die garantietermijn was een eis van de opdrachtgever”, aldus Rau. “We wilden daar wel in meegaan, maar dan moest Bureau Vloeradvies het complete vloerproces continu begeleiden met strenge controles.” En dus werd zaken als hecht- en treksterkte doorlopend gemeten; in het werk, om de 500 meter en in elke fase. Er werd zelfs geboord in het volledig afgeronde systeem. Met volgens Rau indrukwekkende resultaten, namelijk tot 60 N/mm2. Hij schrijft dat toe aan de primer, die de zandcementvloer in feite volledig afsluit. “Zodoende verdampt het water niet maar wordt het volledig gebruikt voor het hydrateren. Door de steeds maar doorgaande binding wordt de vloer almaar sterker.”
Moeizame logistiek werkt remmend Bernard Kamp, uitvoerder bij Ruys, is niet zo onder de indruk van de meetresultaten. “We weten uit eigen ervaring dat we een sterke vloer kunnen leggen”. Waar hij wel verbaasd over is, is het systeem van STO Isoned. “Normaal moet zo’n dekvloer toch 3 tot 4 weken drogen voor je er mee verder kunt. Als we nu na een dag onze 200 tot 250 m2 hadden gelegd en gebezemd, ging er drie uur later al die primer op; nat in nat. Dat heb ik nog niet eerder gezien!” De dagproductie die Kamp noemt, betekent overigens wel dat er geen maximaal rendement uit de snelheid van de primer werd gehaald. “We zouden zo’n 1.000 m2 per dag kunnen doen”, stelt Houtman van Hemubo, dat als hoofdaannemer van het project niet alleen de bouwkundige zaken voor zijn rekening nam, maar ook schilderwerk uitvoerde, verlaagde plafonds en het kunststofvloersysteem aanbracht. “Primeren deden we dan wel dagelijks, maar met het gieten van de epoxyvloer hebben we wel steeds een week gewacht, tot er zo’n oppervlak gereed was.” Volgens Kamp was het vooral de moeizame logistiek die een snellere uitvoering in de weg zat. Niet dat zijn mensen ook 1.000m2 zandcementdekvloer per dag hadden kunnen realiseren, maar 400 m2 behoort wel tot de mogelijkheden. “Gewoon een kwestie van meer mensen en mate-
24 1 /2004
7
riaal inzetten. Maar hier in hartje Amsterdam konden we met pijn en moeite twee silo’s kwijt, en dat is gewoon te weinig.” Wat dat betreft was een cementgebonden gietvloer gemakkelijker en sneller geweest, maar daarvoor was de constructievloer te oneffen. “Dan hadden we op sommige plekken zo’n dikke laag moeten gieten, dat het risico van schades te groot wordt.”
Nieuw maar niet echt anders Risico’s dat er iets verkeerd zou gaan bij het aanbrengen van de kunststofvloer liep Hemubo niet al te zeer. “Dit systeem kenden we weliswaar niet, maar de verwerkbaarheid is niet anders dan bij
Opdrachtgever: dienst Parkeergebouwen Amsterdam Interieurontwerp: Ontwerpburo Hans Pilon, Haarlem Hoofdaannemer en verwerker kunststofvloer: Hemubo Almere BV, Almere Zandcementdekvloer: Ruys Vloeren BV, Apeldoorn Leverancier kunststofvloer: Sto Isoned bv, Tiel
8
9
6- Met de beschermende epoxycoating krijgt de vloer tevens zijn definitieve kleur 7- Om het piepen van de banden tot een minimum te beperken, moet de finish tot zeer mager worden uitgerold 8- Zelfs het volledig afgeronde vloersysteem bleef controleboringen niet bespaard 9- Zonder mankeren kan in een dag een hele fase van 1.000 m 2 worden gedaan
andere epoxyvloeren die we wel geregeld leggen”, aldus Houtman. “En dat is dus gewoon een kwestie van het goed mengen van de componenten, gieten, verdelen met de wisser of de kamspaan en ontluchten met de prikroller. Het enige wat echt kritisch is, is het inzanden voor de hechting en de anti-slip. Dat moet goed gedoseerd gebeuren.” Dat bij het aanbrengen van de kunststoflagen de lucht ervan enigszins op de luchtwegen slaat, doet de gedachte aan een ander risico dan vloerschades opkomen. Hoe zit het met het gevaar voor de gezondheid van de vele mensen die her en der verspreid door de parkeergarage met allerhande werkzaamheden bezig zijn? Het
25 1 / 2 004
geavanceerde ventilatiesysteem dat permanent de samenstelling van de lucht in de garage meet en de afzuiging of toevoer daarop aanpast, is immers nog niet volledig in gebruik. “Vreest niet”, stelt Andreas Rou gerust. “Dit systeem is oplosmiddelvrij, dus ook dat zit wel goed!”
Rigips en Gyproc samen verder in BPB Nederland Vanaf begin dit jaar zijn Rigips en Gyproc, twee bekende leveranciers in de gipsplatenmarkt samen gegaan in de nieuwe, in Vianen gevestigde, organisatie ‘BPB Nederland bv’. Aanleiding was de overname van Gyproc door British Plasterboard plc (BPB). Met de twee grote merken - Rigips en Gyproc - in bezit, is BPB Nederland meteen dé marktleider in de gipsplatenmarkt van Nederland.
Nieuwe marktleider Zowel Gyproc als Rigips waren beiden actief in de gipskartonplatenmarkt. Gyproc was marktleider in Nederland en Rigips was een goede tweede speler in deze markt. De activiteiten van Gyproc zijn voornamelijk gericht op gipskartonplaten; Rigips is naast leverancier van gipskartonplaten ook leverancier van allerlei producten op basis van gips zoals speciale brandwerende producten, gipsvezelplaten, plafonds in gips en dergelijke. “Samenvoeging betekent dus een marktleider met een breder assortiment”, aldus Hyltje Hiemstra, marketing directeur BPB Nederland. “BPB was al eigenaar van Rigips en met de overname van Gyproc in de Benelux is er een nieuwe interessante partij in de markt ontstaan.”
Complete oplossingen in de binnenafbouw Om de markt optimaal te bedienen heeft BPB Nederland de strategische keuze gemaakt met het toonaangevende merk Gyproc door te gaan in de professionele markt. Door dit te combineren met de Metal Stud® systemen als draagconstructie biedt het bedrijf de markt complete oplossingen voor wanden en plafonds. Hiemstra: “Inderdaad geldt voor nu en in de toekomst dat wij ons richten op complete systemen, zodat je gegarandeerde oplossingen kunt verkopen. Wij leveren onder meer profielen, schroeven, plaatmaterialen en voegenvullers, zodat de constructie die er staat voldoet aan de eisen die het bestek heeft voorgeschreven. En dat is natuurlijk een groot voordeel voor de klant.”
De klant staat voorop Naast complete systemen gaat het bedrijf ook meer in marktsegmenten werken, waar bepaalde producten ‘met bepaalde sterke eigenschappen’ goed kunnen worden toegepast. Hiemstra licht toe: “Gipskartonplaat is een relatief goedkoop product dat al jaren verkocht wordt op de markt. Daarnaast zijn er ook gipsvezelplaten ontstaan, oftewel platen zonder papier aan de oppervlakte, maar waar het papier als het ware door de kern heen is vermengd. Deze gipsvezelplaten zijn wat harder dan gipskartonplaten, daardoor zijn ze met name interessant voor bijvoorbeeld ziekenhuizen, verpleeghuizen en scholen. Ja, eigenlijk overal waar je een wat hogere stootvastheid van wanden en wandmaterialen wilt hebben. Een goed alternatief is overigens een gipskartonplaat waar houtvezels in zitten die daardoor dan ook weer een hogere weerstand heeft dan een gipskartonplaat.” Doordat BPB Nederland totaalpakketten biedt, gebaseerd op complete systemen, komt het bedrijf zodoende direct tegemoet aan de klantvraag, want “de klant heeft een probleem op de bouwplaats - hij moet aan een bepaalde geluidsisolatie voldoen of een bepaalde brandwerendheid in een bepaalde situatie - en dat moet adequaat worden opgelost. En daar zijn wij voor.”
Nieuw gezicht Lopende projecten zullen natuurlijk worden afgerond met de destijds aangeboden producten, aldus Hiemstra. Voor de professionele markt zullen er vanaf 1 januari 2004 echter alleen nog Gyproc gipskartonplaten te vinden zijn. Rigips zal als doe-het-zelf merk doorgaan. Voor de plafonds worden de BPB design plafondsystemen geleverd. In de designmarkt zijn met name de akoestische Rigitone en Gyptone plafonds erg bekend. BPB Nederland speelt eveneens een toonaangevende rol als leverancier van RiNoflam onbrandbare en brandwerende plaatmaterialen en met Rigidur gipsvezelplaten en systemen. “Doordat we in de professionele markt alleen doorgaan met de naam Gyproc, gaan we met een nieuw gezicht naar de markt. Daartoe moeten we dus een geheel nieuwe documentatie in de markt zetten. Dat geldt niet alleen voor de gipsmarkt, maar ook voor de brandwerendheid-, gipsvezelplaat- en plafondmarkt. En met dat nieuwe gezicht hebben wij - zoals gezegd - met de juiste combinatie van plaatmateriaal en Metal Stud draagconstructies nu voor elke toepassing een oplossing. Zowel voor wanden, plafonds, vloeren als staalbekleding. Ja, voor de complete binnenafbouw.”
26 1 /2004
Advertentie
Kunststof terrazzo in McDonald’s Schiphol
Een vloer waar je ‘U’ tegen zegt Wanneer je dagelijks een paar duizend eters over de vloer krijgt, dan heb je een vloer nodig die daar mee uit de voeten kan. Slijtvast, krasvast, goed en gemakkelijk reinigbaar moet ie zijn; en ook graag een beetje mooi. Dat laatste was de vloer van McDonald’s Schiphol na acht jaar trouwe dienst bij lange na niet meer. Het gekraste, gebutste en danig versleten parket werd vorig jaar vervangen door Durabella, de nog tamelijk nieuwe kunststof terrazzovloer van Duracryl Flooring Systems. 28 1 /2004
O
Ongewenste associatie “Eigenlijk is kunststof terrazzo een verkeerde naam”, aldus Jeroen van den Berg, directeur bij Duracryl Flooring Systems, de kunststoftak van de Standaart Groep. “Tenminste, marketingtechnisch gezien dan. Mensen associëren kunststof al gauw met nep, namaak. Maar in principe is de Durabella, zoals we deze vloer daarom liever noemen, toch echt een terrazzovloer. Maar dan met epoxy als bindmiddel in plaats van cement. En beter.” Van den Berg zet daarmee een stevige stelling neer, waar menig klassiek terrazzovakman het absoluut niet mee eens zal zijn. “Er is een aantal aantoonbare voordelen. Cement is krimpgevoelig. Dat betekent dat je beperkt bent in je maximaal te realiseren naadloze oppervlak; je zult kleinere vloervelden moeten maken en dilataties moeten aanbrengen. Met een flexibeler bindmiddel als epoxy heb je dat probleem niet; je kunt daarmee naadloos grote oppervlakken aanbrengen. Daarnaast ben je met klassiek terrazzo gebonden aan bepaalde ondergronden en laagdikten. Je hebt een stevige dekvloer nodig en dan kom je in z’n totaliteit al snel op een minimale laagdikte van 40 tot 50 mm. Dat scheelt behoorlijk met de 7 tot 8 mm die wij op willekeurig welke ondergrond kunnen aanbrengen. En ook niet onbelangrijk: het aantal kleurstellingen is vele malen groter dan bij klassiek terrazzo.”
1
Doorslaggevende eigenschappen De opsomming van Van den Berg klinkt als een verkooppraatje. Wat op zich niet zo gek is, want Durabella is pas een jaar op de markt, en zeker in Nederland nog een grote onbekende. In feite was McDonald’s Schiphol het eerste grote (550 m2) project binnen de landsgrenzen. Maar diverse eigenschappen die Van den Berg noemt, waren voor architectenbureau Desarc, franchisenemer Ed Lugtigheid en McDonald’s Nederland van doorslaggevend belang bij de keuze van een nieuwe vloer. Naast de kleuren designmogelijkheden was vooral de geringe laagdikte interessant, want hij werd over het bestaande parket gelegd. Die in acht jaar tijd ernstig vervuilde en versleten houten vloer had overigens geleerd dat de nieuwe vloer ook in hoge mate slijt- en krasvast moest zijn, een lange levensduur moest hebben en eenvoudig te onderhouden moest zijn. Als om duidelijk te maken waar die eisen op berusten, wordt het fast foodrestaurant plotseling overspoeld door een lading vertraagde en van bagagetrolleys voorziene passagiers die op kosten van de luchtvaartmaatschappij honger en dorst mogen stillen bij de ‘Mac’. “We hebben een enorme trafficstroom; in het hoogseizoen lopen er tot wel 20.000 mensen per week binnen”, aldus Storemanager Arjan van der Maas. “Dat betekent minstens een keer per dag de vloer schrobben en eens in de twee weken ‘buffing’, een soort polijsten dus. Maar dit is een keiharde vloer; hij
29 1 / 2 004
2
1/2- Kunststof terrazzo ter vervanging van parket. Dat was na 8 jaar zo goed als bezweken onder de niet aflatende stroom hongerige reizigers
ligt er sinds april en houdt zich prima onder het intensieve gebruik.” Al is door een waterlekkage wel de onderliggende parketvloer voor de counter gaan zwellen, waardoor de Durabella werd opgeduwd en scheurde. Dat deel is ingeslepen, opnieuw gevuld en geslepen; een praktisch onzichtbare reparatie.
3
Lopen op de korrel Dat de nieuwe vloer zo krasvast is, verbaast enigszins. Over het algemeen is dat toch een zwakkere kant van kunststofvloeren. “Dat komt omdat je normaal gesproken op het kunststofbindmiddel loopt”, stelt Van den Berg. “Met deze kunststof terrazzovloer heb je echter te maken met een granulaat in het bindmiddel; je loopt in feite voor 80 tot 90% op de korrel.” Krasvastheid was eigenlijk de reden dat er niet voor een gewone kunststofgietvloer werd gekozen om het ontwerp van kunstenares Jeanet Hönig in uit te voeren. “We werken met Jeanet samen in Absolute Floors, een bedrijf waarmee we artistieke kunststofvloeren naar haar ontwerp op de markt brengen”, licht Van den Berg toe. “Zij was ingeschakeld door Desarc voor het ontwerp van de vloer in het McDonalds restaurant. Bij het horen van de
30 1 /2004
krasvastheidseis, waar gewone kunststofgietvloeren niet aan kunnen voldoen, dacht ze aan ons nieuwe product.” Ook daarmee konden de golvende en ronde patronen in rood, geel en groen van Hönigs vloer worden gevolgd. Een vormgeving die aansluit bij het ontwerp van architectenburo Desarc. De Apeldoornse ontwerpers toverden het terras om in een eiland, compleet met palmbomen. Het lijkt te zweven in vertrekhal 3, pal boven de Nautilusbar die een ‘dak’ van golven en vissen heeft.
Nachtwerk De metamorfose van het McDonald’s restaurant nam een ruime maand in beslag. “Een lange tijd om dicht te zijn”, blikt manager Van der Maas terug. “Maar we moesten in die periode toch al twee
4
6
3-
De toepassing van kunststof breidt het kleurenscala van terrazzo enorm uit. Tot aan een Disney-achtig uiterlijk. Maar dat werd het niet bij McDonald’s; Disneygroen en -rood is toch anders.
4/5/6- Een eiland moest het worden. Compleet met een bospad, palbomen.
5
weken sluiten vanwege een interne reorganisatie op Schiphol.” Het was mooi geweest als al het werk in die periode had kunnen gebeuren, maar de strenge regelgeving op het gebied van bewaking, brandweereisen en de beperking van de overlast leverden de nodige vertraging op. Zo kon er bijvoorbeeld vrijwel alleen maar ‘s nachts worden gewerkt. De parketvloer werd voorzien van een wapeningsmembraam, om de beweging in de grotendeels boven de vertrekhal hangende vloer op te vangen. “Door de kunststof krijg je wel een hoge buig/treksterkte, maar oneindig is die natuurlijk niet”, verklaart Van den Berg. Door het membraam werden aluminium strips geschroefd. Niet voor dilatatie, maar om een strakke scheiding te krijgen tussen de gele, groene en rode kleurvakken van Hönigs ontwerp. De mortel, met
31 1 / 2 0 04
Via de trap daal je af in de diepte van vertrekhal 3, in de golven, tussen de vissen.
marmer- en glaskorrels tot 8 mm, werd binnen de strips aangebracht en vervolgens verdicht met een helikopter. Een dag later werd de 10 mm dikke laag teruggeslepen tot 7 mm. “Dat zijn zo’n beetje de minimale diktes”, aldus Van den Berg. “Ga je nog dunner, dan kun je geen grove korrel meer kwijt en wordt je tolerantie voor het slijpen zo klein dat je het risico loopt door de vloer heen te slijpen.”
Kunst of kitsch De finishing touch bestond uit het aanbrengen van een polymeer hoogglanswaslaag en een olie. Daarmee kwam de aanvankelijk nog doffe vloer tot leven en werden de poriën in de korrels afgesloten. Vooral door de hoogglanswas heeft de tamelijk felgekleurde vloer een wat onnatuurlijke uitstraling. Dat onderstreept de door Van den
Berg genoemde associatie die mensen bij de term kunststof hebben. “De kleurenrange van dit type vloer is vele malen groter dan van klassiek terrazzo. Onder meer doordat je ook het bindmiddel kunt kleuren zoals je wilt en je ook kunststof korrels kunt gebruiken. Dan ben je niet meer gebonden aan alleen natuurlijke aardtinten. Maar het kan wel leiden tot een wat kitscherig of Disney-achtig uiterlijk.” Het is maar net wat mensen mooi vinden. En zeker in een land als Amerika, waar de roots van McDonald’s liggen en waar klassiek terrazzo een veel kleiner marktaandeel heeft dan de kunstsof afgeleide, gelden qua esthetica andere maatstaven. “Maar”, zegt Van den Berg, “je kunt met kunststof terrazzo ook haarfijn het uiterlijk van een klassieke terrazzovloer benaderen.”
Opdrachtgever: McDonald’s Schiphol Architect: Designers- en Architektenburo Desarc, Apeldoorn Vloerontwerp: Jeanet Hönig Realisatie vloer: Duracryl Flooring Systems/Standaart Groep, Capelle a.d. IJssel
Makersmarkt
7
7- De strips waren nodig voor een scherpe scheiding tussen geel, groen en rood. Zonder strips kunnen ook verschillende kleuren worden toegepast, maar nat in natgeeft wel een grilliger beeld. 8- Terrazzo of geen terrazzo, dat is de vraag. Voor sommigen dan. Maar, ‘What’s in a name?’ Uiteindelijk gaat het om een vloer met bepaalde eigenschappen en uiterlijke kenmerken.
De meeste Durabella-vloeren die in de nabije toekomst worden gelegd, zullen over het algemeen veel weg hebben van klassiek terrazzo. Vooralsnog werkt Duracryl namelijk alleen met natuurlijke korrels. Een keuze die vooral is ingegeven door de markt. “Uiteindelijk lever je wat de klant vraagt”, licht Van den Berg toe. “En die vraagt over het algemeen wat hij kent, en dat is terrazzo zoals hij dat al jaren ziet.” Aan de andere kant realiseert Van den Berg zich ook dat je een markt moet maken. “Het is natuurlijk niet zo dat er al langer vraag was naar een kunststof terrazzovloer maar dat die niet kon worden geleverd. Anders was zo’n vloer er al veel eerder geweest.” Niet dat Duracryl nu dé kunststof terrazzo pionier is. “Er is al het nodige geëxperimenteerd in Nederland,” weet Van den Berg. “Maar vaak bleek het lastig om tot een juiste formule voor optimale verwerking en toepassingseigenschappen te komen. Dan komt het er op neer hoeveel tijd en geld je er in kunt en wilt stoppen om een goed product te ontwikkelen, en of je er voldoende markt voor ziet.” Die markt zag Van den Berg in ieder geval in landen als Engeland en Portugal. Goed gezien, getuige de 1200 m2 en 1800 m2 Durabella die respectievelijk in het cultureel centrum op de Azoren (Portugal) en in de nieuwe treinterminal op vliegveld Birmingham (Engeland) werden gelegd. En de opdrachten voor 1.000 m2 in de Barbican Artgallery in Londen en 3.000 m2 in de Music Hall in Newcastle.
Terrazzoverzuiling Het is geen toeval dat de vloer vooralsnog alleen in grotere openbare ruimten is gelegd. Dat is de markt waar Duracryl op mikt. Hoewel de vloer volgens Van den Berg ook uitermate geschikt is voor bijvoorbeeld badkamers en keukens. “We zijn simpelweg niet zo ingesteld op de particuliere markt. We kunnen per dag zo’n 300 m2 Durabella leggen, maar in woningen praat je toch over veel kleinere oppervlakken. Dat is qua logistiek lastiger, waardoor de prijs - die varieert van zo’n � 75,- tot � 150,- per m2 - al snel aan de bovenkant van die schaal komt te liggen. Maar mogelijk dat de particulier kan worden bediend via samenwerking met terrazzobedrijven die zich meer op die markt richten.” Een aardige gedachte, maar het is de vraag of die vaak traditioneler ingestelde bedrijven daar voor te porren zijn. Van den Berg onderschat de klassieke scheiding tussen de ‘cementzuil’ en de ‘kunststofzuil’ niet. “Maar toch. Als hoogtegebrek of ondergrond om een variant vragen, waarom dan geen kunststof terrazzo inzetten? Ik zie het product echt als een verbreding van de toepasbaarheid van terrazzo in het algemeen.”
8
32 1 /2004
Advertentie
Wie ooit het gelag Maar men is er nog niet met een debat “Laat anderen toch vooral de fakkel overnemen”. Met deze verzuchting van de Directeur van het Hoofdbedrijfschap Afbouw en Onderhoud, werd een van de al langer geleden voorbereide activiteiten van die nieuwe organisatie afgesloten. Het ging daarbij om een door de afbouw- en onderhoudsector geïnitieerd, en in opdracht van dat Hoofdbedrijfschap georganiseerd, debat over samenwerking in de bouw. Dit debat was aanvankelijk bedoeld als een eerste aanzet om later te worden voortgezet in een regionale discussieronde. En voor het eerste robbertje discussie waren vertegenwoordigers van de verschillende partijen in de bouw in Amersfoort bijeen gekomen.
Geen echt nieuwe geluiden De uit dit debat te trekken conclusies zijn niet nieuw. En veel van de opmerkingen leken vaak ook nog eens vooral voor de bühne bedoeld. Want partijen in de bouwkolom verklaarden bijvoorbeeld: “beter met elkaar te willen samenwerken”. (sic) “De onderlinge communicatie kan beter”, (oh, ja joh?). “Er moet meer naar elkaar worden geluisterd en wantrouwen moet worden weggenomen”, (wie begint er?). “Het bouwproces moet ook inzichtelijker worden”, (voor wie zei men er voor het gemak niet bij). “Een verantwoordelijk bouwmanagement met overzicht en beheersing van de processen is belangrijk”, (tot hoever reikt dan wel die verantwoordelijkheid?). Maar ook: “De vakinhoudelijke zaken dienen bij de uitvoerende bedrijven te blijven. En werken in bouwteams en organiseren van comakership moet worden gepromoot.”
Wachten op elkaar Kortom, iemand die het betrekkelijk kleine en gesloten wereldje van de bouwnijverheid al langer kent, heeft die conclusies al eerder gehoord. Ze zijn niet van vandaag of gisteren. En toch blijft bijna elke partij in de bouwnijverheid nog steeds op die ander wachten. Bovendien blijken vaak de verwachte grote veranderingen binnen de bouw tot nu toe altijd weer te worden ondergesneeuwd. En zeker niet alleen omdat bouwen blijkbaar nog steeds een primitief proces blijft. Veelal stokken de goede bedoelingen bij veranderingen ook door bijvoorbeeld het onvermogen de financiële risico’s van een project pond pondsgewijs over alle betrokkenen te spreiden. Pas dan kan men immers verwachten dat er daadwerkelijk gezamenlijk wordt opgetrokken. Pas dan is er ook sprake van gedeelde belangen waardoor een geslaagd project binnen bereik zou kunnen komen.
Toch weer vooral de kosten
Advertentie
Ruim zeventig aanwezigen vanuit alle geledingen van de bouwketen, discussieerden over zaken als: uitbundig shoppen van aannemers bij onderaannemers; de onduidelijke prijs/kwaliteitsverhoudingen; scheiding ruwbouw-afbouw; consumentgericht bouwen; mentaliteit en terugdringen van kosten. Er leek een gevoel te heersen van: “Zo kan het niet langer, we moeten uit die spiraal komen”. Een ontwikkelaar poneerde bijvoorbeeld de stelling dat 20 tot 25% van alle kosten faalkosten zijn. “Het kan dus 20 à 25% goedkoper”, zo merkte hij simpelweg op. Vastgesteld werd dat, vooral in de (woning-)nieuwbouw, veel gespecialiseerde aannemers wel naast elkaar werken, maar dat de taken
zal betalen, wil ook nu al bepalen! Toch eist de afbouwsector een belangrijker rol op in het bouwproces veelal sterk gescheiden zijn en er veel te weinig rekening met elkaar wordt gehouden. Dit leidt tot misverstanden, onnodige fouten en kosten. Duidelijk werd echter dat geen van de partijen zich meer wil laten wegduwen in zijn klassieke rol. Maar ook dat er een sterke coach nodig is. Ook de consument vraagt om meer communicatie: “en uiteindelijk draait het om de woonconsument”.
Shoppen Concurrentie in de bouwketen is goed, maar te veel shoppen van hoofdaannemers bij onderaannemers is de oorzaak van veel ellende. “Shoppen is het gevolg van de kleine marges en slechte prijzen”, zo werd gesteld. Er zou meer moeten worden gekeken naar prijs en kwaliteit, vooral op de langere termijn. Want: “Je haalt dan nu wel wat flappen uit de lucht, maar aan het eind van de rit betaal je toch het gelag”, klonk het. En: “Het gaat er veel eerder om achteraf de goedkoopste te zijn.” Te veel shoppen op alleen de prijs maakt dus de kwaliteit kapot. Een andere invalshoek was dat juist shoppen de mogelijkheid geeft om de kwaliteit van het eindproduct op peil te houden. “De sector kan wel allerlei processen afspreken, maar iedereen kijkt vooral nog steeds naar de prijs van het moment. Over de vraag of een project ook in de toekomst nog succesvol is, wordt al snel heen gestapt.” Een deel van de aanwezigen, vooral uit het vastgoedonderhoud, wreef daarbij in de handen. Daar zit nu eenmaal in de toekomst hun continuïteit.
Het actuele marktsegment Door nu te kiezen voor de laagste prijs, de Britten hebben daar een veelzeggende uitdrukking voor: “Penny wise and pound foolish”, is het onderhoud zeker op de lange duur een onnodig forse kostenpost. Dit nu legt nog eens de verschillen in marktsegment bloot. Want er blijkt tussen de sector vastgoedonderhoud en de bedrijven uit de afbouwsector: stukadoors, afbouwers, vloerenbedrijven, wand- en plafondbedrijven en terrazzobedrijven, die toch overwegend iets ‘maken’, op de bouwmarkt een diepe kloof te gapen.
Verantwoordelijkheid en risico Iedere partij zou in theorie de regierol van de samenwerking in de bouw kunnen nemen, zo stelde men. Maar dat moet dan wel een partij zijn die betrokken is bij de vraag, het proces van het bouwmanagement stuurt, zorgvuldig voorbereidt, kennisdrager is en ook nog eens het proces en samenhang van afbouw en installatie stuurt en beheerst. Hierbij gold wel de breed gedragen mening dat die regie ook de verantwoordelijkheid en het risico kunnen en willen dragen betekent. Veel aanwezigen vonden wel dat de ruwbouw en afbouw toch zoveel mogelijk gescheiden moeten blijven. Deze processen zijn te verschillend van vakinhoudelijkheid en techniek. In het debat werden verder naast de gezamenlijke conclusies ook de verschillende eigen invalshoeken van partijen duidelijk. Samenwerking, juist op het grensvlak van de verschillende disciplines is lastig, zo bleek eens te meer.
Borstklopperij Van de zijde van de aanwezige architecten werd bijvoorbeeld gesteld dat het belangrijk is steeds een goede prijs/kwaliteit te bewaken. Angst en goedkoopte zijn slechte raadgevers. “Geef in ieder geval iemand
35 1 / 2 004
de rol van regisseur. Laten we het onderlinge wantrouwen laten vallen en zo veel mogelijk bouwteams en comakership gaan promoten.” Opvallend was het dat een van de aanwezige bouwondernemers zich op de borst klopte, omdat men zelf als ontwikkelende aannemer ook optrad als architect. “Voorlopig nog eerst bij het casco, maar straks ook vast op het gebied van de afbouw”, was de toelichting. Des te vreemder is het dan dat de aanwezige voorman van de Nederlandse architecten, BNA-voorzitter Kees van der Hoeven, hier niet op reageerde. En dat terwijl de architecten bijvoorbeeld voorheen wars waren van, zoals men veelal schamper sprak: projectontwikkelaarsarchitectuur. Aan de koffie tijdens de pauze zei hij desgevraagd dat hij: “Vriendelijk had willen blijven en dat er bovendien ook een architect in de zaal zat die met zijn ‘Smarthouses’ zelfs de aannemer nog wist weg te bezuinigen”.
Leveranciers belangrijke spelers De product- en systeemleveranciers, maar ook de installateurs, meenden dat partijen niet veel langer moeten praten, maar moeten beginnen lokaal samenwerking te zoeken. “Niet praten, maar gewoon doen”. Maar verder was het opvallend dat men van die kant niet het achterste van de tong liet zien. Het is dan ook te verwachten dat, als we naar kansen en bedreigingen gaan kijken, de bouw- en zeker ook de afbouwsector in de toekomst juist uit die hoek de grootste bedreigingen kan verwachten. “Ikea staat al te trappelen”, zo viel in de discussie te vernemen. En krijgt de architectuur straks steeds meer concurrentie van de ‘catalogusbouw’, de afbouwsector zal wellicht moeten opboksen tegen een cultuur van aantrekkelijk geprijsde en handig gepresenteerde inbouwpakketten.
Zakelijker benadering Dit debat leerde de aanwezigen dat het ideaal van het sturen van ontwikkelingen in een maakbare bouwsamenleving niet meer realistisch is. Als het al ooit heeft bestaan. Heel pragmatisch geredeneerd, blijft het toch gewoon gaan om de regie en de verantwoordelijkheid voor het bouwproces waarvoor die beslissende partij dan natuurlijk ook de opbrengst wenst te incasseren. De oproep van de organisatoren van dit debat aan andere partijen in de bouw om de fakkel van deze discussie over te nemen waarmee ik begon, komt naar ik hoop over. Bijvoorbeeld bij ondernemersorganisaties in de bouw, of liever nog zelfs bij die in de afbouwsector. De NOA dus. Zij kunnen wel degelijk een rol in de toekomst spelen. Maar dan wel een praktische. De tijd van de gratuite opmerkingen en oeverloos navelstaren is nu wel voorbij. Praten en discussiëren mag. Maar dan wel graag met zin voor de realiteit en gericht op resultaat. Rondetafelgesprekken bijvoorbeeld over de toekomst kunnen leerzaam zijn. Maar als er niets praktisch uit kan komen, verdienen alleen de organisatiebureau’s aan dergelijke bijeenkomsten. Oh ja, en de redacties van vakbladen hebben weer iets om over te schrijven. Dat wel. Pim W.A. Metman
Spanningscorrosie: sluipmoordenaar van zwembadplafonds Plafond duikt in zwembad Bedrijfsleider Berry Ebink van subtropisch zwembad De Waterwijck in Steenwijk, wist gisterochtend niet wat-ie zag toen hij op zijn werk kwam. Het houten systeemplafond boven het instructiebad was naar beneden gestort en dreef in het water. De gemeente Steenwijk, die eigenaar is van het zwembad, schakelt een extern bureau in dat een diepgaand onderzoek instelt naar de oorzaak. “Het is ongeveer 30 bij 35 meter groot. Ja, de puinhoop is enorm, want ook het hele ventilatiesysteem kwam in het water terecht. Gelukkig zijn er geen persoonlijke ongelukken gebeurd”, zegt gemeentewoordvoerster A. Meijnen die er niet aan had moeten denken wanneer het merkwaardige incident tijdens de openingstijden had plaatsgevonden. Voorlopig is het zwembad gesloten. Het zwembad is negen jaar oud. Van de plafondconstructie is bekend dat deze ook in andere zwembaden in Nederland zit. Telegraaf, dinsdag 12 juni 2001
Een typisch ‘Telegraafbericht’, zou je het bovenstaande artikeltje kunnen noemen. Maar achter het neergestorte plafond van zwembad De Waterwijck zit veel meer dan een sensatieverhaal. Want van een op zich zelf staand geval is geen sprake. In meer of mindere mate gebeurde het ook in zwembaden in Leek, Nijmegen, Eindhoven en Deventer. En vergelijkbare of zelfs ernstiger ongelukken hangen nog meer
G
zwembaden boven het hoofd, zo wijst een onderzoek van het Nederlands Corrosie Centrum (NCC) uit.
Geluk bij een ongeluk “Het gevaar zit hem in de RVS-ophangmaterialen, die bezwijken door spanningscorrosie. Het is een misvatting dat RVS niet roest; de afkorting staat niet voor roestvrij, maar voor roestvast staal, en daar zit een behoorlijk verschil in. Zeker materialen als RVS 304 en RVS 316 zijn absoluut niet bestand tegen extreme omstandigheden zoals die in zwembaden kunnen optreden.” Aan het woord is Adrie Verhoofstad. Hij is namens AV Consultancy bv lid van de werkgroep die het NCC instelde om in opdracht van het Ministerie van VROM, oorzaken van en oplossingen voor schades aan zwembadplafonds boven water te krij-
36 1 /2004
gen. Aanleiding voor het onderzoek was het ongeluk in het zwembad ‘De Waterwijck’ in Steenwijk in 2001. Een ongeluk zonder slachtoffers, maar dat lijkt puur een kwestie van geluk; het plafond bezweek immers na sluitingstijd. In 1985 lieten in Zwitserland echter twaalf badgasten het leven toen in Uster het dak van het zwembad instortte. De oorzaak was spanningscorrosie, dat vernietigend werk had verricht aan het voorspanstaal in de betonconstructie.
Ongelukkige samenloop van omstandigheden De vraag rijst waarom de alarmbellen nu pas rinkelen, terwijl overdekte zwembaden toch al wat langer bestaan. Verhoofstad meent dat schades aan zwembadplafonds door spanningscorrosie echter een typisch - en
en het gegeven dat warme lucht stijgt, is het verhaal dus aanmerkelijk anders komen te liggen. “Je kunt gerust spreken van een hachelijke situatie”, meent Verhoofstad. “Vooral hangsystemen van typen als RVS 304 en RVS 316, soorten met een lagere legering, kunnen door spanningscorrosie in hoog tempo aftakelen. Wanneer je bedenkt dat een systeemplafond - compleet met lichtarmaturen en andersoortige installaties - rond de 20 kg per m2 weegt, dan kun je je voorstellen wat dat voor gevolgen kan hebben. Delen van zo’n plafond, of zelfs het complete systeem komen naar beneden zetten als de afhangers te zwak zijn geworden.”
Alternatieven voorhanden Het ei van Columbus wordt gezocht in de richting van regelgeving die er op dit moment nog niet is in ons land. Verhoofstad: “In Duitsland hebben ze DIN 18168-1, waarin staat voorgeschreven welke materialen in welke situaties moeten worden gebruikt. Daar moeten we een voorbeeld aan nemen. De werkgroep waar ik in zit, heeft haar onderzoek zo goed als afgerond. Begin 2004 verschijnt een rapport waarin aanbevelingen staan.” Daarbij is dankbaar gebruik gemaakt van het nodige voorwerk dat onze Oosterburen al deden op dit gebied. Zo zal het rapport een paar alternatieven noemen voor de ophangmaterialen die nu worden gebruikt. RVS-types als de 145.29, de 145.47 of de 145.65 zijn voldoende resistent, net als 5 tot 7 µ verzinkt staal. Belangrijk is dat dergelijke materialen zijn voorzien van een minstens 85 µ dikke laklaag. Het NCC-rapport rept niet alleen over alternatieven, maar ook over stelselmatige periodieke controles. Omdat inmiddels wel duidelijk is geworden dat scheurvormende spanningscorrosie een tamelijk onvoorspelbaar mechanisme is.
Gezond verstand logisch - fenomeen van de laatste tijd zijn. “Omdat er in de afgelopen jaren nogal wat is veranderd aan het gebruik van zwembaden én aan de materialen die in de bouw en afbouw worden toegepast.” Moderne zwembaden hebben allerlei attracties zoals bubbelbaden, ‘watervallen’ en fonteinen. Om het de bezoekers behaaglijk te maken, zijn de temperaturen van zowel water als atmosfeer hoger dan vroeger. Consequentie is dat er intensiever moet worden schoongemaakt met chloorhoudende middelen. Door de combinatie van hogere temperaturen, hogere luchtvochtigheid en toename van chloorhoudende reinigers, bevat de lucht in zwembaden veel meer chlooramines dan vroeger. Dat juist in die situatie een verschuiving van materiaalgebruik in de bouw heeft plaatsgevonden, mag een zeer ongelukkige samenloop van omstandigheden worden genoemd. Tot 10 à 15 jaar terug werd voornamelijk verzinkt staal toegepast, maar zeker de laatste 6 à 7 jaar heeft dat materiaal plaatsgemaakt voor RVS. En het zijn juist (bepaalde) RVS-hangsystemen die slecht bestand blijken tegen de toegenomen hoeveelheid chlooramines en daardoor ten prooi vallen aan spanningscorrosie.
Dwingend zijn de aanbevelingen van het NCC vooralsnog niet; hooguit adviserend. De gedachte is wel dat ze worden vastgelegd in een URL, een uitvoeringsrichtlijn, en op termijn in een normering die wel bindend is. Zeker dat laatste zal nog enige tijd op zich laten wachten. Vooralsnog wordt er dus een beroep gedaan op het gezond verstand van opdrachtgevers, ontwerpers en verwerkers. En niet alleen bij toekomstige projecten. Zo heeft het schadegeval in Steenwijk diverse gemeentes ertoe aangezet om bestaande zwembadplafonds te controleren. Met als gevolg dat bijvoorbeeld ‘De Bongerd’ in Wageningen werd gesloten voor een preventieve ingreep. “Eigenlijk zou iedereen die het aangaat, dus ook leveranciers en montagebedrijven, moeten nagaan bij welke zwembadplafonds hij of zij betrokken is geweest, en welke materialen daarin zijn toegepast”, stelt Verhoofstad. Wachten met actie op dwingende regelgeving vindt hij niet raadzaam, want: “Je moet er toch niet aan denken dat in de tussentijd zo’n ongeluk als in Zwitserland in Nederland gebeurt!”
Hachelijke situatie De ongewenste combinatie van chlooramines en RVS, al eerder onder de aandacht gebracht door de staalbranche en de installatiebranche, komt uiteraard niet uit de lucht vallen. “Alleen was de heersende gedachte dat spanningscorrosie pas kon optreden als het kwik boven de 60°C steeg, terwijl nu blijkt dat het al kan gebeuren bij lagere temperaturen”, aldus Verhoofstad. Gezien het huidige klimaat in zwembaden,
37 1 / 2 004
Op donderdag 22 april, tijdens de Afbouw Expo 2004 in het Autotron Rosmalen, organiseert NOA een symposium over spanningscorrosie bij zwembadplafonds.
Advertentie
Openbare kennisgevingen Opheffing Bedrijfschap voor het Schildersbedrijf Bij Koninklijk besluit van 5 juli 2002 (Staatsblad 2002, 394) is het Bedrijfschap voor het Schildersbedrijf opgeheven, waarbij bepaald is dat het Besluit op 1 januari 2003 in werking treedt. Het Hoofdbedrijfschap Afbouw en Onderhoud is belast met de vereffening van het vermogen van het Bedrijfschap voor het Schildersbedrijf. De vereffening gaat in op 1 maart 2004. Het Hoofdbedrijfschap Afbouw en Onderhoud roept hierbij degenen die een vordering op het Bedrijfschap voor het Schildersbedrijf hebben, deze vordering vóór 1 september 2004 schriftelijk in te dienen. Daarbij dient duidelijk de grondslag van de vordering te worden aangegeven, zo mogelijk onder overlegging van (afschriften van) bewijsmateriaal.
Reacties dienen te worden gericht aan: Hoofdbedrijfschap Afbouw en Onderhoud Afdeling Financiën Postbus 377 2280 MA Rijswijk
Opheffing Bedrijfschap Stukadoors-, Afbouw- en Terrazzo-/Vloerenbedrijf Bij Koninklijk besluit van 5 juli 2002 (Staatsblad 2002, 394) is het Bedrijfschap Stukadoors-, Afbouw- en Terrazzo-/Vloerenbedrijf opgeheven, waarbij bepaald is dat het Besluit op 1 januari 2003 in werking treedt. Het Hoofdbedrijfschap Afbouw en Onderhoud is belast met de vereffening van het vermogen van het Bedrijfschap Stukadoors-, Afbouw- en Terrazzo-/Vloerenbedrijf. De vereffening gaat in op 1 maart 2004. Het Hoofdbedrijfschap Afbouw en Onderhoud roept hierbij degenen die een vordering op het Bedrijfschap Stukadoors-, Afbouw- en Terrazzo-/ Vloerenbedrijf hebben, deze vordering vóór 1 september 2004 schriftelijk in te dienen. Daarbij dient duidelijk de grondslag van de vordering te worden aangegeven, zo mogelijk onder overlegging van (afschriften van) bewijsmateriaal.
Reacties dienen te worden gericht aan: Hoofdbedrijfschap Afbouw en Onderhoud Afdeling Financiën Postbus 377 2280 MA Rijswijk
Advertentie
kort
kort
kort
kort
Kantoorautomatiseringsupdate: VakWare® 2004
Calduran en Silka nemen vlag over van CVK Kalkzandsteen
Aangepast aan nieuwe regelgeving en uitgebreid met een praktische toevoeging; het kantoorautomatiseringspakket VakWare is klaar voor het nieuwe jaar. VakWare® 2004, is uitgerust met het nieuwste Calculatie Uitwisselings Formaat versie 4. Ook is ‘Audit file’ toegevoegd, een optie waarmee gegevens die door de belastingdienst worden gewenst, eenvoudig uit het systeem kunnen worden gehaald. Het softwareprogramma VakWare® van Admicom Systems is ontwikkeld voor kleine, midden en grote projectgeoriënteerde ondernemingen binnen de afbouwbranche. Het pakket maakt het mogelijk om grote hoeveelheden gegevens die op verschillende plaatsen binnen een organisatie te vinden zijn, te ordenen en inzichtelijk te maken. Zo ontstaat er een duidelijke samenhang tussen afzonderlijke gegevens op het gebied van offertebeheer, relatiebeheer, materieelbeheer of werkenadministratie. Daardoor is het mogelijk om op ieder gewenst moment te zien hoe het staat met een bepaald werk of wat de financiële situatie is van de onderneming als geheel. De diverse uitbreidingen in het vernieuwde programma zijn afhankelijk van het type VakWare(r) waarmee wordt gewerkt; Small Business Box, Medium Business Box, Large Business Box of Enterprise Resource Box.
De Coöperatieve Verkoop- en productievereniging van Kalkzandsteen-producenten u.a. (CVK) is per 31 december 2003 opgeheven. Calduran en Silka hebben vanaf 1 januari 2004 de activiteiten, de verkoop en productie van kalkzandsteen overgenomen van CVK en zijn per die datum zelfstandig de markt op gegaan. Door de ‘bruidsschat’ die CVK aan hen heeft meegegeven beschikken beide bedrijven over een efficiënt productieproces van een natuurlijk bouwmateriaal dat geen enkele milieubelasting veroorzaakt. En dat resulteert in lage bouwkosten en vereenvoudigt het werk op de bouwplaats aanzienlijk. Voor de klanten betekent de overdracht dat in de praktijk weinig verandert. Toekomstige concurrentie zal zich vooral toespitsen op verdere productinnovaties en verbeteringen in kwaliteit en service. En dat levert de klant vrijwel zeker alleen maar extra voordeel op.
Nationale geluidshinderdag in teken van Wet geluidhinder Wie dé nationale geluidshinderdag dit jaar niet wil missen, wordt op 21 april verwacht in de Jaarbeurs te Utrecht. Daar organiseert de Nederlandse Stichting Geluidshinder (NSG) de NSG-Geluidshinderdag 2004. Het thema van deze dag, die elk jaar door zo’n 400 deelnemers wordt bezocht, is ‘Geluidbeleid in beweging; recente en komende wijzigingen Wet geluidhinder’. Naast een interessant lezingenprogramma met voordrachten en discussies, zijn er voor alle deelnemers die beroepshalve bij geluidshinder zijn betrokken, exposities van fabrikanten en leveranciers van materialen en is er apparatuur en kennis aanwezig op het terrein van - hoe kan het ook anders - geluidshinderbestrijding. Voor meer informatie over het programma van de dag, deelname en kosten, zie de website www.nsg.nl (of bel 015 256 27 23).
Bijzondere woningbouwprojecten op BouwRAI 2004 Een nieuw jaar, een nieuwe koers! BouwRAI brengt in 2004, in tegenstelling tot voorgaande jaren, een meer projectgericht programma waarin bijzondere woningbouwprojecten extra aandacht krijgen. Het exposantendeel is een blijvertje. Het nieuwe programma komt tot uiting in een aantal ‘Projectpleinen’. Ieder plein heeft een eigen thema: IFD Bouwen (Industrieel, Flexibel en Demontabel Bouwen) Wonen en Zorg, het Corporatieplein en het Architectuurplein, dat in het teken staat van architectuurwedstrijden. Doel van de pleinen is het stimuleren van de uitwisseling van ervaringen en visies met bezoekers, aldus de initiatiefnemers. Ook in de beurstheaters vinden tijdens de beursdagen verschillende interessante sessies voor bezoekers plaats. BouwRAI 2004 vindt plaats van dinsdag 30 maart tot en met vrijdag 2 april 2004 in Amsterdam RAI. Geïnteresseerden in het programma kunnen een kijkje nemen op de website www.bouwrai.nl. Vanaf medio februari kunnen bezoekers in spe zich online inschrijven voor de verschillende onderdelen op de beursvloer. Voorregistratie voor een bezoekersbadge is mogelijk.
Brander Comfort: sierpleister zoals de vakman hem wil Prettig en soepel te verwerken, een vol en egaal uiterlijk in iedere gewenste kleur en nauwelijks gevoelig voor oneffenheden in de ondergrond; precies zoals de stukadoor het wil. Deze prima rapportcijfers voor haar nieuwe sierpleister Brander Comfort, ontleent Brander Afbouwprodukten aan een langdurige testfase. Omdat de producent en distributeur van professionele spuit- en sierpleisters een product wilde dat voldoet aan alle wensen van de verwerker, werd de nieuwe sierpleister beoordeeld op verwerking, eigenschappen en resultaat door vakmensen uit de praktijk. Met als conclusie dat Brander Comfort vooral door de soepele verwerking zijn naam er aan doet.
40 1 /2004
kort
kort
kort
kort
Scheidingswand in lastig bereikbare ruimte? Kinderspel met blokkensysteem! Een scheidingswand plaatsen op een lastig bereikbare (zolder)kamer is volgens Faay, fabrikant van systeemwanden en -plafonds vanaf nu, kinderspel. Eén persoon kan het werk doen! De reden? Een ingenieus, arbovriendelijk blokkensysteem, bescheiden van gewicht en omvang en makkelijk te vervoeren in kleinere vracht- en bestelauto’s. De Faay VP54/VP70-blokken zijn leverbaar in verschillende afmetingen (dikten/breedten) en moeten in halfsteens verband worden gestapeld. Faay levert met het nieuwe blokkensysteeem niet alleen kwaliteit -
de wanden zijn uiterst brand- en geluidswerend, zeer stabiel en hebben een grote schroefvastheid zonder plug - maar zorgt er bovendien mee voor tijdwinst in de afbouw. De wandpanelen hebben namelijk een drieledige functie: eindbeplating, spouwvulling én stijl- en regelwerk. Daardoor zijn ze sneller te verwerken dan de conventionele wandsystemen voor droge afbouw.
Heavy-Coat: de nieuwe lijn veelzijdige spuitmachines Van klein tot groot, voor elk soort werk biedt de nieuwe Heavy-Coat lijn van Wagner Spraytech de spuitmachine naar wens. De HC 35, de HC 45 en de HC 55 vormen een compleet, assortiment veelzijdige pneumatische plunjerpompen. Krachtig: al naar gelang de gewenste prestaties zijn de materiaalpompen naar keuze leverbaar met een benzine of elektrische (230V of 400V) motor. En flexibel: met ‘SwingCart’ kan de pomp snel in verschillende posities worden gezet; voor het verwerken vanuit een emmer of een container; of ingeklapt, voor transport. De ‘zware jongens’ (HC 45 en HC 55) kunnen worden uitgebreid met de onder meer voor structuurverwerking bedoelde ‘Special-Spray-Power’. Deze SSP zorgt voor meer druk waardoor de verwerking van hoog visceuze materialen zoals lijmen, spuitplamuur en spack kwaliteiten, gemakkelijker wordt. Gecombineerd met de mobiele plamuurcontainer (HC45 E SSP en HC 55 E SSP), maakt het SSP-systeem van de HeavyCoat een spuitmachine waarmee grote vlakken kunnen worden geappliceerd zonder tussentijds te hoeven bijvullen.
Veilig (af)bouwen met steigers die voldoen aan nieuwe tilnorm Wie werkzaam is in de bouw wordt vandaag de dag geconfronteerd met de nieuwe beleidsregel ‘tillen op de bouwplaats’ (de zogenaamde ‘tilnorm’ eisen). Eén van die eisen is dat de minimale afstand tussen bouwwerk en steiger 60 cm moet zijn. Met de innovatieve steigers volgens het ‘tube lock steigerconcept’ van Van Thiel United in Beek en Donk kunnen werknemers in de ruw- en afbouwsector moeiteloos steigers bouwen volgens de nieuwe eisen. Een belangrijk kenmerk van het nieuwe systeem is de ‘systeemkorteling’ die is voorzien van een inwendige, ijzersterke en tot 60 cm uitschuifbare drager. Geheel uitgeschoven laat deze drager een maximale belasting toe van maar liefst 150 (!) kg. Het innovatieve steigersysteem dat aan de jongste eisen voldoet is bovendien ongekend praktisch, gebruiksvriendelijk, kosten- en tijdbesparend, maar bovenal zeer veilig voor de gebruiker.
Mebest Kort wordt samengesteld aan de hand van pers- en nieuwsberichten van, voor en over de afbouwsector. Berichten voor deze rubriek kunt u sturen naar:
Nieuwste generatie handlaserafstandmeters verdringt duimstokken en meetlinten definitief Duimstokken en meetlinten zijn nu echt definitief passé, want niets meet sneller, nauwkeuriger en efficiënter dan de handlaserafstandmeters van de Leica DISTOTM serie. Volgens leverancier Leica Geosystems meet de nieuwste generatie handlaserafstandmeters tot 200 meter met een nauwkeurigheid van ongeveer 3 millimeter. Voor een maximale precisie biedt de Leica DISTOTM pro4a een nauwkeurigheid aan van ongeveer 1,5 millimeter. Met dit ingenieuze apparaat pretendeert Leica Geosystems in Rijswijk de nauwkeurigste handlaserafstandmeter ter wereld op de markt te hebben gebracht. Zeker is dat de producten van Leica Geosystems bekend zijn door de hoogstaande kwaliteit, bijzondere prestatie, maximale productiviteit en veel gebruiksgemak.
Redactie Mebest, Postbus 377, 2280 MA Rijswijk De redactie behoudt zich het recht voor de ingezonden berichten in te korten. De inhoud van de pers- en nieuwsberichten valt niet onder de verantwoordelijkheid van de Mebest-redactie. Met plaatsing van een bericht spreekt de redactie van Mebest dan ook geen waardeoordeel uit over de genoemde kwaliteit en/of prestaties van diensten en producten.
41 1 / 2 0 04
Naschrift: In Mebest 5 2003 plaatsten wij een artikel over de Russisch Orthodoxe Kerk in Rotterdam. Voor de volledigheid vermelden wij alsnog de naam van de ontwerper, architektenburo L. Waardenburg bv te Hattem.
Advertentie
Advertentie
Advertentie