1
F.A.S.T. en het Minder Hinder Ir. VLADIMIR KOSTADINOV Agentschap Wegen en Verkeer Wegen en Verkeer Oost-Vlaanderen
Samenvatting
Résumé
De hinder op de weg en ihb op de autosnelweg wordt niet enkel door wegeniswerken of door structurele files maar ook door incidentele files veroorzaakt. In het onderstaand artikel werd een antwoord gegeven op de vraag: ‘Wat doen we in geval van incidentele files en hoe lossen we dit op?’
Les nuisances routières, en particulier sur les autoroutes, ne proviennent pas seulement des travaux de voirie ou des files structurelles, mais également de files imprévues. Le texte ci-dessous apporte une réponse à la question : ‘Que faire en cas de files imprévues et comment les résoudre ?’
In het artikel werd het FAST–project beschreven. Naast het doel, de werkwijze en de evaluatie van het project werd er ook gesuggereerd hoe het project in de toekomst moet evolueren.
1.
L’article offre une présentation du projet FAST. Outre le but, l’approche et l’évaluation du projet, l’article suggère aussi comment le projet doit évoluer' dans l’avenir.
Inleiding
De term ‘Minder Hinder’ is de laatste jaren in populariteit toegenomen. In het algemeen, vanuit de invalshoek van het vakgebied ‘Verkeerskunde’, linkt men dit begrip met gebeurtenissen (in occasioneel op de weg) die de doorstroming en de vlotheid van het verkeer beïnvloeden. De hinder op de weg wordt niet enkel door wegeniswerken of door structurele files maar ook door incidentele files veroorzaakt. Een antwoord op de vraag ‘Hoe kunnen we de hinder, veroorzaakt door ongevallen, minimaliseren?’ is het project FAST, of Files Aanpakken door Snelle Tussenkomst. ‘Wat is FAST, hoe werkt het en wat kan er in de toekomst verwacht worden?’ wordt in dit artikel toegelicht.
2 2.
Wat is FAST en hoe werkt het project
2.1
Voorgeschiedenis
De voorloper van het huidige project is FAST+ (1998) op de Antwerpse ring en vervolgens op de Brusselse ring. Tussen 2001 en 2005 werd op E40 (grondgebied Oost-Vlaanderen) de zogenaamde ‘Zomer-FAST’ gelanceerd. Dit project had als doel de vlotheid van het verkeer tijdens de zomermaanden op de as Brussel-Oostende te bevorderen. In 2005 werd op de autosnelwegen in Oost-Vlaanderen, nl. E17, E40 en R4 (in totaal ca. 160km) voor het eerst op grote schaal het FAST-project gelanceerd, dat 7/7 dagen en 24 uur per dag diende hulpverlening te garanderen. Bovendien werd er voor de eerste keer een takeldienst niet enkel voor personen- maar ook voor vrachtwagens aangeduid. 2.2 Doel van FAST Het project heeft als doel het bevorderen van de mobiliteit en de verkeersveiligheid op de autosnelwegen door de incidentafhandeling, waarbij takelen1 nodig is, te optimaliseren. Via een (openbare) aanbesteding werd voor een bepaald deel van de autosnelweg een takeldienst aangeduid, die garant staat voor een efficiënte dienstverlening met de beste prijskwaliteit garanties bij defecten, ongevallen of incidenten in het verkeer. De verkeersveiligheid krijgt hierbij voorrang. Dit door tussenkomst voor: •
Het vermijden van ongevallen en files die ontstaan door het beletten van de doorgang van het verkeer op de bovenvernoemde wegen ingevolge een ongeval, een defect of de aanwezigheid van hinderende voorwerpen, door het onmiddellijk en efficiënt vrijmaken van de weg en zijn aanhorigheden en het afslepen van de beschadigde en defecte voertuigen.
•
Het verzorgen van de noden van de inzittenden door het voorzien van de mogelijkheid van vervoer in het interventievoertuig of een bijkomend voertuig en het beschikken over de nodige accommodatie in het bedrijf.
•
Overslaan en afvoeren van goederen, voor zover dit noodzakelijk is in het kader van de interventie of op uitdrukkelijke vraag van de brandweer.
•
Het leveren van signalisatie ter beveiliging van de incidentlocatie en van de weggebruikers.
•
Het beveiligen van het verkeer en de betrokkenen tot en tijdens de uitvoering van een takeling.
•
Het uitvoeren van noodzakelijke kleine reinigingswerken ter plaatse.
De kandidaten worden aan een zorgvuldige kwalitatieve selectie onderworpen:
1
•
financiële en economische draagkracht;
•
technische bekwaamheid.
Het oproepen van de dienstverlener van een bepaald lot gebeurt wanneer de veiligheid en de vlotheid van het verkeer in het gedrang is (KB 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer, art 51.5).
3
Foto1: Zelfs een ‘licht’ ongeval heeft grote gevolgen voor het verkeer… kilometers lange file.
2.3 Werkwijze De takelopdrachten worden door de Federale Politie (medeopdrachtgever) rechtsreeks aan de takeldienst onder contract gegeven. Binnen de op voorhand vastgelegd aanrijdtijd, variërend tussen 15 à 20 min voor ongevallen met vrachtwagens en 20 à 30 min bij ongevallen met personenwagens, dient de dienstverlener zich ter plaatse van het euvel te begeven. •
De takeldienst motiveert zijn werkwijze
•
De takeldienst dient de inzittende hulp te bieden
•
De takeling/berging mag maximaal 2 uur in beslag nemen op straffe van boete
•
Behandelen lading: enkel ifv de takelopdracht - de rest door brandweer.
2.4 Facturatie De diensten worden aan de ‘hinderverwekker’2 gefactureerd, conform de Wegcode3 De aanbestedende overheid, Agentschap Wegen en Verkeer, staat garant voor het nazicht en het opleveren van de diensten.
2
‘hinderverwekker’ - de weggebruiker die een verkeersbelemmering op de rijbaan in het leven heeft geroepen. 3 Algemeen reglement op de politie van wegverkeer (K.B. van 1 december 1975), in het bijzonder de arts. 4.4. , 21.4.4°, 51.5 en 59.6 bet reffende het takelen van voertuigen.
4
Foto 2: Takelen is een vak apart…
3.
Betrokken partijen bij FAST
De betrokken partijen bij FAST zijn op de eerste plaats: de FP, AWV en de takeldienst. Tussen deze drie bestaat ook een contractueel verband. Tussen de opdrachtgevers, nl. de FP en het Agentschap Wegen en Verkeer is een protocolakkoord voor samenwerking ondertekend. Daarin worden de rechten en plichten van de twee partijen binnen dit project opgesomd. Tussen de opdrachtgevers en de takeldienst is een contractueel verband dat tot stand gekomen is na het houden van een openbare aanbesteding. Voor een efficiënte samenwerking tussen de FP en de takeldienst wordt er op het Vlaams Verkeerscentrum (VC) gerekend. Het VC is ‘de ogen en de oren’ van het FAST-project. Op foto 3 zijn ook de brandweer en de ambulance getoond. Zij zijn een onontbeerlijke schakel in de puzzel. Afspraken tussen de twee laatste en de rest van de spelers zijn nog niet officieel gemaakt?! Uitdaging voor de (nabije) toekomst?
5
Foto 3: De betrokkenen bij FAST- Federale Politie (Wegpolitie), AWV, Brandweer, 100 –Ambulance , Takeldienst.
4.
Uitbreiding van FAST
Ná evaluatie van het pilotproject in Oost- Vlaanderen volgde in 2006 en 2007 eerst een uitbreiding naar de Vlaamse ruit (provincie Antwerpen en Vlaams Brabant) en vervolgens naar West Vlaanderen. In provincie Limburg (E313 en E314), waar men ook vragende partij is, zal het FAST op zeer korte termijn ook gelanceerd worden.
Foto 4: FAST in Vlaanderen
6
5.
Kosten en baten
Over echte kosten-batenanalyse kan men helaas in Vlaanderen nog niet spreken. Het feit dat het kwantificeren van de kosten en baten niet evident is, zal niet meer als excuus gebruikt mogen worden. De kosten van het huidige project beperken zich tot een honderdduizendtal euro’s per jaar. Het grootste deel gaat voor de permanentiedienst aan de ring van Antwerpen en Brussel. Behalve deze directe kosten zijn er ook indirecte, die nog niet berekend zijn. Hier vallen de kosten voor het inrichten/onderhouden van één of (in de toekomst) meerdere meldpunten, het onderhoud van verkeerscentrale(s) e.d. Over de baten kunnen we gemakkelijker praten, hoewel ook hier komt de wetenschap nog niet aan de pas. Als we over baten spreken, denkt men onmiddellijk aan de kilometerslange files veroorzaakt door ongevallen. Deze files doen minderen door een goedwerkende FAST is, durf ik zeggen, een feit, hoewel er nog geen metingen in deze richting gedaan zijn. Minder files betekent minder voertuigverliesuren en respectievelijk minder economisch verlies voor de maatschappijen. Daarnaast betekent dit ook beperking in de verstoring van de reistijden. Als tweede belangrijke baat kan het verhogen van de verkeersveiligheid beschouwd worden. Door het gebruik van efficiënte verkeerssignalisatie en communicatie enerzijds en snel afhandelen van de ongevallen anderzijds, wordt de kans op secundaire ongevallen verminderd en daalt daardoor de hinder voor de weggebruiker.
6.
Evaluatie
Zelfs zonder harde cijfers als bewijs, staat het buiten kijf dat het project FAST zijn steentje aan het ‘Minder Hinderverhaal’ bijdraagt. Het project staat garant voor de vlotheid en de doorstroming op de autosnelwegen. Door een efficiënte dienstverlening worden de ongevallen redelijk snel behandeld en dalen daardoor de verliesuren voor de weggebruikers. Er zijn tijdens de evaluatie van het project ook een aantal tekortkomingen naar voren gekomen. Een deel ervan kunnen en zullen binnen de FAST-werkgroep 4 opgelost kunnen worden. Hiermee bedoel ik het aanpassen van het lastenboek, het transparanter maken van de prijslijsten en efficiënter toezicht doen op de facturatie.
4
Werkgroep FAST- samengesteld van vertegenwoordigers van de territoriale wegenafdelingen, die als doel heeft het project continue te verbeteren.
7 7.
Toekomstvooruitzichten
Het is evident dat niet alleen de hinder veroorzaakt door wegeniswerken of structurele files moet aangepakt worden maar dat men in de toekomst meer aandacht moeten geven aan de oplossing van de incidentele files. Er is niets meer frustrerend dan in file te staan waarvan eerst de oorzaak lange tijd niet bekend is en daarna de oplossing lang op zich laten wachten. Om efficiënt en effectief verder te kunnen werken, zal men het project moeten uitbreiden. Hiermee bedoel ik dat naast de uitgesproken partners, nl. de FP, de AWV en de takeldienst, men alle belanghebbende partijen bij het project zal moeten betrekken. En dat is namelijk de grote stap van FAST-project naar INCIDENT MANAGEMENT(IM). IM is het geheel aan maatregelen die beogen om de weg zo snel mogelijk voor het verkeer vrij te maken nadat een incident heeft plaatsgevonden. Dat betekent dat de samenwerking tussen alle partijen, nl. de Federale Politie (Wegpolitie), de brandweer en civiele bescherming, de ambulance, AWV, het Vlaams Verkeerscentrum, de transportsector en verzekeraars en must is! Een draagvlak voor samenwerking bestaat m.i. al. Het zal niet evident zijn om partijen met soms tegenstrijdige interesse en voor wie de IM geen ‘core business’ is bij elkaar te brengen. Doch enkel door maken van goede afspraken tussen de partijen en een betere coördinatie tussen de diensten kan men het succes van het project garanderen. Het IM is een uitdaging! Het Agentschap Wegen en Verkeer is m.i. de evidente leider en die heeft al het eerste initiatief genomen.