FACULTEIT DER RECHTSGELEERDHEID RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN STUDIEGIDS RECHTEN 2006-2007
Supplementen vindt u: 1. Op de cd-rom van de studiegids 2. Op de website: http://www.rug.nl/rechten/informatieVoor/studenten/studiegids/ Deze supplementen dient u te gebruiken als aanvulling op deze studiegids.
Wijzigingen in de Onderwijs- en Examenregelingen, het Examenreglement worden geplaatst: 1. in een Nieuwsbericht op: http://www.rug.nl/rechten/informatieVoor/studenten/ en 2. op http://www.rug.nl/rechten/informatievoor/studenten/oer/
Errata op de tekst van deze studiegids worden geplaatst: 1. in een Nieuwsbericht op: http://www.rug.nl/rechten/informatieVoor/studenten/ en 2. op: http://www.rug.nl/rechten/informatieVoor/studenten/studiegids/
Plicht zich te informeren: Studenten worden geacht zich te informeren en deze bronnen te raadplegen.
Samenstelling en eindredactie: Dienst Onderwijs en Studiebegeleiding, Juni 2006 Ontwerp CD-rom: A. Robbeson/Print Center Groningen Ontwerp binnenkant: Jan Hemel, RC, Rijksuniversiteit Groningen
STUDIEGIDS 2006-2007
Verkorte Inhoudsopgave 1 Wegwijs
7
2 Algemene onderwijsinformatie
35
3 Toetsing
64
4 Studeren in het buitenland
77
5 Propedeuse
81
6 Bachelor Nederlands Recht
89
7 Bachelor Recht en Bestuur
96
8 Bachelor Notarieel Recht
100
9 Bachelor Fiscaal Recht
105
10 Bachelor Law in Europe (HLS)
110
11 Bachelor Internationaal en Europees Recht
115
12 Bachelor Recht & ICT
120
13 Master Nederlands Recht
125
14 Master Recht en Bestuur
135
15 Master Notarieel Recht
139
16 Master Fiscaal Recht
143
17 Master Law in Europe (Hanse Law School)
146
18 Master Internationaal en Europees Recht
150
19 Master Recht & ICT
153
20 Master Functionaliteit van het Recht (onderzoeksmaster)
158
21 Duale Master Opleidingen
162
22 Engelstalige masters
167
23 Bijzondere programma’s voor bachelors HBO
168
24 Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen 2006-2007
183
25 Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen 2006-2007
209
26 Onderwijs- en Examenregeling Master Functionaliteit van het Recht (Onderzoeksmaster)
232
27 Onderwijs- en Examenregeling Master Nederlands Recht, Duale variant (Togamaster)
241
28 Examenreglement
250
29 Overige facultaire regelingen
257
30 Studentenstatuut (vereenvoudigde versie)
267
Trefwoordregister
285
2
Inhoudsopgave Verkorte Inhoudsopgave
2
Inhoudsopgave
3
1 Wegwijs
7 1.1 Inleiding 1.2 Belangrijke instanties, adressen aan de universiteit 1.3 Belangrijke diensten, adressen in de faculteit 1.4 Vakgroepen 1.5 Communicatie Faculteit -> Student 1.6 Studieomstandigheden 1.7 Vertrouwenspersoon 1.8 Jaarindeling studiejaar 2006-2007 1.9 Inschrijving onderwijsactiviteiten en termijnen 1.10 Bestellen syllabi 1.11 Inschrijving tentamens, tussentoetsen en termijnen 1.12 Tentamenrooster
2 Algemene onderwijsinformatie
7 8 10 19 24 25 26 28 29 31 32 34
35
2.1 Algemeen 2.2 Bacheloropleidingen 2.3 Masteropleidingen 2.4 Onderwijsvormen 2.5 Kenmerken programma’s en vakken 2.6 (Optioneel) verplichte vakken en seminaar 2.7 Keuzeruimte 2.8 Recht in praktijk 2.9 Scriptie 2.10 Examens en afstuderen
3 Toetsing
35 38 40 43 44 46 47 49 56 60
64 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9
Algemeen Inschrijving tentamens, tussentoetsen en termijnen Gang van zaken tijdens de tentamens Tentamenstof Fraude Bekendmaking tentamenuitslag Nabespreking van een tentamen Herhalen van tentamens Afwijkende tentamenregeling schriftelijke tentamens
64 65 67 69 70 70 71 72 73
4 Studeren in het buitenland
77
5 Propedeuse
81 5.1 Algemeen 5.2 Studievoortgang en –begeleiding 5.3 Onderwijs- en Examenregeling Propedeuse
6 Bachelor Nederlands Recht 6.1 6.2 6.3 6.4
81 81 82
89
Algemeen Onderwijs- en Examenregeling Aansluitende masters Overgangsregelingen
7 Bachelor Recht en Bestuur
89 90 92 94
96
7.1 Algemeen 7.2 Onderwijs- en Examenregeling 7.3 Aansluitende masters
96 97 98
3
STUDIEGIDS 2006-2007
7.4 Overgangsregelingen
8 Bachelor Notarieel Recht 8.1 8.2 8.3 8.4
Algemeen Onderwijs- en Examenregeling Aansluitende masters Overgangsregelingen
9 Bachelor Fiscaal Recht 9.1 9.2 9.3 9.4
Algemeen Onderwijs- en Examenregeling Aansluitende masters Overgangsregelingen
10 Bachelor Law in Europe (HLS) 10.1 10.2 10.3 10.4
Algemeen Onderwijs- en Examenregeling Aansluitende masters Overgangsregelingen
11 Bachelor Internationaal en Europees Recht 11.1 11.2 11.3 11.4
Algemeen Onderwijs- en Examenregeling Aansluitende masters Overgangsregelingen
12 Bachelor Recht & ICT 12.1 12.2 12.3 12.4
Algemeen Onderwijs- en Examenregeling Aansluitende masters Overgangsregelingen
13 Master Nederlands Recht 13.1 13.2 13.3 13.4
Algemeen Onderwijs– en Examenregeling (OER) Scriptie Overgangsregelingen
14 Master Recht en Bestuur 14.1 14.2 14.3 14.4 14.5
Algemeen Onderwijs- en Examenregeling (OER) Bibliotheek, tijdschriften en beroepsverenigingen Studievereniging Overgangsregelingen
15 Master Notarieel Recht 15.1 Algemeen 15.2 Onderwijs- en Examenregeling (OER) 15.3 Overgangsregelingen
16 Master Fiscaal Recht 16.1 Algemeen 16.2 Onderwijs- en Examenregeling (OER) 16.3 Overgangsregelingen
17 Master Law in Europe (Hanse Law School) 17.1 Algemeen 17.2 Onderwijs- en Examenregeling 17.3 Overgangsregelingen
4
99
100 100 101 103 104
105 105 106 108 108
110 110 112 113 114
115 115 116 117 118
120 120 121 123 124
125 125 126 133 133
135 135 136 138 138 138
139 139 140 142
143 143 144 145
146 146 148 149
INHOUDSOPGAVE
18 Master Internationaal en Europees Recht 18.1 Algemeen 18.2 Onderwijs- en Examenregeling (OER) 18.3 Overgangsregelingen
19 Master Recht & ICT 19.1 19.2 19.3 19.4
Algemeen Onderwijs- en Examenregeling (OER) Scriptie Overgangsregelingen
20 Master Functionaliteit van het Recht (onderzoeksmaster) 20.1 Algemeen 20.2 Onderwijs- en Examenregeling (OER) 20.3 Afstudeerthesis
21 Duale Master Opleidingen 21.1 Algemeen 21.2 Duale variant Nederlands Recht (Togamaster) 21.3 Onderwijs- en Examenregeling
150 150 151 152
153 153 154 156 156
158 158 159 161
162 162 162 164
22 Engelstalige masters
167
23 Bijzondere programma’s voor bachelors HBO
168
23.1 23.2 23.3 23.4 23.5 23.6 23.7
Algemeen Vrije Master Sociaal Recht (Vrij onderwijsprogramma Master Nederlands recht – zonder civiel effect) Vrije Master Bedrijfsrecht (Vrij onderwijsprogramma Master Nederlands recht – zonder civiel effect) Vrije Master Vastgoed (Vrij onderwijsprogramma Master Nederlands recht – zonder civiel effect) Verkort bachelorprogramma Nederlands Recht en Master met Civiel Effect Schakelprogramma Master Fiscaal Recht Schakelprogramma Master Recht en Bestuur
168 168 170 172 175 177 179
24 Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen 2006-2007
183
25 Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen 2006-2007
209
26 Onderwijs- en Examenregeling Master Functionaliteit van het Recht (Onderzoeksmaster)
232
27 Onderwijs- en Examenregeling Master Nederlands Recht, Duale variant (Togamaster)
241
28 Examenreglement
250
29 Overige facultaire regelingen
257
29.1 29.2 29.3 29.4
Stagereglement Scriptiereglement Faculteit der Rechtsgeleerdheid Regeling betreffende individuele klachten van studenten Beroepsregeling
30 Studentenstatuut (vereenvoudigde versie) 30.1 Voorwoord 30.2 Lijst van gebruikte afkortingen 30.3 Begrippen 30.4 Inleiding 30.5 Belangrijke centrale instanties 30.6 Vereenvoudigde versie Studentenstatuut - Algemeen 30.7 De Bachelor-Master-structuur (BaMa) 30.8 Toegang en toelating 30.9 Inschrijving 30.10 Onderwijs 30.11 Tentamens en examens
257 261 265 266
267 267 267 268 269 273 275 275 276 276 277 279
5
STUDIEGIDS 2006-2007
30.12 Onderwijs- en Examenregeling (OER) 30.13 Financiële ondersteuning voor studenten die recht hebben op studiefinanciering van de IBG 30.14 Medezeggenschap 30.15 Gedragsregels 30.16 Rechtsbescherming Procedure Procedure
Trefwoordregister
6
280 280 282 283 283 284 284
285
WEGWIJS
1 Wegwijs 1.1 Inleiding Met ingang van 1 augustus 1993 is de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) in werking getreden. Deze wet heeft betrekking op universiteiten, hogescholen, Open Universiteit en de academische ziekenhuizen. Tot de taak van universiteiten behoren het verzorgen van wetenschappelijk onderwijs en het verrichten van wetenschappelijk onderzoek. De universiteiten bestaan uit een aantal faculteiten. Binnen elke faculteit wordt wetenschappelijk onderwijs gegeven en wetenschappelijk onderzoek verricht in een bepaalde tak van wetenschap of in enige nauw met elkaar verwante takken van wetenschap. In de Faculteit der Rechtsgeleerdheid staat het recht centraal. De faculteitsgemeenschap binnen de Faculteit der Rechtsgeleerdheid wordt gevormd door: het wetenschappelijke personeel dat bij de faculteit werkzaam is; het ondersteunend en beheerspersoneel dat bij de faculteit werkzaam is; de studenten die voor een tot de faculteit behorende opleiding zijn ingeschreven De inwerkingtreding van de Wet Modernisering Universitaire Bestuurs-organisatie (MUB), in maart 1997, bracht een ingrijpende wijziging in de WHW tot stand. Met ingang van het Academisch jaar 1997-1998 kregen de invoering van de MUB en de daarbij door de RUG gemaakte keuzes hun beslag. De universiteit bestaat bestuurlijk gezien uit twee lagen: op centraal niveau het College van Bestuur en op facultair niveau de faculteitsbesturen. Een belangrijke wijziging ten opzichte van het verleden betreft de integratie van bestuur en beheer op facultair niveau bij het faculteitsbestuur. Het oude medebestuur door faculteitsraden is gewijzigd in medezeggenschap van raden, terwijl de universiteit een grotere vrijheid heeft gekregen bij de inrichting van onderwijs en onderzoek. De medezeggenschap op facultair niveau wordt uitgeoefend door de faculteitsraad, waarin zowel personeel als studenten zijn vertegenwoordigd. Naast deze beide bestuursorganen kent de faculteit vakgroepen, werkverbanden van mensen die binnen de faculteit werkzaam zijn op hetzelfde vakgebied. Deze vakgroepen hebben een vakgroepbestuur. Binnen de faculteit onderscheiden we de volgende vakgroepen en secties: Vakgroep algemene rechtswetenschap en rechtsgeschiedenis; Vakgroep bedrijfsrechtelijke en Europeesrechtelijke vakken; Vakgroep belastingrecht, en rechtseconomie; Vakgroep bestuursrecht en bestuurskunde; Vakgroep privaatrecht en notarieel recht; Vakgroep rechtstheorie (rechtsfilosofie, rechtssociologie, politieke wetenschappen en rechtsinformatica); Vakgroep staatsrecht en internationaal recht; Vakgroep strafrecht en criminologie Naast vakgroepen kent de faculteit ook diensten en bureaus, zoals het administratief centrum, personeel en organisatie, de reprodienst, de interne dienst en de dienst onderwijs en studiebegeleiding, waar de studieadviseurs en de onderwijsadministratie deel van uitmaken.
7
STUDIEGIDS 2006-2007
1.2 Belangrijke instanties, adressen aan de universiteit Meer informatie over deze en andere centrale voorzieningen voor studenten staat op het internet: http://www.rug.nl/ Centrale Studenten balie (CSb)
Bezoekadres: Postadres: Telefoon: e-mail: Website: Openingstijden:
Uurwerkersgang 10 Postbus 72, 9700 AB Groningen (050) 363 8004
[email protected] www.rug.nl/csb ma t/m vr 10.00-16.00 uur In vakantieperiodes gelden andere openingstijden Als student van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) kun je bij de Centrale Studentenbalie (CSb) terecht voor al je vragen. Naast de ‘zittende’ studenten kunnen ook aankomende studenten en (bijna) afgestudeerden bij de CSb terecht. Hieronder lees je wat de CSb in huis heeft. Mochten wij je vraag niet kunnen beantwoorden, dan verwijzen we je natuurlijk graag door naar de instantie die je wel verder kan helpen! Vragen over van alles wat met studeren te maken heeft? Bij de CSb kun je antwoord krijgen op concrete vragen over o.a. studiemogelijkheden, toelating, aanmelding, inschrijving, restitutie bij beëindigen van de inschrijving, loting en plaatsing, omzwaaien en studiestaken, studievertraging, geldzaken en arbeidsmarkt. Bij complexe en/of privacygevoelige kwesties maken de medewerkers van de CSb een afspraak voor je met een studentendecaan of de Centrale Studentenadministratie (voor ingewikkelde inschrijvingskwesties). Ook kun je bij de CSb verwezen worden naar het Loopbaanadviescentrum (LAC), of je aanmelden voor één van de workshops of sollicitatietrainingen van het LAC.
Studentendecanen
Studiekeuzevragen? Studievertraging? Ingewikkelde persoonlijke of financiële problemen? Dan kun je voor informatie en voor een individueel advies terecht bij de studentendecanen. Zij zijn gespecialiseerd in financiële kwesties, in- en uitschrijvingsvraagstukken, studiekeuzeproblemen, studeren met een functiebeperking en bezwaar- en beroepsprocedures. De studentendecanen weten bovendien veel van faciliteiten en instanties van buiten en binnen de instelling die iets voor jou kunnen betekenen. In samenwerking met de afdeling Studie Ondersteuning verzorgen de studentendecanen een workshop studiekeuze. Bij een studievertraging van meer dan 10 ECTS is een afspraak met een studentendecaan van groot belang voor je recht op afstudeerondersteuning. Meld direct, dat werkt perfect! Meer hierover vind je op de website: www.rug.nl/studievertraging. Een afspraak met een studentendecaan maak je via de Centrale Studentenbalie, Uurwerkersgang 10.
Infotheek voor Studie en Beroep (ISB)
Op zoek naar informatie over opleidingen en/of de arbeidsmarkt in binnenen/of buitenland? Kom dan eens langs bij de Infotheek voor Studie en Beroep (ISB). De ISB is het documentatiecentrum waar je informatie kunt vinden over de volgende onderwerpen: het hoger onderwijs (WO- en HBO- opleidingen) in Nederland, de studie- en stagemogelijkheden in het buitenland (inclusief de financiering) en de arbeidsmarkt in Nederland en het buitenland (zie ook Loopbaanadviescentrum). Hierbij valt te denken aan informatie over solliciteren, testen, beroepen, bedrijven en instellingen, etc. Je treft de informatie aan in de vorm van brochures, studiegidsen, naslagwerken, vacaturebladen, geautomatiseerde databanken (bijv. Elseviers Fondsendisk) en CDRoms (bijv. Loopbaantraject). Tevens is er een selectie gemaakt van interessante internetsites. Infotheek voor Studie en Beroep (ISB) tel. (050) 363 4665
8
WEGWIJS
Loopbaanadviescentrum (LAC)
Op weg naar je eerste baan? Als (bijna) afgestudeerde kun je met vragen over je loopbaan terecht bij het Loopbaanadviescentrum (LAC), expertisecentrum voor hoger opgeleiden. Naast een uitgebreide documentatieafdeling (zie Infotheek voor Studie en Beroep) biedt het LAC cursussen en gratis themaworkshops (bijv. ‘Vergroot je kansen op een baan’ en ‘Bijna afgestudeerd, wat nu?’), een loopbaancafé en een sollicitatiemap ‘Werken aan je loopbaan’. Graag helpen we je op weg bij je oriëntatie op de arbeidsmarkt of bij je voorbereiding op sollicitaties. Een overzicht van alle LAC-activiteiten is te vinden op de Loopbaanadviescentrum (LAC) website: www.rug.nl/lac. E-mail:
[email protected] tel. (050) 363 8004
Studentenpsychologen
Behoefte aan persoonlijke begeleiding? De studentenpsychologen bieden hulp bij problemen op het gebied van o.m. studeren en studiekeuze, het omgaan met anderen, relatie met ouders, beslissingen nemen, spanningen en angsten, depressiviteit en gebrek aan assertiviteit. De hulp bestaat doorgaans uit een (korte) serie individuele gesprekken. De aanpak wordt zoveel mogelijk aangepast aan je eigen wensen, de problemen en de situatie. Er zijn ook vormen van hulp in groepsverband, zoals een assertiviteitstraining of een kortdurende groepstherapie. Uiteraard is vertrouwelijkheid gewaarborgd. Studentenpsychologen tel. (050) 363 5544 Oude Kijk in ’t Jatstraat 41 e-mail:
[email protected] 9712 EC Groningen web: www.rug.nl/bsp
Studie Ondersteuning
Wil je Effectief Studeren, Doeltreffend Communiceren, Succesvol Solliciteren? Studie Ondersteuning is een expertisecentrum op het gebied van Academische- en Studievaardigheden van de Rijksuniversiteit Groningen. Studie Ondersteuning heeft als doel RUG-studenten soepel door hun studie te loodsen. Dit doen we door een ruim aanbod aan cursussen op het gebied van effectief studeren, doeltreffend communiceren en succesvol solliciteren. Kortom, in iedere fase van je studie kan je wel iets bij Studie Ondersteuning vinden. Deelname aan onze cursussen kost € 20,- per cursus. Actuele informatie over onze activiteiten vind je op onze website: www.rug.nl/so. Om je in te schrijven of voor specifieke vragen, kan je langskomen of bellen: Studie Ondersteuning Secretariaat 050-363 5548 Toren Academiegebouw e-mail:
[email protected] web: www.rug.nl/so Boerstraat 5, 2e verdieping
Universiteitsbibliotheek (UB)
Bezoekadres: Broerstraat 4 Telefoon: (050) 363 50 20 (algemeen) Telefoon: (050) 363 50 20 (informatiebalie) Telefoon: (050) 363 8034 (uitleenbureau) Website: www.rug.nl/bibliotheek/ Openingstijden: Zie de website van de UB Juridische bibliotheek: zie par. 1.3 onder het kopje: Juridische bibliotheek en zie de website: http://www.rug.nl/rechten/bibliotheek/
International Service Desk (ISD)
Bezoekadres: Postadres: Telefoon: e-mail: Openingstijden:
Broerstraat 5 Postbus 72, 9700 AB Groningen (050) 363 81 81
[email protected] ma t/m vr 10.00-16.00 uur (in vakantieperiodes aangepaste openingstijden).
9
STUDIEGIDS 2006-2007
Deze helpdesk verstrekt aan alle buitenlandse gasten (met name studenten, onderzoekers en gastdocenten) van de RUG (en hun begeleiders) informatie over zaken zoals vreemdelingenwetgeving, huisvesting, verzekeringen, bankzaken of medische hulp. Verder geeft zij algemene informatie over studeren en promoveren aan de RUG. Ook organiseert de ISD een aantal vaste introductie- en sociale activiteiten voor buitenlandse gasten. Rekencentrum (RC)
Bezoekadres: Zernikeborg, Nettelbosje 1 (Zernikecomplex) Telefoon: (050) 363 9200 e-mail:
[email protected] Internet: www.rug.nl/rc Openingstijden: ma t/m vr 09.00-17.00 uur Zie ook paragraaf 1.3 onder IT-voorzieningen/Rekencentrum.
Rekencentrum RC Servicedesk
Bezoekadres: Telefoon: e-mail: Internet: Openingstijden:
Vertrouwenspersoon
Klachtencommissie Meldpunt vertrouwens -inspecteurs
Landleven 1 (Zernikecomplex) (050) 363 3232
[email protected] www.rug.nl/rcservicedesk telefoon+mail: ma t/m vr 9.00-22.00; za 10.00-18.00 uur balie: ma t/m vr 9.00-20.00 uur
Bezoekadres: Visserstraat 49 Postadres: Visserstraat 49, 9712 CT Groningen Telefoon: (050) 363 54 35 e-mail:
[email protected] Openingstijden: ma t/m vr 09:00 - 17:00 uur U kunt bij de Vertrouwenspersoon van de RUG terecht in geval er sprake is van (seksuele) intimidatie, agressie, geweld, discriminatie of ongelijke behandeling (SIAGD). Zie verder paragraaf 1.7 Vertrouwenspersoon. (Seksuele) Intimidatie, Agressie, Geweld en Discriminatie Postadres: Antwoordnummer 172, 9700 VB Groningen Telefoonnummer 0900-1113111 (tijdens kantooruren en tegen lokaal tarief) Signalen inzake discriminatie, onverdraagzaamheid, fundamentalisme, radicalisering, extremisme e.d. kunnen worden gemeld bij bovengenoemd meldpunt. De vertrouwensinspecteur fungeert voor deze signalen als aanspreekpunt en kan met u zoeken naar de meest wenselijke aanpak.
1.3 Belangrijke diensten, adressen in de faculteit Bezoekadres: Postadres: Website:
Oude Kijk in ’t Jatstraat 26, Groningen Postbus 716, 9700 AS Groningen http://www.rug.nl/Rechten/
Bij de Dienst Onderwijs en Studiebegeleiding (DOS) zijn ondergebracht: Infobalie Rechten Onderwijsadministratie en –coördinatie Studieadviseurs International Office Juridisch Contractonderwijs: Open Colleges, Postacademisch onderwijs Vestiging Friesland Kwaliteitszorg onderwijs En de facultaire coördinatie en ondersteuning van de computerprogramma’s: Nestor (elektronische leeromgeving)
10
WEGWIJS
Infobalie Rechten
Progress.www (inschrijvingen en studieresultaten) OCASYS (vakomschrijvingen) Syllabus+ (roosters)
Bezoekadres: Turftorenstraat 19-21, Groningen Postadres: Postbus 716, 9700 AS Groningen Telefoon: (050) 363 5727 Openingstijden: Ma t/m do: 10.00 – 16.00 uur; vr: 10.00 – 13.00 uur Website: //www.rug.nl/rechten/informatievoor/studenten/infoBalie/ e-mail:
[email protected] Voor allerlei vragen van studenten met betrekking tot de studie is de Infobalie de aangewezen instantie. Daarbij valt bijvoorbeeld te denken aan vragen over vrijstellingen, studieregelingen, de studiegids, roosters, inschrijving voor werkgroepen, afstuderen en bulaanvragen, semina(a)rs en tentamens, keuzeruimte, etc. Vooral in drukke periodes is de Infobalie soms lastig bereikbaar. Over het algemeen zijn de maandagochtend en de vrijdagochtend niet druk. Om eventuele drukte te omzeilen kunt u uw vraag ook naar de Infobalie mailen.
Formulieren via internet
Voorlichtingspakket
Via de website van de Infobalie: http://www.rug.nl/rechten/informatievoor/ studenten/infobalie/formulier kunnen studenten diverse formulieren downloaden. Dit betreft o.a. formulier Goedkeuring vakkenpakket (incl. keuzevakken), vrijstellingsformulieren, aanmeldingsformulieren Studentenrechtbank, studieplanningsformulieren en ook de formulieren voor de bulaanvraag. Voor studenten die op een middelbare school voorlichting geven over de studie rechten is een voorlichtingspakket verkrijgbaar bij de infobalie. Dit pakket bevat belangrijke informatie, enkele tips, een voorlichtingsverhaal en brochures. Bij de Infobalie kan een student NIET terecht met vragen over: - de inschrijving bij de universiteit, studiefinanciering, collegegeld, inschrijvingsduur (zie boven: CSb); - tentamentijdstippen en uitslagen van tentamens (zie hoofdstuk 3 Toetsing).
Onderwijsadministratie en coördinatie
De onderwijsadministratie en -coördinatie heeft de volgende taken: het bijhouden en de verwerking van alle studieresultaten van de rechtenstudenten (elke student ontvangt tweemaal per jaar, in mei en september/oktober, een overzicht van de behaalde studieresultaten); de organisatie van de tentameninschrijving en van de ‘te late’ tentameninschrijving; de organisatie van de buluitreikingen en het maken van getuigschriften; het maken van college- en tentamenroosters; het publiceren van roosterwijzigingen; de organisatie van de inschrijving voor colleges/werkgroepen, seminaars en de studentenrechtbank (zie paragraaf 1.9). Met vragen over bovenstaande onderwerpen kunt u terecht bij de Infobalie.
Inschrijfkamer/ wachtruimte Infobalie
In de Inschrijfkamer (Turftorenstraat 21, ook wel wachtruimte bij de Infobalie genaamd) staan 2 computers opgesteld, waar men zich kan inschrijven voor: schriftelijke tentamens, toegang tot Nestor, deelname aan seminars/seminaars en werkgroepen (zie de paragrafen 1.9, 1.10 en 1.11). In paragraaf 1.9 van dit hoofdstuk treft u een overzicht aan van de diverse inschrijvingsperiodes. Voor de inschrijving dient men doorgaans gebruik te maken van Progress.www. Met vragen over de inschrijving kan men terecht bij de Infobalie.
11
STUDIEGIDS 2006-2007
Studieadviseurs
Wanneer een student een gesprek wil over het individuele studieverloop, dan kan zij/hij terecht bij een van de studieadviseurs van de faculteit. De studieadviseurs geven advies over de inrichting van de studie, de samenstelling van vakkenpakketten, en bijvoorbeeld over de vraag wat een student moet doen in geval van ziekte. In geval van studievertraging door ziekte of persoonlijke omstandigheden is het van groot belang dat een student zich zo spoedig mogelijk meldt bij een studieadviseur. Voorts kunnen de studieadviseurs behulpzaam zijn bij problemen rond de aanpak van de studie. De studieadviseurs zijn: mw.mr. M. van Gemeren, mw.mr. G.C. Mastebroek, mw.mr. drs. J. Scheffer en mw.mr. J. van der Veen.
Spreekuren studieadviseurs
De studieadviseurs houden spreekuur van maandag tot en met donderdag. Indien u als student staat ingeschreven bij de RuG, kunt u zich hiervoor aanmelden via ProgressWWW, module: Intekenen, Rechten, Aanmelding Spreekuur Studieadviseur. Voor meer informatie kunt u tevens terecht op: http://www.rug.nl/rechten/faculteit/diensten/dos/studieadvies/ Voor deeltijdstudenten is er om de week een avondspreekuur. Afspraken hiervoor kunnen gemaakt worden via de Infobalie, telefoonnummer (050) 363 5727 of e-mail:
[email protected].
Telefonisch spreekuur
Iedere werkdag van 13.00 tot 13.30 uur is er een telefonisch spreekuur door een van de studieadviseurs, op telefoonnummer (050) 363 5727.
E-mail
Via het mail-adres:
[email protected] zijn de studieadviseurs ook bereikbaar. Een korte vraag kan op die wijze gesteld worden. E-mails, gericht aan het persoonlijke mailadres van de studieadviseurs, blijven onbeantwoord.
International Office
Juridisch Contractonderwijs
Address: Visiting address: Telephone: Website: e-mail:
P.O. box 716, 9700 AS Groningen Turftorenstraat 21, room T-67 and 68, Groningen ++31 (0)50 363 7942 http://www.rug.nl/law/io
[email protected] (Exchange)
[email protected] (LL.M.) The International Office is the faculty's information and service center for international relations. The Faculty has established international exchange agreements with more than 40 partner universities and faculties of law in and outside of Europe and offers four LL.M. Programmes in English. The International Office provides: general support and guidance to the foreign law students, both LL.M. and exchange, studying in Groningen advice to Groningen law students about studying abroad, and general support in preparing such a study period For more information, see the text in chapter 4 (in Dutch), chapter 22 (LL.M.) or our website. Bezoekadres: Turftorenstraat 21, kamer T-74 Postadres: Postbus 716, 9700 AS Groningen Telefoon: (050) 363 6869 Website: http://www.rug.nl/rechten/pao e-mail:
[email protected] De Faculteit kent verschillende onderwijsvormen die op basis van een "contract" (d.w.z. zonder te zijn ingeschreven als student of auditor) kunnen worden gevolgd. Het gaat om de volgende onderwijsvormen:
12
WEGWIJS
Postacademisch Onderwijs (PAO)
Postacademisch Onderwijs (PAO) Open Colleges
Juridisch Contractonderwijs ontwikkelt en organiseert Juridisch Postacademisch Onderwijs voor afgestudeerde juristen (advocaten, notarissen, rechters, bedrijfsjuristen, fiscalisten, etc.) en juridische medewerkers in de vorm van actualiteitencursussen, cursussen in verband met nieuwe wetgeving, capita selecta, symposia en kantoorcursussen op maat. Het stelt afgestudeerden in staat om zich regelmatig te verdiepen in de ontwikkelingen in het recht. Het Juridisch Postacademisch Onderwijs van de Rijksuniversiteit Groningen is erkend in het kader van de Permanente Opleiding Advocatuur (Nederlandse Orde van Advocaten), de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie, de Nederlandse Federatie van Belastingadviseurs, de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders en het Nederlands Mediation Instituut.
Open colleges
Naast het Postacademisch Onderwijs draagt Juridisch Contractonderwijs tevens zorg voor de organisatie en administratie van de Open Colleges. Dit zijn de reguliere colleges waaraan een ieder die behoefte heeft om op enig onderdeel van het recht zijn of haar kennis te vergroten, te verdiepen of te vernieuwen op contractbasis deel kan nemen zonder te zijn ingeschreven als student. De contractant volgt de gekozen vakken samen met de reguliere studenten. In totaal biedt de faculteit ongeveer 190 vakken aan in vijf studierichtingen: Nederlands Recht, Notarieel Recht, Fiscaal Recht, Recht en Bestuur en Internationaal Recht. Maximaal 5 vakken kunnen met een toets worden afgesloten, maar alleen door diegenen die gezien hun vooropleiding bevoegd zijn hieraan deel te nemen.
Vestiging Friesland
Bezoekadres: Fonteinland 7, te Leeuwarden, kamer F 101 Postadres: Postbus 63, 8900 AB Leeuwarden Telefoon: (058) 2511 446 Openingstijden: Ma, di, do, vr: 10.00 – 13.00 uur Website: http://www.rug.nl/rechten/onderwijs/vestigingFriesland/ e-mail:
[email protected] Wanneer u besluit om Rechten aan de Rijksuniversiteit Groningen te gaan studeren, dan kunt u het eerste (propedeuse) jaar ook in Leeuwarden beginnen. De gegeven vakken, de tentamens, tentamentijdstippen en de IT-voorzieningen zijn hetzelfde, en de colleges worden door dezelfde RUG-docenten verzorgd. Hebt u belangstelling om in Leeuwarden te beginnen, en wilt u weten wat de voordelen (zoals kleinschaligheid) en nadelen hiervan zijn, neem gerust contact op via bovengenoemd telefoonnummer of emailadres, of kijk eens op de site. In -
Portiersdienst
de facultaire gebouwen zijn verder ondergebracht: Portiersdienst Gemeenschappelijke Interne Dienst (GID) Klapperwinkel Administratief Centrum IT Voorzieningen inclusief Helpdesk Bibliotheek Juridische Faculteit De vakgroepen Diverse commissies Studentenverenigingen, politieke verenigingen, de faculteitsvereniging (JFV) en de Stichting Terecht Gesteld
Bezoekadres: Telefoon: Openingstijden:
Oude Kijk in ’t Jatstraat 26 te Groningen (050) 363 5901 ma t/m do: 7.00-22.00 uur, vr: 7.00-18.00
13
STUDIEGIDS 2006-2007
Gemeenschappelijke interne dienst
Bezoekadres: Openingstijden: Spreekuur hoofd:
Oude Kijk in ’t Jatstraat 26 te Groningen Gebouw 1315; kamers 320 - 318 Ma: 9.00-17.00, wo: 8.30-12.30, vr: 8.30-12.30 uur Wo en vr : 13.15 – 14.15 uur
Klapperwinkel
Bezoekadres: Telefoon: Openingstijden:
Oude Kijk in ’t Jatstraat 26, nabij de portiersbalie (050) 363 5915 Werkdagen: 10.00-12.30 en 13.00-16.00 uur Let op: Rond de aanvang van een semester gelden gewijzigde openingstijden. Actuele informatie is te vinden op www.rug.nl/rechten/voorzieningen/repro/klapperinfo
Administratief Centrum
Bezoekadres: Telefoon: Openingstijden:
Oude Kijk in ’t Jatstr. 26, bouwdeel 1311, kamer 119 en 120 (050) 363 7488 Tijdens kantooruren
IT Voorzieningen
Balie Helpdesk: Oude Kijk in ’t Jatstraat 26, 1e verdieping, kamer 12.101 E-mail:
[email protected] Openingstijden: Ma t/m do: 9.00–22.00; vr: 9.00–17.00 uur Bij de gemeenschappelijke Helpdesk voor computergebruikers van de Faculteiten Letteren en Rechten kunt u storingen melden, vragen stellen, een nieuw password vragen, e.d.
PC-zalen
De rechtenfaculteit beschikt over een aantal PC-zalen voor studenten. In de volgende zalen kunt u terecht: Harmoniegebouw 12.108 (16 PC's) op de eerste verdieping, Harmoniegebouw, 12.207a (29 PC’s) op de tweede verdieping, Turftorenstraat T2 (30 PC’s), begane grond Ook de Juridische Bibliotheek biedt een aantal computervoorzieningen. Zie de paragraaf over de Juridische Bibliotheek voor nadere informatie. De PC-zalen zijn in eerste instantie bedoeld voor werkcolleges, practica en instructies. Buiten de tijden die in de collegeroosters aangegeven zijn, mogen rechtenstudenten de PC's gebruiken voor individuele werkzaamheden, zoals e-mailen, tekstverwerking, tentameninschrijving en internetten. De PC-zalen zijn dagelijks geopend van 9.00 tot 21.45 uur (op vrijdag tot 17.45 uur) tenzij anders is aangegeven (zie de collegeroosters of informeer bij de Helpdesk). Voor bijvoorbeeld het controleren van je tentamenuitslagen en andere, korte werkzaamheden zijn er ook in de kantine internettoegangen.
Printfaciliteiten
Printfaciliteiten vindt u in: Harmoniegebouw, in PC-zaal 12-108 Harmoniegebouw, in de centrale hal op de eerste verdieping Bibliotheek, in de kopieerruimte Turftorenstraat, in PC-zaal T2 op de begane grond. Het betalen van prints kan alleen met magneetkaartjes die bij de portiersbalie van het Harmoniegebouw verkrijgbaar zijn.
Draadloos internetten
In het Harmoniegebouw en in het gebouw aan de Turftorenstraat is op veel plaatsen (o.a. bibliotheken, kantine, wachtruimte bij de Infobalie) draadloos internet beschikbaar. Voor meer informatie over draadloos internetten bij de universiteit zie: http://www.rug.nl/studenten/ictvoorzieningen/internet/draadloos/index.
14
WEGWIJS
Accounts voor studenten
Eerstejaars studenten krijgen een universitair computeraccount toegewezen. Dit account wordt door de universiteit verstrekt na inschrijving bij de Centrale Studenten Administratie. Met dit account verkrijgt u: toegang tot de facultaire PC’s met daarop geïnstalleerde programma’s (Word etc.) en uw persoonlijke opslagruimte op het universitaire netwerk. toegang tot de elektronische leeromgeving (Nestor). toegang tot uw mailbox mogelijkheid tot inschrijving voor tentamens en inzien van studieresultaten via Progress.www. Via de website van de RUG toegang van buiten de RUG tot alle elektronische bestanden en tijdschriften waarop de universiteit een licentie heeft. Zie ook: http://www.rug.nl/studenten/ictvoorzieningen/index Accounts zijn actief indien/zolang u bent ingeschreven als student aan de RuG. Zorg daarom tijdig voor aanmelding/herinschrijving via de CSb! De huisregels en gebruiksvoorwaarden behorende bij de computervoorzieningen worden tegelijk met de toegangscodes aan u verstrekt. Zie http://www.rug.nl/rc/helpdesk/security/legal/aup.
Progress.www
Via het internet kunnen studenten naar de beveiligde startpagina van Progress.www (http://progresswww.nl/rug/) om: 1. zich aan te melden voor werkgroepen, tentamens, tussentoetsen, seminars/seminaars; 2. toegang te krijgen tot de digitale leeromgeving Nestor; 3. klappers/syllabi te bestellen; 4. studieresultaten te raadplegen; 5. verhuisberichten door te geven. U krijgt toegang tot Progress.www met het universitaire account dat u bij uw inschrijving voor de studie ontvangt via de Centrale Studentenbalie (CSb).
OCASYS
Alle vakken die onderdeel uitmaken van enig onderwijsprogramma van de Faculteit Rechten zijn opgenomen in de onderwijscatalogus OCASYS. Deze kunt u raadplegen op de website: http://www.rug.nl/ocasys/rechten. Voor elk onderdeel bevat OCASYS een vakomschrijving met alle relevante gegevens, zoals Inhoud en doelstelling, ingangseisen, omvang, vakcode, tentamendata, tentamenvorm, de literatuur, de onderwijsvorm, etc. Deze informatie kunt u in OCASYS opvragen. Let op: Wijzigingen en/of errata op de vakomschrijvingen worden in een Nieuwsbericht (http://www.rug.nl/rechten/informatieVoor/studenten/) gemeld.
Nestor
Bij de meeste vakken en bij sommige opleidingen wordt informatie aangeboden via de digitale leeromgeving Nestor. Om toegang te krijgen tot de informatie in de elektronische leeromgeving moeten studenten zich aanmelden via Progress.www. Voor meer informatie over de aanmelding zie paragraaf 1.9, sub: ‘Aanmelding voor toegang tot Nestor’. Voor meer informatie over het gebruik van Nestor zie ook de website http://www.rug.nl/rechten/nestor.
Rekencentrum RC
Alg.bezoekadres: Zernikeborg, Nettelbosje 1 (Zernikecomplex) Telefoon: (050) 363 9200 e-mail:
[email protected] Website: http://www.rug.nl/rc Openingstijden: ma t/m vr 09.00-17.00 uur Het RC is het centrum voor informatie- en communicatietechnologie van de RUG. Deze levert een breed scala aan diensten aan studenten, waaronder: Computercursussen. Inschrijven kan via http://www.rug.nl/rc/cursus; Voor ICT-vragen: zie de RC Servicedesk hieronder; Draadloos internet (Flexnet)
15
STUDIEGIDS 2006-2007
RC Servicedesk
Bezoekadres: Telefoon: e-mail: Website: Openingstijden:
Bibliotheek Juridische Faculteit
Bezoekadres: Postadres: Telefoon: E-mail: Website: Openingstijden:
Informatie bibliotheek
Voor vragen en/of inlichtingen kunt u ook altijd terecht bij de medewerkers van de bibliotheek. Foldermateriaal over een aantal specifieke onderwerpen is in de bibliotheek aanwezig. Daarnaast is er op de website van de bibliotheek meer informatie en nieuws te vinden.
Community
Ter ondersteuning van het verwerven van informatievaardigheden heeft de bibliotheek in Nestor (de elektronische leeromgeving van de RuG) instructiemateriaal toegankelijk gemaakt in de Community van de Bibliotheek Rechten. Alle verplichte bibliotheekinstructies, aangevuld met facultatieve instructies zijn hier te vinden. Alle studenten krijgen automatisch toegang tot de Community “Bibliotheek Rechten” die te vinden is in Nestor onder “my organisations”.
De collectie van de bibliotheek
De collectie bestaat uit ongeveer 65.000 banden en ruim 1100 abonnementen op tijdschriften, losbladige uitgaven, vervolgwerken en juridische informatie-systemen. In de bibliotheek zijn als aparte onderdelen opgenomen het “Europees Documentatie Centrum” (EDC) en de documenten van de Raad van Europa.
Uitleenfaciliteiten
Landleven 1 (Zernikecomplex) (050) 363 3232
[email protected] http://www.rug.nl/rcservicedesk telefoon+mail: ma t/m vr 9.00-22.00; za 10.00-18.00 uur balie: ma t/m vr 9.00-20.00 uur
Oude Kijk in ’t Jatstraat 26 Postbus 716 - 9700 AS Groningen (050) 363 5663
[email protected] http://www.rug.nl/rechten/bibliotheek/ ma t/m do: 09.00 - 21.30 uur; Vr: 09.00 - 17.00 uur; Tijdens academische vakanties: ma t/m vr: 09.00-17.00 uur De Bibliotheek van de Juridische Faculteit vormt samen met de Universiteitsbibliotheek en de andere faculteitsbibliotheken het universitaire bibliotheeknetwerk in Groningen. De bibliotheek biedt de gebruikers: een gedegen en actuele collectie van gedrukte en digitale publicaties en bestanden, die gericht is op ondersteuning van het facultaire onderzoek en onderwijs; toegang tot de geautomatiseerde catalogi van de RuG en landelijke bestanden; faciliteiten voor het zoeken van literatuur, wetgeving en jurisprudentie; faciliteiten voor documentlevering uit andere bibliotheken in Nederland; een diversiteit aan studieplaatsen waarvan een aantal voorzien zijn van een PC die toegang biedt tot het universitaire netwerk; een zaal met 24 pc’s waarin regelmatig instructies worden gegeven; een draadloos netwerk met 16 laptops waarop eigen of geleende laptops kunnen werken; studiekabinetten die gereserveerd kunnen worden voor het groepsgewijs maken van opdrachten.
Lenen en verlengen: Een groot deel van de collectie wordt uitgeleend. De uitleentermijn is vier weken. Voor de vindplaats van de gewenste literatuur dient u de catalogus te raadplegen. Een boek lenen kan alleen als u in bezit bent van een lenerspas. Wanneer een boek niet door iemand anders is gereserveerd, kan de uitleentermijn verlengd worden. Dit kan op de volgende manieren:
16
WEGWIJS
via “lenersinfo” in de Catalogus van de RuG (OPC); telefonisch: tel. 050-3635663; bij de balie. Verlopen uitleentermijn: Via een e-mail kunt u een vooraankondiging krijgen van het verlopen van leentermijnen. Neem hiervoor contact op met het Uitleenbureau van de Universiteitsbibliotheek (
[email protected]). Reserveren: Indien een boek is uitgeleend, kan het via de Catalogus van de RuG (OPC) gereserveerd worden. Men krijgt bericht zodra het gereed ligt. Boetes Het niet tijdig verlengen van leentermijnen of het niet tijdig terugbrengen van geleende boeken ontvangt u een rappel. Bij het 1e, 2e en 3e rappel krijgt men een boete van resp. € 0,50, € 1,- en € 2,-. Tevens zullen alle overige kosten die gemaakt worden om het boek terug te krijgen of te vervangen aan de lener in rekening worden gebracht. Totdat de boetes zijn betaald en de boeken zijn terugbezorgd kunnen geen boeken worden geleend. Let op: Gereserveerde boeken worden versneld gerappelleerd na het verstrijken van de uitleentermijn. Commissies
Binnen de faculteit functioneren diverse commissies. De belangrijkste zijn: Naam Commissie Ambt. Secr./Contactpers. Telefoonnr. Examencommissie Centraal Mw. mr. J. van der Veen, 363 5727 Examencommissie Nederl. Recht Mw. mr. J. Scheffer idem Commissie Wetenschapsbeoefening Mw. B.M.E. Hallebeek 363 6145 Deeltijdcommissie Mw. H.E. Everts 363 7510 Examencommissie De Examencommissie is belast met de organisatie en coördinatie van de tentamens en examens van de opleidingen. Opleidingscommissies De opleidingen Nederlands recht, Notarieel recht, Recht en Bestuur, Law in Europe (Hanse Law School), Fiscaal recht en Internationaal en Europees recht kennen alle een opleidingscommissie. Voor de propedeuse is een aparte coördinatiecommissie ingesteld: de Vaste Commissie voor de propedeuse. De Opleidingscommissies brengen op verzoek dan wel spontaan advies uit aan de faculteitsraad, aan het faculteitsbestuur en aan de vakgroep- en werkgroepbesturen over de desbetreffende opleiding. In ieder geval brengen de commissies jaarlijks vóór de vaststelling van het tableau voor het volgende cursusjaar over het betreffende onderwijsprogramma een advies uit. Verder staat het de commissies vrij ook adviezen te geven over andere zaken die de opleiding betreffen. De helft van de leden van een opleidingscommissie wordt voorgedragen door de vakgroepen van de betreffende opleiding. De andere helft wordt voorgedragen door de besturen van de beide hierna te noemen studentenverenigingen Het bestuur benoemt de commissieleden. Studenten die de opleidingscommissies willen benaderen in verband met vragen of opmerkingen over een onderwerp van hun opleiding kunnen dat doen via de Infobalie of rechtstreeks via de secretaris van de commissies (namen van deze personen zijn bij de Infobalie bekend).
Studieverenigingen van de opleidingen en specialisaties
Naam vereniging Diephuis (Privaatrecht)
contactpersoon Nicole Badoux
Frederik v.d. Marck (Staats- en Bestuursrecht)
Yvonne Meijer
adresgegevens Tel.: 06 - 238 21 236 Mail:
[email protected] Web: www.diephuis.nl Tel.: 06 - 10 120 745 Mail:
[email protected] Web: www.frederikvandermarck.nl
17
STUDIEGIDS 2006-2007
Naam vereniging Simon van der Aa (Strafrecht)
contactpersoon Sarah Keuning
SGOR (Bedrijfsrecht)
Niek Dongelmans
G.F.E. (Fiscaal Recht)
Hoite Schaap
JBSV Dorknoper (Recht en Best.)
Amber Hornung
VINTRES (Internationaal en Europees Recht) Vevonos (Notarieel Recht)
Julia Breeuwsma
LISA (Recht & ICT)
Marie-José Bonthuis
Progressief Rechten (PR)
Eva Annema
Nynke van der Schaaf
adresgegevens Tel.: 06 - 535 79 570 Mail:
[email protected] Web: www.simonvanderaa.nl Tel.: 06 - 54 64 62 88 Mail:
[email protected] Web: www.sgor.nl Tel.: 06 – 160 926 33 Mail:
[email protected] Web: www.gfe.nl Tel.: 06 – 423 459 85 Mail:
[email protected] Web: www.dorknoper.nl Tel.: 06 – 42 22 7519 Mail:
[email protected] Web: www.vintres.nl Tel.: 06 - 432 266 11 Mail:
[email protected] Web: www.vevonos.nl Tel.: 06 – 330 51 356 Mail:
[email protected] Web: www.lisa-groningen.nl
Progressief Rechten en TBR
Tel.: 06 – 417 513 91 Mail:
[email protected] Web: www.progressiefrechten.com Ten Behoeve van Martijn Breeman Tel.: 06 – 15 047 537 Rechtenstudenten Mail:
[email protected] (T.B.R.) Web: www.tbrgroningen.nl Binnen de faculteit bestaan twee politieke verenigingen: Progressief Rechten (PR) en Ten Behoeve van Rechtenstudenten (TBR). Vertegenwoordigers van deze verenigingen hebben zitting in de Faculteitsraad, het Faculteitsbestuur en in allerlei facultaire commissies.
Juridische Faculteitsvereniging
Bezoekadres: Turftorenstraat 17, Groningen Postadres: Oude Kijk in ’t Jatstraat 26, 9712 EK Groningen Telefoon/Fax: (050) 363 5783 / (050) 363 6947 Contactpersoon: Pieter Schneider Openingstijden: Ma t/m vr. 13.00 – 15.00 uur Website: http:// www.jfvgroningen.nl en http:// www.jfvcarriereboard.nl E-mail:
[email protected] De Juridische Faculteitsvereniging was in haar jaar van oprichting, in 1908, een kleine vereniging. Tegenwoordig heeft de JFV 2000 leden en behoort ze tot de grootste faculteitsverenigingen van Nederland. De JFV kent een breed scala aan activiteiten die georganiseerd worden voor en door rechtenstudenten van alle studierichtingen binnen de faculteit. Jaarlijks organiseert de JFV onder andere een Bedrijven- en Instellingendag, een congres, diverse fora over de meest uiteenlopende juridische onderwerpen, excursies, en de JFV CarrièreBoarddagen. Op het gebied van internationalisering organiseert de JFV een Internationaal Studieproject. Elk jaar wordt gedurende tien dagen een juridisch onderwerp in het buitenland belicht, waar de deelnemers vier studiepunten voor kunnen verdienen. Ter plaatse en voorafgaand aan de reis worden verschillende advocatenkantoren bezocht.
18
WEGWIJS
Haar juridisch magazine In Casu verschijnt vijf maal per jaar en bevat naast actuele artikelen ook een aantal terugkerende items, zoals de kantoor- en bedrijfsspecials en columns. Ook brengt zij jaarlijks een almanak uit. Aan het begin van het collegejaar organiseert de JFV een introductiekamp voor de eerstejaars rechtenstudenten. Om deze studenten voor te bereiden op de verschillende studierichtingen, worden er Kijkdagen georganiseerd bij advocaten- en notariskantoren en bedrijven in de stad Groningen en wordt er een Eerstejaarssymposium gehouden. Daarnaast is er een officiële feestelijke buluitreiking voor studenten die hun propedeuse in een jaar hebben behaald. Voor de ouderejaars rechtenstudent organiseert de JFV een Masterssymposium, die erop is gericht studenten zo goed mogelijk te informeren over het scala van masters na je bachelor opleiding. Met betrekking tot de studie zelf organiseert de JFV aan het begin van elk semester een boekenmarkt en biedt zij daarnaast een continue boekverkoop via de site. Tevens kunnen rechtenstudenten terecht voor uittreksels en collegeaantekeningen. Ook op het gebied van loopbaanplanning biedt de JFV als enige juridische vereniging in Nederland een unieke service. Op http://www.jfvcarriereboard.nl vind je alle relevante informatie die te maken heeft met de loopbaan van de rechtenstudent, zowel tijdens als na de studie. Je kunt hier terecht voor profielen van kantoren, bedrijven en instellingen, een recruitmentagenda, informatie over solliciteren, in het buitenland studeren, (internationale) stages en assesments. Ondanks de drukte die het organiseren van deze activiteiten met zich meebrengt, weet de JFV nog altijd ruimte vrij te maken voor gezelligheid. Dit komt niet alleen tot uiting bij het jaarlijkse gala dat we in samenwerking met de bedrijfskundige en economische faculteit organiseren, maar ook bij de maandelijkse borrels! De internetsite informeert je verder over haar activiteiten en biedt je de mogelijkheid online boeken te bestellen. Bel, schrijf, mail of kom even langs als je vragen hebt! Terecht Gesteld
Ars Aequi
De Stichting Terecht Gesteld geeft het faculteitsblad ‘Terecht Gesteld’ uit. Het verschijnt 5 maal per jaar. Correspondentieadres: Oude Kijk in ‘t Jatstraat 26. 9712 EK Groningen (onder vermelding van: Faculteitsblad Terecht Gesteld). Aanbevolen wordt zich te abonneren op het juridisch maandblad Ars Aequi. Dit tijdschrift richt zich op de student-lezer en geeft een zo volledig mogelijk en makkelijk leesbaar overzicht van de ontwikkelingen op het gebied van jurisprudentie, wetgeving en literatuur. Ars Aequi is een aanvulling en verdieping op de in de colleges besproken stof. Voor een abonnement (ca. 24 euro p/jr) kan men contact opnemen met het secretariaat: tel. (024) 3224441.
1.4 Vakgroepen Bij de vakgroepssecretariaten kan men informatie krijgen over de spreekuren van de docenten. Algemene Rechtswetenschap
Secretariaat Sectie Algemene Rechtswetenschap Mw. M.J.A.N. Siekmans-Koopmann
tel: 363 5672
Sectie Rechtsgeschiedenis Mw. M.C. Heerema
tel: 363 5738
Docenten Sectie Algemene Rechtswetenschap Mr. K. Lindenberg
tel: 363 8065
19
STUDIEGIDS 2006-2007
Bedrijfsrechtelijke en Europeesrechtelijke vakken
Mr. P.A.J. van den Berg Mw. mr. V.V.R. van Bogaert Prof.mr. J.G. Brouwer Mr. K. Lindenberg Mr. drs. G. Molier Drs. M.J. Smilde
tel: 363 6119 tel: 363 7040 tel: 363 5671 tel: 363 8065 tel: 363 5709 Tel: 363 7033
Sectie Rechtsgeschiedenis Prof. mr. F. Brandsma Mw. mr. B.S. Hempenius-van Dijk Mr. J.E. Jansen Prof. mr. J.H.A. Lokin Mw. dr. R. Meijering Mr. H.H. Runia Prof. dr. B.H. Stolte Mw. mr. F.A.J. van der Ven
tel: tel: tel: tel: tel: tel: tel: tel:
363 363 363 363 363 363 363 363
5629 5775 2543 5758 5214 7889 5769 5749
Secretariaat Sectie Handelsrecht & Arbeidsrecht Mw. E.A. Vonkeman Sectie Europees & Economisch Recht Mw. W.D. de Weerd-Houtman
tel: 363 5689
Docenten Sectie Handelsrecht en Arbeidsrecht Prof. mr. M.W. den Boogert Mr. H.E. Boschma Mr. P.G.F.A. Geerts Prof. mr. C.H. Gielen Mr. P.S. de Graaf Mr. E.E.G. Gepken-Jager Mr. S. Holshuijsen Prof. mr. J.B.W.M. Kemperink Mr. M.L. Lennarts Mr. M.Y. Nethe Mr. dr. J.N. Schutte-Veenstra Mr. S.N. de Valk Mr. F. Veenstra Mr. M. Vermeer Dr. H.H. Voogsgeerd Mr. P.P. de Vries Mr. T.M. de Vries Prof.mr. J.B. Wezeman Prof.mr. W.A. Zondag
tel: tel: tel: tel: tel: tel: tel: tel: tel: tel: tel: tel: tel: tel: tel: tel: tel: tel: tel:
363 363 363 363 363 363 363 363 363 363 363 363 363 363 363 363 363 363 363
6994 4304 5614 5719 5612 6994 5745 5719 5609 5611 5719 5604 5612 5608 5604 8188 5614 5607 5772
Sectie Europees en Economisch Recht Dr. F. Amtenbrink Mr. dr. J.F. Appeldoorn Prof. mr. J. Borgesius Dr. G.T. Davies Prof. dr. L.W. Gormley Prof. Dr. M.M. Roggenkamp Mr. dr. H.H.B. Vedder
tel: tel: tel: tel: tel: tel: tel:
363 363 363 363 363 363 363
7700 5688 3388 5602 5690 3388 8073
20
tel: 363 5606
WEGWIJS
Belastingrecht en Rechtseconomie
Bestuursrecht en Bestuurskunde
Secretariaat Belastingrecht Mw N.T. Groefsema
tel: 363 5725
Rechtseconomie Mw. A.M. Heins
tel: 363 5770
Docenten Sectie Belastingrecht Mr. R.P.C. Adema Mr. M.J. Boer Prof. dr. J.N. Bouwman Mw. prof. dr I.J.J. Burgers Prof. dr. R.M. Freudenthal Mr. H. Halma Mr. ing. J.L. bij de Leij Mr. N.J. Schutte Mr. M.J. de Vries Mw. mr. M.G. de Weerdt-de Jong Prof. dr. B.G. van Zadelhoff
tel: tel: tel: tel: tel: tel: tel: tel: tel: tel: tel:
363 363 363 363 363 363 363 363 363 363 363
5605 7980 5726 5741 5757 5479 5734 5483 5430 5626 5757
Sectie Rechtseconomie Prof. dr. O. Couwenberg Mr. J. Scholten Mw. drs. S.K. Tomas Drs. T. Tuinstra Dr. ir. F.P. de Vries Dr. E. Woerdman
tel: tel: tel: tel: tel: tel:
363 363 363 363 363 363
6882 8738 5771 5249 5770 5736
Secretariaat Mw. drs. A.J.C. Schouwenaar Mw. M. Zwier
tel: 363 5674 tel: 363 5674
Docenten Vacature hoogleraar Bestuursrecht Vacature hoogleraar Sociaal Zekerheidsrecht Mr. D. Beltman Prof.mr. H.E. Bröring Drs. J.C. Coolsma Mr. K.J. de Graaf Prof. dr.M. Herweijer Mw.mr. M.J.J. Jager Mw. mr. A.M. Klingenberg Mr. D.R. Kloosterman Prof. mr. D.A. Lubach Dr. A.T. Marseille Mw. mr. V.M. Reimert Prof. dr. J. de Ridder Mr. A. Tollenaar Mw.mr. H.D. Tolsma Mw. dr. G.H.M. Tromp Mr. F.R. Vermeer Mr. R. Wertheim Dr. H.B. Winter
tel: tel: tel: tel: tel: tel: tel: tel: tel: tel: tel: tel: tel: tel: tel: tel: tel: tel:
363 363 363 363 363 363 363 363 363 363 363 363 363 363 363 363 363 363
5780 5708 5680 5787 5675 5780 6893 7103 5693 7106 5789 5673 5394 5780 5687 5703 5780 5694
21
STUDIEGIDS 2006-2007
Law in Europe (Hanse Law School)
Privaatrecht en Notarieel Recht
Secretariaat Mw. B.H. Meijer
tel: 363 5685
Docenten Mr. P.A.J. van den Berg Dr. G.T. Davies Prof.mr.dr. D.A. Lubach Dr. A.T. Marseille Mw. mr. dr. H.I. Sagel-Grande
tel: tel: tel: tel: tel:
Secretariaat Mw. K.T. Galli, do/vr 13-17uur Mw. L.M. Klap-de Nooijer Mw. E.I.G. Siemons, di + do
tel: 363 7946 tel: 363 5767 tel: 363 5627
Secretariaat Sectie IPR Mw. K.T. Galli ma/di en do/vr 9.30-12.30 uur Docenten Mw. mr. M.J. van der Aa Mr. H.A. Bosman Prof. mr. D.W. Bruil Mr. J.H.H.M. Dorscheidt Mw. mr. A.S.E. Fanoy Mr. R.J.C. Flach Mr. J.H.M. ter Haar Mr. A. Heida Mr. G.D. Hoekstra Mw. mr. G.T. de Jong Mw. mr. A.M. Kloosterman Mr. J.G. Knot Mr. W.D. Kolkman Mr. H.B. Krans Mw. mr. A.G.H. Kuper Mr. J. Landman Mr. K.D. de Lange Mr. R. Meijer Mw. mr. A. Mens Mr. E.D.C. Neppelenbroek Mr. F.T. Oldenhuis Mw. mr. C.M.D.S. Pavillon Mw. mr. A.H. Santing-Wubs Mw. mr. B. Snijder-Kuipers Mr. P.F. Veltman Prof. mr. L.C.A. Verstappen Prof. mr. F.M.J. Verstijlen Mr. C.A. de Visser Mw. mr. A.C. Wibbens-de Jong Prof. mr. M.H. Wissink Prof. mr. M.H. ten Wolde Prof. mr. S.F.M. Wortmann Prof. mr. W.J. Zwalve
22
363 363 363 363 363
6119 5602 5693 7106 5665
Oude Boteringestraat 18 (ingang Rabogeldautomaat Broerplein) tel: 363 8873
tel: tel: tel: tel: tel: tel: tel: tel: tel: tel: tel: tel: tel: tel: tel: tel: tel: tel: tel: tel: tel: tel: tel: tel: tel: tel: tel: tel: tel: tel: tel: tel: tel:
363 363 363 363 363 363 363 363 363 363 363 363 363 363 363 363 363 363 363 363 363 363 363 363 363 363 363 363 363 363 363 363 071
5658 5737 6863 8529 8948 5731 8529 7039 6561 5737 6781 5739 6143 6991 5457 5762 5762 6765 5261 5774 5472 5303 7259 5660 6781 5762 5773 5761 5660 5732 5785 6863 – 527 7440
WEGWIJS
Rechtstheorie
Secretariaat Mw. Ing. M. de Lange Mw. drs. E.D.Narouz-Bruining Docenten Mw. dr. E.A. Baerends Dr. J.G.M. van der Dennen Dr. Th.J.G. van den Hoogen Prof. dr. K. Koch Prof. dr. M.L.M. Hertogh Mw. prof. mr. dr. A.R. Mackor Mr. drs. T. Nowak Dr. P. Rusman Mw. prof. dr. P.C. Westerman Mw. dr. H.A.M. Weyers (portefeuillehouder onderwijs, aanspreekpunt voor Masterplus en overig onderwijs) Mw. dr. N.E.H.M. Zeegers
Sectie Rechtsinformatica
Staatsrecht en Internationaal Recht
tel: tel: tel: tel: tel: tel: tel: tel: tel: tel:
363 363 363 363 363 363 363 363 363 363
5669 5649 5641 5651 8604 5698 5645 5651 5637 5723
tel: 363 5647
Algemene informatie
tel: 363 5433
Docenten Mr. dr. J.J. Dijkstra Mw. mr. E. Hoorn Prof. dr. mr. H. Prakken Dr. mr. C.N.J. de Vey Mestdagh
tel: tel: tel: tel:
Secretariaat Mw. M. Pruissen-Kik
tel: 363 5667
Docenten Sectie Staatsrecht Mw. M. Ambrus, LL.M Mw.mr. M.J. Busstra Mr. M. Duchateau Prof. mr. J.W.M. Engels Dr. K. Henrard Mr. H.G. Hoogers M. Kominarecová, LL.M. Mr. M. Nap Mw. mr. P.E.M.S. Sassen Mr. G.E.J. Thiel Mr. F. de Vries Mr. H.G. Warmelink
Strafrecht en Criminologie
tel: 363 5655 of 363 5695 tel: 363 5655 of 363 5695
tel: tel: tel: tel: tel: tel:
363 363 363 363
363 363 363 363 363 363
7749 5664 5696 5790
5684 6812 5668 6215 5646 5682
tel: 363 5676 tel: 363 5701
Sectie Internationaal Recht Prof.dr. M.M.T.A. Brus Dr. A.J.J. de Hoogh Mr. E. Koppe Prof. mr. F.A. Nelissen Mw.mr. K.C. Wolkotte
tel: tel: tel: tel: tel:
Secretariaat Mw. E.L. Gerringa Mw. E. Lindenberg
tel: 363 5630 tel: 363 5630
363 363 363 363 363
5706 5702 6628 5706 6215
23
STUDIEGIDS 2006-2007
Docenten Sectie Strafrecht Prof.mr. F.W. Bleichrodt Mw. mr. H.K. Elzinga Mr. E. Gritter Mw. mr. W.F. van Hattum Mr. J. Hielkema Prof. mr. D.H. de Jong Mr. N.J.M. Kwakman Mr. J.B.J. van der Leij Prof.dr. B.C.M. Raes Mw. drs. M.J. Smilde Prof. mr. G.A.M. Strijards Mr. E.M. Witjens Mr. H.D. Wolswijk Mw.mr. S. Zwarts
tel: tel: tel: tel: tel: tel: tel: tel: tel: tel: tel: tel: tel: tel:
363 363 363 363 363 363 363 363 363 363 363 363 363 363
5750 7031 7030 7036 5154 5782 5677 7037 5630 7033 5630 7502 8343 5628
Sectie Criminologie Mw dr M. Althoff Prof. dr W.J.M. de Haan Dr S. Miedema Dr J.A. Nijboer
tel: tel: tel: tel:
363 363 363 363
8294 5621 5622 5617
1.5 Communicatie Faculteit -> Student Naast de informatie die in de Studiegids is opgenomen zijn er meer informatiebronnen die de faculteit gebruikt om studenten te informeren over zaken die met het onderwijs te maken hebben. Studenten worden geacht deze bronnen te raadplegen. Universiteitskrant
Bijna wekelijks wordt de Universiteitskrant in de onderwijsgebouwen van de universiteit op grote schaal verspreid. Alle belangrijke facultaire mededelingen (roosterwijzigingen, literatuurwijzigingen, inschrijfdata, etc.) worden via de rubriek “Mededelingen” onder de aandacht gebracht. U wordt geacht deze mededelingen te lezen. Ze worden gezien als aanvulling op de studiegids. Het is mogelijk een abonnement te nemen op de UK, deze wordt dan thuisgestuurd (zie Universiteitskrant).
E- mail
Iedere student ontvangt van de universiteit een e-mailadres (
[email protected]). Aan dit e-mailadres worden regelmatig belangrijke berichten gestuurd. Zorg er daarom voor dat u de berichten aan dit e-mailadres regelmatig bekijkt.
Publicatieborden
In de gangen van het Turftorenstraatgebouw worden op verschillende plaatsen mededelingen opgehangen die voor studenten van belang zijn met het oog op de studie: Collegeroosters worden opgehangen in de vitrine naast kamer T 88; Roosterwijzigingen hangen in de wachtruimte bij de Infobalie; Mededelingen en overzichten m.b.t. de plaats en aanvangstijden van schriftelijke tentamens hangen op het prikbord om de hoek naast kamer T 88.
Website
Veel van de zaken die via de UK of de publicatieborden bekend worden gemaakt vindt u ook onder het kopje Nieuws op de facultaire website. Doorgaans staan de berichten hier eerder dan in de UK.
24
WEGWIJS
Ook de roosters, roosterwijzigingen en de het tentamenrooster inclusief de plaats en het aanvangstijdstip, worden op de website gepubliceerd.
1.6 Studieomstandigheden Veiligheid, gezondheid, welzijn en milieu
De faculteit is niet alleen verantwoordelijk voor de arbeidsomstandigheden van haar medewerkers, maar ook voor optimale omstandigheden waaronder studenten studeren. Dat houdt onder meer in: zorgen voor brandveilige situaties, goede nooduitgangen, de aanwezigheid van bedrijfshulpverleners. Het betekent ook zorgen voor ergonomisch goed meubilair, voorlichting over Repetitive Strain Injury (hierna RSI), goede verlichting en een optimale temperatuur in de gebouwen. Op het gebied van welzijn attenderen we de student erop dat het gebruik van GSM ongewenst is en dat collegezalen alleen goed gebruikt kunnen worden als iedereen zijn eigen rommel opruimt. De faculteit moet (en wil) bovendien ook milieuvriendelijk werken. Zo worden maatregelen genomen om het energieverbruik terug te dringen en wordt het afval zoveel mogelijk gescheiden ingezameld (oud-papierbakken en milieuboxen voor bijvoorbeeld viltstiften, fijnschrijvers, correctievloeistof, batterijen en lijm). Van studenten wordt verwacht dat ze hieraan meewerken. Bij het verlaten van een collegezaal mag je bijvoorbeeld best zelf de lampen uitdoen.
Fietsenstalling
Onder en naast het Harmoniecomplex zijn fietsenstallingen gesitueerd, die men kan bereiken via de Uurwerkersgang, een zijstraatje van de Oude Kijk in ’t Jatstraat, langs het voorgebouw van de Harmonie. In verband met de bereikbaarheid voor hulpdiensten is het verplicht van deze stallingen gebruik te maken als men op de fiets naar de faculteit komt.
Arbowerkgroep
Er zit een studentvertegenwoordiger in de Arbowerkgroep, maar je kunt ook zelf suggesties doen op het gebied van studieomstandigheden en milieu. Je kunt je richten tot een docent, de studieadviseur of tot de Arbo- en Milieucoördinator. Hij kan je ook verwijzen naar de studentvertegenwoordiger van de Arbowerkgroep.
Arbo- en Milieucoördinator Studenten met een functiebeperking
Beeldschermwerk en RSI
Dhr. R.J. van den Bos, Harmoniecomplex 15/318, tel. 050 – 363 5905, e-mail:
[email protected], Spreekuur: wo en vr 13.15–14.15 uur. De RUG vindt het belangrijk dat studenten met een functiebeperking gewoon kunnen studeren. Om deze studenten tegemoet te komen bestaan er verschillende voorzieningen. Omdat de aard en de ernst van de beperkingen bij elke student weer anders zijn, wil de Faculteit elke student individueel begeleiden en ondersteunen. Elke functiebeperking vereist immers weer andere voorzieningen. Je eerste aanspreekpunt op de faculteit is de studieadviseur. Je vindt de namen in deze studiegids. Voor spreekuurtijden kun je bellen met de Infobalie (3635727) of de website raadplegen. Neem in elk geval vroegtijdig contact op met de studieadviseur. Zij zal, afhankelijk van de benodigde faciliteiten, contact opnemen met degenen die je verder kunnen helpen of je doorverwijzen. Hoe eerder je je meldt, hoe beter wij in staat zijn in te spelen op de functiebeperking. Ook in verband met een eventuele eerste melding studievertraging is het van belang je direct te melden bij een studieadviseur. Zie ook het hoofdstuk 3 ‘Toetsing’, par. ‘Afwijkende schriftelijke tentamenregeling’. Studenten brengen veel tijd door achter de computer en lopen daardoor risico op het ontwikkelen van RSI-klachten. RSI is de afkorting van “repetitive strain injury” en fungeert als verzamelterm voor allerlei klachten over en aandoeningen van nek, schouders, armen, polsen en handen. Deze klachten kunnen chronisch worden en leiden tot arbeidsongeschiktheid en ernstige beperkingen in het dagelijks leven.
25
STUDIEGIDS 2006-2007
Symptomen van RSI
Hoe RSI te voorkomen?
De symptomen van RSI variëren van stijfheid, pijn en tintelingen tot krachtsverlies in bovengenoemde lichaamsdelen; aanvankelijk alleen tijdens het beeldschermwerk maar in een later stadium ook tijdens rust of uiteindelijk zelfs continu, waarbij de eenvoudigste handelingen al pijnlijk of in het geheel niet meer mogelijk zijn. Er is geen standaardoplossing aan te dragen voor het voorkomen van RSI. Wat je kunt doen heeft vrijwel allemaal te maken met het ontspannen van de spieren en geest en het stimuleren van de bloeddoorstroming. Als we kijken naar de risicofactoren voor het ontwikkelen van RSI-klachten moeten we altijd integraal kijken naar 5 punten, de zogenaamde 5W-aanpak. Ook psychische belasting door privé-problemen kan een belangrijke rol spelen.
Werkdruk
Maak reële planningen en voorkom piekdrukte. Volg zonodig een cursus “Effectief Studeren” bij Studie Ondersteuning (tel 3635548). Bedenk dat je productiviteit hoger is als je af en toe een pauze neemt dan wanneer je achter elkaar doorwerkt. Probeer te relativeren; dat helpt om niet te lang door te werken, pauzes in te lassen en regelmatig te ontspannen. Als je te lang niet lekker in je vel zit: praat er dan eens over met een studieadviseur, studentendecaan of studentenpsycholoog.
Werkorganisatie
Breng zoveel mogelijk variatie aan in het soort werkzaamheden: lezen, schrijven, typewerk, internetwerk. Wissel ook moeilijk en gemakkelijk werk af. Gebruik de functietoetsen van je computer i.p.v. de muis (de brochure hierover is bij de helpdesk te verkrijgen). Las frequent pauzes in.
Werktijden
Werkplek (let op: ook thuis!)
Werkhouding
Trek aan de bel als er te veel deadlines of te veel schrijfopdrachten tegelijk zijn. Werk niet langer dan 5 à 6 uur per dag achter een beeldscherm. Reken hierbij ook de uurtjes internet of spelletjes mee. Neem regelmatig pauzes: min. 10 min. pauze na 2 uur beeldschermwerk. Pauzesoftware kan hierbij helpen. Zie b.v. http://www.beeldschermtachograaf.nl Zet het beeldscherm recht voor je neer, niet te dicht bij. Voorkom dat je met een gedraaide nek werkt. Zorg dat de bovenkant van het beeldscherm op ooghoogte staat. Voorkom hinderlijke reflecties van ramen. Gebruik grote lettertypen zodat je niet voorover gaat hangen om de letters te lezen. Je hebt een goede stoel nodig waarvan zithoogte, rugleuning en armleuningen instelbaar zijn. De rugleuning moet vooral steun geven in de holte van je lage rug. Armleuningen ontlasten je schouders. Stel ze zo in dat je bovenarmen ontspannen op de armleuning hangen en een rechte hoek vormen met je onderarmen.Kijk zonodig verder op internet hoe werkplekken ingericht moeten worden. Meld slechte computerwerkplekken bij de Arbo- en Milieucoördinator of via de studentadviseur van de Arbowerkgroep uit de faculteitsraad. Werk nooit langer dan twee uur per dag met een laptop. Sluit een notebook zoveel mogelijk aan op een los toetsenbord en een losse muis, en plaats het beeldscherm op ooghoogte. Zorg ook thuis voor een goed ingerichte werkplek. Zorg voor een goede lichamelijke conditie. Zit rechtop en zorg dat de hoek tussen bovenbenen en onderbenen 90º is als je voeten plat op de grond staan. Houd je pols gestrekt bij het aanslaan van de toetsen en bij het werken met de muis. Doe tijdens computerwerk af en toe wat lichaamsoefeningen.
1.7 Vertrouwenspersoon (Seksuele) intimidatie, agressie, geweld en discriminatie zijn vormen van gedrag die niet thuis horen in een goed en stimulerend studieklimaat. De universiteit probeert dit
26
WEGWIJS
soort ‘ongewenst gedrag’ dan ook te voorkomen en heeft in dit kader o.a. een vertrouwenspersoon aangesteld. Medewerkers en studenten respecteren over het algemeen elkaars grenzen. Grenzen die meestal heel vanzelfsprekend zijn, maar die af en toe expliciet gemaakt moeten worden omdat gedrag dat de een als ‘een leuke manier van omgaan’ beschouwd voor een ander te ver gaat. Soms ècht te ver. Wanneer een ander jou lastig valt met zijn/haar gedrag en je zelf niet meer weet hoe je de situatie op moet lossen kun je verschillende dingen doen. Je kunt de hulp van een medestudent, een docent of een andere contactpersoon binnen de faculteit inroepen. Je kunt echter ook contact opnemen met de vertrouwenspersoon. Zij fungeert in eerste instantie als klankbord en kan helpen zoeken naar een oplossing. Soms kan dat een informele oplossing zijn, waarbij de vertrouwenspersoon eventueel bemiddelt. Indien noodzakelijk of gewenst kan ze je ook doorverwijzen naar een andere instantie. Bij meer extreme vormen van ongewenst gedrag kan een formele oplossing meer voor de hand liggen. Binnen de universiteit bestaat een Klachtenregeling Seksuele Intimidatie, Agressie, Geweld en Discriminatie (SIAGD) en een Klachtencommissie SIAGD voor studenten en personeel. Je kunt bij die commissie een formele klacht over ongewenst gedrag indienen. De vertrouwenspersoon kan je bijstaan bij het indienen van die klacht en bij de formele afhandeling daarvan. De vertrouwenspersoon heeft een onafhankelijke positie binnen de universiteit. Ze onderneemt geen actie zonder de uitdrukkelijke toestemming van degene die haar consulteert. Alle informatie wordt, zoals de naam ‘vertrouwenspersoon’ al suggereert, vertrouwelijk behandeld. Het adres, telefoonnummer en e-mail van de universitaire vertrouwenspersoon vindt u in par. 1.2 onder Belangrijke instanties, adressen aan de universiteit.
27
STUDIEGIDS 2006-2007
7-sep
8-sep
2
2
11-sep
12-sep
13-sep
14-sep
15-sep
3 4 5
3 4 5
18-sep 25-sep 2-okt
19-sep 26-sep 3-okt
20-sep 27-sep 4-okt
21-sep 28-sep 5-okt
22-sep 29-sep toets+halfsemvakken 6-okt toets+halfsemvakken
6
6
9-okt
10-okt
11-okt
12-okt
13-okt
7 8
7
16-okt 23-okt
17-okt 24-okt
18-okt 25-okt
19-okt 26-okt
20-okt 27-okt
9
8
30-okt
31-okt
1-nov
2-nov
10 11 12 13 14 15 16 17
9 10 11 12 13 14
6-nov 13-nov 20-nov 27-nov 4-dec 11-dec 18-dec 25-dec
7-nov 14-nov 21-nov 28-nov 5-dec 12-dec 19-dec 26-dec
8-nov 15-nov 22-nov 29-nov 6-dec 13-dec 20-dec 27-dec
9-nov 16-nov 23-nov 30-nov 7-dec 14-dec 21-dec 28-dec
46 47 48 49 50 51 52 1
1-jan
2-jan
3-jan
4-jan
5-jan
8
1
18
3-nov 10-nov 17-nov (her)tentamens 1e sem 24-nov (her)tentamens 1e sem 1-dec (her)tentamens 1e sem 8-dec 15-dec wg+sem 2e sem (a+b) 22-dec wg+sem 2e sem (a+b) 29-dec
2
19
2
8-jan
9-jan
10-jan
11-jan
12-jan
3
20
3
15-jan
16-jan
17-jan
18-jan
19-jan
4
21
4
22-jan
23-jan
24-jan
25-jan
26-jan
5
22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52
5
29-jan 5-feb 12-feb 19-feb 26-feb 5-mrt 12-mrt 19-mrt 26-mrt 2-apr 9-apr 16-apr 23-apr 30-apr 7-mei 14-mei 21-mei 28-mei 4-jun 11-jun 18-jun 25-jun 2-jul 9-jul 16-jul 23-jul 30-jul 6-aug 13-aug 20-aug 27-aug
30-jan 6-feb 13-feb 20-feb 27-feb 6-mrt 13-mrt 20-mrt 27-mrt 3-apr 10-apr 17-apr 24-apr 1-mei 8-mei 15-mei 22-mei 29-mei 5-jun 12-jun 19-jun 26-jun 3-jul 10-jul 17-jul 24-jul 31-jul 7-aug 14-aug 21-aug 28-aug
31-jan 7-feb 14-feb 21-feb 28-feb 7-mrt 14-mrt 21-mrt 28-mrt 4-apr 11-apr 18-apr 25-apr 2-mei 9-mei 16-mei 23-mei 30-mei 6-jun 13-jun 20-jun 27-jun 4-jul 11-jul 18-jul 25-jul 1-aug 8-aug 15-aug 22-aug 29-aug
1-feb 8-feb 15-feb 22-feb 1-mrt 8-mrt 15-mrt 22-mrt 29-mrt 5-apr 12-apr 19-apr 26-apr 3-mei 10-mei 17-mei 24-mei 31-mei 7-jun 14-jun 21-jun 28-jun 5-jul 12-jul 19-jul 26-jul 2-aug 9-aug 16-aug 23-aug 30-aug
2-feb 9-feb 16-feb 23-feb 2-mrt 9-mrt 16-mrt 23-mrt 30-mrt 6-apr 13-apr 20-apr 27-apr 4-mei 11-mei 18-mei 25-mei 1-jun 8-jun 15-jun 22-jun 29-jun 6-jul 13-jul 20-jul 27-jul 3-aug 10-aug 17-aug 24-aug 31-aug
6 7 8 SEM 2A 9 10 11 12 TOETS 13 14 15 16 17 SEM 2B 18 19 20 21 22 TENTAMENS 23 24 25 26 27 28 29 Zomer30 vakantie 31 32 33 HERTEN- 34 TAMENS 35
28
1 2 3 4 5 6 7 8 8 9 10 11 12 13 14 1 2 3 4 5 6
Vrije- en vakantiedagen
6-sep
38
43 44
Inschrijving
5-sep
Woensdag
4-sep
Dinsdag
1
1
Maandag
25-aug wg+sem 1e sem (a+b) 1-sep wg 1e sem (a+b)
37 39 40 41
Tentam.wk
24-aug 31-aug
Collegewk
Vrijdag
TENTAMENS
23-aug 30-aug
51 52
45 SEM 1B
22-aug 29-aug
34 35 36
42 TOETS
Donderdag
SEM 1A
21-aug 28-aug
Roosterwk
Kalenderwk
1.8 Jaarindeling studiejaar 2006-2007
Onderwijsvrij
toets+halfsemvakken toets+halfsemvakken
Goede vrijdag Paasmaandag (her)tentamens 2e sem (her)tentamens 2e sem 5 mei/Meivak (her)tentamens 2e sem Hemelv+vrijd.
Stud RB 07-08 Stud RB 07-08
Pinksterma. P
augustustentamens augustustentamens
wg+sem 1e sem (a+b) wg 1e sem (a+b)
28/8 Bom.B.
WEGWIJS
1.9 Inschrijving onderwijsactiviteiten en termijnen Om deel te kunnen nemen aan colleges, seminaars en de studentenrechtbank, dienen studenten zich in te schrijven. De inschrijving wordt georganiseerd in bepaalde perioden gedurende het studiejaar. Wanneer en hoe een student zich voor een bepaalde onderwijsactiviteit moet inschrijven wordt in het volgende overzicht op een rij gezet. Onderdelen
semester
Seminaars Studentenrechtbank colleges/werkgroepen
1a, 1ab en 1b 2ab (2006-2007) 1a, 1ab en 1b
colleges/werkgroepen seminaars seminaars 20072008 studentenrechtbank 2007-2008
2a, 2ab en 2b 2a, 2ab en 2b 1a, 1ab en 1b (2007-2008) 2ab (2007-2008)
Inschrijving colleges en werkgroepen algemeen
inschrijven vanaf ma 21 aug 06 di 6 jun 06 ma 21 aug 06
t/m vr 25 aug 06 vr 16 jun 06 wo 30 aug 06
via
ma 11 dec 06 ma 11 dec 06 ma 20 aug 07
vr 22 dec 06 vr 22 dec 06 vr 24 aug 07
ma 4 jun 07
vr 15 jun 07
Progress.www formulieren Progress.www +1ejrs inschr. Progress.www Progress.www Progress.www formulieren via internet
De inschrijving voor colleges en werkgroepen is op twee manieren georganiseerd. De inschrijving van zuivere eerstejaars in dagwerkgroepen is in handen van de afdeling Onderwijscoördinatie. (zie de paragraaf hieronder). De inschrijving voor alle andere colleges geschiedt geautomatiseerd: studenten worden geacht zich zelf in te schrijven via Progress.www. Beide vormen van inschrijving worden hierna toegelicht.
Inschrijving zuivere eerstejaars
Aan het begin van het studiejaar wordt iedere zuivere eerstejaars die dagonderwijs volgt aan de hand van zijn inschrijfformulier in een werkgroep ingeschreven door de afdeling Onderwijscoördinatie. Deze werkgroep houdt in principe het gehele jaar (1e en 2e semester) dezelfde samenstelling. Op grond van bijzondere omstandigheden kan tijdens de werkgroepinschrijving voorafgaand aan het semester toestemming worden gevraagd om van werkgroep te wisselen. Toestemming om van werkgroep te wisselen wordt onder normale omstandigheden niet verleend.
Inschrijving via de computer
Inschrijving is mogelijk met elke computer die toegang heeft tot de internetsite: http://progresswww.nl/rug/. In de inschrijfperiodes zijn speciale computers bij de Infobalie opengesteld, waarmee studenten zich kunnen inschrijven voor de meeste colleges en werkgroepen. Nadere instructies met betrekking tot de werkgroepinschrijving worden vermeld in het roosterboekje dat twee keer per jaar verschijnt een week voordat de inschrijving begint. Studenten worden geacht zich zelf in te schrijven via de computer (Progress.www) voor de volgende colleges en werkgroepen: 1. alle recidivistenwerkgroepen van het eerste jaar; 2. alle werkgroepen van het tweede jaar en hogere studiejaren, indien er voor een vak meer dan één werkgroep op het rooster staat; 3. alle avondcolleges en colleges (vnl. deeltijdstudenten); 4. alle AVV-vakken die door de rechtenfaculteit worden aangeboden. Recidivisten en ouderejaars Anders dan in het eerste studiejaar wordt ingeschreven per vak en per semester. Studenten die nog niet voor alle onderdelen van het eerste studiejaar zijn geslaagd (recidivisten) schrijven na afloop van het eerste jaar voortaan dus ook per vak apart in voor de zgn. recidivistenwerkgroepen eerste studiejaar.
29
STUDIEGIDS 2006-2007
Deeltijdstudenten Ook deeltijdstudenten die gebruik maken van het aanbod van avondonderwijs kunnen zich uitsluitend inschrijven per vak via de computer, ongeacht of er sprake is van een werkgroep of hoorcollege. De avondgroepen zijn in beginsel uitsluitend toegankelijk voor (avond)deeltijdstudenten. Aanmelding en inschrijving Seminaars Nederlands Recht
Inschrijving Studentenrechtbank
Voor de aanmelding en inschrijving voor Seminaars Nederlands Recht gelden enkele bijzonderheden omdat de capaciteit per seminaar beperkt is (max. 16 deelnemers per seminaar). De beperkte capaciteit kan ertoe leiden dat een student niet wordt geplaatst bij het vak van eerste voorkeur en dat men gedwongen is een ander seminaar te kiezen misschien zelfs in een ander semester dan men oorspronkelijk voor ogen had. De totale capaciteit van alle seminaars is echter ruim voldoende om alle studenten die een seminaar willen volgen te plaatsen. Als regel geldt dat studenten die zich het eerst aanmelden het eerst worden geplaatst. Zodra een vak vol is kunnen studenten zich of aanmelden voor de wachtlijst van het betreffende vak of intekenen voor een ander vak waar nog wel ruimte is. Mensen die zich intekenen op de wachtlijst worden eveneens op volgorde van aanmelding geplaatst zodra er plaatsen vrijkomen. Voor overleg en advies met betrekking tot een goede studieplanning kan men desgewenst contact opnemen met de studieadviseurs. De inschrijving voor seminaars verloopt geautomatiseerd via Progress.www. De inschrijving voor specifieke seminaars van de kleine opleidingen waarbij geen capaciteitsbeperking geldt, zoals Seminaar IPR c.s., Seminaar Erfrecht c.s., Seminaar Notariële Capita Selecta en Seminaar Formeel Belastingrecht verloopt via de reguliere werkgroepinschrijving. De inschrijving voor de Studentenrechtbank vindt doorgaans plaats in de eerste twee weken van juni voorafgaand aan het academisch jaar waarin aan de Studentenrechtbank wordt deelgenomen. De inschrijving verloopt niet via Progress.www maar uitsluitend via het inleveren van een formulier bij de Infobalie Rechten in de hiervoor aangegeven periode. Ruim voor de inschrijving is de folder en het formulier over de inschrijving beschikbaar op internet http://www.rug.nl/rechten/informatievoor/studenten/infobalie/brochures respectievelijk: …../studenten/infobalie/formulier. De inschrijving voor de Studentenrechtbank kent vele bijzonderheden, studenten wordt daarom dringend aangeraden de informatie ruim voor de inschrijving goed te bestuderen.
Aanmelding voor toegang tot Nestor
In principe geeft elke aanmelding via Progress.www voor een onderdeel van een vak (syllabus, werkgroep, tentamen, etc) ook toegang tot Nestor, mits Nestor bij dat vak wordt gebruikt. Als deze koppeling onverhoopt niet goed gaat is ook afzonderlijke aanmelding mogelijk via Progress.www om alsnog toegang te krijgen (intekenen RUG, Rechten, Nestorvakken). Aanmelding voor Nestor via de optie 'Nestorvakken' staat open gedurende de hele looptijd van het vak. Aanmelding betekent dat de student binnen een werkdag toegang krijgt, mits de docent het vak al heeft opengesteld. Dit laatste kan per vak verschillen. Zie ook het nestorsteunpunt: http://www.rug.nl/rechten/voorzieningen/nestor/ Nota bene: Aanmelding voor Nestor betekent nog geen aanmelding voor tentamens of inschrijving voor colleges en/of werkgroepen. Aanmelding voor tentamens en inschrijving voor colleges en werkgroepen dient altijd apart gedaan te worden in de daarvoor bestemde periode (zie boven- en onderstaande overzichten).
Collegerooster en roosterwijzigingen
Twee keer per jaar verschijnt een rooster, zowel voor het hele eerste semester als het tweede semester. Uiterlijk een week vóór aanvang van de werkgroepinschrijving voor het eerste en tweede semester is het rooster in de vorm van een boekje verkrijgbaar
30
WEGWIJS
bij de Infobalie. In het roosters staat per vak vermeld op welke dag, op welk uur en in welke zaal de colleges zullen plaatsvinden. Via een UK bericht wordt bekend gemaakt wanneer de collegeroosters verkrijgbaar zijn. Een exemplaar van het rooster hangt gedurende het hele semester in de glazen vitrine naast kamer T 88 nabij de Infobalie. Roosterwijzigingen worden direct na vaststelling op internet gepubliceerd: http://www.rug.nl/rechten/informatievoor/studenten/colleges/ Daarnaast worden de wijzigingen bekend gemaakt via het publicatiebord bij de Infobalie en zo mogelijk via de mededelingenrubriek in de Universiteitskrant.
1.10 Bestellen syllabi Voor veel vakken zijn klappers(syllabi) nodig. Deze dienen door middel van een bestelsysteem ruim voor aanvang van het nieuwe semester besteld te worden. De klappers/syllabi zijn verkrijgbaar bij de “Klapperwinkel” in het Harmoniegebouw (naast de portiers). Tijdig bestellen en afhalen (in speciale weken) van de klappers betekent minder wachten en een korting van 5% op de aanschafprijs. Bestellen van klappers gaat via Progress.www: //progresswww.nl/rug. Op deze site vindt u 6 weken voor aanvang van het semester de lijst met de te bestellen syllabi. Afhalen van de klappers is gepland twee weken voordat de colleges aanvangen. Indien u niet (tijdig) bestelt, moet u nabestellen; u heeft de klapperi dan pas als het college reeds begonnen is (levertijd 6 werkdagen), u loopt de korting mis en u ontmoet (meestal) lange wachtrijen. Betalen kan met pin, chipper/chipknip en met contanten. Nieuwe eerstejaars studenten kunnen voor het 1e semester nog niet bestellen: de benodigde syllabi liggen een week voor de aanvang van de colleges klaar. Nadere informatie over de bestelprocedure, de besteltermijnen en de afhaalprocedure wordt steeds bekend gemaakt in de UK of is bekend bij de vakgroep. Vanaf het tweede semester dienen eerstejaars studenten wel zelf de syllabi te bestellen. Avond- en deeltijdstudenten kunnen op dezelfde wijze als de dagstudent gebruik maken van de dienstverlening van de klapperwinkel. Het bestellen verloopt ook via Progress.www (zie boven). De afhaalmogelijkheden zijn versoepeld: afhalen kan met korting in de avonduren (eerste collegeweek) en syllabi kunnen eventueel thuisgestuurd worden of bij de interne dienst worden afgehaald. In dat laatste geval moet er vooraf betaald zijn bij de syllabuswinkel. Reproshop
Kleurenkopieën en –prints kunnen worden gemaakt met speciale XAFAXkaartjes (€ 5,-). Deze zijn te koop in de reproshop. Een kleurenkopie kost € 0,77. De kleurenkopieermachine is te vinden nabij de repro. De reproshop maakt in opdracht van de interne dienst en van vakgroepen de syllabi in grote oplagen. Kleinere opdrachten of bijvoorbeeld sheets kunnen ook door hen gedaan worden. U kunt daarvoor terecht bij de reproshop, gelegen naast de klapperwinkel in het Harmoniecomplex (ruimte 006/1312). Openingstijden: 8.3016.30 uur. Bestellen/afhalen syllabi bestellen syllabi 1e semester afhalen syllabi door ouderejaars afhalen syllabi door 1e en 2e jaars nabestellingen syllabi 1e semester
vanaf 8 jul ‘06 23 aug ‘06 29 aug ‘06 1 sep ‘06
t/m 6 aug ‘06 25 aug ‘06 1 sep ‘06 onbeperkt
afhalen syllabi avondstudenten (winkel open 17.30-19.00 uur)
4 sep ‘06
7 sep ‘06
opmerkingen via Progress.www afhalen met korting afhalen met korting leverbaar vanaf de 2e collegeweek afhalen met korting
31
STUDIEGIDS 2006-2007
Bestellen/afhalen syllabi bestellen syllabi semester 1b afhalen syllabi semester 1b nabestellingen syllabi semester 1b
vanaf 30 sep ‘06 23 okt ‘06 25 okt ‘06
t/m 15 okt ‘06 27 okt ‘06 onbeperkt
afhalen syllabi 1b avondstudenten winkel open 17.30-19.00 uur) bestellen syllabi 2e semester afhalen syllabi door ouderejaars afhalen syllabi door 1e en 2e jaars nabestellingen syllabi 2e semester
30 okt ‘06
2 nov ‘06
21 dec ‘06 24 jan ‘07 29 jan ‘07 2 feb ‘07
14 jan ‘07 26 jan ‘07 2 feb ‘07 onbeperkt
5 feb ‘07
8 feb ‘07
3 mrt ‘07 26 mrt ‘07 28 mrt ‘07
18 mrt ‘07 30 mrt ‘07 onbeperkt
2 apr ‘07
5 apr ‘07
afhalen syllabi avondstudenten (winkel open: 17.30-19.00) bestellen syllabi semester 2b afhalen syllabi semester 2b nabestellingen syllabi semester 2b afhalen syllabi 2b avondstudenten winkel open 17.30-19.00 uur
opmerkingen via Progress.www Met korting leverbaar vanaf collegeweek 1 met korting via Progress.www met korting met korting leverbaar vanaf de 2e collegeweek met korting via Progress.www met korting leverbaar vanaf de 2e collegeweek afhalen met korting
1.11 Inschrijving tentamens, tussentoetsen en termijnen Om deel te kunnen nemen aan een schriftelijk tentamen of een schriftelijke tussentoets is iedere student verplicht zich in te schrijven. Tentamenperiodes (5)
Het studiejaar telt 5 tentamenperiodes: 1. de tentamen-/tussentoetsweek in semester 1 (1a); 2. de tentamenperiode aan het einde van semester 1 (1b en 1ab); 3. de tentamen-/tussentoetsweek in semester 2 (2a); 4. de tentamenperiode aan het einde van semester 2 (2b en 2 ab) en 5. de augustustentamenperiode. Voor de exacte data van de tentamenperiodes zie de onderstaande tabel.
Tentameninschrijfperiodes (5)
Het studiejaar telt naast de 5 tentamenperiodes ook 5 tentamen-inschrijfperiodes. Tót 2 weken voor elke tentamenperiode is er een periode van minimaal 2 weken waarin je je kunt inschrijven voor de tentamens. Voor de exacte data van de tentameninschrijfperiodes zie de onderstaande tabel. Tentamen-inschrijfperiode
Tentamenperiode
semester
1. ma 25 sep 06 t/m vr 06 okt 06
1. ma 23 okt 06 t/m vr 27 okt 06
1a
2. ma 13 nov 06 t/m vr 01 dec 06
2. ma 18 dec 06 t/m vr 2 feb 07
1b en 1ab
3. ma 26 feb 07 t/m vr 09 mrt 07
3. ma 26 mrt 07 t/m vr 30 mrt 07
2a
4. ma 16 apr 07 t/m vr 11 mei 07
4. di 29 mei 07 t/m vr 06 jul 07
2b en ab
5. ma 16 jul 07 t/m vr 27 jul 07 5. ma 13 aug 07 t/m wo 31 aug 07 Tip: Schrijf de tentamen-inschrijfperiodes in je agenda of zet een reminder in je mobiel en zorg dat je je op tijd inschrijft. Tentameninschrijving
Voor alle schriftelijke tentamens en tussentoetsen moeten studenten zich digitaal inschrijven via Progress.www (progresswww.nl/rug/). Als je een onvoldoende hebt gehaald moet je je ook inschrijven voor het hertentamen, tenzij het hertentamen in dezelfde tentamenperiode valt (zie de 5 tentamenperiodes genoemd aan het begin van deze paragraaf). Uitsluitend in dat geval word je door het systeem automatisch
32
WEGWIJS
ingeschreven voor het hertentamen. In alle andere gevallen moet je je opnieuw inschrijven. Let op 1: het voorgaande impliceert dat, als je in de tentamen /tussentoetsweek 1a of 2a een tentamen met onvoldoende resultaat hebt afgelegd, je je tijdens de tentamen-inschrijfperiode van 1ab of 2ab moet inschrijven voor het hertentamen. Let op 2: het voorgaande impliceert tevens dat - ongeacht of je een voldoende danwel onvoldoende hebt behaald voor een tussentoets - je je gedurende de volgende tentamen-inschrijfperiode opnieuw in moet schrijven voor het bijbehorende tentamen. Hertentameninschrijving
Als je na je ingeschreven te hebben voor een tentamen niet deelneemt aan het tentamen (bv door ziekte), of als je ‘niet nakijken’ op een tentamen hebt geschreven, dan moet je je opnieuw inschrijven voor het hertentamen, ook al valt het hertentamen in dezelfde tentamenperiode. In dat geval moet je je binnen 3 werkdagen na het eerste tentamen via Progress.www inschrijven voor het hertentamen.
Te late tentameninschrijving
Ben je te laat met de tentamen-/tussentoetsinschrijving, dan kun je, mits er nog plaats is in de tentamenzaal, handmatig worden ingeschreven tegen betaling van administratiekosten. De faculteit maakt deze kosten omdat de na-inschrijving handmatig moet worden verwerkt. Je kunt je na-inschrijven tot maximaal 2 werkdagen voor het tentamen, dat wil zeggen dat er minimaal 2 werkdagen moeten zitten tussen de datum van het tentamen en de dag van de te late inschrijving (zie ook de onderstaande tabel). Daarna kun je niet meer ingeschreven worden. Dag van het tentamen
Te late tentamen-inschrijving uiterlijk op:
Maandag
De voorafgaande woensdag
Dinsdag
De voorafgaande donderdag
Woensdag
De voorafgaande vrijdag
Donderdag
De voorafgaande maandag
Vrijdag
De voorafgaande dinsdag
Procedure: De te late tentameninschrijving is geopend op werkdagen tussen 10.00 – 12.00 uur. Studenten melden zich daartoe bij de Infobalie Rechten, Turftorenstraat 21. Per tentamen vul je op een na-inschrijvingsformulier je studentnummer in, je naam en het tentamen waaraan je wilt deelnemen. Het ingevulde formulier wordt door een medewerker van de tentamenadministratie gecontroleerd. Tevens wordt nagegaan of er plaatsen vrij zijn bij de betreffende tentamens. De betaling gaat uitsluitend via de pin. Na de betaling van het verschuldigde bedrag van 15 euro,- per tentamen ontvang je een deelnamebewijs. Dit bewijs neem je mee naar het tentamen. Telefonische na-inschrijving is niet mogelijk. Wel kun je de na-inschrijving eventueel door een vriend(in) laten doen. Bij niet deelname aan het tentamen wordt geen restitutie van de administratiekosten verleend. Toelatingsvoorwaarden: Uiteraard gelden ook bij de procedure te late tentameninschrijving de gebruikelijke toelatingsvoorwaarden voor het betreffende vak (bv. voorvakken, deblokkaderegeling, voorwaardelijke toelating tot M4 of M5 vakken). Tevens dient de studentinschrijving bij de universiteit in orde te zijn. Overmacht: Als je van mening bent dat je door overmacht gedurende de gehele inschrijvingsperiode voor de tentamens aantoonbaar niet in staat geweest bent je tijdig in te schrijven, dan kun je door middel van het schrijven van een brief verzoeken
33
STUDIEGIDS 2006-2007
deel te mogen nemen aan de tentamens, zonder dat daarvoor administratiekosten verschuldigd zijn. Je dient er rekening mee te houden dat de overmachtssituatie gedurende de gehele inschrijvingsperiode moet hebben bestaan. Tot overmacht worden in ieder geval niet gerekend: griep gedurende de laatste inschrijvingsweek, te late inschrijving wegens drukke werkzaamheden, afwezigheid wegens vakantie, niet op de hoogte zijn van de inschrijfperiode en/of -procedure, uitstellen van de inschrijving tot het laatste moment en dan verhinderd zijn. We raden je aan, in afwachting van een beslissing over het overmachtsverzoek, te betalen voor deelname aan tentamens. Indien overmacht wordt vastgesteld wordt het betaalde gerestitueerd. Behandeling van een verzoek om toelating op grond van overmacht zal enige weken in beslag nemen. Een verzoek tot toelating op grond van overmacht kan gericht worden aan: Examencommissie Rechten, Postbus 716, 9700 AS GRONINGEN. Het verzoek om eventuele restitutie wordt door het hoofd van de Dienst Onderwijs en Studiebegeleiding afgehandeld. Plicht zich te informeren: Wijzigingen in bovenstaande regeling en de procedure worden door de faculteit bericht op de websites: http://www.rug.nl/rechten/informatieVoor/studenten/ http://www.rug.nl/rechten/informatieVoor/studenten/tentamens/ Studenten worden geacht zich te informeren en deze bronnen te raadplegen.
1.12 Tentamenrooster Tentamendata
De tentamendata worden voor het gehele studiejaar van te voren vastgesteld. Deze vindt u per vak op de website in de Onderwijscatalogus OCASYS: http://www.rug.nl/ocasys/rechten en in een compleet overzicht op de website: http://www.rug.nl/rechten/informatievoor/studenten/tentamens/tentamendata Tevens is het tentamenrooster als bijlage opgenomen bij de studiegids op CD-rom.
Wijziging van tentamendata
De faculteit streeft ernaar alle tentamens op de aangegeven data af te nemen. De praktijk heeft echter uitgewezen dat door opeenhoping van tentamens, niet alleen aan onze faculteit maar ook aan andere faculteiten en opleidingsinstituten, soms grote problemen ontstaan bij de beschikbaarstelling van acceptabele zaalruimte. Daarom moet de faculteit zich het recht voorbehouden tentamens evt. op een andere dag te stellen. Studenten dienen er daarom rekening mee te houden dat zij gedurende de gehele tentamenperiode beschikbaar moeten zijn.
Tentamentijden en -zalen
Samenvallen van tentamens
Fouten in tentamendata
Zodra mogelijk wordt de definitieve lijst van de tentamens met aanvangsuren en zaalruimte gepubliceerd op het tentamenbord bij de Infobalie en op de website: http://www.rug.nl/rechten/informatievoor/studenten/tentamens/tentamenrooster. Indien blijkt dat u tentamens wilt doen die op dezelfde datum gepland staan, wordt u dringend geadviseerd uw studieplanning aan te passen. Doorzetten van deze planning is voor risico van de student. Er wordt geen garantie gegeven dat tentamens, die op dezelfde datum worden afgenomen, niet op hetzelfde tijdstip plaatsvinden. Bij de planning van tentamens houdt de afdeling Onderwijscoördinatie zoveel mogelijk rekening met opeenvolgende studiejaren binnen eenzelfde opleiding of specialisatie Nederlands Recht. De kans op fouten in de data van de tentamens kan helaas niet altijd worden uitgesloten. Aan evt. fouten in het tentamenrooster kunnen geen rechten worden ontleend. Zie ook de alinea “Wijziging van tentamendata” hierboven.
34
ALGEMENE ONDERWIJSINFORMATIE
2 Algemene onderwijsinformatie 2.1 Algemeen Opleidingen
In de Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek (WHW) is bepaald dat het onderwijs door de universiteit wordt aangeboden in de vorm van opleidingen. Een opleiding is een samenhangend geheel van onderwijseenheden, in deze gids als vakken aangeduid, gericht op de verwezenlijking van omschreven doelstellingen op het gebied van kennis, inzicht en vaardigheden, waarover degene die de opleiding voltooit, dient te beschikken. Een opleiding wordt afgesloten met een examen. De faculteit biedt zowel bacheloropleidingen als masteropleidingen aan. Elke bacheloropleiding heeft een studielast van 180 ec (drie jaar) en bestaat uit een propedeutische fase van 60 ec (een jaar) en een postpropedeutische fase van 120 ec (twee jaar;1 european credit komt overeen met 28 studie-uren). De meeste masteropleidingen hebben een studielast van 60 ec (een jaar); sommige masteropleidingen zijn 120 ec (twee jaar). De Togamaster duurt ca. anderhalf jaar.
Propedeuse
De propedeuse is voor elke bacheloropleiding nagenoeg gelijk met uitzondering van de propedeuse Law in Europe (Hanse Law School). De studielast bedraagt 60 ec (1 ec komt overeen met 28 studie-uren). De studieonderdelen (vakken) van de propedeuse zijn zo ingericht dat er sprake is van het verkrijgen van inzicht in de inhoud van de opleiding met de mogelijkheid van verwijzing en selectie aan het einde van die fase.
Examens
De propedeutische fase van de bacheloropleiding wordt afgesloten met een propedeutisch examen, de gehele bacheloropleiding met een bachelorexamen en de masteropleiding met een masterexamen. Na goedkeuring van de Examencommissie kan zowel de bacheloropleiding als de masteropleiding in bepaalde gevallen worden afgesloten met een zogenaamd "vrij bachelor of masterexamen". Meer informatie over het vrij bachelor- en masterexamen is opgenomen in paragraaf 2.2 en 2.3. De inhoud van het propedeutische examen en van de verschillende bacherlor- en masterexamens wordt besproken in hoofdstuk 5 en volgende.
Titulatuur
Aan de student die aan alle vereisten van een bacheloropleiding heeft voldaan, wordt de graad Bachelor of Laws (LL.B) verleend. Aan de student die aan alle vereisten van een masteropleiding heeft voldaan, wordt de graad Master of Laws (LL.M) verleend. Op grond van art. 7.20 lid 2b WHW is hij tevens gerechtigd de titel van meester in de rechten (mr.) te voeren.
Civiel effect
Om na de juridische opleiding toegelaten te worden tot beroepen als advocaat, rechter en officier van justitie moet gedurende de opleiding zijn voldaan aan de eisen van het civiel effect. Het civiel effect heeft een tweeledige basis. In de eerste plaats is in de wet bepaald dat bepaalde graden (diploma’s) zijn vereist voor toelating tot juridische beroepen en functies. Daarnaast zijn er voor een deel van die beroepen, te weten advocatuur en rechterlijke macht in aanvullende regelgeving nadere beroepsvereisten geformuleerd die betrekking hebben op de inhoud van de opleiding. Voor wat betreft de graden gold in het pre-BaMa tijdperk als wettelijk vereiste voor toelating tot tal van juridische beroepen dat op grond van een universitaire juridische opleiding het recht was verworven de titel ‘meester’ te voeren. De juridische faculteiten hebben in overleg met de beroepsorganisaties afgesproken onder welke voorwaarden in het bamastelsel een civiel effect verklaring zal worden afgegeven door de faculteit. Daarmee wordt aangegeven dat de student voldoende
35
STUDIEGIDS 2006-2007
juridische kennis en inzicht heeft op academisch niveau en ook beschikt over de in de wettelijke regelingen gestelde inhoudelijke vereisten. Een civiel effect verklaring wordt bij het masterdiploma afgegeven als aan de volgende twee voorwaarden is voldaan. 1. Punteneis: De student moet minimaal 200 ec juridische studiepunten hebben gehaald, waarvan minimaal 60 ec op WO masterniveau en minimaal 60 ec op WO (juridische) bachelorniveau (de resterende ec’s kunnen bijvoorbeeld behaald zijn in een afgeronde HBO-bacheloropleiding op het gebied van het recht), vrijstellingen zijn daarbij niet inbegrepen. 2. Inhoudseis: De student moet grondige kennis hebben van en inzicht hebben in de rechtsgebieden die worden genoemd in het Besluit beroepsvereisten advocatuur en in het Besluit opleiding rechterlijke ambtenaren. De combinatie van Bachelor Nederlands Recht met de Master Nederlands Recht voldoet aan de gestelde eisen. In het diplomasupplement dat iedere student ontvangt als hij/zij deze masteropleiding heeft voltooid, is standaard een verklaring van civiel effect opgenomen. HBO-afgestudeerden die het programma Nederlands Recht met Civiel effect hebben afgerond (duur ong. 2 ½ jaar) voldoen standaard aan de gestelde eisen. De combinatie van Bachelor Recht & ICT met de Master Recht & ICT specialisatie Informaticarecht voldoet aan de gestelde eisen. In het diplomasupplement dat iedere student ontvangt als hij/zij deze masteropleiding heeft voltooid, is standaard een verklaring van civiel effect opgenomen. De combinatie van Bachelor Law in Europe met de Master Law in Europe voldoet eveneens aan de gestelde eisen. In het diplomasupplement dat iedere student ontvangt als hij/zij deze masteropleiding heeft voltooid, is standaard een verklaring van civiel effect opgenomen. Voor alle andere opleidingen geldt dat eerst na het afleggen van een aantal aanvullende tentamens wordt voldaan aan de eisen voor civiel effect. Het aantal aanvullende vakken is afhankelijk van de eerder gevolgde bachelor- en masteropleiding. De faculteit werkt aan een overzicht hiervan. Studenten van andere opleidingen dan Nederlands Recht, Recht & ICT, specialisatie Informaticarecht en Law in Europe dienen op hun bulaanvraagformulier aan te geven dat zij een verklaring van civiel effect wensen. Als een student aan de eisen voldoet wordt de verklaring opgenomen in het diplomasupplement. Zie voor gedetailleerde informatie de Notitie inzake Civiel Effect op de internetpagina: http://www.rug.nl/rechten/informatievoor/studenten/infobalie/aanvraagbul/civieleffect Opbouw van het semestersysteem
Studiebelasting
De faculteit kent een semestersysteem. Het studiejaar is opgebouwd uit twee onderwijsperioden van 20 weken. Een semester bestaat uit maximaal 14 weken onderwijs en minimaal 6 weken tentamenperiode, die in beginsel als volgt worden verdeeld: 7 weken onderwijs – 1 week tussentoets/tentamenperiode – 7 weken onderwijs – 5 weken tentamenperiode. Bij de verschillende studieprogramma’s die in de volgende hoofdstukken worden beschreven zijn achter de vaknamen studiepunten vermeld. Deze in studiepunten uitgedrukte waarde is gerelateerd aan de totale, met de voorbereiding van het vak gemoeide, tijd. De student die slaagt voor het tentamen in een door hem bestudeerd vak, behaalt het aan dat vak toegekende aantal studiepunten. De aan ieder vak toegekende studiepunten kunnen slechts éénmaal worden behaald. De faculteit gaat ervan uit dat een voltijd student jaarlijks ca. 60 ec (european credits) aan de studie of daarmee verband houdende activiteiten besteedt.
36
ALGEMENE ONDERWIJSINFORMATIE
Eén studiepunt komt overeen met 28 studie-uren. De studiebelasting van ca. 60 ec per jaar (1680 studie-uren) is inclusief de met de studie verband houdende activiteiten zoals het afleggen van tentamens en het opzoeken van materiaal in bibliotheken. De faculteit gaat er vanuit dat in 1 uur 6 bladzijden literatuur van gemiddelde moeilijkheidsgraad, of 4 bladzijden uit de Nederlandse Jurisprudentie kunnen worden bestudeerd. Het volgen van 1 uur college, inclusief voorbereiding en/of uitwerking vergt 1½ studie-uur. Uitgaande van een totale jaarlijkse studie-belasting als hierboven vermeld, zal de student gemiddeld 30 ec per semester kunnen behalen. Tabel als richtlijn voor het berekenen van de blz. per uur, 13 weken college) ec 9 8 7 studie-uren 252 224 196 pag pag pag litt litt litt uren college 0 1512 1344 1176 1 1395 1227 1059 2 1278 1110 942 3 1161 993 825 4 1044 876 708
studiebelasting bacheloropleidingen (6 6 168 pag litt
5 140 pag litt
4 112 pag litt
3 84 pag litt
2 56 pag litt
1008 891 774 657 540
840 723 606 489 372
672 555 438 321 204
504 387 270 153 36
336 219 102
Tabel als richtlijn voor het berekenen van de studiebelasting masteropleidingen (7 blz. per uur, 13 weken college) ec 7 6 5 4 3 studie-uren 196 168 140 112 84 pag litt pag litt pag litt pag litt pag litt uren college 0 1372 1176 980 784 588 1 1236 1040 844 648 452 2 1099 903 707 511 315 3 963 767 571 375 179 4 826 630 434 238 42 Met nadruk wordt erop gewezen dat het hier om richtlijnen m.b.t. de berekening van de zwaarte van de bij ieder vak behorende colleges en opgegeven literatuur gaat. Primair is de vraag hoeveel tijd een normale student aan de bestudering van het vak zal moeten besteden. Indien blijkt dat de richtlijn duidelijk wordt overschreden dan kan de student dit ter kennis brengen van de betreffende opleidingscommissie. Cursusduur voltijd/ deeltijd
Avondonderwijs
De cursusduur van de voltijdopleiding bedraagt drie jaar voor de bacheloropleiding (wo. een jaar voor de propedeuse) en een jaar voor de meeste masteropleidingen. De Master Rechtswetenschap en Onderzoek kent een cursusduur van twee jaar, de duale masteropleidingen een duur van 1½ jaar. De cursusduur voor de deeltijdbachelors bedraagt ong. 4½ jaar, voor de masteropleidingen twee jaar. Deeltijdstudenten kunnen indien gewenst sneller studeren. Alle opleidingen die de faculteit kent worden aangeboden in de vorm van dagonderwijs. Avondonderwijs wordt verzorgd voor de propedeutische fase Nederlands Recht, de Bachelor Nederlands Recht en de (optioneel) verplichte vakken van de specialisatie Privaatrecht binnen de Master Nederlands Recht. Dit type onderwijs wordt voor een deel verzorgd in de vorm van videocolleges en het wordt gegeven op maandag t/m donderdag tussen 18.00 en 22.00 uur. Bij de Infobalie is een speciale brochure over de opzet van de deeltijdopleidingen en het avondonderwijs voor deeltijd/avondstudenten verkrijgbaar.
37
STUDIEGIDS 2006-2007
Contractonderwijs
Overzicht studiekosten 2006-2007
Naast volledige onderwijsprogramma’s in de vorm van opleidingen, organiseert de faculteit tevens losse cursussen voor belangstellenden die zich niet voor een hele opleiding willen inschrijven. Meer informatie hierover is opgenomen in hoofdstuk 1. Wegwijs. Iedere faculteit is gehouden de studiekosten voor studenten binnen de perken te houden. Het College van Bestuur van de RUG stelt daartoe jaarlijks plafondbedragen vast. Deze bedragen worden afgeleid van het budget dat studenten in de studiefinanciering krijgen voor studiekosten. De precieze regeling wordt jaarlijks in de brochure “Prijsbeleid studiekosten” gepubliceerd. Deze brochure wordt gemaakt door de Dienst Studentenzaken van de RUG en is doorgaans vanaf september verkrijgbaar bij de Centrale Studenten Balie. Het normbedrag voor het studiejaar 2006-2007 is: € 630,-. Dat is € 10,50 per ec. Het plafondbedrag voor de 3-jarige bachelorfase is € 1.890,- (3x het normbedrag). De studiekosten kunnen per jaar variëren, echter na de 3-jarige bachelorfase mogen de kosten voor studieboeken en leermiddelen niet boven 3x het normbedrag liggen. Het plafondbedrag voor de eenjarige masterfase is € 630,- (1x het normbedrag). Soms is het onvermijdelijk dat de kosten hoger zijn dan het plafondbedrag. In dat geval kan een student een beroep doen op de regeling Prijsbeleid studiekosten. Een student die een beroep wil doen op de regeling moet kunnen aantonen dat hij/zij werkelijk alle voorgeschreven studiematerialen heeft aangeschaft, alle bonnen moeten overgelegd worden. Voor de post-propedeutische bachelorfase en de masterfase geldt bovendien dat eerst na afloop van het totaal aantal jaren beoordeeld wordt of het plafondbedrag is overschreden. In principe kan bij overschrijding de helft van het bedrag van overschrijding voor rekening van de faculteit komen. Overigens wordt erop gewezen dat alle studiematerialen, dus ook klappers, in de Juridische Bibliotheek te raadplegen zijn.
2.2 Bacheloropleidingen De bacheloropleidingen zijn gericht op het verwerven van de basiskennis, de basismethoden en de redeneerwijzen van het betreffende rechts/vakgebied en op de ontwikkeling van de intellectuele basisvaardigheden van de academicus. De bacheloropleidingen Nederlands recht, Recht & ICT en Law in Europe (Hanse Law School) leggen (in combinatie met een juridische masteropleiding) de inhoudelijke basis voor het civiel effect voor de togaberoepen. De Doel van de bacheloropleidingen
faculteit verzorgt de volgende bacheloropleidingen Bachelor Nederlands recht (voltijd en deeltijd) Bachelor Notarieel recht (voltijd en deeltijd) Bachelor Fiscaal recht (voltijd en deeltijd) Bachelor Recht en Bestuur (voltijd en deeltijd) Bachelor Internationaal en Europees recht Bachelor Recht & ICT (voltijd en deeltijd) Bachelor Law in Europe (Hanse Law School)
De eindtermen die alle bacheloropleidingen gemeenschappelijk hebben: kennis van en inzicht in het geldende recht alsmede de systematiek ervan; vertrouwdheid met de grondslagen van het recht en besef van de eigen aard van de rechtsbeoefening; kennis van en inzicht in het internationale en het Europese recht in hun verhouding tot het Nederlandse recht; het in hun onderlinge samenhang kunnen beoordelen van de juridische, maatschappelijke, rechtstheoretische en rechtshistorische aspecten van een
38
ALGEMENE ONDERWIJSINFORMATIE
-
Duur
Structuur van de bacheloropleidingen
Vrij bachelorprogramma
vraagstuk en daarover kritisch kunnen nadenken; de vaardigheid om zelfstandig op heldere wijze mondeling en schriftelijk antwoorden te geven op juridische vragen.
Elke bacheloropleiding heeft een studielast van 180 ec (drie jaar) en bestaat uit een propedeutische fase van 60 ec (een jaar) en een postpropedeutische fase van 120 ec (twee jaar,1 ec komt overeen met 28 studie-uren). Voor alle bacheloropleidingen is er een gemeenschappelijk eerste jaar (propedeuse) met in het tweede semester een beperkte differentiatie als oriëntatie op de gekozen of nog te kiezen bacheloropleiding. In afwijking hiervan kent Law in Europe een programma dat ook in het eerste semester gedeeltelijk afwijkt. De studielast van deze propedeutische fase is 60 ec. De studieonderdelen (vakken) van de propedeuse zijn zo ingericht dat er sprake is van het verkrijgen van inzicht in de inhoud van de opleiding met de mogelijkheid van verwijzing en selectie aan het einde van die fase. De propedeutische fase wordt afgesloten met een propedeutisch examen. Aan het eind van het eerste studiejaar ontvangt de student een (dringend) studieadvies over de voortzetting van de studie. De daarop volgende postpropedeutische fase (120 ec) bestaat grotendeels of geheel uit verplichte studieonderdelen, waaronder een of meer niet-juridische studieonderdelen. Tenslotte wordt het merendeel van de bacheloropleidingen afgerond met een bij de opleiding passend afstudeerproject in een omvang van minimaal 10 ec. Naast de vaste onderwijsprogramma´s van de opleidingen kent de faculteit ook nog de mogelijkheid om op grond van artikel 7.3 lid 4 WHW een individueel onderwijsprogramma samen te stellen. In art 7.3 c heeft het examen een inhoud die afwijkt van de andere juridische bacheloropleidingen. Een dergelijk individueel programma moet worden doorgesproken met de studieadviseur en dient vooraf door de Examencommissie te worden goedgekeurd. De Examencommissie beslist vervolgens tevens tot welke opleiding het betreffende bachelorprogramma behoort. Een dergelijk vrij bachelorprogramma kan, afhankelijk van de inhoud, wel of geen basis voor civiel effect leggen, wat wil zeggen dat het bachelordiploma in combinatie met een daaropvolgende afgeronde juridische masteropleiding geen toegang geeft tot de rechterlijke macht, het Openbaar Ministerie of de advocatuur. De richtlijnen voor een vrij bachelorprogramma zijn: 1. twee volle studiejaren na de propedeuse moeten behelzen van 120 ec; 2. het programma een samenhangend geheel dient te vormen; 3. tenminste de helft van het aantal studiepunten dient te worden besteed aan juridische vakken; 4. het programma mag niet binnen een van de bestaande bacheloropleidingen gerealiseerd kunnen worden. Het dient minimaal 43 ec af te wijken van één van de bestaande bachelor opleidingen. Voor een vrij bachelor programma na een reeds behaald bachelor examen in een van de bestaande bacheloropleidingen gelden de volgende eisen: 1. het dient 60 ec nog af te leggen vakken te omvatten. De student kan voor maximaal 60 ec aan vrijstellingen krijgen voor vakken behaald in een eerder bachelorexamen; 2. het programma een samenhangend geheel dient te vormen; 3. tenminste de helft van de nog af te leggen studiepunten dient aan juridische vakken te worden besteed; 4. het programma mag niet binnen een van de bestaande bacheloropleidingen gerealiseerd kunnen worden. Het dient minimaal 43 ec af te wijken van één van de bestaande bacheloropleidingen.
39
STUDIEGIDS 2006-2007
Titulatuur
Aan de student die aan alle vereisten van een bacheloropleiding heeft voldaan, wordt de graad Bachelor of Laws (LL.B) verleend.
Toelating tot de bacheloropleiding
Voor alle bacheloropleidingen geldt als minimum toegangseis een vwo-diploma (alle profielen), colloquium doctum of propedeusediploma HBO.
Eisen deelname onderwijs en tentamens
Studenten die (nog) niet zijn geslaagd voor de propedeuse kunnen onder bepaalde voorwaarden deelnemen aan tentamens uit de postpropedeutische fase. In art. 22 van de Onderwijs- en Examenregeling-bachelor is opgenomen welke studenten mogen deelnemen en welke voorwaarden gelden. Zie hiervoor ook Hoofdstuk 5 over de propedeuse. Niet alle vakken kunnen zonder bepaalde voorkennis worden gevolgd. Wanneer er speciale voorkennis wordt verondersteld of verplicht gesteld, dan wordt dit in de vakomschrijving van het betreffende vak uitdrukkelijk aangegeven. Een verplicht vak dient met goed gevolg te zijn afgelegd voordat tentamen mag worden afgelegd in het vak waarbij het vak als verplicht voorvak in de vakomschrijving wordt vermeld. Tentamens, afgelegd in strijd met het voorgaande, zijn ongeldig. Wordt in de vakomschrijving een geadviseerd voorvak vermeld, dan wordt men geadviseerd dit vak eerst af te leggen alvorens deel te nemen aan het vak waarop de vakomschrijving betrekking heeft.
2.3 Masteropleidingen Een masterprogramma vormt de afronding van de academische opleiding, nadat hiertoe in de bachelorfase een eerste aanzet is gegeven. Een masteropleiding biedt de mogelijkheid tot verdieping en specialisatie en is de voorbereiding op een maatschappelijke loopbaan binnen of buiten de universiteit. Aan het eind van de masterfase leggen studenten een proeve van bekwaamheid af die leidt tot de mastergraad en de titel meester in de rechten. Meestal is dit een eindscriptie, waarin zelfstandig een oplossing wordt aangedragen voor een originele probleemstelling binnen het vakgebied. De -
Faculteit der Rechtsgeleerdheid verzorgt de volgende masteropleidingen: Master Nederlands Recht (voltijd, duaal en deeltijd) Master Recht en Bestuur (voltijd, duaal en deeltijd) Master Notarieel Recht (voltijd, duaal en deeltijd) Master Fiscaal Recht (voltijd, duaal en deeltijd) Master Law in Europe (Hanse Law School) (voltijd) Master Internationaal en Europees Recht (voltijd) Master Recht en ICT (voltijd, deeltijd) Master Rechtswetenschap en onderzoek (voltijd, 2 jaar)
De Faculteit der Rechtsgeleerdheid verzorgt daarnaast de volgende Engelstalige voltijdse masteropleidingen: Master European Law (met mogelijkheid voor specialisatie Human Rights) Master International Law & the Law of International Organizations (met mogelijkheid voor specialisatie Human Rights) Master International Business Law Master International and Comparative Private Law
40
ALGEMENE ONDERWIJSINFORMATIE
Doel van de masteropleidingen
Duur
Structuur van de masteropleidingen
Vrij masterprogramma
De masterprogramma’s zijn gericht op: verdieping en specialisatie van de in de bachelorfase verworven kennis van en inzichten in het betreffende rechts/vakgebied; verdere ontwikkeling van de in de bachelorfase verworven academische vaardigheden; vorming van de competentie om zelfstandig een eigen bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van het rechts/vakgebied. De omvang van de masterfase is 60 ec (een jaar), met uitzondering van de Master Rechtswetenschap en Onderzoek. Daarvan is de omvang 120 ec (twee jaar). De omvang van de duale variant van de opleiding Nederlands Recht (Togamaster), Recht en Bestuur, Notarieel Recht (Praktijkmaster) en Fiscaal recht, is ook 60 ec, maar duurt inclusief de werkperiodes 1 jaar en 6 maanden. Een consecutive degree program duurt eveneens langer dan één jaar. Bij de verschillende masteropleidingen bestaat elk studieprogramma uit de volgende verplichte onderdelen: (optioneel) verplichte vakken seminaar afsluitend onderdeel (meestal een scriptie) Daarnaast is er een ruimte (behaalde studiepunten aan te vullen tot 60 ec), die de student kan gebruiken voor keuzevakken of een stage. Keuzevakken behoeven de goedkeuring van de Examencommissie. Naast de vaste onderwijsprogramma´s van de opleidingen kent de faculteit ook nog de mogelijkheid om op grond van artikel 7.3 c WHW een individueel onderwijsprogramma samen te stellen. In dat geval heeft het examen een inhoud die afwijkt van de andere juridische masteropleidingen. Een dergelijk individueel programma moet worden doorgesproken met de studieadviseur en dient vooraf door de Examencommissie te worden goedgekeurd. De Examen-commissie beslist vervolgens tevens tot welke opleiding het betreffende masterprogramma behoort. Of een dergelijk vrij masterprogramma civiel effect heeft - wat wil zeggen dat het diploma toegang geeft tot de rechtelijke macht, het openbaar ministerie of de advocatuur - wordt bepaald door de inhoud van het masterprogramma in combinatie met het daaraan voorafgaand behaalde bachelordiploma. De richtlijnen voor een vrij masterprogramma zijn: 1. het een vol studiejaar van 60 ec moet behelzen; 2. het programma een samenhangend geheel dient te vormen; 3. tenminste 30 ec aan juridische vakken dient te worden besteed; 4. het programma mag niet binnen een van de bestaande masteropleidingen gerealiseerd kunnen worden. Het dient minimaal 21 ec af te wijken van één van de bestaande masteropleidingen. Voor een vrij masterprogramma na een reeds behaald masterexamen in een van de bestaande masteropleidingen gelden de volgende eisen: 1. het dient 30 ec nog af te leggen onderdelen te omvatten. De student kan voor maximaal 30 ec aan vrijstellingen krijgen voor vakken behaald in een eerder masterexamen; 2. het programma een samenhangend geheel dient te vormen; 3. tenminste de helft van de nog af te leggen studiepunten dient aan juridische vakken te worden besteed; 4. het programma mag niet binnen een van de bestaande master-opleidingen gerealiseerd kunnen worden. Het dient minimaal 21 ec af te wijken van één van de bestaande masteropleidingen; 5. Van de verplichting tot het schrijven van een scriptie wordt geen vrijstelling verleend.
41
STUDIEGIDS 2006-2007
Titulatuur
Aan de student die aan alle vereisten van een masteropleiding heeft voldaan, wordt de graad Master of Laws (LL.M) verleend. Op grond van art. 7.20 lid 1 b WHW is hij tevens gerechtigd de titel van meester in de rechten (mr.) te voeren.
Civiel effect
Om na de juridische opleiding toegelaten te worden tot beroepen als advocaat, rechter en officier van justitie moet gedurende de opleiding zijn voldaan aan de eisen van het civiel effect. Voor meer informatie: zie de paragraaf 1, Algemeen, van dit hoofdstuk.
Toelating tot de masteropleiding
Rechtstreeks tot een masteropleiding worden toegelaten studenten die in het bezit zijn van het bijbehorende, aan de RUG behaalde bachelordiploma. Zo wordt men met een bachelordiploma Notarieel recht (RUG) direct toegelaten tot de masteropleiding Notarieel recht. Studenten die niet in het bezit van een bijbehorend bachelordiploma, zijn in beginsel deficiënt en moeten deze deficiëntie eerst wegwerken. Een student met een deficiëntie van minder dan 20 ec kan wel voorlopig tot een masteropleiding worden toegelaten. Hij mag zijn deficiëntie gedurende maximaal twee aansluitende semesters tijdens het volgen van het masterprogramma wegwerken. Uitgezonderd hiervan zijn masteropleidingen waarvoor geselecteerd wordt.
Voorwaardelijke toelating tot de masteropleiding
Op zijn verzoek kan de student, die maximaal 20 ec van het behalen van het bachelordiploma is verwijderd, door de examencommissie voorwaardelijk worden toegelaten tot de bijbehorende (gelijknamige) masteropleiding. Deze voorwaardelijke toelating vervalt door het behalen van de bachelorbul dan wel wanneer niet binnen twee aansluitende semesters vanaf toestemming de bachelorbul ook daadwerkelijk is verkregen. Studenten die voorwaardelijk willen worden toegelaten tot de master dienen, uiterlijk twee weken voor de datum van het tentamen waarvoor deze voorwaardelijke toelating vereist is, een verzoek hiertoe in bij de Dienst Onderwijs & Studiebegeleiding. Alleen dan kan een tijdige afhandeling van het verzoek worden gegarandeerd. Bepalend is de datum van inboeken bij bovengenoemde dienst. Formulieren kan men downloaden van de website van de Infobalie. Indien de tentameninschrijfperiode reeds voorbij is dient de student zichzelf alsnog na goedkeuring van het verzoek in te schrijven voor het tentamen via de na-inschrijving. Hiervoor gelden de gebruikelijke regels omtrent na-inschrijving.
Eisen deelname onderwijs en tentamens
Niet alle vakken kunnen zonder bepaalde voorkennis worden gevolgd. Wanneer er speciale voorkennis wordt verondersteld of verplicht gesteld, dan wordt dit in de vakomschrijving van het betreffende vak uitdrukkelijk aangegeven. Een verplicht vak dient met goed gevolg te zijn afgelegd voordat tentamen mag worden afgelegd in het vak waarbij het vak als verplicht voorvak in de vakomschrijving wordt vermeld. Tentamens, afgelegd in strijd met het voorgaande, zijn ongeldig. Wordt in de vakomschrijving een geadviseerd voorvak vermeld, dan wordt men geadviseerd dit vak eerst af te leggen alvorens deel te nemen aan het vak waarop de vakomschrijving betrekking heeft.
Selectie
Voor de volgende masteropleidingen vindt selectie plaats: Functionaliteit van het recht (onderzoeksmaster) Engelstalige masteropleidingen (zie hieronder) duale masteropleidingen Nederlands recht (Togamaster), Notarieel Recht, Fiscaal recht en Recht en Bestuur. De specifieke toelatingseisen en de selectiecriteria staan genoemd in de betreffende hoofdstukken van deze masteropleidingen.
42
ALGEMENE ONDERWIJSINFORMATIE
Engelstalige masters
Nadere informatie over de vier Engelstalige masteropleidingen is te vinden op de website www.rug.nl/rechten/llm of bij het International Office, Turftorenstraat 21, kamer T-68 (mw mr K.C. Wolkotte, 050-363 5243). Elk programma omvat minimaal zeven vakken (deels verplicht, deels optioneel), een seminaar en het schrijven van een scriptie. De vier Engelstalige masteropleidingen kennen uitgebreide toelatingscriteria.
Doorstromen na HBO
Studenten met een HBO-bachelordiploma MER/SJD/HBO-recht/Fiscale Economie en Bestuurskunde die willen instromen in een masteropleiding zijn ook deficiënt. Zie voor meer informatie in deze studiegids het hoofdstuk ‘Bijzondere programma’s voor bachelors HBO’).
Toelating tot de masteropleiding zonder juridische/ academische vooropleiding
De rechtenfaculteit biedt studenten met een niet-juridische bachelor- (HBO of academisch) of doctoraaldiploma de mogelijkheid om, na het doorlopen van een toelatingsprogramma, toegelaten te worden tot bepaalde masteropleidingen. Het gaat om de volgende masteropleidingen: Nederlands Recht; Recht & ICT, specialisatie Rechtsinformatica; Internationaal en Europees Recht en Recht en Bestuur; Een verzoek om toelating tot een dergelijk toelatingsprogramma aan de Toelatingscommissie kunt u richten aan de studieadviseur, onder meezending van twee gewaarmerkte kopieën van bul en cijferlijst en vermelding van de master (incl. specialisatie) waartoe u wilt worden toegelaten. Studenten met een afgeronde juridische bachelor (HBO danwel academisch) kunnen in aanmerking komen voor vrijstellingen binnen het toelatingsprogramma.
2.4 Onderwijsvormen Het onderwijs wordt gegeven in de vorm van hoorcolleges (HC), werkcolleges, werkgroepen (WG), practica, seminaars en wordt ondersteund met een elektronische leeromgeving. Hoorcolleges
Werkgroepen/ werkcolleges
Practica
Hoorcolleges zijn bijeenkomsten waarin de docent het woord voert en de studenten voornamelijk de rol van toehoorder vervullen. Afhankelijk van de aard van het vak, de aanleg van de docent en de fase van de studie kunnen als kenmerken van een hoorcollege worden aangegeven: het aangeven van de grote lijnen; inzicht geven in het systeem van het vak; behandeling van de knelpunten; aandacht voor actuele problemen op het vakgebied; het leggen van relaties tussen de theorie en maatschappij; het geven van inzicht in methode van probleemoplossing. Werkgroepen/werkcolleges dienen ter ondersteuning van hoorcolleges. In een werkgroep stellen de studenten zich actief op. Deze actieve opstelling kan bestaan uit het thuis uitwerken van opgaven die op de werkgroepbijeenkomsten worden behandeld. Ook tijdens de werkgroepbijeenkomst wordt van de student een actieve, participerende houding verwacht. Werkgroepen dienen ook om de student vaardigheden bij te brengen. Het aantal studenten in een werkgroep bedraagt doorgaans 25 tot 30. Practica kennen een praktijkgerichte opzet. Studenten oefenen in een practicum bepaalde vaardigheden en voeren opdrachten uit. De toetsing vindt doorgaans aan het eind van het practicum plaats in de vorm van een opdracht. De docenten beperken zich tot een sturende, ondersteunende rol.
43
STUDIEGIDS 2006-2007
Seminaar/seminar
Seminaar/seminar is een werkvorm waarin academische en juridische vaardigheden aan bod komen. Het kent een onderzoekachtige opzet. Studenten doen onderzoek, voeren opdrachten uit, houden referaten of schrijven papers. De docent beperkt zich tot een stimulerende en ondersteunende rol.
2.5 Kenmerken programma’s en vakken Een overzicht van alle door de faculteit aangeboden vakken in 2006-2007 vindt u in het Supplement op de studiegids (cd-rom) en op de facultaire website: http://www.rug.nl/rechten/onderwijs/vakkenaanbod. De onderwijsprogramma’s van alle bachelor- en masteropleidingen bestaan uit een verplicht deel en meestal uit een keuzedeel, hierna aangeduid als keuzeruimte. Verplichte deel
Keuzeruimte
Algemene kenmerken van vakken
Het verplichte deel van een opleiding kan de volgende studieonderdelen omvatten: Verplichte vakken en optioneel verplichte vakken (zie ook 2.6); Seminaar (zie ook 2.6); Studentenrechtbank/moot court (zie vakomschrijving); Scriptie (zie par 2.9); Stage (verplicht in de Bachelor Recht en Bestuur –zie ook par. 2.8). Exacte eisen met betrekking tot de verplichte studieonderdelen staan per opleiding vermeldt in de onderwijs-en examenregeling. De keuzeruimte in een onderwijsprogramma kan veelal worden ingevuld met: Keuzevakken (zie par. 2.7); Recht in Praktijk onderdelen, waaronder de stage (zie par. 2.8); Verplichte vakken en optioneel verplichte vakken van andere opleidingen. Nadere eisen en regels met betrekking tot de wijze waarop de keuzeruimte per opleiding kan worden ingevuld zijn te vinden in de onderwijs-en examenregeling per opleiding. Deze eisen kunnen betrekking hebben op de aard, de omvang en het niveau van de vakken die gekozen kunnen worden (juridisch/niet-juridisch; facultair/niet facultair; B, M4, M5-niveau). Enkele algemene onderwerpen over de invulling van de keuzeruimte worden verder uitgewerkt in par. 2.7. Alle 1. 2. 3. 4.
vakken (studieonderdelen) zijn te typeren als: verplicht vak of keuzevak; juridisch vak of niet-juridisch vak; vak van P-niveau, B-niveau, M4-niveau, M5-niveau; facultair vak of niet-facultair vak.
Verplichte vakken versus keuzevakken
Alle vakken die in enig studieprogramma zijn opgenomen als verplicht vak of als optioneel verplicht vak worden beschouwd als verplichte vakken. De overige vakken die de faculteit jaarlijks aanbiedt worden aangeduid als (facultaire) keuzevakken. Dit zijn dus vakken die niet in enig studieprogramma een verplicht karakter hebben. Keuzevakken zijn veelal specialistische vakken. Ook niet-facultaire vakken gevolgd aan een andere universiteit of in het buitenland kunnen worden aangemerkt als keuzevakken. Alle keuzevakken (hetzij binnen de faculteit, hetzij buiten de faculteit aan een universiteit of hogeschool geëxamineerd) behoeven vooraf de goedkeuring van de Examencommissie, zowel voor de bachelor- als voor de masteropleiding.
Juridisch/ niet juridisch
Verplichte vakken of keuzevakken kunnen zowel juridisch als niet–juridisch van aard zijn.
44
ALGEMENE ONDERWIJSINFORMATIE
Het is mogelijk om naast de verplichte niet-juridische vakken, meer niet-juridische onderdelen in het studieprogramma (in de keuzeruimte) van de bachelor- of de masteropleiding op te nemen. Dit kunnen zowel niet-juridische vakken zijn die binnen de eigen faculteit worden aangeboden, als niet-juridische vakken die door andere faculteiten worden aangeboden zoals bijvoorbeeld de Algemeen Vormende Vakken. Als hoofdregel geldt dat in de keuzeruimte van een bachelorprogramma of een masterprogramma tot maximaal 5 ec niet–juridische vakken kunnen worden opgenomen. Uitzonderingen op deze regel treft u aan bij de informatie over de betreffende opleiding. Om deze vakken in het studieprogramma van een opleiding op te nemen is vooraf goedkeuring van de Examencommissie nodig. B-niveau
Dit niveau betreft vakken die uitsluitend in de bacheloropleiding kunnen worden afgelegd danwel gehonoreerd. Er is onderscheid tussen propedeusevakken (voor het gemak aangeduid met P-niveau) en post-propedeutische vakken (B-niveau). De propedeusevakken in semester 2b, die specifiek bedoeld zijn ter oriëntatie op het vervolg van de bacheloropleiding (Elementair Belastingrecht, Elementaire Bestuurskunde, Elementair Recht & ICT, Duits Recht en Duitse Rechtstaal) worden aangegeven als vakken met B-niveau.
M4-niveau
Vakken op M4-niveau worden zowel binnen het bachelor- als in het masterexamen erkend. Een keuze dient te worden gemaakt, een behaald M4-vak leidt natuurlijk één keer tot puntentoekenning. M4-vakken mogen worden gevolgd en afgelegd door bachelorstudenten die minimaal 120 ec van hun bacheloropleiding hebben voltooid (zie in dit hoofdstuk de paragraaf Voorwaardelijke toelating tot de masteropleiding).
M5-niveau
Deze vakken mogen uitsluitend in het masterexamen worden opgevoerd. Ze zijn dan ook alleen toegankelijk voor masterstudenten of bachelorstudenten die door de examencommissie voorlopig zijn toegelaten tot de masteropleiding.
Facultaire vakken
De vakken die de faculteit in een studiejaar aanbiedt, worden jaarlijks door het Faculteitsbestuur vastgesteld. De vakken zijn opgenomen in de digitale onderwijscatalogus OCASYS (http://www.rug.nl/ocasys/rechten), met daarin de aanduiding van de studielast, de aard van het vak (j/ nj), het niveau (B, M4, M5), het semester waarin het vak wordt verzorgd, de eisen die worden gesteld aan de voorkennis, de tentamenen onderwijsvorm. In beginsel worden alleen aan vakken die in OCASYS/rechten staan, studiepunten toegekend.
Niet-facultaire vakken
Naast de verplichte vakken en keuzevakken die de faculteit jaarlijks aanbiedt, kunnen ook vakken die aan andere RUG-faculteiten, zusterfaculteiten, of aan andere universiteiten in binnen– en buitenland worden gedoceerd, deel uitmaken van het studieprogramma. Om deze vakken in de keuzeruimte van het studieprogramma van een opleiding op te nemen is vooraf goedkeuring van de Examencommissie nodig. Deze toestemming is geen formaliteit. Vakken die in de onderwijs-en examenregeling als (optioneel) verplicht worden aangeduid, zijn in beginsel facultair. Het is mogelijk niet–facultaire vakken ter vervanging van een verplicht vak op te nemen, bij voorbeeld bij een studieverblijf in het buitenland. Daarvoor is voorafgaand toestemming van de Examencommissie nodig.
Algemeen vormende vakken (avv)
AVV zijn cursussen van, over het algemeen, 5 ec die openstaan voor gevorderde RUGstudenten. De bedoeling van AVV is om studenten te verleiden kennis te maken met een andere wetenschappelijke discipline. De keuze is vrij met één beperking. Het is niet de bedoeling dat u een vak kiest dat door de eigen studierichting wordt gegeven of dat ook als bijvak naast de hoofdvakken gevolgd wordt. De afstand met de thuisdiscipline kan niet groot genoeg zijn. LET OP: voor rechtenstudenten is een AVV geen verplicht onderdeel van de studie.
45
STUDIEGIDS 2006-2007
Vakkenoverzicht 2006-2007
2.6
Een overzicht van alle door de faculteit aangeboden vakken in 2006-2007 vindt u in het Supplement op de studiegids (cd-rom) en op de facultaire website: http://www.rug.nl/rechten/onderwijs/vakkenaanbod. De vakken zijn gerubriceerd: 1. op alfabet; 2. per semester / alfabetisch; 3. naar niveau & aard / per semester.
(Optioneel) verplichte vakken en seminaar Verplichte vakken en optioneel verplichte vakken
De onderwijs- en examenregeling voor elke opleiding bepaalt welke vakken verplicht moeten worden afgelegd. Van een optioneel verplicht vak wordt gesproken indien een student wordt verplicht om te kiezen tussen een aantal met name genoemde vakken. Zo is iedere bachelorstudent Nederlands Recht in het tweede studiejaar verplicht een keuze te maken tussen één van de optioneel verplichte vakken Inleiding Rechtsfilosofie, Inleiding Rechtssociologie of in Inleiding Rechtsinformatica. In het derde studiejaar van de Bachelor Nederlands Recht geldt vervolgens dat studenten verplicht één vak, dat bij zijn vermoedelijk te kiezen specialisatie in de Master Nederlands Recht hoort, in de keuzeruimte van de bachelor op moet nemen. Deze vakken zijn: Specialisatie Privaatrecht Personen- en Familierecht en/of Ondernemingsrecht 1 Specialisatie Bedrijfsrecht Ondernemingsrecht 1 Specialisatie Staats- en Bestuursrecht Omgevingsrecht 1 Specialisatie Strafrecht Inleiding Criminologie In de master Nederlands Recht zijn voorts binnen de specialisaties Bedrijfsrecht, Staats-en Bestuursrecht en Strafrecht diverse verplichtingen opgenomen om te kiezen uit met name genoemde optionele verplichte vakken. Niet alleen voor de Bachelor- en Masteropleiding Nederlands recht, maar ook voor de overige opleidingen worden de (optioneel) verplichte vakken apart in de onderwijsexamenregeling geregeld.
Seminaar/seminar
In het seminaar wordt het vaardighedencurriculum vervolgd, zoals dat in de bachelorfase is ingezet, en komen diverse academische vaardigheden aan bod, zoals kritisch lezen, analyseren, abstraheren, argumenteren, synthetiseren, probleemidentificatie, probleem oplossen, en overige vaardigheden als schrijven, presenteren en samenwerken. Het gaat daarbij om een wetenschappelijke denktraining, waarbij, nadat een goede analyse heeft plaats gevonden, een (creatieve) oplossing voor een juridische vraagstelling helder wordt gepresenteerd, voorzien van argumenten, Onder academische vaardigheden worden verstaan: logisch redeneren, argumenteren, creatief denken, problemen analyseren, verbanden leggen; verbale vaardigheden: argumenteren en formuleren; communicatieve vaardigheden: communiceren, presenteren en overreden, luisteren, lezen. Onder juridische vaardigheden worden verstaan: hanteren van een juridische perspectief; adequaat omgaan met het descriptieve en prescriptieve aspect; begrijpen en toepassen van wetteksten; opzoeken en toepassen van jurisprudentie. In een seminaar komen de volgende activiteiten aan bod: zelfstandige selectie van relevante literatuur; het uitwerken van een onderzoeksvraag met betrekking tot wetgeving en jurisprudentie, rechtsvergelijking (evt. veldonderzoek);
46
ALGEMENE ONDERWIJSINFORMATIE
-
een schriftelijke en een mondelinge presentatie van de bevindingen en een verdediging daarvan of een discussie daarover; het becommentariëren van de bevindingen van medestudenten en verdediging daarvan en een discussie daarover; eventueel een gezamenlijke eindpublicatie, bij voorkeur op internet geplaatst. Elk seminaar kent minimaal de volgende onderdelen: schriftelijk stuk; presentatie aan de hand van een ander schriftelijk stuk; referentie; actieve deelname. De beoordeling van de prestatie van de student geschiedt op basis van de hierboven genoemde onderdelen en wordt hetzij in een voldoende of onvoldoende, hetzij in een cijfer uitgedrukt. De duur van het seminaar kan een half of een heel semester zijn. Van studenten wordt verwacht dat zij alle bijeenkomsten bijwonen en actief deelnemen aan het onderwijs. Een seminaar kan niet worden vervangen door een stage of een vervangende pdracht. Voor een overzicht van de seminaars zie het hoofdstuk Master Nederlands recht. Bij meerdere masteropleidingen zijn specifieke seminaars verplicht of moet de student een keuze maken uit een beperkt aantal seminaars. Deze seminaars staan in de afzonderlijke masterhoofdstukken vermeld.
2.7 Keuzeruimte De keuzeruimte in een onderwijsprogramma kan veelal worden ingevuld met keuzevakken, Recht in Praktijk onderdelen, waaronder de stage, maar ook verplichte vakken en optioneel verplichte vakken van andere opleidingen. Als hoofdregel geldt dat in de keuzeruimte van een bachelorprogramma of een masterprogramma tot maximaal 5 ec niet–juridische vakken kunnen worden opgenomen. Uitzonderingen op deze regel treft u aan in de hoofdstukken van de opleidingen. Om deze vakken in het studieprogramma van een opleiding op te nemen is vooraf goedkeuring van de Examencommissie nodig. Een overzicht vindt u op de facultaire website http://www.rug.nl/rechten/onderwijs/vakkenaanbod Nadere eisen en regels met betrekking tot de wijze waarop de keuzeruimte per opleiding kan worden ingevuld zijn te vinden in de onderwijs- en examenregeling (OER) per opleiding. Deze eisen kunnen betrekking hebben op de aard, de omvang en het niveau van de vakken die gekozen kunnen worden (juridisch/niet-juridisch; facultair/niet facultair; B, M4, M5-niveau). Goedkeuring vakken keuzeruimte
Alle vakken die een student in zijn keuzeruimte in het studieprogramma wil opnemen (hetzij binnen de faculteit, hetzij buiten de faculteit aan een universiteit of hogeschool geëxamineerd) behoeven vooraf de goedkeuring van de Examencommissie. Als hoofdregel geldt dat een student goedkeuring dient aan te vragen voordat men met de keuzevakken begint. Formulieren kan men downloaden van internet: www.rug.nl/rechten/informatievoor/studenten/infobalie/formulier. Er moet steeds een totaal bachelorprogramma (minimaal 180 ec) danwel een totaal masterprogramma (minimaal 60 ec) worden voorgelegd ter goedkeuring. De Examencommissie bepaalt het aantal toe te rekenen studiepunten. Dergelijke beslissingen worden voorbereid door de studieadviseurs. In individuele gevallen behoudt de Examencommissie zich het recht voor om af te wijken van bijvoorbeeld de in de vakomschrijving toegekende studielast. Als voorwaarde voor goedkeuring van vakken die buiten de faculteit aan een universiteit of hogeschool worden geëxamineerd geldt globaal dat: het vak (de vakken) een niveau heeft (hebben) vergelijkbaar met het niveau van
47
STUDIEGIDS 2006-2007
de derdejaars bachelorvakken of mastervakken van de eigen faculteit; het vak (de vakken) voldoende samenhang vertonen met de gekozen opleiding. Deze samenhang wordt in het algemeen marginaal aan het gekozen vakkenpakket getoetst. Let op: in de masterfase kunnen geen keuzevakken worden vrijgesteld, die aan een hogeschool zijn geëxamineerd. -
Keuzepakketten
Bij de invulling van de keuzeruimte kan een student er voor kiezen om zelf een keuzepakket samen te stellen dat ter goedkeuring aan de Examencommissie wordt voorgelegd.
Bachelor
Hoofdregel is dat de keuzeruimte, indien aanwezig, met maximaal 5 ec aan nietjuridische, post-propedeutische, vakken van B- of M4-niveau mag worden ingevuld. Dit laat het verplichte niet-juridische vak onbelet dat onderdeel kan uitmaken van het onderwijsprogramma. M4 vakken mogen worden afgelegd nadat 120 ec in de bachelor is behaald is.
Master
Hoofdregel is dat de keuzeruimte, indien aanwezig, met maximaal 5 ec aan nietjuridische vakken van M4- of M5-niveau mag worden ingevuld. Dit laat het verplichte niet-juridische vak onbelet, dat onderdeel kan uitmaken van het onderwijsprogramma. Indien u civiel effect wilt, dient u de keuzeruimte van uw master volledig juridisch in te vullen.
Recht in praktijk
Recht in praktijk is een verzamelnaam voor alle activiteiten die op enigerlei wijze binnen of buiten de faculteit de studenten in staat stellen met het recht in de praktijk in aanraking te komen, bij voorbeeld door het lopen van een stage, door advieswerk in een rechtswinkel e.d., door het meedoen aan pleitwedstrijden, door het schrijven van een kleine scriptie. Studenten kunnen binnen het vereiste aantal studiepunten van een opleiding (180 voor een bacheloropleiding of 60 voor een masteropleiding) maximaal 9 ec uit het onderdeel Recht in praktijk opnemen (dus maximaal 18 ec in bachelor- en masteropleiding samen; heb je 5 ec in de bachelor, dan mag je nog maximaal 9 ec in de master). Nadere informatie over Recht in praktijk is te vinden in de volgende paragraaf.
Master+ keuzepakket
Ook is het mogelijk te kiezen voor een facultair vastgesteld samenhangend pakket dat voorziet in een rechtstheoretische verdieping op de bachelor- en masteropleiding. In dit keuzepakket wordt filosofisch, politicologisch of antropologisch/sociologisch gereflecteerd op het recht. Indien dit zogenaamde masterplus programma binnen Nederlands recht met succes is afgerond wordt hiervan op de bul aantekening gemaakt. Studenten krijgen de masterplus-aantekening indien zij: Inl. Rechtsfilosofie of Inl. Rechtssociologie of Inl. Rechtsinformatica hebben behaald (B-niveau, telt niet mee voor invulling keuzeruimte master); Minimaal 20 ec behaald hebben met vakken te kiezen uit; Anthropology of Law 1 of 2, Rechtsfilosofie 4, Rechtssociologie 1 of 2 behaald voor 1-9-06 (of de Levende Rechtsstaat na 1-9-06), Recht en Politiek behaald voor 1-9-06, Politicologie, Rechtsfilosofie 1,2 of 3 (M4 of M5 niveau); Het seminaar Rechtstheorie behalen; De scriptie aanvullen met een rechtstheoretische component. Voorzover de vakken worden aangemerkt als M4-vak mogen ze ook reeds tijdens de bachelor gevolgd worden.
48
ALGEMENE ONDERWIJSINFORMATIE
Erkenning vakken buitenland
De vakken die men in het buitenland wil gaan volgen, dienen vóór vertrek als zodanig door de Examencommissie te worden erkend (zie het hoofdstuk ‘Studeren in het buitenland’). Indien het studieprogramma wordt samengesteld uit vakken die de faculteit zelf verzorgt kan men uiterlijk twee maanden voor het afstuderen (bachelor en master) het programma ter finale goedkeuring voorleggen aan de Examen-commissie (formulieren zijn te vinden op de website van de Infobalie: http://www.rug.nl/rechten/informatievoor/studenten/infobalie/formulier). Het verdient echter aanbeveling dit in een eerder stadium te doen. Het kan gebeuren dat de Examencommissie een keuzevak niet goedkeurt en dan kunt u misschien niet afstuderen wegens gebrek aan ec’s. Zodra men onderdelen kiest die elders worden verzorgd (binnen- of buitenland), dient men voordat men met deze onderdelen begint een verzoek tot goedkeuring aan de Examencommissie voor te leggen. Men dient in alle gevallen waarin goedkeuring wordt verzocht voor studie-onderdelen die elders worden verzorgd, het verzoek uitgebreid te documenteren. Verdere informatie hierover is te vinden in het hoofdstuk ‘Studeren in het buitenland’.
2.8 Recht in praktijk Een speciaal keuzevak vormt het onderdeel Recht in praktijk. Binnen verschillende opleidingen/studieprogramma’s bestaat de mogelijkheid om tijdens de studie te ervaren hoe het recht of de rechtswetenschap in de praktijk werkt. Honorering stage
Schematisch overzicht
De honorering van deze activiteiten in studiepunten kan verschillend zijn. Studiepunten kunnen uitsluitend worden toegekend voor onderdelen die in het onderstaande overzicht van Recht in praktijk-onderdelen zijn opgenomen. Werkzaamheden die een student al doet en waarvoor hij reeds geld ontvangt kunnen niet als stage worden opgevoerd. In totaal mag binnen het vereiste aantal studiepunten van een opleiding 18 ec aan Recht in praktijk worden besteed: maximaal 9 ec in de bachelor- en maximaal 9 ec in de masteropleiding. Stage en kleine scriptie kunnen niet over hetzelfde onderwerp gaan. Dit geldt ook voor twee stages en twee kleine scripties indien gedaan bij verschillende opleidingen. Binnen een opleiding kan een activiteit slechts eenmaal tot toekenning van studiepunten leiden. Categorie en onderdeel Stage Stage van minimaal 4 weken Rechtshulp
Vakcode
ec
Contactpersoon
7
Zie overzicht stagecoördinatoren
Rechtswinkel Groningen
RGM PR40309
9
Kinderrechtswinkel
RGM PR40109
9
Het Juridisch Spreekuur
RGM BE40109
9
Kamerbewoneradviesbureau
RGM PR40209
9
Mw. mr. A.H. Santing-Wubs Tel.: 050 - 363 72 59
[email protected] Mw. mr. A.H. Santing-Wubs Tel.: 050 - 363 7259
[email protected] Prof. Mr. W.A. Zondag Tel.: 050 - 363 5772
[email protected] Prof. mr. F.T. Oldenhuis Tel.: 050 - 363 5472
[email protected]
49
STUDIEGIDS 2006-2007
Categorie en onderdeel
Vakcode
ec
Contactpersoon
Belastingwinkel
RGM F140107
7
Mr. M.J. de Vries Tel.: 050 – 363 5430 e-mail:
[email protected]
Civielrechtelijk pleitwedstrijd
RGM PR40104
4
Fiscale pleitwedstrijd
RGM FI40104
4
VAR pleitwedstrijd Indien deelgenomen i.h.k.v. seminaar
RGM BE40104
6
Pleitwedstrijden Mw. mr. M.J. van der Aa Tel.: 050 - 363 5658
[email protected] Mw. prof. dr. I.J.J. Burgers Tel.: 050 - 363 5741
[email protected] Prof.mr. H.E. Bröring, Tel.: 050 - 363 5708,
[email protected]
Bestuursprocesrecht worden de studiepunten behorend bij het seminaar toegekend. Mr. J. Hielkema Strafrechtelijke RGM 3 Tel.: 050 - 363 5154 pleitwedstrijd SR40203
[email protected] Internationaal Internationale Mw. mr. K. Henrard RGM 9 pleitwedstrijd Tel.: 050 - 363 6812 ST40109 (René Cassin - EVRM)
[email protected] International Prof. mr. M.H. ten Wolde 9 Commercial Tel.: 050 – 363 5785 Arbitration in practice
[email protected] Dr. Th.J.G. van den Hoogen Stage IER buitenland RGM 7 en dr. P.C.J.H.M. Rusman min. 5 weken (incl. PW800 of Telefoon: 050 - 363 5695 Washington en Brussel) 07 of 14 14
[email protected] [email protected] Internat. Studieproject 4 Vakgroep Handelsrecht JFV Diversen Prof. mr. L.J.A. Damen Redacteurschap RGM 7 Tel.: 050 - 363 5699, Ars Aequi PR40107
[email protected] Kleine scriptie (min. 8 blz, max. 14 blz 4-7 Zie overzicht scriptiecoördinatoren excl. noten) Studentenparlement (2Mr. F. de Vries, RGM jaarlijks, niet in 20066 Tel.: 050 - 363 56 76 ST40106 2007)
[email protected] Mw. mr. W.F. van Hattum Telefoon: 050 - 363 70 36 Bezoekgroep RGM 3
[email protected] Norgerhaven SR0103 www.rug.nl/rechten/faculteit/ vakgroepen/stcr/str/norgerhaven/ Stages
De stage is een onderdeel binnen het keuzevak Recht in Praktijk waaraan de student in belangrijke mate zelf gestalte zal moeten geven. Eigen initiatief en persoonlijke voorkeur zijn daarbij van groot belang. Het zoeken en vinden van een stageplaats is te beschouwen als een oefening in vaardigheden die passen binnen de studie. Drempels overwinnen, trachten een organisatie binnen te komen, contacten leggen, informatie
50
ALGEMENE ONDERWIJSINFORMATIE
inwinnen, duidelijk maken wat u verlangt en wat u te bieden hebt - het zijn allemaal dingen die deel zullen uitmaken van de toekomstige werkzaamheden van de meeste afgestudeerden. Een en ander neemt niet weg dat ook deze activiteiten als studieprestaties gewaardeerd moeten worden. Om deze reden moet uw keuze goedgekeurd zijn door de Examencommissie en de stagecoördinator, voordat u met het desbetreffende studieonderdeel begint. Achteraf vindt dan ook nog de gebruikelijke beoordeling van stageverslag plaats door de stagecoördinator. Op deze stages is een facultair stagereglement van toepassing, zie in het Regelingendeel van deze gids het hoofdstuk ‘Overige facultaire regelingen’. Stagecoördinatoren
De faculteit kent stagecoördinatoren voor elke opleiding en specialisatie (zie hierna). Voor algemene vragen over de stage kunt u ook terecht bij de facultaire stagecoördinator drs J.C. Coolsma. (
[email protected]). Informatie over stageplaatsen vindt u ook op de website: www.rug.nl/rechten/informatievoor/studenten/stage/. Waar in het vervolg stagecoördinator staat, wordt de coördinator van de opleiding/ specialisatie bedoeld. Tot het doen van een stage kan slechts worden besloten na overleg met de stagecoördinator. De examencommissie wijst stagecoördinatoren aan voor opleidingen en specialisaties Nederlands Recht. De stagecoördinator spreekt zo nodig met de student af binnen welke specialisatie de stage worden gelopen. Stagecoördinatoren per opleiding / specialisatie Nederlands Recht Opleiding / specialisatie 1. Nederlands recht Specialisatie Privaatrecht1 2
- Advocatuur - Bureau van Rechtshulp - Bureau Raadslieden - Bureau Slachtofferhulp Specialisatie Bedrijfsrecht - Bedrijfsleven Specialisatie Staats- en Bestuursrecht1 - Overheid - Non-profit instellingen - Administratieve Rechtspraak Specialisatie Strafrecht1 - Rechterlijke macht3 - Openbaar Ministerie - Reclassering - Jeugdzaken 2. Fiscaal Recht 3. Recht en Bestuur 4. Internationaal en Europees Recht
5. Notarieel Recht
Coördinator Mw. mr A.H. Santing-Wubs (Privaatrecht en Notarieel Recht) Tel.: 363 7259 / kamer 12.233 Spreekuur: op afspraak e-mail:
[email protected] Mr. F. Veenstra Tel: 363 5612 Kamer: 11/325 Mw.mr. A.M. Klingenberg Tel: 363 6893 Spreekuur: op afspraak Mr. J.B.J. van der Leij Tel: 363 7037 Kamer: 12.325 Spreekuur: do 9.30-10.30 uur
[email protected] Mr. M.J. de Vries, Tel: 363 5430 Spreekuur: dinsdag 16.00-16.30 uur Drs. J.C. Coolsma, Tel: 363 5680 Spreekuur: op afspraak Dr. Th. J.G. van den Hoogen Tel: 363 5641 Spreekuur: op afspraak Mw. mr. A.C. Wibbens-de Jong, Tel: 363 5660
51
STUDIEGIDS 2006-2007
Stagecoördinatoren per opleiding / specialisatie Nederlands Recht Opleiding / specialisatie
Coördinator
Kamer: 12.208 Spreekuur: di 11.00-12.00 uur
[email protected] zie ook: Nestor, de Community Notarieel Recht 6. Recht & ICT Mr.dr. J.J. Dijkstra Tel: 3637749 Spreekuur: op afspraak 7. Energierecht Mw. Prof. Mr. M.M. Roggenkamp
[email protected] Spreekuur: op afspraak 1 Voor de stages bij enkele instellingen zijn aparte coördinatoren/contactpersonen, zie het overzicht in de paragraaf hierboven: ‘Recht in Praktijk’. 2 Ook indien het straf-/ en arbeidszaken betreft. 3 Ook indien het civiele zaken betreft. Soorten stages
Er zijn verschillende soorten stages: extern, intern, onderwijs- en ondezoekstages, stages bij Recht en Bestuur. Op al deze stages is het stagereglement (zie het hoofdstuk ‘Overige facultaire regelingen’) van toepassing.
Externe stage
Een externe stage heeft tot doel de student te laten kennis maken met de beroepspraktijk. De stage dient dan ook een oriëntatie op die beroepspraktijk in te houden door middel van eigen onderzoek naar aanleiding van juridisch relevante problemen die bij de stageverlenende instantie aan de orde zijn. In een substantieel deel van de stagewerkzaamheden dient een opleidingselement vertegenwoordigd te zijn . Een externe stage in het kader van het vak Recht in Praktijk is/zijn: een stage, aansluitend bij de bacheloropleiding Nederlands Recht of bij een van de specialisaties van de masteropleiding Nederlands Recht; een stage in de Bachelor- en Masteropleiding Notarieel recht, Fiscaal recht, Internationaal en Europees recht, Recht & ICT en Law in Europe (Hanse Law School); activiteiten verricht bij een door het Faculteitsbestuur, na advies van de directeur opleidingen, goedgekeurde juridische instelling, zoals de Rechtswinkel Groningen, het Juridisch Spreekuur, de Kinderrechtswinkel, het Kamerbewoneradviesbureau, aansluitend bij de bacheloropleiding Nederlands Recht of bij een van de specialisaties van de masteropleiding Nederlands Recht.
Interne stage
Een interne stage heeft tot doel de student te laten kennis maken met wetenschappelijk onderzoek dan wel wetenschappelijk onderwijs en vindt plaats binnen de faculteit bij een vakgroep of de facultaire onderzoekschool CRBS (Centrum voor Recht, Bestuur en Samenleving). De stage dient dan ook een oriëntatie op het gebied van wetenschappelijk onderzoek dan wel wetenschappelijk onderwijs in te houden. Voor een interne stage is een aanstelling in facultaire dienst een voorwaarde. Een interne stage kan zowel een onderwijsstage zijn als een onderzoekstage. De te verrichten werkzaamheden dienen in beide gevallen eenzelfde opleidings- en ervaringscomponent te bevatten als de werkzaamheden binnen de externe stages.
Onderwijsstage
Van een onderwijsstage maakt in ieder geval deel uit een didactische cursus verzorgd door een op zodanige activiteit gerichte organisatie .
Onderzoekstage
Een onderzoekstage bestaat uit door de begeleider vastgestelde onderzoekswerkzaamheden met als doel een oriëntatie op het gebied van het wetenschappelijk onderzoek alsmede de hiermee samenhangende vaardigheden. Voor studenten met belangstelling voor onderzoek is er een speciaal masterprogramma Functionaliteit van het Recht in
52
ALGEMENE ONDERWIJSINFORMATIE
samenwerking met de facultaire onderzoekschool, het Centrum voor Recht, Bestuur en Samenleving (CRBS). Stage Recht en Bestuur
Ten aanzien van de stages voor de opleiding Recht en Bestuur zijn de doeleinden geformuleerd in een eigen brochure getiteld: "Regelingen Recht en Bestuur, deel I" verkrijgbaar bij het secretariaat van de vakgroep bestuursrecht en bestuurskunde.
Stage Notarieel Recht
Op Nestor staat een Community voor de bachelor en masteropleiding Notarieel Recht. Deze Community is bedoeld als centraal informatiepunt van de opleiding (in het bijzonder informatie over scriptie en stage). Alle studenten die voor deze opleidingen zijn ingeschreven hebben automatisch toegang tot de Community (mochten er problemen zijn met de toegang, dan kan men een mail sturen naar
[email protected] met vermelding van studentnummer).
Vinden van een stageplaats
De verantwoordelijkheid voor het vinden van een stageplaats ligt bij de student. De stagecoördinator (zie het stagereglement en de paragraaf stagecoördinatoren enkele pagina’s hierboven) kan daarbij adviseren. De student is vrij om zelf contacten met stage-instellingen te leggen en te onderhouden. Zodra de student een stageadres heeft, meldt hij dit bij de stagecoördinator. Voor aanvang van de stage heeft de stagecoördinator een gesprek met de student. In dat gesprek wordt de stage formeel goedgekeurd en wordt de student gewezen op de eisen die krachtens het stagereglement aan de stage en het verslag daarvan worden gesteld.
Duur stage
Stagebegeleiding
De stage dient tenminste een omvang te hebben van 160 uren, exclusief het schrijven van het verslag. De stageverlenende instelling dan wel vakgroep/ onderzoekschool stelt in overleg met de stagiaire vast hoe de spreiding van de uren over de weken plaatsvindt. In geval van een externe stage wordt de voorkeur gegeven aan een stage die aaneengesloten gedurende minimaal vier weken van 40 uur per week wordt gelopen. In overleg met de coördinator en stageverlenende instelling kan de stage ook gedurende een gedeelte van de week over een langere periode worden gespreid, mits de totale duur tenminste 160 uur bedraagt. De student moet er rekening mee houden dat in een aantal gevallen de stageverlenende instantie zal eisen dat de stage enkele weken langer duurt. De faculteit heeft daartegen geen bezwaar, maar er kunnen niet meer dan de in het OER toegekende hoeveelheid studiepunten worden toegekend. De stage Internationaal en Europees Recht kan een omvang hebben van 160 of 320 uren, exclusief het schrijven van het verslag. De duur van de werkzaamheden in het kader van de Rechtswinkel, de Kinderrechtswinkel, de Belastingrechtswinkel, het Juridisch Spreekuur en het Kamerbewoneradviesbureau dient tenminste een omvang te hebben van 14 maanden. Voor aanvang van de stage heeft de coördinator een gesprek met de student. In dat gesprek wordt de stage formeel goedgekeurd en wordt de student gewezen op de eisen die krachtens het stagereglement aan de stage en het verslag daarvan worden gesteld. Is de stage goedgekeurd dan wordt door de coördinator aan de stage-instelling een standaardbrief toegezonden. Deze brief bevat onder meer de volgende punten: een verklaring dat de faculteit akkoord gaat met de stage; een verwijzing naar het facultaire stagereglement, met name naar de eisen die aan de stage, de begeleiding en het stageverslag krachtens het stagereglement worden gesteld; de naam van een contactpersoon waar men met vragen terecht kan. Dit is bij voorkeur de stagecoördinator.
53
STUDIEGIDS 2006-2007
De externe stage wordt gelopen onder verantwoordelijkheid van een stagementor; dit is bij voorkeur een jurist. De interne onderwijs- en onderzoekstage wordt gelopen onder begeleiding van een lid van de stageverlenende vakgroep met examenbevoegdheid onder wiens verantwoordelijkheid de stagewerkzaamheden worden verricht. Nadat de stage is afgerond dient de student binnen twintig werkdagen een stageverslag in bij de coördinator. Alvorens de coördinator het stageverslag beoordeelt, wordt het stageverslag aan de stage-instelling ter advisering voorgelegd. Het stageverslag wordt door de stagecoördinator getoetst aan de criteria die in het stagereglement zijn vastgelegd. Het verslag met de beoordeling wordt vervolgens met het oog op het leereffect van de stage en het schrijven van het verslag in een gesprek met de student besproken. Geheimhouding
Stageverslag
De stagiaire wordt er op gewezen, dat hij/zij geen informatie mondeling of schriftelijk naar buiten mag brengen, indien niet uitdrukkelijk toestemming is verleend door de desbetreffende instantie. Binnen twintig werkdagen na beëindiging van de stage wordt een verslag ter goedkeuring aangeboden aan de stagecoördinator, tenzij daarover met de stagecoördinator andere afspraken zijn gemaakt. Het verslag van de stage-ervaring bevat : een korte beschrijving van de instelling, het bedrijf dan wel de vakgroep, alsmede een opgave van de periode waarin de stage is gelopen; een korte omschrijving van de afdeling, dan wel sectie waarin betrokkene heeft gewerkt; een omschrijving van de activiteiten die binnen de stage zijn verricht, zoals o.m. het literatuur- dan wel het jurisprudentieonderzoek; een omschrijving van de gevolgde trainingen en cursussen alsmede van andersoortige opleidingselementen; een omschrijving van de activiteiten waaruit de begeleiding bestond; een evaluatie van de stage; naam stagiaire, adres en postcode en studentnummer. Met betrekking tot werkzaamheden bij de Rechtswinkel en soortgelijke vrijwilligersorganisaties gaat de faculteit er – gezien de duur en de aard van de activiteiten - niet vanuit dat de student nog eens apart de bibliotheek induikt om een bepaald juridisch onderwerp uit te diepen. Het is de bedoeling dat de student een aantal werkzaamheden uit het totaal van werkzaamheden belicht en deze beschrijft. Bij de Rechtswinkel draaien studenten bijvoorbeeld mee in voorlichtingen en specifieke projecten. Het is de bedoeling dat een student in een dergelijk geval een aantal activiteiten uit het geheel beschrijft en beredeneerd aangeeft welke adviezen zijn gegeven. Het verslag heeft een omvang van 10 pagina's. Aan het verslag worden - voor voorzover van toepassing - dezelfde eisen inzake vorm en taal gesteld als aan een scriptie. Indien de student een advies dan wel rapport heeft geschreven voor de instelling kan hij/zij volstaan met een kopie van het uitgebrachte advies dan wel rapport. In het verslag van de onderzoekstage kan het overzicht van de werkzaamheden kort zijn (1-2 pagina’s). De evaluatie van de werkzaamheden ( ook 1-2 pagina’s) heeft betrekking op De evaluatie van de stage door de student (wat vind hij/zij ervan, oordeel over de begeleiding); Een zelfreflectie van de student op de stage ( wat heb ik er van geleerd, heb ik meer inzicht gekregen in wat wetenschappelijk onderzoek inhoudt); Een oordeel van de begeleider(s) over de werkzaamheden van de student.
54
ALGEMENE ONDERWIJSINFORMATIE
Aan de hand van een overzicht van de werkzaamheden en de evaluatie van de student kan de stagecoördinator beoordelen of de stage heeft beantwoord aan de gestelde doelen en ook nagaan of er niet teveel administratieve werkzaamheden zijn opgedragen. Verder heeft het verslag bij een onderzoekstage een portfolioachtig karakter: het bevat als bijlage de producten die de student tijdens zijn stage heeft geschreven (notities, artikelen, overzichten, samenvattingen, verslag congres, etc. ) Het stageverslag wordt daarna door de coördinator getoetst aan de criteria die in het stagereglement zijn vastgelegd. Het verslag met de beoordeling wordt vervolgens met de student besproken. Er wordt voor de stage geen cijfer gegeven. De stage wordt met een voldoende of onvoldoende beoordeelt. Goedkeuring stage
Verzekeringen
Vergoedingsregeling stagekosten
Toekenning van studiepunten vindt plaats na goedkeuring van het verslag door de stagecoördinator. Voordat goedkeuring plaatsvindt wordt het stageverslag ter advisering voorgelegd aan de instelling waar de stage is gelopen. In geval van een externe stage kan de stagecoördinator een stagebeoordelaar aanwijzen wiens vakgebied dit onderwerp regardeert. Dit is bijvoorbeeld het geval indien een stage bij de advocatuur dient te gelden als een praktisch vak oude stijl binnen de specialisatie Strafrecht en Criminologie. De stagecoördinator bij wie de stage moet worden aangemeld en ter goedkeuring moet worden aangeboden zal er in dat geval voor zorgdragen dat het verslag ter inhoudelijke goedkeuring wordt voorgelegd aan de stagecoördinator van de vakgroep Strafrecht. De stagecoördinator kan contact opnemen met de instelling waarbij de stage wordt gelopen òf met de facultaire contactpersoon in geval van werkzaamheden bij Rechtswinkel, de Kinderrechtswinkel, de Belastingrechtswinkel, het Juridisch Spreekuur en het Kamerbewoneradviesbureau. De externe stagiaire dient zelf zorg te dragen voor een verzekering. De faculteit kan niet worden aangesproken voor schade voortvloeiend uit een externe stage. Voor stages welke worden gelopen in het kader van het facultaire stagereglement gelden de volgende vergoedingsregelingen: de facultaire vergoeding voor reiskosten en eventuele kosten van dubbele kamerhuur wordt verleend, nadat een door de stage verlenende instantie verstrekte vergoeding op die kosten in mindering is gebracht; voor de opleiding Recht en Bestuur wordt een vergoeding van stagekosten verleend voor een periode van twee aaneensluitende maanden; voor de overige opleidingen wordt een vergoeding verleend voor een periode van vier aaneensluitende werkweken. In uitzonderingsgevallen kan, indien noodzakelijk, met toestemming van het bestuur en na overleg met de stagecoördinator, een reiskostenvergoeding worden verleend voor een langere periode; de vergoeding voor werkelijk gemaakte reis- en verblijfkosten is maximaal: binnenland: voor stages buiten een straal van 100 km van Groningen € 84,- voor werkelijk gemaakte kosten i.v.m. dubbele kamer-huur (voor studenten Recht en Bestuur € 168,-); buitenland: voor stages in België/Luxemburg € 84,- (voor studenten Recht en Bestuur € 130,-); voor stages elders in Europa € 114,- (voor studenten Recht en Bestuur € 159,-); voor stages buiten Europa € 227,- (voor studenten Recht en Bestuur € 273,-); in geval twee keer een stage wordt gelopen door dezelfde student, wordt slechts één keer een stagekostenvergoeding verleend;
55
STUDIEGIDS 2006-2007
-
studenten kunnen slechts één keer tijdens hun studietijd bij de faculteit Rechten in aanmerking komen voor een vergoeding van studie- of stageperiode in het buitenland; de vergoeding vanuit het facultaire stagefonds geldt als “vangnet” voor die gevallen, waarvoor de faculteit geen externe subsidie heeft verworven. Indien de faculteit voor een stage externe subsidie heeft verworven, ontvangt de desbetreffende student geen bijdrage uit het facultaire stagefonds, tenzij deze subsidie lager is dan het bedrag dat vanuit het facultaire fonds zou zijn toegezegd; er wordt geen vergoeding verleend aan studenten die reis- en verblijfkosten maken ten behoeve van het verzamelen van materiaal voor het schrijven van een scriptie; studenten die een stage lopen dienen er zelf voor te zorgen dat zij voldoende zijn verzekerd; de faculteit is niet aansprakelijk voor schadevergoedingen voortvloeiend uit stageactiviteiten; de toepassing en uitvoering van de vergoedingsregeling geschiedt namens het bestuur door de stagecommissie; ten aanzien van de ’duur van de stagekostenvergoeding’ is er een uitzonderingsclausule opgenomen. Dit om te voorkomen dat bij stages die als gevolg van de eis van de stage verlenende instantie langer duren dan resp. twee maanden of vier weken, een deel van de kosten door de student zelf moet worden gedragen. Overigens zal er in die gevallen wel van “noodzaak” sprake moeten zijn. Een formulier waarmee een stagevergoeding kan worden aangevraagd is verkrijgbaar bij het Administratief Centrum (AC) van de faculteit (1e verdieping Harmoniecomplex). Een uitkering van een stagevergoeding door het AC vindt pas plaats nadat: de stagevergoeding via dit formulier is aangevraagd en goedgekeurd (vooraf), en het stageverslag van de stage is goedgekeurd door de stagecoördinator (achteraf), en een declaratie van de werkelijke kosten is overgelegd.
2.9 Scriptie In alle masteropleidingen, met uitzondering van Recht en Bestuur, waar de scriptie in de bacheloropleiding is opgenomen, vormt een scriptie een verplicht, afsluitend onderdeel van het programma. Studenten Notarieel Recht in het programma 20032005 schrijven hun scriptie (9 ec) als afsluitend onderdeel van de bacheloropleiding (zie overgangsregeling Notarieel Recht). In de eindscriptie dient de student aan te tonen de academische vaardigheden zodanig te beheersen dat hij in staat is met behulp van de tijdens de studie verworven kennis zelfstandig: een wetenschappelijke vraagstelling op het terrein van de juridische studie te formuleren; een onderzoek op te zetten volgens een te verantwoorden werkwijze; de voor dit onderzoek relevante gegevens te verzamelen, te rangschikken, te analyseren, te correleren en te waarderen; relevante conclusies te trekken op basis van het verrichte onderzoek en zo mogelijk verdedigbare oplossingen te formuleren; het onderzoek, alsmede de gevonden conclusies en oplossingen op heldere en overzichtelijke wijze schriftelijk weer te geven. De studielast van de scriptie is geregeld in de Onderwijs- en Examenregeling (zie de betreffende opleiding), en bedraagt voor de volgende opleidingen: 13 ec - masteropleidingen Nederlands Recht, Fiscaal Recht, Internationaal en Europees Recht, Recht & ICT, en Notarieel Recht;
56
ALGEMENE ONDERWIJSINFORMATIE
9 ec 10 ec 18 ec
20 ec
Scriptieregeling
- opleiding Notarieel oude stijl - de bacheloropleiding Notarieel Recht (2003-2005) - de bacheloropleiding Law in Europe - de Vrije Master Bedrijfsrecht (Vrij onderwijsprogramma Master Nederlands Recht - zonder civiel effect) – 2006-2007; - de Vrije Master Sociaal Recht (Vrij onderwijsprogramma Master Nederlands Recht - zonder civiel effect) – 2006-2007; - Schakelprogramma Master Fiscaal Recht – 2006-2007; - Verkort Bachelor en Masterprogramma Nederlands Recht met civiel effect – 2006-2007; - Master Law in Europe 2006-2007; de Vrije Master Vastgoed (Vrij onderwijsprogramma Master Nederlands Recht - zonder civiel effect) – 2006-2007;
Voor de volgende opleidingen bestaat een scriptieregeling, met onder meer richtlijnen voor het schrijven van een scriptie: - de doctoraalopleidingen Nederlands recht, Fiscaal recht, Internationaal en Europees recht, Notarieel recht en Rechtstheorie oude stijl; - de masteropleidingen Nederlands Recht, Fiscaal Recht, Internationaal en Europees Recht, Recht & ICT, Law in Europe, - de bacheloropleiding Notarieel Recht 05-06 en de masteropleiding Notarieel Recht 06-07; - de bachelor- en masteropleiding Law in Europe 06-07; - de vrije masters Bedrijfsrecht, Sociaal Recht, Vastgoed binnen het Vrije Onderwijsprogramma Master Nederlands recht – zonder civiel effect – 06-07; De regeling is opgenomen in het hoofdstuk: ‘Overige facultaire regelingen’ en tevens in de Handleiding voor Juridische Scripties, welke tegen betaling verkrijgbaar is bij de Repro. De opleiding Recht en Bestuur kent een eigen scriptieregeling waarin eisen met betrekking tot de inhoud staan vermeld. Deze regeling is verkrijgbaar bij het secretariaat van de vakgroep Bestuursrecht en Bestuurskunde.
Scriptievoorbereiding traject
Minimaal tweemaal per jaar verzorgt de faculteit voor studenten die gaan starten met het schrijven van een scriptie een scriptievoorbereidingstraject, bestaande uit een scriptiecollege, een bibliotheekinstructie en een scriptiepracticum. De onderdelen scriptiecollege en bibliotheekinstructie zijn verplicht voor studenten van de opleidingen genoemd in voorgaande alinea onder het kopje scriptieregeling, en de Masteropleiding Functionaliteit van het Recht. Het volgen van het onderdeel scriptiepracticum is niet verplicht, maar wordt wel sterk aanbevolen.
Onderwerp van de scriptie
Het onderwerp van de scriptie dient aan te sluiten bij de opleiding waarvoor men staat ingeschreven. Het onderwerp van de scriptie geschreven binnen de masteropleiding Nederlands Recht hoeft niet aan te sluiten bij de gekozen specialisatie (met uitzondering van de specialisatie Strafrecht, criminologische variant en de master met rechtstheoretische aantekening). Overige bijzonderheden worden zo nodig in de hoofdstukken van elke opleiding afzonderlijk toegelicht. Het scriptieonderwerp moet tenminste zes maanden voor de beoogde datum van afronding van de eindscriptie ter goedkeuring worden voorgelegd aan de scriptiecoördinator van de relevante vakgroep/sectie. Bij Strafrecht moet u zich aan het begin van het semester waarin u uw scriptie wilt gaan schrijven, aanmelden (resp. vóór 1 augustus en 1 januari). Zie ook de website van Strafrecht. Alvorens een onderwerp ter goedkeuring voor te leggen dient u het scriptievoorbereidingstraject gevolgd te hebben. De scriptiecoördinator verwijst naar een docent/begeleider.
57
STUDIEGIDS 2006-2007
Scriptiebegeleiding
Nadat de student aan de begeleidende docent een schrijfplan (inclusief tijdpad) ter goedkeuring heeft voorgelegd, schrijft hij zich in Progress in voor het vak Scriptie en zet het schrijfplan (inclusief tijdpas) op Nestor. In samenspraak met de begeleider worden verder nadere afspraken gemaakt over de: frequentie van de begeleiding (bijeenkomsten); mogelijkheid van meerdere tussentijdse (deel)concepten; Het tijdstip en de wijze van inlevering van tussentijdse (deel)concepten; datum van inlevering van de definitieve versie; aantal in te leveren exemplaren van de definitieve versie. Als een student wil afwijken van het goedgekeurde schrijfplan of tijdpad neemt hij zo spoedig mogelijk contact op met de scriptiebegeleider .
Forum Scriptorum
Het Forum Scriptorum - vrij vertaald: marktplaats van geschreven woorden - is een schrijfcentrum voor scriptiestudenten van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid. Als u bezig bent of bezig wilt gaan met uw afstudeerscriptie, kunt u bij het spreekuur van het Forum terecht met al uw vragen over het schrijven van een tekst. U kunt een afspraak maken door een e-mail te sturen aan
[email protected]. Vermeld naam en telefoonnummer, de datum en het tijdstip waarop u een afspraak wilt.
Scriptie Notarieel Recht
Op Nestor staat een Community voor de bachelor en masteropleiding Notarieel Recht. Deze Community is bedoeld als centraal informatiepunt van de opleiding (in het bijzonder informatie over scriptie en stage). Alle studenten die voor deze opleiding zijn ingeschreven hebben automatisch toegang tot de Community (mochten er problemen zijn met de toegang, dan kan men een mail sturen naar
[email protected] met vermelding van studentnummer).
Beoordeling tussentijds concept
De student mag ten minste een keer een tussentijds (deel)concept bij zijn scriptiebegeleider inleveren en dat met hem bespreken. De scriptiebegeleider beoordeelt dit concept zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk vijftien werkdagen na inlevering ervan, tenzij de scriptiebegeleider en de student daarover andere afspraken hebben gemaakt.
Scriptieomvang
Exclusief tabellen, literatuurlijst en bijlagen bevatten de scripties van de hierna genoemde opleidingen het aangegeven aantal pagina’s tekst in de voorgeschreven opmaak (zie voor eisen typografie: Handleiding voor Juridische Scripties). Met toestemming van de scriptiebegeleider kan hiervan worden afgeweken. 27 pag. - masteropleidingen Nederlands Recht, Fiscaal Recht, Internationaal en Europees Recht, Recht & ICT, en Notarieel Recht (13 ec); 15 pag. - opleiding Notarieel oude stijl (9 ec) - de bacheloropleiding Notarieel Recht (9 ec) 15 pag. - de bacheloropleiding Law in Europe (10 ec) 30 pag. - de Vrije Master Bedrijfsrecht (Vrij onderwijsprogramma Master Nederlands Recht - zonder civiel effect) – 2006-2007 (18 ec); - de Vrije Master Sociaal Recht (Vrij onderwijsprogramma Master Nederlands Recht - zonder civiel effect) – 2006-2007 (18 ec); - Schakelprogramma Master Fiscaal Recht – 2006-2007 (18 ec); - Verkort Bachelor en Masterprogramma Nederlands Recht met civiel effect – 2006-2007 (18 ec); - Master Law in Europe 2006-2007 (18 ec) 30 pag. de Vrije Master Vastgoed (Vrij onderwijsprogramma Master Nederlands Recht - zonder civiel effect) – 2006-2007 (20 ec);
Wijze van inleveren
De student levert de definitieve versie zowel schriftelijk als digitaal (in verband met de controle op plagiaat en fraude) in bij de scriptiebegeleider, tenzij daar andere
58
ALGEMENE ONDERWIJSINFORMATIE
afspraken over zijn gemaakt. Na goedkeuring van de scriptie plaatst de student een samenvatting van de scriptie (minimaal 1 pagina) op Nestor. Tenslotte levert hij van de goedgekeurde scriptie 1 papieren exemplaar en 1 digitale versie in bij de scriptiebegeleider alsmede een uitdraai van de samenvatting op Nestor. Na inlevering van deze stukken geeft de scriptiebegeleider het cijfer door aan de Tentamen- en Examenadministratie. Beoordeling scriptie
Nadat de begeleidende docent heeft vastgesteld dat de eindscriptie voldoet aan de minimumeisen wat betreft: inhoud (plagiaat, balans tussen eigen gedachtegoed en gebruikte bronnen); argumentatie (kritisch-refererend met een eigen mening); omvang (artikel 6); bronvermelding (conform Leidraad voor juridische auteurs); begrijpelijk en correct taalgebruik; vorm en typografie (conform Handleiding voor juridische scripties), kent hij hieraan zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk twintig werkdagen na inlevering van de definitieve versie, een cijfer toe. Het cijfer wordt bepaald aan de hand van de volgende criteria: inhoud; argumentatie; structuur en opbouw; begrijpelijkheid en aantrekkelijkheid taalgebruik; correctheid taalgebruik; zelfstandigheid in het onderzoek; originaliteit van het onderzoek; beheersing (specifieke) onderzoeksvaardigheden. De docent maakt aan de hand van de beoordelingscriteria in het vorige lid inzichtelijk hoe het cijfer tot stand is gekomen.
Kleine scriptie
Binnen het keuzevak Recht in Praktijk bestaat de mogelijkheid een kleine scriptie te schrijven.
Scriptiecoördinatoren
Facultair scriptiecoördinator is mr. J.G. Brouwer (zie ook ‘Scriptievoorbereidingstraject ’ bij de vakomschrijvingen in OCASYS). Daarnaast heeft elke vakgroep/sectie een scriptiecoördinator:
59
STUDIEGIDS 2006-2007
Scriptiecoördinatoren per vakgroep/sectie Sectie/vakgroep/vakgebied Coördinator Algemene Rechtswetenschap Prof. mr. J.G. Brouwer, tel: 363 5671 Spreekuur: na afspraak Belastingrecht Mr. M.J. de Vries, tel: 363 5430 Spreekuur: dinsdag 16.00-16.30 uur Bestuursrecht Mw.mr. A.M. Klingenberg Tel: 363 6893 Spreekuur: op afspraak Bestuurskunde Drs. J.C. Coolsma, tel: 363 5680 Spreekuur: op afspraak Europees Recht Rechtstreeks of via de secretaresse (tel. 363 5689) de docent benaderen Internationaal Recht Dr. A.J.J. de Hoogh, tel: 363 5702 Spreekuur: op afspraak Handelsrecht Mw.mr. M.Y. Nethe Tel. 363 5611, kamer 11.332 Spreekuur: doorgaans op dinsdag 13.00-15.00 uur Notarieel Recht Mw.mr. A.C. Wibbens-de Jong Kamer 12.208, tel. 363 5660 Spreekuur: dinsdag 11.00-12.00 uur e-mail:
[email protected] Privaatrecht Mr. R.J.C. Flach, tel. 363 5731 Kamer 12.220 Spreekuur: maandag 9.30-10.30 uur Recht & ICT Dr.mr. C.N.J. de Vey Mestdagh, tel: 363 5790. Spreekuur: op afspraak Rechtseconomie Dr. E. Woerdman, tel. 363 5736 Spreekuur: op afspraak Rechtsgeschiedenis Rechtstreeks docent benaderen Rechtstheorie Rechtstreeks of via de secretaresse (tel. 363 5695) de docent benaderen Staatsrecht Mw.mr. K. Henrard e-mail:
[email protected] Strafrecht en Criminologie Mw.mr. W.F. van Hattum e-mail:
[email protected]
2.10 Examens en afstuderen Een bachelorexamen is behaald indien de student de vereiste onderdelen van het desbetreffende bachelorexamen met voldoende resultaat heeft afgelegd. De Examencommissie stelt de uitslag van het examen vast, zodra de student voldoende bewijzen overlegt van de door hem behaalde tentamens, practica, scripties etc. Een masterexamen is behaald indien de student de vereiste onderdelen van het desbetreffende masterexamen met voldoende resultaat heeft afgelegd. De Examencommissie stelt de uitslag van het examen vast, zodra de student voldoende bewijzen overlegt van de door hem behaalde tentamens, practica, seminaars, scripties etc. Getuigschrift en cijferlijst
Ten bewijze dat het examen met goed gevolg is afgelegd, wordt door de Examencommissie een getuigschrift (bul) uitgereikt, ondertekend door twee leden. Op de achterkant van de bul of op een bij de bul behorende bijlage worden de onderdelen vermeld die behoren tot het examen. Extra onderdelen die de student heeft afgelegd worden
60
ALGEMENE ONDERWIJSINFORMATIE
eveneens vermeld, indien deze onderdelen vóór afstuderen met goed gevolg zijn afgelegd en zijn goedgekeurd door de Examencommissie. Cum Laude bachelor
Het judicium cum laude (met lof) kan op de bul worden vermeld indien een student tijdens het afleggen van het bachelorexamen blijk heeft gegeven van uitzonderlijke bekwaamheid. Een behaald bachelorexamen dient in dat geval te voldoen aan de volgende voorwaarde: - het gemiddelde van de cijferlijst bedraagt een 8 of meer.
Cum Laude master
Het judicium cum laude (met lof) kan op de bul worden vermeld indien een student tijdens het afleggen van het masterexamen blijk heeft gegeven van uitzonderlijke bekwaamheid. Een behaald masterexamen dient in dat geval te voldoen aan de volgende voorwaarden: het gemiddelde van de cijferlijst bedraagt een 8 of meer; de scriptie is afgerond met een 8 of hoger.
Datum van afstuderen
De datum van afstuderen (de officiële datum van het bachelor –en master-examen) wordt de laatste werkdag van de maand waarin het laatste onderdeel van het betreffende examen is afgelegd (mits behaald). Bij schriftelijke tentamens is dus niet de datum waarop de uitslag bekend wordt gemaakt de datum van afstuderen. Bijvoorbeeld: 1. Als laatste onderdeel van het examen is de scriptie goedgekeurd; het scriptiebriefje is gedateerd op 25 augustus 2006: de afstudeerdatum is dan 31 augustus 2006. 2. Als laatste onderdeel van de studie is op 18 augustus 2006 een schriftelijk tentamen afgelegd. De uitslag, een voldoende, komt op 5 september. De afstudeerdatum is in dit geval ook 31 augustus 2006. De datum waarop de buluitreiking plaatsvindt, heeft geen invloed op de afstudeerdatum.
Aanvragen afsluitend getuigschrift
De procedure voor het aanvragen van het afsluitend getuigschrift uitsluitend via internet: http://www.rug.nl/rechten/informatievoor/studenten/infobalie/bulAanvraag/. Kijk voor de meest recente procedure voor het aanvragen van het bachelor/master/doctoraal getuigschrift op bovengenoemde website. Tot nader bericht is de procedure als volgt: 1. Uiterlijk 2 maanden vóór u aan de eisen van de bachelor of de master of het doctoraal hebt voldaan, levert u het formulier Goedkeuring vakkenpakket (incl. keuzeruimte) (downloaden via: http://www.rug.nl/rechten/informatievoor/studenten/infobalie/formulier) ter goedkeuring in bij de Examencommissie, als u dat nog niet eerder heeft gedaan. Een kopie daarvan wordt na goedkeuring door de Examencommissie, naar u retour gezonden. 2. Op het moment dat u nog slechts één studieonderdeel moet afleggen, kunt u van internet uw bulpakket downloaden: http://www.rug.nl/rechten/informatievoor/studenten/infobalie/bulAanvraag. Voor vragen kunt u contact opnemen met de Infobalie (050-363 5727). 3. Uiterlijk binnen drie weken na het behaald hebben van het laatste onderdeel levert u dit pakket ingevuld in bij de Infobalie. U kunt aangeven of u een afstudeerverklaring wilt ontvangen. Een uitgebreide toelichting op het verloop van de aanvraagprocedure staat beschreven op de bovengenoemde website. Leest u vooral ook de brochure van de Centrale Studentenbalie (www.rug.nl/csb) over het afstuderen waarin o.m. de restitutieregeling collegegeld staat beschreven.
61
STUDIEGIDS 2006-2007
De OV-jaarkaart moet uiterlijk binnen 5 werkdagen van de maand volgend op de afstudeerdatum ingeleverd worden. In de zomermaanden zijn er afwijkende regels. Informeert u zich goed en tijdig bij CSb of IBG. Bachelorgetuigschrift
Studenten die zijn geslaagd voor het bachelorexamen kunnen het bachelorgetuigschrift afhalen bij de Infobalie of deelnemen aan een uitreiking. Deze uitreiking zal circa twee à drie keer per jaar (september, februari en juni) plaatsvinden en geschiedt groepsgewijs.
Master- en doctoraal getuigschrift
Studenten die zijn geslaagd voor het masterexamen kunnen het master-getuigschrift afhalen bij de Infobalie of deelnemen aan een uitreiking. Deze uitreiking zal een aantal keren per jaar plaatsvinden in groepen van max. 6 studenten. Het rooster van de masterbuluitreikingen (en van de doctoraalbul oude stijl) staat op internet bij de afstudeerprocedure. De productie van het getuigschrift duurt circa anderhalve maand, maar kan aanzienlijk langer duren voor studenten die afstuderen in de periode mei t/m augustus.
Teruggave van collegegeld
In bepaalde gevallen heeft men na het afstuderen recht op teruggave van een deel van het collegegeld. Informatie is verkrijgbaar bij de Centrale Studenten-administratie (www.rug.nl/csb).
Tentamen na het behalen van een examen
Het is mogelijk om na een masterexamen nog tentamens af te leggen. Dit kan als (deeltijd)student of als contractant. Hierover kan men contact opnemen met de studieadviseur.
Geldigheidsduur tentamens
De geldigheidsduur van behaalde tentamens behorend tot enig bachelorexamen is onbeperkt met uitzondering van de volgende vakken die 8 jaar geldig zijn: Burgerlijk Recht 2 en 3 Successiewet voor Notariëlen Burgerlijk Procesrecht 1 Successiewet voor Fiscalisten Handelsrecht en Handelsrecht A en B Vennootschapsbelasting Strafrecht 2 en 3 Winst Staatsrecht 2 Inkomstenbelasting Bestuursrecht 2 en 3 Introduction to European Tax Law Belastingrecht 1 en 2 Inleiding Internationaal Belastingrecht Omzet- en Overdrachtsbelasting De geldigheidsduur van behaalde tentamens behorend tot enig masterexamen is onbeperkt met uitzondering van Internationaal en Europees Belastingrecht dat 8 jaar geldig is. In bijzondere gevallen kan de Examencommissie de geldigheidsduur van de met goed gevolg afgelegde tentamens voor een door haar vast te stellen termijn verlengen. De geldigheidsduur van de tentamens is onbeperkt zodra het bachelorexamen dan wel het masterexamen met goed gevolg zijn afgelegd. Voor vakken afgelegd voor 1 september 2006, dient u de bijbehorende studiegids te raadplegen.
Vrijstelling tentamens
De Examencommissie kan op verzoek van de student vrijstelling verlenen van een tentamen indien de student een tentamen heeft behaald van een qua inhoud, studielast en niveau overeenkomstig vak dat deel uitmaakt van een reeds behaald bachelor- of masterexamen. N.B.! Mastervakken kunnen niet worden vrijgesteld op grond van een hogere beroepsopleiding. Zie ook de bepalingen omtrent vrijstellingen in het Examenreglement en de Onderwijs- en Examenregelingen. Aanvragen voor een vrijstelling moeten worden ingediend bij de Examencommissie door middel van een speciaal vrijstellingsformulier dat studenten kunnen downloaden van de website van de Infobalie: http://www.rug.nl/rechten/informatievoor/studenten/infobalie/formulier.
62
TOETSING
De Examencommissie beslist binnen een maand na ontvangst van het verzoek. Men wordt gevraagd een aantal gegevens te verstrekken omtrent diploma, tentamens, examens op grond waarvan men een vrijstelling aanvraagt. Tevens dient men een aantal bewijsstukken te overleggen, zoals een (gewaarmerkte kopie van) tentamenbriefje, cijferlijst of diploma, een literatuurlijst of een vakomschrijving. Door de invoering van de bachelor- en masteropleidingen moet het vrijstellingsbeleid door de Examencommissie opnieuw ontwikkeld worden. Als gevolg daarvan is op dit moment geen verdere schriftelijke informatie beschikbaar.
63
STUDIEGIDS 2006-2007
3 Toetsing 3.1 Algemeen In de Onderwijs- en Examenregelingen (OER) en het bijbehorende Examenreglement is alle informatie over de tentaminering en toetsing opgenomen. Zie hiervoor het Regelingendeel van deze studiegids. Een korte samenvatting van de belangrijkste zaken volgt hieronder. Schriftelijk/ mondeling
Opdrachten en tussentoetsen
Vrijwel alle vakken worden afgesloten met een tentamen. De meeste vakken worden schriftelijk getentamineerd, sommige mondeling. Sommige vakken kennen een tussentoets. Bij de vakomschrijvingen in OCASYS staat vermeld of voor een vak een schriftelijk of een mondeling tentamen als afsluiting geldt. Indien de keuze voor een schriftelijk dan wel mondeling tentamen in de vakomschrijving afhankelijk is gesteld van het aantal deelnemers besluit de examinator uiterlijk in de tweede collegeweek van de betreffende onderwijsperiode of het vak schriftelijk of mondeling wordt getentamineerd. Sommige vakken omvatten opdrachten of schriftelijke tussentoetsen waarmee bonuspunten zijn te vergaren die meetellen voor het tentamen van het betreffende vak. In artikel 24 van het OER bachelors is de precieze uitwerking opgenomen. Voor aanvang van het studiejaar wordt via de vakomschrijving in OCASYS bekend gemaakt of bij een vak opdrachten of een schriftelijke tussentoets zijn opgenomen. Deelname aan opdrachten of tussentoetsen is niet verplicht.
Tentamenkansen
In alle vakken kan tenminste tweemaal per jaar tentamen worden afgelegd. De regeling dat aan propedeusestudenten in het eerste jaar van inschrijving als rechtenstudent in drie vakken een derde tentamenkans wordt geboden in de tentamenperiode van de maand augustus is m.i.v. 2006-2007 afgeschaft. Dit betekent dat een student in beginsel twee tentamenkansen heeft. Of en in welke vorm de laatstgenoemde regeling nog uitbreiding behoeft staat op het moment van publicatie van deze vakgegevens nog ter discussie. De besluitvorming in geval van uitbreiding zal zo spoedig mogelijk via de reguliere facultaire informatiekanalen worden bekend gemaakt.
Tijdvak waarin de tentamens worden afgenomen
De beide tentamens van een vak - aangeduid als tentamen en hertentamen - worden afgenomen in de tentamenperiode van het semester waarin het onderwijs van het vak wordt verzorgd. Voor de vakken met een tentamen halverwege het semester geldt dat het hertentamen plaats vindt in de tweede tentamenperiode van hetzelfde semester. Voor een aantal vakken, opgenomen in art 25 lid 4 OER, wordt het hertentamen afgenomen in het semester volgend op het semester waarin het onderwijs in dat vak wordt verzorgd, danwel in de tentamenperiode van de maand augustus.
Tijdstippen
De tentamendata worden voor het gehele studiejaar van te voren vastgesteld. Deze vindt u per vak op de website in de Onderwijscatalogus OCASYS: http://www.rug.nl/ocasys/rechten en in een compleet overzicht op de website: http://www.rug.nl/rechten/informatievoor/studenten/tentamens/tentamendata Tevens is het tentamenrooster als bijlage opgenomen bij de studiegids op CD-rom. De tijdstippen en plaats van de tentamens worden gepubliceerd in de week na sluiting van de inschrijfperiode op de facultaire website en op het publicatiebord bij de ingang van de inschrijfkamer (naast kamer T 88). Voor de hertentamens wordt deze lijst bijgewerkt zodra de uitslag van de eerste kans is gepubliceerd door de Tentamen- en Examenadministratie. Indien bij aanvang van het studiejaar blijkt dat u tentamens wilt doen die op dezelfde datum gepland staan, wordt u dringend geadviseerd uw studieplanning aan te passen.
64
TOETSING
Doorzetten van deze studieplanning is voor risico van de student. Er kan geen garantie worden gegeven dat tentamens, die op dezelfde datum worden afgenomen, niet op hetzelfde tijdstip zullen plaatsvinden. Bij de planning van tentamens door de afdeling Onderwijscoördinatie wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met opeenvolgende studiejaren binnen eenzelfde opleiding resp. specialisatie in geval van Nederlands Recht.
3.2 Inschrijving tentamens, tussentoetsen en termijnen Om deel te kunnen nemen aan een schriftelijk tentamen of een schriftelijke tussentoets is iedere student verplicht zich in te schrijven. Tentamenperiodes (5)
Het studiejaar telt 5 tentamenperiodes: 1. de tentamen-/tussentoetsweek in semester 1 (1a); 2. de tentamenperiode aan het einde van semester 1 (1b en 1ab); 3. de tentamen-/tussentoetsweek in semester 2 (2a); 4. de tentamenperiode aan het einde van semester 2 (2b en 2 ab) en 5. de augustustentamenperiode. Voor de exacte data van de tentamenperiodes zie de onderstaande tabel.
Tentameninschrijfperiodes (5)
Het studiejaar telt naast de 5 tentamenperiodes ook 5 tentamen-inschrijfperiodes. Tót 2 weken voor elke tentamenperiode is er een periode van minimaal 2 weken waarin je je kunt inschrijven voor de tentamens. Voor de exacte data van de tentameninschrijfperiodes zie de onderstaande tabel. Tentamen-inschrijfperiode
Tentamenperiode
semester
1. ma 25 sep 06 t/m vr 06 okt 06
1. ma 23 okt 06 t/m vr 27 okt 06
1a
2. ma 13 nov 06 t/m vr 01 dec 06
2. ma 18 dec 06 t/m vr 2 feb 07
1b en 1ab
3. ma 26 feb 07 t/m vr 09 mrt 07
3. ma 26 mrt 07 t/m vr 30 mrt 07
2a
4. ma 16 apr 07 t/m vr 11 mei 07
4. di 29 mei 07 t/m vr 06 jul 07
2b en ab
5. ma 16 jul 07 t/m vr 27 jul 07 5. ma 13 aug 07 t/m wo 31 aug 07 Tip: Schrijf de tentamen-inschrijfperiodes in je agenda of zet een reminder in je mobiel en zorg dat je je op tijd inschrijft. Tentameninschrijving
Voor alle schriftelijke tentamens en tussentoetsen moeten studenten zich digitaal inschrijven via Progress.www (progresswww.nl/rug/). Als je een onvoldoende hebt gehaald moet je je ook inschrijven voor het hertentamen, tenzij het hertentamen in dezelfde tentamenperiode valt (zie de 5 tentamenperiodes genoemd aan het begin van deze paragraaf). Uitsluitend in dat geval word je door het systeem automatisch ingeschreven voor het hertentamen. In alle andere gevallen moet je je opnieuw inschrijven. Let op 1: het voorgaande impliceert dat, als je in de tentamen/tussentoetsweek 1a of 2a een tentamen met onvoldoende resultaat hebt afgelegd, je je tijdens de tentamen-inschrijfperiode van 1ab of 2ab moet inschrijven voor het hertentamen. Let op 2: het voorgaande impliceert tevens dat - ongeacht of je een voldoende danwel onvoldoende hebt behaald voor een tussentoets - je je gedurende de volgende tentamen-inschrijfperiode opnieuw in moet schrijven voor het bijbehorende tentamen.
Hertentameninschrijving
Als je na je ingeschreven te hebben voor een tentamen niet deelneemt aan het tentamen (bv door ziekte), of als je ‘niet nakijken’ op een tentamen hebt geschreven, dan moet je je opnieuw inschrijven voor het hertentamen, ook al valt het hertentamen in dezelfde tentamenperiode. In dat geval moet je je binnen 3 werkdagen na het eerste tentamen via Progress.www inschrijven voor het hertentamen.
65
STUDIEGIDS 2006-2007
Te late tentameninschrijving
Ben je te laat met de tentamen-/tussentoetsinschrijving, dan kun je, mits er nog plaats is in de tentamenzaal, handmatig worden ingeschreven tegen betaling van administratiekosten. De faculteit maakt deze kosten omdat de na-inschrijving handmatig moet worden verwerkt. Je kunt je na-inschrijven tot maximaal 2 werkdagen voor het tentamen, dat wil zeggen dat er minimaal 2 werkdagen moeten zitten tussen de datum van het tentamen en de dag van de te late inschrijving (zie ook de onderstaande tabel). Daarna kun je niet meer ingeschreven worden. Dag van het tentamen
Te late tentamen-inschrijving uiterlijk op:
Maandag
De voorafgaande woensdag
Dinsdag
De voorafgaande donderdag
Woensdag
De voorafgaande vrijdag
Donderdag
De voorafgaande maandag
Vrijdag
De voorafgaande dinsdag
Procedure: De te late tentameninschrijving is geopend op werkdagen tussen 10.00 – 12.00 uur. Studenten melden zich daartoe bij de Infobalie Rechten, Turftorenstraat 21. Per tentamen vul je op een na-inschrijvingsformulier je studentnummer in, je naam en het tentamen waaraan je wilt deelnemen. Het ingevulde formulier wordt door een medewerker van de tentamenadministratie gecontroleerd. Tevens wordt nagegaan of er plaatsen vrij zijn bij de betreffende tentamens. De betaling gaat uitsluitend via de pin. Na de betaling van het verschuldigde bedrag van 15 euro,- per tentamen ontvang je een deelnamebewijs. Dit bewijs neem je mee naar het tentamen. Telefonische na-inschrijving is niet mogelijk. Wel kun je de na-inschrijving eventueel door een vriend(in) laten doen. Bij niet deelname aan het tentamen wordt geen restitutie van de administratiekosten verleend. Toelatingsvoorwaarden: Uiteraard gelden ook bij de procedure te late tentameninschrijving de gebruikelijke toelatingsvoorwaarden voor het betreffende vak (bv. voorvakken, deblokkaderegeling, voorwaardelijke toelating tot M4- of M5-vakken). Tevens dient de inschrijving bij de universiteit in orde te zijn. Overmacht: Als je van mening bent dat je door overmacht gedurende de gehele inschrijvingsperiode voor de tentamens aantoonbaar niet in staat geweest bent je tijdig in te schrijven, dan kun je door middel van het schrijven van een brief verzoeken deel te mogen nemen aan de tentamens, zonder dat daarvoor administratiekosten verschuldigd zijn. Je dient er rekening mee te houden dat de overmachtssituatie gedurende de gehele inschrijvingsperiode moet hebben bestaan. Tot overmacht worden in ieder geval niet gerekend: griep gedurende de laatste inschrijvingsweek, te late inschrijving wegens drukke werkzaamheden, afwezigheid wegens vakantie, niet op de hoogte zijn van de inschrijfperiode en/of -procedure, uitstellen van de inschrijving tot het laatste moment en dan verhinderd zijn. We raden je aan, in afwachting van een beslissing over het overmachtsverzoek, te betalen voor deelname aan tentamens. Indien overmacht wordt vastgesteld wordt het betaalde gerestitueerd. Behandeling van een verzoek om toelating op grond van overmacht zal enige weken in beslag nemen. Een verzoek tot toelating op grond van overmacht kan gericht worden aan: Examencommissie Rechten, Postbus 716, 9700 AS GRONINGEN. Het verzoek om eventuele restitutie wordt door het hoofd van de Dienst Onderwijs en Studiebegeleiding afgehandeld.
66
TOETSING
Plicht zich te informeren: Wijzigingen in bovenstaande regeling en de procedure worden door de faculteit bericht op de websites: http://www.rug.nl/rechten/informatieVoor/studenten/ http://www.rug.nl/rechten/informatieVoor/studenten/tentamens/ Studenten worden geacht zich te informeren en deze bronnen te raadplegen. Aanmelding mondelinge tentamens
Als een student een vak heeft gekozen waarbij het tentamen mondeling wordt afgenomen, dan dient hij een afspraak te maken met de examinator. Indien een student wegens ziekte of andere dringende omstandigheden niet kan deelnemen aan een mondeling tentamen, dan dient hij daarvan onverwijld mededeling te doen aan de examinator. Het voorgaande geldt ook voor schriftelijke tentamens die op grond van een beschikking van de Examencommissie mondeling mogen worden afgelegd. De betrokken student dient bij het maken van de af spraak een schriftelijke kennisgeving van de beschikking van de Examencommissie te overleggen. Mondelinge tentamens dienen – met uitzondering van de tentamens op grond van een beschikking van de examencommissie - in beginsel te worden afgelegd in de perioden waarin ook de schriftelijke tentamens worden afgelegd. Bij overeenstemming tussen examinator en student kan het afleggen van het mondelinge tentamen ook buiten deze perioden geschieden met dien verstande, dat hierdoor per semester het aantal kansen dat men voor dat tentamen heeft, niet wordt vergroot. Voorgaande geldt niet voor (mondelinge) tentamens die op grond van een beschikking van de Examencommissie worden afgelegd. De hiervoor geldende termijnen staan in de betreffende beschikking.
3.3 Gang van zaken tijdens de tentamens De examinator zorgt ervoor dat ten behoeve van de schriftelijke examinering surveillanten worden aangewezen, die erop toezien dat het tentamen goed verloopt. De student is verplicht zich op verzoek van of vanwege de Examencommissie te legitimeren met het bewijs van inschrijving, zijn collegekaart en met zijn identiteitsbewijs. Neem de uitdraai van uw tentameninschrijvingen met uw tafelnummer mee naar het tentamen. Deze uitdraai wordt door de Examencommissie gezien als het bewijs van inschrijving zoals genoemd in het Examenreglement. Aanwijzingen van de Examencommissie c.q. examinator of surveillant die voor de aanvang van het examen of examenonderdeel zijn gepubliceerd, alsmede aanwijzingen die tijdens het tentamen en onmiddellijk na afloop daarvan gegeven worden, dienen door de student te worden opgevolgd. Een surveillant is bevoegd om namens de Examencommissie c.q. de examinator onmiddellijk voorafgaand aan of gedurende een tentamen of examen: de inschrijvingsbescheiden van studenten te controleren; voor het tentamen of examen benodigde bescheiden van de studenten te onderzoeken; andere meegebrachte bezittingen of eigendommen van de student te onderzoeken bij een ernstig vermoeden van fraude en tevens met het oog op het aantonen van fraude. Een surveillant is bovendien bevoegd om namens de Examencommissie c.q. de examinator een student deelname of verdere deelname aan het tentamen of examen te ontzeggen indien deze: zonder geldige reden na aanvang van het tentamen verschijnt; niet over geldige inschrijvingsbescheiden beschikt; frauduleuze handelingen pleegt; het ordelijk verloop van het tentamen of examen verstoort.
67
STUDIEGIDS 2006-2007
In een dergelijk geval worden de tentamenformulieren door de surveillant ingenomen en wordt het tentamen als niet afgelegd beschouwd. Het is de student niet toegestaan om een half uur na aanvang van het tentamen nog met het tentamen te beginnen. De student die met een tentamen is begonnen mag pas minimaal een half uur na aanvang de zaal verlaten. Bij een schriftelijk tentamen moet de tijdsduur van het tentamen schriftelijk worden aangegeven. De examinator heeft het recht om de aangegeven tijdsduur te verlengen. Studenten die eerder weggaan, kunnen geen rechten ontlenen aan het feit dat na hun vertrek tot verlenging wordt besloten. De surveillant is bevoegd om namens de examinator regels te stellen met betrekking tot het meenemen van tentamenopgaven gedurende het tentamen. Deze regels worden op het tentamenformulier bekendgemaakt of gedurende het tentamen medegedeeld. Een student die niet voldoet aan de regels genoemd in deze paragraaf, wordt door de examinator uitgesloten van het tentamen. Tegen een beslissing van de surveillant staat beroep open bij de Examencommissie. Handleiding voor surveillanten
Op verzoek van de Examencommissie is besloten om de interne handleiding voor surveillanten ook in de studiegids te publiceren: Ieder vak valt onder de verantwoordelijkheid van één of meer examinatoren. De examinator is belast met de leiding van de surveillance en draagt de eindverantwoordelijkheid voor de gang van zaken tijdens het tentamen. Bij verhindering van de examinator wordt een vervanger aangewezen. Deze vervanger heeft bij voorkeur examenbevoegdheid en dient in ieder geval voldoende deskundig te zijn en voldoende te zijn voorbereid om inhoudelijke vragen van studenten op adequate wijze te kunnen beantwoorden. In geval van meerdere examinatoren wordt één coördinerend examinator aangewezen. Vanaf ca. 50 tot 100 studenten is een tweede surveillant aanwezig. Voor iedere extra 100 studenten is een extra surveillant aanwezig. Bij meer dan 50 studenten treffen de surveillanten elkaar ongeveer een half uur van tevoren voor het ronddelen van formulieren en het maken van werkafspraken. In geval van één surveillant dient deze een mobiele telefoon bij zich te hebben. Bij calamiteiten moet hij/zij contact op kunnen nemen met de portiersdienst. Indien tentamens op meerdere locaties worden afgenomen, is het van belang dat de surveillanten onderling contact kunnen opnemen. De surveillant controleert de presentielijst en de collegekaarten en is bevoegd u een geldig identiteitsbewijs te vragen: klopt de foto en corresponderen naam en studentnummer met elkaar. Indien de student niet over geldige inschrijvingsbescheiden beschikt en niet op de deelnemerslijst voorkomt, kan hem/haar de deelname of verdere deelname aan het tentamen worden ontzegd. Het verdient echter de voorkeur de student, indien hij zegt wel over inschrijvingsbescheiden te beschikken, voorwaardelijk te laten deelnemen aan het tentamen en hierbij af te spreken dat, indien de student binnen 24 uur op de eerstvolgende werkdag deze bescheiden alsnog overlegt bij de vakgroep waarbij de (coördinerend) examinator of surveillant werkzaam is, het tentamen alsnog als geldig afgelegd wordt beschouwd. De surveillant maakt van deze afspraak een aantekening. De surveillant draagt zorg voor een ordentelijk verloop van het tentamen. Indien de surveillant constateert dat een student zich schuldig maakt aan verstoring, wordt deze student eerst gewaarschuwd. Bij volharding van de verstoring zal de student verdere deelname aan het tentamen worden ontzegd. Bij een eventuele verstoring van buitenaf (bij voorbeeld bij geluidsoverlast) neemt de surveillant hiertegen adequate maatregelen.
68
TOETSING
-
-
-
-
-
Toiletbezoek wordt het eerste en het laatste halfuur van het tentamen in principe niet toegestaan. De surveillant loopt nu en dan rond en begeeft zich ook achter in de zaal. Hij/zij controleert wet- en jurisprudentiebundels voor zover deze mogen worden meegenomen. De student dient communicatiemiddelen als mobiele telefoons, buzzers e.d. uitgeschakeld en niet voorhanden te hebben. De surveillant is bevoegd tot inbeslagname van deze apparaten. De Examencommissie neemt geen enkele verantwoordelijkheid voor de inbeslaggenomen apparaten. Bij een vermoeden van fraude tijdens de tentamens wordt dit vermoeden ter kennis van de betreffende student gebracht. De student wordt vervolgens, onder verwijzing naar zijn zwijgrecht, in de gelegenheid gesteld zijn zienswijze te geven. De surveillant mag met het oog op aantonen van fraude, buiten de wet- en jurisprudentiebundels ook andere meegebrachte bezittingen of eigendommen van de student onderzoeken. Indien er naar aanleiding van dit onderzoek bewijzen van fraude worden gevonden, worden de betreffende zaken in beslag genomen. Indien de surveillant fraude heeft geconstateerd, wordt het tentamenformulier ingenomen en het tentamen als niet afgelegd beschouwd. De surveillant maakt vervolgens een schriftelijk verbaal van de feiten en omstandigheden op. Vermoedens of constateringen van fraude tijdens of in verband met het tentamen worden met spoed ter kennis gebracht van de Examencommissie, via de afdeling DOS, onder overlegging van het verbaal en de eventueel in beslag genomen zaken. De surveillant neemt de tentamens in ontvangst en maakt daarvan een aantekening op de presentielijst.
3.4 Tentamenstof De tentamenstof, vragen en opgaven Bekendmaking schriftelijke, danwel digitale bronnen
De tentamenstof omvat het op de colleges behandelde alsmede de schriftelijke danwel digitale bronnen voorzover deze op de volgende wijze bekend zijn gemaakt en beschikbaar zijn. De schriftelijke, danwel digitale bronnen worden voor de aanvang van het semester dat voorafgaat aan het desbetreffende tentamen in de studiegids of de Universiteitskrant bekend gemaakt. Indien bijzondere omstandigheden nopen tot bekendmaking op een later tijdstip dan in de vorige zin bedoeld, geschiedt bekendmaking in de Universiteitskrant zo spoedig mogelijk na de aanvang van de onderwijsperiode, doch niet later dan 2 weken nadien.
Beschikbaarheid schriftelijke, danwel digitale bronnen
De geschreven danwel digitale bronnen waaraan de examenstof wordt ontleend dienen beschikbaar te zijn bij de aanvang van het semester dat vooraf gaat aan het desbetreffende tentamen. Indien bijzondere omstandigheden een beschikbaarheid op het in vorige zin bedoelde tijdstip verhinderen, mogen de bronnen na de aanvang van de onderwijsperiode beschikbaar komen, doch niet later dan 2 weken nadien.
Mogelijke afwijkingen
In afwijking van het voorgaande kan gedurende de onderwijsperiode: a. aanvullende schriftelijke tentamenstof worden verstrekt welke in omvang niet meer dan een tiende deel van de maximaal toelaatbare hoeveelheid tentamenstof bevat. b. de betreffende tentamenstof in individueel onderling overleg tussen de examinator en de student wordt vastgesteld.
De vragen en opgaven
De vragen en opgaven van het tentamen gaan het op college behandelde en de met inachtneming van deze regeling bekend gemaakte en ter beschikking gekomen
69
STUDIEGIDS 2006-2007
bronnen niet te buiten. In geval van niet nakoming van de voorschriften mogen de desbetreffende vragen en opgaven niet in de beoordeling worden betrokken. Indien de Examencommissie daartoe bijzondere redenen aanwezig acht, kan zij besluiten tot afwijking van het voorgaande, en passende maatregelen nemen met inachtneming van de gerechtvaardigde belangen van studenten. Het tentamen representeert de onderwijsdoelen naar inhoud en vorm. De vragen en opgaven van een tentamen zijn duidelijk, en bevatten voldoende aanwijzingen voor de vereiste detaillering van de antwoorden. Meerstellingvragen in multiple-choicevorm zijn niet toegestaan. Op verzoek van de student niet honoreren van een tentamen
De Examencommissie heeft besloten dat studenten tijdens of direct na afloop van het tentamen aan de docent of surveillant kunnen verzoeken om het tentamen als niet afgelegd te beschouwen. In dit geval zal het tentamenwerk door de docent niet worden nagekeken en zal geen cijfer worden toegekend. Wel dient uiteraard het schriftelijk tentamenwerk bij de docent te worden ingeleverd. In geval van multiple choice tentamens dient het antwoordformulier gescheiden van wel na te kijken antwoordformulieren te worden bewaard. Let op: Voor de volgende kans van dat tentamen moet de student zich opnieuw inschrijven (zie par. 3.2 Inschrijving tentamens, tussentoetsen en termijnen).
3.5 Fraude Onder fraude wordt verstaan het handelen of nalaten van een student dat erop is gericht het vormen van een juist oordeel omtrent zijn kennis, inzicht en vaardigheden geheel of gedeeltelijk onmogelijk te maken. Plagiaat kan als fraude worden gekwalificeerd. Ingeval van fraude tijdens het afleggen van een tentamen kan degene die belast is met het afnemen van het tentamen de student uitsluiten van verdere deelname aan het tentamen. De examinator draagt zorg dat een verslag van de geconstateerde of vermoede fraude wordt toegezonden aan de Examencommissie, onder toezending van een afschrift aan de student. De student kan bij de Examencommissie bezwaar maken tegen de uitsluiting. In geval van fraude tijdens of in verband met een examen of een tentamen, kan de Examencommissie de student uitsluiten van verdere deelname aan het desbetreffende examen of van een of meer onderdelen daarvan voor een termijn van ten hoogste een jaar nadat de fraude is geconstateerd. Door de Examencommissie wordt geen vrijstelling verleend voor onderdelen die elders met goed gevolg zijn afgelegd in een periode waarin voor betrokkene aan de eigen faculteit een uitsluiting wegens fraude van kracht was. De Examencommissie beslist niet dan nadat zij de student en de examinator heeft gehoord, althans daartoe in de gelegenheid heeft gesteld. Gebruik wetboeken bij tentamens
Om fraude tegen te kunnen gaan heeft de Examencommissie in overleg met de vakgroepen beslist dat, in de wetboeken, die worden gebruikt tijdens een tentamen, niet mag worden bijgeschreven, geen woorden, geen getallen, pijlen en geen artikelnummers. Kleuren en onderstrepen is wel toegestaan. Het niet bijschrijven betekent ook dat de zgn. “kopjes” van Vermande niet mogen worden overgenomen in de Kluwer en dat de “verwijzingen” in de Kluwer niet mogen worden bijgeschreven in Vermande. Tentamens waarbij fiscale wetteksten worden gebruikt vallen veelal niet onder deze regeling.
3.6 Bekendmaking tentamenuitslag Schriftelijke tentamens
De Tentamen- en Examenadministratie van de faculteit draagt zorg voor de bekendmaking van de uitslagen van schriftelijke tentamens op het publikatie-bord en via Progress.www.
70
TOETSING
Bekendmaking van de uitslag door de Tentamen- en Examenadministratie geschiedt: a. bij vakken genoemd in lid 4 en 5 van art. 18 master-OER en art. 25 van de bachelor-OER, niet later dan drie weken na de tentamendatum; b. bij de overige vakken vanaf de vierde werkdag tot uiterlijk op de negende werkdag na de tentamendatum (de dagen tussen 26 december en 1 januari worden in dit verband niet aangemerkt als werkdagen). Publicatiebord
Mondelinge tentamens
Tentamens op andere wijze afgelegd
Uitslagen van schriftelijke tentamens worden door de Dienst Onderwijs en Studiebegeleiding gepubliceerd op de mededelingenborden in de gang bij de Weberfoyer in het Harmoniecomplex. Studieresultaten zijn bovendien via Progressstudent op internet te raadplegen: Op de website: http://www.rug.nl/ rechten/informatievoor/studenten/ kunt u doorklikken naar Progress.www. In afwijking van het genoemde in de paragraaf over de bekendmaking van schriftelijke tentamens stelt de examinator terstond na het afnemen van een mondeling tentamen de uitslag vast en reikt de student een desbetreffende schriftelijke verklaring uit. Ten aanzien van een op andere wijze dan mondeling of schriftelijk af te leggen tentamen bepaalt de Examencommissie tevoren op welke wijze en binnen welke termijn de student een schriftelijke verklaring omtrent de uitslag zal ontvangen. Op de schriftelijke verklaring omtrent de uitslag van een tentamen wordt de student gewezen op het inzagerecht, alsmede op de beroepsmogelijkheid bij het college van beroep voor de examens.
3.7 Nabespreking van een tentamen Ter beschikking stellen tentamenopgave
Indien een tentamen schriftelijk is afgenomen, dient de tentamenopgave na afloop van het tentamen aan de student ter beschikking te worden gesteld, uiterlijk op het tijdstip van de algemene nabespreking of het tijdstip waarop het tentamen ter inzage wordt gegeven dan wel wordt uitgereikt (zie hierna).
Mee te nemen informatie na afloop semester
Elk tentamenformulier wordt op zodanige wijze voorzien van informatie omtrent tijdstip, plaats en wijze van inzien, (eventueel) afhalen en bespreken van het gemaakte tentamen, dat de student deze informatie na afloop van het tentamen kan meenemen. Tevens wordt op (de bijlage bij) het tentamenformulier vermeld dat tegen beschikkingen van examinatoren binnen 4 weken beroep open staat bij het college van beroep voor de examens ex art. 7.60 WHW.
Vaststellen tijdstip nabespreking / tentamen ter inzage
De betrokken docent stelt tijdstip en plaats vast waarop hetzij: a. het gemaakte tentamen aan de deelnemers ter inzage wordt gegeven en een algemene bespreking van het tentamen plaatsvindt, hetzij b. het gemaakte tentamen met standaard-antwoorden aan de deelnemers ter inzage wordt gegeven dan wel wordt uitgereikt. Bij multiple choice-tentamens of daarmee gelijk te stellen tentamens of tentamenonderdelen kan de docent ervan afzien het gemaakte tentamen aan de deelnemers ter hand te stellen. Het in de aanhef bedoelde tijdstip valt I) niet later dan één week na de bekendmaking van de tentamenuitslag en II) zo mogelijk niet later dan vier werkdagen voor het herhalingstentamen. In afwijking van het onder I) gestelde kan dit tijdstip voor tentamens van het tweede semester vallen in de periode rond de aanvang van het aansluitende eerste semester.
71
STUDIEGIDS 2006-2007
Controle bij uitreiking tentamenwerk
Op het tijdstip van de nabespreking of het tijdstip waarop het tentamen ter inzage wordt gegeven, worden de tentamens door leden van de verantwoordelijke vakgroep aan de deelnemers uitgereikt, op zodanige wijze, dat in ieder geval controle plaatsvindt op naam, collegekaartnummer en/of inschrijfnummer bij het inzien of meenemen.
Mogelijkheid/ tijdstip individuele nabespreking
De betrokken docent biedt de mogelijkheid voor individuele bespreking van het gemaakte tentamen, hetzij aansluitend op de nabespreking, hetzij op een dag erna. Vindt individuele bespreking niet aansluitend plaats, maar op een later tijdstip, dan mag de docent het gemaakte tentamenwerk van de studenten die aan een individuele bespreking wensen deel te nemen innemen tot dit latere tijdstip. Wanneer een student het tentamenwerk wenst mee te nemen en hiervoor het cijfer 5 is behaald, betreft dit een kopie van het origineel.
Weigering individuele nabespreking
Aan een individuele student kan bespreking worden geweigerd indien hij zonder bericht van verhindering dat op redelijke gronden berust, niet op tijdstip van de algemene nabespreking of het tijdstip waarop het tentamen ter inzage wordt gegeven, op de aldaar bedoelde plaats aanwezig is geweest. De Examencommissie beschouwt vakantie niet als een redelijke grond.
Doel nabespreking
Bespreking moet gericht zijn op het duidelijk maken van onjuistheden of gebreken in een door de student gegeven antwoord.
Aantekeningen
Afhalen gecorrigeerd tentamenwerk
Afhalen tentamenwerk door anderen
Het is de student toegestaan tijdens de bespreking aantekeningen te maken voorzover dit niet gebeurt op het gemaakte tentamen. Voorzover gecorrigeerd tentamenwerk door de deelnemers mag worden meegenomen, dient de docent na afloop van de nabespreking/uitreiking nog eenmaal de gelegenheid te bieden om gemaakt tentamenwerk af te halen. Er bestaat dan geen recht meer op een nabespreking. Ook dan worden de tentamens door leden van de verantwoordelijke vakgroep aan de deelnemers uitgereikt, op zodanige wijze dat in ieder geval controle plaatsvindt op naam, collegekaartnummer en/of inschrijfnummer bij het meenemen. Een deelnemer aan een tentamen heeft de mogelijkheid om het door hem gemaakte tentamen op het tijdstip van de nabespreking of uitreiking af te laten halen door een ander. Die ander dient dan te beschikken over het inschrijfnummer en een legitimatiebewijs van de deelnemer.
3.8 Herhalen van tentamens Tentamens die met een voldoende zijn afgelegd
De Examencommissie biedt de gelegenheid een tentamen te herhalen, dat met voldoende resultaat is afgelegd. Deze regeling geldt voor max. 2 tentamens per studiejaar. De student die van deze regeling gebruik wil maken, zal zijn besluit daartoe binnen drie dagen nadat de uitslag van het desbetreffende tentamen bekend is gemaakt, schriftelijk kenbaar moeten maken aan de Tentamen- en Examenadministratie. Het cijfer wordt in dat geval uit de administratie verwijderd. Dit betekent dat de student later niet op zijn besluit kan terugkomen; het door hem reeds afgelegde tentamen wordt als niet afgelegd beschouwd. De herhaling van het tentamen kan alleen plaatsvinden in de eerstvolgende tentamenperiode. Via een persoonlijk verzoek gericht aan de Tentamen- en Examenadministratie wordt men alsnog ingeschreven voor de eerstvolgende herhaling. De uitslag van het in herhaling afgelegde tentamen wordt in de administratie opgenomen.
72
TOETSING
Tentamens die met een onvoldoende zijn afgelegd
De student die is gezakt voor een tentamen kan steeds opnieuw aan het tentamen meedoen, totdat hij voor het tentamen is geslaagd. De met goed gevolg afgelegde tentamens (cijfer 6 of hoger) zijn onbeperkt geldig, behalve voor die vakken waarvoor een beperkte geldigheidsduur is vastgesteld. Uitsluitend voor een aantal vakken geldt een beperkte geldigheidsduur van 8 jaar (zie hoofdstuk 2 inzake de geldigheidsduur en het hoofdstuk Onderwijs- en Examenreglementen van de betreffende opleidingen).
Toelichting
Gekozen is voor de term “meedoen” en niet voor “herhalen” omdat de te doceren stof voor menig vak zich met de ontwikkelingen in dat vak wijzigt. De tentamens zullen die wijzigingen weerspiegelen. De student, die voor het vak dat hij wil doen, niet is geslaagd, kan een onbeperkt aantal malen meedoen aan de tentamens in dat vak. Maar dat behoeft niet in te houden dat het tentamen steeds zal gaan over de stof die hij in een eerder semester heeft bestudeerd. Het is zinvol en vereist dat de student, die een tentamen doet, van de meest recente ontwikkeling in dat vak, voorzover die in colleges, werkgroepen en opgegeven literatuur is behandeld, heeft kennis genomen.
3.9 Afwijkende tentamenregeling schriftelijke tentamens Algemeen
De Examencommissie hanteert t.a.v. afwijkende tentamenregelingen de volgende richtlijnen: In beginsel dienen alle tentamens te worden afgelegd op de wijze, in de volgorde en op de tijdstippen, zoals in de studieregeling vermeld. Uitzonderingen hierop kunnen slechts door de Examencommissie (en dus niet door de betrokken examinator) worden toegestaan. Tentamens, afgelegd niet overeenkomstig deze tentamenregeling (resp. anders dan door de Examencommissie is bepaald) zijn ongeldig. De toestemming tot het afleggen van tentamens op andere dan de aangegeven tijdstippen wordt schriftelijk gegeven namens de Examencommissie door de studieadviseur. De studenten dienen deze schriftelijke bevestiging aan de examinator te tonen. Afwijking m.b.t. de opzet van de studie (spreiding, versnelling, wijziging in de volgorde van af te leggen tentamens) kan alleen worden toegestaan, wanneer deze van te voren wordt aangevraagd. De Examencommissie kent in principe alleen een afwijkende regeling toe indien een naar het oordeel van de Commissie onaanvaardbare vertraging van de studie1 dreigt.
Propedeuse-, bachelor- en masterstudenten
Met betrekking tot afwijkende tentamenregelingen worden door de Examencommissie de volgende groepen onderscheiden: 1. Studenten met een functiebeperking Deze studenten kunnen indien noodzakelijk via aangepaste regelingen tentamens afleggen. Om studenten met een functiebeperking tegemoet te komen bestaan er verschillende mogelijkheden. Omdat de aard en de ernst van de beperkingen bij elke student weer anders is, wil de Faculteit elke student individueel begeleiden en ondersteunen. Elke functiebeperking vereist immers weer andere voorzieningen. Uw eerste aanspreekpunt op de faculteit is de studieadviseur. Voor spreekuurtijden kunt u bellen met de Infobalie (050-3635727) of de website raadplegen (www.rug.nl/rechten). Neem in elk geval vroegtijdig contact op met de studieadviseur. Zij zal, afhankelijk van de benodigde faciliteiten, contact opnemen met degenen die verder kunnen helpen of doorverwijzen. Hoe eerder een student zich meldt, hoe beter de faculteit in staat is in te spelen op de functiebeperking. Ook in verband met een eventuele eerste melding studievertraging is het van belang zich direct 1 Voor vragen over eventuele financiële consequenties van langdurige studievertraging kunnen studenten terecht bij het STAG (voor adres en telefoon zie 1.2).
73
STUDIEGIDS 2006-2007
te melden bij een studieadviseur. Ziekte/Persoonlijke omstandigheden Bij het verlenen van een afwijkende tentamenregeling denkt de Examencommissie aan de volgende gevallen: a. Studenten, die wegens langdurige ziekte, of persoonlijke omstandigheden van langere duur verhinderd zijn tentamen af te leggen. b. Studenten, die een bepaald tentamen door plotselinge ziekte of bijzondere omstandigheden 2x hebben gemist. 3. Bestuurlijke werkzaamheden De Examencommissie kan aan een student die in verband met bestuurlijke werkzaamheden niet met succes kan deelnemen aan een tentamen, toestemming verlenen om een tentamen af te leggen op een tijdstip vast te stellen in overleg met de betrokken docent. Studentbestuurders die voor deze regeling in aanmerking komen zijn: de leden van het Faculteitsbestuur en de Faculteitsraad; de rechtenstudenten die lid zijn van de universiteitsraad; de leden van de Vaste Commissie voor het Onderwijs; de leden van het JFV-bestuur (maximaal: 6 personen). Daarnaast kunnen ter beoordeling van de Examencommissie studentleden van ad hoc commissies en bestuursleden van facultaire studentenverenigingen, indien de bijdrage daaraan een vergelijkbare inspanning vergt als de boven-genoemde bestuursfuncties, voor de regeling in aanmerking komen. 2.
De extra tentamenkans kan worden geboden voor max. één vak per semester. Een verzoek om voor deze afwijkende tentamenregeling in aanmerking te komen moet voorafgaand aan het semester waarin studievertraging dreigt worden ingediend via de Infobalie bij de studieadviseur. ad a: Langdurige ziekte of persoonlijke omstandigheden Studenten, die langdurig ziek zijn, of door persoonlijke omstandigheden langdurig niet kunnen studeren, dienen zo spoedig mogelijk, maar in ieder geval voor de aanvang van de tentamenperiode contact op te nemen met de studieadviseur. In overleg zal dan bepaald kunnen worden, of een afwijkende tentamenregeling nodig is, en hoe die eruit ziet. Met nadruk wordt erop gewezen, dat studenten niet achteraf een beroep op deze mogelijkheid kunnen doen. ad b: Plotselinge ziekte of persoonlijke omstandigheden Aan studenten, die aan een bepaalde tentamenkans plotseling door ziekte, of bijzondere persoonlijke omstandigheden niet kunnen deelnemen wordt geen afwijkende tentamenregeling verleend. Wel kan een afwijkende tentamenregeling worden verleend, indien men onverhoopt nog een keer ziek mocht worden. Procedure i.g.v. ziekte of persoonlijke omstandigheden
De volgende procedure moet worden gevolgd: 1. is de student bij de eerste kans ziek voor een tentamen, dan dient hij/zij dit uiterlijk op de dag van het tentamen telefonisch te melden bij de Infobalie (tel. 050-363 5727). 2. is men voor de tweede keer ziek voor een tentamen van hetzelfde vak, dan moet dit opnieuw worden gemeld uiterlijk op de dag van het tentamen (tel. 050-363 5727). Daarna dient schriftelijk aan de studieadviseur een verzoek tot een afwijkende tentamenregeling te worden gericht. In die brief dient het adres en het tel.nr. van de behandelend arts te worden vermeld, en een gerichte machtiging aan die arts om informatie te verstrekken. De student wordt er met nadruk op gewezen, dat geen aanspraak op een afwijkende tentamenregeling kan worden gemaakt, indien men zich niet op de voorgeschreven wijze heeft afgemeld.
74
TOETSING
Avondstudenten
In bepaalde omstandigheden worden aan avondstudenten (met volledige werkkring) afwijkende tentamenregelingen verleend. Dit indien voor hen verplichte schriftelijke tentamens binnen zeer kort tijdsbestek vallen en er na vroegtijdig overleg met de studieadviseur aan het begin van het studiejaar geen mogelijkheid blijkt voor een meer gespreide planning.
Laatste tentamen bacheloropleiding
De Examencommissie kan indien een naar haar oordeel onaanvaardbare vertraging van de studie dreigt, van de tentamenregeling van de bachelorfase afwijken. Daarbij gelden de volgende uitgangspunten: a. De Examencommissie kan op verzoek van de student toestemming geven voor het afleggen van een extra tentamen in één vak indien: 1. verzoeker nog in één vak tentamen moet afleggen, en 2. verzoeker in het betreffende vak tenminste éénmaal schriftelijk tentamen heeft afgelegd, waarbij uit het resultaat of anderszins van een behoorlijke voorbereiding is gebleken en 3. verzoeker uiterlijk twee maanden vóór de eerstvolgende reguliere mogelijkheid om tentamen af te leggen in het betreffende vak, voldaan heeft aan de vereisten voor het één na laatste onderdeel van de bacheloropleiding (d.w.z. een voldoende heeft behaald voor het één na laatste vak dan wel goedkeuring voor de bachelorscriptie), en 4. De student na de bachelor niet verder gaat met een andere bachelor- of masterstudie aan de RUG, en 5. verzoeker vóór het onder a.3 genoemde tijdstip een verzoek tot het afleggen van een extra tentamen in het betreffende vak heeft ingediend bij de Examencommissie. b. Indien binnen een semester twee reguliere mogelijkheden zijn tot het afleggen van een tentamen, wordt een verzoek tot het afleggen van een extra tentamen in de tussenliggende periode (periode tussen de twee reguliere tentamens) niet gehonoreerd. Voor de toepassing van de afwijkende tentamenregeling worden tentamens die in augustus worden afgenomen gerekend tot het tweede semester. c. Alleen in uitzonderlijke gevallen geeft de Examencommissie toestemming voor twee vakken. Het betreft gevallen waarbij een langdurige studievertraging dreigt. Gedacht wordt aan studenten die voor twee vakken een onvoldoende hebben behaald, terwijl de eerstvolgende reguliere tentamens pas na twee semesters worden afgenomen. Let op: Indien de student na de bachelorfase een aansluitende master/ een master, waartoe hij op grond van zijn bachelor rechtstreekse toegang heeft, gaat volgen, komt hij niet in aanmerking voor een afwijkende tentamenregeling voor het laatste onderdeel van de bachelor. Een student die 20 ec of minder dan 20 ec deficiënt is van de bachelor, kan immers al voorwaardelijke toelating tot de master vragen, mits hij deze deficiëntie binnen een jaar weg werkt. Hij loopt in deze situatie namelijk geen onredelijke studievertraging op. Indien na het verstrijken van de voorwaardelijke toelating een student nog één bachelorvak heeft openstaan kan hij een verzoek doen tot een afwijkende tentamenregeling voor dit laatste bachelorvak. Hierbij gelden de onder a, b en c genoemde uitgangspunten.
Laatste tentamen masteropleiding
De Examencommissie kan indien een naar haar oordeel onaanvaardbare vertraging van de studie dreigt, van de tentamenregeling van de masterfase afwijken. Daarbij gelden de volgende uitgangspunten: a. De Examencommissie kan op verzoek van de student toestemming geven voor het afleggen van een extra tentamen in één vak indien: 1. verzoeker nog in één vak tentamen moet afleggen, en
75
STUDIEGIDS 2006-2007
2.
b.
c.
76
verzoeker in het betreffende vak tenminste éénmaal schriftelijk tentamen heeft afgelegd, waarbij uit het resultaat of anderszins van een behoorlijke voorbereiding is gebleken en 3. verzoeker uiterlijk twee maanden vóór de eerstvolgende reguliere mogelijkheid om tentamen af te leggen in het betreffende vak, voldaan heeft aan de vereisten voor het één na laatste onderdeel van de masteropleiding (d.w.z. een voldoende heeft behaald voor het één na laatste vak dan wel goedkeuring voor de masterscriptie), en 4. verzoeker vóór het onder a.3 genoemde tijdstip een verzoek tot het afleggen van een extra tentamen in het betreffende vak heeft ingediend bij de Examencommissie. Indien binnen een semester twee reguliere mogelijkheden zijn tot het afleggen van een tentamen, wordt een verzoek tot het afleggen van een extra tentamen in de tussenliggende periode (periode tussen de twee reguliere tentamens) niet gehonoreerd. Voor de toepassing van de afwijkende tentamenregeling worden tentamens die in augustus worden afgenomen gerekend tot het tweede semester. Alleen in uitzonderlijke gevallen geeft de Examencommissie toestemming voor twee vakken. Het betreft gevallen waarbij een langdurige studievertraging dreigt. Gedacht wordt aan studenten die voor twee vakken een onvoldoende hebben behaald, terwijl de eerstvolgende reguliere tentamens pas na twee semesters worden afgenomen.
STUDEREN IN HET BUITENLAND
4 Studeren in het buitenland Algemeen
Waarheen?
De afgelopen paar jaar hebben vele tientallen studenten van de faculteit één of twee semesters in het buitenland gestudeerd of daar stage gelopen. Steeds kwamen zij met enthousiaste verhalen terug. Studeren in het buitenland is om verschillende redenen een waardevolle ervaring. De beheersing van de taal van het land waar je studeert gaat met sprongen vooruit. Je maakt kennis met de cultuur van een ander land, met een andere manier van leven. Je verdiept je in een ander rechtsstelsel, een andere rechtscultuur en een andere rechtstaal. Deze confrontatie met het andere is een verrijking op zichzelf en schept tevens het inzicht in (de relatieve waarde van) de eigen samenleving en het eigen rechtsstelsel. Studeren in het buitenland biedt verder de gelegenheid om al tijdens de studie internationale contacten te leggen, waarvan je later voordeel kunt hebben. Bijzonder waardevol is ook de ervaring dat je je in een (soms geheel) andere cultuur en omgeving leert redden. Ten slotte is een dergelijke buitenlandervaring een belangrijk voordeel op de arbeidsmarkt. Studeren in het buitenland is, vergeleken met een aantal jaren geleden, relatief gemakkelijk te organiseren, omdat de faculteit met veel buitenlandse zusterfaculteiten samenwerkingsafspraken heeft gemaakt over studentenuitwisseling. Een studieperiode in het buitenland is ook eenvoudiger dan vroeger in te passen in de studie, zonder veel verlies van studietijd. Ten slotte krijgt de student in veel gevallen een beurs die (een deel van) de extra kosten dekt. Om de uitwisseling van studenten te vergemakkelijken heeft de faculteit de afgelopen paar jaar met verschillende buitenlandse zusterfaculteiten samenwerkingsafspraken gemaakt, deels bilateraal, deels in het kader van een interuniversitair netwerk. Via die samenwerkingsprogramma's beschikt de faculteit over een breed scala van uitwisselingsmogelijkheden. Op dit moment is uitwisseling mogelijk met een of meer juridische faculteiten in: elk van de lidstaten van de Europese Unie; IJsland, Noorwegen en Zwitserland (EVA-landen); Turkije Nieuw-Zeeland, de Verenigde Staten, Canada en Australië China, Japan, Taiwan en Vietnam (op zeer beperkte schaal) Een student die in het kader van een van deze samenwerkingsprogramma's wordt uitgezonden geniet daarbij in het algemeen de volgende voordelen: vrijstelling van inschrijf- en collegegelden bij de buitenlandse universiteit; hulp bij het vinden van huisvesting; erkenning van de behaalde studiepunten; een tegemoetkoming in de reis- en verblijfkosten.
Wie?
Wie in aanmerking wil komen voor uitzending naar het buitenland moet ingeschreven staan als voltijds student rechten aan de Rijksuniversiteit Groningen en op het moment van vertrek minimaal 30 ec na de propedeuse rechtsgeleerdheid hebben behaald voor een studieperiode binnen Europa. Voor een studieperiode buiten Europa geldt 45 ec als minimum.
Erkenning van vakken
Om zoveel mogelijk te voorkomen dat een studieperiode in het buitenland tot verlies van studietijd leidt, volgt de faculteit een soepel beleid ten aanzien van de erkenning van in het buitenland behaalde studieresultaten. Deze tellen ook mee voor de punten die een student moet behalen in verband met de prestatiebeurs. De volgende studieactiviteiten komen in aanmerking voor erkenning, dat wil zeggen kunnen in het buitenland gevolgd worden en zijn bij voldoende resultaat vrijstellend:
77
STUDIEGIDS 2006-2007
-
de keuzevakken; het verplichte relativerende vak (voor studenten oude stijl); het verplichte niet-juridische vak (voor studenten in de nieuwe bachelor-master structuur); in bepaalde gevallen is het mogelijk om tijdens de uitwisselingsperiode de studentenrechtbank (gedeeltelijk) vervangend in het buitenland te doen; enkele verplichte vakken op het terrein van het Europese recht, het internationale recht en de metajuridica, te weten: Europees Recht, European Law 2 en Substantive EC Law; International Law 1 and 2; Internationaal Privaatrecht; Rechtsgeschiedenis 2; Rechtseconomie; Inleiding Rechtsfilosofie / Inleiding Rechtssociologie; hoofdvakken Rechtsfilosofie/Rechtssociologie; verplichte vakken Internationale Betrekkingen uit de opleiding Internationaal en Europees Recht. het verplichte seminaar, voorzover is voldaan aan de vereisten die daaraan binnen de faculteit worden gesteld, te weten: de zelfwerkzaamheid van de student dient centraal te staan, hetgeen tot uitdrukking moet komen in een referaat en/of een paper; de scriptie en een kleine scriptie; een stage. Voor de hierboven genoemde vakken geldt geen generale vrijstelling. Per verzoek wordt door de Examencommissie, in overleg met de verantwoordelijke Groningse docent, beoordeeld of en in welke mate het in het buitenland te volgen (vergelijkbare) vak vrijstellend of vervangend is voor het Groningse vak. Deze beoordeling geschiedt in principe vóór het vertrek naar de buitenlandse universiteit. In sommige gevallen echter zal de definitieve toestemming voor vrijstelling of vervanging pas na terugkeer plaatsvinden. Studenten die aan de buitenlandse universiteit een taal als vak willen volgen, dienen zich te realiseren dat de Examencommissie niet geneigd is in het buitenland gevolgd taalonderwijs als keuzevak goed te keuren (hiervoor zullen in Groningen dus geen studiepunten worden toegekend). De feitelijke erkenning van een in het buitenland te volgen vak geschiedt door de Examencommissie en dient de student aan te vragen vóór vertrek naar het buitenland. Het aanvraagformulier daarvoor wordt de student, na plaatsing, toegezonden. Zit de student reeds in het buitenland en treedt er een wijziging in de vakken op, dan dient de student een nieuw ‘formulier vakken buitenland’ in te sturen (downloaden via de website: http://www.rug.nl/rechten/informatievoor/studenten/infobalie/formulier/ en per e-mail sturen naar
[email protected]). Voor vragen over de inpassing van de aan de buitenlandse universiteit te volgen vakken in het eigen studieprogramma kunnen studenten contact opnemen met een van de studieadviseurs binnen de Dienst Onderwijs en Studiebegeleiding. Financiële ondersteuning
Via de samenwerkingsprogramma's waaraan de faculteit deelneemt, wordt jaarlijks bij onder meer het SOCRATES-Bureau van de Europese Commissie subsidie aangevraagd voor studentenbeurzen. Over de subsidie-aanvragen voor 2006-2007 wordt naar verwachting in mei 2006 beslist. Voor een studie of stage in landen buiten de EU en de EVA kan een student in aanmerking komen voor een beurs vanuit het Marco Polo Fonds van de RUG, een fonds bestaande uit facultaire en universitaire middelen. Zo'n beurs biedt een tegemoetkoming (geen volledige dekking) in de reis- en verblijfkosten die zijn verbonden aan de studie in het buitenland. De hoogte van de beurs wordt jaarlijks vastgesteld.
78
STUDEREN IN HET BUITENLAND
Naast deze beurs behoudt de student zijn studiefinanciering; bovendien kan de student voor de volledige maanden die in het buitenland worden doorgebracht het bedrag van de OV-jaarkaart terugvragen (formulieren hiervoor zijn verkrijgbaar bij de Informatie Beheer Groep en het Studentenadviesbureau Groningen). Aanmelding voor een studieperiode in het buitenland en het aanvragen van een beurs daarvoor dient te geschieden via een aanmeldingsformulier, verkrijgbaar bij het International Office. Het beleid van de faculteit is erop gericht om de voor internationalisering beschikbare middelen (SOCRATES-beurzen, Marco Polo Fonds, Fonds Internationalisering en dergelijke) zo rechtvaardig mogelijk over de in aanmerking komende studenten te verdelen. Om die reden kunnen studenten in het algemeen slechts één keer tijdens hun studie in aanmerking komen voor een vergoeding van een studie- of stageperiode in het buitenland. De uitbetaling van de beurs geschiedt in twee termijnen. Vóór vertrek naar het buitenland ontvangt de student een voorschot, het resterende beursbedrag wordt uitgekeerd na inlevering van een verslag met bijbehorende documenten van de buitenlandse studieperiode; een verslagformulier wordt vóór vertrek aan de student verstrekt. Voorbereiding
Wie een periode in het buitenland wil studeren moet tijdig in zijn studie inplannen in welke periode hij dat wil doen. Voorts is een goede taalvoorbereiding van groot belang om de buitenlandse studie tot een succes te maken. In Spanje of Italië bijvoorbeeld wordt namelijk geen onderwijs in het Engels gegeven, maar alleen in het Spaans resp. Italiaans. De meeste universiteiten (met uitzondering van de Engelstalige) verzorgen voor de buitenlandse studenten enigerlei vorm van taalonderwijs. Dit onderwijs is echter onvoldoende in het geval men de taal niet, of op beginnersniveau, beheerst. In die gevallen is taalvoorbereiding vóór vertrek noodzakelijk. Het is raadzaam hiermee een jaar van te voren te beginnen. De RUG biedt taalcursussen op allerlei niveaus aan in alle EG-talen. Inlichtingen hierover zijn verkrijgbaar bij het Talencentrum, eerste verdieping Harmoniegebouw; kamer 129, bouwdeel 15. Daarnaast bestaat de mogelijkheid van zelfstudie in het Talenpracticum, Harmoniegebouw, aanmelding via de bibliotheek Letteren.
Aanmelding
Wie voor uitwisseling in aanmerking wil komen kan zich aanmelden via een aanmeldingsformulier, verkrijgbaar bij het International Office. Studenten die zich nog voor het tweede semester van het academisch jaar 2006-2007 willen aanmelden, dienen zo spoedig mogelijk contact op te nemen met het International Office. De deadlines voor aanmelding voor het academisch jaar 2007-2008 zijn vastgesteld op 1 februari 2007 (studeren in Canada/VS) en 1 maart 2008 (studeren aan een Europese universiteit). Voor universitaire uitwisselingen kunnen er andere deadlines gelden. Binnen twee maanden na de sluitingsdatum krijgt u bericht aan welke universiteit u kunt studeren en of u een additionele beurs ontvangt.
Informatie
Voor informatie over studeren in het buitenland kunnen studenten terecht bij het International Office aan de Turftorenstraat 21, kamer T-68, tijdens de inloopspreekuren op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag van 13.30 – 15.00 uur (tenzij anders aangegeven). Op woensdag is er geen spreekuur. Ook is het mogelijk om telefonisch vragen te stellen (050-363 7942) of via e-mail:
[email protected]. Een brochure met meer informatie (met daarin onder andere de internetadressen van alle uitwisselingspartners) en een aanmeldingsformulier zijn verkrijgbaar bij het International Office. Deze informatie is ook te vinden op de website van de faculteit http://www.rug.nl/rechten. Tevens liggen op het International Office ter inzage de verslagen van studenten die in voorgaande jaren via het facultaire uitwisselingsprogramma aan een buitenlandse universiteit hebben gestudeerd. De meest recente studentverslagen zijn ook te vinden in de zwarte informatiekast van het International Office (schuin tegenover de infobalie). In deze kast vindt u daarnaast
79
STUDIEGIDS 2006-2007
onder andere informatie over buitenlandse universiteiten, summer courses en buitenlandse stages.
80
PROPEDEUSE
5 Propedeuse 5.1 Algemeen Aard van het onderwijs
Sinds 1 september 2002 werkt de Faculteit der Rechtsgeleerdheid volgens de bachelor-masterstructuur (BaMa). Dit als gevolg van een afspraak die door alle EUlanden is gemaakt en voortvloeit uit de Bolognaverklaring van juni 1999. Met de invoering van de BaMa is beoogd het hoger onderwijs in Europa beter op elkaar af te stemmen en het gemakkelijker te maken om tijdens of na de studie een tijd in het buitenland te studeren of te werken. De bacheloropleidingen worden na het eerste jaar afgesloten met een propedeutisch examen. Het eerste –propedeuse- jaar (B1) is voor alle bachelor-opleidingen nagenoeg gelijk en heeft een brede opzet. In dit jaar maakt de student kennis met de belangrijkste rechtsgebieden en wordt er aandacht besteed aan het aanleren van relevante academische en juridische vaardigheden. In de tweede helft van het tweede semester volgt de student een vak dat aansluit bij de gekozen bachelor (zgn. bachelorgebonden vak). Een uitzondering hierop is de Bachelor Law in Europe: het programma hiervan wijkt ook in de propedeuse al af van andere bacheloropleidingen.
Functies van de propedeuse
Oriëntatie: Het propedeuseprogramma geeft de student een beeld van de rechtenstudie en van de mogelijkheden die de studie biedt. De opbouw van het programma, het studieadvies aan het eind van het studiejaar (zie onder) kunnen, samen met de aangeboden begeleiding gedurende het studiejaar, de student helpen beslissen of hij de studie zal voortzetten of dat hij er beter aan doet voor een andere opleiding te kiezen. Selectie: De propedeuse is een soort toelatingsexamen voor de verdere studie. Het programma is zodanig ingericht dat van de student, die uiteindelijk de propedeuse met succes binnen redelijke tijd weet af te ronden, mag worden verwacht dat hij het resterende bachelorprogramma en de daarop volgende masteropleiding eveneens in de daarvoor beschikbare tijd met succes kan doorlopen.
5.2 Studievoortgang en –begeleiding Dringend studieadvies
Na de propedeuse moet iedere student in staat zijn om te bepalen of de rechtenstudie geschikt voor hem is. Met het oog op het huidige stelsel van studiefinanciering is het belangrijk deze keuze bewust en tijdig te maken. De faculteit acht het van groot belang om studenten tijdens de studie zo veel mogelijk met raad en daad terzijde staan. Ook bij het maken van de keuze over de voortzetting van de studie na de propedeuse biedt de faculteit graag een helpende hand. Daarbij speelt het 'dringend studieadvies', dat alle voltijdstudenten aan het einde van het eerste propedeusejaar ontvangen, een belangrijke rol. Maatgevend bij het uitbrengen van het studieadvies is de hoeveelheid behaalde ec’s. Studenten ontvangen een positief advies indien tenminste de helft (30 ec) van het totale aantal ec’s van de propedeuse is behaald. Wie niet aan de genoemde normen voldoet, ontvangt een negatief advies. Het dringend studieadvies wordt uitgebracht na de tentamenronde van het 2e semester. Een negatief advies kan door goede studieresultaten in de tentamenronde van augustus in een positief advies omgezet worden. Overigens moet worden opgemerkt dat het studieadvies niet meer is dan een voorzichtig oordeel van de faculteit over de behaalde studieresultaten. Belangrijk daarbij is de verwachting die de
81
STUDIEGIDS 2006-2007
faculteit heeft over de mogelijkheden tot afronding van de studie. Er bestaat voor studenten geen verplichting om het advies ook daadwerkelijk op te volgen. De faculteit probeert gedurende het studiejaar zo goed mogelijk een beeld te krijgen van de omstandigheden die ten grondslag liggen aan achterblijvende resultaten. Uiteraard blijft het uitbrengen van een studieadvies achterwege als bij de faculteit bekend is dat deze omstandigheden zodanig zijn (geweest) dat van een normale studievoorbereiding geen sprake kon zijn. De faculteit gaat niet zonder meer over tot advisering. Gedurende het studiejaar is sprake van facultaire aandacht voor de studievoortgang. Zo ontvangen alle studenten die na het 1e semester onvoldoende ec’s hebben behaald, een uitnodiging voor een studievoortgangsgesprek. In deze gesprekken wordt een poging gedaan om de oorzaken van de opgelopen studievertraging te achterhalen. Ook wordt nagegaan of en zo ja, op welke manier, de faculteit kan helpen om de studieresultaten in positieve zin bij te stellen. Cursus voor propedeusestudenten
De Dienst Onderwijs en Studiebegeleiding organiseert in het 2e semester een cursus die speciaal bedoeld is voor alle propedeusestudenten die in het 1e semester onvoldoende studieresultaten hebben gehaald. De cursus bestaat o.a. uit planning, tekst bestuderen, wetboeksystematiek en casus oplossen.
Wegwijs in studie en faculteit
De faculteit vindt het belangrijk dat nieuwe studenten snel wegwijs raken in de studie en zich goed thuis voelen aan de faculteit. Op de facultaire introductiedag wordt veel praktische informatie gegeven. Over andere mogelijkheden om snel de weg te vinden op de faculteit zal via de UK en de facultaire website (www.rug.nl/Rechten/) nadere informatie worden gegeven. Ook de facultaire studentenverenigingen worden hierbij betrokken.
Nadere informatie
Zie hoofdstuk 2 ‘Algemene onderwijsinformatie’ voor de geldende eisen en regels van iedere bachelor- en masteropleiding m.b.t.: - Onderwijsvormen – Kenmerken programma’s en vakken – (Optioneel) verplichte vakken en semina(a)rs - Keuzeruimte, Studeren in het buitenland, Recht in Praktijk en Stage - Scriptie - Examens, afstuderen en titulatuur In hoofdstuk 3 ‘Toetsing’ vindt u informatie over: - Tijdvakken en frequentie van de tentamens - Richtlijnen Examencommissie bij toekenning afwijkende tentamenregelingen - Geldigheidsduur tentamens. LET OP: In dit hoofdstuk treft u, voorzover hiervan sprake is, slechts de uitzonderingen aan op de hoofdregels genoemd in hoofdstuk 2 en 3.
5.3 Onderwijs- en Examenregeling Propedeuse Onderdelen en studielast
De propedeuse omvat de volgende vakken met de daarbij vermelde studielast: 1. Algemene Rechtswetenschap (7 ec) 2. Bestuursrecht 1 (5 ec) 3. Elementair Internationaal Publiekrecht (5 ec) 4. Juridische Vaardigheden A (Rechtsvinding + ITJ) (3 ec) 5. Juridische Vaardigheden B (2 ec) 6. Juridische Vaardigheden C (3 ec)
82
PROPEDEUSE
7. 8. 9. 10. 11. 12. Totaal
Burgerlijk Recht 1 Rechtsgeschiedenis 1 Staatsrecht 1A Staatsrecht 1B Strafrecht 1 Bachelor-gebonden vak
(8 ec) (6 ec) (6 ec) (4 ec) (7 ec) (4 ec) (60 ec)
De vakken van het propedeutisch examen zijn als volgt geprogrammeerd over één studiejaar: jaar 1 Semester I sem type I verplicht I verplicht I verplicht Ia verplicht
Propedeuse Law in Europe
Ia
verplicht
Ib Ib
verplicht verplicht
vaknaam Algemene Rechtswetenschap Rechtsgeschiedenis 1 Staatsrecht 1A Jur Vaardigheden A Rechtsvinding Juridische Vaardigheden A ITJ Juridische Vaardigheden B Elementair Internationaal Publiekrecht
EC 7 6 6 3
2 5
Semester II sem type II verplicht II verplicht II verplicht II a verplicht
vaknaam Juridische Vaardigheden C Burgerlijk Recht 1 Strafrecht 1 Bestuursrecht 1
EC 3 8 7 5
II a
verplicht
Staatsrecht 1B
4
II b
verplicht
Bachelor gebonden vak
4
In afwijking van het bovenstaande omvat de propedeuse van de Bachelor Law in Europe de volgende vakken met de daarbij vermelde studielast: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. Totaal
Algemene rechtswetenschap Staatsrecht 1A Staatsrecht 1B Burgerlijk recht 1 Bestuursrecht 1 Juridische Vaardigheden A – Rechtsvinding Juridische vaardigheden A - ITJ Juridische Vaardigheden B Strafrecht 1 Rechtsgeschiedenis 1 Elementair Internationaal Publiekrecht Law in Europe 1
7 6 4 8 5 3
ec ec ec ec ec ec
2 ec 7 ec 6 ec 5 ec 7 ec (60 ec)
De vakken zijn als volgt geprogrammeerd over één studiejaar: jaar 1 Semester I sem type I verplicht I verplicht I verplicht Ia verplicht
Bachelorgebonden vak
Ia
verplicht
Ib
verplicht
Ib
verplicht
vaknaam Algemene Rechtswetenschap Rechtsgeschiedenis 1 Staatsrecht 1A Jur Vaardigheden A Rechtsvinding Juridische Vaardigheden A ITJ Juridische Vaardigheden B
EC 7 6 6 3
Elementair Internationaal Publiekrecht
5
Semester II sem type II verplicht II verplicht II verplicht II a verplicht
vaknaam Law in Europe 1 Burgerlijk Recht 1 Strafrecht 1 Bestuursrecht 1
EC 7 8 7 5
II a
Staatsrecht 1B
4
verplicht
2
Voor alle bacheloropleidingen, uitgezonderd Law in Europe, is er een gemeenschappelijk eerste jaar met in het tweede semester een beperkte differentiatie als oriëntatie
83
STUDIEGIDS 2006-2007
op de gekozen of nog te kiezen bacheloropleiding. Deze zogenaamde bachelorgebonden vakken zijn: Elementair Belastingrecht / Elementair Recht & ICT / Elementaire Bestuurskunde Elementair Belastingrecht Elementair Recht en ICT Elementaire Bestuurskunde
Voor de Bachelors Nederlands Recht en Internationaal en Europees Recht Voor de Bachelors Fiscaal recht en Notarieel recht Voor de Bachelor Recht & ICT Voor de Bachelor Recht en Bestuur
Studenten Nederlands recht en Internationaal en Europees recht kunnen kiezen uit drie verschillende vakken. Voor studenten Nederlands recht is Elementair Belastingrecht echter wel een verplicht onderdeel van het bachelorexamen. Wordt dit vak niet in het propedeusejaar afgelegd, dan dient de student Nederlands recht dit vak op een later tijdstip (dit vak kan worden ingebracht in de juridische keuzeruimte) af te leggen. Deze regel geldt niet voor studenten Internationaal en Europees recht. Het vak Elementair Belastingrecht wordt hen wel aanbevolen, met name indien de student een functie in één van de togaberoepen ambieert. Indien studenten tijdens of na het propedeusejaar overstappen naar een andere bachelorstudie kan dit bachelorgebonden vak opgevoerd worden in de keuzeruimte van de postpropedeutische fase. Studenten dienen dan alsnog het bachelorgebonden vak van hun nieuw gekozen bachelor af te leggen. De bachelorgebonden vakken van de propedeuse worden aangegeven als vakken op B-niveau. Eerstejaarsstudenten Internationaal en Europees recht die in het tweede studiejaar willen beginnen met het verplichte tweedejaarsvak Taal (Engels of Frans) moeten vooraf, dat wil zeggen in het tweede semester van het eerste studiejaar, een niveautoets afleggen. Op basis van de resultaten van de toets ontvangen studenten een advies van het Talencentrum. De student weet dan op basis van dit advies of hij/zij in staat zal zijn het gewenste eindniveau van de taal (Engels/Frans) aan het eind van de bachelor te halen en welke (extra) inspanningen de student daarvoor tijdens zijn tweede jaar zal moeten verrichten. De toets bestaat uit een schriftelijk deel en een mondeling deel. De toetsen vereisen geen voorbereiding. De propedeutische practica
Bestelling syllabi
De practica Juridische Vaardigheden A, B en C bestaan uit een aantal onderdelen. Juridische Vaardigheden A gaat onder meer in op wetboeksystematiek, arresten lezen, het communiceren met behulp van de computer (o.a. in de facultaire elektronische leer- en onderwijsomgeving) en het vergaren van digitale juridische informatie. Juridische Vaardigheden B bestaat voornamelijk uit casusoplossing. Voor Juridische Vaardigheden C dient de student individueel een juridisch essay te schrijven naar aanleiding van een gegeven casus. Alle onderdelen kennen onder meer een aanwezigheidsverplichting. Het onderdeel ‘rechtsvinding’ van Juridische Vaardigheden A wordt afgesloten met een toets met een herkansing na afloop van het tweede semester. Het onderdeel Informatietechnologie voor Juristen (ITJ) wordt tijdens het practicum getoetst door middel van een aantal opdrachten. Wanneer een student vanwege bijzondere omstandigheden de practica Juridische Vaardigheden A (deel Rechtsvinding), B en C niet met voldoende resultaat aflegt is toestemming van de vakgroep vereist voor het eventueel afleggen van een extra toets na afloop van het 2e semester. Nadere bijzonderheden omtrent deelname en tentamenregeling zijn opgenomen in Ocasys. De klappers die propedeusestudenten tijdens het 1e semester nodig hebben, kunnen zij rechtstreeks kopen bij de syllabuswinkel. De klappers voor het 2e semester dienen
84
PROPEDEUSE
studenten eerst via Progress.www te bestellen. Voor de bestelperiode zie hoofdstuk 1 ‘Wegwijs’. Studenten met een functiebeperking
Vorm van de tentamens
Afwijkende tentamenregeling
Tijdvakken en frequentie tentamens
Geldigheidsduur prop. tent. Beoordeling propedeutisch examen
Deblokkaderegeling
Studenten met een functiebeperking krijgen, binnen de mogelijkheden van de faculteit, de gelegenheid de tentamens op een zoveel mogelijk aan hun individuele handicap aangepaste wijze af te leggen. Studenten die een functiebeperking hebben dienen direct aan het begin van hun eerste semester contact op te nemen met een studieadviseur. De Examencommissie wint zonodig vervolgens deskundig advies in alvorens te beslissen (zie ook het hoofdstuk ‘Toetsing’). De tentamens van de propedeusevakken worden schriftelijk afgenomen. In buitengewone gevallen van dwingende aard kan de Examencommissie toestemming verlenen tentamens af te leggen in een andere dan de reguliere vorm. In het hoofdstuk ‘Toetsing’ zijn richtlijnen opgenomen die de Examencommissie in geval van ziekte en andere persoonlijke omstandigheden hanteert. In deze richtlijnen vindt u ook de procedurevoorschriften die een student in acht dient te nemen om in aanmerking te komen voor een afwijkende studieregeling. In alle vakken kan tenminste tweemaal per jaar tentamen worden afgelegd. De regeling dat aan propedeusestudenten in het eerste jaar van inschrijving als rechtenstudent in drie vakken een derde tentamenkans wordt geboden in de tentamenperiode van de maand augustus is m.i.v. 2006-2007 afgeschaft. Dit betekent dat een student in beginsel twee tentamenkansen heeft. Of en in welke vorm de laatstgenoemde regeling nog uitbreiding behoeft staat op het moment van publicatie van deze vakgegevens nog ter discussie. De besluitvorming in geval van uitbreiding zal zo spoedig mogelijk via de reguliere facultaire informatiekanalen worden bekend gemaakt. De met goed gevolg afgelegde tentamens van het propedeutisch examen blijven onbeperkt geldig. Na het afleggen van alle onderdelen van het examen, wordt de uitslag vastgesteld door de Examencommissie. Het propedeutisch examen is behaald indien de student alle onderdelen met voldoende resultaat heeft afgelegd. Een tentamen is met een voldoende resultaat afgelegd indien het cijfer 6 of hoger is verkregen. Indien de beoordeling van een tentamen niet in een cijfer wordt uitgedrukt kan de examinator kiezen uit de beoordeling ‘onvoldoende’ of ‘voldaan aan de eisen’. Een student kan een post-propedeutisch examen of een onderdeel daarvan uitsluitend afleggen nadat hij het propedeutisch examen met goed gevolg heeft afgelegd dan wel vrijstelling voor het afleggen daarvan heeft verkregen. Toch geeft de faculteit, na het eerste jaar van inschrijving als rechtenstudent, de mogelijkheid om tijdens de propedeutische fase al tentamens uit de post-propedeuse fase af te leggen. Deze mogelijkheid is neergelegd in de zgn. deblokkaderegeling. De mogelijkheid om al postpropedeutische tentamens af te leggen voordat het propedeutisch examen met goed gevolg is afgelegd bestaat alleen voor studenten tijdens het tweede jaar van hun inschrijving als student aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid. De deblokkaderegeling onderscheidt drie groepen studenten: 1. studenten die 40 ec of meer in hun eerste propedeusejaar hebben behaald; 2. studenten die minimaal 20 ec maar minder dan 40 ec hebben behaald in hun eerste propedeusejaar; 3. studenten die minder 20 ec hebben behaald in hun eerste propedeusejaar.
85
STUDIEGIDS 2006-2007
Ad 1 Studenten die 40 ec of meer in hun eerste propedeusejaar hebben behaald. Deze studenten mogen deelnemen aan alle tentamens van het tweede bachelorjaar. Er gelden geen voorvereiste vakken en geen maximum aantal te behalen ec per semester. Uiteraard is over het algemeen aan te raden niet teveel tentamens te plannen, en daarbij per semester een aantal ec aan te houden van ongeveer 30. Ad 2 Studenten die 20 of meer ec maar minder dan 40 ec in hun eerste propedeusejaar hebben behaald. Het maximum aantal ec waarvoor tentamen mag worden afgelegd, bedraagt voor 1e en 2e jaarsvakken samen 30 ec per semester. Een student mag alleen deelnemen aan een 2e jaarsvak indien het corresponderende voorvak in de propedeuse is gehaald (zie onderstaande lijst). Ad 3 Studenten die minder dan 20 ec hebben behaald in hun eerste propedeusejaar. Studenten uit deze groep mogen alleen propedeuse-tentamens afleggen. Zodra de propedeuse is behaald kan worden deelgenomen aan vakken uit het tweede studiejaar. NB: Studenten die vanaf 1 september 2003 met de Bachelor Rechten zijn begonnen mogen dus, indien na twee jaar de propedeuse nog niet is behaald, geen postpropedeutische tentamens afleggen tot het moment dat alsnog aan de propedeuse-eisen is voldaan. Voor alle studenten geldt dat de eventuele beperkingen alleen van kracht zijn zolang de propedeuse niet is behaald. De Examencommissie kan op grond van zeer bijzondere persoonlijke omstandigheden afwijken van de deblokkaderegeling. Overgangsregeling Voor studenten die voor 1 september 2003 met de propedeuse zijn begonnen en deze nog niet behaald hebben, bestaat een overgangsregeling. Zij vallen allen onder categorie 2 van de deblokkaderegeling. De hoeveelheid ec die studenten van voor 1 september 2003 in hun eerste jaar van inschrijving hebben behaald is dus voor deze groep studenten niet meer bepalend voor de categorie-indeling. Overzicht corresponderende voorvakken voor studenten in categorie 2: 1e semester vak
voorvak
Nederlands Recht: Bestuursrecht 2 Burgerlijk Recht 2 Rechtsgeschiedenis 2 Strafrecht 2
Bestuursrecht A of 1 Privaatrecht I / Burgerlijk Recht 1 Rechtsgeschiedenis I of 1 Strafrecht I of 1
Notarieel Recht: Belastingrecht 1 Burgerlijk Recht 2 Bedrijfseconomie voor Notariëlen Rechtsgeschiedenis 2
geen Privaatrecht I / Burgerlijk Recht 1 geen Rechtsgeschiedenis I of 1
Fiscaal Recht: Belastingrecht 1 Formeel Belastingrecht 1 Bedrijfseconomie voor Fiscalisten Burgerlijk Recht 2
86
geen geen geen Privaatrecht I / Burgerlijk Recht 1
PROPEDEUSE
1e semester vak
voorvak
Recht en Bestuur: Bestuurlijke Organisatie 1 Organisatietheorie Methoden Sociale Wetenschappen Bestuursrecht 2 Burgerlijk Recht 2
geen geen geen Bestuursrecht A of 1 Privaatrecht I / Burgerlijk Recht 1
Internationaal en Europees Recht: International Law 1 Burgerlijk Recht 2 Gesch vd Int Betrekkingen Taal (Engels/Frans)
Elem Internationaal Publiekrecht Privaatrecht I / Burgerlijk Recht 1 geen geen
Recht & ICT: Bestuursrecht 2 Burgerlijk Recht 2 Recht en ICT Strafrecht 2
Bestuursrecht A of 1 Privaatrecht I / Burgerlijk Recht 1 geen Strafrecht I of 1
Law in Europe (HLS): Intr. Common Law/Legal English Bestuursrecht 2 Burgerlijk Recht 2 Law in Europe 2a Rechtsgeschiedenis 2 Strafrecht 2
Law in Europe 1 Bestuursrecht A of 1 Privaatrecht I / Burgerlijk Recht 1 Geen Rechtsgeschiedenis 1 Strafrecht I of 1
2e semester vak
voorvak
Nederlands Recht: Bestuursrecht 3 Burgerlijk Procesrecht 1 Europees Recht Inleiding Sociaal Recht Rechtseconomie Inleiding Rechtsfilosofie/-sociologie/informatica
Bestuursrecht A of 1 Privaatrecht I / Burgerlijk Recht 1 El Int Publiekrecht geen geen geen
Notarieel Recht: Europees recht Personen en Familierecht voor Not. Relatievermogensrecht Notaris- en Registratiewet Burgerlijk Procesrecht 1
El Int Publiekrecht Privaatrecht I / Burgerlijk Recht 1 Privaatrecht I / Burgerlijk Recht 1 geen Privaatrecht I / Burgerlijk Recht 1
Fiscaal Recht: Inkomstenbelasting Fiscaal Comptabele Verantwoording 1 Winst Omzet- en Overdrachtsbelasting Europees Recht
geen geen geen geen El Int Publiekrecht
87
STUDIEGIDS 2006-2007
2e semester vak
voorvak
Recht en Bestuur: Beleidswetenschap 1 Inleiding Politicologie Bestuursrecht 3 Europees Recht Inl Rechtsfilosofie/-sociologie Rechtseconomie
geen geen Bestuursrecht A of 1 El Int Publiekrecht geen geen
Internationaal en Europees Recht: Europees Recht Inleiding Politicologie Theory of International Relations Taal (Engels/Frans) Algemene economie voor IER Internationale Economie I
El Int Publiekrecht geen geen geen geen geen
Recht & ICT: Burgerlijk Procesrecht 1 Bestuursrecht 3 Europees Recht Inleiding Informaticarecht Inleiding Rechtsinformatica
Privaatrecht I / Burgerlijk Recht 1 Bestuursrecht A of 1 El Int Publiekrecht geen geen
Law in Europe (HLS): Bestuursrecht 3 Europees Recht Burgerlijk Procesrecht 1 Droit Francais Langage juridique / Duits recht en Duitse rechtstaal Inleiding Ondernemingsrecht Law in Europe Law in Europe 2b
Bestuursrecht A of 1 El Int Publiekrecht Privaatrecht I / Burgerlijk Recht 1 geen Law in Europe 1 geen
Let op: deze lijst laat overige voorkennisvereisten onverlet, zie de vakomschrijvingen in OCASYS.
88
BACHELOR NEDERLANDS RECHT
6 Bachelor Nederlands Recht 6.1 Algemeen Aard van het onderwijs
De Bachelor Nederlands Recht biedt samen met het aansluitende masterprogramma Nederlands Recht een brede basisopleiding in het recht. Het is de grootste juridische opleiding. Wie de opleiding heeft gevolgd is een allround jurist. Om toegang te krijgen tot de zogeheten togaberoepen (advocaat, rechter, officier van justitie) is het noodzakelijk ook de masterfase te voltooien. In de bachelorfase wordt brede basiskennis verworven van het nationale en het internationale, met name Europese recht. Ook is er aandacht voor het verwerven van academische en juridische vaardigheden. Er is ruimte voor specialisatie en een niet-juridisch keuzevak. Het afsluitende onderdeel wordt gevormd door de Studentenrechtbank.
Doelstelling
Het bachelorprogramma Nederlands recht biedt de basisopleiding in het Nederlands recht. Samen met het masterprogramma Nederlands recht biedt het de klassieke juridische opleiding, die recht geeft op de meestertitel met civiel effect. De doelstellingen van de opleiding zijn: kennis van en inzicht in het geldende recht en de systematiek ervan; vertrouwdheid met de grondslagen van het recht en besef van de eigen aard van de rechtsbeoefening; kennis van en inzicht in het internationale en het Europese recht, als afzonderlijke rechtsgebieden alsmede in hun verhouding tot en als onderdeel van het nationale recht; inzicht in de problemen die zich bij rechtsvorming voordoen; het in hun onderlinge samenhang kunnen beoordelen van de juridische, maatschappelijke, rechtstheoretische en rechtshistorische aspecten van een vraagstuk en daarover kritisch kunnen nadenken; beheersing van de voor de juridische discipline relevante informatie- en communicatietechnologie; het vermogen om zelfstandig op heldere wijze mondeling en schriftelijk antwoorden te formuleren op juridische vragen; het vermogen om zelfstandig de voor de oplossing van een juridisch vraagstuk relevante wetgeving, jurisprudentie en literatuur te verzamelen, te beoordelen en toe te passen; voorbereiding op een verdere studieloopbaan, met het recht op toegang tot de masteropleiding Nederlands recht.
Beroepsperspectief
De opzet van de bachelor is zodanig dat een naadloze aansluiting op de Master Nederlands Recht gegarandeerd is. Voor de meeste studenten zal doorstromen in deze master een logische weg zijn. Voor het uitoefenen van juridische functies op academisch niveau is het voltooien van de master een vereiste. Zonder master wordt geen civiel effect bereikt. Met alleen het bachelordiploma zijn er mogelijkheden voor uitvoerende juridische functies bij de overheid en bedrijfsleven.
Civiel effect
Om na de juridische opleiding toegelaten te worden tot beroepen als advocaat, rechter en officier van justitie moet gedurende de opleiding zijn voldaan aan de eisen van het civiel effect. Zie voor meer informatie de paragraaf over het civiel effect in Hoofdstuk 2, Algemene Onderwijsinformatie.
Nadere informatie
Zie hoofdstuk 2 ‘Algemene onderwijsinformatie’ voor de geldende eisen en regels van iedere bachelor- en masteropleiding m.b.t.: - Onderwijsvormen – Kenmerken programma’s en vakken – (Optioneel) verplichte vakken en semina(a)rs
89
STUDIEGIDS 2006-2007
- Keuzeruimte, Studeren in het buitenland, Recht in Praktijk en Stage - Scriptie - Examens, afstuderen en titulatuur In hoofdstuk 3 ‘Toetsing’ vindt u informatie over: - Tijdvakken en frequentie van de tentamens - Richtlijnen Examencommissie bij toekenning afwijkende tentamenregelingen - Geldigheidsduur tentamens. LET OP: In dit hoofdstuk treft u, voorzover hiervan sprake is, slechts de uitzonderingen aan op de hoofdregels genoemd in hoofdstuk 2 en 3.
6.2 Onderwijs- en Examenregeling Onderdelen en studielast
De postpropedeutische fase van de bacheloropleiding Nederlands Recht omvat de volgende vakken met de daarbij vermelde studielast: 1. Bestuursrecht 2 (7 ec) 2. Bestuursrecht 3 (4 ec) 3. Burgerlijk Procesrecht 1 (6 ec) 4. Burgerlijk Recht 2 (9 ec) 5. Burgerlijk Recht 3 (7 ec) 6. Elementair belastingrecht** (4 ec) 7. Europees Recht (7 ec) 8. Handelsrecht A (4 ec) 9. Handelsrecht B (5 ec) 10. Inleiding Rechtsfilosofie of Inleiding Rechtsinformatica of (6 ec) Inleiding Rechtssociologie 11. Inleiding Sociaal Recht (4 ec) 12. Rechtseconomie (6 ec) 13. Rechtsgeschiedenis 2 (6 ec) 14. Staatsrecht 2 (7 ec) 15. Strafrecht 2 (7 ec) 16. Strafrecht 3 (6 ec) 17. Studentenrechtbank (10 ec) 18. Keuzeruimte*, ** (15 ec) Totaal (120 ec) * Het keuzevakkenpakket van de student moet bevatten: 1. een niet-juridisch vak van minimaal 4 ec (B of M4) 2. minstens één van de volgende vakken (M4): -Ondernemingsrecht 1 (6 ec) -Personen- en familierecht (6 ec) -Inleiding criminologie (5 ec) -Omgevingsrecht 1 (6 ec) 3. De overige vakken van het keuzepakket mogen vrij worden gekozen, niveau B of M4. Echter, in totaal mag het keuzevakkenpakket maximaal 10 ec niet-juridische vakken bevatten. ** Indien het vak Elementair Belastingrecht (4 ec) als onderdeel van het propedeutisch examen is afgelegd, bedraagt de keuzeruimte 19 ec.
Verplicht nietjuridisch vak
De opleiding kent de verplichting van een niet-juridisch vak (minimaal 4 ec en maximaal 10 ec in de bachelor). De student kan hiervoor kiezen: een niet-juridisch vak van de eigen faculteit dat een verplicht onderdeel is van een andere bacheloropleiding of een keuzevak (B- of M4-niveau; M4 vakken mogen echter pas worden afgelegd als 120 ec in de bachelor behaald is.); een post-propedeutisch vak van een andere faculteit; Een Algemeen Vormend Vak van een andere faculteit.
Optioneel verplicht vak
Iedere bachelorstudent Nederlands Recht is verplicht één vak, dat bij zijn vermoedelijk te kiezen specialisatie in de Master Nederlands Recht hoort, in de keuzeruimte van de
90
BACHELOR NEDERLANDS RECHT
bachelor op te nemen. Zie ook de toelichting op de keuzeruimte in de bovenstaande Onderwijs- en Examenregeling. Deze vakken zijn: Specialisatie Privaatrecht Bedrijfsrecht Strafrecht Staats- en Bestuursrecht
Vak Personen- en Familierecht / Ondernemingsrecht 1 Ondernemingsrecht 1 Inleiding Criminologie Omgevingsrecht 1
Alle optioneel verplichte vakken hebben M4-niveau. Deze vakken mogen worden afgelegd op het moment dat de student 120 ec van zijn bachelor heeft behaald. Door dit systeem van optioneel verplichte vakken heeft de student de gelegenheid zich al tijdens de bachelorfase op de te kiezen hoofdrichting te oriënteren. Bovendien ontstaat er in de masterfase meer keuzeruimte, die met meer gespecialiseerde vakken kan worden ingevuld. Het vak Inleiding Criminologie is een niet-juridisch keuzevak en kan ook door studenten die een andere richting gaan doen worden gekozen als niet-juridisch vak. Keuzeruimte
Een student mag de resterende keuzeruimte van 8/9 ec invullen met juridische keuzevakken op B- of M4-niveau (M4 vakken mogen worden afgelegd indien 120 ec in de bachelor behaald is). Indien in de propedeuse het vak Elementair Belastingrecht niet is behaald, dient dit alsnog als keuzevak in de bachelor te worden opgenomen. Een stage of een van de andere onderdelen van Recht in praktijk mag als keuzevak worden ingebracht (max. 9 ec). Het totale vakkenpakket moet vooraf door de Examencommissie worden goedgekeurd. Een formulier hiervoor is te downloaden van www.rug.nl/rechten/informatievoor/studenten/infoBalie/. Er moet steeds een totaal bachelorprogramma van minimaal 180 ec worden voorgelegd ter goedkeuring.
Studentenrechtbank
Aan de Studentenrechtbank kan worden deelgenomen als een student uiterlijk na afloop van de toetsweek in het tweede semester van het voorafgaande studiejaar tenminste 90 ec heeft gehaald, waaronder de propedeuse. De beoordeling van de Studentenrechtbank geschiedt in hele of halve cijfers.
Onderwijsprogramma
De totale studielast van de bachelorfase bedraagt 180 ec en is als volgt in drie studiejaren geprogrammeerd: jaar 1 Semester I sem type I verplicht I verplicht I verplicht Ia verplicht Ia
verplicht
Ib Ib
verplicht verplicht
vaknaam Algemene Rechtswetenschap Rechtsgeschiedenis 1 Staatsrecht 1A Jur Vaardigheden A Rechtsvinding Juridische Vaardigheden A ITJ Juridische Vaardigheden B Elementair Internationaal Publiekrecht
EC 7 6 6 3
2 5
Semester II sem type II verplicht II verplicht II verplicht II a verplicht
vaknaam Juridische Vaardigheden C Burgerlijk Recht 1 Strafrecht 1 Bestuursrecht 1
EC 3 8 7 5
II a
verplicht
Staatsrecht 1B
4
II b II b
a. (OV) a. (OV) en b. a. (OV)
Elementaire Bestuurskunde Elementair Belastingrecht
4 4
Elementair Recht & ICT
4
II b
Opmerkingen
a. optioneel verplicht (OV) 1 vak te kiezen uit 3. b. Elementair Belastingrecht is wel een verplicht vak van de Bachelor Nederlands Recht. Wordt dit vak niet afgelegd en opgevoerd binnen het propedeutisch examen, dan dient de student dit vak in jaar 2 of 3 van de bachelor alsnog af te leggen.
91
STUDIEGIDS 2006-2007
jaar 2 Semester I sem type I verplicht I I
verplicht verplicht
I
verplicht
Opmerkingen jaar 3 Semester I sem type I verplicht I verplicht I verplicht
vaknaam Bestuursrecht 2 (Besluitvormingsrecht) Burgerlijk Recht 2 Rechtsgeschiedenis 2 (Romeins Recht) Strafrecht 2
Semester II EC sem type 7 II verplicht
vaknaam Europees Recht
EC 7
9 6
II II
verplicht a. (OV)
Rechtseconomie Inleiding Rechtsfilosofie
6 6
7
II II
a. (OV) a. (OV)
Inleiding Rechtssociologie Inleiding Rechtsinformatica
6 6
II a
verplicht
Inleiding Sociaal Recht
4
II a
verplicht
Burgerlijk Procesrecht 1
6
II b
verplicht
Bestuursrecht 3 (Rechtsbescherming)
4
vaknaam Studentenrechtbank Keuzeruimte bachelor Ondernemingsrecht 1
EC 10 5 6
Omgevingsrecht 1
6
Personen- en Familierecht
6
Inleiding Criminologie
5
a. optioneel verplicht (OV) 1 vak te kiezen uit 3;
vaknaam Burgerlijk Recht 3 Strafrecht 3 Staatsrecht 2
EC 7 6 7
Ia
verplicht
Handelsrecht A
4
Ib
verplicht
Handelsrecht B
5
Opmerkingen
Semester II sem type II verplicht II f. II a.(OV) b. en c. II a a.(OV) en d. II a a.(OV) en c. II b a.(OV) en e.
a. optioneel verplicht (OV) 1 vak behorend bij de vermoedelijk te kiezen specialisatie in de Master Nederlands Recht (zie OER Bachelor Ned Recht); b. optioneel vak specialisatie Bedrijfsrecht; c. optionele vakken specialisatie Privaatrecht; d. optioneel vak specialisatie Staats-en Bestuursrecht; e. optioneel vak specialisatie Strafrecht; f. de keuzeruimte is fictief gesteld op 5 ec, zie OER voor juiste omvang en eisen;
6.3 Aansluitende masters Na het behalen van het bachelorexamen Nederlands Recht heeft een student rechtstreeks toegang tot de verschillende specialisaties van de Master Nederlands Recht. Onderwijsprogramma
De programma’s van de verschillende specialisaties zien er als volgt uit: Specialisatie Bedrijfsrecht (jaar 4) sem I I I I I I I I
92
type f. e. en f. b. OV1-2 b. OV1-2 c. OV1-3 c. OV1-5 c. OV1-5 verplicht
Semester I vaknaam Seminaar Keuzeruimte Master Bedrijfseconomie Master Ned. Recht Bedrijfsrecht Belastingrecht 2 Arbeidsovereenkomstenrecht Intellectuele Eigendom Verzekeringsrecht Ondernemingsrecht 2
EC sem 6 II 5 II 6 II 6 6 6 6 6
II II II II b
type verplicht verplicht c. OV1-3
Semester II vaknaam Scriptie Mededingingsrecht Collectief Arbeidsrecht
c. OV1-5 a. c. OV1-5 c. OV1-3
Effectenrecht Ondernemingsrecht 1 Personenvennootschappen Sociaal Zekerheidsrecht
EC 13 6 6 6 6 6 6
BACHELOR NEDERLANDS RECHT
Ia
c. OV1-5
Opmerkingen
Economisch recht
6
a. verplicht indien niet in de bachelor als optioneel verplicht vak afgelegd (zie OER); b. Optioneel verplicht 1 vak te kiezen uit 2; c. Optioneel verplicht 1 vak te kiezen uit 5; d. Optioneel verplicht 1 vak te kiezen uit 3; e. zie OER Master Ned Recht (studiegids) voor juiste omvang en invulling van de keuzeruimte (M4- of M5-vakken of een Recht in Praktijk onderdeel). De keuzeruimte is in dit schema fictief gesteld op 5 ec. De master moet minimaal 60 ec omvatten; f. seminaar/keuzeruimte zijn fictief gesitueerd in het 1e semester maar kunnen ook worden afgelegd/ingevuld in het 2e semester.
Specialisatie Privaatrecht jaar 4 sem I I I I Ia
type verplicht/ c. b. en c. verplicht verplicht verplicht
Opmerkingen
Semester I vaknaam Seminaar Keuzeruimte Master Goederenrecht C.S. Internationaal Privaatrecht Verbintenissenrecht C.S.
EC sem 6 II 5 6 6 6
II II a II b
type verplicht
Semester II vaknaam Scriptie
a. a. verplicht
Ondernemingsrecht 1 Personen- en Familierecht Burgerlijk Procesrecht 2
EC 13 6 6 6
a. verplicht indien niet in de bachelor als optioneel verplicht vak afgelegd (zie OER); b. zie OER Ma Ned Recht (studiegids)voor juiste omvang en invulling van de keuzeruimte (M4- of M5-vakken of een Recht in Praktijk onderdeel). De keuzeruimte is in dit schema fictief gesteld op 5 ec. De master moet minimaal 60 ec omvatten; c. de seminaar/keuzeruimte zijn fictief gesitueerd in het 1e semester maar kunnen ook worden afgelegd/ingevuld in het 2e semester.
Specialisatie Staat- en Bestuursrecht jaar 4 sem I I
type verplicht /e. d. en e.
I I
Semester I vaknaam Seminaar
EC sem 6 II
Keuzeruimte Master
5
II a
b. OV5-9 b. OV5-9
International Law 2 (Ma level) Recht Lagere Overheid
6 6
II a II a
Ia
b. OV5-9
Staats- en Bestuursrecht C.S.
6
II b
Ib
b. OV5-9
Overheid en Privaatrecht
6
II b
Ib
b. OV5-9 en c.
Vreemdelingenrecht
6
Opmerkingen
type verplicht verplicht /a. b. OV5-9 b. OV5-9 b. OV5-9 en c. b. OV5-9 en c.
Semester II vaknaam Scriptie
EC 13
Omgevingsrecht 1
6
Grondrechten Staats- en Bestuursrecht in Communautair Omgevingsrecht 2
6 6
Sociaal Zekerheidsrecht
6
6
a. verplicht indien niet in de bachelor als optioneel verplicht vak afgelegd (zie OER); b. Optioneel verplicht 5 vakken (30 ec)te kiezen uit 9; c. van deze vakken mag men slechts 1 vak kiezen; d. zie OER Ma Ned Recht (studiegids)voor juiste omvang en invulling van de keuzeruimte (M4- of M5-vakken of een Recht in Praktijk onderdeel). De keuzeruimte is in dit schema fictief gesteld op 5 ec. De master moet minimaal 60 ec omvatten; e. seminaar/keuzeruimte zijn fictief gesitueerd in het 1e semester maar kunnen ook worden afgelegd/ingevuld in het 2e semester.
Specialisatie Strafrecht - juridische variant jaar 4 sem I I I I
type d. c. en d.
Semester I vaknaam Seminaar Keuzeruimte Master
verplicht verplicht
Internationaal Strafrecht Materieel Strafrecht
EC sem 6 II 5 II 6 6
II II
type verplicht b. OV1-2 b. OV1-2 verplicht
Semester II vaknaam Scriptie Handhaving Bijzondere Wetten Sanctierecht Strafprocesrecht Dwangmiddelen
EC 13 6 6 6
93
STUDIEGIDS 2006-2007
I
verplicht
Opmerkingen
Strafprocesrecht Rechtsmiddelen
6
II b
verplicht/ Inleiding Criminologie a.
5
a. verplicht indien niet in de bachelor als optioneel verplicht vak afgelegd (zie OER); b. Optioneel verplicht 1 vak te kiezen uit 2; c. zie OER Ma Ned Recht (studiegids)voor juiste omvang en invulling van de keuzeruimte (M4- of M5-vakken of een Recht in Praktijk onderdeel). De keuzeruimte is in dit schema fictief gesteld op 5 ec. De master moet minimaal 60 ec omvatten; d. seminaar/keuzeruimte zijn fictief gesitueerd in het 1e semester maar kunnen ook worden afgelegd/ingevuld in het 2e semester.
Specialisatie Strafrecht – criminologische variant jaar 4 sem I I
type b. verplicht
I
verplicht
I
verplicht
Ia
verplicht
Ib
verplicht
Opmerkingen
Semester I vaknaam Keuzeruimte Master Criminologie 2 (Jeugdcriminologie) Materieel Strafrecht Strafprocesrecht Rechtsmiddelen Criminologie 1 (Algemene Criminologie) Criminologie 3 (Recht en werkelijkheid ..)
EC sem 5 II 6 II 6
II
6
II b
Semester II vaknaam Scriptie Criminologie 4 (Seminaar Crim en Veiligheidsbeleid) verplicht Strafprocesrecht Dwangmiddelen verplicht/ Inleiding Criminologie a. type verplicht verplicht
EC 13 6
Duale masteropleiding (Togamaster)
6
a. verplicht indien niet in de bachelor als optioneel verplicht vak afgelegd (zie OER); b. zie OER Ma Ned Recht (studiegids)voor juiste omvang en invulling van de keuzeruimte (M4- of M5-vakken of een Recht in Praktijk onderdeel). De keuzeruimte is in dit schema fictief gesteld op 5 ec. De master moet minimaal 60 ec omvatten; de keuzeruimte is fictief gesitueerd in het 1e semester maar kan ook worden ingevuld in het 2e semester.
Voor studenten die hun studie rechtstheoretisch willen verdiepen bestaat de mogelijkheid van het ‘masterplus’ programma. De ‘masterplus’ is een keuzepakket van rechtstheoretische vakken welke studenten kunnen volgen in de keuzeruimte van hun afstudeerrichting binnen Nederlands Recht. Dit keuzepakket leidt – als enige - tot een aantekening op de bul. Meer informatie over dit programma vindt u in het hoofdstuk ‘Algemene Onderwijsinformatie’. Voorzover de vakken worden aangemerkt als M4-vak mogen ze ook reeds tijdens de bachelor gevolgd worden. Tot slot kan nog worden gewezen op de mogelijkheid om te kiezen voor de duale variant van de masteropleiding Nederlands Recht, de zgn. Togamaster. Hierin wordt de studie gecombineerd met relevante werkzaamheden in een bedrijf, organisatie of een instelling. Voor nadere informatie en toelatingseisen zie Hfd 21 van de Studiegids).
6.4 Overgangsregelingen Overgangsregeling 2006-2007
Aanvang studie voor 1-9-03
Voor een algemeen facultair overzicht van nieuwe vakken en vervallen vakken per 19-06 met de bijbehorende overgangsregelingen wordt verwezen naar supplement 1 van studiegids 2006-2007 op de facultaire website (www.rug.nl/rechten/onderwijs/studiegids). Voor studenten die vóór 1 september 2003 zijn begonnen met één van de rechtenopleidingen staat er een supplement met de overgangsregelingen op de website. Ook de aanvullingen voor 2004-2005 op de overgangsregelingen zijn toegankelijk op de website: www.rug.nl/rechten/informatievoor/studenten
94
5
6
Meer informatie vindt u in het hoofdstuk: ‘Master Nederlands Recht’. Masterplus keuzepakket: rechtstheoretische verdieping
6
/studiegids0304/ en …/studiegids 0405. Deze supplementen dient u te gebruiken als aanvulling op deze studiegids. Aanvang studie na 1-9-03
Voor studenten die na 1 sept.’03 zijn begonnen gelden de volgende wijzigingen: Met ingang van 2004-2005: 1.
Handelsrecht 9 ec is gesplitst in Handelsrecht A (4 ec) en B (5 ec).
95
STUDIEGIDS 2006-2007
7 Bachelor Recht en Bestuur 7.1 Algemeen Aard van het onderwijs
In de overheids- en aanpalende semi-overheidssector werken tienduizenden mensen in honderden organisaties aan het aanpakken van maatschappelijke problemen en het verlenen van diensten. Daarbij is kennis nodig van het recht, van de organisatie, van het voeren van beleid, van de bekostiging en het doelmatig gebruik van middelen en van de werking van de politiek. De Bachelor Recht en Bestuur wordt opgeleid tot bestuurskundige met een bijzondere kennis van het staats- en bestuursrecht. De opleiding omvat inleidingen op de hiervoor aangeduide terreinen. De wetenschappelijke kennis van het openbaar bestuur wordt toegepast in een aan elkaar gekoppelde stage en scriptie aan het eind van het derde jaar.
Doelstelling
De student met een bachelortitel heeft inzicht in de organisatie en werking van het Nederlandse openbaar bestuur. Hij of zij beschikt over kennis en vaardigheden die nodig zijn voor het onderzoeken, analyseren en oplossen van bestuurlijke vraagstukken en heeft daarvan blijkgegeven in een stageverslag en een scriptie. De inleiding in het staats-, bestuurs- en privaatrecht is van voldoende niveau voor de functie van bestuurlijk-juridisch medewerker bij de overheid.
Beroepsperspectief
De bacheloropleiding is zo opgezet, dat een naadloze aansluiting op de masteropleiding Recht en Bestuur gegarandeerd is. Voor de meeste afgestudeerde bachelorstudenten zal voorzetting van de studie met de masteropleiding het geval zijn. Deze master bereidt de student voor op een staf- of beleidsfunctie in het openbaar bestuur. Het is echter ook mogelijk aan het te werk gaan in de bestuurlijke praktijk in uitvoerende functies bij overheid en semi-overheid. Na een aantal praktijkjaren kan alsnog de masteropleiding worden gevolgd. Ook doorstromen naar andere aansluitende masteropleidingen kan in sommige gevallen een optie zijn. De bacheloropleiding is zo opgezet, dat voor de afgestudeerde drie wegen openstaan: Voortzetting van de studie met de masteropleiding Recht en Bestuur die de student voorbereidt op een staf- of beleidsfunctie in het openbaar bestuur. Aan het werk gaan in de bestuurlijke praktijk in uitvoerende functies bij overheid en semi-overheid. Na een aantal praktijkjaren kan alsnog de masteropleiding worden gevolgd. Doorstromen naar andere aansluitende masteropleidingen.
Civiel effect
Nadere informatie
Om na de juridische opleiding toegelaten te worden tot beroepen als advocaat, rechter en officier van justitie moet gedurende de opleiding zijn voldaan aan de eisen van het civiel effect. Zie voor meer informatie de paragraaf over het civiel effect in Hoofdstuk 2, Algemene Onderwijsinformatie. Zie hoofdstuk 2 ‘Algemene onderwijsinformatie’ voor de geldende eisen en regels van iedere bachelor- en masteropleiding m.b.t.: - Onderwijsvormen – Kenmerken programma’s en vakken – (Optioneel) verplichte vakken en semina(a)rs - Keuzeruimte, Studeren in het buitenland, Recht in Praktijk en Stage - Scriptie - Examens, afstuderen en titulatuur In hoofdstuk 3 ‘Toetsing’ vindt u informatie over: - Tijdvakken en frequentie van de tentamens
96
BACHELOR RECHT EN BESTUUR
- Richtlijnen Examencommissie bij toekenning afwijkende tentamenregelingen - Geldigheidsduur tentamens. LET OP: In dit hoofdstuk treft u, voorzover hiervan sprake is, slechts de uitzonderingen aan op de hoofdregels genoemd in hoofdstuk 2 en 3.
7.2 Onderwijs- en Examenregeling Onderdelen en studielast
De postpropedeutische fase van de bacheloropleiding Recht en Bestuur omvat de volgende vakken met de daarbij vermelde studielast: 1. Beleidswetenschap 1 (4 ec) 2. Bestuurlijke Organisatie 1 (4 ec) 3. Bestuursrecht 2 (7 ec) 4. Bestuursrecht 3 (4 ec) 5. Burgerlijk Recht 2 (9 ec) 6. Europees Recht (7 ec) 7. Handelsrecht A (4 ec) 8. Inleiding Politicologie (4 ec) 9. Inleiding Rechtsfilosofie of Inleiding Rechtssociologie (6 ec) 10. Leeronderzoek (10 ec) 11. Methoden Sociale Wetenschappen (7 ec) 12. Openbare Financiën I (6 ec) 13. Organisatietheorie (4 ec) 14. Rechtseconomie (6 ec) 15. Staatsrecht 2 (7 ec) 16. Stage (15 ec) 17. Scriptie (16 ec) Totaal (120 ec)
Practica, stage en scriptie
Het bachelorprogramma bevat een stage van 15 ec en een scriptie van 16 ec. Ten aanzien van de stages voor de opleiding Recht en Bestuur zijn de doeleinden geformuleerd in een brochure getiteld: "Regeling opleiding Recht en Bestuur, deel I" verkrijgbaar bij het vakgroepsecretariaat van de Vakgroep Bestuursrecht en Bestuurskunde.
Eisen deelname onderwijs en tentamens Onderwijsprogramma
Aan de stage en aan de scriptie kan een student beginnen als hij minimaal 100 ec heeft behaald, waaronder de propedeuse, Methoden Sociale Wetenschappen en Leeronderzoek. De totale studielast van de bachelorfase bedraagt 180 EC en is als volgt in drie studiejaren geprogrammeerd: jaar 1 Semester I sem type I verplicht I verplicht I verplicht Ia verplicht Ia
verplicht
Ib Ib
verplicht verplicht
vaknaam Algemene Rechtswetenschap Rechtsgeschiedenis 1 Staatsrecht 1A Jur Vaardigheden A Rechtsvinding Juridische Vaardigheden A Informatiete Juridische Vaardigheden B Elementair Internationaal Publiekrecht
EC 7 6 6 3
2 5
Semester II sem type II verplicht II verplicht II verplicht II a verplicht
vaknaam Juridische Vaardigheden C Burgerlijk Recht 1 Strafrecht 1 Bestuursrecht 1
EC 3 8 7 5
II a
verplicht
Staatsrecht 1B
4
II b
verplicht
Elementaire Bestuurskunde
4
97
STUDIEGIDS 2006-2007
jaar 2 Semester I sem type I verplicht I
verplicht
I Ia Ib
verplicht verplicht verplicht
Opmerkingen jaar 3 Semester I sem type I verplicht I verplicht I verplicht Ia
verplicht
vaknaam Bestuursrecht 2 (Besluitvormingsrecht) Methoden Sociale Wetenschappen Burgerlijk Recht 2 Bestuurlijke Organisatie 1 Organisatietheorie
Semester II EC sem type 7 II verplicht
vaknaam Europees Recht
EC 7
7
II
verplicht
Rechtseconomie
6
9 4 4
II II II a II a
a. (OV) a. (OV) verplicht verplicht
Inleiding Rechtsfilosofie Inleiding Rechtssociologie Beleidswetenschap 1 Inleiding Politicologie
6 6 4 4
II b
verplicht
Bestuursrecht 3 (Rechtsbescherming)
4
vaknaam Stage Ba Recht & Bestuur Scriptie Ba Recht & Bestuur
EC 15 16
a. optioneel verplicht (OV) 1 vak te kiezen uit 2;
vaknaam Leeronderzoek Openbare Financiën Staatsrecht 2
Semester II EC sem type 10 II a verplicht 6 II b verplicht 7
Handelsrecht A
4
7.3 Aansluitende masters Na het behalen van het bachelorexamen Recht en Bestuur heeft een student rechtstreeks toegang tot de Master Recht en Bestuur. Onderwijsprogramma
Het programma van deze master ziet er als volgt uit: jaar 4 Semester I sem type I c. I a. (OV) I a. (OV) Ia
verplicht
Beleidswetenschap 2
6
Semester II sem type II a verplicht II a verplicht II a a. (OV) en b. II a a. (OV)
Ia
verplicht
Politicologie
5
II b
verplicht
Ia
a. (OV)
Staats- en Bestuursrecht C.S.
6
II b
Ib
verplicht
4
II b
Ib
a. (OV)
Seminaar Bestuurswetenschappen deel 1 Overheid en Privaatrecht
a. (OV) en b. verplicht
Ib
a. (OV)
Vreemdelingenrecht
6
Opmerkingen
vaknaam Keuzeruimte master International Law 2 (Ma level) Recht Lagere Overheid
EC 5 6 6
vaknaam Bestuurlijke Organisatie 2 Conflicthantering Omgevingsrecht 1
EC 6 6 6
Staats- en Bestuursrecht in Communautair Seminaar Bestuurswetenschappen deel 2 Omgevingsrecht 2
6
Rechtsfilosofie 2 (Ethiek van Re & Bes)
5
6
a. optioneel verplicht (OV) 2 vakken van 6 ec te kiezen uit 8); b. hierbij geldt de beperking dat Omgevingsrecht 1 en 2 niet beide als optioneel vak kunnen worden opgevoerd; c. de keuzeruimte is fictief gesteld op 5 ec, zie OER voor juiste omvang en eisen; de keuzeruimte kan ook worden afgelegd/ingevuld in het 2e semester;
Voor meer informatie over de master het hoofdstuk: Master Recht en Bestuur.
98
5
6
De Bachelor Recht en Bestuur geeft in beginsel toegang tot de tweejarige onderzoeksmaster: Functionaliteit van het Recht. Voor deze master geldt een toelatings- en selectieprocedure, zie het hoofdstuk over de master: Functionaliteit van het Recht. Ook is het in beginsel mogelijk te kiezen voor de duale variant van de masteropleiding Recht en Bestuur. In een duale variant van een opleiding wordt de studie gecombineerd met relevante werkzaamheden in een bedrijf, organisatie of een instelling. (informatie is desgewenst te verkrijgen bij de studie-adviseur).
7.4 Overgangsregelingen Overgangsregeling 2006-2007
Voor een algemeen facultair overzicht van nieuwe vakken en vervallen vakken per 19-06 met de bijbehorende overgangsregelingen wordt verwezen naar supplement 1 van studiegids 2006-2007 op de facultaire website (http://www.rug.nl/rechten/onderwijs/studiegids).
Aanvang studie voor 1-9-03
Voor studenten die vóór 1 september 2003 zijn begonnen met één van de rechtenopleidingen staat er een supplement met de overgangsregelingen op de website. Ook de aanvullingen voor 2004-2005 op de overgangsregelingen zijn toegankelijk op de website: http://www.rug.nl/rechten/informatievoor/studenten/ studiegids0304/ en …../studiegids 0405. Deze supplementen dient u te gebruiken als aanvulling op deze studiegids.
Aanvang studie na 1-9-03
Voor studenten die na 1 september 2003 zijn begonnen gelden de volgende wijzigingen: Met ingang van 2005-2006: 1. International Law 2 is omgezet in twee varianten: International Law 2 bachelor-level (b-niveau) en International Law 2 master-level (m5-niveau) 2. Rechtsfilosofie 2 (Wetenschapsethiek) is veranderd van naam: Rechtsfilosofie 2 (Ethiek van Recht en Bestuur) Met ingang van 2004-2005: 1. Inleiding Ondernemingsrecht (4 ec) is vervangen door Handelsrecht A (4 ec).
99
STUDIEGIDS 2006-2007
8 Bachelor Notarieel Recht 8.1 Algemeen Het werk van de notaris steunt grosso modo op drie pijlers: het personen- en familierecht, het registergoederenrecht en het ondernemingsrecht/ rechtspersonenrecht. Dat zijn dan ook de rechtsgebieden waarmee de notariële student in zijn opleiding in het bijzonder mee te maken krijgt. Aard van het onderwijs
Het onderwijs in de bachelorfase is gericht op het verwerven van kennis van en inzicht in de systematiek van het recht in het algemeen; daarnaast meer in het bijzonder het privaatrecht en het belastingrecht alsmede een aantal specifiek notariële rechtsgebieden. Een aantal vakken is bedoeld als basis voor de masteropleiding, waar dieper op de stof van de bachelorfase wordt ingegaan. In de bacheloropleiding is voorts ruimte voor een keuzevak.
Doelstelling
Doel van de bacheloropleiding is het verkrijgen van basiskennis op de aangegeven rechtsgebieden en de ontwikkeling van intellectuele basisvaardigheden zowel mondeling als schriftelijk. Meer gespecificeerd zijn de doelstellingen van de opleiding: kennis van en inzicht in het geldende recht en de systematiek ervan; vertrouwdheid met de grondslagen van het recht en besef van de eigen aard van de rechtsbeoefening; kennis van en inzicht in het internationale en het Europese recht, als afzonderlijke rechtsgebieden alsmede in hun verhouding tot en als onderdeel van het nationale recht; inzicht in de problemen die zich bij rechtsvorming voordoen; het in hun onderlinge samenhang kunnen beoordelen van de juridische, maatschappelijke en rechtstheoretische aspecten van een vraagstuk en daarover kritisch kunnen nadenken; beheersing van de voor de juridische discipline relevante informatie- en communicatietechnologie; het vermogen om zelfstandig op heldere wijze mondeling en schriftelijk antwoorden te formuleren op juridische vragen; het vermogen om zelfstandig de voor de oplossing van een juridisch vraagstuk relevante wetgeving, jurisprudentie en literatuur te verzamelen, te beoordelen en toe te passen. Het geldend recht betreft i.h.b. het Nederlands privaatrecht, notarieel recht en belastingrecht.
Beroepsperspectief
Een voltooide bacheloropleiding Notarieel recht geeft de mogelijkheid om in de praktijk op het niveau van notarieel medewerker te functioneren. Voor wat betreft het beroepsperspectief wordt verder verwezen naar hetgeen is opgemerkt in het algemene gedeelte bij de masteropleiding van Notarieel Recht, met dien verstande dat met slechts een bacheloropleiding men niet op hetzelfde niveau zal kunnen werken en in elk geval geen kandidaat-notaris wordt.
Civiel effect
Om na de juridische opleiding toegelaten te worden tot beroepen als advocaat, rechter en officier van justitie moet gedurende de opleiding zijn voldaan aan de eisen van het civiel effect. Zie voor meer informatie de paragraaf over het civiel effect in Hoofdstuk 2, Algemene Onderwijsinformatie.
Nadere informatie
Zie hoofdstuk 2 ‘Algemene onderwijsinformatie’ voor de geldende eisen en regels van iedere bachelor- en masteropleiding m.b.t.:
100
BACHELOR NOTARIEEL RECHT
– Onderwijsvormen en Kenmerken van programma’s en vakken – (Optioneel) verplichte vakken en semina(a)rs - Keuzeruimte, Studeren in het buitenland, Recht in Praktijk, Stage en Scriptie - Examens, afstuderen en titulatuur - Scriptie In hoofdstuk 3 ‘Toetsing’ vindt u informatie over: - Tijdvakken en frequentie van de tentamens - Richtlijnen Examencommissie bij toekenning afwijkende tentamenregelingen - Geldigheidsduur tentamens. LET OP: In dit hoofdstuk treft u, voorzover hiervan sprake is, slechts de uitzonderingen aan op de hoofdregels genoemd in hoofdstuk 2 en 3. Nestor Community
Op Nestor staat een Community voor de bachelor en masteropleiding Notarieel Recht. Deze Community is bedoeld als centraal informatiepunt van de opleiding (in het bijzonder informatie over scriptie en stage). Alle studenten die voor deze opleiding zijn ingeschreven hebben automatisch toegang tot de Community (mochten er problemen zijn met de toegang, dan kan men een email sturen naar
[email protected] met vermelding van het studentnummer).
8.2 Onderwijs- en Examenregeling Onderdelen en studielast
De postpropedeutische fase van de bacheloropleiding Notarieel Recht omvat de volgende vakken met de daarbij vermelde studielast: 1. Bedrijfseconomie voor Notariëlen (8 ec) 2. Belastingrecht 1 (7 ec) 3. Burgerlijk procesrecht 1 (6 ec) 4. Burgerlijk recht 2 (9 ec) 5. Burgerlijk recht 3 (7 ec) 6. Erfrecht (6 ec) 7. Europees recht (7 ec) 8. Fiscale aspecten register goederen (4 ec) 9. Handelsrecht A (4 ec) 10. Handelsrecht B (5 ec) 11. Notaris en registratiewet (4 ec) 12. Personen- en familierecht voor Notariëlen (4 ec) 13 Publiekrecht onroerend goed (5 ec) 14. Rechtsgeschiedenis 2 (6 ec) 15. Rechtspersonen, personenvennootschappen & kapitaalbelasting (6 ec) 16. Registergoederenrecht (8 ec) 17. Relatievermogensrecht (9 ec) 18. Seminaar Notariële C.S. 1 (10 ec) 19. Keuzeruimte (5 ec) Totaal (120 ec)
Keuzeruimte
Binnen de Bachelor Notarieel Recht heeft een student een keuzeruimte van minimaal 5 ec. De student kan in de keuzeruimte een niet-juridisch vak van de eigen faculteit kiezen of een niet juridisch vak van een andere faculteit (waaronder de algemeen vormende vakken) (zie 2.5). Dit is echter geen verplichting. Hij/zij mag ook een facultair juridisch vak kiezen. Alle vakken moeten vooraf door de Examencommissie goedgekeurd worden. De keuzeruimte in de bachelor moet worden ingevuld met postpropedeutische vakken op B of M4 niveau.
Vakken op M4-niveau
Keuzevakken op M4 niveau zijn voor bachelorstudenten alleen toegankelijk als zij 120 ec hebben behaald, waaronder alle propedeusevakken.
101
STUDIEGIDS 2006-2007
Facultaire B-en M4vakken
Een complete facultaire lijst van juridische en niet-juridische vakken op B- en M4niveau staat op de website http://www.rug.nl/rechten/onderwijs/vakkenaanbod en is opgenomen als bijlage in de studiegids (Supplement 1).
Seminaar
Het Seminaar Notariële C.S. 1 kent gedurende 12 weken een verplichte aanwezigheid. De beoordeling vindt plaats door het maken van opdrachten.
Belastingrecht 1
Het vak Belastingrecht 1 wordt gegeven in de vorm van een practicum, ondersteund door hoorcolleges. De practicumverplichtingen zijn: - het maken van een door de examinator te bepalen minimum aantal opdrachten; - het bijwonen van een door de examinator te bepalen minimum aantal bijeenkomsten.
Eisen deelname onderwijs en tentamens
Aan het Seminaar Notariële C.S. 1 kan worden deelgenomen als het vak Erfrecht is behaald.
Onderwijsprogramma
De totale studielast van de bachelorfase bedraagt 180 ec en is als volgt in drie studiejaren geprogrammeerd: jaar 1 Semester I sem type I verplicht I verplicht I verplicht Ia verplicht Ia
verplicht
Ib Ib
verplicht verplicht
Opmerkingen
jaar 2 Semester I sem type I verplicht I I I
verplicht verplicht verplicht
Opmerkingen
jaar 3 Semester I sem type I verplicht I verplicht I verplicht
102
vaknaam Algemene Rechtswetenschap Rechtsgeschiedenis 1 Staatsrecht 1A Jur Vaardigheden A Rechtsvinding Juridische Vaardigheden A Informatiete Juridische Vaardigheden B Elementair Internationaal Publiekrecht
EC 7 6 6 3
2 5
Semester II sem type II verplicht II verplicht II verplicht II a verplicht
vaknaam Juridische Vaardigheden C Burgerlijk Recht 1 Strafrecht 1 Bestuursrecht 1
EC 3 8 7 5
II a
verplicht
Staatsrecht 1B
4
II b
verplicht
Elementair Belastingrecht
4
De vakken weergegeven in dit schema maken deel uit van het bachelorprogramma Notarieel Recht (2006) ingevoerd per 1-9-2006. Voor overgangsregeling m.b.t. het bachelorprogramma 2003-2005 en notariële vakken behaald voor 1-9-06 zie Supplement 2 Studiegids 2005-2006 (http://www.rug.nl/rechten/onderwijs/studiegids/index)
vaknaam Bedrijfseconomie voor Notariëlen Belastingrecht 1 Burgerlijk Recht 2 Rechtsgeschiedenis 2 (Romeins Recht)
Semester II EC sem type 8 II verplicht 7 9 6
II II a II a
verplicht verplicht verplicht
II b
verplicht
vaknaam Europees Recht
EC 7
Relatievermogensrecht Burgerlijk Procesrecht 1 Personen- en Familierecht voor Notariële Notaris- en Registratiewet
9 6 4 4
De vakken weergegeven in dit schema maken deel uit van het bachelorprogramma Notarieel Recht (2006)ingevoerd per 1-9-2006. Voor overgangsregeling m.b.t. het bachelorprogramma 2003-2005 en notariële vakken behaald voor 1-9-06 zie Supplement 2 Studiegids 2005-2006 (http://www.rug.nl/rechten/onderwijs/studiegids/index)
vaknaam Burgerlijk Recht 3 Registergoederenrecht Erfrecht
EC 7 8 6
Semester II sem type II b. II a. II verplicht
vaknaam Seminaar Notariële C.S. 1 Keuzeruimte bachelor Rechtspersonen,
EC 10 5 6
BACHELOR NOTARIEEL RECHT
Ia
verplicht
Handelsrecht A
4
II a
verplicht
Ib
verplicht
Handelsrecht B
5
II b
verplicht
Opmerkingen
Personenvennootschappen Fiscale aspecten van registergoederen Publiekrecht onroerend goed
4 5
a. de keuzeruimte is fictief gesteld op 5 ec, zie OER voor juiste omvang en eisen; b. De vakken weergegeven in dit schema maken deel uit van het bachelorprogramma Notarieel Recht (2006) ingevoerd per 1-9-2006. Voor overgangsregeling m.b.t. het bachelorprogramma 2003-2005 en notariële vakken behaald voor 1-9- zie Supplement 2 Studiegids 2005-2006 (http://www.rug.nl/rechten/onderwijs/studiegids/index) De mogelijkheid om het Seminaar Erfrecht CS (6 ec) af te leggen wordt voor het laatst geboden in 2006-2007.
8.3 Aansluitende masters Onderwijsprogramma
Na het behalen van het bachelorexamen Notarieel Recht heeft een student rechtstreeks toegang tot de Master Notarieel Recht. Het programma van deze masteropleiding ziet er als volgt uit: jaar 4 Semester I sem type I verplicht
vaknaam Belastingrecht 2
Semester II EC sem type 6 verplicht
I I
verplicht verplicht
Goederenrecht C.S. Internationaal Privaatrecht
6 6
II II a
verplicht a. (OV)
Ia Ib
verplicht a. (OV)
Verbintenissenrecht C.S. Agrarisch Recht
6 5
II b II
verplicht b.
Opmerkingen
vaknaam Scriptie
EC 13
Successiewet voor Notariëlen Seminaar Internationaal Privaatrecht C.S Seminaar Notariële C.S. 2 Keuzeruimte master
7 5
a. optioneel verplicht (OV) 1 vak te kiezen uit 2; b. de keuzeruimte is fictief gesteld op 5 ec en gesitueerd in het 2e semester. Zie OER voor juiste omvang en eisen. De keuzeruimte kan ook worden ingevuld in het 1e semester. * Algemene opmerking: De vakken weergegeven in dit schema maken deel uit van het masterprogramma Notarieel Recht ingevoerd per 1-9-2006. Voor overgangsregeling m.b.t. het masterprogramma 2003-2005 en notariële vakken behaald voor 1-9-06 zie Supplement 2 Studiegids 2005-2006 (http://www.rug.nl/rechten/onderwijs/studiegids/index)
Voor meer informatie zie het hoofdstuk: Master Notarieel Recht. De bachelor Notarieel Recht geeft toegang tot de tweejarige onderzoeksmaster Functionaliteit van het Recht. Voor deze master geldt een toelatings- en selectieprocedure. Zie hiervoor het hoofdstuk in deze studiegids over de Master Rechtswetenschap en Onderzoek: Functionaliteit van het Recht. Ook is het in beginsel mogelijk te kiezen voor de duale variant van de masteropleiding Notarieel Recht (Praktijkmaster Notarieel Recht). In een duale variant van een opleiding wordt de studie gecombineerd met relevante werkzaamheden in een bedrijf, organisatie of een instelling. (informatie is desgewenst te verkrijgen bij de studieadviseur). Fiscaal Recht na Notarieel Recht
6 5
Voor masterstudenten Notarieel Recht bestaat de mogelijkheid aanvullend een schakelprogramma + een master Fiscaal Recht van ca. 90 ec (op basis van vrijstellingen) te doen. Indien men voornemens is Fiscaal Recht aanvullend af te leggen, wordt aangeraden vroegtijdig, bij voorkeur in de bachelorfase, contact op te nemen met de studieadviseur om op deze mogelijkheid te anticiperen.
103
STUDIEGIDS 2006-2007
8.4 Overgangsregelingen Programma 2003-2005
Vanaf 1 september 2006 wordt onderscheid gemaakt tussen studenten die afstuderen op basis van de exameneisen van het Bachelor-en Masterprogramma 2003-2005 en studenten die vallen onder de eisen van de nieuwe Bachelor- en Masterprogrammering (programma 2006) zoals weergegeven in dit hoofdstuk. Een overgangsregeling waarin de gevolgen van de invoering van het nieuwe programma voor beide groepen worden uitgelegd is te vinden op de website in supplement 2 studiegids 2005-2006 (www.rug.nl/rechten/onderwijs/studiegids).
Overgangsregelingen 2006-2007
Voor een algemeen facultair overzicht van nieuwe vakken en vervallen vakken per 19-06 met de bijbehorende overgangsregelingen wordt verwezen naar supplement 1 van studiegids 2006-2007 op de facultaire website (www.rug.nl/rechten/onderwijs/studiegids).
Aanvang studie na 1-9-03
Voor studenten die na 1 september 2003 zijn begonnen gelden de volgende wijzigingen: Met ingang van 2004-2005: 1. Handelsrecht 9 ec is gesplitst in Handelsrecht A (4 ec) en Handelsrecht B (5 ec)
Aanvang studie voor 1-9-03
Voor studenten die vóór 1 september 2003 zijn begonnen met één van de rechtenopleidingen staat er een supplement met de overgangsregelingen op de website. Ook de aanvullingen voor 2004-2005 op de overgangsregelingen zijn toegankelijk op de website: http://www.rug.nl/rechten/informatievoor/studenten /studiegids0304/ en …/studiegids 0405. Deze supplementen dient u te gebruiken als aanvulling op deze studiegids.
104
9 Bachelor Fiscaal Recht 9.1 Algemeen Aard van het onderwijs
De Bachelor Fiscaal Recht beoogt de student die heeft gekozen voor een studie van het Belastingrecht kennis te laten maken met de wezenlijke onderdelen van het Nederlandse Belastingrecht. Een kennismaking op hoofdlijnen met de belangrijkste belastingwetten vindt plaats in het vak Belastingrecht 1. De stof voor het vak wordt nader toegelicht op hoorcolleges, terwijl de praktische toepassing van de stof aan de orde komt op werkcolleges. Meer details van het Nederlandse Belastingrecht komen aan de orde in de andere fiscale vakken van de bachelor. Een belangrijk vak is in dit verband Formeel Belastingrecht. Daarin worden de procedurele regels behandeld die bij het heffen en invorderen van belastingen in acht moeten worden genomen. Andere belangrijke vakken zijn Winst en Inkomstenbelasting. Hoewel beide vakken de Wet Inkomstenbelasting 2001 betreffen, richt het eerste vak zich op de ondernemer/ natuurlijk persoon en het tweede vak zich op de rest van de inkomstenbelasting. Onderwerpen die bij dit tweede vak aan de orde komen zijn de eigen woning en het inkomen uit sparen en beleggen. Een volgend vak dat voor de praktijk van groot belang is, is Omzetbelasting. De belasting die onder deze naam wordt geheven, is namelijk één van de grootste bronnen van inkomen voor de staat. Ook het vak Vennootschapsbelasting past in het hier behandelde rijtje. De Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 belast het inkomen van rechtspersonen. Voorts kunnen van de fiscale vakken de vakken Inleiding Belastingrecht en Introduction to European Tax Law worden genoemd. Zoals de namen al aangeven, worden bij deze vakken het internationaal en Europees belastingrecht behandeld. Naast dit alles is er ook de Studentenrechtbank. Bij dit vak worden studenten getraind in het voeren van belastingrechtelijke procedures. Hierboven zijn niet alle vakken die in de Bachelor Fiscaal Recht aan de orde komen genoemd. Behalve een aantal andere fiscale vakken is ook een aantal niet-fiscale vakken opgenomen in het studieprogramma. Deze vakken, zoals Bedrijfseconomie, Burgerlijk Recht, Europees Recht en Handelsrecht, beogen de student van de nodige niet-fiscale kennis te voorzien die voor een goed functioneren als fiscalist nodig is.
Doelstelling
-
-
-
-
kennis van en inzicht in het geldende recht en de systematiek ervan; vertrouwdheid met de grondslagen van het recht en besef van de eigen aard van de rechtsbeoefening; kennis van en inzicht in het internationale en het Europese recht, als afzonderlijke rechtsgebieden alsmede in hun verhouding tot en als onderdeel van het nationale recht; Inzicht in de problemen die zich bij rechtsvorming voordoen; het in hun onderlinge samenhang kunnen beoordelen van de juridische en maatschappelijke aspecten van een vraagstuk en daarover kritisch kunnen nadenken; beheersing van de voor de juridische discipline relevante informatie- en communicatietechnologie; het vermogen om zelfstandig op heldere wijze mondeling en schriftelijk antwoorden te formuleren op juridische vragen; het vermogen om zelfstandig de voor de oplossing van een juridisch vraagstuk relevante wetgeving, jurisprudentie en literatuur te verzamelen, te beoordelen en toe te passen. Het geldend recht betreft i.h.b. het Nederlands privaatrecht en belastingrecht.
105
STUDIEGIDS 2006-2007
Beroepsperspectief
Na afronding van de Bachelor Fiscaal Recht heeft de student toegang tot de Master Fiscaal Recht. De student kan er ook voor kiezen de arbeidsmarkt op te gaan. Functies op fiscale afdelingen van overheidsinstellingen, waaronder de belastingdienst, behoren tot de mogelijkheden. Uiteraard is het ook mogelijk werkzaam te worden in het bedrijfsleven. Gedacht kan worden aan banen bij grote en kleine belastingadvies- en accountantskantoren, functies in het bank- en verzekeringswezen, en functies op de financiële afdelingen van ondernemingen. In het algemeen zal het met alleen een Bachelor Fiscaal Recht niet mogelijk, of in ieder geval moeilijk, zijn om bij deze werkgevers door te stromen naar de hoogste functies. Veelal wordt daarvoor immers een masterdiploma verlangd.
Civiel effect
Om na de juridische opleiding toegelaten te worden tot beroepen als advocaat, rechter en officier van justitie moet gedurende de opleiding zijn voldaan aan de eisen van het civiel effect. Zie voor meer informatie de paragraaf over het civiel effect in Hoofdstuk 2, Algemene Onderwijsinformatie.
Nadere informatie
Zie hoofdstuk 2 ‘Algemene onderwijsinformatie’ voor de geldende eisen en regels van iedere bachelor- en masteropleiding m.b.t.: - Onderwijsvormen – Kenmerken programma’s en vakken – (Optioneel) verplichte vakken en semina(a)rs - Keuzeruimte, Studeren in het buitenland, Recht in Praktijk en Stage - Scriptie - Examens, afstuderen en titulatuur In hoofdstuk 3 ‘Toetsing’ vindt u informatie over: - Tijdvakken en frequentie van de tentamens - Richtlijnen Examencommissie bij toekenning afwijkende tentamenregelingen - Geldigheidsduur tentamens. LET OP: In dit hoofdstuk treft u, voorzover hiervan sprake is, slechts de uitzonderingen aan op de hoofdregels genoemd in hoofdstuk 2 en 3.
9.2 Onderwijs- en Examenregeling Onderdelen en studielast
De postpropedeutische fase van de bacheloropleiding Fiscaal Recht omvat de volgende vakken met de daarbij vermelde studielast: 1. Bedrijfseconomie voor Fiscalisten (8 ec) 2. Belastingrecht 1 (7 ec) 3. Burgerlijk Recht 2 (9 ec) 4. Burgerlijk Recht 3 (7 ec) 5. Europees Recht (7 ec) 6. Fiscaal Comptabele Verantwoording 1 (3 ec) 7. Fiscaal Comptabele Verantwoording 2 (4 ec) 8. Studentenrechtbank (10 ec) 9. Formeel Belastingrecht 1 (6 ec) 10. Handelsrecht A (4 ec) 11. Inleiding Internationaal belastingrecht (3 ec) 12. Inkomstenbelasting (8 ec) 13. Introduction to European Tax Law (3 ec) 14. Loonbelasting (4 ec) 15. Omzet- en Overdrachtsbelasting (6 ec) 16. Openbare Financiën (6 ec) 17. Successiewet voor Fiscalisten (4 ec) 18. Vennootschapsbelasting (9 ec) 19. Winst (7 ec)
106
BACHELOR FISCAAL RECHT
20 Totaal Verplicht nietjuridisch vak
Belastingrecht 1
Niet-juridisch vak
(5 ec) (120 ec)
De opleiding kent de verplichting van een niet-juridisch vak (minimaal 4 ec). De student kan hiervoor een niet-juridisch algemeen vormend vak (zie 2.5) kiezen, dit is echter geen verplichting. Hij/zij mag ook een facultair niet-juridisch vak kiezen van Bof M4-niveau, bijvoorbeeld een verplicht vak van een andere bacheloropleiding of een keuzevak (een complete vakkenlijst staat op de website http://www.rug.nl/rechten/onderwijs/vakkenaanbod en is als supplement opgenomen op de cd-rom van de studiegids). Het vak Belastingrecht 1 wordt gegeven in de vorm van een practicum, ondersteund door hoorcolleges. De practicumverplichtingen zijn: - het maken van een door de examinator te bepalen minimum aantal opdrachten; - het bijwonen van een door de examinator te bepalen minimum aantal bijeenkomsten.
Studentenrechtbank
Aan de Studentenrechtbank kan worden deelgenomen als een student uiterlijk na afloop van de toetsweek in het tweede semester van het voorafgaande studiejaar tenminste 90 ec heeft gehaald, waaronder de propedeuse. De beoordeling van de Studentenrechtbank geschiedt in hele of halve cijfers.
Onderwijsprogramma
De totale studielast van de bachelorfase bedraagt 180 ec en is als volgt in drie studiejaren geprogrammeerd: jaar 1 Semester I sem type I verplicht I verplicht I verplicht Ia verplicht Ia
verplicht
Ib Ib
verplicht verplicht
jaar 2 Semester I sem type I verplicht
vaknaam Algemene Rechtswetenschap Rechtsgeschiedenis 1 Staatsrecht 1A Jur Vaardigheden A Rechtsvinding Jur Vaardigheden A - ITJ
EC 7 6 6 3
Juridische Vaardigheden B Elementair Internationaal Publiekrecht
2 5
I I
verplicht verplicht
vaknaam Bedrijfseconomie voor Fiscalisten Formeel Belastingrecht 1 Belastingrecht 1
I
verplicht
jaar 3 Semester I sem type I verplicht I verplicht Ia verplicht Ia
verplicht
Semester II sem type II verplicht II verplicht II verplicht II a verplicht
vaknaam Juridische Vaardigheden C Burgerlijk Recht 1 Strafrecht 1 Bestuursrecht 1
EC 3 8 7 5
II a
verplicht
Staatsrecht 1B
4
II b
verplicht
Elementair Belastingrecht
4
vaknaam Europees Recht
EC 7
Inkomstenbelasting Omzet- en Overdrachtsbelasting Winst Fiscaal Comptabele Verantwoording 1
8 6
vaknaam Studentenrechtbank Vennootschapsbelasting Keuzeruimte bachelor
EC 10 9 5
Fiscaal Comptabele Verantwoording 2
4
Semester II EC sem type 8 II verplicht 6 7
II II
verplicht verplicht
Burgerlijk Recht 2
9
II II a
verplicht verplicht
vaknaam Openbare Financiën Burgerlijk Recht 3 Inleiding Internationaal Belastingrecht Handelsrecht A
EC 6 7 3
Semester II sem type II verplicht II verplicht II a.
4
II a
verplicht
7 3
107
STUDIEGIDS 2006-2007
Ib
verplicht
Opmerkingen
Introduction to European Tax Law
3
II a
verplicht
Loonbelasting
4
II b
verplicht
Successiewet voor Fiscalisten
4
a. totale keuzeruimte Bachelor Fiscaal Recht is 5 ec (niet-juridisch keuzevak, zie OER Bachelor Fiscaal Recht);
9.3 Aansluitende masters Na het behalen van het bachelorexamen Fiscaal Recht heeft een student rechtstreeks toegang tot de Master Fiscaal Recht. Onderwijsprogramma
Het programma van deze masteropleiding ziet er als volgt uit: jaar 4 Semester I sem type I verplicht I verplicht
Semester II EC sem type 6 II verplicht 6 II b.
I
verplicht
I
a. (OV)
vaknaam Ondernemingsfinanciering Particulieren en Belastingheffing c.s. Onderneming en Belastingheffing C.S. Goederenrecht C.S.
Ia
verplicht
Formeel Belastingrecht 2
3
Ib
verplicht
Seminaar Formeel Belastingrecht
3
Opmerkingen
7
II
a. (OV)
6
II a
verplicht
vaknaam Scriptie Keuzeruimte master
EC 13 5
Rechtspersonen, Personenvennootschappen Internationaal & Europees Belastingrecht
6 6
a. optioneel verplicht (OV) 1 vak te kiezen uit 2; b. de keuzeruimte is fictief gesteld op 5 ec (zie OER voor juiste omvang en eisen) en kan worden verdeeld over semester 1 en 2;
Meer informatie vindt u in het hoofdstuk over de Master Fiscaal Recht. De Bachelor Fiscaal Recht geeft toegang tot de tweejarige onderzoeksmaster Functionaliteit van het Recht. Voor deze master geldt een toelatings- en selectieprocedure, zie hiervoor het hoofdstuk ‘Master Rechtswetenschap en Onderzoek: Functionaliteit van het Recht’. Ook is het in beginsel mogelijk te kiezen voor de duale variant van de masteropleiding Fiscaal Recht. In een duale variant van een opleiding wordt de studie gecombineerd met relevante werkzaamheden in een bedrijf, organisatie of een instelling. (informatie is desgewenst te verkrijgen bij de studie-adviseur).
9.4 Overgangsregelingen Overgangsregelingen 2006-2007
Voor een algemeen overzicht van nieuwe vakken en vervallen vakken per 1-9-06 met de bijbehorende overgangsregelingen wordt verwezen naar supplement 1 van studiegids 2006-2007 op de facultaire website (www.rug.nl/rechten/onderwijs/studiegids).
Aanvang studie voor 1-9-03
Voor studenten die vóór 1 september 2003 zijn begonnen met één van de rechtenopleidingen staat er een supplement met de overgangsregelingen op de website. Ook de aanvullingen voor 2004-2005 op de overgangsregelingen zijn toegankelijk op de website: www.rug.nl/rechten/informatievoor/studenten /studiegids0304/ en …/studiegids 0405. Deze supplementen dient u te gebruiken als aanvulling op deze studiegids.
108
Aanvang studie na 1-9-03
Voor studenten die na 1 september 2003 zijn begonnen gelden de volgende wijzigingen: Met ingang van 2004-2005: 1. 2. 3.
Inl. Ondernemingsrecht (4 ec) is vervangen door Handelsrecht A (4 ec). Intr. to International and European Tax Law (6 ec) is gesplitst en vervangen door Inl.Int.Belastingrecht (3 ec) en Intr.to Eur. Tax Law (3 ec) De Fiscale Stud.rechtbank is veranderd van naam: Studentenrechtbank.
109
STUDIEGIDS 2006-2007
10 Bachelor Law in Europe (HLS) 10.1 Algemeen In de loop van de jaren zijn binnen de Europese Unie de nationale grenzen minder gaan tellen. Op allerlei gebied zijn contacten over de grenzen heen tussen verschillende landen tot de dagelijkse praktijk gaan behoren. Hierbij zijn de juridische aspecten van toenemend belang. Er is een groeiende behoefte aan juristen die zich op dit internationale terrein thuis voelen. De opleiding Law in Europe (Hanse Law School) is erop gericht om aan deze behoefte tegemoet te komen door juristen op te leiden die een grondige kennis hebben van het Nederlandse Recht; die de internationale dimensie daarvan kunnen herkennen en daar gebruik van kunnen maken door een geïntegreerde kennis van de hoofdzaken van een aantal buitenlandse rechtsstelsels en van het Europese recht; die op basis daarvan in staat zijn met buitenlandse juristen te communiceren en samen te werken. De opleiding is met name een goede voorbereiding op een internationale carrière als advocaat of bedrijfsjurist. Afgestudeerden voldoen aan de vereisten om in Nederland advocaat of rechter te worden (civiel effect). Aard van het onderwijs
In de bachelorfase wordt een brede juridische basis gelegd in het Nederlandse recht, naast een kennismaking met de diverse rechtsstelsels en de daarbij behorende rechtstaal. De opleiding sluit wat betreft de structuur en de te doceren vakken dan ook goed aan bij de opleiding Nederlands recht. Daarnaast komt de rechtsvergelijking aan de orde in een aantal deel Engelstalige vakken. Gedurende de hele studie zal, naast het verwerven van een grondige kennis van het Nederlandse recht, aandacht worden besteed aan rechtsvergelijking. Daarbij worden zo mogelijk ook buitenlandse of externe docenten betrokken. Het accent ligt zowel in de bachelor- als in de masterfase op praktische, rechtsvergelijkende kennis van andere Europese rechtssystemen. Deze kennis zal vooral gericht zijn op het burgerlijk recht en het ondernemingsrecht. De opleiding is daarmee aantrekkelijk voor studenten die een loopbaan als internationaal georiënteerd advocaat of bedrijfsjurist nastreven. De opleiding zal gericht zijn op de rechtsstelsels van belangrijke Europese landen als Engeland, Frankrijk en Duitsland. Naast de reeds bestaande contacten met de juridische faculteit in Bremen en Oldenburg zullen er contacten zijn met juridische faculteiten in andere landen en met internationaal werkende advocatenkantoren en het bedrijfsleven. Een studieverblijf in het buitenland staat gepland in het 2e semester van het derde studiejaar. Ook in de masterfase van de duale variant is een studieverblijf of een stage in het buitenland mogelijk. Het onderwijs en de tentaminering in de opleiding vinden plaats in het Nederlands of het Engels. Bij het onderwijs en de tentaminering zal ook gebruik worden gemaakt van Frans- en/of Duitstalige teksten. De opleiding stelt aan de studenten die in deze opleiding willen instromen bijzondere eisen. De opleiding (bachelor/master) is bestemd voor studenten die naast het Nederlands een goede beheersing hebben van het Engels (actief en passief), het Duits of Frans (passief). Studenten kunnen in hun eerste jaar bij het Talencentrum hun kennis op peil brengen (taalcertificaat).
110
BACHELOR LAW IN EUROPE (HLS)
-
Doelstelling
belangstelling hebben voor de internationale/Europese dimensie van het recht en/of een loopbaan ambiëren in de internationale advocatuur of het internationale bedrijfsleven. beschikken over voldoende inzet en motivatie om het programma te volgen bereid zijn tot een studieverblijf in het buitenland.
De bacheloropleiding beoogt de student academisch te vormen en een zodanige basiskennis, vaardigheden en inzicht op het gebied van Nederlands recht, enkele Europese rechtsstelsels en rechtsvergelijking bij te brengen dat hij in staat is tot een zelfstandige beroepsuitoefening in algemeen juridische beroepen en met goed gevolg de masteropleiding Law in Europe kan doorlopen of een andere aansluitende masteropleiding. De eindtermen van de bacheloropleiding zijn: kennis van en inzicht in de kerngebieden van het geldende Nederlandse recht en de systematiek ervan; kennis van en inzicht in de internationale dimensie van juridische vragen op het terrein van het privaatrecht en het bedrijfsrecht; vertrouwdheid met de grondslagen van het recht en besef van de eigen aard van de rechtsbeoefening; kennis van en inzicht in het Europese recht, als afzonderlijk rechtsgebied alsmede in de verhouding tot en als onderdeel van het nationale recht; kennis van de hoofdlijnen van enkele buitenlandse rechtsstelsels, met name op het terrein van het privaatrecht en het ondernemingsrecht; inzicht in de problemen die zich bij rechtsvorming voordoen; het in hun onderlinge samenhang kunnen beoordelen van de juridische, Europese en rechtshistorische aspecten van een vraagstuk en daarover kritisch kunnen nadenken; openstaan voor andere rechtsstelsels en de problemen die zich daarin voordoen in relatie tot de Europese en de Nederlandse dimensie. beheersing van de voor de juridische discipline relevante informatie- en communicatietechnologie; het vermogen om zelfstandig op heldere wijze mondeling en schriftelijk antwoorden te formuleren op juridische vragen; het vermogen om zelfstandig de voor de oplossing van een juridisch vraagstuk relevante wetgeving, jurisprudentie en literatuur te verzamelen, te beoordelen en toe te passen; voorbereiding voor een verdere studieloopbaan, met het recht op toegang tot de masteropleiding Law in Europe
Beroepsperspectief
Civiel effect
Nadere informatie
De opleiding is zodanig van aard dat de beroepsperspectieven met alleen een bachelordiploma beperkt zijn. Voor het uitoefenen van juridische functies op academisch niveau is het voltooien van de master een vereiste; zonder master wordt geen civiel effect bereikt. Om na de juridische opleiding toegelaten te worden tot beroepen als advocaat, rechter en officier van justitie moet gedurende de opleiding zijn voldaan aan de eisen van het civiel effect. Zie voor meer informatie de paragraaf over het civiel effect in Hoofdstuk 2, Algemene Onderwijsinformatie. Zie hoofdstuk 2 ‘Algemene onderwijsinformatie’ voor de geldende eisen en regels van iedere bachelor- en masteropleiding m.b.t.: - Onderwijsvormen – Kenmerken programma’s en vakken – (Optioneel) verplichte vakken en semina(a)rs
111
STUDIEGIDS 2006-2007
- Keuzeruimte, Studeren in het buitenland, Recht in Praktijk en Stage - Scriptie - Examens, afstuderen en titulatuur In hoofdstuk 3 ‘Toetsing’ vindt u informatie over: - Tijdvakken en frequentie van de tentamens - Richtlijnen Examencommissie bij toekenning afwijkende tentamenregelingen - Geldigheidsduur tentamens. LET OP: In dit hoofdstuk treft u, voorzover hiervan sprake is, slechts de uitzonderingen aan op de hoofdregels genoemd in hoofdstuk 2 en 3.
10.2 Onderwijs- en Examenregeling Onderdelen en studielast
De postpropedeutische fase van de bacheloropleiding Law in Europe omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18.
Bestuursrecht 2 Bestuursrecht 3 Burgerlijk Procesrecht 1 Burgerlijk Recht 2 Burgerlijk Recht 3 Comparative private international law Droit Français et langage juridique of Duits recht en Duitse rechtstaal Europees recht Handelsrecht B Inleiding Ondernemingsrecht LIE Introduction Common law / Legal English Law in Europe 2a Law in Europe 2b Rechtsgeschiedenis 2 Strafrecht 2 Strafrecht 3 Scriptie Keuzevakken op privaatrechtelijk en ondernemingsrechtelijk terrein in het buitenland gevolgd
Totaal Onderwijsprogramma
(7 (4 (6 (9 (7 (6 (5
ec) ec) ec) ec) ec) ec) ec)
(7 (5 (5 (5 (3 (3 (6 (7 (6 (10 (19
ec) ec) ec) ec) ec) ec) ec) ec) ec) ec) ec)
(120 ec)
De totale studielast van de bachelorfase bedraagt 180 ec en is als volgt in drie studiejaren geprogrammeerd: jaar 1 Semester I sem type I verplicht I verplicht I verplicht Ia verplicht Ia
verplicht
Ib
verplicht
Ib
verplicht
112
vaknaam Algemene Rechtswetenschap Rechtsgeschiedenis 1 Staatsrecht 1A Jur Vaardigheden A Rechtsvinding Juridische Vaardigheden A ITJ Juridische Vaardigheden B
EC 7 6 6 3
Elementair Internationaal Publiekrecht
5
2
Semester II sem type II verplicht II verplicht II verplicht II a verplicht
vaknaam Law in Europe 1 Burgerlijk Recht 1 Strafrecht 1 Bestuursrecht 1
EC 7 8 7 5
II a
Staatsrecht 1B
4
verplicht
BACHELOR LAW IN EUROPE (HLS)
jaar 2 Semester I sem type I verplicht I verplicht I Ia
verplicht verplicht
Ib
verplicht
Opmerkingen
jaar 3 Semester I sem type I verplicht
vaknaam Burgerlijk Recht 2 Rechtsgeschiedenis 2 (Romeins Recht) Strafrecht 2 Introduction to Common Law/Legal English Law in Europe 2a
Semester II EC sem type 9 II verplicht 6 II a verplicht 7 5
II a II b
verplicht a. (OV)
3
II b
a. (OV)
II b
verplicht
II b
verplicht
EC 7 3
Burgerlijk Procesrecht 1 Droit Francais et langage juridique Duits Recht en Duitse Rechtstaal Bestuursrecht 3 (Rechtsbescherming) Inl Ondernemingsrecht Law in Europe
6 5 5 4 5
a. optioneel verplicht (OV), 1 vak te kiezen uit 2. let op het vak Droit Francais (Frans Recht en Franse rechtstaal wordt in 2006-2007 verzorgd in het Nederlands).
Semester II EC sem type 7 II b. (V)
I I
verplicht verplicht
vaknaam Bestuursrecht 2 (Besluitvormingsrecht) Burgerlijk Recht 3 Strafrecht 3
Ib
verplicht
Handelsrecht B
5
Ib
a.
Comparative Private International Law
6
Opmerkingen
vaknaam Europees Recht Law in Europe 2b
7 6
II
c.
vaknaam Scriptie Ba Law in Europe
EC 10
Vakken Buitenland
19
a. bedoeld ter voorbereiding op het verblijf in het buitenland, echter optioneel verplicht. Indien dit vak niet in de bachelorfase wordt afgelegd, dient het alsnog in de masterfase te worden afgelegd. b. de (verplichte) bachelorafsluitende scriptie dient een rechtsvergelijkend karakter te hebben (een juridisch vraagstuk op het terrein van het privaatrecht of het bedrijfsrecht, met aandacht voor de internationale aspecten). c. een verblijf van een semester aan een buitenlandse universiteit is verplicht. Een vakkenpakket op privaatrechtelijk en ondernemingsrechtelijk terrein wordt samengesteld op basis van het vakkenaanbod van de buitenlandse universiteit waar de student gaat studeren, in overleg met de coördinator van de opleiding.
10.3 Aansluitende masters Na het behalen van het bachelorexamen Law in Europe (HLS) heeft een student rechtstreeks toegang tot de Master Law in Europe (HLS). Meer informatie betreffende deze masteropleiding vindt u in deze studiegids in het hoofdstuk over de masteropleiding Law in Europe. Ook is instroom mogelijk in: 1. Master Nederlands Recht. Studenten dienen dan wel eerst een deficiëntie weg te werken. Een student met een deficiëntie van minder dan 20 ec kan op verzoek wel voorlopig tot de masteropleiding worden toegelaten. Hij moet de deficiëntie binnen 2 aaneengesloten semesters wegwerken. Lukt dit niet, dan vervalt de voorlopige toelating (met behoud van reeds behaalde onderdelen). 2. Master International and Economic Business Law (toelatingsselectie) 3. Master International Comparative Private Law (toelatingsselectie) 4. Rechtswetenschap en onderzoek: Functionaliteit van het recht (toelatingsselectie) 5. Togamaster (toelatingsselectie) 6. Master Hanse Law School 7. Master buitenlandse partneruniversiteit
113
STUDIEGIDS 2006-2007
Onderwijsprogramma
Het programma van deze masteropleiding ziet er als volgt uit: jaar 4 sem I I I I I I I
type a. (OV) 1-7 a. (OV) 1-7 b. (OV) 1-2 verplicht a. (OV) 1-7 verplicht c. (OV) 1-3
Ia Ia Ib
c. (OV) 1-3 c. (OV) 1-3 a. (OV) 1-7 en f.
Opmerkingen
Semester I vaknaam Insolventierecht Seminaar Competition Law Arbeidsovk recht Intellectuele Eigendom Corp Law in Europe 1 Goederenrecht C.S. Verbintenissenrecht C.S. Internat Contracts Law Comparative Private International Law
EC sem 6 II 6 II 6 II 6 II 6 II 6 II a 6 II b
type verplicht b. (OV) 1-2 a. (OV) 1-7 a. (OV) 1-7 a. (OV) 1-7 d. e.
Semester II vaknaam Scriptie Mededingingsrecht Collectief Arbeidsrecht Effectenrecht Personenvennootschappen Corp Law in Europe 2 Corporate Law and Economics
6 6 6
a. Optioneel verplicht 1 vak te kiezen uit 7, n.b.:het seminaar dient bedrijfsrechtelijk van aard te zijn; b. Optioneel verplicht 1 vak te kiezen uit 2; c. Optioneel verplicht 1 vak te kiezen uit 3; d. of een vak in Duitsland; e. of een vak in Duitsland; f. indien niet in de bachelor gekozen.
Voor meer informatie zie het hoofdstuk: Master Law in Europe. Ook is het in beginsel mogelijk te kiezen voor de duale variant van de masteropleiding Law in Europe. In een duale variant van een opleiding wordt de studie gecombineerd met relevante werkzaamheden in een bedrijf, organisatie of een instelling. (informatie is desgewenst te verkrijgen bij de studie-adviseur).
10.4 Overgangsregelingen Voor studenten die voor 1 september 2006 zijn gestart met de opleiding Hanse Law School zijn individuele overgangsregelingen van toepassing. Deze regeling wordt op maat toegepast in overleg met de studieadviseur. Overgangsregeling 2006-2007
Voor een algemeen overzicht van nieuwe vakken en vervallen vakken per 1-9-06 met de bijbehorende overgangsregelingen wordt verwezen naar supplement 1 van studiegids 2006-2007 op de facultaire website (http://www.rug.nl/rechten/onderwijs/studiegids).
114
EC 18 6 6 6 6 6 6
11 Bachelor Internationaal en Europees Recht 11.1 Algemeen Aard van het onderwijs
De Bachelor Internationaal en Europees Recht is een opleiding die voorbereidt op functies bij internationale organisaties, het internationaal bedrijfsleven en een internationaal georiënteerde werkkring binnen Nederland. Het programma is voor een belangrijk deel juridisch van aard maar kenmerkt zich door een wezenlijke inbreng vanuit een aantal andere disciplines: taal, internationale betrekkingen, economie en geschiedenis. Het juridische deel van het programma omvat een aantal hoofdvakken van de Bachelor Nederlands Recht, en voorts Europees Recht en Internationaal Recht. Het niet-juridische deel omvat politicologie, theorie en geschiedenis der internationale betrekkingen, economie en Engels of Frans. De opleiding combineert het zgn. publiekrecht en het privaatrecht, omdat de publieke en de private sector in de praktijk veel raakvlakken hebben, met name in de Europese context. Bovendien vergroot deze opzet de mogelijkheden bij de beroepskeuze. De opleiding onderscheidt zich van de opleiding Internationale Organisaties aan de Faculteit Letteren doordat zij overwegend juridische vakken biedt en recht geeft op de titel Bachelor in de rechten (Bachelor of Laws, LL.B.).
Doelstelling
De doelstellingen van de opleiding zijn: kennis van en inzicht in het geldende recht en de systematiek ervan; vertrouwdheid met de grondslagen van het recht en besef van de eigen aard van de rechtsbeoefening; kennis van en inzicht in het internationale en het Europese recht, als afzonderlijke rechtsgebieden alsmede in hun verhouding tot en als onderdeel van het nationale recht; kennis van en inzicht in de internationale betrekkingen; het in hun onderlinge samenhang kunnen beoordelen van de juridische, maatschappelijke en rechtstheoretische aspecten van een vraagstuk en daarover kritisch kunnen nadenken; beheersing van de voor de juridische discipline relevante informatie- en communicatietechnologie; het vermogen om zelfstandig op heldere wijze mondeling en schriftelijk antwoorden te formuleren op juridische vragen; het vermogen om zelfstandig de voor de oplossing van een juridisch vraagstuk relevante wetgeving, jurisprudentie en literatuur te verzamelen, te beoordelen en toe te passen. Het geldend recht betreft i.h.b. het Nederlands publiek- en privaatrecht, het Europese recht en het internationale recht.
Beroepsperspectief
De bacheloropleiding Internationaal en Europees Recht en de daarop aansluitende Master Internationaal en Europees Recht zijn bedoeld voor studenten die niet uitsluitend hun toekomst willen zoeken in de advocatuur of bij de rechterlijke macht, maar een werkkring ambiëren met een meer internationale inhoud. Dit kan een functie zijn bij een ministerie (Buitenlandse Zaken), een internationale organisatie (de Verenigde Naties, de Europese Unie) of non-gouvernementele organisatie (Amnesty International, Greenpeace), een internationaal bedrijf (Shell, Unilever), maar het kan ook een internationaal georiënteerde werkkring binnen Nederland zijn.
Civiel effect
Om na de juridische opleiding toegelaten te worden tot beroepen als advocaat, rechter en officier van justitie moet gedurende de opleiding zijn voldaan aan de eisen van het
115
STUDIEGIDS 2006-2007
civiel effect. Zie voor meer informatie de paragraaf over het civiel effect in Hoofdstuk 2, Algemene Onderwijsinformatie. Nadere informatie
Zie hoofdstuk 2 ‘Algemene onderwijsinformatie’ voor de geldende eisen en regels van iedere bachelor- en masteropleiding m.b.t.: - Onderwijsvormen – Kenmerken programma’s en vakken – (Optioneel) verplichte vakken en semina(a)rs - Keuzeruimte, Studeren in het buitenland, Recht in Praktijk en Stage - Scriptie - Examens, afstuderen en titulatuur In hoofdstuk 3 ‘Toetsing’ vindt u informatie over: - Tijdvakken en frequentie van de tentamens - Richtlijnen Examencommissie bij toekenning afwijkende tentamenregelingen - Geldigheidsduur tentamens. LET OP: In dit hoofdstuk treft u, voorzover hiervan sprake is, slechts de uitzonderingen aan op de hoofdregels genoemd in hoofdstuk 2 en 3.
11.2 Onderwijs- en Examenregeling Onderdelen en studielast
Colloquium
Eisen deelname onderwijs en tentamens
De postpropedeutische fase van de bacheloropleiding Internationaal en Europees Recht omvat de volgende vakken met de daarbij vermelde studielast: 1. Algemene Economie voor IER (5 ec) 2. Besluitvormingsprocessen in de Europese Unie (6ec) 3. Burgerlijk Recht 2 (9 ec) 4. Burgerlijk Recht 3 (7 ec) 5. European Law 2 – Ba-level European Law of Judicial Protection (6 ec) 6. Europees Recht (7 ec) 7. Handelsrecht A en B (9 ec) 8. Geschiedenis van de Internationale Betrekkingen (Let) (10 ec) 9. Inleiding Politicologie (4 ec) 10. Internationaal Economie II: Handelstheorie en Handelsbeleid. (4 ec) 11. Internationaal Economie I: Internationale Monetaire- en Macro(4 ec) Economie 12. International Law 1 (General Course Public International Law) (7 ec) 13. International Law 2 – Ba-level (Law of the International (6 ec) Organisations) 14. Staatsrecht 2 (7 ec) 15. Taal (Engels/ Frans) jaar 1 (10 ec) 16. Taal (Engels/ Frans) jaar 2 (4 ec) 17. Interdisciplinair onderzoek/Colloquium inclusief taal (10 ec) (Engels/Frans) 18. Theory of International Relations (5 ec) Totaal (120 ec) Het onderdeel Interdisciplinair onderzoek/Colloquium kent een verplichte aanwezigheid, waarbij een zelfgeschreven paper met stellingen tegenover collegastudenten moet worden verdedigd. Bij de verplichte werkcolleges Engels/Frans is actieve deelname vereist. Voor dit onderdeel geldt een ingangseis; zie het bachelor Onderwijs en Examen reglement, art. 20 lid 5. Voor het vak Colloquium geldt een aparte ingangseis (zie het bachelor Onderwijs en Examenreglement, artikel 20, lid 6).
116
BACHELOR INTERNATIONAAL EN EUROPEES RECHT
Onderwijsprogramma
De totale studielast van de bachelorfase bedraagt 180 ec en is als volgt in drie studiejaren geprogrammeerd: jaar 1 Semester I sem type I verplicht I verplicht I verplicht Ia verplicht Ia
verplicht
Ib Ib
verplicht verplicht
Opmerkingen
jaar 2 Semester I sem type I verplicht I
I
a. en b.(OV) a. en b.(OV) verplicht
I
verplicht
I
Opmerkingen
jaar 3 Semester I sem type I verplicht I verplicht
vaknaam Algemene Rechtswetenschap Rechtsgeschiedenis 1 Staatsrecht 1A Jur Vaardigheden A Rechtsvinding Juridische Vaardigheden A ITJ Juridische Vaardigheden B Elementair Internationaal Publiekrecht
EC 7 6 6 3
2 5
Semester II sem type II verplicht II verplicht II verplicht II a verplicht
vaknaam Juridische Vaardigheden C Burgerlijk Recht 1 Strafrecht 1 Bestuursrecht 1
EC 3 8 7 5
II a
verplicht
Staatsrecht 1B
4
II b II b
a. (OV) a. (OV)
Elementaire Bestuurskunde Elementair Belastingrecht
4 4
II b
a. (OV)
Elementair Recht & ICT
4
* a. optioneel verplicht (OV)1 vak te kiezen uit 3. * Aanbevolen wordt het vak Elementair Belastingrecht
Semester II EC sem type 10 II verplicht
vaknaam Europees Recht
EC 7
10 II a
verplicht
Algemene Economie voor IER
5
Frans (jaar 1)
10 II a
verplicht
Inleiding Politicologie
4
International Law 1, general course Burgerlijk Recht 2
7
II b
verplicht
Internationale Economie I
4
9
II b
verplicht
Theory of International Relations
5
vaknaam Geschiedenis Internationale Betrekkingen Engels (jaar 1)
a. Een taal met een totale studielast van 14 ec, verdeeld over jaar 2 en 3 is verplicht opgenomen in het studieprogramma. Een student kan kiezen (OV) voor Engels of Frans. b. de 10 ec in studiejaar 2 is fictief geprogrammeerd in het 1e semester. Het vak wordt echter verzorgd gedurende semester 1 (5 ec), en semester 2a (5 ec).
vaknaam International Law 2 (Ba-level) Burgerlijk Recht 3
Semester II EC sem type 6 II verplicht 7 II verplicht
I
verplicht
Staatsrecht 2
7
II
verplicht
Ia Ia Ib
verplicht verplicht verplicht
Internationale Economie II Handelsrecht A Handelsrecht B
4 4 5
II a II a
a. a.
Opmerkingen
vaknaam European Law 2 Ba-level Besluitvormingsprocessen in de Europese Interdisciplinair Onderzoek / Colloquium Engels (jaar 2) Frans (jaar 2)
a. Zie opmerking jaar 2.
11.3 Aansluitende masters Na het behalen van het bachelorexamen Internationaal en Europees Recht heeft een student rechtstreeks toegang tot de Master Internationaal en Europees Recht.
117
EC 6 6 10 4 4
STUDIEGIDS 2006-2007
Onderwijsprogramma
Het programma van deze masteropleiding ziet er als volgt uit: jaar 4 Semester I sem type vaknaam I verplicht/ Seminaar d. I d. en e. Keuzeruimte Master
Semester II EC sem type 6 II verplicht 5
II
c.OV2-3
I
c.OV2-3
Competition Law
6
II
b. OV2-3
I
b. OV2-3
6
II
b. OV2-3
Ia
verplicht
5
II a
c.OV2-3
Ib
opm a)
International Law 5 (Human Rights) Transformation and Integration in Europe War and Peace 1
Ib
opm a)
War and Peace 2
5
Opmerkingen
EC 13
Substantive European Community Law International Law 4 (The Law of Internat International Law 7 (Public Internationa European Environmental Law
6
I
keuze
Seminaar Rechtstheorie
6
I
keuze
6
Ib
keuze
Seminaar/Seminar (f) European Constituti Seminaar Privaatrecht en Europa
II a
keuze
vaknaam Seminar EU Constitutional & EU Instituti Seminaar IPR en Rechtspraktijk Seminar International Relations
6
EC 6 6 6
6
a. deze vakken staan ook open voor studenten die een engelstalige master volgen. Het aantal plaatsen voor studenten IER is daarom beperkt; b. per 31-8-06 zijn de volgende seminaars vervallen: Seminaar International Labour Law (het vak is als regulier vak gehandhaafd), Seminaar Europees Recht.
De bachelor Internationaal en Europees Recht geeft in beginsel toegang tot de tweejarige onderzoeksmaster: Functionaliteit van het Recht. Voor deze master geldt een toelatings- en selectieprocedure, zie het hoofdstuk over de Master Rechtswetenschap en Onderzoek: Functionaliteit van het Recht.
11.4 Overgangsregelingen Voor een algemeen overzicht van nieuwe vakken en vervallen vakken per 1-9-06 met de bijbehorende overgangsregelingen wordt verwezen naar supplement 1 van studiegids 2006-2007 op de facultaire website (www.rug.nl/rechten/onderwijs/studiegids).
118
6
a. optioneel verplicht 1 vak te kiezen uit 2; b. optioneel verplicht 2 vakken International Law te kiezen uit 3; c. optioneel verplicht 2 vakken European Law te kiezen uit 3; d. keuzeruimte is meer dan 5 ec, zie OER voor juiste omvang en eisen; e. seminaar/keuzeruimte zijn fictief gesitueerd in het 1e semester maar kunnen ook worden afgelegd/ingevuld in het 2e semester.
Voor meer informatie zie het hoofdstuk: Master Internationaal en Europees Recht.
Overgangsregeling 2006-2007
6
5
Opleiding: Ma Internationaal en Europees Recht – Seminaars jaar 4 Semester I Semester II sem type vaknaam EC sem type I a. Seminar/Seminaar 6 II keuze International Law 3 I a. Seminar Minority Protection 6 II a keuze
Opmerkingen
vaknaam Scriptie
Aanvang studie voor 1-9-03
Voor studenten die vóór 1 september 2003 zijn begonnen met één van de rechtenopleidingen staat er een supplement met de overgangsregelingen op de website. Ook de aanvullingen voor 2004-2005 op de overgangsregelingen zijn toegankelijk op de website: www.rug.nl/rechten/informatievoor/studenten /studiegids0304/ en …/studiegids 0405. Deze supplementen dient u te gebruiken als aanvulling op deze studiegids.
Aanvang studie na 1-9-03
Voor studenten die na 1 september 2003 zijn begonnen gelden de volgende wijzigingen: Met ingang van 2005-2006: 2. European Law 2 is omgezet in twee varianten: Europeanl Law 2 bachelorlevel (b-niveau) en European Law 2 master-level (m5-niveau) 3. International Law 2 is omgezet in twee varianten: International Law 2 bachelor-level (b-niveau) en International Law 2 master-level (m5-niveau) 4. Internationaal Economie I: Internationale Monetaire- en Macro-Economie is in het adviesprogramma verplaatst van studiejaar 3 naar studiejaar 2. 5. Seminaar Rechtsvergelijkend vennootschapsrecht is vervallen; Met ingang van 2004-2005: 1. Handelsrecht 9 ec is gesplitst in Handelsrecht A (4 ec) en Handelsrecht B (5 ec). 2. Internationale Economische Betrekkingen 1 is van naam veranderd: Internationaal Economie II: Handelstheorie en Handelsbeleid. 3. Internationale Economische Betrekkingen 2 is van naam veranderd: Internationaal Economie I: Internationale Monetaire- en Macro-Economie.
119
STUDIEGIDS 2006-2007
12 Bachelor Recht & ICT 12.1 Algemeen Internet, e-commerce, kunstmatige intelligentie en mobiele communicatie: computers en netwerken zijn niet meer weg te denken uit onze samenleving. Daarom groeit de vraag naar juristen op dit gebied. Als de belangen groter worden moeten de juridische aspecten ook beter worden geregeld. In de rechtspraktijk worden bovendien steeds meer taken geautomatiseerd. Om aan de vraag naar juridische specialisten op dit gebied te voldoen is de opleiding Recht & ICT opgezet. Dit onderwijsprogramma bestaat uit een driejarige Bachelor Recht & ICT en een éénjarige Master Recht & ICT met de specialisaties Informaticarecht en Rechtsinformatica. Aard van het onderwijs
De Bachelor Recht & ICT is een brede juridische opleiding. De eerste twee jaar van het bachelorprogramma Recht & ICT komen in hoge mate overeen met die van de Bachelor Nederlands Recht. Daarnaast wordt aandacht besteed aan inleidende vakken Recht & ICT op het gebied van het informaticarecht en de rechtsinformatica. Bij het informaticarecht gaat het om juridische vraagstukken over ICT gebruik. Daarbij kan gedacht worden aan vragen over auteursrechten op software, briefgeheim en e-mail, computercriminaliteit en electronische overeenkomsten. Bij rechtsinformatica gaat het om automatisering in de rechtspraktijk. Juridische informatiesystemen, expertsystemen en kennismanagement zijn daarbij belangrijke onderwerpen. De Bachelor Recht & ICT wordt afgesloten met de studentenrechtbank, waarin een rechtszaak uit het informaticarecht zal worden behandeld. Na de Bachelor Recht & ICT volgt de Master Recht & ICT. Binnen de Master Recht & ICT kan worden gekozen voor een specialisatie in het informaticarecht of in de rechtsinformatica. In deze beide masterspecialisaties wordt in de eindfase van de studie ook plaats ingeruimd voor het opdoen van praktijkervaring en het samenwerken met ICT specialisten. De studenten krijgen door het volgen van de Bachelor Recht & ICT in combinatie met de Master Recht & ICT bij beide specialisaties voldoende juridische scholing om na afronding van de studie de meesterstitel te ontvangen en te kunnen worden toegelaten tot de (beroepsopleiding van) traditionele juridische beroepen zoals de advocatuur, de rechterlijke macht en het Openbaar Ministerie.
Doelstelling
De doelstellingen van de opleiding zijn: kennis van en inzicht in het geldende recht en de systematiek ervan; vertrouwdheid met de grondslagen van het recht en besef van de eigen aard van de rechtsbeoefening; kennis van en inzicht in het internationale en het Europese recht, als afzonderlijke rechtsgebieden alsmede in hun verhouding tot en als onderdeel van het nationale recht; inzicht in de problemen die zich bij rechtsvorming voordoen; het in hun onderlinge samenhang kunnen beoordelen van de juridische, maatschappelijke en rechtstheoretische aspecten van een vraagstuk en daarover kritisch kunnen nadenken; beheersing van de voor de juridische discipline relevante informatie- en communicatietechnologie; het vermogen om zelfstandig op heldere wijze mondeling en schriftelijk antwoorden te formuleren op juridische vragen; het vermogen om zelfstandig de voor de oplossing van een juridisch vraagstuk relevante wetgeving, jurisprudentie en literatuur te verzamelen, te beoordelen en toe te passen.
120
BACHELOR RECHT & ICT
-
Het geldend recht betreft i.h.b. het Nederlands recht alsmede het informaticarecht.
Beroepsperspectief
Met het studieprogramma Recht & ICT voorziet de Faculteit der Rechts-geleerdheid van de RUG in de groeiende behoefte aan juristen met kennis van informatie- en communicatietechnologie. Dit geldt zowel voor juridisch specialisten die ICT als werkterrein hebben (informaticarecht-juristen) als voor juridische automatiseringsdeskundigen (rechtsinformatici). Informaticarecht-juristen zullen zich vooral richten op wet- en regelgeving en geschillen-beslechting met betrekking tot ICT, bijvoorbeeld in de advocatuur. Rechtsinformatici zullen zich voornamelijk bezig houden met de inzet van ICT in de rechtspraktijk. Het beroepsperspectief van studenten Recht & ICT zal derhalve afhankelijk zijn van hun keuze in de Master Recht & ICT voor de specialisatie Informaticarecht dan wel voor de specialisatie Rechtsinformatica.
Civiel effect
Om na de juridische opleiding toegelaten te worden tot beroepen als advocaat, rechter en officier van justitie moet gedurende de opleiding zijn voldaan aan de eisen van het civiel effect. Zie voor meer informatie de paragraaf over het civiel effect in Hoofdstuk 2, Algemene Onderwijsinformatie.
Nadere informatie
Zie hoofdstuk 2 ‘Algemene onderwijsinformatie’ voor de geldende eisen en regels van iedere bachelor- en masteropleiding m.b.t.: - Onderwijsvormen – Kenmerken programma’s en vakken – (Optioneel) verplichte vakken en semina(a)rs - Keuzeruimte, Studeren in het buitenland, Recht in Praktijk en Stage - Scriptie - Examens, afstuderen en titulatuur In hoofdstuk 3 ‘Toetsing’ vindt u informatie over: - Tijdvakken en frequentie van de tentamens - Richtlijnen Examencommissie bij toekenning afwijkende tentamenregelingen - Geldigheidsduur tentamens. LET OP: In dit hoofdstuk treft u, voorzover hiervan sprake is, slechts de uitzonderingen aan op de hoofdregels genoemd in hoofdstuk 2 en 3.
12.2 Onderwijs- en Examenregeling Onderdelen en studielast
De postpropedeutische fase van de bacheloropleiding Recht & ICT omvat de volgende vakken met de daarbij vermelde studielast: 1. Bestuursrecht 2 (7 ec) 2. Bestuursrecht 3 (4 ec) 3. Burgerlijk Recht 2 (9 ec) 4. Burgerlijk Recht 3 (7 ec) 5. Burgerlijk Procesrecht 1 (6 ec) 6. Computercriminaliteit (6 ec) 7. Europees Recht (7 ec) 8. Handelsrecht A en B (9 ec) 9. ICT Contracten (7 ec) 10. Inleiding Informaticarecht (6 ec) 11. Inleiding Rechtsinformatica (6 ec) 12. Recht en ICT (7 ec) 13. Rechtsvinding en ICT (6 ec) 14. Strafrecht 2 (7 ec) 15. Strafrecht 3 (6 ec) 16. Studentenrechtbank (Recht & ICT) (10 ec) 17. Optioneel verplicht vak (5 ec)
121
STUDIEGIDS 2006-2007
18. Totaal Studentenrechtbank
Optioneel verplicht vak
Keuzeruimte
(5 ec) (120 ec)
Aan de Studentenrechtbank kan worden deelgenomen als een student uiterlijk na afloop van de toetsweek in het tweede semester van het voorafgaande studiejaar tenminste 90 ec heeft gehaald, waaronder de propedeuse. De beoordeling van de Studentenrechtbank geschiedt in hele of halve cijfers. Iedere bachelorstudent Recht en ICT is verplicht één vak, dat bij zijn vermoedelijk te kiezen specialisatie in de Master Recht & ICT hoort, in de keuzeruimte van de bachelor op te nemen. Deze vakken zijn: Specialisatie Informaticarecht
Vak Internet en belastingrecht, of Informatie-en mediarecht Rechtsinformatica Juridisch Kennismanagement Alle optioneel verplichte vakken hebben M4-niveau. Deze vakken mogen worden afgelegd op het moment dat de student 120 ec van zijn bachelor heeft behaald, waaronder alle propedeusevakken. Door dit systeem van optioneel verplichte vakken heeft de student de gelegenheid zich al tijdens de bachelorfase op de te kiezen specialisatie te oriënteren. Bovendien ontstaat er in de masterfase meer keuzeruimte, die met meer gespecialiseerde vakken kan worden ingevuld. Keuzeruimte
Facultaire B-,M4-vakken
Onderwijsprogramma
Binnen de Bachelor Recht & ICT heeft een student een keuzeruimte van 5 ec. Deze moet worden ingevuld met post-propedeutische vakken op B of M4 niveau Een complete facultaire lijst van juridische en niet-juridische vakken op B- en M4niveau staat op de website http://www.rug.nl/rechten/onderwijs/vakkenaanbod en is als bijlage opgenomen in de studiegids. De totale studielast van de bachelorfase bedraagt 180 ec en is als volgt in drie studiejaren geprogrammeerd: jaar 1 Semester I sem type I verplicht I verplicht I verplicht Ia verplicht Ia
verplicht
Ib Ib
verplicht verplicht
jaar 2 Semester I sem type I verplicht I I I
122
verplicht verplicht verplicht
vaknaam Algemene Rechtswetenschap Rechtsgeschiedenis 1 Staatsrecht 1A Jur Vaardigheden A Rechtsvinding Juridische Vaardigheden A ITJ Juridische Vaardigheden B Elementair Internationaal Publiekrecht
vaknaam Bestuursrecht 2 (Besluitvormingsrecht) Burgerlijk Recht 2 Recht & ICT Strafrecht 2
EC 7 6 6 3
2 5
Semester II sem type II verplicht II verplicht II verplicht II a verplicht
vaknaam Juridische Vaardigheden C Burgerlijk Recht 1 Strafrecht 1 Bestuursrecht 1
EC 3 8 7 5
II a
verplicht
Staatsrecht 1B
4
II b
verplicht
Elementair Recht & ICT
4
vaknaam Europees Recht
EC 7
Inleiding Informaticarecht Inleiding Rechtsinformatica Burgerlijk Procesrecht 1 Bestuursrecht 3 (Rechtsbescherming)
6 6 6 4
Semester II EC sem type 7 II verplicht 9 7 7
II II II a II b
verplicht verplicht verplicht verplicht
BACHELOR RECHT & ICT
jaar 3 Semester I sem type I verplicht I verplicht Ia verplicht Ib verplicht Ib
verplicht
Opmerkingen
vaknaam Burgerlijk Recht 3 Strafrecht 3 Handelsrecht A Handelsrecht B
EC 7 6 4 5
ICT Contracten
7
Semester II sem type II verplicht II verplicht II d. II a a. (OV) en b. II a a. (OV) en b. II a a. (OV) en c. II b verplicht
vaknaam Studentenrechtbank Computercriminaliteit Keuzeruimte bachelor Internet & Belastingrecht
EC 10 6 5 5
Informatie- en Mediarecht
5
Juridisch Kennismanagement
5
Rechtsvinding & ICT
6
a. optioneel verplicht (OV) 1 vak behorend bij de vermoedelijk te kiezen specialisatie in de Master Recht & ICT (zie OER Bachelor Recht & ICT); b. optionele vakken specialisatie Informaticarecht; c. optioneel vak specialisatie Rechtsinformatica; d. de keuzeruimte is fictief gesteld op 5 ec, zie OER voor juiste omvang en eisen.
12.3 Aansluitende masters Na het behalen van het bachelorexamen Recht & ICT heeft een student rechtstreeks toegang tot de Master Recht & ICT. Onderwijsprogramma
Het programma van deze masteropleiding Recht & ICT, specialisatie informaticarecht ziet er als volgt uit: jaar 4 Semester I sem type I verplicht I verplicht Ia verplicht Ia verplicht Ib verplicht
Opmerkingen
vaknaam Intellectuele Eigendom Internationaal Privaatrecht Informaticarecht C.S. ICT, Grondrechten & Overheid Elektronisch Bewijs & Bewaar
EC 6 6 6 6 6
Semester II sem type II verplicht II c. II verplicht II b. II a a. II a a.
vaknaam Scriptie Keuzeruimte master Bedrijfsrecht & ICT Multidisciplinair Seminaar Internet & Belastingrecht Informatie- en Mediarecht
EC 13 5 6 6 5 5
a. verplicht af te leggen indien 1 van beide vakken nog niet in de bachelor als optioneel verplicht vak is afgelegd (zie OER); b. optioneel verplicht 1 onderdeel te kiezen uit het Multidisciplinair Seminaar of een stage, zie OER en Studiegids); c. keuzeruimte is fictief gesteld op 5 ec, zie OER voor juiste omvang en eisen; de keuzeruimte kan ook worden ingevuld in het 1e semester.
Het programma van de masteropleiding Recht & ICT, specialisatie rechtsinformatica* ziet er als volgt uit: jaar 4 Semester I sem type I c. I d. Ia verplicht Ib verplicht
Opmerkingen
vaknaam Keuzeruimte master Methoden en technieken Rechtsinformatica Normering van ICT
EC 5 10 6 6
Semester II sem type II verplicht II verplicht II b. II a a. II a verplicht
vaknaam Cognitieve Ergonomie Scriptie Multidisciplinair Seminaar Juridisch Kennismanagement Kennistechnologie
a. verplicht af te leggen indien nog niet in de bachelor als optioneel verplicht vak is afgelegd (zie OER);
123
EC 4 13 6 5 5
STUDIEGIDS 2006-2007
b. optioneel verplicht 1 onderdeel te kiezen uit het Multidisciplinair Seminaar of een stage, zie OER en Studiegids); c. keuzeruimte is fictief gesteld op 5 ec, zie OER voor juiste omvang en eisen; de keuzeruimte kan ook worden ingevuld in het 2e semester. d. twee vakken te kiezen uit: Databases, Logica, Programmeren, Telematica
Meer informatie betreffende deze masteropleiding en specialisaties vindt u in het hoofdstuk over de masteropleiding Recht & ICT. De Bachelor Recht & ICT geeft in beginsel toegang tot de tweejarige onderzoeksmaster: Functionaliteit van het Recht. Voor deze master geldt een toelatings- en selectieprocedure, zie het hoofdstuk over de Master: Functionaliteit van het Recht.
12.4 Overgangsregelingen Overgangsregeling 2006-2007
Voor een algemeen overzicht van nieuwe vakken en vervallen vakken per 1-9-06 met de bijbehorende overgangsregelingen wordt verwezen naar supplement 1 van studiegids 2006-2007 op de facultaire website (www.rug.nl/rechten/onderwijs/studiegids).
Aanvang studie voor 1-9-03
Voor studenten die vóór 1 september 2003 zijn begonnen met één van de rechtenopleidingen staat er een supplement met de overgangsregelingen op de website. Ook de aanvullingen voor 2004-2005 op de overgangsregelingen zijn toegankelijk op de website: www.rug.nl/rechten/informatievoor/studenten /studiegids0304/ en …/studiegids 0405. Deze supplementen dient u te gebruiken als aanvulling op deze studiegids.
Aanvang studie na 1-9-03
Voor studenten die na 1 september 2003 zijn begonnen gelden de volgende wijzigingen: Met ingang van 2005-2006 1. Juridisch Kennismanagement is veranderd van een 6 ec vak in een 5 ec vak. 2. De vakken Internet en belastingrecht, Informatie- en mediarecht en Juridisch Kennismanagement worden aangemerkt als M4-vakken die als optioneel verplichte vakken ook al kunnen worden afgelegd in de bacheloropleiding Recht en ICT (zie hfd 12). Studenten die voor 1 september 2006 aan de vereisten van de oude Oer Bachelor Recht & ICT 2004-2005 hebben voldaan, kunnen kiezen of zijn onder oude regeling afstuderen of onder de nieuwe regeling Studenten die voor 1-9-05 zijn geslaagd voor het vak: Bestuurlijke Informatiekunde
kunnen na 1-9-05 het volgende vak niet afleggen: Informatiemanagement
Met ingang van 2004-2005: 1. Handelsrecht 9 ec is gesplitst in Handelsrecht A (4 ec) en Handelsrecht B (5 ec) 2. Rechtsvinding is van naam veranderd: Rechtsvinding en ICT. Met ingang van 2006-2007: ICT en Bedrijfsrecht is vervallen; in plaats daarvan komt het vak Bedrijfsrecht en ICT.
124
MASTER NEDERLANDS RECHT
13 Master Nederlands Recht 13.1 Algemeen De masteropleiding Nederlands Recht (met inbegrip van de duale variant) vormt samen met de bacheloropleiding Nederlands Recht de klassieke juridische opleiding die recht geeft op de meestertitel met civiel effect. Binnen de duale variant is in vergelijking met de niet-duale variant Nederlands Recht meer aandacht voor sociale vaardigheden en de toepassing en werking van het recht in de praktijk. Doel van de opleiding
Duur
Civiel effect
Toelating tot de masteropleiding/instroom eisen/selectie
Specialisaties
De masteropleiding is gericht op: - verdieping en specialisatie van de in de bachelorstudie verworven kennis en vergroting van inzicht in de samenhang in van het recht, in het bijzonder in het Nederlands Recht; - verdere ontwikkeling van de in de bachelorfase verworven academische en juridische vaardigheden; - leren toepassen van kennis en inzicht, zodanig dat zelfstandig juridische problemen kunnen worden opgelost en bijdragen kunnen worden geleverd aan de rechtsvorming; - leren zelfstandig juridisch onderzoek te doen en deel te nemen aan het juridisch debat. De omvang van de masterfase is 60 ec (een jaar). De omvang van de duale variant van de opleiding Nederlands Recht (Togamaster) is ook 60 ec, maar duurt incl. de praktijkperiode 1 jaar en 6 maanden. In samenhang met de bacheloropleiding Nederlands recht geeft deze opleiding toegang tot de togaberoepen. Zie voor meer informatie de paragraaf over het civiel effect in Hoofdstuk 2, Algemene Onderwijsinformatie. Rechtstreeks tot een masteropleiding worden toegelaten studenten die in het bezit zijn van het bijbehorende, aan de RuG behaalde bachelordiploma Nederlands Recht. - Studenten niet in het bezit van een bachelordiploma Nederlands Recht (RuG), zijn in beginsel deficiënt en moeten deze deficiëntie eerst wegwerken. Een student met een deficiëntie van minder dan 20 ec kan op verzoek wel voorlopig tot de masteropleiding worden toegelaten. Hij moet de deficiëntie binnen 2 aaneengesloten semesters wegwerken. Lukt dit niet, dan vervalt de voorlopige toelating (met behoud van reeds behaalde onderdelen). Uitgezonderd hiervan is de duale variant van de masteropleiding (Togamaster). - Studenten met een HBO bachelordiploma MER/SJD/HEAO Vastgoed en Makelaardij die willen instromen in de vrije masteropleiding Nederlands Recht zijn ook deficiënt. Zij dienen in te stromen in het schakelprogramma Nederlands Recht. De duur van de opleiding (schakelprogramma + masterprogramma) is minimaal 1,5 jaar. Een uitzondering is er voor de opleiding Nederlands Recht mét civiel effect. Dit verkorte programma (schakelprogramma+masterprogramma) duurt 2,5 jaar. Voor meer informatie zie hoofdstuk 23 ‘Bijzondere programma’s voor bachelors HBO’. Voor deze studenten gelden voor voorlopige toelating dezelfde eisen als voor reguliere studenten. Binnen de masteropleiding Nederlands Recht kan men zich specialiseren op vier terreinen: Bedrijfsrecht Privaatrecht
125
STUDIEGIDS 2006-2007
Beroepsperspectief
Duale masteropleiding (Togamaster)
Nadere informatie
Staats- en Bestuursrecht Strafrecht en Criminologie (juridische en criminologische variant)
Wie deze masteropleiding volgt in combinatie met de bacheloropleiding Nederlands Recht, wordt in feite een allround jurist. Je kunt als jurist advocaat, rechter of officier van justitie worden, maar veel juristen komen ook terecht in het bedrijfsleven of bij de overheid, waar ze zich bezighouden met juridische vraagstukken op zeer uiteenlopende terreinen, van het opstellen van arbeidsvoorwaarden tot internationale kwesties. Als jurist kun je ook een adviserende, leidinggevende of administratieve functie krijgen in bij voorbeeld het bank- en verzekeringswezen. Tot slot kan nog worden gewezen op de mogelijkheid om te kiezen voor de duale variant van de masteropleiding Nederlands Recht, de zgn. Togamaster. Hierin wordt de studie gecombineerd met relevante werkzaamheden in een bedrijf, organisatie of een instelling. Voor nadere informatie en toelatingseisen zie Hfd 21 van de Studiegids). Zie hoofdstuk 2 ‘Algemene onderwijsinformatie’ voor de geldende eisen en regels van iedere bachelor- en masteropleiding m.b.t.: - Onderwijsvormen, Kenmerken van programma’s en vakken – (Optioneel) verplichte vakken en semina(a)rs - Keuzeruimte, Studeren in het buitenland, Recht in Praktijk, Stage en Scriptie - Examens, afstuderen en titulatuur In hoofdstuk 3 ‘Toetsing’ vindt u informatie over: - Tijdvakken en frequentie van de tentamens - Richtlijnen Examencommissie bij toekenning afwijkende tentamenregelingen - Geldigheidsduur tentamens. LET OP: In dit hoofdstuk treft u, voorzover hiervan sprake is, slechts de uitzonderingen aan op de hoofdregels genoemd in hoofdstuk 2 en 3.
13.2 Onderwijs– en Examenregeling (OER) Onderdelen en studielast
Basismodel Het basismodel voor alle specialisaties binnen de Master Nederlands Recht als volgt: 5/6 (optioneel) verplichte vakken* (30/36 ec) Seminaar (6 ec) Scriptie (13 ec) Keuzeruimte *(11/5 ec) Totaal (60 ec) * De specialisatie Strafrecht – criminologische variant kent 6 (optioneel) verplichte vakken en 5 ec in de keuzeruimte. De overige specialisaties bestaan uit 5 (optioneel) verplichte vakken en 11 ec keuzeruimte. Keuzeruimte De resterende ruimte in het programma (behaalde studiepunten aan te vullen tot 60 ec) kan de student gebruiken voor een keuzevak of een Recht in praktijkonderdeel (Zie verder hoofdstuk 2.5 t/m 2.8). Indien de student in de bachelorfase alvast (bepaalde) (optioneel) verplichte vakken uit de masterfase heeft gedaan van een bepaalde specialisatie (privaatrecht, publiekrecht, strafrecht, bedrijfsrecht) teneinde zich te oriënteren, is de keuzeruimte uit de bachelorfase bij wijze van spreke overgebracht naar de masterfase. Kiest de student alsnog voor een andere specialisatie, dan worden deze zgn. optioneel verplichte vakken als keuzevakken in de bachelor aangemerkt, zie verder hoofdstuk 2.
126
MASTER NEDERLANDS RECHT
Masterplus keuzepakket: rechtstheoretische verdieping
Voor studenten die hun studie rechtstheoretisch willen verdiepen bestaat de mogelijkheid van het ‘masterplus’ programma. De ‘masterplus’ is een keuzepakket van rechtstheoretische vakken welke studenten kunnen volgen in de keuzeruimte van hun afstudeerrichting binnen Nederlands Recht. Dit keuzepakket leidt – als enige - tot een aantekening op de bul. Meer informatie over dit programma vindt u in het hoofdstuk ‘Algemene Onderwijsinformatie’. Let op: Voorzover de vakken worden aangemerkt als M4-vak mogen ze ook reeds tijdens de bachelor worden gevolgd. Specialisaties Voor een student begint met een specialisatie dient hij zich aan te melden via Progress.www.
Bedrijfsrecht
Het masterprogramma specialisatie Bedrijfsrecht omvat de volgende vakken met de daarbij vermelde studielast: 1. Arbeidsovereenkomstenrecht (6 ec) of Collectief Arbeidsrecht of Sociaal Zekerheidsrecht 2. Bedrijfseconomie Master Ned Recht** (6 ec) of Belastingrecht 2 3. Economisch Recht (6 ec) of Effectenrecht of Personenvennootschappen of Intellectuele Eigendom of Verzekeringsrecht 4. Mededingingsrecht (6 ec) 5. Ondernemingsrecht 2 (6 ec) 6. Keuzeruimte* (5-11 ec)* 7. Seminaar (bedrijfsrechtelijk) (6 ec) 8. Scriptie (13 ec) Totaal (60 ec) * Indien Ondernemingsrecht 1 nog niet is afgelegd, dient dit verplicht in de keuzeruimte te worden afgelegd. ** Bedrijfseconomie bestaat uit een algemeen inleidend deel dat samen met studenten Fiscaal Recht en Notarieel Recht wordt gevolgd. Het eerste deel (half semester) wordt afgesloten met een tussentoets, daarna volgt een speciaal deel toegesneden op masterstudenten Nederlands Recht die de specialisatie bedrijfsrecht volgen.
Onderwijsprogra mma Bedrijfsrecht
jaar 4 sem I I I I I I I I Ia
type f. e. en f. b. OV1-2 b. OV1-2 c. OV1-3 c. OV1-5 c. OV1-5 verplicht c. OV1-5
Opmerkingen
Semester I vaknaam Seminaar Keuzeruimte Master Bedrijfseconomie Master Ned. Recht Bedrijfseconomie Belastingrecht 2 Arbeidsovk recht Intellectuele Eigendom Verzekeringsrecht Ondernemingsrecht 2 Economisch recht
EC sem 6 II 5 II 6 II 6 6 6 6 6 6
II II II II b
type verplicht verplicht c. OV1-3
Semester II vaknaam Scriptie Mededingingsrecht Collectief Arbeidsrecht
c. OV1-5 a. c. OV1-5 c. OV1-3
Effectenrecht Ondernemingsrecht 1 Personenvennootschappen Sociaal Zekerheidsrecht
EC 13 6 6
a. verplicht indien niet in de bachelor als optioneel verplicht vak afgelegd (zie OER); b. Optioneel verplicht 1 vak te kiezen uit 2; c. Optioneel verplicht 1 vak te kiezen uit 5; d. Optioneel verplicht 1 vak te kiezen uit 3; e. zie OER Master Ned Recht (studiegids) voor juiste omvang en invulling van de keuzeruimte (M4- of M5-vakken of een Recht in Praktijk onderdeel). De keuzeruimte is in dit schema fictief gesteld op 5 ec. De master moet minimaal 60 ec omvatten;
127
6 6 6 6
STUDIEGIDS 2006-2007
f. seminaar/keuzeruimte zijn fictief gesitueerd in het 1e semester maar kunnen ook worden afgelegd/ingevuld in het 2e semester.
Privaatrecht
Het masterprogramma specialisatie privaatrecht omvat de volgende vakken met de daarbij vermelde studielast: 1. Burgerlijk Procesrecht 2 (6 ec) 2. Goederenrecht C.S. (6 ec) 3. Internationaal Privaatrecht (6 ec) 4. Ondernemingsrecht 1* (6 ec) 5. Personen- en Familierecht* (6 ec) 6. Verbintenissenrecht C.S. (6 ec) 7. Keuzeruimte* (5-17* ec) 8. Seminaar (privaatrechtelijk) (6 ec) 9. Scriptie (13 ec) Totaal (60 ec) * Indien Personen- en Familierecht en/of Ondernemingsrecht 1 nog niet zijn afgelegd, dienen deze verplicht in de keuzeruimte te worden afgelegd.
Onderwijsprogramma Privaatrecht
jaar 4 sem I I I I Ia
type verplicht/ c. b. en c. verplicht verplicht verplicht
Opmerkingen
Staats- en Bestuursrecht
Semester I vaknaam Seminaar Keuzeruimte Master Goederenrecht C.S. Internationaal Privaatrecht Verbintenissenrecht C.S.
EC sem 6 II 5 6 6 6
II II a II b
type verplicht
Semester II vaknaam Scriptie
a. a. verplicht
Ondernemingsrecht 1 Personen- en Familierecht Burgerlijk Procesrecht 2
EC 13
a. verplicht indien niet in de bachelor als optioneel verplicht vak afgelegd (zie OER); b. zie OER Ma Ned Recht (studiegids) voor juiste omvang en invulling van de keuzeruimte (M4- of M5-vakken of een Recht in Praktijk onderdeel). De keuzeruimte is in dit schema fictief gesteld op 5 ec. De master moet minimaal 60 ec omvatten; c. de seminaar/keuzeruimte zijn fictief gesitueerd in het 1e semester maar kunnen ook worden afgelegd/ingevuld in het 2e semester.
Het masterprogramma specialisatie staats- en bestuursrecht omvat de volgende vakken met de daarbij vermelde studielast: 1.Zes vakken te kiezen uit onderstaande vakken van (30 ec) 6. elk 6 ec: a. Grondrechten b. International Law 2 –ma-level (Law of the Int.Org.) c. Omgevingsrecht 2 of Sociaal Zekerheidsrecht of Vreemdelingenrecht d. Overheid en Privaatrecht e. Recht Lagere Overheid f. Staats- en Bestuursrecht C.S. g. Staats- en Bestuursrecht in Communautair Perspect. 7. Keuzeruimte* *(5-11 ec) 8. Seminaar (staats-/bestuursrechtelijk) (6 ec) 9. Scriptie (13 ec) Totaal (60 ec) * Indien Omgevingsrecht 1 nog niet is afgelegd, dient dit verplicht in de keuzeruimte te worden afgelegd.
128
6 6 6
MASTER NEDERLANDS RECHT
Onderwijsprogram ma Staats- en Bestuursrecht
jaar 4 sem I I
type verplicht /e. d. en e.
I I
EC sem 6 II
Keuzeruimte Master
5
II a
b. OV5-9 b. OV5-9
International Law 2 (Ma level) Recht Lagere Overheid
6 6
II a II a
Ia
b. OV5-9
Staats- en Bestuursrecht C.S.
6
II b
Ib
b. OV5-9
Overheid en Privaatrecht
6
II b
Ib
b. OV5-9 en c.
Vreemdelingenrecht
6
Opmerkingen
Strafrecht en Criminologie
Semester I vaknaam Seminaar
type verplicht verplicht /a. b. OV5-9 b. OV5-9 b. OV5-9 en c. b. OV5-9 en c.
Semester II vaknaam Scriptie
EC 13
Omgevingsrecht 1
6
Grondrechten Staats- en Bestuursrecht in Communautair Perspectief Omgevingsrecht 2
6 6
Sociaal Zekerheidsrecht
6
a. verplicht indien niet in de bachelor als optioneel verplicht vak afgelegd (zie OER); b. Optioneel verplicht 5 vakken (30 ec)te kiezen uit 9; c. van deze vakken mag men slechts 1 vak kiezen; d. zie OER Ma Ned Recht (studiegids)voor juiste omvang en invulling van de keuzeruimte (M4- of M5-vakken of een Recht in Praktijk onderdeel). De keuzeruimte is in dit schema fictief gesteld op 5 ec. De master moet minimaal 60 ec omvatten; e. seminaar/keuzeruimte zijn fictief gesitueerd in het 1e semester maar kunnen ook worden afgelegd/ingevuld in het 2e semester.
De specialisatie Strafrecht en Criminologie kent twee varianten, de juridische variant en de criminologische variant: Juridische variant Het masterprogramma specialisatie Strafrecht en Criminologie – juridische variant omvat de volgende vakken met de daarbij vermelde studielast: 1. Handhaving Bijzondere Wetten of Sanctierecht (6 2. Internationaal Strafrecht (6 3. Materieel Strafrecht (6 4. Strafproces Dwangmiddelen (6 5. Strafproces Rechtsmiddelen (6 6. Keuzeruimte* (6/11 7. Seminaar (strafrechtelijk) (6 8. Scriptie (13 Totaal (60 * Indien Inleiding Criminologie (5 ec) nog niet is afgelegd, dient dit verplicht in de keuzeruimte te worden afgelegd.
Onderwijsprogramma – juridische variant
6
ec) ec) ec) ec) ec) ec) ec) ec) ec)
jaar 4 type d. c. en d.
Semester I vaknaam Seminaar Keuzeruimte Master
I I
verplicht verplicht
Internationaal Strafrecht Materieel Strafrecht
6 6
II II
I
verplicht
Strafprocesrecht Rechtsmiddelen
6
II b
sem I I
Opmerkingen
EC sem 6 II 5 II
Semester II vaknaam Scriptie Handhaving Bijzondere Wetten b. OV1-2 Sanctierecht verplicht Strafprocesrecht Dwangmiddelen verplicht/ Inleiding Criminologie a. type verplicht b. OV1-2
EC 13 6 6 6 5
a. verplicht indien niet in de bachelor als optioneel verplicht vak afgelegd (zie OER); b. Optioneel verplicht 1 vak te kiezen uit 2; c. zie OER Ma Ned Recht (studiegids)voor juiste omvang en invulling van de keuzeruimte (M4- of M5-vakken of een Recht in Praktijk onderdeel). d. De keuzeruimte is in dit schema fictief gesteld op 5 ec. De master moet minimaal 60 ec omvatten;
129
STUDIEGIDS 2006-2007
d. seminaar/keuzeruimte zijn fictief gesitueerd in het 1e semester maar kunnen ook worden afgelegd/ingevuld in het 2e semester.
Criminologische variant Voor studenten die een loopbaan in de strafrechtspleging ambiëren, is een goed inzicht in de criminologische aspecten van hun toekomstig werkveld een vereiste. Daarom wordt in de bachelorfase als verplicht voorsorteervak Inleiding Criminologie gegeven. In dit probleemgestuurde college wordt inzicht gegeven in hoe en waarom: wetten worden gemaakt, wetten worden overtreden en op wetsovertredingen wordt gereageerd. Om de beroepskeuzemogelijkheden van studenten te vergroten wordt een strafrechtelijk-criminologische master opleiding (met civiel effect) aangeboden. In de strafrechtelijk-criminologische master opleiding staat het werken met opdrachten en ontwikkelen van vaardigheden centraal. Naast de verplichte strafrechtelijke kernvakken worden - in aansluiting op Inleiding Criminologie - nog vier verplichte criminologische vakken in het masterprogramma aangeboden. Criminologie 1: Algemene criminologie. Criminologie 2: Jeugdcriminologie gaat over het jeugdstrafrecht en het jeugdbeleid. Criminologie 3: Recht en werkelijkheid in de justitiële keten behandelt het feitelijke functioneren van de organisaties die gezamenlijk de strafrechtelijke keten vormen. In Criminologie 4, het Seminaar Criminaliteits- en Veiligheidsbeleid, worden strafrechtelijke en beleidsmatige aspecten van specifieke criminaliteitsproblemen (zoals bijvoorbeeld drugs-, wapen-, vrouwen- en mensenhandel) onderzocht. LET OP: Studenten ronden hun masteropleiding af met een strafrechtelijk-criminologische scriptie. Het masterprogramma specialisatie Strafrecht en Criminologie – criminologische variant omvat de volgende vakken met de daarbij vermelde studielast: 1. Criminologie 1* (Algemene criminologie) (6 ec) 2. Criminologie 2** (Jeugdcriminologie) (6 ec) 3. Criminologie 3** (Recht en werkelijkheid in de justitiële keten) (6 ec) 4. Materieel Strafrecht (6 ec) 5. Strafproces Dwangmiddelen (6 ec) 6. Strafproces Rechtsmiddelen (6 ec) 7. Keuzeruimte*** (5 ec) 8. Seminaar Criminaliteits- en Veiligheidsbeleid (Criminologie 4)** (6 ec) 9. Scriptie (13 ec) Totaal (60 ec) * Voor Criminologie 1 is Inleiding Criminologie (5 ec) een voorvereiste. ** Voor Criminologie 2, 3 en voor het seminaar Criminologie is Criminologie 1 een voorvereiste. *** Indien Inleiding Criminologie (5 ec) nog niet is afgelegd, dient dit verplicht in de keuzeruimte te worden afgelegd. Onderwijsprogramma – criminologische variant:
jaar 4 sem I I
type b. verplicht
I
verplicht
I
verplicht
Ia
verplicht
130
Semester I vaknaam Keuzeruimte Master Criminologie 2 (Jeugdcriminologie) Materieel Strafrecht Strafprocesrecht Rechtsmiddelen Criminologie 1 (Algemene Criminologie)
EC sem 5 II 6 II 6
II
6
II b
6
Semester II vaknaam Scriptie Criminologie 4 (Seminaar Crim en Veiligh beleid) verplicht Strafprocesrecht Dwangmiddelen verplicht/ Inleiding Criminologie a. type verplicht verplicht
EC 13 6 6 5
MASTER NEDERLANDS RECHT
Ib
verplicht
Opmerkingen
Criminologie 3 (Recht en werkelijkheid ..)
6
a. verplicht indien niet in de bachelor als optioneel verplicht vak afgelegd (zie OER); b. zie OER Ma Ned Recht (studiegids)voor juiste omvang en invulling van de keuzeruimte (M4- of M5-vakken of een Recht in Praktijk onderdeel). De keuzeruimte is in dit schema fictief gesteld op 5 ec. De master moet minimaal 60 ec omvatten; de keuzeruimte is fictief gesitueerd in het 1e semester maar kan ook worden ingevuld in het 2e semester.
Studenten die belangstelling hebben voor de strafrechtelijk-criminologische mastervariant kunnen voor nadere informatie over inhoud, roosterindeling en procedures terecht op de website van de sectie criminologie bij: onderwijs. Optioneel verplichte vakken
Iedere bachelorstudent Nederlands Recht is verplicht één vak, dat bij zijn vermoedelijk te kiezen specialisatie in de Master Nederlands Recht hoort, in de keuzeruimte van de bachelor op te nemen. Deze vakken zijn: Specialisatie Privaatrecht Personen- en Familierecht en/of Ondernemingsrecht 1 Specialisatie Bedrijfsrecht Ondernemingsrecht 1 Specialisatie Staats- en Bestuursrecht Omgevingsrecht 1 Specialisatie Strafrecht Inleiding Criminologie De optioneel verplichte vakken hebben M4-niveau. M4-vakken mogen worden afgelegd nadat 120 ec in de bachelor is behaald. Voor meer informatie zie Hoofdstuk 2 ‘Algemene Onderwijsinformatie’.
Seminaar
Een seminaar is een verplicht studieonderdeel in de masterfase Nederlands recht. Indien de student een keuze kan maken, dient het seminaar aan te sluiten bij de masteropleiding en de daarin gekozen specialisatie. De specialisatie Strafrecht – criminologische variant kent een verplicht seminaar: Criminologie 4: Criminaliteit en Veiligheidsbeleid. Zie voor algemene informatie over de seminaars Hoofdstuk 2: ‘Algemene onderwijsinformatie’. Het aantal deelnemers bij deze keuzeseminaars is in principe beperkt tot max. 16 studenten. Van studenten wordt verwacht dat zij alle bijeenkomsten bijwonen en actief deelnemen aan het onderwijs. Overzicht van de seminaars, met de onderwijsperiode en het aantal ec’s. Seminaars specialisatie Bedrijfsrecht Semester I sem type vaknaam I a. nw! Seminaar Ius Commune I keuze Seminaar Ondernemingsrecht I keuze Seminaar Rechtspersonen I keuze Seminaar Corporate Litigation
EC 6 6 6 6
Semester II sem type II a. nw! II keuze II keuze II a a. nw!
I
keuze
Seminaar Rechtstheorie
6
II a
a. nw!
Ib
keuze
Seminaar Privaatrecht en Europa
6
II a
keuze
II a
keuze
Opmerkingen
vaknaam Seminaar Handelsrecht Seminaar Auteursrecht Seminaar Faillissementsrecht Seminaar Boontje komt om z’n loontje? Seminaar Byzantijns Recht/Byz Law Seminaar Merkenrecht
EC 6 6 6 6 6 6
Seminaar IPR en 6 Rechtspraktijk II a keuze Seminaar Privaatrecht 1 6 (Financiering en II b a. nw! Seminaar Byzantijns Recht 6 C.S. a. deze seminaars worden m.i.v. 1-9-2006 nieuw aangeboden! De volgende seminaars zijn vervallen per 31-8-2006: Seminaar Aansprakelijkheidsverzekering / Seminaar Corporate Structures / Seminaar Handelskoop en E-commerce / Seminaar Europees Recht
131
STUDIEGIDS 2006-2007
Seminaars specialisatie Privaatrecht Semester I sem type vaknaam I a. nw! Seminaar Recht en Literatuur I a. nw! Seminaar Ius Commune I keuze Seminaar Ondernemingsrecht
EC 6 6 6
Semester II sem type II keuze II keuze II a a. nw!
I
keuze
Seminaar Rechtspersonen
6
II a
a. nw!
I
keuze
6
II a
keuze
I
keuze
Seminaar Burgerlijk Procesrecht Seminaar Rechtstheorie
6
II a
keuze
Ia
keuze
6
II a
keuze
Ib
keuze
Seminaar Privaatrecht 2 (Consumentenrecht) Seminaar Privaatrecht en Europa
6
II a
keuze
II b
a. nw!
Opmerkingen
Semester II sem type II keuze II keuze
I
keuze
Seminaar Wetgeving
6
II a
a. nw!
I
keuze
Seminaar Rechtstheorie
6
II a
a. nw!
I
keuze
6
II a
keuze
Ia
keuze
6
II a
keuze
Ib
keuze
Seminaar/Seminar (f) European Constitutions Seminaar Materieel Bestuursrecht Seminaar Gedecentraliseerd Bestuur
a. nw! a. nw/b.
I
keuze
I
keuze
Opmerkingen
132
Seminaar IPR en Rechtspraktijk Seminaar Privaatrecht 1 (Financiering en Seminaar Gezondheidsrecht
6
6 6
6 6
vaknaam Seminaar Bestuursprocesrecht Seminaar Staats- en Bestuursrechtelijke Seminaar Boontje komt om z’n loontje? Seminaar Byzantijns Recht/Byz Law Seminaar Gezondheidsrecht
EC 6 6
Seminar International Relations
6
6 6 6
6
a. deze seminaars worden m.i.v. 1-9-2006 nieuw aangeboden! Per 31-8-2006 is het Seminaar Europees Recht vervallen.
Seminaars specialisatie Strafrecht en Criminologie Semester I Semester II sem type vaknaam EC sem type I a. nw! Seminaar Recht en Literatuur 6 II c.
I I
EC 6 6 6
Seminaar Byzantijns Recht 6 C.S. II b keuze Seminaar Privaatrecht 3 6 (Aansprakelijkheidsrecht) a. deze seminaars worden m.i.v. 1-9-2006 nieuw aangeboden! De volgende seminaars zijn vervallen per 31-8-2006: Seminaar Aansprakelijkheidsverzekering / Seminaar Corporate Structures / Seminaar Europees Recht
Seminaars specialisatie Staats- en Bestuursrecht Semester I sem type vaknaam EC I a. nw! Seminaar Recht en Literatuur 6 I a. nw! Seminaar Ius Commune 6
Opmerkingen
vaknaam Seminaar Auteursrecht Seminaar Faillissementsrecht Seminaar Boontje komt om z’n loontje? Seminaar Byzantijns Recht/Byz Law Seminaar Merkenrecht
Seminaar Ius Commune Seminaar Ned Strafrecht in Europa Seminaar Rechtstheorie
6 6
II II
keuze keuze
6
II a
a. nw!
Seminaar Strafrechtelijke Jurisprudentie
6
II a
a. nw!
II b
a. nw!
vaknaam Criminologie 4 (Seminaar Criminaliteit en Veiligheidsbeleid) Seminaar Strafprocesrecht Seminaar Grondslagen Strafrecht Seminaar Boontje komt om z’n loontje? Seminaar Byzantijns Recht/Byz Law Seminaar Byzantijns Recht C.S.
a. deze seminaars worden m.i.v. 1-9-2006 nieuw aangeboden! b. het juridisch keuzevak Europees Strafrecht is omgezet in dit seminaar. Per 31-8-2006 is het seminaar Europees Recht vervallen. c. Voor de criminologische variant is Criminologie 4 (seminaar) verplicht.
EC 6
6 6 6 6 6
MASTER NEDERLANDS RECHT
13.3 Scriptie Onderwerp
De masterfase wordt afgesloten met een scriptie, die dient aan te sluiten bij de opleiding Nederlands Recht. Het onderwerp van de scriptie hoeft echter niet aan te sluiten bij de gekozen specialisatie, zie verder hoofdstuk 2. Een uitzondering hierop is de scriptie binnen de specialisatie Strafrecht – criminologische variant. Deze scriptie heeft verplicht een criminologisch onderwerp.
13.4 Overgangsregelingen Overgangsregeling 2006-2007
Voor een algemeen overzicht van nieuwe vakken en vervallen vakken per 1-9-06 met de bijbehorende overgangsregelingen wordt verwezen naar supplement 1 van studiegids 2006-2007 op de facultaire website (www.rug.nl/rechten/onderwijs/studiegids) Met betrekking tot vakken die in 2006-2007 voor het eerst worden gegeven worden eventuele overgangsbepalingen per vak vermeld in de vakomschrijving in Ocasys. Overgangsregelingen van voorafgaande jaren worden hieronder weergegeven.
Aanvang studie voor 1-9-03
Voor studenten die vóór 1 september 2003 zijn begonnen met één van de rechtenopleidingen staat er een supplement met de overgangsregelingen op de website. Ook de aanvullingen voor 2004-2005 op de overgangsregelingen zijn toegankelijk op de website: http://www.rug.nl/rechten/informatievoor/studenten /studiegids0304/ en …/studiegids 0405. Deze supplementen dient u te gebruiken als aanvulling op deze studiegids.
Aanvang studie na 1-9-03
Voor studenten die na 1 september 2003 zijn begonnen geldt de overgangsregeling ten gevolge van de tussentijdse (per 1-2-2005) invoering van het optionele verplichte vak in de bachelor Nederlands Recht, en de vakken Inleiding Criminologie en Criminologie 1 (nieuw) opgenomen in supplement 5,6,7 op studiegids 0405 (zie website), de volgende wijzigingen: Voorts gelden met ingang van 2005-2006 de volgende wijzigingen: 1. Seminaar Criminologie is van naam veranderd: Criminologie 4 (Seminaar Criminaliteit en Veiligheidsbeleid); 2. International Law 2 is omgezet in twee varianten: International Law 2 Bachelor-level (b-niveau) en International Law 2 master-level (m5-niveau) 3. Oud Vaderlands Privaatrecht is veranderd van een semestervak (2ab) van 6 ec in een half-semestervak (2a) van 5 ec; 4. Recht en Politiek is veranderd van een 6 ec-vak in een 5 ec-vak 5. Rechtsfilosofie 2 (Wetenschapsethiek) is veranderd van naam: Rechtsfilosofie 2 (Ethiek van Recht en Bestuur) 6. Rechtsfilosofie 4 (Schuld en aansprakelijkheid) is van naam veranderd (Rechtsfilosofie 4 (Denken over demoratie) en verplaatst van semester 1a naar semester 2b. Studenten die voor 1-9-05 zijn geslaagd voor het vak: Seminaar Criminologie Sem Rechtsverg vennootschapsrecht Handelskoop, e-commerce en vervoer
kunnen na 1-9-05 het volgende vak niet afleggen: Criminologie 4 (sem Crim & Veil. beleid) Ondernemingsrecht 3 Sem Handelskoop, e-comm en vervoer
133
STUDIEGIDS 2006-2007
Met ingang van 2004-2005: 1. Gedecentraliseerd Bestuur is omgezet van een juridisch bijvak naar een seminaar; 2. Geschiedenis van de Rechtswetenschap is van naam veranderd: Geschiedenis van de Europese Rechtswetenschap; 3. Ondernemingsrecht 2 is m.i.v. 1-9-04 veranderd van een juridisch bijvak in een verplicht vak voor de specialisatie Bedrijfsrecht; 4. Seminaar Amerikaans Staatsrecht is omgezet in een juridisch bijvak; 5. Seminaar EG Richtlijnen en Privaatrecht is van naam veranderd: Seminaar Privaatrecht en Europa; 6. Seminaar Industriële Eigendom is van naam veranderd: seminaar Merkenrecht; Studenten die voor 1-9-04 zijn kunnen na 1-9-04 het volgende vak geslaagd voor het vak: niet afleggen: Seminaar EG Richtlijnen en Privaatrecht Seminaar Privaatrecht en Europa Seminaar Industriële Eigendom seminaar Merkenrecht Seminaar Amerikaans Staatsrecht Amerikaans Staatsrecht Gedecentraliseerd Bestuur Seminaar Gedecentraliseerd Bestuur Geschiedenis van de Rechtswetenschap Geschiedenis van de Europese Rechtswetenschap
134
MASTER RECHT EN BESTUUR
14 Master Recht en Bestuur 14.1 Algemeen De masteropleiding bestaat uit drie sporen. In het juridische spoor worden juridische kennis en vaardigheden op het terrein van het publiekrecht verdiept en verbreed. De student volgt een aantal publiekrechtelijke hoofdvakken en specialiseert zich zo op enkele bijzondere rechtsgebieden (zoals sociale zekerheidsrecht, omgevingsrecht of openbare orde en veiligheid). In het bestuurskundige spoor vindt opleiding tot wetenschappelijk beleidsadviseur plaats. Politicologische kennis, kennis van beleidsontwerpen, kennis van de bestuurlijke organisatie en kennis van conflicthantering uit dit spoor worden vervolgens toegepast in het derde spoor: het seminaar Bestuurswetenschappen. De student past de opgedane kennis en vaardigheden toe bij het organiseren van debatten en het schrijven en presenteren van papers. Doel van de opleiding
De student met een mastertitel Recht en Bestuur is opgeleid tot beleidsadviseur met grondige kennis van de juridische grondslagen van het openbaar bestuur. Hij of zij is in staat om de opgedane theoretische, methodologische en praktische kennis toe te passen bij het analyseren en oplossen van complexe bestuurlijke vraagstukken en aan deze oplossing juridisch vorm te geven. De masteropleiding is gericht op: - verdieping en specialisatie van de in de bachelorfase verworven kennis, inzichten; - verdere ontwikkeling van de in de bachelorfase verworven academische en juridische vaardigheden; - leren toepassen van kennis en inzicht, zodanig dat zelfstandig bestuurskundige problemen kunnen worden opgelost en een eigen bijdrage kan worden geleverd aan de ontwikkeling van het vakgebied; - leren zelfstandig een bestuurskundig beleidsadvies op te stellen.
Duur
De omvang van de masterfase is 60 ec (een jaar). De omvang van de duale variant van de opleiding Recht en Bestuur is ook 60 ec, maar duurt inclusief de praktijkperiode 1 jaar en 6 maanden.
Civiel effect
Om na de juridische opleiding toegelaten te worden tot beroepen als advocaat, rechter en officier van justitie moet gedurende de opleiding zijn voldaan aan de eisen van het civiel effect. Zie voor meer informatie de paragraaf over het civiel effect in Hoofdstuk 2, Algemene Onderwijsinformatie.
Toelating tot de masteropleiding/instroom eisen/selectie
Rechtstreeks tot een masteropleiding worden toegelaten studenten die in het bezit zijn van het bijbehorende, aan de RuG behaalde bachelordiploma Recht en Bestuur. - Studenten niet in het bezit van een bachelordiploma Recht en Bestuur (RuG), zijn in beginsel deficiënt en moeten deze deficiëntie eerst wegwerken. Een student met een deficiëntie van minder dan 20 ec kan op verzoek wel voorlopig tot de masteropleiding worden toegelaten. Hij moet de deficiëntie binnen 2 aaneengesloten semesters wegwerken. Lukt dit niet, dan vervalt de voorlopige toelating (met behoud van reeds behaalde onderdelen). - Studenten met een HBO bachelordiploma MER, Juridisch Management, HEAO bestuurskunde of Thorbeckeacademie die willen instromen in de masteropleiding Recht en Bestuur zijn ook deficiënt. Zij dienen in te stromen in het schakelprogramma Recht en Bestuur. De duur van de opleiding (schakelprogramma + masterprogramma) is minimaal 1,5 jaar. Voor toelating tot het schakelprogramma dient men een aantal vakken te halen (het assessment) (zie ook in deze gids het hoofdstuk over Bijzondere programma’s voor bachelors HBO).
135
STUDIEGIDS 2006-2007
Beroepsperspectief
Duale variant
Nadere informatie
De Master Recht en Bestuur kan aan het werk in het openbaar bestuur of in aanpalende organisaties met een publieke taak. De studie biedt uitzicht op functies als beleids- en bestuursmedewerker en bestuurlijk-juridisch medewerker op alle beleidsterreinen. De afgestudeerde kan als beleidsadviseur optreden maar ook snel doorgroeien naar leidinggevende functies (zowel van projecten als van organisatieonderdelen). Het is in beginsel mogelijk te kiezen voor de duale variant van de masteropleiding Recht en Bestuur. In een duale variant van een opleiding wordt de studie gecombineerd met relevante werkzaamheden in een bedrijf, organisatie of een instelling. (informatie is desgewenst te verkrijgen bij de studie-adviseur). Zie hoofdstuk 2 ‘Algemene onderwijsinformatie’ voor de geldende eisen en regels van iedere bachelor- en masteropleiding m.b.t.: - Onderwijsvormen – Kenmerken programma’s en vakken – (Optioneel) verplichte vakken en semina(a)rs - Keuzeruimte, Studeren in het buitenland, Recht in Praktijk en Stage - Scriptie - Examens, afstuderen en titulatuur In hoofdstuk 3 ‘Toetsing’ vindt u informatie over: - Tijdvakken en frequentie van de tentamens - Richtlijnen Examencommissie bij toekenning afwijkende tentamenregelingen - Geldigheidsduur tentamens. LET OP: In dit hoofdstuk treft u, voorzover hiervan sprake is, slechts de uitzonderingen aan op de hoofdregels genoemd in hoofdstuk 2 en 3.
14.2 Onderwijs- en Examenregeling (OER) Onderdelen en studielast
Onderwijsprogramma
Het masterprogramma Recht en Bestuur omvat de volgende verplichte vakken daarbij vermelde studielast: 1. Beleidswetenschap 2 2. Bestuurlijke Organisatie 2 3. Conflicthantering 4. Politicologie 5.-6. twee optioneel verplichte vakken Publiekrecht te kiezen uit onderstaande vakken van elk 6 ec: a. International Law 2 – ma-level b. Omgevingsrecht 1 of Omgevingsrecht 2 c. Overheid en Privaatrecht d. Recht Lagere Overheid e. Staats- en Bestuursrecht C.S. f. Staats- en Bestuursrecht in Communautair Perspectief g. Vreemdelingenrecht 7. Rechtsfilosofie 2 8. Keuzeruimte, waarin verplicht één niet juridisch vak van min. 4 ec 9. Seminaar Bestuurswetenschappen Totaal jaar 4 Semester I sem type I c. I a. (OV) I a. (OV)
136
vaknaam EC Keuzeruimte master 5 International Law 2 (ma level) 6 Recht Lagere Overheid 6
Semester II sem type II a verplicht II a verplicht II a a. (OV)
met de (6 (6 (6 (5 (12
ec) ec) ec) ec) ec)
(5 (11 (9 (60
ec) ec) ec) ec)
vaknaam Bestuurlijke Organisatie 2 Conflicthantering Omgevingsrecht 1
EC 6 6 6
MASTER RECHT EN BESTUUR
Ia
verplicht
Beleidswetenschap 2
6
II a
en b. a. (OV)
Ia
verplicht
Politicologie
5
II b
verplicht
Ia
a. (OV)
Staats- en Bestuursrecht C.S.
6
II b
Ib
verplicht
4
II b
Ib
a. (OV)
Seminaar Bestuurswetenschappen deel 1 Overheid en Privaatrecht
a. (OV) en b. verplicht
Ib
a. (OV)
Vreemdelingenrecht
6
Opmerkingen
Staats- en Bestuursrecht in Communautair Seminaar Bestuurswetenschappen deel 2 Omgevingsrecht 2
6
Rechtsfilosofie 2 (Ethiek van Re & Bes)
5
6
6
a. optioneel verplicht (OV) 2 vakken van 6 ec te kiezen uit 8); b. hierbij geldt de beperking dat Omgevingsrecht 1 en 2 niet beide als optioneel vak kunnen worden opgevoerd; c. de keuzeruimte is fictief gesteld op 5 ec, zie OER voor juiste omvang en eisen; de keuzeruimte kan ook worden afgelegd/ingevuld in het 2e semester;
Keuzeruimte
Studenten dienen in de masterfase minimaal een niet-juridisch vak te kiezen. Er bestaan daarvoor aanbevolen keuzepakketten. Deze zijn te vinden in de Regelingen Recht en Bestuur, deel II, keuzevakken, verkrijgbaar bij het secretariaat van de vakgroep Bestuursrecht en Bestuurskunde. De keuzeruimte mag ingevuld worden met keuzevakken of Recht in Praktijkonderdelen. Studenten kunnen binnen de masteropleiding maximaal 7 ec uit het onderdeel Recht in praktijk opnemen. Twee stages en twee kleine scripties kunnen niet over hetzelfde onderwerp gaan. De keuzeruimte in de master moet worden ingevuld met vakken op M4 of M5 niveau. Indien een vak op M4 niveau reeds in de keuzeruimte van de eerder afgelegde bachelor Recht en Bestuur is opgenomen, kan dit niet in de keuzeruimte van de masteropleiding Recht en Bestuur worden gekozen. In bijzondere gevallen kan de Examencommissie toestaan dat een of meer onderdelen van andere universitaire masterprogramma’s worden gekozen.
Goedkeuring keuzevakken
De keuzevakken behoeven vooraf de goedkeuring van de Examencommissie. Zie hiervoor het hoofdstuk: ‘Algemene Onderwijsinformatie’.
Seminaar
5
Het volgende vak van de masteropleiding Recht en Bestuur is een seminaar: Seminaar Bestuurswetenschappen C.S. Dit seminaar is steeds gekoppeld aan de bestuurskundige hoofdvakken en moet gelijktijdig gevolgd worden. Aan het begin van elk semester wordt een toelichting gegeven op het programma en de thema’s. Het seminaar omvat verplichte colloquia en papers over capita selecta gedurende het studiejaar. In het seminaar wordt het vaardighedencurriculum vervolgd, zoals dat in de bachelorfase is ingezet, en komen diverse academische vaardigheden aan bod, zoals kritisch lezen, analyseren, abstraheren, argumenteren, synthetiseren, probleemidentificatie, probleem oplossen, en overige vaardigheden als schrijven, presenteren en samenwerken. Het gaat daarbij om een wetenschappelijke denktraining, waarbij, nadat een goede analyse heeft plaats gevonden, een (creatieve) oplossing voor een bestuurskundige en/of juridische vraagstelling helder wordt gepresenteerd, voorzien van argumenten, zie ook hoofdstuk 2.9. De beoordeling van de prestatie van de student geschiedt op basis van de hierboven genoemde onderdelen en wordt uitgedrukt in een voldoende of onvoldoende. Van studenten wordt verwacht dat zij alle bijeenkomsten bijwonen en actief deelnemen aan het onderwijs.
137
STUDIEGIDS 2006-2007
14.3 Bibliotheek, tijdschriften en beroepsverenigingen De bibliotheek van het Juridisch Instituut heeft een aantal bestuurswetenschappelijke boeken en tijdschriften in haar collectie. Buiten het instituut moeten met name de UB en de bibliotheek van het Sociologisch Instituut (Grote Kruisstraat) worden genoemd. Studenten wordt aangeraden regelmatig met name een aantal vaktijdschriften in te zien, zoals: Beleid en Maatschappij, Beleidswetenschap, Bestuurskunde, Openbaar Bestuur, Facta, Public Administration Review, Die Verwaltung of Acta Politica. Daarnaast kan worden genoemd: Binnenlands Bestuur (gratis na registratie) en de Nederlandse Gemeente (wekelijks), en Bestuur (maandelijks). Het verdient aanbeveling, student-lid te worden van tenminste één beroepsvereniging. Het meest voor de hand ligt de Vereniging voor Bestuurskunde (VB) Raadpleeg hiervoor de website: www.bestuurskunde.nl De Vereniging voor Bestuurskunde kent een Kring Noord. Deze organiseert driemaal per jaar een symposium over een actueel bestuurlijk thema. Toegang voor studeten is gratis. Raadpleeg ook hiervoor de website van de VB, of informeer bij prof.dr. M. Herweijer of drs. J.C. Coolsma.
14.4 Studievereniging Aan de studierichting is de studie vereniging JBSV Dorknoper verbonden. Het bestuur organiseert tal van activiteiten voor studenten Recht en Bestuur.
14.5 Overgangsregelingen Overgangsregeling 2006-2007
Aanvang studie voor 1-9-03
Voor een algemeen facultair overzicht van nieuwe vakken en vervallen vakken per 19-06 met de bijbehorende overgangsregelingen wordt verwezen naar supplement 1 van studiegids 2006-2007 op de facultaire website (www.rug.nl/rechten/onderwijs/studiegids) Met betrekking tot vakken die in 2006-2007 voor het eerst worden gegeven worden eventuele overgangsbepalingen per vak vermeld in de vakomschrijving in Ocasys. Overgangsregelingen van voorafgaande jaren worden hieronder weergegeven. Voor studenten die vóór 1 september 2003 zijn begonnen met één van de rechtenopleidingen staat er een supplement met de overgangsregelingen op de website. Ook de aanvullingen voor 2004-2005 op de overgangsregelingen zijn toegankelijk op de website: http://www.rug.nl/rechten/informatievoor/studenten /studiegids0304/ en …/studiegids 0405. Deze supplementen dient u te gebruiken als aanvulling op deze studiegids.
138
MASTER NOTARIEEL RECHT
15 Master Notarieel Recht 15.1 Algemeen De masteropleiding Notarieel Recht (met inbegrip van de duale variant) vormt samen met de bacheloropleiding Notarieel Recht de klassieke opleiding tot notaris en geeft recht op de meestertitel. Binnen de duale variant is in vergelijking met de niet-duale variant Notarieel Recht meer aandacht voor sociale vaardigheden en de toepassing en werking van het recht in de praktijk. Doel van de opleiding
Duur
De masteropleiding is gericht op: - verdieping en specialisatie van de in de bachelorstudie verworven kennis en vergroting van inzicht in de samenhang van het recht, in het bijzonder in het notariële recht; - verdere ontwikkeling van de in de bachelorfase verworven academische en juridische vaardigheden; - leren toepassen van kennis en inzicht, zodanig dat zelfstandig juridische problemen kunnen worden opgelost en een eigen bijdrage kan worden geleverd aan de rechtsvorming; - leren zelfstandig juridisch onderzoek te doen en deel te nemen aan het juridisch debat. De omvang van de masterfase is 60 ec (een jaar). De omvang van de duale variant van de opleiding Notarieel Recht (Praktijkmaster Notarieel Recht) is ook 60 ec, maar duurt inclusief de praktijkperiode 1 jaar en 6 maanden.
Civiel effect
Om na de juridische opleiding toegelaten te worden tot beroepen als advocaat, rechter en officier van justitie moet gedurende de opleiding zijn voldaan aan de eisen van het civiel effect. Zie voor meer informatie de paragraaf over het civiel effect in Hoofdstuk 2, Algemene Onderwijsinformatie.
Toelating tot de masteropleiding/instroom eisen/selectie
Rechtstreeks tot een masteropleiding worden toegelaten studenten die in het bezit zijn van het bijbehorende, aan de RuG behaalde bachelordiploma Notarieel Recht. Studenten, niet in het bezit van een bachelordiploma Notarieel Recht (RuG), zijn in beginsel deficiënt en moeten deze deficiëntie eerst wegwerken. Een student met een deficiëntie van minder dan 20 ec kan op verzoek wel voorlopig tot de masteropleiding worden toegelaten. Hij moet de deficiëntie binnen 2 aaneengesloten semesters wegwerken. Lukt dit niet, dan vervalt de voorlopige toelating (met behoud van reeds behaalde onderdelen).
Beroepsperspectief
De toekomstmogelijkheden van diegenen die met goed gevolg zowel de bacheloropleiding Notarieel recht als de aansluitende masteropleiding Notarieel recht van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid hebben afgelegd, zijn onder te verdelen in twee groepen: een loopbaan, waartoe deze opleidingen kwalificeren en die logisch uit de studie voortvloeit, namelijk het notariaat. Met het behalen van de graad LL.M. verkrijgt men de bevoegdheid om de titel meester in de rechten (mr.) te voeren. Wie daadwerkelijk in de notariële praktijk gaat werken wordt "kandidaat-notaris", wat hem benoembaar maakt tot notaris. Een voorwaarde om van kandidaat-notaris notaris te worden is o.a. een stageperiode van zes jaar op een Nederlands notariskantoor en het verplicht volgen van de Beroepsopleiding Notariaat. Een loopbaan die kennis vereist van die gedeelten van het recht, waarop speciaal
139
STUDIEGIDS 2006-2007
bij de notariële studie nader wordt ingegaan, zoals het familievermogensrecht, het registergoederenrecht en het ondernemingsrecht, alsmede het belastingrecht, in het bijzonder waar dit laatste samenhangt met privaatrechtelijke rechtshandelingen. Een dergelijke loopbaan treft men aan in het bedrijfsleven, meer speciaal in het onroerend goed, het verzekerings-, banken hypotheekbankbedrijf, maar ook in andere typisch juridische beroepen zoals advocatuur en rechterlijke macht. Men dient dan wel de vakken voor het civiel effect aan te vullen. Duale variant
Ook is het in beginsel mogelijk te kiezen voor de duale variant van de masteropleiding Notarieel Recht (Praktijkmaster Notarieel Recht). In een duale variant van een opleiding wordt de studie gecombineerd met relevante werkzaamheden in een bedrijf, organisatie of een instelling. (informatie is desgewenst te verkrijgen bij de studieadviseur).
Nadere informatie
Zie hoofdstuk 2 ‘Algemene onderwijsinformatie’ voor de geldende eisen en regels van iedere bachelor- en masteropleiding m.b.t.: - Onderwijsvormen – Kenmerken programma’s en vakken – (Optioneel) verplichte vakken en semina(a)rs - Keuzeruimte, Studeren in het buitenland, Recht in Praktijk en Stage - Scriptie - Examens, afstuderen en titulatuur In hoofdstuk 3 ‘Toetsing’ vindt u informatie over: - Tijdvakken en frequentie van de tentamens - Richtlijnen Examencommissie bij toekenning afwijkende tentamenregelingen - Geldigheidsduur tentamens. LET OP: In dit hoofdstuk treft u, voorzover hiervan sprake is, slechts de uitzonderingen aan op de hoofdregels genoemd in hoofdstuk 2 en 3.
Nestor Community
Op Nestor staat een Community voor de bachelor en masteropleiding Notarieel Recht. Deze Community is bedoeld als centraal informatiepunt van de opleiding (in het bijzonder informatie over scriptie en stage). Alle studenten die voor deze opleiding zijn ingeschreven hebben automatisch toegang tot de Community (mochten er problemen zijn met de toegang, dan kan men een email sturen naar
[email protected] met vermelding van studentnummer).
15.2 Onderwijs- en Examenregeling (OER) Onderdelen en studielast
Seminaar
Het masterprogramma Notarieel Recht omvat de volgende verplichte vakken met de daarbij vermelde studielast: 1. Agrarisch Recht of Seminaar Internationaal Privaatrecht C.S. (5 ec) 2. Belastingrecht 2 (6 ec) 3. Goederenrecht C.S. (6 ec) 4. Internationaal Privaatrecht (6 ec) 6. Scriptie (13 ec) 7. Seminaar Notariële C.S. 2 (6 ec) 8. Successiewet voor Notariëlen (7 ec) 9. Verbintenissenrecht C.S. (6 ec) 10. Keuzeruimte (5 ec) Totaal (60 ec)
De volgende vakken van de masteropleiding Notarieel recht zijn een seminaar: a. Seminaar Internationaal Privaatrecht C.S. b. Seminaar Notariële C.S. 2
140
MASTER NOTARIEEL RECHT
Van studenten wordt verwacht dat zij alle bijeenkomsten bijwonen en actief deelnemen aan het onderwijs.
Keuzeruimte
De keuzeruimte in de master van 5 ec moet worden ingevuld met vakken op M4 of M5 niveau. Zie voor een compleet facultair vakkenoverzicht met o.a. de niveau-indeling van de vakken de website http://www.rug.nl/rechten/onderwijs/vakkenaanbod en de bijlage in de studiegids. Indien een vak op M4 niveau reeds in de keuzeruimte van de eerder afgelegde bachelor Notarieel Recht is opgenomen, kan dit niet in de keuzeruimte van de masteropleiding Notarieel Recht worden gekozen. In bijzondere gevallen kan de Examencommissie toestaan dat een of meer onderdelen van andere universitaire masterprogramma’s worden gekozen.
Goedkeuring keuzeruimte
In individuele gevallen behoudt de Examencommissie zich het recht voor om af te wijken van bijvoorbeeld de in de vakomschrijving toegekende studielast, zie ook hoofdstuk 2.10 ‘Examens en afstuderen’. Dit geldt ook voor keuzevakken binnen de faculteit die elkaar overlappen. Zo krijgt een student notarieel recht bijvoorbeeld voor het vak Ondernemingsrecht 1 (hoofdvak Master Nederlands Recht) niet 6 ec maar 4 ec studiepunten vanwege overlap met verplichte onderdelen binnen de masteropleiding notarieel recht.
Onderwijsprogramma
jaar 4 Semester I sem type I verplicht
Fiscaal recht na Notarieel recht
Semester II EC sem type 6 verplicht
I I
verplicht verplicht
Goederenrecht C.S. Internationaal Privaatrecht
6 6
II II a
verplicht a. (OV)
Ia Ib
verplicht a. (OV)
Verbintenissenrecht C.S. Agrarisch Recht
6 5
II b II
verplicht b.
Opmerkingen
Scriptie
vaknaam Belastingrecht 2
vaknaam Scriptie
EC 13
Successiewet voor Notariëlen Seminaar Internationaal Privaatrecht C.S Seminaar Notariële C.S. 2 Keuzeruimte master
7 5 6 5
a. optioneel verplicht (OV) 1 vak te kiezen uit 2; b. de keuzeruimte is fictief gesteld op 5 ec en gesitueerd in het 2e semester. Zie OER voor juiste omvang en eisen. De keuzeruimte kan ook worden ingevuld in het 1e semester. * Algemene opmerking: De vakken weergegeven in dit schema maken deel uit van het masterprogramma Notarieel Recht ingevoerd per 1-9-2006. Voor overgangsregeling m.b.t. het masterprogramma 2003-2005 en notariële vakken behaald voor 1-9-06 zie Supplement 2 Studiegids 2005-2006 (http://www.rug.nl/rechten/onderwijs/studiegids/index)
De masterfase wordt afgesloten met een scriptie, die dient aan te sluiten bij de opleiding Notarieel Recht. Het onderwerp moet worden goedgekeurd door de scriptiecoördinator van Notarieel Recht. Zie voorts hoofdstuk 2.9 en de Community Notarieel Recht. Met een scriptie die is goedgekeurd door of namens de begeleidende docent worden 13 ec verworven. Algemene richtlijnen van de faculteit voor het schrijven van een scriptie zijn opgenomen in het scriptiereglement (zie hoofdstuk 29). Tevens wordt geattendeerd op de Handleiding voor juridische scripties (verkrijgbaar bij de Repro). Gegevens van de scriptiecoördinator Notarieel Recht staan in hoofdstuk 2.9 en op de Community Notarieel Recht. Voor masterstudenten Notarieel Recht bestaat de mogelijkheid aanvullend een schakelprogramma + een master Fiscaal Recht van ca. 90 ec (op basis van vrijstellingen) te doen. Indien men voornemens is Fiscaal Recht aanvullend af te leggen, wordt aangeraden vroegtijdig, bij voorkeur in de bachelorfase, contact op te nemen met de studieadviseur om op deze mogelijkheid te anticiperen.
141
STUDIEGIDS 2006-2007
15.3 Overgangsregelingen Overgangsregelingen 2006-2007
Voor een algemeen facultair overzicht van nieuwe vakken en vervallen vakken per 19-06 met de bijbehorende overgangsregelingen wordt verwezen naar supplement 1 van studiegids 2006-2007 op de facultaire website (www.rug.nl/rechten/onderwijs/studiegids). Met betrekking tot vakken die in 20062007 voor het eerst worden gegeven worden eventuele overgangsbepalingen per vak vermeld in de vakomschrijving in Ocasys. Overgangsregelingen van voorafgaande jaren worden hieronder weergegeven.
Bachelor-en Masterprogramma 2003-2005
Vanaf 1 september 2006 wordt onderscheid gemaakt tussen studenten die afstuderen op basis van de exameneisen van het Bachelor-en Masterprogramma 2003-2005 en studenten die vallen onder de eisen van de nieuwe Bachelor- en Masterprogrammering (programma 2006) zoals weergegeven in dit hoofdstuk. Een overgangsregeling waarin de gevolgen van de invoering van het nieuwe programma voor beide groepen worden uitgelegd is te vinden op de website in supplement 2 studiegids 2005-2006 (www.rug.nl/rechten/onderwijs/studiegids).
Aanvang studie voor 1-9-03
Voor studenten die vóór 1 september 2003 zijn begonnen met één van de rechtenopleidingen staan er supplementen met de overgangsregelingen op de website bij de studiegidsen 0304 en 0405. http://www.rug.nl/rechten/informatievoor/studenten /studiegids0304/ en …/studiegids 0405. Deze supplementen dient u te gebruiken als aanvulling op deze studiegids.
142
16 Master Fiscaal Recht 16.1 Algemeen De masteropleiding Fiscaal recht (met inbegrip van de duale variant) vormt een verdieping op de brede fiscaal-juridische kennis die in de bacheloropleiding is verworven. Terwijl de bachelorfase tot doel heeft de student op het niveau te brengen van voldoende kennis van de fiscale problematiek rondom de (vermogende) particulier en het midden- en kleinbedrijf, geeft de masterfase een verdieping en concentreert zich op de fiscale problematiek rondom de grotere en de internationaal opererende onderneming. Binnen de duale variant is in vergelijking met de niet-duale variant Fiscaal recht meer aandacht voor sociale vaardigheden en de toepassing en werking van het recht in de praktijk. Doel van de opleiding
Duur
De masteropleiding is gericht op: - verdieping en specialisatie van de in de bachelorstudie verworven kennis en vergroting van inzicht in de samenhang van het recht, in het bijzonder van het fiscaal recht; - verdere ontwikkeling van de in de bachelorfase verworven academische en juridische vaardigheden; - leren toepassen van kennis en inzicht, zodanig dat zelfstandig juridische problemen kunnen worden opgelost en een eigen bijdrage kan worden geleverd aan de rechtsvorming; - leren zelfstandig juridisch onderzoek te doen en deel te nemen aan het juridisch debat. De omvang van de masterfase is 60 ec (een jaar). De omvang van de duale variant van de opleiding Fiscaal Recht is ook 60 ec, maar duurt inclusief de praktijkperiode 1 jaar en 6 maanden.
Civiel effect
Om na de juridische opleiding toegelaten te worden tot beroepen als advocaat, rechter en officier van justitie moet gedurende de opleiding zijn voldaan aan de eisen van het civiel effect. Zie voor meer informatie de paragraaf over het civiel effect in Hoofdstuk 2, Algemene Onderwijsinformatie.
Toelating tot de masteropleiding/instroom eisen/selectie
Rechtstreeks tot een masteropleiding worden toegelaten studenten die in het bezit zijn van het bijbehorende, aan de RuG behaalde bachelordiploma Fiscaal Recht. - Studenten niet in het bezit van een bachelordiploma Fiscaal Recht (RuG), zijn in beginsel deficiënt en moeten deze deficiëntie eerst wegwerken. Een student met een deficiëntie van minder dan 20 ec binnen de bachelor Fiscaal recht (RuG) kan op verzoek wel voorlopig tot de masteropleiding worden toegelaten. Hij moet de deficiëntie binnen 2 aaneengesloten semesters wegwerken. Lukt dit niet, dan vervalt de voorlopige toelating (met behoud van reeds behaalde onderdelen). - Studenten met een afsluitend HBO diploma fiscale economie van de Hanzehogeschool, Saxion, Hogeschool Arnhem die willen instromen in de masteropleiding Fiscaal Recht zijn ook deficiënt. Zij dienen in te stromen in het schakelprogramma Fiscaal recht. De duur van de opleiding (schakelprogramma + masterprogramma) is minimaal 1,5 jaar (Zie ook in deze gids het hoofdstuk over Bijzondere programma’s voor bachelors HBO).
Beroepsperspectief
De fiscaal-juridische masteropleiding (in combinatie met de bacheloropleiding fiscaal recht) leidt studenten op voor al die functies waarin het belastingrecht een grote rol speelt. De opleiding is zeker niet bedoeld als een loutere beroepsopleiding voor bijvoorbeeld functies binnen de Rijksbelastingdienst, de belastingadviespraktijk, dan wel de fiscale afdelingen van ondernemingen. Met het belastingrecht als centraal
143
STUDIEGIDS 2006-2007
thema is het doel van de bacheloropleiding juristen te vormen die een brede juridische/financieel/economische bagage in huis hebben, die in de masteropleiding verder wordt verdiept. Met deze bagage blijken afgestudeerden ook buiten de drie genoemde werkterreinen uitstekend te kunnen functioneren in bijvoorbeeld het banken verzekeringswezen, op beleidsafdelingen van andere departementen dan Financiën, bij andere overheidslichamen en in werkgevers- en werknemersorganisaties. Daarnaast blijken grote ondernemingen belangstelling te hebben voor fiscalisten voor de meer algemene functies in hun bedrijven. Tenslotte biedt de ontwikkeling in de sfeer van de gezondheidszorg en wellicht ook in andere sectoren van maatschappelijke zorg kansen aan fiscaal-juristen vanwege hun juridische en financieel-economische kennis in het management van grote organisaties en instellingen een plaats te vinden. Duale variant
Nadere informatie
Ook is het in beginsel mogelijk te kiezen voor de duale variant van de masteropleiding Fiscaal Recht. In een duale variant van een opleiding wordt de studie gecombineerd met relevante werkzaamheden in een bedrijf, organisatie of een instelling. (informatie is desgewenst te verkrijgen bij de studie-adviseur). Zie hoofdstuk 2 ‘Algemene onderwijsinformatie’ voor de geldende eisen en regels van iedere bachelor- en masteropleiding m.b.t.: - Onderwijsvormen en Kenmerken van programma’s en vakken – (Optioneel) verplichte vakken en semina(a)rs - Keuzeruimte, Studeren in het buitenland, Recht in Praktijk, Stage en Scriptie - Examens, afstuderen en titulatuur In hoofdstuk 3 ‘Toetsing’ vindt u informatie over: - Tijdvakken en frequentie van de tentamens - Richtlijnen Examencommissie bij toekenning afwijkende tentamenregelingen - Geldigheidsduur tentamens. LET OP: In dit hoofdstuk treft u, voorzover hiervan sprake is, slechts de uitzonderingen aan op de hoofdregels genoemd in hoofdstuk 2 en 3.
16.2 Onderwijs- en Examenregeling (OER) Onderdelen en studielast
Het masterprogramma Fiscaal Recht omvat de volgende verplichte vakken met de daarbij vermelde studielast: 1. Formeel Belastingrecht 2 (3 ec) 2. Goederenrecht C.S. of (6 ec) Rechtspersonen, Personenvennootsch. en Kapitaalbelasting 3. Internationaal en Europees Belastingrecht (6 ec) 4. Ondernemingen en Belastingheffing C.S. (7 ec) 5. Ondernemingsfinanciering (6 ec) 6. Particulieren en Belastingheffing C.S. (6 ec) 7. Seminaar Formeel Belastingrecht (3 ec) 8. Keuzeruimte (10 ec) 9. Scriptie (13 ec) Totaal (60 ec)
Seminaar
Het Seminaar Formeel Belastingrecht is een verplicht studieonderdeel van de masteropleiding Fiscaal Recht. Voor nadere informatie over de seminaars zie hoofdstuk 2: Algemene Onderwijsinformatie.
Keuzeruimte
De keuzeruimte in de master moet worden ingevuld met vakken op M4 of M5 niveau. Zie voor een compleet facultair vakkenoverzicht met o.a. de niveau-indeling van de vakken de website http://www.rug.nl/rechten/onderwijs/vakkenaanbod en de bijlage in de studiegids.
144
MASTER FISCAAL RECHT
Indien een vak op M4 niveau reeds in de keuzeruimte van de eerder afgelegde bachelor Fiscaal Recht is opgenomen, kan dit niet in de keuzeruimte van de masteropleiding Fiscaal Recht worden gekozen. In bijzondere gevallen kan de Examencommissie toestaan dat een of meer onderdelen van andere universitaire masterprogramma’s worden gekozen. Goedkeuring keuzeruimte
Onderwijsprogramma
De Examencommissie bepaalt het aantal toe te rekenen studiepunten. In individuele gevallen behoudt de Examencommissie zich het recht voor om af te wijken van bijvoorbeeld de in de vakomschrijving toegekende studielast, zie hoofdstuk 2.10. Dit geldt ook voor keuzevakken binnen de faculteit die elkaar overlappen. Zo krijgt een student fiscaal recht bijvoorbeeld voor het vak Ondernemingsrecht 1 (verplicht vak Master Nederlands Recht – privaatrecht en bedrijfsrecht) niet 6 ec maar 4 ec studiepunten vanwege overlap met verplichte onderdelen binnen de masteropleiding fiscaal recht. jaar 4 Semester I sem type I verplicht I verplicht
Semester II EC sem type 6 II verplicht 6 II b.
I
verplicht
I
a. (OV)
vaknaam Ondernemingsfinanciering Particulieren en Belastingheffing c.s. Onderneming en Belastingheffing C.S. Goederenrecht C.S.
Ia
verplicht
Formeel Belastingrecht 2
3
Ib
verplicht
Seminaar Formeel Belastingrecht
3
Opmerkingen
7
II
a. (OV)
6
II a
verplicht
vaknaam Scriptie Keuzeruimte master
EC 13 5
Rechtspersonen, Personenvennootschappen Internationaal & Europees Belastingrecht
6
a. optioneel verplicht (OV) 1 vak te kiezen uit 2; b. de keuzeruimte is fictief gesteld op 5 ec (zie OER voor juiste omvang en eisen) en kan worden verdeeld over semester 1 en 2;
16.3 Overgangsregelingen Overgangsregeling 2006-2007
Voor een algemeen overzicht van nieuwe vakken en vervallen vakken per 1-9-06 met de bijbehorende overgangsregelingen wordt verwezen naar supplement 1 van studiegids 2006-2007 op de facultaire website (www.rug.nl/rechten/onderwijs/studiegids) Met betrekking tot vakken die in 2006-2007 voor het eerst worden gegeven worden eventuele overgangsbepalingen per vak vermeld in de vakomschrijving in Ocasys. Overgangsregelingen van voorafgaande jaren worden hieronder weergegeven.
Aanvang studie voor 1-9-03
Voor studenten die vóór 1 september 2003 zijn begonnen met één van de rechtenopleidingen staat er een supplement met de overgangsregelingen op de website. Ook de aanvullingen voor 2004-2005 op de overgangsregelingen zijn toegankelijk op de website: http://www.rug.nl/rechten/informatievoor/studenten /studiegids0304/ en …/studiegids 0405. Deze supplementen dient u te gebruiken als aanvulling op deze studiegids.
Aanvang studie na 1-9-03
Voor studenten die na 1 september 2003 zijn begonnen gelden de volgende wijzigingen: Met ingang van 2004-2005: 1. Het seminaar Internationaal & Europees Belastingrecht is omgezet in een verplicht juridisch vak Internationaal & Europees Belastingrecht;
145
6
STUDIEGIDS 2006-2007
17 Master Law in Europe (Hanse Law School) 17.1 Algemeen In de loop van de jaren zijn binnen de Europese Unie de nationale grenzen minder gaan tellen. Op allerlei gebied zijn contacten over de grenzen heen tussen verschillende landen tot de dagelijkse praktijk gaan behoren. Hierbij zijn de juridische aspecten van toenemend belang. Er is een groeiende behoefte aan juristen die zich op dit internationale terrein thuis voelen. Zowel de bacheloropleiding als de masteropleiding Law in Europe (Hanse Law School) zijn erop gericht om aan deze behoefte tegemoet te komen door juristen op te leiden: die een grondige kennis hebben van het Nederlandse Recht; die de internationale dimensie daarvan kunnen herkennen en daar gebruik van kunnen maken door een geïntegreerde kennis van de hoofdzaken van een aantal buitenlandse rechtsstelsels en van het Europese recht die op basis daarvan in staat zijn met buitenlandse juristen te communiceren en samen te werken. In de bachelorfase is een brede juridische basis gelegd in het Nederlandse recht, naast een kennismaking met de diverse rechtsstelsels en de daarbij behorende rechtstaal. In de aansluitende masteropleiding vindt vervolgens een verdieping plaats van de in de bachelor verworven kennis. De master is sterk gericht op een verdere verdieping van het privaatrecht en het bedrijfsrecht/ondernemingsrecht, gezien het te verwachten toekomstige werkterrein van de afgestudeerden. Onderdelen van het programma kunnen gevolgd worden bij partneruniversiteiten (na goedkeuring door de examencommissie). Doelstelling
Duur
Civiel effect
De doelstellingen van de masteropleiding zijn: verdieping en specialisatie van de in de bachelorfase verworven kennis van en inzichten en samenhang in het recht, in het bijzonder in het Nederlandse recht en de common law, met name op het terrein van het privaatrecht en bedrijfsrecht. verdieping van het inzicht in de overeenkomsten en verschillen van de diverse rechtsstelsels en de achterliggende rechtsbeginselen, met name op het terrein van het privaatrecht en bedrijfsrecht; verdere ontwikkeling van de in de bachelorfase verworven academische en juridische vaardigheden; leren toepassen van kennis en inzicht, zodanig dat zelfstandig juridische problemen met een internationale dimensie kunnen worden opgelost en een eigen bijdrage kan worden geleverd aan de rechtsvorming, i.h.b. op het terrein van het bedrijfsrecht en het privaatrecht; leren zelfstandig juridisch onderzoek te doen en deel te nemen aan het juridische debat, in het bijzonder aan het internationale juridische debat. De opleiding heeft een omvang van 60 ec (een jaar). Er is ook een duale variant. Deze heeft ook een omvang van 60 ec, maar kent een langere studieduur. Afgestudeerden in de masteropleiding die ook de bachelorpleiding Law in Europe hebben voltooid voldoen aan de vereisten van het civiel effect voor de togaberoepen (zie hoofdstuk 2 Algemene Onderwijsinformatie de paragraaf over het civiel effect voor een toelichting).
146
MASTER LAW IN EUROPE (HANSE LAW SCHOOL)
Toelating tot de masteropleiding/ instroomeisen /selectie
Rechtstreeks tot de masteropleiding Law in Europe worden toegelaten studenten die in het bezit zijn van het bijbehorende, aan de RuG behaalde bachelordiploma Law in Europe (Hanse Law school), studenten die in het bezit zijn van het aan de universiteiten Bremen en Oldenburg behaalde bachelordiploma Hanse Law School2 studenten die in het bezit zijn van het aan de Universiteit Limburg behaalde bachelordiploma European Law School. Studenten niet in het bezit van een van bovengenoemde bachelordiploma’s, zijn in beginsel deficiënt en moeten deze deficiëntie eerst wegwerken. Tevens dienen deze studenten een goede beheersing te hebben van het Engels (actief en passief) en het Duits of Frans (passief). Een student met een deficiëntie van minder dan 20 ec kan op verzoek wel voorlopig tot de masteropleiding worden toegelaten. Hij moet de deficiëntie binnen 2 aaneengesloten semesters wegwerken. Lukt dit niet, dan vervalt de voorlopige toelating (met behoud van reeds behaalde onderdelen). Het onderwijs en de tentaminering in de opleiding vinden plaats in het Nederlands of het Engels. Bij het onderwijs en de tentaminering zal ook gebruik worden gemaakt van Frans- en/of Duitstalige teksten. De opleiding stelt aan de studenten die in deze opleiding willen instromen bijzondere eisen. De masteropleiding is bestemd voor studenten die naast het Nederlands een goede beheersing hebben van het Engels (actief en passief), het Duits of Frans (passief). belangstelling hebben voor de internationale/Europese dimensie van het recht en/of een loopbaan ambiëren in de internationale advocatuur of het internationale bedrijfsleven. beschikken over voldoende inzet en motivatie om het programma te volgen bereid zijn tot een verblijf in het buitenland.
Beroepsperspectief
Duale variant
Nadere informatie
Afgestudeerden die in het bezit zijn van zowel het bachelordiploma als het masterdiploma Law in Europe, voldoen aan de vereisten om in Nederland advocaat of rechter te worden (civiel effect). De opleiding is met name een goede voorbereiding op een internationale carrière als advocaat of bedrijfsjurist. Ook is het in beginsel mogelijk te kiezen voor de duale variant van de masteropleiding Law in Europe. In een duale variant van een opleiding wordt de studie gecombineerd met relevante werkzaamheden in een bedrijf, organisatie of een instelling. (informatie is desgewenst te verkrijgen bij de studie-adviseur). Zie hoofdstuk 2 ‘Algemene onderwijsinformatie’ voor de geldende eisen en regels van iedere bachelor- en masteropleiding m.b.t.: - Onderwijsvormen – Kenmerken programma’s en vakken – (Optioneel) verplichte vakken en semina(a)rs - Keuzeruimte, Studeren in het buitenland, Recht in Praktijk en Stage - Scriptie - Examens, afstuderen en titulatuur In hoofdstuk 3 ‘Toetsing’ vindt u informatie over: - Tijdvakken en frequentie van de tentamens - Richtlijnen Examencommissie bij toekenning afwijkende tentamenregelingen - Geldigheidsduur tentamens. 2 Voor deze studenten heeft het masterdiploma Law in Europe in combinatie met het bachelordiploma pas civiel effect indien zij een aanvullend programma bestaande uit een aantal nader te bepalen vakken Nederlands recht met succes hebben afgerond.
147
STUDIEGIDS 2006-2007
LET OP: In dit hoofdstuk treft u, voorzover hiervan sprake is, slechts de uitzonderingen aan op de hoofdregels genoemd in hoofdstuk 2 en 3.
17.2 Onderwijs- en Examenregeling Onderdelen en studielast
De opleiding kent een verdiepende, theoretische, rechtsvergelijkende invalshoek en richt zich op het Nederlandse burgerlijk recht en ondernemingsrecht, de Europese invloeden daarop en op een buitenlands rechtsstelsel op het terrein van het privaatrecht en ondernemingsrecht. Een deel van de studie wordt in Groningen gedaan, een ander deel (een semester) kan worden doorgebracht aan een buitenlandse universiteit. Dat kan naar keuze in Duitsland zijn (Bremen/Oldenburg, waarbij de student ook een Duits masterdiploma krijgt), Frankrijk of Engeland (zonder dat de student een Frans/Engels masterdiploma krijgt), Canada, USA. Het masterexamen van de studie Law in Europe omvat de volgende vakken met de daarbij vermelde studielast: 1. Arbeidsovereenkomstenrecht 6 ec 2. Corporate Law in Europe 1 6 ec 3. Mededingingsrecht / Competition Law * 6 ec 4. Verbintenissenrecht c.s. / Goederenrecht c.s. / International 6 ec Contracts Law* 5. Keuzeruimte ** 6 ec 6. Corporate Law in Europe 2 / vak in Duitsland 6 ec 7. Corporate Law & Economics / vak in Duitsland 6 ec 8. Scriptie 18 ec * één vak kiezen ** keuze uit: - Intellectuele eigendom - Insolventierecht - Personenvennootschappen - Collectief arbeidsrecht - Effectenrecht - Bedrijfsrechtelijk seminaar - Comparative private international law (indien niet in de bachelor gekozen)
Scriptie
Onderwijsprogramma
De opleiding wordt afgesloten met een scriptie, die dient aan te sluiten bij de opleiding Law in Europe. Voor meer informatie over de scriptie zie hoofdstuk 2: Algemene Onderwijsinformatie. jaar 4 sem I I I I I I I
type a. (OV) 1-7 a. (OV) 1-7 b. (OV) 1-2 verplicht a. (OV) 1-7 verplicht c. (OV) 1-3
Semester I vaknaam Insolventierecht Seminaar Competition Law Arbeidsovk recht Intellectuele Eigendom Corp Law in Europe 1 Goederenrecht C.S.
Ia Ia Ib
c. (OV) 1-3 c. (OV) 1-3 a. (OV) 1-7 en f.
Verbintenissenrecht C.S. International Contracts Law Comparative Private International Law
Opmerkingen
148
EC sem 6 II 6 II 6 II 6 II 6 II 6 II a 6 II b
type verplicht b. (OV) 1-2 a. (OV) 1-7 a. (OV) 1-7 a. (OV) 1-7 d. e.
Semester II vaknaam Scriptie Mededingingsrecht Collectief Arbeidsrecht Effectenrecht Personenvennootschappen Corp Law in Europe 2 Corporate Law and Economics
EC 18 6 6 6 6 6 6
6 6 6
a. Optioneel verplicht 1 vak te kiezen uit 7, n.b.:het seminaar dient bedrijfsrechtelijk van aard te zijn; b. Optioneel verplicht 1 vak te kiezen uit 2; c. Optioneel verplicht 1 vak te kiezen uit 3;
MASTER LAW IN EUROPE (HANSE LAW SCHOOL)
d. of een vak in Duitsland; e. of een vak in Duitsland; f. indien niet in de bachelor gekozen.
17.3 Overgangsregelingen Overgangsregeling 2006-2007
Voor een algemeen facultair overzicht van nieuwe vakken en vervallen vakken per 19-06 met de bijbehorende overgangsregelingen wordt verwezen naar supplement 1 van studiegids 2006-2007 op de facultaire website (www.rug.nl/rechten/onderwijs/studiegids) Met betrekking tot vakken die in 2006-2007 voor het eerst worden gegeven worden eventuele overgangsbepalingen per vak vermeld in de vakomschrijving in Ocasys. Overgangsregelingen van voorafgaande jaren worden hieronder weergegeven. Voor studenten die in eerdere jaren zijn gestart met de opleiding Hanse Law School zijn individuele overgangsregelingen van toepassing. Deze regeling wordt op maat toegepast in overleg met de studieadviseur.
149
STUDIEGIDS 2006-2007
18 Master Internationaal en Europees Recht 18.1 Algemeen De Master opleiding Internationaal en Europees Recht sluit rechtstreeks aan bij de Bachelor opleiding Internationaal en Europees en staat open voor alle studenten die deze met succes hebben afgerond. De vervolgopleiding is bedoeld voor studenten die niet uitsluitend hun toekomst willen zoeken in de advocatuur of bij de rechterlijke macht een werkkring ambiëren met een internationale inhoud. Dit kan een functie zijn bij een ministerie (Buitenlandse Zaken), een internationale organisatie (de Verenigde Naties, de Europese Unie) of non-gouvernementele organisatie (Amnesty International, Greenpeace), een internationaal bedrijf (Shell, Unilever), maar het kan ook een internationaal georiënteerde werkkring binnen Nederland zijn. Studenten die voor deze opleiding kiezen moeten duidelijk gemotiveerd zijn. Er is een toenemende behoefte aan academici met internationale deskundigheid, maar aan kandidaten voor internationale functies worden in het algemeen duidelijke eisen gesteld voor wat betreft studieresultaten en persoonlijke capaciteiten. Doel van de opleiding
Duur Toelating tot de masteropleiding/instroom eisen/selectie
Beroepsperspectief Civiel effect
De opleiding Internationaal en Europees Recht is vooral een juridische opleiding die voorbereidt op functies bij internationale organisaties, het internationaal bedrijfsleven en een internationaal georiënteerde werkkring binnen Nederland. De masteropleiding is gericht op: - verdieping en specialisatie van de in de bachelorstudie verworven kennis en vergroting van inzicht in de samenhang van het recht, in het bijzonder het Europese en internationale recht, alsmede in de internationale betrekkingen; - verdere ontwikkeling van de in de bachelorfase verworven academische en juridische vaardigheden; - leren toepassen van kennis en inzicht, zodanig dat zelfstandig juridische problemen kunnen worden opgelost en bijdragen kunnen worden geleverd aan de rechtsvorming en aan de analyse van internationale vraagstukken; - leren zelfstandig juridisch onderzoek te doen en deel te nemen aan het juridisch debat. De omvang van de masterfase is 60 ec (een jaar). Rechtstreeks tot een masteropleiding worden toegelaten studenten die in het bezit zijn van het bijbehorende, aan de RuG behaalde bachelordiploma Internationaal en Europees Recht. - Studenten niet in het bezit van een bachelordiploma Internationaal en Europees Recht (RuG), zijn in beginsel deficiënt en moeten deze deficiëntie eerst wegwerken. Een student met een deficiëntie van minder dan 20 ec kan op verzoek wel voorlopig tot de masteropleiding worden toegelaten. Hij moet de deficiëntie binnen 2 aaneengesloten semesters wegwerken. Lukt dit niet, dan vervalt de voorlopige toelating (met behoud van reeds behaalde onderdelen). Functies bij internationale organisaties, internationaal bedrijfsleven en bij (semi)overheidsinstellingen in Nederland met internationale taken. Om na de juridische opleiding toegelaten te worden tot beroepen als advocaat, rechter en officier van justitie moet gedurende de opleiding zijn voldaan aan de eisen van het civiel effect. Zie voor meer informatie de paragraaf over het civiel effect in Hoofdstuk 2, Algemene Onderwijsinformatie.
150
MASTER INTERNATIONAAL EN EUROPEES RECHT
Nadere informatie
Zie hoofdstuk 2 ‘Algemene onderwijsinformatie’ voor de geldende eisen en regels van iedere bachelor- en masteropleiding m.b.t.: - Onderwijsvormen en Kenmerken van programma’s en vakken – (Optioneel) verplichte vakken en semina(a)rs - Keuzeruimte, Studeren in het buitenland, Recht in Praktijk, Stage en Scriptie - Examens, afstuderen en titulatuur In hoofdstuk 3 ‘Toetsing’ vindt u informatie over: - Tijdvakken en frequentie van de tentamens - Richtlijnen Examencommissie bij toekenning afwijkende tentamenregelingen - Geldigheidsduur tentamens. LET OP: In dit hoofdstuk treft u, voorzover hiervan sprake is, slechts de uitzonderingen aan op de hoofdregels genoemd in hoofdstuk 2 en 3.
18.2 Onderwijs- en Examenregeling (OER) Onderdelen en studielast
Onderwijsprogramma
Het masterprogramma Internationaal en Europees Recht omvat de volgende verplichte vakken met de daarbij vermelde studielast: 1.-2. twee vakken European Law te kiezen uit onderstaande vakken (12 ec) van elk 6 ec: a. Competition Law b. European Environmental Law c. Substantive EC Law 3.-4. twee vakken International Law te kiezen uit onderstaande vakken (12 ec) van elk 6 ec: a. International Law 4 (The Law of International Peace and Security) b. International Law 5 (Human Rights) c. International Law 7 (Public International Trade Law) 5. Transformation and Integration in Europe (5 ec) 6. War and Peace 1 of War and Peace 2 (5 ec) 7. Keuzeruimte (7 ec) 8. Seminaar (6 ec) 9. Scriptie (13 ec) Totaal (60 ec) Jaar 4 Semester I sem type vaknaam I verplicht/ Seminaar d. I d. en e. Keuzeruimte Master
Semester II EC sem type 6 II verplicht 5
II
c.OV2-3
I
c.OV2-3
Competition Law
6
II
b. OV2-3
I
b. OV2-3
6
II
b. OV2-3
Ia
verplicht
5
II a
c.OV2-3
Ib Ib
opm a) opm a)
International Law 5 (Human Rights) Transformation and Integration in Europe War and Peace 1 War and Peace 2
Opmerkingen
vaknaam Scriptie
EC 13
Substantive European Community Law International Law 4 (The Law of Internat Org International Law 7 (Public International Trade Law) European Environmental Law
6
5 5
a. optioneel verplicht 1 vak te kiezen uit 2; b. optioneel verplicht 2 vakken International Law te kiezen uit 3; c. optioneel verplicht 2 vakken European Law te kiezen uit 3; d. keuzeruimte is meer dan 5 ec, zie OER voor juiste omvang en eisen; e. seminaar/keuzeruimte zijn fictief gesitueerd in het 1e semester maar kunnen ook worden afgelegd/ingevuld in het 2e semester.
Opleiding: Ma Internationaal en Europees Recht - Seminaars
151
6 6 6
STUDIEGIDS 2006-2007
Semester I sem type I a. I
a.
vaknaam Seminar/Seminaar International Law 3 Seminar Minority Protection
I
keuze
I
keuze
Ib
keuze
Opmerkingen
Seminaar
Keuzeruimte
Semester II EC sem type 6 II keuze 6
II a
keuze
Seminaar Rechtstheorie
6
II a
keuze
Seminaar/Seminar (f) Eur Constitution and Const Law Seminaar Privaatrecht en Europa
6
vaknaam Seminar EU Constitutional & EU Institutional Law Seminaar IPR en Rechtspraktijk Seminar International Relations
6 6
6
a. deze vakken staan ook open voor studenten die een engelstalige master volgen. Het aantal plaatsen voor studenten IER is daarom beperkt; b. per 31-8-06 zijn de volgende seminaars vervallen: Seminaar International Labour Law (het vak is als regulier vak gehandhaafd), Seminaar Europees Recht.
Het aantal deelnemers bij de keuzeseminaars is in principe beperkt tot maximaal 16 studenten. Van studenten wordt verwacht dat zij alle bijeenkomsten bijwonen en actief deelnemen aan het onderwijs. Voor uitgebreide informatie over de seminaars zie hoofdstuk 2: ‘Algemene onderwijsinformatie’. De keuzeruimte in de master moet worden ingevuld met vakken op M4 of M5 niveau. Zie voor een compleet facultair vakkenoverzicht met o.a. de niveau-indeling van de vakken de website http://www.rug.nl/rechten/onderwijs/vakkenaanbod en de bijlage in de studiegids. Indien een vak op M4 niveau reeds in de keuzeruimte van de eerder afgelegde bachelor Internationaal en Europees Recht is opgenomen, kan dit niet in de keuzeruimte van de masteropleiding Internationaal en Europees Recht worden gekozen. In bijzondere gevallen kan de Examencommissie toestaan dat een of meer onderdelen van andere universitaire masterprogramma’s worden gekozen.
18.3 Overgangsregelingen Overgangsregeling 2006-2007
EC 6
Voor een algemeen facultair overzicht van nieuwe vakken en vervallen vakken per 19-06 met de bijbehorende overgangsregelingen wordt verwezen naar supplement 1 van studiegids 2006-2007 op de facultaire website (www.rug.nl/rechten/onderwijs/studiegids) Met betrekking tot vakken die in 2006-2007 voor het eerst worden gegeven worden eventuele overgangsbepalingen per vak vermeld in de vakomschrijving in Ocasys. Overgangsregelingen van voorafgaande jaren worden hieronder weergegeven.
Aanvang studie voor 1-9-03
Voor studenten die vóór 1 september 2003 zijn begonnen met één van de rechtenopleidingen staan er supplementen op de studiegids 0304 en 0405 met overgangsregelingen en aanvullingen, op de website.
Aanvang studie na 1-9-03
Voor studenten die na 1 september 2003 zijn begonnen geldt 1 Seminaar Rechtsvergelijkend vennootschapsrecht vervallen m.i.v. 0304; 2 Seminar International Relations is een nieuw vak 0405; Studenten die voor 1-9-04 zijn kunnen na 1-9-04 het volgende vak geslaagd voor het vak: niet afleggen: Seminaar EG Richtlijnen en Privaatrecht Seminaar Privaatrecht en Europa
152
19 Master Recht & ICT 19.1 Algemeen De masteropleiding Recht & ICT is een verdieping op de bacheloropleiding Recht & ICT. Binnen de masteropleiding kan men zich in twee richtingen specialiseren: het Informatierecht en de Rechtsinformatica. Doel van de opleiding
Duur
De masteropleiding is gericht op: - verdieping en specialisatie van de in de bachelorfase verworven kennis, inzichten en samenhang in het recht, in het bijzonder het informaticarecht of de rechtsinformatica; - verdere ontwikkeling van de in de bachelorfase verworven academische en juridische vaardigheden; - leren toepassen van kennis en inzicht, zodanig dat zelfstandig juridische problemen in relatie tot de informatica dan problemen op het terrein van de rechtsinformatica kunnen worden opgelost en een eigen bijdrage kan worden geleverd aan de rechtsvorming; - leren zelfstandig onderzoek te doen op het terrein van het informaticarecht of de rechtsinformatica en deel te nemen aan het debat in het vakgebied. De omvang van de masterfase is 60 ec (een jaar).
Civiel effect
Om na de juridische opleiding toegelaten te worden tot beroepen als advocaat, rechter en officier van justitie moet gedurende de opleiding zijn voldaan aan de eisen van het civiel effect. Zie voor meer informatie de paragraaf over het civiel effect in Hoofdstuk 2, Algemene Onderwijsinformatie.
Toelating tot de masteropleiding/instroom eisen/selectie
Rechtstreeks tot een masteropleiding worden toegelaten studenten die in het bezit zijn van het bijbehorende, aan de RUG behaalde bachelordiploma Recht & ICT. Studenten niet in het bezit van een bachelordiploma Recht & ICT (RuG), zijn in beginsel deficiënt en moeten deze deficiëntie eerst wegwerken. Een student met een deficiëntie van minder dan 20 ec kan op verzoek wel voorlopig tot de masteropleiding worden toegelaten. Hij moet de deficiëntie binnen 2 aaneengesloten semesters wegwerken. Lukt dit niet, dan vervalt de voorlopige toelating (met behoud van reeds behaalde onderdelen).
Beroepsperspectief
Nadere informatie
Er is een groeiende behoefte aan juristen met kennis van informatie- en communicatietechnologie, zowel van de juridische aspecten van ICT als van het ontwikkelen van juridische ICT toepassingen voor de rechtspraktijk. Zie hoofdstuk 2 ‘Algemene onderwijsinformatie’ voor de geldende eisen en regels van iedere bachelor- en masteropleiding m.b.t.: - Onderwijsvormen – Kenmerken programma’s en vakken – (Optioneel) verplichte vakken en semina(a)rs - Keuzeruimte, Studeren in het buitenland, Recht in Praktijk en Stage - Scriptie - Examens, afstuderen en titulatuur In hoofdstuk 3 ‘Toetsing’ vindt u informatie over: - Tijdvakken en frequentie van de tentamens - Richtlijnen Examencommissie bij toekenning afwijkende tentamenregelingen - Geldigheidsduur tentamens.
153
STUDIEGIDS 2006-2007
LET OP: In dit hoofdstuk treft u, voorzover hiervan sprake is, slechts de uitzonderingen aan op de hoofdregels genoemd in hoofdstuk 2 en 3. Specialisatie Informaticarecht
Het beroepsperspectief van diegenen die zich specialiseren in het Informaticarecht is vergelijkbaar met dat van de klassieke Nederlands Recht opleiding. De verwachte werkkring zal voornamelijk de advocatuur, overheid en het bedrijfsleven zijn. Automatiseringscontracten, computercriminaliteit, privaat- en handelsrechtelijke aspecten van electronic commerce en internet zijn inhoudelijk belangrijke werkgebieden. Naast gedegen juridische kennis heeft de afgestudeerde voldoende inzicht in de technische aspecten van ICT.
Specialisatie Rechtsinformatica
Rechtsinformatica is een specialisatie waarin studenten worden opgeleid als deskundige op het gebied van informatie- en communicatietechnologie voor de rechtspraktijk. De verwachte werkkring zal voornamelijk het bedrijfsleven en de overheid zijn, waar men als specialist op het gebied van de rechtsinformatica werkzaam zal zijn. Beslissingsondersteunende systemen, juridische informatie- en communicatiesystemen, en automatiseringsmanagement zijn inhoudelijk belangrijke werkgebieden. Naast een behoorlijk juridisch inzicht heeft men voornamelijk verstand van informatie- en communicatietechnologie en automatiseringsprojecten.
19.2 Onderwijs- en Examenregeling (OER) Onderdelen en studielast
Het masterprogramma Recht & ICT omvat de volgende verplichte vakken met de daarbij vermelde studielast. Specialisatie Infomaticarecht Aspecten van het informaticarecht zijn terug te vinden in alle kerngebieden van het recht. Om die redenen komen in de specialisatie Informaticarecht al deze kerngebieden aan bod: - privaatrechtelijke aspecten van ICT, zoals electronische overeenkomsten, automatiseringscontracten, procesrechtelijke aspecten en het internationaalrechtelijke karakter van het informaticarecht; - bedrijfsrechtelijke aspecten van ICT, zoals de auteursrechtelijke bescherming en andere vormen van intellectuele eigendomsbescherming die op software en informatiedragers van toepassing kunnen zijn, de virtuele onderneming en telewerken; - bestuursrechtelijke en staatsrechtelijke aspecten, zoals media- en telecommunicatierecht, privacyrecht, vrijheid van meningsuiting en openbaarmakings- en informatieverplichtingen van de overheid; - strafrechtelijke aspecten van ICT, zoals computercriminaliteit en opsporingsbevoegdheden op het internet; - fiscaalrechtelijke aspecten van (grensoverschrijdende) internetdiensten, zoals BTW heffing op digitale transacties. Het praktische gedeelte van de studie, als voorbereiding op de latere werkkring, wordt gevormd door een korte stage of het multidisciplinaire seminaar. In de laatstgenoemde cursus leert de student om als informaticajurist samen te werken in een team van bijvoorbeeld informatici en technische bedrijfskundigen. 1. 2. 3. 4. 5.
154
Bedrijfsrecht & ICT Elektronisch Bewijs & Bewaar ICT, Grondrechten en Overheid Informaticarecht C.S. Keuzeruimte mits is afgelegd in de Bachelor een van de vakken: Informatie– en Mediarecht of Internet & Belastingrecht
(6 (6 (6 (6 (5
ec) ec) ec) ec) ec)
MASTER RECHT & ICT
6. Intellectuele Eigendom 7. Internationaal Privaatrecht 8. Multidisciplinair Seminaar of stage 9. Scriptie Totaal
(6 (6 (6 (13 (60
ec) ec) ec) ec) ec)
Specialisatie Rechtsinformatica Na de basisopleiding tot all round jurist leren studenten binnen de specialisatie Rechtsinformatica hoe informatie- en communicatietechnologie kan worden ingezet in de rechtspraktijk. Uitgangspunt hierbij is dat deze specialisten in de eerste plaats juristen zijn, zodat ze vanuit juridisch perspectief kunnen meebepalen welke vormen van automatisering in een concreet geval kunnen bijdragen tot een verbetering van de uitvoering van juridische taken. Aandacht wordt besteed aan programmeren, mens-computer-interactie, systemen voor juridische beslissingsondersteuning, automatiseringsmanagement, logica, telematica, databaseontwerp, en kennissystemen. Ook worden een aantal belangrijke informaticarechtvakken gevolgd waar een rechtsinformaticus inzicht in moet hebben. Het betreft in het bijzonder de juridische eisen die aan internetverkeer en beveiliging gesteld worden. In het multidisciplinaire seminaar leert de student als juridisch automatiseringsdeskundige te functioneren in een team van automatiseringsdeskundigen uit andere disciplines zoals informatica en kunstmatige intelligentie. De stage is tevens bedoeld als praktische oefening met juridische automatisering die eventueel gecombineerd kan worden met de scriptie. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. Totaal
Cognitieve Ergonomie Informationmanagement Keuzeruimte mits Juridisch Kennismanagement is afgelegd in de Bachelor Kennistechnologie Methoden en Technieken Multidisciplinair Seminaar of stage Normering van ICT Rechtsinformatica Scriptie
(4 ec) (5 ec) (5 ec) (5 (10 (6 (6 (6 (13 (60
ec) ec) ec) ec) ec) ec) ec)
Keuzeruimte
De keuzeruimte is vrij in te vullen mits m.b.t. de specialisatie Rechtsinformatica het vak Juridisch Kennismanagement (5 ec) is afgelegd als onderdeel van de bachelor en m.b.t. de specialisatie Informaticarecht een van de vakken Internet en Belastingrecht, of Informatie- en Mediarecht als onderdeel van de bachelor is afgelegd. Zo niet, dan moeten deze onderdelen alsnog als verplicht onderdeel in de keuzeruimte van het masterexamen worden afgelegd. De keuzeruimte kan de student gebruiken voor een keuzevak of een Recht in praktijk-onderdeel van M4- of M5-niveau. Kiest de student alsnog voor een andere specialisatie, dan worden deze zgn. optioneel verplichte vakken als keuzevakken in de bachelor aangemerkt, zie verder hoofdstuk 2.
Stage
In het programma bestaat de mogelijkheid op een stage op te nemen. De stage is een keuzeonderdeel binnen het keuzevak Recht in Praktijk. Om deze reden moet uw keuze goedgekeurd zijn door de Examencommissie en de stagecoördinator voordat u met het desbetreffende studieonderdeel begint. De stage moet aansluiten bij de opleiding. Achteraf vindt dan ook nog de gebruikelijke beoordeling van stageverslag plaats. Op deze stages is een facultaire stagereglement van toepassing, dat is opgenomen in het hoofdstuk Overige Facultaire Regelingen.
155
STUDIEGIDS 2006-2007
Het zoeken en vinden van een stageplaats is de verantwoordelijkheid van de student. Stagecoördinator voor de opleiding Recht & ICT is mr J. J. Dijkstra. Voor meer informatie over de stage zie in deze gids Hoofdstuk 2 Algemene Onderwijsinformatie. Seminaar
Onderwijsprogramma: Specialisatie Informatica recht
Het Multidisciplinair seminaar: Voor nadere informatie over de seminaars zie hoofdstuk 2: Algemene Onderwijsinformatie. jaar 4 Semester I sem type I verplicht I verplicht Ia verplicht Ia verplicht Ib verplicht
Opmerkingen
Onderwijsprogramma: Specialisatie Rechtsinformatica
jaar 4 Semester I sem type I c. I d. Ia verplicht Ib verplicht Ib verplicht Opmerkingen
vaknaam Intellectuele Eigendom Internationaal Privaatrecht Informaticarecht C.S. ICT, Grondrechten & Overheid Elektronisch Bewijs & Bewaar
EC 6 6 6 6 6
Semester II sem type II verplicht II c. II verplicht II b. II a a. II a a.
vaknaam Scriptie Keuzeruimte master Bedrijfsrecht & ICT Multidisciplinair Seminaar Internet & Belastingrecht Informatie- en Mediarecht
a. verplicht af te leggen indien 1 van beide vakken nog niet in de bachelor als optioneel verplicht vak is afgelegd (zie OER); b. optioneel verplicht 1 onderdeel te kiezen uit het Multidisciplinair Seminaar of een stage, zie OER en Studiegids); c. keuzeruimte is fictief gesteld op 5 ec, zie OER voor juiste omvang en eisen; de keuzeruimte kan ook worden ingevuld in het 1e semester.
vaknaam Keuzeruimte master Methoden en technieken Rechtsinformatica Normering van ICT Informationmanagement
EC 5 10 6 6 5
Semester II sem type II verplicht II verplicht II b. II a a. II a verplicht
vaknaam Cognitieve Ergonomie Scriptie Multidisciplinair Seminaar Juridisch Kennismanagement Kennistechnologie
De masterfase wordt afgesloten met een scriptie, die dient aan te sluiten bij de opleiding Recht & ICT en de gekozen specialisatie, zie verder hoofdstuk 2.9.
19.4 Overgangsregelingen Overgangsregeling 2006-2007
Aanvang studie voor 1-9-03
Voor een algemeen overzicht van nieuwe vakken en vervallen vakken per 1-9-06 met de bijbehorende overgangsregelingen wordt verwezen naar supplement 1 van studiegids 2006-2007 op de facultaire website (www.rug.nl/rechten/onderwijs/studiegids) Met betrekking tot vakken die in 2006-2007 voor het eerst worden gegeven worden eventuele overgangsbepalingen per vak vermeld in de vakomschrijving in Ocasys. Overgangsregelingen van voorafgaande jaren worden hieronder weergegeven. Voor studenten die vóór 1 september 2003 zijn begonnen met één van de rechtenopleidingen staat er een supplement met de overgangsregelingen op de website. Ook de aanvullingen voor 2004-2005 op de overgangsregelingen zijn
156
EC 4 13 6 5 5
a. verplicht af te leggen indien nog niet in de bachelor als optioneel verplicht vak is afgelegd (zie OER); b. optioneel verplicht 1 onderdeel te kiezen uit het Multidisciplinair Seminaar of een stage, zie OER en Studiegids); c. keuzeruimte is fictief gesteld op 5 ec, zie OER voor juiste omvang en eisen; de keuzeruimte kan ook worden ingevuld in het 2e semester. d. twee vakken te kiezen uit: Databases, Logica, Programmeren, Telematica
19.3 Scriptie Onderwerp
EC 13 5 6 6 5 5
toegankelijk op de website: http://www.rug.nl/rechten/informatievoor/studenten /studiegids0304/ en …/studiegids 0405. Deze supplementen dient u te gebruiken als aanvulling op deze studiegids.
Aanvang studie na 1-9-03
Voor studenten die na 1 september 2003 zijn begonnen gelden de volgende wijzigingen: Met ingang van 2005-2006 1. Bestuurlijke informatiekunde ( 4 ec) is vervangen door het vak Informatiemanagement (5 ec); 2. Juridisch Kennismanagement is veranderd van een 6 ec vak in een 5 ec vak. 3. De vakken Internet en belastingrecht, Informatie-en mediarecht en Juridisch Kennismanagement worden aangemerkt als M4-vakken die als optioneel verplichte vakken ook al kunnen worden afgelegd in de bacheloropleiding Recht en ICT (zie hfd 12). Studenten die voor 1-9-05 zijn geslaagd voor het vak: Bestuurlijke Informatiekunde
kunnen na 1-9-05 het volgende vak niet afleggen: Informatiemanagement
157
STUDIEGIDS 2006-2007
20 Master Functionaliteit van het Recht (onderzoeksmaster) 20.1 Algemeen In het studiejaar 2004-2005 is de faculteit gestart met de tweejarige onderzoeksmaster: Functionaliteit van het Recht. De opleiding is bedoeld voor gemotiveerde studenten uit alle bachelor-opleidingen met goede studieresultaten; voor studenten die zich graag samen met andere studenten in kleine groepen wetenschappelijk willen verdiepen in (een deelgebied van) het recht en de vaardigheden willen leren om als zelfstandig onderzoeker te kunnen werken in een internationale context. Het biedt een uitgelezen mogelijkheid voor studenten nauw betrokken te worden bij het wetenschappelijk onderzoek van de onderzoeksschool van de faculteit, het Centrum voor Recht, Bestuur en Samenleving (CRBS). Doel van de opleiding
Duur Toelating tot de masteropleiding/instroom eisen/selectie
Doel van de opleiding is studenten op te leiden tot uitstekende onderzoekers, die ingevoerd zijn en vaardigheid bezitten in de methoden en technieken van juridisch onderzoek. De studenten wordt daarbij gedegen kennis van een of meer domeinen van het recht aangeleerd, kwalificerend tot volwaardig jurist en noodzakelijk voor het leveren van een bijdrage aan het vakgebied. Een deel van de opleiding kan de student in het buitenland doorlopen. De master is er op gericht dat afgestudeerden: - beschikken over een grondige kennis van (ten minste een deel van) het vakgebied en een bijdrage kunnen leveren aan dit vakgebied door vertrouwdheid met de nieuwste theorieën, interpretaties en methoden en technieken; - in staat zijn de structuur van het vakgebied en de samenhang tussen de deelgebieden te begrijpen; - in staat zijn de wijze waarop waarheidsvinding en theorievorming in beweging is, te volgen en te interpreteren; - vaardigheid bezitten in het toepassen van methoden en technieken bij het zelfstandig uitvoeren van een onderzoek. - zelfstandig kunnen rapporteren over het onderzoek; - begrip hebben van het gebruik van onderzoeksuitkomsten voor het ontwikkelen van geavanceerde ideeën en praktijktoepassingen; - het vermogen hebben actief te participeren in een onderzoeksgroep ten behoeve van de uitvoering van een wetenschappelijk project; - op het gekozen specialisatiegebied kunnen deelnemen aan het wetenschappelijk debat en in staat zijn een wetenschappelijk probleem zowel schriftelijk als mondeling overtuigend te presenteren; - blijk geven van originaliteit en creativiteit in de behandeling van een vakgebied; - in staat zijn op ten minste een deelgebied van discipline een oorspronkelijke bijdrage aan de kennis te leveren door middel van een afstudeerthesis; - zelfstandig een onderzoeksvoorstel kunnen formuleren. De omvang van de masterfase is 120 ec (twee jaar). De onderzoeksmaster kent een toelatingsprocedure. Studenten die per 1 september willen instromen, moeten zich vóór 1 mei van het voorafgaande studiejaar aanmelden. Een student dient in ieder geval te voldoen aan de volgende toelatingseisen: - bezit van een juridisch WO-bachelordiploma; - voldoende kennis van de Engelse taal; - voldoende kennis, inzicht en vaardigheden voor de opleiding tot juridisch onderzoeker; - een geschikte attitude, motivatie en talent voor het volgen van de opleiding.
158
MASTER FUNCTIONALITEIT VAN HET RECHT (ONDERZOEKSMASTER)
Een toelatingsverzoek wordt ingediend bij de Toelatingscommissie die wordt ingesteld door het Faculteitsbestuur. Beroepsperspectief
De opleiding bereidt voor op de juridische PhD-opleidingen (promovendi) en op banen bij andere juridische onderzoeksinstituten (WODC, Asserinstituut, juridisch opdrachtonderzoek). Je wordt opgeleid tot specialist in een of meerdere deelgebieden van het recht en kan daarover een proefschrift schrijven of zelfstandig onderzoeken verrichten. In combinatie met de bachelor Nederlands Recht wordt het civiel effect bereikt; dat betekent dat je na je afstuderen ook later als rechter of advocaat kunt gaan werken. Inhoudelijke verdieping in een deel van het recht op masterniveau is na de domeinvakken en het domeinseminaar mogelijk. Zie voor meer informatie de paragraaf over het civiel effect in Hoofdstuk 2, Algemene Onderwijsinformatie.
Civiel effect
Om na de juridische opleiding toegelaten te worden tot beroepen als advocaat, rechter en officier van justitie moet gedurende de opleiding zijn voldaan aan de eisen van het civiel effect. Zie voor meer informatie de paragraaf over het civiel effect in Hoofdstuk 2, Algemene Onderwijsinformatie.
Nadere informatie
Zie hoofdstuk 2 ‘Algemene onderwijsinformatie’ voor de geldende eisen en regels van iedere bachelor- en masteropleiding m.b.t.: - Onderwijsvormen – Kenmerken programma’s en vakken – (Optioneel) verplichte vakken en semina(a)rs - Keuzeruimte, Studeren in het buitenland, Recht in Praktijk en Stage - Scriptie - Examens, afstuderen en titulatuur In hoofdstuk 3 ‘Toetsing’ vindt u informatie over: - Tijdvakken en frequentie van de tentamens - Richtlijnen Examencommissie bij toekenning afwijkende tentamenregelingen - Geldigheidsduur tentamens. LET OP: In dit hoofdstuk treft u, voorzover hiervan sprake is, slechts de uitzonderingen aan op de hoofdregels genoemd in hoofdstuk 2 en 3.
20.2 Onderwijs- en Examenregeling (OER) Onderdelen en studielast
Het masterprogramma Rechtswetenschap en Onderzoek omvat de volgende verplichte vakken met de daarbij vermelde studielast: 1. Aansprakelijkheid (themavak) (6 ec) 2. Afstudeerproject: taal (1 ec) 3. Afstudeerproject: vaardigheden (2 ec) 4. Afstudeerthesis (onderzoeksvak) (20 ec) 5. Domeinseminaar (6 ec) 6. Domeinvak 1 (6 ec) 7. Domeinvak 2 (6 ec) 8. Domeinvak 3 (6 ec) 9. Lawmaking in the European Union (contextvak) (5 ec) 10. Evaluatieonderzoek (onderzoeksvak) (6 ec) 11. Geschilbeslechting (themavak) (6 ec) 12. Interdisciplinary Approaches to the Study of Law (contextvak) (5 ec) 13. Normering (themavak) (6 ec) 14. Organisatie (themavak) (6 ec) 15. Rechtsfilosofie 3 (Wetenschapsleer) (contextvak) (5 ec) 16. Rechtsvergelijking en Rechtsculturen (methodevak) (5 ec) 17. Rechtsfilosofie 1 (Reflectie op Rechtsvinding (methodevak)) (5 ec)
159
STUDIEGIDS 2006-2007
18. 19/20.
21. Totaal Onderwijsprogra mma master: Functionalitei t van het Recht
Taal Twee vakken te kiezen uit de drie volgende vakken: a. Seminaar Recht en Literatuur b. Geschiedenis van de Europese Rechtswetenschap c. Law and Economics Vaardigheden
(4 (10 (6 (5 (5 (4 (120
ec) ec) ec) ec) ec) ec) ec)
jaar 4 sem I
type c.
I I Ia Ib
verplicht verplicht (V-Th) verplicht
Ib
(V-Th)
Opmerkingen
Semester I vaknaam Domeinvak Taal Vaardigheden Organisatie Rechtsfilosofie 1 (Reflectie op Rechtsvinding Normering
EC sem 6 II
type b.
2 4 6 5
II II II II a
c. c. verplicht verplicht
6
II a
verplicht
II b
(V-Th)
Semester II vaknaam Afstudeerproject: Vaardigheden Seminaar Domeinvak Taal Rechtsvergelijking en Rechtsculturen Rechtsfilosofie 3 (Wetenschapsleer) Aansprakelijkheid (themavak)
EC 2 6 6 2 5 5 6
a. verplicht themavak; b. het totale afstudeerproject bestaat uit: de afstudeerthesis (jaar 5 sem 2), vaardigheden (jaar 4 sem 2)en taal (jaar 5 sem 2); c. Verplicht domeinvak en domeinseminaar.
jaar 5 sem I I I
type c. verplicht d.
I Ia
b. (OV) 2-3 verplicht
Ia
(V-Th)
Opmerkingen
Soorten vakken
Semester I vaknaam Domeinvak Evaluatieonderzoek Interdisciplinary approaches to law Seminaar Recht en Literatuur Law-making in the European Union Geschilbeslechting
EC sem 6 II 6 II 5 II a 6
II b
type b. b. b. (OV) 2-3 b. (OV) 2-3
Semester II vaknaam Afstudeerthesis Afstudeerproject: Taal Gesch. van de Europese Rechtswetenschap Law and Economics
5
5 6
a. en b. zie opmerkingen jaar 4 c. optioneel verplicht 2 vakken te kiezen uit 3; in plaats van de 3 genoemde optioneel verplichte vakken kan de directeur GGSL (Groningen Graduate School of Law) goedkeuring verlenen voor een ander ander vak; d. de 5 ec van het vak Int approaches to law is fictief in het 1e semester geprogrammeerd. Het vak wordt echter verzorgd gedurende semester 1 (2 ec) en semester 2 (3 ec).
Themavakken, te weten Aansprakelijkheid, Organisatie, Normering en Geschilbeslechting, sluiten aan bij de vier rechtsgebiedoverstijgende onderzoeksthema’s van het CRBS. Centraal in deze vakken staan bepaalde vragen die leven op alle rechtsgebieden. Interne rechtsvergelijking kan hier inzichten leveren in de eenheid van het recht. Methodevakken bieden een kennismaking met de belangrijkste methoden in het juridisch onderzoek: Rechtsvergelijking en Rechtsculturen, en Rechtsvinding. Met het vak Rechtsfilosofie 3 (Wetenschapsleer) vindt reflectie op de methoden plaats. Daarnaast is er binnen de methodevakken een verdere uitwerking van vaardigheden zoals lezen, schrijven, argumenteren en plannen.
160
EC 20 1 5
Onderzoeksvakken zijn erop gericht de student zelf onderzoek te laten uitvoeren en daarover te laten publiceren. Tot de onderzoeksvakken behoren het groepsgewijs uitgevoerde evaluatieonderzoek en de individuele afstudeerthesis. Contextvakken plaatsen het juridisch onderzoek in een breder maatschappelijk verband. Kenmerkend voor deze vakken is de multidisciplinaire en internationale benadering van het recht. Tot de contextvakken behoren Rechtsfilosofie 1 (Reflexie op rechtsvinding), Interdisciplinary Approaches to the Study of Law, Law and Economics, Seminaar Recht en Literatuur, Geschiedenis van de Europese rechtswetenschap, en Lawmaking in de the European Union. Domeinvakken geven een verdieping op een specifiek onderdeel van het recht, zoals Fiscaal recht, Notarieel recht, Nederlands recht, Recht en Bestuur, Recht & ICT en Internationaal en Europees recht. Een student kan (maar is niet verplicht) kiezen voor positiefrechtelijke mastervakken die aansluiten bij de overeenkomstige positiefrechtelijke bacheloropleiding. De student kan deze vakken volgen aan de Groningse rechtenfaculteit, een andere juridische faculteit in Nederland of aan een buitenlandse faculteit. Domeinseminaar: een seminaar te kiezen uit een van de positiefrechtelijke seminaars op masterniveau.
20.3 Afstudeerthesis De afstudeerthesis is een onderdeel van 20 EC’s, waaraan zeer strenge eisen gesteld worden: de thesis moet een oorspronkelijke bijdrage leveren aan de kennis en in die zin vernieuwend zijn; de thesis moet een rechtsgebiedoverstijgende en/of een juridisch-empirische benadering van het afstudeeronderwerp bevatten; de thesis moet goed beargumenteerd en publicabel zijn; de thesis moet aansluiten bij een van de onderzoekslijnen van de onderzoekschool; de thesis moet kunnen resulteren in een onderzoeksvoorstel. De student meldt zich bij de wetenschappelijk directeur van de onderzoekschool om tijdens een algemene intake te overleggen in welke onderzoekslijn zijn thesis wordt ondergebracht. Het onderwerp van de thesis wordt door de student nader bepaald in overleg met een kerndocent van het themavak van zijn interesse. De student wordt begeleid door de kerndocent en door een tweede (dagelijkse) begeleider. De afstudeerthesis wordt beoordeeld door de kerndocent, de dagelijkse begeleider en een onderzoeker uit de betrokken CRBS-onderzoeksgroep die niet bij de begeleiding betrokken is geweest. De beoordeling van de thesis gebeurt mede op basis van een mondelinge presentatie voor onderzoekers van de onderzoeksgroep.
161
STUDIEGIDS 2006-2007
21 Duale Master Opleidingen 21.1 Algemeen De faculteit heeft een aantal opleidingen in een duale variant. In een duale variant van een opleiding wordt de studie gecombineerd met relevante werkzaamheden in een bedrijf, organisatie of een instelling. De combinatie van leren in de beroepspraktijk en studeren is in de universitaire wereld niet vreemd, met name in opleidingen met een herkenbaar arbeidsmarkt- en beroepsperspectief. Denk aan de beroepsopleiding tot arts, advocaat, rechter, accountant of predikant. In dit hoofdstuk wordt de duale variant van de Master Nederlands Recht, de zogenaamde Togamaster, toegelicht. Informatie over duale varianten van de Master Recht en Bestuur, de Master Notarieel Recht (Praktijkmaster), de Master Fiscaal Recht en de Master Law in Europe kan desgewenst bij de studieadviseurs worden opgevraagd.
21.2 Duale variant Nederlands Recht (Togamaster) Doel van de opleiding
De Togamaster is gericht op: verdieping en specialisatie van de in de bachelorfase verworven kennis, inzichten en samenhang in het recht, in het bijzonder het Nederlands Recht; verdere ontwikkeling van de in de bachelorfase verworven academische en juridische vaardigheden, met name op het werkgebied van de Togaberoepen; leren toepassen van kennis en inzicht, o.a. in een stage, zodanig dat zelfstandig juridische problemen kunnen worden opgelost en een eigen bijdrage kan worden geleverd aan de rechtsvorming; leren zelfstandig juridisch onderzoek te doen en deel te nemen aan het juridische debat; oriëntatie op een toekomstige loopbaan; verdieping van de juridische kennis door vanuit de praktijk de theorie te bestuderen; ontwikkeling van diverse sociale vaardigheden die voor de juridische praktijk van belang zijn; het verkrijgen van inzicht in de belangrijkste kenmerken en het functioneren van het betreffende Togaberoep. Een duale opleiding is vooral interessant voor studenten die de academische breedte en diepgang graag willen combineren met een beroepsmatige oriëntatie. Kenmerkend voor een duaal curriculum is dat een deel van de opleiding buitenfacultair is; het buitenfacultaire deel een integraal onderdeel van het curriculum vormt; de student voor dit buitenfacultaire deel een langdurige stageovereenkomst heeft; er kwaliteitsgaranties zijn voor het buitenfacultaire deel van de opleiding; de verantwoordelijkheid voor de opleiding, ook tijdens de stage, geheel bij de faculteit ligt.
Duur
Titulatuur
De omvang van een duaal masterprogramma is 60 ec, de duur bedraagt een jaar en zes maanden. Aan een student die aan alle vereisten van de masteropleiding heeft voldaan wordt de graad Masters of Laws (LL.M) verleend. Op grond van art. 7.20 en 7.21 WHW is hij ook gerechtigd de titel meester in de rechten (mr.) te voeren.
162
DUALE MASTER OPLEIDINGEN
Toelating tot de masteropleiding/ instroomeisen /selectie
Een student die wil worden toegelaten dient in ieder geval te voldoen aan de volgende toelatingseisen: het bezit van een juridisch WO-bachelordiploma Nederlands Recht. Studenten die nog niet in het bezit zijn van een WO-bachelor diploma Nederlands Recht kunnen solliciteren naar een Togamasterplaats, indien het propedeutisch examen in de bachelor Nederlands Recht is behaald en de student bij aanvang van de Togamaster niet meer dan 20 ec deficiënt is. De studentenrechtbank en de studieresultaten van de genoemde vakken mogen niet tot deze deficiëntie behoren. Deze deficiëntie moet in één studiejaar worden weggewerkt. Indien de student door de toelatingscommissie voor een Togamasterplaats geselecteerd is op grond van de beoordelingscriteria, zal de voorwaardelijke toelating worden omgezet in een definitieve zodra de deficiëntie is opgeheven en het bachelordiploma is behaald. Goede studieresultaten. Als indicatie daarvoor gelden de volgende uitgangspunten: Het cijfer voor de Studentenrechtbank is 8 of hoger. Het gemiddelde cijfer van de verplichte vakken Strafrecht (1, 2 en 3), Bestuursrecht (1,2 en 3), Handelsrecht (A en B), Burgerlijk Recht (1,2 en 3) en Burgerlijk Procesrecht 1 uit de bachelor Nederlands Recht is minimaal 7 na maximaal twee tentamenkansen. Indien het cijfer voor de Studentenrechtbank een 7 bedraagt moet voor de boven genoemde verplichte vakken uit de bachelor Nederlands Recht het cijfer gemiddeld 7.5 bedragen. Goede mondelinge, schriftelijke en sociale vaardigheden. Hebben deelgenomen aan sociale en maatschappelijke activiteiten Onbesproken gedrag Een geschikte attitude, motivatie en talent voor het volgen van de opleiding. Opmerking: De bovengenoemde criteria zijn uitdrukkelijk uitgangspunten. Het gaat dus niet om absolute toelatingsvoorwaarden. Ook de student die deze resultaten niet (alle) heeft behaald, maar voldoende positief scoort op de (andere) opgenomen criteria, kan in beginsel tot de master worden toegelaten. Toelating tot het duale traject: Om in aanmerking te komen voor een plaats in het duale traject moet de student solliciteren. Indien hij wordt toegelaten, moet hij zich voor de betreffende masteropleiding inschrijven. De toelatingeisen en procedure worden door het faculteitsbestuur vastgesteld. Een student die het duale traject volgt, kan zijn voorkeur aangeven voor een stageplaats bij een door de faculteit erkende stageplaatsaanbieder. Dat betekent echter niet dat een student verzekerd is van een plaats bij de stageplaatsaanbieder van haar/zijn keuze, zelfs niet van een plaats op zich. Een student die geen stageplaats vindt kan altijd de reguliere masteropleiding volgen, de in het duale traject gehaalde studiepunten kan hij inbrengen in de reguliere masteropleiding. De student ontvangt gedurende zijn stageperiode een stagevergoeding.
Beroepsperspectief
Civiel effect
Nadere informatie
Voor afgestudeerden zijn er dezelfde beroepsperspectieven als voor “gewone” afgestudeerden Nederlands Recht. Duale afgestudeerden beschikken t.o.v. gewone afgestudeerden over gerichte werkervaring. Om na de juridische opleiding toegelaten te worden tot beroepen als advocaat, rechter en officier van justitie moet gedurende de opleiding zijn voldaan aan de eisen van het civiel effect. Zie voor meer informatie de paragraaf over het civiel effect in Hoofdstuk 2, Algemene Onderwijsinformatie. Zie hoofdstuk 2 ‘Algemene onderwijsinformatie’ voor de geldende eisen en regels van iedere bachelor- en masteropleiding m.b.t.:
163
STUDIEGIDS 2006-2007
- Onderwijsvormen, Kenmerken van programma’s en vakken – (Optioneel) verplichte vakken en semina(a)rs - Keuzeruimte, Studeren in het buitenland, Recht in Praktijk, Stage en Scriptie - Examens, afstuderen en titulatuur In hoofdstuk 3 ‘Toetsing’ vindt u informatie over: - Tijdvakken en frequentie van de tentamens - Richtlijnen Examencommissie bij toekenning afwijkende tentamenregelingen - Geldigheidsduur tentamens. LET OP: In dit hoofdstuk treft u, voorzover hiervan sprake is, slechts de uitzonderingen aan op de hoofdregels genoemd in hoofdstuk 2 en 3.
21.3 Onderwijs- en Examenregeling Onderdelen en studielast
Onderwijsprogramma
Het programma omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast: 1. Hoofdvak 1 Nederlands Recht 6 ec 2. Hoofdvak 2 Nederlands Recht 6 ec 3. Hoofdvak 3 Nederlands Recht 6 ec 4. Hoofdvak 4 Nederlands Recht 6 ec 5. Seminaar Rechtspleging 12 ec 6. Scriptie 13 ec 7. Stage 11 ec Totaal 60 ec De hoofdvakken moeten allen afkomstig zijn uit dezelfde specialisatie Nederlands Recht (Privaatrecht, Staats- en Bestuursrecht, Bedrijfsrecht of Strafrecht). De student dient vier van de zes voorgeschreven vakken te kiezen. De totale studielast van de masterfase bedraagt 60 ec en is als volgt in drie semesters geprogrammeerd: jaar 4 Semester I sem type I verplicht I verplicht I verplicht I a.
Opmerkingen
jaar 5 Semester I sem type I a. en b. I
verplicht
Opmerkingen
Soorten vakken
vaknaam Hoofdvak 1 (Togamaster) Hoofdvak 2 (Togamaster) Hoofdvak 3 (Togamaster) Seminaar-dl1 (schrijven, Kstage)
EC 6 6 6 6
Semester II sem type II verplicht II a. II verplicht
vaknaam Hoofdvak 4 (Togamaster) Seminaar-dl2 (Togamaster) Stage Togamaster
a. Het Seminaar (Rechtspleging) heeft een totale omvang van 12 ec en is als volgt over de semesters verdeeld: deel 1: jaar 4 - 1e semester: 6 ec - ter voorbereiding op de stage; deel 2: jaar 4 - 2e semester: 3 ec; deel 3: jaar 5 - 1e semester: 3 ec.
vaknaam Seminaar-dl3 (Togamaster)
Semester II EC sem type 3
Scriptie
13
vaknaam
EC
b. Onderdeel van dit seminaar (dl3) vormen de colleges van het vak Geschilbeslechting; zie voorts opmerkingen jaar 4
Verplichte vakken In het curriculum van de duale variant worden vier van de verplichte vakken uit één specialisatie van de reguliere masteropleiding Nederlands Recht (zie boven) opgenomen
164
EC 6 3 11
DUALE MASTER OPLEIDINGEN
Seminaars In de Togamaster komen studenten uit verschillende specialisaties binnen de opleiding Nederlands Recht, met verschillende studieroutes. Om de band tussen studenten en docenten te bevorderen wordt een gemeenschappelijk seminaar ingesteld. Hierdoor wordt voorkomen dat de studie een te zeer geïndividualiseerd karakter krijgt. Het seminaar begint tijdens het 1e semester, ter voorbereiding op de stage en loopt door tot in het laatste semester. De aanwezigheid is verplicht. In dit seminaar worden in het 1e semester de kennismakingsstages voorbereid en (in de 2e helft van het semester) gevolgd. Voorts wordt een schrijfproject gevolgd, waarin schrijfvaardigheden worden geoefend aan de hand van verschillende opdrachten, casus e.d. In het tweede semester wordt in de periode 1 februari - 1 juli de Grote stage gevolgd. In deze periode vinden enige terugkombijeenkomsten plaats. Tevens wordt een werkcollege gehouden over de beroepshouding van de verschillende Togaberoepen. De student dient van zowel de kennismakingsstage als van de Grote stage verslagen te maken. In het laatste semester worden de colleges gevolgd van het vak Geschilbeslechting uit de Master Rechtswetenschap en Onderzoek. Van de studenten wordt dan een actieve bijdrage in de discussie verwacht en een korte paper over een onderwerp dat tijdens de colleges aan de orde is geweest. De master wordt afgesloten met het schrijven van een paper over een juridisch onderwerp waarmee de student tijdens de Grote stage in aanraking is gekomen. De lengte van de paper is omstreeks 10 pagina’s. Het schrijven van de paper wordt begeleid door de docenten van de verschillende vakgroepen. Tijdens een laatste bijeenkomst in december wordt de paper ten overstaan van de coördinator en de deelnemende studenten aan de Togamaster gepresenteerd. Kennismakingstage (K-stage) De kennismakingstage aan het begin van de togamaster (in de tweede helft van het eerste semester) heeft tot doel de student te laten kennis maken met de drie togawerkgevers: de rechtelijke macht, het parket en de advocatuur. De duur is 8 dagen bij elk werkveld. Grote stage Doel van de stageperiode is dat de student door onder begeleiding te participeren in praktijkwerkzaamheden theorie en praktijk integreert en al doende diverse kennis en vaardigheden opdoet. De studiepunten voor de stageperiode worden toegekend door de begeleidende docent in overleg met de begeleider binnen de werkorganisatie.Bij de aanvang van de stage sluit de student een stageovereenkomst met de organisatie en de faculteit. De student ontvangt tijdens de stageperiode een stagevergoeding. Gedurende de periode van de stage moet de student collegegeld blijven betalen. Door de stagevergoeding wordt gedeeltelijk voorzien in de kosten van het levensonderhoud. De stageperiode ( in het 2e semester) heeft onder meer tot doel de student intensief te laten kennis maken met de beroepspraktijk, leren toepassen van theoretische kennis in praktische situaties; ontwikkelen van diverse voor het togaberoep benodigde vaardigheden verdiepen van de in de bachelor verworven juridische kennis. Selectie voor de duale werkperiode geschiedt door de stageplaatsaanbieder, na voorselectie door de faculteit. De student is tijdens de stageperiode werkzaam op basis van een stageovereenkomst (tripartiete) op minimaal vier dagen per week. In deze stageovereenkomst wordt o.m. geregeld het onderwijs, de tentamens en de overeenkomst bevat een aantal bepalingen tussen de stageorganisatie en de duale student. In de stageperiode kunnen meer taken (zelfstandig) worden verricht (paralegal) dan gedurende een korte stageperiode. Bij de stage is het uitgangspunt dat gedurende vijf maanden er vier dagen voor de stage beschikbaar zijn en een dag voor studeren, met dien verstande dat de student
165
STUDIEGIDS 2006-2007
gedurende de reguliere tentamenperiodes recht heeft op "studie- en tentamenverlof" (omvang in overleg te bepalen). Desgewenst kan de student door de studieadviseur worden toegelaten tot de videocolleges in de avonduren. Toetsing: Verslag stage en beoordeling stage. Voor de stage geldt een Plaatsingsregeling en is een Stagereglement van toepassing. Scriptie De student dient een reguliere scriptie te schrijven. Deze scriptie mag voortbouwen op de paper die is geschreven als afsluiting van de Togamaster.
166
22 Engelstalige masters Master of Laws (LL.M.)
De faculteit biedt vier Engelstalige, full-time masterprogramma’s aan voor afgestudeerden in het recht (LL.B. of vergelijkbaar) die hun kennis op het betreffende terrein willen verbreden en verdiepen. Het gaat om de volgende programma's: Master of Laws in International Law & the Law of International Organisations Master of Laws in International Economic & Business Law Master of Laws in International & Comparative Private Law Master of Laws in European Law Binnen de programma’s International Law & the Law of International Organisations en European Law is het mogelijk een specialisatie Human Rights te volgen. Elk programma omvat minimaal zeven vakken(deels verplicht, deels optioneel), een seminar en het schrijven van een scriptie. De vier Engelstalige masteropleidingen kennen uitgebreide toelatingscriteria. Nadere informatie over de vier Engelstalige mastersopleidingen is te vinden op de website www.rug.nl/law/llm of bij het International Office, Turftorenstraat 21, kamer T-67 (Mw. mr. K.C. Wolkotte, tel: 050-363 5243).
167
STUDIEGIDS 2006-2007
23 Bijzondere programma’s voor bachelors HBO 23.1 Algemeen Voor studenten met een bepaald HBO-bachelordiploma zijn er een aantal mogelijkheden voor een bijzonder programma: 1. Vrije Master Bedrijfsrecht (Vrij onderwijsprogramma Master Nederlands Recht – zonder civiel effect) 2. Vrije Master Sociaal Recht (Vrij onderwijsprogramma Master Nederlands Recht – zonder civiel effect) 3. Vrije Master Vastgoed (Vrij onderwijsprogramma Master Nederlands Recht – zonder civiel effect) 4. Verkort bachelorprogramma Nederlands Recht en Master met Civiel Effect 5. Schakelprogramma Master Fiscaal Recht 6. Schakelprogramma Master Recht en Bestuur Om tot een van de in dit hoofdstuk vermelde opleidingen te worden toegelaten moet in elk geval de vereiste HBO-opleiding zijn afgerond. Daarnaast kunnen voor toelating tot het verkorte bachelorprogramma Nederlands Recht en tot het schakelprogramma Recht en Bestuur aanvullende eisen worden gesteld. Deze staan bij het betreffende programma vermeld. Voor studenten van de Hanzehogeschool Groningen, de NHL Leeuwarden, de Thorbecke Academie Leeuwarden, de Hogeschool Arnhem en Nijmegen en de Saxion Hogeschool bestaat de beperkte mogelijkheid tijdens hun opleiding al een of meer vakken van het schakelprogramma te volgen. De mogelijkheden hiervoor verschillen per hogeschool en per opleiding. Voor de voorwaarden en de te volgen procedure dienen zij contact op te nemen met de coördinator van de eigen opleiding. Voor alle genoemde programma’s is een deeltijdinschrijving mogelijk. Echter: alleen de vakken uit de bacheloropleiding Nederlands Recht en de vakken van de richting privaatrecht uit de Master Nederlands Recht worden ’s avonds aangeboden. Studenten die een verkort programma in deeltijd willen volgen dienen zelf een programma op te stellen. De studieadviseur kan daarbij behulpzaam zijn. Wel dienen deze studenten er rekening mee te houden dat colleges of tentamens kunnen samenvallen.
23.2 Vrije Master Sociaal Recht (Vrij onderwijsprogramma Master Nederlands recht – zonder civiel effect) Studenten die de bachelor HBO-Recht of een HBO-Bacheloropleiding Sociaal Juridische Dienstverlening hebben afgerond kunnen zich inschrijven voor een schakelprogramma en aansluitend voor een masterprogramma dat leidt tot de graad Master of Laws. Dit is een masterdiploma Nederlands Recht zonder Civiel Effect, d.w.z. dat het diploma geen toegang geeft tot de advocatuur en de rechterlijke macht. Zie voor de titulatuur ook het hoofdstuk Algemene Onderwijsinformatie. Het programma bestaat uit een schakelprogramma van zes vakken (38 ec) en een masterprogramma (60 ec), totale omvang is 98 ec. Kern van het masterprogramma is een verdieping te bieden op het terrein van het burgerlijk recht, met name het verbintenissenrecht, en het sociaal recht, hetgeen aansluit bij het terrein waarop de afgestudeerden van SJD en HBO Recht doorgaans werken. Door een gerichte invulling van de keuzeruimte is het mogelijk een accent te leggen op hetzij het privaatrecht, hetzij het staats- en bestuursrecht. Op deze wijze kan verder worden aangesloten bij het toekomstige werkterrein.
168
BIJZONDERE PROGRAMMA’S VOOR BACHELORS HBO
Het schakelprogramma is zo samengesteld dat de student na afronding voldoende kennis op bachelorniveau heeft van het burgerlijk recht en het Europees recht. Daarnaast heeft de student door het vak Inleiding Rechtsinformatica kennis kunnen maken met de wetenschappelijke en de praktische toepassing van juridische kennissystemen. Met het vak Juridische vaardigheden C wordt het doen van onderzoek op wetenschappelijk niveau en het rapporteren daarover geoefend. Een gedetailleerde omschrijving van de vakken, de te bestuderen literatuur en de tentamendata is te vinden in de onderwijscatalogus OCASYS (www.rug.nl/ocasys/rechten). Het schakelprogramma bestaat uit de vier onderstaande bachelorvakken: Burgerlijk Recht 2 Burgerlijk Recht 3 Europees Recht Burgerlijk Procesrecht 1 Juridische vaardigheden C (inclusief bibliotheekinstructie) Inleiding Rechtsinformatica Het masterprogramma bevat de volgende verplichte onderdelen: Arbeidsovereenkomstenrecht of Collectief Arbeidsrecht Sociaal Zekerheidsrecht Echtscheidingsrecht Verbintenissenrecht C.S. Optioneel verplicht: minimaal 12 ec (3 vakken) te kiezen uit de onderstaande 8 mastervakken Alternatieve Geschilbeslechting Gelijke monniken, gelijke kappen Huurrecht Jeugdrecht Letselschade en beroepsziekten Psychiatrie en Recht Refugee and asylum law Vreemdelingenrecht Scriptie Seminaar
(9 (7 (7 (6 (3 (6
ec) ec) ec) ec) ec) ec)
(6 (6 (6 (6 (12
ec) ec) ec) ec) ec)
(5 (5 (5 (5 (5 (5 (5 (6 (13 (6
ec) ec) ec) ec) ec) ec) ec) ec) ec) ec)
Hier volgt een voorbeeld van het programma in semesterschema: jaar 1 Semester I sem type I a. (V) I a. (V) I c. (OV) Ia d. (OV) Ia Ib
d. (OV) d. (OV)
Ib Ib I
d. (OV) d. (OV) e.
vaknaam Burgerlijk Recht 3 Burgerlijk Recht 2 Arbeidsovk recht Alternatieve Geschilbeslechting Psychiatrie en Recht Letselschade en Beroepsziekten Jeugdrecht Vreemdelingenrecht Bibliotheekinstructie
EC 7 9 6 5
Semester II sem type II b. (V) II a. (V) II a. (V) II c. (OV)
Vaknaam Echtscheidingsrecht Europees Recht Inleiding Rechtsinformatica Collectief Arbeidsrecht
EC 6 7 6 6
5 5
II II a
a. (V) d. (OV)
Juridische Vaardigheden C Huurrecht
3 5
5 6 -
II a II a II b
d. (OV) a. (V) d. (OV)
5 6 5
II b
b. (V)
Refugee and Asylum Law Burgerlijk Procesrecht 1 Gelijke monniken, gelijke kappen Sociaal Zekerheidsrecht
6
169
STUDIEGIDS 2006-2007
Opmerkingen
jaar 2 Semester I sem type I c. (V) I a. (V) Ia b. (V) Opmerkingen
Inschrijving
a. verplicht vak schakelprogramma; b. verplicht mastervak; c. optioneel verplicht mastervak, 1 vak te kiezen uit 2; d. optioneel verplicht minimaal 12 ec (3 vakken) te kiezen uit 8 mastervakken; De vakken kunnen ook in jaar 2 worden gevolgd/gepland; e. Ter voorbereiding op het onderdeel Juridische Vaardigheden C in semester 2 dienen studenten een verplichte bibliotheekinstructie te volgen. Nadere mededelingen over de invulling van dit onderdeel zullen zo spoedig mogelijk via de reguliere informatiekanalen van de faculteit worden bekend gemaakt.
vaknaam Scriptie Seminaar Verbintenissenrecht C.S.
Semester II EC sem type 18 6 6
Vaknaam
a. Verplicht 1 seminaar te kiezen uit de seminaars behorend bij de specialisaties Bedrijfsrecht en Privaatrecht van de Master Nederlands Recht; b. verplicht mastervak; c. verplicht een scriptie die aansluit bij de masteropleiding: het onderzoek moet een sociaalrechtelijke invalshoek hebben.
HBO-studenten kunnen zich inschrijven voor een schakelprogramma indien de HBOopleiding die toegang geeft tot het schakelprogramma, is afgerond. Studenten die dit programma willen gaan doen melden zich aan bij de faculteit. Zij krijgen dan een “Verklaring toelating schakelprogramma bachelor-master” toegestuurd. Na invulling van dit formulier en goedkeuring door de faculteit stuurt de faculteit het formulier naar de Centrale Studentenadministratie. De student wordt dan via een bachelorinschrijving ingeschreven voor het schakelprogramma. De student wordt daarmee voorlopig toegelaten tot het masterprogramma. De student kan vervolgens zowel de vakken van het schakelprogramma doen als de tegelijk geprogrammeerde mastervakken. Let op: De student dient na twee semesters alle onderdelen van het schakelprogramma met succes te hebben afgerond. Zo niet, dan wordt de voorlopige toelating voor de master beëindigd en dient eerst het schakelprogramma te worden afgerond, alvorens de student weer kan worden toegelaten tot de master. De student kan dus geen mastervakken meer afleggen. Zodra het schakelprogramma is behaald dient het formulier “Verklaring definitieve toelating masteropleiding” door de student en de faculteit te worden ingevuld. De student wordt hierna ingeschreven voor de masteropleiding en kan het masterprogramma verder vervolgen. Er wordt geen bachelordiploma afgegeven. Wel kan de student bij de Infobalie een verklaring aanvragen van het voltooid hebben van het schakelprogramma.
23.3 Vrije Master Bedrijfsrecht (Vrij onderwijsprogramma Master Nederlands recht – zonder civiel effect) Studenten die de bachelor HEAO MER Juridisch Management of HBO Recht hebben afgerond, kunnen zich inschrijven voor een schakelprogramma en een aansluitend masterprogramma, dat leidt tot de graad Master of Laws. Dit is een masterdiploma Nederlands recht zonder Civiel Effect, d.w.z. dat het diploma geen toegang geeft tot de advocatuur en de rechterlijke macht. Zie voor de titulatuur ook het hoofdstuk Algemene Onderwijsinformatie. Kern van het masterprogramma (60 ec) is de student een verdieping te bieden op het terrein van het burgerlijk recht en het aan het bedrijfsleven gerelateerde recht, hetgeen aansluit bij het terrein waarop de afgestudeerden HEAO-MER/JM- en HBO
170
EC
BIJZONDERE PROGRAMMA’S VOOR BACHELORS HBO
Recht doorgaans werken. In de keuzevakken kan de student een keuze maken voor een van bijzondere rechtsgebieden op ondernemingsrechtelijk/economisch-rechtelijk terrein. Het schakelprogramma (35 ec) is zo samengesteld dat de student na afronding voldoende kennis op bachelorniveau heeft van het burgerlijk recht, het Europees recht en het handelsrecht (zowel ondernemingsrecht als het klassieke handelsrecht), om de master met succes te kunnen doorlopen. Met het vak Juridische vaardigheden C wordt het doen van onderzoek op wetenschappelijk niveau en het rapporteren daarover geoefend. Een gedetailleerde omschrijving van de vakken, de te bestuderen literatuur en de tentamendata is te vinden in de onderwijscatalogus OCASYS (www.rug.nl/ocasys/rechten). Het programma bestaat uit een schakelprogramma van zes vakken en een masterprogramma. De totale omvang is 95 ec. Het schakelprogramma bestaat uit de vijf onderstaande bachelorvakken: Burgerlijk Recht 2 Burgerlijk Recht 3 Europees Recht 1 Handelsrecht A Handelsrecht B Juridische vaardigheden C (inclusief bibliotheekinstructie) Het masterprogramma bevat de volgende onderdelen: Arbeidsovereenkomstenrecht Corporate law and economics Goederenrecht C.S. of Verbintenissenrecht Insolventierecht Mededingingsrecht Ondernemingsrecht 1 Scriptie Optioneel verplicht: 1 vak te kiezen uit de onderstaande 8 mastervakken Collectief Arbeidsrecht Economisch recht Effectenrecht Intellectuele Eigendom Ondernemingsrecht 2 Personenvennootschappen Sociaal Zekerheidsrecht Verzekeringsrecht
(9 (7 (7 (4 (5 (3
ec) ec) ec) ec) ec) ec)
(6 (6 (6 (6 (6 (6 (18
ec) ec) ec) ec) ec) ec) ec)
(6 (6 (6 (6 (6 (6 (6 (6
ec) ec) ec) ec) ec) ec) ec) ec)
Het programma in semesterschema: jaar 1 Semester I sem type I a. (V) I a. (V) I c. (OV) Ia a. (V) Ia c. (OV) Ib a. (V)
vaknaam Burgerlijk Recht 3 Burgerlijk Recht 2 Goederenrecht C.S. Handelsrecht A Verbintenissenrecht C.S. Handelsrecht B
EC 7 9 6 4 6 5
Semester II sem type II a. (V) II b. (V) II d. (OV) II d. (OV) II b. (V) II d. (OV)
Vaknaam Europees Recht Mededingingsrecht Collectief Arbeidsrecht Effectenrecht Ondernemingsrecht 1 Personenvennootschappen
171
EC 7 6 6 6 6 6
STUDIEGIDS 2006-2007
I
e.
Opmerkingen
jaar 2 Semester I sem type I b. (V) I a. (V) I b. (V) I d. (OV) I d. (OV) I d. (OV) Ia d. (OV) Opmerkingen
Inschrijving
Bibliotheekinstructie
-
II II b II b
a. (V) b. (V) d. (OV)
Juridische Vaardigheden C Corporate Law and Economics Sociaal Zekerheidsrecht
a. verplicht vak schakelprogramma; b. verplicht mastervak; c. optioneel verplicht mastervak, 1 vak te kiezen uit 2; d. optioneel verplicht: 1 vak ( 6 ec) te kiezen uit 8 mastervakken; De vakken kunnen ook in jaar 2 worden gevolgd/gepland; e. Ter voorbereiding op het onderdeel Juridische Vaardigheden C in semester 2 dienen studenten een verplichte bibliotheekinstructie te volgen. Nadere mededelingen over de invulling van dit onderdeel zullen zo spoedig mogelijk via de reguliere informatiekanalen van de faculteit worden bekend gemaakt.
vaknaam Insolventierecht Scriptie Arbeidsovk recht Intellectuele Eigendom Verzekeringsrecht Ondernemingsrecht 2 Economisch recht
Semester II EC sem type 6 18 6 6 6 6 6
Vaknaam
a.verplicht een scriptie die aansluit bij de masteropleiding: het onderzoek moet een privaat/bedrijfsrechtelijke invalshoek hebben; b. verplicht mastervak; d. zie opmerking d. jaar 1.
HBO-studenten kunnen zich inschrijven voor een schakelprogramma indien de HBOopleiding die toegang geeft tot het schakelprogramma, is afgerond. Studenten die dit programma willen gaan doen melden zich aan bij de faculteit. Zij krijgen dan een “Verklaring toelating schakelprogramma bachelor-master” toegestuurd. Na invulling van dit formulier en goedkeuring door de faculteit stuurt de faculteit het formulier naar de Centrale Studentenadministratie. De student wordt dan via een bachelorinschrijving ingeschreven voor het schakelprogramma. De student wordt daarmee voorlopig toegelaten tot het masterprogramma. De student kan vervolgens zowel de vakken van het schakelprogramma doen als de tegelijk geprogrammeerde mastervakken. Let op: De student dient na twee semesters alle onderdelen van het schakelprogramma met succes te hebben afgerond. Zo niet, dan wordt de voorlopige toelating voor de master beëindigd en dient eerst het schakelprogramma te worden afgerond, alvorens de student weer kan worden toegelaten tot de master. De student kan dus geen mastervakken meer afleggen. Zodra het schakelprogramma is behaald dient het formulier “Verklaring definitieve toelating masteropleiding” door de student en de faculteit te worden ingevuld. De student wordt hierna ingeschreven voor de masteropleiding en kan het masterprogramma verder vervolgen. Er wordt geen bachelordiploma afgegeven. Wel kan de student bij de Infobalie een verklaring aanvragen van het voltooid hebben van het schakelprogramma.
23.4 Vrije Master Vastgoed (Vrij onderwijsprogramma Master Nederlands recht – zonder civiel effect) Studenten die de bachelor HEAO Vastgoed en Makelaardij of HEAO MER-Onroerend Goed en Makelaardij hebben afgerond, kunnen zich inschrijven voor een schakelprogramma en aansluitend masterprogramma op het gebied van het Vastgoed. Het programma leidt tot de graad Master of Laws. Dit is een masterdiploma
172
3 6 6
EC
BIJZONDERE PROGRAMMA’S VOOR BACHELORS HBO
Nederlands recht zonder Civiel Effect, d.w.z. dat het diploma geen toegang geeft tot de advocatuur en de rechterlijke macht. Zie voor de titulatuur ook het hoofdstuk Algemene Onderwijsinformatie. Het programma omvat een schakelprogramma en een masterprogramma. Dit vrije onderwijsprogramma Vastgoed heeft tot doel de studenten een verdieping te geven op het terrein van het burgerlijk recht in relatie tot huur, verhuur en koop, verkoop van onroerend goed en anderzijds op het terrein van het staats- en bestuursrecht m.b.t. het onroerend goed in ruime zin (ruimtelijk ordeningsrecht, milieurecht, recht lagere overheden). Desgewenst kan de student in de keuze van seminaar en het keuzevak het accent leggen op het burgerlijk recht of het staats- en bestuursrecht. Het schakelprogramma is zo samengesteld dat de student na afronding voldoende kennis op bachelorniveau heeft van het burgerlijk recht, het bestuursrecht en het noodzakelijke belastingrecht in relatie tot onroerend goed om de master met succes te kunnen doorlopen. Met het vak Juridische vaardigheden C wordt het doen van onderzoek op wetenschappelijk niveau en het rapporteren daarover geoefend. Een gedetailleerde omschrijving van de vakken, de te bestuderen literatuur en de tentamendata is te vinden in de onderwijscatalogus OCASYS (www.rug.nl/ocasys/rechten). Het schakelprogramma heeft een omvang van 43 ec en bestaat uit: Belastingrecht 1 Burgerlijk Recht 2 Burgerlijk Recht 3 Fiscale aspecten van registergoederen Juridische vaardigheden C (inclusief bibliotheekinstructie) Publiek recht o.g. Registergoederenrecht Het masterprogramma heeft een omvang van 60 ec en bestaat uit: Bouwrecht (Privaatrechtelijke aspecten) Goederenrecht CS Omgevingsrecht 1 Omgevingsrecht 2 Verbintenissenrecht c.s. Keuzevak (één vak kiezen uit de volgende drie vakken): Agrarisch recht of Huurrecht of Recht lagere overheid Scriptie Seminaar
(7 (9 (7 (4 (3 (5 (8
ec) ec) ec) ec) ec) ec) ec)
(5 (6 (6 (6 (6
ec) ec) ec) ec) ec)
(5 (5 (6 (20 (6
ec) ec) ec) ec) ec)
Hier volgt een voorbeeld van het programma in semesterschema: jaar 1 Semester I sem type I a. (V) I I
a. (V) a. (V)
Burgerlijk Recht 3 Registergoederenrecht
Semester II EC Sem type 7 II c. (V) en d. 7 II a. (V) 8 II a a. (V)
I
a. (V)
Burgerlijk Recht 2
9
vaknaam Belastingrecht 1
II a
c. (V)
vaknaam Seminaar
EC 6
Juridische Vaardigheden C Fiscale aspecten van registergoederen Omgevingsrecht 1
3 4
173
6
STUDIEGIDS 2006-2007
I
b.
Opmerkingen
jaar 2 Semester I sem type I a. I b. (V)
II b
a. (V)
Publiekrecht onroerend goed
5
II b
c. (V)
Omgevingsrecht 2
6
a. verplicht vak schakelprogramma; b. Ter voorbereiding op het onderdeel Juridische Vaardigheden C in semester 2 dienen studenten een verplichte bibliotheekinstructie te volgen. Nadere mededelingen over de invulling van dit onderdeel zullen zo spoedig mogelijk via de reguliere informatiekanalen van de faculteit worden bekend gemaakt; c. verplichte masteronderdelen; d. een student dient een keuze te maken uit de Seminaars Privaatrecht of Staats-en Bestuursrecht van de master Nederlands recht. Zie voor het seminaaraanbod in Ocasys het studieprogramma ”Ma Nederlands Recht - Seminaars”.
vaknaam Scriptie VM Vastgoed Goederenrecht C.S.
Semester II EC Sem type 20 II a c. (OV) 6
I
c. (OV)
Recht Lagere Overheid
6
Ia
b. (V)
Verbintenissenrecht C.S.
6
Ib
b. (V)
5
Ib
c. (OV)
Bouwrecht (Privaatrechtelijke Aspecten) Agrarisch Recht
Opmerkingen
Inschrijving
Bibliotheekinstructie
vaknaam Huurrecht
5
a. de scriptie dient zowel privaatrechtelijke als staats-/bestuursrechtelijke aspecten te bevatten en is daarom ook meer dan de standaardomvang (vanaf 2007-2008) van de masterscripties van 18 ec. Geadviseerd wordt om in semester 2 van jaar 1 reeds een aanvang te maken met de scriptie; b. verplicht mastervak; c. optioneel verplicht mastervak (5 ec), 1 vak te kiezen uit 3; n.b. dit vak kan ook worden gevolgd/ingepland in jaar 1.
HBO-studenten kunnen zich inschrijven voor een schakelprogramma indien de HBOopleiding die toegang geeft tot het schakelprogramma, is afgerond. Studenten die dit programma willen gaan doen melden zich aan bij de faculteit. Zij krijgen dan een “Verklaring toelating schakelprogramma bachelor-master” toegestuurd. Na invulling van dit formulier en goedkeuring door de faculteit stuurt de faculteit het formulier naar de Centrale Studentenadministratie. De student wordt dan via een bachelorinschrijving ingeschreven voor het schakelprogramma. De student wordt daarmee voorlopig toegelaten tot het masterprogramma. De student kan vervolgens zowel de vakken van het schakelprogramma doen als de tegelijk geprogrammeerde mastervakken. Let op: De student dient na twee semesters alle onderdelen van het schakelprogramma met succes te hebben afgerond. Zo niet, dan wordt de voorlopige toelating voor de master beëindigd en dient eerst het schakelprogramma te worden afgerond, alvorens de student weer kan worden toegelaten tot de master. De student kan dus geen mastervakken meer afleggen. Zodra het schakelprogramma is behaald dient het formulier “Verklaring definitieve toelating masteropleiding” door de student en de faculteit te worden ingevuld. De student wordt hierna ingeschreven voor de masteropleiding en kan het masterprogramma verder vervolgen. Er wordt geen bachelordiploma afgegeven. Wel kan de student bij de Infobalie een verklaring aanvragen van het voltooid hebben van het schakelprogramma.
174
EC 5
BIJZONDERE PROGRAMMA’S VOOR BACHELORS HBO
23.5 Verkort bachelorprogramma Nederlands Recht en Master met Civiel Effect Het verkort bachelorprogramma plus de aansluitende master duurt ongeveer 2½ jaar en is toegankelijk voor studenten met een diploma: - HBO Recht (w.o. Hogere Juridische Opleiding). - MER-Juridisch Management met minor recht en na toelatingsprogramma; - HBO Sociaal Juridische Dienstverlening met minor recht en na toelatingsprogramma. Het toelatingsprogramma bestaat uit de vakken Algemene Rechtswetenschappen, Burgerlijk recht 1 en Bestuursrecht 1. Deze vakken dienen te zijn afgerond voordat met het verkorte bachelorprogramma kan worden begonnen. Echter: HBOafgestudeerden SJD en HEAO-MER-jm die in het studiejaar 2006-2007 (uiterlijk per 1 oktober 2006) met het verkorte bachelorprogramma Nederlands recht beginnen kunnen de toelatingsvakken Algemene Rechtswetenschap, Burgerlijk recht 1 en Bestuursrecht 1 tijdens het verkorte bachelorprogramma afleggen. De student dient aan deze vakken voorrang te geven. Een student kan vrijstelling van de toelatingsvakken krijgen indien de juridische faculteit van de RUG met de HBOinstelling waar de student van afkomstig is daarover afspraken heeft gemaakt. Met de Hanzehogeschool in Groningen zijn de volgende afspraken gemaakt: - SJD- en MER-jm-studenten krijgen tot uiterlijk 1 september 2008 vrijstelling van de instroomeisen (toelatingsprogramma en minor recht). - SJD-studenten worden ook daarna vrijgesteld van het toelatingsprogramma. Om na de juridische opleiding toegelaten te worden tot beroepen als advocaat, rechter en officier van justitie moet gedurende de opleiding zijn voldaan aan de eisen van het civiel effect. Zie voor meer informatie de paragraaf over het civiel effect in Hoofdstuk 2, Algemene Onderwijsinformatie. Studenten krijgen het Bachelordiploma Nederlands Recht als het verkorte bachelorprogramma met succes is afgerond; na afronding van het aansluitende masterprogramma Nederlands recht ontvangt de student de graad Master of Laws. Zie voor de titulatuur ook het hoofdstuk Algemene Onderwijsinformatie. Kern van de masteropleiding is de student enerzijds een verdieping te bieden op het terrein van het Nederlands recht en daarbinnen een specialisatie op een van de rechtsgebieden Privaatrecht, Bedrijfsrecht, Strafrecht of Staats- en bestuursrecht, en anderzijds de voor de toegang tot de togaberoepen vereiste verdiepte, juridische kennis en inzicht bij te brengen in een academische context. Het schakelprogramma is zo samengesteld dat de student na afronding voldoende kennis op bachelorniveau heeft om de Master Nederlands recht en een van de vier specialisaties daarbinnen met succes te kunnen doorlopen. Ook heeft de student de voor de toegang tot de togaberoepen vereiste juridische kennis en inzicht verworven in een academische context. Met het vak Juridische vaardigheden C wordt het doen van onderzoek op wetenschappelijke niveau en het rapporteren daarover geoefend. Een gedetailleerde omschrijving van de vakken, de te bestuderen literatuur en de tentamendata is te vinden in de onderwijscatalogus OCASYS (www.rug.nl/ocasys/rechten). Het verkorte bachelorprogramma bestaat uit: Burgerlijk recht 2 Burgerlijk recht 3 Europees recht Handelsrecht A
(9 (7 (7 (4
ec) ec) ec) ec)
175
STUDIEGIDS 2006-2007
Handelsrecht B Burgerlijk Procesrecht 1 Staatsrecht 1a Staatsrecht 2 Bestuursrecht 2 Bestuursrecht 3 Strafrecht 1 Strafrecht 2 Strafrecht 3 Juridische vaardigheden C (inclusief bibliotheekinstructie) Contextvak (één vak te kiezen uit de volgende vijf vakken): Rechtsgeschiedenis 2 Rechtseconomie Inleiding Rechtsfilosofie Inleiding Rechtssociologie Inleiding Rechtsinformatica
(5 (6 (6 (7 (7 (4 (7 (7 (6 (3 (6
Het masterprogramma* omvat de volgende onderdelen: Mastervak Mastervak Mastervak Mastervak Mastervak Mastervak Seminaar Scriptie
ec) ec) ec) ec) ec) ec) ec) ec) ec) ec) ec)
(6 ec) (6 ec) (6 ec) (6 ec) (6 ec) (6 ec) (6 ec) (18 ec)
* Het vakkenpakket van de master moet wat betreft de keuze van de hoofdvakken en het seminaar voldoen aan de eisen die per hoofdrichting worden gesteld aan de studenten die de reguliere masteropleiding Nederlands recht volgen. Zie hiervoor het hoofdstuk Master Nederlands recht. Het programma ziet er als volgt uit in semesterschema: jaar 1 Semester I sem type I a. (V) I I I
a. (V) a. (V) b. (OV)
I I
a. (V) c.
Opmerkingen
vaknaam Bestuursrecht 2 (Besluitvormingsrecht) Burgerlijk Recht 3 Burgerlijk Recht 2 Rechtsgeschiedenis 2 (Romeins Recht) Staatsrecht 1A Bibliotheekinstructie
Semester II EC sem type 7 II a. (V)
vaknaam Europees Recht
EC 7
7 9 6
II II II
b. (OV) b. (OV) b. (OV)
Rechtseconomie Inleiding Rechtsfilosofie Inleiding Rechtssociologie
6 6 6
6
II II
b. (OV) a. (V)
Inleiding Rechtsinformatica Juridische Vaardigheden C
6 3
II
a. (V)
Strafrecht 1
7
II a
a. (V)
Burgerlijk Procesrecht 1
6
II b
a. (V)
Bestuursrecht 3 (Rechtsbescherming)
4
-
a. verplicht vak schakelprogramma; b. optioneel verplicht vak schakelprogramma (1 vak te kiezen uit 5); c. Ter voorbereiding op het onderdeel Juridische Vaardigheden C
in semester 2 dienen studenten een verplichte bibliotheekinstructie te volgen. Nadere mededelingen over de invulling van dit onderdeel zullen zo spoedig mogelijk via de reguliere informatiekanalen van de faculteit worden bekend gemaakt.
176
BIJZONDERE PROGRAMMA’S VOOR BACHELORS HBO
jaar 2 Semester I sem type I a. (V) I a. (V)
Semester II EC sem type 7 II c. (V) 6 II c. (V)
I
a. (V)
Staatsrecht 2
7
Ia
a. (V)
Handelsrecht A
4
Ib
a. (V)
Handelsrecht B
5
Opmerkingen
jaar 3 Semester I sem type I c. (V) I
c. (V)
Opmerkingen
Inschrijving
vaknaam Strafrecht 2 Strafrecht 3
vaknaam Seminaar 4 mastervakken Nederlands Recht
EC 6 24
a. zie toelichting jaar 1 c. verplichte masteronderdelen (er moet voldaan worden aan de eisen die gelden voor de masteropleiding Nederlands Recht. Dit betekent dat een student in totaal 6 mastervakken en 1 seminaar moet kiezen uit de mastervakken/seminaars van de masteropleiding Nederlands Recht , afhankelijk van de te kiezen specialisatie- zie de OER en hfd 13 Studiegids).
vaknaam Scriptie 2 mastervakken Nederlands Recht
Semester II EC sem type 18
vaknaam
EC
12
c. zie toelichting jaar 2
HBO-studenten kunnen zich inschrijven voor een verkort bachelorprogramma indien de HBO-opleiding die recht geeft op toelating tot dit programma, is afgerond en zij ook aan de overige gestelde voorwaarden hebben voldaan. Studenten die dit programma willen gaan doen melden zich aan bij de faculteit. Zij krijgen dan een “Verklaring toelating afsluitend examen” toegestuurd. Na invulling van dit formulier en goedkeuring door de faculteit stuurt de faculteit het formulier naar de Centrale Studentenadministratie. De student wordt dan ingeschreven voor het verkorte bachelorprogramma (de student wordt dus niet voorlopig toegelaten tot de masteropleiding). Een student kan een voorlopige toelating tot de masteropleiding vragen indien hij het bachelorschakelprogramma minus 20 ec heeft gehaald. De student dient het bachelorprogramma dan binnen een jaar af te ronden. Zodra het bachelordiploma is behaald kan de student zich voor de master inschrijven.
23.6 Schakelprogramma Master Fiscaal Recht Voor afgestudeerden HEAO Fiscale Economie van de Hanzehogeschool en de Hogeschool Arnhem en Nijmegen is een schakelprogramma mogelijk van 30 ec dat leidt tot toelating tot de masteropleiding Fiscaal Recht (60 ec). Het diploma dat toegang geeft tot het schakelprogramma dient niet ouder dan twee jaar te zijn. De masteropleiding leidt tot de graad Master of Laws. Dit is een masterdiploma Fiscaal recht. Het programma geeft geen civiel effect! Zie voor de titulatuur ook het hoofdstuk Algemene Onderwijsinformatie. Afgestudeerden van andere HEAO-opleidingen Fiscale Economie dienen er rekening mee te houden dat voor hen een ander en mogelijk langer schakelprogramma geldt. Dat geldt ook voor bezitters van het Controleursdiploma van de belastingdienst en voor degenen die het examen Belastingadviseur van de stichting Federatieve Examens
177
STUDIEGIDS 2006-2007
voor belastingadviseur en belastingassistent met succes hebben afgelegd. Al deze afgestudeerden dienen contact op te nemen met een studieadviseur. Het schakelprogramma met een omvang van 33 ec en het masterprogramma Fiscaal Recht met een omvang van 60 ec samen duren ongeveer 1½ jaar. De masteropleiding is gericht op een verdieping op academisch niveau van de fiscaaljuridische kennis die in de bacheloropleiding is verworven. De masterfase geeft een verdieping en concentreert zich op de fiscale problematiek rondom de grotere en de internationaal opererende onderneming. Het schakelprogramma is zo samengesteld dat de student na afronding voldoende kennis en academische vaardigheden heeft op bachelorniveau om de Master Fiscaal Recht met succes te kunnen doorlopen. Met het vak Juridische vaardigheden C oefent wordt het doen van onderzoek op wetenschappelijke niveau en het rapporteren daarover geoefend. Een gedetailleerde omschrijving van de vakken, de te bestuderen literatuur en de tentamendata is te vinden in de onderwijscatalogus OCASYS (www.rug.nl/ocasys/rechten). Het schakelprogramma bestaat uit de volgende onderdelen: Burgerlijk Recht 2 Europees Recht Juridische Vaardigheden C (inclusief bibliotheek instructie) Kleine scriptie Vennootschapsbelasting
(9 (7 (3 (5 (9
ec) ec) ec) ec) ec)
Het masterprogramma heeft een omvang van 60 ec en bestaat uit het reguliere Fiscaal recht masterprogramma. Een student mag pas beginnen met de scriptie in het masterprogramma, als hij het onderdeel kleine scriptie uit het schakelprogramma met een voldoende heeft afgerond. Het masterprogramma ziet er als volgt uit: Formeel Belastingrecht 2 Internationaal & Europees Belastingrecht Ondernemingsfinanciering Onderneming & Belastingheffing C.S. Particulieren en Belastingheffing C.S. Rechtspersonen, Personenvennootschappen en Kapitaalbelasting of Goederenrecht C.S. Seminaar Formeel Belastingrecht Keuzeruimte Scriptie
(3 (6 (6 (7 (6 (6
ec) ec) ec) ec) ec) ec)
(3 ec) (5 ec) (18 ec)
Het onderwijsprogramma ziet er als volgt uit: jaar 1 Semester I sem type I a. (V) I b. (V) I b. (V) I Ia
178
c. (OV) b. (V)
Vaknaam Burgerlijk Recht 2 Ondernemingsfinanciering Particulieren en Belastingheffing c.s. Goederenrecht C.S. Formeel Belastingrecht 2
EC 9 6 6
Semester II sem type II a. (V) II a. (V) II c. (OV)
6 3
II II
a. (V) a. (V)
vaknaam Europees Recht Vennootschapsbelasting Rechtspersonen, Personenvennootschappen Juridische Vaardigheden C Scriptie (kleine) Schakelpr Fiscaal Rech
EC 7 9 6 3 5
BIJZONDERE PROGRAMMA’S VOOR BACHELORS HBO
Ib
b. (V)
I
d.
Opmerkingen
jaar 2 Semester I sem type I a. en c. (V) I a. I b. (V)
Opmerkingen
Inschrijving
Seminaar Formeel Belastingrecht Bibliotheekinstructie
3
II a
b. (V)
Internationaal & Europees Belastingrecht
6
-
Algemeen: behoudens de vakken genoemd onder a. vormen alle overige onderdelen tezamen het reguliere masterprogramma Fiscaal Recht (zie ook OER en Studiegids H.16) a. verplicht vak schakelprogramma; b. verplicht mastervak; c. optioneel verplicht mastervak, 1 vak te kiezen uit 2; d. Ter voorbereiding op het onderdeel Juridische Vaardigheden C in semester 2 dienen studenten een verplichte bibliotheekinstructie te volgen. Nadere mededelingen over de invulling van dit onderdeel zullen zo spoedig mogelijk via de reguliere informatiekanalen van de faculteit worden bekend gemaakt.
Vaknaam Scriptie Keuzeruimte master Onderneming en Belastingheffing C.S.
Semester II EC sem type 18
vaknaam
EC
5 7
Algemeen zie opmerking jaar 1 a. Zie voor invulling OER Master Fiscaal Recht en Studiegids H.16; b. verplicht mastervak; c. Aan de verplichte masterscriptie kan pas worden begonnen wanneer de kleine scriptie uit het schakelprogramma (jaar 1) met een voldoende is afgerond.
HBO-studenten kunnen zich inschrijven voor een schakelprogramma indien de HBOopleiding die toegang geeft tot het schakelprogramma, is afgerond. Studenten die dit programma willen gaan doen melden zich aan bij de faculteit. Zij krijgen dan een “Verklaring toelating schakelprogramma bachelor-master” toegestuurd. Na invulling van dit formulier en goedkeuring door de faculteit stuurt de faculteit het formulier naar de Centrale Studentenadministratie. De student wordt dan via een bachelorinschrijving ingeschreven voor het schakelprogramma. De student wordt daarmee voorlopig toegelaten tot het masterprogramma. De student kan vervolgens zowel de vakken van het schakelprogramma doen als de tegelijk geprogrammeerde mastervakken. Let op: De student dient na twee semesters alle onderdelen van het schakelprogramma met succes te hebben afgerond. Zo niet, dan wordt de voorlopige toelating voor de master beëindigd en dient eerst het schakelprogramma te worden afgerond, alvorens de student weer kan worden toegelaten tot de master. De student kan dus geen mastervakken meer afleggen. Zodra het schakelprogramma is behaald dient het formulier “Verklaring definitieve toelating masteropleiding” door de student en de faculteit te worden ingevuld. De student wordt hierna ingeschreven voor de masteropleiding en kan het masterprogramma verder vervolgen. Er wordt geen bachelordiploma afgegeven. Wel kan de student bij de Infobalie een verklaring aanvragen van het voltooid hebben van het schakelprogramma.
23.7 Schakelprogramma Master Recht en Bestuur Studenten die de bachelor HEAO MER Bestuurskunde, de Bachelor Thorbecke Academie in Leeuwarden of de bachelor MER-Juridisch Management hebben afgerond kunnen een programma volgen van ongeveer 1 ½ jaar (schakelprogramma en master). Aan de student die aan alle vereisten van de masteropleiding heeft voldaan, wordt de graad master of Laws (LL.M) verleend. Op grond van art. 7.20 en 7.21 WHW is hij tevens gerechtigd de titel van meester in de rechten te voeren.
179
STUDIEGIDS 2006-2007
Om na de juridische opleiding toegelaten te worden tot beroepen als advocaat, rechter en officier van justitie moet gedurende de opleiding zijn voldaan aan de eisen van het civiel effect. Zie voor meer informatie de paragraaf over het civiel effect in Hoofdstuk 2, Algemene Onderwijsinformatie Alle vakken worden gevolgd samen met de ‘reguliere’ studenten. Voor sommige vakken kan het noodzakelijk zijn om colleges in de avonduren te volgen, omdat de colleges voor de vakken samenvallen. In principe is het mogelijk om het programma in deeltijd te volgen en de studieduur in overleg met de studieadviseur te plannen. Een gedetailleerde omschrijving van de vakken, de te bestuderen literatuur en de tentamendata vindt u in OCASYS. Het programma bestaat uit een schakelprogramma en een masterprogramma, de totale omvang is ongeveer 100 ec. Er wordt geen bachelordiploma afgegeven. Om met succes te kunnen instromen in het masterprogramma Recht en Bestuur dient een assessment te worden afgelegd. Het assessment voor afgestudeerden HEAO-MER Bestuurskunde bestaat uit de drie onderstaande bachelorvakken: Beleidswetenschap 1 (4 ec) Elementaire Bestuurskunde (4 ec) Inleiding Politicologie (4 ec) Het assessment voor afgestudeerden Thorbecke-academie bestaat uit de twee volgende bachelorvakken: Bestuursrecht 1 (5 ec) Burgerlijk Recht 1 (8 ec) Het assessment afgestudeerden MER juridisch management bestaat uit de vier volgende vakken: Beleidswetenschappen 1 (4 ec) Elementaire Bestuurskunde (4 ec) Inleiding Politicologie (4 ec) Openbare Financiën (6 ec) De bovengenoemde propedeusevakken kunnen ook in Leeuwarden gevolgd worden, met uitzondering van het vak Elementaire Bestuurskunde. Dit vak kan uitsluitend in Groningen gevolgd worden. Het schakelprogramma bestaat uit de volgende onderdelen: Bestuursrecht 2 Bestuursrecht 3 Burgerlijk Recht 2 Bestuurlijke Organisatie 1 Europees Recht Het masterprogramma bevat de volgende onderdelen: Beleidswetenschap 2 Bestuurlijke Organisatie 2 Conflicthantering Politicologie Seminaar Bestuurswetenschappen deel 1 Seminaar Bestuurswetenschappen deel 2 Seminaar Gedecentraliseerd Bestuur Vier publiekrechtelijke vakken te kiezen uit de onderstaande acht vakken: Handhaving Bestuursrecht (5 ec) Omgevingsrecht 1 (6 ec)
180
(7 (4 (9 (4 (7
ec) ec) ec) ec) ec)
(6 ec) (6 ec) (6 ec) (5 ec) (4 ec) (5 ec) (6 ec) (minimaal 22 ec)
BIJZONDERE PROGRAMMA’S VOOR BACHELORS HBO
-
Omgevingsrecht 2 Overheid en Privaatrecht Overheidsaansprakelijkheid Recht Lagere Overheid Seminaar Wetgeving Toezicht en Markt
(6 (6 (5 (6 (6 (5
ec) ec) ec) ec) ec) ec)
Het onderwijsprogramma ziet er als volgt uit: jaar 1 Semester I sem type I a. I Ia Ib Ib
a. a. c. b.
Opmerkingen
jaar 2 Semester I sem type I c.
vaknaam Bestuursrecht 2 (Besluitvormingsrecht) Burgerlijk Recht 2 Bestuurlijke Organisatie 1 Publiekrechtvak Seminaar Gedecentraliseerd Bestuur
9 4 6 6
a a a b
c. b. b. a.
II b
b.
vaknaam Publiekrechtvak
Semester II EC sem type 6
c.
Publiekrechtvak
6
Ia
b.
Beleidswetenschap 2
6
Ia
b.
Politicologie
5
Ib
b.
Seminaar Bestuurswetenschappen deel 1
4
EC 7
Publiekrechtvak Bestuurlijke Organisatie 2 Conflicthantering Bestuursrecht 3 (Rechtsbescherming) Seminaar Bestuurswetenschappen deel 2
6 6 6 4 5
vaknaam
EC
vaknaam Toezicht en Markt Omgevingsrecht 1 Omgevingsrecht 2
EC 5 6 6
zie opmerkingen jaar 1
Publiekrechtvakken Semester I sem type vaknaam I a. Seminaar Wetgeving I a. Recht Lagere Overheid Ib a. Overheidsaansprakelijkheid Ib a. Handhaving Bestuursrecht / Openbare Orde Ib a. Overheid en Privaatrecht
Opmerkingen
II II II II
vaknaam Europees Recht
a. verplicht vak Schakelprogramma; b. verplicht mastervak c. optioneel verplicht 4 vakken (22 ec) te kiezen uit 8, zie het overzicht Publiekrechtvakken hierna
I
Opmerkingen
Inschrijving
Semester II EC sem type 7 II a.
EC 6 6 5 5
Semester II sem type II a a. II a a. II b a.
6
a. optioneel verplicht 4 vakken Publiekrecht te kiezen uit 8 (minimaal 22 ec).
Inschrijving voor dit schakelprogramma is alleen mogelijk als een van de bovengenoemde opleidingen volledig is afgerond. Na aanmelding bij de Centrale Studentenadministratie van de RUG en de Infobalie Rechten ontvangt de student een formulier “Verklaring toelating schakelprogramma
181
STUDIEGIDS 2006-2007
bachelor-master”. Na invulling van dit formulier en goedkeuring door de faculteit wordt de student ingeschreven voor het schakelprogramma. Zodra het schakelprogramma is behaald moet het formulier “Verklaring definitieve toelating masteropleiding” door de student en de faculteit worden ingevuld. De student wordt hierna ingeschreven voor de masteropleiding.
182
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOROPLEIDINGEN 2006-2007
24 Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen 2006-2007 § 1 Algemeen
Artikel 1 Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing op het onderwijs en de examens van de bacheloropleidingen genoemd in artikel 3, verder te noemen: de bachelors. De bachelors worden verzorgd binnen de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, verder te noemen: de faculteit. Artikel 2 Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: de wet de Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek student degene die is ingeschreven aan de universiteit voor het volgen van het onderwijs en/of het afleggen van de tentamens en de examens van de bacheloropleiding; propedeuse de propedeutische fase van de bacheloropleiding, als bedoeld in art. 7.8 van de wet; posthet gedeelte van de bacheloropleiding, dat volgt op de propedeuse; propedeuse vak een onderwijseenheid van de bacheloropleiding, in de zin van de wet; practicum/ een praktische oefening, als bedoeld in art. 7.13 van de wet. De seminaar zelfwerkzaamheid van de student staat centraal, meestal tot uitdrukking komend in een referaat en/of paper, in een van de volgende vormen of combinatie daarvan: - het maken van een scriptie, - het maken van een werkstuk of een proef, - het uitvoeren van een onderzoekopdracht, - het deelnemen aan veldwerk of een excursie, - het doorlopen van een stage, - of het deelnemen aan een andere onderwijsleeractiviteit, die gericht is op het bereiken van bepaalde vaardigheden. tentamen onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de student alsmede de beoordeling van de resultaten van het onderzoek. semester deel van het studiejaar, beginnend op 1 september en eindigend op een door het College van Bestuur te bepalen datum omstreeks 31 januari, dan wel beginnend op vorenbedoelde door het College van Bestuur te bepalen datum en eindigend op omstreeks 31 augustus. examen het propedeutisch of bachelor examen van de opleiding. Artikel 3 De opleidingen lid 1 De faculteit verzorgt de volgende bacheloropleidingen: a. de Bachelor Nederlands Recht; b. de Bachelor Notarieel Recht; c. de Bachelor Fiscaal Recht; d. de Bachelor Recht en Bestuur (JBW); e. de Bachelor Recht & Informatie- en Communicatietechnologie (Recht & ICT); f. de Bachelor Law in Europe (Hanse Law School) g. de Bachelor Internationaal en Europees Recht. lid 2 De onder a, b, c en d en e genoemde bachelors worden behalve in de voltijdse tevens in deeltijdse vorm verzorgd. Artikel 4 Doelstellingen van de bacheloropleidingen a. De Bachelor Nederlands Recht
183
STUDIEGIDS 2006-2007
Het bachelorprogramma Nederlands Recht biedt de basisopleiding in het Nederlands recht. Samen met het masterprogramma Nederlands recht biedt het de klassieke juridische opleiding, die recht geeft op de meestertitel met civiel effect voor de togaberoepen. De doelstellingen van de opleiding zijn: kennis van en inzicht in het geldende recht en de systematiek ervan; vertrouwdheid met de grondslagen van het recht en besef van de eigen aard van de rechtsbeoefening; kennis van en inzicht in het internationale en het Europese recht, als afzonderlijke rechtsgebieden alsmede in hun verhouding tot en als onderdeel van het nationale recht; inzicht in de problemen die zich bij rechtsvorming voordoen; het in hun onderlinge samenhang kunnen beoordelen van de juridische, maatschappelijke, rechtstheoretische en rechtshistorische aspecten van een vraagstuk en daarover kritisch kunnen nadenken; beheersing van de voor de juridische discipline relevante informatie- en communicatietechnologie; het vermogen om zelfstandig op heldere wijze mondeling en schriftelijk antwoorden te formuleren op juridische vragen; het vermogen om zelfstandig de voor de oplossing van een juridisch vraagstuk relevante wetgeving, jurisprudentie en literatuur te verzamelen, te beoordelen en toe te passen; voorbereiding voor een verdere studieloopbaan, met het recht op toegang tot de masteropleiding Nederlands recht. b.
De Bachelor Notarieel Recht Het bachelorprogramma Notarieel Recht is gericht op de vorming van juristen met een bijzondere kennis van die gedeelten van het recht, die in het notariaat van belang zijn: het familievermogensrecht, het personen- en familierecht, het erfrecht, het ondernemingsrecht en het belastingrecht. Het bachelorprogramma biedt in combinatie met het masterprogramma Notarieel Recht de universitaire beroepsopleiding voor het notariaat. De doelstellingen van de opleiding zijn: kennis van en inzicht in het geldende recht en de systematiek ervan; vertrouwdheid met de grondslagen van het recht en besef van de eigen aard van de rechtsbeoefening; kennis van en inzicht in het internationale en het Europese recht, als afzonderlijke rechtsgebieden alsmede in hun verhouding tot en als onderdeel van het nationale recht; inzicht in de problemen die zich bij rechtsvorming voordoen; het in hun onderlinge samenhang kunnen beoordelen van de juridische, maatschappelijke, rechtstheoretische en rechtshistorische aspecten van een vraagstuk en daarover kritisch kunnen nadenken; beheersing van de voor de juridische discipline relevante informatie- en communicatietechnologie; het vermogen om zelfstandig op heldere wijze mondeling en schriftelijk antwoorden te formuleren op juridische vragen; het vermogen om zelfstandig de voor de oplossing van een juridisch vraagstuk relevante wetgeving, jurisprudentie en literatuur te verzamelen, te beoordelen en toe te passen; voorbereiding voor een verdere studieloopbaan, met het recht op toegang tot de masteropleiding Notarieel Recht.
c.
De Bachelor Fiscaal Recht Het doel van het bachelorprogramma Fiscaal Recht is de vorming van juristen met een brede juridische, fiscale en financieel-economische achtergrond. Het programma biedt in combinatie met het masterprogramma Fiscaal Recht de
184
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOROPLEIDINGEN 2006-2007
universitaire beroepsopleiding voor de Rijksbelastingdienst, de belastingadviespraktijk en de fiscale afdelingen van ondernemingen. De doelstellingen van de opleiding zijn: kennis van en inzicht in het geldende recht en de systematiek ervan; vertrouwdheid met de grondslagen van het recht en besef van de eigen aard van de rechtsbeoefening; kennis van en inzicht in het internationale en het Europese recht, als afzonderlijke rechtsgebieden alsmede in hun verhouding tot en als onderdeel van het nationale recht; inzicht in de problemen die zich bij rechtsvorming voordoen; het in hun onderlinge samenhang kunnen beoordelen van de juridische, maatschappelijke, rechtstheoretische en rechtshistorische aspecten van een vraagstuk en daarover kritisch kunnen nadenken; beheersing van de voor de juridische discipline relevante informatie- en communicatietechnologie; het vermogen om zelfstandig op heldere wijze mondeling en schriftelijk antwoorden te formuleren op juridische vragen; het vermogen om zelfstandig de voor de oplossing van een juridisch vraagstuk relevante wetgeving, jurisprudentie en literatuur te verzamelen, te beoordelen en toe te passen; voorbereiding voor een verdere studieloopbaan, met het recht op toegang tot de masteropleiding Fiscaal Recht. d.
De Bachelor Recht en Bestuur (JBW) De opleiding Recht en Bestuur is toegesneden op adviserende en leidinggevende functies in en rond het openbaar bestuur. De opleiding combineert de juridische en sociaal-wetenschappelijke invalshoek. Het bachelorprogramma leidt op tot beleidsonderzoeker. De doelstellingen van de opleiding zijn: - kennis van en inzicht in het geldende recht en de systematiek ervan; - kennis van en inzicht in het internationale en het Europese recht, als afzonderlijke rechtsgebieden alsmede in hun verhouding tot en als onderdeel van het nationale recht; - het in hun onderlinge samenhang kunnen beoordelen van de juridische, maatschappelijke, rechtstheoretische en sociaal-wetenschappelijke aspecten van een vraagstuk van openbaar bestuur en daarover kritisch kunnen nadenken; - beheersing van de voor het recht en de bestuurskunde relevante informatieen communicatietechnologie; - het vermogen om zelfstandig op heldere wijze mondeling en schriftelijk antwoorden te formuleren op bestuurskundige vragen; - het zelfstandig kunnen verrichten van bestuurskundig onderzoek; - voorbereiding voor een verdere studieloopbaan, met het recht op toegang tot de masteropleiding Recht en Bestuur.
e.
De Bachelor Recht & Informatie- en Communicatietechnologie (Recht & ICT) Het bachelorprogramma Recht & ICT biedt een basisopleiding in het Nederlands recht met een bijzondere aandacht voor de juridische aspecten en toepassingen van de informatie- en communicatie-technologie. Het programma bevat zoveel Nederlands recht, dat het de inhoudelijke basis legt voor het verkrijgen van civiel effect voor de togaberoepen. De doelstellingen van de opleiding zijn: kennis van en inzicht in het geldende recht en de systematiek ervan; vertrouwdheid met de grondslagen van het recht en besef van de eigen aard van de rechtsbeoefening; kennis van en inzicht in het internationale en het Europese recht, als
185
STUDIEGIDS 2006-2007
-
-
-
afzonderlijke rechtsgebieden alsmede in hun verhouding tot en als onderdeel van het nationale recht; inzicht in de problemen die zich bij rechtsvorming voordoen; het in hun onderlinge samenhang kunnen beoordelen van de juridische, maatschappelijke en rechtstheoretische aspecten van een vraagstuk en daarover kritisch kunnen nadenken; beheersing van de voor de juridische discipline relevante informatie- en communicatietechnologie; het vermogen om zelfstandig op heldere wijze mondeling en schriftelijk antwoorden te formuleren op juridische vragen; het vermogen om zelfstandig de voor de oplossing van een juridisch vraagstuk relevante wetgeving, jurisprudentie en literatuur te verzamelen, te beoordelen en toe te passen; voorbereiding voor een verdere studieloopbaan, met het recht op toegang tot de masteropleiding Recht & ICT.
f.
De Bachelor Law in Europe (Hanse Law School) Het bachelorprogramma Law in Europe (Hanse Law School) biedt een basisopleiding in het Nederlandse recht in combinatie met een inleiding in het Duitse recht en de common law. Het programma bevat zoveel van het Nederlandse positieve recht dat het de inhoudelijke basis legt voor het civiel effect voor de togaberoepen. Het programma is gedeeltelijk rechtsvergelijkend. De doelstellingen van de opleiding zijn: kennis van en inzicht in het geldende recht en de systematiek ervan; Kennis van en inzicht in de internationale dimensie van juridische vragen op het terrein van het privaatrecht en het bedrijfsrecht. vertrouwdheid met de grondslagen van het recht en besef van de eigen aard van de rechtsbeoefening; kennis van en inzicht in het internationale en het Europese recht, als afzonderlijke rechtsgebieden alsmede in hun verhouding tot en als onderdeel van het nationale recht; inzicht in de problemen die zich bij rechtsvorming voordoen; het in hun onderlinge samenhang kunnen beoordelen van de juridische, maatschappelijke, rechtstheoretische en rechtshistorische aspecten van een vraagstuk en daarover kritisch kunnen nadenken; beheersing van de voor de juridische discipline relevante informatie- en communicatietechnologie; het vermogen om zelfstandig op heldere wijze mondeling en schriftelijk antwoorden te formuleren op juridische vragen; het vermogen om zelfstandig de voor de oplossing van een juridisch vraagstuk relevante wetgeving, jurisprudentie en literatuur te verzamelen, te beoordelen en toe te passen; voorbereiding voor een verdere studieloopbaan, met het recht op toegang tot de masteropleiding Law in Europe (Hanse Law School) in Groningen en de masteropleiding Hanse Law School in Bremen en Oldenburg.
g.
De Bachelor Internationaal en Europees Recht De opleiding Internationaal en Europees Recht is een vooral juridische opleiding die voorbereidt op functies bij internationale organisaties, het internationaal bedrijfsleven en een internationaal georiënteerde werkkring binnen Nederland. De doelstellingen van de opleiding zijn: kennis van en inzicht in het geldende recht en de systematiek ervan; vertrouwdheid met de grondslagen van het recht en besef van de eigen aard van de rechtsbeoefening; kennis van en inzicht in het internationale en het Europese recht, als
186
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOROPLEIDINGEN 2006-2007
-
-
-
afzonderlijke rechtsgebieden alsmede in hun verhouding tot en als onderdeel van het nationale recht; kennis van en inzicht in de internationale betrekkingen; het in hun onderlinge samenhang kunnen beoordelen van de juridische, maatschappelijke en rechtstheoretische aspecten van een vraagstuk en daarover kritisch kunnen nadenken; beheersing van de voor de juridische discipline relevante informatie- en communicatietechnologie; het vermogen om zelfstandig op heldere wijze mondeling en schriftelijk antwoorden te formuleren op juridische vragen; het vermogen om zelfstandig de voor de oplossing van een juridisch vraagstuk relevante wetgeving, jurisprudentie en literatuur te verzamelen, te beoordelen en toe te passen; voorbereiding voor een verdere studieloopbaan, met het recht op toegang tot de masteropleiding Internationaal en Europees Recht.
Artikel 5 De indeling en examens van de bachelors lid 1 In de in artikel 3 genoemde bachelors kunnen de volgende examens worden afgelegd: a. het propedeutisch examen; b. het afsluitend of bachelorexamen; lid 2 De bachelors zijn opgedeeld in een propedeutische fase en een postpropedeutische fase. Artikel 6 De studielast lid 1 De bachelors hebben een studielast van 180 European Credits (ec), waarbij één ec gelijk staat aan 28 uren studie. lid 2 De propedeutische fase heeft een studielast van 60 ec’s. lid 3 De studielast wordt uitgedrukt in hele ec’s. § 2 De propedeutisch e fase
Artikel 7 Bachelor Nederlands Recht; Bachelor Internationaal en Europees Recht De propedeutische fase van de Bachelor Nederlands Recht en de Bachelor Internationaal en Europees Recht omvat de volgende vakken met de daarbij vermelde studielast: 1. Algemene Rechtswetenschap (7 ec) 2. Bestuursrecht 1 (5 ec) 3. Burgerlijk Recht 1 (8 ec) 4. Elementair Belastingrecht of (4 ec) Elementaire Bestuurskunde of Elementair Recht & ICT * 5. Elementair Internationaal Publiekrecht (5 ec) 6. Juridische Vaardigheden A (3 ec) 7. Juridische Vaardigheden B (2 ec) 8. Juridische Vaardigheden C (3 ec) 9. Rechtsgeschiedenis 1 (6 ec) 10. Staatsrecht 1A (6 ec) 11. Staatsrecht 1B (4 ec) 12. Strafrecht 1 (7 ec) * Elementair belastingrecht is een verplicht onderdeel van de bacheloropleiding Nederlands recht en kan zowel in de propedeutische fase als in de postpropedeutische fase worden afgelegd.
187
STUDIEGIDS 2006-2007
Artikel 7a Bachelor Notarieel Recht; Bachelor Fiscaal Recht De propedeutische fase van de Bachelor Notarieel Recht en de Bachelor Fiscaal Recht omvat de volgende vakken met de daarbij vermelde studielast: 1. Algemene Rechtswetenschap (7 ec) 2. Bestuursrecht 1 (5 ec) 3. Burgerlijk Recht 1 (8 ec) 4. Elementair Belastingrecht (4 ec) 5. Elementair Internationaal Publiekrecht (5 ec) 6. Juridische Vaardigheden A (3 ec) 7. Juridische Vaardigheden B (2 ec) 8. Juridische Vaardigheden C (3 ec) 9. Rechtsgeschiedenis 1 (6 ec) 10. Staatsrecht 1A (6 ec) 11. Staatsrecht 1B (4 ec) 12. Strafrecht 1 (7 ec) Artikel 8 Bachelor Recht en Bestuur (JBW) De propedeutische fase van de Bachelor Recht en Bestuur omvat de volgende vakken met de daarbij vermelde studielast: 1. Algemene Rechtswetenschap (7 ec) 2. Bestuursrecht 1 (5 ec) 3. Burgerlijk Recht 1 (8 ec) 4. Elementaire Bestuurskunde (4 ec) 5. Elementair Internationaal Publiekrecht (5 ec) 6. Juridische Vaardigheden A (3 ec) 7. Juridische Vaardigheden B (2 ec) 8. Juridische Vaardigheden C (3 ec) 9. Rechtsgeschiedenis 1 (6 ec) 10. Staatsrecht 1A (6 ec) 11. Staatsrecht 1B (4 ec) 12. Strafrecht 1 (7 ec) Artikel 9 Bachelor Recht & Informatie- en Communicatie-technologie (Recht & ICT) De propedeutische fase van de Bachelor Recht en ICT omvat de volgende vakken met de daarbij vermelde studielast: 1. Algemene Rechtswetenschap (7 ec) 2. Bestuursrecht 1 (5 ec) 3. Burgerlijk Recht 1 (8 ec) 4. Elementair Internationaal Publiekrecht (5 ec) 5. Elementair Recht & ICT (4 ec) 6. Juridische Vaardigheden A (3 ec) 7. Juridische Vaardigheden B (2 ec) 8. Juridische Vaardigheden C (3 ec) 9. Rechtsgeschiedenis 1 (6 ec) 10. Staatsrecht 1A (6 ec) 11. Staatsrecht 1B (4 ec) 12. Strafrecht 1 (7 ec) Artikel 10 Bachelor Law in Europe (Hanse Law School) De propedeutische fase van de Bachelor Law in Europe omvat de volgende vakken met de daarbij vermelde studielast: 1. Algemene Rechtswetenschap (7 ec) 2. Bestuursrecht 1 (5 ec) 3. Burgerlijk Recht 1 (8 ec)
188
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOROPLEIDINGEN 2006-2007
4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.
Elementair Internationaal Publiekrecht Juridische Vaardigheden A (Rechtsvinding + ITJ) Juridische Vaardigheden B Law in Europe 1 Rechtsgeschiedenis 1 Staatsrecht 1A Staatsrecht 1B Strafrecht 1
(5 (3 (2 (7 (6 (6 (4 (7
ec) ec) ec) ec) ec) ec) ec) ec)
Artikel 11 Propedeutisch practicum De volgende vakken van het propedeutisch examen, als genoemd in de artikelen 7 t/m 10 , omvatten een practicum in de daarbij gegeven vorm en van de daarbij vermelde omvang. Juridische Vaardigheden A (3 ec) Juridische Vaardigheden B (2 ec) Juridische Vaardigheden C (3 ec) Law in Europe 1 (7 ec) De bijzonderheden betreffende de onderwijsvorm en de tentamenregeling zijn neergelegd in de vakomschrijvingen van de betreffende vakken. Artikel 12 Opdrachten en tussentoetsen Voor vakken genoemd in de artikelen 7 t/m 10 wordt in de vakomschrijving van het vak in OCASYS 2006-2007 aangegeven of en op welke wijze via tussentijdse toetsing bonuspunten zijn te vergaren die meetellen voor het tentamen. Artikel 24 is in dat geval van toepassing. Artikel 13 Geldigheidsduur propedeutische tentamens De met goed gevolg afgelegde tentamens behorende tot het propedeutisch examen blijven onbeperkt geldig. § 3 De postpropedeutische fase
Artikel 14 Bachelor Nederlands recht lid 1 Directe toegang tot de postpropedeutische fase van de Bachelor Nederlands recht geven de propedeutische examens van de Bachelor Nederlands recht, de Bachelor Notarieel recht, de Bachelor Fiscaal recht en de Bachelor Internationaal en Europees recht. lid 2 vervalt lid 3 De postpropedeutische fase van de Bachelor Nederlands recht omvat de volgende vakken met de daarbij vermelde studielast: 1. Bestuursrecht 2 (7 ec) 2. Bestuursrecht 3 (4 ec) 3. Burgerlijk Procesrecht 1 (6 ec) 4. Burgerlijk Recht 2 (9 ec) 5. Burgerlijk Recht 3 (7 ec) 6. Elementair belastingrecht** (4 ec) 7. Europees Recht (7 ec) 8. Handelsrecht A en B (9 ec) 9. Inleiding Rechtsfilosofie of (6 ec) Inleiding Rechtsinformatica of Inleiding Rechtssociologie 10. Inleiding Sociaal Recht (4 ec) 11. Rechtseconomie (6 ec) 12. Rechtsgeschiedenis 2 (6 ec) 13. Staatsrecht 2 (7 ec) 14. Strafrecht 2 (7 ec) 15. Strafrecht 3 (6 ec)
189
STUDIEGIDS 2006-2007
lid 4
lid 5 lid 6 lid 7
lid 8
lid 9
190
16. Studentenrechtbank (10 ec) 17. Keuzeruimte*, ** (15 ec) Totaal (120 ec) * Het keuzevakkenpakket van de student moet bevatten: 1. een niet-juridisch vak van minimaal 4 ec (B of M4) 2. minstens één van de volgende vakken (M4): - Ondernemingsrecht 1 (6 ec) - Personen- en familierecht (6 ec) - Inleiding Criminologie (5 ec) - Omgevingsrecht 1 (6 ec) 3. De overige vakken van het keuzevakkenpakket mogen vrij gekozen worden, niveau B of M4. Echter, in totaal mag het keuzevakkenpakket maximaal 10 ec niet-juridische vakken bevatten. ** Indien het vak Elementair Belastingrecht (4 ec) als onderdeel van het propedeutisch examen is afgelegd, bedraagt de keuzeruimte 19 ec. Het totale keuzevakkenpakket (hetzij binnen de faculteit hetzij buiten de faculteit aan een universiteit of hogeschool geëxamineerd) behoeft vooraf de goedkeuring van de Examencommissie. Vervallen Vervallen De bachelorfase wordt afgesloten met de Studentenrechtbank. Dit postpropedeutische vak, omvat een practicum dat zich richt op (a) verbetering van de academische schrijf- en spreekvaardigheden, (b) verdieping van de vaardigheden in de sfeer van het verzamelen, ordenen en interpreteren van wetenschappelijk materiaal (bronnen, literatuur, jurisprudentie), (c) het aanleren van vaardigheden inzake het zelfstandig oplossen van juridische geschillen en (d) de vorming van een academische denkwijze en redeneertrant in het rechtsvindingsproces. Studenten dienen op de voorgeschreven wijze schriftelijk en mondeling een proces te voeren over een aan hen opgedragen casus. Bij het oefenen van de diverse vaardigheden is aanwezigheid verplicht. Het vak kent geen vervangend tentamen. Aan de studentenrechtbank in een studiejaar kan worden deelgenomen als een student uiterlijk na afloop van de toetsweek in het 2e semester van het voorafgaande studiejaar tenminste 90 ec heeft behaald waaronder alle onderdelen van de propedeuse. De toelating van studenten die niet aan deze vereisten voldoen is uitgewerkt in een nadere regeling. Voor studenten die in het bezit zijn van het afsluitend diploma HBO SJD (met minor recht en na toelatingsprogramma), HEAO MER JM (met minor recht en na toelatingsprogramma) of HBO Recht, is een verkort bachelorprogramma beschikbaar, dat bestaat uit de volgende onderdelen: 1. Bestuursrecht 2 (7 ec) 2. Bestuursrecht 3 (4 ec) 3. Burgerlijk Procesrecht 1 (6 ec) 4. Burgerlijk Recht 2 (9 ec) 5. Burgerlijk Recht 3 (7 ec) 6. Europees Recht (7 ec) 7. Handelsrecht A en B (9 ec) 8. Inleiding Rechtsfilosofie of (6 ec) Inleiding Rechtsinformatica of Inleiding Rechtssociologie of Rechtseconomie of Rechtsgeschiedenis 2 9. Juridische Vaardigheden C (incl bibliotheekinstructie) (3 ec) 10. Staatsrecht 1A (6 ec) 11. Staatsrecht 2 (7 ec)
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOROPLEIDINGEN 2006-2007
lid 10 lid 11
12. Strafrecht 1 (7 ec) 13. Strafrecht 2 (7 ec) 14. Strafrecht 3 (6 ec) Totaal (100 ec) Dit verkort programma kan alleen worden gevolgd in combinatie met de Master Nederlands Recht. Samen geven zij Civiel Effect. Voor vakken genoemd in lid 3 en 9 wordt in de vakomschrijving van het vak in OCASYS 2006-2007 aangegeven of en op welke wijze via tussentijdse toetsing bonuspunten zijn te vergaren die meetellen voor het tentamen. Artikel 24 is in dat geval van toepassing.
Artikel 15 Bachelor Notarieel Recht lid 1 Directe toegang tot de postpropedeutische fase van de Bachelor Notarieel recht geven de propedeutische examens van de Bachelor Notarieel recht, de Bachelor Nederlands recht, indien het onderdeel Elementair Belastingrecht daarvan deel uit maakt, de Bachelor Fiscaal recht en de Bachelor Internationaal en Europees recht, indien het onderdeel Elementair Belastingrecht daarvan deel uit maakt. lid 2 Studenten die een propedeutisch examen hebben behaald van de Bachelor Recht en Bestuur, de Bachelor Recht & ICT, de Bachelor Law in Europe (Hanse Law School), de Bachelor Nederlands recht waarvan het onderdeel Elementair Belastingrecht geen deel uit maakt, of de Bachelor Internationaal en Europees recht, waarvan het onderdeel Elementair Belastingrecht geen deel uit maakt, dienen aanvullend af te leggen het propedeutisch onderdeel Elementair Belastingrecht. lid 3 De postpropedeutische fase van de Bachelor Notarieel Recht omvat m.i.v. studiejaar 2006-2007 de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast: 1. Bedrijfseconomie voor Notariëlen (8 ec) 2. Belastingrecht 1 (7 ec) 3. Burgerlijk Procesrecht 1 (6 ec) 4. Burgerlijk Recht 2 (9 ec) 5. Burgerlijk Recht 3 (7 ec) 6. Erfrecht (6 ec) 7. Europees Recht (7 ec) 8. Fisc Asp v Registergoederen (4 ec) 9. Handelsrecht A en B (9 ec) 10. Notaris en Registratiewet (4 ec) 11. Personen en Familierecht voor Notariëlen (4 ec) 12. Publiekrecht Onroerend Goed (5 ec) 13. Rechtsgeschiedenis 2 (6 ec) 14. Rechtspers, Pers venn & Kap bel (6 ec) 15. Registergoederenrecht (8 ec) 16. Relatievermogensrecht (9 ec) 17. Sem Notariële Capita Selecta 1 (10 ec) 18. Niet-jur vak/Keuzevak/Stage (5 ec) Totaal (120 ec) lid 3a Wijzigingen in de exameneisen worden opgevangen middels een Overgangsregeling welke gepubliceerd is als Supplement 2 op de Studiegids. Deze regeling is van toepassing op alle studenten die voor 1 september 2006 met de bachelor- en of masteropleiding Notarieel Recht zijn begonnen. lid 4 De vakken in de keuzeruimte (hetzij binnen de faculteit hetzij buiten de faculteit aan een universiteit geëxamineerd) behoeven vooraf de goedkeuring van de Examencommissie. lid 5 Het postpropedeutisch vak, Seminaar Notariële capita selecta 1, omvat een
191
STUDIEGIDS 2006-2007
lid 6 lid 7 lid 8
lid 9
lid 10
practicum in de vorm van verplichte werkcolleges en het zelfstandig uitwerken van een aantal vraagstukken. Met betrekking tot het in lid 5 genoemde vak geldt het met voldoende resultaat deelnemen als het behalen van het tentamen Activiteiten, hieronder begrepen deelname aan colleges en tentamens, verricht in strijd met lid 8 worden geacht niet te hebben plaatsgevonden. Voor vakken genoemd in lid 3 wordt in de vakomschrijving van het vak in OCASYS 2006-2007 aangegeven of ingangseisen en/of deelname-eisen gelden, en of en op welke wijze via tussentijdse toetsing bonuspunten zijn te vergaren die meetellen voor het tentamen. Artikel 24 bachelor OER is in dat geval van toepassing. Het vak belastingrecht 1 wordt gegeven in de vorm van een practicum, ondersteund door hoorcolleges. De practicumverplichtingen zijn de volgende: 1. het maken van een door de examinator te bepalen minimum aantal opdrachten; 2. het bijwonen van een door de examinator te bepalen minimum aantal bijeenkomsten. 1. Het tentamen Belastingrecht 1 bestaat uit een schriftelijk deel en practicumverplichtingen. 2. De vragen van het schriftelijk deel van het tentamen Belastingrecht 1 worden bij een reguliere tentamengelegenheid afgenomen, aansluitend aan de onderwijsperiode. Het hertentamen wordt in de reguliere hertentamenperiode afgenomen. 3. De practicumverplichtingen zijn de volgende: - een door de examinator te bepalen minimum aantal opdrachten voldoende; - een door de examinator te bepalen aantal bijeenkomsten bijgewoond. 4. Het resultaat van de practicumverplichtingen wordt uitgedrukt in een cijfer met een decimaal. 5. Om voor het tentamen van het vak Belastingrecht 1 te slagen moet het cijfer van de practicumverplichtingen 5,0 of hoger zijn. 6. Het tentamencijfer wordt vastgesteld als de examinandus aan alle voorwaarden voor een voldoende resultaat voldoet (schriftelijk deel 5,5 of hoger; practicumbijeenkomsten bijgewoond, opdrachten 5,0 of hoger). Voor de berekening van het tentamencijfer geldt de verhouding (cijfer schriftelijk deel van het tentamen, uitgedrukt in een decimaal) : (cijfer practicumverplichtingen, uitgedrukt in een decimaal) = 3:1. Het tentamencijfer wordt afgerond op een geheel cijfer (6, 7, etc) volgens de regel: x,5 wordt x+1. Indien een student niet aan de voorwaarden voor een voldoende resultaat voldoet (schriftelijk deel lager dan 5,5, of niet het vereiste aantal bijeenkomsten bijgewoond, of gemiddeld cijfer voor de opdrachten lager dan 5,0) wordt geen cijfer vastgesteld, maar wordt als tentamenresultaat: ONVOLDOENDE geboekt. 7. Indien een student in een studiejaar alleen aan de practicumverplichtingen (aanwezigheid en maken van opdrachten) heeft voldaan of alleen aan het schriftelijk deel heeft deelgenomen, vervalt aan het eind van dat studiejaar dit onderdeel van het tentamen.
Artikel 16 Bachelor Fiscaal Recht lid 1 Directe toegang tot de postpropedeutische fase van de Bachelor Fiscaal recht geven de propedeutische examens van de Bachelor Fiscaal recht, de Bachelor Notarieel recht, de Bachelor Nederlands recht, indien het onderdeel Elementair belastingrecht daarvan deel uit maakt, en de Bachelor Internationaal en Europees recht, indien het onderdeel Elementair belastingrecht daarvan deel uit maakt.
192
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOROPLEIDINGEN 2006-2007
lid 2
lid 3
lid 4
lid 5
lid 6
lid 7
lid 8
Studenten die een propedeutisch examen hebben behaald van de Bachelor Recht en bestuur, de Bachelor Recht & ICT, de Bachelor Law in Europe (Hanse Law School), de Bachelor Nederlands recht waarvan het onderdeel Elementair Belastingrecht geen deel uit maakt, of de Bachelor Internationaal en Europees recht waarvan het onderdeel Elementair Belastingrecht geen deel uit maakt, dienen aanvullend af te leggen het propedeutisch onderdeel Elementair Belastingrecht. De postpropedeutische fase van de Bachelor Fiscaal Recht omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast: 1. Bedrijfseconomie voor Fiscalisten (8 ec) 2. Belastingrecht 1 (7 ec) 3. Burgerlijk Recht 2 (9 ec) 4. Burgerlijk Recht 3 (7 ec) 5. Europees Recht (7 ec) 6. Fiscaal Comptabele Verantwoording 1 (3 ec) 7. Fiscaal Comptabele Verantwoording 2 (4 ec) 8. Studentenrechtbank (10 ec) 9. Formeel Belastingrecht 1 (6 ec) 10. Inkomstenbelasting (8 ec) 11. Handelsrecht A (4 ec) 12. Inleiding Internationaal Belastingrecht (3 ec) 13. Introduction to European Tax Law (3 ec) 14. Loonbelasting (4 ec) 15. Omzet- en Overdrachtsbelasting (6 ec) 15. Openbare Financiën (6 ec) 16. Successiewet voor Fiscalisten (4 ec) 17. Vennootschapsbelasting (9 ec) 18. Winst (7 ec) 19. Niet-juridisch keuzevak (5 ec) Totaal (120 ec) Het niet-juridisch keuzevak (hetzij binnen de faculteit hetzij buiten de faculteit aan een universiteit geëxamineerd) behoeft vooraf de goedkeuring van de Examencommissie Aan de Studentenrechtbank in een studiejaar kan worden deelgenomen als een student uiterlijk na afloop van de toetsweek in het 2e semester van het voorafgaande studiejaar tenminste 90 ec heeft behaald waaronder alle onderdelen van de propedeuse. Het postpropedeutisch vak de Studentenrechtbank vormt de afsluiting van de bachelor en omvat een practicum dat zich richt op (a) verbetering van de academische schrijf- en spreekvaardigheden, (b) verdieping van de vaardigheden in de sfeer van het verzamelen, ordenen en interpreteren van wetenschappelijk materiaal (bronnen, literatuur, jurisprudentie), (c) het aanleren van vaardigheden inzake het zelfstandig oplossen van juridische geschillen en (d) de vorming van een academische denkwijze en redeneertrant in het rechtsvindingproces. Studenten dienen op de voorgeschreven wijze schriftelijk en mondeling een proces te voeren over een aan hen opgedragen casus. Bij het oefenen van de diverse vaardigheden is aanwezigheid verplicht. Het vak kent geen vervangend tentamen. Het tentamen Winst mag pas worden afgelegd nadat de student is geslaagd voor of vrijgesteld van het tentamen Bedrijfseconomie voor Fiscalisten. Activiteiten, hieronder begrepen deelname aan colleges en tentamens, verricht in strijd met hetgeen in dit lid is bepaald, worden geacht niet te hebben plaatsgevonden. Het vak belastingrecht 1 wordt gegeven in de vorm van een practicum, ondersteund door hoorcolleges. De practicumverplichtingen zijn de volgende:
193
STUDIEGIDS 2006-2007
1.
lid 9
Lid 10
het maken van een door de examinator te bepalen minimum aantal opdrachten; 2. het bijwonen van een door de examinator te bepalen minimum aantal bijeenkomsten. 1. Het tentamen Belastingrecht 1 bestaat uit een schriftelijk deel en practicumverplichtingen. 2. De vragen van het schriftelijk deel van het tentamen Belastingrecht 1 worden bij een reguliere tentamengelegenheid afgenomen, aansluitend aan de onderwijsperiode. Het hertentamen wordt in de reguliere hertentamenperiode afgenomen. 3. De practicumverplichtingen zijn de volgende: - een door de examinator te bepalen minimum aantal opdrachten voldoende; - een door de examinator te bepalen aantal bijeenkomsten bijgewoond. 4. Het resultaat van de practicumverplichtingen wordt uitgedrukt in een cijfer met een decimaal. 5. Om voor het tentamen van het vak Belastingrecht 1 te slagen moet het cijfer van de practicumverplichtingen 5,0 of hoger zijn. 6. Het tentamencijfer wordt vastgesteld als de examinandus aan alle voorwaarden voor een voldoende resultaat voldoet (schriftelijk deel 5,5 of hoger; practicumbijeenkomsten bijgewoond, opdrachten 5,0 of hoger). Voor de berekening van het tentamencijfer geldt de verhouding (cijfer schriftelijk deel van het tentamen, uitgedrukt in een decimaal) : (cijfer practicumverplichtingen, uitgedrukt in een decimaal) = 3:1. Het tentamencijfer wordt afgerond op een geheel cijfer (6, 7, etc) volgens de regel: x,5 wordt x+1. Indien een student niet aan de voorwaarden voor een voldoende resultaat voldoet (schriftelijk deel lager dan 5,5, of niet het vereiste aantal bijeenkomsten bijgewoond, of gemiddeld cijfer voor de opdrachten lager dan 5,0) wordt geen cijfer vastgesteld, maar wordt als tentamenresultaat: ONVOLDOENDE geboekt. 7. Indien een student in een studiejaar alleen aan de practicumverplichtingen (aanwezigheid en maken van opdrachten) heeft voldaan of alleen aan het schriftelijk deel heeft deelgenomen, vervalt aan het eind van dat studiejaar dit onderdeel van het tentamen. Voor vakken genoemd in lid 3 wordt in de vakomschrijving van het vak in OCASYS 2006-2007 aangegeven of en op welke wijze via tussentijdse toetsing bonuspunten zijn te vergaren die meetellen voor het tentamen. Artikel 24 is in dat geval van toepassing.
Artikel 17 Bachelor Recht en Bestuur (JBW) lid 1 Directe toegang tot de postpropedeutische fase van de Bachelor Recht en Bestuur geeft het propedeutische examen van de Bachelor Recht en Bestuur, de Bachelor Nederlands recht indien het onderdeel Elementaire Bestuurskunde daarvan deel uit maakt, en de Bachelor Internationaal en Europees recht indien het onderdeel Elementaire Bestuurskunde daarvan deel uit maakt. lid 2 Studenten die een propedeutisch examen van de Bachelor Nederlands recht waarvan het onderdeel Elementaire Bestuurskunde geen deel uit maakt, de Bachelor Notarieel recht, de Bachelor Fiscaal recht, de Bachelor Recht & ICT, de Bachelor Law in Europe (Hanse Law School) of de Bachelor Internationaal en Europees recht waarvan het onderdeel Elementaire Bestuurskunde geen deel uit maakt, hebben behaald, dienen aanvullend af te leggen het propedeutisch onderdeel Elementaire Bestuurskunde. lid 3 De postpropedeutische fase van de Bachelor Recht en Bestuur omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast:
194
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOROPLEIDINGEN 2006-2007
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17.
lid 4
lid 5
lid 6 lid 7
lid 8
lid 9
lid 10 lid 11
lid 12
Beleidswetenschap 1 (4 ec) Bestuurlijke Organisatie 1 (4 ec) Bestuursrecht 2 (7 ec) Bestuursrecht 3 (4 ec) Burgerlijk Recht 2 (9 ec) Europees Recht (7 ec) Handelsrecht A (4 ec) Inleiding Politicologie (4 ec) Inleiding Rechtsfilosofie of Inleiding Rechtssociologie (6 ec) Leeronderzoek (10 ec) Methoden Sociale Wetenschappen (7 ec) Openbare Financiën (6 ec) Organisatietheorie (4 ec) Rechtseconomie (6 ec) Staatsrecht 2 (7 ec) Stage (15 ec) Scriptie (16 ec) Totaal (120 ec) Voor studenten die in het bezit zijn van een Bachelor Thorbecke Academie Leeuwarden, MER Juridisch Managment of HEAO Bestuurskunde is een verkort programma mogelijk, bestaande uit een schakelprogramma en een masterprogramma. De precieze samenstelling hiervan is afhankelijk van de inhoud van de HBO bacheloropleiding en wordt door de Examencommissie vastgesteld. Het postpropedeutische vak Leeronderzoek omvat een practicum in vorm van 3 uur projectgroep met verplichte aanwezigheid, waarbij een reeks van opeenvolgende werkstukken ingeleverd moet worden. De beoordeling van het in lid 5 genoemde onderdeel wordt hetzij in een cijfer, hetzij in een onvoldoende of voldoende weergegeven. Om deel te kunnen nemen aan het Leeronderzoek dient de student geslaagd te zijn voor de vakken Methoden Sociale Wetenschappen en Elementaire Bestuurskunde. Een student mag starten met de stage als hij minimaal 100 ec (waaronder de propedeuse, Methoden Sociale Wetenschappen en Leeronderzoek) heeft behaald. Een student mag starten met de scriptie als minimaal 100 ec (waaronder de propedeuse, Methoden Sociale Wetenschappen, Leeronderzoek en de stage) zijn behaald. Activiteiten, die de student in strijd met lid 7 tot en met 9 heeft verricht, worden geacht niet te hebben plaatsgevonden. Voor vakken genoemd in lid 3 wordt in de vakomschrijving van het vak in OCASYS 2006-2007 aangegeven of en op welke wijze via tussentijdse toetsing bonuspunten zijn te vergaren die meetellen voor het tentamen. Artikel 24 is in dat geval van toepassing. Het Faculteitsbestuur kan nadere regels opstellen middels een scriptiereglement voor het onderdeel scriptie.
Artikel 18 Bachelor Recht en Informatie- en Communicatie-technologie (Recht & ICT) lid 1 Directe toegang tot de postpropedeutische fase van de Bachelor Recht &ICT geeft het propedeutische examen van de opleiding Recht & ICT, de Bachelor Nederlands recht indien het onderdeel Elementair Recht & ICT daarvan deel uitmaakt, en de Bachelor Internationaal en Europees recht indien het onderdeel Elementair Recht & ICT daarvan deel uitmaakt. lid 2 Studenten die een propedeutisch examen van de Bachelor Nederlands
195
STUDIEGIDS 2006-2007
lid 3
lid 4
lid 5
lid 6
lid 7
196
Recht waarvan het onderdeel Elementair Recht en ICT geen deel uitmaakt, de Bachelor Notarieel recht, de bachelor Fiscaal recht, de Bachelor Recht en Bestuur, de Bachelor Law in Europe (Hanse Law School) of de Bachelor Internationaal en Europees recht waarvan het onderdeel Elementair Recht & ICT geen deel uitmaakt, hebben behaald, dienen aanvullend af te leggen het propedeutisch onderdeel Elementair Recht & ICT. De postpropedeutische fase van de bachelor Recht en Informatie- en Communicatietechnologie omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast: 1. Bestuursrecht 2 (7 ec) 2. Bestuursrecht 3 (4 ec) 3. Burgerlijk Recht 2 (9 ec) 4. Burgerlijk Recht 3 (7 ec) 5. Burgerlijk Procesrecht 1 (6 ec) 6. Computercriminaliteit (6 ec) 7. Europees Recht (7 ec) 8. Handelsrecht A en B (9 ec) 9. ICT Contracten (7 ec) 10. Inleiding Informaticarecht (6 ec) 11. Inleiding Rechtsinformatica (6 ec) 12. Recht en ICT (7 ec) 13. Rechtsvinding en ICT (6 ec) 14. Strafrecht 2 (7 ec) 15. Strafrecht 3 (6 ec) 16. Studentenrechtbank (Recht & ICT) (10 ec) 17. Keuzeruimte * (10 ec) Totaal (120 ec) *De keuzeruimte moet als volgt worden ingevuld: 1. minstens een van de volgende vakken (M4): - Internet & Belastingrecht (5 ec) - Informatie- en mediarecht (5 ec) - Juridisch Kennismanagement (5 ec) 2. de overige vakken mogen vrij gekozen worden niveau B of M4. De overige vakken (hetzij binnen de faculteit hetzij buiten de faculteit aan een universiteit geëxamineerd) behoeven vooraf de goedkeuring van de Examencommissie. Aan de studentenrechtbank in een studiejaar kan worden deelgenomen als een student uiterlijk na afloop van de toetsweek in het 2e semester van het voorafgaande studiejaar tenminste 90 ec heeft behaald waaronder alle onderdelen van de propedeuse. De bachelor wordt afgesloten met de Studentenrechtbank. Dit postpropedeutische vak, omvat een practicum dat zich richt op (a) verbetering van de academische schrijf- en spreekvaardigheden, (b) verdieping van de vaardigheden in de sfeer van het verzamelen, ordenen en interpreteren van wetenschappelijk materiaal (bronnen, literatuur, jurisprudentie), (c) het aanleren van vaardigheden inzake het zelfstandig oplossen van juridische geschillen en (d) de vorming van een academische denkwijze en redeneertrant in het rechtsvindingproces. Studenten dienen op de voorgeschreven wijze schriftelijk en mondeling een proces te voeren over een aan hen opgedragen casus. Bij het oefenen van de diverse vaardigheden is aanwezigheid verplicht. Het vak kent geen vervangend tentamen. Voor vakken genoemd in lid 3 wordt in de vakomschrijving van het vak in OCASYS 2006-2007 aangegeven of en op welke wijze via tussentijdse toetsing bonuspunten zijn te vergaren die meetellen voor het tentamen. Artikel 24 is in dat geval van toepassing.
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOROPLEIDINGEN 2006-2007
Artikel 19 Bachelor Law in Europe (Hanse Law School) lid 1 Directe toegang tot de postpropedeutische fase van de Bachelor Law in Europe (Hanse Law School) geeft het propedeutische examen van de Bachelor Law in Europe (Hanse Law School). lid 2 Studenten die een propedeutisch examen van de Bachelor Nederlands recht, de Bachelor Notarieel recht, de Bachelor Fiscaal recht, de Bachelor Recht en Bestuur, de Bachelor Recht & ICT of de Bachelor Internationaal en Europees recht hebben behaald, dienen aanvullend af te leggen het propedeutische onderdeel Law in Europe. lid 3 De postpropedeutische fase van de Bachelor Law in Europe (Hanse Law School) omvat de volgende vakken met de daarbij vermelde studielast. 1. Bestuursrecht 2 (7 ec) 2. Bestuursrecht 3 (4 ec) 3. Burgerlijk Procesrecht 1 (6 ec) 4. Burgerlijk recht 2 (9 ec) 5. Burgerlijk recht 3 (7 ec) 6. Rechtsgeschiedenis 2 (6 ec) 7. Europees recht (7 ec) 8. Handelsrecht B (5 ec) 9. Strafrecht 2 (7 ec) 10. Strafrecht 3 (6 ec) 11. Droit Français et langage juridique of (5 ec) Duits recht en Duitse rechtstaal 12. Inleiding Ondernemingsrecht Law in Europe (5 ec) 13. Introduction Common law / Legal English (5 ec) 14. Law in Europe 2a (3 ec) 15. Law in Europe 2b (3 ec) 16. Scriptie (10 ec) 17. Comparative private international law (6 ec) 18. Keuzevakken op privaatrechtelijk en ondernemings(19 ec) rechtelijk terrein, in het buitenland gevolgd Totaal (120 ec) lid 4 Voor een aantal van bovengenoemde onderdelen is de voertaal Engels, Duits of in bijzondere gevallen, Frans. lid 5 (Vervallen) lid 6 (Vervallen) lid 7 De bachelorfase wordt afgesloten met het schrijven van een scriptie. Deze scriptie dient een omvang te hebben van minimaal 20 bladzijden, exclusief literatuurlijsten en bijlagen. De scriptie dient een juridisch vraagstuk te betreffen op het gebied van het privaatrecht of het bedrijfsrecht, waarbij ook aandacht besteed wordt aan de internationale aspecten. lid 8 Voor vakken genoemd in lid 3 wordt in de vakomschrijving van het vak in OCASYS 2006-2007 aangegeven of en op welke wijze via tussentijdse toetsing bonuspunten zijn te vergaren die meetellen voor het tentamen. Artikel 24 is in dat geval van toepassing. Artikel 20 Bachelor Internationaal en Europees Recht lid 1 Directe toegang tot de postpropedeutische fase van de Bachelor Internationaal en Europees recht geven de propedeutische examens van de Bachelor Internationaal en Europees recht, de Bachelor Nederlands recht, de Bachelor Notarieel recht en de Bachelor Fiscaal recht, de Bachelor Recht & ICT, de Bachelor Recht en Bestuur. lid 2 Studenten die een propedeutisch examen van de Bachelor Law in Europe (Hanse Law School) hebben behaald, dienen aanvullend af te leggen het
197
STUDIEGIDS 2006-2007
lid 3
lid 4 lid 5
lid 6
198
propedeutisch onderdeel Elementair Belastingrecht, Elementair Recht & ICT of Elementaire Bestuurskunde. De postpropedeutische fase van de Bachelor Internationaal en Europees Recht omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast: 1. Algemene Economie voor IER (5 ec) 2. Besluitvormingsprocessen in de Europese Unie (6 ec) 3. Burgerlijk Recht 2 (9 ec) 4. Burgerlijk Recht 3 (7 ec) 5. European Law 2 – Ba level (European Law of Judicial (6 ec) Protection) 6. Europees Recht (7 ec) 7. Handelsrecht A en B (9 ec) 8. Geschiedenis van de Internationale Betrekkingen (10 ec) 9. Inleiding Politicologie (4 ec) 10. Internationaal Economie II: Handelstheorie en Handelsbeleid (4 ec) 11. Internationaal Economie I: Internationale Monetaire- en (4 ec) Macro-Economie 12. International Law 1 (General Course Public International (7 ec) Law) 13. International Law 2- Ba-level (Law of the International (6 ec) Organisations) 14. Staatsrecht 2 (7 ec) 15. Taal (Engels/ Frans) jaar 1 (10 ec) 16. Taal (Engels/ Frans) jaar 2 (4 ec) 17. Interdisciplinair Onderzoek/Colloquium inclusief taal (10 ec) (Engels/Frans) 18. Theory of International Relations (5 ec) Totaal (120 ec) Voor de onderdelen European Law 2, International Law 1, International Law 2 en Theory of International Relations is de voertaal Engels. De volgende in lid 3 genoemde postpropedeutische vakken omvatten een practicum in de hierna aangegeven vorm en van de hierna vermelde omvang: a. Taal, een practicum in de vorm van verplichte werkcolleges waarbij actieve deelname vereist is. Regelmatig moeten opdrachten ingeleverd worden. Het practicum wordt afgesloten met een schriftelijk tentamen. Aan de Taal Jaar 2 kan alleen worden deelgenomen indien de Taal Jaar 1 met voldoende resultaat is afgerond. b. Interdisciplinair Onderzoek/Colloquium, een practicum in de vorm van verplichte bijeenkomsten, waarbij een zelfgeschreven paper met stellingen tegenover collega-studenten moet worden verdedigd. c. Besluitvormingsprocessen in de Europese Unie: een practicum in de vorm van verplichte colleges waarbij actieve deelname van de student wordt verwacht. De bachelorfase wordt afgesloten met het vak Interdisciplinair onderzoek/ Colloquium. Aan dit vak kan, door middel van inschrijving, in een studiejaar worden deelgenomen, indien een student op 1 december van dat studiejaar tenminste 110 ec van de verplichte onderdelen van het bachelorcurriculum Internationaal en Europees recht heeft gehaald, waaronder alle onderdelen van de propedeuse en het onderdeel Taal (Engels/Frans) jaar 1 en 2. Het onderwerp van het werkstuk kan, naar keuze van de student, op het Internationaal rechtelijk, het europees rechtelijk terrein of op het terrein van de internationale betrekkingen liggen. Het werkstuk moet vervolgens voor een gehoor van medestudenten worden toegelicht en verdedigd, in beginsel
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOROPLEIDINGEN 2006-2007
lid 7
in het Engels, indien de student als taal Engels in zijn curriculum heeft opgenomen. Indien de student als taal Frans heeft gekozen, schrijft de student het werkstuk in het Nederlands en houdt ook de presentatie in het Nederlands. De toetsing van de taal Frans geschiedt apart in het onderdeel Frans 2 door middel van een aantal papers. Indien de student als taal Engels heeft gekozen en het werkstuk en de presentatie desondanks in het Nederlands houdt, geschiedt de toetsing van de taal Engels apart in het onderdeel Engels 2 door middel van een aantal papers. Voor vakken genoemd in lid 3 wordt in de vakomschrijving van het vak in OCASYS 2006-2007 aangegeven of en op welke wijze via tussentijdse toetsing bonuspunten zijn te vergaren die meetellen voor het tentamen. Artikel 24 is in dat geval van toepassing.
Artikel 21 De opleiding als bedoeld in artikel 7.3 c van de wet lid 1 Een student die geslaagd is voor het propedeutisch examen, kan een vrij onderwijsprogramma samenstellen waaraan een bachelorexamen verbonden is. lid 2 De keuze van de vakken behoeft de goedkeuring van de Examencommissie. In geval van goedkeuring beslist de Examencommissie tevens tot welke opleiding het vrij bachelorexamen behoort. De Examencommissie zal voor de vereisten waaraan de samenstelling moet voldoen richtlijnen opstellen. Artikel 21A Keuzeonderdelen lid 1 De student kiest onder goedkeuring van de Examencommissie een of meer onderdelen met een totale studielast, die minimaal gelijk is aan het verschil tussen de studielast van de opleiding en het totaal van de verplichte onderdelen van het door hem gekozen programma van die opleiding. lid 2 Een student kan de keuzeruimte invullen met: a.(een) keuzevak(ken); b. een stage, zoals uitgewerkt in het facultaire stagereglement; c. een kleine scriptie; d. een redacteurschap van Ars Aequi. lid 3 Keuzevakken in de bachelor moeten worden ingevuld met post-propedeutische vakken op B of M4 niveau. Keuzevakken op M4 niveau zijn voor bachelorstudenten alleen toegankelijk als zij 120 ec hebben behaald, waaronder alle propedeusevakken. Zie voor de niveau-indeling van de vakken OCASYS 2006-2007. Indien de student besluit van bachelor aan de juridische faculteit van de RUG te veranderen kan een reeds afgelegd bachelor gebonden keuzevak wel in de keuzeruimte worden opgenomen. In bijzondere gevallen kan de Examencommissie toestaan dat een of meer onderdelen van andere universitaire masterprogramma’s worden gekozen. lid 4 Een verzoek tot goedkeuring van de keuzeruimte wordt door de student ten minste drie maanden voordat deze zich voor het desbetreffende vak wil aanmelden, bij de sectie van de Examencommissie die over het verzoek moet beslissen, ingediend. Indien het verzoek wordt ingediend met overschrijding van deze termijn, kan de Examencommissie bepalen dat het verzoek niet in behandeling zal worden genomen omdat het niet-ontvankelijk is. lid 5 Een besluit goedkeuring te onthouden wordt door de Examencommissie gemotiveerd genomen. lid 6 De Examencommissie beslist binnen zes weken na ontvangst van het verzoek, of, indien het verzoek is ingediend binnen een academische
199
STUDIEGIDS 2006-2007
lid 7
lid 8
§ 4 Voorwaarden deelname tentamens
vakantie binnen veertien dagen na afloop daarvan. De Examencommissie kan de beslissing voor ten hoogste veertien dagen verdagen. Van de verdaging wordt voor de afloop van de in de eerste volzin genoemde termijn schriftelijk mededeling gedaan aan de student. De student wordt van de beslissing onverwijld schriftelijk in kennis gesteld. Indien de Examencommissie niet binnen de eventueel verlengde termijn, bedoeld in lid 6 heeft beslist, wordt de goedkeuring geacht te zijn verleend. Studenten die een Rechtstheoretische Verdieping willen volgen, kunnen de in lid 1 en lid 2 bedoelde keuzeonderdelen invullen met 1 vak te kiezen uit: Inleiding Rechtsfilosofie, Inleiding Rechtssociologie, Inleiding Rechtsinformatica (B niveau); en 2 vakken te kiezen uit: Anthropology of Law1, Anthropology of Law 2, Rechtsfilosofie 4, Rechtssociologie 1, Rechtssociologie 2, Recht en Politiek of Politicologie (M4 niveau).
Artikel 22 Afleggen van postpropedeutische onderdelen zonder behaald propedeutisch examen lid 1 Een student kan een bachelorexamen of een postpropedeutisch onderdeel daarvan uitsluitend afleggen nadat hij het propedeutisch examen met goed gevolg heeft afgelegd dan wel vrijstelling van het afleggen daarvan heeft verkregen. Examenonderdelen in strijd met het bepaalde in dit artikel afgelegd, zijn ongeldig. lid 2 De Examencommissie kan in afwijking van het bepaalde in lid 1 aan de student op diens verzoek de toegang tot het afleggen van bepaalde postpropedeutische onderdelen van het bachelorexamen verlenen, voordat hij het propedeutisch examen met goed gevolg heeft afgelegd, dan wel vrijstelling voor het afleggen daarvan heeft verkregen. lid 3 De Examencommissie verleent de in lid 2 bedoelde toestemming alleen aan voltijdstudenten in het tweede inschrijvingsjaar bij de juridische faculteit, aan deeltijdstudenten alleen in het tweede en derde inschrijvingsjaar bij de juridische faculteit. Deze beperking geldt niet voor studenten die voor 1 september 2003 waren ingeschreven voor rechten. lid 4 Studenten die in hun eerste inschrijvingsjaar bij de juridische faculteit 40 ec’s of meer hebben behaald mogen in hun tweede inschrijvingsjaar (voor deeltijd ook het derde inschrijvingsjaar) deelnemen aan alle postpropedeutische onderdelen van het tweede studiejaar van de bachelor met inachtneming van lid 3. lid 5 Studenten die in hun eerste inschrijvingsjaar bij de juridische faculteit meer dan 20 maar minder dan 40 ec’s hebben behaald mogen in hun tweede inschrijvingsjaar (voor deeltijd ook het derde inschrijvingsjaar) deelnemen aan postpropedeutische onderdelen van het tweede studiejaar van de bacheloropleiding onder de voorwaarden dat er maximaal 30 ec’s per semester voor de propedeutische en post-propedeutische onderdelen tezamen mogen worden afgelegd, en eventuele voorvereiste propedeutische onderdelen reeds zijn behaald. Een lijst van bachelorvakken uit het tweede studiejaar met de bijbehorende voorvereiste propedeuse-onderdelen is opgenomen in de studiegids van 2006-2007. lid 6 Studenten die in hun eerste inschrijvingsjaar bij de juridische faculteit minder dan 20 ec’s hebben behaald mogen niet deelnemen aan postpropedeutische onderdelen. lid 7 Vervallen lid 8 De Examencommissie kan op grond van bijzondere persoonlijke omstandigheden afwijken van het vermelde in lid 1 tot en met 6.
200
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOROPLEIDINGEN 2006-2007
§ 5 Goedkeuring Examencommissie
Artikel 23 Goedkeuring Examencommissie lid 1 Een verzoek tot goedkeuring van een onderwijsprogramma van een vrij bachelorexamen genoemd in artikel 21 lid 2, moet de student ten minste drie maanden voordat deze met het desbetreffende onderwijsprogramma wil aanvangen bij de Examencommissie indienen. Indien het verzoek wordt ingediend met overschrijding van deze termijn, kan de Examencommissie bepalen dat het verzoek niet in behandeling zal worden genomen. lid 2 Een verzoek tot goedkeuring als bedoeld in de artikelen 14 lid 4, 15 lid 4, 16 lid 4, en 18 lid 4 wordt door de student ten minste drie maanden voordat deze zich voor het desbetreffende vak wil aanmelden, bij de sectie van de Examencommissie die over het verzoek moet beslissen, ingediend. Indien het verzoek wordt ingediend met overschrijding van deze termijn, kan de Examencommissie bepalen dat het verzoek niet in behandeling zal worden genomen. lid 3 Een besluit goedkeuring te onthouden wordt door de Examencommissie gemotiveerd genomen. lid 4 De Examencommissie beslist binnen zes weken na ontvangst van het verzoek, of, indien het verzoek is ingediend binnen een academische vakantie binnen veertien dagen na afloop daarvan. De Examencommissie kan de beslissing voor ten hoogste veertien dagen verdagen. Van de verdaging wordt voor de afloop van de in de eerste volzin genoemde termijn schriftelijk mededeling gedaan aan de student. lid 5 De student wordt van de beslissing onverwijld schriftelijk in kennis gesteld. Indien de Examencommissie niet binnen de eventueel verlengde termijn, bedoeld in lid 4 heeft beslist, wordt de goedkeuring geacht te zijn verleend.
§ 6 Tussentijdse toetsing
Artikel 24 Opdrachten en schriftelijke tussentoetsen lid 1 Voor aanvang van het studiejaar wordt via de vakomschrijving in OCASYS bekend gemaakt of bij een vak opdrachten worden gegeven dan wel een schriftelijke tussentoets wordt afgenomen waarmee bonuspunten zijn te vergaren die meetellen voor het tentamen van het betreffende vak. lid 2 Deelname aan opdrachten of een schriftelijke tussentoets is niet verplicht. lid 3 Verhindering om deel te nemen aan opdrachten of een schriftelijke tussentoets geeft geen recht op “inhalen”. lid 4 De bonus vervalt aan het eind van het studiejaar waarin de bonus is toegekend. De bonus kan uitsluitend worden benut bij het tentamen dat volgt op de onderwijsperiode waarin de bonus is verworven en bij het (de) aansluitende hertentamen(s). lid 5 Opdrachten en schriftelijke tussentoetsen kunnen op twee manieren als bonus meetellen voor het tentamen: a. De opdracht(en) of de schriftelijke tussentoets worden in de plaats gesteld van een deel van het tentamen of een vraag van het tentamen. Het cijfer of het aantal punten dat de student voor de opdracht(en) of de schriftelijke tussentoets behaalt, komt in de plaats van deze vragen en telt mee voor het eindresultaat van het tentamen. b. Het voldoende maken van de opdracht(en) of de schriftelijke tussentoets leidt tot een bonus van 0,5 of 1 punt, dat bij het cijfer van het tentamen wordt geteld. lid 6 Uiterlijk in de eerste week van het semester wordt bekend gemaakt op welke wijze de resultaten van de opdrachten of van een schriftelijke tussentoets meetellen bij het tentamen. lid 7 De examinator van het vak bepaalt de voorwaarden waaronder de bonus wordt toegekend en de omvang van de bonus.
201
STUDIEGIDS 2006-2007
lid 8
lid 9
§ 7 Tentamens
Voor opdrachten gelden voorts de volgende bepalingen: a. In de eerste week van het semester wordt bekend gemaakt in welke week de opdracht(en) wordt/worden gegeven. b. De organisatie van de opdracht(en) is in handen van de examinator. c. De examinator bepaalt tevens de wijze waarop de opdrachten worden besproken. d. De resultaten van de opdracht(en) worden door de examinator geregistreerd en verwerkt bij het inleveren van de tentamenresultaten. Voor schriftelijke tussentoetsen gelden voorts de volgende bepalingen: a. Een schriftelijke tussentoets is geen tentamen in de zin van artikel 7.13 WHW. b. Schriftelijke tussentoetsen worden gehouden in de toetsweek halverwege het semester. c. Voor aanvang van het studiejaar wordt bekend gemaakt wanneer de schriftelijke tussentoets wordt afgenomen. d. Voor deelneming aan een schriftelijke tussentoets is de student verplicht zich in te schrijven overeenkomstig artikel 10 lid 1 t/m 3 van het Examenreglement. De leden 7 t/m 9 van dit artikel zijn van overeenkomstige toepassing op schriftelijke tussentoetsen. e. De artikelen 11 (gang van zaken tijdens het tentamen) en 15 (fraude) van het Examenreglement zijn van overeenkomstige toepassing op schriftelijke tussentoetsen. f. De examinator draagt zorg voor de bekendmaking van de uitslag van de schriftelijke tussentoets; De bekendmaking geschiedt uiterlijk op de negende werkdag na de datum van de schriftelijke tussentoets. g. De examinator bepaalt de wijze waarop de resultaten worden besproken. De bespreking van de schriftelijke tussentoets vindt uiterlijk plaats in de week volgend op de bekendmaking van de resultaten. h. De resultaten van de schriftelijke tussentoets worden door de examinator geregistreerd en verwerkt bij het inleveren van de tentamenresultaten. i. In de toetsweek worden per opleiding niet meer dan twee toetsen gepland. Dit betreft zowel tussentoetsen als eindtentamens.
Artikel 25 Tijdvakken en frequentie tentamens lid 1 Voor de vakken genoemd in paragraaf 2 en 3 wordt jaarlijks tenminste één tentamenmogelijkheid en één herkansingsmogelijkheid geboden. lid 2 De beide tentamens van een vak – aangeduid als tentamen en hertentamen – worden afgenomen in het semester waarin het onderwijs van het vak wordt verzorgd. lid 3 In afwijking van lid 2 geldt voor alle vakken met een tussentoets of een tentamen halverwege het semester (= de eerste tentamenperiode van het semester) dat het gelijknamige tentamen respectievelijk hertentamen plaatsvindt in de tweede tentamenperiode van hetzelfde semester. lid 4 In afwijking van lid 2 geldt voor vakken die voorkomen in het volgende overzicht, dat het hertentamen wordt afgenomen in de tentamenperiode van het semester volgend op het semester waarin het onderwijs in dat vak wordt verzorgd, dan wel in de tentamen periode van de maand augustus. Semester 1 Arbeidsovereenkomstenrecht 1ab Goederenrecht c.s. 1ab Intellectuele Eigendom 1ab Internationaal Privaatrecht 1ab Internationaal Strafrecht 1ab Materieel Strafrecht 1ab Ondernemingsrecht 2 1ab
202
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOROPLEIDINGEN 2006-2007
Recht Lagere Overheid Strafprocesrecht Rechtsmiddelen Verzekeringsrecht Overheid en Privaatrecht Vreemdelingenrecht
1ab 1ab 1ab 1b 1b
Semester 2 Collectief Arbeidsrecht 2ab Inleiding Criminologie 2b Effectenrecht 2ab Europees Recht 2ab Handhaving Bijzondere Wetten 2ab Mededingingsrecht 2ab Ondernemingsrecht 1 2ab Personenvennootschappen 2ab Sanctierecht 2ab Strafprocesrecht Dwangmiddelen 2ab Burgerlijk Procesrecht 2 2b Omgevingsrecht 2 2b Sociaal Zekerheidsrecht 2b lid 5 In afwijking van lid 2 geldt voor het vak Europees Recht in het 2e semester, dat het hertentamen plaatsvindt in de tentamenperiode van de maand augustus. lid 6 Aan propedeusestudenten wordt in het eerste jaar van inschrijving als rechtenstudent in de vakken Rechtsgeschiedenis 1, Staatsrecht 1a, Bestuursrecht 1 en Strafrecht 1 de mogelijkheid geboden van een verlengd mondeling hertentamen, in dezelfde tentamenperiode als waarin dat (schriftelijk) hertentamen is afgenomen. lid 7 De Examencommissie kan in buitengewone gevallen van dwingende aard toestemming verlenen op andere dan reguliere tijdstippen tentamens af te leggen. lid 8 De Examencommissie kan aan een student die in verband met bestuurlijke werkzaamheden niet kan deelnemen aan een tentamen, toestemming verlenen om een tentamen af te leggen op een tijdstip vast te stellen in overleg met de betrokken docent. Studentbestuurders die voor deze regeling in aanmerking komen zijn: - de leden van het Faculteitsbestuur; - de leden van de Faculteitsraad; - de rechtenstudenten die lid zijn van de Universiteitsraad; - de leden van het JFV-bestuur (maximaal: 6 personen). - de leden van de Commissie Kwaliteitszorg Daarnaast kunnen ter beoordeling aan de Examencommissie studentleden van ad hoc commissies en bestuursleden van facultaire studentenverenigingen, indien de bijdrage daaraan een vergelijkbare inspanning vergt als de bovengenoemde bestuursfuncties, voor de regeling in aanmerking komen. De extra tentamenkans kan worden geboden voor maximaal één vak per semester en voor ten hoogste twee vakken per jaar. Een verzoek om voor deze afwijkende tentamenregeling in aanmerking te komen moet tijdig en ieder geval voor aanvang van de tentamenperiode van het semester waarin studievertraging dreigt worden ingediend bij de Examencommissie via de studieadviseur. Artikel 26 Vorm van de tentamens lid 1 De tentamens van de vakken van de propedeutische fase worden schriftelijk afgenomen.
203
STUDIEGIDS 2006-2007
lid 2
lid 3
lid 4
lid 5
Ten aanzien van de tentamens van de vakken van de postpropedeutische fase wordt in de vakomschrijvingen per vak aangegeven of het betreffende vak schriftelijk, mondeling of op een andere wijze kan worden afgelegd. De Examencommissie kan in buitengewone gevallen van dwingende aard toestemming verlenen tentamens af te leggen in een andere dan de reguliere vorm. Aan studenten met een functiestoornis wordt de gelegenheid geboden de tentamens op een zoveel mogelijk aan hun individuele handicap aangepaste wijze af te leggen. De Examencommissie wint zo nodig deskundig advies in alvorens te beslissen. De beoordeling van praktische oefeningen vindt plaats door de examinator of de examinatoren op door hen te bepalen wijze.
Artikel 27 Mondelinge tentamens lid 1 Mondeling wordt niet meer dan één persoon tegelijk getentamineerd, tenzij de Examencommissie anders heeft bepaald. lid 2 Het mondeling tentamen wordt bij voorkeur door twee docenten afgenomen. § 8 Tentamenuitslag
Artikel 28 Vaststelling en bekendmaking tentamenuitslag lid 1 De examinator stelt de uitslag van het tentamen vast. lid 2 De Tentamen- en Examenadministratie van de faculteit draagt zorg voor de bekendmaking van de uitslagen van schriftelijke tentamens op het publicatiebord en via Progress.www. Bekendmaking van de uitslag door de Tentamen- en Examenadministratie geschiedt: a. bij vakken genoemd in lid 4 en 5 van art. 25, niet later dan drie weken na de tentamendatum; b. bij de overige vakken vanaf de vierde werkdag tot uiterlijk op de negende werkdag na de tentamendatum (de dagen tussen 26 december en 1 januari worden in dit verband niet aangemerkt als werkdagen). lid 3 In afwijking van het bepaalde in lid 2 stelt de examinator direct na het afnemen van een mondeling tentamen de uitslag vast en reikt de student een desbetreffende schriftelijke verklaring uit. lid3a In afwijking van het bepaalde in lid 2 stelt de examinator de uitslag van een tentamen dat in de vorm van een werkstuk wordt afgelegd vast binnen een redelijke termijn na het inleveren van het werkstuk. Deze termijn bedraagt in ieder geval niet meer dan 20 werkdagen. De examinator verstrekt de student zo spoedig mogelijk een schriftelijke verklaring omtrent de uitslag van het tentamen. lid 4 Met in achtneming van het bepaalde in art. 28 lid 3a bepaald de Examencommissie ten aanzien van een op andere wijze dan mondeling of schriftelijk af te leggen tentamen tevoren op welke wijze en binnen welke termijn de student een schriftelijke verklaring omtrent de uitslag zal ontvangen. lid 5 Op de schriftelijke verklaring van de uitslag van een in lid 2, 3, of 3a of 4 genoemd tentamen, wordt de student gewezen op het inzagerecht, bedoeld in artikel 29 lid 3, alsmede op de beroepsmogelijkheid bij het college van beroep voor de examens. Ten aanzien van de uitslagen van schriftelijke tentamens zoals bedoeld in lid 2, wordt de uitslag die door de Tentamen- en examenadministratie wordt opgehangen op het publicatiebord aangemerkt als schriftelijke verklaring zoals bedoeld in art. 7.11 lid 1 WHW. Artikel 29 Nabespreking lid 1 Indien een tentamen schriftelijk is afgenomen, dient de tentamenopgave na afloop van het tentamen aan de student ter beschikking te worden gesteld,
204
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOROPLEIDINGEN 2006-2007
lid 2
lid 3
lid 4
lid 5
lid 6
lid 7 lid 8 lid 9
lid 10
uiterlijk op het lid 3 bedoelde tijdstip. Elk tentamenformulier wordt op zodanige wijze voorzien van informatie omtrent tijdstip, plaats en wijze van inzien, (eventueel) afhalen en bespreken van het gemaakte tentamen, dat de student deze informatie na afloop van het tentamen kan meenemen. Tevens wordt op (de bijlage bij) het tentamenformulier vermeld dat tegen beschikkingen van examinatoren binnen 4 weken beroep open staat bij het college van beroep voor de examens ex art. 7.60 WHW. De betrokken docent stelt tijdstip en plaats vast waarop hetzij: a. het gemaakte tentamen aan de deelnemers ter inzage wordt gegeven en een algemene bespreking van het tentamen plaatsvindt, hetzij b. het gemaakte tentamen met standaard-antwoorden aan de deelnemers ter inzage wordt gegeven danwel wordt uitgereikt. Bij multiple choice-tentamens of daarmee gelijk te stellen tentamens of tentamenonderdelen kan de docent ervan afzien het gemaakte tentamen aan de deelnemers ter hand te stellen. Het in de aanhef bedoelde tijdstip valt I) niet later dan één week na de bekendmaking van de tentamenuitslag en II) zo mogelijk niet later dan vier werkdagen voor het herhalingstentamen. In afwijking van het onder I gestelde kan dit tijdstip voor tentamens van het tweede semester vallen in de periode rond de aanvang van het aansluitende eerste semester. Op het in lid 3 bedoelde tijdstip worden de tentamens door leden van de verantwoordelijke vakgroep aan de deelnemers uitgereikt, op zodanige wijze, dat in ieder geval controle plaatsvindt op naam, collegekaartnummer of inschrijfnummer bij het inzien of meenemen. De betrokken docent biedt de mogelijkheid voor individuele bespreking van het gemaakte tentamen, hetzij aansluitend op het in lid 3 bedoelde tijdstip, hetzij op een dag erna. Vindt individuele bespreking niet aansluitend op het in lid 3 bedoelde tijdstip plaats, maar op een later tijdstip, dan mag de docent het gemaakte tentamenwerk van de studenten die aan een individuele bespreking wensen deel te nemen innemen tot dit latere tijdstip. In geval de student zijn tentamen wenst mee te nemen en hiervoor het cijfer 5 is behaald, betreft dit een kopie van het origineel. Een student die, zonder bericht van verhindering dat op redelijke gronden berust, niet op het in lid 3 bedoelde tijdstip op de aldaar bedoelde plaats aanwezig is geweest, heeft geen recht op nabespreking als bedoeld in de leden 3 en 5. Bespreking moet gericht zijn op het duidelijk maken van onjuistheden of gebreken in een door de student gegeven antwoord. Het is de student toegestaan tijdens de bespreking aantekeningen te maken voorzover dit niet gebeurt op het gemaakte tentamen. Voorzover gecorrigeerd tentamenwerk door de deelnemers mag worden meegenomen, dient de docent na afloop van het in lid 3 bedoelde tijdstip nog eenmaal de gelegenheid te bieden om gemaakt tentamenwerk af te halen. Ook dan worden de tentamens door leden van de verantwoordelijke vakgroep aan de deelnemers uitgereikt, op zodanige wijze dat in ieder geval controle plaatsvindt op naam, collegekaart-nummer of inschrijfnummer bij het meenemen. Een deelnemer aan een tentamen heeft de mogelijkheid om het door hem gemaakte tentamen op het in lid 3 resp. lid 9 bedoelde tijdstip af te laten halen door een ander. Die ander dient dan te beschikken over het inschrijfnummer en een legitimatiebewijs van de deelnemer.
205
STUDIEGIDS 2006-2007
Artikel 30 Geldigheidsduur tentamens lid 1 De geldigheidsduur van behaalde vakken is onbeperkt met uitzondering van onderstaande vakken die 8 jaar geldig zijn: Belastingrecht 1 en 2 Belastingrecht 1 voor Accountancy & Controlling Bestuursrecht 2 en 3 Burgerlijk Recht 2 en 3 Burgerlijk Procesrecht 1 Handelsrecht A en B Inkomstenbelasting Inleiding Fiscaal Recht voor Fiscaal Economen Inleiding Internationaal Belastingrecht Introduction to European Tax Law Omzet- en Overdrachtsbelasting Staatsrecht 2 Strafrecht 2 en 3 Successiewet voor Fiscalisten Successiewet voor Notariëlen Vennootschapsbelasting Winst lid 2 In bijzondere gevallen kan de Examencommissie de geldigheidsduur van de met goed gevolg afgelegde tentamens genoemd in het eerste lid voor een door haar vast te stellen termijn verlengen. lid 3 De geldigheidsduur van de tentamens is onbeperkt zodra het afsluitende examen met goed gevolg is afgelegd. § 9 Vrijstelling
Artikel 31 Vrijstelling van tentamens De Examencommissie kan op verzoek van de student en op voorstel van de desbetreffende examinator vrijstelling verlenen van een tentamen van een vak genoemd in de artikelen 7 t/m 10 en 14 t/m 20 indien de student voldoet aan de hierna te noemen voorwaarden met betrekking tot het desbetreffende vak: a. Propedeuse (art. 7 t/m 10) a.1 vak 1 t/m 12: een behaald tentamen van een qua inhoud en studielast overeenkomstig vak of een combinatie van vakken van een andere universitaire opleiding in Nederland of daarbuiten, dan wel van een vergelijkbare hogere beroepsopleiding in Nederland; a.2 propedeutisch examen: een behaald vergelijkbaar propedeutisch examen van een andere juridische universitaire studie in Nederland. De Examencommissie kan bepalen dat een student alsnog een of meer onderdelen van het propedeutisch examen aanvullend moet afleggen. b. Vakken uit de postpropedeutische fase (artikelen 14 t/m 20) b.1 een behaald tentamen van een qua inhoud en studielast overeenkomstig vak gevolgd aan een andere universitaire opleiding in Nederland of daarbuiten dan wel van een vergelijkbare hogere beroepsopleiding in Nederland; b.2 een behaald tentamen van een qua inhoud en studielast overeenkomstig vak dat deel uitmaakt van een reeds behaald bachelor- of doctoraalexamen van een andere opleiding gevolgd aan een opleiding voor WO in Nederland.
§ 10 Examens
Artikel 32 Tijdvakken en frequentie afleggen examens (uitreiking van het getuigschrift) Tot het afleggen van de examens wordt tenminste driemaal per jaar de gelegenheid geboden.
206
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOROPLEIDINGEN 2006-2007
Artikel 33 Uitslag examen De Examencommissie stelt de uitslag van het examen vast op verzoek van de student. Bij de beoordeling van de uitslag van het examen gaat de Examencommissie uit van de gegevens over de afgelegde examenonderdelen zoals deze geregistreerd staan in de facultaire administratie, behoudens tegenbewijs van de student. Artikel 34 Graad lid 1 Aan degene die het examen met goed gevolg heeft afgelegd, wordt de graad “Bachelor of Laws” verleend (LL.B) lid 2 De verleende graad wordt op het getuigschrift van het examen aangetekend. § 11 Vooropleiding
Artikel 35 Buitenlandse vooropleiding lid 1 Van bezitters van een buitenlandse vooropleiding wordt naast andere toelatingseisen voldoende beheersing van de Nederlandse taal geëist. lid 2 Aan de eis inzake voldoende beheersing van de Nederlandse taal wordt voldaan door het overleggen van het diploma NT2. Artikel 36 Colloquium doctum lid 1 Het toelatingsonderzoek, als bedoeld in art. 7.29 van de wet, bestaat uit de volgende onderdelen: Algemene Rechtswetenschap Juridische Vaardigheden A Rechtsgeschiedenis 1 Staatsrecht 1A en 1B 1 vak te kiezen uit Strafrecht, Bestuursrecht 1 en Burgerlijk Recht 1. lid 2 Op grond van vooropleiding kan vrijstelling van het colloquium of van één of meer onderdelen worden gegeven. lid 3 Voor het toelatingsonderzoek wordt in ieder geval vrijstelling verleend indien: iemand in het bezit is van een diploma dat wettelijk gelijkgesteld wordt met een HBO-diploma; iemand in het bezit is van een MMS of SPD 2 diploma; iemand in het bezit is van een propedeuse WO of HBO iemand die in het bezit is van VWO-diploma oude stijl (voor 2001 behaald)
§ 12 Studiebegeleiding
Artikel 37 Studievoortgang en studiebegeleiding lid 1 Het Faculteitsbestuur draagt zorg voor een zodanige registratie van de studieresultaten, dat tenminste tweemaal per jaar aan elke student een overzicht verschaft kan worden van de door hem behaalde resultaten in relatie tot het onderwijs- en examenprogramma van de opleiding. lid 2 Het Faculteitsbestuur draagt zorg voor de introductie en de studiebegeleiding van de studenten, die voor de opleiding zijn ingeschreven, mede ten behoeve van hun oriëntatie op mogelijke studiewegen in en buiten de opleiding. lid 3 Aan het eind van het eerste propedeusestudiejaar ontvangt iedere voltijdsstudent een gericht studieadvies.
§ 13 Overgangen slotbepalingen
Artikel 38 Tentamens en examens ‘oude stijl’ lid 1 Studenten, die vóór 1 september 2003 het propedeutisch examen oude stijl met voldoende resultaat hebben afgelegd, hebben het recht om uiterlijk tot 1 september 2007 het doctoraalexamen oude stijl af te ronden. Zij hebben recht op een afsluitend examen oude stijl. lid 2 Deeltijdstudenten, die vóór 1 september 2003 het propedeutisch examen oude stijl met voldoende resultaat hebben afgelegd, hebben het recht om uiterlijk tot 1 september 2009 het doctoraalexamen oude stijl in deeltijd af te ronden. Zij hebben recht op een afsluitend examen oude stijl.
207
STUDIEGIDS 2006-2007
lid 3
Studenten die vóór 1 september 2003 nog niet zijn geslaagd voor het propedeutisch examen oude stijl, stromen per 1 september 2003 in in de propedeutische fase van een bacheloropleiding naar keuze, met uitzondering van studenten die staan ingeschreven voor een verkort programma voor HBO’ers. Zij blijven als oude stijl student ingeschreven.
Artikel 39 Wijzigingen lid 1 Wijzigingen van deze regeling worden door het Faculteitsbestuur, gehoord de Opleidingscommissie en na deze te hebben voorgelegd aan de Faculteitsraad, bij afzonderlijk besluit vastgesteld. De wijzigingen worden op de facultaire website gepubliceerd. lid 2 Een wijziging van deze regeling heeft geen betrekking op het lopende studiejaar, tenzij de belangen van de studenten daardoor redelijkerwijs niet worden geschaad. lid 3 Wijzigingen kunnen voorts niet ten nadele van de studenten van invloed zijn op: de goedkeuring die krachtens artikel 23 is verkregen; de toegang tot het afleggen van bepaalde onderdelen van de postpropedeutische fase, die is verleend krachtens het bepaalde in artikel 22 lid 2; de geldigheidsduur, die is vastgesteld bij of krachtens het bepaalde in artikel 30; enige andere beslissing, welke krachtens deze regeling door de Examencommissie is genomen ten aanzien van een student. Artikel 40 Bekendmaking lid 1 Het Faculteitsbestuur draagt zorg voor een passende bekendmaking van deze regeling, en van de voorschriften die door de Examencommissie zijn vastgesteld, alsmede van wijzigingen van deze stukken. lid 2 Elke belangstellende kan op het Faculteitsbureau een exemplaar van de in het eerste lid bedoelde stukken verkrijgen. Artikel 41 Inwerkingtreding Deze regeling treedt in werking op 1 september 2006 Aldus vastgesteld bij besluit van het bestuur van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid in haar vergadering van 21 juni 2006. De Faculteitsraad heeft haar instemming verleend in haar vergadering van 30 juni 2006.
208
25 Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen 2006-2007 § 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing op het onderwijs en de examens van de masteropleidingen genoemd in artikel 3, verder te noemen: de masters. De masters worden verzorgd binnen de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Rijksuniversiteit Groningen, hierna te noemen: de faculteit. Artikel 2 Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: de wet de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek; student degene die is ingeschreven aan de universiteit voor het volgen van het onderwijs en/of het afleggen van de tentamens en het examen van de opleiding; onderdeel onderdeel: een onderwijseenheid van de opleiding, in de zin van de wet; practicum/seminaar een praktische oefening, als bedoeld in art. 7.13 van de wet. De zelfwerkzaamheid van de student staat centraal, meestal tot uitdrukking komend in een referaat en/of paper, in een van de volgende vormen of combinatie daarvan: - het maken van een scriptie, - het maken van een werkstuk of een proef, - het uitvoeren van een onderzoekopdracht, - het deelnemen aan veldwerk of een excursie, - het doorlopen van een stage, - of het deelnemen aan een andere onderwijsleeractiviteit , die gericht is op het bereiken van bepaalde vaardigheden. tentamen onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de student alsmede de beoordeling van de resultaten van het onderzoek; examen het masterexamen van de opleiding; semester deel van het studiejaar, beginnend op 1 september en eindigend op een door het College van Bestuur te bepalen datum omstreeks 31 januari, dan wel beginnend op vorenbedoelde door het College van Bestuur te bepalen datum en eindigend op omstreeks 31 augustus. De overige begrippen hebben de betekenis die de wet daaraan toekent. Artikel 3 De opleidingen lid 1 De faculteit verzorgt de volgende masteropleidingen: a. de opleiding Nederlands Recht b. de opleiding Notarieel Recht c. de opleiding Fiscaal Recht d. de opleiding Recht en Bestuur (JBW) e. de opleiding Internationaal en Europees Recht f. de opleiding Recht en Informatie- en Communicatietechnologie (Recht & ICT) g. de opleiding Law in Europe (HLS) h. de opleiding European Law i. de opleiding International Law & the Law of International Organisations j. de opleiding International Economic & Business Law k. de opleiding International & Comparative Private Law
209
STUDIEGIDS 2006-2007
lid 2
lid 3
lid 4
lid 5
l. de opleiding Rechtswetenschap en Onderzoek De onder a, b, c, d en f genoemde opleidingen worden behalve in de voltijdse vorm tevens in deeltijdse vorm verzorgd. De onder b, c en d genoemde opleidingen worden ook in duale vorm verzorgd. De onder h t/m k genoemde opleidingen zijn Engelstalig. Deze opleidingen zijn in een aparte Onderwijs- en Examenregeling opgenomen. De opleidingen vermeld onder a (duale vorm) en l zijn eveneens in een aparte Onderwijs- en Examenregeling opgenomen. Een student kan de Examencommissie toestemming vragen voor het samenstellen van een vrij onderwijsprogramma binnen de opleidingen als bedoeld in lid 1. De Examencommissie kan hieraan nadere voorwaarden verbinden. De faculteit kent een vrij onderwijsprogramma binnen de masteropleiding Nederlands Recht voor studenten met een afsluitend diploma HEAO Juridisch Management, het afsluitend HBO-diploma HEAO Vastgoed en Makerlaardij of HEAO MER-Onroerend Goed en Makelaardij en voor studenten met een afsluitend diploma HBO Sociaal Juridische Dienstverlening of HBO-Rechten. Dit programma geeft geen civiel effect.
Artikel 4 Doel van de masteropleidingen Doel van de opleidingen is het vormen van juristen die in staat zijn op wetenschappelijk en maatschappelijk verantwoorde wijze aan de beoefening van enige juridische praktijk en/of enige vorm van (wetenschappelijk) onderzoek deel te nemen: a. De opleiding Nederlands Recht Het masterprogramma Nederlands Recht (met inbegrip van de Duale variant) biedt samen met het bachelorprogramma Nederlands Recht de klassieke juridische opleiding die recht geeft op de meestertitel met civiel effect voor de togaberoepen. Binnen de duale variant is in vergelijking met de niet-duale variant Nederlands recht meer aandacht voor sociale vaardigheden en de toepassing en werking van het recht in de praktijk. De doelstellingen zijn: verdieping en specialisatie van de in de bachelorstudie verworven kennis en vergroting van inzicht in de samenhang in van het recht, in het bijzonder in het Nederlands Recht; verdere ontwikkeling van de in de bachelorstudie verworven academische en juridische vaardigheden; leren toepassen van kennis en inzicht, zodanig dat zelfstandig juridische problemen kunnen worden opgelost en bijdragen kunnen worden geleverd aan de rechtsvorming; leren zelfstandig juridisch onderzoek te doen en deel te nemen aan het juridisch debat. b. De opleiding Notarieel Recht De opleiding Notarieel Recht (met inbegrip van de Duale variant) is gericht op de vorming van juristen met een bijzondere kennis van die gedeelten van het recht die in het notariaat van belang zijn: het familievermogensrecht, het registergoederenrecht, het ondernemingsrecht en het belastingrecht. Het masterprogramma biedt in combinatie met het bachelorprogramma notarieel recht de universitaire beroepsopleiding voor het notariaat. Binnen de duale variant is in vergelijking met de niet-duale variant notarieel recht meer aandacht voor sociale vaardigheden en de toepassing en werking van het recht in de praktijk. De doelstellingen zijn: verdieping en specialisatie van de in de bachelorstudie verworven kennis en vergroting van inzicht in de samenhang van het recht, in het bijzonder in het notariële recht;
210
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING MASTEROPLEIDINGEN 2006-2007
-
-
verdere ontwikkeling van de in de bachelorfase verworven academische en juridische vaardigheden; leren toepassen van kennis en inzicht, zodanig dat zelfstandig juridische problemen kunnen worden opgelost en bijdragen kunnen worden geleverd aan de rechtsvorming; leren zelfstandig juridisch onderzoek te doen en deel te nemen aan het juridisch debat.
c.
De opleiding Fiscaal Recht Het doel van het programma fiscaal recht (met inbegrip van de duale variant) is de vorming van juristen met een brede juridische, fiscale en financieeleconomische achtergrond. De combinatie van het bachelor- en masterprogramma fiscaal recht biedt de universitaire beroepsopleiding voor de Rijksbelastingdienst, de belastingadviespraktijk en de fiscale afdelingen van ondernemingen. Binnen de duale variant is in vergelijking met de niet-duale variant fiscaal recht meer aandacht voor sociale vaardigheden en de toepassing en werking van het recht in de praktijk. De doelstellingen zijn: verdieping en specialisatie van de in de bachelorstudie verworven kennis en vergroting van inzicht in de samenhang van het recht, in het bijzonder van het fiscaal recht; verdere ontwikkeling van de in de bachelorfase verworven academische en juridische vaardigheden; leren toepassen van kennis en inzicht, zodanig dat zelfstandig juridische problemen kunnen worden opgelost en bijdragen kunnen worden geleverd aan de rechtsvorming; leren zelfstandig juridisch onderzoek te doen en deel te nemen aan het juridisch debat.
d.
De opleiding Recht en Bestuur (JBW) De opleiding Recht en Bestuur (JBW, met inbegrip van de duale variant) is toegesneden op adviserende en leidinggevende functies in en rond het openbaar bestuur. De opleiding combineert de juridische en sociaal wetenschappelijke invalshoek. Het masterprogramma leidt op tot beleidsadviseur. Binnen de duale variant is in vergelijking met de niet-duale variant Recht en Bestuur (JBW) meer aandacht voor sociale vaardigheden en de toepassing en werking van het recht in de praktijk. De doelstellingen zijn: verdieping en specialisatie van de in de bachelorstudie verworven kennis en inzichten; verdere ontwikkeling van de in de bachelorfase verworven academische en juridische vaardigheden; leren toepassen van kennis en inzicht, zodanig dat zelfstandig bestuurskundige problemen kunnen worden opgelost en bijdragen kunnen worden geleverd aan de ontwikkeling van het vakgebied; leren zelfstandig een bestuurskundig beleidsadvies op te stellen.
e.
De opleiding Internationaal en Europees Recht De opleiding Internationaal en Europees Recht is vooral een juridische opleiding die voorbereidt op functies bij internationale organisaties, het internationale bedrijfsleven en een internationaal georiënteerde werkkring binnen Nederland. De doelstellingen zijn: verdieping en specialisatie van de in de bachelorstudie verworven kennis en vergroting van inzicht in de samenhang van het recht, in het bijzonder het Europese en internationale recht, alsmede in de internationale betrekkingen;
211
STUDIEGIDS 2006-2007
-
-
§ 2 Opbouw van de opleiding
verdere ontwikkeling van de in de bachelorfase verworven academische en juridische vaardigheden; leren toepassen van kennis en inzicht, zodanig dat zelfstandig juridische problemen kunnen worden opgelost en bijdragen kunnen worden geleverd aan de rechtsvorming en aan de analyse van internationale vraagstukken; leren zelfstandig juridisch onderzoek te doen en deel te nemen aan het juridisch debat.
f.
De opleiding Recht & Informatie- en Communicatietechnologie (Recht & ICT) De masteropleiding Recht & ICT beoogt juristen op te leiden met kennis van de informatie- en communicatietechnologie, zowel van de juridische aspecten van ICT als van de juridische toepassingen voor de rechtspraktijk. Het programma bevat in combinatie met de bachelor zoveel Nederlands recht, dat het de inhoudelijke basis legt voor het verkrijgen van civiel effect voor de togaberoepen. De doelstellingen zijn: verdieping en specialisatie van de in de bachelorstudie verworven kennis van en inzichten in het (informatica)recht of de rechtsinformatica; verdere ontwikkeling van de in de bachelor verworven academische en juridische vaardigheden leren toepassen van kennis en inzicht, zodanig dat zelfstandig juridische of met de rechtsinformatica gerelateerde problemen kunnen worden opgelost en bijdragen kunnen worden geleverd aan de rechtsvorming; leren zelfstandig onderzoek te doen op het terrein van het informaticarecht of de rechtsinformatica en deel te nemen aan het debat in het vakgebied.
g.
De opleiding Law in Europe (HLS) De masteropleiding Law in Europe (HLS) beoogt juristen op te leiden met kennis van het Nederlandse en het Duitse recht, de common law en het Europese recht. Het programma is geheel rechtsvergelijkend. De bestudering van de rechtsstelsels vindt plaats op integratieve wijze. De masteropleiding Law in Europe (HLS) geeft, samen met het gelijknamige bacheloropleiding, recht op de meestertitel met civiel effect binnen Nederland. De doelstellingen zijn: verdieping en specialisatie van de in de bachelorstudie verworven kennis van en inzichten in het recht, in het bijzonder het privaat- en bedrijfsrecht binnen het Nederlands recht, het Duitse recht en de common law; verdere ontwikkeling van de in de bachelorfase verworven academische en juridische vaardigheden; leren toepassen van kennis en inzicht, zodanig dat zelfstandig juridische problemen kunnen worden opgelost en bijdragen kunnen worden geleverd aan de rechtsvorming; leren zelfstandig juridisch onderzoek te doen en deel te nemen aan het juridisch debat.
Artikel 5 Studielast De opleidingen als bedoeld in art. 3 lid 1 hebben een studielast van 60 European Credits (ec), waarbij één ec gelijk staat aan 28 uren studie. Artikel 6 Specialisaties en samenstelling programma Nederlands Recht lid 1 De opleiding Nederlands Recht kent de volgende specialisaties: de specialisatie Bedrijfsrecht; de specialisatie Privaatrecht; de specialisatie Staats- en Bestuursrecht; de specialisatie Strafrecht/Criminologie.
212
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING MASTEROPLEIDINGEN 2006-2007
lid 2
Het programma omvat de volgende theoretische onderdelen met de daarbij vermelde studielast: Specialisatie Bedrijfsrecht 1. Arbeidsovereenkomstenrecht of (6 ec) Collectief Arbeidsrecht of Sociaal Zekerheidsrecht 2. Bedrijfseconomie Master Nederlands Recht of (6 ec) Belastingrecht 2 (7 ec) 3. Economisch Recht of (6 ec) Effectenrecht of Intellectuele Eigendom of Personenvennootschappen of Verzekeringsrecht 4. Mededingingsrecht (6 ec) 5. Ondernemingsrecht 2 (6 ec) 6. Keuzeruimte* (11 ec) 7. Seminaar Bedrijfsrecht (6 ec) 8. Scriptie (13 ec) Totaal (60 ec) * Keuzeruimte vrij in te vullen mits het keuzevak Ondernemingsrecht 1 (6 ec) is afgelegd als onderdeel van het bachelorexamen. Zo niet, dan moet het keuzevak Ondernemingsrecht 1 (6 ec) alsnog als verplicht onderdeel in de keuzeruimte van het masterexamen worden afgelegd. Specialisatie Privaatrecht (6 ec) 1. Burgerlijk Procesrecht 2 (6 ec) 2. Goederenrecht C.S. (6 ec) 3. Internationaal Privaatrecht (6 ec) 4. Verbintenissenrecht C.S. (5-17 * ec) 5. Keuzeruimte* (6 ec) 6. Seminaar Privaatrecht (13 ec) 7. Scriptie (60 ec) Totaal * Keuzeruimte vrij in te vullen mits de vakken Ondernemingsrecht 1 (6 ec) en Personen- en familierecht (6 ec) zijn afgelegd als onderdeel van het bachelorexamen. Zo niet, dan moet het vak Ondernemingsrecht 1 (6 ec) en/of het vak Personen- en familierecht (6 ec) alsnog als verplicht onderdeel in de keuzeruimte van het masterexamen worden afgelegd. Specialisatie Staats- en Bestuursrecht 1/5. Vijf vakken te kiezen uit onderstaande vakken van elk 6 ec: a. Grondrechten b. International Law 2-ma level (Law of the Int Org) c. Omgevingsrecht 2 of Sociaal Zekerheidsrecht of Vreemdelingenrecht d. Overheid en Privaatrecht e. Recht Lagere Overheden f. Staats- en Bestuursrecht C.S. g. Staats- en Bestuursrecht in Communautair Perspectief 6. Keuzeruimte* 7. Seminaar Staats- en Bestuursrecht
(30 ec)
(5-11 ec) (6 ec)
213
STUDIEGIDS 2006-2007
8. Scriptie (13 ec) Totaal (60 ec) * Keuzeruimte vrij in te vullen mits het vak Omgevingsrecht 1 (6 ec) is afgelegd als onderdeel van het bachelorexamen. Zo niet, dan moet het vak Omgevingsrecht 1 alsnog als verplicht onderdeel in de keuzeruimte van het masterexamen worden afgelegd. Specialisatie Strafrecht en Criminologie Juridische variant: 1. Handhaving Bijzondere Wetten of (6 ec) Sanctierecht 2. Internationaal Strafrecht (6 ec) 3. Materieel Strafrecht (6 ec) 4. Strafproces Dwangmiddelen (6 ec) 5. Strafproces Rechtsmiddelen (6 ec) 6. Keuzeruimte* (11 ec) 7. Seminaar Strafrecht (6 ec) 8. Scriptie (13 ec) Totaal (60 ec) * Keuzeruimte vrij in te vullen mits het vak Inleiding Criminologie (5 ec) is afgelegd als onderdeel van het bachelorexamen. Zo niet, dan moet het vak Inleiding Criminologie (5 ec) alsnog als verplicht onderdeel in de keuzeruimte van het masterexamen worden afgelegd.
lid 3 lid 4
lid 5
214
Criminologische variant: 1. Criminologie 1* (Algemene Criminologie) (6 ec) 2. Criminologie 2** (Jeugdcriminologie) (6 ec) 3. Criminologie 3** (Recht en werkelijkheid in de justitiële (6 ec) keten) 4. Materieel Strafrecht (6 ec) 5. Strafproces Dwangmiddelen (6 ec) 6. Strafproces Rechtsmiddelen (6 ec) 7. Keuzeruimte*** (5 ec) 8. Seminaar Criminologie 4** (6 ec) 9. Scriptie (13 ec) Totaal (60 ec) * Voor Criminologie 1 is Inleiding Criminologie (5 ec) een voorvereiste. ** Voor Criminologie 2, 3 en voor het seminaar Criminologie is Criminologie 1 een voorvereiste. *** Keuzeruimte vrij in te vullen mits het vak Inleiding Criminologie (5 ec) is afgelegd als onderdeel van het bachelorexamen. Zo niet, dan moet het vak Inleiding Criminologie (5 ec) alsnog als verplicht onderdeel in de keuzeruimte van het masterexamen worden afgelegd. Van de keuzeruimte mag max. 5 ec worden ingevuld met een niet-juridisch vak. De invulling van de keuzeruimte (hetzij binnen de faculteit hetzij buiten de faculteit aan een universiteit geëxamineerd) behoeft de goedkeuring van de Examencommissie. De Examencommissie bepaalt tevens het aantal toe te rekenen studiepunten en behoudt zich het recht voor om aan een vak minder studiepunten toe te kennen indien het vak overlap vertoont met een ander vak van de opleiding. Studenten die in het bezit zijn van het afsluitend diploma HBO SJD, HEAO MER (zonder toevoeging), HEAO MER JM of HBO Recht en die het verkorte bachelorprogramma Nederlands Recht hebben behaald, dienen een van de in lid 1 genoemde specialisaties te kiezen. Voor hen gelden de vereisten als
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING MASTEROPLEIDINGEN 2006-2007
lid 7
genoemd in lid 1 en 2, met uitzondering van het keuzevak, dit hoeft niet te worden afgelegd. In OCASYS 2006-2007 worden de inhoud en de onderwijsvorm van de verplichte onderdelen van de onderscheiden programma’s nader omschreven, onder vermelding van de voorkennis, die noodzakelijk dan wel gewenst is om aan het desbetreffende onderdeel met goed gevolg te kunnen deelnemen.
Artikel 7 Vrij onderwijsprogramma Nederlands Recht (zonder civiel effect) lid 1 Studenten in het bezit van het afsluitend diploma HBO Sociaal Juridische Dienstverlening kunnen een vrij onderwijsprogramma binnen de masteropleiding Nederlands Recht volgen, de vrije Master Sociaal Recht. Het masterdiploma geeft geen civiel effect. lid 2 Het in lid 1 genoemde programma omvat een schakelprogramma en een masterprogramma. Het schakelprogramma bestaat uit de volgende onderdelen: 1. Burgerlijk Recht 2 (9 ec) 2. Burgerlijk Recht 3 (7 ec) 3. Burgerlijk Procesrecht 1 (6 ec) 4. Europees Recht (7 ec) 5. Inleiding Rechtsinformatica (6 ec) 6. Juridische vaardigheden C (incl. Bibliotheekinstructie) (3 ec) Totaal (38 ec) Het masterprogramma bestaat uit de volgende verplichte onderdelen: 1. Arbeidsovereenkomstenrecht of (6 ec) Collectief Arbeidsrecht 2. Echtscheidingsrecht (6 ec) 3. Sociaal Zekerheidsrecht (6 ec) 4. Verbintenissenrecht C.S. (6 ec) Optioneel verplicht: minimaal 12 ec (3 vakken) te kiezen uit de (12 ec) onderstaande 8 mastervakken 5. Alternatieve Geschilbeslechting (5 ec) 6. Gelijke monniken, gelijke kappen (5 ec) 7. Huurrecht (5 ec) 8. Jeugdrecht (5 ec) 9. Letselschade en beroepsziekten (5 ec) 10. Psychiatrie en Recht (5 ec) 11. Refugee and asylum law (5 ec) 12. Vreemdelingenrecht (6 ec) 13. Seminaar Privaatrecht (6 ec) 14. Scriptie (13 ec) Totaal (60 ec) lid 3 Studenten in het bezit van het afsluitend diploma HEAO MER Juridisch Management kunnen een vrij onderwijsprogramma binnen de masteropleiding Nederlands Recht volgen, de vrije Master Bedrijfsrecht. Het masterdiploma geeft geen civiel effect. lid 4 Het in lid 3 genoemde programma omvat een schakelprogramma en een masterprogramma. Het schakelprogramma bestaat uit de volgende onderdelen: 1. Burgerlijk Recht 2 (9 ec) 2. Burgerlijk Recht 3 (7 ec) 3. Europees Recht (7 ec) 4. Handelsrecht (A en B) (9 ec) 5. Juridische vaardigheden C (inclusief bibliotheekinstructie) (3 ec) Totaal (35 ec) Het masterprogramma bestaat uit de volgende onderdelen:
215
STUDIEGIDS 2006-2007
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
lid 5
lid 6
Arbeidsovereenkomstenrecht (6 ec) Corporate law and economics (6 ec) Goederenrecht C.S. of Verbintenissenrecht (6 ec) Insolventierecht (6 ec) Mededingingsrecht (6 ec) Ondernemingsrecht 1 (6 ec) Scriptie (18 ec) Optioneel verplicht: 1 vak te kiezen uit de onderstaande 8 (6 ec) mastervakken: Collectief Arbeidsrecht (6 ec) Economisch recht (6 ec) Effectenrecht (6 ec) Intellectuele Eigendom (6 ec) Ondernemingsrecht 2 (6 ec) Personenvennootschappen (6 ec) Sociaal Zekerheidsrecht (6 ec) Totaal (60 ec) Studenten, in het bezit van het afsluitend HBO-diploma HEAO Vastgoed en Makelaardij of HEAO MER-Onroerend Goed en Makelaardij, kunnen een vrij onderwijsprogramma binnen de masteropleiding Nederlands Recht volgen, de vrije Master Vastgoed. Het masterdiploma geeft geen civiel effect. Het in lid 5 genoemde programma omvat een schakelprogramma en een masterprogramma. Het schakelprogramma heeft een omvang van 43 ec en bestaat uit de volgende onderdelen: 1. Belastingrecht 1 (7 ec) 2. Burgerlijk Recht 2 (9 ec) 3. Burgerlijk Recht 3 (7 ec) 4. Fiscale aspecten van registergoederen (4 ec) 5. Juridische vaardigheden C (inclusief bibliotheekinstructie) (3 ec) 6. Publiek recht o.g. (5 ec) 7. Registergoederenrecht (8 ec) Totaal (43 ec) Het masterprogramma bestaat uit de volgende onderdelen: 1. Bouwrecht (Privaatrechtelijke aspecten) (5 ec) 2. Goederenrecht CS (6 ec) 3. Omgevingsrecht 1 (6 ec) 4. Omgevingsrecht 2 (6 ec) 5. Verbintenissenrecht c.s. (6 ec) 6. Keuzevak (één vak kiezen uit de volgende drie vakken): 7. Agrarisch recht of (5 ec) 8. Huurrecht of (5 ec) 9. Recht lagere overheid (6 ec) 10. Scriptie (20 ec) 11. Seminaar (6 ec) Totaal (59 ec)
Artikel 8 Samenstelling programma Notarieel Recht lid 1 Het programma omvat m.i.v. het studiejaar 2006-2007 de volgende theoretische onderdelen met de daarbij vermelde studielast: 1. Belastingrecht 2 2. Goederenrecht C.S. 3. Internationaal Privaatrecht 4. Successiewet voor Notariëlen 5. Scriptie
216
(6 (6 (6 (7 (13
ec) ec) ec) ec) ec)
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING MASTEROPLEIDINGEN 2006-2007
6.
lid 2
lid 3a
lid 3b lid 4
Seminaar Internationaal Privaatrecht C.S. (5 ec) of Agrarisch Recht 7. Verbintenissenrecht C.S. (6 ec) Daarnaast omvat het programma de volgende verplichte onderdelen met de daarbij vermelde studielast: 1. Keuzeruimte (5 ec) 2. Seminaar Notariële Capita Selecta 2 (6 ec) Totaal (60 ec) Wijzigingen in de exameneisen worden opgevangen middels een Overgangsregeling welke gepubliceerd is als Supplement 2 op de Studiegids 2005-2006. Deze regeling is van toepassing op alle studenten die voor 1 september 2006 met de bachelor- en of masteropleiding Notarieel Recht zijn begonnen. Activiteiten, hieronder begrepen deelname aan colleges en tentamens, verricht in strijd met lid 4 worden geacht niet te hebben plaatsgevonden. In OCASYS 2006-2007 worden de inhoud en de onderwijsvorm van de verplichte onderdelen van de onderscheiden programma’s nader omschreven, onder vermelding van de voorkennis, die noodzakelijk dan wel gewenst is om aan het desbetreffende onderdeel met goed gevolg te kunnen deelnemen.
Artikel 9 Samenstelling programma Fiscaal Recht lid 1 Het programma omvat de volgende theoretische onderdelen met de daarbij vermelde studielast: 1. Formeel Belastingrecht 2 (3 ec) 2. Goederenrecht C.S. of (6 ec) Rechtspersonen, Personenvennootsch. en Kapitaalbelasting 3. Internationaal en Europees Belastingrecht (6 ec) 4. Ondernemingen en Belastingheffing C.S. (7 ec) 5. Ondernemingsfinanciering (6 ec) 6. Particulieren en Belastingheffing C.S. (6 ec) lid 2 Daarnaast omvat het programma de volgende verplichte onderdelen met de daarbij vermelde studielast: 1. Keuzeruimte, waarvan max. 5 ec niet-juridisch (10 ec) 2. seminaar Formeel Belastingrecht (3 ec) 3. Scriptie (13 ec) Totaal (60 ec) lid 3 De invulling van de keuzeruimte (hetzij binnen de faculteit hetzij buiten de faculteit aan een universiteit geëxamineerd) behoeft de goedkeuring van de Examencommissie. De Examencommissie bepaalt tevens het aantal toe te rekenen studiepunten en behoudt zich het recht voor om aan een vak minder studiepunten toe te kennen indien het vak overlap vertoont met een ander vak van de opleiding. lid 4 In OCASYS 2006-2007 worden de inhoud en de onderwijsvorm van de verplichte onderdelen van de onderscheiden programma’s nader omschreven, onder vermelding van de voorkennis, die noodzakelijk dan wel gewenst is om aan het desbetreffende onderdeel met goed gevolg te kunnen deelnemen. lid 5 Vervallen Artikel 9a Schakelprogramma Fiscaal Recht lid 1 Studenten die in het bezit zijn van het afsluitende bachelordiploma Fiscale Economie van de Hanzehogeschool Groningen of de Hogeschool Arnhem en Nijmegen, dat niet ouder is dan 2 jaren, kunnen worden toegelaten tot een doorstroomprogramma voor de Master Fiscaal Recht. lid 2 Het doorstroomprogramma bestaat uit een schakelprogramma met een omvang van 30 ec en het masterprogramma Fiscaal Recht met een omvang
217
STUDIEGIDS 2006-2007
lid 3
lid 4
lid 5
lid 6
van 60 ec. Het schakelprogramma bestaat uit de volgende onderdelen: 1. Burgerlijk Recht 2 (9 ec) 2. Europees recht (7 ec) 3. Juridische Vaardigheden C (inclusief bibliotheek instructie) 4. Kleine scriptie (5 ec) 5. Vennootschapsbelasting (9 ec) Het masterprogramma heeft een omvang van 60 ec en bestaat uit de in artikel 9 lid 1 en 2 van deze OER vermelde onderdelen. De leden 3 en 4 zijn van overeenkomstige toepassing. De student geeft prioriteit aan het afronden van het schakelprogramma. In ieder geval mag een student pas beginnen met de scriptie in het masterprogramma, als hij het onderdeel kleine scriptie uit het Schakelprogramma met een voldoende heeft afgerond. Activiteiten, hieronder begrepen deelname aan colleges en tentamens, verricht in strijd met lid 5 van dit artikel, worden geacht niet te hebben plaatsgevonden.
Artikel 10 Samenstelling programma Recht en Bestuur (JBW) lid 1 Het programma omvat de volgende theoretische onderdelen met de daarbij vermelde studielast: 1. Beleidswetenschap 2 (6 ec) 2. Bestuurlijke organisatie 2 (6 ec) 3. Conflicthantering (6 ec) 4. Politicologie (5 ec) 5.-6. twee Publiekrechtvakken kiezen uit onderstaande vakken (12 ec) van elk 6 ec: a. International Law 2 – ma-level b. Omgevingsrecht 1 of Omgevingsrecht 2 c. Overheid en Privaatrecht d. Recht Lagere Overheid e. Staats- en Bestuursrecht C.S. f. Staats- en Bestuursrecht in Communautair Perspectief g. Vreemdelingenrecht 7. Rechtsfilosofie 2 (5 ec) lid 2 Daarnaast omvat het programma de volgende verplichte onderdelen met de daarbij vermelde studielast: 1. Keuzeruimte (11 ec) 2. Seminaar Bestuurswetenschappen (9 ec) Totaal (60 ec) lid 3 Een student dient de keuzeruimte in te vullen met minimaal één niet-juridisch, bij voorkeur sociaal wetenschappelijk, vak. lid 4 De keuzevakken (hetzij binnen de faculteit hetzij buiten de faculteit aan een universiteit geëxamineerd) behoeven de goedkeuring van de Examencommissie. De Examencommissie bepaalt tevens het aantal toe te rekenen studiepunten en behoudt zich het recht voor om aan een vak minder studiepunten toe te kennen indien het vak overlap vertoont met een ander vak van de opleiding. lid 5 In OCASYS 2006-2007 worden de inhoud en de onderwijsvorm van de verplichte onderdelen van de onderscheiden programma’s nader omschreven, onder vermelding van de voorkennis, die noodzakelijk dan wel gewenst is om aan het desbetreffende onderdeel met goed gevolg te kunnen deelnemen. Artikel 10a Schakelprogramma Recht en Bestuur (JBW) lid 1 Studenten in het bezit van het afsluitende bachelordiploma HEAO MER
218
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING MASTEROPLEIDINGEN 2006-2007
lid 2
lid 3
Bestuurskunde, NHL-Thorbecke Academie en HEAO MER Juridisch Management, kunnen, na het voldoen aan de aanvullende toelatingseis, een schakelprogramma binnen de masteropleiding Recht en Bestuur volgen. Alvorens tot het schakelprogramma toegelaten te worden dient de in lid 1 genoemde afgestudeerde aan aanvullende toelatingseisen te voldoen. Deze eisen bestaan uit het met een voldoende afleggen van de volgende vakken/cursussen: a. voor afgestudeerden HEAO MER Bestuurskunde: 1. Beleidswetenschappen 1 (4 ec) 2. Elementaire Bestuurskunde (4 ec) 3. Inleiding Politicologie (4 ec) b. voor afgestudeerden NHL-Thorbecke Academie: 1. Bestuursrecht 1 (5 ec) 2. Burgerlijk Recht 1 (8 ec) c. voor afgestudeerden HEAO MER Juridisch Management: 1. Beleidswetenschappen 1 (4 ec) 2. Elementaire Bestuurskunde (4 ec) 3. Inleiding Politicologie (4 ec) 4. Openbare Financiën (6 ec) Het programma omvat een schakelprogramma en een masterprogramma. Het schakelprogramma bestaat uit de volgende onderdelen: 1. Bestuurlijke Organisatie 1 (4 ec) 2. Bestuursrecht 2 (7 ec) 3. Bestuursrecht 3 (4 ec) 4. Burgerlijk Recht 2 (9 ec) 5. Europees Recht (7 ec) Totaal (31 ec) Het masterprogramma bestaat uit de volgende onderdelen: 1. Beleidswetenschap 2 (6 ec) 2. Bestuurlijke Organisatie 2 (6 ec) 3. Conflicthantering (6 ec) 4. Politicologie (5 ec) 5-8 Vier publiekrechtelijke vakken (minimaal 23 ec) te kiezen (22 ec) uit: Handhaving Bestuursrecht (5 ec) Omgevingsrecht 1 (6 ec) Omgevingsrecht 2 (6 ec) Overheid en Privaatrecht (6 ec) Overheidsaansprakelijkheid (5 ec) Recht Lagere Overheid (6 ec) Seminaar Wetgeving (6 ec) Toezicht en Markt (5 ec) 9. Seminaar Bestuurswetenschappen deel 1 (4 ec) 10. Seminaar Bestuurswetenschappen deel 2 (5 ec) 11. Seminaar Gedecentraliseerd Bestuur (6 ec) Totaal (60 ec)
Artikel 11 Samenstelling programma Internationaal en Europees Recht lid 1 Het programma omvat de volgende theoretische onderdelen met de daarbij vermelde studielast: 1/2. twee vakken European Law te kiezen uit onderstaande (12 ec) vakken van elk 6 ec: Competition Law European Environmental Law Substantive EC Law
219
STUDIEGIDS 2006-2007
3/4.
lid 2
lid 3 lid 4
lid 5
twee vakken International Law te kiezen uit onderstaande (12 ec) vakken van elk 6 ec: International Law 4 (The Law of International Peace and Security) International Law 5 (Human Rights) International Law 7 (Public International Trade Law) 5. Transformation and Integration in Europe (5 ec) 6. War and Peace 1 of 2 (5 ec) Daarnaast omvat het programma de volgende verplichte onderdelen met de daarbij vermelde studielast: 1. keuzeruimte (7 ec) 2. seminaar (6 ec) 3. scriptie (13 ec) Totaal (60 ec) De voertaal van de bovengenoemde onderdelen is Engels. De invulling van de keuzeruimte (hetzij binnen de faculteit hetzij buiten de faculteit aan een universiteit geëxamineerd) behoeft de goedkeuring van de Examencommissie. De Examencommissie bepaalt tevens het aantal toe te rekenen studiepunten en behoudt zich het recht voor om aan een vak minder studiepunten toe te kennen indien het vak overlap vertoont met een ander vak van de opleiding. In OCASYS 2006-2007 worden de inhoud en de onderwijsvorm van de verplichte onderdelen van de onderscheiden programma’s nader omschreven, onder vermelding van de voorkennis, die noodzakelijk dan wel gewenst is om aan het desbetreffende onderdeel met goed gevolg te kunnen deelnemen.
Artikel 12 Samenstelling programma Recht & ICT lid 1 Het programma omvat de volgende theoretische onderdelen met de daarbij vermelde studielast: Specialisatie Informaticarecht 1. Elektronisch Bewaar en Bewijs (6 ec) 2. Bedrijfsrecht & ICT (6 ec) 3. ICT, Grondrechten & Overheid (6 ec) 4. Informaticarecht C.S. (6 ec) 5. Intellectuele Eigendom (6 ec) 6. Internationaal Privaatrecht (6 ec) 7. Keuzeruimte * (5 ec) 8. Multidisciplinair seminaar of stage (6 ec) 9. Scriptie (13ec) * Keuzeruimte vrij in te vullen mits Internet & Belastingrecht (5 ec) of Informatie- en Mediarecht (5 ec) is afgelegd als onderdeel van het bachelorexamen. Zo niet, dan moet of Internet & Belastingrecht of Informatie- en Mediarecht alsnog als verplicht onderdeel in de keuzeruimte van het masterexamen worden afgelegd. Specialisatie Rechtsinformatica 1. Informatiemanagement 2. Cognitieve Ergonomie 3. Kennistechnologie 4. Methoden en Technieken 5. Normering van ICT 6. Rechtsinformatica 7. Keuzeruimte * 8. Multidiscipliniair seminaar of stage 9. Scriptie
220
(5 (4 (5 (10 (6 (6 (5 (6 (13
ec) ec) ec) ec) ec) ec) ec) ec) ec)
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING MASTEROPLEIDINGEN 2006-2007
lid 2 lid 3
lid 4
* Keuzeruimte vrij in te vullen mits Juridisch Kennismanagement (5 ec) is afgelegd als onderdeel van het bachelorexamen. Zo niet, dan moet Juridisch Kennismanagement alsnog als verplicht onderdeel in de keuzeruimte van het masterexamen worden afgelegd. Vervallen Totaal (met één van beide specialisaties) (60 ec) De invulling van de keuzeruimte (hetzij binnen de faculteit hetzij buiten de faculteit aan een universiteit geëxamineerd) behoeft de goedkeuring van de Examencommissie. De Examencommissie bepaalt tevens het aantal toe te rekenen studiepunten en behoudt zich het recht voor om aan een vak minder studiepunten toe te kennen indien het vak overlap vertoont met een ander vak van de opleiding. In OCASYS 2006-2007 worden de inhoud en de onderwijsvorm van de verplichte onderdelen van de onderscheiden programma’s nader omschreven, onder vermelding van de voorkennis, die noodzakelijk dan wel gewenst is om aan het desbetreffende onderdeel met goed gevolg te kunnen deelnemen.
Artikel 13 Samenstelling programma Law in Europe (HLS) lid 1 Het programma omvat de volgende theoretische onderdelen met de daarbij vermelde studielast: 1. Arbeidsovereenkomstenrecht (6 ec) 2. Corporate Law in Europe 1 (6 ec) 3. Mededingingsrecht / International & Comparative (6 ec) Competition Law * 4. Verbintenissenrecht c.s. / Goederenrecht c.s. / (6 ec) International Contracts Law* 5 Keuzeruimte** (11/12 ec) Daarnaast is voor de theoretische variant vereist: 6. Corporate Law in Europe 2 / vak in Duitsland (6 ec) 7. Corporate Law & Economics / vak in Duitsland (6 ec) 8. Scriptie (18 ec) Voor de duale variant is vereist: 6. Corporate Law in Europe 2 (6 ec) 7. Afstudeerproject bestaande uit: afstudeerscriptie, (24 ec) casestudies, werkstage Totaal (60 ec) * één vak kiezen. ** keuze uit: - Intellectuele eigendom - Insolventierecht - Personenvennootschappen - Collectief arbeidsrecht - Effectenrecht - Bedrijfsrechtelijk seminaar - Comparative private international law (indien niet in de bachelor gekozen) lid 2 Vervallen. lid 3 Vervallen. lid 4 Voor een aantal van bovengenoemde onderdelen is de voertaal Engels of Duits. lid 5 Een aantal onderdelen van het programma kan worden gevolgd en geëxamineerd aan de juridische faculteit van de Universiteiten waarmee, in het kader van de opleiding Law in Europe (HLS), wordt samengewerkt. lid 6 De keuzevakken (hetzij binnen de faculteit hetzij buiten de faculteit aan een universiteit geëxamineerd) behoeven de goedkeuring van de
221
STUDIEGIDS 2006-2007
lid 7
lid 8
Examencommissie. De Examencommissie bepaalt tevens het aantal toe te rekenen studiepunten en behoudt zich het recht voor om aan een vak minder studiepunten toe te kennen indien het vak overlap vertoont met een ander vak van de opleiding. In OCASYS 2006-2007 worden de inhoud en de onderwijsvorm van de verplichte onderdelen van het programma nader omschreven, onder vermelding van de voorkennis, die noodzakelijk dan wel gewenst is om aan het desbetreffende onderdeel met goed gevolg te kunnen deelnemen. Rechtstreeks tot de opleiding worden studenten toegelaten die in het bezit zijn van: a. het bijbehorende, aan de RuG behaalde bachelordiploma Law in Europe (HLS); b. het aan de partneruniversiteiten behaalde bachelordiploma Hanse Law School; c. het aan de Universiteit Limburg behaalde bachelordiploma European Law School.
Artikel 14 Keuzeonderdelen lid 1 De student kiest onder goedkeuring van de Examencommissie een of meer onderdelen met een totale studielast, die minimaal gelijk is aan het verschil tussen de studielast van de opleiding en het totaal van de verplichte onderdelen van die opleiding. lid 2 Een student kan de keuzeruimte invullen met: a. (een) keuzevak(ken); b. een stage, zoals uitgewerkt in het facultaire stagereglement; c. een kleine scriptie; d. een redacteurschap van Ars Aequi. lid 3 Keuzevakken in de master moeten worden ingevuld met vakken op M4 of M5 niveau. Zie voor de niveau-indeling van de vakken de bijlage indeling vakken bij het OER. Indien een vak op M4 niveau reeds in de keuzeruimte van een eerder afgelegde bachelor is opgenomen, kan dit niet in de keuzeruimte van de masteropleiding worden gekozen. In bijzondere gevallen kan de Examencommissie toestaan dat een of meer onderdelen van andere universitaire masterprogramma’s worden gekozen. lid 4 Een verzoek tot goedkeuring van de keuzeruimte wordt door de student ten minste drie maanden voordat deze zich voor het desbetreffende vak wil aanmelden, bij de sectie van de Examencommissie die over het verzoek moet beslissen, ingediend. Indien het verzoek wordt ingediend met overschrijding van deze termijn, kan de Examencommissie bepalen dat het verzoek niet ontvankelijk is. lid 5 Een besluit goedkeuring te onthouden wordt door de Examencommissie gemotiveerd genomen. lid 6 De Examencommissie beslist binnen zes weken na ontvangst van het verzoek, of, indien het verzoek is ingediend binnen een academische vakantie binnen veertien dagen na afloop daarvan. De Examencommissie kan de beslissing voor ten hoogste veertien dagen verdagen. Van de verdaging wordt voor de afloop van de in de eerste volzin genoemde termijn schriftelijk mededeling gedaan aan de student. lid 7 De student wordt van de beslissing onverwijld schriftelijk in kennis gesteld. Indien de Examencommissie niet binnen de eventueel verlengde termijn, bedoeld in lid 5 heeft beslist, wordt de goedkeuring geacht te zijn verleend. Lid 8 Studenten krijgen een aantekening ‘Master aangevuld met Rechtstheoretisch verdiepingstraject’ in het Diplomasupplement bij het masterdiploma indien zij: Inl. Rechtsfilosofie of Inl. Rechtssociologie of Inl. Rechtsinformatica
222
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING MASTEROPLEIDINGEN 2006-2007
-
-
hebben behaald (B-niveau, telt niet mee voor invulling keuzeruimte master); Min. 20 ec behaald hebben met vakken te kiezen uit; Anthropology of Law 1 or 2, Rechtsfilosofie 4, Rechtssociologie 1 of 2, Recht en Politiek, Politicologie, Politicologie JBW, Rechtsfilosofie 1,2 of 3 (M4 of M5 niveau; Het seminaar Rechtstheorie behalen; De scriptie aanvullen met een rechtstheoretische component.
Artikel 15 Practica lid 1 De volgende onderdelen, als genoemd in art. 2 omvatten, naast het onderwijs in de vorm van hoorcolleges, een practicum in de daarbij aangegeven vorm en van de daarbij vermelde omvang: 1. seminaar Nederlands Recht 2. seminaar Notariële Capita Selecta 3. seminaar Formeel Belastingrecht 4. seminaar Bestuurswetenschappen 5. seminaars Law in Europe (HLS) lid 2 Met betrekking tot de in lid 1 genoemde onderdelen geldt het met voldoende resultaat deelnemen aan het desbetreffende practicum als het behalen van het tentamen. lid 3 De beoordeling van de in lid 1 genoemde onderdelen wordt hetzij in een cijfer, hetzij in een onvoldoende of voldoende weergegeven. § 3 Tentamens en examen van de opleiding
Artikel 16 Verplichte volgorde lid 1 Aan het onderdeel seminaar Notariële C.S. van de Master Notarieel Recht kan niet eerder worden deelgenomen dan nadat een student 180 ec aan de notariële bachelor- en mastervakken heeft behaald. lid 2 Aan het tentamen van de hierna te noemen onderdelen van de master Fiscaal Recht kan niet eerder worden deelgenomen dan nadat aan de tentamens van de daarbij vermelde onderdelen met goed gevolg is deelgenomen: Onderneming en Belastingheffing C.S. ná behalen van Winst, Vennootschapbelasting, Omzet- en Overdrachtsbelasting Particulieren en Belastingheffing C.S. ná behalen van Inkomstenbelasting lid 3 Aan het tentamen Beleidswetenschap 2 van de Master Recht en Bestuur (voorheen JBW) kan niet eerder worden deelgenomen dan nadat aan het tentamen Beleidswetenschap 1 met goed gevolg is deelgenomen. lid 4 Aan het tentamen Substantive EC Law van de Master Internationaal en Europees Recht kan niet eerder worden deelgenomen dan nadat aan het tentamen Europees Recht of European Law 1 met goed gevolg is deelgenomen. Artikel 17 Beoordeling stage-, onderzoekopdracht of duale werkperiode De beoordeling van een stage, een onderzoekopdracht of een duale werkperiode wordt verricht door de begeleider ter plekke en de achterliggende opdrachtgever, die als examinator zijn aangewezen door de Examencommissie. Artikel 18 Tijdvakken en frequentie tentamens lid 1 Met uitzondering van de seminaars wordt voor de vakken genoemd in paragraaf 2 jaarlijks tenminste één tentamenmogelijkheid en één herkansingsmogelijkheid geboden. lid 2 De beide tentamens van een vak – aangeduid als tentamen en hertentamen – worden afgenomen in de tentamenperiode van het semester waarin het onderwijs van het vak wordt verzorgd. lid 3 In afwijking van lid 2 geldt voor alle vakken met een tussentoets of een
223
STUDIEGIDS 2006-2007
lid 4
lid 5
lid 6
224
tentamen halverwege het semester (= de eerste tentamenperiode van het semester) dat het gelijknamige tentamen respectievelijk hertentamen plaatsvindt in de tweede tentamenperiode van hetzelfde semester. In afwijking van lid 2 geldt voor vakken die voorkomen in het volgende overzicht, dat de herkansing wordt afgenomen in de tentamenperiode van het semester volgend op het semester waarin het onderwijs in dat vak wordt verzorgd, dan wel in de tentamen periode van de maand augustus. Semester 1 Arbeidsovereenkomstenrecht 1ab Goederenrecht C.S. 1ab Intellectuele Eigendom 1ab Internationaal Privaatrecht 1ab Internationaal Strafrecht 1ab Materieel Strafrecht 1ab Ondernemingsrecht 2 1ab Recht Lagere Overheid 1ab Strafprocesrecht Rechtsmiddelen 1ab Verzekeringsrecht 1ab Overheid en Privaatrecht 1b Vreemdelingenrecht 1b Semester 2 Collectief Arbeidsrecht 2ab Inleiding Criminologie 2b Effectenrecht 2ab Europees Recht 2ab Handhaving Bijzondere Wetten 2ab Mededingingsrecht 2ab Ondernemingsrecht 1 2ab Personenvennootschappen 2ab Sanctierecht 2ab Strafprocesrecht Dwangmiddelen 2ab Burgerlijk Procesrecht 2 2b Omgevingsrecht 2 2b Sociaal Zekerheidsrecht 2b De Examencommissie kan in buitengewone gevallen van dwingende aard toestemming verlenen op andere dan reguliere tijdstippen tentamens af te leggen. De Examencommissie kan aan een student die in verband met bestuurlijke werkzaamheden niet kan deelnemen aan een tentamen, toestemming verlenen om een tentamen af te leggen op een tijdstip vast te stellen in overleg met de betrokken docent. Studentbestuurders die voor deze regeling in aanmerking komen zijn: de leden van het Faculteitsbestuur; de leden van de Faculteitsraad; de rechtenstudenten die lid zijn van de Universiteitsraad; de leden van het JFV-bestuur (maximaal: 6 personen). de leden van de Vaste Commissie voor het Onderwijs Daarnaast kunnen ter beoordeling van de Examencommissie studentleden van ad hoc commissies en bestuursleden van facultaire studentenverenigingen, indien de bijdrage daaraan een vergelijkbare inspanning vergt als de bovengenoemde bestuursfuncties, voor de regeling in aanmerking komen. De extra tentamenkans kan worden geboden voor maximaal één vak per semester en voor ten hoogste twee vakken per jaar. Een verzoek om voor deze afwijkende tentamenregeling in aanmerking te
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING MASTEROPLEIDINGEN 2006-2007
komen moet tijdig en ieder geval voor aanvang van de tentamenperiode van het semester waarin studievertraging dreigt, te worden ingediend bij de Examencommissie via de studieadviseur. Artikel 19 Vorm van de tentamens lid 1 Ten aanzien van de tentamens van de vakken zoals genoemd in paragraaf 2 worden in de vakomschrijvingen aangegeven of het betreffende vak schriftelijk, mondeling of op andere wijze kan worden afgelegd. lid 2 Op verzoek van de student, in buitengewone gevallen van dwingende aard, kan de Examencommissie toestaan dat een tentamen op een andere wijze dan vorenbedoeld wordt afgelegd. lid 3 Aan studenten met een functiestoornis wordt de gelegenheid geboden de tentamens op een zoveel mogelijk aan hun individuele handicap aangepaste wijze af te leggen. De Examencommissie wint zo nodig deskundig advies in alvorens te beslissen. lid 4 De beoordeling van scripties en van de deelname aan onderzoeksprojecten, stages, seminaars en andere praktische oefeningen vindt plaats door de examinatoren op door hen te bepalen wijze. Artikel 20 Mondelinge tentamens lid 1 Mondeling wordt niet meer dan één persoon tegelijk getentamineerd, tenzij de Examencommissie anders heeft bepaald. lid 2 Een mondeling tentamen wordt bij voorkeur door twee docenten afgenomen. Artikel 21 Voorwaarden voor deelname aan tentamens Een student kan een masterexamen of een onderdeel daarvan uitsluitend afleggen nadat hij een als in artikel 28 omschreven bachelorexamen met goed gevolg heeft afgelegd, danwel vrijstelling van het afleggen daarvan heeft verkregen, dan wel voorlopig is toegelaten tot het masterexamen. Examenonderdelen, in strijd met het bepaalde in dit artikel afgelegd, zijn ongeldig. Artikel 22 Vaststelling en bekendmaking tentamenuitslag lid 1 De examinator stelt de uitslag van het tentamen vast. lid 2 De Tentamen- en Examenadministratie van de faculteit draagt zorg voor de bekendmaking van de uitslagen van schriftelijke tentamens op het publicatiebord en via Progress.www. Bekendmaking van de uitslag door de Tentamen- en Examenadministratie geschiedt: a. bij vakken genoemd in lid 4 en 5 van art. 18, niet later dan drie weken na de tentamendatum; b. bij de overige vakken vanaf de vierde werkdag tot uiterlijk op de negende werkdag na de tentamendatum (de dagen tussen 26 december en 1 januari worden in dit verband niet aangemerkt als werkdagen). lid 3 In afwijking van het bepaalde in lid 2 stelt de examinator terstond na het afnemen van een mondeling tentamen de uitslag vast en reikt de student een desbetreffende schriftelijke verklaring uit. lid 3a In afwijking van het bepaalde in lid 2 stelt de examinator de uitslag van een tentamen dat in de vorm van een werkstuk wordt afgelegd vast binnen een redelijke termijn na het inleveren van het werkstuk. Deze termijn bedraagt in ieder geval niet meer dan 20 werkdagen. De examinator verstrekt de student zo spoedig mogelijk een schriftelijke verklaring omtrent de uitslag van het tentamen. lid 4 Met inachtneming van het bepaalde in lid 3a bepaalt de Examencommissie ten aanzien van een op andere wijze dan mondeling of schriftelijk af te
225
STUDIEGIDS 2006-2007
lid 5
leggen tentamen tevoren op welke wijze en binnen welke termijn de student een schriftelijke verklaring uitgereikt krijgt. Op de schriftelijke verklaring van de uitslag van een in lid 2,3 of 3a genoemd tentamen, wordt de student gewezen op het inzagerecht, bedoeld in artikel 24 lid 3, alsmede op de beroepsmogelijkheid bij het college van beroep voor de examens. Ten aanzien van de uitslagen van schriftelijke tentamens zoals bedoeld in lid 2, wordt de uitslag die door de Tentamen- en Examenadministratie wordt opgehangen op het publicatiebord aangemerkt als schriftelijke verklaring zoals bedoeld in art. 7.11 lid 1 WHW.
Artikel 23 Geldigheidsduur lid 1 De geldigheidsduur van behaalde vakken is onbeperkt met uitzondering van het vak Internationaal en Europees Belastingrecht dat 8 jaar geldig is. lid 2 In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan de Examencommissie voor een onderdeel, waarvan het tentamen langer dan 8 jaar geleden is behaald, een aanvullend dan wel vervangend tentamen opleggen, alvorens de student wordt toegelaten tot het afleggen van het desbetreffende examen. Artikel 24 Nabespreking lid 1 Indien een tentamen schriftelijk is afgenomen, dient de tentamenopgave na afloop van het tentamen aan de student ter beschikking te worden gesteld, uiterlijk op het in lid 3 bedoelde tijdstip. lid 2 Elk tentamenformulier wordt op zodanige wijze voorzien van informatie, omtrent tijdstip, plaats en wijze van inzien, (eventueel) afhalen en bespreken van het gemaakte tentamen, dat de student deze informatie na afloop van het tentamen kan meenemen. Tevens wordt op (de bijlage bij) het tentamenformulier vermeld dat tegen beschikkingen van examinatoren binnen 4 weken beroep open staat bij het college van beroep voor de examens ex artikel 7.60 WHW lid 3 De betrokken docent stelt tijdstip en plaats vast waarop hetzij: a. het gemaakte tentamen aan de deelnemers ter inzage wordt gegeven en een algemene bespreking van het tentamen plaatsvindt, hetzij b. het gemaakte tentamen met standaard-antwoorden aan de deelnemers ter inzage wordt gegeven danwel wordt uitgereikt. Bij multiple choice-tentamens of daarmee gelijk te stellen tentamens of tentamenonderdelen kan de docent ervan afzien het gemaakte tentamen aan de deelnemers ter hand te stellen. Het in de aanhef bedoelde tijdstip valt I) niet later dan een week na de bekendmaking van de tentamenuitslag en II) zo mogelijk niet later dan vier werkdagen voor het herhalingstentamen. In afwijking van het onder I) gestelde kan dit tijdstip voor tentamens van het tweede semester vallen in de periode rond de aanvang van het aansluitende eerste semester. lid 4 Op het in lid 3 bedoelde tijdstip worden de tentamens door leden van de verantwoordelijke vakgroep aan de deelnemers uitgereikt, op zodanige wijze, dat in ieder geval controle plaatsvindt op naam, collegekaartnummer en/of inschrijfnummer bij het inzien of meenemen van het tentamen.
226
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING MASTEROPLEIDINGEN 2006-2007
lid 5
lid 6
lid 7 lid 8 lid 9
lid 10
De betrokken docent biedt de mogelijkheid voor individuele bespreking van het gemaakte tentamen, hetzij aansluitend op het in lid 3 bedoelde tijdstip, hetzij op een dag erna. Vindt individuele bespreking niet aansluitend op het in lid 3 bedoelde tijdstip plaats, maar op een later tijdstip dan mag de docent het gemaakte tentamenwerk van de studenten die aan een individuele bespreking wensen deel te nemen innemen tot dit latere tijdstip. In geval de student zijn tentamen wenst mee te nemen en hiervoor het cijfer 5 is behaald, betreft dit een kopie van het origineel. Een student die, zonder voorafgaand bericht van verhindering dat op redelijke gronden berust, niet op het in lid 3 bedoelde tijdstip op de aldaar bedoelde plaats aanwezig is geweest, heeft geen recht op nabespreking als bedoeld in de leden 3 en 5. Bespreking moet gericht zijn op het duidelijk maken van onjuistheden of gebreken in een door de student gegeven antwoord. Het is de student toegestaan tijdens de bespreking aantekeningen te maken voorzover dit niet gebeurt op het gemaakte tentamen. Voor zover gecorrigeerd tentamenwerk door de deelnemers mag worden meegenomen, dient de docent na afloop van het in lid 3 bedoelde tijdstip nog eenmaal de gelegenheid te bieden om gemaakt tentamenwerk af te halen. Ook dan worden de tentamens door leden van de verantwoordelijke vakgroep aan de deelnemers uitgereikt, op zodanige wijze dat in ieder geval controle plaatsvindt op naam, collegekaartnummer en/of inschrijfnummer bij het meenemen. Een deelnemer aan een tentamen heeft de mogelijkheid om het door hem gemaakte tentamen op het in lid 3 respectievelijk lid 9 bedoelde tijdstip af te laten halen door een ander. Die ander dient dan te beschikken over het inschrijfnummer en een legitimatiebewijs van de deelnemer.
Artikel 25 Vrijstelling van tentamens lid 1 De Examencommissie kan de student op diens verzoek, op advies van de desbetreffende examinator, vrijstelling verlenen van een tentamen, indien de student: a. hetzij een qua inhoud en niveau overeenkomstig onderdeel van een universitaire juridische masteropleiding heeft voltooid; b. verplichte onderdelen van het masterexamen reeds in een juridische academische bacheloropleiding voldoende heeft afgelegd. In afwijking van (a) dienen de vrijgestelde studiepunten in de keuzeruimte te worden aangevuld. lid 2 Een verzoek tot vrijstelling van het afleggen van een tentamen wordt schriftelijk ingediend bij de examencommissie. lid 3 De examencommissie beschikt binnen zes weken na ontvangst van het verzoek. Bij de berekening van deze termijn worden de academische vakanties buiten beschouwing gelaten. Artikel 26 Examen (uitreiking van het getuigschrift) lid 1 Tot het afleggen van de examens wordt tenminste driemaal per jaar de gelegenheid geboden. lid 2 De Examencommissie stelt de uitslag van het examen vast op verzoek van de student. Bij de beoordeling van de uitslag van het examen gaat de Examencommissie uit van de gegevens over de afgelegde examenonderdelen zoals deze geregistreerd staan in de facultaire administratie, behoudens tegenbewijs van de student.
227
STUDIEGIDS 2006-2007
Artikel 27 Graad lid 1 Aan degene die het examen met goed gevolg heeft afgelegd, wordt de graad verleend van Master of Laws (LL.M), voor binnenlands gebruik blijft de titel Meester in de Rechten (mr.) ook gehandhaafd. Op de masterbul wordt hierbij de volgende aantekening gemaakt: a. voor de opleiding Nederlands Recht: Master of Laws in Dutch Law; b. voor de opleiding Notarieel Recht: Master of Laws in Notarial Law; c. voor de opleiding Fiscaal Recht: Master of Laws in Tax Law; d. voor de opleiding Recht en Bestuur (voorheen JBW): Master of Laws in Legal Public Administration; e. voor de opleiding Internationaal en Europees Recht: Master of Laws in International and European Law; f. voor de opleiding Recht & ICT: Master of Laws in Law and ICT; g. voor de opleiding Law in Europe (HLS): Master of Laws. lid 2 De verleende graad wordt op het getuigschrift van het examen aangetekend. § 4 Toelating
Artikel 28 Vooropleiding lid 1 Bezitters van een juridische WO-bachelor (Rug): Indien de student een WO-bachelor bezit welke is behaald aan de faculteit der Rechtsgeleerdheid van de RuG en waarvoor op grond van de bachelorOER een aansluitende masteropleiding is aangewezen, wordt de student direct tot de aansluitende masteropleiding toegelaten. De bezitter van een WO bachelordiploma Nederlands Recht wordt direct toegelaten tot de Master Nederlands Recht. De bezitter van een WO bachelordiploma Notarieel Recht wordt direct toegelaten tot de Master Notarieel Recht. De bezitter van een WO bachelordiploma Fiscaal Recht wordt direct toegelaten tot de Master Fiscaal Recht. De bezitter van een WO bachelordiploma Recht en Bestuur of Juridische Bestuurswetenschappen wordt direct toegelaten tot de Master Recht en Bestuur (voorheen JBW). De bezitter van een WO bachelordiploma Internationaal en Europees Recht wordt direct toegelaten tot de Master Internationaal en Europees Recht. De bezitter van een WO bachelordiploma Recht en ICT wordt direct toegelaten tot de Master Recht en ICT. De bezitter van een WO bachelordiploma Hanse Law School wordt direct toegelaten tot de Master Law in Europe (HLS). De bezitter van een WO bachelordiploma Law in Europe (HLS) wordt direct toegelaten tot de Master Law in Europe (HLS). Degene die een juridisch bachelor- of doctoraaldiploma heeft behaald, dat geen recht geeft op directe toelating tot een van de masteropleidingen als bedoeld in lid 1, kan de examencommissie verzoeken vrijstelling te verlenen voor onderdelen van het onder a. genoemde voorbereidend programma. Voorlopige toelating tot de masteropleiding is, met toestemming van de examencommissie, mogelijk indien de deficiënties niet meer bedragen dan 20 ec. De deficiëntie dient binnen twee aansluitende semesters te worden opgeheven. De bezitter van een WO bachelordiploma European Law School van de Universiteit Limburg wordt direct toegelaten tot de Master Law in Europe (HLS). lid 2 Overige bezitters van een WO-bachelor: Degene die aan een Nederlandse universiteit een bachelor- of doctoraaldiploma heeft behaald, kan, onder de voorwaarde van het met goed gevolg
228
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING MASTEROPLEIDINGEN 2006-2007
lid 3
lid 4
lid 5
afgelegd hebben van een door het Faculteitsbestuur vast te stellen voorbereidend programma, toegelaten worden tot één van de masteropleidingen, genoemd in art. 6, 10, 11 en 12. Bezitters van een specifieke dan wel juridische HBO-bachelor: a. Studenten die een afsluitend diploma HEAO MER Juridisch Management hebben behaald kunnen met toestemming van het Faculteitsbestuur voorlopig worden toegelaten tot de master als bedoeld in artikel 7 lid 3. De voorlopige toelating wordt omgezet in een definitieve toelating zodra het verplichte schakelprogramma is behaald. b. Studenten die een afsluitend diploma HBO Sociaal Juridische Dienstverlening hebben behaald kunnen met toestemming van het Faculteitsbestuur voorlopig worden toegelaten tot de master als bedoeld in artikel 7 lid 1. De voorlopige toelating wordt omgezet in een definitieve zodra het verplichte schakelprogramma is behaald. c. Studenten die een afsluitend HBO bachelordiploma HEAO Vastgoed en Makelaardij of HEAO MER-Onroerend Goed en Makelaardij hebben behaald kunnen kunnen met toestemming van het Faculteitsbestuur voorlopig worden toegelaten tot de master als bedoeld in artikel 7 lid 5. De voorlopige toelating wordt omgezet in een definitieve zodra het verplichte schakelprogramma is behaald. d. Studenten die een afsluitend HBO diploma Fiscale Economie van de Hanzehogeschool,of Hogeschool Arnhem en Nijmegen hebben behaald kunnen, indien dit diploma niet ouder is dan 2 jaren en met toestemming van het Faculteitsbestuur, voorlopig worden toegelaten tot de masteropleiding fiscaal Recht. De voorlopige toelating wordt omgezet in een definitieve zodra het verplichte schakelprogramma ex art. 9a is behaald. e. Studenten die een afsluitend diploma HEAO MER Bestuurskunde, NHLThorbecke Academie of HEAO MER Juridisch Management hebben behaald kunnen, na het voldoen aan de aanvullende toelatingseis, met toestemming van het Faculteitsbestuur voorlopig worden toegelaten tot de master als bedoeld in artikel 10a. De voorlopige toelating wordt omgezet in een definitieve zodra het verplichte schakelprogramma is behaald. Bezitters van een HBO-bachelor: Degene die aan een als zodanig erkende Nederlandse HBO-opleiding een bachelordiploma heeft behaald dat geen toelating geeft tot de in lid 3 genoemde masters, kan, onder de voorwaarde van het met goed gevolg afgelegd hebben van een door het Faculteitsbestuur vast te stellen voorbereidend programma, toegelaten worden tot één van de masteropleidingen, genoemd in art. 6, 10, 11 en 12. Studenten die in het bezit zijn van een certificaat Examen Belastingadviseurs van de stichting Federatieve Examens voor belastingadviseur en belastingassistent, personen die de interne opleiding tot Belastingcontroleur van de Belastingdienst hebben afgerond en studenten die een afsluitend HBO bachelordiploma Fiscale Economie van de Saxion Hogeschool hebben behaald kunnen, indien het diploma niet ouder is dan twee jaren, met toestemming van het Faculteitsbestuur worden toegelaten tot de Master Fiscaal Recht, onder de voorwaarde dat het door het faculteitsbestuur vastgestelde voorbereidende programma met goed gevolg is afgelegd.
Artikel 29 Toelatingscommissie De toelating tot de opleidingen en de toelating tot de onder artikel 28 lid 2 onder a en b en lid 4 en lid 5 genoemde voorbereidende programma’s alsmede de vaststelling van deze programma’s is gemandateerd aan de Toelatingscommissie van de opleiding.
229
STUDIEGIDS 2006-2007
Artikel 30 Voorlopige toelating Op verzoek van een kandidaat, die zich voorbereidt op het afsluitend examen van de in art. 28, lid 1 genoemde bacheloropleiding, kan de toelatingscommissie hem voorlopig toelaten tot de opleiding, mits: hij het propedeutisch examen van de betreffende bachelor heeft behaald; hij overigens van de bacheloropleiding nog slechts onderdelen met een gezamenlijke studielast van ten hoogste 20 ec moet behalen. De voorlopige toelating vervalt indien niet binnen twee aansluitende semesters toelating krachtens art. 28 lid 1 is verkregen. § 5 Studiebegeleiding
Artikel 31 Studievoortgangadministratie Het Faculteitsbestuur draagt zorg voor een zodanige registratie van de studieresultaten, dat tenminste tweemaal per jaar aan elke student een overzicht verschaft kan worden van de door hem behaalde resultaten in relatie tot het onderwijs- en examenprogramma van de opleiding. Artikel 32 Studiebegeleiding lid 1 Het Faculteitsbestuur draagt zorg voor studiebegeleiding van de studenten, die voor de opleiding zijn ingeschreven, mede ten behoeve van hun oriëntatie op mogelijke studiewegen in en buiten de opleiding. lid 2 De faculteit draagt zorg voor voldoende begeleiding van de student tijdens zijn opleiding, en schenkt daarbij in het bijzonder aandacht aan mogelijke aanpassingen in het belang van de aansluiting van het gekozen programma op een eventuele onderzoekersopleiding of de beroepsuitoefening buiten de universiteit.
§ 6 Overgangsen slotbepalingen
Artikel 33 Overstap van ‘oude stijl’ naar ‘nieuwe stijl’ lid 1 In afwijking van het bepaalde in de artikelen 28 en 30 kan degene die het propedeutisch examen en de in de overgangsregeling nader te bepalen onderdelen van de betreffende opleiding heeft behaald en die voldoet aan de in de overgangsregeling opgenomen criteria verzoeken te worden toegelaten tot een bepaalde masteropleiding. lid 2 Indien de toelatingscommissie het verzoek inwilligt, kan zij in haar besluit onderdelen aanwijzen, waarvan de student is vrijgesteld. Artikel 34 Wijziging lid 1 Wijzigingen van deze regeling worden door het Faculteitsbestuur, gehoord de opleidingscommissie(s) en na overleg met de Faculteitsraad, bij afzonderlijk besluit vastgesteld. De wijzigingen worden op de facultaire website gepubliceerd. lid 2 Een wijziging van deze regeling heeft geen betrekking op het lopende studiejaar, tenzij de belangen van de studenten daardoor redelijkerwijs niet worden geschaad. lid 3 Een wijziging kan voorts niet ten nadele van studenten van invloed zijn op: a. een goedkeuring die krachtens art. 3, lid 4 is verleend; b. enige andere beslissing, die krachtens deze regeling is genomen ten aanzien van een student. Artikel 35 Bekendmaking lid 1 Het Faculteitsbestuur draagt zorg voor een passende bekendmaking van deze regeling, van de regelen en richtlijnen die door de Examencommissie zijn vastgesteld, alsmede van elke wijziging van deze stukken lid 2 Elke belangstellende kan op het Faculteitsbureau een exemplaar van de in het eerste lid bedoelde stukken verkrijgen.
230
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING MASTEROPLEIDINGEN 2006-2007
Artikel 36 Inwerkingtreding Deze regeling treedt in werking op 1 september 2006. Aldus vastgesteld bij besluit van het bestuur van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid in haar vergadering van 21 juni 2006. De Faculteitsraad heeft haar instemming verleend in haar vergadering van 30 juni 2006.
231
STUDIEGIDS 2006-2007
26 Onderwijs- en Examenregeling Master Functionaliteit van het Recht (Onderzoeksmaster) § 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing op het onderwijs en de examens van de masteropleiding Rechtswetenschap en Onderzoek: Functionaliteit van het Recht, verder te noemen: de opleiding. De opleiding wordt verzorgd binnen de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Rijksuniversiteit Groningen, hierna te noemen: de faculteit. Artikel 2 Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: de wet de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek; student degene die is ingeschreven aan de universiteit voor het volgen van het onderwijs en/of het afleggen van de tentamens en het examen van de opleiding; onderdeel een onderwijseenheid van de opleiding, in de zin van de wet; practicum/seminaar een praktische oefening, als bedoeld in art. 7.13 van de wet, in een van de volgende vormen of combinatie daarvan: - het maken van een scriptie, - het maken van een werkstuk of een proef, - het uitvoeren van een onderzoeksopdracht, - het deelnemen aan veldwerk of een excursie, - het doorlopen van een stage, - of het deelnemen aan een andere onderwijsleeractiviteit, die gericht is op het bereiken van bepaalde vaardigheden. tentamen onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de student alsmede de beoordeling van de resultaten van het onderzoek; examen het masterexamen van de opleiding; semester deel van het studiejaar, beginnend op 1 september en eindigend op een door het College van Bestuur te bepalen datum omstreeks 31 januari, dan wel beginnend op vorenbedoelde door het College van Bestuur te bepalen datum en eindigend op omstreeks 31 augustus. De overige begrippen hebben de betekenis die de wet daaraan toekent. Artikel 3 Doel van de opleiding De master Rechtswetenschap en Onderzoek: Functionaliteit van het Recht biedt een opleiding voor onderzoeksfuncties op het terrein van het recht, zowel voor functies binnen de universiteit als elders in de samenleving. De doelstellingen in eindtermen en competenties zijn: a. beschikken over een grondige kennis van (ten minste een deel van) het vakgebied en een bijdrage kunnen leveren aan dit vakgebied door vertrouwdheid met de nieuwste theorieën, interpretaties en methoden en technieken; b. in staat zijn de structuur van het vakgebied en de samenhang tussen de deelgebieden te begrijpen; c. in staat zijn de wijze waarop waarheidsvinding en theorievorming in beweging is, te volgen en te interpreteren; d. vaardigheid bezitten in het toepassen van methoden en technieken bij het zelfstandig uitvoeren van een onderzoek:
232
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING MASTER FUNCTIONALITEIT VAN HET RECHT (ONDERZOEKSMASTER)
e. f. g. h.
i. j. k. § 2 Opbouw van de opleiding
zelfstandig kunnen rapporteren over het onderzoek; begrip hebben van het gebruik van onderzoeksuitkomsten voor het ontwikkelen van geavanceerde ideeën en praktijktoepassingen; het vermogen hebben actief te participeren in een onderzoeksgroep ten behoeve van de uitvoering van een wetenschappelijk project; op het gekozen specialisatiegebied kunnen deelnemen aan het wetenschappelijk debat en in staat zijn een wetenschappelijk probleem zowel schriftelijk als mondeling overtuigend te presenteren; blijk geven van originaliteit en creativiteit in de behandeling van een vakgebied; in staat zijn op ten minste een deelgebied van discipline een oorspronkelijke bijdrage aan de kennis te leveren door middel van een afstudeerthesis; zelfstandig een onderzoeksvoorstel kunnen formuleren.
Artikel 4 Studielast De opleiding heeft een studielast van 120 European Credits (EC), waarbij één EC gelijk staat aan 28 uren studie. Artikel 5 Samenstelling programma lid 1 Het programma omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast 1. Aansprakelijkheid (6 ec) 2. Afstudeerproject: taal (1 ec) 3. Afstudeerproject: vaardigheden (2 ec) 4. Afstudeerthesis (20 ec) 5. Domeinseminaar (6 ec) 6. Domeinvak 1 (6 ec) 7. Domeinvak 2 (6 ec) 8. Domeinvak 3 (6 ec) 9. Lawmaking in the European Union (5 ec) 10. Evaluatieonderzoek (6 ec) 11. Geschilbeslechting (6 ec) 12. Interdisciplinary Approaches to the Study of Law (5 ec) 13. Normering (6 ec) 14. Organisatie (6 ec) 15. Rechtsfilosofie 3 (Wetenschapsleer) (5 ec) 16. Rechtsvergelijking en Rechtsculturen (5 ec) 17. Rechtsfilosofie 1 (reflectie op rechtsvinding) (5 ec) 18. Taal (4 ec) 19/20. Twee vakken te kiezen uit de drie volgende vakken: (10 ec) a. Seminaar Recht en Literatuur b. Geschiedenis van de Europese Rechtswetenschap c. Law and Economics 21. Vaardigheden (4 ec) Totaal (120 ec) lid 2 Voor een aantal van bovengenoemde onderdelen kan de voertaal Engels zijn. lid 3 Vervallen lid 4 De domeinvakken moeten gekozen worden uit juridische mastervakken van de Groningse juridische masteropleidingen, of van andere Nederlandse of buitenlandse geaccrediteerde juridische masteropleidingen. lid 5 Deze vakken behoeven de goedkeuring van de examencommissie. De Examencommissie bepaalt tevens het aantal toe te rekenen studiepunten en behoudt zich het recht voor om aan een vak minder studiepunten toe te kennen indien het vak overlap vertoont met een ander vak van de opleiding.
233
STUDIEGIDS 2006-2007
lid 6
lid 7
Een student kan de Examencommissie toestemming vragen een of meer onderdelen van de opleiding af te leggen aan een buitenlandse juridische faculteit. In OCASYS 2006-2007 worden de inhoud en de onderwijsvorm van de verplichte onderdelen van de onderscheiden programma’s nader omschreven, onder vermelding van de voorkennis, die noodzakelijk of gewenst is om aan het desbetreffende onderdeel te kunnen deelnemen.
Artikel 6 Practica lid 1 De volgende onderdelen, als genoemd in art. 5 omvatten, naast het onderwijs in de vorm van (hoor)colleges, een practicum: 1. Domeinseminaar 2. Evaluatieonderzoek 3. Rechtsfilosofie 3 (Wetenschapsleer) Seminaar Recht en Literatuur (optioneel) 4. Vaardigheden lid 2 Met betrekking tot de in lid 1 genoemde onderdelen geldt het met voldoende resultaat deelnemen aan het desbetreffende practicum als het behalen van het tentamen. lid 3 De beoordeling van de in lid 1 genoemde onderdelen wordt hetzij in een cijfer, hetzij in een onvoldoende of voldoende weergegeven. § 3 Tentamens en examen van de opleiding
Artikel 7 Algemeen Het oordeel over een onderdeel is voldoende dan wel onvoldoende, in cijfers uitgedrukt: 6 of hoger, respectievelijk 5 of lager. Artikel 8 Thesis lid 1 De afstudeerthesis moet een oorspronkelijke bijdrage leveren aan de kennis en in die zin vernieuwend zijn; de thesis moet een rechtsgebiedoverstijgende en/of een juridischempirische benadering van het afstudeeronderwerp bevatten; de thesis moet goed beargumenteerd en publicabel zijn; de thesis moet aansluiten bij een van de onderzoekslijnen van de onderzoekschool; de thesis moet kunnen resulteren in een onderzoeksvoorstel. lid 2 De student meldt zich bij de wetenschappelijk directeur van de onderzoekschool om tijdens een algemene intake te overleggen in welke onderzoekslijn zijn thesis wordt ondergebracht. Het onderwerp van de thesis wordt door de student nader bepaald in overleg met een kerndocent van het themavak van zijn interesse. lid 3 De student wordt begeleid door de kerndocent en door een tweede (dagelijkse) begeleider. lid 4 De afstudeerthesis wordt beoordeeld door de kerndocent, de dagelijkse begeleider en een onderzoeker uit de betrokken CRBS-onderzoeksgroep die niet bij de begeleiding betrokken is geweest. lid 5 De beoordeling van de thesis gebeurt mede op basis van een mondelinge presentatie voor onderzoekers van de onderzoeksgroep . Artikel 9 Tijdvakken en frequentie tentamens lid 1 Met uitzondering van de seminaars wordt voor de vakken genoemd in paragraaf 2 jaarlijks tenminste één tentamenmogelijkheid en één herkansingsmogelijkheid geboden. lid 2 De beide tentamens van een vak – aangeduid als tentamen en hertentamen – worden afgenomen in de tentamenperiode van het semester waarin het onderwijs van het vak wordt verzorgd.
234
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING MASTER FUNCTIONALITEIT VAN HET RECHT (ONDERZOEKSMASTER)
lid 3
lid 4
lid 5 lid 6
In afwijking van lid 2 geldt voor alle vakken met een tussentoets of een tentamen halverwege het semester (= de eerste tentamenperiode van het semester) dat het gelijknamige tentamen respectievelijk hertentamen plaatsvindt in de tweede tentamenperiode van hetzelfde semester. De examencommissie kan in buitengewone gevallen van dwingende aard toestemming verlenen op andere dan reguliere tijdstippen tentamens af te leggen. De examencommissie kan in buitengewone gevallen toestemming verlenen voor een extra schriftelijk danwel mondeling tentamen. De examencommissie kan aan een student die in verband met bestuurlijke werkzaamheden niet kan deelnemen aan een tentamen, toestemming verlenen om een tentamen af te leggen op een tijdstip vast te stellen in overleg met de betrokken docent. Studentbestuurders die hiervoor in aanmerking komen zijn: de leden van het faculteitsbestuur de leden van de faculteitsraad de rechtenstudenten die lid zijn van de universiteitsraad de leden van de Vaste Commissie voor het Onderwijs de leden van het JFV-bestuur (maximaal: 6 personen) Daarnaast kunnen ter beoordeling aan de examencommissie student-leden van ad hoc commissies en bestuursleden van facultaire studentenverenigingen, indien de bijdrage daaraan een vergelijkbare inspanning vergt als de bovengenoemde bestuursfuncties, voor de regeling in aanmerking komen. De extra tentamenmogelijkheid kan geboden worden voor maximaal een vak per semester en voor ten hoogste twee vakken per jaar. Een verzoek om voor deze afwijkende tentamenregeling in aanmerking te komen moet tijdig en in ieder geval voor aanvang van de tentamenperiode van het semester waarin studievertraging dreigt worden ingediend via de studieadviseur.
Artikel 10 Vorm van de tentamens lid 1 Ten aanzien van de tentamens van de vakken zoals genoemd in paragraaf 2 wordt in de vakomschrijvingen aangegeven of het betreffende vak schriftelijk, mondeling of op andere wijze kan worden afgelegd. lid 2 Op verzoek van de student, in buitengewone gevallen van dwingende aard, kan de examencommissie toestaan dat een tentamen op een andere wijze dan in de vakomschrijving is aangegeven wordt afgelegd. lid 3 Aan studenten met een functiestoornis wordt de gelegenheid geboden de tentamens op een zoveel mogelijk aan hun individuele handicap aangepaste wijze af te leggen. De examencommissie wint zo nodig deskundig advies in alvorens te beslissen. lid 4 De beoordeling van scripties en van de deelname aan onderzoeksprojecten, stages, seminaars en andere praktische oefeningen vindt plaats door de examinatoren op door hen te bepalen wijze. Artikel 11 Mondelinge tentamens lid 1 Mondeling wordt niet meer dan één persoon tegelijk getentamineerd, tenzij de examencommissie anders heeft bepaald. lid 2 Een mondeling tentamen wordt bij voorkeur door twee docenten afgenomen. Artikel 12 Vervalt. Artikel 13 Vaststelling en bekendmaking tentamenuitslag lid 1 De examinator stelt de uitslag van het tentamen vast.
235
STUDIEGIDS 2006-2007
lid 2
lid 3
lid 3a
lid 4
lid 5
De Tentamen- en examenadministratie van de Faculteit draagt zorg voor de bekendmaking van de uitslagen van schriftelijke tentamens op het publicatiebord en via Progress.www. Bekendmaking van de uitslag door de Tentamen- en examenadministratie geschiedt a. bij vakken genoemd in lid 4 en 5 van art. 18 master OER, niet later dan drie weken na de tentamendatum; b. bij de overige vakken vanaf de vierde werkdag tot uiterlijk op de negende werkdag na de tentamendatum (de dagen tussen 26 december en 1 januari worden in dit verband niet aangemerkt als werkdagen). In afwijking van het bepaalde in lid 2 stelt de examinator terstond na het afnemen van een mondeling tentamen de uitslag vast en reikt de student een desbetreffende schriftelijke verklaring uit. In afwijking van het bepaalde in lid 2 stelt de examinator de uitslag van een tentamen dat in de vorm van een werkstuk wordt afgelegd vast binnen een redelijke termijn na het inleveren van het werkstuk. Deze termijn bedraagt in ieder geval niet meer dan 20 werkdagen. De examinator verstrekt de student zo spoedig mogelijk een schriftelijke verklaring omtrent de uitslag van het tentamen. Met inachtneming van het bepaalde in lid 3a bepaalt de Examencommissie ten aanzien van een op andere wijze dan mondeling of schriftelijk af te leggen tentamen tevoren op welke wijze en binnen welke termijn de student een schriftelijke verklaring uitgereikt krijgt. Op de schriftelijke verklaring van de uitslag van een in lid 2,3 of 3a genoemd tentamen, wordt de student gewezen op het inzagerecht, bedoeld in artikel 15 lid 3, alsmede op de beroepsmogelijkheid bij het College van Beroep voor de Examens. Ten aanzien van de uitslagen van schriftelijke tentamens zoals bedoeld in lid 2, wordt de uitslag die door de Tentamen- en examenadministratie wordt opgehangen op het publicatiebord aangemerkt als schriftelijke verklaring zoals bedoeld in art. 7.11 lid 1 WHW.
Artikel 14 Geldigheidsduur lid 1 De geldigheidsduur van behaalde onderdelen is onbeperkt. lid 2 In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan de examencommissie voor een onderdeel, waarvan het tentamen langer dan 8 jaar geleden is behaald, een aanvullend dan wel vervangend tentamen opleggen, alvorens de student wordt toegelaten tot het afleggen van het desbetreffende examen. Artikel 15 Nabespreking lid 1 Indien een tentamen schriftelijk is afgenomen, dient de tentamenopgave na afloop van het tentamen aan de student ter beschikking te worden gesteld, uiterlijk op het in lid 3 bedoelde tijdstip. lid 2 Elk tentamenformulier wordt op zodanige wijze voorzien van informatie omtrent tijdstip, plaats en wijze van inzien, (eventueel) afhalen en bespreken van het gemaakte tentamen, dat de student deze informatie na afloop van het tentamen kan meenemen. Tevens wordt op (de bijlage bij) het tentamenformulier vermeld dat tegen beschikkingen van examinatoren binnen 4 weken beroep open staat bij het college van beroep voor de examens ex artikel 7.60 WHW. lid 3 De betrokken docent stelt tijdstip en plaats vast waarop hetzij: a. het gemaakte tentamen aan de deelnemers ter inzage wordt gegeven en een algemene bespreking van het tentamen plaatsvindt, hetzij b. het gemaakte tentamen met standaard-antwoorden aan de deelnemers ter inzage wordt gegeven danwel wordt uitgereikt. Het in de aanhef bedoelde tijdstip valt (I) niet later dan een week na de bekendmaking van de tentamenuitslag en (II) zo mogelijk niet later dan vier
236
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING MASTER FUNCTIONALITEIT VAN HET RECHT (ONDERZOEKSMASTER)
lid 4
lid 5
lid 6
lid 7 lid 8 lid 9
lid 10
werkdagen voor het herhalingstentamen. Voor tentamens van het tweede semester kan van het onder I) genoemde tijdstip worden afgeweken en kan dit vallen in de periode rond de aanvang van het aansluitende eerste semester. Op het in lid 3 bedoelde tijdstip worden de tentamens door leden van de verantwoordelijke vakgroep aan de deelnemers uitgereikt, op zodanige wijze, dat in ieder geval controle plaatsvindt op naam, collegekaartnummer of inschrijfnummer bij het inzien of meenemen van het tentamen. De betrokken docent biedt de mogelijkheid voor individuele bespreking van het gemaakte tentamen, hetzij aansluitend op het in lid 3 bedoelde tijdstip, hetzij op een dag erna. Vindt individuele bespreking niet aansluitend op het in lid 3 bedoelde tijdstip plaats, maar op een later tijdstip dan mag de docent het gemaakte tentamenwerk van de studenten die aan een individuele bespreking wensen deel te nemen innemen tot dit latere tijdstip. In geval de student zijn tentamen wenst mee te nemen en hiervoor het cijfer 5 is behaald, betreft dit een kopie van het origineel. Een student die, zonder voorafgaand bericht van verhindering dat op redelijke gronden berust, niet op het in lid 3 bedoelde tijdstip op de aldaar bedoelde plaats aanwezig is geweest, heeft geen recht op nabespreking als bedoeld in de leden 3 en 5. Bespreking moet gericht zijn op het duidelijk maken van onjuistheden of gebreken in een door de student gegeven antwoord. Het is de student toegestaan tijdens de bespreking aantekeningen te maken voorzover dit niet gebeurt op het gemaakte tentamen. Voor zover gecorrigeerd tentamenwerk door de deelnemers mag worden meegenomen, dient de docent na afloop van het in lid 3 bedoelde tijdstip nog eenmaal de gelegenheid te bieden om gemaakt tentamenwerk af te halen. Ook dan worden de tentamens door leden van de verantwoordelijke vakgroep aan de deelnemers uitgereikt, op zodanige wijze dat in ieder geval controle plaatsvindt op naam, collegekaartnummer en/of inschrijfnummer bij het meenemen. Een deelnemer aan een tentamen heeft de mogelijkheid om het door hem gemaakte tentamen op het in lid 3 respectievelijk lid 9 bedoelde tijdstip af te laten halen door een ander. Die ander dient dan te beschikken over het inschrijfnummer en een legitimatiebewijs van de deelnemer.
Artikel 16 Vrijstelling van tentamens lid 1 De Examencommissie kan de student op diens verzoek, gehoord de desbetreffende examinator, vrijstelling verlenen van een tentamen, indien de student een qua inhoud en niveau overeenkomstig onderdeel van een universitaire juridische masteropleiding heeft voltooid. lid 2 Een verzoek tot vrijstelling van het afleggen van een tentamen wordt schriftelijk ingediend bij de examencommissie. lid 3 De examencommissie beschikt binnen zes weken na ontvangst van het verzoek. Bij de berekening van deze termijn worden de academische vakanties buiten beschouwing gelaten. Artikel 17 Examen (uitreiking van het getuigschrift) lid 1 Tot het afleggen van de examens wordt tenminste driemaal per jaar de gelegenheid geboden. lid 2 De Examencommissie stelt de uitslag van het examen vast op verzoek van de student. Bij de beoordeling van de uitslag van het examen gaat de Examencommissie uit van de gegevens over de afgelegde examenonderdelen
237
STUDIEGIDS 2006-2007
zoals deze geregistreerd staan in de facultaire administratie, behoudens tegenbewijs van de student. Artikel 18 Graad lid 1 Aan degene die het examen met goed gevolg heeft afgelegd, wordt de graad verleend van Master of Laws (LL.M), voor binnenlands gebruik blijft de titel Meester in de Rechten (mr.) ook gehandhaafd. Op de masterbul wordt hierbij de aantekening Master of Laws in legal Research (LL.M) gemaakt. lid 2 De verleende graad wordt op het getuigschrift van het examen aangetekend. § 4 Toelating
Artikel 19 Toelatingsbewijs lid 1 Tot de opleiding heeft toegang de student die in het bezit is van een toelatingsbewijs. lid 2 Een toelatingsbewijs wordt door de toelatingscommissie als bedoeld in artikel 21 verstrekt aan de student die aan de toelatingseisen voldoet. lid 3 Aan het toelatingsbewijs kunnen nadere voorwaarden zijn verbonden. Aan die voorwaarden moet zijn voldaan voordat aan de opleiding wordt begonnen. lid 4 Als de student een toelatingsbewijs heeft ontvangen voor de opleiding wordt door hem of haar een onderwijsprogramma opgesteld dat door de examencommissie voor het begin van de opleiding moet worden goedgekeurd. De studieadviseur kan de student bij het samenstellen van het programma adviseren, waarbij hij overleg pleegt met de directeur van de onderzoekschool. Artikel 20 Toelatingseisen Een student die wil worden toegelaten dient in ieder geval te voldoen aan de volgende toelatingseisen; het bezit van een juridisch WO-bachelordiploma of uitzicht hebben op het behalen van dit diploma voor de daadwerkelijke aanvang van de opleiding, d.w.z. bij aanmelding voor de opleiding minimaal 130 ec (w.o. in ieder geval het propedeutisch examen) hebben behaald van het betreffende bachelorexamen. Bij aanvang van de opleiding dient de bacheloropleiding te zijn afgerond. voldoende kennis van de Engelse taal. het bezit van voldoende kennis, inzicht en vaardigheden voor de opleiding tot juridisch onderzoeker. talent voor het volgen van de opleiding. Artikel 21 Toelatingscommissie Voor de uitvoering van de beoordeling of een student aan de toelatingseisen voldoet, stelt het Faculteitsbestuur een toelatingscommissie in. In deze commissie hebben drie leden zitting, onder wie de directeur van de Onderzoekschool. De commissie kiest uit haar midden een voorzitter en wordt bijgestaan door een ambtelijk secretaris. Artikel 22 Toelatingsprocedure lid 1 Een student meldt zich aan voor de toelatingsprocedure door het inzenden van de volgende documenten: een ingevuld inschrijfformulier een curriculum vitae; een overzicht van alle tot dan toe behaalde studieresultaten (d.w.z. inclusief de cijfers voor tentamens waarvoor de student niet is geslaagd) in de bacheloropleiding die wordt gevolgd en/of een andere gevolgde universitaire opleiding; een brief waarin de student uiteen zet waarom hij deze opleiding wil volgen, uitgaande van de eigen verwachtingen, interesses en ambities;
238
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING MASTER FUNCTIONALITEIT VAN HET RECHT (ONDERZOEKSMASTER)
-
lid 2
lid 3
lid 4
lid 5
lid 6
lid 7 lid 8 lid 9
§ 5 Studiebegeleiding
(desgewenst) schriftelijke resultaten van eerder verricht onderzoek, zoals wetenschappelijke artikelen; een of meer persoonlijke referenties door ter zake deskundigen; (desgewenst) andere documenten die naar het oordeel van de student kunnen bijdragen aan een goed beeld van zijn/haar geschiktheid voor het volgen van de opleiding. Belangstellenden dienen zich voor 1 mei (start opleiding 1 september daaropvolgend) respectievelijk 1 september (start opleiding 1 februari daaropvolgend) aan te melden. Als aanbevelingen van ter zake deskundigen gelden schriftelijke berichten van door de toelatingscommissie als deskundig beschouwde personen, die een bruikbaar en betrouwbaar beeld geven van de geschiktheid van de student met betrekking tot deelname aan de opleiding. Op grond van het ingestuurde schriftelijke materiaal bepaalt de toelatingscommissie of de student wordt opgeroepen voor een gesprek met de toelatingscommissie. Indien dat niet het geval is, wordt dit, met een motivering, aan de student meegedeeld. De toelatingscommissie kan aanvullend schriftelijk materiaal (scriptie, paper, werkstuk) opvragen. Onderdeel van het toelatingsgesprek kan een door de student te verzorgen voordracht van 10-20 minuten over een door de student te kiezen en bij de specialisatie passend wetenschappelijk onderwerp zijn. Voor studenten die in het buitenland wonen, kan het toelatingsgesprek worden voorafgegaan door een telefoongesprek met een van de leden van de toelatingscommissie. Dit gesprek dient om de student te adviseren of overkomst voor een toelatingsgesprek zinvol is. Uiterlijk op 1 juli respectievelijk 1 januari wordt aan de student bericht verstuurd of aan hem/haar een (voorlopig) toelatingsbewijs wordt verstrekt. De toelatingscommissie neemt de beslissingen over de toelating namens het Faculteitsbestuur. Tegen de beslissingen van de toelatingscommissie kan beroep worden aangetekend bij het College van Bestuur van de Rijksuniversiteit Groningen.
Artikel 23 Studievoortgangadministratie Het faculteitsbestuur draagt zorg voor een zodanige registratie van de studieresultaten, dat tenminste twee maal per jaar aan elke student een overzicht verschaft kan worden van de door hem behaalde resultaten in relatie tot het onderwijs- en examenprogramma van de opleiding. Artikel 24 Studiebegeleiding lid 1 Het Faculteitsbestuur draagt zorg voor studiebegeleiding van de studenten, die voor de opleiding zijn ingeschreven, mede ten behoeve van hun oriëntatie op mogelijke studiewegen in en buiten de opleiding. lid 2 De faculteit draagt zorg voor voldoende begeleiding van de student tijdens zijn opleiding, en schenkt daarbij in het bijzonder aandacht aan mogelijke aanpassingen in het belang van de aansluiting van het gekozen programma op een eventuele onderzoekersopleiding of de beroepsuitoefening binnen of buiten de universiteit. lid 3 Aan het einde van het eerste jaar van de opleiding ontvangt de student een advies m.b.t. het vervolg van de opleiding.
239
STUDIEGIDS 2006-2007
§ 6 Overgangsen slotbepalingen
Artikel 25 Wijziging lid 1 Wijzigingen van deze regeling worden door het Faculteitsbestuur, gehoord de opleidingscommissie(s) en na overleg met de Faculteitsraad, bij afzonderlijk besluit vastgesteld. De wijzigingen worden op de facultaire website gepubliceerd. lid 2 Een wijziging van deze regeling heeft geen betrekking op het lopende studiejaar, tenzij de belangen van de studenten daardoor redelijkerwijs niet worden geschaad. lid 3 Een wijziging kan voorts niet ten nadele van studenten van invloed zijn op: a. een goedkeuring die krachtens art. 5 lid 5 is verleend; b. enige andere beslissing, die krachtens deze regeling is genomen ten aanzien van een student. Artikel 26 Bekendmaking lid 1 Het Faculteitsbestuur draagt zorg voor een passende bekendmaking van deze regeling, van de regelingen en richtlijnen die door de Examencommissie zijn vastgesteld, alsmede van elke wijziging van deze stukken. lid 2 Elke belangstellende kan op het Faculteitsbureau een exemplaar van de in het eerste lid bedoelde stukken verkrijgen. Artikel 27 Inwerkingtreding Deze regeling treedt in werking op 1 september 2006. Aldus vastgesteld bij besluit van het bestuur van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid in haar vergadering van 21 juni 2006. De Faculteitsraad heeft haar instemming verleend in haar vergadering van 30 juni 2006.
240
27 Onderwijs- en Examenregeling Master Nederlands Recht, Duale variant (Togamaster) § 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing op het onderwijs en de examens van de masteropleiding Nederlands Recht, Duale variant (Togamaster), verder te noemen: de opleiding. De opleiding wordt verzorgd binnen de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Rijksuniversiteit Groningen, hierna te noemen: de faculteit. Artikel 2 Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: de wet de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek; student degene die is ingeschreven aan de universiteit voor het volgen van het onderwijs en/of het afleggen van de tentamens en het examen van de opleiding; onderdeel een onderwijseenheid van de opleiding, in de zin van de wet; practicum/seminaar een praktische oefening, als bedoeld in art. 7.13 van de wet. De zelfwerkzaamheid van de student staat centraal, meestal tot uitdrukking komend in een referaat en/of paper, in een van de volgende vormen of combinatie daarvan: - het maken van een scriptie, - het maken van een werkstuk of een proef, - het uitvoeren van een onderzoeksopdracht, - het deelnemen aan veldwerk of een excursie, - het doorlopen van een stage, - of het deelnemen aan een andere onderwijsleeractiviteit, die gericht is op het bereiken van bepaalde vaardigheden. examen het masterexamen van de opleiding; semester deel van het studiejaar, beginnend op 1 september en eindigend op een door het College van Bestuur te bepalen datum omstreeks 31 januari, dan wel beginnend op vorenbedoelde door het College van Bestuur te bepalen datum en eindigend op 31 augustus. De overige begrippen hebben de betekenis die de wet daaraan toekent. Artikel 3 Doel van de opleiding De togamaster Nederlands Recht is gericht op: a. verdieping en specialisatie van de in de bachelorfase verworven kennis, inzichten en samenhang in het recht, in het bijzonder het Nederlands Recht; b. verdere ontwikkeling van de in de bachelorfase verworven academische en juridische vaardigheden, met name op het werkgebied van de Togaberoepen; c. leren toepassen van kennis en inzicht, o.a. in een stage, zodanig dat zelfstandig juridische problemen kunnen worden opgelost en een eigen bijdrage kan worden geleverd aan de rechtsvorming; d. leren zelfstandig juridisch onderzoek te doen en deel te nemen aan het juridisch debat; e. oriëntatie op een toekomstige loopbaan; f. verdieping van de juridische kennis door vanuit de praktijk de theorie te bestuderen; g. ontwikkeling van diverse sociale vaardigheden die voor de juridische praktijk van belang zijn;
241
STUDIEGIDS 2006-2007
h.
§ 2 Opbouw van de opleiding
het verkrijgen van inzicht in de belangrijkste kenmerken en het functioneren van het betreffende Togaberoep.
Artikel 4 Studielast De opleiding heeft een studielast van 60 European Credits (EC), waarbij één EC gelijk staat aan 28 uren studie. Artikel 5 Samenstelling programma lid 1 Het programma omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast 1. Hoofdvak 1 Nederlands Recht 6 ec 2. Hoofdvak 2 Nederlands Recht 6 ec 3. Hoofdvak 3 Nederlands Recht 6 ec 4. Hoofdvak 4 Nederlands Recht 6 ec 5. Seminaar Rechtspleging 12 ec 6. Scriptie 13 ec 7. Stage 11 ec Totaal 60 ec lid 2 De hoofdvakken als genoemd in lid 1, 1 tot en met 4, moeten allen afkomstig zijn uit dezelfde specialisatie Nederlands Recht (Privaatrecht, Staats-en Bestuursrecht, Bedrijfsrecht of Strafrecht). De student dient vier van de zes bij deze specialisatie voorgeschreven vakken te kiezen lid 3 Een student kan de Examencommissie toestemming vragen een of meer van de hoofdvakken als genoemd in lid 1 af te leggen aan een andere Nederlandse of buitenlandse geaccrediteerde juridische masteropleiding. lid 4 De inhoud van de verplichte onderdelen van de onderscheiden programma’s wordt nader omschreven in de vakomschrijvingen in OCASYS 2006-2007, onder vermelding van de voorkennis, die gewenst is om aan het desbetreffende onderdeel met goed gevolg te kunnen deelnemen. lid 5 De inhoud van de stage en de van toepassing zijnde uitvoeringsregelingen met betrekking tot de stage zijn nader omschreven in het Stagereglement Togamaster. Artikel 6 Seminaar lid 1 Het seminaar Rechtspleging, als genoemd in art. 5 omvat, naast het onderwijs in de vorm van (hoor)colleges, een practicum in de daarbij aangegeven vorm en van de daarbij vermelde omvang. lid 2 Met betrekking tot de in lid 1 genoemde onderdelen geldt het met voldoende resultaat deelnemen aan het desbetreffende practicum als het behalen van het tentamen. lid 3 De beoordeling van het in lid 1 genoemde onderdeel wordt hetzij in een cijfer, hetzij in een onvoldoende of voldoende weergegeven.
§ 3 Tentamens en examen van de opleiding
Artikel 7 Algemeen Het oordeel over een onderdeel is voldoende dan wel onvoldoende, in cijfers uitgedrukt: 6 of hoger is voldoende, 5 of lager is onvoldoende. Artikel 8 Scriptie lid 1 Voordat de student aan de scriptie begint dient het onderwerp te worden besproken met en goedgekeurd door de coördinator van de Togamaster, in overleg met de begeleidende docent. Het onderwerp van de scriptie heeft een verbinding met de stageperiode.
242
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING MASTER NEDERLANDS RECHT, DUALE VARIANT (TOGAMASTER)
Artikel 9 Tijdvakken en frequentie tentamens lid 1 Met uitzondering van de seminaars wordt voor de vakken genoemd in paragraaf 2 jaarlijks tenminste één tentamenmogelijkheid en één herkansingsmogelijkheid geboden. lid 2 De beide tentamens van een vak – aangeduid als tentamen en hertentamen – worden afgenomen in de tentamenperiode van het semester waarin het onderwijs van het vak wordt verzorgd. lid 3 In afwijking van lid 2 geldt voor alle vakken met een tussentoets of een tentamen halverwege het semester (= de eerste tentamenperiode van het semester) dat het gelijknamige tentamen respectievelijk hertentamen plaatsvindt in de tweede tentamenperiode van hetzelfde semester. lid 4 De examencommissie kan in buitengewone gevallen van dwingende aard toestemming verlenen op andere dan reguliere tijdstippen tentamens af te leggen. lid 5 De examencommissie kan in buitengewone gevallen toestemming verlenen voor een extra schriftelijk danwel mondeling tentamen. lid 6 De examencommissie kan aan een student die in verband met bestuurlijke werkzaamheden niet kan deelnemen aan een tentamen, toestemming verlenen om een tentamen af te leggen op een tijdstip vast te stellen in overleg met de betrokken docent. Studentbestuurders die hiervoor in aanmerking komen zijn: de leden van het faculteitsbestuur de leden van de faculteitsraad de rechtenstudenten die lid zijn van de universiteitsraad de leden van de Commissie Kwaliteitszorg de leden van het JFV-bestuur (maximaal: 6 personen) Daarnaast kunnen ter beoordeling aan de examencommissie student-leden van ad hoc commissies en bestuursleden van facultaire studentenverenigingen, indien de bijdrage daaraan een vergelijkbare inspanning vergt als de bovengenoemde bestuursfuncties, voor de regeling in aanmerking komen. De extra tentamenmogelijkheid kan geboden worden voor maximaal een vak per semester en voor ten hoogste twee vakken per jaar. Een verzoek om voor deze afwijkende tentamenregeling in aanmerking te komen moet voorafgaand aan het semester waarin studievertraging dreigt worden ingediend via de studieadviseur. Artikel 10 Vorm van de tentamens lid 1 Ten aanzien van de tentamens van de vakken zoals genoemd in paragraaf 2 wordt in de vakomschrijvingen, zoals opgenomen in OCASYS 2006-2007 aangegeven of het betreffende vak schriftelijk, mondeling of op andere wijze kan worden afgelegd. lid 2 Op verzoek van de student, in buitengewone gevallen van dwingende aard, kan de examencommissie toestaan dat een tentamen op een andere wijze dan in de vakomschrijving is aangegeven wordt afgelegd. lid 3 Aan studenten met een functiestoornis wordt de gelegenheid geboden de tentamens op een zoveel mogelijk aan hun individuele handicap aangepaste wijze af te leggen. De examencommissie wint zo nodig deskundig advies in alvorens te beslissen. lid 4 De beoordeling van scripties en van de deelname aan onderzoeksprojecten, stages, seminaars en andere praktische oefeningen vindt plaats door de examinatoren op door hen te bepalen wijze.
243
STUDIEGIDS 2006-2007
Artikel 11 Mondelinge tentamens lid 1 Mondeling wordt niet meer dan één persoon tegelijk getentamineerd, tenzij de examencommissie anders heeft bepaald. lid 2 Het mondeling afnemen van een tentamen geschiedt bij voorkeur door twee docenten. Artikel 12 Vervalt. Artikel 13 Stage lid 1 De opleiding omvat een stage die in twee delen is te onderscheiden: Kennismakingsstage en Leerstage. lid 2 De Kennismakingsstage omvat een periode van in totaal twee maanden, waarbinnen bij elk van de drie deelnemende organisaties een kennismakingsstage van acht dagen wordt gelopen.De nadere regeling hiervan is opgenomen in het Stagereglement Togamaster. lid 3 De Leerstage omvat een periode van vijf maanden, waarbinnen stage wordt gelopen bij een van de deelnemende organisaties. De nadere regeling hiervan is opgenomen in het Stagereglement Togamaster lid 4 Voor de plaatsing van stagiaires geldt voor beide stages een Plaatsingsprocedure. Deze procedure is opgenomen in het Plaatsingsreglement Togamaster.
Artikel 14 Vaststelling en bekendmaking tentamenuitslag lid 1 De examinator stelt de uitslag van het tentamen vast. lid 2 De Tentamen- en Examenadministratie van de faculteit draagt zorg voor de bekendmaking van de uitslagen van schriftelijke tentamens op het publicatiebord en via Progress.www. Bekendmaking van de uitslag door de Tentamen- en Examenadministratie geschiedt: a. bij vakken genoemd in lid 4 en 5 van art. 18 master OER, niet later dan drie weken na de tentamendatum; b. bij de overige vakken vanaf de vierde werkdag tot uiterlijk op de negende werkdag na de tentamendatum (de dagen tussen 26 december en 1 januari worden in dit verband niet aangemerkt als werkdagen). lid 3 In afwijking van het bepaalde in lid 2 stelt de examinator terstond na het afnemen van een mondeling tentamen de uitslag vast en reikt de student een desbetreffende schriftelijke verklaring uit. lid 3a In afwijking van het bepaalde in lid 2 stelt de examinator de uitslag van een tentamen dat in de vorm van een werkstuk wordt afgelegd vast binnen een redelijke termijn na het inleveren van het werkstuk. Deze termijn bedraagt in ieder geval niet meer dan 20 werkdagen. De examinator verstrekt de student zo spoedig mogelijk een schriftelijke verklaring omtrent de uitslag van het tentamen. lid 4 Met inachtneming van het bepaalde in lid 3a bepaalt de Examencommissie ten aanzien van een op andere wijze dan mondeling of schriftelijk af te leggen tentamen tevoren op welke wijze en binnen welke termijn de student een schriftelijke verklaring uitgereikt krijgt. lid 5 Op de schriftelijke verklaring van de uitslag van een in lid 2,3 of 3a genoemd tentamen, wordt de student gewezen op het inzagerecht, bedoeld in artikel 16 lid 3, alsmede op de beroepsmogelijkheid bij het college van beroep voor de examens. Ten aanzien van de uitslagen van schriftelijke tentamens zoals bedoeld in lid 2, wordt de uitslag die door de Tentamen- en Examenadministratie wordt opgehangen op het publicatiebord aangemerkt als schriftelijke verklaring zoals bedoeld in art. 7.11 lid 1 WHW.
244
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING MASTER NEDERLANDS RECHT, DUALE VARIANT (TOGAMASTER)
Artikel 15 Geldigheidsduur lid 1 De geldigheidsduur van behaalde onderdelen is onbeperkt. lid 2 In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan de examencommissie voor een onderdeel, waarvan het tentamen langer dan 8 jaar geleden is behaald, een aanvullend dan wel vervangend tentamen opleggen, alvorens de student wordt toegelaten tot het afleggen van het desbetreffende examen. Artikel 16 Nabespreking lid 1 Indien een tentamen schriftelijk is afgenomen, dient de tentamenopgave na afloop van het tentamen aan de student ter beschikking te worden gesteld, uiterlijk op het in lid 3 bedoelde tijdstip. lid 2 Elk tentamenformulier wordt op zodanige wijze voorzien van informatie omtrent tijdstip, plaats en wijze van inzien, (eventueel) afhalen en bespreken van het gemaakte tentamen, dat de student deze informatie na afloop van het tentamen kan meenemen. Tevens wordt op (de bijlage bij) het tentamenformulier vermeld dat tegen beschikkingen van examinatoren binnen 4 weken beroep open staat bij het college van beroep voor de examens ex artikel 7.60 WHW lid 3 De betrokken docent stelt tijdstip en plaats vast waarop hetzij: a. het gemaakte tentamen aan de deelnemers ter inzage wordt gegeven en een algemene bespreking van het tentamen plaatsvindt, hetzij b. het gemaakte tentamen met standaard-antwoorden aan de deelnemers ter inzage wordt gegeven danwel wordt uitgereikt. Bij multiple choice-tentamens of daarmee gelijk te stellen tentamens of tentamenonderdelen kan de docent ervan afzien het gemaakte tentamen aan de deelnemers ter hand te stellen. Het in de aanhef bedoelde tijdstip valt (I) niet later dan een week na de bekendmaking van de tentamenuitslag en (II) zo mogelijk niet later dan vier werkdagen voor het herhalingstentamen. Voor tentamens van het tweede semester kan van het onder I) genoemde tijdstip worden afgeweken en kan dit vallen in de periode rond de aanvang van het aansluitende eerste semester. lid 4 Op het in lid 3 bedoelde tijdstip worden de tentamens door leden van de verantwoordelijke vakgroep aan de deelnemers uitgereikt, op zodanige wijze, dat in ieder geval controle plaatsvindt op naam, collegekaartnummer of inschrijfnummer bij het inzien of meenemen van het tentamen. lid 5 De betrokken docent biedt de mogelijkheid voor individuele bespreking van het gemaakte tentamen, hetzij aansluitend op het in lid 3 bedoelde tijdstip, hetzij op een dag erna. Vindt individuele bespreking niet aansluitend op het in lid 3 bedoelde tijdstip plaats, maar op een later tijdstip dan mag de docent het gemaakte tentamenwerk van de studenten die aan een individuele bespreking wensen deel te nemen innemen tot dit latere tijdstip. In geval de student zijn tentamen wenst mee te nemen en hiervoor het cijfer 5 is behaald, betreft dit een kopie van het origineel. lid 6 Een student die, zonder voorafgaand bericht van verhindering dat op redelijke gronden berust, niet op het in lid 3 bedoelde tijdstip op de aldaar bedoelde plaats aanwezig is geweest, heeft geen recht op nabespreking als bedoeld in de leden 3 en 5. lid 7 Bespreking moet gericht zijn op het duidelijk maken van onjuistheden of gebreken in een door de student gegeven antwoord. lid 8 Het is de student toegestaan tijdens de bespreking aantekeningen te maken voorzover dit niet gebeurt op het gemaakte tentamen.
245
STUDIEGIDS 2006-2007
lid 9
lid 10
Voor zover gecorrigeerd tentamenwerk door de deelnemers mag worden meegenomen, dient de docent na afloop van het in lid 3 bedoelde tijdstip nog eenmaal de gelegenheid te bieden om gemaakt tentamenwerk af te halen. Ook dan worden de tentamens door leden van de verantwoordelijke vakgroep aan de deelnemers uitgereikt, op zodanige wijze dat in ieder geval controle plaatsvindt op naam, collegekaartnummer en/of inschrijfnummer bij het meenemen. Een deelnemer aan een tentamen heeft de mogelijkheid om het door hem gemaakte tentamen op het in lid 3 respectievelijk lid 9 bedoelde tijdstip af te laten halen door een ander. Die ander dient dan te beschikken over het inschrijfnummer en een legitimatiebewijs van de deelnemer.
Artikel 17 Vrijstelling van tentamens lid 1 De Examencommissie kan de student op diens verzoek, gehoord de desbetreffende examinator, vrijstelling verlenen van een tentamen, indien de student een qua inhoud en niveau overeenkomstig onderdeel van een universitaire juridische masteropleiding heeft voltooid. Artikel 18 Examen (uitreiking van het getuigschrift) lid 1 Tot het afleggen van de examens wordt tenminste driemaal per jaar de gelegenheid geboden. lid 2 De Examencommissie stelt de uitslag van het examen vast op verzoek van de student. Bij de beoordeling van de uitslag van het examen gaat de Examencommissie uit van de gegevens over de afgelegde examenonderdelen zoals deze geregistreerd staan in de facultaire administratie, behoudens tegenbewijs van de student. Artikel 19 Graad lid 1 Aan degene die het examen met goed gevolg heeft afgelegd, wordt de graad verleend van Master of Laws (LL.M), voor binnenlands gebruik blijft de titel Meester in de Rechten (mr.) ook gehandhaafd. Op de masterbul wordt hierbij de aantekening Master of Laws in Dutch Law gemaakt. lid 2 De verleende graad wordt op het getuigschrift van het examen aangetekend. § 4 Toelating
Artikel 20 Toelatingsbewijs lid 1 Tot de opleiding heeft toegang de student die in het bezit is van een toelatingsbewijs. lid 2 Een toelatingsbewijs wordt door de toelatingscommissie als bedoeld in artikel 21 verstrekt aan de student die aan de toelatingseisen voldoet. lid 3 Aan het toelatingsbewijs kunnen nadere voorwaarden zijn verbonden. Aan die voorwaarden moet zijn voldaan voordat aan de opleiding wordt begonnen. lid 4 Als de student een toelatingsbewijs heeft ontvangen voor de opleiding wordt door hem of haar een onderwijsprogramma opgesteld dat door de examencommissie voor het begin van de opleiding moet worden goedgekeurd. De studie-adviseur kan de student bij het samenstellen van het programma adviseren. Artikel 21 Toelatingseisen lid 1 Een student die wil worden toegelaten dient in ieder geval te voldoen aan de volgende toelatingseisen: het bezit van een juridisch WO-bachelor diploma Nederlands Recht van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Rijksuniversiteit Groningen. Studenten die nog niet in het bezit zijn van een WO-bachelor diploma Nederlands Recht kunnen solliciteren naar een Togamasterplaats, indien
246
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING MASTER NEDERLANDS RECHT, DUALE VARIANT (TOGAMASTER)
lid 2
lid 3
het propedeutisch examen in de bachelor Nederlands Recht is behaald en de student bij aanvang van de Togamaster niet meer dan 20 ec deficiënt is. De studentenrechtbank en de studieresultaten van de hieronder genoemde vakken mogen niet tot deze deficiëntie behoren. Deze deficiëntie moet binnen 2 aansluitende semesters worden weggewerkt. Indien de student door de toelatingscommissie voor een Togamasterplaats geselecteerd is op grond van de beoordelingscriteria, zal de voorwaardelijke toelating worden omgezet in een definitieve zodra de deficiëntie is opgeheven en het bachelordiploma is behaald. Goede studieresultaten. Als indicatie daarvoor gelden de volgende uitgangspunten: Het cijfer van de Studentenrechtbank is 8 of hoger en het gemiddelde cijfer van de verplichte vakken Strafrecht (1, 2 en 3), Bestuursrecht (1,2 en 3), Handelsrecht (A en B), Burgerlijk Recht (1,2 en 3) en Burgerlijk Procesrecht 1 uit de bachelor Nederlands Recht is minimaal 7 na maximaal twee tentamenkansen per onderdeel. Indien het cijfer voor de Studentenrechtbank een 7 bedraagt moet voor de hierboven genoemde verplichte vakken uit de bachelor Nederlands Recht het cijfer gemiddeld 7.5 of hoger bedragen. Goede mondelinge, schriftelijke en sociale vaardigheden. Hebben deelgenomen aan sociale en maatschappelijke activiteiten. Een geschikte attitude, motivatie en talent voor het volgen van de opleiding. Studenten van andere faculteiten kunnen tot de Togamaster worden toegelaten indien zij voldoen aan toelatingscriteria die vergelijkbaar zijn met de in deze Toelatingsregeling geformuleerde criteria en de Toelatingscommissie op een verzoek om toelating positief heeft beslist. In bijzondere gevallen kan de Toelatingscommissie ten gunste van de student een uitzondering maken op de in de voorgaande artikelen vervatte toelatingsregeling.
Artikel 22 Toelatingscommissie Voor de uitvoering van de beoordeling of een student aan de toelatingseisen voldoet, stelt het Faculteitsbestuur een toelatingscommissie in. In deze commissie hebben vier leden zitting, onder wie de coördinator van de Togamaster Nederlands Recht . Een vertegenwoordiger van de stageplaatsaanbieders maakt als adviserend lid deel uit van de commissie. De commissie kiest uit haar midden een voorzitter en een ambtelijk secretaris. Artikel 23 Toelatingsprocedure lid 1 Een student meldt zich aan voor de toelatingsprocedure door het inzenden van de volgende documenten: een brief waarin de student zijn/haar keuze voor de opleiding motiveert, uitgaande van de eigen verwachtingen, interesses en ambities; een curriculum vitae; een overzicht van alle tot dan toe behaalde studieresultaten (met inbegrip van de afgelegde tentamens waarvoor men niet is geslaagd) in de bacheloropleiding die wordt gevolgd en/of een andere gevolgde universitaire opleiding; (desgewenst) andere documenten die naar het oordeel van de student kunnen bijdragen aan een goed beeld van zijn geschiktheid voor het volgen van de opleiding; studieplanning lid 2 Belangstellenden dienen zich voor 15 april (start opleiding 1 september daaropvolgend) aan te melden.
247
STUDIEGIDS 2006-2007
lid 3
lid 4 lid 5 lid 6
Op grond van het ingestuurde schriftelijke materiaal bepaalt de toelatingscommissie of de student wordt opgeroepen voor een gesprek met de toelatingscommissie. Indien dat niet het geval is, wordt dit, met een motivering, aan de student meegedeeld. De toelatingscommissie kan aanvullend schriftelijk materiaal (scriptie, paper, werkstuk) opvragen. Uiterlijk op 15 juni wordt aan de student bericht verstuurd of aan hem/haar een toelatingsbewijs wordt verstrekt. De toelatingscommissie neemt de beslissingen over de toelating namens het Faculteitsbestuur. Tegen de beslissingen van de toelatingscommissie kan beroep worden aangetekend bij het College van Bestuur van de Rijksuniversiteit Groningen.
Artikel 24 Plaatsing Stagiaires lid 1 De Toelatingscommissie beslist over de plaatsing van de stagiaires bij de stageplaatsaanbieders. De plaatsing van de stagiaires geschiedt in beginsel zodanig dat de stagiaires evenwichtig worden verdeeld over de beschikbare stageplaatsen. Bij de beslissing over de plaatsing houdt de Toelatingscommissie voorts zoveel mogelijk rekening met de geschiktheid van de student voor een bepaalde stageplaats, alsmede met de voorkeur van een stagiaire voor een stageplaats respectievelijk de voorkeur van een stageplaatsaanbieder voor een stagiaire. lid 2 De Toelatingscommissie wijst een stagiaire voorlopig toe aan een stageplaats. De stagiaire en stageplaatsaanbieder worden van deze toewijzing schriftelijk in kennis gesteld uiterlijk zes weken voor aanvang van de stage. lid 3 Aan de stageplaatsaanbieder wordt tegelijkertijd met het bericht over de voorlopige toewijzing een afschrift toegezonden van de aanmeldingsbrief van de stagiaire voor de Togamaster. lid 4 De voorlopig toegewezen stagiaire en de betreffende stageplaatsaanbieder kunnen een kennismakingsgesprek houden. Afspraken daarvoor worden rechtstreeks tussen betrokkenen gemaakt. lid 5 Uiterlijk vier weken na ontvangst van het schriftelijke bericht tot voorlopige toewijzing van een stagiaire aan de werkstageplaats, kan de stagiaire aan de Toelatingscommissie schriftelijk berichten dat zwaarwegende bezwaren bestaan tegen de voorlopig toegewezen stageplaats, respectievelijk kan de stageplaatsaanbieder aan de Toelatingscommissie schriftelijk berichten dat bezwaren bestaan tegen de voorlopig toegewezen stagiaire. lid 6 Na ontvangst van een bericht als bedoeld in artikel 4 onderzoekt de Toelatingscommissie of de (zwaarwegende) bezwaren kunnen worden ondervangen en de voorlopige toewijzing alsnog kan worden omgezet in een definitieve toewijzing. Indien dit onderzoek niet leidt tot een definitieve toewijzing, wordt de voorlopige aanwijzing ingetrokken. In dat geval stelt de Toelatingscommissie pogingen in het werk om voor de stagiaire een andere stageplaats te vinden, respectievelijk voor de stageplaatsaanbieder een andere stagiaire. Indien de inspanningen van de Toelatingscommissie niet tot gunstig resultaat leiden, vindt de stage geen doorgang. De stagiaire en de stageplaatsaanbieder ontvangen hiervan bericht. lid 7 De definitieve toewijzingen van de beschikbare stageplaatsen geschiedt zo spoedig mogelijk na ommekomst van de in lid 5 genoemde termijn van vier weken en de eventuele termijn die nodig is voor de werkzaamheden van de commissie als bedoeld in lid 6. lid 8 Een student die niet geplaatst wordt voor een stage, moet de Master Nederlands recht, normale variant afronden.
248
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING MASTER NEDERLANDS RECHT, DUALE VARIANT (TOGAMASTER)
§ 5 Studiebegeleiding
Artikel 25 Studievoortgangadministratie Het faculteitsbestuur draagt zorg voor een zodanige registratie van de studieresultaten, dat tenminste twee maal per jaar aan elke student een overzicht verschaft kan worden van de door hem behaalde resultaten in relatie tot het onderwijs- en examenprogramma van de opleiding. Artikel 26 Studiebegeleiding lid 1 Het Faculteitsbestuur draagt zorg voor studiebegeleiding van de studenten, die voor de opleiding zijn ingeschreven, mede ten behoeve van hun oriëntatie op mogelijke studiewegen in en buiten de opleiding. lid 2 De faculteit draagt zorg voor voldoende begeleiding van de student tijdens zijn opleiding, en schenkt daarbij in het bijzonder aandacht aan mogelijke aanpassingen in het belang van de aansluiting van het gekozen programma op een eventuele onderzoekersopleiding of de beroepsuitoefening binnen of buiten de universiteit.
§ 6 Overgangsen slotbepalingen
Artikel 27 Wijziging lid 1 Wijzigingen van deze regeling worden door het Faculteitsbestuur, gehoord de opleidingscommissie(s) en na overleg met de Faculteitsraad, bij afzonderlijk besluit vastgesteld. De wijzigingen worden op de facultaire website gepubliceerd. lid 2 Een wijziging van deze regeling heeft geen betrekking op het lopende studiejaar, tenzij de belangen van de studenten daardoor redelijkerwijs niet worden geschaad. lid 3 Een wijziging kan voorts niet ten nadele van studenten van invloed zijn op: a. een goedkeuring die krachtens art. 5, lid 3 is verleend; b. enige andere beslissing, die krachtens deze regeling is genomen ten aanzien van een student. Artikel 28 Bekendmaking lid 1 Het Faculteitsbestuur draagt zorg voor een passende bekendmaking van deze regeling, van de regelingen en richtlijnen die door de Examencommissie zijn vastgesteld, alsmede van elke wijziging van deze stukken. lid 2 Elke belangstellende kan op het Faculteitsbureau een exemplaar van de in het eerste lid bedoelde stukken verkrijgen. Artikel 29 Inwerkingtreding Deze regeling treedt in werking op 1 september 2006. Aldus vastgesteld bij besluit van het bestuur van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid in haar vergadering van 21 juni 2006. De Faculteitsraad heeft haar instemming verleend in haar vergadering van 30 juni 2006.
249
STUDIEGIDS 2006-2007
28 Examenreglement § 1 Begripsomschrijving
§ 2 De Examencommissie
Artikel 1 In deze voorschriften wordt verstaan onder: de Onderwijs- en Examenregeling: de regeling als bedoeld in artikel 7.13 lid 1 WHW, laatstelijk vastgesteld door het Faculteitsbestuur in haar vergadering van mei 2003. de student: hij die is ingeschreven aan de universiteit voor het volgen van het onderwijs en/of het afleggen van de tentamens en het examen van een opleiding genoemd in artikel 4 van de Onderwijs- en Examenregeling. Artikel 2 Secties De Examencommissie kan afzonderlijke secties instellen om namens de Examencommissie het propedeutisch examen, het bachelor examen en het master examen af te nemen. Artikel 3 Het nemen van besluiten De in artikel 2 bedoelde Examencommissie en secties nemen besluiten met gewone meerderheid van stemmen. Artikel 4 Dagelijkse gang van zaken Elk van de in artikel 2 bedoelde secties wijst uit haar midden een lid dat of een ambtelijk secretaris die belast is met de behartiging van de dagelijkse gang van zaken van de sectie.
§ 3 Tentamens
Artikel 5 De tentamenstof lid 1 is vervallen. lid 2 De tentamenstof omvat het op de colleges behandelde alsmede de schriftelijke danwel digitale bronnen voorzover deze overeenkomstig het bepaalde in lid 3 zijn bekend gemaakt en overeenkomstig het bepaalde in lid 4 beschikbaar zijn. lid 3 De schriftelijke danwel digitale bronnen worden voor de aanvang van de onderwijsperiode dat voorafgaat aan het desbetreffende tentamen in OCASYS, de Universiteitskrant en/of Internet en/of Nestor bekend gemaakt. Indien bijzondere omstandigheden nopen tot bekendmaking op een later tijdstip dan in de vorige zin bedoeld, geschiedt bekendmaking in de Universiteitskrant zo spoedig mogelijk na aanvang van het semester, doch niet later dan twee weken nadien. lid 4 De schriftelijke danwel digitale bronnen waaraan de tentamenstof wordt ontleend, dienen beschikbaar te zijn bij de aanvang van de onderwijsperiode dat voorafgaat aan het desbetreffende tentamen. Indien bijzondere omstandigheden een beschikbaarheid op het in de vorige zin bedoelde tijdstip verhinderen, mogen de bronnen na aanvang van het semester beschikbaar komen, doch niet later dan twee weken nadien. lid 5 In afwijking van het bepaalde in de leden 3 en 4 kan gedurende het semester: a. aanvullende schriftelijke tentamenstof wordt verstrekt welke in omvang niet meer dan een tiende deel van de maximaal toelaatbare hoeveelheid tentamenstof bevat. b. de betreffende tentamenstof in individueel overleg tussen de examinator en de student worden vastgesteld. lid 6 De vragen en opgaven van het tentamen gaan het op de colleges behandelde en de met inachtneming van de leden 3, 4 en 5 bekend gemaakte en ter beschikking gekomen bronnen niet te buiten. In geval van niet nakoming van dit voorschrift mogen de desbetreffende vragen en opgaven niet in de beoordeling worden betrokken.
250
EXAMENREGLEMENT
lid 7
Indien de Examencommissie daartoe bijzondere redenen aanwezig acht, kan zij besluiten tot afwijking van het bepaalde in de voorgaande leden, en passende maatregelen nemen met inachtneming van de gerechtvaardigde belangen van studenten.
Artikel 6 Vragen en opgaven lid 1 Het tentamen representeert de onderwijsdoelen naar inhoud en vorm. lid 2 De vragen en opgaven van een tentamen zijn duidelijk, en bevatten voldoende aanwijzingen voor de vereiste detaillering van de antwoorden. lid 3 Meerstellingvragen in multiple-choicevorm zijn niet toegestaan. Artikel 7 De taal waarin het tentamen wordt afgenomen De tentamens worden afgenomen in het Nederlands tenzij in de OER is opgenomen dat de instructietaal van een onderdeel Engels is. In die gevallen wordt ook het tentamen in het Engels afgenomen. Artikel 8 Wijze van tentaminering en tentamendata lid 1 Een tentamen wordt schriftelijk of mondeling afgenomen. De wijze van afnemen wordt in de vakomschrijvingen in OCASYS vermeld. De examinator kan slechts besluiten om af te wijken van de in OCASYS opgenomen wijze van tentaminering na goedkeuring door de Examencommissie tot uiterlijk in de tweede collegeweek van de betreffende onderwijsperiode. lid 2 In afwijking van lid 1 besluit de examinator uiterlijk in de tweede collegeweek van de betreffende onderwijsperiode of een tentamen mondeling of schriftelijk wordt getentamineerd, indien de keuze voor een schriftelijk dan wel mondeling tentamen in de vakomschrijving in OCASYS afhankelijk is gesteld van het aantal deelnemers. De examinator brengt dit besluit ter kennis van de Dienst Onderwijs- en Studiebegeleiding die zorgdraagt voor bekendmaking ervan. lid 3 In afwijking van lid 1 kan de examinator op grond van het aantal deelnemers voor het tentamen, besluiten om een herhalingstentamen, waarbij in eerste instantie is gekozen voor schriftelijke tentaminering, toch mondeling af te nemen. Dit besluit brengt de examinator direct na de uitslag van de eerste tentamenkans ter kennis aan studenten en de Dienst Onderwijs- en Studiebegeleiding. lid 4 De tentamendata van schriftelijke tentamens worden door de Examencommissie vastgesteld en via vermelding in de studiegids bekend gemaakt. Aanvullingen of afwijkingen van het vermelde in de studiegids worden uiterlijk 2 maanden voor de tentamendatum bekend gemaakt. lid 5 Bij de vaststelling van de data bedoeld in lid 4 wordt zoveel mogelijk voorkomen dat tentamens die facultair in hetzelfde semester van hetzelfde studiejaar zijn geprogrammeerd, samenvallen. lid 6 De in lid 4 bedoelde data worden met het oog op een adequate bekendmaking daarvan, medegedeeld aan het bestuur van de faculteit. lid 7 Mondeling af te nemen tentamens worden op een door de examinator(en) te bepalen dag en tijd afgenomen. lid 8 Het bepaalde in het vierde tot en met het zesde lid is zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing op de tentamens die anders dan schriftelijk of mondeling worden afgenomen. Artikel 9 De toelating De Examencommissie of examinator beslist of voldaan is aan de voorwaarden voor de toelating tot het afleggen van een tentamen.
251
STUDIEGIDS 2006-2007
Artikel 10 Inschrijvingsverplichting schriftelijke tentamens en tussentoetsen lid 1 Voor deelname aan een schriftelijk tentamen of een schriftelijke tussentoets is de student verplicht zich in te schrijven. lid 2 De inschrijving kan uitsluitend plaatsvinden in de volgende perioden: - maandag 25 september t/m vrijdag 6 oktober 2006 voor tentamens en schriftelijke tussentoetsen die worden afgenomen in de week na afloop van de zevende collegeweek van het eerste semester; - maandag 13 november t/m vrijdag 1 december 2006 voor tentamens die worden afgenomen na afloop van het eerste semester; - maandag 26 febr t/m vrijdag 9 maart 2007 voor tentamens en schriftelijke tussentoetsen die worden afgenomen in de week na afloop van de zevende collegeweek van het tweede semester; - maandag 16 april t/m vrijdag 11 mei 2007 voor tentamens die worden afgenomen na afloop van het tweede semester; - maandag 16 juli t/m vrijdag 27 juli 2007 voor tentamens die worden afgenomen in augustus 2007. De inschrijving kan plaatsvinden door: a. inschrijving via de computers in de Inschrijfkamer van de faculteit, Turftorenstraat 21, dagelijks van 9.00 - 16.00 uur, of door b. inschrijving via het eigen studentaccount in de practicumzaaltjes van het Harmoniecomplex, of door c. inschrijving via Progress.www, 24 uur per dag. lid 3 Via computerinstructies wordt de wijze van computerinschrijving bekend gemaakt. lid 4 Studenten die hebben deelgenomen aan het tentamen, maar niet zijn geslaagd, worden automatisch ingeschreven voor het hertentamen in dezelfde tentamenperiode. Studenten die hebben deelgenomen aan het tentamen, maar op het tentamenformulier hebben aangegeven dat het tentamen niet moet worden nagekeken, dienen zichzelf weer in te schrijven voor het hertentamen in diezelfde tentamenperiode. lid 5 Inschrijving voor de hertentamens via de computer is mogelijk t/m uiterlijk drie werkdagen na de tentamendatum van het tentamen voor: a. studenten die niet willen deelnemen aan het tentamen, en zich uitsluitend voor het hertentamen willen inschrijven; b. studenten die zich hebben ingeschreven voor het tentamen en hieraan niet hebben deelgenomen; c. studenten die hebben deelgenomen aan het tentamen, maar op het tentamenformulier hebben aangegeven dat het tentamen niet moet worden nagekeken. lid 6 In afwijking van het voorgaande vindt de inschrijving voor alle tentamens in augustus ingevolge artikel 25 lid 3 en 4 van de bachelor Onderwijs- en Examenregeling en art 18 lid 3 en 4 van de master Onderwijs- en Examenregeling plaats in de periode van 17 juli t/m 28 juli 2006. lid 7 Een student die zich niet binnen de voorgeschreven termijn voor deelname aan een tentamen heeft aangemeld, heeft de mogelijkheid zich tot uiterlijk 2 werkdagen voor het tentamen bij de Infobalie te melden. Indien er plaats is in de tentamenzaal en men zich tijdig heeft gemeld bij de Infobalie, kan men tegen betaling van een administratieve kostenvergoeding alsnog worden ingeschreven voor het betreffende tentamen. De student dient zich via het Internet of de Infobalie op de hoogte te stellen van de uiterste termijn, de dagen en tijden waarop deze na-inschrijving plaatsvindt.
252
EXAMENREGLEMENT
lid 8
lid 9
Als een student van mening is dat hij door overmacht gedurende de gehele tentamenperiode aantoonbaar niet in staat is geweest zich tijdig in te schrijven, dan kan hij door het schrijven van een brief gericht aan het Faculteitsbestuur, in te dienen bij het hoofd van de Dienst Onderwijs- en Studiebegeleiding, verzoeken deel te mogen nemen aan de tentamens, zonder dat daarvoor administratieve kosten verschuldigd zijn. Namens het Faculteitsbestuur beslist het hoofd van de Dienst Onderwijs-en Studiebegeleiding binnen een maand na ontvangst van het verzoek als genoemd in het vorige lid. De student wordt van het besluit onverwijld in kennis gesteld.
Artikel 11 De gang van zaken tijdens het afleggen van een tentamen lid 1 De examinator zorgt ervoor dat ten behoeve van de schriftelijke tentaminering surveillanten worden aangewezen, die erop toezien dat het tentamen goed verloopt. lid 2 De student is verplicht zich op verzoek van of vanwege de Examencommissie te legitimeren met het bewijs van inschrijving, zijn collegekaart en geldig identiteitsbewijs. lid 3 Aanwijzingen van de Examencommissie, examinator of surveillant die voor de aanvang van het tentamen zijn gepubliceerd, alsmede aanwijzingen die tijdens het tentamen en onmiddellijk na afloop daarvan gegeven worden, dienen door de student te worden opgevolgd. lid 4 Een surveillant is bevoegd om namens de examinator onmiddellijk voorafgaand aan of gedurende een tentamen of examen: a. de inschrijvingsbescheiden van studenten te controleren; b. voor het tentamen of examen benodigde bescheiden van de studenten te onderzoeken; c. andere meegebrachte bezittingen of eigendommen van de student te onderzoeken bij een vermoeden van fraude. lid 5 Een surveillant is bevoegd om namens de examinator een student deelname of verdere deelname aan het tentamen te ontzeggen indien deze: a. zonder geldige reden na aanvang van het tentamen verschijnt; b. niet over geldige inschrijvingsbescheiden beschikt; c. frauduleuze handelingen pleegt; d. het ordelijk verloop van het tentamen of examen verstoort. lid 6 In de gevallen in artikel 11 lid 5 genoemd worden de tentamenformulieren door de surveillant ingenomen en wordt het tentamen als niet afgelegd beschouwd. lid 7 Het is de student niet toegestaan om een half uur na aanvang van het tentamen nog met het tentamen te beginnen. De student die met een tentamen is begonnen mag pas minimaal een half uur na begin van de reguliere aanvangstijd de zaal verlaten. lid 8 Bij een schriftelijk tentamen moet de tijdsduur van het tentamen schriftelijk worden aangegeven. De examinator heeft het recht om de aangegeven tijdsduur te verlengen. Studenten die eerder weggaan, kunnen geen rechten ontlenen aan het feit dat na hun weggaan tot verlenging wordt besloten. lid 9 De surveillant is bevoegd om namens de examinator regels te stellen met betrekking tot het meenemen van tentamenopgaven gedurende het tentamen. Deze regels worden op het tentamenformulier bekendgemaakt of gedurende het tentamen meegedeeld. lid 10 Een student, die niet voldoet aan het hiervoor bepaalde, kan door de examinator worden uitgesloten van het tentamen. lid 11 Tegen een beslissing van de surveillant staat beroep open bij de Examencommissie.
253
STUDIEGIDS 2006-2007
Artikel 12 De beoordeling lid 1 Indien de beoordeling van tentamens uitgedrukt wordt in cijfers, geschiedt dit in hele getallen. lid 2 De beoordeling van de scriptie en van de Studentenrechtbank geschiedt in hele of halve cijfers. lid 3 Een tentamen is met een voldoende resultaat afgelegd indien het cijfer 6 of hoger is verkregen. lid 4 Indien de beoordeling van een tentamen niet in een cijfer wordt uitgedrukt, kan de desbetreffende examinator kiezen uit de volgende mogelijkheden: onvoldoende voldaan aan de eisen lid 5 De student kan binnen drie dagen na de uitslag van een met goed gevolg afgelegd tentamen, niet zijnde een semina(a)r of practicum, een schriftelijk verzoek bij de Examencommissie indienen om het tentamen als niet afgelegd aan te merken en het tentamen opnieuw af te leggen. Deze regeling geldt voor maximaal twee tentamens per studiejaar. Artikel 13 Verklaring waaruit de uitslag blijkt Na ieder semester wordt namens de Examencommissie door het hoofd van de Tentamen- en Examenadministratie aan iedere student een overzicht verstrekt van de afgelegde tentamens. Artikel 14 Aanmelding en bekendmaking mondelinge tentamens lid 1 In afwijking van het bepaalde in de artikelen 10, 11 is dit artikel van toepassing op tentamens die volgens de studieregeling mondeling worden afgenomen. lid 2 Als een student een mondeling tentamen wenst af te leggen, dient hij een afspraak te maken met de examinator. lid 3 Onmiddellijk na afloop van het mondelinge tentamen verstrekt de examinator een schriftelijke mededeling van de uitslag van het tentamen. lid 4 Een student die wegens ziekte of andere dringende omstandigheden niet kan deelnemen aan een tentamen, dient daarvan onverwijld mededeling te doen aan de examinator. lid 5 Het in de voorgaande leden bepaalde is ook van toepassing op schriftelijke tentamens die op grond van een besluit van de Examencommissie mondeling mogen worden afgelegd. De betrokken student dient bij het maken van een afspraak een schriftelijke kennisgeving van de beschikking van de Examencommissie over te leggen. lid 6 Indien een vak door middel van een paper wordt afgesloten, bepaalt de docent de inleverdatum en de nakijktermijn. De nakijktermijn vangt aan op de eerste werkdag na de uiterste inleverdatum en bedraagt in ieder geval niet meer dan 20 werkdagen. Artikel 15 Fraude lid 1 Onder fraude wordt verstaan het handelen of nalaten van een student dat erop is gericht het vormen van een juist oordeel omtrent zijn kennis, inzicht en vaardigheden geheel of gedeeltelijk onmogelijk te maken. lid 2 In geval van fraude tijdens het afleggen van een tentamen kan degene die belast is met het afnemen van het tentamen de student uitsluiten van verdere deelname aan het tentamen. lid 3 De examinator draagt zorg dat een verslag van de geconstateerde of vermoede fraude onverwijld wordt toegezonden aan de Examencommissie, onder toezending van een afschrift aan de student, uiterlijk een week nadat de uiterste nakijktermijn is verstreken. lid 4 De student kan bij de Examencommissie bezwaar maken tegen de uitsluiting.
254
EXAMENREGLEMENT
lid 5
lid 6
§ 4 Examens
In geval van fraude tijdens of in verband met een examen of een tentamen kan de Examencommissie de student uitsluiten van verdere deelname aan het desbetreffende examen of van een of meer onderdelen daarvan voor een termijn van ten hoogste een jaar nadat de fraude is geconstateerd. De Examencommissie beslist niet dan nadat zij de student en de exami-nator heeft gehoord, althans daartoe in de gelegenheid heeft gesteld.
Artikel 16 De vaststelling van de uitslag van het examen Nadat alle onderdelen van een examen zijn afgenomen, wordt de uitslag van het examen met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 12, 17 en 18 vastgesteld door de Examencommissie. Artikel 17 Het propedeutisch examen Het propedeutisch examen van een bacheloropleiding genoemd in § 2 van de Onderwijs - en Examenregeling is behaald indien de student de vereiste onderdelen van de propedeutische fase van de betreffende opleiding met voldoende resultaat heeft afgelegd. Artikel 18 Het afsluitend bachelor- en masterexamen lid 1 Een afsluitend bachelorexamen van de in artikel 3 van de Onderwijs- en Examenregeling voor de bachelorfase genoemde opleidingen is behaald indien de student de vereiste onderdelen van het desbetreffende bachelorexamen met een voldoende resultaat heeft afgelegd. lid 2 Een afsluitend masterexamen van de in artikel 3 van de Onderwijs- en Examenregeling voor de masterfase genoemde opleidingen is behaald indien de student de vereiste onderdelen van het desbetreffende masterexamen met een voldoende resultaat heeft afgelegd. Artikel 19 Het getuigschrift en de cijferlijst lid 1 Ten bewijze dat het examen met goed gevolg is afgelegd, wordt door de Examencommissie een getuigschrift uitgereikt. Het getuigschrift wordt ondertekend door ten minste twee door de Examencommissie aan te wijzen leden. lid 2 Op de keerzijde van het getuigschrift dan wel, indien de Faculteitsraad dit heeft bepaald, op een van het getuigschrift deel uitmakende bijlage, worden de tot het examen behorende onderdelen vermeld. Daarenboven worden vermeld niet tot het examen behorende onderdelen waarin, voordat over de uitslag van het examen is beslist, de student op diens verzoek is geëxamineerd, mits die onderdelen met goed gevolg zijn afgelegd en vooraf door de Examencommissie zijn goedgekeurd. lid 3 Ingeval de student tijdens het afleggen van het bachelor- of masterexamen blijk heeft gegeven van uitzonderlijke bekwaamheid, kan dit op het getuigschrift worden vermeld met de woorden "cum laude" dan wel "met lof". a. Uitzonderlijke bekwaamheid als bedoeld in lid 3 is voor de bachelor aanwezig wanneer het gemiddelde van de verplicht tot het bachelorexamen behorende onderdelen een 8 of meer bedraagt; b. Uitzonderlijke bekwaamheid als bedoeld in lid 3 is voor de master aanwezig wanneer het gemiddelde van de verplicht tot het masterexamen behorende onderdelen een 8 of meer bedraagt en de scriptie tevens met een 8 of hoger is gewaardeerd.
§ 5 Vrijstellingen
Artikel 20 Vrijstelling van een practicum Vervallen.
255
STUDIEGIDS 2006-2007
Artikel 21 Vrijstelling van een examen, een tentamen of een practicum lid 1 Een verzoek tot vrijstelling van een examen, een tentamen of een practicum op grond van het bepaalde bij of krachtens de wet wordt ingediend bij de Examencommissie. lid 2 De Examencommissie neemt een gemotiveerde beslissing binnen een maand na ontvangst van het verzoek. De student wordt van het besluit onverwijld in kennis gesteld. lid 3 Indien een student van mening is dat hij bij of krachtens de wet reeds vrijstelling geniet van een of meer tentamens, doet hij hiervan mededeling aan de Examencommissie. lid 4 Door de Examencommissie wordt geen vrijstelling verleend voor onderdelen die elders met goed gevolg zijn afgelegd in een periode waarin voor betrokkene aan de eigen faculteit een uitsluiting wegens fraude van kracht was. § 6 Bewaartermijn
§ 7 Afwijkingsmogelijkheid
§ 8 Overige bepalingen
Artikel 22 Bewaartermijn tentamen lid 1 De uitslag van een tentamen wordt door de Tentamen -en Examenadministratie tenminste tien jaar bewaard. lid 2 Het door de student gemaakte tentamen dat niet aan hem is uitgereikt, wordt tenminste één jaar bewaard. Artikel 23 Het gebruik maken van een afwijkingsmogelijkheid Alvorens over een in de Onderwijs- en Examenregeling of in dit reglement geboden afwijkingsmogelijkheid door de Examencommissie wordt beslist, kan de studieadviseur in de gelegenheid worden gesteld van bericht en raad te dienen. Artikel 24 Wijzigingen van deze voorschriften Geen wijzigingen vinden plaats die van toepassing zijn op het lopende studiejaar, tenzij de belangen van studenten hierdoor niet onevenredig worden geschaad. Artikel 25 Inwerkingtreding lid 1 Dit Reglement treedt in werking op 1 september 2006. lid 2 Dit kan worden aangehaald als Examenreglement 2006 Faculteit der Rechtsgeleerdheid RuG. Aldus vastgesteld door de Examencommissie van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid in april 2006.
256
29 Overige facultaire regelingen 29.1 Stagereglement Artikel 1 Toepassingsbereik lid 1 Dit reglement is van toepassing op alle stages die na 31 augustus 2005 zijn goedgekeurd of aangevangen. lid 2 Dit stagereglement is van toepassing op: a. een externe stage in de zin van: een stage, aansluitend bij de bachelor- en masteropleiding Nederlands recht, Notarieel Recht, Fiscaal Recht, Internationaal en Europees Recht, Recht & ICT en Law in Europe. activiteiten verricht bij een door de Faculteit goedgekeurde juridische instelling, zoals de Rechtswinkel Groningen, Het Juridisch Spreekuur, de Kinderrechtswinkel, de Belastingrechtswinkel, het Kamerbewoneradviesbureau, aansluitend bij de betreffende bachelor- of masteropleiding. b. een interne stage in de zin van: een onderzoekstage; een onderwijsstage; lid 3 a. Dit reglement niet van toepassing op de stage in de opleiding Recht en Bestuur. De voor de stage Recht en Bestuur geldende regels zijn te vinden in de ‘Regelingen opleiding Recht en Bestuur’, deel 1, verkrijgbaar bij het vakgroepsecretariaat. b. Dit reglement is niet van toepassing op de stage in de duale masters. Artikel 2 Stagecoördinatoren lid 1 De Examencommissie wijst voor elke opleiding en specialisatie een stagecoördinator aan. Hij/zij is belast met de in art. 3 e.v. van dit reglement genoemde taken en bevoegdheden. lid 2 Het faculteitsbestuur wijst een algemeen stagecoördinator aan. Hij/zij is verantwoordelijk voor de voorlichting aan studenten en de coördinatie van het facultaire stagebeleid. Artikel 3 Doel en eisen lid 1 Een externe stage houdt een oriëntatie in op de beroepspraktijk door middel van eigen onderzoek naar aanleiding van juridisch relevante problemen die bij de stageverlenende instantie aan de orde zijn. De inhoud van de stageactiviteiten sluit aan bij de bachelor- of masteropleiding die de student volgt, dit ter beoordeling van de stagecoördinator van de opleiding/specialisatie. lid 2 Een interne stage houdt een oriëntatie in op het gebied van wetenschappelijk onderzoek dan wel wetenschappelijk onderwijs. lid 3 Een vakgroep kan alleen een stagemogelijkheid openen als de te verrichten werkzaamheden tenminste op een vergelijkbaar niveau staan met bestaande externe stagemogelijkheden. lid 4 In een substantieel deel van de stagewerkzaamheden is een opleidingselement vertegenwoordigd. lid 5 Van een onderwijsstage maakt in ieder geval deel uit een didactische cursus verzorgd door een op zodanige activiteit gerichte organisatie. lid 6 Een onderzoeksstage bestaat uit door de begeleider vastgestelde onderzoekswerkzaamheden en heeft als doel een oriëntatie op het gebied
257
STUDIEGIDS 2006-2007
van het wetenschappelijk onderzoek alsmede de hiermee samenhangende vaardigheden. lid 7 Is vervallen. lid 8 Een student kan meer dan één stage lopen. Een tweede of volgende stage bij een opleiding of specialisatie dient inhoudelijk te verschillen van de eerste of voorafgaande stages. lid 9 Tot het doen van een stage kan slechts worden besloten na overleg met de stagecoördinator van de opleiding/specialisatie. lid 10 De stagecoördinator spreekt zo nodig met de student af in welke specialisatie de stage wordt gelopen. Toelichting artikel 3 lid 4, 6 en 8: lid 4: De eis van het opleidingselement is met name opgenomen voor de interne onderwijsstage. Vakgroepen dan wel secties dienen er voor te zorgen dat de werkzaamheden binnen een interne onderwijsstage eenzelfde opleidings- en ervaringscomponent bevatten als de werkzaamheden binnen de reeds bestaande externe stages. Ook een onderzoeksstage dient een opleidings- en ervaringselement te bevatten, b.v. door begeleiding en bespreking van de (uitvoering van) werkzaamheden en/of een training op het terrein van onderzoeksvaardigheden (bibliotheek). lid 6: Bij de activiteiten in het kader van een onderzoeksstage kan ook gedacht worden aan het meegaan naar wetenschappelijke vergaderingen en congressen, meewerken aan een publicatie. lid 8: De tweede stage wordt bij voorkeur bij een andere soort organisatie gelopen, maar kan ook bij een zelfde type organisatie worden gedaan. Inhoudelijk dient er in dat geval wel voldoende verschil te zijn. Zowel in de bachelor als in de master is het aantal te behalen studiepunten met een vak uit ‘Recht en praktijk’ beperkt. Artikel 4 Tijdsduur lid 1 De stage heeft ten minste een omvang van 160 uren, exclusief het schrijven van het verslag. De stageverlenende instelling dan wel de vakgroep stelt in overleg met de stagiaire vast hoe de spreiding van de uren over de weken plaatsvindt. lid 2 De stage Internationaal en Europees Recht heeft een omvang van 160 of 320 uren, exclusief het schrijven van het verslag. lid 3 De duur van de werkzaamheden in het kader van de Rechtswinkel, de Kinderrechtswinkel, de Belastingrechtswinkel, het Juridisch Spreekuur en het Kamerbewoneradviesbureau is ten minste 14 maanden. Toelichting artikel 4: In geval van een externe stage wordt de voorkeur gegeven aan een stage die aaneengesloten gedurende minimaal vier weken van 40 uur per week wordt gelopen. In overleg met de coördinator en de stageverlenende instelling kan de stage ook gedurende een gedeelte van de week over een langere periode worden gespreid, mits de totale duur ten minste 160 uur bedraagt. Gezien de bijzondere omstandigheden (een combinatie met een student-assistentschap) kan voor een onderzoeksstage/onderwijsstage als richtlijn gelden: minimaal 4 uur per week gedurende 5,5 maand. Dat komt overeen met een student-assistentschap van 0,1 fte en een aanstellingsperiode van 5.5 maand. De student moet er rekening mee houden dat in een aantal gevallen de stage verlenende instantie zal eisen dat de stage enkele weken langer duurt. De faculteit heeft daartegen geen bezwaar, maar er kunnen niet meer dan de in het OER toegekende hoeveelheid studiepunten worden toegekend. De regeling voor honorering in ec’s luidt als volgt: 7 ec voor een externe en interne stage aansluitend bij de opleiding; 7 ec voor activiteiten verricht bij de Belastingrechtswinkel;
258
OVERIGE FACULTAIRE REGELINGEN
-
9 ec voor activiteiten verricht bij de Rechtswinkel Groningen, de Kinderrechtswinkel, het Kamerbewoneradviesbureau en het Juridisch Spreekuur; 7 of 14 ec voor een externe stage binnen de bachelor- en masteropleiding Internationaal en Europees recht. 6 ec voor een externe stage binnen de masteropleiding Recht & ICT.
Artikel 5 Stageplaats lid 1 De stageverlenende instantie biedt de stagiaire de mogelijkheid kennis te nemen van activiteiten en werkzaamheden die aansluiten bij de juridische opleiding. lid 2 Voor een interne onderwijsstage is een aanstelling in facultaire dienst een voorwaarde. lid 3 Het aantal interne onderwijsstageplaatsen is maximaal de helft van de per vakgroep of sectie toegewezen studenteenheden. lid 4 Het aantal interne onderzoeksstageplaatsen is maximaal het aantal aan de per vakgroep of sectie toegewezen studenteenheden. Artikel 6 Begeleiding en aard werkzaamheden lid 1 De externe stage wordt gelopen onder begeleiding van een stagementor van de organisatie. De stagementor is bij voorkeur een jurist. De werkzaamheden worden door de stageverlenende instantie vastgesteld en moeten voldoen aan het bepaalde in art 3, eerste lid, van dit reglement. lid 2 De onderzoeksstage wordt gelopen onder begeleiding van een aan een universiteit verbonden lid van het wetenschappelijk personeel. De werkzaamheden worden door de stagebegeleider vastgesteld en moeten voldoen aan het bepaalde in art 3, tweede lid, van dit reglement. lid 3 De onderwijsstage wordt gelopen onder begeleiding van een aan een universiteit verbonden lid van het wetenschappelijk personeel. De werkzaamheden worden door de stagebegeleider vastgesteld en moeten voldoen aan het bepaalde in art 3, tweede lid, van dit reglement. Toelichting art. 6 lid 2 en 3: lid 2 en 3:Per vakgroep/sectie wordt een lid van het wetenschappelijk personeel aangewezen door de leiding van de vakgroep als begeleider van de onderzoeks- en onderwijsstagiaires. De stagiaire kan zijn werkzaamheden voor meer en andere leden van de vakgroep verrichten. Echter, de begeleider bewaakt en beoordeelt (aan de hand van het verslag zie art. 8) alle werkzaamheden van de stagiaire in relatie tot de doelstelling van de stage (en zorgt er dus voor dat geen kopieeropdrachten worden verricht) alsmede de begeleiding door de andere leden van de vakgroep. Artikel 7 Goedkeuring lid 1 Toekenning van studiepunten vindt plaats na goedkeuring van het verslag door de stagecoördinator van de opleiding/specialisatie. lid 2 Voordat goedkeuring plaatsvindt wordt het stageverslag ter advisering voorgelegd aan de instelling waar de stage is gelopen. lid 3 In geval van een externe stage kan de stagecoördinator van de opleiding/specialisatie een stagebeoordelaar aanwijzen wiens vakgebied dit onderwerp regardeert. lid 4 De stagecoördinator kan contact opnemen met de instelling waarbij de stage wordt gelopen òf met de facultaire contactpersoon in geval van werkzaamheden bij Rechtswinkel, de Kinderrechtswinkel, de Belastingrechtswinkel, Het Juridisch Spreekuur en het Kamerbewoneradviesbureau. Toelichting artikel 7 lid 1 en 3: lid 1: Ook voor een interne stage krijgt een student 7 ec toegekend. De stagecoördinator dient zowel voor externe stages als voor interne
259
STUDIEGIDS 2006-2007
onderwijs/onderzoeksstages een stageformulier in te vullen en naar de onderwijsadministratie te sturen. lid 3: Dit is van belang voor stages van studenten oude stijl, bijvoorbeeld indien een stage bij de advocatuur dient te gelden als een praktisch vak binnen de hoofdrichting Strafrecht. De stagecoördinator bij wie de stage moet worden aangemeld en ter goedkeuring moet worden aangeboden (in dit voorbeeld mw. mr. A.H. Santing-Wubs van de vakgroep Privaatrecht, zie overzicht stagecoördinatoren in hoofdstuk 2 van de studiegids) zal er in dat geval voor zorgdragen dat het verslag ter inhoudelijke goedkeuring wordt voorgelegd aan de stagecoördinator van de vakgroep Strafrecht. Artikel 8 Stageverslag lid 1 Binnen twintig werkdagen na beëindiging van de stage wordt een verslag ter goedkeuring aangeboden aan de stagecoördinator van de opleiding/specialisatie, tenzij de student en de stagecoördinator anders zijn overeengekomen. lid 2 Het stageverslag bevat: a. een korte beschrijving van de instelling, het bedrijf dan wel de vakgroep, alsmede een opgave van de periode waarin de stage is gelopen; b. een korte omschrijving van de afdeling, dan wel sectie waarin betrokkene heeft gewerkt; c. een omschrijving van de activiteiten die binnen de stage zijn verricht, waaronder het literatuur- of jurisprudentieonderzoek; d. een omschrijving van de gevolgde trainingen en cursussen alsmede van andersoortige opleidingselementen; e. een omschrijving van de activiteiten waaruit de begeleiding bestond; f. een evaluatie van de stage; g. naam stagiaire, adres en postcode en studentnummer. lid 3 Het verslag heeft een omvang van minimaal 10 en maximaal 15 pagina's, exclusief bijlagen. lid 4 Aan het verslag worden - voor voorzover van toepassing – inzake vorm en taal dezelfde eisen gesteld als aan een scriptie. lid 5 Indien de student een advies dan wel rapport heeft geschreven voor de instelling kan hij/zij volstaan met een kopie van het uitgebrachte advies dan wel rapport. Toelichting artikel 8 lid 1, 2, 3 en 5: lid 1: Het verslag – ook van de onderzoeksstage- wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de stagecoördinator. Deze kan zo nodig inlichtingen inwinnen bij de begeleider/docenten van de vakgroep die de student tijdens de stage hebben begeleid. lid 2: De duur en omvang van de werkzaamheden bij de Rechtswinkel en soortgelijke vrijwilligersorganisaties zijn van dien aard dat de faculteit er niet vanuit gaat dat de student nog eens apart de bibliotheek induikt om een bepaald juridisch onderwerp uit te diepen. Het is in dit geval de bedoeling dat een student een aantal werkzaamheden, zo nodig gerelateerd aan de specialisatie, uit het totaal van werkzaamheden belicht, deze beschrijft en beredeneerd aangeeft welke adviezen zijn gegeven. Met betrekking tot het verslag van de onderzoeksstage geldt het volgende: Afhankelijk van de werkzaamheden kan het overzicht kort zijn (1-2 A4). De evaluatie (ook 1-2 A4) heeft betrekking op: de evaluatie van de student van de stage (wat vond hij/zij er van, oordeel over de begeleiding); een zelfreflectie van de student op de stage (wat heeft hij/zij ervan geleerd, is er meer inzicht verkregen in wat wetenschappelijk onderzoek inhoudt, is men enthousiast geworden etc.). een oordeel van de begeleider(s) over de werkzaamheden van de student. Aan de hand van een overzicht van de werkzaamheden en de evaluatie van de student kan de stagecoördinator beoordelen of de stage heeft beantwoord aan de gestelde
260
OVERIGE FACULTAIRE REGELINGEN
doelen (kennis maken en ervaring opdoen met het doen van wetenschappelijk onderzoek) en ook nagaan of er niet teveel administratieve werkzaamheden zijn opgedragen. lid 3: Voor onderzoeksstages kan van deze norm worden afgeweken. De leden 2, 3 en 5 in samenhang bezien maken het mogelijk dat een verslag van een onderzoeksstage een portfolioachtig karakter heeft: er is een feitelijk overzicht (lid 2), een evaluatie (lid 2) en daarbij gevoegd de producten (notities, artikelen, overzichten, samenvattingen, verslag congres) die tijdens de stage zijn geschreven. lid 5: Voor onderzoeksstage zie toelichting bij art. 8 lid 3. Artikel 9 Geheimhouding De stagiaire brengt geen informatie mondeling of schriftelijk naar buiten, tenzij daar uitdrukkelijk toestemming toe is verleend door de desbetreffende instantie. Artikel 10 Verzekeringen De externe stagiaire is zelf verantwoordelijk voor een verzekering, al dan niet in overleg met de stageverlenende instantie. De faculteit kan niet worden aangesproken voor schade voortvloeiend uit een externe stage. Inwerkingtreding Wijzigingen treden op 1 september 2006 in werking.
29.2
Scriptiereglement Faculteit der Rechtsgeleerdheid Artikel 1 Toepassingsbereik Dit reglement is van toepassing op alle scripties die studenten na 31 augustus 2005 afronden in - de doctoraalopleidingen Nederlands recht, Fiscaal recht, Internationaal en Europees recht, Notarieel recht en Rechtstheorie oude stijl; - de masteropleidingen Nederlands Recht, Fiscaal Recht, Internationaal en Europees Recht, Recht & ICT, Law in Europe, - de bacheloropleiding Notarieel Recht 05-06 en de masteropleiding Notarieel Recht 06-07; - de bachelor-en masteropleiding Law in Europe 06-07; - de vrije masters Bedrijfsrecht, Sociaal Recht, Vastgoed binnen het Vrije Onderwijsprogramma Master Nederlands recht – zonder civiel effect – 06-07. Artikel 2 Scriptiecoördinator/scriptiebegeleider lid 1 De leiding van de vakgroep wijst, zonodig per sectie en/of rechtsgebied, een scriptiecoördinator aan; de scriptiecoördinator beoordeelt na een oriënterend gesprek met de student de geschiktheid van een onderwerp. lid 2 De scriptiecoördinator wijst na goedkeuring van het onderwerp een docent met examenbevoegdheid aan als scriptiebegeleider, onder begeleiding van wie de student de scriptie schrijft lid 3 Het faculteitsbestuur wijst een algemeen scriptiecoördinator aan. Hij is belast met de voorlichting aan studenten en de coördinatie van het facultaire scriptiebeleid. Artikel 3 Doel In de eindscriptie toont de student aan de academische vaardigheden zodanig te beheersen dat hij in staat is met behulp van de tijdens de studie verworven kennis zelfstandig: een wetenschappelijke vraagstelling op het terrein van de juridische studie te formuleren;
261
STUDIEGIDS 2006-2007
-
een onderzoek op te zetten volgens een te verantwoorden werkwijze; de voor dit onderzoek relevante gegevens te verzamelen, rangschikken, analyseren, correleren en waarderen; relevante conclusies te trekken op basis van het verrichte onderzoek en zo mogelijk verdedigbare oplossingen te formuleren; het onderzoek, alsmede de gevonden conclusies en oplossingen op heldere en overzichtelijke wijze schriftelijk weer te geven. Toelichting:art. 2 (oud) is vernummerd naar art. 3 Artikel 4 Studielast De studielast bedraagt voor de eindscripties voor volgende opleidingen de aangegeven uren (ec): 13 ec 364 uur - opleidingen Nederlands Recht, Fiscaal Recht, Internationaal en Europees Recht oude stijl; - hoofdrichting Rechtstheorie binnen de opleiding Nederlands Recht oude stijl ( een hogere studielast is mogelijk in overleg met de scriptiebegeleider); - masteropleidingen Nederlands Recht, Fiscaal Recht, Internationaal en Europees Recht en Notarieel Recht; 9 ec 252 uur - opleiding Notarieel oude stijl - de bacheloropleiding Notarieel Recht 10 ec 280 uur - de bacheloropleiding Law in Europe 18 ec 504 uur - de Master Law in Europe 2006-2007 - de Vrije Master Bedrijfsrecht (Vrij onderwijsprogramma Master Nederlands Recht - zonder civiel effect) – 2006-2007; - de Vrije Master Sociaal Recht (Vrij onderwijsprogramma Master Nederlands Recht - zonder civiel effect) – 2006-2007; - Schakelprogramma Master Fiscaal Recht – 2006-2007; - Verkort Bachelor en Masterprogramma Nederlands Recht met civiel effect – 2006-2007; 20 ec 560 uur de Vrije Master Vastgoed (Vrij onderwijsprogramma Master Nederlands Recht - zonder civiel effect) – 2006-2007; Artikel 5 Onderwerp van de scriptie lid 1 Het onderwerp van de scriptie sluit aan bij de opleiding waarin de student afstudeert. lid 2 Het onderwerp van de scriptie binnen de masteropleiding Nederlands recht hoeft niet aan te sluiten bij de gekozen specialisatie. Indien de student de specialisatie Strafrecht criminologische variant volgt, dan schrijft de student een criminologische scriptie. lid 3 vervalt lid 4 vervalt lid 5 Indien een student in aanmerking wil komen voor de aantekening Master aangevuld met rechtstheoretisch verdiepingstraject in het diplomasupplement bij het masterdiploma, schrijft hij een scriptie met een rechtstheoretische component. Lid 6 Het onderwerp van de bachelorscriptie Law in Europe dient een juridisch vraagstuk te betreffen op het gebied van het privaatrecht of het bedrijfsrecht, waarbij aandacht wordt besteed aan de internationale aspecten; Lid 7 Het onderwerp van de scriptie binnen de Vrije Master Bedrijfsrecht (Vrij onderwijsprogramma Master Nederlands Recht - zonder civiel effect) – 20062007 moet een privaatrechtelijke of bedrijfsrechtelijke invalshoek hebben. Lid 8 Het onderwerp van de scriptie binnen de Vrije Master Sociaal Recht (Vrij onderwijsprogramma Master Nederlands Recht - zonder civiel effect) – 20062007 moet een sociaalrechtelijke invalshoek hebben.
262
OVERIGE FACULTAIRE REGELINGEN
Lid 9
Het onderwerp van de scriptie binnen de Vrije Master Vastgoed (Vrij onderwijsprogramma Master Nederlands Recht - zonder civiel effect) – 20062007 moet zowel privaatrechtelijke als staats-/-en bestuursrechtelijke aspecten bevatten.
Artikel 6 Scriptievoorbereidingstraject en goedkeuring van het onderwerp lid 1 Ter voorbereiding op het schrijven van een scriptie organiseert de faculteit een scriptievoorbereidingstraject, bestaande uit een hoorcollege, een bibliotheekinstructie en een scriptiepracticum. lid 2 De student is verplicht de onderdelen scriptiecollege en bibliotheekinstructie van het scriptievoorbereidingstraject te volgen alvorens een scriptieonderwerp ter goedkeuring voor te leggen aan de scriptiecoördinator. Het volgen van het onderdeel scriptiepracticum is facultatief, maar wordt sterk aanbevolen. lid 3 De student legt het scriptieonderwerp ten minste zes maanden voor de beoogde datum van afronding van de eindscriptie ter goedkeuring voor aan de scriptiecoördinator van de betrokken vakgroep. lid 4 Indien de student een scriptie schrijft in het kader van de doctoraalopleiding oude stijl Nederlands Recht, hoofdrichting Rechtstheorie, legt hij het onderwerp tenminste acht maanden voor de beoogde datum van afronding van de eindscriptie ter goedkeuring voorgelegd aan de scriptiebegeleider. Atrikel 7 Begeleiding lid 1 De student legt aan de scriptiebegeleider een schrijfplan (inclusief tijdpad) ter goedkeuring voor. Het schrijfplan voldoet aan de eisen zoals in de Handleiding voor Juridische Scripties is beschreven. lid 2 Na goedkeuring schrijft de student zich in Progress in voor het vak Scriptie en zet het schrijfplan (inclusief tijdpad) op Nestor. lid 3 In samenspraak met de scriptiebegeleider worden er aan de hand van het goedgekeurde schrijfplan afspraken gemaakt over: de frequentie van de begeleiding(bijeenkomsten); de mogelijkheid van een of meer tussentijdse (deel)concepten in te leveren; het tijdstip en de wijze van inlevering van de tussentijdse (deel)concepten; de datum van inlevering van de definitieve versie; het aantal in te leveren exemplaren van de definitieve versie. lid 4 Indien de student wenst af te wijken van het goedgekeurde schrijfplan of het goedgekeurde tijdpad geeft hij dit zo spoedig mogelijk door aan de scriptiebegeleider. lid 5 De student heeft het recht ten minste één keer een (deel)concept in te leveren en dit te bespreken met de scriptiebegeleider. lid 6 De scriptiebegeleider beoordeelt tussentijdse (deel)concepten zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk vijftien werkdagen na inlevering ervan, tenzij de scriptiebegeleider en de student daarover andere afspraken hebben gemaakt. lid 7 De student is verplicht in de definitieve versie met de kritiek en het commentaar van de scriptiebegeleider op dit (deel)concept rekening te houden. Artikel 8 Omvang Lid 1 Exclusief tabellen, literatuurlijst en bijlagen bevatten de scripties van de hierna genoemde opleidingen het aangegeven aantal pagina’s tekst in de voorgeschreven opmaak (zie voor eisen typografie: Handleiding voor Juridische Scripties). Met toestemming van de scriptiebegeleider kan hiervan worden afgeweken.
263
STUDIEGIDS 2006-2007
27 pag.
lid 2
- masteropleidingen Nederlands Recht, Fiscaal Recht, Internationaal en Europees Recht, Recht & ICT, en Notarieel Recht (13 ec); 15 pag. - opleiding Notarieel oude stijl (9 ec) - de bacheloropleiding Notarieel Recht (9 ec) 15 pag. - de bacheloropleiding Law in Europe (10 ec) 30 pag. - de Master Law in Europe 2006-2007 (18 ec) - de Vrije Master Bedrijfsrecht (Vrij onderwijsprogramma Master Nederlands Recht - zonder civiel effect) – 2006-2007 (18 ec); - de Vrije Master Sociaal Recht (Vrij onderwijsprogramma Master Nederlands Recht - zonder civiel effect) – 2006-2007 (18 ec); - Schakelprogramma Master Fiscaal Recht – 2006-2007 (18 ec); - Verkort Bachelor en Masterprogramma Nederlands Recht met civiel effect – 2006-2007 (18 ec); 30 pag. de Vrije Master Vastgoed (Vrij onderwijsprogramma Master Nederlands Recht - zonder civiel effect) – 2006-2007 (20 ec); De omvang van de eindscriptie Nederlands recht hoofdrichting Rechtstheorie oude stijl wordt in overleg tussen de scriptiebegeleider en de student bepaald.
Artikel 9 Beoordeling lid 1 De student levert de eindversie van de scriptie zowel schriftelijk als digitaal in bij de scriptiebegeleider, tenzij tussen hen anders is overeengekomen. lid 2 De scriptiebegeleider beoordeelt zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk twintig werkdagen na inlevering van de definitieve versie, of de scriptie voldoet aan de minimumeisen wat betreft: inhoud (plagiaat, balans tussen eigen gedachtegoed en gebruikte bronnen); argumentatie (kritisch-refererend met een eigen mening); omvang (artikel 8); bronvermelding (conform Leidraad voor Juridische Auteurs); begrijpelijk en correct taalgebruik; vorm en typografie (conform Handleiding voor Juridische Scripties), lid 3 De scriptiebegeleider kent vervolgens een cijfer toe. lid 4 Het cijfer wordt bepaald aan de hand van de volgende criteria: inhoud; argumentatie; structuur en opbouw; begrijpelijkheid en aantrekkelijkheid taalgebruik; correctheid van taalgebruik; zelfstandigheid in het onderzoek; originaliteit van het onderzoek; beheersing van (specifieke) onderzoeksvaardigheden. lid 5 De scriptiebegeleider maakt aan de hand van de beoordelingscriteria in het vorige lid inzichtelijk hoe het cijfer tot stand is gekomen. lid 6 De scriptiebegeleider geeft het eindcijfer door aan de Tentamen- en Examenadministratie, nadat de student een uitdraai heeft overgelegd van de conform artikel 11 lid 1 geplaatste samenvatting in Nestor Artikel 10 Informele bezwarenprocedure Indien een student het niet eens is met het aan de scriptie toegekende cijfer kan hij de scriptiebegeleider om heroverweging van het cijfer verzoeken. De begeleider kan beslissen het oordeel van een tweede docent in te roepen.
264
OVERIGE FACULTAIRE REGELINGEN
Artikel 9 In te leveren samenvatting en aantal exemplaren lid 1 De student plaatst direct na goedkeuring van de scriptie een samenvatting van de scriptie van min. een pagina, A4 formaat, in Nestor. lid 2 De student levert minimaal 1 papieren exemplaar van de goedgekeurde scriptie (incl. uitdraai van de samenvatting op Nestor) en 1 digitale versie in bij de scriptiebegeleider. Het faculteitsbestuur kan bepalen dat de inlevering van de digitale versie op een andere wijze geschiedt. Inwerkingtreding Wijzigingen treden op 1 september 2006 in werking.
29.3 Regeling betreffende individuele klachten van studenten § 1 Inleiding
Binnen de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) bestaan, afhankelijk van het soort klacht of bezwaar, verschillende formele regelingen en procedures om een klacht in te dienen of bezwaar te maken: Een student die het niet eens is met een beslissing van de Examencommissie kan in beroep gaan bij het College van beroep voor de Examens; Een student kan samen met andere studenten gebruik maken van het in de wet opgenomen collectief klachtrecht van studenten, indien de universiteit volgens hen onvoldoende zorgt voor een ongestoord studieverloop; En in het geval van intimidatie of discriminatie kan hij een beroep doen op de Klachtenregeling (seksuele) intimidatie, agressie, geweld en discriminatie. De Regeling voor individuele klachten van studenten die hier wordt uitgewerkt, is een facultaire regeling. De faculteit heeft deze regeling opgesteld voor de behandeling van individuele klachten van studenten over gedragingen van facultaire medewerkers als het niet-nakomen van afspraken, het niet-naleven van de normale omgangsregels, onheuse bejegening en dergelijke.
§ 2 Toepassingsgebied van de regeling
Deze klachtenregeling heeft betrekking op klachten van studenten over gedragingen van medewerkers (leden van het wetenschappelijk personeel en leden van het ondersteunend en beheerspersoneel) van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, voorzover er geen andere regeling van toepassing is. Via het onderstaande schema kunt u nagaan of uw klacht onder de facultaire regeling valt. I. Is uw klacht een voor beroep vatbaar besluit door of namens de Examencommissie of examinator? Ja: beroep aantekenen bij het College van Beroep voor de Examens Nee: ga naar II II. Valt uw klacht onder het collectief klachtrecht van Studenten (art. 9.28 WHW)? Ja: zie procedure in het Faculteitsreglement art. 32 t/m 35 Nee: ga naar III III. Is uw klacht gericht tegen een voor bezwaar en beroep vatbaar besluit door of namens het Faculteitsbestuur? Ja: bezwaar aantekenen bij het College van Bestuur van de RUG Nee: ga naar IV IV. Is uw klacht gericht tegen gedragingen in de sfeer van (seksuele) intimidatie, agressie, geweld en discriminatie? Ja: Klachtenregeling (seksuele) intimidatie, agressie, geweld en discriminatie (SIAGD)
265
STUDIEGIDS 2006-2007
Nee:
ga naar V
V. Is uw klacht gericht tegen gedragingen van universitair personeel niet zijnde gedragingen die onder de Klachtenregeling SIAGD vallen? Ja: de Algemene Klachtenregeling RUG is van toepassing Nee: de Facultaire Klachtenregeling is van toepassing, voorzover het gedragingen betreft van het personeel van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid als het nietnakomen van afspraken, het niet-naleven van de omgangsregels, onheuse bejegening, e.d. § 3 Hoe verloopt de procedure?
Bij het indienen van de klacht dient u een bepaalde volgorde van handelen aan te houden. De eerste twee stappen hebben een informeel karakter. Met stap 3 krijgt de procedure een formeel karakter. U bespreekt de klacht in beginsel eerst met degene die de klacht heeft veroorzaakt dan wel met degene tegen wie de klacht gericht is. Dat kunnen docenten zijn, medewerkers van een vakgroepsecretariaat of een facultaire dienst. Indien dit niet leidt tot een bevredigende afhandeling van de klacht, of indien u er geen vertrouwen in heeft dat de klacht naar behoren zal worden afgehandeld, kan de klacht worden ingediend bij de studieadviseur, dan wel bij het hoofd van de Dienst Onderwijs- en Studiebegeleiding indien de klacht betrekking heeft op de studieadviseur. Desgewenst kan de klacht tevens worden gemeld bij de studentadviseur van het Faculteitsbestuur. Hiervoor staat het volgende e-mailadres open:
[email protected]. Dit e-mailadres staat onder verantwoordelijkheid van de studentadviseur van het Faculteitsbestuur. Alle in deze fase binnengekomen klachten worden vertrouwelijk behandeld. De ontvanger van de klacht probeert in samenwerking met u het probleem op te lossen. Is degene die de klacht ontvangen heeft van mening dat de klacht dient te worden doorgegeven aan de directeur opleidingen - of in het geval dat de klacht is gericht tegen de directeur opleidingen aan het Faculteitsbestuur - dan kan hij dat met toestemming van u, namens u doen. Indien u van mening bent dat deze informele procedure niet tot een bevredigend resultaat heeft geleid, kan een formele klacht worden ingediend. Dit kan alleen schriftelijk en ondertekend door u zelf. De formele klacht wordt ingediend bij de directeur opleidingen; indien de klacht is gericht tegen de directeur opleidingen wordt de klacht ingediend bij het Faculteitsbestuur. Alvorens een uitspraak te doen worden beide partijen gehoord, tenzij geen der partijen daar prijs op stelt. De directeur opleidingen dan wel het Faculteitsbestuur doet uiterlijk binnen zes weken na aanmelding van de klacht een schriftelijke uitspraak.
29.4 Beroepsregeling Als je het oneens bent met een beslissing, kun je in beroep gaan of bezwaar aantekenen. Voor onderwijszaken (decentrale aangelegenheden) is er een andere procedure dan bij inschrijvingszaken en financiële regelingen (centrale aangelegenheden). In het eerste geval teken je beroep aan bij het College van Beroep voor de Examens (CBE), in het laatste geval teken je bezwaar aan bij het College van Bestuur. Beide procedures staat beschreven in het Regelingendeel van deze studiegids, in het hoofdstuk Studentenstatuut onder de paragraaf Rechtsbescherming.
266
30 Studentenstatuut (vereenvoudigde versie) 30.1 Voorwoord In dit Studentenstatuut voor het academisch jaar 2006-2007 vindt u een overzicht van de wederzijdse rechten en plichten van studenten en universiteit. Een soort gids voor kritische en zelfbewuste studenten, waarin u de regels kunt vinden waaraan wij elkaar mogen houden. De Rijksuniversiteit Groningen (RUG) wil studenten tijdens hun studie zo goed mogelijk toerusten, ondersteunen en wegwijs maken in de universitaire wereld. Het is in uw belang goed nota te nemen van deze informatie. Het Studentenstatuut geeft u inzicht in de verscheidenheid aan producten, voorzieningen en diensten die de universiteit u te bieden heeft. Daarnaast wijst het u op uw rechten en plichten en op wat de universiteit van haar studenten verwacht. De universiteit heeft op haar beurt de zorg voor kwalitatief hoogwaardig academisch onderwijs, voor studeerbare programma's en voor goede onderwijs- en studentenvoorzieningen. Studenten kunnen de universiteit daarop aanspreken. U vindt in het Studentenstatuut ook informatie over universitaire instanties die u kunnen helpen bij vragen of problemen In 2002 is de Bachelor-Masterstructuur (BaMa) in het hoger onderwijs zijn ingevoerd. Door deze structuur is de internationale herkenbaarheid van de opleidingen in het hoger onderwijs verbeterd. Voor informatie over de BaMa-opleidingen en de “oude”, doctoraal opleidingen wordt u verwezen naar de desbetreffende Onderwijs-en ExamenRegelingen (OERen) en naar de studieadviseurs van de desbetreffende faculteiten. dr. S.K. Kuipers Voorzitter van het College van Bestuur
30.2 Lijst van gebruikte afkortingen ABJZ BaMa CBE CBHO CSA CSB CvB EC ECTS GSb HBO IBG ISD OER ROB RUG
Algemeen Bestuurlijke en Juridische Zaken Bachelor/Master-structuur College van Beroep voor de Examens College van Beroep voor het Hoger Onderwijs Centrale Studenten Administratie Centrale Studenten Balie College van Bestuur European Credits European Credits Transfer System Groninger Studentenbond Hoger Beroeps Onderwijs Informatie Beheer Groep International Service Desk Onderwijs- en Examenregeling Regeling financiële ondersteuning studenten in bèta-opleidingen Rijksuniversiteit Groningen
267
STUDIEGIDS 2006-2007
SIAGD SO SOG UAF UCLO UFC UK U-raad VOS VWO WBP WHW WO WSF
(Seksuele) Intimidatie, Agressie, Geweld en Discriminatie Studie Ondersteuning Studenten Organisatie Groningen Stichting voor VluchtelingStudenten UAF-University Assistance Fund Universitair Centrum voor de Lerarenopleiding Universitaire Fondsen Commissie Universiteitskrant Universiteitsraad Vooruitstrevend Overleg Studenten Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Wet Bescherming Persoonsgegevens Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek Wetenschappelijk Onderwijs Wet studiefinanciering 2000
30.3 Begrippen Hieronder volgt een omschrijving van een aantal begrippen: Student is iemand die tegen betaling van collegegeld bij de RUG als zodanig staat ingeschreven voor een door de minister erkende opleiding (voltijds, duaal of deeltijds). De student mag onderwijs volgen, alsmede tentamens en examens afleggen voor de opleiding waarvoor de inschrijving geldt. Een student die een duale – of deeltijdopleiding doet, heeft geen recht op studiefinanciering. Wettelijk collegegeld wordt in de wet (WHW) vastgesteld. Het moet worden betaald door de student die voor de aanvang van het studiejaar nog geen 30 jaar is. Bovendien moet de student de nationaliteit bezitten van een land dat behoort tot de Europese Economische Ruimte, of studiefinanciering van de IBG ontvangen. Hierop is een uitzondering gemaakt voor eenieder die door het UAF als vluchteling-student is erkend; ook zij betalen het wettelijk collegegeld. Voor het studiejaar 2006-2007 is het wettelijk collegegeld vastgesteld op € 1.519, -. De student die niet in aanmerking komt voor het betalen van het wettelijk collegegeld, betaalt het instellingscollegegeld. Voor het studiejaar 2006-2007 is het instellingscollegegeld: voor de voltijdstudent € 1.997, -. voor de deeltijdstudent € 1.135, -. voor de duale (studerende en werkende) student € 1.135, -. Voor studenten die niet de nationaliteit hebben van een land dat partij is bij de overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (EER), met uitzondering van degenen die door het UAF als vluchteling-student zijn erkend, en zich willen inschrijven voor een bachelor- of masteropleiding gelden gedifferentieerde collegegeld tarieven. Informatie hierover is te verkrijgen bij de Centrale Studenten Administratie en op onze website. Extraneus is iemand die tegen betaling van examengeld bij de RUG als zodanig staat ingeschreven voor een door de minister erkende opleiding. De extraneus mag tentamens en examens afleggen voor de opleiding waarvoor de inschrijving geldt,
268
STUDENTENSTATUUT (VEREENVOUDIGDE VERSIE)
maar mag geen onderwijs volgen. Voor het studiejaar 2006-2007 bedraagt het examengeld € 1.135, -. Een extraneus heeft geen recht op studiefinanciering. De extraneus kan na het behalen van zijn diploma een verzoek doen om de inschrijving beëindigen. Hij krijgt echter bij afstuderen geen restitutie van het reeds betaalde examengeld. ECTS: European Credits Transfer System. Europees systeem om de studielast in punten (studiepunten) te kwalificeren. Hiermee wordt de internationale beoordeling van programma’s en opleidingen bevorderd. De nominale studiebelasting is 60 EC per jaar. OER: Onderwijs- en Examenregeling Elke opleiding heeft een eigen, specifieke OER, waarin onder meer de toelatingseisen en de inhoud van de opleiding staan vermeld. Tentamen is een onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de examinandus, alsmede de beoordeling van de uitkomsten van het onderzoek.
30.4 Inleiding Algemeen
Het Studentenstatuut is een overzicht van de rechten en plichten van zowel studenten als universiteit. Het is gebaseerd op landelijke wet- en regelgeving (vooral de WHW) en aangevuld met regelingen die specifiek van de RUG afkomstig zijn. Het Studentenstatuut bestaat uit twee delen. In het centrale deel worden de algemene rechten en plichten genoemd voor de gehele universitaire organisatie. Het decentrale deel beschrijft de rechten en plichten die specifiek gelden voor een opleiding. Deze verschillen per opleiding en faculteit.
Geldigheid
Het Studentenstatuut geldt voor het studiejaar 2006-2007 en is gebaseerd op de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW).
Het belang van het Studentenstatuut
U wordt geacht op de hoogte te zijn van de inhoud van het Studentenstatuut. Een wet of regeling heeft per definitie een algemeen karakter. Dat geldt ook voor het Studentenstatuut en maakt dat het effect in een concrete situatie en in een individueel geval niet altijd eenduidig en voorspelbaar is. Bovendien voeren bestuursorganen binnen zekere grenzen hun eigen beleid. Ten slotte is ‘recht’ nooit statisch, maar voortdurend in ontwikkeling. Studenten die dit studiejaar begonnen zijn, krijgen te maken met andere regelingen dan ouderejaars. Zorg er dus altijd voor dat u zich goed laat informeren door uw faculteit en/of de Centrale Studenten Balie en lees het Studentenstatuut goed door! Als u zich niet houdt aan de plichten die uit het Statuut voortvloeien, heeft dat mogelijk consequenties voor uw rechten, bij voorbeeld op financiële ondersteuning uit het afstudeerfonds.
Blijf kritisch!
Geïnformeerd worden en blijven
Wilt u meer weten? Ziet u onjuistheden? Heeft u klachten? Vindt u een beslissing niet terecht? Geloof nooit klakkeloos wat ‘leken’ beweren. Kijk altijd zelf na wat het Studentenstatuut zegt en raadpleeg de hieronder genoemde informatiebronnen. Daar worden ook de instanties vermeld waaraan u klachten kunt doorgeven of waarbij u een bezwaar- of beroepschrift kunt indienen. Alle studenten krijgen bericht zodra het Studentenstatuut beschikbaar is. U kunt het gratis opvragen bij de CSB of bekijken via de website van de RUG: www.rug.nl/studenten.
269
STUDIEGIDS 2006-2007
Alle binnen de RUG geldende regels en tussentijdse wijzigingen hiervan, worden bekend gemaakt via de UK of de RUG-website (centrale regelingen zoals het Studentenstatuut of de Afstudeerfondsregeling), of via uw faculteit (decentrale regelingen zoals de OER). U wordt geacht, ook op eigen initiatief, kennis te nemen van de regels (en tussentijdse wijzigingen hiervan) die binnen de RUG gelden. Informatie op centraal niveau
Alle onderstaande informatiebronnen hebben een website op de homepage van de RUG: http://www.rug.nl/studenten/ Bijlagen en speciale pagina’s in de UK (Universiteitskrant) In de Katernen en RUG-berichten van de UK publiceert het College van Bestuur nieuwe regelingen en richtlijnen. Ook vindt u hier de wijzigingen in de hoogte van het collegegeld en de Afstudeerfondsregeling. Centrale Studenten Administratie (CSA) Dit bureau verzorgt de inschrijving, collegegelden, tussentijdse beëindiging van de inschrijving. De CSA verstrekt collegekaarten aan studenten die collegegeld hebben betaald en ingeschreven staan bij de RUG. De CSA krijgt gegevens over de studievoortgang (studiepunten) van de facultaire studentenadministratie. De CSA moet deze gegevens doorsturen naar de IBG voor de tempobeurs. Als u het collegegeld heeft betaald en uw inschrijvingsformulier heeft ingeleverd, ontvangt u een studentenkaart. Mocht u die niet hebben ontvangen, informeer hier dan direct naar bij de de Centrale Studenten Balie! Centrale Studenten Balie (CSB) Als uw studie niet loopt zoals gewenst kunt u, na uw studievoortgang te hebben besproken met uw studieadviseur, een beroep doen op de CSB . De CSB adviseert u in de wirwar van wet- en regelgeving, vooral als het gaat om (beëindigen) inschrijving, afstuderen, betaling collegegeld, studievertraging, met de bijkomende (financiële) perikelen, en alternatieve studiemogelijkheden. Verder kunt u bij de CSB terecht voor advies over studeren met een functiebeperking. Ook als u vakken of opleidingen in het buitenland of elders in Nederland wilt volgen, bent u bij de CSB aan het goede adres. Als u bijna afgestudeerd bent, wil de CSB u graag helpen om de start van uw carrière een impuls te geven. Studentendecanen. Voor complexe en persoonlijke problemen houden de studentendecanen een spreekuur. De decaan is een vertrouwenspersoon, die een onafhankelijke positie heeft en uw privacy garandeert. De studentendecaan geeft ook informatie over bezwaar- en beroepsprocedures. Let wel: de eerste melding van studievertraging, in verband met eventuele financiële ondersteuning uit het Afstudeerfonds, vindt plaats bij de studieadviseur van uw opleiding (zie hoofdstuk 8). Wanneer de studievertraging groter is of dreigt te worden dan 10 EC, zal de studieadviseur u verwijzen naar de studentendecaan. U moet dan zelf een afspraak maken met een decaan voor een vervolgmelding. Als na de eerste melding bij de studieadviseur in de loop van het studiejaar de vertraging oploopt tot meer dan 10 EC, dient u ook zonder verwijzing van de studieadviseur direct na het constateren van deze vertraging contact op te nemen met een studentendecaan. U dient het advies van en de afspraken met de studieadviseur en de studentendecaan op te volgen, indien u in aanmerking wilt komen voor financiële ondersteuning uit het Afstudeerfonds.
270
STUDENTENSTATUUT (VEREENVOUDIGDE VERSIE)
International Service Desk (ISD) De International Service Desk (ISD) is gevestigd bij het Bureau Internationale Samenwerking (BIS) en geeft voorlichting over studeren, promoveren en tijdelijke (onderzoeks)verblijven aan de RUG aan alle buitenlandse (aspirant)studenten en buitenlandse onderzoekers. Ook beantwoordt de ISD vragen van buitenlandse gasten of van hun begeleider/mentor tijdens het verblijf in Groningen over zaken als vreemdelingenwetgeving, studiebegeleiding, medische hulp, financiën, huisvesting en voorzieningen/instanties in de stad. De ISD organiseert en coördineert een aantal introductie- en sociale activiteiten (i.s.m. andere organisaties als Wings, Global Club en Foreign Guest Club). In een aantal gevallen regelt de ISD de gehele opvang van buitenlandse gasten, bijvoorbeeld als gasten door het College van Bestuur zijn uitgenodigd of als zij in het kader van een ontwikkelingssamenwerkingsproject naar de RUG komen. De ISD verwijst voor (vak)inhoudelijke of specifieke informatie door naar de juiste contactpersonen binnen of buiten de universiteit. Als er problemen zijn met uw verblijfsvergunning, kunt u zich ook bij de ISD laten informeren. Informatie op facultair niveau
Diverse media Veel informatie staat in de jaarlijkse studiegids. Verder wordt u geacht zelf kennis te nemen van belangrijke mededelingen via prikborden, de UK, de website van de RUG op het internet en dergelijke. Onderwijs- en Examenregeling (OER) Bij elke opleiding vindt u een Onderwijs- en Examenregeling (OER), die zaken regelt zoals de inhoud van de opleiding, de toelating tot de opleiding en de regels van tentamens. De OER is in te zien bij de onderwijs- en examenadministratie van uw faculteit en staat ook in uw studiegids. Facultaire onderwijs- en examenadministratie Behalve over de OER heeft de onderwijs-en examenadministratie van uw faculteit informatie over de inschrijving voor tentamens, registratie van tentamens en studiepunten, volgorde-eisen, roosters en studentgegevens. Opleidingsdirecteur en Onderwijscoördinator Elke faculteit heeft een of meer opleidingsdirecteuren. Zij zien toe op de uitvoering van de OER. Daarnaast hebben sommige opleidingen en faculteiten een onderwijscoördinator. Ook bij deze functionaris kunt u terecht voor onderwijsvragen. Studieadviseur De studieadviseur zorgt voor informatie, advies en begeleiding bij studieplanning, studieprogramma enzovoort. Hij heeft contact met andere centrale en facultaire instanties en verwijst zonodig door. Als u door bijzondere omstandigheden meer dan 4 weken studievertraging oploopt (5/6 EC), moet u dit direct melden bij de studieadviseur, indien u in aanmerking wilt komen voor financiële ondersteuning uit het Afstudeerfonds. Als de vertraging groter is of dreigt te worden dan 10 ec, zal de studieadviseur u verwijzen naar de studentendecaan. U moet dan zelf een afspraak maken met een decaan voor een vervolgmelding. Als na de eerste melding bij de studieadviseur, in de loop van het studiejaar de studievertraging oploopt tot meer dan 10 EC, dient u ook zonder verwijzing van de studieadviseur direct na het constateren van de vertraging contact op te nemen met een studenten decaan. Examencommissie Voor vragen over tentamens en examens gaat u naar de examencommissie. Deze commissie is binnen de faculteit of opleiding belast met de organisatie en coördinatie hiervan. Raadpleeg voor meer informatie de studiegids.
271
STUDIEGIDS 2006-2007
Opleidingscommissie Voor vragen of opmerkingen over de opleiding gaat u naar de opleidingscommissie. De opleidings-commissie heeft een belangrijke rol bij de vormgeving en evaluatie van het onderwijsprogramma van de opleiding. Deze commissie bestaat voor de ene helft uit studenten en voor de andere helft uit medewerkers. Bezwaar en beroep
Bij de toepassing van wetten en regels worden beslissingen genomen waartegen u bezwaar kunt maken of beroep kunt aantekenen. Hiervoor zijn drie instanties: - College van Bestuur (CvB): onder meer voor zaken uit het centrale deel van het Studentenstatuut; - College van Beroep voor het Hoger Onderwijs (CBHO): voor zaken die eerder in een bezwaar- of (administratief) beroepsprocedure van het CvB (zie vorige punt) zijn behandeld, en waartegen nu in beroep wordt gegaan; - College van Beroep voor de Examens (CBE): voor zaken uit het facultaire deel van het Studentenstatuut (OER). Een overzicht van de bezwaar- en beroepsprocedures is verkrijgbaar bij de CSB (bijvoorbeeld de brochure Bezwaar en Beroep). Hier kunt u ook terecht met algemene vragen. Bij meer specifieke vragen over uw bezwaar- of beroepschrift kunt u terecht bij de afdeling Algemeen Bestuurlijke en Juridische Zaken (ABJZ). Ook op de webpagina’s van de CSB en ABJZ staat alle benodigde informatie.
Klachten
Er ontstaan soms situaties waarin geen expliciete regel is overtreden, maar die wel erg onbevredigend zijn. U kunt dan een klacht indienen bij de volgende instanties: -Faculteit Voor klachten over de opleiding (algemeen of individueel) kunt u in eerste instantie terecht bij de studieadviseur die u, afhankelijk van het onderwerp, kan doorverwijzen. De faculteiten en opleidingen hebben veelal eigen klachtprocedures. -Studentendecanen Als u met uw klacht niet terecht kunt (of wilt) bij de faculteit of opleiding, bespreek deze dan met een van de studentendecanen.. Als vertrouwenspersoon voor studenten hebben zij ook een ombudsfunctie. -Vertrouwenspersoon van de RUG Klachten over (seksuele) intimidatie, agressie, geweld en discriminatie kunt u indienen bij de speciaal daarvoor ingestelde Klachtencommissie. Maar u kunt ook (eerst) een gesprek hebben met de Vertrouwenspersoon, waar u tevens terecht kunt bij klachten over ongelijke behandeling. Het adres staat vermeld bij Centrale Instanties. - Meldpunt Vertrouwensinspecteurs Signalen inzake discriminatie, onverdraagzaamheid, fundamentalisme, radicalisering, extremisme e.d. kunnen ook worden gemeld bij bovengenoemd meldpunt. De vertrouwensinspecteur kan met u zoeken naar de meest wenselijke aanpak van de signalen -Arbo- en Milieudienst Klachten over welzijn, gezondheid en milieu meldt u in eerste instantie aan bij de facultaire Arbo- en Milieucoördinator of bij de (centrale) Arbo- en Milieudienst. Binnen de RUG zijn er twee centrale klachtenregelingen: - de Algemene Klachtenregeling; - de Klachtenregeling (Seksuele) Intimidatie, Agressie, Geweld en Discriminatie(SIAGD).
272
STUDENTENSTATUUT (VEREENVOUDIGDE VERSIE)
30.5 Belangrijke centrale instanties Let op: In hoofdstuk 1: Wegwijs, van deze studiegids zijn reeds centrale instanties binnen de universiteit opgenomen. Alleen de instanties die daar niet vermeld worden, zijn hieronder opgenomen. Deze instanties zijn te vinden op de website van de RUG: www.rug.nl/studenten
Centrale Studentenbalie (CSB)/frontoffice CSA/Studentendecanen Bezoekadres: Uurwerkersgang 10 Postadres: Postbus 72, 9700 AB Groningen Telefoon: (050) 363 80 66 e-mail:
[email protected] Openingstijden: ma t/m vr 10.00-16.00 uur De CSB geeft informatie en advies aan studenten en aankomende studenten over (beëindigen) inschrijving, studiekeuze, studievoortgang, studie- en stagemogelijkheden in binnen- en buitenland en overstap naar de arbeidsmarkt. Ook biedt de CSB voorlichting over de financiële regelingen. Via de CSB maakt u een afspraak met een studentendecaan. Centrale Studenten Administratie (CSA) Postadres: Postbus 72, 9700 AB Groningen Telefoon: (050) 363 8004 E-mail:
[email protected] Dit bureau verzorgt de officiële inschrijving en registratie van studenten, extraneï en promovendi. Deze informatie wordt doorgegeven aan faculteiten, universitaire diensten en overige bevoegde instanties. Arbo- en Milieudienst (AMD) Bezoekadres: Postadres: Telefoon: e-mail:
Visserstraat 47 Visserstraat 47 9712 CT Groningen (050) 363 5551
[email protected]
Openingstijden: ma t/m vr 8.30 - 17.00 uur De Arbo- en Milieudienst adviseert en coördineert op het gebied van gezondheid, welzijn en milieu. Namens het College van Bestuur houdt de AMD toezicht op arbeidsomstandigheden en vervult specifieke functies op dit gebied. Algemeen Bestuurlijke en Juridische Zaken (ABJZ) Postadres: Postbus 72, 9700 AB Groningen Telefoon: (050) 363 54 40 e-mail:
[email protected] Openingstijden: ma t/m vr 9.00 – 17.00 uur ABJZ geeft onder meer informatie over bezwaar- en beroepschriften die respectievelijk bij het College van Bestuur of bij het College van Beroep voor de Examens zijn ingediend. Ook kunt u hier terecht voor diverse regelingen die gelden binnen de universiteit. Universitaire Fondsen Commissie (UFC) Postadres: Postbus 72, 9700 AB Groningen e-mail:
[email protected]
273
STUDIEGIDS 2006-2007
De UFC adviseert het College van Bestuur over aanvragen voor financiële ondersteuning op grond van de Afstudeerfondsregeling. De commissie is ook het adres voor het versturen van de bewijsstukken bij uw (digitale) aanvraag voor financiële ondersteuning. Klachtencommissie (Seksuele) Intimidatie, Agressie, Geweld en Discriminatie Postadres: Antwoordnummer 172, 9700 VB Groningen Bij deze klachtencommissie kunt u klachten indienen over (seksuele) intimidatie, agressie, geweld en discriminatie op grond van de Klachtenregeling SIAGD. Overige voorzieningen - Universitair Sportcentrum, Blauwborgje 4, tel. (050) 363 80 63; - ACLO Studentensportstichting, Blauwborgje 16, tel. (050) 363 46 41 www.aclosport.nl; - USVA Cultureel Jongerencentrum, Munnekeholm 10, tel. (050) 363 46 70 www.usva.nl; - GSP (Groninger Studentenpastoraat), Kraneweg 33, tel. (050) 312 99 26 www.gspweb.nl; - KEI (Kommissie Eerstejaars Introductie), Sint Walburgstraat 22, tel. (050) 363 80 90, www.keiweek.nl; - GSb-studentensteunpunt, Sint Walburgstraat 22a, tel. (050) 3187898 e-mail
[email protected]; - SOG Studenten Rechtsbureau, Sint Walburgstraat 22c, tel. (050) 363 46 79 e-mail
[email protected]. Meer informatie over deze en andere centrale voorzieningen voor studenten staat op de RUG-website: http://www.rug.nl Studentenvertegenwoordiging De belangen van studenten worden behartigd door de volgende studentengroeperingen: - VOS-fractie (Vooruitstrevend Overleg Studenten), tel. (050)363 46 75, www.vosfractie.nl; - S.O.G.-fractie (Studenten Organisatie Groningen), tel. (050)363 46 79, www.studentenorganisatie.nl; - GSb (Groninger Studentenbond), tel. (050)363 46 75, www.groningerstudentenbond.nl; Gemeenschappelijk post- en bezoekadres: Sint Walburgstraat 22, 9712 HX Groningen. College van Bestuur (CvB) Postadres: Postbus 72, 9700 AB Groningen Telefoon: (050) 363 52 85 Het CvB is het centrale bestuursorgaan van de RUG. Het behandelt tevens bezwaaren (administratieve) beroepschriften bij zaken die meestal gaan over het centrale deel van het Studentenstatuut. Universiteitsraad (U-raad) Postadres: Postbus 72, 9700 AB Groningen Telefoon: (050) 363 85 35 De U-raad is het orgaan voor medezeggenschap van de RUG op centraal niveau. De leden worden gekozen uit en door personeel en studenten. www.rug.nl/uraad/ e-mail:
[email protected]
274
STUDENTENSTATUUT (VEREENVOUDIGDE VERSIE)
30.6 Vereenvoudigde versie Studentenstatuut - Algemeen Instellingsdeel en opleidingsdeel
Geldigheid Bekendmaking
Hieronder worden de hoofdpunten van het instellingsdeel van het Studentenstatuut genoemd. Dit gaat over algemene, centrale zaken die de gehele universiteit betreffen, zoals toelating, inschrijving en rechtsbescherming. Bij het Studentenstatuut hoort ook nog het opleidingsdeel, met onderwerpen zoals examens, tentamens en studiepunten. U kunt het opleidingsdeel raadplegen bij de facultaire onderwijs- en examenadministratie en in de facultaire studiegidsen. Het studentenstatuut is gebaseerd op de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW). Het statuut geldt voor het studiejaar 2006-2007. Alle studenten die zich voor het eerst inschrijven voor een opleiding aan de Rijksuniversiteit Groningen krijgen het Studentenstatuut op een CD-ROM thuisgestuurd. Alle andere studenten ontvangen een brief met de vermelding waar zij het Studentenstatuut kunnen inzien. Het Studentenstatuut is ook op internet te raadplegen.
30.7 De Bachelor-Master-structuur (BaMa) Algemeen
Eerstejaars en Bama Ouderejaars en Bama
Propedeuse en bachelorfase (eerste drie jaar)
Masterfase (laatste één, twee of drie jaar)
Alle opleidingen zijn ingedeeld volgens de BaMa-structuur. De BaMa-opleiding bestaat uit twee afgeronde delen: een bacheloropleiding (inclusief een propedeuse) en een masteropleiding. Na de bachelorfase ontstaat een belangrijk schakelmoment, waarop u kunt kiezen voor het vervolg. Vanaf september 2002 studeren alle eerstejaars studenten in de BaMa-structuur.
Als u vóór het studiejaar 2002-2003 al stond ingeschreven bij de RUG, behoudt u het recht het afsluitend examen van het ‘oude’ doctoraalsysteem binnen een redelijke termijn af te leggen. Vrijwel de meeste doctoraaalopleidingen bij de RUG worden per 31 augustus 2007 afgebouwd. Meer informatie hierover en over het recht op onderwijs is te vinden in de desbetreffende OERen. Wilt u alsnog overstappen naar de BaMastructuur, raadpleeg dan ook de OER, de website van de RUG of neem contact op met uw studieadviseur over de mogelijkheden. Als u eenmaal bent overgestapt naar de BaMa-structuur, kun u daar niet meer op terugkomen! De propedeuse (het eerste jaar) blijft bestaan als oriënterend, verwijzend en selecterend onderdeel van de opleiding. Het wordt afgesloten met een propedeutisch examen. In het bachelorprogramma maakt u kennis met wetenschappelijk onderzoek en kunt u zich oriënteren op vervolgopleidingen of andere trajecten. De bacheloropleiding duurt voor alle studierichtingen drie jaar en sluit af met een bachelordiploma, dat toegang geeft tot tenminste één masteropleiding. Met het bachelordiploma kunt u een masteropleiding aan de RUG of een andere instelling in binnen- of buitenland volgen. Na de bachelorfase kunt u zich ook direct op de arbeidsmarkt begeven, al dan niet gevolgd door een masteropleiding in een later stadium. De masteropleiding duurt minimaal één en maximaal drie jaar.
Semesters
De jaarindeling bij de RUG verloopt in semesters, met een ‘knip’ halverwege het studiejaar. Het eerste semester loopt tot begin februari. Het semestersysteem sluit zoveel mogelijk aan op de jaarindelingen van universiteiten in de rest van Europa.
Informatie
Specifieke informatie over de BaMa vindt u in de OER, die in de studiegids is opgenomen. Informatie kunt u ook krijgen bij de faculteit, bijvoorbeeld bij de studieadviseur of de onderwijsbalie.
275
STUDIEGIDS 2006-2007
De nieuwste ontwikkelingen kunt u volgen via de website van de RUG en publicaties in de UK.
30.8 Toegang en toelating Eisen aan vooropleiding
Een van de onderstaande getuigschriften geeft toegang tot een universitaire bacheloropleiding: - diploma VWO met profiel, diploma HBO en getuigschrift HBO-propedeuse; - buitenlands diploma dat gelijkwaardig is aan een VWO-diploma (volgens minister of CvB); - colloquium doctum (verklaring van voldoende kennisniveau, wanneer een diploma ontbreekt).
Profielen VWO diploma
Er zijn opleidingen waar u met het ene profiel direct wordt toegelaten, maar met een andere profiel niet. In het laatste geval is het mogelijk dat u de opleiding volgt, mits u het gebrek aan kennis vóór de inschrijving, dan wel in de propedeuse opheft. Meer informatie staat in de OER van de opleiding. Let op: Als u een ‘oud’ VWO-diploma heeft, dus zonder profiel, gelden er aanvullende eisen om te worden toegelaten; zie de OER van de desbetreffende opleiding en raadpleeg de website van de IBG.
Kennis van de Nederlandse taal
Als u een buitenlands diploma heeft, moet u in bepaalde gevallen laten zien dat u de Nederlandse taal voldoende beheerst. Dit kan gelden voor toelating tot examens, maar soms ook voor toegang tot universitair onderwijs in het algemeen. De toelatings-of examencommissie beslist hierover.
Numerus fixus (beperkte inschrijving en inloting
Bij de opleidingen Geneeskunde en Tandheelkunde wordt u alleen toegelaten met een bewijs van toelating (inloting) van de IBG. Ook voor de opleiding IO/IB en de opleiding Psychologie geldt voor het studiejaar 2006-2007 een numerus fixus. Meer informatie over de numerus fixus en de lotingsprocedure is te vinden op de website van de IBG.
Lerarenopleiding
De eerstegraads lerarenopleiding wordt verzorgd door het Universitair OnderwijsCentrum Groningen (UOCG), Landleven 1, 9747 AD Groningen, tel. (050) 363 2000.
30.9 Inschrijving Als bewijs van inschrijving bij de universiteit geldt de door de CSA verstrekte collegekaart. Deze kaart heeft u absoluut nodig om gebruik te kunnen maken van de diverse faciliteiten die de universiteit te bieden heeft. Zonder collegekaart mag u niet aan het onderwijs deelnemen of tentamens doen. De inschrijving dient vóór 1 september van het studiejaar rond te zijn. Dit betekent dat dan het verzoek tot inschrijving moet zijn ingeleverd en het collegegeld moet zijn betaald. Indien u geen collegekaart ontvangt, neem dan contact op met de CSB. In dat geval is uw inschrijving aan de RUG hoogstwaarschijnlijk niet in orde! Na uw inschrijving aan de RUG, heeft u als student niet alleen rechten waarop u aanspraak kunt maken, maar ook plichten waaraan u zich dient te houden. Rechten
Als u als student bij de RUG staat ingeschreven, heeft u recht op: - het verwerven van academische kennis en vaardigheden, door goed onderwijs en begeleiding van gekwalificeerde docenten;
276
STUDENTENSTATUUT (VEREENVOUDIGDE VERSIE)
-
Plichten
Extraneus
College- en examengeld
de voortdurende toetsing van uw vorderingen door middel van tentamens en examens; het ontvangen van bewijsstukken die getuigen van het bereikte kennisniveau; het gebruiken van de onderwijsvoorzieningen, zoals bibliotheken, laboratoria en computerfaciliteiten; het gebruiken van studentenvoorzieningen, zoals studiebegeleiding, de hulp van een studentendecaan en sportfaciliteiten; medezeggenschap in de zaken die voor u als student belangrijk zijn, door middel van (actief en passief) kiesrecht voor universiteitsraad en faculteitsraad of de O&O raad (UMCG).
Als u als student bij de RUG staat ingeschreven, heeft u de plicht om: - huis-, orde- en veiligheidsregels na te leven die bijdragen aan een werkbare, veilige en plezierige studeeromgeving voor uzelf en anderen; - kennis te nemen, ook op eigen initiatief, van alles wat belangrijk is voor het volgen van uw opleiding, zoals het Studentenstatuut; - aanwezig te zijn wanneer dat door uw opleiding verplicht is gesteld, zoals aangegeven in de studiegids, bijvoorbeeld deelname aan practica; - er zelf voor te zorgen dat u tijdig bent aangemeld voor tentamens. Als extraneus heeft u alleen recht op het afleggen van tentamens en examens en het gebruik van onderwijsvoorzieningen. U mag als extraneus geen onderwijs volgen. Een extraneus heeft, evenmin als een deeltijdstudent, géén recht op studiefinanciering op grond van de WSF 2000. Een extraneus heeft geen recht op restitutie van het examengeld. Een student betaalt collegegeld en een extraneus examengeld. De Uitvoeringsregeling RUG vermeldt de hoogte van het bedrag, evenals de voorwaarden voor restitutie of vermindering van collegegeld. De Uitvoeringsregeling ligt ter inzage bij de onderwijsbalie van uw faculteit en bij de CSB en staat op de website van de RUG. Wie deelneemt aan het onderwijs zonder collegegeld te betalen en dus niet ingeschreven staat, kan verplicht worden tot het betalen van een schadevergoeding aan de universiteit. Alle afgelegde tentamens zijn ongeldig. Ook kan de strafrechter een geldboete opleggen. Als u niet ingeschreven staat, heeft u, uiteraard, ook geen recht op studiefinanciering.
30.10 Onderwijs Voltijd-, deeltijden duale opleidingen
Recht op kwaliteit
Recht op een studeerbaar programma
Universitaire opleidingen zijn voltijds, deeltijds of duaal. Hierover kunt u meer lezen in de OER. Als student heeft u de onderstaande rechten die specifiek verband houden met het onderwijs aan de RUG. Als student heeft u het recht schriftelijk de kwaliteit van de opleiding te beoordelen. Die kwaliteit wordt ook gecontroleerd door een visitatiecommissie, die bestaat uit onafhankelijke deskundigen. Deze evaluaties zijn openbaar. De faculteit trekt hieruit eventueel consequenties voor haar beleid. De opleidingen zijn geaccrediteerd door de NVAO. Dit wordt op uw diploma vermeld. De opleiding moet zodanig opgebouwd en ingevuld zijn, dat u redelijkerwijs de norm voor studievoortgang kunt halen en de opleiding binnen de daarvoor gestelde nominale cursusduur kunt voltooien. De opleidingscommissie ziet hierop toe. Als het programma niet-studeerbaar is, kunt u wellicht in aanmerking komen voor financiële ondersteuning
277
STUDIEGIDS 2006-2007
uit het Afstudeerfonds. U moet dit wel direct melden bij de studieadviseur (zie hiervoor hoofdstuk 8). Het programma wordt elk jaar beoordeeld door de opleidingscommissie; hierin hebben ook studenten zitting. Recht op een uniforme studielast
De jaarlijkse studielast van elke opleiding en elke onderwijseenheid wordt (ingevolge het European Credits Transfer System: ECTS) uitgedrukt in 60 studiepunten ofwel European Credits (EC). Eén EC staat voor 28 studie-uren. Binnen het BaMa-stelsel omvat de bacheloropleiding, inclusief de propedeuse, 180 EC. De meeste masteropleidingen beslaan maximaal 60 EC, maar er zijn uitzonderingen. Voor het studiejaar 2006-2007 geldt: - 180 EC: masteropleiding voor apotheker; - 120 EC: masteropleiding voor wijsgeer (van een bepaald wetenschapsgebied); - 120 EC: masteropleiding voor ingenieur; - 120 EC: masteropleidingen bèta; - 120 EC: masteropleiding voor universitaire eerstegraadsleraar; - 120 EC: research masteropleidingen (onderzoeksmasters). De meeste ‘oude’ doctoraalopleidingen (vóór de BaMa) hebben een studieduur van maximaal vier jaar (168 studiepunten), maar er zijn uitzonderingen: - zesjarige opleiding voor arts en apotheker (252 studiepunten); - vijfjarige opleiding voor tandarts, wijsgeer (van een bepaald wetenschapsgebied) en ingenieur (210 studiepunten); - vijfjarige bèta-opleidingen (210 studiepunten);
Recht op betaalbaar onderwijs
Recht op studiebegeleiding
Recht op aangepast onderwijs
Recht op serieuze afhandeling van klachten
Behalve het collegegeld voor studenten (of het examengeld voor extraneï) mag de RUG de kosten van onderwijs niet doorberekenen. Voor overige kosten, zoals studiekosten en studiereizen, heeft het College van Bestuur de ‘Regeling Prijsbeleid Studiekosten’ opgesteld. In de studiegids staat aangegeven wat de studiekosten zijn voor het betreffende studiejaar en ook op de website vindt u hierover informatie. Verder is bij de CSB de brochure ‘Studeren, wat kost het?’ verkrijgbaar. Het faculteitsbestuur moet op tijd inzicht geven in kosten en bijdragen. Indien de studiekosten hoger zijn dan het in de Regeling Prijsbeleid Studiekosten opgenomen plafondbedrag, kunt u de helft van het bedrag dat u méér kwijt bent bij het faculteitsbestuur (door overlegging van aankoopbewijzen) terugvragen. Als student heeft u recht op studiebegeleiding, zoals ondersteuning door de studieadviseur of studentendecaan. Extra begeleiding is er desgewenst voor studenten die in een speciale positie verkeren, bijvoorbeeld door een functiebeperking (handicap), een chronische ziekte of dyslexie. Ook allochtone studenten hebben recht op gerichte ondersteuning. U kunt u zich hiervoor in eerste instantie tot de studieadviseur van uw opleiding wenden. Als student met een handicap, chronische ziekte, dyslexie of een andere functiebeperking heb u het recht om aanpast onderwijs te volgen. Voor specifieke vragen of advies over de mogelijkheden bij uw opleiding kunt u terecht bij de studieadviseur en voor meer algemene vragen of advies bij de CSB. Ook in uw studiegids kunt u over dit onderwerp lezen. Er zijn diverse aanspreekpunten voor klachten: - op decentraal niveau: de faculteit of studieadviseur; - op centraal niveau: de Vertrouwenspersoon, de studentendecanen of de Arbo- en Milieudienst (afhankelijk van het onderwerp).
278
STUDENTENSTATUUT (VEREENVOUDIGDE VERSIE)
Recht op informatie over de studievoortgang voor studenten met een tempobeurs
Vóór 1 november 2006 krijgt u schriftelijk bericht van het aantal studiepunten dat u in het studiejaar 2005-2006 heeft behaald in het kader van de ‘tempobeurs’. U vindt meer informatie over de studievoortgangsnorm en de Tempobeurs in paragraaf 8.
Studievoortgang en een prestatiebeurs
In verband met een aanpassing van de WSF geldt de studievoortgangsnorm in het eerste studiejaar niet meer voor prestatiebeursstudenten die per of na september 2004 voor het eerst studiefinanciering ontvangen. Voor hen geldt dat de toegekende prestatiebeurs pas wordt omgezet in een gift als het diploma binnen 10 jaren wordt behaald. Dit betekent dat er geen afzonderlijke omzetting meer plaatsvindt voor de eerste 12 maanden prestatiebeurs, zoals eerder het geval was. Voor meer informatie kunt u terecht bij het CSB en bij de IBG.
30.11 Tentamens en examens Tentamen
Bij elke onderwijseenheid (vak) hoort een tentamen. Hiervoor is de examencommissie verantwoordelijk
Examen
U bent geslaagd voor het examen van (een fase van) de opleiding, als de tentamens met goed gevolg zijn afgelegd. De examencommissie stelt de regels hieromtrent vast. Deze vindt u in de OER. De examencommissie kan een nader onderzoek aan het examen verbinden.
Bewijsstukken
Propedeuse
Voor elk gehaald tentamen ontvangt u een bewijsstuk van de examinatoren. Als u meer tentamens (minimaal twee) heeft gehaald, kunt u de examencommissie vragen om een overzicht en bewijs daarvan (‘verklaring’). Van elk examen waarvoor u geslaagd bent, ontvangt u een getuigschrift (‘bul’ of ‘diploma’). Dit diploma wordt voorzien van een Diploma Supplement, waarop een overzicht wordt gegeven van de inhoud van de opleiding, de verrichte inspanningen en de daarbij behaalde resultaten. De propedeuse is een integraal onderdeel van zowel de bacheloropleiding (180 EC) als de ‘oude’ doctoraalopleiding (minimaal 168 studiepunten). Als u de propedeuse met een voldoende resultaat heeft afgelegd, ontvangt u een diploma.
Inhoud studieprogramma
In de OER staan de onderdelen van de opleiding vermeld. U kunt echter zelf een programma samenstellen, mits dat wordt goedgekeurd door de examencommissie. De OER van uw opleiding staat in de desbetreffende studiegids vermeld.
Aansluiting op buitenlandse opleidingen
Als u een buitenlandse vooropleiding heeft gevolgd, moet u in bepaalde gevallen aantonen dat u het Nederlands voldoende beheerst om deel te nemen aan het universitair onderwijs. De voorwaarden staan in de OER van uw opleiding.
Recht op aangepast tentamen
Als student met een handicap, chronische ziekte, dyslexie of een andere functiebeperking heeft u het recht om aanpast tentamen te doen. Voor specifieke vragen of advies over de mogelijkheden bij uww opleiding kunt u terecht bij de studieadviseur en voor meer algemene vragen of advies bij de CSB. Ook in uw studiegids kunt u over dit onderwerp lezen.
279
STUDIEGIDS 2006-2007
30.12 Onderwijs- en Examenregeling (OER) Inhoud van de OER Onderwerpen van de OER
Elke opleiding heeft een OER, die wordt vastgesteld door het Faculteitsbestuur. De opleidingscommissie adviseert hierover en beoordeelt de uitvoering. De WHW schrijft voor welke onderwerpen in de OER moeten zijn opgenomen, zoals de inhoud van de opleiding en de toelatingseisen.
30.13 Financiële ondersteuning voor studenten die recht hebben op studiefinanciering van de IBG Afstudeerfonds
Als u wegens bijzondere omstandigheden studievertraging oploopt, kunt u in aanmerking komen voor financiële ondersteuning uit het Afstudeerfonds. Om financiële ondersteuning uit het Afstudeerfonds te kunnen krijgen, moet u ingeschreven staan als voltijdstudent en studiefinanciering ontvangen. Daarnaast moet u in ieder geval voldoen aan de volgende voorwaarden. Als u studievertraging oploopt door overmacht, en het er naar uitziet dat de vertraging meer dan 4 weken zal bedragen, moet u dit onmiddellijk melden bij de studieadviseur (de zgn. eerste melding). Als de vertraging meer dan 2 maanden zal gaan bedragen, moet u zelf zo spoedig mogelijk een vervolgafspraak maken met een studentendecaan. Vervolgens dient u zich aan het advies van de studentendecaan te houden, wilt u aanspraak kunnen maken op de Afstudeerfondsregeling. Onder bijzondere omstandigheden, waarbij sprake is van overmacht wordt verstaan: - ziekte - zwangerschap - een lichamelijke, zintuiglijke of andere functiebeperking - bijzondere familieomstandigheden - een onvoldoende studeerbare opleiding - verlies van accreditatie van de opleiding waaraan u bent ingeschreven uitzonderingsgevallen o.g.v. de hardheidsclausule: andere dan de hierboven genoemde omstandigheden, indien afwijzing van een daarop gebaseerd het verzoek om financiële ondersteuning zou leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard. Als -
overige bijzondere omstandigheden gelden: lidmaatschap opleidingscommissie medezeggenschapsfunctie bestuursfunctie (mits opgenomen in de Afstudeerfondsregeling) topsport
Welke voorwaarden verder nog gelden voor financiële ondersteuning uit het Afstudeerfonds, kunt u lezen in de Afstudeerfondsregeling. BELANGRIJK VOOR STUDENTEN DIE STUDIEFINANCIERING VAN DE IBG KRIJGEN: 1. Zorg ervoor dat u elke belangrijke verandering in uw studie (vertraging, omzwaai enz.) meteen bespreekt met een studieadviseur of een studentendecaan. Vraag advies, voorkom verlies! 2. Laat elke studievertraging van meer dan 4 weken altijd direct schriftelijk registreren bij uw studieadviseur, want wellicht komt u in aanmerking voor financiële ondersteuning uit het Afstudeerfonds. Wanneer de vertraging groter is of dreigt te worden dan twee maanden, zal de studieadviseur u verwijzen naar een studentendecaan. U moet dan zelf een afspraak maken met een decaan voor een vervolgmelding. Houd er rekening mee dat het Afstudeerfonds een (studie)jaarsystematiek hanteert. Als uw studievertraging doorloopt in een volgend studiejaar, moet u die opnieuw melden. Soms worden studiepunten in één keer in een bepaald studiejaar toegekend, terwijl een gedeelte van de inspanning die u hiervoor leverde (bij voorbeeld deeltentamens, onderdelen van eens scriptie) in een ander studiejaar plaatsvond. In dat geval kunt u ten behoeve van de financiële ondersteuning uit het afstudeerfonds een verzoek
280
STUDENTENSTATUUT (VEREENVOUDIGDE VERSIE)
doen om een ‘knip’ te krijgen in de toewijzing van de studiepunten. Informeer hiervoor bij uw opleiding. De studentendecaan geeft ook uitleg over tempo- en prestatiebeurs, Afstudeerfonds, uitschrijving, werk en uitkering. Niet gemeld: geen geld! 3. Vraag op tijd aan. U moet de aanvraag indienen direct na afloop van het studiejaar (september) tot uiterlijk 1 februari van het jaar dat volgt op het studiejaar waarin de bijzondere omstandigheid zich heeft voorgedaan. Wie te laat is, krijgt geen financiële compensatie. Niet op tijd: kans kwijt! Het aanvragen geschiedt door middel van het digitale aanvraagformulier, via de website van de RUG. 4. Als u niet zelf uw zaken kunt regelen, moet u een zaakwaarnemer aanstellen, bijvoorbeeld een familielid of vriend. Regeling financiële Ondersteuning studenten Bètaopleidingen (ROB) Studievoortgangs -norm en tempobeurs
Regeling voor financiële ondersteuning buitenlandse studenten Noodfonds
Aanvragen van financiële ondersteuning bij de RUG en IBG
Studenten Biologie, Scheikunde, Natuurkunde, Informatica, Sterrenkunde, Wiskunde, Statistiek en Technische Farmacie die zijn begonnen in de studiejaren 1996-1998, kunnen van de RUG maximaal één extra jaar financiering krijgen. Informeer bij uw studieadviseur. Als u vóór 1 september 1996 studiefinanciering heeft gekregen voor een opleiding in het hoger onderwijs, krijg u uw beurs als een voorwaardelijke beurs (de tempobeurs) uitbetaald. Wanneer u de studievoortgangsnorm voor een studiejaar heeft behaald, wordt de voorwaardelijke beurs een gift. Heeft u niet voldaan aan de studievoortgangsnorm? Dan wordt de voorwaardelijke beurs na afloop van het studiejaar definitief omgezet in een (rentedragende) lening. Voor de meeste mensen geldt dat ze elk studiejaar 30 studiepunten moeten halen en vijf jaar recht hebben op een tempobeurs. Heeft u na die vijf jaar uw opleiding nog niet afgerond? Dan kunt u nog maximaal twee jaar lenen. Natuurlijk zijn er uitzonderingen op de regel. Lees daarvoor de folder ‘U heeft een Tempobeurs’, verkrijgbaar bij de IBG De studievoortgangsnorm is 50 procent (30 EC of 21 studiepunten ‘oude stijl’) van de jaarlijkse studielast. Als u de studievoortgangsnorm niet haalt als gevolg van bijzondere omstandigheden, dan kunt u onder bepaalde voorwaarden financiële ondersteuning krijgen vanuit het Afstudeerfonds, het Tempobeursfonds of van de IBG. Studenten moeten zich hiervoor in alle gevallen tot de RUG wenden door melding bij de studieadviseur en vervolgens bij de studentendecaan. Lees meer over de voorwaarden voor financiële ondersteuning in dit hoofdstuk onder ‘Afstudeerfonds’. Voor meer informatie kunt u terecht bij de CSB en bij de IBG. Voor buitenlandse studenten die door bijzondere omstandigheden studievertraging hebben opgelopen, is er een aparte regeling voor financiële ondersteuning. Deze regeling is in een Nederlandse en Engelse versie beschikbaar bij de CSB en op de website. De aanvraagprocedure is gelijk aan die van een aanvraag voor de Afstudeerfondsregeling; informeer bij de CSB of bij de studieadviseur.
Het Noodfonds biedt de mogelijkheid om in bijzondere gevallen aan studenten die zijn ingeschreven bij de Rijksuniversiteit Groningen, leningen en/of giften te verstrekken. Op de website van de RUG kunt u nadere informatie vinden. Aanvragen van financiële ondersteuning uit het Afstudeerfonds dienen digitaal te worden aangeleverd; zie hiervoor de website van de RUG. Aanvraagformulieren voor het Noodfonds en op basis van het reglement voor buitenlandse studenten, zijn verkrijgbaar bij de CSB. Aanvraagformulieren voor financiële ondersteuning op basis van de ROB-regeling zijn verkrijgbaar bij de CSB en de faculteit. Het College van Bestuur beslist over een eventuele toekenning van financiële ondersteuning en wordt hierin geadviseerd door respectievelijk de Universitaire Fondsen
281
STUDIEGIDS 2006-2007
Commissie (UFC) en de Noodfondscommissie. Het College van Bestuur maakt zijn beslissing schriftelijk bekend. Hiertegen kunt u desgewenst bezwaar aantekenen (zie hoofdstuk 11). Vragen over de Afstudeerfondsregeling mailt u naar:
[email protected]. Aanvraagformulieren en informatie over de voorwaarden voor financiële ondersteuning door de IBG zijn bij de CSB verkrijgbaar. Een gesprek met de studentendecaan is noodzakelijk om vast te stellen of de universiteit met deze aanvraag kan instemmen. Nadat de universiteit en een behandelend arts een verklaring hebben gegeven over de bijzondere omstandigheid, kunt u het formulier indienen bij de IBG. Lees meer over de voorwaarden om in aanmerking te komen voor financiële ondersteuning door de RUG en/of de IBG in dit hoofdstuk onder ‘Afstudeerfonds’ en ‘Studievoortgangsnorm’.
30.14 Medezeggenschap Universiteitsraad
De RUG heeft een Universiteitsraad (U-raad) als centraal medezeggenschapsorgaan van studenten en medewerkers. De raad is gesprekspartner van het College van Bestuur. De U-raad heeft 24 leden die personeel en studenten vertegenwoordigen en ook uit deze groepen afkomstig zijn. Van de raadsleden worden 12 studentleden gekozen door studenten en 12 personeelsleden door RUG-medewerkers. De zittingstermijn van studentleden is één jaar en van personeelsleden twee jaar. Instemmingsrecht De raad heeft het recht van instemming bij vaststelling of wijziging van: - het instellingsplan; - de vorm van het systeem van kwaliteitszorg; - het Studentenstatuut; - het Bestuurs- en Beheersreglement (BBR); - de regels voor veiligheid, gezondheid en welzijn; - de keuze van medezeggenschapstelsels; - de regelingen van financiële ondersteuning van studenten.
Faculteitsraad
Elke faculteit heeft een faculteitsraad als decentraal medezeggenschapsorgaan en gesprekspartner van het faculteitsbestuur. De ene helft van de faculteitsraad bestaat uit door studenten gekozen studentleden en de andere helft uit door personeel gekozen personeelsleden. Het aantal leden verschilt per faculteit, maar is maximaal 24. De studentleden zitten één jaar in de raad en de personeelsleden twee jaar. Instemmingsrecht De faculteitsraad heeft het recht van instemming bij vaststelling of wijziging van: - het faculteitsreglement; - een deel van de Onderwijs- en Examenregeling (OER). Met ingang van 1 januari 2005 maakt de Medische faculteit deel uit van het UMCG. Voor de medezeggenschap van studenten betekent dit dat zij gekozen kunnen worden voor de O&O raad en dat zij deel uit kunnen maken van het managementteam voor het Onderwijsinstituut van de UMCG.
Opleidingscommissies
Elke opleiding heeft een opleidingscommissie, die over de OER adviseert en oordeelt. De helft van de leden bestaat uit studenten. De commissieleden worden benoemd door het faculteitsbestuur.
282
STUDENTENSTATUUT (VEREENVOUDIGDE VERSIE)
Facilitering studenten medezeggenschaporganen
Als u als student lid bent van de universiteitsraad, een faculteitsraad of een opleidingscommissie kan het gebeuren dat u tentamens, examens of (verplichte) onderwijsonderdelen niet kunt bijwonen omdat deze samenvallen met vergaderingen van de betreffende raad of opleidingscommissie. Uw faculteit zal u daarom tegemoetkomen door u, voor zover mogelijk, in de gelegenheid te stellen om het tentamen of examen op een ander moment af te leggen en om de onderwijsonderdelen op een ander moment te volgen of een vervangende opdracht te maken.
30.15 Gedragsregels Huisregels en ordemaatregelen
De student die de huisregels en/of ordemaatregelen van de universiteit overtreedt, kan de toegang tot de universitaire gebouwen en terreinen ontzegd worden voor maximaal één jaar.
Het gebruik van de universitaire computersystemen
Het gebruik van de universitaire computersystemen, inclusief hardware, software, en netwerkvoorzieningen, is slechts toegestaan voor zover dit in overeenstemming met het toegekende account plaatsvindt. Elke gebruiker dient zich aan de regels te houden zoals opgenomen in de Gebruikersregeling universitaire computersystemen. Deze regeling treft u als bijlage bij het Studentenstatuut aan.
Privacy
U heeft het recht uw eigen persoonlijke- en studiegegevens bij de universitaire administratie in te zien en een verzoek tot aanpassing hiervan in te dienen. Verder komen uw gegevens alleen ter inzage van RUG-medewerkers uit hoofde van hun functie. Gegevens mogen bewerkt worden, voor zover dit voortvloeit uit het doel waarvoor zij zijn verzameld (bij voorbeeld voor het verspreiden van studie informatie via een e-mail). Aan derden mogen de gegevens alleen beschikbaar gesteld worden als jij het daarmee eens bent of als de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) dat toestaat, of als de wet hiertoe verplicht. De RUG heeft een eigen privacyregeling gebaseerd op de Wbp. Dit is de ‘Regeling bescherming persoonsgegevens studenten en personeel van de RUG’. Deze regeling staat gepubliceerd op de website van de RUG.
(Seksuele) intimidatie, agressie geweld en discriminatie Arboregels
Het College van Bestuur heeft een Gedragscode SIAGD opgesteld. Hierin is vastgelegd hoe de RUG omgaat met en optreedt tegen (seksuele) intimidatie, agressie, geweld en discriminatie.
Het College van Bestuur zorgt voor regels om de veiligheid, de gezondheid en het welzijn van studenten en extraneï binnen de universiteit te beschermen.
30.16 Rechtsbescherming Als u het oneens bent met een beslissing, kunt u in beroep gaan of bezwaar aantekenen. Voor onderwijszaken (decentrale aangelegenheden) is er een andere procedure dan bij inschrijvingszaken en financiële regelingen (centrale aangelegenheden). In het eerste geval tekent u beroep aan bij het College van Beroep voor de Examens (CBE), in het laatste geval tekent u bezwaar aan bij het College van Bestuur. Beroep bij het CBE
Als u het oneens bent met het besluit van een examinator of examencommissie, kunt u in beroep gaan bij het College van Beroep voor de Examens (CBE). Het gaat hier om onderwerpen die besproken worden in hoofdstuk 3, 5 en 6, zoals: -
vaststelling van het aantal studiepunten; toelating tot tentamens; beoordeling van examens; toegang tot de opleiding (in individuele gevallen).
283
STUDIEGIDS 2006-2007
Procedure 1.
De student tekent binnen vier weken schriftelijk beroep aan bij het College van Beroep voor de Examens (CBE), adres: Postbus 72, 9700 AB Groningen, tel. 050363 54 39. Bij urgentie kan de student tegelijkertijd om een voorlopige voorziening vragen. Het CBE zendt het beroep door aan de voorzitter van de examencommissie, die eerst met de partijen nagaat of een compromis mogelijk is. Als dat niet lukt, oordeelt het CBE over het beroepschrift. Het College doet binnen tien weken uitspraak: - Het beroep is ongegrond: de situatie blijft zoals zij is. - Het beroep is niet-ontvankelijk: een inhoudelijke uitspraak is niet nodig wegens procedurefouten (het beroep is bijvoorbeeld te laat ingediend). - Het beroep is gegrond: de beslissing wordt vernietigd. De examinator of examencommissie moet opnieuw een beslissing nemen. In een aantal gevallen is tegen de uitspraak van het CBE beroep mogelijk bij de Rechtbank. Dit beroep dient binnen 6 weken na verzending van de uitspraak van het CBE, ingediend te worden.
2. 3.
4.
Bezwaar bij het College van Bestuur
Als u het oneens bent met een besluit van het College van Bestuur, kun t u bezwaar aantekenen bij het hetzelfde College van Bestuur. Het gaat dan om onderwerpen die besproken worden in hoofdstuk 3, 4, 8 en 10, zoals: -
inschrijving als student of extraneus; beëindiging inschrijving wegens ziekte, familieomstandigheden of onderwijskundige overmacht; financiële ondersteuning; ontzegging van toegang tot gebouwen en terreinen van de RUG.
Procedure 1. De student moet binnen zes weken een bezwaarschrift indienen bij het College van Bestuur (adres: Postbus 72, 9700 AB Groningen). 2. In een hoorzitting wordt zowel het College van Bestuur, als de student gehoord door de Commissie van Advies voor de Beroep- en Bezwaarschriften. 3. De Commissie van Advies voor de Beroep- en Bezwaarschriften adviseert het College van Bestuur, dat vervolgens een besluit neemt. 4. Tegen dit besluit kan de student binnen zes weken in beroep gaan bij het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs (CBHO), adres: Paleis van Justitie, Postbus 20302, 2500 EH Den Haag, of bij de Rechtbank, afhankelijk van het soort besluit. Kosten De kosten voor het in beroep gaan bij het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs of de (bestuursrecht) Rechtbank zijn: - in elk geval de griffierechten € 38,- (CBHO) en € 141,- (Rechtbank); - eventueel de kosten van de procedure (als dat in de uitspraak staat).
Informatie
De Afdeling Algemeen Bestuurlijke en Juridische Zaken van de RUG geeft inlichtingen over rechtsbescherming en andere juridische aangelegenheden. Het adres is: ABJZ, Postbus 72, 9700 AB Groningen, tel. 050-363 54 40. Daarnaast geeft de CSB de brochure ‘Bezwaar en Beroep’ uit.
284
Trefwoordregister A Accounts voor studenten, 15 Administratief Centrum (AC), 13, 14 Afstudeerfonds, 280 Afstudeerverklaring, 61 Afstuderen, 60 Aanvragen afsluitend getuigschrift (bulpakket), 61 Afstudeerverklaring, 61 Bachelorgetuigschrift, 62 Cum Laude, 61 Datum van afstuderen, 61 Getuigschrift en cijferlijst, 60 Inleveren OV-jaarkaart, 62 Restitutie collegegeld, 62 Afwijkende tentamenregeling, 73, 75 Arbo- en Milieu-coördinator, 25, 26 Avondonderwijs, 37 Avondspreekuur, 12 Deeltijd, 30 Inschrijving, 30 AVV-vakken, 45
B Bachelor Fiscaal Recht, 105 Aansluitende masters, 108 Onderwijs- en Examenregeling, 106 Onderwijsprogramma, 107, 108 Overgangsregeling, 108 Bachelor Internationaal en Europees Recht, 115 Aansluitende masters, 117 Onderwijs- en Examenregeling, 116 Onderwijsprogramma, 117, 118 Overgangsregeling, 119 Bachelor Law in Europe, 110 Aansluitende masters, 113 Bijzondere instroomeisen, 110 Onderwijs- en Examenregeling, 112 Onderwijsprogramma, 112 Overgangsregeling, 114 Bachelor Nederlands Recht, 89 Aansluitende masters, 92 Onderwijs- en Examenregeling, 90 Onderwijsprogramma, 91, 92 Overgangsregeling, 94 Bachelor Notarieel Recht, 100 Aansluitende masters, 103 Onderwijs- en Examenregeling, 101 Onderwijsprogramma, 102, 103 Overgangsregeling, 104 Bachelor Recht & ICT, 120, 124 Aansluitende masters, 123 Onderwijs- en Examenregeling, 121 Onderwijsprogramma, 122, 123 Overgangsregeling, 124 Bachelor Recht en Bestuur, 96 Aansluitende masters, 98 Onderwijs- en Examenregeling, 97 Onderwijsprogramma, 97, 98 Overgangsregeling, 99 Bachelor-masterstructuur, 81
Bacheloropleidingen Algemeen, 38 Bedrijfsrecht specialisatie, 127 Beeldschermwerk en RSI, 25 Belastingwinkel, 50 Beroepsprocedure, 283 Beroepsregeling, 266 Bestellen syllabi, 31, 84 Bezwaar bij het College van Bestuur, 284 Bibliotheek Juridische Faculteit, 13, 16 Uitlening Jur Bibliotheek, 16 Universiteitsbibliotheek, 9, 16, 17 B-niveau, 45 Buitenland, erkenning vakken, 78 Bulaanvraag, 61 Bulpakket aanvragen, 61
C Centrale Studenten Administratie, 8, 15 Civiel effect, 35, 42, 89, 96, 100, 106, 111, 115, 121, 125, 135, 139, 143, 146, 150, 153, 159, 163 College van Beroep voor de Examens, 283 Colleges Hoorcolleges, 43 Inschrijving, 29 Practica, 43 Seminaar/seminar, 44, 46 Werkgroepen/werkcolleges, 43 Colloquium bachelor IER, 116 Commissies, 17 Examencommissie, 17 Opleidingscommissies, 17 Wetenschapsbeoefening, 17 Contractonderwijs, 38 Criminologische variant, 129, 130 CSA, 8, 15 Cum Laude afstuderen, 61 Cursussen propedeuse-studenten, 82
D Deblokkade-regeling, 85 Deeltijd Avondonderwijs, 37 Avondspreekuur, 12 Inschrijving, 30 Dienst Onderwijs en Studiebegeleiding (DOS), 10 Dorknoper studievereniging, 138 DOS (Dienst Onderwijs en Studiebegeleiding), 10 Dringend studieadvies, 81 Duaal, 162 Duale opleidingen Master Recht en Bestuur, 94, 99, 103, 108, 114, 126, 136, 140, 144, 147 Duale variant Togamaster, 162
E Eisen deelname onderwijs, 40 Elektronische leeromgeving, 43
285
STUDIEGIDS 2006-2007
Engelstalige masters, 167 Erkenning vakken buitenland, 49, 78 Examencommissie, 17, 60 goedkeuring keuzeruimte, 47 Examenreglement, 250
F Facultair uitwisselingsprogramma aan een buitenlandse universiteit, 79 Facultaire regelingen, 257 Facultaire vakken, 45 Faculteit der Rechtsgeleerdheid, 10 Financiële ondersteuning voor studenten, 280 Fiscaal Recht bachelor, 105 Forum Scriptorum, 58 Fraude, 70 Functiebeperking, 85
G Geldigheidsduur propedeutische tentamens, 85 Goedkeuring keuzeruimte, 47 Goedkeuring vakken buitenland, 49
H Het Juridisch Spreekuur, 49 Hoorcolleges, 43
I Infobalie Rechten (Dienst Onderwijs en Studiebegeleiding), 10, 11, 30 Informaticarecht specialisatie, 154 Inschrijfkamer Rechten, 11 Inschrijving Avondonderwijs deeltijd, 30 Colleges, 29 Nestor, 15, 30 Seminaars Nederlands Recht, 30 Te late inschrijving (her)tentamens en tussentoetsen, 33, 66 via Progress.www, 29 Werkgroepen, 29 Instanties RUG, adressen, 8, 27 Internationaal en Europees recht bachelor, 115 Internationaal Studieproject JFV, 50 International Commercial Arbitration, 50 International Office, 10, 12, 79, 167 International Service Desk, 9, 267 Internationale pleitwedstrijd, 50
J JFV (Juridische Faculteitsvereniging), 18 Juridisch Contractonderwijs, 10, 12, 13 Juridische vakken, 44
K Keuzeruimte Algemeen, 44, 47 Master Fiscaal Recht, 144 Master Internationaal en Europees Recht, 152
286
Master Notarieel Recht, 141 Master Recht & ICT, 155 master Recht en Bestuur, 137 Masterplus, 48 Vakken buitenland, 49 Keuzeruimte Master Nederlands Recht, 126 Keuzeruimte, goedkeuring, 47 Keuzevakken, goedkeuring, 47 Kinderrechtswinkel, 49, 52, 53, 55 Klachtencommissie, 10, 27 Klachtenregeling, 27, 265 Klapper bestelprocedure, 31 Klapperbestelling, 84 Kleine scriptie, 50, 59 Kosten studiemateriaal, 38
L Laatste tentamen, 75 Law in Europe bachelor, 110
M M4-niveau, 45 M5-niveau, 45 Master Toelating, 42 Master Fiscaal Recht, 143 Civiel effect, 143 Keuzeruimte, 144 Onderwijs- en examenregeling, 144 Overgangsregeling, 145 Seminaar, 144 Toelating, instroomeisen, selectie, 143 Master Functionaliteit van het Recht, 158 Afstudeerthesis, 159, 161 Contextvakken, 161 Domeinvakken, 161 Methodevakken, 160 Onderwijs- en examenregeling, 159 Onderwijsprogramma, 160 Onderzoeksvakken, 161 Themavakken, 160 Toelating, instroomeisen, selectie, 158 Master Internationaal en Europees Recht, 150 Keuzeruimte, 152 Onderwijs- en examenregeling, 151 Overgangsregeling, 152 Toelating, instroomeisen, selectie, 150 Master Law in Europe Civiel effect, 146 Onderwijs- en examenregeling, 148 Overgangsregeling, 149 Toelating, instroomeisen, selectie, 147 Master Law in Europe (HLS), 146 Master Nederlands Recht, 125 Keuzeruimte, 126 Masterplus, 127 Overgangsregeling, 133 Toelating, instroomeisen, selectie, 125 Togamaster, 162 Master Notarieel Recht, 139 Keuzeruimte, 141 Onderwijs- en examenregeling, 140 Onderwijsprogramma, 141 Overgangsregeling, 142 Seminaar, 140 Toelating, instroomeisen, selectie, 139
TREFWOORDREGISTER
Master Recht & ICT, 153 Keuzeruimte, 155 Onderwijs- en examenregeling, 154 Overgangsregeling, 156 Seminaar, 156 Stage, 156 Toelating, instroomeisen, selectie, 153 Master Recht en Bestuur, 135 Onderwijs- en examenregeling, 136 Overgangsregeling, 138 Toelating, instroomeisen, selectie, 135 Master+ keuzepakket, 48 Masteropleidingen Algemeen, 40, 44 Masterplus, 94, 127 Medezeggeschap Faculteitsraad, 282 Universiteitsraad, 268, 282 Mondeling tentamen Aanmelding, 67
N Nederlands Recht bachelor, 89 Nestor, 10, 11, 15, 30, 43 Inschrijving, 15, 30 Niet nakijken tentamen, 68, 69, 70 Niet-facultaire vakken, 45 Niet-juridische vakken, 44 Notarieel Recht Bachelor, 100
O OCASYS, 15, 45 OER Bachelors, 183 Master Functionaliteit van het Recht, 232 Masteropleidingen, 209 Togamaster, 241 Onderwijs- en Examenregeling Master Functionaliteit van het Recht, 232 Onderwijs- en Examenregeling Bachelors, 183 Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen, 209 Onderwijs- en Examenregeling Propedeuse, 82 Onderwijs- en Examenregeling Togamaster, 241 Onderwijsadministratie en coördinatie (Dienst Onderwijs en Studiebegeleiding), 11 Onderzoeksmaster Functionaliteit van het Recht, 158 Opdrachten en tussentoetsen, 64 Open colleges, 13, 38 Optioneel verplicht vak, 90 Optioneel verplichte vakken, 46, 131 Overgangsregelingen, 94, 99, 104, 108, 114, 119, 124, 133, 138, 142, 145, 149, 152, 156 Overzicht Recht in Praktijk-onderdelen, 49 Overzicht studiekosten, 38 OV-jaarkaart, 62
P PAO, 13 PC-zalen, 14 Persoonlijke omstandigheden, procedure, 74
Pleitwedstrijd, 50 P-niveau, 45 Portiersdienst, 13 Postacademisch Onderwijs, 13 PR, 18 Printfaciliteiten, 14 Privaatrecht specialisatie, 128 Progress Inschrijving tentamens, 29 Progress.www, 15, 29, 31 Progressief Rechten en TBR, 18 Propedeuse Law in Europe, 83 Onderwijsprogramma, 83 Practica, 84 Propedeutisch examen, 81, 85 Publicatieborden, 24, 71
R Recht & ICT bachelor, 120, 124 Recht en Bestuur bachelor, 96 Recht in praktijk Pleitwedstrijden, 50 Rechtshulp, 49, 51 Rechtswinkel Groningen, 49, 52 Stage, 49 Recht in Praktijk, Overzicht, 49 Rechtsbescherming, 283 Rechtsinformatica specialisatie, 155 Rechtswinkel Groningen, 49, 52 Rekencentrum RUG (RC), 10, 15 Restitutie collegegeld, 62
S Schakelprogramma’s, 168 Recht en Bestuur, 179 Schema Recht in Praktijk-onderdelen, 49 Scriptie, 44, 56, 58 Beoordeling scriptie, 59 Forum Scriptorum, 58 Kleine scriptie, 50, 59 Onderwerp van de scriptie, 57 Scriptiebegeleiding, 58 Scriptiecoördinatoren, 59, 60 Scriptieregeling, 57 Scriptiecoördinatoren, 59, 60 Scriptiereglement, 261 Semestersysteem, 36 Seminaar Master Fiscaal Recht, 144 Master Recht & ICT, 156 Recht en Bestuur, 137 Seminaar Master Notarieel Recht, 140 Seminaar/seminar Nederlands Recht, inschrijving, 30 Onderwijsvorm, 44, 46 Seminaars overzicht, 131 Specialisatie Bedrijfsrecht, 127 Privaatrecht, 128 Staats- en Bestuursrecht, 128 Specialisatie Master Recht & ICT Informaticarecht, 154 Rechtsinformatica, 155
287
STUDIEGIDS 2006-2007
Specialisaties Nederlands Recht Aanmelding, 125, 127 Strafrecht en Criminologie, 129, 130 Spreekuur studieadviseurs Avondspreekuur, 12 Telefonisch spreekuur, 12 Staats- en Bestuursrecht specialisatie, 128 Stage Algemeen, 50 Duur stage, 53 Externe stage, 52 Goedkeuring stage, 55 Interne stage, 52 Onderwijsstage, 52 Onderzoekstage, 52 Soorten stages, 52 Stage Recht en Bestuur, 53 Stagebegeleiding, 53 Stagecoördinatoren, 51 Stageverslag, 54 Vergoedingsregeling stagekosten, 55 Verzekeringen, 55 Stage IER buitenland, 50 Stage Master Recht & ICT, 156 Stagecoördinatoren per opleiding, 51 Stagereglement, 257 Strafrecht juridische variant, 129, 130 Studentenparlement, 50 Studentenrechtbank, 91, 107 Studentenstatuut, 267 Studentenverenigingen, 13 Studeren in het buitenland, 77 Studie Ondersteuning, 26 Studieadviseurs Avondspreekuren, 12 Telefonisch spreekuur, 12 Studieadviseurs (Dienst Onderwijs en Studiebegeleiding), 10, 12 Studiebelasting, 36, 37 Studiekosten, 38 Studielast, 278 Studieomstandigheden, 25 Studievoortgangsgesprek, 82 Surveillanten, 68 Syllabi bestelprocedure, 31
T Tafelnummer, 67 TBR, 18 Te late inschrijving (her)tentamens en tussentoetsen, 33, 66 Telefonisch spreekuur studieadviseurs, 12 Tentamen Aanmelding mondelinge tentamens, 67 Bekendmaking schriftelijke bronnen, 69 Bekendmaking uitslag, 70 Beschikbaarheid schriftelijke bronnen, 69 Fraude, 70 Gebruik wetboeken, 70 geldigheidsduur propedeuse tentamens, 85 Herhalen van tentamens, 72 Niet nakijken tentamen, 70 Tafelnummer, 67 Tentamen na het behalen van een examen, 62 Tentamenkansen, 64 Tentamenrooster, 34 Tentamenstof, 69 voorvereisten deelname, 40
288
Vragen en opgaven, 69, 70 Tentamenrooster, 34 Fouten tentamendata, 34 Samenvallen tentamens, 34 Wijziging tentamendata, 34 Tentamenuitslag, bekendmaking, 70 Terecht Gesteld, 13, 19 Titulatuur Algemeen, 35, 40, 42 Masteropleidingen, 35, 40, 42 Toelating Bacheloropleidingen, 40 Master Functionaliteit van het Recht, 158 Masteropleidingen, 42, 125, 135, 139, 143, 147, 150, 153, 158 voorlopige toelating master, 42 Toelatingsprocedure Togamaster, 163 Toetsing, 64 Togamaster Nederlands Recht, 162 Onderwijsprogramma, 164 Toelating, 163 Tussentoetsen Algemeen, 64
U UB, 9, 16, 17 Uitslag tentamens, 70 Uitwisselingsprogramma’s, 77 UK (Universiteitskrant), 24, 31
V Vakgroepen, 19 Vakken AVV-vakken, 45 B-niveau, 45 Buitenland, 49 Facultair/niet-facultair, 45 M5-niveau, 45 M-niveau, 45 Optioneel verplichte vakken, 46 P-niveau, 45 Recht in praktijk, 48, 49 Vakken buitenland Goedkeuring, 49 Verplichte vakken, 44 Vertrouwenspersoon, 27 Vestiging Friesland, 10, 13 Voorlichtingspakket middelbare school, 11 Voorvereisten deelname tentamens, 40 Vrij bachelorprogramma, 39 Vrij masterprogramma, 41
W Website Faculteit, 24 Werkgroepen Inschrijving, 29 Onderwijsvorm, 43 Wetboeken, gebruik bij tentamens, 70
Z Ziekte, procedure, 74
TREFWOORDREGISTER
289