FACT SHEET Hiv & soa
1. Drie letterwoorden: SOA, hiv en aids 1.1 Waarvoor staat soa? Seksueel overdraagbare aandoeningen (soa’s) zijn aandoeningen die via seksueel contact overgedragen kunnen worden van de ene op de andere persoon. Sommige soa’s worden eerder overgedragen via heteroseksuele contacten, andere zijn dan weer meer voorkomend bij mannen die seks hebben met mannen. Bij vrouwen wordt hoofdzakelijk chlamydia vastgesteld (60,3%) en vervolgens genitale wratten (15,5%). Bij mannen wordt ten eerste chlamydia (28,1%) vastgesteld en vervolgens syfilis, genitale wratten en gonorroe (allen ongeveer 17%). Niet alle soa’s gaan gepaard met symptomen die meteen duidelijk of zichtbaar zijn. Soa’s (kunnen) worden overgedragen door seksueel contact. Onbeschermde vaginale, anale en orale seks vormen dus een risico op overdracht. Sommige soa’s worden overgedragen door contact met bloed, van moeder op kind, maar ook door bijvoorbeeld huid-huidcontact. Een infectie met een soa is niet zonder gevaar. Sommige soa’s hebben gevolgen op lange termijn (ontstekingen, onvruchtbaarheid, baarmoederhalskanker, chronische leverontsteking). Als je al een soa hebt, loop je een aanzienlijk groter risico op een infectie met hiv. Als je hiv hebt, ben je dan weer ontvankelijker voor andere soa’s. Alle soa’s kunnen door een arts opgespoord worden. De methoden variëren van een onderzoek naar zichtbare symptomen, over bloed- en urineonderzoek tot het afnemen van een wisser (een soort wattenstaafje waarmee vocht wordt opgenomen uit urinebuis, vagina, baarmoederhals, aars of keel). De behandeling van de verschillende seksueel overdraagbare aandoeningen verschilt sterk. Zo kan je een soa veroorzaakt door een bacterie (zoals gonorroe, syfilis en chlamydia) makkelijk be-
handelen met antibiotica. Hoe sneller de behandeling start, hoe minder (blijvende) schade de infectie kan veroorzaken. Schaamluizen en schurft (die door een parasiet worden veroorzaakt) zijn makkelijk en snel te behandelen met shampoos of crèmes. De behandeling van soa’s veroorzaakt door een virus is moeilijker. Enkel hepatitis B en genitale wratten genezen soms spontaan. Herpes is niet te genezen, maar de klachten kunnen wel worden behandeld.
1.2 Wat betekenen hiv en aids? Het letterwoord hiv staat voor Human Immunodeficiency Virus. Het is een virus dat het menselijke immuunsysteem beschadigt. Dit systeem is onmisbaar omdat het ons beschermt tegen allerlei infecties en ziektes. Het hiv-virus wordt enkel overgedragen via seks, via contact met geïnfecteerd bloed of van moeder op kind. Hiv wordt bij seksueel contact overgedragen als (menstruatie) bloed, vaginaal vocht, sperma of (in mindere mate) voorvocht in contact komt met de slijmvliezen van de geslachtsorganen of de aars van een andere persoon. Overdracht via de mond is mogelijk maar moeilijker. Sperma in de mond nemen en doorslikken wordt wel afgeraden. Het risico wordt groter als er soa-letsels zijn. Een hiv-infectie via bloed is mogelijk via het gebruik van besmette naalden en spuiten, bijvoorbeeld bij intraveneuze drugsgebruikers of onveilige bloedtransfusies. Een hiv-positieve moeder kan het hiv-virus aan haar kind doorgeven tijdens de zwangerschap en bevalling of na de geboorte via de borstvoeding. Hiv-positief zijn, wil nog niet zeggen dat je aids hebt. Aids is het eindstadium van een hiv-infectie. Het letterwoord aids staat voor Acquired Immune Deficiency Syndrome. Letterlijk betekent dat een ‘verworven aandoening die het immuunsysteem ondermijnt’. Op een bepaald moment raakt de hiv-infectie in een stadium waarin het afweersysteem zo verzwakt is dat het lichaam zich niet langer kan verdedigen tegen ziekteverwekkers. Men spreekt dan over het aidsstadium.
11 februari 2014 | pagina 1 President Building | F. Roosveltplaats12 bus 7 | 2060 Antwerpen | 03 238 68 68 | www.sensoa.be
FACT SHEET Hiv & soa
Virussen of bacteriën die bij een gezond afweersysteem vrij banale infecties veroorzaken, kunnen bij een sterk verzwakt afweersysteem leiden tot zware, of zelfs levensbedreigende infecties (= opportunistische infecties). Aids is bovendien een syndroom: het staat niet voor één symptoom maar manifesteert zich door een combinatie van symptomen zoals de ontwikkeling van infecties en tumoren. Zonder behandeling duurt het gemiddeld 10 jaar voor iemand met hiv in het aidsstadium terecht-
komt. Deze periode verschilt van mens tot mens en is onder meer afhankelijk van de kracht van het afweersysteem en het type van het virus waarmee iemand geïnfecteerd is. Er zijn verschillende (sub)types van het hiv-virus (HIV-1, HIV-2, groep M, N, O...). Ben je hiv-positief, dan blijft veilig vrijen de boodschap ook met iemand die hiv-positief is. Dit om jezelf en je partner te beschermen tegen een infectie met een ander (sub)type van het hiv-virus of met een resistent virus, een virus waarop de medicatie geen vat meer heeft. Zo’n herinfectie kan je gezondheid ernstig schaden.
2. hiv in de wereld Dertig jaar na de ontdekking van het hiv-virus, blijft aids een complexe en dodelijke ziekte die de levens van vele individuen en gemeenschappen overhoop haalt. Vandaag de dag heeft aids al meer dan 30 miljoen dodelijke slachtoffers gemaakt. Dat zijn er ongeveer 1 miljoen per jaar of één tiende van de hele Belgische bevolking. Elk jaar publiceert UNAIDS, het aidspreventieprogramma van de Verenigde Naties, samen met de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) een rapport over de evolutie van de aidsepidemie. Wereldwijd zijn naar schatting 35,3 miljoen mensen geïnfecteerd met het hiv-virus (zie kader). Volwassenen en kinderen die leven met hiv/aids
Nieuw geïnfecteerde volwassenen en kinderen
Doden ten gevolge van aids
Sub-Saharaans Afrika
2012: 25 miljoen
2012: 1,6 miljoen
2012: 1,2 miljoen
Midden-Oosten en Noord-Afrika
2012: 260.000
2012: 32.000
2012: 23.000
Zuid- en Zuid-Oost Azië
2012: 3,9 miljoen
2012: 270.000
2012: 220.000
Oost-Azië
2012: 880.000
2012: 81.000
2012: 41.000
Centraal en ZuidAmerika
2012: 1,5 miljoen
2012: 86.000
2012: 54.000
Caraïben
2012: 250.000
2012: 12.000
2012: 10.000
Oost-Europa en Centraal Azië
2012: 1,3 miljoen
2012: 130.000
2012: 91.000
West- en Centraal Europa
2012: 860.000
2012: 29.000
2012: 7.600
Regio
11 februari 2014 | pagina 2 President Building | F. Roosveltplaats12 bus 7 | 2060 Antwerpen | 03 238 68 68 | www.sensoa.be
FACT SHEET Hiv & soa
Noord-Amerika
2012: 1,3 miljoen
2012: 48.000
2012: 21.000
Oceanië
2012: 51.000
2012: 2.100
2012: 1.200
TOTAAL
2012: 32,2-38,8 miljoen
2012: 2,3 miljoen
2012: 1,6 miljoen
Bron: UNAIDS Report on the global AIDS epidemic 2012
Bij het bekijken van de cijfers, uitgesplitst per regio, valt meteen op hoe hard het Afrikaanse continent getroffen wordt door hiv. Vooral het deel van Afrika ten zuiden van de Sahara telt erg veel hiv/aidsslachtoffers. Sub-Saharaans Afrika vertegenwoordigt met 25 miljoen infecties maar liefst 71% van alle hiv-infecties wereldwijd. De situatie in de gebieden van Zuid-Amerika, Oost-Europa en CentraalAzië is ook zorgwekkend. West-Europa is minder getroffen door hiv, maar het aantal nieuwe infecties neemt maar traag af.
hebben met mannen en sekswerkers tellen voor de meeste nieuwe infecties. En er is ook duidelijk een overdracht van hiv naar de vrouwelijke partners, andere drugsgebruikers en de klanten van sekswerkers.
2.1 Europa
• Afrikanen hebben meer casual sex en meer seks voor het huwelijk dan elders. Dit werd tegengesproken door later onderzoek. Het eerste seksuele contact blijkt niet vroeger plaats te vinden dan in Europa of de VS en Afrikaanse mannen en vrouwen rapporteren ongeveer evenveel of zelfs minder partners over hun hele leven. • Andere onderzoekers besloten dat het niet zozeer het aantal partners was dat verschillend was, maar de ‘exotische’ seksuele praktijken die in sommige culturen gebruikelijk zijn. Deze theorieën bleken ook geen goede verklaring, omdat zulke praktijken minder voorkomen in stedelijke gebieden waar hiv wel zeer verspreid is. • Misschien was er in Afrika een ander soort hivvirus dat veel sterker is. Dit houdt echter geen steek, want hetzelfde soort virus komt ook in de VS voor zonder een wereldwijde epidemie te veroorzaken. • Een veel gehoorde verklaring is dat het komt door de armoede in dit deel van de wereld. Dit houdt echter niet stand als enige verklaring. Zuid-Afrika is één van de rijkste landen van het
Het aantal mensen met hiv/aids en het aantal nieuwe hiv-diagnoses verschillen binnen Europa sterk van land tot land, evenals de hiv-prevalentie, die in Europa varieert van 0,1% tot 1,2%. In Oost-Europa is de toename van hiv en aids zorgwekkend. Intraveneus drugsgebruik is de belangrijkste oorzaak van hiv-overdracht in Oost-Europa, waar 2/3 van alle nieuwe infecties hierdoor veroorzaakt worden. De belangrijkste manieren waarop hiv wordt overgedragen verschillen naar gelang de geografische ligging. In Europa wordt hiv hoofdzakelijk overgedragen door heteroseksuele contacten en door seksuele contacten tussen mannen, terwijl hiv in Europese buurlanden meestal door intraveneus drugsgebruik wordt overgedragen.
2.2 Azië De grote trends in deze regio verbergen belangrijke variaties in de epidemie, zowel tussen landen als in landen zelf. De meeste nationale hiv-cijfers lijken te stabiliseren en in geen enkel land is er sprake van een algemene epidemie. Maar in veel landen is de epidemie geconcentreerd in een aantal provincies. Intraveneuze drugsgebruikers, mannen die seks
2.3 Sub-Saharaans Afrika Waarom zijn de hiv-cijfers zo hoog in Afrika? Er werden al veel verklaringen geformuleerd waarom de hiv-cijfers hier zo hoog zijn. We zetten ze even op een rijtje:
11 februari 2014 | pagina 3 President Building | F. Roosveltplaats12 bus 7 | 2060 Antwerpen | 03 238 68 68 | www.sensoa.be
FACT SHEET Hiv & soa
hele continent en kent veel hogere cijfers dan landen als Liberia, Sierra Leone en Somalië. • De theorie die het langst standhield is die van ‘sexual mixing’. Men gaat er daarbij van uit dat het virus zich eerst verspreid bij risicogroepen, namelijk sekswerkers en hun mannelijke klanten. Deze mannen keren later terug naar huis en besmetten hun vrouw. Gaandeweg bleek dit model echter evenmin stand te houden, het virus verspreidde zich namelijk onder de algemene bevolking. • De hoge hiv-cijfers worden ook verklaard vanuit de realiteit van concurrent relationships in Afrika, waar mannen en vrouwen 2 of 3 langdurige relaties tegelijk hebben. Deze relaties overlappen elkaar gedurende maanden, jaren of soms een leven lang. Dit soort gedrag is de norm in veel Afrikaanse samenlevingen, vooral voor mannen, en heel veel mensen die noch als prostituee werken, noch bijzonder promiscue zijn, gedragen zich op deze manier.
Er is niet één verklaring zaligmakend. Een combinatie van verschillende factoren speelt een rol in het hoge aantal hiv-infecties. Bij losse seksuele relaties en concurrent relationships loop je meer risico op soa’s en structurele armoede zorgt ervoor dat je geen toegang hebt tot gezondheidszorg, medicatie en voorlichting. Wie nauwelijks geld heeft, besteedt het aan eerste levensbehoeften in plaats van aan condooms.
2.4 Aids een vrouwenziekte? Genderongelijkheid is een voorbeeld van een hinderpaal in de strijd tegen hiv. Hierdoor krijgt hiv hoe langer hoe meer een vrouwelijk gezicht. In Afrika ten zuiden van de Sahara is 60 procent van de mensen met hiv een vrouw. In Zuidelijk Afrika komt hiv drie maal meer voor bij meisjes van 15 tot 24 jaar dan bij jongens van dezelfde leeftijdscategorie. Vanwege lichamelijke kenmerken zijn meisjes en vrouwen vatbaarder voor hiv maar ook socio-economische factoren zoals armoede, beperkte toegang tot ge-
zondheidszorg en onderwijs en geweld op vrouwen verklaren het grotere risico op hiv. In seksuele relaties zijn vrouwen vaak kwetsbaar. Condoomgebruik is de meest efficiënte manier om een seksueel overdraagbare infectie te voorkomen. Miljoenen vrouwen kunnen het gebruik van een condoom echter niet zomaar afdwingen. Ze hebben binnen hun relaties die beslissingsmacht niet, of ze voelen zich gedwongen te kiezen tussen hun godsdienst en hun gezondheid. Als de vrouwen geïnfecteerd raken worden ze extra gestigmatiseerd omdat de ziekte geassocieerd wordt met druggebruik en prostitutie. Dat steeds meer vrouwen geïnfecteerd raken met het hiv-virus heeft dus vaak alles te maken met de ongelijke positie waarin vele vrouwen zich nog steeds bevinden. Economische of sociale afhankelijkheid van mannen, gebrekkige toegang tot onderwijs of de arbeidsmarkt zijn allemaal factoren die de kwetsbaarheid van deze vrouwen verhogen. Ook voor de preventie van hiv is werken aan vrouwenrechten cruciaal.
2.5 Goed en minder goed nieuws In vergelijking met 10 jaar geleden leven er nu meer mensen met hiv. Dit heeft te maken met nieuwe hivinfecties die er bij komen, maar ook door de betere beschikbaarheid van medicatie (aidsremmers). Mensen met hiv leven steeds langer dankzij een adequate behandeling. Ongeveer 9,7 miljoen mensen uit lage- en middeninkomenslanden krijgen zo’n behandeling, dat is maar liefst zeven keer meer dan in 2005.! Er zijn helaas nog veel mensen die nog geen toegang hebben tot behandeling (zie 4. Behandeling). Ethiopië, Nigeria, Zuid-Afrika, Zambia en Zimbabwe zijn landen waar er erg veel mensen met hiv leven, maar in elk van deze landen zien we een daling van meer dan 40% nieuwe diagnoses. In totaal stellen liefst 25 landen in de wereld een opmerkelijke daling vast. Met dank aan een toenemend bewustzijn
11 februari 2014 | pagina 4 President Building | F. Roosveltplaats12 bus 7 | 2060 Antwerpen | 03 238 68 68 | www.sensoa.be
FACT SHEET Hiv & soa
en vooruitgang op het vlak van preventie en behandeling. Vooral jonge mensen hebben daar een groot aandeel in door langer te wachten om seksueel actief te worden, minder seksuele partners te hebben en meer condooms te gebruiken. Nieuwe infecties bij jonge mensen zijn in 39 landen met meer dan een kwart gedaald. Maar er is ook minder goed nieuws: in Oost-Europa en Centraal-Azië is er geen sterke daling van het aantal nieuwe infecties. Het aantal hiv-infecties in de homogemeenschap in België stabiliseert op hoog niveau. Wereldwijd ligt het aantal nieuwe infecties nog steeds hoog. Voor elke droe mensen die toegang tot een behandeling krijgen, zijn er vijf mensen die met hiv geïnfecteerd worden.
3. Preventie In 2012 waren er per dag gemiddeld 6.000 nieuwe diagnoses, dat betekent ongeveer 4 per minuut. Nochtans weten we zeer goed hoe hiv wordt overgedragen en hoe we een infectie kunnen voorkomen. Het condoom blijft, los van absoluut geen seks te hebben, het beste preventiemiddel. De wetenschap blijft zoeken naar vaccins en nieuwe vormen van preventie, maar die resultaten zijn nog niet voor morgen. Er bestaan veel vormen van preventie, er bestaat niet één recept dat overal werkt. Bovendien is preventie een ‘en-en’ verhaal, geen ‘of-of’ verhaal. Het is van belang de situatie van elk land afzonderlijk onder de loep te nemen. Zo kan een bepaalde methode heel efficiënt zijn in het ene land, terwijl dezelfde methode in een ander land weinig resultaten oplevert. Er bestaat dus geen kant-en-klare formule voor de preventie van hiv. Men moet rekening houden met de lokale omstandigheden en de aard van de epidemie. Een aangepaste culturele benadering is dus noodzakelijk om met alle aspecten van het aidsprobleem om te gaan.
3.1 Condooms Het meest gebruikte preventiemiddel tegen een hivinfectie is het mannencondoom. Laboratoriumtesten hebben immers uitgewezen dat het virus niet door het rubber van condooms kan dringen. Een condoom vormt dus een doeltreffende barrière tussen het hiv-virus en het lichaam. Nadeel van het condoom is dat vrouwen afhankelijk blijven van mannelijke medewerking om zich te kunnen beschermen tegen een mogelijke infectie. Er bestaan ook vrouwencondooms, dat vrouwen zelf kunnen inbrengen zonder akkoord van hun partner. Deze zijn echter nog vrij duur in aankoop, zeker in vergelijking met het gewone condoom. In België kan je op veel plaatsen mannencondooms kopen: supermarkt, apotheek, automaten, seksshops… Daarnaast krijgen jongeren condooms wel eens gratis op festivals of bij een tijdschrift. De situatie is helaas anders in het Zuiden. UNAIDS schat dat in 2015 ongeveer 18 miljard condooms nodig zullen zijn in de lage- en middeninkomenslanden. Ongeveer 13 miljard condooms per jaar zijn er nodig om zich te beschermen tegen hiv en andere soa, 5 miljard condooms zijn nodig voor gezinsplanning. Grote landen zoals Brazilië, China, India en Zuid-Afrika staan zelf in voor de productie en distributie van ongeveer 13,6 miljard condooms, waardoor er slechts 4,4 miljard mannencondooms moeten gesponsord worden door donoren om aan de vereiste hoeveelheid te komen. De realiteit is echter anders. Donoren zorgden in 2007 voor een recordhoeveelheid van 3,1 miljard mannencondooms, wat drie keer zoveel was als in 2000 en scherpe stijging betekende tegenover 2006. Vooral sub-Saharaans Afrika (alle Afrikaanse landen ten zuiden van de Sahara) kreeg een grotere hoeveelheid condooms, zo’n 2 miljard condooms in totaal. In 2008 daarentegen verminderde het aantal condooms tot 2,4 miljard. Donoren gaven ook 18 miljoen vrouwencondooms in 2008, waarbij 16 miljoen condooms voor sub-Saharaans Afrika bestemd was. In veel landen met een hoge prevalentie, zijn er dus onvoldoende condooms beschikbaar. Seksueel
11 februari 2014 | pagina 5 President Building | F. Roosveltplaats12 bus 7 | 2060 Antwerpen | 03 238 68 68 | www.sensoa.be
FACT SHEET Hiv & soa
actieve volwassenen en tieners moeten een beroep doen op gratis condooms of goedkope, gesubsidieerde condooms. Maar deze distributie voldoet niet aan de noden. Tussen 2000 en 2005 kregen 14 landen ongeveer 10 condooms per man per jaar. Al deze landen lijden onder de aidsepidemie en liggen, behalve Haïti, ten zuiden van de Sahara. In Congo, Zimbabwe, Namibië en Kaapverdië (voor de westkust van Afrika) kreeg men meer dan 20 condooms per man per jaar, maar in landen buiten subSaharaans Afrika was dat slechts 1 condoom per jaar. Sommige landen beginnen zelf, vaak in samenwerking met internationale partners, initiatieven op poten te zetten. Zo installeerde men in de grootste stad van Tanzania, Dar es Salaam, zo’n 100 condoomautomaten in clubs en bars. Vooral in deze omgeving is het risico op onveilige seks het grootst.
3.2 ABC & RSV Hiv-preventie focust in grote mate op het seksuele gedrag van mensen. 80% van alle hiv-infecties verloopt immers via seksuele contacten. Maar dat maakt het onderwerp ook wel controversieel, want over seksualiteit spreken is niet eenvoudig en roept vaak weerstand op. Er bestaat dan ook nogal wat discussie over hoe goede hiv-preventie er moet uitzien, met bijna evenveel boodschappen als boodschappers. In grote lijnen zijn er twee stromingen in de hiv-preventie, zeker wanneer het over jongeren gaat. De ene stroming pleit voor een goede, alomvattende relationele en seksuele vorming, inclusief informatie over condoomgebruik. De andere stroming focust voornamelijk op onthouding en trouw en ziet condoomgebruik eerder als een laatste redmiddel. Dit noemt men de ABC-methode. De ABC-methode promoot drie grote strategieën: onthouding (Abstinence), trouw (Be Faithful) en condoomgebruik (Condom Use):
1. Geen seks. Stel het eerste seksuele contact uit tot na het huwelijk. 2. Wees trouw als je gehuwd bent. 3. Gebruik pas een condoom als je echt niet anders kan of als je tot een risicogroep behoort. Onder invloed van bepaalde religieuze groepen en donoren kwam de invloed vooral op de ‘A’ en de ‘B’ te liggen. Achter hiv-preventie kan dus soms een moralistische, religieus geïnspireerde of politieke agenda schuilgaan. Ze geloven in deze context sterk in seksuele onthouding tot aan het huwelijk. Seksualiteit staat dan in functie van voortplanting. Het gebruik van condooms of anticonceptie past niet in die visie. Gaandeweg werd deze ABC-boodschap ook door andere organisaties overgenomen, maar met iets meer nuance. Zij trachten mensen vooral te overtuigen om hun eerste seksuele contact zo lang mogelijk uit te stellen. Om verder trouw te zijn aan één partner en zo weinig mogelijk wisselende seksuele contacten te hebben. Tot slot promoten zij het condoomgebruik voor seksuele contacten die dan toch buiten de vaste relatie vallen of voor seks binnen het huwelijk wanneer één van de partners reeds geïnfecteerd is. De ABC-boodschap heeft grote voordelen, omdat ze de drie belangrijke elementen van preventie samenbalt. Helaas valt de realiteit niet altijd in te passen in een eenvoudig stramien. Tegenstanders pleiten dan ook voor een andere, meer alomvattende aanpak die focust op seksuele voorlichting. Zij gaan ervan uit dat het gedrag van mensen niet altijd in vakjes te stoppen is en niet volgens een voorgeschreven stramien verloopt. Wie andere seksuele keuzes wil maken, moet dat evengoed kunnen doen zonder gevaar voor zijn of haar gezondheid. Seksueel gedrag is ook afhankelijk van veel factoren. Seks is niet altijd gewenst of is niet altijd een bewuste keuze. Seks gebeurt ook niet altijd gecontroleerd of op een verantwoorde manier. Mensen
11 februari 2014 | pagina 6 President Building | F. Roosveltplaats12 bus 7 | 2060 Antwerpen | 03 238 68 68 | www.sensoa.be
FACT SHEET Hiv & soa
kunnen gedwongen worden tot seks of seks hebben uit geldnood.
3.3 Andere voorbeelden van preventie Voorlichting over seksualiteit en hiv/aids
Deze aanpak gaat er van uit dat condooms beschikbaar moeten zijn voor wie zich wil beschermen, dat diensten voor seksuele gezondheidszorg toegankelijk moeten zijn en dat mensen toegang moeten hebben tot correcte informatie. Volgens UNAIDS is slechts een derde van de jongeren correct geïnformeerd over hiv. De gevolgen blijven dan ook niet uit: meer dan 40 procent van de hiv-infecties wereldwijd komen bij jongeren voor. Als jongeren al informatie krijgen, komt het vaak voor dat seksualiteit wordt geproblematiseerd. Het ijveren voor een betere seksuele gezondheid veronderstelt nochtans een positieve en respectvolle benadering van seksualiteit en de mogelijkheid om prettige en veilige seksuele ervaringen te hebben. Doordat hiv-preventie onvoldoende vertrekt van wetenschappelijk onderbouwde studies is ze vaak gebaseerd op verkeerde vooronderstellingen. Ook de ABC–aanpak is in dit bedje ziek. Zo wordt er gemakshalve van uitgegaan dat de meeste jongeren niet seksueel actief zijn of overtuigd kunnen worden om zich seksueel te onthouden. Daarnaast wordt het huwelijk voorgesteld als een beschermende factor terwijl dit in de realiteit niet altijd het geval is. In Kenia of Oeganda gebeurt meer dan de helft van de hiv-infecties binnen vaste relaties. Het feit dat mensen meerdere relaties tegelijk hebben, is dan ook één van de voornaamste oorzaken van de hiv-epidemie in Afrika ten zuiden van de Sahara. Hiv-preventie voor jongeren moet dus ingepast worden in een allesomvattende relationele en seksuele vorming. Het gaat om programma’s die aangepast zijn aan de leeftijd, die medisch correcte informatie geven over anticonceptie, condoomgebruik, risico’s, onthouding… maar die jongeren evengoed relationele vaardigheden en onderhandelingstechnieken aanleren.
Goede informatie geven over seksualiteit en hiv/ aids is essentieel in de strijd tegen hiv/aids. Ook jongeren in België hebben nood aan deze informatie, vaak krijgen zij dan ook relationele en seksuele vorming op school. Jongeren vragen ook vaak raad aan vrienden van hetzelfde geslacht en hun ouders. In sommige landen hebben mensen ooit gehoord over de ziekte, maar wat het exact is, hoe je geïnfecteerd raakt en hoe je dat voorkomt, is vaak niet of onvoldoende gekend. Die onwetendheid wakkert ook allerlei mythes aan. Correcte en toegankelijke informatie moet dit helpen te voorkomen. Dit is niet altijd zo gemakkelijk. In veel landen is het taboe om te praten over seks heel groot, zeker wanneer het gaat over jongeren. Vaak vinden volwassenen ook dat het beter is om niet openlijk over seks te praten met jongeren omdat dit hen zou kunnen aansporen tot seks. Toch is het belangrijk jongeren goed te informeren over veilig vrijen. Training van sociale vaardigheden Kennis is één zaak, er naar handelen een andere. Hoe laat je weten dat je seksueel contact niet wilt? Hoe kan je in een groep bij je mening blijven? Er zijn jongeren die goed op de hoogte zijn van hiv/aids en absoluut willen voorkomen dat ze geïnfecteerd raken. Toch gebeurt het, omdat ze bijvoorbeeld niet weten hoe ze hun eigen mening kunnen duidelijk maken of omdat het moeilijk weerstaan is aan de groepsdruk. Het trainen van allerlei sociale vaardigheden helpt hen om zelf te bepalen en te doen wat ze willen. Positieve preventie Positieve preventie bestaat erin mensen met hiv te ondersteunen en te ‘empoweren’ zodat nieuwe soainfecties vermeden kunnen worden, hiv-progressie kan uitgesteld worden en verdere hiv-infecties voor-
11 februari 2014 | pagina 7 President Building | F. Roosveltplaats12 bus 7 | 2060 Antwerpen | 03 238 68 68 | www.sensoa.be
FACT SHEET Hiv & soa
komen worden. Om positieve preventie te doen slagen is hiv-testing cruciaal. De meeste nieuwe infecties worden veroorzaakt door mensen die niet weten dat ze hiv-positief zijn, een problematisch gegeven dat dringend aangepakt moet worden. Dit is preventie mét en voor mensen met hiv.
(bijvoorbeeld een condoom gebruiken), condooms beschikbaar hebben... Het is aangeraden zo lang mogelijk het eerste seksuele contact uit te stellen, het aantal seksuele partners te verminderen, enkel seksueel contact te hebben binnen het huwelijk met een vaste partner en condooms te gebruiken.
Bestrijding van stigma en taboe
Van moeder op kind
In verschillende landen ligt er een taboe op hiv/aids en worden mensen met hiv veroordeeld en gediscrimineerd. Onwetendheid zorgt voor angst waardoor de stigma en discriminatie verhoogt. Door het gebrek aan kennis willen mensen zichzelf beschermen en mensen met hiv uitsluiten. Mensen met hiv leven dan ook vaak in anonimiteit over hun hiv-status uit schrik voor de reactie van de omgeving. Het is een mes dat langs twee kanten snijdt: meer mensen met hiv zouden open moeten zijn over hun status maar de maatschappij zou meer open moeten zijn naar mensen met hiv toe.
Hiv kan door een zwangere vrouw op haar ongeboren kind worden overdragen via de moederkoek, maar vooral tijdens de laatste weken van de zwangerschap en bij de bevalling. Bij vrouwen die tijdens de zwangerschap worden behandeld met medicatie (aidsremmers), daalt het risico tot 1 à 2 procent kans op overdracht. Het virus kan ook via borstvoeding op de baby worden overgedragen. Daarom krijgen hiv-positieve moeders de raad om geen borstvoeding te geven. In Afrikaanse context wordt exclusieve borstvoeding echter wel aangeraden omdat de kans dat een kind sterft aan een kinderziekte (buikinfecties…) groter is dan de kans dat het hiv krijgt. De antistoffen in borstvoeding beschermen het kind en maakt hun overlevingskans groter. Vrouwen die getest zijn en weten dat ze hiv-positief zijn, moeten ondersteuning en advies krijgen bij de keuze tussen borstvoeding en kunstvoeding, waarbij de voor- en nadelen van de verschillende vormen van voeding voor hun individuele situatie afgewogen moeten worden.
Verandering van risico verhogende gewoonten en gebruiken Bepaalde gewoonten en gebruiken verhogen de kans op verspreiding van het hiv-virus aanzienlijk. Het hebben van gelijklopende, wisselende seksuele contacten (concurrent relationships) zorgt voor een verdere verspreiding. Dit geldt ook voor losse seksuele relaties. Gebruiken zoals het zwagerhuwelijk, waarbij mannen moeten trouwen met de vrouw van hun overleden broer, verhoogt ook het risico. Preventie betekent ook mensen op de risico’s van dit soort van gebruiken te wijzen zonder een oordeel te vellen. Verandering van seksueel gedrag Zowat 80% van de hiv-infecties wordt doorgegeven via seksuele contacten. Dus komt het erop aan dat seksueel contact zo risicoloos mogelijk te laten verlopen. Er zijn verschillende factoren (determinanten) die uiteindelijk bepalen welk gedrag je stelt: het hebben van juiste informatie, het geloven dat je het kan
PEP-behandeling (Post Exposure Profylaxis) Dit is een behandeling van iemand die kort daarvoor een hoog risico gelopen heeft om geïnfecteerd te raken met hiv. Men gebruikt daarvoor medicijnen die genomen worden door mensen die al hiv-positief zijn. De behandeling verkleint de kans dat je met hiv geïnfecteerd geraakt. Voorwaarde is wel dat de behandeling snel gestart wordt: ten laatste 72 uur na het risicocontact. De behandeling moet men een maand volgen en wordt voorgeschreven door een arts. Omdat een PEP-behandeling zware nevenwerkingen heeft, zal een arts pas PEP voorschrijven als er een groot risico gelopen is. Het is de arts die be-
11 februari 2014 | pagina 8 President Building | F. Roosveltplaats12 bus 7 | 2060 Antwerpen | 03 238 68 68 | www.sensoa.be
FACT SHEET Hiv & soa
slist of de behandeling nodig is of niet. De behandeling biedt geen zekerheid dat infectie voorkomen wordt. Microbiciden Microbiciden zijn chemische producten die de kans op overdracht zouden kunnen verkleinen of zelfs uitsluiten. Ze zouden in de vorm van crèmes, gels of sponsjes vaginaal kunnen worden ingebracht. De wetenschap is ijverig op zoek naar een effectief microbicide, maar er is op dit moment nog geen product op de markt. Men hoopt op een doorbraak, want deze producten zouden, naast het condoom, een grote hulp kunnen zijn om de overdracht van hiv te voorkomen. De preventieve werking van een hiv-behandeling Recent onderzoek toont aan dat goed gebruik van hiv-remmers de kans op hiv-overdracht verkleint. Wanneer een behandeling nauwgezet gevolgd wordt kan de virale lading in het bloed ondetecteerbaar worden. Dit wil zeggen dat het hiv-virus op zo’n manier onderdrukt wordt dat het niet meer meetbaar is in het bloed. Er is onder deze omstandigheden nauwelijks nog kans op hiv-overdracht. Op die manier kan de behandeling van iemand met hiv ook helpen voorkomen dat het virus wordt overgedragen. Omdat de bescherming echter niet 100% sluitend is, wordt wel nog steeds aangeraden om ook een condoom te gebruiken tijdens het vrijen. Dat een behandeling preventief kan werken is goed nieuws, in het bijzonder voor koppels waar slechts één van beide partners seropositief is. Behandelingen zijn echter te duur om stelselmatig als preventie te worden ingezet, bovendien staan nu nog steeds meer dan 5 miljoen mensen met hiv op een wachtlijst om behandeld te kunnen worden.
4. Taboe en stigmatisering Het taboe rond hiv en bij uitbreiding rond (praten over) seksualiteit werkt op verschillende niveaus het indijken van de epidemie tegen.
4.1 Religie en condoomgebruik Meest opvallend is het verzet van sommige religieuze leiders tegen condoomgebruik. Ook Paus Benedictus XVI liet zich op dat vlak niet onbetuigd. In landen waar de kerk een groot moreel gezag heeft, werken negatieve uitspraken over condoomgebruik een goed preventiebeleid tegen. Al groeit het idee dat een unieke focus op condoombedeling ook geen wondermiddel inhoudt. Conservatieve krachten en nogal wat religieuze leiders propageren bij voorkeur het ABC-model: ‘abstain’ (onthouding), ‘be faithful’ (partnertrouw) en ‘condom use’ (condoomgebruik). Vaak verbindt men wel een waardeoordeel aan de drie onderdelen van het model. Daarbij is condoomgebruik een laatste ‘redmiddel’ en dus geen volwaardig onderdeel van de strategie. Dat is jammer want een evenwichtige combinatie van de drie strategische opties lijkt bij jongeren in een aantal Afrikaanse landen succesvol te werken. Aids trachten op te lossen door enkel te focussen op condoomgebruik werkt niet. Condooms zijn niet altijd makkelijk te verkrijgen en het gebruik ervan gaat soms in tegen culturele patronen of opvattingen. Veel mannen vinden seks met condoom ook niet zo leuk. Of het wordt geassocieerd met buitenechtelijke relaties en ontrouw. Bovendien zijn vrouwen voor het gebruik van het mannencondoom volledig afhankelijk van de man. Wanneer zij in een zwakkere positie staat, is onderhandelen hierover niet evident of zelfs onmogelijk. Anderzijds is het verketteren van condooms ook niet meteen bevorderlijk voor de preventie. De negatieve houding van religieuze leiders tegenover het condoom vindt zijn oorsprong in het feit
11 februari 2014 | pagina 9 President Building | F. Roosveltplaats12 bus 7 | 2060 Antwerpen | 03 238 68 68 | www.sensoa.be
FACT SHEET Hiv & soa
dat volgens hen het massaal verstrekken van condooms aanleiding geeft tot losbandigheid. Er is dan immers geen band meer tussen het huwelijk en voortplanting. Aids wordt dan ook vaak gezien als een straf van God voor het immorele gedrag. Nochtans is samenwerking met religieuze leiders een strategie die ook de vroegere directeur van UNAIDS Peter Piot bepleitte. Zij kunnen door hun groot moreel gezag, hun invloed en hun grote bereik een wezenlijke bijdrage leveren in de strijd tegen aids.
4.2 Mythes, uitsluiting en discriminatie Mensen met hiv worden dagelijks geconfronteerd met taboe en stigma, zowel hier als in de rest van de wereld. De taboesfeer rond hiv/aids werkt stigmatisering van mensen met hiv in de hand. Mensen met hiv worden vaak geconfronteerd met vooroordelen, negatieve reacties, misbruik, discriminatie, uitsluiting en een oneerlijke behandeling. Deze stigmatisering van mensen met hiv uit zich op verschillende manieren, maar komt niet alleen in het Zuiden voor. Ook in België blijft hiv vaak een ‘onzichtbare ziekte’, waar niemand voor uit wil komen. En wie kan hen ongelijk geven als de samenleving nog steeds niet klaar lijkt om met mensen met hiv en aids om te gaan. De hardnekkigheid van dit stigma is voor een stuk te verklaren door het feit dat hiv nog vaak geassocieerd wordt met zaken als druggebruik, prostitutie, promiscuïteit en homoseksualiteit… Groepen die kwetsbaar zijn voor hiv zijn vaak ook groepen die op zich al gestigmatiseerd worden (mannen die seks hebben met mannen, druggebruikers, sekswerkers…). In veel landen worden deze mensen gediscrimineerd of zelfs gestraft omwille van hun seksueel gedrag. In verschillende landen zijn er bijvoorbeeld wetten die homoseksualiteit strafbaar maken. In sommige landen staat er zelfs de doodstraf op. Één van de gevolgen is dat het zeer moeilijk is om goede hiv-preventie aan te bieden in deze landen.
In deze context krijgen mensen met hiv te maken met dubbele stigmatisering. Willen we het taboe rond hiv en de stigmatisering van mensen met hiv aanpakken, is het dus belangrijk dat ook de criminalisering van kwetsbare groepen een halt wordt toegeroepen. In verschillende culturen kan er tussen man en vrouw binnen het huwelijk niet openlijk over seks gepraat worden. Als mensen niet praten over hiv ontstaan er bizarre ideeën en fantasieën over de ziekte. Het grote taboe rond hiv/aids werkt het voortbestaan van mythes in de hand. In verschillende culturen gelooft men dat aids genezen kan worden door seks te hebben met een maagd. Deze praktijk is niet alleen inhumaan, hij zorgt bovendien voor een stijging van het aantal infecties met hiv. Als we spreken over taboe en stigma, hebben we het vaak over stigmatisatie door anderen. Maar er bestaat ook zoiets als zelfstigmatisatie: hiv gaat gepaard met schaamte- en schuldgevoelens die geen andere ziekte met zich meebrengt. Deze zelfstigmatisatie maakt het extra moeilik om taboe en stigma de wereld uit te helpen. Mensen hebben ook vaak de neiging een schuldvraag aan hiv/aids te verbinden. Mensen met hiv hebben zogezegd zelf schuld aan het feit dat ze geïnfecteerd geraakt zijn. Dit maakt het voor hen moeilijk om te vertellen dat ze leven met hiv, want niemand wordt graag verweten. In ontwikkelingslanden zien we ook nog een groter verschil in stigmatisering naar gelang het geslacht. Voor vrouwen is die stigmatisering veel groter dan voor mannen: infectie zou erop wijzen dat ze ontrouwe echtgenotes zijn, ze worden uit de gemeenschap gestoten of zijn het slachtoffer van geweld en represailles. Die implicaties scheppen een angstklimaat: mensen laten zich niet testen uit angst voor de uitslag, maar doordat ze hun status niet kennen, kunnen ze anderen infecteren. Bovendien beschikken ze ook niet altijd over medicatie die hen zou kunnen helpen, al was het maar tijdelijk, om nor-
11 februari 2014 | pagina 10 President Building | F. Roosveltplaats12 bus 7 | 2060 Antwerpen | 03 238 68 68 | www.sensoa.be
FACT SHEET Hiv & soa
maal te kunnen blijven functioneren. En uiteindelijk worden op die manier steeds weer andere mensen geïnfecteerd met het virus.
5. Testen en behandeling 5.1 Hiv-test De hiv-test gaat na of er antistoffen tegen hiv in je bloed zitten. Van zodra het lichaam in contact komt met het virus, zal het antistoffen beginnen ontwikkelen. Het duurt ongeveer zes weken alvorens er voldoende antistoffen in het bloed zitten om door een test gedetecteerd te worden. Is dat het geval, dan ben je geïnfecteerd met het hiv-virus. Als je positief getest wordt, dan gebeurt een confirmatietest om het resultaat te bevestigen. De hiv-test zegt niets over het feit of de onderzochte persoon aids heeft of aids zal krijgen. De term aidstest is dus niet correct. De hiv-test werkt het virus ook niet tegen. Een hiv-test laten doen is de enige manier om te weten te komen of je geïnfecteerd bent met hiv, want er zijn geen symptomen die specifiek zijn voor hiv. Bepaalde risicogroepen, zoals mannen die seks hebben met mannen, worden meer aangemoedigd om zich regelmatig te laten testen. De test zelf is in België niet duur. Daarvoor betaal je een remgeld van maar 2,50 euro. Daarbovenop komt de kost voor je bezoek aan de dokter. Vraagt de arts meer tests aan bij het labo – voor andere soa bijvoorbeeld – zal het labo meer aanrekenen dan 2,50 euro. Volledig anoniem testen is duurder, omdat het ziekenfonds dan niet tussenkomt. Een hivtest alleen kost dan ongeveer 20 euro. De arts die jouw bloedstaal afneemt en je de resultaten meedeelt, heeft je natuurlijk gezien en weet wie je bent. Maar de arts is gebonden aan het beroepsgeheim en mag dit aan niemand doorvertellen. De hiv-test zelf is altijd anoniem, in die zin dat degene die de test uitvoert niet weet van wie het bloedstaal afkomstig is. Degene in het labo die de factuur op-
maakt, weet enkel dat je bloed getest werd, niet dat het om een hiv-test ging. Idem voor degene bij het ziekenfonds die de terugbetaling van de test regelt. Als je dit nog niet anoniem genoeg vindt, dan kan je aan de arts vragen om je naam te vervangen door een code. Zo weet degene die de factuur opmaakt in het labo je naam niet, en komt ook het ziekenfonds niet tussenbeide. Dit betekent wel dat je meer betaalt voor de test zelf (ongeveer 20 euro, plus de kost van de consultatie). Je volledig anoniem én gratis laten testen, kan in twee centra (ITG Helpcenter in Antwerpen en de S Clinic van het Sint-Pieterziekenhuis in Brussel). Maar het is niet in alle landen vanzelfsprekend om onmiddellijk een hiv-test te doen. Eerst en vooral heeft men niet altijd alle informatie, waardoor bepaalde symptomen niet (of niet op tijd) herkend worden. Symptomen kunnen ook vaag zijn (griepachtig). Daar komt nog bij dat men bijvoorbeeld in Afrika pas naar een arts gaat als men echt hinderlijke symptomen ervaart. Eens men het toch doorheeft dat er iets mis is, is er vaak geen geld om zich te laten testen of te laten behandelen. Heb je wel geld, dan moet je nog een dokter of ziekenhuis vinden om een hiv-test te laten doen. Daarbovenop komt nog dat mensen met hiv daar vaak gediscrimineerd en veroordeeld worden. Dus, niet iedereen wil weten of hij of zij geïnfecteerd is met hiv. Dit is trouwens niet alleen zo in ontwikkelingslanden, ook in rijke landen worden mensen met hiv nog steeds gediscrimineerd.
5.2 Combinatietherapie Waar een hiv-infectie vroeger zeer sterk verbonden was met ziekte en dood, is de realiteit vandaag anders. De levensverwachting voor mensen met hiv is door de ontwikkeling van de medicijnen sterk toegenomen. Experts vermoeden dat in het beste geval het virus zeer lang controleerbaar kan blijven, waardoor de ziekte misschien niet zal uitbreken. Daardoor is leven met hiv goed mogelijk en zijn er weer perspectieven voor mensen met hiv. Tot op
11 februari 2014 | pagina 11 President Building | F. Roosveltplaats12 bus 7 | 2060 Antwerpen | 03 238 68 68 | www.sensoa.be
FACT SHEET Hiv & soa
vandaag bestaat er wel nog geen geneesmiddel waarmee je kan genezen van hiv/aids. Evenmin bestaat er een vaccin om je tegen hiv te beschermen , al wordt daar onderzoek naar verricht. Sinds een tiental jaar bestaat er dus een behandeling voor hiv. Artsen schrijven hiv-remmers voor. Die remmen de vermenigvuldiging van het hiv-virus af en verhinderen zo de ontwikkeling van aids. Deze medicijnen worden in combinatie genomen (een cocktail of combinatietherapie) om het virus zo goed mogelijk te bestrijden. De combinatietherapie onderdrukt de aanmaak van het virus, waardoor de afweer niet langer wordt aangetast en zich weer kan herstellen. Deze combinatietherapie, ook HAART genoemd (‘Hoog Actieve Anti-Retrovirale Therapie’) onderdrukt dus de vermenigvuldiging van het virus, maar kan het niet vernietigen. De combinatietherapie geneest dus niet. Doel van deze behandeling is de hoeveelheid virus in het bloed zo laag te krijgen dat het met de huidige testen niet meer waarneembaar is. Dit wil dus niet zeggen dat het virus er niet meer is, wel dat de testen niet gevoelig genoeg zijn om het virus nog te zien. De therapie wordt dan ook - indien mogelijk opgestart voor de immuniteit te zwaar is afgezwakt én voor men in de aidsfase zit. Het moment van opstarten wordt samen met de persoon besproken. De medicatie moet wel gedurende het hele leven ingenomen worden, maar het leven van mensen met hiv wordt dan ook aanzienlijk verlengd. Bij de opkomst van de combinatietherapie moest men tien tot twintig pillen per dag nemen. Dat aantal is nu teruggebracht tot 1 à 4. Ook de nevenwerkingen van de medicatie zijn beperkter dan vroeger, maar mogen niet onderschat worden. Wat de mogelijke effecten op lange(re) termijn zijn is nog onbekend. Door een combinatie van verschillende medicijnen samen in te nemen, daalt de kans op resistentie. Resistentie (letterlijk ‘weerstand’) betekent dat een me-
dicijn niet meer in staat is om de vermenigvuldiging van hiv te blokkeren. Om zich te vermenigvuldigen, maakt hiv kopieën van zichzelf. Hierbij worden regelmatig fouten gemaakt. Deze fouten of veranderingen noemt men mutaties. Sommige mutaties zorgen ervoor dat een geneesmiddel geen effect meer heeft op het virus. Het gemuteerde virus is dan resistent. Om een goed effect te bereiken met de behandeling is het belangrijk dat er steeds voldoende medicijn in het bloed aanwezig is. Dit betekent dat de medicijnen altijd in de juiste doses, op de juiste tijdstippen en op de juiste wijze (met of zonder voeding) moeten worden ingenomen. Men spreekt in deze context van therapietrouw. Bij het samenstellen van een combinatie van medicijnen is het dus niet alleen belangrijk om te onderzoeken welke medicatie het beste werkt, maar ook welke medicijnen het best in het leven van de persoon met hiv passen. Sinds 2011 weet men dat een behandeling ook het risico op overdracht van hiv verkleint.
5.3 In de wereld De mogelijkheden om hiv te testen en aan te pakken zijn gestegen. Zo steeg het aantal plaatsen waar getest kan worden in Afrika van 25.000 in 2007 tot 36.000 in 2010. Niettemin weet de meerderheid van de mensen met hiv niet dat ze hiv-positief zijn. Weinigen laten zich testen doordat ze zich weinig bewust zijn van de risico’s van een infectie, maar ook door angst voor stigma of discriminatie. Meer en meer mensen kunnen beroep doen op medicijnen. Eind 2012 kregen meer dan 9,7 miljoen mensen een dergelijke behandeling in lage- en middeninkomenslanden, een verdubbelling in vergelijking met eind 2009. De grootste vooruitgang was er in sub-Saharaans Afrika, waar bijna 7,6 miljoen mensen behandeld werden eind 2012 (ten opzichte van 4 miljoen eind 2009). Helaas heeft nog niet iedereen in de wereld toegang tot de nieuwste com-
11 februari 2014 | pagina 12 President Building | F. Roosveltplaats12 bus 7 | 2060 Antwerpen | 03 238 68 68 | www.sensoa.be
FACT SHEET Hiv & soa
binatietherapieën. En ondanks de duidelijke vooruitgang blijven meer dan 5 miljoen van de 15 miljoen mensen die nood hebben aan de behandeling, op hun honger zitten.
de barrières op die de ontwikkeling van kindvriendelijke medicatie in de weg staat.
Patentenpool
Naast het financiële aspect is ook het gebrek aan infrastructuur voor de verspreiding van de medicijnen een hinderpaal. Mensen dienen bovendien op de hoogte te zijn van hun status alvorens ze kunnen behandeld worden. Publieke informatie en onderwijs zijn naast het verbeteren van de gezondheidsvoorzieningen dan ook belangrijke elementen in de strijd tegen hiv/aids.
Ook zijn er nieuwere en betere aidsremmers beschikbaar voor patiënten in de VS en in Europa, maar niet in ontwikkelingslanden. Als ze wel beschikbaar zijn, zijn ze simpelweg te duur. Hoewel de prijs van de behandelingen al sterk daalde in de afgelopen jaren, blijft de kostprijs een belangrijk obstakel om medicatie te verdelen. Ook mensen met hiv in ontwikkelingslanden hebben nieuwere medicatie, met minder neveneffecten, nodig om de oudere medicijnen te vervangen. Omdat veel patiënten op den duur resistentie ontwikkelen voor de medicatie die ze nemen, hebben ze allemaal vroeg of laat nieuwe medicijnen nodig. Een patentenpool zou de beschikbaarheid van die medicijnen verzekeren in ontwikkelingslanden, omdat het de prijs doet dalen. Mensen met hiv moeten een cocktail van verschillende medicijnen nemen, door deze medicijnen in één handige pil te combineren, wordt het makkelijker voor hen om de behandeling vol te houden. Op dit moment is het voor generische producenten erg moeilijk om deze combinaties in één pil te maken, omdat verschillende bedrijven patenten hebben op verschillende medicijnen. Door deze patenten gezamenlijk te beheren, wordt het mogelijk om veel meer combinatiebehandelingen te ontwikkelen. 3,4 miljoen kinderen lijden aan hiv/aids, maar minder dan 28 procent van hen krijgt de nodige medicatie. Vaak is er geen aan kinderen aangepast versie van de medicijnen. Farmaceutische bedrijven worden niet gestimuleerd om die te ontwikkelen, omdat de overgrote meerderheid van de kinderen in ontwikkelingslanden leeft. Door patenten op hivmedicatie in een patentenpool, heffen we één van
Gebrek aan infrastructuur en informatie
Volgens de ‘Declaration of Commitment on HIV/ AIDS’ van de Verenigde Naties is ‘een gelijke toegang tot zorg en behandeling één van de fundamentele componenten van een effectief en globaal hiv-beleid.’ Sindsdien hebben veel landen, met de steun van intergouvernementele organisaties en fondsen, getoond dat het soms mogelijk is om een hiv-behandeling te voorzien in zeer moeilijke omstandigheden. Deze verklaring over de toegang tot behandeling heeft veel bijgedragen aan de strijd tegen hiv en het versterken van preventie.
6. Gevolgen aidsepidemie 6.1 Grotere kwetsbaarheid van de kinderen In de recente geschiedenis heeft geen enkele infectieziekte zo’n vernietigende impact gehad op het welzijn van de kinderen als hiv/aids. In 2012 waren meer dan 3,3 miljoen kinderen jonger dan 15 jaar geïnfecteerd met het hiv-virus. Kinderen worden echter niet alleen rechtstreeks door hiv/aids getroffen: ook hun ouders, leerkrachten en familieleden bezwijken aan aids. Meer concreet verloren 16 miljoen kinderen één of beide ouders door aids. Op dit moment zijn er in Afrika ruim 16 miljoen aidswezen, waarvan het grootste deel gelukkig wordt opgevangen door familie of buren, maar verder krij-
11 februari 2014 | pagina 13 President Building | F. Roosveltplaats12 bus 7 | 2060 Antwerpen | 03 238 68 68 | www.sensoa.be
FACT SHEET Hiv & soa
gen ze geen enkele vorm van steun. Velen van hen hebben zelf hiv of aids. Door de enorme toename van aidswezen, in samenhang met de armoede, is de opvang door familieleden en gemeenschappen sterk onder druk komen te staan. Zo ontstaan er steeds meer ‘kindergezinnen’. Wanneer de grootouders overlijden, nemen de oudste kinderen vaak de zorg voor hun jongere broertjes en zusjes over. Veel kinderen hebben bovendien een emotioneel trauma omdat ze reeds heel vroeg ervaren wat lijden en verlies is. Kinderen (vooral meisjes) worden hard getroffen door de epidemie. Ze gaan vaak van school om voor zieke ouders of broers en zussen te zorgen. Wanneer hun ouders sterven wordt de druk om van school te gaan nog groter. Heel wat kinderen met hiv/ aids worden niet langer beschermd door hun familie en worden vaak mishandeld. Jonge meisjes die aan het hoofd van het gezin komen te staan, komen zo vaak in het sekswerk terecht. Gezien de werkgelegenheid zeer laag is, is prostitutie is vaak de enige manier om aan geld te geraken. Buiten Afrika bevinden de meeste aidswezen zich in Azië.
6.2 Impact op menselijk kapitaal Hiv/aids heeft veel gevolgen voor de economie, het onderwijs, de gezondheidszorg en de voedselvoorziening. In bedrijven raken veel werknemers geïnfecteerd waardoor de productiviteit daalt en er hogere kosten zijn voor vervangingen, verzekeringen en ziekteverzuim. Daarnaast gaan bedrijven meer investeren in automatisering, machines worden immers niet ziek. In ziekenhuizen is er dan weer een groot beddentekort en vallen veel personeelsleden zelf weg door aids. Ook de voedselvoorziening raakt in de problemen want de boeren worden ziek. Ook veel onderwijzers worden het slachtoffer van aids. Vooral in landen waar voeding en openbare diensten (scholen, ziekenhuizen) voor het opduiken van
hiv/aids al onvoldoende aanwezig waren, is de situatie erg dramatisch.
6.3 Meer honger en armoede Ouders worden ziek en kunnen soms niet meer werken waardoor ze hun spaargeld moeten aanspreken, hun bezittingen verkopen, geld lenen of hulp vragen. Soms ligt hun inkomen zo laag dat het zelfs niet voldoende is voor gezondheidszorg, medicijnen en een dak boven hun hoofd. Op deze manier komen mensen in een vicieuze cirkel terecht, want door de armoede lopen ze weer meer risico om geïnfecteerd te worden met hiv. Er is geen geld voor condooms en mensen hebben andere problemen aan hun hoofd dan veilig vrijen. Veel meisjes of vrouwen gaan in de prostitutie om toch maar iets te verdienen. Ook het lage niveau van onderwijs of het verlaten van de school zorgt ervoor dat mensen slecht voorgelicht zijn, waardoor ze makkelijker geïnfecteerd raken.
7. Literatuur • AIDS Epidemic Update (2010). Geraadpleegd op 22 september 2011 via www.unaids.org/globalreport/Global_report.htm • Aids in Afrika: educatieve CD-rom en DVD-documentaire over aids in Afrika (2006). Amersfoort: Edukans. • Demyttenaere, T. (2009). Waarom zijn de hiv-cijfers zo hoog in Afrika? Sensoa Positief, 25-29. • Fact sheet ‘Het ABC van de hiv-preventie’ (2006). Gent: Sensoa. • Fact sheet ‘Waarom hiv-preventie (niet) werkt’ (2011). Antwerpen: Sensoa • Factsheet Vrouwen en Hiv/aids (2006). Geraadpleegd op 22 september 2011 via www.rosadoc. be/pdf/factsheets/nr47.pdf • Feiten en cijfers: Seksueel overdraagbare aandoeningen (2011). Geraadpleegd op 22 september 2011 via www.sensoa.be/pdf/feiten_en_cijfers/FeitenCijfersSoa2011.pdf
11 februari 2014 | pagina 14 President Building | F. Roosveltplaats12 bus 7 | 2060 Antwerpen | 03 238 68 68 | www.sensoa.be
FACT SHEET Hiv & soa
• Over leven met hiv (2007). Geraadpleegd op 22 september 2011 via www.sensoa.be/downloadfiles_shop/over_leven_met_hiv.pdf • Young People are the Hiv Prevention Revolution (2010). Geraadpleegd op 22 september 2011 via data.unaids.org/pub/Outlook/2010/20100713_ outlook_youngpeople_en.pdf • UNAIDS Global Report. Report on the global aids epidemic 2013. Geraadpleegd op 3 februari 2014 via www.unaids.org/en/media/unaids/ contentassets/documents/epidemiology/2013/ gr2013/UNAIDS_Global_Report_2013_en.pdf
11 februari 2014 | pagina 15 President Building | F. Roosveltplaats12 bus 7 | 2060 Antwerpen | 03 238 68 68 | www.sensoa.be