Soa Aids Nederland
Jaarverslag Soa Aids Nederland
2012
Jaarverslag Soa Aids Nederland
2012
Subtitel Datum
Inhoud 1.
Soa Aids Nederland in 2012 en in de toekomst
2.
Programma Intermediairs
12
3.
Programma Publiekscommunicatie
19
4.
Programma Jongeren
26
5.
Programma Etnische Minderheden
35
6.
Programma Mannen die seks hebben met mannen (MSM)
41
7.
Programma Prostitutie
45
8.
Programma Soa Aids beleid
51
9.
Resultaten ten aanzien van het Centrum Gezond Leven
55
10.
AIDS Action Europe
56
11.
Organisatie en Personeel
63
11.1
Bestuur en toezicht
65
11.2
Personeelszaken
69
11.3
Bedrijfsbureau
72
11.4
Ondernemingsraad (OR)
74
12.
Jaarrekening
77
13.
Verantwoordingsverklaring
109
13.1
Scheiding van uitvoering, bestuur en toezicht
109
13.2
Effectiviteit en doelmatigheid van de bestedingen
110
13.3
Omgang met belanghebbenden
111
14.
Statutaire en overige gegevens
114
15.
Gegevens gelieerde instellingen
115
15.1
Werkmaatschappij Soa Aids
115
15.2
STOP AIDS NOW!
116
16.
Bijlage: publicaties en presentaties
118
17.
Bijlage: Overzicht trainingen programma Intermediairs 2012
127
5
7
6
1.
Soa Aids Nederland in 2012 en in de toekomst
Algemene kaders Soa Aids Nederland is een landelijk expertisecentrum op het gebied van soa, hiv en seksuele gezondheid, dat taken vervult in de infrastructuur van de soa- en hiv-bestrijding en de bevordering van seksuele gezondheid in Nederland. Deze infrastructuur bestaat uit een netwerk onder regie van het Centrum Infectieziektebestrijding (CIb) van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Soa Aids Nederland heeft een specifieke rol in de ondersteuning van de curatieve en de preventieve soa- en hiv-bestrijding en de bevordering van seksuele gezondheid. Daarnaast verzorgt Soa Aids Nederland de publieksinformatie en worden preventieve interventies voor specifieke doelgroepen ontwikkeld en geïmplementeerd. Voor de meeste van deze taken ontvangt Soa Aids Nederland overheidssubsidie. Uitgangspunten voor het beleid en de strategische kaders van Soa Aids Nederland vormen de Landelijke Gezondheidsnota 'Gezondheid dichtbij' van mei 2011 van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en het Nationaal Soa- en Hiv-plan 2011-2015, dat eveneens in 2011 verscheen. Daarnaast is het in 2010 gepubliceerde Strategisch Meerjarenplan van het RIVM richtinggevend. Ontwikkelingen in 2012 Het jaar 2012 was een roerig jaar. Het faillissement van Schorer was een schok voor het veld van soa en hiv-bestrijding in Nederland en betekende veel organisatorische ombuiging, ook binnen Soa Aids Nederland. Het RIVM/Cib verzocht Soa Aids Nederland en Rutgers WPF het werk van Schorer voort te zetten en te moderniseren, zij het met een veel beperkter budget. Bij SANL resulteerde dat in extra activiteiten voor het jongeren programma (LHBT-jongeren)1 en in het starten van een nieuw programma gericht op soa- en hiv-bestrijding onder homo’s: het MSM programma2. Daarnaast leidde de bezuinigingen vanuit het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)/RIVM en het wegvallen van de campagnesubsidie van ZonMw tot inkrimping van het Programma Publiekscommunicatie (de Aids Soa Infolijn) met twee personen. En er is ook bezuinigd op het programma Soa Aids Beleid. In combinatie met de interne reorganisatie is de beleidscapaciteit deels ondergebracht in een nieuw beleidsprogramma en deels bij bestaande programma’s. Soa Aids Nederland, Aids Fonds en STOP AIDS NOW! werkten al jaren samen. Zo waren het personeel en de gebouwen/faciliteiten ondergebracht in de Stichting Werkmaatschappij Soa Aids (WSA). Binnen de WSA is in 2012 een herstructurering en herbezinning op de organisatie structuur uitgewerkt die vanaf 2013 zal leiden tot een aantal aanpassingen. De organisatiestructuur zal een aantal wijzigingen ondergaan. Voor onze klanten en belanghebbenden zullen de veranderingen nauwelijks zichtbaar zijn. Alleen streven we ernaar om de organisatie beter als één geheel te kunnen besturen en interne verbindingen en leerprocessen beter te faciliteren. Ook is een aantal efficiencyslagen gemaakt om kosten te besparen. Om meer bestuurlijke eenheid te brengen zijn de stichtingen Aids Fonds – Soa Aids Nederland en STOP AIDS NOW! met de stichting Werkmaatschappij Soa Aids gefuseerd in de Stichting Aids Fonds – STOP AIDS NOW! – Soa Aids Nederland.
1 2
7
LHBT: Lesbisch, Homo, Biseksueel, Transgender MSM: Mannen die Seks hebben met Mannen
Het jaar 2012 kenmerkt zich ook door het definitief doorzetten van een tweetal trends: Internationaal zijn de verwachtingen van biomedische preventie, als steeds belangrijker onderdeel van de combinatiepreventie tegen hiv/aids, hooggespannen. Onder anderen tijdens het Wereld Aids Congres in Washington klonk de optimistische voorspelling van een aids-vrije generatie. Dit kan mogelijk worden door alle bestaande interventies in een juiste mix te gebruiken en aan te bieden. Het zo vroeg mogelijk behandelen van mensen met hiv is behalve een individueel belang (betere gezondheid) ook een belangrijk middel in de strijd tegen de epidemie omdat mensen die behandeld worden nauwelijks meer kans hebben om het virus over te dragen. Een heel andere trend is de definitieve doorbraak van e-health en online aanbod van interventies, scholing en campagnes in Nederland. Uit signalen van GGD’s en andere intermediairs blijkt enerzijds de terugloop aan capaciteit om doelgroepen in het veld te bereiken en anderzijds te toename van kennis en mogelijkheden om groepen via online media te bereiken en te bedienen. Soa Aids Nederland zet dan ook volop in op deze ontwikkeling zoals ook uit de resultaten van de verschillende programma’s blijkt. Missie en visie Soa Aids Nederland bestrijdt soa’s en hiv en bevordert seksuele gezondheid. Belangrijke principes hierbij zijn: Rechten: we gaan uit van de rechten van individuen en groepen, met aandacht voor de positie van kwetsbare groepen en voor het patiëntenperspectief. Behoeften: we werken vraaggestuurd door aan te sluiten op de behoeften van doelgroepen, professionals en beleidsmakers. Evidence based: we gaan uit van feiten en niet van veronderstellingen, streven naar goede onderbouwing van keuzen. Pro-actief: we signaleren kansen en knelpunten, pakken deze actief op en weten ontwikkelingen en vernieuwende aanpakken verder te brengen. Samenwerking: we geloven in de kracht van netwerken, samenbrengen van visie en expertise en het vergroten van draagvlak. Soa Aids Nederland ondersteunt de professionals in de lokale praktijk (GGD’s,ziekenhuizen, huisartsen, scholen) in hun werk. We adviseren overheden. Daarnaast bereiken we een aantal prioritaire groepen (jongeren, sekswerkers, etnische minderheden) direct. We werken aan onze expertise door kennis uit binnen- en buitenland te verzamelen en beschikbaar te stellen aan relevante groepen, professionals en beleidsmakers. We gebruiken onze expertise om materialen en interventies te ontwikkelen en anderen te ondersteunen in onderzoek, beleid en praktijk. Soa Aids Nederland realiseert de missie door: Preventie en vroege signalering van soa’s en hiv te bevorderen bij het algemeen publiek, jongeren, etnische minderheden, MSM en in de prostitutiesector. Kwaliteit van werk en onderlinge samenwerking te bevorderen van professionals in de soa- en hiv-bestrijding. Afstemming te bevorderen tussen partijen in de soa- en hiv-bestrijding.
8
Nationaal en internationaal beleid te beïnvloeden en onderzoek te stimuleren op het gebied van soa- en hiv-bestrijding. Onze werkwijze Soa Aids Nederland werkte tot en met 2012 met de programma’s Intermediairs, Etnische Minderheden, Prostitutie, Jongeren, Publiekscommunicatie, Soa Aids Beleid en AIDS Action Europe. In de loop van 2012 is daar zoals eerder benoemd het programma Mannen die Seks hebben met Mannen (MSM) bijgekomen. Begin 2013 is bij de herstructurering ook de programmastructuur gewijzigd. Sinds 2010 hebben Soa Aids Nederland en Rutgers WPF hun krachten gebundeld in een gemeenschappelijk jongerenprogramma soa, hiv en seksuele gezondheid. Vanaf medio 2012 is dit programma uitgebreid met het LHBT-deel. De programma’s ontwikkelen beleid, interventies, richtlijnen en materialen. Professionals worden getraind en krijgen op verzoek gericht advies. De dienstverlenende taken van de Aids Soa Infolijn en het Soa Aids Documentatiecentrum zijn ondergebracht bij het Programma Publieksvoorlichting en Advies, dat ook de voorlichting aan het algemeen publiek verzorgt. Helaas moest dat vanaf 2012 gebeuren zonder de massamediale steun van de leefstijlcampagnes Vrij Veilig Campagne en Seksuele Weerbaarheidscampagne. Soa Aids Nederland streeft ernaar, voor zover dat mogelijk is, op grond van wetenschappelijke kennis te werken en de resultaten bij voorkeur door middel van onderzoek te evalueren en waar nodig te verbeteren. Voor een optimale voorbereiding op hedendaagse problemen en op de toekomst is de ontwikkeling van het strategisch beleid in Nederland en Europa van belang. Daarom neemt Soa Aids Nederland deel aan netwerken en bijeenkomsten in de internationale hiv/soabestrijding en het bredere nationale gezondheidsveld. Doelstellingen 2012 Voor de periode 2011-2015 heeft Soa Aids Nederland op grond van de epidemiologische en maatschappelijke ontwikkelingen de volgende speerpunten benoemd: Het bevorderen van primaire en secundaire preventie door consequent condoomgebruik, het stimuleren van tijdig testen en behandelen en het versterken van seksuele weerbaarheid. Het ondersteunen van doelgroepen door voorlichting en via het handelen van professionals in de zorg en de preventie. Het bevorderen van een integrale aanpak en onderlinge afstemming en samenwerking op het gebied van de soa- en hiv-bestrijding3.
Resultaten in 2012 Dit jaar heeft Soa Aids Nederland voor het eerst een deel van het trainingsaanbod digitaal uitgewerkt en verzorgd. Het Programma Intermediairs organiseerde in november met succes 3
Soa Aids Nederland, Stroomopwaarts, Strategisch meerjarenbeleid Soa Aids Nederland 20112015, Amsterdam, augustus 2010, blz. 17 9
de eerste Digitale Leerweek voor ruim 340 verpleegkundigen. Het aanbod werd met gemiddeld een 8 gewaardeerd en 80 procent van de deelnemers gaf aan een volgende keer graag weer mee te doen. Hiermee komt Soa Aids Nederland tegemoet aan de vraag uit het veld om flexibeler (eigen tijd, eigen plaats) te kunnen leren. Bij veel GGD’s en andere instellingen hebben ook de bezuinigingen toegeslagen, waardoor er minder tijd en geld is om trainingsdagen te betalen. Er is ook minder tijd en capaciteit voor specifiek outreach werk voor doelgroepen zoals sekswerkers en etnische minderheden. Dat betekent dat ook op dit gebied Soa Aids Nederland haar aanbod en werkwijze aanpast. Zo werkte het Programma Etnische Minderheden aan een nieuw model voor ‘capacity building’ en ‘community based werken’ waarbij in de toekomst meer gebruik zal worden gemaakt van 'peer'-educators (opgeleide vrijwilligers uit de doelgroep) in plaats van professionele intermediairs. Ook in het ondersteunen van de regio’s met betrekking tot soa/hiv-gerelateerde prostitutievraagstukken is met succes een begin gemaakt van veldwerk in de praktijk naar veldwerk via internet. Soa Aids Nederland heeft hierbij geholpen de GGD-expertise te vergroten en gezorgd voor een uniforme en gecoördineerde aanpak. Om ook in de toekomst een kwalitatief en flexibel aanbod van campagnes, voorlichting en trainingen te kunnen blijven bieden is hard gewerkt aan de implementatie van een nieuwe online strategie en bijbehorende organisatiestructuur. Nu de massamediale campagnes zijn weggevallen wordt het van nog groter belang de online-strategie te continueren en verder uit te bouwen. Het online aanbod zal worden gecoördineerd vanuit een ‘hub’ die via diverse ‘spokes’ het contact met particuliere en professionele afnemers coördineert. Succesvolle sites, zoals soaaids.nl (dit jaar weer een toename van 15 procent unieke bezoekers), professionals, sense.info (inclusief de nieuwe smartphone-versie 100.000 bezoekers meer dan verwacht) en MantotMan (dit jaar toename van 7,5 procent unieke bezoekers) zullen volledig worden vernieuwd. Een aantal sites zal verdwijnen of in de centrale sites worden geïntegreerd. In de nieuwe organisatiestructuur per 2013 vervalt het Programma Publiekscommunicatie, de onderdelen worden ondergebracht in andere programma’s. De in 2011 vanwege de subsidiestop van ZonMw voor het allerlaatst uitgevoerde Vrij Veilig Campagne werd in 2012 beloond met een Zilveren Effi Award, de belangrijkste communicatieprijs voor effectieve campagnes in Nederland. Vanaf 2013 zullen de seksuelegezondheidscampagnes en de Infolijn worden ondergebracht bij het Programma Jongeren. De overige takken worden ondergebracht bij het nieuwe Programma Communicatie Advies. Het Programma Jongeren is vanaf medio 2012 uitgebreid met LHBT-jongeren. Deze leefstijlgerichte activiteiten worden samen met Rutgers WPF uitgevoerd. Dit jaar werd ook het onderzoek Seks onder je 25e afgerond (ZonMw). Ten opzichte van het onderzoek in 2006 was er niet veel veranderd in de seksuele gezondheid van jongeren. Wel blijven homofobie en grensoverschrijdend gedrag belangrijke aandachtspunten. Veel van de relevante onderwerpen zijn verwerkt in de nieuwste versie van de lesmethode Lang leve de Liefde die dit jaar verscheen in diverse uitgaven, toegespitst op het niveau van leerlingen van praktijkonderwijs tot vwo. Samen met de ondersteunende website en docentenhandleiding wordt ook deze nieuwe versie van het pakket zeer positief gewaardeerd. Het jaar 2012 was ook een jaar van 'analyse'. Bijvoorbeeld voor het Programma Etnische Minderheden en het nieuwe Programma MSM. Beide deden onderzoek naar de context, de 10
ontwikkelingen en de behoeften van de verschillende doelgroepen. De uitwerking en implementatie zal vanaf 2013 plaatsvinden. Het nieuwe MSM programma zette als start vooral in op het ondersteunen, door ontwikkelen en verbeteren van de ManTotMan interventies. Hieronder valt ook Testlab – een online testaanbod voor homo’s dat in diverse regio’s wordt uitgevoerd. Internationaal zijn de activiteiten van Soa Aids Nederland verder uitgebreid. Naast de bestaande activiteiten van het programma AIDS Action Europe participeerde dit programma samen met het beleidsprogramma in een Europees initiatief Joint Action on the improvement of Prevention in Europe dat verder zal lopen tot 2015. Het prostitutieprogramma heeft een project van het Ministerie van Buitenlandse Zaken geacquireerd dat het Move Foreward uitstapprogramma opvolgt en dat samen met ICCO in tien landen zal worden uitgevoerd. Dit programma loopt naast de activiteiten van het Aids Fonds in het kader van het zogenaamde BuZa Key Populations Programma. Soa Aids Nederland in de toekomst In 2013 zal de organisatie een nieuwe, organisatiebrede strategie ontwikkelen voor de komende vier jaar, waarin de merken Soa Aids Nederland, Aids Fonds en STOP AIDS NOW! elk hun plaats krijgen. De ontwikkeling van deelstrategieën op de domeinen Etnische Minderheden en MSM en het gezamenlijke programma “Jongeren 12+” van Soa Aids Nederland en Rutgers WPF zullen daarop aansluiten. De organisatie zal de nieuwe structuur verder implementeren. Met de afnemende capaciteit in het veld van de soa-bestrijding, kiest Soa Aids Nederland nieuwe manieren om professionals te ondersteunen, maar ook om direct, via internet en smartphones het publiek te bereiken. Toch zal soa- en hiv-preventie nooit los kunnen komen te staan van professionele zorgverleners. De rol van de huisarts bij het opsporen (testen) maar ook bij preventie zou mogelijk kunnen worden uitgebreid. Ook het opleiden en binden van vrijwilligers die dicht bij de kwetsbare doelgroepen komen is een weg die wordt ingeslagen. Het is de ambitie van Soa Aids Nederland om de preventie van soa en hiv voor MSM te versterken. De jaarlijkse nieuwe gevallen van hiv, maar ook de ziektelast als gevolg van hepatitis en andere soa’s is in deze groep veel te hoog. Door een intensivering van het jongerenprogramma, met steun van onder andere de jeugdimpuls, blijven Soa Aids Nederland en Rutgers WPF de komende jaren werken aan de seksuele gezondheid en weerbaarheid van jongeren. Voortbouwend op de bevindingen van het onderzoek Seks onder je 25e wordt voorjaar 2013 een nieuw gezamenlijke meerjarenplan ontwikkeld. De kracht van Soa Aids Nederland, nationaal en internationaal, ligt mede in de samenwerking met Aids Fonds en STOP AIDS NOW! Het delen van kennis, analyseren van trends en ontwikkelingen en het bijzonder effectieve en sterkte netwerk van deze organisaties willen we de komende jaren nog steviger inzetten voor soa- en hiv-bestrijding en het stimuleren van seksuele gezondheid.
11
2.
Programma Intermediairs
Context Jaarlijks bezoeken meer dan 300.000 personen een hulpverlener voor soa- en/of hivgerelateerde zorg. Soa Aids Nederland levert een bijdrage aan de kwaliteit van de soa- en hivbestrijding door ondersteuning van professionals en advisering binnen (landelijke) overlegstructuren. De belangrijkste doelgroepen zijn professionals in de GGD-soa-poliklinieken, de hiv-behandelcentra en de huisartsenpraktijk, met de nadruk op grootstedelijke gebieden en achterstandswijken. Doelstellingen 2012 In 2012 werkt het Programma Intermediairs aan de volgende specifieke doelen: Tijdig testen op- en behandelen van soa en/of hiv, met extra aandacht voor etnische minderheden. Meer preventie in de spreekkamer en in de zorg. Onderwijs en onderzoek binnen de huisartsenzorg. Van specialistgeoriënteerde naar cliëntgerichte zorg. Advies en nascholing op maat, optimaal benutten en ontwikkelen van een digitale leeromgeving. Activiteiten en resultaten Richtlijnontwikkeling en kwaliteitsbeleid Er is medewerking verleend aan de ontwikkeling van de soa-richtlijn voor de tweede lijn en het Programma Intermediairs zat in de Werkgroep Herziening NHG-Standaard het SOA-consult. Richtlijn en standaard zijn inmiddels in conceptvorm aan diverse beroepsgroepen ter commentaar voorgelegd en zullen in 2013 worden geautoriseerd. Voor GGD’s zijn de kwaliteitsindicatoren van de soazorg geïntegreerd in het aanbod Aanvullende Seksuele Gezondheid (ASH). Het programma maakte deel uit van de Plenaire Visitatiecommissie die dit aanbod moet vernieuwen. Op verzoek van de GGD’s schreven twee werkgroepen een opleidingsadvies voor het geïntegreerd opleiden van artsen en verpleegkundigen die bij GGD’s werkzaam zijn. Het programma voerde het secretariaat. Eind 2012 is een samenvatting van het advies aan de Stuurgroep voorgelegd. Binnen de SOAP (Seksueel Overdraagbare Aandoeningen Peilstation)- registratiecommissie, waarvan een medewerker van het Programma Intermediairs voorzitter is, wordt gewerkt aan de integratie van de data met die van Sense. Deskundigheidsbevordering Het Programma Intermediairs besteedt veel tijd aan deskundigheidsbevordering. In 2012 lag het accent op digitale leermodules; voor een aantal onderwerpen werd een combinatie aangeboden van 'face to face' en digitaal leren. Er vonden tien één- en vier meerdaagse trainingen plaats, waaraan 194 professionals in totaal deelnamen. Dit zijn er meer dan in 2011, het gemiddelde evaluatiecijfer lag, evenals voorgaande jaren rond de 8. 12
Motivational Interviewing (MI) blijft een belangrijk onderdeel van de deskundigheidsbevorderingsactiviteiten. In 2012 vonden er drie basiscursussen plaats: twee voor verpleegkundigen en een voor internisten. De MI-coaches van de GGD-regio’s hebben tijdens een bijeenkomst hun vaardigheden vergroot. Het Programma geeft regelmatig op verzoek gastlessen en workshops en draagt bij aan de ontwikkeling van onderwijsmodellen en lesprogramma’s van andere aanbieders. In 2012 werd onder andere een Les SOA-consult bij de huisarts (n=30 huisartsen in opleiding) gegeven en een e-learning-onderwijssessie voor Stop Aids Now! Ook werd een bijdrage geleverd aan het lesprogramma 'Doe ff gezond over infectieziekten en soa' van het Trimbos-instituut voor de Dienst Justitiële inrichtingen. Het Nationaal Congres Soa*Hiv*Seks Het Programma Intermediairs coördineerde het programma van het Nationaal Congres Soa*Hiv*Seks op 30 november 2012, dat 500 bezoekers had: verpleegkundigen (22 procent), onderzoekers (12 procent), beleidsmedewerkers (5 procent) en gezondheidsbevorderaars (5 procent). Opvallend was de grote opkomst van justitieel verpleegkundigen. Van alle verpleegkundigen die het congres bezochten was 58 procent sociaal verpleegkundige (n=62), 4 procent GGZ verpleegkundige (n=4), 44 procent justitieel verpleegkundige (n=26), 11 procent hiv- consulent (n=12) en 2 procent 'overige' verpleegkundige. Het congres is door 160 deelnemers geëvalueerd, die 'geïnformeerd worden' en 'netwerken' als belangrijkste redenen voor deelname noemden. 70 procent vond het aanbod goed aansluiten op niveau en achtergrond van de deelnemer, 23 procent was neutraal en 7 procent vond van niet. Het congres werd beoordeeld met een 7,2, de workshops werden gemiddeld beoordeeld met een 7,3. Het Programma Intermediairs organiseerde twee workshops, een in samenwerking met de verpleegkundige beroepsgroepen en een in samenwerking met de onderzoeksgroep ‘partnerwaarschuwing’. Nascholing (huis-)artsen Het Programma biedt ondersteuning aan de NHG Huisarts Adviesgroep Seksuele Gezondheid (SeksHAG), die bestaat uit huisartsen met specifieke deskundigheid op het (deel)gebied van seksuele gezondheid in de eerstelijn. Als expertgroep op het domein soa, hiv en seksualiteit binnen het Nederlands Huisarts Genootschap (NHG) draagt de SeksHAG bij aan een betere kwaliteitsborging binnen de beroepsgroep op dit domein. Het accent ligt op het ontwikkelen, uitvoeren en borgen van nascholing aan collega-huisartsen, huisartsen in opleiding en andere professionals. Het Programma Intermediairs verzorgt jaarlijks de terugkomdagen voor de 26 leden van de SeksHAG. De terugkomdagen 2012 zijn erg positief ontvangen (overall score 9,2.). Deze dagen functioneren volgens het 'train de trainers'-principe. Op hun beurt hebben de huisarts-docenten van de SeksHAG tezamen in het voorgaande jaar middels nascholing meer dan 1.500 huisartsen en huisartsen in opleiding bereikt. Het NHG-voorjaarscongres 2012 (n=100) stond dit jaar in het teken van seksuele gezondheid, de SeksHAG was co-organisator. Het congres werd erg goed bezocht en als een van de betere voorjaarcongressen tot nu toe geëvalueerd ( score >7,5/10). Een kort verslag verscheen in Huisarts en Wetenschap en op de Website van het NHG. Met het congres heeft de SeksHAG zich nadrukkelijk gemanifesteerd en het thema binnen de huisartsgeneeskunde neergezet. Er zijn diverse paaltjes geslagen voor nauwere samenwerking met het NHG in de komende jaren als het gaat om regionale nascholingen over de te verschijnen herziene standaard. 13
Meer preventie in de spreekkamer Om het diagnostisch proces in de huisartspraktijk te faciliteren en het actiever testen op soa en hiv te bevorderen is de in 2011 ontwikkelde nascholingsmodule Huisje boompje testje verder geïmplementeerd. De module werd als nascholingsmateriaal ter beschikking gesteld aan de huisarts-docenten. Door het faillissement van Schorer (coördinator en financier van het project Actiever Testen MSM, waarvan dit een onderdeel vormde) zijn een aantal geplande onderzoeken niet doorgegaan. Een beperkt effectonderzoek van de trainingsmodule is eind 2012 uitgezet bij de UvA. Het Programma heeft, ondanks het wegvallen van Schorer, het deelproject Actiever testen in de huisartsenpraktijk af kunnen ronden en geëvalueerd. In 2012 hebben 169 huisartsen (in hoofdzakelijk stedelijke gebieden) de module gevolgd en de 'beslisboom' ontvangen (aangeboden via seksHAGleden). NHG-Soa Aids Nederland en het AMC hebben een nieuwe afspraak gemaakt voor de ontwikkeling van ‘E-PIN’, een digitaal Programma Individuele Nascholing voor huisartsen voor de nieuw te verschijnen Soa-standaard voor huisartsen. Deze E-PIN wordt op effect beoordeeld in een proefsetting en vervolgens breed verspreid onder alle huisartsen en ter beschikking gesteld aan de huisartsopleidingen. Nascholing sociaal-verpleegkundigen, verpleegkundig hiv-consulenten en gezondheidsbevorderaars Digitale Leerweek In samenwerking met Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (afdelingen Verpleegkundig hiv-consulenten en Verpleegkundigen seksuele gezondheid) heeft het programma een Digitale Leerweek ontwikkeld. Van 31 oktober tot en met 12 november werden dertien workshops aangeboden. Voor de samenstelling van het programma was een brainstormbijeenkomst digitaal leren (n=15) georganiseerd. Daarnaast werd vierhonderd toekomstige gebruikers in een enquête gevraagd naar hun wensen. De workshops hadden als thema’s: vernieuwing binnen het werkveld, stigma en ethiek, hpv anuscarcinoom, motiverende gespreksvoering, meldcode huiselijk geweld, resistentie, gespreksvoering sense consult, soa-risico, basiskennis soa, condoomgebruik, hiv-anticonceptie overgang, kwaliteitseisen e-Health Sense en hepatitiden. 342 verpleegkundigen hebben zich aangemeld, twaalf inschrijvingen kwamen uit het buitenland. 39 procent was sociaal-verpleegkundige, 13 procent hiv-consulent, 13 procent justitieel verpleegkundige en 36 procent 'overige verpleegkundige', beleidsmedewerker, arts of doktersassistente. Gemiddeld waren er 82 inschrijvingen per workshop. Per deelnemer werd gemiddeld 3,7 workshops bezocht, het gemiddeld aantal volledig gevolgde en geaccrediteerde workshops per deelnemer is 2,4. In totaal werd 645 keer een workshop volledig gevolgd (inclusief accreditatie). 200 deelnemers evalueerden de Digitale Leerweek, wat een goed beeld van de ervaringen opleverde. De Digitale Leerweek werd gemiddeld met een acht beoordeeld. 80 procent gaf aan een volgende keer weer mee te willen doen met een Digitale Leerweek. Het totale bereik was veel hoger dan bij het traditionele Verpleegkundig Symposium (een dag, 175 bezoekers) waarvoor de Digitale Leerweek in de plaats is gekomen. Etnische minderheden De training Implementatie handleiding community based soa/hiv-preventie voor gezondheidsbevorderaars van GGD’s ging wegens gebrek aan belangstelling niet door. Tijdens 14
een pilottraining in 2011 hadden alle deelnemers (n=15) aangegeven een meerdaagse vervolgtraining in 2012 te willen volgen. Toch schreef slechts een persoon zich in. Tijdens een belronde werden gebrek aan tijd en prioriteit voor het specifieke thema genoemd als reden. Op het congres Etnische Minderheden is wel een workshop uitgevoerd over de handleiding. Partnerwaarschuwing Partnerwaarschuwing (PW) vormt een belangrijk onderdeel van de soa/hiv-bestrijding, maar inzicht in de effectiviteit van PW bij soa/hiv in Nederland ontbrak. In 2010 is een 'Werkgroep Partnerwaarschuwing' opgericht met deskundigen van vijf soa-centra, het RIVM-CIb en Soa Aids Nederland. Voor de Werkgroep Partnerwaarschuwing van het RIVM heeft het programma in 2012 vijf groepen GGD-verpleegkundigen getraind; ook werd andere input geleverd aan het project en publicaties. Verder werd een bijdrage geleverd aan ‘Suggest A Test’ in de vorm van advisering en het begeleiden van twee focusgroepen. Over partnerwaarschwuwing werd een workshop georganiseerd op het Nationaal Congres Soa*Hiv*Seks. De vierdaagse module ‘Reach Out!’, doelgroepgerichte interventies aan de hand van Intervention Mapping, is vernieuwd en 'in company' uitgevoerd in een van de GGD-regio’s. De hiv-behandelcentra besteden steeds meer aandacht aan hepatiden en hiv. De vierdaagse cursus Hiv en Hepatitiden, die het programma aanbiedt in samenwerking met L&W Masterclasses, werd goed bezocht (n=20) en geëvalueerd (8,2). Adviezen In 2012 zijn honderd adviezen verstrekt. De meeste vragen kwamen van GGD-artsen, maar ook microbiologen, journalisten en het ministerie van VWS weten ons programma te vinden. Meestal werden vragen telefonisch of per e-mail beantwoord. Naast deze ad hoc-activiteiten adviseert het Programma Intermediairs ook binnen diverse adviescommissies van onderzoeksprojecten (zie Bijlage: Overzicht trainingen programma Intermediairs 2012). Actiever testen op soa en hiv Ook in 2012 is weer gewerkt aan meer aandacht voor actief testen. Het onderwerp is de nascholingen voor huisartsen en in de NHG-standaard SOA 2013 opgenomen. De beslisboom is in de NHG-richtlijn opgenomen. Ook is de opfrismodule in onderwijs aan pre-coschap masterstudenten geneeskunde gebruikt (n=300). Het Programma is secretaris van de Commissie Actief Testen en Counselen (CATC) en heeft met de Inspectie overleg gehad over zelftesten en de implementatie van een actief testbeleid. De voortgang van het project thuistesten GGD Amsterdam wordt gemonitord, er is regelmatig contact met de projectleiders. In mei 2012 zijn de wachtkamerfilms verspreid naar alle spreekuurlocaties voor seksuele gezondheid. Om de toegankelijkheid te vergroten zijn de films te downloaden via www.sense.info, de mobiele Sense site, Sense PR en communicatiegroep op GGD-Kennisnet. Wegens tijdgebrek vond geen systematische evaluatie plaats, wel een mondelinge. De films blijken niet overal te worden getoond in de wachtkamers. Redenen die worden genoemd zijn soms van technische aard, soms vanwege overkoepelend GGD-beleid of het delen van de wachtruimte met niet-soa-cliënten. De films worden wel gebruikt voor voorlichting op scholen. Vanuit het programma is in 2012 media-aandacht gegenereerd. Het ging hierbij vooral om interviews over thuistesten. Ook is er op Europees niveau aandacht voor het Nederlandse actieve testbeleid. 15
Informatievoorziening In 2012 zijn tien artikelen gepubliceerd, zes meer dan gepland. Een totaal overzicht van de verschenen publicaties is te vinden in de bijlage. Naast het digitale nascholingsaanbod zijn twaalf (inter)nationale presentaties verzorgd. Het Seksoa Magazine is in 2012 vier keer verschenen, het Programma verzorgde een aantal publicaties in dit tijdschrift. Er is een start gemaakt met het ontwikkelen van een Magazine App voor tablets en smartphones, zodat het magazine vanaf 2013 in digitale vorm en nieuw concept verder kan. Het themanummer over condoomcomfort is uitgesteld omdat dat zich bij uitstek leent voor een digitaal nummer (filmpjes en dergelijke). www.soaaidsprofessionals.nl werd actueel gehouden. Het Programma Intermediairs werkt mee aan de herziening van de site. In 2012 is een enquête onder bezoekers uitgezet. Het aantal bezoeken nam met 10 procent toe tot 69.520 (2011: 63.148) Unieke bezoekers: 55.450 (2011: 50.962) Gemiddelde bezoekduur: 1:35 min. De informatie over zelftests (rapport 2011) is op internet gezet (77 bezoekers). Het persbericht leverde veel media-aandacht op, interviews in kranten en op de radio, en een item in RTL editie NL. Spoedig na het verschijnen kwamen nieuwe soatestaanbieders op de markt. Daarom is besloten het rapport te actualiseren met extra aandacht voor lab-zelftests. Dit rapport zal begin 2013 verschijnen.
Leerstoel Hiv en Soa Op 12 oktober hield Jan van Bergen, bijzonder hoogleraar Hiv en Soa in de eerste lijn aan de Faculteit der Geneeskunde van de Universiteit van Amsterdam, zijn oratie SEKS Matters, tussen infectieziektebestrijding en seksuele gezondheidszorg. Van Bergen is tevens arts binnen het Programma Intermediairs. De leerstoel is ingesteld door de Stichting Aids Fonds - Soa Aids Nederland om kwaliteit van onderzoek en onderwijs binnen de huisartsgeneeskunde beter te borgen. In 2012 werd onderwijs gegeven aan de basisopleiding geneeskunde (n=300), aan huisartsen in opleiding (n=30), en is een (verplichte), anderhalf uur durende e-module ontwikkeld voor studenten geneeskunde in het pre-coschap van de UVA (n=300). Er zijn twee wetenschappelijke stageplaatsen voor huisartsen in opleiding ingevuld, een onderzoeksstagiaire van de basisopleiding begeleid, en financiering voor een promotieonderzoek rondom actiever testen op hiv in hoogrisicogebieden geacquireerd. Onderzoek Het programma is ook dit jaar weer betrokken geweest bij het initiëren en/of begeleiden van verschillende onderzoeken op het terrein van de soa-bestrijding. Bij de ECDC is het projectvoorstel Chlamydia Screening in Europe (samen met het RIVM en buitenlandse partners) ingediend en geaccepteerd. Dit is een onderzoek naar de stand van zaken en (kosten-)effectiviteit van chlamydiabestrijding in Europa. In het kader van de detachering wordt met het RIVM in meerdere onderzoeksprojecten samengewerkt, zoals serologisch onderzoek (HSV, CT), en onderzoek naar huisartsgeneeskundig handelen bij soa (CMR en LINH). Diverse artikelen hierover zijn ingediend. Een projectvoorstel voor nieuwe richtlijnen in verband met de dreiging van multiresistente gonorroe werd afgewezen.
16
Verder was het Programma adviseur bij diverse nieuwe onderzoeksvoorstellen, zoals Suggest a Test (Rotterdam), Netzone (Limburg), hiv@HOME-test onderzoek (GGD Amsterdam) en Hivshedding bij anale soa (afgewezen). Bevorderen samenhang en afstemming Het Landelijke Overleg sociaal-verpleegkundigen Seksuele gezondheidszorg (LOVS voorheen LAV) kwam drie keer bijeen, het Programma Intermediairs voert het secretariaat. Ook is een bijdrage geleverd aan de bijeenkomsten (n=4) Werkgroep Artsen Soa Sense Centra (WASS). Tijdens bijdragen aan diverse commissies en adviesraden wordt landelijke samenhang en afstemming bevorderd. Enkele voorbeelden zijn de Begeleidingscommissie e-help bij Sense van het RIVM, de Stuurgroep managers GGD ASH, de Advies commissie hivtest@home en regulier overleg met de diverse beroepsverenigingen en andere landelijke instellingen zoals GGD Nederland en de RNG. Meer preventie in de spreekkamer Begin 2012 won het project 'Love coaches/Better Safe Than Sorry' de Innovatieprijs GAZO. In huisartsenpraktijken in Amsterdam worden spreekuren aangeboden waar jongeren met al hun vragen over seks(uele gezondheid) terecht kunnen. Binnen dit project voert het Programma onder andere intervisiebijeenkomsten voor praktijkondersteuners en doktersassistenten uit. Het algemene publiek en professionals zijn middels 20 interviews (radio, televisie en geschreven media) geïnformeerd over diverse actuele zaken (zie bijlage). Analyse van de resultaten Het instellen van de leerstoel Soa en Hiv in de eerste lijn sorteert nieuwe resultaten en opent deuren op het terrein van onderwijs en onderzoek. Synergie tussen de Universiteit van Amsterdam en Soa Aids Nederland zorgt voor een betere inbedding van onze instrumenten en meer onderzoek. Professionals in het veld geven aan dat vanwege bezuinigingen en toename van werkdruk leren binnen werktijd niet meer vanzelfsprekend is, ook reistijden zijn een drempel voor deelname aan studiedagen. De Digitale Leerweek was een groot succes. Het aantal deelnemers groeide, ook professionals buiten de primaire doelgroepen participeerden. 'Blended learning', de combinatie van digitaal en 'face to face'-onderwijs, lijkt aan te slaan. Beroepsorganisaties zijn geïnteresseerd, zij waarderen de samenwerking en accrediteren deze vorm van leren. Welke gezondheidswinst levert counseling volgens Motiverende Gespreksvoering (MI) de cliënt op? Die vraag blijft moeilijk te beantwoorden. Dit jaar is binnen het Partnerwaarschuwingsproject onderzoek gedaan naar het effect van MI-training bij de professionals. De eerste analyses laten positieve veranderingen zien bij de getrainde groepen. De definitieve resultaten zullen met internationale onderzoeken worden vergeleken. Toekomst Het programma zal rekening moeten houden met bezuinigingen binnen alle settings van de soa/hiv-bestrijding. Digitale leermodules over soa-hiv en seksualiteit zullen zoveel mogelijk worden ingezet, en nieuwe verdiepende digitale modules worden ontwikkeld. De site voor professionals wordt geactualiseerd. Onderzoeksresultaten, onder meer op het terrein van partnerwaarschuwing, geven nieuwe inzichten voor de toepassing van e-learning. De 17
samenwerking met de UvA via de bijzondere leerstoel soa en hiv binnen de eerste lijn zal zoveel mogelijk worden uitgebreid. Afzonderlijk gefinancierde projecten Chlamydia Screening Implementatie Project (CSI) De looptijd en financieringsperiode van het CSI project (met als doel inzicht te verkrijgen in de haalbaarheid, effectiviteit, impact en kosteneffectiviteit van systematische selectieve chlamydiascreening onder jongeren in Nederland) liep tot 31 december 2011. Om het behoud van de opgebouwde deskundigheid van de CSI-projectgroep te waarborgen hebben in 2012 de projectleiders van de betrokken organisaties zich verenigd in een wetenschappelijke commissie CSI Biobank. Het Programma Intermediairs is voorzitter van deze commissie, die onder andere verantwoordelijk is voor het beoordelen van aanvragen van onderzoekers die gebruik wensen te maken van CSI-data of CSI-monsters. In 2012 is de coördinatie rondom twee aanvraagbeoordelingen verzorgd. In 2012 is de eindrapportage aan ZonMw (financier) verschenen en goedgekeurd. Daarnaast zijn er drie wetenschappelijke artikelen gepubliceerd en een poster en een mondelinge presentatie gehouden. Ook is er een interview met Jan van Bergen in de Volkskrant verschenen over de CSI.
18
3.
Programma Publiekscommunicatie
Context Het jaar 2012 was voor het Programma Publiekscommunicatie een overgangsjaar op weg naar opsplitsing. Het huidige Programma Publiekscommunicatie vervalt per 2013. Voor de infolijn (telefoon, chat en e-mail) is voor de periode na 2012 nieuwe financiering gezocht binnen het te ontwikkelen E-Health Programma Seksuele Gezondheid van het RIVM-Cib. Het ontwerpproces was in 2012 echter nog niet zo ver gevorderd dat hierover afspraken konden worden gemaakt. De dienstverlening van de infolijn wordt daarom in 2013 met verminderde capaciteit - na het gedwongen vertrek van twee medewerkers - (voorlopig) voortgezet. De online communicatie van Soa Aids Nederland is op basis van de in 2011 ontwikkelde online strategie in 2012 herzien. De aanbesteding voor de ontwikkeling en bouw van de nieuwe website soaaids.nl is afgerond. De oplevering van de nieuwe websites (voor publiek en professionals) wordt verwacht na de zomervakantie 2013. Van distributiecentrum Euro Mail is afscheid genomen. Schriftelijke materialen worden vanaf 2013 verspreid door Hexspoor, het distributiecentrum dat ook de Hiv Vereniging en Rutgers WPF ondersteunt. Hierdoor is het in 2013 mogelijk om te onderzoeken of een gezamenlijke webshop met materialen over seksuele gezondheid te realiseren is. In het proces van het herontwerp van de organisatie is besloten de onderdelen van het Programma Publiekscommunicatie vanaf 2013 onder te brengen in het Programma Jongeren (infolijn, seksuele gezondheidscampagnes), het Programma Communicatieadvies (webbureau, online projectleider, redactie en productiebegeleiding) en DPP (documentatiecentrum). Niet onvermeld mag blijven dat de laatste Vrij Veilig Campagne (2011) in 2012 is beloond met onder andere een Zilveren Effie Award, de belangrijkste communicatieprijs voor effectieve campagnes in Nederland.
19
Doelstellingen 2012 Activiteit
Doelstelling 2012
Resultaat en toelichting 2012
Informatie over soa’s, veilig vrijen en testen aanbieden
1.000.000 bezoeken op soaaids.nl.
1.305.000 bezoeken op soaaids.nl (+ 15% t.o.v. 2011).
Herzien digitaal aanbod Soa Aids Nederland op basis van nieuwe online strategie.
Nieuw overlegstructuur geïmplementeerd, aanbestedingsprocedure nieuwe website afgerond.
Ontwikkelen en realiseren mobiele versie soaaids.nl.
Uitgesteld i.v.m. ontwikkeling nieuwe website.
Bereik 1.500.000.
In totaal 5 social media campagnes gevoerd. Bereik Lovegames (1.050.000), Tortelduifjes (1.650.000), KerstMantotMan (1.350.000)
100.000 jongeren maken gebruik van een nieuwe online interventie gericht op het bevorderen van seksuele gezondheid.
Er zijn twee online interventies ontwikkeld: No-or-Go (75.000 keer gespeeld) en Play-it-Safe (10.000 keer gespeeld).
Ontwikkelen social media strategie en webcare.
Afstemming en content creatie via nieuw hub en spokes overleg.
Transformeren van bestaande online aanbod naar vormen van infotainment.
Zie realisatie No-or-Go, Play-it-Safe, Tortelduifjesquiz.
200.000 materialen verspreid via het distributiecentrum.
325.000 materialen zijn verspreid. Vanaf medio 2012 vallen ook voorheen Schorer materialen onder het assortiment.
90% van de GGD hebben materialen besteld.
92% van de GGD’s hebben materialen besteld.
20.700 contacten via telefoon, email en chat.
In totaal 18.625 contacten gerealiseerd, vergelijkbaar met 2011. Verschuiving van telefoon naar chatdienstverlening (meer tijdsintensief).
2.700 contacten via chatrooms.
2.000 contacten via de chatrooms.
Social Media Campagnes
Schriftelijke materialen
Publiekscommunicatie op Maat
Activiteiten en resultaten 2012 Digitaal In 2012 zijn op publiekssite soaaids.nl 1.305.000 bezoeken gemeten (ruim 965.000 unieke bezoekers). Ten opzichte van 2011 is dat een stijging van meer dan 15 procent. De site soatest.nl, gericht op het bevorderen van testgedrag, telde in 2012 ruim 233.000 bezoeken. Dat is een toename van meer dan 20 procent in vergelijking met een jaar eerder. De nieuwe mobiele website van soatest.nl (november 2011 online gegaan) is in 2012 150.000 keer bezocht door 111.000 unieke bezoekers. Op grond van deze cijfers kan worden geconcludeerd 20
dat de mobiele applicatie in een behoefte voorziet en het bereik van de content van soatest.nl aanzienlijk vergroot. Vanaf het tweede kwartaal 2012 is op basis van de in 2011 ontwikkelde online communicatiestrategie een nieuwe overlegstructuur geïmplementeerd: het zogenaamde hub en spokes model. In de hub zijn de online specialisten verzameld: webmasters, online redacteur en social media adviseur. De hub staat onder leiding van een projectleider online, een nieuwe functie voor Soa Aids Nederland. De hub ondersteunt en coördineert alle online communicatie van Soa Aids Nederland. In de spokes hebben vertegenwoordigers van de verschillende programma’s zitting. Zij zijn verantwoordelijk voor de online communicatie met specifieke doelgroepen (intermediairs, sekswerkers, MSM, etnische minderheden). In het structurele hub en spokes-overleg worden de communicatie met de verschillende doelgroepen en andere relevante activiteiten op elkaar afgestemd. In 2012 heeft de hub een belangrijke bijdrage geleverd aan de Digitale Leerweek. In 2012 is een aanbestedingstraject uitgevoerd voor de ontwikkeling en bouw van de nieuwe webomgeving voor Soa Aids Nederland waarbinnen alle online communicatie met publieksdoelgroepen en professionals wordt geïntegreerd in twee hoofddomeinen: publiekssite en professionalssite. In afwachting van de nieuwe webomgeving is de voorgenomen bouw van de mobiele versie van soaaids.nl uitgesteld. Social media campagnes In 2012 heeft het Programma Publiekscommunicatie twee nieuwe online serious games (Noor-Go en Play it Safe) ontwikkeld. No-or-Go bevordert de seksuele weerbaarheid van jongeren door hen een aantal risicosituaties voor te leggen en te vragen hoe zij in die situatie zouden reageren. Play it Safe confronteert jongeren met de belangrijkste misvattingen over condoomgebruik en geeft hen feedback op riskante keuzes. Beide games zijn sterk visueel ontworpen en bieden ruimte aan infotainment. In totaal heeft het Programma Publiekscommunicatie vier social media campagnes uitgevoerd, waarvan twee om het gebruik van de nieuwe games te stimuleren: 1. Tortelduifjes Quiz (agenderen veilig vrijen, in samenwerking met Durex); 2. Promotie No-or-Go (bevordering seksuele weerbaarheid van jongeren in het kader van de Campagne Maak Seks Lekker Duidelijk, in samenwerking met Rutgers WPF); 3. LoveGames (promotie van alle serieus games op sense.info, waaronder de nieuwe game Play It Safe, in samenwerking met Rutgers WPF en gefinancierd vanuit de Jeugdimpuls van het Centrum Gezond Leven); 4. Kerstmantotman (promotie van de Sekswijzer op MantotMan onder jonge MSM, in samenwerking met het programma MSM van Soa Aids Nederland; zie ook hoofdstuk 4 Jongeren). 1. Tortelduifjes Quiz De Tortelduifjes Quiz bestaat uit drie YouTube afleveringen waarin jongeren het opnemen tegen ouderen in een kennisquizshow over (veilig) vrijen. De quiz werd geïntroduceerd op vier online platforms specifiek voor meisjes (Girzscene), jongens (Skoften.net), homoseksuele jongeren (Expreszo) en Surinaamse en Antilliaanse jongeren (Puna.nl). Naar iedere aflevering hebben ongeveer 15.000 personen gekeken. Dit resultaat valt tegen. De belangrijkste verklaring hiervoor is dat de quiz weliswaar is aangeboden op populaire online communities van en door jongeren, maar niet in samenwerking met hen is geproduceerd. De betrokkenheid 21
van de jongeren is daardoor beperkt gebleven en de onderlinge promotie via social media niet erg sterk op gang gekomen. Het bereik van de Tortelduifjes Quiz is in december 2012 nog onverwacht gecompenseerd: de commerciële omroep Veronica heeft de drie afleveringen rond middernacht op televisie uitgezonden. In de landelijke pers is aandacht geweest voor de Tortelduifjescampagne. 2. Promotie No-or-Go Via onder andere polls en advertorials op scholieren.com, expreszo, Vloggers (YouTube) en een speciaal ontwikkelde Facebook-applicatie, is een socialmediacampagne uitgevoerd om jongeren naar No-or-Go te leiden. No-or-Go wordt aangeboden op sense.info en zorgt dus indirect ook voor bezoeken aan deze site. Sinds de introductie op 19 november 2012 is de game bijna 75.000 keer gespeeld door ongeveer 65.000 unieke bezoekers. De online campagne is ondersteund door de promotie actie ‘Kluisgeheim’ in samenwerking met een aantal GGD’s. In totaal hebben 18 GGD’s flyers in de lockers van leerlingen op middelbare scholen gestopt met de uitnodiging om No-or-Go te spelen. In dagblad Metro is aandacht aan de actie Kluisgeheim besteed. 3. LoveGames In de tweede helft van december 2012 is de social media campagne LoveGames uitgevoerd. Op een speciale webpagina van sense.info zijn verschillendde serious games op het gebied van seksuele gezondheid voor jongeren verzameld (o.a. Can You Fix It, Anticonceptie voor Jou, Noor-Go, Play-It-Safe, DurfHetTeDoen). Jongeren op verschillende communities zijn gevraagd om een LoveGame te spelen, hun mening erover te delen en aan te geven over welk aspect van seksuele gezondheid zij vinden dat er nog een game moet worden gemaakt. Om de online dialoog met jongeren te starten is een YouTube debat gemaakt tussen jongens en meisjes over 'seks en communicatie’. Inmiddels is deze discussie bijna 40.000 keer gedownload. De nieuwe online module Play It Safe is bijna 10.000 keer gespeeld. (De uitkomsten van de discussies en het totale bereik van de campagne zijn eind januari 2013 beschikbaar). Play It Safe is niet afzonderlijk gepromoot maar in combinatie met andere games en dat resulteert in minder traffic. 4. Kerstmantotman Zie voor de resultaten onder Programma Jongeren. Schriftelijke en andere materialen Er zijn ruim 325.000 materialen via het distributiecentrum Euro Mail verspreid in 2012, waarvan ongeveer 190.000 condooms. Ten opzichte van 2011 is er een lichte stijging zichtbaar van gedistribueerde materialen van ongeveer 5 procent. Hierbij moet worden opgemerkt dat vanaf halverwege 2012 ook een deel van de materialen van Schorer door Soa Aids Nederland wordt verspreid. In 2012 hebben 26 verschillende GGD’s materialen van Soa Aids Nederland besteld besteld (92% van de GGD’s). In 2012 is de overgang van distributiecentrum Euro Mail naar distributiecentrum Hexspoor gerealiseerd, waarmee naar verwachting jaarlijks 15 – 20 procent zal worden bespaard. De Hiv Vereniging is mee verhuisd. Een belangrijk bijkomend voordeel is dat ook Rutgers WPF klant is bij Hexspoor. In 2013 wordt onderzocht of het inrichten van een gemeenschappelijke webshop mogelijk is om de dienstverlening aan gemeenschappelijke klanten (zoals GGD’s) te optimaliseren.
22
Publiekscommunicatie op Maat Het aantal directe klantcontacten door PCoM bedroeg in 2012 in totaal 18.625. Dit is vergelijkbaar met het bereik in 2011 (18.507) maar onder de doelstelling voor 2012 (20.000). Ten opzichte van 2011 is de telefonische dienstverlening teruggelopen, de e-mailservice ongeveer gelijk gebleven en de chatdienstverlening gegroeid. Chatdienstverlening is arbeidsintensiever (gemiddeld 15 minuten per chatgesprek) dan telefonische dienstverlening (gemiddeld 5 minuten per gesprek). Vanwege de bezuinigingen (onder ander op de leefstijlcampagnes) is in het afgelopen jaar getracht alternatieve financiering voor de dienstverlening van de Infolijn te vinden. Naar verwachting biedt het te realiseren E-Health Programma Seksuele Gezondheid hiervoor een mogelijkheid, wanneer daarbinnen ruimte bestaat voor landelijke e-mail, chat en telefonische dienstverlening. Het ontwerp van het programma was in 2012 nog niet zo ver gevorderd dat afspraken gemaakt konden worden. In overleg met het RIVM/Cib is daarom besloten om de dienstverlening van de Infolijn in 2013 voort te zetten, met een nadrukkelijke focus op jongeren. Vanwege het beperkte budget in 2013 is de capaciteit van de Infolijn in 2013 teruggebracht. Deze bezuiniging geeft geleid tot het gedwongen vertrek van twee medewerkers. In samenwerking met GGD Rotterdam is een pilotproject (in het kader van het E-Health Programma) georganiseerd om de landelijk en regionale samenwerking rond eenmalige chatcontacten te onderzoeken. De pilot gaat in 2013 van start en wordt in het najaar afgerond. Documentatiecentrum Het documentatiecentrum heeft in 2012 ruim 5.000 artikelen, persberichten en andere bronnen proactief onder de medewerkers van de organisatie verspreid. Er zijn 400 specifieke vragen beantwoord, waarvan ongeveer 40 procent van medewerkers. Communicatieadvies Het Programma Publiekscommunicatie heeft in 2012 verschillende projecten van het Centrum Gezond Leven (CGL) ondersteund. Voor het CGL is een nieuwe online strategie ontwikkeld om doelgroepen van professionals beter te kunnen bedienen en de samenwerking met de themainstituten te verbeteren (250 uur). Verder heeft het Programma Publiekscommunicatie de Jeugdimpuls (CGL) en de Stichting Opvoeden.nl ondersteund en neemt het deel aan de Werkplaats Publiekscommunicatie, waarin de thema-instituten samenwerken op het gebied van publiekscommunicatie. Analyse Sociale media zijn in 2012 met wisselend succes ingezet om jongeren te bereiken met content over seksuele gezondheid. Een belangrijke voorwaarde voor succes is actieve samenwerking met online communities. Dat betekent dat zij bij voorkeur een actieve inbreng hebben en niet een kant-en-klaar (communicatie-)product moeten afnemen. Zo'n samenwerking vraagt tijd en ruimte voor de specifieke inbreng vanuit een community. Daarnaast is het minder effectief om een dialoog over een algemeen thema aan te gaan. Hoe specifieker en concreter het onderwerp, des te meer respons kan een socialmediacampagne verwachten. Toekomst Met het opdelen van het Programma Publiekscommunicatie en het onderbrengen van de op gedragsbeïnvloeding gerichte onderdelen in het Programma Jongeren worden de activiteiten van Soa Aids Nederland (en Rutgers WPF) voor deze doelgroep (lespakketten, 23
socialmediacampagnes, chatdienstverlening, ondersteuning GGD’s) beter afgestemd en versterkt. Sense en het te ontwikkelen E-Health Programma Seksuele Gezondheid zijn voor de toekomst van de Infolijn van groot belang. Het is noodzakelijk dat op korte termijn duidelijkheid ontstaat over de behoefte aan de landelijke dienstverlening van de infolijn. In 2012 is een belangrijke basis gelegd voor de vernieuwing van de online communicatie van Soa Aids Nederland. Door het implementeren van het hub en spokes overlegmodel wordt online deskundigheid beter tussen programma’s gedeeld en activiteiten in een vroeger stadium op elkaar afgestemd. De nieuwe webomgeving van Soa Aids Nederland wordt naar verwachting na de zomervakantie 2013 opgeleverd en zal een belangrijke kwaliteitsimpuls opleveren bij het bereiken van zowel het algemeen publiek als specifieke doelgroepen. Een belangrijk aandachtspunt in de komende periode is de samenwerking met andere themainstituten bij de marketing van producten en het verbeteren van de dienstverlening aan doelgroepen. Voor gemeenschappelijke distributie van materialen en het inrichten van een gemeenschappelijke webshop doen zich in 2013 concrete mogelijkheden voor. Afzonderlijk gefinancierd project: Campagne Seksuele Weerbaarheid (Budget Soa Aids Nederland 2012: € 125.000, Rutgers WPF: € 145.000) Doelstelling De campagne seksuele weerbaarheid (Maak Seks Lekker Duidelijk, MSLD) bevordert de seksuele weerbaarheid van jongeren. De ministeries van VWS en OCW hebben besloten de succesvolle elementen van de oorspronkelijke leefstijlcampagne MSLD tot en met 2014 voor te zetten. Doelen in 2012: Actualiseren en optimaliseren Can You Fix It. Ontwikkelen en promoten eenvoudige online weerbaarheidstool. Bezoek aan sense.info bevorderen. Opvoedondersteuning aan ouders via onder meer uwkindenseks.nl. Seksuele Weerbaarheid samen met GGD’s onder de aandacht brengen . Activiteiten en resultaten In 2012 zijn twee nieuwe video’s aan Can You Fix It toegevoegd. In verband met de samenwerking rond LHBT-doelgroepen, is speciale aandacht besteed aan seksuele diversiteit. Can You Fix It is gedurende de promotiecampagne door 8.000 nieuwe spelers gespeeld. Het aantal spelers sinds de introductie komt daarmee boven de 200.000. De nieuwe seksuele weerbaarheidsgame bepaalt op basis van de wijze waarop spelers reageren in risicosituaties, een weerbaarheidsprofiel (bijvoorbeeld dromer, afwachter, romanticus). Aan elk profiel is een advies gekoppeld en een relevante video van Can You Fix It. No-or-Go is mede door een bijdrage van het LHBT-programma extra gepromoot onder de doelgroepen. Van de ruim 70.000 spelers, blijkt 70 procent vrouw. Ruim 16 procent heeft een homoseksuele identiteit. Tijdens de promotiecampagne is het bezoek aan sense.info met 48 procent gestegen (buiten de campagneperiode bezoeken ongeveer 50.000 jongeren sense.info per maand). Bij de promotie is samengewerkt met populaire videologgers (vloggers). De beoogde landelijke wedstrijd tussen GGD-regio’s met de weerbaarheidsgame is niet doorgegaan (te tijdsintensief) 24
en vervangen door de laagdrempelige actie Kluisgeheim. Hieraan hebben 18 GGD’s deelgenomen. De opvoedondersteuning aan ouders is uitgesteld tot 2013. Analyse De nieuwe weerbaarheidsgame is in staat gebleken om een grote groep jongeren met het thema seksuele weerbaarheid aan de slag te laten gaan. Wegens het gebrek aan budget is geen effectonderzoek uitgevoerd. Samenwerking met de doelgroep bij de online promotie blijkt succesvoller wanneer niet zo maar een opdracht wordt verstrekt, maar van te voren wordt besproken welke persoonlijke betrokkenheid of motivatie de jongeren hebben voor participatie. Keuze voor betrokken jongeren leidt tot kwalitatief betere respons onder hun leeftijdsgenoten. Financiering Tot en met 2014 hebben de ministeries van VWS en OCW € 825.000 beschikbaar gesteld. In 2012 was een bedrag van € 270.000 beschikbaar.
25
4.
Programma Jongeren
Context Het in 2012 afgeronde Participatieve Actie Onderzoek Seks onder je 25 e laat nauwelijks verschuivingen zien in het seksuele gedrag van jongeren ten opzichte van 2005. De meeste jongeren beschermen zich bij de eerste keer dat ze seks hebben tegen soa’s en zwangerschap. Binnen relaties stoppen jongeren echter snel met het gebruiken van condooms. Seksuele grensoverschrijding blijft hoog, de homo-acceptatie gering. De eerste geslachtsgemeenschap komt voor veel jongeren onverwacht. Aandachtsgroepen zijn: jonge starters4, laagopgeleiden en christelijke en islamitische jongeren voor wie het geloof erg belangrijk is. Het Programma Jongeren werkt met Rutgers WPF samen in een geïntegreerd programma soa’s, hiv en seksuele gezondheid. Andere partners zijn GGD’s, universiteiten en andere onderzoeksinstellingen. Het RIVM/CIb heeft het onderdeel bevorderen seksuele gezondheid, inclusief weerbaarheid van LHBT-jongeren, dat voorheen door het in 2012 failliet gegane Schorer werd uitgevoerd, neergelegd bij dit programma. Dit bracht nieuwe taken met zich mee. Doelstellingen 2012 Verbeteren van de informatievoorziening over seksualiteit en seksuele gezondheid via sense.info. Implementatie websites Liefde, Seks en Islam/maroc.nl en LoveNseks/Kitatin.com. Bevorderen van voorlichting over seksuele gezondheid van lager opgeleide jongeren via het jongerenwerk. Bevorderen implementatie van de lesprogramma’s Lang Leve de Liefde voor praktijkonderwijs, vmbo, havo en vwo. Implementatie van onderzoeksresultaten Seks onder je 25e II. Bevorderen samenhang in werkplan Soa Aids Nederland en Rutgers WPF.
Activiteiten en resultaten Voorlichting via internet: sense.info De site trok in 2012 576.000 bezoeken en de nieuwe mobiele versie nog eens 119.000. Voor jongeren met een smartphone (ruim 50 procent van alle jongeren) is de mobiele versie van sense.info gemaakt. Die heeft een ‘locator’, die je de dichtstbijzijnde condoomwinkel of automaat toont, of waar je een morning-afterpil kunt kopen, een soa-test kunt laten doen of een Sense-spreekuur kunt bezoeken. Acht Sense-regio’s hebben in de zomerperiode reclame gemaakt voor de mobiele versie. In veel (regionale) media werd aandacht besteed aan de mobiele versie. Het populaire forum van Sekswoordenboek.nl zocht contact met sense.info voor samenwerking. Die wordt in 2013 geconcretiseerd. Sense.info blijft een belangrijke informatiebron voor jongeren op het gebied van seksuele gezondheid. De gemiddelde bezoektijd is relatief hoog. Jongeren klikken door en bezoeken gemiddeld 4,5 à 5 pagina’s. Populaire onderdelen zijn ‘Ontdek je lichaam’ en ‘Vrijen’. Na een gebruikersonderzoek in 2011 werd de zoekfunctie verbeterd, de homepage overzichtelijker gemaakt en de Vraag van de week toegevoegd. Verder is de site uitgebreid met informatie over anticonceptie en
4
Jonge starters zijn jongeren die voor hun veertiende ervaring met geslachtsgemeenschap hebben.
26
ongewenste zwangerschap, wensen en grenzen, negatieve ervaringen en seks en middelengebruik. De redactie schreef drie artikelen voor de digitale Nieuwsbrief seksuele gezondheid, die door het RIVM wordt verspreid en Sense-coördinatoren informeert over bezoekersaantallen in hun regio en de veranderingen op de site. De campagnes 'Maak seks lekker duidelijk' en 'Maak seks lekker veilig' verwezen naar sense.info en omgekeerd. Tijdens de campagneperiode nam het aantal bezoekers aan sense.info enorm toe. In samenwerking met het RIVM-CIb werd een werkconferentie Communicatie en PR Sense georganiseerd voor de communicatiemedewerkers uit de Senseregio’s. De aanwezigen waren positief en spraken zich uit voor een vervolgbijeenkomst. Hiernaast werd een Sense Doe Dag georganiseerd (met 60 aanwezigen) waarin actuele ontwikkelingen rond Sense, regionale Sense-projecten en Sense in relatie tot onderwijs en kwetsbare groepen centraal stonden. Gezamenlijk jongerenprogramma met Rutgers WPF Het gezamenlijk werkplan is in grote lijnen gerealiseerd. Er is opnieuw samengewerkt op de domeinen: onderwijs, jongerenwerk, sense, seks onder je 25e en allochtone jongeren. Een gezamenlijke subsidieaanvraag voor de implementatie van Lang Leve de Liefde is toegekend. Verder werd kennis uitgewisseld, onder andere over het gebruik van social media en voorlichting aan allochtone jongeren. Soa Aids Nederland en Rutgers WPF zijn tevreden over de tweejarige samenwerking van het gezamenlijk Jongerenprogramma, met name over het gerealiseerde gezamenlijke aanbod. Het initiatief wordt ook door stakeholders positief gewaardeerd. In 2013 wordt een nieuwe meerjarenstrategie uitgewerkt. Voorlichting aan lageropgeleide jongeren in het jeugdwelzijnswerk Lager opgeleide jongeren werden via het jongerenwerk benaderd met het pakket Veilig Vrijen & Seks. Geen van de geplande zes trainingen voor jongerenwerkers is gerealiseerd vanwege langdurige ziekte van een medewerker. Wel werd op verzoek van reeds getrainde jongerenwerkers (8) met de GGD Rotterdam voor het eerst een terugkomdag georganiseerd, die gemiddeld met een 8 werd gewaardeerd. Uit kwalitatief (interviews) en online onderzoek van een stagiaire van de Universiteit Maastricht onder respectievelijk 10 en 68 respondenten blijkt dat men het pakket positief beoordeelt en men graag informatie wil blijven ontvangen over nieuwe ontwikkelingen en materialen. Teamleiders en managers moeten actiever over het programma geïnformeerd worden en jongerenwerkers hechten veel waarde aan het contact met de GGD. Uit het pakket Veilig Vrijen & Seks zijn 20.600 kraskaarten, 1.658 boekjes SEKS&ZO, en 19 dvd’s en handleidingen verspreid. Omdat veel materialen gekoppeld zijn aan de trainingen, die in 2012 niet zijn doorgegaan, liggen de aantallen lager dan in andere jaren. Voorlichting aan jongeren van Marokkaanse en Antilliaanse afkomst De subsite Liefde, seks en islam op de community website Maroc.nl werd in 2012 voltooid. De site bevat filmpjes, informatie en persoonlijke verhalen van jongeren over zaken als partnerkeuze, maagdelijkheid, geheime relaties, praten met ouders over relaties en seksualiteit, grenzen en wensen, homoseksualiteit, veilig vrijen en dubbele moraal. Wie wil weten wat de islam zegt over relaties en seksualiteit kan bij de islamen liefde coach Badr Youyou terecht.
27
De 21 jongeren van Marokkaanse afkomst die de site pretestten waarderen hem positief (rapportcijfer 7.1), met name de video’s en persoonlijke verhalen en de mogelijkheid om vragen te stellen over seksualiteit en islam. Ze wilden wel een kleurrijker design en een betere koppeling met religie, met onder andere bronvermeldingen uit de heilige geschriften. Op basis van de pre-test is de website geoptimaliseerd. Op 19 december werd in samenwerking met de Young LeadersZ (rolmodellen van vooral Marokkaanse afkomst) in Pop- en Cultuurcentrum de Peppel in Zeist het officiële startsein voor de website gegeven. De 70 aanwezige jongeren van Marokkaanse afkomst luisterden naar optredens van de populaire Marokkaanse rappers Dubbelo7 en Noual Krulloh en DJ Rachida. De presentatie was in handen van Aziza ElMessaoudi. Diverse media besteedden aandacht aan de nieuwe site (onder andere Radio 1). Tot 31 december trok de site zo’n drieduizend bezoeken. Het persbericht werd online goed opgepikt. Helaas ontstond die avond een opstootje tussen een Marokkaanse jongen en de cameraploeg van website DeJaap.nl. Dit liet zien dat goed moet worden bedacht welke media uitgenodigd worden. De aanwezige media hadden namelijk nauwelijks of geen bereik onder Marokkaanse jongeren. Jongeren van Antilliaanse afkomst konden terecht bij de subsite LoveNseks op de communitywebsite kitatin.com. De subsite trok in 2012 zo'n 10.000 bezoeken. Werkgroep LOT-i Het Programma Jongeren participeerde in de Werkgroep Jeugd van het Landelijk Overleg Thema-instituten (LOT-i). Voor 2013 is een plan van aanpak ontwikkeld voor onder andere een gezamenlijke invulling van het extra contactmoment voor de leeftijdsgroep 14+ en de ontwikkeling van een gezamenlijk diensten- en productenaanbod aansluitend bij de behoefte van JGZ. Analyse van de resultaten De bezoekcijfers laten zien dat steeds meer jongeren de weg naar sense.info weten te vinden. De positieve waardering voor het vernieuwde lespakket Lang Leve de Liefde en de succesvolle workshops voor GGD-professionals komen de implementatie ten goede. De website Liefde, seks en islam blijkt aan te sluiten bij de vragen en behoeften van jongeren van Marokkaanse afkomst. Het jongerenwerk is onvoldoende bekend met interventies die voor deze setting zijn ontwikkeld. Seks onder je 25 e geeft aan dat de thema's homonegativiteit, seksuele weerbaarheid, voorbereiden op de eerste keer en volhouden condoomgebruik aandacht vragen. Toekomst In 2012 is gestart met activiteiten voor LHBT-jongeren. Aandacht voor deze doelgroep wordt geïntegreerd in het Programma Jongeren, dat verder wordt uitgebreid met de activiteiten voor jongeren die onderdeel waren van het Programma Publiekscommunicatie. Gezien de positieve evaluatie van de samenwerking werken Soa Aids Nederland en Rutgers WPF in 2013 een nieuwe meerjarenstrategie uit. In 2013 worden jongeren meer betrokken bij sense.info door de samenwerking met het forum van het Sekswoordenboek. Voor het jongerenwerk wordt een planmatige strategie en ondersteuningsaanbod ontwikkeld om meer bekendheid aan de interventies voor deze setting te geven. De resultaten van de implementatie van Lang leve de liefde worden de komende jaren gemonitord. Het actieplan seks onder je 25e wordt de komende jaren geïmplementeerd. 28
Afzonderlijk gefinancierde projecten Seks onder je 25e II Doelstelling Implementatie van (Participatief Actie) Onderzoeksresultaten naar de seksuele gezondheid jongeren in de leeftijd van 12-25 jaar in Nederland: Seks onder je 25e II. Activiteiten en resultaten In 2012 werden de resultaten beschreven in het boek Seks onder je 25e, Seksuele gezondheid van jongeren in Nederland anno 2012, voor professionals die seksualiteit en jongeren als aandachtsgebied hebben. Hiernaast is een publieksversie van het onderzoeksboek gemaakt, bestemd voor docenten, jongerenwerkers, en andere geïnteresseerden. De belangrijkste resultaten: 1. De toename van seksueel actieve jongeren op het voortgezet onderwijs die in 2005 ten opzichte van 1995 werd waargenomen, is gestabiliseerd. 2. De leeftijd van de eerste keer seks is nagenoeg dezelfde gebleven. 3. Het merendeel van de jongeren beschermt zichzelf bij de eerste keer seks goed tegen soa’s en zwangerschap. 4. Binnen relaties stoppen jongeren echter snel met het gebruiken van condooms. 5. Seksuele grensoverschrijding blijft net als in 2005 onverminderd hoog. 6. De eerste keer geslachtsgemeenschap komt voor veel jongeren onverwacht. 7. Meisjes hebben vaker dan jongens spijt van hun eerste keer. 8. Homojongens komen gemiddeld een jaar eerder ‘uit de kast’ dan in 2005. 9. Homo-acceptatie is gering, vooral in de jongste groepen en bij streng christelijke, streng islamitische en lager opgeleide jongeren. Tijdens de werkconferentie Seks onder je 25e 2012, van onderzoek naar actie stelden de ongeveer 120 stakeholders5 prioriteiten voor vervolgactie. Verbeterpunten zijn onder andere homonegativiteit, grensoverschrijding en weerbaarheid, voorbereiding op de eerste keer en volhouden condoomgebruik. Aandachtgroepen zijn: jonge starters, laag opgeleiden en streng christelijke en streng islamitische jongeren. Partijen benoemden acties of gewenste acties, bijvoorbeeld meer aandacht voor seksuele gezondheid in het onderwijs, landelijke ondersteuning bij activiteiten, interventies voor speciaal onderwijs en meer aandacht voor seksuele diversiteit en homonegativiteit. Het volledige verslag (inclusief Actieplan) is te vinden op de website van Soa Aids Nederland. De waardering van 58 deelnemers over de manier waarop men wordt betrokken bij het onderzoek Seks onder je 25e en het ontwikkelen van het actieplan: goed: 57 procent, heel goed: 26 procent, voldoende: 15,5 procent, onvoldoende 1,5 procent. Het gemiddelde rapportcijfer voor de werkconferentie is 7,6.
5
Gezondheidsbevorderende instellingen zoals GGD’s, Sense regio’s, landelijke thema-en kennisinstituten, organisaties die jongeren vertegenwoordigen, (jongeren) media etc. 29
Het wekte geen verbazing dat de belangstelling voor de nieuwe onderzoeksresultaten bij de media groot was. Er was vooral aandacht voor het feit dat veel meisjes spijt hebben van de 'eerste keer', dat homojongeren eerder uit de kast komen en dat het condoom vrij snel weggelaten wordt. Analyse van de resultaten In alle fasen, van de opzet van het onderzoek tot het bepalen van de toekomstagenda is een groot aantal stakeholders betrokken. Deze Participatory Action Research-aanpak sluit goed aan op de behoeften van het veld. Financiering ZonMw. Totaal budget: € 346.440. 2012: € 114.308. Samenwerkingspartner: Rutgers WPF. Consequenties voor de toekomst In het actieplan Seks onder je 25e zijn aanbevelingen geformuleerd om de komende jaren de seksuele gezondheid van jongeren te bestendigen en te verbeteren. Met het ministerie van VWS en RIVM/CIb moet worden nagegaan hoe dit plan kan worden geïmplementeerd, inclusief de regievoering. Lang Leve de Liefde Doelstelling Versterken implementatie van de lesprogramma’s Lang Leve de Liefde voor de onderbouw van het praktijkonderwijs, vmbo, havo en vwo en bovenbouw havo/vwo. Activiteiten en resultaten In 2012 is de productontwikkeling van het lespakket Lang Leve de Liefde afgerond. Het lespakket is een lessenserie van zes lessen bestaande uit: een leerlingenmagazine, een versie voor vmbo, havo, vwo en een versie voor praktijkonderwijs en vmbo basis beroeps, een digitale docentenhandleiding; een film op dvd; de website www.langlevedeliefde.nl met e-learninglessen; een ondersteunende website voor docenten: www.lesgevenindeliefde.nl. Alle producten zijn uitvoerig gepretest. Het leerlingenmagazine onderbouw vmbo/havo/vwo is bijvoorbeeld gepretest bij 92 leerlingen van 16 verschillende scholen, de versie voor het praktijkonderwijs en basisberoeps bij 33 leerlingen. De reacties van de leerlingen en docenten zijn erg positief. Uit interviews met 23 docenten over de proefversie van de website lesgevenindeliefde.nl blijkt dat de content van de site aansluit bij behoeftes van de docent. Rond de proefimplementatie en evaluatie van Lang Leve de Liefde zijn in samenwerking met Universiteit Maastricht workshops voor GGD- professionals georganiseerd, waaraan 58 GGDprofessionals (van 21 GGD’s) deelnamen. Vanaf 1 oktober 2012 kwam het lespakket voor scholen beschikbaar. Voor het ZonMw-programma Seksuele Gezondheid van de Jeugd zijn twee - bij Lang Leve de Liefde onderbouw aansluitende- onderwijsinterventies ontwikkeld door GGD Rotterdam-Rijnmond en Universiteit Maastricht. De drie interventies sluiten nauw op elkaar aan en vormen tezamen een leerlijn. De drie lesprogramma’s worden gepresenteerd als 30
één lesmethode, Lang Leve de Liefde, bestaande uit drie afzondelijke lesprogramma’s: Lang Leve de Liefde onderbouw, Lang Leve de Liefde bovenbouw en Lang Leve de Liefde MBO. Van 1 oktober tot 31 december werden 16.000 leerlingenboekjes, 692 dvd’s, 209 vragendozen en 8.300 condooms besteld (van de oude versie tot 1 oktober 5.130 leerlingenboekjes en 68 handleidingen). Analyse van de resultaten Het nieuwe lespakket wordt zeer positief ontvangen bij leerlingen en docenten. Ook GGDprofessionals zijn enthousiast over het pakket. De website www.lesgevenindeliefde.nl en de docentenhandleiding lijken een goede ondersteuning aan docenten te bieden. Deze gunstige resultaten kunnen de toekomstige implementatie bevorderen. Financiering Activiteitenkosten ZonMw. Personele kosten CIB. Totaal budget: € 300.000. 2012: € 114.605. Consequenties voor de toekomst TNO onderzoekt de effecten van het nieuwe pakket op leerlingenniveau. Universiteit Maastricht onderzoekt de effecten van de website lesgevenindeliefde.nl op de implementatie door docenten en GGD’s. De resultaten worden in 2013 verwacht. De grootschalige, landelijke implementatie - aangepast aan de huidige mogelijkheden en beperkingen van het veld, GGD’s en scholen - is gestart en voorziet in training en coaching van GGD-medewerkers en docenten en regionale docentenbijeenkomsten. Aandacht voor effectieve implementatie blijft ook in de toekomst van belang. Door bezuinigingen beschikken GGD’s over minder capaciteit. Het is zaak een monitorsysteem te ontwikkelen van de implementatie, inclusief de website lesgevenindeliefde.nl, die mede is ontwikkeld om GGD’s te ontlasten. Eindcongres Seksuele gezondheid van de Jeugd Doelstelling Eindcongres organiseren van het ZonMw-programma Seksuele gezondheid van de jeugd. Activiteiten en resultaten Op 26 april 2012 vond in Felix Meritis te Amsterdam het eindcongres ‘Seksuele gezondheid van de Jeugd. Hoe voortvarend verder?’ plaats. Soa Aids Nederland en Rutgers WPF organiseerden op verzoek van ZonMw dit congres, dat door 120 onderzoekers, ontwikkelaars, uitvoerders en beleidsmakers werd bezocht. Op het congres werd besproken hoe de resultaten en opbrengsten van het Programma kunnen worden vertaald in een agenda, die de aandacht voor seksuele gezondheid voor de jeugd met name op lokaal niveau levend houdt. Deelnemers konden een elevatorpitch houden bij een wethouder, waarna zij feedback kregen. Ook tijdens rond-de-tafel gesprekken werd gesproken over het vasthouden van de resultaten. Soa Aids Nederland liet tijdens 'De dag van morgen' zien hoe zij denkt de komende vijf jaar bevordering van de seksuele gezondheid van jongeren te gaan ondersteunen. ZonMw was regisseur van het congres. Soa Aids Nederland verzorgde de inhoudelijke aankleding van de dag: entertainment met de Twitterfontein, fotoshoot, logistieke 31
ondersteuning, het communicatieplan en de persbegeleiding. Rutgers WPF en Soa Aids Nederland hadden animatiefilmpjes van de projecten uit het programma ontwikkeld, die goed ontvangen werden en gebruikt gaan worden voor verdere verspreiding van de resultaten. Financiering ZonMw. Budget totaal: € 38.588, idem voor 2012. Samenwerkingspartner Rutgers WPF. De leerkracht in de schijnwerpers! Doelstelling Bevorderen verspreiding en adoptie van het lespakket Lang Leve de Liefde middels regionale bijeenkomsten voor docenten. Activiteiten en resultaten Niet alle GGD’s geven prioriteit aan de implementatie van Lang Leve de Liefde (voortgezet onderwijs) en Relaties & Seksualiteit (van Rutgers WPF voor het basisonderwijs). Daarom worden in vijf regio’s in afstemming met de regionale GGD’s onder het motto Liefde kan je leren, lesgeven over relaties en seksualiteit bijeenkomsten voor docenten georganiseerd. De docenten maken kennis met de lespakketten en praten met collega’s over zaken als het creëren van een veilige sfeer en omgaan met diversiteit. Door een animatiefilmpje, e-mails en advertenties in vaktijdschriften worden docenten op de bijeenkomsten geattendeerd. De eerste bijeenkomst in Steenwijk werd bezocht door 29 docenten: acht uit het basisonderwijs (van 4 scholen) en 21 uit het voortgezet onderwijs (van 14 scholen). Het gemiddelde rapportcijfer voor de middag was bijna een 8. Analyse van de resultaten De bijeenkomst was effectief en stimuleerde de docenten om met een van de lespakketten aan de slag te gaan. Helaas was het aantal aanwezigen veel lager dan gepland. Volgens de deelnemers zou de periode in het jaar (eind november is een drukke periode in het onderwijs) hier debet aan kunnen zijn. Ook moeten er meer promotieactiviteiten worden uitgevoerd. Financiering Subsidie ZonMw en sponsoring Reckitt Benckiser. Totaalbudget: € 99.970. Samenwerkingspartner: Rutgers WPF. Consequenties voor de toekomst In 2013 worden in samenwerking met regionale GGD’s nog vier regionale bijeenkomsten georganiseerd, te weten in: Gouda, Lelystad, Arnhem, en Limburg. Bij de invulling van de bijeenkomsten zal rekening worden gehouden met de wensen van de GGD’s. LHBT-jongeren Doelstelling Vergroten seksuele gezondheid, inclusief weerbaarheid van LHBT-jongeren met accenten op: Het betrekken van de LHBT-doelgroep waar nodig en relevant, hun opvoeders en/of docenten. Het bevorderen van seksueel gezonde keuzen. Een integrale benadering op thema’s en in samenwerking met andere aanbieders.
32
Activiteiten en resultaten De website Sense is aangevuld met informatie voor LHBT-jongeren onder 'Ontdek jezelf'. Op basis van een promotiestrategie zijn activiteiten voorbereid om de doelgroep hierover begin 2013 te informeren. De campagne heeft twee pijlers. De eerste pijler is voor jongeren die zich mogelijk oriënteren op hun seksuele voorkeur. Deze groep wordt verwezen naar de onderdelen van sense.info die juist in deze fase relevant zijn. De tweede pijler is voor jongeren die al uit de kast zijn. Zij worden uitgenodigd om hun ervaringen rond de coming out te delen en verwezen naar content die voor hen relevant is. Rond kerst 2012 is een promotie/communicatiestrategie ontwikkeld om MSM jongeren te stimuleren de website MantotMan te bezoeken. Op YouTube werden zij door de Kerstmantotman uitgenodigd om de online Sekswijzer in te vullen. De uitnodiging is geplaatst op communitysites zoals Gay.nl en expreszo.nl. Voor de uitslag van de Sekswijzer-test werden de jongeren doorgeleid naar MantotMan. In totaal hebben ruim 11.000 personen de sekswijzer (deels) ingevuld in de campagneperiode. Normaal is dat aantal in een vergelijkbare periode 700 - 800. Ook werd een promotie/communicatiestrategie ontwikkeld om jonge MSM te stimuleren de website www.manofmietje te bezoeken en zich te laten vaccineren tegen hepatitis B. In deze promotiecampagne worden de risico’s van hepatitisB onder de aandacht gebracht en gekoppeld aan de voordelen van het (gratis) laten vaccineren. De campagne wordt in het eerste kwartaal 2013 uitgevoerd. Can you fix it, een game die de weerbaarheid vergroot, werd uitgebreid met een video voor homojongeren die daten via het internet. Hiernaast werd de weerbaarheidstool No or Go ontwikkeld die in november 2012 is geïntroduceerd. Deze online tool is geschikt voor heteroen LHBT-jongeren en werd met het aanvullende budget in LHBT- communities gepromoot. In de eerste maand is No or Go bijna 60.000 keer gespeeld. Onder de mannen was 11 procent homo, 4 procent bi-man en 4 procent twijfelt. Onder de vrouwen was 7 procent lesbisch, 4 procent bi en ook 4 procent twijfelt. Onderzocht werd de mogelijkheid lespakketten als Lang Leve de Liefde met een extra module over seksuele diversiteit uit te breiden, onder andere door een minicursus/workshop op het soa hiv congres en het inventariseren van bestaande regioprojecten voor LHBT. Er is ook een vragenlijst gemaakt voor GGD/Sense-professionals die met LHBT-jongeren te maken hebben om te inventariseren waar zij behoefte aan hebben, van welke interventies zij gebruik maken en hoe zijn die waarderen. De online vragenlijst wordt begin 2013 uitgezet onder 200 professionals. Analyse van de resultaten Het programma was dit jaar in opbouw. Er is een belangrijke start gemaakt van de integratie van activiteiten gericht op jonge LHBT binnen het programma. De eerste resultaten op communicatiegebied (Kerstmantotman en Can You Fix It) zijn veelbelovend. Financiering Subsidie RIVM-CIb. Totaalbudget: € 390.929. Hiervan wordt € 209.249 besteed aan werkzaamheden van Soa Aids Nederland en € 181.680 aan werkzaamheden door Rutgers WPF.
33
Consequenties voor de toekomst In de eerste helft 2013 wordt een meerjarenstrategie ontwikkeld voor de aanpak van de seksuele gezondheid van LHBT-jongeren.
34
5.
Programma Etnische Minderheden
Context De ziektelast van hiv en andere soa’s is onder specifieke etnische groepen disproportioneel hoog. De incidentie van de vijf meest voorkomende soa's (hiv, gonorroe, chlamydia, syfilis en hepatitis B) was bij de bezoekers van de GGD-soa-centra in 2011 het hoogst onder mensen afkomstig uit Suriname en de Nederlandse Antillen (22 procent) en Sub Sahara Afrika (18 procent). Ook bij mensen uit Latijns-Amerika, Turkije, Marokko en Oost-Europa worden vaker soa gevonden dan bij autochtonen (15 - 17,5 procent versus 13 procent). Vooral onder mannen die seks hebben met mannen (MSM) uit deze etnische minderheidsgroepen zijn de vindpercentages hoog. Onder etnische minderheden vallen verschillende doelgroepen, die gemeen hebben dat zij onvoldoende kennis over soa’s en hiv en de behandelmogelijkheden hebben en vaak laat in de zorg komen. Zij hebben vaak niet optimaal toegang tot hiv- en soazorg, omdat de daarvoor benodigde cultuursensitieve of -specifieke benadering ontbreekt. Doelstellingen 2012 Het programma werkt aan de bestrijding van hiv en soa’s en de bevordering van de seksuele gezondheid van etnische minderheden in Nederland. Dat gebeurt in samenwerking met professionele, intermediaire organisaties, zelforganisaties, sleutelfiguren en 'peers' uit etnische minderheden. De activiteiten gericht op jongeren uit etnische minderheden zijn ondergebracht bij het Programma Jongeren. In 2012 waren de specifieke doelstellingen: Het versterken van het netwerk van professionals, zelforganisaties, peer-educators en intermediairs uit de doelgroepen. Verkenning van Midden- en Oost-Europeanen in Nederland, gericht op bevordering van correct en consequent condoomgebruik. Tijdig testen van MSM onder etnische minderheden, met als pilot de doelgroep Surinamers en Antillianen. Uitvoeren van een online omgevingsanalyse omtrent het bereiken van etnische minderheden. Uitvoeren van een imago- en naambekendheidonderzoek Life2live. Activiteiten en resultaten Beleidsmatige verankering voor de aanpak van soa’s en hiv onder etnische minderheden De preventie van hiv en soa's bij etnische minderheden is niet eenvoudig. Een analyse van de situatie van etnische minderheden in Nederland in 2012 heeft geleid tot nieuwe strategische keuzes ten aanzien van: De regionale uitvoering en landelijk/regionale samenwerking. Het online benaderen van de doelgroepen. Het benaderen van specifieke groepen als asielzoekers, Surinamers en Antillianen en MSM uit etnische minderheden.
35
In het eerste kwartaal van 2013 wordt de nieuw verworven kennis omgezet in concrete uitvoeringsplannen. In 2012 werden bestaande samenwerkingscontacten met onder andere RIVM/CIb en GGD Nederland geïntensiveerd. De in 2011 begonnen samenwerking met het Programma Beleid van Soa Aids Nederland leidde in 2012 tot een inventarisatie van preventieve soa- en hiv-methodieken voor etnische minderheden in de regio’s. De uitkomsten werden gepresenteerd op het Etnische Minderheden Congres en het Nationaal Congres Soa*Hiv*Seks*. Mede met het oog op deze uitkomsten werd eind 2012 de bijeenkomst 'Gezamenlijk duurzaam aanpakken' met managers van GGD's georganiseerd. Inventarisatie van projecten en initiatieven gericht op etnische minderheden Bij de inventarisatie van regionale methodieken worden circa 70 regionale activiteiten en projecten genoemd. Zo’n 55 daarvan werden uitgevoerd met extra middelen die het Ministerie van VWS in de periode 2009-2011 voor verbetering van de seksuele gezondheid van nieuwe Nederlanders beschikbaar stelde. In de borging van deze projecten en activiteiten werd vaak niet voorzien, zodat belangrijke resultaten en ervaringen verloren gingen. Uit een in opdracht van het RIVM door Rescon uitgevoerde evaluatie blijkt dat de beschikbaar gestelde middelen hebben geleid tot (mogelijk) effectieve projecten waarmee een relatief grote groep etnische minderheden werd bereikt. Slechts een klein deel van de projecten bleek echter na wegvallen van de additionele financiering te worden gecontinueerd, en dan nog veelal in afgeslankte vorm binnen de Sense hulpverlening aan jongeren. Uit de evaluatie bleek ook dat binnen veel diensten de capaciteit voor specifieke aandacht voor soa- en hiv-bestrijding onder etnische minderheden gaandeweg was verdwenen. Om de uitkomsten van de Rescon-evaluatie en de inventarisatie van Soa Aids Nederland te bespreken en te komen tot concrete afspraken voor de toekomst, hebben Soa Aids Nederland en het RIVM/CIb eind 2012 de bijeenkomst 'Gezamenlijk duurzaam aanpakken' georganiseerd, waar 14 GGD’s aan deelnamen. Tijdens de bijeenkomst werden acht hoofdthema’s benoemd waarop Soa Aids Nederland met regionale partners kan gaan samenwerken teneinde te komen tot duurzame implementatie van effectieve regionale interventies. Deze acht thema´s worden begin 2013 door Soa Aids Nederland uitgewerkt tot een een landelijk regionaal samenwerkingen ondersteuningsaanbod. Model voor capacity building en community based werken De peer-educationmethode is een belangrijke factor voor succesvolle activiteiten en interventies gericht op etnische minderheden. Seksuele gezondheid, stigma’s, taboes, correct en consequent condoomgebruik, tijdig testen en behandelen worden door speciaal opgeleide peers bij de eigen groep onder de aandacht gebracht. Deze methode blijkt voor veel professionals in de regio’s inmiddels een lastige opgave, ook omdat daarvoor de capaciteit afneemt. Zelforganisaties die eerder bij peer-education initiatieven waren betrokken herkennen dit. Om toch inzet en betrokkenheid van peers te (waar)borgen en GGD’s te ondersteunen is in 2012 gestart met de ontwikkeling van een landelijk model voor capacity building en community based werken. Belangrijk onderdelen daarvan zijn het opzetten van een landelijk ‘peer netwerk’ en een training- en 36
ondersteuningsaanbod voor deze peers. De getrainde peers zullen onder andere de voornoemde gecertificeerde interventies gaan uitvoeren. Voor de ontwikkeling van het model is in 2012 literatuuronderzoek gedaan, vonden er interviews plaats met organisaties die een specifiek peer-vrijwilligersbeleid hebben of hadden en zijn behoeften inventarisaties uitgevoerd onder peers, GGD’s en professionals van andere organisaties. Tevens zijn vier mogelijke scenario’s voor het model ontwikkeld. Begin 2013 wordt een definitief model gekozen. Enkele peers die eerder voor de uitvoering van de gecertificeerde interventies werden opgeleid en voor GGD’s voorlichtingsbijeenkomsten uitvoerden zullen in het nieuwe model opnieuw worden ingezet. Verkenning Midden- en Oost-Europeanen Om meer inzicht te krijgen in de hiv- en soaproblematiek bij in Nederland verblijvende Middenen Oost-Europeanen werd een deskresearch uitgevoerd. Daarvoor werden door het RIVM/Cib aanvullende data gegenereerd uit SOAP en werd een expertmeeting van Pharos bijgewoond. Deze deskresearch zal begin 2013 worden afgerond. Plan van aanpak MSM uit etnische minderheden Om te komen tot een plan van aanpak voor MSM uit etnische minderheden werd in 2012 een start gemaakt met de analyse van nationale en internationale hiv- en soacijfers. Begin 2013 wordt hiervoor een kwalitatieve inventarisatie onder een beperkte groep hiv- en soaprofessionals uitgevoerd. Bekeken wordt in hoeverre deze mannen worden bereikt met het aanbod vanuit het MSM-programma en waar aanvullend aanbod is gewenst. Ontwikkelen en implementeren van interventies Soa Aids Nederland heeft in de voorgaande jaren vier interventies (mede-) ontwikkeld ter bevordering van de seksuele gezondheid van specifieke etnische groepen. De interventies 'Kitchen Tea Parties', gericht op Afrikaanse vrouwen uit gebieden ten zuiden van de Sahara, Uma Tori, voor seksueel actieve Surinaamse en Antilliaanse vrouwen en Asense, de in 2010 gecertificeerde interventie voor asielzoekers, zijn allen gecertificeerd via het Centrum Gezond Leven en kunnen onderdeel worden van het nieuwe model capacity building en community based werken. Hoewel is geprobeerd de bekendheid en beschikbaarheid van deze interventies te vergroten, blijken ze niet altijd bij GGD’s bekend te zijn en worden ze niet of nauwelijks ingezet. Dat komt mede doordat op lokaal niveau vooral wordt gefocust op bevordering van de seksuele gezondheid van jongeren. De in 2011 aangegane samenwerking met TNO voor een nieuwe interventie gericht op tijdig testen en therapietrouw van mensen uit Sub Sahara-landen werd in 2012 voortijdig beëindigd vanwege langdurige ziekte van de projectleider bij TNO. Het tevens in 2011 gestarte project om te komen tot evidence based interventies ter verbetering van de hiv- therapietrouw van mensen uit Sub Sahara landen, waarvan Erasmus Medisch Centrum projectleider is en waaraan Soa Aids Nederland vanuit de programma´s Etnische Minderheden en Intermediairs bijdraagt, liep vertraging op. In 2012 werd minder dan gehoopt voortgang geboekt met een breed integraal plan van aanpak gericht op de doelgroep Surinamers en Antillianen voor de verschillende programma’s 37
van Soa Aids Nederland. De lessen uit dit project hebben geresulteerd in een meer bescheiden plan dat in 2013 zal worden gestart. De focus zal daarin liggen op samenwerking in lokale pilots met GGD’s en/of andere lokale instellingen in de vier grote steden en eventueel Almere. Trainingen en voorlichtingsbijeenkomsten In 2012 werden vier voorlichtingsbijeenkomsten uitgevoerd voor zelforganisaties, sleutelfiguren en intermediairs. Daarin werd gewerkt aan bewustwording en kennisoverdracht over soa’s en hiv en het doorbreken van stigma en taboe. Life2live magazine In 2012 verschenen drie nummers van het Engelstalige magazine Life2live met een oplage van 5.000. Daarin stonden persoonlijke verhalen van mensen met hiv, werd aandacht besteed aan de activiteiten van ShivA en Positive Sisters en aan activiteiten in de regio’s Midden Nederland en Rotterdam-Rijnmond en verschenen columns van Babah Tarawally. Om inzicht te krijgen in de waardering van het magazine werd met het april nummer een vragenlijst meegestuurd. Van de 3.000 verzonden lijsten werden er slechts achttien compleet ingevuld geretourneerd. Deze achttien respondenten waren overwegend positief over de inhoud en de relevantie van het magazine, maar deze geringe respons is een bevestiging van de reeds bestaande twijfels over bereik en impact van het magazine: worden de beoogde doelgroepen wel bereikt, is Engels wel de geschikte taal, is een magazine het juiste middel om informatie over soa’s, hiv, en seksuele gezondheid aan te bieden? Zijn, met de alsmaar krimpende budgetten, de kosten en inspanningen die met het magazine worden gemaakt gerechtvaardigd? Ook omdat uit onderzoek blijkt dat etnische minderheden in Nederland overwegend online middelen zijn gaan gebruiken voor het zoeken naar gezondheidsinformatie en voor communicatie met het eigen netwerk, is besloten het magazine Life2Live per 2013 op te heffen. Life2live Website Ten behoeve van een nieuwe online strategie van Soa Aids Nederland werden alle websites, en dus ook www.life2live.nl, kritisch tegen het licht gehouden. Aangezien de site slechts een paar honderd unieke bezoekers per maand trekt kan de inhoud beter worden gepositioneerd in samenhang met het verdere online aanbod van Soa Aids Nederland. Ook de website life2live wordt daarom in 2013 opgeheven. Nieuwe online strategie In 2012 werd een nieuwe online strategie voor het programma Etnische Minderheden ontwikkeld. Dat gebeurde aan de hand van het ‘Social Strategy Model’ (Kerhofs, Ponders Social Marketing). Door middel van eigen literatuuronderzoek en kwalitatief doelgroeponderzoek door de samenwerkende adviesbureaus MCA Communicatie en TransCity werd inzicht verkregen in het gebruik van internet en social media door etnische minderheidsgroepen in Nederland en hun digitale vindplaatsen. De nieuwe strategie zal aansluiten bij en onderdeel uitmaken van de recent ontwikkelde organisatiebrede online strategie van Soa Aids Nederland en wordt begin 2013 vastgesteld en geïmplementeerd.
38
Congressen Op vrijdag 12 oktober 2012 werd in Utrecht voor de zevende en tevens laatste keer het Etnische Minderheden Congres (EMC) georganiseerd. Het thema was ‘Community based werken! Werk in uitvoering’. Gedurende de dag namen zo’n 140 mensen deel aan het congres. Dagvoorzitter was Tarik Yousif. Zorgwethouder Victor Everhardt van de stad Utrecht opende het congres. Zeven van de acht sense-soa-regio’s participeerden aan de dag en in totaal werden twaalf workshops gehouden. Het merendeel van de presentaties was gericht op samenwerken met allochtone jongeren. De presentaties maakten duidelijk dat, zeker op basis van de extra financiële stimulans vanuit het RIVM in de periode 2009 - 2011, regionaal veel aansprekende activiteiten werden ontplooid, maar dat deze, ook door het weer wegvallen van die stimulans, nauwelijks werden geëvalueerd en niet werden geïmplementeerd, beschreven of overgedragen. In een aantal presentaties werden de soms verstrekkende implicaties van community based werken treffend geïllustreerd. De dag werd door de deelnemers positief beoordeeld met gemiddeld een 4,4 op een schaal van 1 tot 5. Ingaande 2013 wordt het EMC niet langer als apart congres georganiseerd, om financiële, praktische en inhoudelijke redenen: door het EMC in het Nationaal Congres Soa*Hiv*Seks* te laten opgaan kan de specifieke thematiek van deze belangrijke doelgroep voor hiv en soabestrijding bij een grotere groep professionals aan de orde worden gesteld. Gezien de kwetsbaarheid van de regionale activiteiten geeft dat betere garanties voor de toekomst. Met het oog op de integratie in 2013 maakte de projectleider van het EMC deel uit van de projectgroep voor het Nationaal Congres Soa*Hiv*Seks*. De samenhang en verbinding werden in 2012 onder andere gerealiseerd door middel van een specifieke workshop over etnische minderheden die door Soa Aids Nederland met medewerking van het RIVM werd verzorgd. Deze workshop had dertig deelnemers. In de plenaire gedeelten was daarnaast aandacht voor enkele projecten die ook al in het EMC werden besproken. De congrestas bevatte voor het eerst een speciaal geproduceerde factsheet met betrekking tot soa en hiv bij etnische minderheden in Nederland. Analyse van de resultaten Enkele van de in 2012 geplande resultaten zullen pas in 2013 worden behaald. Sommige projecten waren onvoldoende doordacht of te optimistisch gepland. Er werd voorrang verleend op een aantal niet-geplande activiteiten zoals de ontwikkeling van de online strategie en de factsheet. Tevens werd meer tijd besteed aan verbetering van de samenhang en samenwerking met regio’s en de ontwikkeling van het model voor capacity building en community based werken. Met deze keuzes werd prioriteit gegeven aan een verbeterde positionering en aangescherpte rolopvatting van het Programma Etnische Minderheden. Daardoor kan beter worden aangesloten bij partners op lokaal niveau, en kunnen doelgroepen adequater worden bereikt. Toekomst Regionaal zijn de mogelijkheden om activiteiten voor specifieke etnische groepen te ontwikkelen schaars geworden. De intensieve contacten die we in 2012 met GGD’s hadden maakten dat duidelijk. De verwachting is dat door de inzet op community based werken de rol van Soa Aids Nederland richting de verschillende groepen etnische minderheden en naar de professionals zal veranderen. Meer outreachend werk zal bij peer-educators terecht komen dan in het verleden. 39
Daarnaast zal vaker worden gekozen voor een andere thematische insteek dan ‘etnische minderheid’. Thema’s als ‘Lage SES’ of ‘diversiteit’ geven soms betere aangrijpingspunten, bleek tijdens de ‘duurzaam’-bijeenkomst met GGD’s. De komende jaren zullen ook de mogelijkheden om doelgroepen snel en indringend te bereiken door middel van online communicatie beter worden benut.
40
6.
Programma Mannen die seks hebben met mannen (MSM)
Context Mannen die seks hebben met mannen (MSM) zijn vanaf het begin van de hiv-epidemie in Nederland de zwaarst getroffen groep. Daarnaast komen soa’s onder MSM vaker voor. Hoewel het condoomgebruik onder hen hoog lijkt en het testen op hiv meer in zwang is gekomen, raken toch ieder jaar weer zeven tot achthonderd MSM met hiv geïnfecteerd. In de voorgaande decennia werd het landelijke programma hiv- en soa-bestrijding voor MSM door Schorer uitgevoerd. Deze organisatie ging in maart 2012 failliet. Situatie 2012 Medio 2012 werd bij Soa Aids Nederland een MSM-programma opgezet - op verzoek van RIVM/Cib - om voor de resterende acht maanden een deel van de voormalige Schoreractiviteiten voor MSM in gewijzigde vorm te continueren. In juni 2012 werd voor deze plannen door het RIVM/CIb een akkoord gegeven. Na akkoord resteerden nog zes van de oorspronkelijk acht maanden voor de uitvoering van het werkplan. Vervolgens duurde het enige tijd voor de beoogde functies in het MSM-team konden worden ingevuld. Om beide redenen werd het oorspronkelijk plan in 2012 niet volledig uitgevoerd. De beoogde activiteiten betroffen in eerste instantie het continueren van een aantal bestaande activiteiten. Daarnaast was de ontwikkeling van een langetermijnvisie en meerjarenplan voor de jaren 2013 –2016 een belangrijk onderdeel. Die langetermijnvisie zal na akkoord van het RIVM-CIb worden opgenomen in het werkplan van Soa Aids Nederland. Er werd voor 2012 geen overkoepelende doelstelling geformuleerd. De ambitie voor dat jaar kan echter worden omschreven als voortgang geven aan een deel van de voormalige Schoreractiviteiten en komen tot een meerjaren strategie. De concrete doelen zoals in het plan geformuleerd betroffen: 1. 2. 3. 4. 5.
Continueren en vernieuwen Man tot Man inclusief Testlab Ondersteunen activiteiten vaccinatie hepatitis B (Man of Mietje) Beheer en doorontwikkeling gecertificeerde interventies Ondersteuning professionals Ontwikkelen van een strategische visie en daar op gebaseerde, meerjarenplanning voor de hiv- en soa-bestrijding onder MSM voor de jaren 2013-2016
Gecontinueerde activiteiten Man tot Man Man tot Man is een samenhangend aanbod voor MSM ter preventie van hiv en soa’s. Soa Aids Nederland nam in het Man tot Man-samenwerkingsverband (met GGD Amsterdam en GGD Rotterdam-Rijnmond) de taken van Schorer over, waaronder de dagelijkse coördinatie en sturing. Testlab, het online testenaanbod via mantotman.nl, dat naast Rotterdam en Amsterdam eind 2011 ook in de regio Haaglanden startte, kon met enige aanpassingen en zonder onderbreking worden gecontinueerd. Er werd begonnen met voorbereidingen voor een Testlab in de provincies Groningen, Friesland en Drenthe. Daar wordt het in 2013 uitgerold. In 2012 41
toonden meer regio’s interesse voor een eigen Testlab en werden de eerste plannen voor uitrol over de gehele provincie Zuid-Holland gemaakt. Hoewel niet gepromoot kende Testlab in 2012 een gestaag toenemend aantal gebruikers. Er werden zo'n 2.800 testaanvragen gedaan, waarvan er uiteindelijk 1.650 daadwerkelijk werden uitgevoerd. De groep MSM voor wie Testlab aantrekkelijk kan zijn is groter, maar het is niet eenvoudig haar van deze minder conventionele testmethode te overtuigen. Daarom startte eind 2012 een onderzoek naar mogelijkheden het testen via Testlab te promoten. Dit zal leiden tot nieuwe inzichten op basis waarvan het in 2013 nadrukkelijker zal worden gepromoot. Vanaf eind 2012 werd de promotie van het Man tot Man-aanbod opgepakt. In gay media verschenen weer artikelen, banners en advertenties. Ook werden vier folders herzien en herdrukt en werd de Facebookgroep nieuw leven ingeblazen. Door deze promotie namen de bezoekersaantallen toe. Het aantal unieke bezoekers steeg in 2012 ten opzichte van 2011 zelfs met 7,5 procent. Ook werden meer pagina’s op de site bezocht en was de gemiddelde verblijfsduur langer dan in 2011. Ook het bezoek aan de Man tot Man Facebook-groep steeg. Een door het Programma Jongeren ontwikkeld promotiefilmpje leidde ertoe dat gedurende de kerstperiode de adviesmodule door honderden mannen extra werd ingevuld. Samen met de GGD Rotterdam-Rijnmond werd een plan ontwikkeld voor een nieuwe versie van de Man tot Man adviesmodule, waarin mobiel internet en social media een belangrijker rol gaan spelen. Dit plan werd eind 2012 door het Aids fonds gehonoreerd en zal in 2013 en 2014 worden doorgevoerd. Eind 2012 werd begonnen met herziening van de technische opbouw van mantotman.nl. Zowel de wens om Testlab verder uit te breiden, als wijzigingen bij de externe leverancier maakten dit noodzakelijk. HBV vaccinatie/Man of Mietje Ook de bijdrage van Schorer aan de landelijke HBV-vaccinatiecampagne werd snel door Soa Aids Nederland opgepakt. In 2012 werd kennisgemaakt met de landelijke coördinatie vanuit het RIVM en werden werkafspraken gemaakt. werd deelgenomen aan de landelijke overlegstructuur van het RIVM werd de website Man of Mietje geactualiseerd, zijn communicatieve verbeterpunten op de site doorgevoerd en werd de agendamodule gecontroleerd en herzien Werden outreach vaccinatie data onder MSM gepromoot via advertenties in Gay&Night Magazine, banners op gay community sites en posts op Facebook, Werd de folder herzien, herdrukt en beschikbaar gesteld Vond een inventarisatie plaats van de wenselijkheid van het eerder ontwikkelde plan voor een applicatie voor mobiel internet. Begin 2013 wordt aan de hand van deze evaluatie besloten of, en eventueel hoe, met dit plan wordt doorgegaan. Beheer en doorontwikkeling gecertificeerde interventies Er zijn drie gecertificeerde interventies opgenomen in de I-database van het Centrum Gezond Leven (CGL) van Schorer. Alle drie zijn beoordeeld als ‘theoretische goed onderbouwd’, te weten
42
Veiliger Seks Locaties (Safe Sex Zones)waarvan de beoordeling dateert van 17-12-2009. Einddoel van deze interventie is preventie van de overdracht van hiv-infecties en andere soa’s bij mannen die seks hebben met mannen (MSM) bij (anale) seks op sekslocaties (een veilige sekslocatie wordt Safe Sex Zone genoemd). Door de nog ontbrekende capaciteit werd de voortgang alleen waar nodig opgepakt. Concreet zijn er nieuwe afspraken gemaakt met de condomerie als landelijke samenwerkingspartner in dit project en is een aanvraag voor een nieuwe Safe Sex Zone in Den Haag in behandeling genomen. Deze aanvraag zal begin 2013 worden afgehandeld. GayCruise, waarvan beoordeling dateert van 04-02-2010. Het einddoel van deze interventie is preventie van de overdracht van hiv-infecties en andere soa’s bij e-daters. Na de introductie van Man tot Man werd GayCruise functioneel gekoppeld aan Sekswijzer, de zelfmanagementtool van Man tot Man. Bij de herziening van Sekswijzer in 2013 zal GayCruise worden vervangen door nieuw aanbod, omdat zowel de virtuele omgeving als de functionele basis van deze interventie inmiddels zijn gedateerd. Man tot Man tenslotte werd op 04-11-2010 beoordeeld. Op suggestie van de beoordelingscommissie werd indertijd begonnen met een aanvraag voor verdere certificering op niveau ‘verondersteld effectief’, maar deze aanvraag kon niet door Schorer worden afgemaakt . In 2013 wordt bekeken of zinvol is deze aanvraag opnieuw op te pakken. Complicerende factor is dat daarvoor inmiddels nieuwe onderzoek data gegenereerd moeten worden. Ondersteuning professionals Er werden bijdragen geleverd aan de training Reach Out voor professionals van de GGD Zuidelijk Zuid Limburg, die vanuit het programma Professionals werd verzocht. Tevens werd een bijdrage geleverd aan de digitale leerweek vanuit het programma professionals. Daarnaast werd bijgedragen aan twee programma overstijgende regiobezoeken van Soa Aids Nederland aan de soa-regio Oost en aan de GGD Rotterdam-Rijnmond. Vernieuwing: plan van aanpak langere termijn Naast continuering van bestaande activiteiten werd een plan van aanpak gestart om te komen tot herijking en verdieping van de strategie. Dit proces zal resulteren in een nieuwe meerjarige aanpak gericht op soa- en hivbestrijding van MSM. Aanvankelijk zou dit proces in 2012 al worden afgerond, maar dit bleek niet haalbaar. Dit zal nu plaatsvinden in maart 2013 De in 2012 uitgevoerde onderdelen van het plan van aanpak zijn: Een contextanalyse op basis van een deskresearch. Aard & omvang van hiv-soaproblematiek onder MSM in Nederland en een overzicht van succesvolle en/of aansprekende interventies in binnen- en buitenland. Deze analyse kwam eind in concept 2012 gereed. 10 interviews met experts uit Nederland over hun visie op de huidige praktijk en hoe deze zou kunnen verbeteren. Deze interviews werden in 2012 afgenomen.
43
Begin 2013 worden nog de volgende onderdelen uitgevoerd: Finaliseren van de contextanalyse en deze aanvullen met een internationale verkenning van strategieën en interventies in de steden San Francisco, Parijs, London, Sydney, Berlijn en New York. Enkele interviews met buitenlandse experts. Twee strategiesessies met de Nederlandse experts die eerder werden geïnterviewd. Drie focusgroepen met MSM, waarvan één met uitsluitend jonge MSM. Schrijven van een strategisch meerjarenplan. Analyse van de resultaten Met enig kunst- en vliegwerk heeft Soa Aids Nederland in 2012 de belangrijkste taken opgepakt, die vooral samen met professionals in het veld worden uitgevoerd. Dit moest vooralsnog met een beperkte personele capaciteit gebeuren, waardoor de strategische vernieuwing, waar gezien de hoge hiv- en soa-cijfers onder MSM dringend behoefte aan bestaat, vertraging opliep. Toekomst Na afronding van de strategische plaatsbepaling zal met een nieuwe meerjarige aanpak worden gestart. Enkele bestaande onderdelen, zoals Man tot Man, zullen daar onderdeel van gaan uitmaken.
44
7.
Programma Prostitutie
Context Sekswerkers vormen een risicogroep voor hiv en andere soa’s doordat zij seksuele contacten hebben met verschillende cliënten. Het RIVM schat dat 2 procent van de vrouwelijke sekswerkers in Nederland geïnfecteerd is met hiv, en dat van hen slechts eenderde op de hoogte is van haar status (Van Veen et al, AIDS 2011). Ze vormen een mobiele populatie, zeker de niet-Nederlandse sekswerkers, waardoor zij een testuitslag mogelijk niet vernemen of zich niet regelmatig laten testen. Illegale sekswerkers gaan officiële instanties uit de weg, wat ook van invloed kan zijn op hun testgedrag. Sekswerkers zijn hierdoor lastig te bereiken met preventieactiviteiten. Jaarlijks laten circa 5.000 sekswerkers zich in de GGD-soa-poliklinieken testen. Uitgaande van een groep van 25.000 sekswerkers bereikt dus maar een kleine groep de soa-poli (RIVM 2010). Het merendeel van deze polibezoekers is van Nederlandse afkomst, ongeveer 45 procent van de consultaties (RIVM, 2011). Het is onbekend hoeveel sekswerkers zich via de huisarts laten testen. De discussie over de Wet Regulering Prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche duurt voort. Soa Aids Nederland is geen voorstander van het wetsvoorstel en is vooral tegen maatregelen als verplichte registratie en de nul-optie voor gemeenten. Verplichte registratie leidt ertoe dat sekswerkers steeds moeilijker bereikbaar zijn voor preventieactiviteiten. Het wetsvoorstel is vooralsnog in de Eerste Kamer aangehouden door de minister van Veiligheid en Justitie. Vanaf 2012 is het jaarlijkse budget voor het sekswerkprogramma afgenomen van drie naar ongeveer twee ton. Dit is het gevolg van de bezuinigingen op alle instellingsubsidies van de themaïnstituten. Soa Aids Nederland heeft ervoor gekozen het nationale Prostitutieprogramma te beperken tot een basisvoorziening. Het internationale programma is in 2012 verder uitgebreid. Doelstellingen 2012 Het Programma Prostitutie bestrijdt soa’s en hiv bij sekswerkers en prostituanten en zet zich in voor de positieverbetering van sekswerkers, zodat zij kunnen kiezen voor gezond en veilig werken. De doelstellingen voor 2012 zijn niet veranderd. Met het kleinere budget wordt een basispakket aan ondersteuning geboden. Dit doet het programma door: Sekswerkers en prostituanten online voor te lichten. GGD’s en andere landelijke instellingen te bezoeken en deze te voorzien van voorlichtingsmaterialen, adviezen en methodieken, waaronder het opstellen van richtlijnen ter verhoging van de handelingsbekwaamheid van professionals bij herkennen van en het omgaan met sekswerkers in uitbuitingssituaties Op aanvraag gemeenten en hun GGD’s adviseren en begeleiden in ketensamenwerking en prostitutiegezondheidscentra. Intensief samen te werken met het RIVM voor het landelijke vaccinatieprogramma HepB
45
Internationale activiteiten Soa Aids Nederland heeft in een lange reeks van jaren nationaal en internationaal een goede naam opgebouwd met langjarige internationale ontwikkelprojecten voor de verbetering van de positie van sekswerkers. Bijvoorbeeld het - inmiddels afgeronde - ASA-project in Servië (gefinancierd met een MATRA-subsidie van het ministerie van Buitenlandse Zaken). Move Foreward (eveneens gefinancierd door Buitenlandse Zaken) beoogt in Macedonië, Oeganda, Vietnam en Egypte carrièremogelijkheden voor sekswerkers te vergroten. Bridging the Gaps is gericht op kwetsbare groepen zoals sekswerkers, MSM en druggebruikers. De verantwoording van het Bridging the Gaps programma is opgenomen in het jaarverslag van het Aids Fonds. Activiteiten en resultaten Mensenhandel Om tegemoet te komen aan de prangende vraag vanuit het veld is begonnen met de ontwikkeling van een richtlijn Meldcode mensenhandel binnen de gezondheidssector. Een commissie krijgt in het eerste kwartaal van 2013 drie scenario’s voor verdere uitwerking gepresenteerd. De ontwikkeling van de meldcode wordt ondersteund door het ministerie van VWS en de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen. Zolang de richtlijnen nog niet klaar zijn wordt advies op maat geleverd over uitbuitingssituaties, in 2012 aan vijf GGD’s. Het Programma heeft in de afgelopen jaren expertise opgebouwd op dit thema, de adviezen variëren van het melden bij Meld Misdaad Anoniem tot het inschakelen van een speciale eenheid binnen het Korps Landelijke Politie Diensten (KLPD). De ontwikkeling van de richtlijn zal doorlopen tot in 2013. Ondersteuning in de regio’s Met de GGD Limburg is gewerkt aan de ontwikkeling van een folder voor mannen in de prostitutie, die veel vaker soa’s en/of hiv hebben dan vrouwelijke sekswerkers (bij gemiddeld 20 procent van de consulten is een soa of hiv gevonden, RIVM 2011). Door een verschil in inzicht tussen de GGD en Soa Aids Nederland heeft de uiteindelijke productie niet plaatsgevonden. De GGD Limburg zal de productie verder uitvoeren. Soa Aids Nederland heeft samen met het Vlaams Nederlands Netwerk Mannenprostitutie besloten om mannelijke sekswerkers te informeren die zich online aanbieden. Via het internet wordt contact gezocht met deze cliënten (het zogenaamde internetveldwerk). Om samenhang en afstemming te bestendigen tussen de GGD’s en maatschappelijke organisaties die zich bezig houden met prostitutie en gezondheid zijn acht GGD’s bezocht. Met vijftien GGD’s heeft meerdere malen telefonisch contact plaatsgevonden. Daarnaast deden twaalf GGD’s en vier maatschappelijke organisaties mee aan een 'meet & greet', waarbij speciale aandacht uitging naar sekswerkers tussen de 18 en 21 jaar. Deze zullen onder de nieuwe wet Regulering Prostitutie niet meer mogen werken. Er bestaat echter voldoende vraag naar deze groep, wat met een verbod niet zal veranderen. De GGD’s vrezen deze groep uit het oog te verliezen. Zij richten hun activiteiten bijna uitsluitend op het vergunde circuit, terwijl onder de nieuwe wet de groep 18-21 jaar in het onvergunde circuit komt te werken. Deze groep wordt daarom specifiek meegenomen in de richtlijn Meldcode mensenhandel.
46
Internet Het Programma Prostitutie maakt al jaren gebruik van internet om de doelgroepen te benaderen, zoals de website prostitutie.nl en commerciële fora. Informatie over soa’s en hiv, veilig werken en grote lokale (wets)wijzigingen is via deze verschillende kanalen aangeboden. Het soa-hoekje op hookers.nl had in 2012 135.000 bezoekers (400 per dag). De 78 geposte rubrieken zijn bijna 25.000 keer bekeken. De rubriek Pijpen zonder condoom werd het meest bezocht. Er werden 94 interne e-mail vragen gesteld via hookers, voornamelijk door klanten. Ook via chat op specifieke avonden zijn klanten persoonlijk geadviseerd; dit leverde 350 bezoekers op. Op de commerciële site van Kinky.nl zijn 12 actieve topics onder de aandacht gebracht. Deze manier van voorlichten blijkt effectief, gezien de hoeveelheid bezoekers. Of, en zo ja welke gedragsverandering de methode oplevert kan echter alleen gemeten worden met een grootschalig onderzoek. Indeprosititutie.nl had in 2012 bijna 40.000 bezoekers, prostitutie.nl 56.165 en prostitutiegoedgeregeld bijna 4.500 bezoekers. Het totaal aantal bezoekers is ongeveer gelijk gebleven ten opzicht van vorig jaar. Prostitutiegoedgeregeld.nl is een samenwerking met het ministerie van Sociale Zaken en is beschikbaar in zeven talen om een grote internationale doelgroep te bereiken. Veldwerk via Internet Onder internetveldwerk verstaan we het bereiken/benaderen (outreachend) van de doelgroep via commerciële sites en fora. Om te voorkomen dat deze sites worden overspoeld door hulpverleners, is gekozen voor een gecoördineerde aanpak. Deze aanpak moet tevens het gezamenlijke bereik - door afstemmen van taken en websites - vergroten. De expertise van GGD’s op dit gebied is vergroot, zodat er onderling geen grote discrepanties ontstaan in deze veldwerkmethode. Met de GGD’s zijn afspraken gemaakt voor eenduidige gezondheidsboodschappen, verdeling van de internetportals en het delen van informatie van potentiële cliënten. Er is is een pilot uitgezet om te monitoren hoeveel cliënten daadwerkelijk via het internetveldwerk een GGD-soa-poli bezoeken om zich te laten testen. De resultaten worden in 2013 bekend. Materiaalontwikkeling Terwijl het internetveldwerk groeit, bezoeken GGD-medewerkers ook nog altijd clubs, ramen en bordelen. Ter ondersteuning van dit 'traditionele' veldwerk ontwikkelde het Programma Prostitutie in de afgelopen jaren een scala aan materialen. Sex Work and Health is beschikbaar in twaaf talen, en werd in 2012 meer dan 2.100 keer besteld door de GGD’s. Voor vijf talen was in 2012 al een herdruk nodig. De geplande effectevaluatie van de folder is door gebrek aan middelen niet doorgegaan. De folder 'Gezond erop' was in 2011 alleen via pdf te downloaden. De grote vraag van de GGD’s naar een folder over vaginale hygiëne bracht het Programma ertoe middelen vrij te maken om in de behoefte te voorzien. De folder is voorlopig beschikbaar in drie talen. Specifiek voor de Landelijke Vaccinatiecampagne is samen met het RIVM gewerkt aan een folder voor sekswerkers om hen beter te informeren over de risico’s van HepB. Deze folder komt in 2013 in productie en zal landelijk uitgerold worden.
47
Jongeren onder de 18 jaar zijn kwetsbaar voor loverboypraktijken. Om dit thema aan te laten sluiten bij het lesprogramma Lang Leve de Liefde is met het Programma Jongeren een needs assesment uitgevoerd6 onder professionals die werken met slachtoffers van loverboys en ervaringsdeskundigen. Onder voorbehoud van voldoende financiële middelen wordt de module in 2013 ontwikkeld. Deze kan in 2014 geïmplementeerd worden op de scholen die werken met Lang Leve de Liefde. Netwerkrelatie & delen van expertise Het Programma Prostitutie heeft een breed netwerk, dat zijn deskundigheid waardeert. Zo werd het Programma door de Eerste Kamer uitgenodigd voor deelname aan een hoorzitting. Verder gaf het Programma een viertal gastcolleges aan de Universiteit van Amsterdam en de Universiteit Utrecht, met als thema's soa- en hiv-preventie, het werken binnen de complexe omgeving van legale en illegale prostitutie, en de meerwaarde van Nederlandse expertise in het internationale veld. De Nederlandse ervaringen zijn ook gedeeld met artsen uit Siberië die werken met sekswerkers, maatschappelijk werkers uit Tsjechië en studenten uit de Verenigde Staten. Het Programma Prostitutie is voorzitter van twee netwerken; het Vlaams Nederlands Netwerk Mannenprostitutie en het Landelijk overleg Tippelzones. Beide netwerken zijn in 2012 drie keer bij elkaar geweest. In het Netwerk Mannenprostitutie ging het over onder andere over geschikte plaatsen om de doelgroep te bereiken en over Testlab als mogelijkheid om deze mannen actief op te sporen om te testen. De hiv-prevalentie onder hen is hoger dan onder vrouwelijke sekswerkers. Veel van de mannen komen uit Oost-Europese landen. Het is momenteel niet helder of de hiv-besmetting in Nederland is opgelopen of in het land van herkomst. De vraag van klanten naar onbeschermde seks blijft groot, wat zorgelijk is. Veel van de mannen in de prostitutie kennen hun status niet. Omdat het een 'anonieme' en lastig te bereiken groep is wordt Testlab als methodiek in 2013 ingezet om deze groep aan te sporen tot testen en behandelen. De afgelopen jaren is het aantal tippelzones gedaald tot vijf. Van deze vijf zones zullen drie tippelzones de komende twee jaar gaan sluiten. Een kenmerk van de tippelzone-sekswerkers is dat zij zorg mijden. Het Programma Prostitutie heeft een deskundigheidsbevorderingdag georganiseerd voor GGD-medewerkers die op tippelzones actief zijn, om te onderzoeken welke mogelijkheden binnen wettelijke kaders bestaan voor het bieden van (verplichte) zorg, en hoe de tippelaarsters het beste benaderd kunnen worden. Ook is onderzocht welke informatie professionals kunnen delen, omdat tippelaarsters vaker op verschillende zones werken. Onderzoek naar de aard en omvang Voor de ontwikkeling van adequate methodieken zijn onderzoeksdata over de aard en omvang van de problematiek binnen het snel veranderende prostitutieveld onontbeerlijk. Het is nog niet gelukt zulk onderzoek gefinancierd te krijgen. Er werd van uitgegaan dat de registratie van sekswerkers binnen de Wet Regulering Prostitutie voldoende inzicht zou opleveren. Echter, het wetsvoorstel is eind 2012 door de minister in de Eerste Kamer aangehouden. Soa Aids Nederland is overigens van mening dat de data die een verplichte registratie (onderdeel van de Wet Regulering Prostitutie) opleveren geen volledig beeld van het prostitutieveld zullen geven.
6
Dit is de eerste fase in de ontwikkeling van een extra module bij Lang Leve de Liefde, gericht op uitbuitingssituaties en seksueel overschrijdend gedrag bij jongeren. 48
Analyse van de resultaten Het Programma Prostitutie heeft het afgelopen jaar gewerkt met een beperkt budget. Ook de GGD’s hebben te maken met bezuinigingen. Dit heeft zijn weerslag op de activiteiten. Zo richten GGD’s zich met hun veldwerk met name op het vergunde – legale prostitutieveld, de clubs en bordelen. Er is geen ruimte om veldwerk te doen buiten deze vergunde locaties. De GGD’s beschouwen het uitkleden van hun taken als onwenselijk. Er komt minder toezicht op het veld en misstanden kunnen makkelijker plaatsvinden. De groep sekswerkers krijgt voortdurend 'nieuwe aanwas'. Het blijft dus belangrijk om continue voorlichting te geven over veilig en gezond werken in de prostitutiebranche Soa Aids Nederland is er niet in geslaagd om financiering te krijgen voor een aard en omvangonderzoek. Het blijft daarom onduidelijk hoe het veld precies in elkaar zit. De ontwikkeling van de richtlijn Meldcode mensenhandel had meer voeten in aarde dan in eerste instantie gedacht. Het is ingewikkelde materie, waarbij gelaveerd moet worden tussen wettelijke kaders en het beroepsgeheim van artsen en verpleegkundigen. Begin 2013 zal duidelijk worden of deze richtlijn voldoende draagvlak heeft voor structurele borging bij de GGD’s en andere gezondheidsprofessionals. Het afstemmen van internetveldwerk om effectiever een grotere groep te bereiken bleek een uitkomst voor velen en is zeer positief geëvalueerd. Deze koers voor het verbeteren van het internetveldwerk bleek de juiste te zijn. Toekomst De traditionele manieren van veldwerken zullen plaats gaan maken voor innovatieve methodieken. De mogelijkheden voor veldwerken in het onvergunde circuit zullen worden onderzocht. Een Meldcode voor betrokken gezondheidsprofessionals zal hiervoor richtlijnen geven. Daarnaast zal het Programma Prostitutie in 2013 nagaan of het programma Testlab van Man2Man - met aanpassingen - kan worden gebruikt in de prostitutiebranche. Het feit dat de Wet Regulering Prostitutie en Bestrijding Misstanden Seksbranche is aangehouden wil niet zeggen dat hij niet alsnog wordt aangenomen. Invoering van de wet kan consequenties hebben voor GGD’s, die mee (zullen moeten) gaan werken aan een registratieplicht voor sekswerkers. Soa Aids Nederland zal de taken dan herijken om de professionals en de directe doelgroepen zo effectief mogelijk te ondersteunen. Het streven blijft om zoveel mogelijk sekswerkers en klanten met een eenduidige boodschap te bereiken. Apart gefinancierde projecten MOVE Forward (€ 1,2 miljoen) & SUSO II (economische ondersteuning & carrière ontwikkeling voor sekswerkers- project voor 3 jaar, € 6 miljoen) Het MOVE Forward project (SUSO I financiering van Buitenlandse Zaken) is in April 2012 afgerond met een internationale driedaagse conferentie en een mooie kleurrijke rapportage. Het project is in 2009 gestart met de input van meer dan 300 sekswerkers uit vier verschillende landen. Verschillende projecten afhankelijk van behoefte en capaciteit van de partnerorganisaties zijn ontwikkeld, variërend van het opzetten van een ‘drop-in-centre’ door sekswerkers waarbij zij begeleid werden om hun eigen organisatie te runnen, het verstrekken van microcredit voor het opzetten van kleine bedrijfjes, het verder ontwikkelen van veldwerkprogramma’s met peer-educators, tot het opleiden van kappers. Belangrijkste ‘lessons 49
learnt’ waren dat uitstappen niet gaat zonder eerst te werken aan verbeterde (persoonlijke) condities voor sekswerkers (“Out is not the only way up”). Verder zijn het verminderen van stigma en discriminatie essentieel voor een goed verloop van de projecten en dat sekswerkers in alle facetten en fasen van dit soort projecten betrokken moeten zijn. Niet over hen praten maar met hen praten en betrekken. De conferentie is gehouden in samenwerking met de partners van ICCO (ook financiering via SUSO I). Sekswerkers uit ontwikkelingslanden hebben bij de slotbijeenkomst op het ministerie een rode pump geschonken aan staatssecretaris Ben Knapen. Deze slotbijeenkomst was een groot succes en werd door het dagblad Trouw en de Volkskrant vastgelegd. De foto van het overhandigen van de pump kwam via het ANP op een aantal websites. Radio 1 en EenVandaag maakten reportages. Het succes werd niet alleen door de media bekrachtigd maar ook door de toezegging van de staatssecretaris voor verder financiering. In november heeft het prostitutieprogramma subsidie van SUSO II binnengehaald, een alliance-samenwerking met ICCO in 10 landen gericht op economische ondersteuning en carrière ontwikkeling voor sekswerkers. Aan het einde van het jaar waren alle tien de landen bezocht en zijn met de lokale partners gesprekken gevoerd en capaciteitsassessments uitgevoerd.
50
8.
Programma Soa Aids beleid
Context Nadat in 2011 de landelijke gezondheidsnota Gezondheid Dichtbij en het Nationaal soa/hivplan 2012-2016 zijn uitgebracht, heeft het ministerie van VWS in 2012 het leefstijlbeleid aangescherpt met meer focus op de samenhang tussen leefstijlthema’s en een duidelijke prioriteit voor de jeugd. Het is belangrijk deze beleidskaders in de praktijk te implementeren, maar bezuinigingen, her-prioriteringen en het soms ontbreken van randvoorwaarden, zijn belemmerende factoren. Recente wetenschappelijke inzichten over biomedische preventie en oud worden met hiv vragen daarnaast om nieuw beleid. Doelstellingen 2012 Bevorderen van de samenhang en afstemming. Ondersteuning van het nationaal strategisch beleid. Verhogen van de kennis en expertise van professionals en publiek. Net als in 2011 werd in 2012 een deel van de capaciteit ingezet voor het Programma Etnische Minderheden. Een ander deel is ingezet voor het realiseren van onderdelen van het werkplan van het RIVM-Centrum Gezond Leven. Activiteiten en resultaten Het bevorderen van de samenhang en afstemming in het soa/hiv-veld. In 2012 heeft het beleidsprogramma drie vergaderingen van het Platform soa en seksuele gezondheid georganiseerd (gepland was: vier). Het Platform heeft onder andere het RIVM/CIb geadviseerd knelpunten in de implementatie van het actief testbeleid aan te pakken, veldpartijen opgeroepen samen tot een goed kwaliteitsregister voor Sense te komen en Rutgers-WPF geadviseerd bij het - na het wegvallen van de monitor van Schorer - maken van een nieuwe LHBT-monitor in te zetten op brede signalering. Het Platform constateert dat er nog steeds sprake is van ernstige problematiek: risico’s op hiv en andere soa’s zijn relatief hoog, anticonceptiegebruik daalt, ervaringen met seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld komen te vaak voor. Het Platform adviseert alle relevante partijen in Nederland zich in te blijven zetten voor seksuele gezondheid. Het beleidsprogramma organiseerde vier vergaderingen van het Overleg van de landelijke soa/hiv-preventieprogramma’s. Vastgesteld werd dat er een optimale afstemming en samenhang tussen hen is gerealiseerd, die werd zichtbaar gemaakt in een schematisch overzicht. Presentaties van het Programma Jongeren over de planmatige ontwikkeling van Lang Leve de Liefde en van Mainline over de meerwaarde van internationaal werken, bevorderden onderling de deskundigheid. De programma’s stellen prijs op dit soort overleggen zien die graag gecontinueerd. Er zijn in 2012 in totaal drie regiobezoeken georganiseerd (een minder dan gepland): aan de regio’s Utrecht, Oost en Zuidelijk Zuid-Holland. De overige regio’s zijn of eerder bezocht of hebben aangegeven geen behoefte te hebben. Uit de bezoeken blijkt dat het ondersteuningsaanbod over het algemeen goed aansluit bij de lokale vraag. Ter tafel worden er aanvullende tips gegeven voor lokale uitdagingen of knelpunten. Utrecht adviseerde wel om 51
de materialen voor MSM een minder grootstedelijke uitstraling te geven. Oost verzocht eerder in de lokale beleidscyclus langs te komen, zodat de landelijke iniatieven beter in de lokale planning meegenomen kunnen worden. Het ondersteunen van het nationaal strategisch beleid. Het beleidsprogramma heeft nieuwe ontwikkelingen in onderzoek, beleid en praktijk geduid, waarmee standpunten van Soa Aids Nederland onderbouwd worden. Zoals het standpunt dat het toepassen van PrEP (Pre Exposure Profylaxe voor hiv) in Nederland prematuur is, omdat hierover nog te veel vragen onbeantwoord zijn. PrEP is niet de enige bio-medische preventietechniek waarvan wetenschappelijk onderzoek een potentieel nut heeft aangetoond. In Nederland zijn PMTCT en PEP al onderdeel van het preventiebeleid. Het beleidsprogramma heeft nu afgewogen of microbiciden, eerder starten met hiv-behandeling en soa-zorg als hivpreventie ook een meerwaarde voor Nederland hebben. Samen met Rutgers-WPF biedt het beleidsprogramma een ondersteuningspakket voor gemeenten ten aanzien van beleid voor seksuele gezondheid. De basis wordt gevormd door het themadeel seksuele gezondheid van de Handreiking Gezonde Gemeente, dat in 2012 werd geactualiseerd met nieuwe onderzoeksgegevens. Tips en praktijkvoorbeelden voor het op de gemeenteagenda krijgen van seksuele gezondheid zijn toegevoegd. Dit themadeel staat in de top 10 van de meest bezochte onderdelen van de Handreiking. Lokale bezuinigingen en herprioriteringen maken het noodzakelijk goed zicht te houden op de soa- en hiv-bestrijding in de praktijk. In eerste instantie werd hiervoor gedacht aan een tweejaarlijkse monitor. Het RIVM/CIb ziet echter meer in een instrument dat niet alleen zicht geeft op knelpunten, maar ook direct reageren mogelijk maakt. Deze manier van monitoring kan het beste plaatsvinden via de regio-ondersteuning. Het beleidsprogramma ontwikkelt hiervoor begin 2013 een instrument (gepland was: monitorinstrument gepubliceerd). Dat discriminatie en stigmatisering van mensen met hiv in Nederland nog steeds voorkomen blijkt uit de klachten die via de Hiv Vereniging Nederland binnenkomen. Het ging daarbij om 125 klachten met name over ontslag, het zonder toestemming van betrokkene doorvertellen van hiv-status, het weigeren van zorgprofessionals om mensen met hiv te behandelen en over de onzekere verblijfstatus van ongedocumenteerden met hiv. Op basis van deze signalen heeft het beleidsprogramma ervoor gekozen een rapport op te stellen over de aanpak van stigma en discriminatie van mensen met hiv in de werkomgeving, de setting waarover de meeste meldingen binnenkomen. Het rapport wordt begin 2013, na bespreking met experts en het Platform soa en seksuele gezondheid, gepubliceerd (gepland was: rapport gepubliceerd, reactie VWS/CIb bekend, beleid aangepast waar nodig). Het stelt voor om in te zetten op brede implementatie van de nieuwe Multidisciplinaire Richtlijn Hiv en Arbeid en op deskundigheidsbevordering over arbeidsparticipatie van mensen met hiv, bij de tien meest betrokken groepen professionals. Daarnaast heeft het beleidsprogramma via de website voor professionals gewezen op uitspraken van de Commissie Gelijke Behandeling dat onderscheid maken op basis van hivinfectie bij (vrijwilligers)werk niet geoorloofd is en aan de oproep van de voorzitter van het MKB voor gelijke behandeling van mensen met hiv. In de praktijk blijkt er nog veel onduidelijkheid te bestaan bij (zorg)professionals over welke hiv- en soa-zorg verleend kan of moet worden aan onverzekerbare vreemdelingen. Om te voorkomen dat vreemdelingen met hiv of andere soa’s hierdoor toegang tot zorg missen, 52
schreef het beleidsprogramma het rapport Toegang tot hiv- en soa zorg voor ongedocumenteerden met hiv. Dit biedt een overzicht hoe deze zorg in Nederland is geregeld, een uitleg van relevante regelingen, maar ook verwijzingen naar advies, hulp en ondersteuning. Het rapport is verspreid tijdens het Etnische Minderheden Congres. Een inventarisatie van interventies en activiteiten en succes & faalfactoren van soa/hivpreventie bij etnische minderheden is in 2012 afgerond en gepubliceerd. Dit was een samenwerkingsproject tussen het beleidsprogramma en het Programma Etnische Minderheden. Uit deze inventarisatie blijkt onder andere dat het in de praktijk regelmatig ontbreekt aan het werken volgens professionele criteria (werken aan borging, werken met SMART-doelen), dat van de 70 activititeiten en interventies, er slechts drie gecertificeerd zijn door het RIVMCentrum Gezond Leven en dat er randvoorwaarden ontbreken voor effectief werken (zoals bijvoorbeeld een overzicht van uitgevoerde activiteiten). De resultaten zijn ter toetsing voorgelegd aan deelnemers van een workshop tijdens het Etnische Minderheden Congres (12 oktober); zij herkenden het beeld en hebben suggesties gedaan voor een aanpak van de knelpunten. De uitdagingen voor de effectiviteit en implementatie van soa/hiv-preventie zijn vervolgens gepresenteerd tijdens een bijeenkomst met GGD-managers (11 december). Zij signaleerden dat soa en hiv in gemeentelijk beleid niet langer een geschikt thema is om etnische minderheden te bereiken; een alternatief is sociaaleconomische gezondheidsverschillen. Tijdens deze bijeenkomst zijn prioriteiten gekozen en concrete afspraken voor verbeteringen gemaakt; waaronder het organiseren van een landelijk overzicht van activiteiten, ervaringen en interventies. De realisatie van een plan van aanpak Oud worden met hiv is vertraagd. Begin 2013 zal het plan van aanpak in de vorm van een advies worden gepubliceerd. Voor het RIVM-Centrum Gezond Leven zijn in 2012 onder andere een actualisatie van de GPS Gezond Leven uitgevoerd; dit is een wegwijzer in het landelijk ondersteuningsaanbod voor professionals gezondheidsbevordering. Ook is een landelijk overzicht gemaakt van databanken met effectieve interventies en zijn interventiebeschrijvingen beoordeeld voor erkenning als Goed Beschreven. Het verhogen van de kennis en expertise van professionals en algemeen publiek. Het beleidsprogramma heeft geadviseerd ten aanzien van onderwerpen en sprekers voor het jaarlijkse Nationaal Congres Soa Hiv Seks en heeft het plenaire programma vormgegeven. In 2012 heeft het beleidsprogramma 10 presentaties, 3 trainingen en 9 workshops verzorgd. Gemiddeld aantal deelnemers was 10, de waardering was goed. Voorbeelden hiervan komen verderop aan bod. Het programma gaf 150 keer advies aan professionals, in 50 gevallen op interne- en in 100 gevallen op externe adviesvragen. Tweederde van de vragen gaat over leven met hiv. Het gaat dan over rechten, regelingen, juridische- en beleidskaders bij werken met hiv, toegang tot zorg, toegang tot verzekeringen en reisbeperkingen. Geen van de vragen gaf aanleiding tot de ontwikkeling van nieuw beleid. Het beleidsprogramma informeert over beleidskaders, thema’s en standpunten en over de inrichting van het werkveld op de website voor professionals. In 2012 is deze informatie 2.975 keer bezocht (5.375 in 2011). Deze daling maakt duidelijk dat nagedacht moet worden over relevantie en vorm van het materiaal. 53
Het beleidsprogramma heeft bijdragen geleverd aan de websites voor publiek en voor professionals, van Soa Aids Nederland. Veelal waren dat berichten over actuele onderzoeksresultaten en over onderwerpen als thuistesten. Ook actualiseert het beleidsprogramma de epidemiologische gegevens over hiv en andere soa’s naar aanleiding van nieuwe publicaties van onder andere het RIVM/CIb en de Stichting Hiv Monitoring. In 2012 is deze informatie 19.923 keer bezocht (16.653 in 2011), met een gemiddelde bezoek tijd van 2,5 minuut. Dit vormt bijna 20 procent van alle bezochte pagina’s op de website voor professionals; de epidemiologie blijkt goed gebruikte ingang voor bezoekers. Overige activiteiten Op verzoek van het RIVM/CIb heeft Soa Aids Nederland het ngo-deel van zowel de UNGASSals Dublin-rapportage gecoördineerd en aangeleverd. Dit zijn periodieke rapportages over het nakomen van afspraken op mondiaal (UNAIDS) en Europees (EC) niveau. Ze laten zien dat er ook in Nederland nog grote uitdagingen liggen, met name in het verminderen van het aantal mensen met hiv dat de eigen serostatus niet kent en het verminderen van risicogedrag onder MSM. Op verzoek van het Ministerie van VWS en het RIVM/CIb heeft Soa Aids Nederland geparticipeerd in de voorbereidingen van een Joint Action on the Improvement of HIV Prevention in Europe 2013-2015. Doel van dit project is de toepassing van instrumenten om de kwaliteit van hiv-preventie te verbeteren. Inmiddels is bekend dat de aanvraag voor dit project is gehonoreerd door de Europese Commissie, de lancering zal plaatsvinden in juni 2013. Analyse resultaten Het beleidsprogramma is succesvol in het bevorderen van afstemming en samenwerking. Resultaten zijn een breed gedragen landelijke visie op de soa/hiv bestrijding en bevordering van seksuele gezondheid, samenwerking tussen de landelijke soa/hiv preventie programma’s, en afstemming van het landelijk ondersteuningsaanbod op de regionale/lokale behoeften. De ondersteuning van het nationaal beleid heeft niet in de mate plaatsgevonden die was gepland. Een te ambitieuze keuze van onderwerpen werd tegelijkertijd ter hand genomen, waarbij de tijd die het kost een onderwerp goed uit te werken werd onderschat. Toekomst De herinrichting van Aids Fonds – STOP AIDS NOW! – Soa Aids Nederland voorziet in het opheffen van het Programma Soa Aids beleid per 2013. Tegelijkertijd wordt de beleidscapaciteit teruggebracht. Het resterende deel wordt geïntegreerd in een nieuw beleidsteam, dat voor de hele organisatie werkt. Binnen de beperkte capaciteit zal scherp moeten worden geprioriteerd, maar ook zal enige ruimte open moeten blijven voor onvoorziene ontwikkelingen.
54
9.
Resultaten ten aanzien van het Centrum Gezond Leven
Soa Aids Nederland voert, net als de andere themainstituten, in opdracht van het Centrum Gezond Leven jaarlijks een aantal taken uit. Deze zijn verdeeld in twee groepen: generieke taken en themaspecifieke taken. De generieke taken betroffen in 2012 een deel communicatieadvies – uitgevoerd door het Programma Publiekscommunicatie. Het programma heeft in 2012 verschillende projecten van het Centrum Gezond Leven (CGL) ondersteund waaronderde ontwikkeling van een nieuwe online strategie. Verder is de Jeugdimpuls (CGL) en de Stichting Opvoeden.nl ondersteund en werd deelgenomen aan de Werkplaats Publiekscommunicatie. De andere ‘generieke taak’ betrof een actualisatie van de GPS Gezond Leven; dit is een wegwijzer in het landelijk ondersteuningsaanbod voor professionals in de gezondheidsbevordering. Ook is een landelijk overzicht gemaakt van databanken met effectieve interventies en zijn interventiebeschrijvingen beoordeeld voor erkenning als Goed Beschreven De themaspecifieke taken varieren van het laten certificeren van interventies tot bijdragen aan nieuwsbrieven en het up-to-date houden van websites. Op dit moment zijn 20 ‘interventies’ opgenomen in de database van het Centrum Gezond Leven, waarvan er 5 het predikaat ‘Theoretisch Goed Onderbouwd’ hebben, 5 bekend staan als ‘Goed Beschreven’ en 10 nog geen beoordeling hebben. In 2013 wordt bezien of er nog nieuwe beschrijvingen kunnen en moeten worden toegevoegd. Overige taken zijn, voor zover dit jaar van toepassing, volledig uitgevoerd.
55
10.
AIDS Action Europe
Context Oost-Europa en Centraal-Azië zijn de enige regio's in de wereld waar het aantal mensen met hiv blijft toenemen. Tussen 2001 en 2010 was die toename zelfs 250 procent. AIDS Action Europe brengt meer dan 400 hiv- en aidsgerelateerde organisaties uit 45 landen in Europa en Centraal-Azië samen om te werken aan een effectievere aanpak van de hiv-epidemie in deze regio. Doelstellingen 2012 Versterken van de bijdrage van ngo’s aan regionaal en nationaal hiv- en aidsgerelateerd beleid. Vergroten van de samenwerking, interactie en kennisuitwisseling tussen ngo’s, netwerken, beleidsmakers en andere organisaties. Besturen van interne processen om het werk plan succesvol uit te voeren. Activiteiten en resultaten Bijdrage van het maatschappelijk middenveld aan een Europees beleid en pleitbezorging Als co-voorzitter van het HIV/AIDS Civil Society Forum (CSF), een adviesorgaan van de Europese Commissie, en als lid van de hiv/aids-denktank heeft AIDS Action Europe bijgedragen aan zowel de implementatie als de monitoring van het EU-beleidsplan 2009-2013, dat streeft naar minder hiv-infecties, betere toegang tot preventie, behandeling en zorg voor risicogroepen en verbeteren van de kwaliteit van leven van mensen met hiv. Het European Centre for Disease Prevention and Control (ECDC) presenteerde in juni de resultaten van de monitor over 2011, waarvan AIDS Action Europe het onderdeel ngo's coördineerde. Ook in 2012 nam AIDS Action Europe dit onderdeel voor zijn rekening, waarbij extra vragen opgenomen zijn over de impact van de economische crisis op het werk van ngo’s. De resultaten hiervan zullen in de loop van 2013 door ECDC gepubliceerd worden. Als co-voorzitter van het CSF hebben we ons in 2012 gericht op het aan de kaak stellen van toenemende mensenrechtenschendingen in de regio en het bevechten van universele toegang tot preventie, behandeling en zorg in tijden van economische crisis. AIDS Action Europe heeft samen met de European AIDS Treatment Group in 2012 opnieuw twee CSF-bijeenkomsten georganiseerd, die de spil vormen van het pleitbezorgingswerk van het netwerk. De gemiddeld 30 deelnemers werden gevormd door nationale ngo’s, regionale netwerken, EC, ECDC, WHO, UNAIDS en andere Europese instituten. Op de agenda stonden onder andere de positie van migranten met hiv in Europa, toenemende discriminatie van migranten en sekswerkers in Griekenland, anti-homowetgeving in Rusland en Oekraïne, het debat over antiretrovirale behandeling als preventie en de toekomst van een Europees hiv-beleid in het kader van een breder gezondheidsbeleid. In vervolg op de discussie in het CSF en de hiv/aids-denktank heeft een lid van de AIDS Action Europe stuurgroep namens het CSF deelgenomen aan een ECDC-monitoringmissie naar Griekenland waar het aantal nieuwe hiv-infecties stijgt en in de media migranten en sekswerkers hiervan de schuld hebben gekregen. De missie, een initiatief van ECDC, concludeerde dat er geen bewijs is dat sekswerk of migratie de oorzaak zijn van huidige hiv 56
uitbraken en heeft dit ook als zodanig aan het Griekse Ministerie van gezondheid gerapporteerd in het rapport Risk Assessment on HIV in Greece. Helaas vond deze missie plaats ten tijde van de verkiezingen waardoor het thema migratie een nog grotere politieke lading kreeg en verschijning van het rapport lang is tegengehouden. M.b.t anti-homo wetgeving in Oekraïne hebben de CSF co-voorzitters op verzoek van CSF/AIDS Action Europe lid All-Ukrainian network of PLWHA eind december een brief naar de president van Oekraïne en relevante parlementsleden en commissies opgesteld om protest aan te tekenen naar aanleiding van de concept wet die ‘propaganda’ rondom homoseksualiteit verbiedt. In 2013 zullen samen met de lokale partner vervolgstappen ontwikkeld worden.
In vervolg op de discussie in het CSF over de toekomst van Europees hivbeleid is er een brief aan eurocommissaris Borg gestuurd om te pleiten voor een vervolgbeleid op het Commission Communication en Action Plan 2009-2013, omdat hiv/aids nog steeds een groeiend probleem is in Europa. De eurocommissaris heeft geantwoord dat aansluitend op de Hiv en mensenrechtenconferentie in 2013 een CSF-bijeenkomst zal plaatsvinden waar dit geagendeerd zal worden. De CSF co-voorzitters zullen begin 2013 met het cabinet van de eurocommissaris om de tafel zitten om sneller duidelijkheid te krijgen over de plannen voor een vervolgbeleid. Daarnaast heeft het CSF onder andere de volgende zaken opgepakt: Een inventarisatie onder CSF-leden om een indicatie te krijgen van de situatie rondom stock-outs van hiv- en hepatitismedicatie. Naast gebrek aan medicijnen betreft dit bijvoorbeeld ook onvoldoende voorraad spuiten of viralloadtesten. Deze halfjaarlijkse inventarisatie is ingesteld naar aanleiding van toenemende signalen van stock-outs in de regio. De informatie wordt met WHO/Europe gedeeld, die, indien nodig, de betreffende ministeries van gezondheid benadert. Een lobby bij de Ierse ministeries van Gezondheid en Binnenlandse Zaken en de EC om tijdens het Ierse EU-voorzitterschap een conferentie te organiseren waar een nieuwe Dublin Declaration on HIV in Europe aangenomen wordt. Het voorlopige resultaat is een EU/UNAIDS Hiv en mensenrechtenconferentie tijdens het Ierse voorzitterschap in 2013. Op verzoek van het Engelse lid van het CSF, ter input voor hun nationale beleidsontwikkeling, hebben bijna alle CSF leden hun nationale HIV beleidsdocumenten gedeeld. Van deze documenten is een compilatie gemaakt, die weer gebruikt is tijdens het CSF debat over huidig en toekomstig Europees hivbeleid. IQHIV initiative/Joint Action on improving quality in HIV prevention Als partner in het IQHIV initiative, een samenwerkingsverband tussen AIDS Action Europe, WHO/Europe en BZgA7, hebben we de 2nd conference on Quality in HIV Prevention in the European Region mee georganiseerd in Berlijn. Zo’n 80 deelnemers, bestaande uit ministeries van gezondheid, maatschappelijk middenveld, Europese Commissie en internationale organisaties (WHO/Europe, UNAIDS etc.) hebben gedurende 2 dagen de laatste stand van zaken rondom kwaliteitsbevordering in hivpreventie doorgenomen, op basis van de methodieken en materialen die IQHIV de laatste jaren ontwikkeld heeft. AIDS Action Europe gaat als partner in het IQHIV-initiatief deelnemen in de “Joint Action on improving quality in HIV prevention”. In 2012 heeft AIDS Action Europe meegewerkt aan de voorbereiding van dit
7
Bundeszentrale für gesundheitliche Aufklärung (BZgA).
57
samenwerkingsverband tussen 15 ministeries van gezondheid, BZgA en het maatschappelijk middenveld, dat in 2013 zal starten. AIDS Action Europe wordt betrokken bij de disseminatie en beleidsontwikkelingscomponenten van het driejarige project. Zo zullen alle materialen die ontwikkeld worden toegankelijk gemaakt worden via onze Clearinghouse, zullen onze verdere disseminatiekanalen actief gebruikt worden voor het project en zullen in de betreffende landen onze leden benaderd worden om deel te nemen aan de trainingen en workshops met als doel de kwaliteit van hun hivpreventie werk te verbeteren. Uiteindelijk zal het werk van de Joint Action samengebracht in een policy kit die via AIDS Action Europe op de agenda van het CSF breder geagendeerd zal worden. HIV in Europe initiatief Het HIV in Europe-initiatief organiseerde in maart de HIV in Europe conferentie, onder auspiciën van EU-voorzitter Denemarken. AIDS Action Europe is medevoorzitter van dit initiatief. Een Joint Statement van het CSF over de noodzaak tot toegang tot medicijnen in tijden van financiële crisis werd gepresenteerd tijdens de opening van de conferentie. Meerdere leden van de stuurgroep hebben meegewerkt aan de voorbereiding van de conferentie en hebben presentaties gegeven en in panels plaatsgenomen. Op de conferentie werd een schat aan onderzoeksdata gepresenteerd, o.a. over kost-effectiviteit van routine testen, bruikbaarheid van sneltesten en hoe acute hivinfectie de epidemie voedt. In 2012 heeft HIV in Europe ook een Guidance document on HIV testing in indicator conditions en de HIDES (HIV Indicator Diseases across Europe Study) resultaten gepubliceerd. Voorbereidingen voor de 2014 conferentie zijn in gang gezet. Wereld Aids Conferentie in Washington AIDS Action Europe was nauw betrokken bij de voorbereidingen voor de conferentie. Als lid van de International AIDS Society regional working group for Europe konden we de inhoud van de hoofdsessies over Europa en de European networking zone mede bepalen. In de hoofdsessie over Europa heeft Ton Coenen een presentatie gegeven over het HIV in Europeinitiatief en de CSF-co-voorzitter over het CSF, de Think Tank en Europees hiv-beleid. AIDS Action Europe heeft zelf twee workshops georganiseerd. De eerste workshop What’s the point of networking?, met medewerking van netwerken en organisaties uit meerdere continenten, onderzocht de meerwaarde van netwerken voor individuele organisaties en het werk on-the-ground. Interessant was dat er geen regionale verschillen waren: gezamenlijk netwerken is inspirerend, empowering en het helpt de strijd tegen stigma en discriminatie. Jongeren gaven wel aan dat het moeilijk is een plaats binnen gevestigde netwerken te verkrijgen. In de workshop Stigma faced by women living with HIV in Eastern Europe and Central Asia werden resultaten van onderzoek in Oekraïne, Wit-Rusland, Moldavië en Estland gepresenteerd, waarbij duidelijk werd dat vrouwen, waaronder de onderzoeksters, te maken hadden met buitensporig hoog stigma. In Belarus bijvoorbeeld werd 61% van de vrouwen met hiv (versus 36% van de mannen) door gezondheidswerkers geadviseerd om geen kinderen te nemen. De belangrijkste stigma-gerelateerde uitdagingen voor vrouwen die uit het onderzoek komen zijn gerelateerd aan medische instituten, schendingen van reproductieve rechten, werkeloosheid en een hoog niveau van suïcidale gevoelens veroorzaakt door depressie. Ook heeft AIDS Action Europe een sessie van het IQHIV-initiatief mede gefaciliteerd. Voor, tijdens en na de conferentie is uitvoerig gecommuniceerd met de achterban.
58
Verdere samenwerking en activiteiten AIDS Action Europe hield samen met het Aids Fonds tijdens het EK voetbal in Oekraïne en Polen een online petitie, gericht aan de Oekraïense president Janoekovitsj, tegen de grote investeringen in het EK en de minimale investeringen in de inkoop van medicijnen. Dit terwijl beloftes gedaan waren dat elke patiënt toegang tot hiv-remmers zou hebben, wat duidelijk niet het geval is. Deze actie was samen met het lokale AIDS Action Europe lid All-Ukrainian network of PLWHA en de Ukrainian Community Advisory Board (UCAB) ontwikkeld De petitie is 2.453 keer ondertekend en aangeboden aan de president, die helaas niet gereageerd heeft. Het Aids Fonds heeft wel een vervolg campagne van UCAB gesteund met een small grant voor een billboard-campagne die alle parlementsleden opriep om 1/3e van het budget wat gereserveerd was voor hun gezondsheids- en kuuroordkosten beschikbaar te stellen aan de behandeling van hiv, TB en hepatitus C. Al enige tijd is AIDS Action Europe bezig met het opzetten van een initiatief om meer aandacht te genereren voor de juridische aspecten rondom leven met hiv. In 2012 heeft het initiatief vorm gekregen in het European HIV Legal Forum dat zich in deze eerste fase toespitst op de situatie van migranten met hiv zonder geldige papieren. Tot nu toe zijn vijf landen bij het initiatief betrokken: Nederland, Italië, Groot-Brittannië, Hongarije en Zwitserland. Om een accurater beeld van de situatie per land te krijgen is een vragenlijst uitgezet. Op basis daarvan is een rapport geschreven waarvan de eerste resultaten tijdens de laatste CSF-bijeenkomst besproken zijn. Helaas zijn de activiteiten nog beperkt van omvang vanwege gebrek aan specifieke projectfinanciering. In de EU loopt de pleitbezorging en beleidsbeïnvloeding voornamelijk via kanalen zoals het CSF en contacten met de Europese Commissie. Om de pleitbezorging in OostEuropa en Centraal-Azië meer te focussen, hebben we in 2012 op velerlei manieren getracht om een zetel te krijgen in de nieuw op te richten Council on HIV, Tuberculosis and Malaria van de Commonwealth of Independent States, tot op heden helaas zonder succes. Kennisuitwisseling en samenwerking tussen ngo’s De Clearinghouse speelt een belangrijke rol in de kennisuitwisseling tussen ngo’s, netwerken, beleidsmakers en andere organisaties. Deze online database werd in 2012 met 92 nieuwe ‘good practice’-materialen aangevuld, wat het totaal aantal materialen eind 2012 op 1229 bracht. In 2012 is de database met gebruikersaccounts van de Clearinghouse en de AIDS Action Europe-leden grondig opgeschoond. In de loop van de jaren waren deze bestanden vervuild geraakt met spam, dubbele of niet meer werkende e-mailadressen en niet meer bestaande leden. De Clearinghouse had eind 2012 791 gebruikersaccounts. De gebruikers van de Clearinghouse variëren van kleine ngo’s in de Oekraïne tot beleidsmakers in Brussel. In oktober kreeg een AIDS Action Europe-stuurgroepvergadering in Minsk veel publiciteit in de Wit-Russische media. Dit heeft geleid tot een verhoging in het aantal bezoeken aan de website en de Clearinghouse. Communicatie AIDS Action Europe communiceerde in 2012 op verschillende manieren met haar netwerk. De website www.aidsactioneurope.org werd actueel gehouden met nieuws, vacatures, petities, evenementen, rapportages en andere relevante informatie uit de regio. Ook werd hier 59
informatie gedeeld over het CSF. De website trok gemiddeld 1.736 bezoeken per maand (20.838 bezoeken over het hele jaar, vergelijkbaar met het aantal bezoeken in 2011). De meeste bezoeken werden gemeten in respectievelijk Oekraïne, Rusland, Nederland, Verenigde Staten, België, Verenigd Koninkrijk, Armenië en Italië. Het totaal aantal paginaweergaven is met 61.891 lager ten opzichte van vorig jaar (75.338). Het aantal nieuwe bezoekers aan de website nam toe tot 70 procent in 2012 (tegenover 60 procent in 2011). Dit komt door het actief werven van nieuwe leden aan het eind van 2012 en de toename van het aantal fans en volgers op sociale media. In 2012 heeft AIDS Action Europe vier keer het e-news verspreid aan ruim 500 leden, partners en andere geïnteresseerden. Daarnaast heeft AIDS Action Europe twaalf keer een update van de Clearinghouse uitgestuurd. Na iedere update werd een stijging in het aantal pageviews op de website gemeten. In 2012 is begonnen met het gericht benaderen van specifieke doelgroepen binnen het netwerk met informatie op maat, met als doel het effectiever bereiken van het netwerk. Een mailing aan leden die met drugsgebruikers werken over een beschikbare positie bij het EU Civil Society Forum on Drugs werd 32 procent vaker geopend dan de Clearinghouse Update gericht aan alle leden in dezelfde periode. Het aantal mensen dat AIDS Action Europe volgt via Facebook en Twitter is in 2012 meer dan verdubbeld ten opzichte van het jaar ervoor. Facebook telde 576 fans (215 eind 2011) en Twitter 263 volgers (126 eind 2011). Het inzetten van sociale media versterkt de centrale rol van aidsactioneurope.org en hivaidsclearinghouse.eu. Dit was een onderdeel van het crossmedia communications plan uit 2011 dat voorziet in een online ecosysteem voor AIDS Action Europe. WordPress is in 2012 onderdeel geworden van dit ecosysteem. Verschillende gastschrijvers hebben samen tien keer geblogd tijdens de Wereld Aids Conferentie in Washington en de 2nd conference on Quality in HIV Prevention in the European Region. In 2012 is promotiemateriaal ontwikkeld in de vorm van gekleurde pagemarkers. Deze zijn bij verschillende gelegenheden zoals de internationale aidsconferentie gedistribueerd en enthousiast ontvangen. Ook de brochure van AIDS Action Europe is in 2012 herzien en herdrukt en samen met de pagemarkers wijd verspreid. Sturing van het netwerk en activiteiten Diverse activiteiten hebben bijgedragen aan de sturing van het netwerk. Er vonden stuurgroepvergaderingen plaats in Milaan en Minsk. Aansluitend werden stakeholdermeetings in de betreffende steden georganiseerd. Dit gaf lokale en nationale lidorganisaties, ministeries van gezondheid en andere betrokkenen de kans om met de stuurgroep en staf van gedachten te wisselen over de prioriteiten van AIDS Action Europe en het lokale maatschappelijk middenveld. Voorafgaand aan de stakeholder meeting in Minsk was een persconferentie georganiseerd door AIDS Action Europe en een van haar Wit-Russische leden, die goed bezocht werd door relevante media. Door het actief benaderen van relevante potentiële lidorganisaties eind 2012 groeide het netwerk met 32 nieuwe leden. Het opschonen van de database leidt ertoe dat het totaal leden met 424 leden ongeveer gelijk bleef.
60
Analyse van de resultaten De uitkomsten van de monitor 2011, die in 2012 werd gepubliceerd, lieten zien dat CSF-leden, denktankleden, beleidsmakers, de Europese Commissie en internationale organisaties het CSF zien als een belangrijk kanaal om beleidsbeïnvloeding en -uitwisseling te bevorderen. Evaluaties van CSF-bijeenkomsten tonen hoge scores voor de manier waarop AIDS Action Europe, samen met EATG, het CSF voorzit. De bijeenkomsten worden gewaardeerd om hun netwerkmogelijkheden, actuele onderwerpen en beleidsmatige discussies. De monitor die AIDS Action Europe in 2012 voor ECDC gedaan heeft geeft ook voorbeelden van de werkelijke meerwaarde van het lidmaatschap. Zo geeft het Finse lid aan dat het CSF-lidmaatschap geholpen heeft om een nationale hiv-strategie te ontwikkelen. Het Servische lid heeft informatie uit het CSF gebruikt om een initiatief tot hervorming van het strafrecht op hivgebied te initiëren. Uit evaluaties blijkt dat de meerderheid van de leden CSF-informatie deelt met collega’s en hun bredere lokale en/of nationale netwerk. In Portugal en Italië is zelfs een nationaal CSF opgezet naar voorbeeld van de CSF-bijeenkomsten. In 2012 is bekeken hoe een aantal kanalen, waaronder de e-news, beter ingezet kunnen worden, zodat er een groter bereik is en onze informatie beter aansluit bij de doelgroepen. Een aantal veranderingen kan pas in 2013 doorgevoerd worden. De communicatie via social media is dit jaar een veel grotere rol gaan spelen, waardoor we sneller, pro-actiever en ook meer gericht hebben kunnen communiceren met onze achterban. Reden tot zorg zijn de effecten van de economische crisis op de toegang tot hiv-preventie en zorg, en de risico’s voor de duurzaamheid van programma’s die door ngo’s ontwikkeld zijn voor de meest getroffen groepen. Informatie van CSF en AIDS Action Europe leden, onder andere uit de monitor, geeft een indicatie dat meer en meer ngo’s moeite hebben om bestaande programma’s overeind te houden. Ook AIDS Action Europe merkt de toenemende moeilijkheid om haar kernactiviteiten gefinancierd te houden en additionele fondsen aan te boren voor nieuwe projecten en initiatieven. Toekomst De Joint Action, die in 2013 van start zal gaan, biedt interessante nieuwe kanalen voor AIDS Action Europe, met name de directe samenwerking met beleidsmakers van minimaal 15 ministeries van gezondheid. Die opent nieuwe communicatiekanalen en levert nieuwe informatie op voor de Clearinghouse. Om als netwerk op langere termijn te kunnen blijven functioneren is voldoende cofinanciering nodig. De economische recessie in Europa bemoeilijkt het vinden van cofinanciering. AIDS Action Europe zal op korte termijn meerdere scenario’s ontwikkelen en duidelijke keuzes moeten maken. Tevens zal het wel of niet ontwikkeling van een nieuw EU Communication en Action Plan van invloed zijn op de toekomst van AIDS Action Europe. Het maatschappelijk middenveld is het erover eens dat nieuw specifiek EU-beleid hard nodig is. Indien dat er niet komt, zou ook het CSF wel eens kunnen verdwijnen, wat de prominente positie die AIDS Action Europe inneemt bij de beleidsbeïnvloeding op Europees hivbeleid zou verzwakken. Afzonderlijk gefinancierde projecten ROST Doelstelling Versterken van fondsenwervingsvaardigheden van ngo’s in Oost-Europa en Centraal-Azië. 61
Activiteiten en resultaten Vanwege gebrek aan financiering is het derde en laatste jaar van dit project, dat gecoördineerd werd door AIDS Foundation East West, helaas stopgezet en daarmee is het project voortijdig beëindigd.
62
11.
Organisatie en Personeel
De organisatiestructuur is vernieuwd om de sturing op het geheel en het lerend vermogen van de organisatie te versterken. Er is dit jaar hard gewerkt om te bedenken hoe het werken met drie merken in combinatie met het halen van zoveel mogelijk winst uit de samenwerking uitpakt. In meerdere sessies met het MT, leidinggevenden en OR zijn de plannen verder uitgewerkt. Deze hebben geleid tot een nieuwe structuur waarbij de bestaande afdelingen blijven bestaan, maar met een vernieuwde focus en indeling. De afdeling marketing en communicatie kent dadelijk twee takken: de marketingkant en de interne advieskant. Binnen de afdeling beleid en programma’s worden inhoudelijke programma’s onderscheiden naast een algemeen beleidsteam en een subsidiebureau. Het bedrijfsbureau zal ook personele zaken en documentatie gaan omvatten. Er is een plaatsingsprocedure gestart om alle medewerkers binnen de nieuwe structuur te plaatsen. Deze procedure heeft geleid tot één bezwaar van een medewerker. De nieuwe structuur wordt per 1 januari 2013 ingevoerd. Situatie in 2012:
De stichtingen Aids Fonds – Soa Aids Nederland en STOP AIDS NOW! werken vanuit één organisatie: de Werkmaatschappij Soa Aids. Zij hebben elk hun specifieke doelstellingen op het terrein van de soa- en hiv-bestrijding in binnen- en buitenland.
63
Alle medewerkers zijn in dienst van de Werkmaatschappij. De werkzaamheden worden uitgevoerd vanuit de vier afdelingen: Beleid en Programma’s, Communicatie en Fondsenwerving, het Bedrijfsbureau en het Stafbureau. De organisatie wordt geleid door twee bestuurders, één van de stichting Aids Fonds – Soa Aids Nederland en één van STOP AIDS NOW! Samen vormen zij de Raad van Bestuur van de Werkmaatschappij Soa Aids. Eén gezamenlijke Raad van Toezicht is toezichthouder voor deze drie stichtingen.
64
11.1
Bestuur en toezicht
11.1.1 Raad van Toezicht De Raad van Toezicht vervult de statutair vastgelegde taak van toezichthouder, waarbij hij de stichting en haar resultaten kritisch volgt en zijn goedkeuring moet hechten aan plannen en verantwoordingen. De Raad van Toezicht benoemt de externe accountant, die rapporteert aan de Raad van Toezicht en de Raad van Bestuur. Eens per vier jaar wordt het functioneren van de externe accountant door de Raad van Toezicht en de Raad van Bestuur beoordeeld. Profiel Het op 20 december 2007 vastgestelde profiel van de Raad van Toezicht vormt het uitgangspunt voor de samenstelling van de Raden van Toezicht in een algehele personele unie. Gelet op de doelstellingen van de drie stichtingen moeten de toezichthouders voortkomen uit de volgende acht maatschappelijke sectoren: politiek, bedrijfsleven, nationale soa-bestrijding, internationale aidsbestrijding, ontwikkelingssamenwerking, financiën, communicatie en onderzoek. De negende toezichthouder is statutair bepaald als iemand die het vertrouwen heeft van de belangenorganisaties voor mensen met hiv. Combinaties van deskundigheid zijn mogelijk en er wordt gestreefd naar een evenwicht in het aantal mannen en vrouwen. Vergaderingen De Raad van Toezicht is in 2012 viermaal in vergadering bijeengekomen. De Raad van Bestuur woonde deze vergaderingen bij. Vaste onderwerpen op de agenda zijn de besluitenlijst van de Raad van Bestuur en de inhoudelijke en financiële kwartaalrapportages. De financiële Auditcommissie van de Raad van Toezicht rapporteert in de vergaderingen over haar toezicht op de financiële zaken en op de besluitvormingsprocedure bij het toekennen van subsidies. De Raad van Toezicht heeft zichzelf verplicht periodiek een zelfevaluatie te organiseren. In zijn vergadering van 13 april 2010 is de zelfevaluatie uitgevoerd, waarvan een verslag is gemaakt. De volgende zelfevaluatie is voor 2013 gepland. Op de vergadering van 22 maart was de ontwikkeling van de organisatie een belangrijk thema, evenals de wijze waarop met het faillissement van Schorer is omgegaan. In dit verband werd verder gesproken over het volgen van de gezondheid van partnerorganisaties. Het jaarverslag 2011 en de jaarrekening 2011 werden in de vergadering van 23 april goedgekeurd. Tevens werd met de accountants van KPMG het accountantsverslag besproken. De herstructurering van de organisatie was een belangrijk thema. Ten slotte werd ingestemd met de herbenoeming voor een tweede termijn van mevrouw Ploumen en de heer Miedema. Op 30 oktober werden het werkplan en de begroting voor 2013 goedgekeurd, evenals de tussentijdse vermogensopstelling en pro form consolidatie die in verband met de voorgenomen fusie waren opgesteld. Ook de vacatures in de Raad vormden een agendapunt, waarbij besloten werd actief op zoek te gaan naar kandidaten. Ten slotte werden de voorgenomen organisatorische veranderingen behandeld. De Raad van Toezicht nam in zijn vergadering van 11 december het besluit tot een juridische fusie per 1 januari 2013 van de Stichting Aids Fonds – Soa Aids Nederland, de Stichting STOP AIDS NOW! en de Stichting Werkmaatschappij Soa Aids in de Stichting Werkmaatschappij Soa Aids, die vervolgens onder de naam Stichting Aids Fonds – STOP AIDS NOW! – Soa Aids Nederland wordt voortgezet. Tevens werd het nieuwe ‘Reglement Raad van Toezicht en Raad 65
van Bestuur’ vastgesteld. Ten slotte werd een instrument goedgekeurd waarmee de Raad van Toezicht het functioneren van de Raad van Bestuur kan monitoren en evalueren. Financiële auditcommissie De Auditcommissie, voorgeschreven vanwege het eenhoofdige bestuur van de stichting, is belast met het houden van toezicht op de financiële gang van zaken binnen de Stichting in het algemeen en voorts met de toetsing van de werking van de interne controle op de administratieve organisatie, in het bijzonder op de betalingsorganisatie. De Auditcommissie ziet er tevens op toe dat subsidiebesluiten op de juiste wijze tot stand komen. Vaste onderdelen van de vergaderingen zijn de bespreking van de managementrapportages en de beoordeling van de declaraties, creditcard- en andere uitgaven door de Raad van Bestuur. De Auditcommissie bestond in 2012 uit de portefeuillehouder financiën van die Raad van Toezicht, mevrouw Wilders en een lid van die Raad de heer Miedema. De Raad van Bestuur woonde alle vergaderingen van de Auditcommissie bij. De Auditcommissie behandelde in haar vergadering van 5 april in het bijzijn van de externe accountant het accountantsverslag 2011, de jaarrekening 2011, het jaarverslag 2011 en de Verantwoordingsverklaring 2011. De vergadering van 18 september stond in het teken van de bezuinigingen, het concept-werkplan 2013 en de conceptbegroting 2013, alsmede de financiële managementrapportage over het eerste halfjaar. In verband met de voorgenomen fusie besprak op 23 oktober de Auditcommissie de tussentijdse vermogensopstelling en pro form consolidatie. Tevens werd de conceptbegroting voor 2013 besproken. Op 11 december besprak de Auditcommissie in het bijzijn van de externe accountant de managementletter 2012, de financiële Managementrapportage over het derde kwartaal en de directiesalarissen. Vergoedingenbeleid De leden van de Raad van Toezicht verrichten hun werkzaamheden onbezoldigd met de mogelijkheid van een redelijke vergoeding voor de ten behoeve van de stichting gemaakte kosten en voor door hen voor de stichting verrichte werkzaamheden. Binnen de ruimte van het CBF-Keur bestaat de mogelijkheid van niet-overmatige vacatiegelden. In het boekjaar 2012 werden door de leden van de Raad van Toezicht geen onkosten gedeclareerd; er werden evenmin vacatiegelden uitgekeerd. Samenstelling Raad van Toezicht In 2012 werden mevrouw Ploumen en de heer Miedema herbenoemd voor een tweede termijn als lid van de Raad van Toezicht. Mevrouw Ploumen beëindigde het lidmaatschap van de Raad per 5 november 2012 vanwege haar benoeming tot minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking in het Kabinet Rutte II. Hierdoor ontstond een vacature voor de zetel met het profiel ‘ontwikkelingssamenwerking’. De zetel met het profiel ‘politiek’ bleef in 2012 onbezet, maar de betreffende ervaring en deskundigheid was overigens wel in voldoende mate bij andere leden van de Raad aanwezig. De Raad van Toezicht is actief op zoek gegaan naar kandidaten voor de invulling van beide vacatures, maar eind 2012 zijn de vacatures nog niet vervuld. Statutair is bepaald dat de Raad van Toezicht een rooster van aftreden opstelt. Indien in een tussentijdse vacature wordt voorzien, dan wordt geen volledige, eerste termijn vervuld maar eindigt de eerste termijn volgens het rooster. Leden van de Raad van Toezicht worden benoemd voor een aaneengesloten periode van maximaal vier jaar en kunnen één keer worden herbenoemd. 66
Raad van Toezicht Stichting Aids Fonds - Soa Aids Nederland, Stichting Werkmaatschappij Soa Aids en Stichting STOP AIDS NOW! per 31 december 2012 Naam
Profiel van de zetel
Aantreden
Termijn
Einde termijn
Dhr. mr. A. Ruys, voorzitter
Bedrijfsleven
18-04-2006
2
01-06-2014
Mw. drs. Y.M. Wilders RA
Financiën
01-01-2011
1
01-06-2014
Vacature
Politiek
1
01-06-2014
Mw. prof. dr. A.P. Hardon
Internationale aidsbestrijding
21-04-2008
2
01-06-2015
Dhr. dr. K.G. Moody
Vertrouwen van mensen met hiv
21-04-2008
2
01-06-2015
Dhr. prof. dr. F. Miedema
Onderzoek
11-04-2011
2
01-06-2016
Vacature
Ontwikkelingssamenwerking
1
01-06-2016
Mw. ir. H.A.G.M. Linden
Nationale soa-bestrijding
26-10-2011
1
01-06-2013
Dhr. R.J. Lips
Communicatie
29-06-2010
1
01-06-2013
Hoofd- en nevenfuncties 2012 De heer mr. A. Ruys heeft de volgende nevenfuncties: lid Raad van Commissarissen Janivo Holding BV, lid Raad van Commissarissen British American Tobacco Plc (VK), lid Raad van Commissarissen ITC PLC India, voorzitter Raad van Commissarissen Luchthaven Schiphol N.V., voorzitter Stichting Codart, voorzitter Douwe Egberts Foundation, voorzitter Raad van Toezicht Stichting Madurodam en bestuurslid Stichting De Eik. Mevrouw drs. Y.M. Wilders RA is lid van de Raad van Bestuur Spaarne Ziekenhuis en heeft als nevenfuncties: bestuurslid Nederlandse Vereniging van Ziekenhuisdirecteuren (tot 28 november 2012), lid Raad van Toezicht Medial, bestuurslid Stichting Apotheek der Haarlemse Ziekenhuizen, voorzitter Bestuur Stichting Digitale Snelweg Kennemerland, voorzitter Raad van Commissarissen Transpaarne en bestuurslid Stichting De Belevenis (tot 1 oktober 2012). Mevrouw prof. dr. A.P. Hardon is hoogleraar Antropologie van Zorg en Gezondheid aan de Universiteit van Amsterdam en wetenschappelijk directeur Amsterdam Institute for Social Science Research (AISSR) en heeft geen nevenfuncties. De heer dr. K.G. Moody is internationale coördinator / CEO van de Global Network of People Living with HIV (GNP+) en heeft als nevenfuncties: bestuurslid International HIV/AIDS Alliance (Brighton, UK) en lid Advisory Committee Koninklijk Instituut voor de Tropen (KIT, Amsterdam). De heer prof. dr. F. Miedema is vicevoorzitter Raad van Bestuur en decaan Universitair Medisch Centrum Utrecht en heeft als nevenfuncties: secretaris Stichting Dondersfonds, bestuurslid Talma Eijckman Stichting, voorzitter Raad van Toezicht Leidsche Rijn Julius Gezondheidscentra, lid Raad van Toezicht Hubrecht Instituut, lid Raad van Toezicht UMC Utrecht Exploitatie BV en lid Raad van Toezicht UU Holding BV. 67
Mevrouw E.M.J. drs. Ploumen was tot 21 januari 2012 voorzitter van de Partij van de Arbeid en had als nevenfuncties: lid Raad van Toezicht Samenwerkende Hulporganisaties en bestuurslid Stichting Opzij. Op 5 november 2012 is zij beëdigd als minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking in het Kabinet Rutte II. Zij heeft per 5 november 2012 haar nevenfuncties neergelegd. Mevrouw ir. H.A.G.M. Linden is directeur van de Geneeskundige en Gezondheidsdienst Gemeente Utrecht en directeur van de Publieke Gezondheid GGD Regio Utrecht i.o. en heeft als nevenfuncties: lid Raad van Toezicht Voedingscentrum, lid Raad van Toezicht Lijn 1 Haaglanden, lid Raad van Bestuur Stichting Agis en lid Adviesraad MO zaak. De heer R.J. Lips is Netmanager Nederland 3 bij de Nederlandse Publieke Omroep en heeft geen nevenfuncties.
11.1.2 Raad van Bestuur De Raad van Bestuur is belast met het besturen van de Stichting Aids Fonds - Soa Aids Nederland en legt verantwoording af aan de Raad van Toezicht. De taken van de Raad van Bestuur zijn in het bijzonder het strategisch beleid, de algehele coördinatie en de externe representatie. De Raad van Bestuur is verantwoordelijk voor de inhoudelijke en financieeladministratieve kwaliteitsbewaking, alsmede het personeelsbeleid. Een substantieel deel van werkzaamheden van de bestuurder betreffen het voorzitterschap van de Raad van Bestuur van de Stichting Werkmaatschappij Soa Aids. Deze Stichting opereert als faciliterend bedrijf en fungeert als werkgever voor de stichtingen STOP AIDS NOW! en Aids Fonds Soa Aids Nederland. De Raden van Bestuur van Aids Fonds - Soa Aids Nederland, STOP AIDS NOW! en de Werkmaatschappij Soa Aids vergaderen tweewekelijks in het managementteam met de managers van de drie afdelingen. Het managementteam heeft geen besluitvormende bevoegdheid, maar wel worden besluiten aangaande de organisatie door de Raad van Bestuur zoveel mogelijk in het managementteam genomen en als zodanig vastgelegd. Alle besluiten van de Raad van Bestuur worden schriftelijk in een besluitenlijst vastgelegd en als mededeling bij de vergaderstukken van Raad van Toezicht gevoegd. De Raad van Bestuur van de Stichting Aids Fonds - Soa Aids Nederland werd in 2012 gevormd door Ton Coenen. De nevenfuncties van de heer Ton Coenen zijn: lid Raad van Toezicht Stichting Huisartsen Dienstenposten Amsterdam, bestuurslid René Klijn Stichting, bestuurslid Stichting H. Molendijk, lid Raad van Toezicht Medical Credit Fund, member of the Executive Committee and chair of the Strategy Committee ICASO, co-chair of the HIV in Europe Initiative en member European HIV/AIDS Funders Group Steering Committee. De jaarlijkse evaluatie en beoordeling van de Raad van Bestuur heeft in 2012 plaatsgevonden door de Raad van Toezicht, volgens het door deze Raad in 2010 vastgesteld systeem. Bezoldiging directie De Raad van Toezicht heeft in 2005 met behulp van het ODRP-functiewaarderingssysteem, op advies van Leeuwendaal, het bezoldigingsbeleid, de hoogte van de directiebeloning en de hoogte van andere bezoldigingscomponenten vastgesteld. Het beleid wordt periodiek geactualiseerd. 68
Bij de bepaling van het bezoldigingsbeleid en de vaststelling van de beloning volgt Soa Aids Nederland de Adviesregeling Beloning Directeuren van Goede Doelen van VFI en de Code Wijffels (zie www.vfi.nl), maar hanteert op grond van de vigerende afspraken het ODRPfunctiewaarderingssysteem. Het ODRP-functiewaarderingssysteem geeft aan de hand van weging van de hoofdgroepindeling en overige gezichtspunten een maximumnorm aan voor het jaarinkomen. Dit leidde tot de inschaling in de BBRA-schaal 16, aansluitend bij het salarishuis van de gehele organisatie (schalen van het BBRA 1984 sector Rijk). De toetsing aan de VFI-Adviesregeling van de situatie bij Soa Aids Nederland vond plaats door de Auditcommissie in maart 2011, waarbij een BSD-score van 445 werd vastgesteld met een maximum inkomen van € 109.550 (2012; 1 fte; 1 jaar). Het voor de toetsing aan VFI-maxima relevante, werkelijke jaarinkomen van de directie bedroeg voor de heer Ton Coenen in 2012 € 106.481 (36 uur, 1 fte). De totale salariskosten worden niet alleen gemaakt voor Soa Aids Nederland, maar ook voor de helft voor het Aids Fonds. Zijn bezoldiging bleef binnen het maximum van de VFI-Adviesregeling. De hoogte en samenstelling van de bezoldiging wordt in de jaarrekening toegelicht in de toelichting op de staat van baten en lasten. Naast het jaarinkomen maken ook betaalde sv- en pensioenpremies en de verkoop van verlofdagen deel uit van de bezoldiging. Er zijn geen belastbare vergoedingen/bijtellingen noch overige beloningen op termijn.
11.2
Personeelszaken
Algemeen Personeelszaken werkt mee aan een werkomgeving met een goede balans tussen het realiseren van de doelstellingen van de organisatie en de persoonlijke doelstellingen van de medewerkers. Goede arbeidsvoorwaarden, procedures, regelingen en arbeidsomstandigheden helpen medewerkers en management om optimale resultaten te behalen, zich te ontwikkelen, en duurzaam, flexibel en mobiel, inzetbaar te zijn. Goede regelingen en procedures zijn een randvoorwaarde voor het op zorgvuldige wijze doorvoeren van wijzigingen in de structuur van de organisaties, de bezetting en/of de werkzaamheden. Personeelssamenstelling In 2012 waren gemiddeld 123 medewerkers in dienst, omgerekend naar een volledig dienstverband 101 fte. Daarnaast is gebruik gemaakt van 2 fte medewerkers die niet in loondienst waren. De verdeling is als volgt: Aids Fonds
31 fte
(2011: 23)
Soa Aids Nederland 44 fte
(2011: 47)
STOP AIDS NOW!
(2011: 28)
28 fte
Van de medewerkers is 65 procent vrouw (2011: 64 procent). Het aantal medewerkers met een volledig dienstverband (36 uur per week) was 23 procent (2011:19 procent) en 77 procent (2011: 81 procent) werkt in deeltijd. De gemiddelde duur van het dienstverband was 7,5 jaar (2011: 6,2). De gemiddelde leeftijd 43,5 jaar (2011: 43,5). 25 medewerkers (2011: 12) 69
kwamen in dienst en 17 medewerkers (2011: 22) gingen met ontslag. Van deze 17 medewerkers werkten er acht op basis van tijdelijke vervanging of een tijdelijk gefinancierde functie, zes namen op eigen verzoek ontslag, een medewerker vertrok door pensionering en voor twee medewerkers moest ontslag worden overeengekomen als gevolg van de bezuiniging op de instellingssubsidie. Er zijn in 2012 vijf (2011: 0) medewerkers doorgestroomd naar een andere functie. Voor nieuwe medewerkers, stagiaires en kantoorvrijwilligers is in april en oktober een introductiemiddag gehouden. Arbeidsvoorwaarden De arbeidsvoorwaarden van de CAO Verpleeg-, Verzorgingshuizen, Thuiszorg, Kraam- en Jeugdgezondheidszorg (CAO VVT) worden gevolgd, voorzover van toepassing. Op grond van gewijzigde bepalingen in de CAO VVT 2012 – 2013 zijn de arbeidsvoorwaarden na overleg met de Ondernemingsraad opnieuw vastgesteld. De wijzigingen zijn een gevolg van onder andere de verhoging van de AOW-leeftijd en de vereenvoudiging van de verjaringstermijnen van de vakantie-uren. Voor alle soorten verlof geldt een verjaringstermijn van vijf jaar. Voor de salarissen worden de BBR- schalen van de rijksoverheid gevolgd; deze bleven ongewijzigd. In 2012 werd 36 maal door medewerkers gebruik gemaakt van de flexibele arbeidsvoorwaarden. Bijvoorbeeld het kopen- of verkopen van vakantie-uren van- of tegen salaris of het kopen van een fiets van bruto loon. Management- en organisatieontwikkeling In 2011 is, ondersteund door een organisatieadviesbureau, een voorstel gemaakt voor het herontwerp van de organisatie, een nieuwe taakverdeling en organisatiestructuur. Het voorstel is, na een neutraal advies van de Ondernemingsraad en goedkeuring van de Raad van Toezicht, door de Raad van Bestuur vastgesteld. Gedurende het traject heeft de directie meermaals tijdens zogenaamde zeepkistmomenten toelichting gegeven op de voorgenomen veranderingen, het implementatieproces en de plaatsing van medewerkers in de nieuwe structuur, deels in gewijzigde functies. De plaatsingsprocedure is volgens plan verlopen. Vanaf 1 januari 2013 wordt conform de vastgestelde nieuwe organisatiestructuur gewerkt. Per 1 januari 2013 zijn de stichtingen verbonden aan het Aids Fonds, STOP AIDS NOW! en Soa Aids Nederland door een juridische fusie ondergebracht in één stichting. Het doel is om efficiënter en effectiever te werken vanuit één gedeelde visie en strategie. Voor 2013 is Soa Aids Nederland voor het tweede achtereenvolgende jaar een bezuiniging op de instellingssubsidie opgelegd. Die maakte met name ten aanzien van de publiekscommunicatie een nieuwe koers en duidelijke keuzes onontkoombaar. Naast strategische en op programma’s gerichte keuzes heeft de bezuiniging geleid tot reductie van de formatie van de Aids Soa Infolijn, waar twee medewerkers werden ontslagen. Een ingrijpend proces, waarin met aandacht voor de persoonlijke impact die het ontslag heeft voor de direct betrokkenen, het ontslag is overeengekomen. Ziekteverzuim Het ziekteverzuim lag in 2012 op 6,66 procent. Het streven om op jaarbasis onder de 5 procent te blijven is niet gehaald. De meldingsfrequentie bleef met 1,51 binnen het streven (meldingsfrequentie onder de 2). 70
Het ziekteverzuimbeleid is met input van leidinggevenden, medewerkers, de Ondernemingsraad en de arbodienst geëvalueerd. De conclusie is dat al veel gedaan wordt om ziekteverzuim waar mogelijk te voorkomen. Er zijn verbeterdoelen voor de korte en lange termijn geformuleerd. Met input van een nieuwe bedrijfsarts zal een nieuw gezondheidsmanagement worden opgezet, met aandacht voor werkdruk, leiderschap en duurzame inzetbaarheid. Flexibel werken / Het Nieuwe Werken Medewerkers kunnen, in overleg met de leidinggevende, incidenteel een dag of dagdeel thuis werken. Hiernaast wordt het nu ook mogelijk structureel op een vaste dag of dagdeel thuis te werken, conform de notitie Flexibel werken: thuiswerkregeling. De gemaakte afspraken worden in een Thuiswerkovereenkomst vastgelegd. In aansluiting op de maatschappelijke ontwikkeling van toenemende flexibilisering van arbeid (niet altijd op kantoor en niet altijd tijdens kantooruren) is samen met een gespecialiseerd bureau onderzocht wat de mogelijkheden zijn van Het Nieuwe Werken en werd een aantal scenario’s ontwikkeld. Buitenlandse reizen en veiligheidstraining In 2011 is een nieuw beleid met betrekking tot buitenlandse reizen en congresbezoek vastgesteld, met meer aandacht voor veiligheids- en gezondheidsrisico's. Voor medewerkers die reizen naar landen met een verhoogd risico is een tweedaagse training gehouden. De training vergroot de bewustwording en kennis van voorzorgsmaatregelen en versterkt de vaardigheden om in kritische- en/of onveilige situaties adequaat te handelen. Drieëntwintig medewerkers hebben aan de training deelgenomen. Vertrouwenspersoon De in 2011 benoemde externe vertrouwenspersoon is op afspraak beschikbaar voor medewerkers. Informatie over de vertrouwenspersoon staat op intranet. Zij was ook regelmatig aanwezig bij zeepkistmomenten (zie boven), de zomer- en de kerstbijeenkomst en tijdens de introductiemiddagen voor nieuwe medewerkers. Vrijwilligers Het werk van de organisatie wordt mede mogelijk gemaakt door vrijwilligers. Sommigen zetten zich als sinds vele jaren in voor het Aids Fonds en STOP AIDS NOW! Steeds vaker echter verbinden vrijwiligers zich voor kortere periodes en/of organiseren zij zelf acties voor de aidsbestrijding. Veel vrijwilligers werken mee aan collectes, onder andere tijdens Roze maandag, de Tilburgse Kermis, de Gay Pride canal parade, Wereld Aids Dag en Wereld Aids Nacht. Ook werken enkele vrijwilligers in ondersteunende taken op kantoor. In totaal hebben zo’n 250 vrijwilligers zich ingezet. Er is een vrijwilligersbeleid. Iedere nieuwe vrijwilliger krijgt de vrijwilligersregeling, die taken, rechten en plichten van de vrijwilliger en de organisatie beschrijft. Als blijk van waardering voor hun inzet vindt om de paar jaar een vrijwilligers bedankdag plaats. Op die dag worden de vrijwiligers ook geïnformeerd over behaalde resultaten en ontwikkelingen en is er ruimte voor persoonlijke ontmoetingen. Kwaliteitsbeleid Sinds november 2011 is de organisatie ISO 9001 gecertificeerd. De belangrijkste processen rondom kwaliteitsbeleid worden gevormd door de interne audits, de surveillancebezoeken van 71
Lloyds en het controleren (opvolgen) van verbeteracties. Daarnaast werd de implementatie van de kwaliteitsdoelstellingen van 2012 gemonitord. Deze processen zijn aangestuurd door de kwaliteitsmanager, in dit geval tevens de manager Beleid & Programma’s. Er zijn twee interne auditrondes gehouden waaruit verbeteracties zijn geformuleerd en er is een externe (surveillance) audit gehouden. Een tweede surveillancebezoek is wegens ziekte uitgesteld naar maart 2013. De conclusies van de externe auditor waren zeer positief, waarmee blijkt dat de organisatie haar processen en kwaliteitssystemen op orde heeft. Een viertal speerpunten op kwaliteitsgebied waren de implementatie van de nieuwe structuur (doelstellingen behaald), verbeteren van projectmanagement (doelstellingen gedeeltelijk gehaald), implementatie/verbetering management informatiesysteem (MIS) (doelstelling gehaald) en het optimaliseren van de externe communicatie. De laatste doelstelling is vooral uitgewerkt via het z.g. innovatietraject waarmee nog niet alle doelen gehaald zijn. Daarop wordt een vervolgtraject ontwikkeld in 2013. De speerpunten voor 2013 betreffen: Kwaliteit en leren wordt één domein. Procedures, werkwijze en opvolging beter aanpassen aan de nieuwe organisatiestructuur. Verder verbeteren MIS parallel aan de nieuwe, organisatiebrede meerjarenstrategie.
11.3
Bedrijfsbureau
Het bedrijfsbureau heeft als belangrijkste functie de medewerkers van de Stichting Aids Fonds – Soa Aids Nederland en de Stichting STOP AIDS NOW! bedrijfsmatig te ondersteunen bij het uitvoeren van hun taken. In 2012 werkte het bedrijfsbureau verder aan de kwaliteitsverbetering van de dienstverlening, door middel van nieuwe producten (ICT), de aanscherping van de planning en controlecyclus (financiën) en datakwaliteit (donateursdatabase), en een veilige en optimale huisvesting (DPP). Na het behalen van het ISO 9001:2008 certificaat voor kwaliteitsbeleid in 2011 heeft in 2012 een interne auditronde en een tussentijdse controle plaatsgevonden. Het bedrijfsbureau bestaat uit de volgende teams: Dienstverlening, Planning en Productie (DPP) Hier zijn de facilitaire zaken, de receptie, de organisatie van congressen, het beheervan voorlichtingsmateriaal, de logistiek van mailings, post, catering en drukwerkondergebracht. DPP organiseerde in 2012 het Etnische Minderheden Congres (140 deelnemers, beoordeling 8,8) en verzorgde de logistieke organisatie van het slotcongres Seksuele gezondheid van de Jeugd van ZonMw (240 deelnemers). Ook heeft DPP samen met het Programma Intermediairs het 16e Nationaal Congres Soa*Hiv*Seks (550 deelnemers) gecoördineerd. Dit congres is met een gemiddeld rapportcijfer 7,2 beoordeeld. DPP heeft geïnventariseerd welke werkplekken tekort komen en een plan gemaakt (dat in 2013 wordt uitgevoerd) waarbij 70 medewerkers intern verhuizen en er meer werkplekken worden gecreëerd. 72
Functioneel Beheer Relatiedatabase (FBR), ook wel donateursdatabase FBR zorgt voor de kwaliteit van de donateursdatabase. In 2012 is door optimalisering van de procedures vooruitgang geboekt met de vermindering van de handmatige invoer. Er is een aanzet gemaakt met het voorbereiden van de database voor de nieuwe functionaliteiten die nodig zijn voor de aanpassing in het kader van SEPA. Die worden in 2013 uitgewerkt en geïmplementeerd. Financiële Administratie (FA) FA zorgt voor alle financiële processen van de organisatie, van salaris-, debiteuren-, crediteuren- en projectadministratie tot managementrapportages en het opstellen van begrotingen en jaarrekeningen. In 2012 is de fusie van de drie stichtingen voorbereid door een tussentijdse balansopstelling per 30 september. De financiële administratie voor 2013 moest hiervoor opnieuw ingericht worden. De projectsubsidie-administratie heeft zich in 2012 specifiek gericht op de afstemming met de programma- en projectleiders. Door projectrapportages per kwartaal te bespreken is er nu meer aandacht voor de resultaten over de jaren heen en voor de controle inzake de subsidievoorwaarden. In 2012 is de projectadministratie gegroeid doordat een aantal nieuwe projectsubsidies van grote omvang toegekend is. Informatie en Communicatie Technologie (ICT) ICT beheert de diverse automatiseringssystemen, zoals het computernetwerk en de telefooncentrale. In 2012 werd de implementatie van het nieuwe besturingssysteem (Windows 7) voorbereid. De eerste computers zijn hier vervolgens van voorzien. De volledige uitrol zal in 2013 geschieden. Verder is Office 2010 geïntroduceerd. Er is gewerkt aan het centraliseren van de installatie zodat ook andere onderhoudswerkzaamheden op afstand en geautomatiseerd kunnen gaan plaats vinden (met WakeUp on Lan). Via Techsoup is tegen betaling van slechts de administratiekosten een grote hoeveelheid Microsoft-licenties aangeschaft, wat een besparing van ruim € 90.000 heeft opgeleverd. Veel aandacht ging uit naar de integratie van de donateursdatabase met de adresgegevens van de rest van de organisatie. In 2013 zal deze nieuwe versie geïntroduceerd worden. De afdeling heeft actief meegewerkt aan het bedenken van oplossingen voor het ruimtegebrek in het pand. Wegens de uitbreiding zijn extra computers aangeschaft. Vanwege verbindingsproblemen is besloten op een nieuwe leverancier van mobiele telefonie over te stappen. De eerste helft van de abonnementen is daadwerkelijk omgezet – de rest volgt begin 2013. Analyse van resultaten De succesvolle acquisitie van projecten, het toenemende aantal medewerkers, de voorbereiding van de herstructurering en de fusie per 1 januari 2013 hebben gevolgen voor de 73
organisatie van de ondersteunende diensten. Het blijft een uitdaging om alle ontwikkelingen tegelijk in goede banen te leiden. Een aantal in 2012 voorgenomen activiteiten zijn daardoor tot 2013 uitgesteld, zoals het voortzetten van de MVO-planner en de integratie van alle relaties in de donateursdatabase. Toekomst In 2013 wordt gewerkt aan de voortzetting van de kwaliteit van de dienstverlening, door middel van nieuwe producten zoals teleconferencing, digitalisering inkoopfacturen, self service desk voor facilitaire reserveringen. Het ISO-kwaliteitsbeleid wordt voortgezet. MVO: Maatschappelijk Verantwoord Organiseren Onderstaand onze speerpunten en een greep uit de MVO-activiteiten. Minimaliseren milieubelasting door ons gebouw, vervoer en organisatieprocessen Transport. Alle medewerkers van het Aids Fonds, STOP AIDS NOW! en Soa Aids Nederland komen met de fiets, lopend of per openbaar vervoer naar het kantoor, wat de milieubelasting van het woon-werkverkeer beperkt. Er is een fietskoopregeling. Energie-inkoop. We maken gebruik van ‘groene’ stroom. Energiegebruik. Diverse energiebesparende maatregelen zijn reeds doorgevoerd. Alle koffieautomaten hebben een timer. Daarmee voorkomen we dat er apparatuur onnodig aan staat. De servers zijn gevirtualiseerd, waardoor er minder hardware benodigd is en daarmee een lager energieverbruik. Papier: Alle printers staan standaard op zwart/wit en dubbelzijdig ingesteld. Om het aantal prints te reduceren, en daarmee papier- inkt en energieverbruik te verminderen, worden tevens steeds meer processen gedigitaliseerd. Wij scheiden ons afval. Door de minimumtemperatuur van de airconditioning in de serverruimte iets te verhogen is het stroomverbruik van dit apparaat aanzienlijk verlaagd. Kiezen voor leveranciers die op verantwoorde wijze met mens en milieu omgaan Wij vinden het belangrijk dat onze organisatieketen duurzaam is. Dat betekent dat onze leveranciers de mensenrechten respecteren en op een verantwoorde wijze met natuurlijke bronnen omgaan. Een greep uit de producten die we inkopen: Wij maken gebruik van FSC-papier voor printen en kopiëren. Wij kopen UTZ-gecertificeerde koffie in, geproduceerd met aandacht voor mens en milieu. Een prettig werkklimaat met ontplooiingsmogelijkheden Wij vinden het belangrijk dat onze medewerkers met plezier naar hun werk gaan en hun ambities kunnen realiseren. Lees meer over ons personeelsbeleid in hoofdstuk 11.2 Personeelszaken.
11.4
Ondernemingsraad (OR)
In 2012 is er binnen de organisatie veel veranderd. Door middel van adviezen aan - en overleggen met de Raad van Bestuur heeft de OR invloed kunnen uitoefenen op het Bosman & Vos-traject, de overname van delen van het werk van Schorer, het inkrimpen van de Soa Aids Infolijn, de fusie tot één stichting, het invoeren van flexibel werken en het vernieuwde 74
functiegebouw en formatieplaatsenplan. Voor de OR stonden bij al deze ontwikkelingen de belangen van de werknemers voorop. Ook komend jaar zal de OR scherp blijven volgen of de veranderingen leiden tot een betere en sterkere organisatie. In mei 2013 worden ORverkiezingen georganiseerd, waarna een nieuw samengestelde Raad de werkzaamheden zal overnemen.
11.4.1 Samenstelling van de OR Marieke de Ridder (voorzitter), Mark Vermeulen (vicevoorzitter), Jacqueline Bot (secretaris), Ieske Kuppens, Elly Hassink, Elizabeth Njeru en Jorrit Kabel.
11.4.2 Activiteiten en resultaten Hieronder een overzicht van onze activiteiten en de resultaten daarvan, naar aanleiding van de doelen die wij ons voor afgelopen jaar hadden gesteld. Doel 1: Medewerkers worden betrokken bij en zijn goed geïnformeerd over het proces, de voortgang en de uitkomsten van de reorganisatie van de werkmaatschappij. Activiteiten/resultaten De OR is voortdurend in gesprek geweest met de RvB over de herstructurering van de werkmaatschappij, door middel van onder meer adviesaanvragen, het opvragen van extra informatie en het delen van deze informatie met de werknemers. Input van werknemers verzamelen (enquêtes en bijeenkomsten) voor strategische overleggen. Bijvoorbeeld rondom de plaatsingsprocedure en op de Leidinggevendendag op 19 november. Terugkoppeling van de OR naar de werknemers over ontwikkelingen in het proces en het delen van standpunten via e-mail en het organiseren van informatiebijeenkomsten en de OR-lunch. De OR heeft de RvB gestimuleerd om duidelijk en regelmatig te communiceren over de voortgang in het proces. Dit naar aanleiding van berichten van werknemers dat het herstructureringsproces als te weinig interactief en transparant werd ervaren. Doel 2: Er is binnen de werkmaatschappij een veilige en gezonde werkomgeving. Activiteiten/resultaten De afgelopen jaren heeft de OR herhaaldelijk aangegeven dat er behoefte is om flexibel werk mogelijk te maken. Dit jaar is de OR betrokken geweest bij het opstellen van beleid om flexibel werken mogelijk te maken. Eind 2012 heeft de RvB de mogelijkheden om flexibel te werken uitgebreid en vastgelegd. De OR is permanent in dialoog met de RvB over de hoge ziekteverzuimcijfers en stimuleert de RvB om te kijken naar nieuwe oplossingen en de huidige regels consequent uit te voeren. De OR heeft een enquête uitgezet over de behoefte naar een georganiseerde lunch op het werk. De resultaten zijn teruggekoppeld naar de RvB. Lid OR betrokken bij selectie nieuwe bedrijfsarts. Lid OR betrokken bij evaluatie ziekteverzuimbeleid.
75
Doel 3: OR vertegenwoordigt de belangen van de werknemers bij de algemene bedrijfsvoering van de werkmaatschappij. Activiteiten/resultaten De OR heeft in 2011 iedere zes weken met de RvB vergaderd over actuele ontwikkelingen. De OR heeft iedere twee weken vergaderd om actuele zaken te bespreken en werkzaamheden voor te bereiden. Daarnaast zijn extra vergaderingen ingelast om het B&V traject te bespreken en te komen tot een gezamenlijk advies. De OR heeft de werkplannen en begroting voor 2013 beoordeeld op realisme en werkdruk en deze met een aantal suggesties goedgekeurd. Lid van de OR heeft een tweedaagse themacursus ‘OR en HRM: sociaal beleid in organisaties gevolgd. Alle OR-leden hebben een training gevolgd om het proces van herstructurering goed voorbereid in te gaan. Doel 4: Werknemers zijn goed geïnformeerd over het werk van de OR en dragen actief bij aan de werkzaamheden van de OR. Activiteiten/resultaten De OR heeft tijdens de kennismakingsmiddagen voor nieuwe medewerkers een presentatie gegeven. Bij het merendeel van de news breaks was de OR aanwezig. OR-lunch 31 januari en meerdere informatiebijeenkomsten. OR-documenten beschikbaar op BEP. De volgende adviezen en notities zijn door de OR opgesteld: 1. Advies voorgenomen besluiten rondom B&V-traject (7 maart). 2. Memo flexibel werken (4 juni). 3. Advies voorgenomen besluiten functiegebouw en formatieplaatsenplan (16 juli). 4. Advies voorgenomen besluiten fusievoorstel (10 september).
76
12.
Jaarrekening
De jaarrekening in dit jaarverslag geeft de financiële verantwoording van de Stichting Aids Fonds – Soa Aids Nederland. Voor de beschrijving en verantwoording van de activiteiten van Aids Fonds verwijzen wij naar het desbetreffende jaarverslag. In bijlage 1 wordt de exploitatie gesplitst naar de merken Aids Fonds en Soa Aids Nederland. Kengetallen 2012
(in euro's x 1.000) Baten Lasten: Besteed aan doelstellingen Werving baten Kosten beheer en administratie Som der lasten Resultaat
Werkelijk Begroot Werkelijk 2012 2012 2011 24.403
20.953
22.425
22.969 1.130
19.075 1.126
20.965 1.187
769
749
764
24.868 20.950
22.916
-465
3
-491
Bestedingspercentage (besteed aan de doelstelling) ten opzichte van de totale baten ten opzichte van de totale lasten
94,1% 92,4%
91,0% 91,1%
93,5% 91,5%
Kostenpercentage eigen fondsenwerving
14,1%
13,5%
14,3%
3,2%
3,6%
3,4%
Kostenpercentage beheer en administratie
Het tekort van € 0,5 miljoen is het gevolg van hogere bestedingen aan de doelstelling dan was begroot. Hiertoe is in de loop van het jaar besloten omdat er aan het begin van het jaar meer middelen beschikbaar waren in de bestemmingsreserves en/of fondsen. Het jaar 2012 wordt ten opzichte van 2011 en de begroting 2012 gekenmerkt door sterke groei. Baten en bestedingen aan de doelstelling stijgen respectievelijk 9% en 10% ten opzichte van 2011 en 16% en 20% ten opzichte van de begroting 2012. De groei wordt voornamelijk veroorzaakt door het Robert Carr Civil Society Networks Fund, waarvan het Aids Fonds in 2012 de beheerder is geworden. Opbrengsten uit eigen fondsenwerving staan onder druk. Eenmalige donaties dalen, gelukkig blijven de giften van structurele donateurs op het niveau van 2011. Vanaf 2012 worden geen landelijke leefstijl campagnes uitgevoerd. Tot en met 2011 waren de Vrij Veilig Campagne en de Campagne Seksuele Weerbaarheid bekende producten van Soa Aids Nederland. Half 2012 heeft het RIVM aanvullende instellingssubsidies verleend om de activiteiten van failliete Schorer op het gebied van MSM en jongeren MSM voort te zetten. 77
Meerjarenoverzicht (in euro's x 1.000) Baten Lasten: Besteed aan doelstellingen Werving baten Kosten beheer en administratie Som der lasten Resultaat
2012 24.403
2011
2010
22.425 20.325
2009
2008
21.019 19.486
22.969 1.130
20.965 1.187
18.027 1.181
19.310 1.380
15.804 1.320
769
764
743
715
689
24.868
22.916 19.951
21.405 17.813
-465
-491
374
-386
1.673
Bestedingspercentage (besteed aan de doelstelling) ten opzichte van de totale baten ten opzichte van de totale lasten
94,1% 92,4%
93,5% 91,5%
88,7% 90,4%
91,9% 90,2%
81,1% 88,7%
Kostenpercentage eigen fondsenwerving
14,1%
14,3%
13,6%
15,6%
17,8%
3,2%
3,4%
3,7%
3,4%
3,5%
Kostenpercentage beheer en administratie
Toekomst In 2013 zullen naar verwachting de baten stijgen ten opzichte van 2012. De spanning bij particuliere fondsenwerving leidt tot een afname van baten uit eigen fondsenwerving. Tegelijk worden initiatieven genomen om institutionele fondsenwerving te ontwikkelen. Daarnaast werd eind 2012 bekend dat Soa Aids Nederland een subsidie van het Nederlandse ministerie van buitenlandse zaken voor de periode 2013-2015 zal ontvangen. Per 1 januari 2013 is de stichting Aids Fonds - Soa Aids Nederland met de stichting STOP AIDS NOW! en de stichting Werkmaatschappij Soa Aids gefuseerd. De nieuwe stichting draagt de naam stichting Aids Fonds - STOP AIDS NOW! - Soa Aids Nederland.
78
Balans per 31 december 2012 Toelichting
31 december 2012
31 december 2011
1.162.599 1.728.217 316.003 23.564.832
1.194.928 3.044.049 544.104 18.726.722
26.771.651
23.509.803
(in euro’s) Activa Materiële vaste activa Vorderingen Gelieerde instellingen Liquide middelen
1 2 3 4
Totaal Activa Passiva Reserves en fondsen Reserves
5
Continuïteitsreserve Bestemmingsreserves Overige reserve
6 7 8
Fondsen Bestemmingsfondsen
Langlopende schulden Kortlopende schulden Gelieerde instellingen Totaal Passiva
79
9
10 11 12
1.607.000 2.622.168 1.415.984
1.571.000 2.373.710 1.332.168 5.645.152
5.276.878
1.104.877
1.938.067
6.750.029
7.214.945
3.648.795 16.331.136 41.690
3.693.348 12.601.510 0
26.771.651
23.509.803
Staat van baten en lasten over 2012 Werkelijk 2012
Begroot 2012
Werkelijk 2011
(in euro's) Baten: Baten uit eigen fondsenwerving
13
6.274.067
6.707.511
Baten uit acties van derden
14
4.775.901
2.602.466
3.357.349
Subsidies van overheden
15
12.715.797
11.216.970
11.908.343
Rentebaten
16
383.402
200.000
319.223
Overige baten
17
253.786
225.895
335.359
24.402.953
20.952.842
22.424.645
Som der baten
6.504.371
Lasten: Besteed aan doelstellingen Aids Fonds bestedingbeleid Robert Carr civil society Networks Fund
18 5.392.496
5.211.036
6.989.730
19 4.272.657
0
0
Aids Fonds projecten
20 6.112.309
7.567.181
3.618.362
Soa Aids programma's en projecten
21 3.536.246
2.688.412
4.474.249
Voorlichting en Communicatie
22 3.175.252
3.075.724
5.399.482
Strategie en Pleitbezorging
23
479.698
532.520 22.968.658
483.013 19.074.873
20.964.836
Werving baten Kosten eigen fondsenwerving
24
885.017
905.987
932.220
Kosten acties derden Kosten verkrijging subsidies overheden
25
189.068
220.489
186.816
26
55.563
0
68.268
1.129.648
1.126.476
1.187.304
769.563
748.493
763.871
24.867.869
20.949.842
22.916.011
-464.916
3.000
-491.366
36.000
28.000
7.654
248.458
-25.000
634.646
83.816
0
-1.012.532
Beheer en administratie Kosten beheer en administratie Som der lasten Resultaat
27
Resultaatbestemming Toevoeging/onttrekking aan: - continuïteitsreserve - bestemmingsreserves - overige reserves - bestemmingsfondsen
80
-833.190
0
-121.134
-464.916
3.000
-491.366
Kasstroomoverzicht over 2012 in euro's
2012
2011
-464.916
-491.366
Kasstroom uit operationele activiteiten Resultaat boekjaar Aanpassingen voor: . Afschrijvingen
34.530
34.420
. Reserves en fondsen
0
0
. Mutaties voorzieningen
0
0
-44.553
500.441
1.543.933
-208.640
. Mutaties langlopende projectverplichtingen Veranderingen in werkkapitaal: . Mutaties vorderingen en overlopende activa . Mutaties voorraden
0
0
3.771.317
4.204.370
4.840.311
4.039.224
-2.201
0
0
0
Mutatie liquide middelen
4.838.110
4.039.224
Stand liquide middelen 01-01
18.726.722
14.687.498
Stand liquide middelen 31-12
23.564.832
18.726.722
4.838.110
4.039.224
. Mutaties overige schulden en overlopende passiva Totaal Kasstroom uit investeringsactiviteiten Kasstroom uit financieringsactiviteiten
De afname van vorderingen is voornamelijk veroorzaakt door minder vorderingen inzake subsidies (€ 610.000), erfenissen en legaten (€ 725.000) en rekening courant met STOP AIDS NOW! en de Werkmaatschappij Soa Aids (€228.000). De toename van de overige schulden en overlopende passiva is vooral veroorzaakt door de toekenningen van financiële bijdragen (€ 3.580.000),waaronder middelen onder het Robert Carr Civil Society Network Fund, vooruit ontvangen bedragen (€ 960.000), rekening courant (€ 40.000) en afname van crediteuren (€ 640.000) en overige schulen (€ 170.000).
81
Toelichting waarderingsgrondslagen De jaarrekening is opgesteld conform de Richtlijn 650 Fondsenwervende instellingen (aangepast 2011). De grondslagen die worden toegepast voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling zijn gebaseerd op historische kosten. Gebruik van schattingen De opstelling van de jaarrekening vereist dat de Raad van Bestuur oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft. Grondslagen voor de waardering van activa en passiva Voorzover niet anders vermeld, worden activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde. De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen aanschafwaarde, verminderd met lineaire afschrijvingen op basis van de geschatte economische levensduur. Financiële instrumenten omvatten vorderingen, liquide middelen, crediteuren en overige te betalen posten. Financiële instrumenten worden bij de eerste opname verwerkt tegen reële waarde. Na de eerste opname worden financiële instrumenten op de hierna beschreven manier gewaardeerd. Aids Fonds – Soa Aids Nederland maakt geen gebruik van complexe financiële instrumenten. Vorderingen en overlopende passiva worden gewaardeerd op de nominale waarde onder aftrek van een voorziening voor oninbaarheid. Voorzieningen worden bepaald op basis van individuele beoordeling van de inbaarheid van de vorderingen. Reserves en fondsen De continuïteitsreseve is gevormd om de continuïteit te waarborgen ingeval van (tijdelijke) sterk tegenvallende opbrengsten. De beperkte bestedingsmogelijkheid van de bestemmingsreserve is door het bestuur bepaald, en betreft geen verplichting, het bestuur kan deze beperking zelf opheffen. Bestemmingsfondsen betreffen de middelen die zijn verkregen met een door derden aangegeven specifieke bestemming. Grondslagen voor de resultaatbepaling Opbrengsten en kosten worden verantwoord in het jaar waaraan zij kunnen worden toegerekend. Nalatenschappen worden opgenomen in het boekjaar waarin de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Voorlopige uitbetalingen in de vorm van voorschotten worden in het boekjaar waarin zij worden ontvangen verantwoord als baten uit nalatenschappen, voorzover deze niet al in een voorgaand boekjaar zijn verantwoord. Opbrengsten uit de verkoop van artikelen worden onder de baten tegen de brutowinst opgenomen. De brutowinst is de netto-omzet verminderd met de kostprijs van de verkochte artikelen. Onder de netto-omzet wordt verstaan de opbrengst onder aftrek van kortingen en over de omzet geheven belastingen. Onder de kostprijs wordt verstaan de inkoopwaarde van de goederen, verhoogd met de op de inkoop en verkoop drukkende directe (aan derden betaalde) verwervingskosten. De door het Aids Fonds in dit verband gemaakte eigen kosten worden als kosten van fondsenwerving verantwoord. Uitvoeringskosten De Stichting Aids Fonds - Soa Aids Nederland wordt facilitair ondersteund door de Stichting Werkmaatschappij Soa Aids, waarin het personeel ondergebracht is. De verdeling van de uitvoeringskosten (personeel, pand en materiële voorzieningen) vindt plaats op basis van de goedgekeurde begrotingen van de Stichting Aids Fonds - Soa Aids Nederland en de Stichting STOP AIDS NOW!. In 2012 was de verdeelsleutel: 70,40% aan de Stichting Aids Fonds - Soa Aids Nederland, 29,60% aan de Stichting STOP AIDS NOW!.
82
De doorberekening van de kosten voor personeel en organisatie uit de Werkmaatschappij Soa Aids aan de merken Soa Aids Nederland, Aids Fonds en STOP AIDS NOW! is direct gerelateerd aan de omvang van de personele inzet voor het bepaalde merk. Aan de hand van de uren per merk, vermenigvuldigd met het uurtarief voor de betreffende functionaris wordt concreet doorberekend wat de kosten zijn. Hierdoor wordt gegarandeerd dat de merken alleen de eigen kosten betalen. Het uurtarief is gebaseerd op de integrale kostprijs en bestaat derhalve uit salariskosten inclusief sociale lasten en pensioenlasten, overige personeelskosten, huisvestingskosten, kantoorkosten, overige algemene kosten en afschrijvingen. De verdeling van de doorbelaste organisatiekosten over de programma's vindt plaats op basis van de werkelijke geschreven uren op de programma's. Kosten beheer en administratie Kosten beheer en administratie zijn de kosten die de organisatie maakt in het kader van de (interne) beheersing en administratievoering en die niet worden toegerekend aan de doelstelling of de werving van baten. De Vereniging Fondsenwervende Instellingen (VFI) heeft aanbevelingen opgesteld voor de toepassing van deze richtlijn. Aids Fonds - Soa Aids Nederland volgt die aanbevelingen en heeft de volgende onderdelen ondergebracht in de post beheer en administratie: - management: uitvoeringskosten van de directeuren en de managers, voor zover zij niet direct in het kader van de doelstelling zijn uitgevoerd, overeenkomstig de urenverantwoording, - bedrijfsvoering: uitvoeringskosten van de afdeling Dienstverlening, Planning en Productie (DPP), voor zover zij niet direct in het kader van de doelstelling zijn uitgevoerd, overeenkomstig de urenverantwoording, - financiën / controlling. De organisatie streeft ernaar om de kosten beheer en administratie te beperken tot tussen 3% en 6% van de totale opbrengsten. Voorbeelden van directe toerekening aan de doelstelling zijn: - management: communicatie, pleitbezorging en strategische vertegenwoordiging - bedrijfsvoering: organisatie van evenementen en logistiek inzake de distributie van voorlichtingsmateriaal De uitvoeringskosten van de afdelingen Personeelszaken en Automatisering worden aan de doelstelling, aan fondsenwerving en aan beheer en administratie toegerekend, naar rato van de bezetting van het personeel onder elk onderdeel. Kosten toerekening Kosten worden toegerekend aan de doelstelling, werving baten, en beheer en administratie op basis van de volgende maatstaven: - direct toerekenbare kosten worden direct toegerekend - middels de urenverantwoording gekoppeld aan een uurtarief worden de andere kosten aan de doelstelling, werving baten en beheer en administratie toegerekend (zie hierboven 'uitvoeringskosten') De bij particulieren fondsenwervende activiteiten betrokken kosten worden voor 50 procent aangemerkt als kosten in het kader van de doelstelling (communicatie en voorlichting). Voor het Aids Fonds zijn kennis over de aidsproblematiek en het realiseren van maatschappelijke betrokkenheid belangrijke voorwaarden om de doelstelling te realiseren. Om deze redenen wordt binnen fondsenwervende activiteiten aandacht besteed aan voorlichting. De toedeling van kosten aan fondsenwerving en communicatie is gebaseerd op een zo feitelijk mogelijke vaststelling van deze onderlinge verhouding. In 2009 werden de veronderstellingen die aan het verdelingspercentage ten grondslag liggen door de Raad van Bestuur geëvalueerd. Alle onderdelen van de particulieren fondsenwervende activiteiten werden beoordeeld op hun voorlichtingskarakter. Het infomeren van prospects wordt bijvoorbeeld voor 60% ten laste van voorlichting gebracht. De kosten die worden gemaakt voor het verwerken van de giften zoals de bankkosten en de database kosten vallen uiteraard volledig onder kosten fondsenwerving. De fondsenwervende activiteiten die betrekking hebben op de collecte organisatie, corporate fondsenwerving en aandeel in acties van derden worden niet aan voorlichting toegerekend.
83
Toelichting balans per 31 december 2012 (in euro's) 1 Materiële vaste activa Het verloop van de materiële vaste activa is als volgt weer te geven: Gebouwen
Inrichting
Totaal 2012
Totaal 2011
1.394.771
65.242
1.460.013
1.460.013
0
2.201
2.201
0
1.394.771
67.443
1.462.214
1.460.013
223.163
41.922
265.085
230.665
27.895
6.634
34.530
34.420
251.058
48.556
299.615
265.085
Boekwaarde per 31 december 2012
1.143.713
18.887
1.162.599
1.194.928
Boekwaarde per 31 december 2011
1.171.608
23.320
1.194.928
50 jaar
10 jaar
Aanschafwaarde per 1 januari Investeringen boekjaar Aanschafwaarde per 31 december Afschrijvingen per 1 januari Afschrijvingen Afschrijvingen per 31 december
Afschrijvingstermijnen:
De materiële vaste activa betreffen uitsluitend activa bestemd voor de bedrijfsvoering. De afschrijvingskosten van het gebouw en de inrichting van het gebouw worden doorbelast aan de Werkmaatschappij Soa Aids en meegenomen in de doorbelasting aan de bovengenoemde stichtingen. 2012
2011
Erfenissen en legaten
343.412
1.069.080
Vorderingen inzake projectsubsidies
346.441
882.417
Vrienden Lotto en Kras Loterij
485.042
514.368
Te ontvangen rente
281.014
294.989
Debiteuren
245.277
184.744
0
73.960
16.149
2.912
2 Vorderingen en overlopende activa
Te vorderen subsidies RIVM Vooruitbetaalde kosten Diversen
10.882
21.579
1.728.217
3.044.049
3 Gelieerde instellingen Werkmaatschappij Soa Aids STOP AIDS NOW!
0
202.005
316.003
342.099
316.003
544.104
1.707.258
927.067
480.364
560.000
4 Liquide middelen ING / Postbank Spaarrekeningen ING Deposito ING Spaarrekening ASN Collectegelden in kluis
5.000.000
5.000.000
16.354.303
12.231.905
22.907
7.750
23.564.832
18.726.722
In 2011 heeft de raad van bestuur het financieel beleid geactualiseerd. Het beleid is risicomijdend. Het minimaliseren van risico’s op het gebied van financieel beheer betekent dat bij het sparen en/of beleggen de hoofdsom minimaal in stand moet worden gehouden en de risico’s moeten worden gespreid. De financiële middelen worden niet in aandelen, bedrijfsobligaties, staatsobligaties en vastgoed belegd. Er wordt uitsluitend gebruik gemaakt van bankrekeningen, spaarrekeningen en deposito’s. Ten aanzien van risicospreiding worden de middelen bij minimaal twee banken geplaatst. De middelen worden uitsluitend in Euro aangehouden. Bij de keuze voor een bank maken wij een afweging tussen rendement, imago en risico’s. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de Eerlijke bankwijzer (www.eerlijkebankwijzer.nl). Van de € 23,6 mijloen aan liquide middelen is € 12,1 miljoen toegezegd aan projectverplichtingen, € 6,8 miljoen vooruit ontvangen van subsidiegevers voor inzet in 2013 en € 3,7 miljoen gereserveerd in bestemmingsreserves en fondsen. 84
5 Reserves Stand per 1 januari
Stand per Toevoeging
Besteding
31 december
Continuïteitsreserve
1.571.000
36.000
0
1.607.000
Bestemmingsreserves
2.373.710
837.381
-588.923
2.622.168
Overige reserves
1.332.168
83.816
0
1.415.984
2012
5.276.878
957.197
-588.923
5.645.152
2011
5.647.110
979.143
-1.349.375
5.276.878
6 Continuïteitsreserve Stand per 1 januari Resultaatbestemming Stand per 31 december
2012
2011
1.571.000
1.563.346
36.000
7.654
1.607.000
1.571.000
Eind 2005 heeft de Raad van Bestuur haar plan gepresenteerd over vermogensvorming, dat de Raad van Toezicht heeft goedgekeurd. Centraal in het plan staat dat het primaire doel van de organisatie is om de doelstellingen zo goed mogelijk te realiseren en dus om de middelen te besteden. Wel is het noodzakelijk om vermogen op te bouwen om de continuïteit van de organisatie te waarborgen. Dit betreft zowel de verplichtingen ten aanzien van personeel en organisatie als de noodzaak om de subsidie toekenningen te continueren. Op basis daarvan is besloten dat er een continuïteitsreserve wordt opgebouwd van 10% van de organisatiekosten en € 1 miljoen voor de continuering van de doelstelling. De Raad van Toezicht heeft in 2011 dit beleid opnieuw bevestigd. Per 31 december 2012 is de continuïteitsreserve toereikend. De continuïteitsreserve valt binnen het gestelde maximum van de Richtlijn 'Reserves Goede Doelen' van de VFI, opgenomen in het CBF-reglement. De maximale toegestane continuïteitsreserve is: € 10.224.000 7 Bestemmingsreserves Stand per 1 januari LAASER project
Stand per Toevoeging
Besteding
31 december
68.746
0
-68.746
0
Voorlichtingsmateriaal
201.406
21.540
0
222.946
AIDS Action Europe
131.425
0
-53.692
77.733
Subsidieverstrekking en bestedingen
345.000
476.785
-175.000
646.785
Bridging the gaps project
285.815
318.125
-104.112
499.828
153.813
0
-153.813
0
1.187.505
0
-33.560
1.153.945
Gevolgen beëindiging LLC Reserve financiering activa bedrijfsvoering Sponsoren
0
20.931
0
20.931
2012
2.373.710
837.381
-588.923
2.622.168
2011
1.739.064
971.489
-336.843
2.373.710
Op bovenstaande bestemmingsreserves berust geen verplichting. De beperkte bestedingsmogelijkheid is aangegeven door het bestuur. LAASER project Dit betreft het deel van eigen middelen van het Aids Fonds dat is toegekend aan het project. Het project is in 2012 met de partners en het ministerie van Buitenlandse Zaken afgerekend. Voorlichtingsmateriaal Deze reserve wordt aangewend aan de productie van voorlichtingsmateriaal (herdruk en digitaal). AIDS Action Europe AIDS Action Europe is een europees netwerk van organisaties op het gebied van hiv en aids. De reserve is bestemd voor de continuering van het netwerk en de versterking van de Oost- Europese activiteiten van AIDS Action Europe. De onttrekking betreft de afrekening van het ROST project is Oost-Europa en Centraal Azië en operationele kosten in 2012. Subsidieverstrekking en bestedingen De onttrekking betreft in 2011 gereserveerde kosten voor fondsenwerving (150.000) en ondersteuning van mensen met hiv (25.000). De toevoeging betreft de eigen bijdrage van het Aids Fonds in het Robert Carr Civil Society Networks Fund voor de jaren 2013-2015 (250.000) en een reserve voor internationale aids projecten (226.785). 85
Bridging the gaps project Deze reserve wordt gevormd voor het deel van eigen middelen van het Aids Fonds in het project. Het project loopt van september 2011 tot en met december 2015. Gevolgen beëindiging Landelijke Leefstijl Campagnes (LLC) ZonMw heeft in 2011 zogenaamde frictiekosten aan Soa Aids Nederland toegekend naar aanleiding van de beëindiging van de Landelijke Leefstijl Campagnes, waaronder de Vrij Veilig Campagne en de Seksuele Weerbaarheid Campagne. In 2012 is de reorganisatie afgerond. Reserve financiering activa bedrijfsvoering Deze reserve is gevormd in verband met het kantoorpand dat eigendom is van de stichting. Sponsoren De reserve sponsoren wordt gevormd door nog niet aangewende middelen van sponsoren voor projecten van Soa Aids Nederland. 8 Overige reserve
2012
Stand per 1 januari
2011
1.332.168
2.344.700
Onttrekking
0
-1.012.532
Toevoeging
83.816
0
Stand per 31 december 1.415.984 1.332.168 In 2010 is in de Raad van Toezicht afgesproken dat gezien de economische omstandigheden een deel van de overige reserves voorlopig nog niet besteed zal worden ( € 1.300.000,-). De toevoeging betreft het niet bestemde resultaat per 31 december 2012. 9 Bestemmingsfondsen Stand per
Stand per
1 januari
Toevoeging
Besteding
31 december
STOP AIDS NOW! partneruitkering
439.224
500.000
-939.224
0
Plonsfonds
104.375
2.602
0
106.977
Egalisatie reserve VWS/RIVM
487.579
0
-139.573
348.006
Resistentie project
10.211
0
-10.211
0
Vrienden Loterij 13de trekking
10.000
0
-10.000
0
0
4.460.595
-4.229.875
230.720
Robert Carr civil society Networks Fund Hiv bestrijding in ontwikkelingslanden
886.678
1.002.606
-1.470.110
419.174
2012
1.938.067
5.965.803
-6.798.993
1.104.877
2011
2.059.201
1.829.261
-1.950.395
1.938.067
De beperkte bestedingsmogelijkheid van de fondsen is aangegeven door derden. STOP AIDS NOW! partneruitkering De nog niet aangewende gelden van STOP AIDS NOW! worden voor de internationale aidsbestrijding gereserveerd. Plonsfonds Dit fonds is gevormd door een gift van een begunstiger die op grond van een overeenkomst gerechtigd is om bestedingen aan te geven (binnen de doelstellingen van de Stichting Aids Fonds - Soa Aids Nederland). In 2012 is het fonds de renteopbrengsten verhoogd. Er zijn geen bestedingen geweest. Egalisatie reserve VWS/RIVM De egalisatie reserve betreft gelden van de instellingssubsidie voor de programma's van Soa Aids Nederland die niet besteed zijn. In overleg met het RIVM hebben in 2012 extra bestedingen bij de programma's Intermediairs, Prostitutie en Publieksvoorlichting plaats gevonden. Resistentie project De onttrekking betreft de afrekeningvan het LAASER project met de partners en het ministerie van Buitenlandse Zaken. Vrienden Loterij 13de trekking Dit betreft de 13de trekking 2010 voor het project Mobiele gezondheidsbus voor etnische minderheden. Robert Carr civil society Networks Fund De nog niet aangewende middelen van de donoren worden in dit fonds bewaard. 86
Hiv bestrijding in ontwikkelingslanden De gelabelde opbrengsten van donateurs op het gebied van internationale hiv bestrijding worden in dit fonds beheerd. 10 Langlopende schulden Toegezegde financiële bijdragen
2012
2011
3.648.795
3.693.348
Onder de langlopende schulden staan verplichtingen voor langer dan 1 jaar verantwoord De toezeggingen financiële bijdragen betreffen meerjarige projecten, met name (wetenschappelijk) onderzoek. 11 Kortlopende schulden en overlopende passiva
2012
2011
Toegezegde financiële bijdragen
8.486.298
4.909.166
Vooruit ontvangen subsidies
6.789.714
5.689.113
Terug te betalen subsidie RIVM
389.679
0
Crediteuren
317.778
955.800
Belastingen: BTW Vooruit ontvangen overig Overige schulden en overlopende passiva
49.386
730
0
142.514
298.281
904.187
16.331.136
12.601.510
Onder de kortlopende schulden staan verplichtingen met een looptijd van minder dan 1 jaar verantwoord. De toename van de toegezgde financiële bijdragen wordt veroorzaakt door het Robert Carr civil society Networks Fund. Vooruit ontvangen subsidies Ministerie van Buitenlandse Zaken - Bridging the gap
5.476.262
5.004.820
Ministerie van Buitenlandse Zaken - SUSOII
972.827
0
Europese Commissie - Operating Grant 2012
175.000
150.000
22.505
410.320
ZonMw - Campagne seksuele weerbaarheid Online (2011: diverse projecten) Subsidies niet overheid - diverse projecten
143.120
534.293
6.789.714
5.689.113
116.037
92.559
Overige schulden en overlopende passiva Programmakosten Fondsenwerving Programmakosten Jongeren
75.889
4.168
Programmakosten Etnische Minderheden & MSM
24.495
31.915
Programmakosten Intermediairs
9.267
398.980
Programmakosten Publieksvoorlichting
7.314
172.543
65.279
204.022
298.281
904.187
41.690
0
Overig
12 Gelieerde instellingen Werkmaatschappij Soa Aids
Niet in de balans opgenomen verplichtingen Er is een langlopende onvoorwaardelijke verplichting aangegaan inzake huur Keizersgracht 392-394. De verplichting betreft Keizersgracht B.V. en loopt van 1 december 2004 tot 1 december 2014. Van de totale verplichting € 334.006 per 31 december 2012 heeft € 174.264 een looptijd van maximaal 1 jaar en € 159.742 een looptijd van 2 t/m 5 jaar.
87
Toelichting op de staat van baten en lasten (in euro's) Werkelijk
Begroting
Werkelijk
2012
2012
2011
Voor het onderscheid tussen de merken 'Aids Fonds' en 'Soa Aids Nederland' wordt verwezen naar bijlage 1 13 Baten uit eigen fondsenwerving Collecten
38.702
40.000
48.931
4.708.829
5.061.000
5.167.815
Sponsoring
323.969
305.000
280.500
Nalatenschappen
578.810
850.000
409.844
623.599
451.511
596.770
6.274.067
6.707.511
6.504.371
Donaties en giften
Verkoop goederen
158
Overige baten uit eigen fondsenwerving Totaal
511
Baten uit eigen fondsenwerving zijn 4% lager dan in 2011, voornamelijk doordat de opbrengsten van het AmsterdamDiner in 2012 naar STOP AIDS NOW! zijn gegaan, in 2011 naar het Aids Fonds. Daarnaast worden minder eenmalige donaties ontvangen. De opbrengsten uit structurele donateurs blijven gelijk aan 2011 Onder Nalatenschappen werden 20 dossiers geopend (2011: 32), waaronder 9 legaten. Cumulatief zijn 10 verkrijgingen belast met vruchtgebruik. Overige baten uit eigen fondsenwerving betreffen vooral niet overheidssubsidies. De belangrijkste bijdragen zijn voor de HIV in Europe Initiative, AIDS Action Europe en het project Lang Leve de Liefde. Baten uit eigen fondsenwerving zijn 6% lager dan begroot. Bij het opstellen van de begroting gingen wij nog van een stijging van structurele donateurs. Een paar maanden later werd duidelijk dat de crisis gevolgen heeft voor goede doelen. Ook werden de opbrengsten uit nalatenschappen te hoog ingeschat. Bestemde baten uit eigen fondsenwerving betreffen Ondersteuning mensen met hiv Voorlichting en zorg in Nederland Wetenschappelijk onderzoek
157.594
96.803
62.071
122.184
558.446
326.525
1.002.606
1.206.500
0
10
Medical Credit Fund (waaronder AmsterdamDiner)
500.000
837.200
HIV in Europe
350.000
313.000
2.630.717
2.902.222
Hiv bestrijding in ontwikkelingslanden Hiv resistentie
Deze baten zijn overeenkomstig de aangegeven bestemming in 2012 besteed. Verkoop goederen Netto omzet
158
0
0
0
0
158
0
511
VriendenLoterij geoormerkt
866.049
850.000
987.789
VriendenLoterij ongeoormerkt
683.871
650.000
694.334
1.549.920
1.500.000
1.682.123
Kostprijs Netto winst
511
14 Baten uit acties van derden
subtotaal VriendenLoterij Kras Loterij De Lotto FBU - Fonds Bijzondere Uitkering SLV Robert Carr civil society Networks Fund Stichting STOP AIDS NOW! AmsterdamDiner 88
59.958
50.000
36.474
352.683
350.000
413.227 33.583
26.232
0
2.287.108
0
0
500.000
702.466
794.842
0
0
397.100
4.775.901
2.602.466
3.357.349
In 2012 is het Aids Fonds de agent voor het Robert Carr civil society Networks Fund geworden. Het netwerk wordt door private en publieke middelen gefinancierd. Onder baten uit acties van derden worden de private middelen verantwoord. De publieke middelen worden onder subsidies van overheden verantwoord. In totaal ontving het Aids Fonds € 4.460.594 in 2012. Een overzicht van alle opbrengsten en uitgaven in het kader van het Robert Carr civil society Networks Fund wordt in bijlage 3 weergegeven. Werkelijk
Werkelijk
2012
2011
Bestemde baten uit acties van derden betreffen Robert Carr civil society Networks Fund Internationale hiv bestrijding - STOP AIDS NOW!
2.287.108
0
500.000
794.842
Medical Credit Fund
0
397.100
2.787.108
1.191.942
De meeste baten zijn overeenkomstig de aangegeven bestemming in 2012 besteed. Onder toelichting 9 "bestemmingsfondsen" wordt de stand van de fondsen weergegeven. Werkelijk
Begroting
Werkelijk
2012
2012
2011
RIVM instellingssubsidie
3.500.096
3.333.682
3.471.228
Ministerie van Buitenlandse Zaken projectsubsidies
6.260.190
7.604.298
3.903.487
Robert Carr civil society Networks Fund
2.173.486
0
0
417.675
20.409
4.180.995
15 Subsidies van overheden
ZonMw projectsubsidies Overige overheidssubsidies
364.350
258.581
352.633
12.715.797
11.216.970
11.908.343
RIVM instellingssubsidie Toegekende instellingssubsidie
3.330.687
3.333.682
3.397.268
Aanvullende instellingssubsidie MSM
349.839
0
0
Aanvullende instellingssubsidie MSM Jongeren
209.249
0
0
-389.679
0
0
0
0
73.960
Terug te betalen aan RIVM Nog te ontvangen OVA
3.500.096 3.333.682 3.471.228 Soa Aids Nederland heeft na het faillissement van partner organisatie Schorer begin 2012 aanvullende instellingssbubsidies van het RIVM ontvangen om het werk inzake MSM voort te zetten. Het ministerie van Buitenlandse Zaken financiert de volgende projecten: Key Populations Fund - Bridging the Gaps Stepping Up, Stepping Out II Project 'MOVE Forward' - Prog. Prostitutie
5.928.558
7.574.662
2.895.180
27.172
0
0
165.035
29.636
289.838
TMF-project LAASER
65.220
0
674.322
Aids Conferences 2012 Washington en Kolkatta
74.205
0
0
0
0
44.147
6.260.190
7.604.298
3.903.487
Matra-project 'A Step Ahead' - Prog. Prostitutie
Het project Bridging the Gaps is 1 september 2011 gestart en loopt tot en met december 2015. Het ministerie financiert € 35 miljoen uit een totaal van € 46,7 miljoen. Stepping Up, Stepping Out II is 1 november 2012 gestart en loopt tot en met december 2015, het ministerie financiert € 6 miljoen. Het project 'MOVE Forward' is in 2009 gestart en is in mei 2012 afgerond. Het LAASER project liep van 2006 tot en met 2011 en is begin 2012 met de partners en het ministerie afgerekend. Het Robert Carr civil society Networks Fund wordt door de volgende overheden gefinancierd: Noorse Ministerie van Buitenlandse Zaken Britse Ministerie van Buitenlandse Zaken 89
1.624.036
0
0
549.450
0
0
2.173.486
0
0
Werkelijk
Begroting
Werkelijk
2012
2012
2011
ZonMw financiert de volgende projecten: Lang leve de liefde - Prog Jongeren
138.155
0
139.383
Seks onder je 25ste - Prog Jongeren
112.453
20.409
139.993
Chlamydia screening - Prog Intermediairs
90.301
0
1.251.934
VIMP Leerkracht id schijnwerpers! - Prog Jongeren
42.586
0
0
Eindcongres Seks onder je 25ste - Prog Jongeren
34.180
0
0
Vrij Veilig Campagne - Prog Publieksvoorlichting
0
0
1.347.721
Campagne seksuele weerbaarheid - Prog Publieksvoorlichting
0
0
1.082.093
Afbouw subsidies Landelijke Leefstijl Campagnes
0
0
153.813
Maroc.nl - Prog Jongeren
0
0
64.439
Leefstijlchatbot - Prog Publieksvoorlichting
0
0
1.619
417.675
20.409
4.180.995
De overige overheidssubsidies hebben voornamelijk betrekking op de programma's AIDS Action Europe (Europese subsidie) en Publieksvoorlichting (VWS). 16 Rentebaten 383.402 200.000 319.223 Er zijn geen beleggingen. De baten uit beleggingen betreffen uitsluitend rente ontvangsten. De liquide middelen worden op deposito, spaar- en betaalrekeningen tegen vaste of aan de markt gerelateerde rentepercentages gezet. Het nettoresultaat liquide middelen over de afgelopen 5 jaren is: 2012 383.402
2011 319.223
2010 290.317
2009 196.127
Werkelijk
Begroting
Werkelijk
2012
2012
2011
112.241
40.000
70.490
6.986
26.000
11.263
134.559
159.895
253.606
2008 310.988
17 Overige baten Voorlichtingsmateriaal Verzend en handelingskosten Training, workshops, congres en diversen
253.786 225.895 335.359 Voor de distributie van de verschillende (folder)materialen is het distributiecentrum Euromail ingeschakeld. De kosten komen ten laste van het budget van Publieksvoorlichting. De opbrengst is in principe voldoende voor de distributie- en de handelingskosten. 18 Aids Fonds bestedingbeleid Financiële bijdragen aan projecten
4.497.779
6.424.088
-175.347
0
-57.079
82.944
105.000
80.425
Uitvoeringskosten eigen organisatie 1)
579.506
608.257
542.296
Uitvoeringskosten eigen organisatie 2)
-226.785
0
0
Vrijval afgerekende projecten Directe kosten
5.132.178
5.392.496 5.211.036 6.989.730 Uitvoeringskosten eigen organisatie 1): op basis van de doorbelasting van de gewerkte uren. Uitvoeringskosten eigen organisatie 2): correctie in verband met regeling Kosten voor gemene rekening Door de regels van het werken voor gemene rekening moeten de kosten van de Werkmaatschappij Soa Aids verdeeld worden naar rato van de begroting over de twee stichtingen Aids Fonds - Soa Aids Nederland en STOP AIDS NOW! De verdeelsleutel is 70,4% voor Aids Fonds - Soa Aids Nederland en 29,6% voor STOP AIDS NOW! Omdat met name Soa Aids Nederland meer werk heeft opgepakt in 2012 dan in de begroting was voorzien is er een discrepantie tussen de gemaakte uren in 2012 en de begroting 2012. De verhouding van de bestedingen tussen de stichtingen is anders dan in de begroting geworden. De werkelijke verdeling was Aids Fonds - Soa Aids Nederland 73,0% en STOP AIDS NOW! 27,0%. Dit betekent dat STOP AIDS NOW! € 226.785 meer moet betalen van de uitvoeringskosten dan gezien de werkelijke productie zou moeten. Dit komt ten bate van Aids Fonds - Soa Aids Nederland. Omdat de € 226.785 door STOP AIDS NOW! geworven zijn voor de internationale aidsbestrijding zullen deze middelen door de stichting Aids Fonds – Soa Aids Nederland besteed worden aan de internationale aidsbestrijding. Het bedrag wordt opgenomen in de bestemmingsreserve Subsidieverstrekkingen en bestedingen (toelichting 7). Zie ook Uitvoeringskosten in Toelichting waarderingsgrondslagen. 90
Werkelijk
Begroting
Werkelijk
2012
2012
2011
Small grants
156.943
100.000
117.076
Financiële bijdragen aan projecten Meer aandacht voor hiv Versterking positie mensen met hiv Individuele hulpverlening
167.462
200.000
150.880
Ondersteuning groepsactiviteiten
482.450
445.000
465.855
Ongedocumenteerden
130.000
150.000
130.000
GIPA
549.593
300.000
150.000
Universal access Nationaal
399.994
450.000
453.000
Internationaal
1.500.000
962.779
1.995.300
Wetenschappelijk onderzoek nationaal
1.245.736
1.390.000
1.529.942
Internationaal
0
0
199.485
Medical Credit Fund
500.000
500.000
1.232.550
Kennis
Gezondheidssystemen 5.132.178 4.497.779 6.424.088 In de bestedingen wordt rekening gehouden met de fondsen en reserves die per 1 januari 2012 bestaan. Daarom kunnen de bedragen afwijken van de begroting. De lijst van de in 2012 toegekende financiële bijdragen wordt in bijlage 2 weergegeven. De financiële bijdragen nemen met 20% af ten opzichte van 2011, toen additionele bijdragen uit de reserves/fondsen en de overige reserve beschikbaar werden gesteld. 19 Robert Carr Civil Society Networks Fund Financiële bijdragen aan netwerken
4.181.073
0
0
Directe kosten
39.755
0
0
Uitvoeringskosten eigen organisatie
51.829
0
0
4.272.657 0 0 Het fund heeft een financiële bijdrage aan 24 netwerken in 2012 toegekend. De lijst van netwerken wordt in bijlage 3 weergegeven. 20 Aids Fonds projecten LAASER project American Foundation for Aids Research / Treat Asia
32.539
0
308.996
PharmAccess Foundation
51.490
0
252.185
9.186
0
106.997
-6.739
0
18.576
0
0
15.579
International Civil Society Support Directe kosten Uitvoeringskosten eigen organisatie
86.476 0 702.333 Het LAASER project is van 2006 tot en met 2011 uitgevoerd, voor een totaal bedrag van € 15 miljoen. Begin 2012 is de afrekening met de partners in het project en het Ministerie van Buitenlandse Zaken afgestemd. Bridging the Gaps Financiële bijdragen aan Alliantiepartners
3.238.035
5.175.948
2.402.000
Financiële bijdragen aan Samenwerkingspartners
2.124.944
1.780.783
448.000
Directe kosten
162.436
117.412
28.535
Uitvoeringskosten eigen organisatie
500.418
493.038
37.494
6.025.833 7.567.181 2.916.029 Het project Bridging the Gaps is 1 september 2011 gestart en loopt tot en met december 2015. Het Aids Fonds is penvoerder van een alliantie van 5 nederlandse organisaties (AFEW, COC, GNP+, Mainline). Daarnaast worden 4 global en 4 lokale partners (samenwerkingspartners) ondersteund. Het project start langzamer dan was gepland. De activiteiten van ex-alliantiepartner Schorer worden door alliantiepartner COC en samenwerkingspartner MSMGF voortgezet. 91
Werkelijk
Begroting
Werkelijk
2012
2012
2011
Soa Aids beleid
402.558
456.820
439.584
Intermediairs
734.131
574.098
1.837.364
Prostitutie
367.334
238.687
622.370
Jongeren
982.465
398.768
822.435
Etnische minderheden / MSM
635.705
444.446
306.044
AIDS Action Europe
414.053
575.593
446.452
3.536.246
2.688.412
4.474.249
21 Soa Aids programma's en projecten
Soa Aids beleid Directe kosten Uitvoeringskosten eigen organisatie
52.246
84.990
84.930
350.312
371.830
354.654
402.558 456.820 439.584 Directe kosten nemen ten opzichte van de begroting en 2011 af, als gevolg van lagere kosten voor de organisatie van het 16de congres Soa*Hiv*Seks. Intermediairs Directe kosten
234.390
90.106
1.318.004
Uitvoeringskosten eigen organisatie
499.741
483.992
519.360
734.131
574.098
1.837.364
Directe kosten: het Chlamydia Screening project is tot en met 2011 verlengd. De eindafrekening met de partners (GGD'en) heeft begin 2012 plaatsgevonden. Daarnaast zijn additionele kosten gemaakt op het gebied van Actief Testen en de Digitale Leeromgeving. Prostitutie Directe kosten
131.864
29.778
311.247
Uitvoeringskosten eigen organisatie
235.470
208.909
311.123
367.334
238.687
622.370
Meer directe kosten dan begroot door de afronding van het MOVE forward project begin 2012 en de start van het Stepping Up, Stepping Out project eind 2012 Dezelfde redenen verklaren de hogere uitvoeringskosten ten opzichte van de begroting. Jongeren Directe kosten
531.028
73.846
371.235
Uitvoeringskosten eigen organisatie
451.437
324.922
451.200
982.465
398.768
822.435
Ten opzichte van 2011 nemen de directe kosten toe naar aanleiding van de uitbreiding van het project Lang Leve de Liefde (LLL), het project Seks onder je 25ste waaronder het eindcongres, twee kleinere projecten en de aanvullende subsidie inzake jongen MSM. Ten opzichte van de begroting zijn wederom de projecten Lang Leve de Liefde en Seks onder je 25ste de belangrijke uitschieters, door uitstel van activiteiten uit voorgaande jaren en additionele financiering (LLL). Etnische minderheden / MSM Directe kosten
167.030
64.229
56.146
Uitvoeringskosten eigen organisatie
468.675
380.217
249.898
635.705
444.446
306.044
De toename ten opzichte van 2011 en de begroting wordt veroorzaakt door de aanvullende subsidie inzake MSM. AIDS Action Europe Directe kosten
126.167
254.255
159.621
Uitvoeringskosten eigen organisatie
287.886
321.338
286.831
414.053
575.593
446.452
De kosten zijn lager dan begroot doordat het ROST project door gebrek aan financiering is gestopt. 92
Werkelijk
Begroting
Werkelijk
2012
2012
2011
Aids Fonds
1.956.794
1.973.811
1.906.309
Soa Aids Nederland
1.218.458
1.101.913
3.493.173
3.175.252
3.075.724
5.399.482
1.290.193
1.338.209
1.361.790
666.601
635.602
544.519
1.956.794
1.973.811
1.906.309
22 Voorlichting en Communicatie
Aids Fonds Directe kosten Uitvoeringskosten eigen organisatie
Ten opzichte van 2011 dalen de directe kosten als gevolg van lagere uitgaven op online activiteiten. Ten opzichte van de begroting kwamen de campagne kosten en online activiteiten lager uit dan verwacht. Uitvoeringskosten nemen toe ten opzichte van 2011 door uitbreiding van de capaciteit op het gebied van innovatie. Soa Aids Nederland Directe kosten
474.079
316.081
Uitvoeringskosten eigen organisatie
744.379
785.832
2.510.612 982.561
1.218.458
1.101.913
3.493.173
De kosten nemen ten opzichte van 2011 af na het beëindigen van de Vrij Veilig Campagne en de Campagne Seksuele Weerbaarheid. De laatste wordt online voortgezet. 23 Strategie en Pleitbezorging Directe kosten
172.399
228.459
182.483
Uitvoeringskosten eigen organisatie
307.299
304.061
300.530
479.698 532.520 483.013 Directe kosten zijn lager dan in 2011 en de begroting als gevolg van lagere uitgaven op het gebied van onderzoek en evaluatie. 24 Kosten eigen fondsenwerving Directe kosten
592.164
643.500
661.657
Uitvoeringskosten eigen organisatie
292.853
262.487
270.563
885.017
905.987
932.220
De kosten zijn lager dan in 2011 en de begroting 2012 als gevolg van lagere inspanningen bij de achterban. Kostenpercentage fondsenwerving Onderstaand is de verhouding van de kosten fondsenwerving in relatie met de totale baten uit eigen fondsenwerving procentueel weergegeven: Baten eigen fondsenwerving Kosten eigen fondsenwerving Kostenpercentage fondsenwerving
6.274.067
6.707.511
6.504.371
885.017
905.987
932.220
14,1%
13,5%
14,3%
147.534
165.000
146.849
41.534
55.489
39.967
189.068
220.489
186.816
25 Kosten acties derden Directe kosten Uitvoeringskosten eigen organisatie
26 Kosten verkrijging subsidies overheden Directe kosten Uitvoeringskosten eigen organisatie
93
6.919
0
24.536
48.644
0
43.732
55.563
0
68.268
Werkelijk
Begroting
Werkelijk
2012
2012
2011
769.563
748.493
763.871
27 Kosten beheer en administratie Uitvoeringskosten eigen organisatie
Kostenpercentage beheer en administratie Onderstaand is de verhouding van de kosten beheer en administratie in relatie met de totale baten procentueel weergegeven: Totale baten Kosten beheer en administratie Kostenpercentage beheer en administratie
24.402.953
20.952.842
22.424.645
769.563
748.493
763.871
3,2%
3,6%
3,4%
De organisatie streeft ernaar om de kosten "beheer en administratie" tussen 3% en 6% van de totale opbrengsten te beperken. Bestedingspercentages Onderstaand is de verhouding van de bestedingen aan de doelstelling in relatie met de totale baten procentueel weergegeven: Totale baten
24.402.953
20.952.842
22.424.645
Totaal besteed aan de doelstelling
22.968.658
19.074.873
20.964.836
94,1%
91,0%
93,5%
Bestedingspercentage
Onderstaand is de verhouding van de bestedingen aan de doelstelling in relatie met de totale lasten procentueel weergegeven: Totale lasten
24.867.869
20.949.842
22.916.011
Totaal besteed aan de doelstelling
22.968.658
19.074.873
20.964.836
92,4%
91,1%
91,5%
Bestedingspercentage
94
Toelichting lasten verdeling Specificatie en verdeling kosten naar bestemming
(in euro's)
Subsidies en bijdragen Aankopen en verwervingen
Doelstelling Aids Fonds besteding beleid
Aids Fonds Robert Carr Fund
Aids Fonds projecten
Soa Aids programma's
Voorlichting & Communicatie
Strategie en pleitbezorging
4.956.831
4.181.073
5.456.194
0
0
0
Werving baten Eigen fondsen werving
Beheer en Administratie Acties derden
Subsidies
Totaal 2012
Begroot 2012
Totaal 2011
14.594.098
11.454.510
9.885.187
82.944
39.755
155.697
1.242.725
1.764.272
172.399
592.164
147.534
6.919
4.204.409
3.510.865
7.316.646
306.659
45.060
435.069
1.994.009
1.226.719
267.169
254.609
36.111
42.292
669.064
5.276.761
4.993.896
4.852.429
Huisvestingskosten Kantoor- en algemene kosten
14.136
2.077
20.055
91.914
56.546
12.315
11.736
1.665
1.949
30.841
243.234
250.681
237.487
17.851
2.624
25.325
116.073
71.408
15.552
14.821
2.101
2.462
38.947
307.164
485.689
384.266
Afschrijving en rente
14.075
2.068
19.969
91.525
56.307
12.263
11.687
1.657
1.941
30.711
242.203
254.201
239.996
5.392.496
4.272.657
6.112.309
3.536.246
3.175.252
479.698
885.017
189.068
55.563
769.563
24.867.869
20.949.842
22.916.011
Personeelskosten 1)
Totaal
De eerder genoemde 'uitvoeringskosten eigen organisatie' zijn de som van personeelskosten, huisvestingskosten, kantoor- en algemene kosten en afschrijvingen en rente Uitvoeringskosten
1)
352.721
51.829
500.418
2.293.521
1.410.980
307.299
292.853
41.534
48.644
769.563
6.069.362
5.984.467
5.714.178
Personeelskosten
Loon en salarissen
218.750
32.143
310.349
1.422.395
875.061
190.581
181.621
25.759
30.168
477.268
3.764.095
3.760.209
3.714.202
Werknemersverzekeringen
30.446
4.474
43.195
197.971
121.792
26.525
25.278
3.585
4.199
66.426
523.891
483.053
453.032
Pensioenverzekeringen
24.659
3.623
34.985
160.342
98.643
21.484
20.474
2.904
3.401
53.800
424.315
433.762
411.806
Overige personeelskosten
32.804
4.820
46.540
213.301
131.223
28.579
27.236
3.863
4.524
71.570
564.460
316.872
273.389
306.659
45.060
435.069
1.994.009
1.226.719
267.169
254.609
36.111
42.292
669.064
5.276.761
4.993.896
4.852.429
7,2
0,7
6,0
30,9
14,0
2,7
3,7
0,4
0,4
9,1
75,1
68,8
70,7
Totaal personeelskosten Personeelsbestand (FTE's) gemiddeld aantal werknemers
95
Bezoldiging directie Naam
Ton Coenen
Functie
Directeur
Dienstverband Aard van de overeenkomst (looptijd) Uren per week
onbepaald 36
Parttime percentage
100%
Periode
1/1-31/12/12
Bezoldiging (euro) Jaarinkomen Bruto loon/salaris
90.968
Vakantiegeld
7.367
Eindejaarsuitkering
8.146
Variabel jaarinkomen
0
Totaal jaarinkomen SV lasten (wg deel) Belastbare vergoedingen/bijtellingen Pensioenlasten (wg deel)
106.481 8.417 0 13.787
Overige beloningen op termijn
0
Uitkering beëindiging dienstverband
0
Totaal bezoldiging 2012 Totaal bezoldiging 2011
128.685 123.662
Het jaarinkomen is via de Arbeidsvoorwaarden gebaseerd op dat van Rijksambtenaren, schaal 16. Per 1 januari 2012 heeft de Raad van Toezicht het jaarinkomen met één periodiek verhoogd conform de mogelijkheden binnen de arbeidsvoorwaarden. Tevens ontving T.Coenen in 2012 middels het systeem van flexibele arbeidsvoorwaarden € 1.663 door verkoop van niet-gebruikte verlofdagen. Het jaarinkomen bleef binnen het maximum van € 109.550 (1 FTE/12 maanden) volgens de VFI Beloningsregeling. Voor een toelichting op het beleid en de uitgangspunten voor de directiebezoldiging verwijzen wij naar hoofdstuk 11 van het jaarverslag. Aan de directie zijn geen leningen, voorschotten of garanties verstrekt. De leden van de Raad van Toezicht hebben geen bezoldiging ontvangen. Onkostenvergoedingen waren € 0.
96
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: de Raad van Toezicht en de Raad van Bestuur van Stichting Aids Fonds – Soa Aids Nederland Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit rapport opgenomen jaarrekening 2012 van Stichting Aids Fonds – Soa Aids Nederland te Amsterdam gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2012 en de staat van baten en lasten over 2012 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag beide in overeenstemming met Richtlijnen voor de jaarverslaggeving Fondsenwervende instellingen (RJ 650). Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de stichting. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door het bestuur van de stichting gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van het vermogen van Stichting Aids Fonds – Soa Aids Nederland per 31 december 2012 en van het resultaat over 2012 in overeenstemming met Richtlijnen voor de jaarverslaggeving Fondsenwervende instellingen (RJ 650). Verklaring betreffende het jaarverslag Wij vermelden dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Richtlijnen voor de jaarverslaggeving Fondsenwervende instellingen (RJ 650) is opgesteld. Tevens vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening. Amstelveen, 10 april 2013 KPMG Accountants N.V.
W. Tjoelker RA 97
Bijlage 1 Exploitatie gesplitst naar merk Werkelijk 2012 (in euro's)
AF
SANL
Budget 2012
totaal
AF
SANL
Werkelijk 2011
totaal
AF
SANL
totaal
Baten eigen FW
5.692.718
581.349
6.274.067
6.138.500
569.011
6.707.511
6.110.101
394.270
6.504.371
Baten uit 3den
4.775.901
0
4.775.901
2.602.466
0
2.602.466
3.357.349
0
3.357.349
Subsidies overheden
8.241.470
4.474.327
12.715.797
7.574.662
3.642.308
11.216.970
3.651.426
8.256.917
11.908.343
381.486
1.916
383.402
200.000
0
200.000
319.223
0
319.223
0
253.786
253.786
0
225.895
225.895
-14
335.373
335.359
19.091.575 5.311.378
24.402.953
16.515.628 4.437.214
20.952.842
13.438.085 8.986.560
22.424.645
Rente Overige baten Totaal baten Besteed aan doelstellingen AF Beleid
5.392.496
5.392.496
5.211.036
Robert Carr civil society Networks Fund
4.272.657
4.272.657
0
AF project
6.112.309
0
5.211.036
6.989.730
0
0
0
6.989.730 0
6.112.309
7.567.181
0
7.567.181
3.618.362
0
3.618.362
3.536.246
3.536.246
0
2.688.412
2.688.412
0
4.474.249
4.474.249
1.956.794
1.218.458
3.175.252
1.973.811
1.101.913
3.075.724
1.906.309
3.493.173
5.399.482
271.521
208.177
479.698
288.687
243.833
532.520
265.734
217.279
483.013
18.005.777
4.962.881
22.968.658
15.040.715
4.034.158
19.074.873
12.780.135
8.184.701
20.964.836
Eigen FW
875.963
9.054
885.017
905.987
0
905.987
925.530
6.690
932.220
In acties derden
189.068
189.068
220.489
0
220.489
186.816
Soa Aids Programma's & projecten Voorlichting & Comm Strategie & Pleitbezorging Werving baten
186.816
Verkrijgen subs overheid
1.013
54.550
55.563
0
0
0
54.812
13.456
68.268
Kosten beheer en admin
1.066.044 321.571
63.604 447.992
1.129.648 769.563
1.126.476 320.437
0 428.056
1.126.476 748.493
1.167.158 254.977
20.146 508.894
1.187.304 763.871
Som der lasten
19.393.392
5.474.477
24.867.869
16.487.628
4.462.214
20.949.842
14.202.270
8.713.741
22.916.011
Overschot / tekort
-301.817
-163.099
-464.916
28.000
-25.000
3.000
-764.185
272.819
-491.366
Continuïteitsreserve Bestemmingsreserves Overige reserve Bestemmingsfondsen
36.000 271.984 83.816 -693.617 -301.817
0 -23.526
28.000 0 0 0 28.000
0 -25.000 0 0 -25.000
28.000 -25.000 0 0 3.000
7.654 497.909 -1.012.532 -257.216 -764.185
0 136.737
-139.573 -163.099
36.000 248.458 83.816 -833.190 -464.916
136.082 272.819
7.654 634.646 -1.012.532 -121.134 -491.366
15,4% 1,7%
1,6% 8,4%
14,1% 3,2%
14,8% 1,9%
0,0% 9,6%
13,5% 3,6%
15,1% 1,9%
1,7% 5,7%
14,3% 3,4%
Percentage fondsenwerving eigen middelen Percentage kosten beheer en administratie 98
Bijlage 2 Organisatie
Aids Fonds bestedingbeleid Overzicht toegekende projecten 2012 Projecttitel
Maximale toezegging
Doelstelling 1: Meer aandacht voor hiv Nationaal Universiteit Maastricht Universiteit Leiden
Summercourse intervention mapping Online zelfhulpprogramma voor mensen met hiv en depressieve klachten A qualitative study into HCV-related risk behaviour and after HCV diagnosis in HCV-HIV coinfected MSM in Amsterdam
€ €
10.000 10.000
€
9.762
St Roze Buddyzorg (4) Lairesse Apotheek St Namen Project Nederland
Roze Buddyzorg LHIVE webapplicatie in de hiv-behandeling Onderhoud en de opslag van quilts en het onderhouden van de website http://aidsmemorial.nl/AIDSmemorial.nl
€ € €
5.500 5.000 5.000
St Mara Universitair Medisch Centrum Utrecht (UMCU) Internationaal Network of Sex Work Projects (NSWP) (3) Human Rights Watch (HRW) Global Forum on MSM and HIV
Wereld Aids Dag Rotterdam Congres bijdrage “The 20th International Workshop on HIV Dynamics and Evolution”
€ €
3.000 2.000
IAC 2012 Kolkata Satellite Hub: global gathering of sex workers Drug detention advocacy brochure Pre-conference event Global Forum on MSM and HIV (MSMGF) at IAC in Washington TemanTeman - An Integrated online communication strategy to promote HIV testing and awareness among men who have sex with men (MSM) in Indonesia
€
60.000
€ €
10.000 10.000
€
5.986
Ukrainian Community Advisory Board (UCAB) Biblionef Nederland
Governmental Responsibility for Citizens' Health: the 3 Epidemics Campaign Vertelposters "Brenda heeft een draakje in haar bloed"
€
5.195
€
5.000
Movies that Matter Foundation (MMF) Radio Nederland Training Centre (RNTC) Ecumenical Advocacy Alliance (EEA) Totaal
Movies that Matter
€
4.000
Pilot HIV/AIDS Thematic Course for journalists
€
4.000
Interactive web-based communication for faith-based networking and collaborative action Nieuwe projecten doelstelling 1
€
2.500
€
156.943
Individuele Hulpverlening (IH) ondersteunde in 2012 425 aanvragers Nationaal - belangenverenigingen, groepsactiviteiten en ondersteuning van ongedocumenteerden Hiv Vereniging Nederland (HVN) Werkplan 2012 & Positief werkt! 2012 (1) Protestantse Diaconie Opvang voor mensen met hiv in Amsterdam die nog Amsterdam geen vaste verblijfsvergunning in Nederland hebben.
€
167.462
€
345.000
€
80.000
Humanitas Rotterdam
Opvang voor mensen met hiv in Rotterdam die nog geen vaste verblijfsvergunning voor Nederland hebben
€
50.000
Filmcommunicatie (2)
Extra bijdrage voor de documentaire “ Barely Positive” over de betekenis van het Zwitsers standpunt in serodiscordante homoseksuele relaties
€
6.200
Hiv Vereniging Nederland (HVN)
Kosten inperking kantoorruimte t.g.v. afname inkomsten
€
24.750
Les Enfants Terribles (1) St Pama Positive Women of the World (PWW)
De Tijd Daarna Culturele activiteiten hiv/aids 2012 Activiteiten hiv/aids 2012
€ € €
15.000 15.000 15.000
GGD Amsterdam
The Thai Red Cross AIDS Research Centre (SEARCH)
Doelstelling 2: Versterken positie mensen met hiv Individuele Hulpverlening
99
Organisatie
Projecttitel
Maximale toezegging 15.000 13.500 13.500
St ShivA Humanitas Groningen Nederlandse Vereniging van Hemofilie Patienten (NVHP) St PASAA St Hiv Sporten St Mara Internationaal Ark of Love (5)
Activiteiten hiv/aids 2012 Activiteiten hiv/aids 2012 Activiteiten hemofilie en aids 2012
€ € €
Activiteiten hiv/aids 2012 Hiv-sporten 2012 Geestelijke zorg Hiv/Aids
€ € €
8.250 7.000 4.250
A single spark to start a prairie fire - China policy & capacity-building projects for PLHIV grassroots organizations (CAP+)
€
200.000
East Europe & Central Asia Union for PLHIV (ECUO) International Treatment Preparedness Coalition (ITPC)
Promoting Universal Access to Treatment as a basic Human Rights for PLHIV Core Support and Grantmaking for Community Mobilization on HIV Treatment Access in the Global South
€
199.593
€
150.000
Totaal
Nieuwe projecten doelstelling 2 inclusief IH
€ 1.329.505
Doelstelling 3: Universele toegang tot preventie, zorg, behandeling en ondersteuning Nationaal Academisch Medisch Centrum (AMC)
PRO-TEST: Preventie van Late Presentatie door Proactiever hiv-Testen op Indicatie door Huisartsen in hoog-risicogebieden: een pilot- project
€
250.000
GGD Rotterdam-Rijnmond
Man tot Man 2.0 Informatie uitwisselen en tevens faciliteren van de discussie over viral load onder MSM, middels de integratie van social media binnen mantotman.nl
€
99.994
Erasmus Medisch Centrum (EMC) Internationaal
Voorkomen van late presentatie van HIV infectie door eerder testen testen
€
50.000
University of Copenhagen HIV HIV in Europe, extra funding programme (HIV in Europe) (6) Lilongwe Medical Relief Trust (5) Adherence support models to reduce resistance in the Malawi Option B+ program Southern African HIV Clinicians Act Now to Prevent HIV Drug Resistance (HIVDR) Society (the Society) (5) Norwegian Church Aid (NCA) (5) Monitoring drug resistance among positive mothers in rural communities of Malawi The Thai Red Cross AIDS Universal HIV testing and antiretroviral treatment Research Centre (SEARCH) (5) regardless of CD4 count using the Test and Treat strategy among MSM and transgender women in Thailand
€
350.000
€
238.500
€
233.100
€
199.303
€
179.097
International Council of AIDS Service Organizations (ICASO) HIV Young Leadership Fund (HYLF) Totaal
€
150.000
€
150.000
100
Strengthening Civil Society Engagement through the Civil Society Action Team (CSAT) Our right to health: enabling new leadership in the HIV response Nieuwe projecten doelstelling 3
€ 1.899.994
Organisatie
Projecttitel
Maximale toezegging
Doelstelling 4: Meer kennis Nationaal Academisch Medisch Centrum (AMC)
Virale en gastheer factoren die het immunologisch falen bepalen ondanks virologisch succes op antiretrovirale therapie
€
250.000
Academisch Medisch Centrum (AMC) Academisch Medisch Centrum (AMC) Open Universiteit
Inductie van antivirale immuniteit tegen HIV-1 om infecties te bestrijden Amsterdam Neuro Imaging Study Of Cognition and Retina in HIV-positive patients (ANISOCORE) In the heat of the moment: Effecten van seksuele opwinding, alcoholgebruik en werkgeheugencapaciteit op reflectieve en impulsieve cognitieve processen bij seksueel risicogedrag.
€
250.000
€
249.959
€
249.895
Academisch Medisch Centrum (AMC)
Karakterisering van breed neutraliserende antistoffen voor de rationele ontwikkeling van een antistofgebaseerd HIV-1 vaccin
€
245.882
Totaal
Nieuwe projecten doelstelling 4
€ 1.245.736
Doelstelling 5: Gezondheidssystemen in ontwikkelingslanden Medical Credit Fund
Medical Credit fund, extra funding pilot
€
500.000
Totaal toekenningen
€ 5.132.178
(1) Projecten (gedeeltelijk) gefinancierd door Gilead (2) Projecten (gedeeltelijk) gefinancierd door Gilead, Janssen en Boehringer (3) Projecten (gedeeltelijk) gefinancierd door het Ministerie van Buitenlandse Zaken (4) Projecten (gedeeltelijk) gefinancierd door Stichting MOBO Foundations (5) Projecten (gedeeltelijk) gefinancierd uit STOP AIDS NOW! partnerbijdrage (6) Project gefinancierd door Gilead, MSD, Abbott and ViiV Healthcare Vrijval afgerekende projecten Doelstelling 1: Meer aandacht voor hiv Doelstelling 2: Versterken positie mensen met hiv Doelstelling 3: Universele toegang tot preventie, zorg, behandeling en ondersteuning Doelstelling 4: Meer kennis Doelstelling 5: Gezondheidssystemen in ontwikkelingslanden
€ € € € € €
4.1129.806141.39820.030175.347-
Deze post betreft afrekeningen waarvan de definitieve bijdrage lager dan het oorspronkelijk toegezegde bedrag.
101
Bijlage 3
Robert Carr civil society Networks Fund
Income Bill and Melinda Gates Foundation
2.287.108
Norwegian Ministry of Foreign Affairs
1.624.036
British Ministry of Foreign Affairs Total income
549.450 4.460.594
Expenditure Financial contribution to networks
4.181.073
Direct costs
28.112
Personnel costs
63.472
Cost management and administration
7.217 4.279.874
Aids Fonds own contribution in RC NF Total expenditure Result
-50.000 4.229.874 230.720
The positive result has been brought under the fund balance (bestemmingsfonds) Robert Carr Civil Society Networks Fund. It is expected that the amount will be spent in 2013. List of financial contributions to networks Network 1. Sonke Gender Justice Network –SONKE 2. The International Drug Policy Consortium –IDPC 3. The Asian Network of People who Use Drugs – ANPUD 4. International Network of People who Use Drugs –INPUD 5. Caribbean Vulnerable Communities Coalition –CVC 6. International Women’s Rights Action Watch Asia Pacific –IWRAW
Maximal amount in Euro 154.683 77.341 193.353 77.341 154.683 27.070
7. African Men for Sexual Health and Rights –AMSHeR
154.683
8. Fundación Grupo Efecto Positivo –GEP
154.683
9. AIDS and Rights Alliance for Southern Africa-ARASA
193.353
10. Asia Pacific Coalition on Male Sexual Health –APCOM
154.683
11. Eurasian Harm Reduction Network –EHRN
232.024
12. Asia Pacific Network of People Living with HIV -APN+
232.024
13. Youth Lead
116.012
14. Silver Rose
77.341
15. International Community of Women Living with HIV&AIDS -ICW South Africa/ Eastern Africa
386.707
16. International Community of Women Living with HIV/ AIDS Latina - ICW Latina
140.761
17. REDLACTRANS
61.873
18. Paediatric AIDS Treatment for Africa - PATA
125.293
19. Global Network of People Living with HIV - GNP+
232.024
20. East Europe & Central Asia Union of People Living With HIV – ECUO
154.683
21. The Global Forum on MSM & HIV – MSMGF
371.238
22. International Treatment Preparedness Coalition – ITPC
425.377
23. Inclusive and Affirming Ministries – IAM 24. Global Network of Sex Work Projects – NSWP
67.287 216.556 4.181.073
102
Bijlage 4 Begroting 2013 Vanaf 1 januari 2013 zijn de stichtingen STOP AIDS NOW!, Aids Fonds - Soa Aids Nederland en Werkmaatschappij Soa Aids gefuseerd. De begroting 2013 heeft betrekking op de nieuwe stichting Aids Fonds - STOP AIDS NOW! - Soa Aids Nederland Begroting 2013
Werkelijk 2012 pro forma
Werkelijk 2011 pro forma
12.080 4.490 16.014 509 609 33.702
13.808 6.230 12.716 608 643 34.005
13.951 4.256 11.908 560 744 31.419
4.336 5.019 7.178 2.682 3.269 4.059 4.695 1.109 32.347
4.893 4.273 6.112 3.182 4.525 3.536 5.762 799 33.082
6.990 0 3.618 3.728 2.441 4.474 7.844 794 29.889
2.435 297 0 2.732
2.277 378 56 2.711
2.319 231 68 2.618
1.089
1.053
1.059
Som der lasten
36.168
36.846
33.566
Resultaat
-2.466
-2.841
-2.147
20,2% 3,2% 42,1% 89,4%
16,5% 3,1% 44,1% 89,8%
16,6% 3,4% 64,0% 89,0%
(in euro's x 1.000) Baten: Baten uit eigen fondsenwerving Baten uit acties van derden Subsidies van overheden Baten uit beleggingen (rente) Overige baten Som der baten Lasten: Besteed aan doelstellingen Aids Fonds - bestedingsbeleid Aids Fonds - Robert Carr Fund Aids Fonds - projecten STOP AIDS NOW! structurele hulp STOP AIDS NOW! additionele hulp Soa Aids programma's en projecten Voorlichting en communicatie Strategie en pleitbezorging Werving baten Kosten eigen fondsenwerving Kosten acties derden Kosten verkrijging subsidies overheden Beheer en administratie Kosten beheer en administratie
Kosten fondsenwerving (van baten FW) Kosten beheer en administratie (van totale baten) Besteed aan doelstelling (van totale baten) Besteed aan doelstelling (van totale lasten)
Het negatief resultaat van € 2,4 miljoen heeft betrekking op de uitputting van de bestemmingsreserves Voorlichtingsmateriaal en Kennisfunctie zowel het bestemmingsfonds Droomfonds (€ 2,4 miljoen). De begroting 2013 werd in oktober 2012 vastgesteld. Ontwikkelingen daarna die tot de vorming per 31 december 2012 van bestemmingsreserves en fondsen hebben geleid zijn in de begroting 2013 niet opgenomen. Naar verwachting wordt circa € 2,5 miljoen uit de reserves en fondsen in 2013 meer besteed dan is begroot. In 2013 zullen de baten naar verwachting gelijk aan 2012 blijven. De financieringsbronnen zullen verschuiven, het aandeel van eigen fondsenwerving zal dalen terwijl subsidies van overheden stijgen. Wij verwachten een daling van opbrengsten van particulieren donateurs, zowel bij structurele donaties als eenmalige of spontane donaties. Rekening houdend met de reserves en fondsen aan het begin van 2013 zullen de totale lasten met 5% toenemen ten opzichte van 2012 naar € 38,6 miljoen. De verstrekking van financiële bijdragen uit het Aids Fonds bestedingsbeleid en uit het Investeringsfonds van STOP AIDS NOW! zullen daarbij met 9% toenemen. 103
Bijlage 5 Specificatie programma's en projecten van Soa Aids Nederland t.b.v. RIVM
Werkelijk 2012
Begroting 2012
Werkelijk 2011
547.054 257.653 804.707 581.518 157.616 0 739.134 -65.573
541.618 180.106 721.724 538.724 183.000 0 721.724 0
562.264 233.112 795.376 701.985 100.292 70.000 872.277 76.901
personeel materieel totaal lasten bijdrage RIVM bijdragen derden eigen bijdrage totaal baten overschot / tekort
838.633 320.590 1.159.223 935.577 125.646 61.000 1.122.223 -37.000
898.167 226.081 1.124.248 996.266 102.982 25.000 1.124.248 0
289.603 88.061 377.664 449.489 3.721 31.914 485.124 107.460
personeel materieel
384.751 253.387
371.370 73.846
552.899 240.799
1) oorspronkelijk instellingssubsidie A. Programma Intermediairs personeel materieel totaal lasten bijdrage RIVM bijdragen derden eigen bijdrage totaal baten overschot / tekort B. Programma Publieksvoorlichting
C. Programma Jongeren
totaal lasten
638.138
445.216
793.698
bijdrage RIVM bijdragen derden eigen bijdrage
351.310 286.828 0
398.573 46.643 0
635.917 179.547 0
totaal baten
638.138
445.216
815.464
overschot / tekort
0
0
21.766
personeel materieel totaal lasten bijdrage RIVM bijdragen derden eigen bijdrage totaal baten overschot / tekort
460.302 59.608 519.910 517.590 2.320 0 519.910 0
502.958 66.009 568.967 568.967 0 0 568.967 0
528.070 371.235 899.305 388.113 556.635 0 944.748 45.443
personeel materieel totaal lasten bijdrage RIVM bijdragen derden eigen bijdrage totaal baten overschot / tekort
269.320 121.066 390.386 167.490 185.896 0 353.386 -37.000
238.773 29.778 268.551 230.334 38.217 0 268.551 0
372.400 311.247 683.647 352.299 362.674 0 714.973 31.326
D. Programma Etnische minderheden
E. Programma Prostitutie
104
Werkelijk 2012
Begroting 2012
Werkelijk 2011
512.741 214.690 727.431 595.890 61.541 70.000 727.431 0
502.310 279.669 781.979 600.818 111.161 70.000 781.979 0
1.093.592 2.431.059 3.524.651 943.425 2.540.396 0 3.483.821 -40.830
Werkelijk 2012 3.012.801 1.226.994 4.239.795 3.149.375 819.847 131.000 4.100.222 -139.573
Begroting 2012 3.055.196 855.489 3.910.685 3.333.682 482.003 95.000 3.910.685 0
Werkelijk 2011 3.398.828 3.675.513 7.074.341 3.471.228 3.743.265 101.914 7.316.407 242.066
personeel materieel totaal lasten bijdrage RIVM bijdragen derden eigen bijdrage totaal baten overschot / tekort
35.738 103.629 139.367 139.367 0 0 139.367 0
113.249 96.000 209.249 209.249 0 0 209.249 0
0 0 0 0 0 0 0 0
personeel materieel totaal lasten bijdrage RIVM bijdragen derden eigen bijdrage totaal baten overschot / tekort
138.932 107.422 246.354 211.354 35.000 0 246.354 0
282.114 207.093 489.207 419.207 50.000 20.000 489.207 0
0 0 0 0 0 0 0 0
3.187.471 1.438.045 4.625.516 3.500.096 854.847 131.000 4.485.943 -139.573
3.450.559 1.158.582 4.609.141 3.962.138 532.003 115.000 4.609.141 0
3.398.828 3.675.513 7.074.341 3.471.228 3.743.265 101.914 7.316.407 242.066
F. Programma Soa Aids beleid personeel materieel totaal lasten bijdrage RIVM bijdragen derden eigen bijdrage totaal baten overschot / tekort Totaal oorspronkelijke instellingssubsidie personeel materieel totaal lasten bijdrage RIVM bijdragen derden eigen bijdrage totaal baten overschot / tekort 2) aanvullende instellingssubsidies G. Jongeren MSM
H. Doelgroep MSM
Totaal alle instellingssubsidies personeel materieel totaal lasten bijdrage RIVM bijdragen derden eigen bijdrage totaal baten overschot / tekort
105
Samenvatting
activiteit A. B. C. D. E. F. G. H.
Programma Intermediairs Programma Publieksvoorlichting Programma Jongeren Programma Etnische minderheden Programma Prostitutie Programma Soa Aids beleid Jongeren MSM Doelgroep MSM
tekort onttrokken van baten 2012 739.134 1.122.223 638.138 519.910 353.386 727.431 139.367 246.354
lasten 2012 804.707 1.159.223 638.138 519.910 390.386 727.431 139.367 246.354
overschot / tekort
risico reserve RIVM
-65.573 -37.000 0 0 -37.000 0
-65.573 -37.000 0 0 -37.000 0
4.485.943 4.625.516 -139.573 -139.573* * het tekort heeft betrekking op additionele activiteiten die met de goedkeuring van het RIMV hebben plaatsgevonden.
106
Bijlage 6 Samengestelde jaarrekening 2012 Van de Stichtingen Aids Fonds - Soa Aids Nederland, STOP AIDS NOW! en Werkmaatschappij Soa Aids
Balans
Aids Fonds -
Werkmaat-
STOP AIDS
In euro's x 1.000
Soa Aids NL
schappij
NOW!
Materiële vaste activa
1.163
733
0
Vorderingen
1.728
103
316
42
23.565
Eliminaties
2012
2011
totaal
totaal
Activa 0
1.896
2.113
2.164
0
3.995
5.359
59
-417
0
0
400
7.515
0
31.480
29.388
26.772
1.278
9.738
-417
37.371
36.860
Continuïteitsreserves
1.607
0
1.255
0
2.862
2.802
Bestemmingsreserves
2.622
0
1.186
0
3.808
3.457
Overige bestemmingsreserves
1.416
0
0
0
1.416
1.332
Overige bestemmingsfondsen
1.105
0
5.320
0
6.425
9.761
Reserves en fondsen
6.750
0
7.761
0
14.511
17.352
42
59
316
-417
0
0
3.649
0
195
0
3.844
5.829
Gelieerde instellingen Liquide middelen Totaal Activa Passiva
Gelieerde instellingen Langlopende schulden Kortlopende schulden Totaal Passiva
107
16.331
1.219
1.466
0
19.016
13.679
26.772
1.278
9.738
-417
37.371
36.860
Samengestelde jaarrekening 2012 Van de Stichtingen Aids Fonds - Soa Aids Nederland en STOP AIDS NOW! Staat van baten en lasten In euro's x 1.000 Baten uit eigen fondsenwerving Baten uit acties van derden Subsidies van overheden Baten uit beleggingen (rente) Overige baten Totaal baten Aids Fonds - bestedingsbeleid Aids Fonds - Robert Carr Fund Aids Fonds - projecten STOP AIDS NOW! structurele hulp STOP AIDS NOW! additionele hulp Soa Aids programma's en projecten Voorlichting & Communicatie Strategie & Pleitbezorging Besteed aan doelstellingen Kosten eigen fondsenwerving Kosten acties derden Kosten verkrijging subsidies overheden Kosten van beleggingen (rente) Werving baten Kosten beheer en administratie Totaal lasten Resultaat Kosten fondsenwerving (van baten FW) Kosten beheer en administratie (van totale baten) Besteed aan doelstelling (van totale baten) Besteed aan doelstelling (van totale lasten) 108
Aids Fonds Soa Aids NL 6.274 4.776 12.716 383 254 24.403
STOP AIDS Eliminaties NOW! 7.534 0 1.954 -500 0 0 225 0 480 -91 10.193 -591
2012 Werkelijk 13.808 6.230 12.716 608 643 34.005
2012 Begroting 14.867 3.369 11.217 400 634 30.487
2011 Werkelijk 13.951 4.256 11.908 560 744 31.419
5.393 4.273 6.112 0 0 3.536 3.175 480 22.969
0 0 0 3.182 4.525 0 2.678 319 10.704
-500 0 0 0 0 0 -91 0 -591
4.893 4.273 6.112 3.182 4.525 3.536 5.762 799 33.082
4.509 0 7.567 4.242 3.665 2.688 5.900 834 29.405
6.990 0 3.618 3.728 2.441 4.474 7.844 794 29.889
885 189 56 0 1.130
1.392 189 0 0 1.581
0 0 0 0 0
2.277 378 56 0 2.711
2.387 302 0 0 2.689
2.319 231 68 0 2.618
769
284
0
1.053
1.063
1.059
24.868
12.569
-591
36.846
33.157
33.566
-465
-2.376
0
-2.841
-2.670
-2.147
14,1% 3,2% 94,1% 92,4%
18,5% 2,8% 105,0% 85,2%
16,5% 3,1% 97,3% 89,8%
16,1% 3,5% 96,5% 88,7%
16,6% 3,4% 95,1% 89,0%
13.
Verantwoordingsverklaring
De Raad van Bestuur en de Raad van Toezicht van de Stichting Aids Fonds – Soa Aids Nederland leggen in deze verantwoordingsverklaring vast op welke wijze zij invulling geven aan: 1. de functiescheiding tussen uitvoeren, besturen en toezicht houden; 2. het continu verbeteren van effectiviteit en doelmatigheid bij het realiseren van de doelstelling; 3. het optimaliseren van de relaties met belanghebbenden. Door het ondertekenen van de zogenaamde ‘Bijlage 12’ van het CBF onderschrijven de leden van de Raad van Toezicht en de Raad van Bestuur ook individueel deze drie principes van goed bestuur voor goede doelen.
13.1
Scheiding van uitvoering, bestuur en toezicht
De Stichting Aids Fonds – Soa Aids Nederland heeft in haar statuten de functie 'toezicht houden' (vaststellen of goedkeuren van plannen en het kritisch volgen van de organisatie en haar resultaten) duidelijk gescheiden van het 'besturen' dan wel van de 'uitvoering'. De stichting wordt bestuurd door een eenhoofdige Raad van Bestuur, waarop toezicht wordt gehouden door een Raad van Toezicht. De Raad van Toezicht wordt bijgestaan door een financiële Auditcommissie, voorgezeten door de portefeuillehouder financiën van deze raad. De wettelijk voorgeschreven Ondernemingsraad levert vanuit het oogpunt van medezeggenschap een bijdrage aan een goed bestuur van de Stichting. Sinds 1 januari 2008 is de algehele personele unie van kracht in de Raden van Toezicht van de Stichting STOP AIDS NOW!, de Stichting Aids Fonds – Soa Aids Nederland en de Stichting Werkmaatschappij Soa Aids. Het aantal leden van de Raad van Toezicht bedraagt minimaal zeven en maximaal negen. Hierdoor is het besturen van de stichtingen gescheiden van het toezicht, terwijl bij het toezicht juist kan worden gelet op de onderlinge samenhang en verschillen. De verhouding tussen de Raden van Bestuur en de Raden van Toezicht van de stichtingen is, voor zover niet in de statuten geregeld, vastgelegd in een reglement waarin de verantwoordelijkheden en taken zijn benoemd. Ook de verhouding tussen Auditcommissie, Raden van Toezicht en Raden van Bestuur is vastgelegd in dit reglement. Uit oogpunt van transparantie en om belangenverstrengeling te voorkomen hebben de toezichthouders en bestuurders op de genoemde ‘Bijlage 12’ van het CBF hun nevenfuncties gemeld. De statuten voldoen volledig aan het vigerende Reglement CBF-Keur. De organisatie onderschrijft de Code Wijffels en voldoet aan alle vereisten die deze code stelt. In 2011 is het ISO 9001-certificaat verkregen. In 2011 is gestart met het stapsgewijs invoeren van een nieuw systeem van monitoring en evaluatie door aanpassing van het systeem voor de kwartaal- en jaarrapportages. In 2011 werd het systeem voor Soa Aids Nederland operationeel, Aids Fonds en STOP AIDS NOW! volgden in 2012. Het systeem is blijvend in ontwikkeling.
109
13.2
Effectiviteit en doelmatigheid van de bestedingen
Soa Aids Nederland is onderdeel van de onafhankelijke Stichting Aids Fonds - Soa Aids Nederland te Amsterdam, die op 1 januari 2004 is ontstaan uit de fusie van de Stichting Aids Fonds te Amsterdam en de Stichting soa-bestrijding te Utrecht. De Stichting heeft ten doel het stimuleren en vergroten van de omvang en de kwaliteit van de Nederlandse bijdrage aan de nationale en internationale strijd tegen aids en andere soa’s evenals aan de ondersteuning en zorg voor mensen die leven met hiv of een andere soa’s en wil dit doel verwezenlijken door: 1. het verder ontwikkelen en het stimuleren van de uitvoering van het nationaal en internationaal aids- en soa-beleid (pleitbezorging); 2. het ontwikkelen en uitvoeren van fondsenwervende activiteiten ter financiering van concrete activiteiten op het terrein van de nationale en internationale strijd tegen hiv en aids en andere seksuele overdraagbare aandoeningen (fondsenwerving); 3. financiële steun te verlenen aan activiteiten van organisaties op het terrein van de aan hiv en aids en/of soa gerelateerde zorg, preventie en onderzoek (fondsenbesteding); 4. het bevorderen van de betrokkenheid van de Nederlandse samenleving bij mensen met hiv en aids en andere seksuele overdraagbare aandoeningen en het beleid ter zake daarvan, door middel van bijvoorbeeld scholing, advisering en het organiseren van bijeenkomsten (voorlichting); 5. het ontwikkelen en uitvoeren van programma's gericht op het publiek, of specifieke groepen daarbinnen, professionals en overheden (uitvoering). In 2010 is mede op basis van de evaluatie in 2009 het strategische meerjarenbeleidsplan “Stroomopwaarts, Strategische meerjarenbeleid van Soa Aids Nederland 2011-2015” vastgesteld. Op basis van het strategisch beleidsplan wordt jaarlijks een werkplan met begroting opgesteld, waarin de beoogde resultaten per beleidsonderdeel en per project zijn vastgelegd. De realisatie wordt in beeld gebracht in de kwartaalrapportages en uiteindelijke gepubliceerd in het jaarverslag. Voor de instellingssubsidie wordt jaarlijks aan het RIVM een gedetailleerd formulier ingediend met per programma de activiteiten en de beoogde resultaten. Het primaire doel van de organisatie is om de doelstellingen zo goed mogelijk te realiseren en daarvoor de verworven middelen te besteden. Uiteraard is het noodzakelijk om een reserve op te bouwen die de continuïteit van de organisatie waarborgt conform de Richtlijn Reserves Goede Doelen (2004) van de VFI. De organisatie beheert haar gelden op een niet-risicovolle wijze en heeft de risico’s gespreid. (Zie hoofdstuk 12 Jaarrekening) De instelling werkt continu aan een optimale besteding van middelen, zodat effectief en doelmatig gewerkt wordt aan het realiseren van de doelstelling. Door middel van kwartaalrapportages worden de activiteiten van de programma’s gevolgd en op onderdelen worden evaluaties uitgevoerd. Daarnaast wordt nauwgezet gerapporteerd aan de overheid en andere financiers van ons werk. De organisatie heeft in 2012 een risicoanalyse uitgevoerd, waarbij is vastgesteld dat de voor de continuïteit van de organisatie gereserveerde middelen (continuïteitsreserve en overige reserve) ruimschoots voldoende zijn. De organisatie is blijvend alert op risico’s om adequaat te kunnen reageren. 110
De activiteiten die de stichting onder de naam Aids Fonds uitvoert, worden verantwoord in een afzonderlijk jaarverslag.
13.3
Omgang met belanghebbenden
Soa Aids Nederland streeft naar optimale relaties met belanghebbenden, met gerichte aandacht voor de informatieverschaffing en de inname en verwerking van wensen, vragen en klachten. De stichting hecht grote waarde aan transparantie. Voor degenen die een gedetailleerde verantwoording willen, is het jaarverslag gratis beschikbaar. Soa Aids Nederland heeft de omgang met belanghebbenden structureel geregeld door middel van het belanghebbendenbeleid en de mogelijkheid om ideeën, opmerkingen en wensen kenbaar te maken. Daarnaast is er een klachtenregeling en de mogelijkheid via de website, telefonisch of per e-mail vragen te stellen. Uiteraard worden belanghebbenden via de website geïnformeerd over het jaarlijkse werkplan en over de bestedingen door middel van het jaaroverzicht en het jaarverslag. De organisatie heeft een vrijwilligersbeleid, waarbij de rechten en plichten van collectanten en andere vrijwilligers duidelijk zijn beschreven in een brochure en in een vrijwilligersovereenkomst worden vastgelegd. Aids Fonds – Soa Aids Nederland onderschrijft het principe van volledige betrokkenheid van mensen met hiv bij beleidsvorming en uitvoering op alle niveaus, het zogenaamde het GIPAprincipe (greater involvement of people living with HIV). Er is een statutair geborgde zetel in de Raad van Toezicht voor een persoon die het vertrouwen heeft van de belangenorganisaties voor mensen met hiv. Het personeelsbeleid van de organisatie is gericht op het in dienst nemen van mensen met hiv, die bij gebleken gelijkwaardigheid de voorkeur krijgen. Medewerkers met hiv worden bewust betrokken bij het ontwikkelen van programma’s en activiteiten met betrekking tot leven met hiv en de bestrijding van hiv en andere soa’s. Jaarlijks organiseren Soa Aids Nederland, het Aids Fonds en STOP AIDS NOW! in nauwe samenwerking met de belangrijkste samenwerkingspartners en professionals het Nationaal Congres Soa * Hiv * Seks. Door het interactieve karakter biedt dit congres niet alleen een podium voor het uitwisselen van kennis en ervaringen, maar is bij uitstek ook de gelegenheid waar het publieke debat tussen belanghebbenden over belangrijke thema’s in de aidsbestrijding plaatsvindt. Onze organisatie hecht waarde aan sponsoring van onze producten en activiteiten, niet alleen omdat met extra middelen ook extra inspanningen kunnen worden geleverd, maar ook omdat hierdoor het bedrijfsleven nauwer bij de strijd tegen hiv en aids wordt betrokken. Wel stelt Soa Aids Nederland zich op het standpunt dat sponsors geen inhoudelijke invloed kunnen uitoefenen en legt dit ook vast als ontbindende voorwaarde in de sponsorcontracten. In 2012 is een sponsorcode, waarin wordt vastgelegd hoe we met sponsors omgaan, vastgesteld. De sponsorcode geldt voor de gehele organisatie en is na vaststelling op onze website geplaatst. Integriteitsbeleid In 2009 gaf de Raad van Bestuur, na advies van de Ondernemingsraad, zijn goedkeuring aan het ‘Integriteitsbeleid, Gedragscodes en procedures voor goed werkgever- en werknemerschap.’ Dit beleid bevat naast een aantal preventieve en correctieve gedragsregels, 111
waaronder de klokkenluidersregeling, ook de procedures voor het inschakelen van de interne of externe vertrouwenspersoon en de klachtenregeling voor medewerkers. Verantwoording Soa Aids Nederland legt jaarlijks verantwoording af door middel van een jaarverslag volgens de Richtlijn Verslaggeving Fondsenwervende Instellingen (Richtlijn 650) van de Raad voor Jaarverslaggeving. De Stichting Aids Fonds – Soa Aids Nederland is sinds 1 januari 1998 houder van het CBF-Keur voor de goede doelen van het Centraal Bureau Fondsenwerving. Dit betekent dat de Stichting positief door het Centraal Bureau Fondsenwerving is beoordeeld op de onderdelen bestuur, beleid, fondsenwerving, bestedingen en verslaglegging. Het geeft tevens aan dat het Aids Fonds binnen de norm van 25 procent voor de eigen fondsenwerving blijft. De tussentijdse controle door het CBF in 2012 leidde tot een positief oordeel zonder openstaande afwijkingen of opmerkingen. De vervlechting van de Code Goed Bestuur van de Vereniging van Fondsenwervende Instellingen (VFI) en het CBF-Keur heeft geleid tot het Reglement CBF-Keur, dat vanaf 1 juli 2008 van kracht is. In dit reglement is meer nadruk komen te liggen op uitvoeren, besturen en toezicht houden. Ook het doorlopend verbeteren van effectiviteit en efficiëntie van de bestedingen en het optimaliseren van de omgang met vrijwilligers wordt onderdeel van de toetsing. De organisatie hecht er waarde aan om ook in breder historisch perspectief verantwoording aan de samenleving te kunnen afleggen. De organisatie heeft in 2008 met het Nationaal Archief een overeenkomst afgesloten tot overbrenging en bewaring en de archieven tot en met 2004 in bruikleen overgedragen. Na de overdracht worden de archieven geconserveerd en zoveel mogelijk ontsloten. Na de toevoeging aan de collectie particuliere archieven van het Nationaal Archief zal het archief voor onderzoekers en andere belangstellenden worden opengesteld. Conform deze overeenkomst zullen de archieven elke vijf jaar naar het Nationaal Archief worden overgebracht. Klachtenprocedure Soa Aids Nederland beschikt over een algemene klachtenprocedure. De secretaris van de Raad van Bestuur fungeert als klachtencoördinator. De klachtenprocedures zijn een krachtig instrument in het kwaliteitssysteem van de organisatie. De drempel is bewust laag gehouden, zodat belanghebbenden op eenvoudige wijze – telefonisch, via internet, per e-mail of brief – hun klachten kunnen uiten. Klachten komen in het algemeen binnen bij de klachtencoördinator. In principe wordt de klacht opgelost waar deze is ontstaan. De klachtencoördinator houdt het klachtenregister bij. Elk halfjaar rapporteert de klachtencoördinator aan de Raad van Bestuur met afschrift aan het managementteam.
Klachten
112
2008
2009
2010
2011
2012
4
4
1
16
0
Evaluatie structurele aanpassingen Klachten die leiden tot een structurele aanpassing van de werkwijze worden in het daarop volgende jaar geëvalueerd. In 2011 was een klacht over de bedankprocedure bij communicatie met betrekking tot medewerking aan producties aanleiding tot een structurele aanpassingen in deze procedure, maar in 2012 hebben dergelijke producties niet plaatsgevonden. In 2011 leidde een klacht tot een opmerking over de postbehandeling en de postregistratie van de organisatie in het algemeen. De postbehandeling heeft sinds 2012 nog onze voortdurende aandacht. Deze verantwoordingsverklaring is vastgesteld op 10 april 2013.
Ton Coenen
Anthony Ruys
Raad van Bestuur
voorzitter Raad van Toezicht
113
14.
Statutaire en overige gegevens
De stichting draagt de naam ‘Stichting Aids Fonds – Soa Aids Nederland’ en heeft haar zetel in de gemeente Amsterdam. Missie De missie van Aids Fonds – Soa Aids Nederland luidt ‘Naar een wereld zonder aids.’ In het kader van deze aan zichzelf gestelde opdracht werkt Aids Fonds – Soa Aids Nederland samen met overheidsinstellingen en natuurlijke of rechtspersonen in binnen- en buitenland. Inschrijving Kamer van Koophandel De Stichting Aids Fonds – Soa Aids Nederland is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Amsterdam onder nummer 34200393, waarbij ‘Aids Fonds’ als verkorte naam is vastgelegd. Rangschikking Successiewet 1956 De Stichting Aids Fonds – Soa Aids Nederland is door de Inspecteur van de Belastingdienst aangemerkt als instelling zoals bedoeld in artikel 24, lid 4 van de Successiewet 1956. Per 1 januari 2008 is de stichting aangemerkt als Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI). Fusie per 1 januari 2013 Op 31 december 2012 werd de Akte van Fusie gepasseerd, waardoor per 1 januari 2013 de Stichting Aids Fonds – Soa Aids Nederland en de gelieerde instellingen (Zie 15. Gelieerde instellingen), de Stichting STOP AIDS NOW! (Zie 15.2 STOP AIDS NOW!) en de Stichting Werkmaatschappij Soa Aids (Zie 15.1 Stichting Werkmaatschappij Soa Aids) door middel van een juridische fusie in de Stichting Werkmaatschappij Soa Aids samengaan. Na de fusie zal gewerkt worden vanuit één stichting met drie merken: Aids Fonds, STOP AIDS NOW! en Soa Aids Nederland. Het doel van de fusie is om efficiënter te werken vanuit één gedeelde visie en strategie voor zowel het Aids Fonds, STOP AIDS NOW! als Soa Aids Nederland. Per 1 januari 2013 heet de stichting Stichting Aids Fonds – STOP AIDS NOW! – Soa Aids Nederland.
114
15.
Gegevens gelieerde instellingen
15.1
Werkmaatschappij Soa Aids
De Werkmaatschappij opereert als faciliterend bedrijf, zodat de werkzaamheden sterk gericht zijn op de operationele kant. De Werkmaatschappij fungeert als werkgever voor de Stichting Aids Fonds – Soa Aids Nederland en de Stichting STOP AIDS NOW! Statutaire gegevens De stichting draagt de naam ‘Stichting Werkmaatschappij Soa Aids’ en heeft haar zetel in de gemeente Amsterdam. De Stichting heeft ten doel zodanige voorwaarden te scheppen voor de te Amsterdam gevestigde Stichting Aids Fonds – Soa Aids Nederland en de Stichting STOP AIDS NOW!, zodat deze stichtingen hun werkzaamheden optimaal kunnen verrichten, en voorts al hetgeen met een en ander rechtstreeks of zijdelings verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn. Inschrijving Kamer van Koophandel De Stichting Werkmaatschappij Soa Aids is ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Amsterdam onder nummer 41207989. Raad van Toezicht Er is sprake van een algehele personele unie in de Raden van Toezicht van de stichtingen STOP AIDS NOW!, Werkmaatschappij Soa Aids en Aids Fonds – Soa Aids Nederland. De verhouding tussen de Raden van Bestuur en de Raden van Toezicht van de stichtingen is vastgelegd in een reglement, waarin de verantwoordelijkheden en taken zijn benoemd. Ook de verhouding tussen Auditcommissie, Raden van Toezicht en Raden van Bestuur is vastgelegd in dit reglement. Raad van Bestuur De Raad van Bestuur van de Stichting Werkmaatschappij Soa Aids bestaat uit Ton Coenen (voorzitter) en Louise van Deth (lid). De nevenfuncties van de heer Ton Coenen zijn: lid Raad van Toezicht Stichting Huisartsen Dienstenposten Amsterdam, bestuurslid René Klijn Stichting, bestuurslid Stichting H. Molendijk, lid Raad van Toezicht Medical Credit Fund, member of the Executive Committee and chair of the Strategy Committee ICASO, co-chair of the HIV in Europe Initiative en member European HIV/AIDS Funders Group Steering Committee. Mevrouw Louise van Deth heeft als nevenfuncties: lid Leadership & Accountability voor AIDS 2012, voorzitter Tony Chocolonely Foundation, voorzitter Arts & Exes en lid bestuur stichting Henry Hudson 500. Rangschikking Successiewet 1956 De Stichting Werkmaatschappij Soa Aids is door de Inspecteur van de Belastingdienst aangemerkt als instelling zoals bedoeld in artikel 24, lid 4 van de Successiewet 1956. Per 1 januari 2012 is de stichting aangemerkt als Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI). Fusie per 1 januari 2013 Op 31 december 2012 werd de Akte van Fusie gepasseerd, waardoor per 1 januari 2013 de Stichting Werkmaatschappij Soa Aids, de Stichting Aids Fonds – Soa Aids Nederland (Zie 14 115
Statutaire en overige gegevens) en de Stichting STOP AIDS NOW! (Zie 15.2 STOP AIDS NOW!) door middel van een juridische fusie in de Stichting Werkmaatschappij Soa Aids samengaan. De Stichting Werkmaatschappij Soa Aids wordt onder de nieuwe naam Stichting Aids Fonds – STOP AIDS NOW! – Soa Aids Nederland voortgezet.
15.2
STOP AIDS NOW!
STOP AIDS NOW! is een onafhankelijke stichting, die op 15 december 2000 werd opgericht door de initiatiefnemer Stichting Aids Fonds (thans: Stichting Aids Fonds – Soa Aids Nederland) te Amsterdam met als participanten: Stichting Aids Fonds – Soa Aids Nederland te Amsterdam; Stichting Cordaid Memisa te ’s-Gravenhage; Stichting Hivos – Humanistisch Instituut voor Ontwikkelingssamenwerking te ’sGravenhage; Stichting ICCO te Zeist; Stichting Oxfam Novib te ’s-Gravenhage. Statutaire gegevens De stichting draagt de naam ‘Stichting STOP AIDS NOW!’ en heeft haar zetel in de Gemeente Amsterdam. STOP AIDS NOW! heeft zich ten doel gesteld zowel de omvang als de kwaliteit te verhogen van de Nederlandse bijdrage aan de aidsbestrijding in de ruimste zin van het woord en voorts al hetgeen met een en ander rechtstreeks of zijdelings verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn. Inschrijving Kamer van Koophandel De Stichting STOP AIDS NOW! is ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Amsterdam onder nummer 34148235. Raad van Toezicht Er is sprake van een algehele personele unie in de Raden van Toezicht van de stichtingen STOP AIDS NOW!, Werkmaatschappij Soa Aids en Aids Fonds – Soa Aids Nederland. De verhouding tussen de Raden van Bestuur en de Raden van Toezicht van de stichtingen is vastgelegd in een reglement, waarin de verantwoordelijkheden en taken zijn benoemd. Ook de verhouding tussen Auditcommissie, Raden van Toezicht en Raden van Bestuur is vastgelegd in een reglement. In 2008 zijn beide reglementen samengevoegd. Raad van Bestuur Mevrouw Louise van Deth heeft als nevenfuncties: lid Leadership & Accountability voor AIDS 2012, voorzitter Tony Chocolonely Foundation, voorzitter Arts & Exes en lid bestuur stichting Henry Hudson 500. Keur Centraal Bureau voor de Fondsenwerving Op 13 december 2004 is aan de Stichting STOP AIDS NOW! het CBF-Keur toegekend. Rangschikking Successiewet 1956 De Stichting STOP AIDS NOW! is door de Inspecteur van de Belastingdienst aangemerkt als instelling zoals bedoeld in artikel 24, lid 4 van de Successiewet 1956. Per 1 januari 2008 is de stichting aangemerkt als Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI). 116
Fusie per 1 januari 2013 Op 31 december 2012 werd de Akte van Fusie gepasseerd, waardoor per 1 januari 2013 de Stichting STOP AIDS NOW!, de Stichting Aids Fonds – Soa Aids Nederland (Zie 14 Statutaire en overige gegevens) en de Stichting Werkmaatschappij Soa Aids (Zie 15.1 Werkmaatschappij Soa Aids) door middel van een juridische fusie in de Stichting Werkmaatschappij Soa Aids samengaan. De Stichting Werkmaatschappij Soa Aids wordt onder de nieuwe naam Stichting Aids Fonds – STOP AIDS NOW! – Soa Aids Nederland voortgezet.
117
16. 1.
Bijlage: publicaties en presentaties
Programma Intermediairs Presentaties, colleges, trainingen en (digitale)workshops Van Bergen JEAM, Chlamydia Screening CSI, Expert meeting ECDC, Stockholm, 31 mei 2012. Van Bergen JEAM, Schuivende paradigma binnen de seksuele gezondheid, NHG Voorjaarscongres, Utrecht, 19 april 2012. Van Bergen JEAM, SEKS Matters, tussen infectieziektebestrijding en seksuele gezondheidszorg, Oratie in het kader van aanvaarding buitengewoon hoogleraarschap soa en hiv in de 1e lijn, Amsterdam, 12 oktober 2012. Van Bergen JEAM, Hiv testing by GP. KIT, 6th National HIV Congres, Amsterdam, 27 november 2012. Van Bergen JEAM, (Zelf-)testen: de stand van zaken, Nationaal Congres Soa*Hiv*Seks, Amsterdam, 30 november 2012. Van Bergen JEAM, Chlamydia Screening, 15th Congress of the European Society for Sexual Medicine, Amsterdam, 4 december 2012. Van Bergen JEAM, Infectiebestrijding 2.0: Uitdagingen in de soa-bestrijding, Maastricht, 7 december 2012. Van Bergen JEAM, Soa en hiv in de eerste lijn, Referaat afdeling Sociale Geneeskunde AMC, Amsterdam, 25 juni 2012. Van Bergen JEAM, NHG Voorjaarscongres i.s.m. NHG en seksHAG, Utrecht, april 2012 Van Bergen JEAM, Elektronisch Programma Individuele Nascholing Huisartsen soaconsult, maart 2012. Van Bergen JEAM, E-learning module pre-coschap soa in de huisartspraktijk, september 2012. Van Bergen JEAM, Soa en preventie. College 2e-jaars studenten geneeskunde, Amsterdam, 8 oktober 2012. Van Bergen JEAM, Het soa- consult bij de huisarts. Huisartsopleiding, Amsterdam, 11 mei 2012. Heiligenberg M, Zorg voor mensen die oud worden met hiv, Nationaal Congres Soa*Hiv*Seks, Amsterdam, 30 november 2012. Spijker R, Coul Op de E, Vriens P, Update! Sekspartners waarschuwen;resultaten, lessons learnt en vooruit kijken. Nationaal Congres Soa*Hiv*Seks, Amsterdam, 30 november 2012. Spijker R, Kessler CJ, Workshop Stigma en ethische dilemma’s binnen preventie en zorgverlening van mensen met hiv, Utrecht, 3 oktober 2012. Spijker R, Hendriksen E, Mutschelknauss M, Stan Th, Geilings J, Zuilhof W, Corman D, Rollnick S, van den Hoek K, E, Nöstlinger C, Workshop 1: Introductiesessie: vernieuwing, Digitale Leerweek, 31 oktober t/m 7 november 2012. Spijker R, Brendel A, Stutterheim S, Kessler CJ, Workshop 2: Stigma en ethische dilemma’s binnen preventie- en zorgverlening voor mensen met hiv, Digitale Leerweek, 31 oktober t/m 7 november 2012. Spijker R, Mutschelknauss M, Nobel HE, Henderiks A, Workshop 3: HPV anuscarcinoom bij MSM met hiv, Digitale Leerweek, 31 oktober t/m 7 november 2012.
118
Spijker R, Fisser E, Spitaels D, van Westreenen M, Workshop 4: Motiverende gespreksvoering: verbeter je gespreksstijl, Digitale Leerweek, 31 oktober t/m 7 november 2012. Spijker R, van der Meij L, Workshop 5: Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling, Digitale Leerweek, 31 oktober t/m 7 november 2012. Pars LL, Spitaels D, van Westreenen M, Workshop 6: Resistentie bij soa, Digitale Leerweek 31 oktober t/m 7 november 2012. Pars LL, van den Hoek K, Buitenhuis E, Workshop 7: Slim bespreken van signalen seksuele problemen in kort Sense consult, Digitale Leerweek, 31 oktober t/m 7 november 2012. Pars LL, Brendel A, Workshop 8: Cliënt met risico op soa, en nu? Digitale Leerweek, 31 oktober t/m 7 november 2012. Spijker R, Tramper T, Diaz M, Workshop 9: Basiskennis Soa en Hiv, Digitale Leerweek, 31 oktober t/m 7 november 2012. Fisser E, Jansen van der Linden K, van Boven Th, Workshop 10: Correct en consequent condoomgebruik, Digitale Leerweek, 31 oktober t/m 7 november 2012. Pars LL, van der Meij L, Mutschelknauss M, van Leeuwen E, Burger D, Workshop 11: Hiv, anticonceptie en overgang, Digitale Leerweek, 31 oktober t/m 7 november 2012. Pars LL, Kulyk O, Workshop 12: Kwaliteitseisen digitale hulpverlening in het kader van eHealth Sense, Digitale Leerweek, 31 oktober t/m 7 november 2012. Publicaties Aar van F, Schreuder I, Weert van Y, Spijker R, Götz H, Coul Op de E, the Partner Notification Group. Current practices of partner notification among MSM with HIV, gonorrhoea and syphilis in the Netherlands: an urgent need for improvement. BMC Infectious Diseases 2012;12:114. Spijker R. Maak wachten minder saai… [dvd-pakket]. Amsterdam. Soa Aids Nederland. 2012. Van Bergen JEAM. Late HIV diagnoses in Europe: A call for increased testing and awareness among general practitioners. Eur J Gen Pract. 2012 Sep;18(3):133-5. Van den Broek IV, van Bergen JEAM, Brouwers EE, Fennema JS, Götz HM, Hoebe CJ, Koekenbier RH, Kretzschmar M, Over EA, Schmid BV, Pars LL, van Ravesteijn SM, Van der Sande MA, De Wit GA, Low N, Op de Coul EL. Effectiveness of yearly, register based screening for chlamydia in the Netherlands: controlled trial with randomised stepped wedge implementation. BMJ. 2012 Jul 5;345:e4316. doi: 10.1136/bmj.e4316. Koedijk FDH, van Bergen JEAM et al The value of testing multiple anatomic sites for gonorrhoea and chlamydia in sexually transmitted infection centres in the Netherlands, 2006 - 2010. Int J STD & AIDS 2012;23:626-631. High yield of reinfections by home-based automatic rescreening of Chlamydia positives in a large-scale register-based screening programme and determinants of repeat infections. Götz HM, van den Broek IVF, Hoebe CJPA, Brouwers EHG, Pars LL, Fennema JSA, Koekenbier RH, van Ravesteijn SM, Op de Coul ELM, van Bergen JEAM. Sex Transm Infections 2012; doi:10.1136. Dokkum NF, Koekenbier RH, van den Broek IVF, van Bergen JEAM, Brouwers EHG, Fennema JSA, Götz HM, Hoebe CJPA, Pars LL, van Ravesteijn SM, Op de Coul ELM. Keeping participants on board: increasing uptake by automated respondent reminders in an Internet-based chlamydia screening in the Netherlands. BMC Public Health 2012 Mar 9;12:176. 119
Op de Coul EL, Götz HM, van Bergen JEAM, Fennema JS, Hoebe CJPA, Koekenbier RH, Pars LL, van Ravesteijn SM, van der Sande MA, van den Broek IVF. Who participates in the Dutch Chlamydia screening?: A study on demographic and behavioral correlates of participation and positivity. Sex Transm Dis. 2012 Feb;39(2):97-103. Van den Broek IVF, Brouwers EHG, Götz HM, van Bergen JEAM, Op de Coul EL, Fennema JS, Koekenbier RH, Pars LL, van Ravesteijn SM, Hoebe CJPA. Systematic selection of screening participants by risk score in a Chlamydia screening programme is feasible and effective. Sex Transm Infect. 2012 Apr;88(3):205-11. Epub 2012. Koedijk FDH, van Liere GAFS, Peters RPH , van Bergen JEAM et al SEKSOA. Meerderheid anale chlamydia en gonorroe-infecties gemist zonder routinematig testen. Seksoa Magazine 2012 dec;4:14-15. Van Bergen J, HPV en meer. Redactioneel Seksoa Magazine 2012;dec:4:3. Begeleiding stageplaatsen Soa-hiv 2012 binnen de huisartsopleiding. Hiv in Amsterdam Zuid-Oost. Barrières in seksuele anamnese. Stage soa basisopleiding Geneeskunde: Trend in opgespoorde chlamydia infecties. Pers, Radio en TV Soa-centrum: vangnet dat wel erg vol begint te raken. Interview Metro, 3 januari 2012. Selectie op soa-pol, Interview BNR, 4 januari 2012. GAZO innovatieprijs voor de Lovecoach, Project Zuid-Oost. Nieuwsbrief GAZO, 10 januari 2012. Keerpunt Interview: MEDNET nr. 1, 2012. Dreiging van gonorroe multiresistentie, Interview Radio KRO Goedemorgen Nederland 14 februari 2012. Sneltest Amsterdam, Radiointerview Radio 1, 2 maart 2012. Gebruik geen soa thuistest, RTL4 Editie NL, 8 maart 2012. Thuistesten, ANP interview, verschenen in diverse dagbladen, 8 maart 2012. De Wit, E. Soa-bestrijding op universitair niveau: interview met Jan van Bergen. Hiv Nieuws 2012;135;17-18. Uitzending de doe ‘t zelf soa-test. www.ondertussen.nl, 26 maart 2012. Een soa kijkt niet naar leeftijd. www.gezondheidsnet.nl, SNP, 2 juni 2012. Interview ORAsure zelftest, 5 juli 2012 TROUW. De hiv-zelftest, BNR Nieuwsradio, 6 juli 2012. Chlamydia: de risicogroep laat zich echt niet screenen. De Volkskrant, 4 juli 2012. Interview bijzonder hoogleraar Jan van Bergen. Huisarts@amc 2012;7;15:16. Van Putten, M. Gesprekken over seksualiteit lijken nog wel eens op gesprekken over doodgaan. Volkskrant 12 oktober 2012. BNR Nieuwsradio, 15 oktober 2012, archief 11.38 uur – 11.50: Interview: Hoe begin je over seks? Discours 2012;4;3:16-17. Normaliseren van testen op hiv in de huisartsenpraktijk - een interview met Dr Jan van Bergen. Newsletter SHM November 2012. Gonorroe dreigt onbehandelbaar te worden. Interview met Jan van Bergen, Goedemorgen Nederland. KRO, Radio 1, 14 februari 2012. Soa- thuistest, RTL4,Editie NL,14 februari 2012. 120
2. Programma Publiekscommunicatie Presentaties Fisser E, Succesfully Involving Teenagers in Health Campaigns through Social Media, Medicine 2.0 5th World Congress, Boston, 15 september 2012. Fisser E, 25 jaar Vrij Veilig campagnevoeren, Stenden Hogeschool, Leeuwarden, 23 mei 2012. Fisser E, Masterclass Serious Gaming en Sociale Media, Nationaal Congres Soa*Hiv*Seks, Amsterdam, 30 november 2012. Oomen A, Debat Wereld Aids Dag n.a.v. de film ‘Hiv Hiv Hoera. Amsterdam, Nationaal Congres Soa*Hiv*Seks 2012, 30 november 2012. Zimbile F, Cense M, Seksuele Weerbaarheid en het aangeven van grenzen. Congres Medilex: Jongens en Seks. Utrecht, 22 november 2012. Zimbile F, Vrij Veilig Campagne en Gedragsbeïnvloeding. Masterclass Communicatie en Gedragsbeïnvloeding voor Logeion, beroepsvereniging voor communicatieprofessionals, Amsterdam, 29 november 2012. Zimbile F, Cense M, Weerbaarheid, grenzen en seksualiteit, Congres Medilex: Meisjes en Seks, Utrecht, 12 december 2012. Zimbile,F. Vrij Veilig Campagnes in Nederland. Gastcollege Risico en Gezondheidscommunicatie Vrije Universiteit. Amsterdam, 29 februari 2012. Zimbile F, Vrij Veilig Campagne 2011 en inzet social media. Masterclass Academie voor Overheidscommunicatie. Den Haag, 2 oktober 2012. Zimbile F, 25 jaar Vrij Veilig Campagnes in Nederland. Gastcollege Academisch Medisch Centrum, studie geneeskunde. Amsterdam, 8 oktober 2012. Van der Werf W, Transmediaal Story Telling. Kids en Jongeren Congres. Rhenen,19 april 2012. Publicaties Meijs, M, Putte, B van den, Zimbile, F. Het effect van interpersoonlijke communicatie op condoomgebruik bij jongeren met losse of beginnende seksuele relaties. Tijdschrift voor Communicatiewetenschap 2012;40:2:172 – 190. Oomen A. Ethnic Minorities Conference ‘Work in Progress! A community-based approach’. LIFE2LIVE 2012;(16):1-3. 3.
Programma Jongeren Presentaties Borne M van der, Schutte L et al. Lessen over seksualiteit en relaties voor beginnende docenten! Workshop voor 12 intermediairs tijdens 16e Nationaal Congres Soa*Hiv*Seks, Waar onderzoek, beleid en praktijk elkaar versterken, Amsterdam, 30 november 2012. Meijer S et al. Seks onder je 25e. Resultaten en actieprogramma. Presentatie voor 120 aanwezigen tijdens Eindcongres Seksuele gezondheid van de Jeugd. Hoe voortvarend verder? ZonMw, Amsterdam, 26 april 2012. Meijer S, Bakker B. et al. Seksuele diversiteit en gezondheid in het onderwijs. Workshop voor 16 aanwezigen tijdens 16e Nationaal Congres Soa*Hiv*Seks, Waar onderzoek, beleid en praktijk elkaar versterken, Amsterdam, 30 november 2012.
121
Bakker B, Meijer, S et al. Seksuele diversiteit en gezondheid in het onderwijs. Workshop voor 27 aanwezigen tijdens 16e Nationaal Congres Soa*Hiv*Seks, Waar onderzoek, beleid en praktijk elkaar versterken, Amsterdam, 30 november 2012. Meijer S. Lang leve de liefde! Workshop voor 15 docenten tijdens werkconferentie Pilot Sociale Veiligheid, Utrecht, 14 november 2012. Meijer S. Young people and sexual health: schoolbased health education in the Netherlands. Voor delegatie van tien professionals uit Solna, Zweden): jongerenwerkers, artsen en beleidsmedewerkers. Amsterdam, 20-9-2012. Roosjen H. Sense mobiel, Presentatie tijdens het plenaire onderdeel inspirerende praktijkvoorbeelden, tijdens 16e Nationaal Congres Soa*Hiv*Seks, Waar onderzoek, beleid en praktijk elkaar versterken, Amsterdam, 30 november 2012. Poelman J. Activiteiten programma jongeren. Presentatie tijdens introductiedag voor startende sociaal verpleegkundigen in soa-hiv bestrijding, Amsterdam 16 oktober 2012. Poelman J. Liefde, seks en islam, een nieuwe website voor jongeren van Marokkaanse afkomst. Presentatie tijdens lancering site, Zeist, 19 december 2012. Poelman J. Toekomst Sense.info. Werkconferentie Communicatie en PR Sense.Toekomst Sense.info. Utrecht, 11 oktober 2012. Schutte L, Meijer S. Implementatie project: Workshops Lang Leve de Liefde voor GGD professionals. GGD Groningen, 22 februari 2012. Schutte L, Meijer S. Implementatie project: Workshops Lang Leve de Liefde voor GGD professionals. GGD Zaanstreek Waterland, Zaandam, 23 februari 2012. Schutte L, Borne M van der., Implementatie project: Workshops Lang Leve de Liefde voor GGD professionals. GGD Hollands Midden locatie Leiden, 27 februari 2012. Schutte L, Poelman J. Implementatie project: Workshops Lang Leve de Liefde voor GGD professionals. GGD Gelderland Midden locatie Arnhem,1 maart 2012. Schutte L, Borne M van der., Implementatie project: Workshops Lang Leve de Liefde voor GGD professionals. GGD Brabant Zuid-Oost locatie Eindhoven, 2 maart 2012. Conferenties die zijn georganiseerd Werkconferentie Seks onder je 25e, van onderzoek naar actie. Amsterdam, 24 januari 2012. Aantal deelnemers: 120. Rapportcijfer 7.6. Conferentie Liefde kun je leren. Lesgeven over relaties en seksualiteit. Steenwijk, 28 november. Aantal deelnemers: 40. Rapportcijfer: 7.5. Publicaties Graaf, H de, Kruyer H, Acker J. Meijer S. Seks onder je 25e: Seksuele gezondheid van jongeren in Nederland anno 2012. Delft: Eburon, 2012. 102 vragen over jongeren en seks. Uit het onderzoek Seks onder je 25ste 2012. Amsterdam: Soa Aids Nederland en RutgersWPF, 2012. Graaf, H de, Poelman J. Seks onder je 25e: Seksuele Gezondheid van jongeren van 12 tot 25 jaar in Nederland. Tijdschrift voor Sociale Gezondheidszorg 2012;90:4:210-211. Graaf, H. Poelman J. Seks onder je 25e. het seksuele gedrag en de seksuele gezondheid van jongeren in Nederland anno 2012. Seksoa Magazine2012;3:3:12-15. Crutzen, R, Roosjen H, Poelman J. Using Google Analytics as a process evaluation method for Internet-delivered interventions, an example on sexual health. Health Promotion International 2012;February 29, doi: 10.1093/heapro/das008.
122
Lee L van, Roosjen, H. Stals, H. Crutzen, R. Kruyer H. Vlugt I.van der, Poelman, J. Wijsen C. Bakker F. No nonSense, een onderzoek onder de gebruikers van Sense.info. Amsterdam:RutgersWPF en Soa Aids Nederland, 2012. Willems, N. Onderzoek naar gebruik veilig vrijen en seksualiteit, educatie over seksuele gezondheid in het jeugdwelzijnswerk. Seksoa Magazine 2012;3:2:10-11. Huynh H. Liefde, seks & islam. Procesevaluatie. Amsterdam: Vrije Universiteit Amsterdam, faculteit Sociale Wetenschappen, 2012. Westmaas, A, Bertens, M.,Vriens, P, Watzeels, A, Meijer, S, van Kesteren, N. PEN 3: Oplossing voor een cultuurspecifieke aanpak? Seksoa Magazine 2012;3:1:20-21. Trainingen jongerenwerk Schiedam, 7 februari 2012, 8 deelnemers. Rapportcijfer: 8. 4. 5.
Programma Etnische Minderheden en Mannen die seks hebben met mannen (MSM) Publicaties Zuilhof W, Op de Coul E, ‘Turning the tide Together’ Impressie van de internationale aidsconferentie in Washington DC, Seksoa Magazine 2012;3:3:16-17. Ondersteunend materiaal Bevolkingscijfers en soa- en hiv-cijfers bij etnische minderheden in Nederland [factsheet]. Amsterdam: Soa Aids Nederland, 2012. Workshops Njeru E, ‘HIV positivity and Relationships’, Workshop: Stichting ShiVa ‘Yes We Can! Weekend voor hiv-positieve Afrikaanse en Caraïbische vrouwen.’, Schoorl, 5 mei 2012. Njeru E, Communitybased soa/hiv-preventie en bevordering van seksuele gezondheid bij migranten, Workshop Etnische Minderheden Congres, Utrecht, 12 oktober 2012. Njeru E, Migranten peer programma: een versterking van onze krachten in soa- en hivpreventie onder etnische minderheden in Nederland?, Workshop Etnische Minderheden Congres, Utrecht, 12 oktober 2012. Vrolings E, Zuilhof W, Tempert B, Soa- en hiv-preventie voor etnische minderheden in Nederland, Workshop op Nationaal Congres Soa*Hiv*Seks, Amsterdam, 30 november 2012. Hassink E, Blom C, Hesselink A, Soa- en hiv-preventie voor etnische minderheden in Nederland, Workshop Etnische Minderheden Congres, Utrecht, 12 oktober 2012. Zuilhof W, Man tot Man, een planmatig ontwikkelde interventie, Gastcollege i.h.k.v. bijscholing ‘Reach Out’, Geleen, 14 Juni 2012.
6.
Programma Prostitutie Presentaties en publicaties Ridder M, Doc + Talk; Film Bad Weather, presentatie, Amsterdam, 5 april 2012. Ridder M, werkconferentie Move Forward en presentatie op het Ministerie/SUSO conferentie i.v.m. presentatie voor de heer Knapen, Amsterdam, 23 t/m 26 april 2012. Ridder M, Presentatie Sekswerk in Nederland, Politie Amsterdam Amstelland, Amsterdam, 21 mei 2012.
123
Ridder M, Gastcollege Universiteit Utrecht, internationale samenwerking, prostitutieprogramma Move Forward, Utrecht, 25 mei 2012. Ridder M, Expertmeeting wet regulering prostitutie, 1e Kamer, Den Haag, 12 juni 2012. Ridder M, Safe sex and safe working inclusief peer education in Zimbabwe, training for sekswerkers, 25 t/m 27 juni 2012. Ridder M, Symposium 20 jaar De Waeze, Leeuwarden, 11 september 2012. Ridder M, Internet veldwerk terugkomdag, Amsterdam, 10 oktober 2012. Ridder M, Sexual Health and safe sex, sekswerkers en staff, Nairobi, 28 t/m 31 oktober 2012. Ridder M, Training KLPD Vietnamese politie, Hanoi, 8 en 9 december 2012. Van der Wiel P, Internet interventies (chat), Expertmeeting Internet Veldwerk, Amsterdam, 7 februari 2012. Van der Wiel P, Sex work in the Netherlands, Presentatie voor Amerikaanse studenten, Amsterdam, 19 maart 2012. Van der Wiel P, Sex work in the Netherlands + internet interventions, presentatie voor GGZ inGeest tbv delegatie internationale deelnemers G.I.P. (= Global Initiative on Psychiatry), Amsterdam, 13 april 2012. Van der Wiel P, Sex work in the Netherlands + internet interventions, presentatie voor verpleegkunde studenten uit België, Amsterdam, 17 april 2012. Van der Wiel P, Internet veldwerk terugkomdag, Amsterdam, 10 oktober 2012. Van der Wiel P, Introductie prostitutieteam, introdag startende soa-verpleegkundigen, Amsterdam, 16 oktober 2012. Jonker M, Prostitutiebeleid en wetgeving in Nederland, Presentatie voor GGD, Gemeente en Politie Leiden, Leiden, 23 februari 2012. Jonker M, Van der Wiel P, Sex work in the Netherlands, Presentatie voor Amerikaanse studenten, Amsterdam, 19 maart 2012. Jonker M, Sex work in the Netherlands + internet interventions, presentatie voor GGZ inGeest tbv delegatie internationale deelnemers G.I.P. (= Global Initiative on Psychiatry), Amsterdam, 13 april 2012. Jonker M, Sex work in the Netherlands + internet interventions, presentatie voor verpleegkunde studenten uit België, Amsterdam, 17 april 2012. Jonker M, Prostitutiebeleid en wetgeving in Nederlands, Presentatie VIPPERs training, Amsterdam, 26 april 2012. Jonker M, Zorgmijders op tippelzones, Presentatie medewerkersdag LPO, Utrecht, 30 mei 2012. Jonker M, IAC Shadowmeeting Calcutta, IAC, Calcutta, 19 juli t/m 27 juli 2012. Jonker M, Steward T, BtG Training Material Development, training, Nairobi, 23 tot 26 augustus 2012. Jonker M, ‘Sex Work Experiences’, College UvA, Amsterdam, 18 september 2012. Jonker M, Sex Work and Drugs, Skype interview, University Dublin Dublin/Amsterdam, 20 september 2012. Jonker M, Congres Raamprostitutie interview, Den Haag, 21 november 2012. Jonker M, Sex Work in The Netherlands, presentatie Russische delegatie, Amsterdam, 13 december 2012. Steward T, Internet expertmeeting, expertmeeting voor verpleegkundigen, Amsterdam, 7 februari 2012. Steward T, Vippers training samen P&G, training, Amsterdam, 26 april 2012. Steward T, Attitude training, staff NSA en clinicians RWC, Naivasha, Kenya, mei 2012. 124
Steward T, MDT, sekswerkers en staff, Nairobi, Kenya, augustus 2012. Steward T, Sexual Health and safe sex, sekswerkers en staff, Nairobi, Kenya, 28 t/m 31 oktober 2012. Steward T, Brainstormsessie Nationaal Programma OBA, Amsterdam, 10 december 2012. Vermeulen M, Werkconferentie Move Forward, Amsterdam 23 t/m 26 april 2012. Vermeulen M, Attitude training, staff NSA en clinicians RWC, Naivasha Kenya in mei 2012. Vermeulen M, IAC Conferentie, Washington DC, 22-27 juli 2012. Vermeulen M, Brainstormsessie Nationaal Programma OBS, Amsterdam, 10 december 2012. 7. Programma Soa Aids Beleid Publicaties Blom CA, Hassink E, Tempert B, Preventie van soa’s en hiv onder etnische minderheden in Nederland. Een inventarisatie van interventies en activiteiten, succes- en faalfactoren. Amsterdam, Soa Aids Nederland, juli 2012. Presentaties Blom CA, Veranderingen in context van Soa Aids Nederland, Werkconferentie Soa Aids Nederland, Amsterdam, 29 januari 2012. Blom CA, Gezamenlijk duurzaam aanpakken, Introductie, Managersbijeenkomst soa- en hiv-bestrijding etnische minderheden, Utrecht, 11 december 2012. Brands RAM, Adoptie en leven met hiv, Informatiebijeenkomst aspirant adoptieouders, adoptievereniging WereldKinderen, Den Haag, 31 januari 2012. Brands RAM, Implementatie richtlijn arbeid en hiv, Symposium Arbeid en Hiv van Hiv Vereniging Nederland, Amsterdam, 29 maart 2012. Brands RAM, Leven met hiv anno 2012, Bijeenkomst Afdeling Utrecht Hiv Vereniging Nederland, Utrecht, 20 juni 2012. Brands RAM, Dutch approach on HIV & Stigma in the Netherlands 2012, EUREGO HIV Conference on Stigma, UNIMAAS, Luttich, Duitsland, 22 juni 2012. Brands RAM, Adoptie en hiv 2012/13, AMC Bijeenkomst ouders van (adoptie)kinderen met hiv, Hiv Vereniging Nederland, Amsterdam, 25 september 2012. Brands RAM, Adoptie en hiv, bijeenkomst Stichting Adoptievoorzieningen, Woerden, 29 september 2012. Brands RAM, Positief werkt, Congres Week Chronisch zieken, Hoofddorp, 9 november 2012. Brands RAM, Leven met hiv anno 2012, interview Radio Amsterdam FM, 1 december 2012. Trainingen Brands RAM, Verzekeringen en hiv anno 2012, Training medewerkers Servicepunt Hiv Vereniging Nederland, Amsterdam, 2 april 2012. Brands RAM, Positieve kijk op leven met hiv, Trainingsweekend medewerkers Servicepunt Hiv Vereniging Nederland, Deurne, 29 september 2012. Brands RAM, Leven met hiv 2012/12, Training vaste vrijwilligers Hiv Vereniging Nederland, Amsterdam, 8 december 2012. 125
Workshops Blom CA, Hassink E, Hesselink A, Met welke slimme(re) keuzen maken we echt verschil. Interventies en activiteiten om seksuele gezondheid van etnische minderheden duurzaam te bevorderen, Etnische Minderheden Congres , Utrecht, 12 oktober 2012. Blom CA, Vander Vlugt I, Van de Walle R, Wat kies jij? Prioriteiten stellen in gemeentelijk beleid seksuele gezondheid, Nationaal congres Soa*Hiv*Seks 2012, Amsterdam, 30 november 2012. Brands RAM, Werk en HCV, Poz & Proud, Hiv Vereniging Nederland, Amsterdam, 11 mei 2012. Brands RAM, Hiv en maatschappelijke en juridische aspecten, Workshopreeks Positief leven Hiv Vereniging Nederland, Roermond, 24 oktober 2012. Brands RAM, Hiv en maatschappelijke en juridische aspecten, Workshopreeks Positief leven Hiv Vereniging Nederland, Rotterdam, 27 oktober 2012. Brands RAM, Hiv en maatschappelijke en juridische aspecten, Workshopreeks Positief leven Hiv Vereniging Nederland, Leiden, 22 november 2012. Brands RAM, Hiv en maatschappelijke en juridische aspecten, Workshopreeks Positief leven Hiv Vereniging Nederland, Nijmegen, 29 november 2012. Brands RAM, Positieve kijk op 2013, Netwerk Positieve Vrouwen, OLVG, Amsterdam 19 december 2012. Heiligenberg M, Blom CA, Hoe kunnen we in Nederland aan mensen die oud worden met hiv de beste zorg leveren?, Nationaal congres Soa*Hiv*Seks 2012, Amsterdam, 30 november 2012. 8.
AIDS Action Europe Publicaties Sellmeijer, M. The AIDS Action Europe Clearinghouse – the central database on HIV and AIDS in Europe and Central Asia. Belarusian AIDS Network. Vmeste magazine,2012;(4):12. Presentaties Schutter, M de, AIDS Action Europe: programmes, projects, Persconferentie “Together for life”, Minsk, 16 oktober 2012. Schat, N, AIDS Action Europe: office, programmes, projects, GGZ in geest, Amsterdam,13 april 2012. Schutter, M de, AIDS Action Europe: office, programmes, projects, AIDS Action Europe Stakeholder meeting, Milaan, 3 april 2012. Schutter, M de, AIDS Action Europe: office, programmes, projects, AIDS Action Europe Stakeholder meeting, Minsk, 16 oktober 2012. Trainingen/workshops Schutter, M de, AIDS Action Europe: What’s the point of networking? XIX International AIDS Conference, Washington, 23 juli 2012. Schutter, M de, Grigoryeva E, AIDS Action Europe: Stigma faced by women living with HIV in Eastern Europe and Central Asia, XIX International AIDS Conference, Washington, 23 juli 2012.
126
17.
Bijlage: Overzicht trainingen programma Intermediairs 2012
Training
Datum
Gemiddeld evaluatiecijfer
Aantal deelnemers
Doelgroep: Verpleegkundigen Partnerwaarschuwing GGD Amsterdam
18 jan en 7 juni
31
8.2
Partnerwaarschuwing GGD Den Haag 24 januari
14
8.4
Partnerwaarschuwing GGD Hart van Brabant/regio Brabant Zeeland
2 feb en 22 mrt
24
8
Partnerwaarschuwing GGD Nijmegen/regio Oost
13 februari
10
7.6
Reach Out! Doelgroepgericht werken. GGD Zuid Limburg
5 bijeenkomsten in Feb / Sept
13
7.2
Motiverende Gespreksvoering Opfrisdag GGD Noord NL
24 april
14
Motiverende Gespreksvoering Coaches van de GGD-regio’s
22 mei
14
7.7
Motiverende Gespreksvoering 3daagse GGD landelijk
Nov/dec
19
7.5
Introductie nieuwe verpleegkundigen 16 okt en hiv consulenten
10
8
Masterclass Hepatitiden & Hiv voor verpleegkundig consulenten hiv en verpleegkundigen polikliniek Hepatitiden
20
8.2
3 bijeenkomsten okt/nov/dec
8
Doelgroep: Artsen Motiverende Gespreksvoering Internisten hiv behandelcentra
23 okt
Terugkomdagen werkgroep Nederlands Huisartsen Geneeskunde 19 en 20 Apr SeksHag
127
4
22
8
8.5