F ERTIFAIR
evenement Bij het verschijnen van dit magazine is het alweer ruim twee maanden geleden dat de Fertifair plaatsvond. De reacties van de deelnemers, de medewerkers en de FREYA-vrijwilligers op dit evenement waren heel positief. De algemene mening is dat het een heerlijke dag was, waar ruimte was voor informatie, ontspanning en contacten met elkaar. Alle beschikbare kaarten waren uitverkocht, waardoor niet iedereen die dit wilde aan de dag heeft kunnen deelnemen. Om deze mensen toch een klein beetje een indruk te geven van deze dag vindt u in dit magazine van een aantal lezingen een verslag. Ook vertelt een aantal aanwezigen hoe zij de Fertifair hebben ervaren. Soms een enkele keer
Sfeerverslag Zaterdag 22 september, de allereerste Fertifair! Het zal een drukke dag worden, alle kaarten zijn uitverkocht. Kan FREYA aan de verwachtingen van zoveel mensen voldoen? Hoewel de Fertifair pas om kwart over tien wordt geopend, arriveert het organiserend comité al om acht uur. Het regelen van de laatste zaken is dan ook nog een heel werk. Een plekje inrichten voor de ontvangst van vrijwilligers, sprekers en bezoekers, cadeautjes voor de sprekers klaarleggen, folders en ander informatiemateriaal uitstallen op het vragenplein en ga zo maar door. Ook voor de andere vrijwilligers die al vrij snel daarna arriveren is er nog van alles te doen. Degenen die voor het eerst in Kaap Doorn komen lopen even een rondje door het pand om de zalen te verkennen. Er is een instructie voor de zaalcoördinatoren. De taken van een enkele vrijwilliger die op het laatste moment moet afzeggen worden opnieuw verdeeld. Sprekers en workshopleiders arriveren, en dan druppelen ook de eerste bezoekers binnen. De Fertifair begint! Het programma biedt voor elk wat wils. Er zijn lezingen en ervaringsverhalen, workshops, boekpresentaties en filmvoorstellingen. Ook is er een boekenplein waar boeken over vruchtbaarheidsproblemen kunnen worden bekeken en gekocht. Op het vragenplein wordt informatie gegeven door FREYA ervaringsdeskundigen, maar ook door een aantal andere organisaties zoals de Endometriose Stichting en Europa Kinderhulp. Ik heb voor mezelf een vol programma gepland, om zoveel mogelijk uit deze dag te kunnen halen. Mijn aandacht gaat vooral uit naar de bijeenkomsten die aansluiten bij Samen Verder. Als eerste ga ik naar de workshop Symbolen, die wordt gegeven door Margreet Beerda. In deze workshop helpt zij bij het vinden van een symbool voor het verdriet van ongewenste kinderloosheid of, minder definitief, het mislukken van een behandeling. Vanuit de elementen aarde, vuur, water en lucht zoeken we in kleine groepjes naar woorden die met dit verdriet samenhangen. Vervolgens kiest iedereen hieruit een drietal woorden die voor hem of haar de kern raken. Met deze woorden maken we elk onze eigen zin en schrijven die op een steen. De manier om tot zo’n symbool te komen kan iedereen zelf nog eens toepassen en eventueel uitbreiden naar een afscheidsritueel. Door het maken van een tastbaar symbool kun je het verdriet letterlijk een zichtbare plaats geven of juist ‘wegbrengen’. Het is een heel rustig en stil uur, maar zo intens dat de tranen me af en toe achter de ogen branden. Als afsluiting leest Margreet Beerda een gedicht van Toon Tellegen voor, een ontroerende tekst die precies zegt waar het in de workshop om gaat.
Soms, een enkele keer, met heel veel moeite en voornamelijk toevallig, lukt het iemand om met beide armen haar verdriet te omvatten. Ze tilt het op. Laat de deur niet op slot zijn nu... Ze duwt hem open met haar knie en loopt met grote breedsporige passen naar buiten. Kijk uit! roept ze, want het verdriet is zo groot dat ze er niet overheen kan kijken, en door zichtig is het nooit. Ver weg, in een sloot of op een drassige plek onder populieren of achter een scheve schutting tussen oude autobanden, speelgoed, resten van een vuur, gooit ze het neer. En lichter loopt ze ter ug naar huis. Daarna bezoek ik de lezing van Lucille Keur over levensdoelen en het vinden van alternatieven voor je gedroomde kinderwens. Voor een bomvolle zaal vertelt zij over haar ervaringen rondom rouwverwerking en het aanvaarden van haar kinderloosheid. Zij haalt een uitspraak aan van Odile van Eck: ‘aanvaarden is in vrijheid op zoek gaan naar alternatieven die mijn leven zin geven, maar dit betekent niet dat boosheid, verdriet en pijn er niet meer zijn’. Een belangrijke stap voor haar was de realisatie dat er meer moest zijn dan alleen moeder-zijn, ze moest toch ook andere dingen kunnen. Wel waarschuwt ze voor de valkuil te snel naar een nieuw doel te willen gaan. Eerst moet je het verdriet ervaren en afscheid nemen, pas daarna ontstaat er van binnenuit ruimte voor nieuwe doelen.
workshop Symbolen 20
F R E YA M A G A Z I N E
2007-5
F E R T I FA I R
het motto voorin het boek. Wat mij bijblijft: ‘het wonder van kinderen is groter dan het wonder van het heelal’. Heel kwetsbaar is ze als ze vertelt over het recente overlijden van haar partner. In relatie tot haar kinderloosheid beschrijft ze het verlies als ‘hij heeft ons kind meegenomen’. Als ik hieraan terugdenk, zit ik weer in de zaal, waar het voelt alsof iedereen zijn adem inhoudt. Ik durf het bijna niet op te schrijven, bang haar verhaal en haar gevoelens tekort te doen.
foto’s fotowedstrijd. iedereen kon zijn stem uitbrengen
Hoewel haar lezing ingaat op de moeilijke stappen die je doormaakt rondom je kinderloosheid, is het een mooi en positief verhaal. Lucille Keur heeft duidelijk van haar persoonlijk gemis haar kracht gemaakt. Ze heeft een opleiding gevolgd om als hulpverlener anderen (lotgenoten) weer op weg te helpen. Haar scriptie voor die opleiding, over de behandeling en begeleiding van mensen met vruchtbaarheidsproblemen, heeft ze met beschuit met muisjes gepresenteerd. Dat was haar ‘bevalling’. Pas bij de lunch realiseer ik me echt hoe druk het is. Tot nu toe verdeelde iedereen zich over de verschillende zalen, nu zit het merendeel van de bezoekers, sprekers en vrijwilligers bij elkaar, en dat zijn er veel. Even is er tijd voor een praatje met andere bezoekers van de Fertifair, onder het genot van een heerlijke lunch. De sfeer is ontspannen, iedereen is enthousiast en er wordt druk gesproken. De volgende lezing die ik bezoek, is die van Petra Wijsman. Zij vertelt over rouwverwerking bij kinderloosheid, gebaseerd op haar eigen ervaringen. Ze legt uit dat de manier waarop je omgaat met de boosheid en de angst die hier bij horen, meestal als kind zijn aangeleerd: opkroppen, weglachen, cynisme. Maar het onderdrukken van je boosheid of angst leidt ook tot het afvlakken van geluksgevoelens. Door in plaats daarvan ruimte te geven aan je gevoel leer je zien waar je nu echt behoefte aan hebt. Wanneer je nagaat welke aspecten van het moederschap je jaloezie opwekken, kun je andere manieren zoeken om hieraan invulling te geven. Bijvoorbeeld het willen zorgen voor je kind, of het overdragen van kennis kun je ook in andere relaties dan in het moederschap een plaats geven. De kern van het verhaal van Petra Wijsman is dat je het waard bent om jezelf die aandacht te geven die nodig is om liefde te kunnen geven en nemen. De boekpresentatie van Manja Moos waar ik daarna heen ga, is indrukwekkend. Zij schreef het boek ‘Kinderen van Utopia’. Voordat ze dit boek schreef, maakte ze al schilderijen met als thema ‘verlangen’. Toen duidelijk werd dat zij geen kinderen zou krijgen, bleek dat te passen in hetzelfde thema. Ze toonde haar schilderijen aan een uitgever van boeken over rouwverwerking, als mogelijke boekomslagen. Het gesprek hierover leidde tot het besef dat ze een concept voor een boek in haar hoofd had, dat ze vervolgens heeft geschreven. In dit boek beschrijft ze de onderwerpen waar ze zelf meer over wilde weten. Ze vertelt over het tot stand komen van het boek, de briefwisseling met een vriendin die erin is opgenomen en de deskundigen die vrijwillig hun bijdrage leveren. Het gedicht dat Rutger Kopland speciaal voor haar boek schreef, staat op de plaats van
Vervolgens ga ik snel naar de lezing van Inge de Jong over het veranderen van loopbaan. Na het uitlopen van de boekbespreking kom ik met enkele anderen te laat binnen, waardoor we de lezing enigszins verstoren. Inge de Jong vertelt dat vrouwen met een kinderwens vaak niet zoveel nadenken over hun loopbaan, omdat ze geen carrière willen maken als er kinderen komen. Als dan de kinderwens onvervuld blijft, is er een dubbele leegte. Geen kind, maar ook geen leuke baan. Deze leegte moet van binnenuit opnieuw worden gevuld, door uit te zoeken waar je passie ligt en waar je blij van wordt. Veel mensen weten niet wat ze willen in hun werk, alleen wat ze niet willen. Door datgene wat je niet wilt uit te vergroten en vervolgens om te draaien kun je uitzoeken wat je wel wilt. Dit herken ik, aangeven wat ik niet wil in mijn werk is veel eenvoudiger dan wat ik wel zou willen. Hier ga ik thuis eens verder over nadenken. Vervolgens gaat zij in op het zoeken naar aspecten in de kinderwens die belangrijk voor je zijn. Welke beelden zie je voor je als je denkt aan jezelf als moeder? Zie je jezelf met je gezin wandelen op het strand, spelen met je kind, uitleggen, zorgen? Als je dit weet, kun je deze aspecten ook op andere manieren invullen, al dan niet in je werk. Tussendoor loop ik een rondje langs de schilderijen en foto’s op de Kunstexpositie. Ik heb niet zoveel met kunst, verder dan ‘mooi’ of ‘niet mooi’ kom ik meestal niet. Maar hier maak ik toch echt even tijd voor. Eén werk raakt me meteen, het schilderij ‘Jouw buik, mijn buik’. Een zwangere buik en borsten, tegenover de ‘holte’ van een niet-zwangere buik. Sterk in zijn eenvoud, en zo confronterend dat ik het nooit zou willen ophangen. Ook van Manja Moos zijn er schilderijen. Prachtige kindjes, sommige natuurgetrouw, anderen vervaagd of verborgen. Na het horen van haar verhaal, gaan haar schilderijen voor mij echt leven. Aan het eind van de dag is er een cabaretvoorstelling van Tilly van der Knaap. Geweldig! Op een prachtige manier vergroot ze het omgaan met kinderloosheid, de onverwachte confrontaties en het onbegrip vanuit je omgeving. Familieleden die speuren naar de eerste tekenen van zwangerschap (“nee, dit is allemaal eigen kweek”), de routeplanner gebaseerd op ooievaars... Haar voorstelling is pijnlijk herkenbaar. Ik heb ontzettend gelachen, maar wel met steken in mijn hart. Tilly van der Knaap krijgt van het publiek een enorm applaus, en terecht.
Hoe nu de Fertifair samen te vatten? Ik heb een drukke dag gehad, vol emoties. Herkenning, een lach en een traan. Ideeën en adviezen, ‘stof tot nadenken’. Het was leerzaam en informatief, confronterend en tot steun. Kortom: een prachtige, geslaagde dag. Misschien is dit wel de start van een nieuwe traditie!
Rianne
F E R T I FA I R
2007-5
F R E YA M A G A Z I N E
21
F REYA oorkondes uitgereikt
F REYA Award
Tijdens de Fertifair op 22 september jl. zijn de FREYA Awards uitgereikt aan UMC Radboud (Nijmegen) en Ziekenhuisgroep Twente, locatie Twenteborg (Almelo). Deze klinieken zijn verkozen tot de meest patiëntvriendelijke klinieken voor vruchtbaarheidsbehandelingen door de leden van FREYA die in 2007 een vruchtbaarheidsbehandeling hebben ondergaan. Op onze website www.freya.nl is te zien hoe de verschillende ziekenhuizen scoren. Overigens zijn alleen ziekenhuizen waarvoor minimaal 10 keer een enquête is ingevuld, opgenomen in het overzicht.
FREYA AWARD transportkliniek
FREYA AWARD IVF-kliniek
Naast deze Awards zijn er ook oorkondes uitgereikt aan klinieken die op bepaalde onderdelen een zeer goede score lieten zien. Deze oorkondes zijn uitgereikt aan de volgende klinieken: - Behandel Centrum Geertgen (De Mortel/Gemert) heeft een oorkonde ontvangen voor het onderdeel ‘informatieoverdracht’ - Maxima Medisch Centrum (Veldhoven) mocht de oorkonde in ontvangst nemen voor ‘psychosociale ondersteuning’ tijdens vruchtbaarheidsbehandelingen - Medisch Centrum Leeuwarden ontving de oorkonde voor ‘voorlichting en begeleiding’
FREYA feliciteert deze klinieken met de goede resultaten!
overhandiging oorkonde in Behandel Centrum Geertgen (De Mortel/Gemert)
22
F R E YA M A G A Z I N E
overhandiging oorkonde in Maxima Medisch Centrum (Veldhoven)
2007-5
F E R T I FA I R
overhandiging oorkonde in Medisch Centrum Leeuwarden
Adoptie
ervaring ijn naam is Lennie van den Herik (32). Ik ben getrouwd met Edwin (35) en samen zijn wij de trotse ouders van drie wereldkinderen. Wij hebben elkaar ontmoet in 1995 in Tunesië. Tijdens een vakantie sloeg de vonk over. Een jaar later maakten we samen een rondreis door Sri Lanka. We bezochten daar onder andere een weeshuis. In ons reisgezelschap bevond zich een ongewenst kinderloos echtpaar. Zij hadden deze reis mede uitgekozen omdat ze graag wilden zien of adoptie van een kindje van ver iets voor hen zou zijn. Het zichtbare verdriet van deze mensen maakte heel veel indruk op ons en zorgde ervoor dat wij ook spraken over wat onze keuze zou zijn, mochten wij ooit voor dezelfde vraag komen te staan. Voor ons stond het meteen als een paal boven water. Adoptie was voor ons absoluut een manier om kinderen te krijgen. Weer een jaar later zijn we getrouwd. We hadden een mooi huisje gekocht en droomden ons een huis vol kindjes. Helaas, na een jaar was er nog steeds niets gebeurd...
M
Ik was werkzaam in de gezondheidszorg en had een bevriende gynaecoloog op de hoogte gebracht van onze kinderwens. We spraken af bij hem op het spreekuur te komen, maar ook gaf hij ons alvast wat instructies mee voor de eerste onderzoeken. Die zouden dan alvast klaar zijn, als we op het spreekuur zouden komen. Een paar dagen voor de geplande afspraak werd ik gebeld door de gynaecoloog. Hij had geen goed nieuws en wilde dit niet een paar dagen laten wachten. De uitslagen van het semenonderzoek waren verontrustend. Eigenlijk kon hij nu al zeggen dat op een biologische manier kinderen krijgen er voor ons niet in zat. Boem ... Zomaar ineens was onze droom voorbij ... Natuurlijk hebben we nog wel wat onderzoeken gehad, maar eigenlijk zou je kunnen zeggen dat ons medisch traject na dat ene telefoontje voorbij was. Op dat moment stortte onze wereld in. Geen kinderen ... Na de eerste moeilijke dagen herinnerden we ons weer onze gesprekken die we op Sri Lanka voerden. We pakten de fotoboeken er nog eens bij en nieuwe hoop begon te gloren. We namen contact op met het ministerie van Justitie en meldden ons aan voor adoptie. In januari 1999 kregen we per post ons BKA-nummer (buitenlands kind ter adoptie). De eerste stap was gezet op een lange, lange weg. Dachten we...
Twee maanden later al viel namelijk de rekening voor de VIA (voorlichting interlandelijke adoptie) op de mat. We mochten in augustus van datzelfde jaar starten met de verplichte voorlichtingsbijeenkomsten. Slik ... Dit ging wel heel snel ineens. Nog worstelend met onze gevoelens en het verdriet om onze onvruchtbaarheid, waren we helemaal nog niet klaar om de volgende stap te zetten. We besloten gebruik te maken van de mogelijkheid de bijeenkomsten een jaar uit te stellen. Een jaar lang bestond de adoptie slechts op de achtergrond. We gaven ons verdriet een plekje en leefden langzaam maar zeker toe naar ons kindje van ver. In augustus 2000 begon voor ons de VIA. We ervoeren deze als erg informatief, maar ook vonden we het heel erg leuk om kennis te maken met echtparen die dezelfde keuze hadden gemaakt als wij. Tijdens de VIA gingen wij ons ook verdiepen in de verschillende landen. Want we moesten een keuze maken. Moeilijk hoor. Onze eerste keus ging uit naar Sri Lanka, de gezichtjes van de kinderen in het weeshuis waren we zeker niet vergeten. Sri Lanka had echter op dat moment haar grenzen voor interlandelijke adoptie gesloten, dus zochten we verder. Na ons VIA-handboek uitvoerig te hebben bestudeerd, kwamen we tot de conclusie dat we niet zoveel keus hadden. Voor heel veel landen waren we te jong of te kort getrouwd. Uiteindelijk kwamen we uit bij Colombia. Beiden hadden we hier een goed gevoel over, dus hakten we de knoop door. We gingen voor een Colombiaantje en kozen stichting Hogar als onze bemiddelaar. Na afsluiting van de VIA begon het wachten op het gezinsonderzoek van de Raad voor de Kinderbescherming. Tussendoor zijn we verhuisd en je zou kunnen zeggen dat de eerste post die we kregen in ons nieuwe huis, de uitnodiging van de Raad was. Het sloot allemaal mooi aan. Het onderzoek zelf viel ons heel erg mee. We hadden verwacht te worden onderworpen aan een waar kruisverhoor, maar dat was niet het geval. Eigenlijk waren het hele prettige gesprekken waarin we samen vertelden over wie wij zijn en hoe we zo zijn geworden. Het eindresultaat was een mooi gezinsrapport. We waren erg tevreden over dit ‘visitekaartje’, want eigenlijk is het dat. Dit was immers wat de mensen aan de andere kant van de wereld over ons te weten zouden komen. Op basis hiervan zou er een kind aan ons worden gekoppeld ... Een paar dagen na het lezen van ons rapport viel de Beginseltoestemming op de mat. Op dat moment had stichting Hogar geen wachtlijst, dus konden we vrijwel meteen komen voor de intake. We bespraken welke documenten we moesten gaan verzamelen, maar ook wat onze wensen en grenzen zouden zijn als het ging om Special Need. Wij wilden namelijk een kindje met een Special Need adopteren. Een lichte (operabele/niet-operabele) handicap was voor ons geen probleem. Na een paar intensieve weken konden we ons dossier versturen. Dit gebeurde eind maart 2001. En toen begon het grote wachten... Begin oktober 2001 waren we op weg naar een bruiloft toen we ons mobieltje hoorden. Nog net op tijd kon ik hem uit mijn tas vissen en mijn hart sloeg een slag over toen ik de naam van onze contactpersoon in het display zag knipperen. Ik nam op en hoorde dat er goed nieuws was. Onze contactpersoon begreep
kunstexpositie Astrid Polman
F E R T I FA I R
2007-5
F R E YA M A G A Z I N E
23
dat we in de auto zaten en verzocht ons de auto aan de kant te zetten. Zo gezegd, zo gedaan en op een carpoolstrook ergens langs de A12 werden wij papa en mama van Cristian Andrey, zes maanden oud. Een prachtig jongetje met een koffiebruine huid, grote bruine ogen en zwarte krullen. Hij was vaak ziek, had last van zijn luchtwegen en was allergisch voor van alles en nog wat. Het maakte ons niet uit, hij was meteen ons kind. Eind oktober vertrokken wij bepakt en bezakt naar Colombia, waar we anderhalve dag na aankomst een prachtig jochie kregen toevertrouwd. Wat was hij mooi. Wat voelden we ons bevoorrecht de ouders van dit kereltje te mogen worden. Vier mooie weken later landden we op Schiphol en konden we eindelijk Cristian aan onze familie en vrienden laten zien. Hij werd met open armen ontvangen, een geweldige tijd lag voor ons. Een paar weken na thuiskomst werd Cristian ziek. Erg ziek. We maakten ons zorgen en terecht. Cristian werd met grote spoed opgenomen in het Wilhelmina Kinderziekenhuis, waar bleek dat Cristian's nieren gestuwd waren. Hij bleek ook afwijkingen te hebben aan zijn nieren en urinewegen en kon daardoor niet plassen zoals dat normaal gebeurt. Het gevolg was dat Cristian zichzelf hierdoor erg ziek maakte. Hij werd acuut geopereerd en na wat onderzoeken bleek dat hij nog een keer moest worden geopereerd, om de anatomische afwijkingen te verhelpen. Het gaat wat ver om dit allemaal hier te vermelden, maar na een half jaar van grote zorgen was het grootste leed geleden en knapte ons ventje op. Hij had uiteindelijk nog maar één nier over, maar hier merkt hij nu verder niets meer van. Ondanks de zorgen tijdens het eerste jaar met Cristian genoten we ook heel erg van hem. Een vrolijke, tevreden jongen, die iedere dag weer tot een feestje wist te maken. Al na een paar maanden wisten we het zeker. Dit wilden we nog een keer! We meldden ons dus weer aan bij Justitie en begonnen ons tweede adoptieavontuur. Ditmaal verdiepten we ons ook in Nederlandse adoptie. Tijdens het eerste Raadsonderzoek werd ons gevraagd of we voor een Nederlands kindje in aanmerking wilden komen. Men kon ons hierover echter niet meer vertellen dan dat het om jonge baby’s ging en dat de biologische moeder tijdens het eerste jaar haar kindje kon terugvragen. Op dat moment wisten wij genoeg en bedankten hiervoor. Nu wilden we ons wat beter verdiepen in de Nederlandse procedure en besloten dat we het, ondanks de onzekere eerste periode, aandurfden. Na het Raadsonderzoek ontvingen we dus weer toestemming voor adoptie van een buitenlands kindje, maar werden we ook op de wachtlijst geplaatst voor een Nederlands kindje. Met
de kanttekening overigens dat de kans héél erg klein was, sowieso omdat het weinig voorkomt, maar al helemaal omdat we al een buitenlands kindje hadden. Ach, we rekenden er helemaal niet op en verzamelden in januari 2003 vol goede moed opnieuw papieren om naar Colombia te sturen. Op naar een broertje of zusje voor Cristian! Eind oktober hoorden we dat de wachttijden voor Colombia flink opliepen en dat we dat jaar niets meer hoefden te verwachten. Op een maandagochtend ging de telefoon. Ik was alleen thuis met Cristian en we wilden net een boterham gaan eten. Ik nam op en hoorde een dame zeggen dat ze van de Kinderbescherming was en dat ze heel graag vandaag nog met ons wilde praten. Ik schrok me naar en er flitste van alles door me heen. Was er iets mis met onze papieren? De mevrouw moest een beetje lachen om mijn reactie en besefte toen dat ze niet had gezegd waarvoor ze belde. Er was een kindje voor ons, een klein jongetje. Silvano Gerard, vijf maanden oud en wij mochten zijn ouders worden. Op de eerste foto’s die we zagen, lachte een getint kereltje met hele mooie knalblauwe ogen (ze zijn inmiddels groen) ons toe. Wat een feest, wat waren we blij. Cristian vond het helemaal geweldig. We hadden hem voorbereid op een reis naar Colombia en alles wat daarbij komt kijken, maar dit was voor hem veel beter te begrijpen. Je rijdt gewoon naar je broertje toe. Niets vliegtuig, niets weken ergens anders slapen. Gewoon thuis. Wij moesten wel erg wennen, waren totaal overrompeld door dat wat ons was overkomen. Maar wat waren we gelukkig en trots op onze beide zonen. Silvano kwam thuis en daar waar Cristian had genoten van alle aandacht en nieuwe dingen, was Silvano boos en wilde hij niets van ons weten. Zo klein als hij was vocht hij net zo lang totdat hij op schoot met zijn rug naar ons toe zat, want hij wilde ons niet zien. Silvano had grote moeite met de situatie. Het hechten waar we bij de VIA over hadden gehoord, was duidelijk een probleem voor ons mannetje. Het heeft lang geduurd voor Silvano zich durfde, wilde en kon geven. Bijzonder de wilskracht van zo'n klein kindje te zien. Maar ook moeilijk, want je wilt zo graag ... Een jaar na de komst van Silvano begon het toch weer te kriebelen. Zouden we nóg een keer dit avontuur durven aangaan? We hadden nu gezien dat het heel makkelijk kon gaan, maar ook dat het minder makkelijk kon zijn. We besloten ons er niet door te laten weerhouden en meldden ons weer bij Justitie. Dé grote vraag bij deze derde procedure was, welk land we zouden gaan kiezen. Colombia was geen optie meer, vonden we,
kunstexpositie van Marije Kooi
24
F R E YA M A G A Z I N E
2007-5
F E R T I FA I R
want we wilden niet Silvano tussen twee kinderen uit één land inzetten. Om het zo eerlijk mogelijk te houden, besloten we dus dat het een derde land moest worden. Na veel nadenken, wikken en wegen, kozen we puur praktisch voor China. De overzichtelijke procedure en haar vastgestelde verblijftijd van twee weken, gaven de doorslag. En, eerlijk is eerlijk, het feit dat er nu een grote kans bestond dat we een dochter zouden krijgen, heeft ook geholpen in ons besluit. We moesten een paar maanden wachten, tot ik 30 werd (een eis van China), maar toen konden we onze papieren weer versturen. Uiteraard hebben we ook deze keer een Raadsonderzoek gehad en werden we weer capabel bevonden. In maart 2005 begon ons wachten weer. Spannend! Extra leuke factor was dit keer dat Cristian min of meer bewust meemaakte wat er ging gebeuren. Hij kreeg een zusje (helemaal overtuigd) en die gingen we halen in China, mét het vliegtuig. Vol trots vertelde hij het iedereen die het wilde horen. Ja,zelfs in de rij voor de kassa bij de supermarkt ... Tijdens de wachttijd ontwikkelde Cristian een vervelende astma. In ruim een half jaar tijd doorstond hij vijf keer een longontsteking en dat ging hem niet in de koude kleren zitten. Het werd zo erg dat wij moesten besluiten dat het niet verstandig was hem mee te nemen naar China. Artsen raadden ons af, wat we zelf ook al hadden bedacht. Zo’n vermoeiende reis met tijdsverschillen en verschillen in klimaat, met daarbij de sowieso spannende gebeurtenissen, zouden voor Cristian funest zijn. Mijn ouders boden aan tijdens onze afwezigheid voor de jongens te zorgen. Verstandelijk wist ik dat het de beste oplossing was, opa en oma wonen bij ons in de straat, kennen de jongens door en door, maar toch, gevoelsmatig ... In januari 2006 knalden wij het nieuwe jaar in, in de wetenschap dat het dossier van ons kindje in Nederland was gearriveerd. Justitie moest haar toestemming nog geven en de boel moest nog worden vertaald, maar het kón niet lang meer duren. Een paar weken later was ik aan het werk, toen Edwin me belde dat er in Zuid-China een klein meisje, pas acht maanden oud, op ons wachtte. Li Tang, geboren op Koninginnedag 2005. Fantastisch, opnieuw zo trots, opnieuw zo blij! Wij noemden haar Li-Anne.Twee gitzwarte oogjes, een klein neusje en mooie zwarte haartjes zagen we op haar eerste foto’s. Twee maanden later mochten we naar haar toe. Een dag met gemengde gevoelens. Aan de ene kant heel erg blij dat we eindelijk naar haar toe konden, aan de andere kant het onvermijdelijke afscheid van onze jongens. Het heeft wat traantjes gekost, maar gewapend met laptop én webcam begonnen we samen de reis naar China. De dag na aankomst werden we naar een ander hotel gebracht dan waar we sliepen, en daar wachtte ons meisje op ons. Ze werd in mijn armen geduwd en ik voelde haar hand-
jes zich om mijn blouse klemmen. Ze heeft daar dagen gehangen. Ze wilde niet loslaten, alleen maar heel stevig worden vastgehouden. Daarna ontdooide ze langzaam en bleek ze een heel extrovert en spontaan meisje te zijn. De jongens thuis konden hun zusje heel snel bewonderen, want direct na de overdracht hadden we via de laptop contact met hen. Via de webcam zagen zij hun zusje en (zeker zo belangrijk) zagen wij hen. Na twee indrukwekkende weken, vlogen we weer naar huis, waar aan de slurf op Schiphol ons gezin werd herenigd. We waren met z'n vijven, wat een rijk gevoel!
Ik schrijf dit verslag een paar dagen na de Fertifair, waar ik bovenstaand verhaal ‘live’ heb verteld. Voor het FREYA MAGAZINE zet ik alles ook op papier. Voor diegenen die er niet bij konden zijn of het nog eens na willen lezen. Op dit moment gaat het met alledrie onze kinderen heel erg goed. Cristian is inmiddels zes jaar, gaat naar groep drie en leert daar momenteel zijn eerste woordjes lezen en schrijven. Hij is een heerlijk sociaal kind dat altijd veel vrienden om zich heen heeft. Voetbal is zijn grote passie en hij begint een eigen mening en smaak te krijgen. Geweldig om mee te maken. Silvano is vier jaar en gaat naar groep één. Hij is een kind dat erg op zichzelf is. Hij kan uren lief spelen, maar is ook een stuiterballetje. Lekker druk. Silvano houdt niet van vreemde mensen, maar is een kanjer voor de mensen die hij liefheeft. Hij is ons clowntje in huis. Li-Anne is twee jaar en zij is altijd het stralende middelpunt. Altijd vrolijk, erg bijdehand en een echt dametje. Wat erg grappig is om te zien, is dat zij een mooie mengeling is van haar broers. Ze past precies bij ons en het voelt alsof ze er al jaren is. Onze kinderen zijn echte wereldkinderen, niet met elkaar te vergelijken en toch horen ze bij elkaar. Wij voelen ons nog iedere dag dankbaar dat juist zij bij ons mochten komen. Binnenkort hopen we weer gezinsuitbreiding te krijgen. Sinds een paar weken staan we op de wachtlijst voor een pleegkindje. Een kindje dat niet thuis op kan groeien en dus langdurig bij ons zal blijven. Opnieuw kijken we uit naar de komst van een héél bijzonder en zeer gewenst kindje.
Lennie van den Herik kunstexpositie van Albertine Enthoven
gastvrouw adoptie mailinglijst FREYA
F E R T I FA I R
2007-5
F R E YA M A G A Z I N E
25
Praten met kinderen over vruchtbaarheidsproblemen
lezing
Mireille van Seggelen en Caroline van Leijenhorst vertelden tijdens de Fertifair over hun eigen ervaringen rondom het thema ‘praten met kinderen over vruchtbaarheidsproblemen’. Waarom?
Wat? Het waarom speelt bij kinderen met twee biologische ouders vaak een andere rol dan bij kinderen zonder biologische ouders of kinderen met maar één biologische ouder.
Kernpunten zijn vaak: Je wilt dat je kind weet hoe welkom het is. Je omgeving weet het, je wilt niet dat je kind van iemand anders te horen krijgt ‘hoe’ het is gegaan. ‘Gewoon’ omdat je het normaal vindt dat je dit je kind vertelt, geen specifieke reden. Eerlijk zijn tegen over je kind. Dit getuigt van respect voor je kind als uniek individu. Het is zijn of haar recht om deze informatie over zichzelf te hebben. Geheimen bewaren kost veel energie: er is altijd wel iemand die het weet, en door onbeantwoorde vragen of ontkennende en ontwijkende antwoorden kunnen pijnlijke stiltes en sferen ontstaan. Kinderen voelen dit feilloos aan en kunnen juist meer vragen gaan stellen waardoor het steeds moeilijker wordt. Deze energie kan beter worden ingezet voor een hechte familieband.
Het belangrijkste is dat een kind zich altijd geliefd en veilig voelt binnen het gezin of familie. Doorgaans is een jong kind helemaal niet geïnteresseerd in de vraag uit wiens zaadje of eitje hij of zij is gemaakt. Geef informatie afhankelijk van de leeftijd van het kind en hoeveel het begrijpt. Je zult zelf merken dat als een kind iets onduidelijk vindt of meer wil weten, hij wel verder vraagt. Bijvoorbeeld op de vraag waar kindjes vandaan komen, volstaat het antwoord: “uit mama’s buik” (of ingeval van draagmoederschap: “uit de buik”). Kinderen vinden dat vaak al meer dan genoeg. Dat is een antwoord op hun vraag. Vertel een kind wat je zelf belangrijk vindt. Wil je kinderen iets meer vertellen of dingen noemen die je belangrijk vindt, doe dat dan op een manier die aansluit bij hun leeftijd. De informatie die ze nog niets zegt laten ze wel links liggen. Daar komen ze wel op terug als ze het wel begrijpen.
Hoe? Wanneer? Leeftijd is vaak een criterium om te bepalen wanneer het een kind wordt verteld. Maar wanneer is een kind oud genoeg om het te begrijpen? Vaak wordt er maar uitgesteld en uitgesteld en wordt het steeds ingewikkelder om weer ‘goed’ te praten wat je allemaal hebt ‘verzonnen’.
Luchtig vertellen werkt het beste. Kies woorden die voor jou makkelijk zijn. Noem een donor géén biologische ‘vader’: hij is tenslotte géén vader. Zoek hulpmiddelen om erover te praten: boekjes, foto’s, donorpapieren etc., bijvoorbeeld boekjes uit de serie ‘Een wereldwondertje’ die speciaal voor dit onderwerp zijn gemaakt.
Rond de leeftijd van 7-8 jaar kunnen kinderen heel goed begrijpen wat bijvoorbeeld een donor is, maar zullen ze moeilijker begrijpen waarom je al die tijd een ander verhaal hebt verteld. Met dat in het achterhoofd wordt er dan vaak nog langer uitgesteld.
Mireille van Seggelen heeft een serie boekjes geschreven met als hoofdtitel ‘Een wereldwondertje’. Tijdens de Fertifair heeft zij deze boekjes gepresenteerd. Meer informatie staat onder: ‘Voor u gelezen’
Onderzoek heeft uitgewezen dat vertellen over de situatie rondom zijn ontstaan in de pubertijd of op latere leeftijd van het kind schade kan toebrengen aan relaties. Het is moeilijk om weer vertrouwen te krijgen in mensen als blijkt dat men lang is ‘voorgelogen’. Het advies: begin zo vroeg mogelijk!!
26
F R E YA M A G A Z I N E
2007-5
F E R T I FA I R
Muziek
workshop Eén van de workshops tijdens de Fertifair was de workshop Muziek gegeven door muziektherapeute Monique Engels. Zowel Monique als twee deelnemers, Mabel en Eveline, vertellen hoe zij de workshop hebben ervaren.
Een ervaring rijker Op de Fertifair van 22 september heb ik muziekworkshops mogen geven. Dat ervaar ik ook echt zo, het mogen geven. Reden daarvoor is dat ik werd binnengelaten in een wereld die ik alleen maar ken uit persoonlijke verhalen van kennissen of een toevallig voorbijkomend artikel. Maar zelf kende ik het niet. Als je daar dan wordt uitgenodigd vanwege je vakkennis en je enthousiasme, ervaar je dat als een voorrecht, een compliment. Het was mij al snel duidelijk dat er een gedegen organisatie achter zat en dat was meteen weer zichtbaar toen ik het complex binnenkwam en werd ontvangen. Zowel de hulp, de ruimte, de verzorging etc., het was oké. Maar natuurlijk was ik er voor de muziekworkshops. De eerste viel middenin een pauze, dat hield in dat de groep die aanwezig was alle tijd had en kreeg om hun verhaal te doen aan de hand van de muzikale ervaringen. De openheid die men gaf maakte dat er veel werd gesproken maar ook lekker muziek is gemaakt.
Daar deed de diversiteit aan mensen en achtergronden niets aan af. De tweede groep was duidelijk groter, dus even opnieuw afstemmen, maar ook hier was men bereid te delen en muzikaal te proberen wat binnen de mogelijkheden lag. De slappe lach en de ritmes wisselden elkaar prettig af. Opvallend waren de genres muziek waar de meeste voorkeuren naar uitgingen als het ging om je emoties in kwijt te kunnen. Dit waren Keltische muziek en Celine Dion. Maar dat smaken gelukkig verdeeld zijn kwam wel naar voren uit alle andere antwoorden. Voor mij hebben de openheid van eenieder, de wensen van mensen om toch meer met muziek te gaan doen, de (medische) wereld van het vervullen van een kinderwens en een gedegen organisatie gezorgd voor zeer rijke ervaring meer!!
Monique Engels muziektherapeut
overhandiging van de FREYA AWARD aan dr Kremer van UMC St radboud (Nijmegen)
overhandiging van de FREYA AWARD oorkonde aan dr Van der Heijden van Ziekenhuisgroep Twente locatie Twenteborg (Almelo)
F E R T I FA I R
2007-5
F R E YA M A G A Z I N E
27
Muziek workshop ervaringen en beetje onwennig en niet wetend wat ik me bij een muziekworkshop echt moet voorstellen liep ik naar binnen. Er stonden enorm veel instrumenten en al gauw kreeg ik een warm gevoel bij het idee om heerlijk met muziek bezig te zijn. Voordat we toekwamen aan het werkelijk bespelen van de instrumenten hadden we een voorstelrondje. Iedereen werd gevraagd om te vertellen wat muziek met je deed en welke muzieknummers of artiesten je speciaal raakten. Gelukkig is geen mens hetzelfde en kwamen er heel veel verschillende artiesten aan bod. Ook waren er wel aardig wat mensen die van dezelfde soort muziek houden en dat gaf herkenning, maar de uitleg waarom die artiest speciaal was, was toch weer bij iedereen anders. Leuk om eens op die manier te kletsen over muziek. Na een kleine introductie over de instrumenten die er stonden mochten we zelf een instrument uitkiezen. En konden we ze gaan bespelen. Natuurlijk wel onder begeleiding, want er zomaar op los slaan was niet toegestaan. Eerst mochten de mensen beginnen die de percussie-instrumenten hadden om een soort basis te leggen, daarna kon er naar hartelust rustig op worden doorgeborduurd. Iedereen deed mee en het voelde en klonk goed om zo met elkaar een soort ritme te maken. Heerlijk ontspannen, maar wel lekker geconcentreerd bezig zijn. Daarna kwamen de wat zwaardere instrumenten aan bod en ook daarmee werd heerlijk muziek gemaakt. Leuk om zo eens bezig te zijn en te luisteren naar wat bepaalde muziekinstrumenten voor geluid geven. Als afsluiter werd er een nummer gespeeld dat we allemaal mochten meezingen. Een goed gekozen nummer dat mij kippenvel bezorgde. Het was een ‘warme’ workshop die mij een heel ontspannen gevoel gaf. En mijn dank gaat dan ook enorm uit naar de vrouw die dit allemaal geregeld heeft ... dank je wel Monique Engels, ik hoop je nog eens te mogen ontmoeten. Je hebt veel bij me losgemaakt.
E
Eveline
e Fertifair stond in het teken van informatie, herkenning, steun, saamhorigheid, gezelligheid, ontspanning en contact. Voor mij zijn dat elementen om deel te nemen aan een muziekworkshop. Mijn hele leven ben ik al met muziek bezig. Eerst stond muziek luisteren voorop, maar daarna ben ik ook zelf muziek gaan maken. Ieders leven staat op de een of andere manier in het teken van muziek.
D
In eerste instantie was ik heel nieuwsgierig wat er allemaal aan bod kon komen. Ik was op zijn zachtst gezegd verrast. Wat komt er nu allemaal bij kijken als je gaat praten over muziek. Op de eerste plaats werd gevraagd om de reden waarom iemand naar muziek luistert. Hierbij komen je emoties aan bod. Als je blij bent kies je voor een ander liedje dan als je verdriet hebt. Wat nu het magische van muziek is dat als je verdriet hebt en je luistert naar je favoriete muzieksoort dan kan het zo zijn dat je emoties van verdriet verdwijnen. Met andere woorden je ervaring met muziek komt aan het licht. Als je het hebt over voorkeur dan komt het genre aan bod. Voor de een is dit popmuziek en voor de ander kan het klassieke muziek of countrymuziek zijn. De workshop bestond uit twee onderdelen. Praten over muziek en muziek maken. Na een voorstelrondje onder de deelnemers werd er gepraat over de voorkeur en ervaring. Alleen over muziek praten zou "saai" kunnen zijn maar niet voor een echte muziekliefhebber. Monique Engels liet ons oefenen met de djembe, de stern, de harp en percussie instrumenten. Hierbij was het samenspel heel belangrijk. Het was een kwestie van goed luisteren naar elkaar. Als afsluiting brachten we gezamenlijk een lied ten gehore, waarbij Monique accordeon speelde. Ik heb deze workshop met plezier gevolgd.
Mabel
cabaretvoorstelling van Tilly van der Knaap
28
F R E YA M A G A Z I N E
2007-5
F E R T I FA I R
Voltrekking
column aterdag 22 september was ik aanwezig op de fertifair. Mijn schilderwerk en boek, ‘Kinderen van Utopia’ waren onderdeel van het geheel. Blij was ik met de keuze van FREYA om twee babyportretjes van mijn hand, als prijs uit te reiken aan de winnende ziekenhuizen van de FREYA AWARDs. De eer aan mij om ze te overhandigen. Het bracht me bij het forum. Twee artsen achter de microfoons en twee mensen die graag kinderen gewild hadden. Het gaat over emoties. Over de kloof tussen arts en patiënt. Ik luister naar het gebeuren met een wat afstandelijke blik en een analytisch oor. Ik heb mij niet in de vraagstelling verdiept, het is simpelweg iets dat volgt op de prijsuitreiking. Het pogen heb ik ruim vier jaar geleden achter mij. En mijn lief is dood. Mijn lijf is gevuld met wat zich per moment voordoet, omdat mijn lief dood is, leef ik vooral per moment. Ik schrijf dit deel van de column op 27 september, anderhalve maand na zijn begrafenis in de wetenschap, dat het gelezen wordt in december. December, familiemaand. De eerste zinnen in mijn boek gaan over december.
Z
Ik zit daar dus. Ik lees de brief uit mijn boek voor aan de prijswinnaars, vertegenwoordigers van het ziekenhuiswezen, de brief waarin ik afscheid neem van het beeld van ons kind, om mij voor te bereiden op alles wat komen gaat. Ik lees voor over dunne blonde haartjes en een gekromd handje. Een kind dat ik neerleg, niet wetend of het relaxed of emotieloos
is. Ik raak geëmotioneerd, maar wil graag, eindelijk, aan hen voorlezen die horen bij de club, die toentertijd mij vertelden over hormonen, behandelingen, statistieken, cyclusdagen, kansen en schema’s. Vooral veel schema’s. Dus lees ik voor ondanks de emoties, ook al zijn het niet de artsen die mij behandeld hebben. Ik lees ze nu voor over emoties en verlangen. Na al die jaren is het mijn tegendaad. Niet als strijdpunt, maar bij wijze van compleetheid. Bijscholing voor hen, afronding voor mij. Mijn lief is dood, en met hem de kans op onze kinderen, al was die er nagenoeg niet meer. Met zijn sterven deze zomer was dat definitief. Bij iedere zin die ik voorlees, voel ik ook zijn definitieve afscheid. Vanuit mijn binnenwereld bemoedigt hij mij. ’s Avonds huil ik en weet dan dat ik het openbaar ritueel van begraven voltrokken heb door voor te lezen. Het ritueel om op een gekozen moment het verlies te delen met genodigden, zoals dat gebeurt op een uitvaart. Zonder dat ik het zo bewust van plan was, eigenlijk te plekke ingegeven, had ik de zaal met de artsenteams en het publiek gekozen om het kind van mijn verlangen te begraven. Het is voltrokken, en het is goed. Met mij zullen de mensen die er waren hun eigen voltrekkingen beleefd hebben, zoals dat op begrafenissen gaat, en ook dat is goed. Na het voorlezen en overhandigen van de twee schilderijtjes ga ik naar mijn plaats in
het publiek. Ik dwaal terug naar de laatste vakantie met mijn lief. We wisten dat hij dood zou gaan, maar niet wanneer. Als het ernstig was, had hij gezegd tegen de arts die hem verder wilde onderzoeken, konden deze twee weken er ook nog wel bij om uit te stellen. En zo togen wij op onze laatste kampeervakantie. Als altijd op zoek naar het kind- en familieverhaal zwierf ik op het kerkhof van het kleine Noord-Franse dorpje Petit-Fayt. Twee mannen zijn met machinaal en verbaal geweld de haag rondom dit hof aan het snoeien. De een zaagt, de ander schreeuwt af en toe daar doorheen en zit op de tractor. De begraafplaats heeft de afmeting van een grote tuin. Met regelmaat van de klok davert achter mij een vrachtwagen het dorp binnen, op weg naar de melkfabriek. Er hangt een slordige zorgzaamheid rondom dit kerkhof. De graven zijn meestal een opeenstapeling van stenen platen op een muurtje. Sommigen bereiken een hoogte van ongeveer 75 centimeter met diverse gelaagdheden. Anderen houden het bij de bekende doos met deksel, zo’n 15 centimeter boven de grond. Soms kun je de naam van de dode niet eens meer lezen, zoveel gedenkplaatjes staan er in twee of drie rijen achter elkaar op het graf. Het zijn stenen of keramische plaquettes op een standaard, met gegoten
workshop Symbolen van Margreet Beerda vanuit de elementen lucht, aarde, water en vuur woorden die samenhangen met kinderloosheid
F E R T I FA I R
2007-5
F R E YA M A G A Z I N E
29
rozen er op, hoofden van Christus of een heilige, soms hele teksten er in gegraveerd, en allemaal aan een allerliefste oom, tante, broer, zus, vriend, vriendin, vader, moeder, neef, nicht of schoonouders. Het woord ‘regrette’ echoot hier rond. Mijn lief zag het en wenste zichzelf ook zulke bordjes van onze buren en zijn vrienden. Hij grijnsde breed. Ik lachte. De mannen met de kettingzaag nemen pauze. Het is nog vroeg. Ieder aan een kant van de weg lopen ze naar het dorp. Nu pas herken ik de campingbaas. Wat mij het meest intrigeert is de staat van een groot aantal kruisbeeldjes. Ze zijn gebroken, gescheurd, gevallen of gebarsten. Het levert dramatische taferelen op. Een Christusfiguur die met zijn gespijkerde handen nog maar net zijn eigen kruis bijeenhoudt. Een achterwaarts neergestort
figuur die met het hoofd naar beneden is veroordeeld door het vrijgekomen en omgebogen betonijzer uit het gebroken betonnen huis. Een half weggeslagen gezicht, en niet zelden één die van zijn voeten afgesneden is. ‘Dun gegoten’, zegt mijn lief. Dan zijn er nog wat resten van wat ooit een graf was. Afgebroken of scheefgezakte platen, kunstbloemen die lichtjaren lang hun verkleuring hebben ondergaan. Een verdwaald plastic blad ligt langs een graf waar geen bloemen staan. In het midden bloeit een fiere bos natuurlijke bloemen temidden van dit kunstgeweld. Ergens anders wurmt het begin van een haag zich tussen plastic rozen en lelies door. Middenin overziet een wit kruisbeeld het geheel. Het lijf is wit, de lendendoek zwart geverfd. Ze hebben hem ook een zwart geverfde baard gegeven en stevige pennen door handen en voeten. Liefdevol is er een afdakje boven getimmerd, steunend op de dwarsbalk van het kruis. Daarachter ligt een wat onduidelijk veldje. Alleen nog maar resten van graven, niet veel. Zorg is hier niet meer. Helemaal achteraan, tegen de haag, ontdek ik een babygrafje, het enige van het kerkhof. Een bordje vermeldt dat Françoise hier rust met de datum 25-3-1932. Hier wel een datum, één. Op de andere graven alleen jaartallen. Een strook ongebruikt gras scheidt dit grafje van de rest. Het ziet er uit alsof niemand hier komt, wil komen. Vlak in de buurt schermen twee stalen platen de afvalhoop af. Het kruisbeeld staat er met de rug naar toe. Mijn lief die een stuk ouder is, onthult. Het is de achterkant van het kerkhof, de ongewijde grond, waar de ongedoopte kinderen begraven werden. Gruwelijk vind ik. Wat een verdriet voor gelovige ouders. In mijn leven heb ik geen deel aan
boekenplein (FREYA bibliotheek)
30
F R E YA M A G A Z I N E
2007-5
dit drama, maar ik kan de emoties, die bij het buitengesloten gebied horen, wel invoelen. Dan blijft er toch nog een vraag. Waar zijn de baby’s? Sterven hier geen baby’s, afgezien van die ene in 1932? Is dit een babyonwaardig kerkhof? Zelfs in een klein dorp sterven baby’s. Baby’s sterven overal. In het volgende grotere dorp zijn ze op het kerkhof ook niet te vinden, hebben we de dag er voor gezien. De mannen met de zaag zijn teruggekomen en weer aan het werk gegaan. Later kom ik de campingbaas weer tegen. Of ik het was op het kerkhof. Ja. Ik vraag waar de baby’s zijn gebleven. In Cartignies is een verzameltombe. ‘Hoeveel mensen wonen hier?’ ‘Tweehonderdnegentig’. In een klein dorp kun je exact zijn. Er zijn bijna geen baby’s gestorven. Ik vertel het aan mijn lief die in soorten en overleven denkt, ook nu hij ziek is. ‘Dat is gunstig, zegt hij, ‘dan is het een goed klimaat .‘ Hij is uit de tijd dat er nog wel eens wat gebeurde. Ik hoor een putter.
boekenplein (uitgever Van Brug)
F E R T I FA I R
In de zaal gaat de discussie verder. Wat mij bij blijft is hoe mensen al of juist niet hun emoties aan artsen kwijt zouden willen. Terugkijkend voelt het alsof ik een waarschuwing wil afgeven. Doe het niet. Zorg voor jezelf, en je partner als je die hebt. En anders extra goed voor jezelf. Bescherm je privé-eenheid. Leg je wensen neer, bespreek ze, zet je lijn uit in overleg met de arts. Maar huil thuis, schreeuw thuis, ween thuis, wees stil thuis. Je kunt benoemen. Benoemen is anders. Dat is functioneel. Dat houdt je scherp omdat je jouw blokkades opheft. Heftig voelen en niet benoemen blokkeert vaak. Maar stop bij het benoemen. Benoemen dat je onmacht voelt is veiliger voor jezelf dan de onmacht zichtbaar willen maken of willen laten zien. Dwing geen begrip af, dat is voor beide partijen een verwijdering. Creëer je positie zelf het te mogen benoemen. Geef dat aan jezelf om helder te blijven in de afleidende en confronterende wereld van het ziekenhuiswezen. Maar laat het diepere en eigenlijke thuis gaan, in alle vrijheid en intimiteit van je eigen nest. Het nest, ooit gebouwd om ook kinderen te verwelkomen, is nu de ruimte om het verlangen vorm en een plek te geven. Gooi het verlangen niet met het badwater weg. Maar verzorg het. Het is van jou, te precair om in schema’s gezet te worden. Het is meegenomen als het er even mag zijn tijdens een ziekenhuisbezoek. Het even is dan alles. Maar wil je het afdwingen dat het er mag zijn, dan wordt het een middel in een machtsstrijd. En dan is er zelfs geen zuiver ‘even’. Beter te koesteren dan in te zetten.
den in haar geval als schadevergoeding, smartengeld. Het enige dat ze deed was jammeren dat niets ooit genoeg zou zijn voor wat haar aangedaan was. Het was een eenzaam tafereel. Ze wilde begrip en meeleven van de rechter. De uitwisseling van mens tot mens. En gelijk krijgen. De rechter was een geduldig en begripvol mens, maar moest in een tijdschema een uitspraak doen. Aldus besliste hij voor haar dat zij dit maximum bedrag zou krijgen. En zij bleef duidelijk achter met het gevoel van tekort. Door haar emoties te ver te laten gaan en haar positie als getuige niet in te nemen had ze geen mogelijkheid zelf een beslissing te nemen in het voor haar zo belangrijke proces. Voor haar werd beslist en ze nam al die emoties alleen weer mee. Ik heb dat altijd als een les onthouden. Jezelf te beschermen als het moet, zonder te verloochenen. Wil in een schoenwinkel geen ijsjes kopen. Benoem, maar houd de regie waar bescherming noodzakelijk is. Laat gaan waar het veilig is. Daar heb je je lief voor, je eigen nest, vrienden, of een hulpverlener. Het is mijn inzicht, leg het naast je neer als het je niet past.
Ooit zat ik bij een strafzaak. Een vrouw was met een fietsketting mishandeld. De rechter vroeg haar of ze instemde met het maximum bedrag dat toegekend kon wor-
De volgende dag reis ik naar iets. Het iets ben ik vergeten, niet de reis. Ik reis terug per trein. Hoe zal het thuiskomen zijn? Niet denken. Het is zoals het is. Een beeld verschijnt in mijn hoofd van een kinderbedje. Een blond kind dat ligt te slapen, een jaar of drie. Ik zie mijzelf glimlachen, ontroerd door de herkenning van mijn lief. Ik kijk naar buiten en zie de maan door alle spiegelingen heen van de ruit. Ik voel het wiegen van de trein. Weg is het kind. Thuis zal het stil zijn. Een flauwe glimlach om de poes die altijd doet alsof ik drie jaar weggeweest ben en zij al die tijd geen eten gehad heeft. Ik mis de ontroering van herkenning in een slapend kindergezicht. Bewust roep ik het beeld op van mijn dinsdagkind. Ik zoek hem, voel de ontroering dat hij er is met zijn zes eerste volle jaren bij ons aan huis. Nu bij mij alleen. Hoe hij op tafel klimt, zijn arm om mijn nek legt en zijn wang tegen de mijne. Er loopt een dun scheidingswandje tussen zijn moeder en mij. Ik mag erg dichtbij komen. Of liever, hij komt erg dicht bij mij. Maar in zijn bruine ogen en de vorm van zijn hoofd, zijn eigen gelaatstrekken kan ik mijn lief niet zoeken. Dat is het enige dat ontbreekt als mijn dinsdagkind er is. Ik zeg het verkeerd. Het ontbreekt niet als hij er is. Het ontbreekt aan zijn beeltenis in mijn gedachten nu. Nu, nu ik zoek naar mijn lief, in de maan door spiegelingen heen, in beelden in gedachten. Ik zoek maar zal hem in een kindergezicht niet vinden. Ik zal vast ooit moeten ophouden met zoeken. Maar het hoort zo bij nu. Het zoeken en niet vinden. Ons kind vind ik niet. Misschien dat ik zal vinden wat er wel is, als ik ophoud met zoeken wat er niet is. Laat ik gaan slapen met het besef dat ik ook iets over het hoofd zie, iets wat er is. Laat het me overkomen, verrassen. Morgen al, of nog beter, straks.
Manja
boekenplein (Wereldwondertjes)
infomarkt (FREYA-stand)
F E R T I FA I R
2007-5
F R E YA M A G A Z I N E
31
Europa Kinderhulp
gastouders Tijdens de Fertifair waren meerdere organisaties aanwezig om informatie te verstrekken aan de deelnemers. Eén van hen was Europa Kinderhulp. Betsie van Aller vertelde het volgende over deze organisatie. Europa Kinderhulp is een organisatie die in 1961 is opgericht. Wij bieden kansarme kinderen een drieweekse vakantie in een Nederlands gastgezin. Wij maken geen onderscheid naar ras, religie of nationaliteit. Tot nu toe hebben ongeveer 77.000 kinderen in Nederland vakantie gevierd. Ieder jaar komen er ongeveer 2.000 kinderen. We zijn een landelijke stichting en krijgen geen subsidie. We zijn afhankelijk van donaties, sponsoren en fondsenwerving. We hebben zo’n 300 vrijwilligers in heel Nederland. De vakantiekinderen komen uit Duitsland, Frankrijk, Engeland, Oekraïne, Oostenrijk en Nederland. Dit jaar zijn er ook 150 Bosnische kinderen geweest. We werken in het buitenland samen met onder andere het Leger des Heils, het Rode Kruis, maatschappelijke instellingen en scholen. Wat is een kansarm kind? Een kind waarbij thuis financiële problemen zijn, geen speelruimte, sociaal-emotionele problemen binnen het gezin of andersoortige problematiek. Ook kinderen uit oorlogsgebieden zijn bij ons welkom. Als u dit bovenstaande leest dan begrijpt u dat wij gastgezinnen nodig hebben. Wat kan ik voor Europa Kinderhulp betekenen? U kunt gastouder worden! Wanneer u zich aanmeldt om gastouder te worden, krijgt u eerst allerlei informatie toegestuurd. Daarna komen er twee medewerkers bij u op bezoek. Zij vertellen u alles over hoe zo’n vakantie eruit ziet. Na het gesprek moet u van alle volwassenen in
het gezin een verklaring omtrent het gedrag aanvragen en u moet twee referentieadressen opgeven. Wij willen er namelijk zeker van zijn dat we de kinderen in ‘goede gezinnen’ plaatsen. Dan begint het lange wachten. U krijgt misschien tussentijds al informatie over uw gastkind van één van onze medewerkers. Ja, en dan is het zover. Bussen vol kinderen komen aan en waar is uw gastkind? Het ene kind kijkt angstig en benauwd, het andere is verlegen. De volgende kan zijn koffer niet tillen, want die is zo onhandig groot. Weer een ander kind komt met een plastic tasje uit de bus en daarin zit één schone onderbroek voor drie weken. Dat is dan wel even schrikken en slikken... U neemt uw gastkind mee naar huis en het avontuur kan beginnen. Het worden vast drie onvergetelijke weken, met ups en downs, zowel voor u als voor het gastkind. Voor de kinderen is het een hele positieve ervaring, die ze in hun rugzak stoppen en die niemand hen ooit meer afneemt. Volgend jaar mogen ze misschien wel weer komen, en misschien ook wel weer bij u. Er zijn kinderen die vanaf hun zesde jaar komen en die ieder jaar blijven komen, in hetzelfde gastgezin. Dat is een hele belevenis. De kinderen kunnen vaak door een fijne vakantie bij u, waarbij ze heerlijk hebben kunnen ontspannen en kunnen genieten, de rest van het jaar beter aan. Gunt u zo’n kind ook een vakantie, meld u dan aan als gastouder, of als donateur. Dat kan via de website www.europakinderhulp.nl. Dan zie ik u misschien wel een keer op een familiedag in het land. Graag tot ziens.
Betsie van Aller-Meijer algemeen voorzitter Europa Kinderhulp
Europa Kinderhulp ervaring Eind april/ begin mei viel de flyer van de Fertifair in de brievenbus. Daarin stond dat er een lezing zou worden gehouden over Europa Kinderhulp. Het onderwerp sprak me aan en ik ben gaan kijken op internet. Ik heb samen met mijn man besproken of we ook niet een kindje op vakantie zouden laten komen. De data dat de kinderen zouden komen vielen net in onze vakantie. Dus dat kwam al goed uit. We hebben uiteindelijk gekozen voor een kindje uit Berlijn, omdat deze kinderen tijdens onze vakantieperiode kwamen en natuurlijk ook vanwege de taal. We hebben ons via de mail ingeschreven, waarna we een infopakket thuisgestuurd kregen. Een week erna kwamen twee mensen van Europa Kinderhulp voor een intakegesprek. We hadden ons laat ingeschreven, dus het was nog maar de vraag of alles op tijd rond zou zijn. We moesten twee referenties opgeven die konden bevestigen dat we de verantwoordelijkheid voor een kind aankonden. Dat was gelukkig geen probleem. We moesten ook allebei een bewijs van goed gedrag halen op het gemeentehuis. kunstexpositie Manja Moos 32
F R E YA M A G A Z I N E
2007-5
F E R T I FA I R
We mochten kiezen of we een meisje of een jongen wilden en ook konden we een voorkeur voor een leeftijdscategorie aangeven. We hebben gekozen voor een meisje tussen de zes en negen jaar. Omdat we zo laat waren hadden we natuurlijk niet meer de ‘eerste keus’. Maar het maakte ons eigenlijk ook niets uit als we het kindje maar een leuke tijd konden bezorgen. We hebben in spanning afgewacht of het allemaal nog zou gaan lukken en natuurlijk wat voor kindje we zouden krijgen. Eindelijk kregen we een mailtje met de gegevens van ons vakantiekindje. Ze heet Jessica en is acht jaar. Er werd ons geadviseerd haar een brief te schrijven met een foto, zodat ze een beetje wist waar ze terecht zou komen. Voor haar was het ook de eerste keer dat ze met Europa Kinderhulp meeging. We kregen een brief van haar terug met een foto erbij. Dat gaf ons al een goed gevoel. Tijdens haar verblijf hebben we een weblog (www.jessicaschultz.weg-log.nl) gemaakt en daarin een dagboek bijgehouden. Maandag 16 juli Vandaag komt Jessica. Om 7.30 uur kunnen we haar ophalen bij het AC-restaurant in Sevenum. Het is best wel spannend. Gisteren hebben we haar slaapkamer klaargemaakt en speelgoed klaargezet. Om 7.15 uur waren we bij het AC. Het was best druk met allemaal wachtende mensen. Om 7.45 uur kwam de bus aan. Alle kindergezichtjes waren tegen de ramen geplakt om te kijken of ze hun gastouders al konden zien. Om de beurt werden de kinderen uit de bus gehaald en aan hun gastouders gekoppeld. We zagen Jessica al zwaaien in de bus. Toen ze uit de bus kwam kregen we een roosje. We zijn naar huis gereden en vanaf het eerste moment was het net of ze bij ons hoorde. Thuisgekomen hebben we samen ontbeten en haar koffer uitgepakt. ’s Avonds kwam de familie op bezoek om kennis te maken met Jessica. Toen werd het haar toch even te veel en wilde ze graag naar huis bellen. We hebben in de tuin een badje opgezet, we zijn een keer naar de speeltuin geweest, een dagje naar Giethoorn en naar het bos. Ze is blij met de kleinste dingen. Verder zijn we een keer naar de Efteling geweest. Dat was natuurlijk ook heel leuk. Woensdag 25 juli Vandaag is het feest. Jessica is jarig en ze wordt negen jaar. We hebben gisteravond slingers en ballonnen opgehangen. Vanmorgen hebben we haar eerst ontbijt op bed gebracht. Dat vond ze geweldig want dat had ze nog nooit gehad. Natuurlijk hadden we ook een cadeautje voor haar gekocht. Vanmiddag is
haar broertje Alexander met zijn gastouders op bezoek geweest. Ze had de dag van haar leven. We hadden een verjaardagstaart gehaald met kaarsje erop. Dat was smullen. Wat we wel vervelend vonden was dat haar ouders niets van zich lieten horen. Geen kaartje, geen telefoontje, niets. Jessica is wel 20 keer naar de brievenbus gelopen om te kijken of er nog post was gekomen. Om 18.00 uur hebben we haar zelf naar Berlijn laten bellen. Haar ouders beloofden om 20.00 uur terug te bellen, dat hebben ze gelukkig ook gedaan. Jessica heeft een hele leuke maar drukke verjaardag gehad met veel cadeautjes. De dag erna was ze erg moe. Maar ja, wat wil je met zoveel indrukken. We hebben het maar rustig aan gedaan. Zaterdag 28 juli Vandaag was er familiedag van Europa Kinderhulp. Alle Berlijnse kindjes van Limburg kwamen in Nederweert op een voetbalterrein bij elkaar. Er was van alles voor de kinderen te doen. Zoals springkussens, een zeepbaan, knutselen, schminken, gratis popcorn en suikerspin, bbq, een ijswagen en een tombola. Het was best gezellig en je hoort ook van andere gastouders hoe zij het allemaal ervaren. Na afloop kregen alle kindjes een rugzak met van alles erin. Het was een geslaagde dag. De laatste week dat Jessica bij ons was is er nog een kindje van vrienden bij ons geweest. Ze is drie jaar. Dat ging heel goed samen. Ze konden goed met elkaar spelen. Schijnbaar is de taal voor kinderen geen probleem. Soms praatten ze met elkaar en het leek wel of ze elkaar begrepen. Woensdag 1 augustus. Toen we vanavond de kinderen naar bed hadden gebracht huilde Jessica. Ze was verdrietig omdat ze morgen weer naar huis moet. Ze heeft een hele leuke tijd bij ons gehad en wil eigenlijk hier blijven. We hebben een uur bij haar op bed gezeten en haar getroost. We hebben haar beloofd dat ze volgende zomer terug mag komen en dat we contact blijven houden. Donderdag 2 augustus. Vanavond hebben we Jessica naar de bus gebracht. Het afscheid was toch wel emotioneel. Je weet vooraf dat ze maar 2,5 week komt, maar als ze dan weer naar huis moet is het toch moeilijk. Maar we hebben een vakantie gehad om nooit te vergeten. Daar kan voor ons geen vliegvakantie tegenop. De volgende dag hebben we ‘s morgens even naar Berlijn gebeld om te horen of ze goed was aangekomen. De busreis was goed verlopen. We hebben nog steeds contact met elkaar. We hebben haar al een paar brieven geschreven, gebeld en gemaild. Het is ons hartstikke goed bevallen om een vakantiekindje in huis te hebben. We kunnen het dan ook iedereen aanraden om de site te bezoeken: www.europakinderhulp.nl. Inmiddels heeft Europa Kinderhulp bekend gemaakt dat er ook Kerstreizen zullen plaatsvinden. Omdat we iedere week wel een keer contact met Jessica en haar ouders hebben, hebben we besloten dat ze met Kerstmis ook mag komen. Haar ouders vonden dat een goed idee en zelf wil ze het ook graag. We tellen de dagen nu al af. Het kan niet snel genoeg Kerstmis zijn. Ondertussen houden we gewoon contact via de mail, kaartjes, sms en Skype. We hebben een webcam gekocht en nu kunnen we haar zien en zij ons. Voor ons is dit het mooiste geschenk in tijden.
Nancy en Peter kunstexpositie Manja Moos
F E R T I FA I R
2007-5
F R E YA M A G A Z I N E
33