Van Rapport
Postbus 60055, 6800 JB Arnhem Velperplein 8, 6811 AG Arnhem Telefoon (026) 355 13 55 Fax (026) 355 13 99
[email protected] www.kplusv.nl
Evaluatierapport Polarisatie en Radicalisering Programmabureau Intergrale Veiligheid NHN: P&R-inventarisatie in de Noord-Holland Noord (26 gemeenten) Opdrachtgever Ministerie van Veiligheid en
Referentie
Justitie
Arnhem, 22 november 2010 Ons kenmerk 1011276-007/rhe/aht
22 november 2010 Ons kenmerk 1011276-007/rhe/aht
Inhoud 1
Inleiding
1
1.1
Achtergrond evaluatie
1
1.2
Opzet evaluatie
1
1.3 2
Projectbeschrijving Voor de start van het project
1 3
2.1
Betrokkenheid
3
2.2
Draagvlak en beleid
3
2.3 3
Samenwerking met externe partijen Start en opzet van het project
3 5
3.1
Start en aanleiding
5
3.2
Doelgroep en doelstellingen
5
3.3
Risico's
6
3.4
Organisatie en communicatie
7
3.5 4
Verantwoording Uitkomsten van het project
7 8
4.1
Realisatie producten/activiteiten
8
4.2
Realisatie versus budget
9
4.3
Monitoring, bijsturing en zelfevaluatie
9
4.4 5
Borging van het project Doeltreffendheid
9 11
5.1
Doelbereik en reikwijdte
11
5.2 6
Maatschappelijk effect Leerpunten
12 13
6.1
Succes- en risicofactoren
13
6.2
Samenwerking
14
6.3
Best practice
14
Bijlagen 1
Relevante definities
2
Geraadpleegde bronnen
22 november 2010 Ons kenmerk 1011276-007/rhe/aht
1
Inleiding 1.1 Achtergrond evaluatie De uitvoering van het Actieplan Polarisatie en Radicalisering 2007-2011 vindt plaats via verschillende activiteiten. Een deel hiervan wordt mede gefinancierd door het ministerie van Veiligheid en Justitie (VenJ). Dit gebeurt door toekenning van een decentralisatie-uitkering aan gemeenten en door toekenning van een tijdelijke subsidie aan maatschappelijke organisaties. In opdracht van het ministerie van VenJ worden alle projecten en aanpakken waarvoor een decentralisatie-uitkering of een subsidie is toegekend geëvalueerd. Met deze evaluatie streeft het ministerie van VenJ een aantal doelen na: leren voor volgende projecten en aanpakken; de resultaten van projecten en aanpakken inzichtelijk maken; het bereik van projecten en aanpakken inzichtelijk maken; 'best practices' benoemen en toegankelijk maken voor betrokkenen.
1.2 Opzet evaluatie De evaluatie van de lokale projecten is uitgevoerd door bestudering van het onderzoeksplan, de beschikbare achtergronddocumentatie en eventueel beschikbare eigen evaluatiedocumenten. De projectleider heeft parallel daaraan een webenquête ingevuld. De ingevulde webenquête vormde voor de onderzoekers, tezamen met vragen naar aanleiding van de overige documentatie, de gespreksrichtlijn voor de gesprekkenronde. De onderzoekers hebben gesproken met de projectleider. Ook is met andere direct betrokkenen gesproken (zie bijlage 2). Doel van de gesprekken was een nadere invulling en verdieping van de uit schriftelijke bronnen verkregen informatie. Het resultaat is het onderhavige rapport. De diverse elementen uit de evaluatie zijn weergegeven in de volgende paragrafen.
1.3 Projectbeschrijving Het project 'P&R inventarisatie in Noord-Holland Noord' is opgestart door de 26 gemeenten in de regio Noord-Holland Noord. Subtitel van het project is 'Inzichtelijk maken én houden van Polarisatie en Radicalisering in de Veiligheidsregio Noord-Holland Noord'. Het project bestaat uit een onderzoek naar polarisatie en radicalisering in de Veiligheidsregio Noord-Holland Noord (26 gemeenten) en het organiseren van workshops/trainingen voor professionals. De coördinatie van het project wordt uitgevoerd door het programmabureau Integrale Veiligheid van de Veiligheidsregio Noord-Holland Noord.
Pagina 1
22 november 2010 Ons kenmerk 1011276-007/rhe/aht
1
Het project loopt van oktober 2009 tot voorjaar 2011 en richt zich met name op de aspecten: polarisatie; linksradicalisering/extremisme; dierenrechtenextremisme; islamitische radicalisering/extremisme. In de projectopzet was de volgende doelstelling opgenomen: 'Het krijgen van inzicht in de actuele stand van zaken met betrekking tot polarisatie en radicalisering binnen de 26 gemeenten van de veiligheidsregio NHN door middel van een regionaal gelijkluidende, jaarlijks terugkerende inventarisatie (verkenning c.q. scan) die bovendien aangevuld kan worden met spontane observaties.' Het Programmabureau Integrale veiligheid noemt daarnaast de volgende doelstellingen: het creëren van een sense of urgency bij gemeentebesturen en ambtenaren door middel van een themabijeenkomst over polarisatie en radicalisering; het op vlieghoogte krijgen van betrokken 'sleutelfunctionarissen' (zoals wijkagenten, vertrouwenspersonen, jongerenwerkers et cetera) door middel van een training. In onderstaande tabel zijn de activiteiten weergegeven die bij dit project zijn geformuleerd. Categorie activiteiten
Welke deelprojecten en/of activiteiten waren bij de start van het project geformuleerd?
Educatie/workshops
Themabijeenkomsten met 26 gemeenten, de politieregio (bestaande uit 7 politieafdelingen) en het Openbaar Ministerie. In de (7) bijeenkomsten schetst politie-informatie (voor zover mogelijk) een actueel beeld van de stand van zaken. Bij de trainingen verwerft men met name kennis over radicalisering processen vanwege de signaalfunctie. Tijdens de bijeenkomsten en trainingen ontmoeten mensen elkaar en gaan ze met elkaar in discussie. De projectleider hoopt hiermee ook de basis te leggen voor een bestendig netwerk voor de meer 'onrustige' tijden.
Onderzoek
De scan wordt ontworpen en geïmplementeerd. De scan biedt informatie op gemeentelijk niveau en kan geaggregeerd worden voor regiobrede informatie. Naar aanleiding van de scan kan verdiepend onderzoek nodig zijn. De scan wordt jaarlijks gedraaid bij de 26 gemeenten in de regio Noord-Holland Noord. Daarnaast creëert het project een digitaal meldpunt voor professionals om tussentijdse, spontaan opgemerkte signalen, door te kunnen geven aan de gemeente (en politie).
Training professionals
Zie 'eductatie/workshops'. Wijkagenten, vertrouwenspersonen, jongerenwerkers en andere professionals worden getraind in het opvangen en juist interpreteren van signalen.
In totaal heeft het ministerie van VenJ aan het Programmabureau Integrale Veiligheid NoordHolland Noord een bedrag van € 115.000 toegekend voor het project P&R-inventarisatie in Noord-Holland Noord. De gemeente Alkmaar heeft hierbij als contactgemeente voor VenJ gefungeerd. Deze middelen zijn specifiek geoormerkt voor het Programmabureau Integrale Veiligheid, dat als regisseur van dit project optreedt.
1
In de subsidieaanvraag van 8 juli 2009 is sprake van een start in augustus 2009 en afronding in september 2010.
Pagina 2
22 november 2010 Ons kenmerk 1011276-007/rhe/aht
2
Voor de start van het project De volgende paragrafen gaan over de situatie voorafgaand aan de start van het project. We kijken hierbij in het bijzonder naar de bekendheid van de organisatie met het vraagstuk van polarisatie en radicalisering, het bestaande beleid en de samenwerking met externe partijen.
2.1 Betrokkenheid Bij betrokkenheid gaat het om de mate waarin de organisatie voor de start van het project al betrokken was bij het vraagstuk van polarisatie en radicalisering. Voorafgaand aan het project waren de meeste van de 26 gemeenten niet betrokken bij het vraagstuk van polarisatie en radicalisering. Alleen (centrum-)gemeente Alkmaar had, mede naar aanleiding van de landelijke handreiking Polarisatie en Radicalisering, een scan uitgevoerd naar polarisatie en radicalisering, wat de aanleiding vormde van het gezamenlijke project. De 26 gemeenten en het Programmabureau Integrale Veiligheid zijn bekend geraakt met de decentralisatie-uitkering via de ambtelijke contacten die gemeente Alkmaar had met het ministerie van VenJ.
2.2 Draagvlak en beleid In deze evaluatie is gevraagd naar het draagvlak binnen de organisatie voor het gestructureerd tegengaan van polarisatie en radicalisering. Het gaat om de aandacht op het management en/of bestuurlijk niveau in de organisatie. Vóór de start van het project was er binnen de 26 gemeenten en het programmabureau geen aandacht op het management en/of bestuurlijk niveau voor het vraagstuk van polarisatie en radicalisering. Het gebrek aan aandacht bij gemeenten hangt samen met het ontbreken van concrete incidenten in de regio die duiden op mogelijke spanningen in de samenleving. Er was, met uitzondering van de gemeente Alkmaar, ook geen specifiek beleid en/of initiatieven gericht op het tegengaan van processen van polarisatie en radicalisering.
2.3 Samenwerking met externe partijen In de regel wordt voorafgaand aan de projecten al samengewerkt met diverse partijen. In de evaluatie is gevraagd naar de samenwerking en het succes van de samenwerking. Vóór de start van het project wordt in Noord-Holland Noord nog niet samengewerkt met andere externe organisaties bij het tegengaan van polarisatie en radicalisering. Wel wordt er binnen de politieregio/veiligheidsregio al jaren succesvol samengewerkt op diverse andere terreinen.
Pagina 3
22 november 2010 Ons kenmerk 1011276-007/rhe/aht
Het Programmabureau zelf is in feite een succesvol voorbeeld van samenwerking van de 26 gemeenten, politie en OM op integrale veiligheidsonderwerpen. Afgelopen jaren zijn diverse thema's gezamenlijk opgepakt. Momenteel zijn er ambtelijke werkgroepen voor de volgende thema's: veiligheidsmonitor, problematische jeugdgroepen, veilige school, nazorg exgedetineerden, cameratoezicht, polarisatie &radicalisering en aanpak hennepteelt. In deze werkgroepen worden, afhankelijk van het specifieke thema, externe organisaties betrokken bij de uitvoering van de werkgroep.
Pagina 4
22 november 2010 Ons kenmerk 1011276-007/rhe/aht
3
Start en opzet van het project Dit hoofdstuk gaat in op de start en opzet van het project. Het gaat hierbij om de aanleiding van het project, de initiatiefnemers en de beoogde doelen en doelgroepen bij de start van het project. Ook wordt ingegaan op de succes- en risicofactoren, de organisatie en de communicatie en de verantwoording.
3.1 Start en aanleiding De aanleiding van het project is de scan die gemeente Alkmaar heeft uitgevoerd naar polarisatie en radicalisering. De projectleider van het Programmabureau heeft het initiatief genomen om het project te starten voor de regio, in samenspraak met het bestuur/management van de eigen organisatie. Binnen de regio Noord-Holland Noord was er geen sprake van concrete incidenten, die hebben geleid tot dit project. De projectleider noemt de volgende signalen in de regio die duiden op radicalisering en polarisatie, bijvoorbeeld: rondom een groep moslimjongeren (bijvoorbeeld meisjes stoppen met hun opleiding vanwege de bekering naar een orthodoxe variant van de islam); Lonsdale-jongeren problematiek en interetnische spanningen in groei gemeenten waar verstedelijking en multiculturele samenleving steeds meer vorm krijgt. Bij een aantal partijen, zoals de politie, was er de behoefte om 'te weten wat er speelt'. Het landelijke Actieplan Polarisatie en Radicalisering en de hieruit voortvloeiende mogelijkheden voor een decentralisatie-uitkering, zijn hierbij door het programmabureau als een belangrijke kans gezien om gemeenten mee te krijgen. Met behulp van deze uitkering kan de, in een eerder stadium door de gemeente Alkmaar uitgevoerde, verkennende inventarisatie worden doorontwikkeld en verbreed naar de 26 gemeenten in de Veiligheidsregio. Op deze wijze ontstaat een eenduidige nulmeting, op basis waarvan onderlinge vergelijking mogelijk is, en gerichte vervolgacties kunnen worden geïnitieerd.
3.2 Doelgroep en doelstellingen In de onderstaande tabel zijn de doelstellingen weergegeven zoals deze in het oorspronkelijke projectplan waren opgenomen. Tevens zijn in onderstaande tabel de aanvullende doelstellingen opgenomen die tijdens de uitvoering van het project geformuleerd zijn. Doelstelling
Geldigheid doelstelling
Zicht krijgen op de actuele stand Deze doelstelling geldt nog. van zaken met betrekking tot polarisatie en radicalisering binnen de 26 gemeenten van de veiligheidsregio Noord-Holland Noord.
Doelgroep Vooralsnog geen doelgroepen. Het gaat om het aanhaken van gemeenten ten aanzien van dit onderwerp. Het creëren van betrokkenheid en draagvlak. De scan richt zich met name op observaties rechtsradicalisering, islamitische radicalisering en dierenrechtenextremisme.
Pagina 5
22 november 2010 Ons kenmerk 1011276-007/rhe/aht
Doelstelling 1.
2.
Geldigheid doelstelling
Doelgroep
Het creëren van de sense of Dit zijn nieuwe doelstellingen. urgency bij gemeentebesturen en ambtenaren door middel van een themabijeenkomst. Het op vlieghoogte krijgen van betrokken 'sleutelfunctionarissen' door middel van een training.
1.
2.
Gemeentenbesturen en ambtenaren openbare orde en veiligheid. Sleutelfunctionarissen zoals: wijkagenten, vertrouwenspersonen, jongerwerkers et cetera.
De onderstaande tabel geeft de deelprojecten of activiteiten weer en het beoogde bereik van de doelgroep daarvan. Categorie activiteiten
Deelprojecten en/of activiteiten (blanco indien categorie niet van toepassing)
Omvang beoogde doelgroep (raming)
Educatie/workshops
Onderzoek
Training professionals
7 Themabijeenkomsten met 26 gemeenten, de politieregio (bestaande uit 7 politieafdelingen) en het Openbaar Ministerie. Ontwikkelen van de scan, die informatie biedt informatie op gemeentelijk niveau en geaggregeerd wordt voor regiobrede informatie. Creëren van een digitaal meldpunt voor professionals om tussentijdse, spontaan opgemerkte signalen, door te kunnen geven aan de gemeente (en politie).
34 organisaties (in totaal circa 240 deelnemers) 150 deelnemers
Zie 'educatie/workshops'. Wijkagenten, 240 deelnemers vertrouwenspersonen, jongerenwerkers en andere professionals worden getraind in het opvangen en juist interpreteren van signalen.
3.3 Risico's Kritieke succes- en risicofactoren zijn de factoren die een grote impact kunnen hebben op het welslagen van het project. In deze evaluatie is gevraagd of voorafgaand aan het project de kritieke succes- en 2
risicofactoren inzichtelijk zijn gemaakt. In het plan van aanpak , dat tevens diende als subsidieaanvraag, zijn de kritieke succes- en risicofactoren niet expliciet gemaakt. In het projectplan wordt gesproken over de uitdaging om het onderwerp op de agenda van de gemeenten te krijgen. De oplossing hiervoor is het structurele, laagdrempelige en tijdsarme manier van inventariseren van signalen.
2
Met kenmerk COOV 081212-009.
Pagina 6
22 november 2010 Ons kenmerk 1011276-007/rhe/aht
3.4 Organisatie en communicatie In de evaluatie is gevraagd of voor de aansturing en uitvoering van de activiteiten een projectorganisatie is ingesteld. Ook is gevraagd of voor de interne en externe communicatie over de activiteiten een plan is opgesteld. Voor dit project is een werkgroep geïnstalleerd, samengesteld uit verschillende gemeenten en externe organisaties. De burgemeester van Anna Paulowna is voorzitter van de werkgroep. Daarnaast hebben zitting in de projectgroep: vertegenwoordigers van gemeenten (veelal beleidsmedewerkers Openbare Orde en Veiligheid), de politie, het Openbaar Ministerie en diverse externe organisaties (bijvoorbeeld Nuansa, ACB en het regionale artikel 1 bureau). Voor de interne en externe communicatie over de (voorgenomen) activiteiten is (bewust) geen concreet plan opgesteld. De rolverdeling tussen de verschillende partijen is op dit moment niet volledig uitgekristalliseerd. De projectleider ziet de betrokkenheid en inzet van vertegenwoordigers vanuit de gemeenten als aandachtspunt. Een ander aandachtspunt is het actief inschakelen van Nuansa in de uitvoering van de vervolgacties vanuit de werkgroep.
3.5 Verantwoording De verantwoording aan bestuur/management over de voortgang en besteding van de middelen vindt plaats: door een mondelinge terugkoppeling, meerdere malen per jaar; in bestuursrapportages (P&C-cyclus van het Programmabureau aan de 26 gemeenten); in programmabegroting en jaarverslag (P&C-cyclus van het Programmabureau aan de 26 gemeenten); er wordt informeel verantwoording afgelegd aan de programmamanager.
Pagina 7
22 november 2010 Ons kenmerk 1011276-007/rhe/aht
4
Uitkomsten van het project Dit hoofdstuk belicht datgene wat het project heeft opgeleverd aan producten of activiteiten. Ook wordt ingegaan op het budget en het proces van monitoring en zelfevaluatie.
4.1 Realisatie producten/activiteiten Alle voorgenomen activiteiten zijn nog in ontwikkeling. Hieronder volgt een nadere toelichting op de actuele stand van zaken per activiteit. Categorie activiteiten
Deelprojecten en/of activiteiten
Gerealiseerd?
(blanco indien categorie niet van toepassing) Educatie/workshops
Onderzoek
Training professionals
Toelichting indien niet gerealiseerd
7 Themabijeenkomsten met 26 gemeenten, de Nee, nog niet politieregio (bestaande uit 7 politieafdelingen) gerealiseerd. en het Openbaar Ministerie.
Nog in ontwikkeling.
Ontwikkelen van de scan, die informatie Nee, nog niet biedt informatie op gemeentelijk niveau en gerealiseerd. geaggregeerd wordt voor regiobrede informatie. Creëren van een digitaal meldpunt voor professionals om tussentijdse, spontaan opgemerkte signalen, door te kunnen geven aan de gemeente (en politie).
Nog in ontwikkeling.
Zie 'educatie/workshops'. Wijkagenten, vertrouwenspersonen, jongerenwerkers en andere professionals worden getraind in het opvangen en juist interpreteren van signalen.
Nee, nog niet gerealiseerd.
Nog in ontwikkeling.
De voorgenomen themabijeenkomsten worden uitgesplitst in 7 afzonderlijke bijeenkomsten. Per politieafdeling wordt een bijeenkomst georganiseerd voor alle betrokken organisaties. In deze bijeenkomst, welke door de projectleider is gepland in het najaar 2010, wordt een toelichting gegeven op de scan en de uitgangspunten van de training voor professionals. De keuze en opzet voor de eerste themabijeenkomst is nog niet gemaakt. Als belangrijkste oorzaak van de vertraging wordt door de projectleider het zoekende proces van de werkgroep en de specifieke bijdrage van een ieder daarin gezien. Sinds de oprichting van de projectorganisatie heeft de werkgroep tweemaal vergaderd met een bestuurlijk voorzitter en meerdere malen met een kerngroep van deskundigen. Doordat een duidelijke opdrachtgever-opdrachtnemer relatie ontbreekt, met name tot de ambtelijke werkgroep, worden tot op heden volgens de projectleider te weinig concrete resultaten geboekt (vrijblijvendheid ligt hierdoor op de loer). Zie verder paragraaf 6.1.
Pagina 8
22 november 2010 Ons kenmerk 1011276-007/rhe/aht
4.2 Realisatie versus budget Voor het project is een budget opgesteld. In dit budget is een verdeling opgenomen tussen een bijdrage door VenJ en de bijdrage door de gemeente (in uren en in een bijdrage aan de 'out of pocket'-costs). Het begrote budget is tot dusver voldoende gebleken voor het realiseren van de doelstellingen. Tot op heden zijn dit alleen de kosten van de projectleider bij het programmabureau. Voor de ontwikkeling van de vragenlijst en de software-applicatie en voor de trainingen zijn inmiddels offertes ontvangen. Deze gaan niet boven de begrote kosten uit.
4.3 Monitoring, bijsturing en zelfevaluatie De realisatie van de projectdoelstelling en het bereik naar de doelgroep is op de volgende wijze gemonitord: Er wordt verantwoording afgelegd in de maandrapportages van het Programmabureau aan gemeenten over het project. Voor de voortgangsrapportage van gemeenten aan elkaar wordt de smileysmonitor gehanteerd. Dit is een matrixoverzicht waarin de regionale projecten staan en alle deelnemende gemeenten. Dit matrixoverzicht wordt besproken in de bestuurlijke overleggen en gehanteerd als benchmark. In de regio Noord-Holland Noord is het volgens de projectleider de gewoonte dat burgemeesters elkaar aanspreken op de resultaten in die monitor. Vooralsnog is het project nog niet opgenomen in de smileysmonitor. Kernvraag hierbij zal zijn: draait de scan bij de gemeente of niet? Een belangrijke constatering is dat de scan weliswaar is besproken binnen de commissie COOV, maar vooralsnog geen onderwerp van gesprek is geweest binnen de gemeentelijke organisaties. De borging van het project op bestuurlijk en managementniveau – per gemeente – wordt door de onderzoekers gezien als een belangrijk aandachtspunt.
4.4 Borging van het project De borging heeft betrekking op de wijze waarop de uitkomsten en leerpunten van het project een structurele plaats hebben gekregen in het beleid van de gemeente/organisatie. Dit betekent, bijvoorbeeld, dat de kennis, contacten en producten die zijn ontstaan in het project, nu structureel worden toegepast door de initiatiefnemende organisatie en door andere betrokken organisaties. Binnen het programmabureau lijkt het project, met de inzet en het enthousiasme van de projectleider, de werkgroep met een bestuurlijk voorzitter en brede samenstelling en het projectbudget, op adequate wijze te zijn geborgd. Het projectbudget is in de begroting van de gemeente specifiek geoormerkt voor dit project.
Pagina 9
22 november 2010 Ons kenmerk 1011276-007/rhe/aht
Binnen de 26 gemeenten lijkt het project vooralsnog niet te zijn geborgd. Dit blijkt onder meer uit de volgende constateringen: er is per gemeente vooralsnog geen ambtelijk contactpersoon aangewezen die verantwoordelijk is voor de borging van het project in structureel gemeentelijk beleid; gemeenten hebben voor de uitvoering van het project geen extra middelen vrijgemaakt; bovenop de reguliere jaarlijkse bijdrage van € 0,26 per inwoner aan het Programmabureau. Het project wordt volledig uitgevoerd door de projectsubsidie van het ministerie; afhankelijk van de uitkomsten van de scan, kunnen gerichte initiatieven worden ontplooid richting jeugdbeleid, veiligheidsbeleid en/of integratiebeleid. Hetzelfde geldt voor de inbedding in het beleid van betrokken externe organisaties.
Pagina 10
22 november 2010 Ons kenmerk 1011276-007/rhe/aht
5
Doeltreffendheid De doeltreffendheid komt aan bod aan de hand van het doelbereik, de reikwijdte en de maatschappelijke effecten van het project.
5.1 Doelbereik en reikwijdte Bij doelbereik gaat het om de realisatie van de doelstellingen. Reikwijdte betreft de mate waarin in het project de beoogde doelgroepen zijn bereikt. De onderstaande tabel geeft het doelbereik weer zoals dat door de projectleider binnen het programmabureau wordt ervaren. Doelstelling
Realisatie doelstelling
Eventuele toelichting
Om zicht te krijgen op de actuele Nog niet gerealiseerd. stand van zaken met betrekking tot polarisatie en radicalisering binnen de 26 gemeenten van de veiligheidsregio NHN is een regionaal gelijkluidende, jaarlijks terugkerende inventarisatie (verkenning c.q. scan) gewenst die bovendien aangevuld kan worden met spontane observaties.
Nog in ontwikkeling.
1. Het creëren van de sense of Nog niet gerealiseerd. urgency bij gemeentebesturen en ambtenaren door middel van een themabijeenkomst.
Nog in ontwikkeling.
2. Het op vlieghoogte krijgen van betrokken 'sleutelfunctionarissen' door middel van een training.
De onderstaande tabel geeft de reikwijdte van het project weer. Doelgroep
Is de beoogde Omvang doelgroep? doelgroep bereikt?
Vooralsnog geen Gedeeltelijk doelgroepen. Het gaat om het aanhaken van gemeenten ten aanzien van dit onderwerp. Het creëren van betrokkenheid en draagvlak. De scan richt zich met name op observaties rechtsradicalisering, islamitische radicalisering en dierenrechtenextremisme.
Nog niet bekend
Komt het gerealiseerde bereik overeen met de raming vooraf? Deels
Pagina 11
22 november 2010 Ons kenmerk 1011276-007/rhe/aht
Doelgroep
Is de beoogde Omvang doelgroep? doelgroep bereikt?
1. Gemeentenbesturen en 1. Gedeeltelijk ambtenaren openbare orde en veiligheid.
Komt het gerealiseerde bereik overeen met de raming vooraf?
26 gemeenten
Deels
2. Sleutelfunctionarissen 2. Nee, nog niet zoals: wijkagenten, vertrouwenspersonen, jongerwerkers et cetera.
De doelgroep van dit project is tweeledig. Enerzijds de bestuurders en ambtenaren van de 26 gemeenten, anderzijds de sleutelfiguren/professionals 'in het veld' bij het aanpakken van processen van polarisatie en radicalisering. Volgens de projectleider is de eerste doelgroep tot op heden 'gedeeltelijk' bereikt. De tweede doelgroep is in dit stadium (nog) niet bereikt. Verschillende gemeenten participeren in de werkgroep en tonen volgens de projectleider betrokkenheid ten aanzien van de doelstelling van het project. De verwachting van de projectleider is (op basis van eerdere ervaringen met soortgelijke projecten) dat alle 26 gemeenten uiteindelijk zullen participeren in de uitvoering van de scan/nulmeting. De themabijeenkomst is inmiddels ontwikkeld en in het najaar wordt gestart met een eerste pilot voor een themabijeenkomst bij één gemeente. Deze pilot is bedoeld om de te toetsen in hoeverre de themabijeenkomst geschikt is voor de doelgroep en bijdraagt aan de bewustwording van deelnemers. De themabijeenkomst wordt naar aanleiding hiervan eventueel aangepast, waarna deze bij alle deelnemende gemeenten wordt uitgevoerd. De projectleider van het programmabureau verwacht dat de themabijeenkomst bijdraagt aan de bewustwording van de bestuurders en ambtenaren van het proces van polarisatie en radicalisering. Als dat eenmaal bereikt is de kans groter dat de gemeenten ook gaan deelnemen aan de scan. De borging op gemeentelijk niveau, zowel ambtelijk (management) als bestuurlijk (college en raad), wordt door de onderzoekers in dit stadium als belangrijk aandachtspunt gezien.
5.2 Maatschappelijk effect Uiteindelijk moeten de projecten bijdragen aan het verder tegengaan van polarisatie en radicalisering in de maatschappij. Dit is het beoogd maatschappelijk effect van de door het ministerie ondersteunde projecten. Het project gaat volgens de projectleider 'substantieel' bijgedragen aan een daadwerkelijke vermindering van processen van polarisatie en radicalisering in de samenleving. Door middel van de scan ontstaat een eenduidige nulmeting, op basis waarvan gemeenten, politie en de betrokken externe organisaties gerichte vervolgacties kunnen initiëren. Op dit moment kan over de daadwerkelijke realisatie van deze verwachting van de projectleider, gezien de actuele stand van zaken van het project, nog niets feitelijk geconstateerd worden.
Pagina 12
22 november 2010 Ons kenmerk 1011276-007/rhe/aht
6
Leerpunten Dit hoofdstuk belicht de geconstateerde succes- en risicofactoren, de samenwerking en elementen in het project die eventueel kunnen dienen als goede voorbeelden.
6.1 Succes- en risicofactoren Door de projectleider worden de volgende risicofactoren genoemd: Interne communicatie binnen gemeentelijke organisaties. De communicatie tussen ambtenaren openbare orde en veiligheid en de burgemeester is niet altijd optimaal. Expertise binnen het gemeentelijk apparaat. Kennis van zaken ten aanzien van polarisatie en radicalisering en specifieke ervaring is binnen gemeenten minimaal of afwezig. Ook binnen het programmabureau is deze specialistische kennis afwezig. Vrijblijvendheid van het onderwerp. Doordat lokale initiatieven op vrijwillige basis door middel van samenwerking vorm krijgen, ligt het gevaar van vrijblijvendheid op de loer. Doordat helder probleemeigenaarschap ontbreekt, kunnen resultaatgerichte werkafspraken tussen gemeenten uitblijven. Opstelling en enthousiasme van de trekkers. De voortgang van het project is in grote mate afhankelijk van de opstelling van de bestuurder/voorzitter van de projectgroep en de ambtelijk projectleider. Samenwerking komt niet vanzelf tot stand; hiervoor is een stevige regievoering op het samenwerkingsproces noodzakelijk. Medewerking vanuit ministerie van VenJ. De projectleider geeft aan dat de decentralisatieuitkering en de contacten met het ministerie van VenJ bijdragen aan het draagvlak bij de 26 gemeenten om samen te werken op het onderwerp polarisatie en radicalisering. Kennis, in de vorm van maatwerkproducten, vanuit kenniscentrum Nuansa. Aangezien er binnen de regio geen specifieke kennis op het terrein van polarisatie en radicalisering is een risico/succesfactor het aanboren van deze kennis en deze om te zetten in maatwerkproducten. De projectleider heeft hiervoor enige discussie gehad met het kenniscentrum Nuansa. De verwachting was dat het kenniscentrum in deze behoefte kon voorzien, maar Nuansa gaf aan dit niet te kunnen. Daardoor is uiteindelijk Radar advies gecontracteerd om de producten te leveren, maar dat heeft enige vertraging in het project opgeleverd. Het programmabureau heeft geprobeerd de genoemde risicofactoren te minimaliseren door: het onderwerp in het jaarprogramma van het programmabureau en daarmee in het bestuurlijk overleg tussen de gemeenten en in de ambtelijke werkgroepen te verankeren; een burgemeester (van Anna Paulowna) bestuurlijk trekker te laten zijn van de werkgroep; uit verschillende gemeenten ambtenaren in de werkgroep te vragen; het project als een 'lean en mean' oplossing voor gemeenten te presenteren; een pragmatisch projectleider, die stuurt op het samenwerkingsproces; externe partijen (zoals Nuansa, ACB-kenniscentrum en Art1-bureau) te betrekken bij de werkgroep. De onderzoekers zien dat het enthousiasme en de verbindende vaardigheden van de projectleider bij het programmabureau tevens bijdraagt aan het mogelijke succes van dit project.
Pagina 13
22 november 2010 Ons kenmerk 1011276-007/rhe/aht
6.2 Samenwerking In de evaluatie is gevraagd of het project heeft bijgedragen aan een verbetering van de samenwerking met betrokken organisaties. Het antwoord is: 'ja, enigszins.' De projectleider verwijst in dit verband naar de geformeerde werkgroep; hierdoor zijn op ad hoc (project-)basis nieuwe relaties tussen gemeenten, politie en externe organisaties ontstaan. Doordat veel gemeenten een beperkte capaciteit hebben op het terrein van Openbare Orde en Veiligheid, zijn ambtelijke relaties tussen gemeenten op dit beleidsterrein niet vanzelfsprekend. Het programmabureau fungeert voor deze ambtenaren, die vaak 'eenpitter' binnen de eigen organisatie zijn, als verbindende schakel. Hierbij wordt door de projectleider opgemerkt dat het project vooralsnog niet heeft geleid tot een structurele verbetering van de samenwerking tussen gemeenten en/of de samenwerking van gemeenten met de politie of externe organisaties. Deze samenwerking verloopt over het algemeen goed; partijen weten elkaar te vinden. Vooralsnog is er, gezien de stand van zaken en voortgang van het project, nog geen sprake van kennisoverdracht aan andere organisaties. De projectleider geeft aan dat de opgedane kennis uiteindelijk overgedragen wordt aan andere organisaties. Het gaat daarbij om de volgende kennis: informatie uit scan richting politiescan is bruikbaar voor andere gemeenten. Informatie over signalen-herkenning is nu ook aanwezig binnen scholen, politie, jongerenwerk en andere betrokken organisaties; deze kennisoverdracht gebeurt door de training en door het digitaal doorzetten van informatie uit de scan.
6.3 Best practice Er is sprake van een 'best practice' als het afgeronde project of elementen ervan geschikt zijn als positief voorbeeld voor andere organisaties die een dergelijk project willen starten. De projectleider vindt het gehele project geschikt als positief voorbeeld/'best practice' voor andere organisaties die een dergelijk project willen starten. De volgende elementen van het project zijn volgens de projectleider geschikt als voorbeeld/'best practice': Het instrument is breder toepasbaar dan alleen in Noord-Holland Noord. In principe is het landelijk uitrollen van de scan/vragenlijst, met enkele aanpassingen van de vragen, goed mogelijk. De training voor sleutelfunctionarissen zal ook breder toepasbaar zijn dan NoordHolland Noord. Hierbij wordt opgemerkt door de onderzoekers dat zowel de vragenlijst als de workshops en training momenteel nog volop in ontwikkeling zijn; waardoor de mogelijke 'best practice' elementen op dit moment nog niet inhoudelijk op hun merites kunnen worden beoordeeld. De onderzoekers merken op dat gezien het karakter en de looptijd van het project op dit moment nog geen inhoudelijke best practice te benoemen is met betrekking tot het bereiken van het maatschappelijke effect, het tegengaan van polarisatie en radicalisering.
Pagina 14
22 november 2010 Ons kenmerk 1011276-007/rhe/aht
Bijlage 1 Relevante definities Onderstaande toelichting is gebaseerd op de definities zoals die door de AIVD en het ministerie van VenJ worden gehanteerd: Activisme is de benaming voor het fenomeen waarbij personen of groepen op buitenparlementaire wijze maar binnen de grenzen van de wet, streven naar bepaalde idealen. Borging van projecten: de verankering van het beleid ontwikkeld in het project, de kennis opgedaan in het project en de resultaten van projecten in de dagelijkse uitvoering door betrokken organisaties. Borging blijkt onder anderen uit de wijze waarop het beleidsonderwerp aandacht krijgt in nieuw beleid, verantwoordelijkheden voor het beleidsonderwerp zijn toegewezen in de organisatie en middelen zijn toegekend om het beleidsonderwerp uit te werken en uit te voeren. Decentralisatie-uitkering: een uitkering die via het Gemeentefonds ter ondersteuning en stimulering van de aanpak op lokaal niveau door het Rijk wordt verstrekt aan gemeenten. Extremisme is het fenomeen waarbij personen of groepen, bij het streven naar bepaalde idealen, bewust over de grenzen van de wet gaan en (gewelddadige) illegale acties plegen. Polarisatie is de verscherping van tegenstellingen tussen groepen in de samenleving die kan resulteren in spanningen tussen deze groepen en toename van segregatie langs etnische en religieuze lijnen. Radicalisering is het proces van toenemende bereidheid om diep ingrijpende veranderingen in de samenleving (eventueel op ondemocratische wijze) na te streven, te ondersteunen of anderen daartoe aan te zetten. Ingrijpende veranderingen zijn ontwikkelingen die een gevaar kunnen opleveren voor de democratische rechtsorde (doel), vaak met ondemocratische methoden (middel), die afbreuk doen aan het functioneren van de democratische rechtsorde (effect). Subsidie: een financiële bijdrage op grond van een tijdelijke subsidieregeling die door het Rijk wordt verstrekt aan zelfstandige rechtspersonen met als doel de ondersteuning van bovenlokale activiteiten ten behoeve van het voorkomen of tegengaan van polarisatie en radicalisering onder jongeren. Terrorisme is het uit ideologische motieven dreigen met, voorbereiden of plegen van op mensen gericht ernstig geweld, dan wel daden gericht op het aanrichten van maatschappijontwrichtende zaakschade, met als doel maatschappelijke veranderingen te bewerkstelligen, de bevolking ernstige vrees aan te jagen of politieke besluitvorming te beïnvloeden. De aan polarisatie en radicalisering verbonden fenomenen en processen kunnen zich manifesteren vanuit rechtse of linkse politieke overtuiging, vanuit islamitische geloofsovertuiging, of vanuit verbondenheid met dierenrechten.
Pagina 1
22 november 2010 Ons kenmerk 1011276-007/rhe/aht
Bijlage 2 Geraadpleegde bronnen Ketenregisseur bij het programmabureau Integrale Veiligheid en projectleider van het geëvalueerde project 'P&R inventarisatie in Noord-Holland Noord'. Stagiair bij het programmabureau Integrale Veiligheid. Programmabureau Integrale Veiligheid Noord-Holland Noord, Plan van Aanpak 'Project P&R-inventarisatie in Noord-Holland Noord', kenmerk: COOV 081212-009. Webenquête.
Pagina 1