EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 8.8.2011 C(2011) 5801 def.
Betreft:
Steunmaatregel SA.30987 (N/2010) - België Steunregeling van het Vlaamse Gewest betreffende exploitatiesteun ten behoeve van het vervoer van palletgoederen1 via de waterwegen (N 554/20102)
Excellentie, 1.
2.
PROCEDURE (1)
Op 6 december 2010 hebben de Belgische autoriteiten, overeenkomstig artikel 108, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (hierna "VWEU" genoemd), bij de Commissie elektronisch aanmelding gedaan van bovenvermelde steunregeling.
(2)
Op verzoek van de Belgische autoriteiten en de Commissie is op 27 mei 2011 een technische vergadering gehouden. Ten vervolge op deze besprekingen hebben de Belgische autoriteiten op 7 juni 2011 de Commissie aanvullende gegevens doen toekomen.
II. BESCHRIJVING VAN DE STEUNREGELING 2.1. Doelstelling: (3)
In het kader van haar algemene transportbeleid heeft de regering van het Vlaamse Gewest zich ertoe verbonden de binnenvaart te bevorderen3
1
Een pallet is een gestandaardiseerde transporteenheid die kan worden verplaatst met een pompwagen of een vorkheftruck.
2
SA.30987 volgens de nieuwe nummering.
Zijne Excellentie de heer Steven VANACKERE Minister van Buitenlandse Zaken Karmelietenstraat 15 1000 Brussel België Commission européenne, B-1049 Bruxelles – Belgique Europese Commissie, B-1049 Brussel – België Téléphone/Telefoonnummer: 00 32 (0) 2 299.11.11.
door de ontwikkeling van slimme en duurzame logistieke activiteiten. Het vervoer van op palletten verpakte goederen via de binnenvaart vormt een onderdeel van dit beleid. (4)
De voorgenomen maatregel heeft tot doel een modal shift te realiseren van het vervoer van palletgoederen van de weg naar de waterweg.
(5)
Het potentieel van deze markt werd in de verf gezet in de haalbaarheidsstudie voor de concrete implementatie van de binnenvaart voor het vervoer van palletten en de daarmee verbonden stadsdistributie. Deze studie werd in 2006 door de Vrije Universiteit Brussel in samenwerking met een studiebureau uitgevoerd en gecoördineerd door het Vlaams Instituut voor Logistiek. De auteurs van deze studie hebben vastgesteld dat bepaalde goederenstromen op korte termijn de nodige kritische massa kunnen genereren om een modal shift van de weg naar de waterweg te realiseren. Uit de resultaten van de studie is naar voren gekomen dat bouwmaterialen, en in mindere mate de niet-bederfbare gewoontegoederen, tot deze stromen behoren.
(6)
Uit experimentele projecten die reeds in de sector van het palletvervoer via de waterweg werden uitgevoerd, blijkt dat een modal shift technisch haalbaar is maar ook dat het tot stand brengen van een duurzame modal shift voor het vervoer van palletten van de weg naar de waterweg, in vergelijking met het wegvervoer waar de logistieke processen al geoptimaliseerd zijn, meerkosten met zich meebrengt.
(7)
Aan het studiebureau Essencial BVBA is door de waterwegbeheerders van het Vlaamse Gewest opdracht gegeven om een kostenanalyse uit te voeren. In de studie "Vergelijkende kostenanalyse tussen de binnenvaart en het wegvervoer voor palletgoederen" is een gemiddeld kostenverschil, uitgedrukt in EUR/ton, vastgesteld tussen de twee vervoerswijzen en werd geconcludeerd dat, indien dit verschil voor een bepaalde periode werd geneutraliseerd, de vaar- en de overslagkosten sterk zouden afnemen dankzij de volume-effecten die door een modal shift worden gegenereerd.
(8)
Hoewel er interesse bestaat vanuit de bedrijfswereld om palletten via de binnenvaart te vervoeren zal in ieder geval, om de meerkosten van het vervoer over de waterweg ten opzichte van het wegvervoer te compenseren, voor tijdelijke overheidssteun moeten worden gezorgd om de modal shift op te starten en aldus de markt open te stellen voor nieuwe marktspelers die in andere segmenten van de markt actief zijn.
2.2. Rechtsgrondslag (9)
3
In het in 2007 opgerichte "Flanders Inland Shipping Network" zijn de strategische doelstellingen vastgesteld om innovatie in de binnenvaart te
De termen "vervoer over de binnenwateren", "vervoer via de waterweg", "vervoer via de binnenvaart" of "vervoer via het water" worden in dit besluit door elkaar gebruikt, en verwijzen naar het vervoer over het geheel van binnenwateren en rivieren. 2
faciliteren en te ondersteunen. Daarbij hoort "het opzetten en evalueren van proefprojecten inzake innovatieve vervoersen overslagoplossingen". (10)
Onderhavige steunmaatregel ontleent zijn rechtsgrond aan artikel 123, lid 10, van het Decreet van 19 december 2008 houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 20094.
2.3. Beheer van de steun (11)
De subsidies worden toegekend door het Vlaamse Gewest via en onder het beheer van Waterwegen en Zeekanaal N.V. en NV De Scheepvaart, die de openbare waterwegbeheerders zijn van het Vlaamse Gewest.
2.4. Begunstigden (12)
Het toepassingsgebied van de maatregel is zo opgezet dat uiteenlopende soorten projecten kunnen worden ondersteund.
(13)
De maatregel is bedoeld voor verladers in verschillende bedrijfssectoren en bedrijven actief in de binnenvaartsector die een concreet project rond palletvervoer via de binnenvaart willen implementeren.
(14)
Ondernemingen komen, zowel individueel als in samenwerkingsverbanden, voor steun in aanmerking zolang zij zich engageren tot het effectief uitvoeren van het ingediende project binnen de door de maatregel gestelde voorwaarden.
(15)
De steunregeling maakt geen onderscheid op grond van nationaliteit van de inschrijver, voor zover de begunstigde een bedrijf is dat in één van de voormelde categorieën kan worden ingedeeld en een bedrijfszetel op het grondgebied van een lidstaat van de Europese Unie heeft.
2.5. Budget (16)
Het totale budget beloopt 1 525 000 euro.
2.6. Looptijd (17)
4
De maatregel wordt van kracht na de goedkeuring door de Europese Commissie. Hij zal geldig zijn gedurende drie jaar vanaf de goedkeuring van het eerste dossier. Voor elk goedgekeurd project wordt de steun verdeeld over een periode van drie jaar, te rekenen vanaf het eerste pallettransport.
Decreet van 19 december 2008 houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2009. 3
2.7. Mechanisme voor de compensatie van de meerkosten van het vervoer 2.7.1.
In aanmerking komende kosten en steunintensiteit
(18)
De steun zal de exploitatiekosten van het palletvervoer dekken, op basis van de aangetoonde meerkosten ten opzichte van het palletvervoer over de weg. De steun zal bestaan in een forfaitair bedrag per overgeslagen pallet.
(19)
Onder meerkosten wordt verstaan, de totale logistieke meerkosten, doorto-door, dus inclusief het voor- en natransport.
(20)
Voorbeelden van operationele meerkosten zijn: overslagkosten in verband met het voor- en natransport; extra vaarkosten door het gebrek aan terugvracht en kosten als gevolg van extra ligtijd van het schip in de haven wegens experimentele laad- en losactiviteiten.
(21)
De waterwegbeheerders zullen het steunbedrag ramen op basis van het transparante generische kostenmodel voor het vervoer over de binnenwateren en het wegvervoer, zodat voor alle inschrijvers een doorzichtige basisprijs voor wegtransport per tonkilometer wordt gehanteerd als vergelijkingspunt.
(22)
De steun is degressief in de tijd. Bijgevolg is de steunintensiteit beperkt tot een percentage van de aangetoonde operationele meerkosten, met een bovengrens van 80% voor het eerste jaar, 60% voor het tweede jaar en 40% voor het derde jaar.
(23)
De steun zal in geen geval meer bedragen dan 30% van de totale kosten van gecombineerd vervoer. 2.7.2.
(24)
Procedure voor de toekenning van steun
De steunaanvragen zullen worden ingediend bij een ad-hoccommissie, die de aanvragen zal beoordelen op basis van vooraf gedefinieerde criteria, op grond van: a) het rendement en de gegarandeerde overslagwaarde over een periode van vijf jaar, te rekenen vanaf de toekenning van de steun, b) de realiteitswaarde en de uitvoeringsgarantie, c) de modal shift, d) de maatschappelijke meerwaarde5 en e) de algemene haalbaarheid6. Aan elk criterium wordt een waardecoëfficiënt toegekend tussen 5% en 40%. In functie van elk criterium wordt aan het project een waarde op een schaal van 1 tot 5 toegekend. Enkel projecten met een gewogen gemiddelde waardering van minstens 3,75 komen in aanmerking voor steun.
5
Afstand en volume worden gevaloriseerd in palletkilometer. Om te voorkomen dat een klein volume aan internationaal transport een betere evaluatie zou krijgen dan een groot volume binnen Vlaanderen, neemt de beoordelingscommissie alleen de afgelegde kilometers op Vlaams grondgebied in aanmerking.
6
Aan de hand van dit criterium kan de beoordelingscommissie een waardecijfer geven aan projecten die een generieke oplossing bieden. De Commissie gaat ook na of de inschrijver zich openstelt voor samenwerkingsverbanden met derden. 4
(25)
Wanneer het project eenmaal is goedgekeurd, wordt tussen de inschrijver en Waterwegen en Zeekanaal N.V. of NV De Scheepvaart een overeenkomst gesloten waarin onder meer wordt bepaald wanneer met het project wordt gestart, wat het beoogde overslagvolume of –tonnage is en wat het geraamde maximale steunbedrag is. 2.7.3.
Controlemechanismen
(26)
De steun wordt uitgekeerd na de indiening van maandelijkse transportdocumenten op basis waarvan de waterwegbeheerders van het Vlaamse Gewest de opgegeven hoeveelheden overgeslagen palletten kunnen controleren.
(27)
Bij misbruik zal de binnenvaartoperator de reeds uitgekeerde steun moeten terugbetalen en wordt hem een boete opgelegd ten belope van 50% van de reeds uitgekeerde steun.
(28)
Indien de steunontvanger de in de overeenkomst aangegeven beoogde jaarlijkse tonnages of volumes niet bereikt, is hij voor het betrokken jaar aan de waterwegbeheerder een tegemoetkoming verschuldigd, die berekend wordt volgens een vooraf vastgestelde formule. Indien daarentegen het bereikte jaarlijkse tonnage of volume groter is dan de in de overeenkomst aangegeven waarden, wordt het saldo overgedragen naar het volgende jaar. Aan het eind van de steunregeling heeft de begunstigde evenwel geen recht op compensatie voor het opgespaarde saldo.
2.8. Cumulering (29)
3.
Cumulering met steun voor het dekken van dezelfde subsidiabele kosten is niet toegestaan.
BEOORDELING VAN DE MAATREGEL 3.1. Is er sprake van staatssteun? (30)
Overeenkomstig artikel 107, lid 1, VWEU, zijn "behoudens de afwijkingen waarin de verdragen voorzien, steunmaatregelen van de staten of in welke vorm ook met staatsmiddelen bekostigd, die de mededinging door begunstiging van bepaalde ondernemingen of bepaalde producties vervalsen of dreigen te vervalsen, onverenigbaar met de interne markt, voor zover deze steun het handelsverkeer tussen de lidstaten ongunstig beïnvloedt". 3.1.1.
(31)
Er is sprake van staatsmiddelen
De projecten zullen gefinancierd worden uit de algemene begroting van de Vlaamse Gemeenschap via de waterwegbeheerders van het Vlaamse Gewest. De regeling wordt dus met overheidsmiddelen gefinancierd.
5
3.1.2. (32)
Selectief economisch voordeel
De steun die verleend wordt om een modal shift van het palletvervoer over de weg naar het vervoer over de waterweg tot stand te brengen, zal leiden tot een vermindering van de operationele kosten van de verladers, ongeacht de sector waarin zij actief zijn, en van de kosten van de binnenvaartoperatoren die een project voor het vervoer van palletgoederen over de binnenwateren hebben opgezet. Met deze overheidsmaatregel wordt dus een voordeel verleend aan ondernemingen die ervoor kiezen diensten te verlenen op het gebied van het vervoer van palletgoederen via de waterwegen. Deze ondernemingen concurreren in verschillende takken van vervoer met ondernemingen die dezelfde transportcorridors gebruiken maar die geen gebruik maken van het gecombineerd vervoer over de binnenwateren. 3.1.3.
Vervalsing van de mededinging en beïnvloeding van het handelsverkeer tussen de lidstaten
(33)
Volgens vaste rechtspraak moet, wanneer staatssteun de positie van ondernemingen ten opzichte van andere concurrerende ondernemingen in het handelsverkeer binnen de Unie versterkt, dit handelsverkeer worden geacht door de steun te worden beïnvloed. Aan de hand van het feit of een economische sector op het niveau van de Europese Unie is geliberaliseerd kan onder meer worden bepaald of de steun het handelsverkeer tussen de lidstaten werkelijk of potentieel beïnvloedt.
(34)
Er zij in dit verband op gewezen dat de toegang tot de markt van diensten op het gebied van het wegvervoer en de toegang tot de markt van de diensten op het gebied van de binnenvaart voor concurrentie zijn opengesteld. Enerzijds werd de toegang tot de markt van het vervoer over de binnenwateren bij Verordening nr. 3921/917 en Verordening nr. 1356/968 geliberaliseerd; en met ingang van 1 januari 1993 voor de cabotage en met ingang van 2 augustus 1996 voor het internationale vervoer. Anderzijds regelen Verordening nr. 881/929 en Verordening nr. 1072/200910 het vrij verlenen van diensten op het gebied van het vervoer
7
Verordening (EEG) nr. 3921/91 van de Raad van 16 december 1991 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder vervoersondernemers worden toegelaten tot binnenlands goederen- en personenvervoer over de binnenwateren in een lidstaat waar zij niet gevestigd zijn, zie artikel 1, PB L 373 van 31.12.1991, blz. 1.
8
Verordening (EG) nr. 1356/96 van de Raad van 8 juli 1996 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor het vervoer van goederen of personen over de binnenwateren, tussen lidstaten, om voor dit vervoer het vrij verrichten van diensten te verzekeren, zie artikel 2, PB L 175 van 13.7.1996, blz. 7.
9
Verordening (EEG) nr. 881/92 van de Raad van 26 maart 1992 betreffende de toegang tot de markt van het goederenvervoer over de weg in de Gemeenschap van of naar het grondgebied van een lidstaat of over het grondgebied van een of meer lidstaten, PB L 300 van 14.11.2009, blz. 72.
10
Verordening (EG) nr. 1072/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor toegang tot de markt voor internationaal goederenvervoer over de weg, PB L 300 van 14.11.2009, blz. 72. 6
van goederen over de weg. De steun zou derhalve tot concurrentiedistorsies kunnen leiden en het handelsverkeer tussen de lidstaten ongunstig kunnen beïnvloeden. (35)
Aangezien aan alle criteria is voldaan, concludeert de Commissie dat de hierboven beschreven steunregeling staatssteun vormt in de zin van artikel 107, lid 1, VWEU.
3.2. Verenigbaarheid van de steun
11
(36)
De Commissie is van oordeel dat steun voor het opstarten van het vervoer over de binnenwateren van palletgoederen niet kan worden gerechtvaardigd door de afwijking van artikel 93, VWUE omdat de in aanmerking komende kosten niet beperkt zijn tot de kosten voor het gebruik van de infrastructuur en evenmin tot de externe kosten die dankzij het gebruik van het gecombineerd vervoer over de binnenwateren in plaats van een andere vervoerswijze kunnen worden vermeden.
(37)
Artikel 107, lid 3, onder c), VWEU bepaalt dat steunmaatregelen om bepaalde vormen van economische bedrijvigheid of van bepaalde regionale economieën te vergemakkelijken als verenigbaar met de interne markt mogen worden beschouwd, mits de voorwaarden waaronder het handelsverkeer plaatsvindt niet zodanig worden veranderd dat het gemeenschappelijk belang wordt geschaad.
(38)
De Europese Unie voert een beleid om een evenwichtig intermodaal vervoerssysteem tot stand te brengen; de bevordering van het concurrentievermogen van de binnenvaart ten opzichte van het wegvervoer is een belangrijk onderdeel van dit beleid. In deze omstandigheden is de Commissie, in overeenstemming met haar besluitvormingspraktijk11, van oordeel dat artikel 107, lid 3 onder c), VWUE de passende rechtsgrondslag vormt voor de beoordeling van de aangemelde regeling.
De Commissie verwijst in dit verband naar haar besluitvormingspraktijk die met name blijkt uit: Besluit van de Commissie van 9 juni 2010, N 640/2008 – Duitsland – Steun ten behoeve van de vervoersinfrastructuur in Saksen, PB C 92 van 24.03.2011, blz. 1; besluit van de Commissie van 17 juni 2009, N 449/2008 – Italië – Interporto Campano S.p.A. – gecombineerd rail-wegvervoer met hoge frequentie tussen de containerterminal in de haven van Napels en de gemeente Nola, PB C 196 van 20.8.2009, blz. 1; besluit van de Commissie van 17 juni 2008, N 159/2008 Frankrijk - Aanloopsteun en steun voor de exploitatie van geregelde diensten van gecombineerd vervoer als alternatief voor het wegvervoer (PB C 202 van 8.8.2008, blz. 2); beschikking van de Commissie van 12 oktober 2006, N 53/06 – België – Steun door het Vlaamse Gewest aan een proefproject in de estuaire scheepvaart en de binnenvaart voor het containervervoer vanuit en naar de Vlaamse havens (Zeebrugge en Oostende), PB C 297 van 7.12.2006, blz. 14; beschikking van de Commissie van 4.4.2006, C 12/2006, (ex N 132/2005) – Tsjechië – Steunregeling ten behoeve van gecombineerd vervoer, PB C 150 van 28.6.2006, blz. 35; besluit van de Commissie van 12 oktober 2006 betreffende steunmaatregel N 226/06 – Slowakije– Staatssteun voor het gecombineerd vervoer (PB C 280 van 18.11.2006, blz. 3 enz.). 7
(39)
In het witboek "Het Europese vervoersbeleid tot het jaar 2010: tijd om te kiezen"12 en de mededeling "Europa duurzaam in beweging – duurzame mobiliteit voor ons continent – tussentijdse evaluatie van het witboek vervoer van 2001 van de Commissie"13 wordt eraan herinnerd dat de Europese Unie ervoor moet zorgen dat haar burgers over een efficiënt en doelmatig vervoerssysteem beschikken. Om dat doel te bereiken moet het Europees beleid inzake duurzame mobiliteit gebruik maken van een groter aantal beleidsinstrumenten waarbij wordt gestreefd naar een overschakeling op milieuvriendelijker vervoerswijzen.
(40)
Het beleid van de Europese Unie dat erop gericht is de cargomarkt evenwichtiger te maken door de binnenvaart te bevorderen, is uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende het bevorderen van de binnenvaart "Naïades"14: "Geïntegreerd Europees actieplan voor de binnenvaart". In dit document benadrukt de Commissie het groeipotentieel van het vervoer over de binnenwateren in het kader van een geliberaliseerde markt. Tegen deze achtergrond moet de Commissie de concurrentiepositie van het vervoer over de binnenwateren verbeteren en versterken, door met name de binnenvaart te ontwikkelen op de markt voor het containervervoer. In de mededeling van de Commissie betreffende de goederenlogistiek in Europa – sleutel tot duurzame mobiliteit15, worden soortgelijke ideeën uiteengezet.
(41)
Daarenboven heeft het tweede Marco Polo-programma (Marco Polo II 2007-2013)16 tot doel de inspanningen van de vervoers- en logistieksector te ondersteunen met de bedoeling een gedeelte van het goederenvervoer over de weg naar de waterweg te verleggen.
(42)
In het licht van de besluitvormingspraktijk van de Commissie moeten op grond van artikel 107, lid 3, onder c, drie eisen zijn vervuld voor het verenigbaar verklaren van staatssteun, met name opstartsteun in het landvervoer. De steun moet noodzakelijk en evenredig zijn en mag de voorwaarden waaronder het handelsverkeer plaatsvindt niet zodanig veranderen dat het gemeenschappelijk belang wordt geschaad. 3.2.1.
(43)
Noodzaak van de aanloopsteun
De voorgenomen steunmaatregel heeft uitdrukkelijk tot doel de overheveling te bevorderen van het vervoer van palletgoederen van de weg naar de waterweg tijdens de opstartfase van nieuwe diensten voor het vervoer over de waterweg. Daaruit blijkt dus duidelijk dat de
12
COM (2001) 370 van 12.9.2001, niet gepubliceerd in het PB.
13
COM (2006) 314 van 22.6.2006, niet gepubliceerd in het PB.
14
COM (2006) 6 van 17.1.2006, niet gepubliceerd in het PB.
15
COM (2006) 336 van 28.6.2006, niet gepubliceerd in het PB.
16
Ingesteld bij Verordening (EG) nr. 1692/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006, PB L 328 van 24.1.2006, blz. 1. 8
maatregel in de lijn ligt van de door de Europese Unie genomen initiatieven op het gebied van intermodaliteit en logistiek. (44)
De Commissie merkt op dat voor een doelgerichte modal shift van de weg naar de waterweg, indien geen steun wordt verleend, verwacht kan worden dat de binnenvaart op de betrokken markt moeilijkheden zal ondervinden om een gedeelte van de over de weg vervoerde goederen te absorberen. Deze stand van zaken is met name het gevolg van de overslagactiviteiten en het voor- en natransport waarmee rekening moet worden gehouden bij het vervoer over de binnenwateren in vergelijking met het wegvervoer, waar de logistieke processen reeds geoptimaliseerd zijn.
(45)
Bijgevolg is de steun noodzakelijk om nieuwe diensten op het gebied van het gecombineerd goederenvervoer te bevorderen en aldus bij te dragen aan het in de praktijk brengen van de hierboven uiteengezette beleidsoriëntaties. 3.2.2.
17
Evenredigheid van de aanloopsteun
(46)
Bij de berekening van de steun wordt rekening gehouden met de prijs van het wegvervoer voor dezelfde dienst naar de betrokken bestemmingen. Het toegekende bedrag zal slechts een deel compenseren van het verschil tussen de prijs van het wegvervoer en de prijs van het vervoer over de binnenwateren. In dit verband herinnert de Commissie eraan dat de milieuprestaties van de binnenvaart zijn aangetoond17.
(47)
De steun wordt beperkt tot een periode van drie jaar; bovendien zal de steun degressief zijn en derhalve slechts 80% vertegenwoordigen van de operationele meerkosten die in het eerste exploitatiejaar zijn aangetoond, 60% in het tweede jaar en 40% in het derde jaar en zal daarbij nooit meer dan 30% van de totale vervoerskosten bedragen. Daarnaast vereist de regeling dat inschrijvers met bewijzen aantonen dat het vervoer van palletgoederen over de binnenwateren zonder overheidssteun levensvatbaar is gedurende een minimumperiode van vijf jaar vanaf het tijdstip waarop de steun is verleend.
(48)
De toegang tot de steunregeling is niet-discriminerend en de regeling is toegankelijk voor alle verladers uit verscheidene bedrijfssectoren alsook voor ondernemingen die actief zijn in de binnenvaartsector van de Europese Unie.
(49)
De selectieprocedure die in het kader van de steunregeling wordt toegepast, berust op transparante kwalitatieve en kwantitatieve criteria die een objectieve selectie en beoordeling waarborgen van de diensten die door de inschrijvers worden aangeboden.
Zie de in november 2007 door PLANCO Consulting GmbH verrichte studie waarin verschillende vervoerswijzen uit economisch oogpunt en uit ecologisch oogpunt worden vergeleken: weg, spoor en binnenvaart (Verkehrswirtschaftlicher und ökologischer Vergleich der Verkehrsträger Straße, Schiene und Wasserstraße). 9
(50)
De Commissie merkt tot slot op dat in de regeling een mechanisme voor controle en sancties is opgenomen dat het mogelijk maakt na te gaan of de meerkosten van de nieuwe dienst reëel zijn en, in voorkomend geval, de onverschuldigd betaalde bedragen terug te vorderen.
(51)
Gelet op de kenmerken van de regeling stelt de Commissie vast dat de intensiteit, de duur en de bepalingen inzake de toekenning van de steun overeenkomstig haar beleidspraktijk zijn vastgesteld.
(52)
Derhalve concludeert de Commissie dat de maatregel een passend en evenredig antwoord biedt op de vastgestelde doelstelling en in de lijn ligt van het beleid van de Europese Unie dat erop gericht is ondernemingen ertoe te stimuleren om diensten voor het vervoer van palletgoederen over de waterweg tot stand te brengen en zo een gedeelte van de transportactiviteiten over de weg over te hevelen naar de waterweg. 3.2.3.
De steun leidt niet tot de verstoring van de mededinging die indruist tegen het gemeenschappelijk belang
(53)
De Commissie herhaalt dat het initiatief van het Vlaamse Gewest, dat erin bestaat een modal shift van palletgoederen van de weg naar de binnenvaart tot stand te brengen, in de lijn ligt van het vervoersbeleid van de Europese Unie, waarvan de relevante aspecten kort in punt 3.2.1 van dit besluit werden aangegeven.
(54)
De Commissie merkt op dat het tijdelijke concurrentienadeel waarmee de binnenvaart als gevolg van de hogere toegangskosten in dit segment van het vrachtvervoer kampt, alleen met doelgerichte overheidsmaatregelen kan worden verholpen.
(55)
De door de bevoegde openbare autoriteiten voorgenomen regeling is zo opgezet dat het verstorend effect van de steun op de concurrentie in de sector van het wegvervoer tot een minimum wordt beperkt. Dat blijkt uit de maximale steunintensiteiten die werden opgelegd om te verhinderen dat de voor steun in aanmerking komende marktspelers steun zouden krijgen die de volledige meerkosten dekt van het intermodale vervoer van palletgoederen via de binnenvaart ten opzichte van de weg. Er zij ook op gewezen dat de financiële steun slechts tijdens de opstartfase van het modal shift-project wordt verstrekt. Ten slotte is het territoriale toepassingsgebied van de regeling beperkt aangezien zij alleen betrekking heeft op het palletvervoer in de binnenvaart in het Vlaamse Gewest.
(56)
De Commissie houdt rekening met het feit dat de waarde van de steunmaatregel slechts een fractie van de waarde van het totale transport met de binnenvaart beloopt, terwijl het goederenvervoer, ongeacht de sector, in de komende jaren een sterke groei zal doormaken. Bijgevolg zal de beoogde modal shift voor het wegvervoer geen gevolgen hebben die het algemeen belang kunnen schaden.
(57)
Hieruit volgt dat de steunregeling niet zal leiden tot een vervalsing van de concurrentie die indruist tegen het gemeenschappelijk belang. 10
4.
CONCLUSIE (58)
Gelet op bovenstaande overwegingen heeft de Commissie besloten de steunmaatregel als verenigbaar met de interne markt te beschouwen uit hoofde van artikel 107, lid 3, onder c), VWEU.
Ingeval deze brief vertrouwelijke gegevens mocht bevatten die niet mogen worden bekendgemaakt, wordt u verzocht de Commissie daarvan binnen vijftien werkdagen vanaf de ontvangst van dit schrijven in kennis te stellen. Ontvangt de Commissie binnen de vastgestelde termijn geen met redenen omkleed verzoek, dan neemt zij aan dat u instemt met mededeling aan derden en bekendmaking van de volledige tekst van dit schrijven in de authentieke taal op het internet: http://ec.europa.eu/eu_law/state_aids/state_aids_texts_fr.htm en http://ec.europa.eu/eu_law/state_aids/state_aids_texts_nl.htm. Dit verzoek dient bij aangetekend schrijven of bij faxbericht te worden gericht aan: Europese Commissie Directoraat-generaal Concurrentie Griffie staatssteun B-1049 BRUSSEL Faxnummer: +32 2 296 12 42
[email protected] Met bijzondere hoogachting.
Voor de Commissie
Johannes Hahn Lid van de Commissie
11